Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 9 februari 2022 - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 9 februari 2022.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 9 februari 2022 goed te keuren.

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.2. Diverse verslagen - kennisname -

aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

Motivering

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

●        Eerstelijnszone Regio Waregem - verslag van het bestuursorgaan Zorgraad van 14 januari 2022

●        Leiedal - verslag van de raad van bestuur van 28 januari 2022

●        Centraal Feestcomité - verslag van 3 februari 2022

●        Mijn huis - verslag Raad van Bestuur van 25 januari 2022

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.3. Politieraad - vervanging raadslid - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgend punt ter kennisname te agenderen op de eerstkomende gemeenteraadszitting:

●        de vervanging van de heer Jo Tijtgat door mevrouw Rolande Libert, in de politieraad van de politiezone Deerlijk - Harelbeke.

Motivering

In zitting van 3 januari 2019 heeft de gemeenteraad volgende personen, hetzij tot effectief lid, hetzij tot opvolgend lid, verkozen in de politieraad van de politiezone Deerlijk - Harelbeke:

In de politieraad van 16 april 2019 werd akte genomen van het ontslag van de heer Carl De Donder als politieraadslid van de politiezone Deerlijk - Harelbeke.

In dezelfde zitting werd mevrouw Regine Vanwynsberghe - Rooryck geïnstalleerd als opvolgend politieraadslid voor de heer Carl De Donder.

In de politieraad van 16 maart 2021 werd akte genomen van het ontslag van de heer Marc Coppens als politieraadslid van de politiezone Deerlijk - Harelbeke.

In dezelfde zitting werd de heer Filip Terryn geïnstalleerd als opvolgend politieraadslid voor de heer Marc Coppens.

Op de agenda van de politieraad van 22 februari 2022 staat de aktename van het ontslag van de heer Jo Tijtgat als politieraadslid van de politiezone Deerlijk - Harelbeke.

In dezelfde zitting zal mevrouw Rolande Libert geïnstalleerd worden als opvolgend politieraadslid voor de heer Jo Tijtgat.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de kennisname van de vernieuwde samenstelling van de politieraad, te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraadszitting.

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.4. GRcommissie financiën - vervanging - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring -

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken, de vernieuwde samenstelling van de gemeenteraadscommissie financiën, te agenderen op de gemeenteraad van 24 februari 2022.

Motivering

In de gemeenteraadszitting van 24 januari 2019 werd een gemeenteraadscommissie financiën opgericht voor de legislatuur 2019-2024, waarin de heer Philip Ghekiere aangesteld werd als vertegenwoordiger van Open VLD.

In de gemeenteraadszitting van 20 februari 2020 keurde de gemeenteraad de gewijzigde samenstelling van de gemeenteraadscommissie financiën goed, waarbij de heer Demeurie werd vervangen door de heer Filip Terryn voor de N-VA fractie.

In de gemeenteraadszitting van 16 september 2021 keurde de gemeenteraad de gewijzigde samenstelling van de gemeenteraadscommissie financiën goed, waarbij mevrouw Rolande Libert werd vervangen door de heer Wim Vermeulen voor de Open VLD fractie.

In de gemeenteraadszitting van 16 december 2021 keurde de gemeenteraad de gewijzigde samenstelling van de gemeenteraadscommissie financiën goed, waarbij de heer Philip Ghekiere werd vervangen door mevrouw Sandra Goussey voor Open VLD.

In de gemeenteraadszitting van 27 januari 2022 nam de gemeenteraad kennis van de terugkeer van mevrouw Rolande Libert als gemeenteraadslid.

Op 15 februari 2022 verzoekt Open VLD door middel van de voordrachtakte in bijlage om de heer Wim Vermeulen te vervangen door mevrouw Rolande Libert in de gemeenteraadscommissie financiën.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere: Art. 37 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de vernieuwde samenstelling van de gemeenteraadscommissie financiën, te agenderen op de gemeenteraad van 24 februari 2022.

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.5. UiTPAS - voorstel afstemming regionale criteria UiTPAS aan kansentarief - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om een standpunt in te nemen in verband met het voorstel tot regionale criteria voor een UiTPAS aan kansentarief.

Motivering

Op de dag van vandaag kan iedere gemeente of stad in de regio UiTPAS Zuidwest zelf bepalen welke personen in hun gemeente of stad in aanmerking komen voor een UiTPAS met kansentarief. In sommige gemeenten is dat op basis van verhoogde tegemoetkoming, bij anderen, zoals Deerlijk, is dat op basis van eigen bepaalde criteria. Hierdoor ontstond een palet aan verschillende toekenningscriteria die in iedere gemeente en stad in de regio anders zijn. Personen met een UiTPAS aan kansentarief hebben nu in de hele regio 80% korting op het UiTPASaanbod.

Het college van burgemeester en schepenen (zitting van 29 november 2017) en de raad voor maatschappelijk welzijn (zitting van 11 december 2017) besloten om de doelgroep 'mensen in armoede' (MIA's) die recht hebben op een UiTPAS aan kansentarief in Deerlijk vanaf 1 januari 2018 als volgt te bepalen:

●        alle OCMW-cliënten in budgetbegeleiding

●        alle OCMW-cliënten in budgetbeheer

●        alle personen in een collectieve schuldenregeling, mits voorlegging van de beschikking van toelaatbaarheid

●        alle OCMW-cliënten die een leefloon ontvangen

●        alle OCMW-cliënten die financiële steun equivalent leefloon ontvangen

●        alle personen/gezinnen waarvan het maandelijks beschikbaar inkomen lager is dan de Europese armoededrempel, via beperkt financieel onderzoek naar inkomsten, uitgaven en spaargelden.

Tijdens een overlegmoment tussen de Raden van Bestuur van W13 en Zuidwest op 21 december 2021 werd een nota voorgesteld om te komen tot het voorstel tot bepalen van regionale criteria voor een UiTPAS met kansentarief.

De regio wil inzetten op regionaal afgestemde criteria omdat die zorgen voor meer rechtvaardigheid, hogere kindvriendelijkheid, meer eenvoud en efficiëntie en meer mogelijkheden om in te zetten op outreaching.

Het voorstel is tweeledig.

1. Een getrapt ondersteuningssysteem:

Het voorstel is dat mensen ofwel 100%, ofwel 50% ofwel 20% van de kosten dragen. Vandaag is dat ofwel 100% (gewone UiTPAS) ofwel 20% (UiTPAS aan kansentarief).

2. Ondersteuning op basis van standaardcriteria:

Voor het toekennen van een kortingspercentage wordt er de voorkeur gegeven om dit zoveel mogelijk te doen op basis van de reële situatie van het gezin eerder dan op basis van zijn of haar statuut.

