Zitting van CBS van 08 JULI 2020

College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 1 juli 2020 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 1 juli 2020.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 1 juli 2020 goed te keuren.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

LO - dienstonderbrekingen, tijdelijke andere opdrachten en tijdelijke aanstellingen - goedkeuring

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

LO/BBO - begeleider voor- en naschoolse opvang- tijdelijke aanstelling - goedkeuring

STEMMINGEN

Artikel 1

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Artikel 2

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Artikel 3

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Artikel 4

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Artikel 5

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

De beuk - onderhoudspersoneel - aanstelling - goedkeuring

STEMMINGEN

Artikel 1

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Artikel 2

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

Busvervoer schoolzwemmen 2020-2021 - lastvoorwaarden, wijze van gunnen en uit te nodigen firma's - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de lastvoorwaarden, wijze van gunnen en uit te nodigen firma’s voor de opdracht “Busvervoer schoolzwemmen 2020-2021” goed te keuren.

Motivering

In het kader van de opdracht “Busvervoer schoolzwemmen 2020-2021” werd een bestek met nr. 2020-21 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:

• Perceel 1 (BBO De Kim & De Sam), raming: 12.735,85 euro excl. btw of 13.500,00 euro incl. btw;
• Perceel 2 (Gemeentelijke lagere school de beuk), raming: 6.132,08 euro excl. btw of 6.500,00 euro incl. btw.

De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 18.867,93 euro excl. btw of 20.000,00 euro incl. btw.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Volgende ondernemers komen in aanmerking om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

• Coach Partners West-Vlaanderen nv, Meensesteenweg 101 te 8500 Kortrijk;
• Delmotte bvba, Jozef Duthoystraat 41 te 8790 Waregem;
• Cortina Cars, Zwevegemstraat 106 te 8553 Otegem;
• Noel Tours bvba, Doorniksesteenweg 565 te 8583 Bossuit (Avelgem).

Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 24 juli 2020 om 10.00 uur voorgesteld.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur.
• Andere:

• De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
• Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
• De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139.000,00 euro niet).
• Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
• Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

• Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het bestek met nr. 2020-21 en de raming voor de opdracht “Busvervoer schoolzwemmen 2020-2021”, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer worden goedgekeurd.

De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten.

De raming bedraagt 18.867,93 euro excl. btw of 20.000,00 euro incl. btw.

Artikel 2

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3

Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

• Coach Partners West-Vlaanderen nv, Meensesteenweg 101 te 8500 Kortrijk;
• Delmotte bvba, Jozef Duthoystraat 41 te 8790 Waregem;
• Cortina Cars, Zwevegemstraat 106 te 8553 Otegem;
• Noel Tours bvba, Doorniksesteenweg 565 te 8583 Bossuit (Avelgem).

Artikel 4

De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 24 juli 2020 om 10.00 uur.

Artikel 5

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2020, op jaarbudgetrekening 0879-00/61330000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB).

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

Riolerings- en wegeniswerken in de Stations-, Rodenbach- en Hoogstraat - proces-verbaal definitieve oplevering - vrijgave borgtocht - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het proces-verbaal van definitieve oplevering en de vrijgave van de resterende borgtocht voor de opdracht “Project W207074 - Riolerings- en wegeniswerken in de Stations-, Rodenbach- en Hoogstraat” goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 19 augustus 2015 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Project W207074 - Riolerings- en wegeniswerken in de Stations-, Rodenbach- en Hoogstraat” aan Wegenbouw Ivan Vuylsteke, Steenovenstraat 100 te 8760  Meulebeke tegen het nagerekende offertebedrag van 2.751.134,03 euro incl. btw.

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 1968.

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 11 april 2018 goedkeuring aan het proces-verbaal van voorlopige oplevering van 30 maart 2018.

De waarborgtermijn werd in het bestek vastgesteld op 12 maanden.

De aannemer Wegenbouw Ivan Vuylsteke, Steenovenstraat 100 te 8760  Meulebeke heeft aan zijn verplichtingen voldaan.

Op 22 mei 2020 werd overgegaan tot de definitieve oplevering, waarvan een proces-verbaal werd opgemaakt.

Uit het bijgevoegde proces-verbaal van definitieve oplevering blijkt dat er geen opmerkingen zijn.

De eerste helft (68.780,00 euro) van de borgtocht nr. 726-8892838-55 (Borgstellingskas: koninklijk besluitC Bank) van 137.560,00 euro werd vrijgegeven op 4 april 2018.

De tweede helft (68.780,00 euro) van borgtocht nr. 726-8892838-55 (Borgstellingskas: koninklijk besluitC Bank) van 137.560,00 euro mag worden vrijgegeven.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
• Andere:

• De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
• Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 24.
• De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
• Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
• Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 5, § 2.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De opdracht “Project W207074 - Riolerings- en wegeniswerken in de Stations-, Rodenbach- en Hoogstraat” wordt definitief opgeleverd.