 Volgende standaardcriteria worden voorgesteld:

●         Voor de doelgroep waaraan 50% korting wordt toegekend:

○        een gezinsinkomen lager dan het referentiebudget zoals berekend met de budgetcalculator van Cebud;

○        of verhoogde tegemoetkoming;

●        Voor de doelgroep waaraan 80% korting wordt toegekend:

○        een gezinsinkomen lager dan 80% van het referentiebudget zoals berekend met de budgetcalculator van Cebud;

○        of cliënt van het OCMW.

Bovenstaand voorstel is op dit moment praktisch nog niet haalbaar. UiTPAS, en de daarbij horende soft- en hardware, is een product van Publiq. Zij willen concreet van elke gemeente en stad in de regio Zuidwest de vraag krijgen om de haalbaarheid hiervan te onderzoeken. De hele regio moet dus akkoord gaan met bovenstaand voorstel. Nadat elk college van burgemeester en schepenen in de regio een besluit genomen heeft over bovenstaand voorstel, worden deze gebundeld door Zuidwest en W13 en bezorgd aan Publiq.

Intern advies:

Over deze nota werd op 3 februari 2022 afgestemd tussen de cluster vrije tijd en onderwijs, de cluster burger en welzijn, de schepen van sociale zaken en de schepen van cultuur en alle partijen zijn het voorstel genegen.

Juridische gronden

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56. § 1. Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De exacte financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

Er werden in de nota wel drie simulaties weergegeven over de budgettaire impact.

●        Simulatie 1: met de voorgestelde standaardcriteria maar zonder getrapt ondersteuningssysteem.

●        Simulatie 2: met de voorgestelde standaardcriteria en het getrapt ondersteuningssysteem.

●        Simulatie 3: wanneer er ten opzichte van simulatie 2 een toename zou zijn van 20% actieve UiTPASsen aan kansentarief.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit in te stemmen met de voorgestelde standaardcriteria voor het toekennen van het kansentarief voor de UiTPAS indien ook regionaal bepaald wordt 'wie' een OCMW-cliënt is.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen stemt in met de toepassing van het systeem van getrapte ondersteuning onder voorwaarde dat door Publiq een tussencategorie wordt toegevoegd in het systeem.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen geeft W13 en Zuidwest de toestemming om formeel de vraag te stellen aan Publiq om de tussencategorie mogelijk te maken.

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.6. Cultuurraad - uitreiking cultuurtrofee en receptie - goedkeuring -

Aanleiding en context

Naar aanleiding van de uitreiking van de cultuurtrofee wordt aan het college van burgemeester en schepenen gevraagd medewerking te verlenen door middel van het ter beschikking stellen van twee hostesses en het aanbieden van een drankje op de receptie.

Motivering

Naar jaarlijkse traditie wordt in februari de cultuurtrofee uitgereikt aan personen en verenigingen die zich het afgelopen jaar verdienstelijk maakten op cultureel vlak. Gezien de bijzondere omstandigheden waar de samenleving in het algemeen en de cultuursector in het bijzonder zich het afgelopen jaar in bevond, wordt deze editie anders georganiseerd. Er worden enkele verdienstelijke personen genomineerd, zonder een verkiezing te organiseren. Er wordt wel een trofee van verdienste uitgereikt.

De cultuurtrofee wordt, na eerder te zijn uitgesteld omwille van de coronamaatregelen onder code rood, uitgereikt op 4 maart 2022 in d'Iefte. Naar aanleiding van deze uitreikingsavond wordt aansluitend ook een drankje aangeboden aan het publiek. De versoepelde coronamaatregelen inzake horeca onder code oranje bieden perspectief voor een meer dynamische receptie. Deze receptie wordt verder georganiseerd onder voorbehoud van en met respect voor het geheel van de op dat moment geldende coronamaatregelen. Dit zal gebeuren in overleg met de cultuurraad, de cultuurdienst en de noodplanningsambtenaar.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gemeentelijke medewerking en het aanbieden van een drankje na de uitreiking van de cultuurtrofee op 4 maart 2022 goed te keuren.

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.7. Vrije tijd - projectpremie UZIEN - goedkeuring -

Aanleiding en context

Op 19 januari 2021 diende vzw UZIEN een aanvraag in voor een projectpremie voor hun project 'De Alleskunner'. Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de aanvraag goed te keuren.

Motivering

Het project 'De Alleskunner' werd beoordeeld door de jury, bestaande uit de deskundigen sport, jeugd, cultuur en de buurtzorgcoördinator (art. 9 premiereglement projectpremie). De jury adviseert het college van burgemeester en schepenen om, op basis van het behaalde aantal punten volgens het premiereglement, de premie-aanvraag goed te keuren voor een totaalbedrag van 370 euro.

Volgens het premiereglement gebeurt de betaling in twee schijven. 50% van het toegekende bedrag wordt voor aanvang van het project betaald. 50% wordt na afloop van het project uitbetaald, indien de organisatie het evaluatieformulier en de nodige bewijsstukken indient.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        premiereglement projectpremie, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 16 december 2021

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

Een eerste schijf van 185 euro wordt betaald op rekeningnummer BE56 7360 4631 0288 op naam van vzw UZIEN.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de jury te volgen en de premie-aanvraag van vzw UZIEN goed te keuren.

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.8. Feestelijkheden - Vinkenzangwedstrijden 2022 - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring -

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van de vinkenzangwedstrijden 2022, goed te keuren.

Motivering

Op volgende data zullen er vinkenzangwedstrijden plaatsvinden op het grondgebied van de gemeente Deerlijk:

Op voormelde dagen zal het verkeer langs de Tulpenlaan, de Guido Gezellelaan en de Oude Heerweg bemoeilijkt worden, zodat het noodzakelijk wordt in die straten parkeer- en verkeersbeperkingen op te leggen.

PZ Gavers verleende op 8  februari 2022 positief advies, maakte een tijdelijk politiereglement op het verkeer op en neemt de nodige verkeersmaatregelen conform de signalisatieplannen ingetekend in Eagle.be met identieke nummers 1484743-48-50-52-56-57-58-60-69-70-73.

Het tijdelijke politiereglement wordt goedgekeurd onder voorbehoud dat de geldende corona maatregelen deze activiteit op de voorziene datum toelaten en deze correct worden toegepast.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 57, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Art. 119, § 1 en art. 130 bis van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)

○        Art. 130 bis van de nieuwe gemeentewet

○        Wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen

○        Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen

○        Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden

○        Art. 41 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit op volgende tijdstippen een parkeerverbod in te stellen en geen verkeer toe te laten in de Tulpenlaan, de Guido Gezellelaan en de Oude Heerweg.

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits het strikt en correct toepassen van de coronamaatregelen conform de geldende wetgeving, richtlijnen en vastgelegd in sectorspecifieke protocollen die van toepassing zijn op het moment waarop de activiteit plaatsvindt.

Artikel 2

Deze maatregelen zijn van kracht vanaf een half uur voor het begin tot bij het einde van de vinkenzangwedstrijd.

Artikel 3

De nodige verkeersborden C1, C3, D1 en E1 zullen geplaatst worden.

Artikel 4

Overtredingen op huidig reglement worden gestraft met politiestraffen, voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.

Artikel 5

Een voor eensluidend verklaard afschrift van dit reglement zal ingevolge artikel 40 van het Decreet Lokaal Bestuur overgemaakt worden aan:

●        de griffie van de rechtbank van Eerste Aanleg, Burg. Nolfstraat 10A, 8500 Kortrijk

●        de griffie van de Politierechtbank, Beheerstraat 41, 8500 Kortrijk

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.9. BBO De KIM & De SAM - tijdelijke aanstelling Isabelle Vandemeulebroucke en Chantal T'Joen-

goedkeuring -

STEMMINGEN

Eenparig goedgekeurd

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.10. Vervoerregioraad 18/02 - beslispunten - standpunt -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een standpunt in te nemen over de beslispunten die op de vervoerregioraad van 18 februari 2022 voorgelegd zullen worden.

Motivering

Op de vervoerregioraad van 18 februari 2022 worden volgende beslispunten voorgelegd enerzijds met betrekking tot het operationaliseren van basisbereikbaarheid (nota hoppinpunten) en met betrekking tot het regionaal mobiliteitsplan anderzijds:

●        eindversie unieke verantwoordingsnota voor hoppinpunten met vervoer op maat hoppinfietsen

In het kader van vervoer op maat werd er een selectie gemaakt van de hoppinpunten waar in eerste fase regionale deelfietsen zullen voorzien worden. Hierbij werden geen hoppinpunten in Deerlijk weerhouden.

De unieke verantwoordingsnota dient opgemaakt te worden in functie van het bekomen van subsidie voor de inrichting van deze hoppinpunten.

●        goedkeuring visienota, als onderdeel van de synthesenota

De visienota is een neerslag van de denkoefeningen en inzichten bekomen op basis van een co-creatief proces waarbij heel diverse breed actoren werden betrokken. Hierin worden geen definitieve keuzes gemaakt maar heeft al wat richting. In een volgende stap zal een beleidsscenario gekozen moeten worden waarbij deze visienota als basis zal dienen.

●        goedkeuring regionaal netwerk wegencategorisering en vrachtroutes

In het Vlaams regeerakkoord werd opgenomen dat er een nieuwe wegencategorisering ingevoerd wordt. De VVRR moet de interlokale wegen vastleggen. De interlokale wegen vormen samen met de regionale wegen en Vlaamse en Europese hoofdwegen een netwerk van mazen die ondoordringbare mobiliteitskamers afbakenen. Wat ook impliceert dat het lokale netwerk geen maasdoorsnijdingen kunnen maken.

=> De N36 wordt hierin geselecteerd als interlokale weg

Daarnaast werd, verder aantakkend op het hoofdroutevrachtnetwerk (snelwegen), een voorstel van regionaal vrachtroutenetwerk uitgewerkt waarbij alle regionale bedrijventerreinen worden ontsloten en waarin ook belangrijke aanrijroutes wordt geselecteerd.

=> De N36 wordt geselecteerd als aanrijroute (niet als regionale vrachtroute)

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 van het Decreet lokaal bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit akkoord te gaan met de voorgestelde beslispunten geagendeerd op de vervoerregioraad van 18 februari 2022.

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.11. Handhavingsbeleid en prioriteitenlijst - agendering GR - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het 'handhavingsbeleid - prioriteitenlijst' goed te keuren en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt te agenderen op de gemeenteraad van 24 februari 2022.

Motivering

Omgevingshandhaving is erop gericht om de goede ruimtelijke ordening te bewaren, mens en milieu te beschermen, de leefkwaliteit in het algemeen te verbeteren en misdrijven en inbreuken in de toekomst te vermijden. Handhaving is geen doel op zich, maar een middel om het doel te bereiken.

Op 16 december 2020 werd een afsprakennota goedgekeurd met de intercommunale Leiedal om ondersteuning te voorzien voor handhavingsopdrachten.

Binnen het handhavingsbeleid wordt voor de verdere afhandeling van misdrijven en inbreuken gekeken of deze al dan niet behoren tot een gewestelijke of gemeentelijke prioriteit. Door het opnemen van deze handelingen in een prioriteitenlijst wordt verzekerd dat het dossier niet wordt geseponeerd door de gewestelijke beboetingsentiteit of het parket.

Om tegemoet te komen aan de noodzaak om een goede ruimtelijke ordening en milieuhandhaving te bewaren op het grondgebied van de gemeente Deerlijk wordt voorgesteld om bijbehorende prioriteitenlijst goed te keuren.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1, Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen keurt het 'Handhavingsbeleid - prioriteitenlijst' goed en beslist de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt voor te leggen op de gemeenteraad van 24 februari 2022.

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.12. Attest van verdeling - Kapelstraat 88 - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of er opmerkingen zijn bij het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Kapelstraat 88.

Motivering

Op 1 februari 2022 verstuurde men vanuit het notariaat Saey - Taelman - Degandt een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Kapelstraat 88, gekadastreerd afdeling 2, sectie E, nummer 179B3, met een kadastrale oppervlakte van 869 m².

Een deel van de eigendom, met een oppervlakte van 3,4 m² wordt afgesplitst teneinde te voegen bij de achterliggende eigendom (recht trekken kadastrale perceelsgrens 176M.

De bestemming van het goed is volgens de akte en volgens de verwerver grond.

De omgevingsambtenaar stelt voor geen opmerkingen te formuleren bij het voorstel van verdeling.

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing.

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.13. Attest van verdeling - Kapelstraat 96 - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of er opmerkingen zijn bij het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Kapelstraat 96.

Motivering

Op 1 februari 2022 verstuurde men vanuit het notariaat Bernard Denys een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Kapelstraat 96, gekadastreerd afdeling 2, sectie E, nummer 178A3, met een kadastrale oppervlakte van 794 m².

Een deel van de eigendom, met een oppervlakte van 110 m² (lot 1 volgens metingsplan) wordt afgesplitst teneinde te verkopen een de eigenaar van de achterliggende woning Oliebergstraat 155.

De bestemming van het goed is volgens de akte en volgens de verwerver garage.

De omgevingsambtenaar stelt voor geen opmerkingen te formuleren bij het voorstel van verdeling.

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing.

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.14. OMV 2021_218 - Proosdijstraat 8 - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een vrijstaande woning met carport, op een perceel gelegen Proosdijstraat 8 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 P aangevraagd door Stephanie Valcke namens JAGERSHOF NV gevestigd Harpstraat 5/1 te 8530 Harelbeke.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 9 februari 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●        De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

●        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oude Pastorijstraat, goedgekeurd 8 november 2012 met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfuncties en zone voor groenbuffer.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling oorspronkelijk goedgekeurd op 5 november 2014 (dossiernummer 2014.15/1049).