Artikel 2

De tweede helft (68.780,00 euro) van borgtocht nr. 726-8892838-55 (Borgstellingskas: koninklijk besluitC Bank) van 137.560,00 euro mag worden vrijgegeven.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

Intergemeentelijke samenaankoop energie 2021-2023 - samenwerkingsovereenkomst Leiedal, lastvoorwaarden en wijze van gunnen - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de samenwerkingsovereenkomst voor de intergemeentelijke samenaankoop energie 2021-2023, georganiseerd door Intercommunale Leiedal, alsook de lastvoorwaarden en wijze van gunnen voor deze opdracht, goed te keuren.

Motivering

Momenteel hebben de gemeente Deerlijk, OCMW en de kerkfabrieken een contract voor elektriciteit en gas bij Luminus.  Deze contracten lopen nog tot eind 2020.  Deze contracten zijn het resultaat van een vorige intergemeentelijke samenaankoop georganiseerd door de Intercommunale Leiedal.

Luminus liet de Intercommunale Leiedal weten het huidige leveringscontract op te zeggen.  Zodoende kennen de leveringscontracten een einde op 31 december 2020.

Intercommunale Leiedal organiseert een nieuwe intergemeentelijke samenaankoop voor de levering van elektriciteit en gas.  De gemeente kan hieraan opnieuw deelnemen.  Het OCMW, kerkfabrieken, AGB’s, politiezones en andere lokale partners kunnen ook aan deze samenaankoop deelnemen.

Bij de vorige samenaankoop sloten het OCMW, kerkfabriek Sint-Columba en kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen zich aan bij de gemeente voor deze samenaankoop.

De gemeente ontving een mandaat van het OCMW en van de kerkfabrieken Sint-Columba en O.L.V. Onbevlekt Ontvangen om in hun naam deel te nemen aan de nieuwe intergemeentelijke samenaankoop energie.

De aanbestedende overheid Intercommunale Leiedal zal optreden als aankoopcentrale zoals bepaald in artikel 2, § 6 van de wet van 17 juni 2016 betreffende overheidsopdrachten.

Er worden 2 opdrachtdocumenten opgemaakt, één voor elektriciteit en één voor aardgas.  Deze zullen via de openbare procedure op de markt worden geplaatst.

De opdracht is opgedeeld in verschillende loten, maar zal gezamenlijk gegund worden. De leveranciers die belangstelling hebben zijn verplicht om een offerte in te dienen voor alle loten.

De levering van elektriciteit en aardgas zal aanvangen op 1 januari 2021 voor een periode van 3 jaar, optioneel verlengbaar met 1 jaar.

De kosten voor de opmaak van de opdrachtdocumenten en het voeren van de procedure worden geraamd op maximaal 1.000,00 euro excl. btw

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

•          Andere:

◦          Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

◦          Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

◦          Het Decreet van 8 mei 2009 houdende de algemene bepalingen betreffende het energiebeleid (“het Energiedecreet”), het daarbij horende uitvoeringsbesluit (het “Energiebesluit”) van 19 november 2010, en latere wijzigingen.

◦          De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.

◦          De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

◦          De wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, en latere wijzigingen.

◦          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

◦          Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

◦          Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

◦          Het besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als een opdracht van dagelijks bestuur.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de deelname aan de intergemeentelijke samenaankoop energie 2021-2023, georganiseerd door de Intercommunale Leiedal, goed te keuren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen keurt de billaterale samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot de organisatie van de samenaankoop energie 2021-2023, voor een geraamd bedrag van maximaal 1.000 euro excl. btw, goed.

Artikel 3

De opdrachtdocumenten 'Samenaankoop van elektriciteit voor gebouwen van openbare besturen en openbare verlichting' en 'Samenaankoop van aardgas voor gebouwen van openbare besturen' worden goedgekeurd.

Artikel 4

De Intercommunale Leiedal, President Kennedypark 10 te 8500 Kortrijk aan te stellen als aanbestedende overheid voor deze opdracht en de Intercommunale Leiedal een mandaat te geven om deze opdracht te gunnen.

Artikel 5

Het college van burgemeester en schepenen aanvaardt het mandaat gegeven door het OCMW Deerlijk en de kerkfabrieken Sint-Columba en O.L.V. Onbevlekt Ontvangen om in hun naam op te treden in het kader van de intergemeentelijke samenaankoop energie.

Artikel 6

De opdracht komt tot stand bij wijze van de openbare procedure.

Artikel 7

Een afschrift van dit besluit wordt kenbaar gemaakt aan Intercommunale Leiedal, President Kennedypark 10 te 8500 Kortrijk.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

Diverse verslagen - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

Motivering

Volgend verslag werd overgemaakt aan de gemeente:

•          Gaselwest - verslag van de raad van bestuur van 11 mei 2020

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

Vereniging voor Openbaar Groen - jaarlijkse statutaire algemene ledenvergadering van 3 september 2020 - goedkeuring

Aanleiding en context

De Vereniging voor Openbaar Groen (VVOG) nodigt de gemeente uit tot het bijwonen van haar jaarlijkse statutaire algemene ledenvergadering die plaatsvindt op donderdag 3 september 2020 om 10.00 uur in het Proefcentrum voor Sierteelt, Schaessestraat 18 te Destelbergen.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de dagorde als volgt:

10.00 uur Onthaal

10.30 uur Verwelkoming

10.40 uur Statutaire mededelingen aan de algemene vergadering (art. 24 van de statuten)

◦          Financieel verslag

▪          voorstelling balans en resultatenrekening 2019

▪          toelichting door de bedrijfsrevisor en commentaar door de voorzitter

▪          décharge aan de leden van de Raad van Bestuur (stemming)

◦          Begroting 2020

▪          voorstelling en toelichting door de voorzitter (stemming)

◦          Vaststelling van de contributie voor 2020 (stemming)

◦          Jaarverslag 2019 (stemming)

◦          Wijziging samenstelling van het bestuursorgaan (stemming)

11.05 uur 'Strategische keuzes VVOG voor de toekomst' door Filiep Bouckenooghe, directeur VVOG

11.20 uur Mondeling verslag van de Algemene Vergadering van 2019 door de directeur (stemming)

11.25 uur Inleiding gevolgd door rondleiding Proefcentrum voor Sierteelt

12.30 uur Receptie en walking diner

In de gemeenteraadszitting van 28 februari 2019 werd de heer Hannes Demeyer aangeduid als vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van de Vereniging voor Openbaar Groen voor de legislatuur 2019-2024.

De financieel directeur heeft hieromtrent geen opmerkingen om reden dat er geen financiële link is.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De aangeduide vertegenwoordiger wenst zich te verontschuldigen voor deze vergadering.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de VVOG, Predikherenrei 1 C te 8000 Brugge op de hoogte te brengen van onderhavige beslissing.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

Digitale Regio Kortrijk - verlenging overeenkomst - goedkeuring

Aanleiding en context

Op 30 juni 2020 liep de huidige DRK-overeenkomst met Leiedal af. Die overeenkomst regelt de afspraken voor de ontwikkelingen en het onderhoud van de gemeentelijk website. De oorspronkelijk voorgestelde timing kan niet aangehouden worden omwille van COVID-19. Om de continuïteit te waarborgen en het platform verder uit te bouwen, stelt Leiedal voor om de bestaande overeenkomst met zes maanden te verlengen, tot 31 december 2020.

Motivering

De voorbereidingen voor de vernieuwing van de overeenkomst waren lopend voor de coronacrisis begon. De gemeentelijke website is vandaag veel meer dan louter een communicatieplatform. Het is het centraal aanspreekpunt voor een breed gamma van diensten. Denk maar aan de recent gekoppelde toepassingen om een afspraak te maken bij onze diensten of het thuisloket. De ondersteuning zomaar stilleggen zou dus voor een heleboel problemen zorgen.

Door de uitzonderlijke omstandigheden kon de huidige DRK-overeenkomst niet tijdig vernieuwd worden. Leiedal maakte daarom een nota op die de lijnen bepaalt waarbinnen  de komende 6 maanden zal gewerkt worden.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de verlenging van de DRK-overeenkomst tot 31 december 2020 en besluit deze goed te keuren.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

Zwembad - offertes en raamcontracten - 2020 - week 28 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de offertes met betrekking tot bestellingen en raamcontracten in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-Deerlijk goed te keuren.

Motivering

FARYS/TMVW legt offertes voor bestellingen en raamcontracten in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-Deerlijk steeds ter goedkeuring voor aan beide gemeenten.

Het college van burgemeester en schepenen heeft hiertoe het budgethouderschap.

Volgende offertes voor bestellingen worden ter goedkeuring voorgelegd:

◦          Caby, afhaling:

▪          klein materiaal (aanvullend deel bestelling goedgekeurd in CBS 24 juni 2020): 40,46 euro, excl. btw

◦          Gantner, Offerte OF-B20700691-1:

▪          extra token recreatex: 77,99 euro, excl. btw

◦          Lyreco, raamovereenkomst:

▪          sleutelkastje, dymolint, klasseermappen: 65,11 euro, excl. btw

Volgende nieuwe raamcontracten worden ter goedkeuring voorgelegd: niet van toepassing.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de offertes voor de bestellingen en nieuwe raamcontracten, zoals hierboven aangegeven, goed te keuren in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem - Deerlijk.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

IC Dien - feest 11 juli - 11 juli 2020 - goedkeuring

Aanleiding en context

Op 27 juni 2020 werd een aanvraag ingediend door IC DIEN voor volgend evenement:

Motivering

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

•          maatregelen genomen om het evenement Covid-veilig te maken

De COVID Event Scan werd uitgevoerd. COVID-veiligheidslabel: groen.