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●        Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 september 2014 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van bestaande bedrijfsgebouwen – het opbreken van bestaande verharding en het slopen van een bestaande woning.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.a.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 560 m² en is gelegen langs de Proosdijstraat op ongeveer 300 m ten zuidoosten van de kern van Sint-Lodewijk. De Proosdijstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg in een recent aangelegde verkaveling. De verkaveling voorziet in een combinatie van vrijstaande, gekoppelde en aangebouwde ééngezinswoningen met maximaal twee bouwlagen en een hellend of plat dak. De invulling van de verkaveling met de woningen is lopende. De Proosdijstraat betreft een doodlopende zijstraat.

Het perceel is braakliggend. De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen.

3.b.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Nieuwbouwwoning

De aanvrager wenst een vrijstaande eengezinswoning met carport te bouwen.

De woning wordt ingeplant op 6 m van de rooilijn, op 3 m van de rechterzijperceelsgrens en op 3 m van de linkerzijperceelsgrens. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt 13,70 m. De woning heeft een breedte van 12,70 m op een diepte van 9,70 m.

De woning bestaat aan de voorzijde uit twee bouwlagen en aan de achterzijde uit 1 bouwlaag telkens met hellend dak.  De kroonlijsthoogte aan de voorzijde bedraagt 8,75 m en de nokhoogte ligt op 10,40 m. De kroonlijst aan de achterzijde heeft een hoogte van 3 m en de nok een hoogte van 7,55 m.

Op het gelijkvloers bevindt zich de inkom met toilet, salon en eetplaats, keuken, proviandruimte, wasplaats en bureau. Op de verdieping worden 3 slaapkamers, een badkamer, dressing en berging ondergebracht. Onder het dak bevindt zich een zolder.

De gevels worden afgewerkt in wit gekalkte handvorm gevelsteen, de plint in donkergrijs geschilderde handvormsteen, de dakbedekking bestaat uit roodbruine dakpannen en het schrijnwerk is voorzien in licht grijs geschilderd hout.

Tuinzone

In de voortuin wordt beperkt verhard (toegangspad naar de voordeur). In de achtertuin wordt een terras met 49,20 m² in tegels aangelegd.

In de tuinzone wordt een bijgebouw/carport voorzien. Het bijgebouw heeft een breedte van 3 m op een diepte van 7 m. Het bijgebouw wordt ingeplant op 3,70 m van de achtergevel van de woning en op de rechter perceelsgrens (te koppelen aan de naastliggende carport). Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 2,60 m. De gevels van het bijgebouw worden voorzien in hout. Naar de carport wordt een oprit aangelegd in klinkers.

3.c.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 17 december 2021 tot 15 januari 2022. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.a.       Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van de geldende verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien lot 9 bestemd is voor open bebouwing, de hoofdbestemming eengezinswoningen betreft, er geen nevenbestemmingen voorzien wordt, de woning voorzien is van een private tuin, de terreinbezetting ruim onder de 50% blijft, de afstand ten opzichte van de rooilijn minimum 3 m en maximum 6 m bedraagt, de vrije zijstroken minimum 3 m bedragen en afstand tot de achterperceelsgrens minimum 8 m, de woning uit 2 bouwlagen en een zolder onder dak bestaat, de maximale nokhoogte 10,4 m bedraagt (= minder dan 13,5 m), de maximale bouwdiepte van de woning 9,70 m bedraagt (zowel gelijkvloers als verdieping), alle geveldelen ontworpen zijn in kleinschalige materialen (bakstenen en dakpannen) de bestemming van het bijgebouw carport is, de carport gekoppeld is ingeplant met de carport van lot 10 op meer dan 2 m achter de achtergevel van de woning, de bebouwde oppervlakte voor de vrijstaande carport 21 m² bedraagt (= minder dan de maximale 30 m²), het bijgebouw opgetrokken wordt in hout, de hoogte van de carport beperkt blijft tot 2,62 m (is onder de 3 m ), de verharding in de voortuin beperkt wordt tot enkel de toegang tot de woning en tot de carport en de breedte van de verharding minder dan 7 m bedraagt, de terrasoppervlakte beperkt blijft tot maximaal 49,20 m² en alle afsluitingen uitgevoerd worden in levende hagen van maximaal 2,2 m hoog.

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de dakvorm zodat een afwijking overwogen kan worden. De afwijking op de dakvorm betreft een heel geringe afwijking op de helling. Een verschil van 5° zal in de omgeving nauwelijks waarneembaar zijn. De woning blijft binnen de maximale toegestane hoogte en bouwdiepte. Soortgelijke afwijking is reeds toegestaan bij de afgeleverde vergunning voor de woningen aan dezelfde en aan de overzijde van de Proosdijstraat zodat de impact te verwaarlozen is en de afwijking toegestaan kan worden.

7.b.       Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat Jagershof een voldoende uitgeruste openbare weg is.  De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.  De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.c.       Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 7.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager maakt gebruik van de gemeenschappelijke infiltratievoorziening van de verkaveling, het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.d.       Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.e.       Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.f.         Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.g.       Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.h.       Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.i.         Milieuaspecten

Niet van toepassing.

7.j.         Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze residentiële omgeving.

Inplanting, bouwvolume en verschijningsvorm:

De woning wordt op eenzelfde afstand van de rooilijn ingeplant zoals de andere woningen in de directe omgeving, waardoor de integratie naar de omgeving toe verzekerd is.

De typologie van de woning, zijnde 2 bouwlagen met hellend dak herhaalt zich in de verkaveling zodat de aanvraag zich ook visueel vormelijk in zijn omgeving inpast. Het ontwerp voorziet een woning die, behoudens de beperkte afwijking, conform de verkaveling is zodat de impact op de omgeving beperkt wordt.  

De woning wordt ontworpen als een harmonisch geheel zowel in materiaal als in typologie met de rest van de woningen in de verkaveling.

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

Bij de woning is een carport met voorliggende oprit voorzien zodat op eigen terrein voldoende parkeerplaats aanwezig is, waardoor de parkeerdruk op het openbare  domein zo gering mogelijk blijft. De carport is voldoende diep waardoor er ook fietsen gestald kunnen worden in de carport.

Groen- en omgevingsaanleg:

Achter de woning wordt een terras aangelegd in tegels met een oppervlakte van 49,20 m². De woning beschikt nog over een voldoende tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen. De woning beschikt tevens over een kleine voortuin. Deze zone wordt maximaal aangelegd als voortuin met laagstammig groen en een beperkte verharding teneinde een positieve impact te hebben op het bestaande straatbeeld.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.k.       Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.l.         Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.m.     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

●     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●     Andere:

○        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

○        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Stephanie Valcke namens JAGERSHOF NV gevestigd Harpstraat 5/1 te 8530 Harelbeke, voor het bouwen van een vrijstaande woning met carport, op een perceel gelegen Proosdijstraat 8 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 P.

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.15. OMV 2021_226 - Muldersstraat 5 - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een tuinhuis met overkapping, op een perceel gelegen Muldersstraat 5 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 146 Z5 aangevraagd door Steven Delforce wonende Weverijstraat 37 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 9 februari 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

●        De vloerpas van het bijgebouw dient aan te sluiten op het bestaande maaiveldniveau, ophogingen zijn niet toegestaan.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, RUP Molenhoek op 22 juni 2010, met als bestemming zone 5 zone voor wisselbestemming: kleinschalige bedrijven/residentieel wonen.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 13 februari 2019 (dossiernummer OMV 20184)

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het RUP en het verkavelingsplan zijn van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Omgevingsvergunning afgeleverd op 13 februari 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor het verkavelen van grond in 12 loten met wegenisaanleg, groenvoorzieningen en nutsvoorzieningen na sloop van de bestaande bedrijfsgebouwen.

●        Omgevingsvergunning afgeleverd op 19 mei 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een alleenstaande woning met carport.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.a.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 535 m² en is gelegen langs de Muldersstraat op ongeveer 1,9 km ten oosten van de kern van Deerlijk. De Muldersstraat is een voldoende uitgeruste weg die nog over te dragen is.

Het perceel maakte tot voor kort deel uit van een industriële site, grotendeels bebouwd met loodsen en verhard met steenslag en beton. Ondertussen werden de bedrijfsgebouwen en verhardingen gesloopt en werd de grond verkaveld in 12 loten, allen voor eengezinswoningen van het vrijstaande type.

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen.

3.b.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

In de tuinzone wordt een bijgebouw voorzien. Het bijgebouw heeft een breedte van 8,50 m op een diepte van 3,50 m. Het bijgebouw wordt ingeplant op 1 m van de linker en de achterste perceelsgrens. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 2,50 m. De gevels van het bijgebouw worden voorzien in hout. Het bijgebouw omvat deels een afgesloten tuinhuis, deels een overdekt terras.

3.c.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd omdat de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.a.       Planologische toets

De aanvraag dient afgetoetst te worden aan de voorschriften van het gemeentelijk RUP Molenhoek. Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien de bestemming kleinschalige bedrijvigheid of residentieel wonen betreft, het bijgebouw een oppervlakte heeft van minder dan 60 m² en de maximale terreinbezetting niet overschreden wordt, de hoogte gerespecteerd wordt en het bijgebouw opgetrokken wordt op 1 m van de perceelsgrenzen.

De aanvraag dient afgetoetst te worden aan de voorschriften van de later goedgekeurde verkaveling. Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien het bijgebouw gebouwd wordt achter de achterbouwlijn van het hoofdgebouw, op 1 m van de perceelsgrenzen, de kroonlijsthoogte het maximum van 3 m niet overstijgt en opgetrokken wordt met een plat dak.

7.b.       Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Muldersstraat een voldoende uitgeruste weg is. In het kader van de uitvoering van de verkaveling dient deze nog overgedragen te worden tot het openbaar domein. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.c.       Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.d.       Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.e.       Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.f.         Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.g.       Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.h.       Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.i.         Milieuaspecten

Niet van toepassing.

7.j.         Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een tuinhuis in de tuin van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze residentiële omgeving.

Inplanting, bouwvolume en verschijningsvorm

De inplanting van het bijgebouw is voorzien in de tuinzone van de woning en conform de voorschriften van de verkaveling en het RUP. De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone zodat ook na de werken een kwalitatieve tuin kan worden aangelegd.

Het gevraagde is qua volume inpasbaar in de betreffende omgeving.

Het tuinhuis is niet rechtstreeks zichtbaar vanaf het openbaar domein, waardoor het geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld.

Het tuinhuis integreert zich door zijn materiaalgebruik (hout) binnen de bestaande bebouwing.

Hinderaspecten

In de oorspronkelijke vergunning voor het bouwen van de woning werd op 19 mei 2021 als specifieke voorwaarde opgenomen dat het terrein op minstens 3 m van de achterperceelsgrens moet aansluiten op het bestaande maaiveldniveau. Het bestaande terreinprofiel van deze laatste 3 m kan niet wijzigen.

Deze voorwaarde blijft voor de bouw van dit bijgebouw overeind in die zin dat de vloerpas van het bijgebouw dient aan te sluiten op het bestaande maaiveldniveau gezien het bijgebouw opgetrokken wordt in deze laatste 3 m zone van het perceel. Ophogingen zijn bijgevolg niet toegestaan.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.k.       Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.l.         Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.m.     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

●     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●     Andere:

○        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

○        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Steven Delforce wonende Weverijstraat 37 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een tuinhuis met overkapping, op een perceel gelegen Muldersstraat 5 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 146 Z5, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

●        De vloerpas van het bijgebouw dient aan te sluiten op het bestaande maaiveldniveau, ophogingen zijn niet toegestaan.

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.16. OMV 2021_230 - Beekstraat 47 - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het inrichten van de voortuin - voorzien bijkomende oprit, op een perceel gelegen Beekstraat 47 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 338 D2 aangevraagd door Dwight Van Lancker wonende Beekstraat 47 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 9 februari 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

●        De afsluitingen in de voortuin kunnen een hoogte hebben van maximale 0,70 m en de andere afsluitingen dienen te bestaan uit een haag of stijlwerk en vlechtdraad met betonplaat met een maximale hoogte van 2 m.

●        De groenaanplant in de voortuin moet uitgevoerd zijn ten laatste in het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de verhardingswerken.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

●     De aanvraag ligt volgens de voorzieningen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk (goedgekeurd 20 januari 2006) in een stedelijk woongebied.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 22 juli 2009 (dossiernummer 2087-2).

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het verkavelingsplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 juli 2009 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitvoeren van wegenis en rioleringswerken in de private verkaveling ‘De Heerlijkheid’.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Omgevingsvergunning afgeleverd op 2 september 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van twee vrijstaande eengezinswoningen.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.a.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 491 m² en is gelegen langs de Beekstraat op de hoek met de Boelarestraat (wijk ‘De Heerlijkheid’) op ongeveer 850 m ten noordoosten van de kern van Deerlijk. De Beekstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een recent gebouwde, vrijstaande eengezinswoning opgetrokken met 1 bouwlaag en een hellend dak waarbij de noklijn evenwijdig loopt met de Beekstraat. De woning heeft een breedte van 10,20 m. In de woning is een garage geïntegreerd. Het perceel werd nog niet afgesloten van het openbaar domein.

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan bouwtypes (gesloten, halfopen en vrijstaand). De woonfunctie bestaat hoofdzakelijk uit eengezinswoningen maar ook meergezinswoningen zijn in de omgeving aanwezig.

3.b.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het inrichten van de voortuin, waarbij grindverharding wordt voorzien ter hoogte van de garage met een oppervlakte van 28,20 m², ter hoogte van de voordeur met een oppervlakte van 6,60 m² en ter hoogte van de linkerzijperceelsgrens met een oppervlakte van 26,40 m². Evenwijdig met de voorgevel wordt over de volledige breedte een pad van 1 m voorzien. De rest van de voortuinstrook wordt voorzien in groen.