◦          De aanwezigen vormen bubbels en blijven binnen hun bubbel. De interactie met het personeel blijft beperkt.

◦          Voornamelijk achtergrondmuziek

◦          Er worden aparte ingangen en uitgangen voorzien.

◦          De enige plaats met een hogere densiteit zal voor het podium zijn. In samenspraak met de artiesten zal worden gevraagd om aan tafel te blijven zitten en de nodige afstand te blijven houden.

◦          Eigen organisatie ziet toe op crowd management plan.

◦          De nodige ontsmettingsmiddelen worden voorzien aan ingang, uitgang, toiletten. Er is regelmatig hygiënisch onderhoud van de tafels. Mondmaskers kunnen verkregen worden.

◦          Het aantal aanwezig zal worden geteld bij het betreden en verlaten van het domein.

•          aanvraag geluidsactiviteit als volgt:

95 – 100 dB

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

•          aanvraag politionele medewerking

Parkeerverbod op volgende plaats: Rodenbachstraat ter hoogte van Soeur Sourire voor het uitbreiden van het terras op 11 juli 2020 van 15.00 uur tot 24.00 uur.

Politiezone Gavers verleende hiervoor op 2 juli 2020 positief advies. Het creëren van een terras op het voetpad wordt evenwel afgeraden daar een doorgang van 1,5 meter moet gegarandeerd worden.

Het verkeersvrij houden van volgende straat: Rodenbachstraat op 11 juli 2020 van 15.00 uur tot 24.00 uur.

Politiezone Gavers en HVZ Fluvia adviseerden hiervoor op 2 juli 2020 dat er ten allen tijde een doorgang van 4 meter moet blijven voor interventies. Politiezone Gavers stelde daarbij als alternatief voor om het centrumpark te gebruiken.

Na overleg met Fluvia kon akkoord gegaan worden met het gebruik van de straat op voorwaarde dat er geen vaste obstakels zoals een foodtruck op de weg staan. De foodtruck dient dus langs de kant van de straat opgesteld te staan.

•          aanvraag tijdelijke inname openbaar domein

IC DIEN wenst voor de bijeenkomst op 11 juli 2020 het speelpleintje te gebruiken voor de aanwezige kinderen.

2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig. Fluvia kan akkoord gaan met het gebruik van de straat op voorwaarde dat er geen vaste obstakels zoals een foodtruck op de weg staan. De foodtruck dient dus langs de kant van de straat opgesteld te staan.

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

Bijkomend specifiek advies kan later nog volgen vanuit de veiligheidscel.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Toelating geluidsactiviteit

▪          Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

▪          Besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999.

▪          Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999.

▪          Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen.

▪          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 maart 201.

◦          Plaatsing verkeerssignalisatie

▪          Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits er twee verantwoordelijken aangesteld worden. De eindverantwoordelijke zorgt voor het stipt toepassen van alle maatregelen zoals vermeld in de COVID event scan om het evenement COVID-veilig te maken.

Daarbij moeten minimaal de 8 basisregels worden gerespecteerd:

•          aanwezigen informeren over de preventiemaatregelen;

•          een afstand van 1,5 m tussen elke persoon garanderen;

•          maskers sterk aanbevolen;

•          activiteiten moeten zo georganiseerd worden dat samenscholing wordt vermeden;

•          middelen ter beschikking stellen voor de noodzakelijke handhygiëne;

•          goede verluchting;

•          contactpersoon aanduiden die weet wie aanwezig was, in functie van contacttracing.

Artikel 2

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

•          De inrichters als bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

•          De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op 11 juli 2020, van 15.00 tot 23.00 uur, speelpleintje centrumpark.

Artikel 4

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen. Door te voorzien in signalisatie voor parkeerverbod in de Rodenbachstraat.

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie.  De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

Artikel 5

De inrichter moet de richtlijnen volgen van de hulpverleningszone Fluvia inzake veiligheid.

De foodtruck mag niet dwars op de weg geplaatst worden maar moet langs de kant van de weg geplaatst worden zodat er nog een vrije doorgang van 4m erlangs overblijft. De foodtruck wordt bij voorkeur op min. 4m van een gebouw geplaatst of indien dit niet mogelijk is voor de gevel van een gebouw dat eigendom is van de organisator.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

Voorstelling Willem Vermandere - terugbetaling tickets - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de verkochte tickets voor de voorstelling van Willem Vermandere terug te betalen aan de tickethouder. De nieuwe programmatie en data van voorstellingen passen niet voor de klant.