In ongeveer dezelfde lijn als de voorgevel worden ter hoogte van de zijpercelen afsluitingen voorzien. Het is niet duidelijk in welke materialen deze afsluitingen voorzien worden.

3.c.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.a.       Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het verkavelingsplan.

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien het een zone betreft voor eengezinswoningen van het open type, de verharding in de voortuinstrook waterdoorlatend is en de voortuin voor maximaal 50% uit verharding kan bestaan, de afsluitingen in de voortuin een maximale hoogte van 0,70 m kunnen hebben en de andere afsluitingen dienen te bestaan uit een haag of stijlwerk en vlechtdraad met betonplaat met een maximale hoogte van 2 m.

Gezien het type afsluiting niet gespecificeerd wordt op plan, wordt het type ter herinnering opgenomen als voorwaarde.

7.b.       Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Beekstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.c.       Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.d.       Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.e.       Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.f.         Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.g.       Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.h.       Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.i.         Milieuaspecten

Niet van toepassing.

7.j.         Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op de inrichting van de voortuin van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze residentiële omgeving.

Groen- en omgevingsaanleg:

De voortuin wordt zo ingericht dat er ruimte is voor het stallen van 2 wagens, enerzijds op de oprit naar de garage en anderzijds een extra parkeerplaats aan de linkerzijde van het perceel. Daarnaast wordt ook een pad naar de voordeur verhard, allen in grindverharding. 

De inrichting van een voortuin heeft invloed op het straatbeeld, de verkeersveiligheid en op de goede waterhuishouding. Beplanting, hagen en bomen in de voortuin maken het straatbeeld mooier en zorgen voor het residentiële karakter van een omgeving. Deze groenzones helpen ook bij de infiltratie van het regenwater en halen fijn stof uit de lucht.  Verharding zoals grind, kiezels of grasdallen dienen eveneens met de nodige zorg bekeken te worden. Niettegenstaande deze materialen waterdoorlatend zijn en het regenwater dus in de bodem laten infiltreren, dragen ze niet bij tot het straatbeeld, de verkeersveiligheid noch tot de zuivering van de lucht.

De verharding in de voortuin bedraagt  50 % van de voortuinoppervlakte, wat conform de verkavelingsvoorschriften is. Een deel van de verharding betreft de strik noodzakelijk toegangen en opritten die vrijgesteld zijn van vergunning. De niet verharde zones worden ingericht als groenzone. De inrichting van het groen wordt niet gespecificeerd. De groenzones dienen evenwel aangelegd te zijn ten laatste tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de verhardingswerken. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt wordt met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.k.       Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.l.         Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.m.     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

●     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●     Andere:

○        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

○        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Dwight Van Lancker wonende Beekstraat 47 te 8540 Deerlijk, voor het inrichten van de voortuin - voorzien bijkomende oprit, op een perceel gelegen Beekstraat 47 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 338 D2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

●        De afsluitingen in de voortuin kunnen een hoogte hebben van maximale 0,70 m en de andere afsluitingen dienen te bestaan uit een haag of stijlwerk en vlechtdraad met betonplaat met een maximale hoogte van 2 m.

●        De groenaanplant in de voortuin moet uitgevoerd zijn ten laatste in het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de verhardingswerken.

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.17. Afbraak pastorij St-Anna - meerprijs - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de meerprijs voor asbestverwijdering en het uitbreken en opvullen van de kruipkelder bij de afbraak van de pastorie St-Anna, goed te keuren.

Motivering

In zitting van 20 oktober 2021 gunde het college van burgemeester en schepenen de afbraak van de pastorie St-Anna aan de firma Vacomet voor het bedrag van 11.650 euro exclusief BTW.

De afbraakwerken zijn gestart op maandag 14 februari 2022. Bij het begin van de afbraakwerken werd duidelijk dat er asbest aanwezig is achter de gevelsteen. Ook de aanwezigheid van een kruipkelder onder de volledige pastorie woning kwam aan het licht.

Tijdens het plaatsbezoek bij de initiële prijszetting werd actief op zoek gegaan naar de aanwezigheid van asbest. Behalve enkele kleine elementen (deurdorpels en bekleding van de schouw) die gekend waren uit een asbestinventaris werd er geen asbest gevonden. Hierbij werden gaten gemaakt in binnenmuren en plafond, maar werd geen asbest gevonden.

Met de kruipkelder was bij de prijszetting eveneens geen rekening gehouden. De aanwezigheid van de kruipkelder werd vooraf ook niet vastgesteld omdat de kruipkelder niet toegankelijk was. Er is geen enkel luik of toegang aanwezig. 

Voor de meerwerken werd de offerte in bijlage opgemaakt door de firma Vacomet.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Decreet Lokaal Bestuur Art. 56. § 3. 4.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

Bij een eerstvolgende budgetwijziging zal hier extra budget moeten worden voorzien.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de meerprijs van de firma Vacomet voor de bijkomende asbestverwijdering en het extra uitbreken en aanvullen van de kruipkelder, goed te keuren.

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.18. Inname openbaar domein - kennisname -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de lijst in bijlage voor de ingediende aanvragen betreffende de inname van het openbaar domein en/of wegenis.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de lijst in bijlage voor de gevraagde inname(s) van het openbaar domein.

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.19. Uitvoerbaarverklaring visum dwangbevel -

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.20. Asverstrooiing - kennisname -

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.21. Grafconcessie - bijzetting - kennisname -

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.22. Grafconcessie - bijzetting - kennisname -

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

C.23. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring -

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

D.1. Plaatsing terras - Schoolstraat 4 - weigering -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen voor het plaatsen van een terras op het voetpad in de Schoolstraat ter hoogte van de nieuwe snackbar, gelegen Schoolstraat 4.

Motivering

In februari start mevrouw Jide Abdullai met een snackbar in de Schoolstraat 4. Naar aanleiding hiervan wenst zij een terras in de vorm van 2 losse (klap)tafels en 8 losse (klap)stoelen te plaatsen aan de zijgevel op het voetpad. Deze gevel is 5 meter breed waarvan 3,5 meter ingenomen wordt als terras.

Op voetpaden of op plaatsen bestemd voor voetgangersverkeer moet altijd een vrije doorgang van minstens 1,5 m overblijven.

Het voetpad is op die plaats voldoende breed is om een kleine terrasopstelling te plaatsen en nog een vrije doorgang voor voetgangers van 1,5 m te behouden.

Anderzijds is de meest voorkomende looplijn van voetgangers langs de gevels, onder meer omwille van een plantvak en verlichtingspaal ter hoogte van de perceelsgrens met het pand Schoolstraat 6. Om een vlotte doorgang voor voetgangers te behouden is het wenselijk om de vrije doorgang tussen de rooilijn en de terrasopstelling te voorzien.

Daarom dient minstens als voorwaarde opgelegd te worden dat er altijd tussen de gevel en het terras een vrije doorgang van minimum 1,5 m vrij moet blijven.