Motivering

Door de Corona-epidemie kon de voorstelling van Willem Vermandere niet doorgaan op 18 april 2020.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

De financiële dienst wordt gevraagd om dit bedrag terug te betalen op rekeningnummer BE87 4643 2854 3194.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de tickets voor de voorstelling van Willem Vermander, ter waarde van 56 euro, aan de tickethouder terug te betalen op rekeningnummer BE87 4643 2854 3194.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

Veldstraat - straatfeest - 11 juli 2020 - goedkeuring

Aanleiding en context

Op 25 juni 2020 werd een aanvraag ingediend door bewoners van de Veldstraat voor volgend evenement:

Motivering

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

•          maatregelen genomen om het straatfeest Covid-veilig te maken

Deelnemers brengen eigen drank en glas mee.

Social distance regel van 1,50 meter wordt gerespecteerd.

Bewoners maken gebruik van eigen sanitaire voorziening.

Handgel wordt ter plaatse voorzien.

De COVID Event Scan werd uitgevoerd. COVID-veiligheidslabel: groen.

•          aanvraag geluidsactiviteit als volgt:

85 – 95 dB

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

•          aanvraag politionele medewerking

Het verkeersvrij houden van volgende straat: Veldstraat op 11 juli 2020 van 14.00 uur tot en met 22.00 uur.

Politiezone Gavers verleende hiervoor op 29 juni 2020 positief advies.

2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

Bijkomend specifiek advies kan later nog volgen vanuit de veiligheidscel.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Toelating geluidsactiviteit

▪          Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

▪          Besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999.

▪          Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999.

▪          Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen.

▪          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 maart 2011

◦          Plaatsing verkeerssignalisatie

▪          Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits er twee verantwoordelijken aangesteld worden. De eindverantwoordelijke zorgt voor het stipt opvolgen van alle genomen maatregelen om het evenement COVID-veilig te maken.

Minimaal de 8 basisregels moeten gerespecteerd worden:

•          aanwezigen informeren over de preventiemaatregelen;

•          een afstand van 1,5 m tussen elke persoon garanderen;

•          maskers sterk aanbevolen;

•          activiteiten moeten zo georganiseerd worden dat samenscholing wordt vermeden;

•          middelen ter beschikking stellen voor de noodzakelijke handhygiëne;

•          goede verluchting;

•          contactpersoon aanduiden die weet wie aanwezig was, in functie van contacttracing.

Artikel 2

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

•          De inrichters als bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

•          De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie.  De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

Artikel 4

De inrichter moet de richtlijnen volgen van de hulpverleningszone Fluvia inzake veiligheid.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

Burg. Hector Isebaertstraat - straatfeest - 22 augustus 2020 - goedkeuring

Aanleiding en context

Op 22 juni 2020 werd een aanvraag ingediend door de bewoners van de Burg. Hector Isebaertstraat voor volgend evenement:

Motivering

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

•          maatregelen genomen om het straatfeest Covid-veilig te maken

Het feest gaat buiten door.

Er zijn maximum 32 deelnemers.

Afstand van 1,5 meter en bestaande bubbels worden gerespecteerd.

De COVID Event Scan werd uitgevoerd. COVID-veiligheidslabel: groen.

•          aanvraag machtiging voor het verstrekken van sterke drank

Het is verboden sterke dranken te verkopen voor gebruik ter plaatse in occasionele drankgelegenheden waar openbare manifestaties plaatsvinden, tenzij het college van burgemeester en schepenen hiervoor een speciale machtiging verleent.

•          aanvraag geluidsactiviteit als volgt:

85 – 95 dB

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

•          aanvraag politionele medewerking

Parkeerverbod op volgende plaats: Burg. Hector Isebaertstraat op 22 augustus 2020 van 12.00 uur tot en met 23.00 uur.

Politiezone Gavers verleende hiervoor op 24 juni 2020 positief advies.

2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

Bijkomend specifiek advies kan later nog volgen vanuit de veiligheidscel.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Machtiging voor het verstrekken van sterke drank

▪          Art. 9, Wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank

◦          Toelating geluidsactiviteit

▪          Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

▪          Besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999.

▪          Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999.

▪          Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen.

▪          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 maart 2011.

◦          Plaatsing verkeerssignalisatie

▪          Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits er twee verantwoordelijken aangesteld worden. De eindverantwoordelijke zorgt voor het stipt opvolgen van alle genomen maatregelen, teneinde het evenement COVID-veilig te maken.

Minimaal de 8 basisregels moeten gerespecteerd worden:

•          aanwezigen informeren over de preventiemaatregelen;

•          een afstand van 1,5 m tussen elke persoon garanderen;

•          maskers sterk aanbevolen;

•          activiteiten moeten zo georganiseerd worden dat samenscholing wordt vermeden;

•          middelen ter beschikking stellen voor de noodzakelijke handhygiëne;

•          goede verluchting;

•          contactpersoon aanduiden die weet wie aanwezig was, in functie van contacttracing.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen verleent een speciale machtiging voor de verkoop van sterke drank tijdens dit evenement.