De locatie waar het terras gevraagd wordt is heel dicht gelegen bij het kruispunt Schoolstraat / Kerkplein / René Declercqstraat. Deze locatie wordt vaak ook als 'oversteekplaats' gebruikt waardoor een opstelling van het terras weg van de gevel dan mogelijk ook de overstekende voetgangers zou kunnen belemmeren.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 van het Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Algemene Politieverordening, in het bijzonder artikel 50

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de aanvraag tot het plaatsen van een terras in de Schoolstraat 4 niet goed te keuren gezien deze locatie gelegen is langs een belangrijk knooppunt voor voetgangers in het centrum van onze gemeente.

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

D.2. Gemeenschapscentrum - Afsprakennota gemeente - vzw De Living - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de afsprakennota tussen de gemeente Deerlijk en vzw De Living voor het structureel gebruik van het koetsiershuis, goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen besloot in zitting van 17 november 2021 om het gebruik van het koetsiershuis door vzw De Living verder uit te werken binnen de bepalingen van het retributiereglement van het gemeenschapscentrum. Hierbij wordt een afsprakennota opgemaakt die uitzonderingen en bijkomende voorwaarden omvat.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        College van burgemeester en schepenen van 17 november 2021, punt D.4.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit onderstaande afsprakennota tussen vzw De Living en de gemeente Deerlijk goed te keuren, voor het gebruik van het koetsiershuis.

Afsprakennota gemeente Deerlijk - vzw De Living

Art. 1 – Deze afsprakennota handelt in uitvoering van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 17 november 2021. Vzw De Living kan voor de realisatie van haar project gebruik maken van het Koetsiershuis en hier bepaalde inrichtingen doen, binnen het kader van het retributiereglement drank- en huurprijzen van het gemeenschapscentrum (goedgekeurd in de gemeenteraad van 27 mei 2021, hierna ‘retributiereglement’) en het gebruikersreglement van het gemeenschapscentrum (goedgekeurd in de gemeenteraad van 15 september 2016, hierna ‘gebruikersreglement’).

Art. 2 – vzw De Living kan op eigen kosten infrastructuurwerken uitvoeren aan het gebouw die zij voor hun activiteit noodzakelijk achten, op voorwaarde dat deze werken voorafgaand worden meegedeeld aan en goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen. Voor goedkeuring door het college van burgemeester en schepen dient minimaal volgende info doorgegeven te worden:

●        omschrijving van de werken

●        omschrijving van de noodzaak van de werken in functie van hun activiteit

●        duurtijd en voorgestelde uitvoeringsperiode van de werken

Voorgestelde werken met een mogelijke impact op stabiliteit en (brand)veiligheid dienen te worden uitgevoerd door erkende aannemers. De bevoegde gemeentelijke diensten formuleren hiertoe een advies. Alle werken die vergunningsplichtig zijn, worden samen met de nodige vergunningen meegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen.

Goedkeuring voor uitvoering van de voorgestelde infrastructuurwerken vervangt in geen enkel geval een eventueel noodzakelijke omgevings- of andere vergunning nodig voor het uitvoeren van die werken.

De periode waarin werken worden uitgevoerd, wordt in overleg bepaald door het vrijetijdspunt, in functie van de volledige activiteitenkalender van het gemeenschapscentrum.

De investeringen van onroerende aard die gebeurden aan het gebouw door vzw De Living, behoren bij het beëindigen van de samenwerking toe aan de gemeente.

Art. 3 – Vzw De Living zal een verzekering nemen ter dekking van haar aansprakelijkheid voor wat betreft de risico’s van burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen. Op verzoek van de gemeente Deerlijk zal vzw De Living het bewijs van de verzekering leveren.

De gemeente heeft voor het gebouw een brandverzekering afgesloten bij een Belgische verzekeringsmaatschappij. In deze brandverzekering werd de clausule afstand van verhaal t.o.v. gebruikers opgenomen. Hierdoor dient de vzw De Living zelf geen brandverzekering voor het gebouw af te sluiten. Voor eigen materialen specifiek en uitsluitend door vzw De Living te gebruiken dient vzw De Living desgewenst een brandverzekering af te sluiten bij een zelf gekozen verzekeringsmaatschappij.

Art. 4 – Vzw De Living moet voor hun horeca-activiteit voldoen aan de geldende wetgeving en reglementering hieromtrent. Hiervoor kan vzw De Living te allen tijde de nodige vergunningen voorleggen op verzoek van de gemeente.

Art. 5 – In uitzondering op artikel 20 van het gebruikersreglement kan vzw De Living mits gebruik van een eigen koffiemachine ook eigen koffie gebruiken, in functie van hun horeca-activiteiten.

Art. 6 – In uitzondering op artikel 20 van het gebruikersreglement kan vzw De Living eigen bieren verkopen die een lokale link met Deerlijk hebben of in Deerlijk gebrouwen worden. Vzw De Living voorziet hier zelf in bierglazen voor zover deze bieren niet geschonken kunnen worden in de voorziene bierglazen overeenkomstig het drankenaanbod van het gemeenschapscentrum. De aankoop van eigen bieren door vzw De Living gebeurt bij de gecontracteerde drankenleverancier van het gemeenschapscentrum, voor zover deze de betreffende bieren kan aanleveren.

Art. 7 – Het gebouw wordt telkens gepoetst door vzw De Living na elke horeca-activiteit die door vzw De Living wordt georganiseerd in het koetsiershuis. Het regulier onderhoud blijft ten laste van de gemeentediensten.

Art. 8 – Telling van de verbruikte dranken gebeurt door het gemeentepersoneel. De drankbestelling voor de volgende week wordt telkens tegen ten laatste maandagavond doorgegeven aan het vrijetijdspunt.

Art. 9 – Volgende aanwezige materialen en inrichting kunnen vrij gebruikt worden door andere gebruikers van het gemeenschapscentrum, ongeacht of deze door de vzw De Living of als invulling van het gemeenschapscentrum door de gemeente werden voorzien:

●        tafels

●        stoelen en ander zitmeubilair

●        toog

●        keukenruimte

●        frigo’s

●        vaatwasmachine

●        glazen, tassen, borden en bestek

●        drankvoorraad, met uitzondering van de koffie en bieren (incl. glazen) die enkel door vzw De Living geschonken worden

Art. 10 – Materialen en verbruiksgoed die specifiek en uitsluitend door vzw De Living gebruikt worden, moeten worden weggeborgen, afgeschermd of afgesloten zodat dit duidelijk is voor andere gebruikers en het gebruik van het koetsiershuis door die andere gebruikers niet wordt belemmerd. Bij schade of diefstal van deze materialen is de gemeente niet aansprakelijk.

Art. 11 – Volgende activiteiten moeten minstens mogelijk blijven:

●        vergaderingen op weekdagen

●        lessen kunstonderwijs

●        exposities, dewelke steeds 3 maanden op voorhand worden doorgegeven aan vzw De Living met een maximum van 6 expositieweekends per jaar.