Artikel 3

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

•          De inrichters als bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

•          De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

Artikel 4

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie.  De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

Artikel 5

De inrichter moet de richtlijnen volgen van de hulpverleningszone Fluvia inzake veiligheid.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

Scouts en Gidsen - Schijt je rijk en carwash - 9 juli 2020 - goedkeuring

Aanleiding en context

Op 25 mei 2020 werd een aanvraag ingediend door Scouts en Gidsen voor volgend evenement:

Motivering

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

•          maatregelen genomen om het evenement Covid-veilig te maken

De lotjes worden online verkocht.

Domein wordt afgesloten, deelnemers geteld.

Bediening aan tafel (met mondmasker) zodat dit een statische bijeenkomst wordt.

Gebruik van wegwerpbekers.

Handgel wordt voorzien op verschillende plaatsen op het domein.

Volledig terrein wordt gebruikt zodat bubbels de minimale afstand van elkaar kunnen houden.

De COVID Event Scan werd uitgevoerd. COVID-veiligheidslabel: groen.

•          aanvraag geluidsactiviteit als volgt:

85 – 95 dB

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

•          aanvraag politionele medewerking

Parkeerverbod op volgende plaats: parking Gaverdomein kant tennisplein en torentjes - van 8 juli 2020 om 8.00 uur tot 10 juli 2020 om 02.00 uur.

Politiezone Gavers verleende hiervoor op 22 juni 2020 positief advies mits rekening gehouden wordt met de opgelegde maatregelen inzake COVID-19.

•          aanvraag tijdelijke inname openbaar domein

Scouts en Gidsen wenst 'Schijt je rijk en carwash' te organiseren op 9 juli 2020 en vraagt toelating voor: inname openbaar domein, meer bepaald het Gaverdomein, kant scoutslokaal.

2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

Bijkomend specifiek advies kan later nog volgen vanuit de veiligheidscel.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Toelating geluidsactiviteit

▪          Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement;

▪          Besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999;

▪          Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999;

▪          Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen;

▪          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 maart 2011

◦          Plaatsing verkeerssignalisatie

▪          Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits er twee verantwoordelijken aangesteld worden. De eindverantwoordelijke zorgt voor het stipt opvolgen van alle maatregelen, genomen inzake het evenement COVID-veilig te maken.

Minimaal de 8 basisregels moeten gerespecteerd worden:

•          aanwezigen informeren over de preventiemaatregelen;

•          een afstand tussen 1,5 m tussen elke persoon garanderen;

•          maskers sterk aanbevolen;

•          activiteiten moeten zo georganiseerd worden dat samenscholing wordt vermeden;

•          middelen ter beschikking stellen voor de noodzakelijke handhygiëne;

•          goede verluchting;

•          contactpersoon aanduiden die weet wie aanwezig was, in functie van contacttracing.

Artikel 2

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

•          De inrichters als bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

•          De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op 9 juli 2020 met name het Gaverdomein, kant scoutslokaal.

Artikel 4

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie.  De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

Artikel 5

De inrichter moet de richtlijnen volgen van de hulpverleningszone Fluvia inzake veiligheid.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

Inname openbaar domein - kennisname

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

Renovatiepremie eigenaars-bewoners - goedkeuring

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

OMV 2020_47 - Ter Donkt 38 - toekenning - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het inrichten van een parkeerterrein als uitbreiding van het naastliggend bedrijf, op een perceel gelegen Ter Donkt 38 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 632 D en (afd. 1) sectie B 656 L aangevraagd door de heer Ignace Coudron namens VANOMOBIL BVBA gevestigd Ter Donkt 38 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  3 juli 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het perceel kan niet toegankelijk gemaakt worden voor ontsluiting van het bedrijf met gemotoriseerd verkeer vanaf de Vichtesteenweg. De voorziene overwelving kan enkel dienst doen als toegang voor Elia tot de mast.

        Langsheen de draadafsluitingen voorzien ter hoogte van Ter Donkt moeten hagen aangeplant worden die bestaan uit de soort Fagus sylvatica of Carpinus betulus.

        Langs de zijde van de Vichtesteenweg moet een beukenhaag (Fagus sylvatica of Carpinus betulus) aangeplant worden tussen de nieuw aan te leggen buffergracht en de parkeerplaatsen en de hoogte van deze haag moet afgestemd worden op de hoogte van de mobilhomes.

        In navolging van het advies van de VMM dient opgelegd te worden dat de vertraagde afvoer minimaal boven de hoogste grondwaterstand voorzien moet worden. Dit moet nog verduidelijkt worden door middel van meetgegevens van het grondwaterpeil.