Art. 12 – Het gebouw moet op eenvoudig verzoek van de gemeente volledig vrijgemaakt kunnen worden. Dit wordt minstens twee weken vooraf gevraagd door de gemeente in het kader van bepaalde activiteiten of uit te voeren werken.

Art. 13 – Deze afsprakennota wordt in het eerste jaar vierrmaandelijks geëvalueerd. Na het eerste jaar kan deze afsprakennota telkens jaarlijks worden verlengd na goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen.

Art. 14 – De gemeente Deerlijk kan de samenwerking met onmiddellijke ingang verbreken bij het niet voldoen van de verplichtingen door vzw De Living of enige andere zware fout of nalatigheid.

Zitting van CBS van 16 FEBRUARI 2022

D.3. Gemeenschapscentrum - infrastructuurwerken koetsiershuis - plan van aanpak -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het plan van aanpak en de lijst met uit te voeren infrastructuurwerken in het koetsiershuis door vzw De Living, goed te keuren.

Motivering

In zitting van 17 november 2021 besliste het college van burgemeester en schepenen dat vzw De Living gebruik kan maken van het koetsiershuis voor de uitbating van een koffiehuis in het kader van hun project met kwetsbare doelgroepen. Het college van burgemeester en schepenen besliste op 17 november 2021 eveneens dat de gemeente niet kan instaan voor kosten aan het gebouw en de inrichting in functie van de activiteiten van de vzw. Er werd een afsprakennota opgemaakt tussen de gemeente en vzw De Living, die werd goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 16 februari 2022. Daarin wordt duidelijk geformuleerd dat eventuele werken die door vzw De Living worden uitgevoerd, steeds voorafgaand moeten worden goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen (art. 2 afsprakennota gemeente-vzw De Living).

Bij overleg met vzw De Living werd op basis van een eerste plan gevraagd om duidelijkheid te kunnen krijgen over het al dan niet mogen uitvoeren van bepaalde infrastructuurwerken in functie van de uitbating. Een snelle duidelijkheid hierbij is nodig in functie van de verdere voorbereiding van die infrastructuurwerken.

Er wordt voorgesteld om onderstaande werken te laten uitvoeren door en op kosten van vzw De Living:

De bestaande overdekte buitenruimte waar de borden voor de gemeentelijke roosters gestockeerd worden, dient vrijgemaakt te worden door de gemeentediensten. Deze borden verhuizen naar de (nieuwe) depotsite. vzw De Living vraagt of de gemeente deze buitenberging kan vernieuwen. De gemeente beslist hier niet op in te gaan. Indien vzw De Living dit wenst, kan ze deze berging zelf vernieuwen om hun buitenmeubilair te stockeren.

Er wordt gevraagd om de bestaande verwarming  te vervangen door twee elektrische toestellen. Cluster ruimte adviseert om in plaats van elektrisch te verwarmen, de bestaande gasverwarming aan te passen en uit te breiden. De geraamde kostprijs bedraagt hierbij 5.000 à 6.000 euro incl. btw. Elektrische noch gasverwarming lijken evenwel in het niet-geïsoleerde koetsiershuis niet verantwoord of bij te dragen tot het behalen van klimaatdoelstellingen. Gezien het sporadisch gebruik van het gebouw en de grote investeringskost die het aanpassen van de gasverwarming met zich mee zou brengen, wordt bijgevolg voorgesteld om alsnog om te schakelen naar elektrische verwarming. De aankoop van twee elektrische verwarmingstoestellen wordt geraamd op 400 euro excl. btw.

Er wordt gevraagd om de elektriciteit te verzwaren. Het gaat om het aanpassen van de automaat in de meterkast van tweepolig 40 ampère naar tweepolig 63 ampère. Deze werken zullen bekostigd worden door de gemeente en uitgevoerd worden door Fluvius en worden geraamd op 1.600 euro excl. btw.

Eventuele herkeuringen van technische installaties worden uitgevoerd en bekostigd door vzw De Living. De nodige keuringsbewijzen en/of -attesten worden tijdig bezorgd aan de gemeente.

Er wordt gevraagd om een industriële horeca vaatwasser te voorzien. Het is wenselijk dat deze in functie van onderhoud en gebruikswijze (ook door andere gebruikers van het koetsiershuis) van hetzelfde type is als de recent aangekochte toestellen voor de andere gebouwen van het gemeenschapscentrum. Deze aankoop zal door de gemeente bekostigd worden en wordt geraamd op 3.500 euro excl. btw.

Er wordt gevraagd om extra frigo's te voorzien. Hiervoor polst de gemeente bij haar drankenleverancier naar de mogelijkheid om deze binnen het huidige drankencontract te kunnen voorzien. Indien dit niet mogelijk is, worden nieuwe frigo's aangekocht door vzw De Living.

Er werd een advies geformuleerd door de preventieadviseur met opmerkingen en te nemen maatregelen in verband met de uitbating van horeca (zie bijlage bij dit punt).

Er werd een advies geformuleerd door de dienst omgeving met betrekking tot een noodzakelijke functiewijziging en vergunningsplicht bij eerder voorgestelde infrastructuurwerken. Deze vergunningsplichtige infrastructuurwerken werden niet meegenomen in de hierboven ter goedkeuring voorgelegde limitatieve lijst.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

Plaatsen horecavaatwasser

Plaatsen elektrische verwarming en aanpassen elektrische installatie

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de limitatieve lijst met werken (ruwbouwwerken, technieken, inrichting en meubilair) goed te keuren en te laten uitvoeren door en op kosten van vzw De Living, steeds mits voldaan wordt aan eventuele vergunnings- of meldingsplicht bij die werkzaamheden.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies vanuit de dienst omgeving i.v.m. de functiewijziging voor het gebouw en beslist een functiewijziging tot gemeenschapsvoorziening.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies vanuit de dienst omgeving i.v.m. de vergunningsplicht bij bepaalde uit te voeren werken en laat dit advies overmaken aan vzw De Living voor verdere opvolging. In functie van vergunningplichtige werken kan vzw De Living contact opnemen met het omgevingsloket van de gemeente.

Artikel 4

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de preventieadviseur i.v.m. vereisten voor het voeren van horeca-activiteiten en laat dit advies overmaken aan vzw De Living voor verdere opvolging. Voor de uitbating van het koffiehuis van start gaat, bezorgt vzw De Living de nodige goedkeuringen en/of attesten (FAVV en HVZ Fluvia) voor het voeren van horeca-activiteiten in het koetsiershuis aan de gemeente.

Artikel 5

Vzw De Living dient in te staan voor alle noodzakelijke (her)keuringen van technische installaties en dient alle keuringsbewijzen en -attesten voortvloeiend uit deze beslissing te bezorgen aan de gemeente.

Artikel 6

Het college van burgemeester en schepenen besluit volgende werken en investeringen door de gemeente te laten uitvoeren en bekostigen:

●        vervangen verwarming door twee elektrische verwarmingstoestellen

●        plaatsen horeca vaatwasser

●        verzwaren van de elektriciteit