        De veiligheidsvoorwaarden en waarschuwingsvoorwaarden zoals opgenomen in het advies van Elia dienen strikt nageleefd te worden.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in de bij ministerieel besluit van 10 november 1998 vastgestelde gewestplanwijziging Kortrijk met als bestemming regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2.   Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 maart 2004 door de dienst stedenbouw voor het uitvoeren van weg-, riolerings- en omgevingswerken op het bedrijventerrein.

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 5 december 2007 door de dienst stedenbouw van de Vlaamse Overheid voor het aanleggen van een ondergrondse toevoerleiding diameter 700 mm, met een lengte van ongeveer 5.600 m alsmede de nodige apparaten.

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 augustus 2016 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een bedrijfsgebouw.

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 24 januari 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor de regularisatie – bouwen van een bedrijfsgebouw.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunning en/of weigeringen zijn relevant:

      Melding klasse 3 waarvan akte genomen op 17 mei 20107 voor de uitbating van kleinhandel in nieuwe en gebruikte mobilhomes en de inrichting van motorhomes.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

Het perceel is gesitueerd in het bedrijventerrein Ter Donkt, in de oksel van de Vichtesteenweg en de autosnelweg (E17). Het perceel wordt momenteel vooral gekenmerkt door een hoogspanningsmast die zich bijna centraal aan de kant van de E17 bevindt. Ten zuidoosten grenst het perceel aan de grasberm en de bomenrij langs de E17. Ten noordoosten grenst het perceel aan de vroegere bedding van de Wijmelbeek. Ten zuidwesten grenst het perceel aan de bestaande gebouwen van Vanomobil, van elkaar gescheiden door een buffergracht en een omheining. Het perceel dat onderwerp uitmaakt van deze aanvraag is belast met een erfdienstbaarheid van de transmissienetbeheerder Elia. Bij de inrichting van het nieuwe parkeerterrein wordt deze erfdienstbaarheid gevrijwaard.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst op het perceel een nieuwe verharding aan te leggen met een totale oppervlakte van 5.494,4 m². De werken omvatten de inrichting van een parkeerterrein dat zal fungeren als bufferparking voor het aan- en afleveren van mobilhomes voor het bedrijf Vanomobil op het naburig perceel. De waterdoorlatende asfaltverharding ligt aansluitend naast een reeds bebouwde eigendom van de aanvrager. Het parkeerterrein wordt voor het grootste deel uitgevoerd in waterdoorlatende asfalt en wordt omheind met een draadafsluiting met een hoogte van 2 m in een zwarte kleur. Aan de kant van de E17 wordt een strook met een breedte van 17,95 m uitgevoerd in grasdallen. De toegang tot de nieuwe parking zal ter hoogte van Ter Donkt aansluiten op de zone met grasdallen. De bestaande groenvoorziening wordt zoveel als mogelijk gevrijwaard, het plan voorziet geen nieuwe groenvoorziening. Voor de aanleg van de parking wordt het perceel afgegraven tot op een diepte van – 0,35 m ten opzichte van het vloerpas van het naburig bedrijfsgebouw Vanomobil. Er wordt een bijkomende gracht voorzien op de noordoostelijke perceelsgrens door middel van en plaatsing van een keerwand op het eigen perceel. Daarnaast wordt de vroegere bedding van de Wijmelbeek gereconstrueerd door middel van uitgraving.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

5.   Adviezen

Agentschap Wegen en Verkeer

De Vlaams Overheid, het Agentschap Wegen en Verkeer werd om advies verzocht op 9 april 2020. De adviesinstantie bracht op 7 mei 2020 een ongunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Bijzondere voorwaarden

Vastlegging ten opzichte van de grens van het autosnelwegdomein (A0140002 van 17.2 +0 tot 17.1 -10):

1.      De bouwlijn ligt op 30 m van de grens van het autosnelwegdomein volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2019 (betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen, eerste artikel). Deze is gemeten loodrecht op de as van de autosnelweg.

2.      Bepaling van de grens van het domein van de autosnelweg: uiterste wegaanhorigheid + 1m.

3.      Publiciteit:

Geen

Ongunstig advies

Schending direct werkende normen

Conform artikel 4.3.3. VCRO moet de vergunning worden geweigerd of moeten er voorwaarden opgelegd worden in de vergunning indien uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer blijkt dat het aangevraagde strijdig is met direct werkende normen binnen de beleidsvelden waarvoor het Agentschap bevoegd is.

“Indien uit de verplicht in te winnen adviezen blijkt dat het aangevraagde strijdig is met direct werkende normen binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening, of indien dergelijke strijdigheid manifest reeds uit het aanvraagdossier blijkt, wordt de vergunning geweigerd of worden in de aan de vergunning verbonden voorwaarden waarborgen opgenomen met betrekking tot de naleving van de sectorale

regelgeving.”

In casu moet de vergunningsaanvraag worden geweigerd, aangezien volgende direct werkende normen geschonden worden:

Schending van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2019 betreffende vrije stroken langs autosnelwegen

Artikel 1 van het BvR (verder: het BvR Bouwvrije Stroken) bepaalt dat de vrije stroken langs het autosnelwegdomein 30 meter bedragen.

Artikel 2, 1° van het BvR Bouwvrije Stroken bepaalt dat het verboden is te bouwen, te herbouwen of bepaalde constructies overeenkomstig artikel 4.1.1, 3°, VCRO te verbouwen. Dat verbod geldt niet voor instandhoudings- en onderhoudswerken.

De vergunningsaanvraag is strijdig met de bepalingen van het BvR Bouwvrije Stroken gelet op volgende redenen:

De aanvraag bevat het aanleggen van grasdalen en het plaatsen van een omheining in de 30m bouwvrijestrook van de E17.

Voorbij de tiende meter, gemeten van de grens van het domein van de autosnelweg, kan de wegbeheerder conform artikel 4 van dit besluit echter afwijkingen van het in het artikel 2 gestelde verbod toestaan.

Deze afwijkingsaanvraag is momenteel opgestart.’

In navolging van de vraag tot afwijking werd door het Agentschap Wegen en Verkeer een tweede advies uitgebracht op 3 juli 2020. Dat advies is gunstig en wordt als volgt gemotiveerd:

‘Bijzondere voorwaarden

Vastlegging ten opzichte van de grens van het autosnelwegdomein (A0140002 van 17.2 +0 tot 17.1 -10):

1.      De bouwlijn ligt op 30 m van de grens van het autosnelwegdomein volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2019 (betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen, eerste artikel). Deze is gemeten loodrecht op de as van de autosnelweg.

2.      Bepaling van de grens van het domein van de autosnelweg: uiterste wegaanhorigheid + 1m.

3.      Publiciteit:

Geen

4.      Een afwijking op de vrije strook langs de autosnelweg wordt, ingevolge een beslissing van de Administrateur-Generaal met ref. AV/312/2020/00425 verleend.

Het betreft de aanleg van parkeerplaatsen in waterdoorlatende materialen + het plaatsen van een draadafsluiting.’

Vlaamse Milieumaatschappij

De Vlaams Milieumaatschappij, Afdeling Operationeel Waterbeheer werd om advies verzocht op 9 april 2020. De adviesinstantie bracht op 7 mei 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Onder verwijzing naar artikel 1.3.1.1. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, werd onderzocht of er een schadelijk effect op de waterhuishouding uitgaat van de geplande ingreep. Dit advies wordt verleend in uitvoering van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse

regering van 20 juli 2006.

De locatie te Deerlijk, Afd. 1, Sectie B, nr(s) 632D,656L stroomt af naar de Gaverbeek, een onbevaarbare waterloop van eerste categorie die beheerd wordt door de VMM – afdeling Operationeel Waterbeheer. Het gebied is volgens de watertoetskaarten mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

De aanvraag omvat het inrichten van een parkeerterrein. Dit ter voorbereiding van de uitbreiding van het handelspand op naastliggend perceel.(Vanomobil).

Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten e.a. (GSV). Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater, en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.

De te verharden oppervlakte bedraagt 5.494 m². Er wordt aangegeven dat de bodem niet tot matig geschikt is voor infiltratie. Er wordt gekozen voor verharding in waterdoorlatend materiaal (waterdoorlatende asfalt –onderkoffer gebroken betonpuin). Daarnaast wordt voor het overtollige hemelwater de buffergracht aangelegd met een buffervolume van 410 m³/ha.

Om de gracht te realiseren wordt de vroegere bedding van de Wijmelbeek gelegen langs de NO-perceelsgrens gereconstrueerd. Bijkomend wordt door middel van een keerwand op het eigen perceel een extra gracht met een sectie van 1,5 m2 en een lengte van 150 m gerealiseerd.

Er wordt aangegeven dat een overloop (met maximaal ledigingsdebiet van 20l/s) boven de grondwaterspiegel voorzien wordt naar de riolering.

Er werden echter geen gegevens bijgevoegd met betrekking tot de grondwaterstand. Volgens de bodemkaart gaat het om een natte zandleembodem waar hogere grondwaterpeilen kunnen voorkomen.

De vertraagde afvoer moet minimaal boven de hoogste grondwaterstand voorzien worden. Dit moet nog verduidelijkt worden door middel van meetgegevens van het grondwaterpeil.

Besluit

Het project wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd en is in overeenstemming te brengen met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid indien rekening wordt gehouden met volgende voorwaarden:

• De vertraagde afvoer moet minimaal boven de hoogste grondwaterstand voorzien worden. Dit moet nog verduidelijkt worden door middel van meetgegevens van het grondwaterpeil.’

Intercommunale Leiedal

De intercommunale Leiedal werd om advies verzocht op 9 april 2020. De adviesinstantie bracht op 19 mei 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Toelichting

1.

Toetsingskader leiedal

Voorwaarden en inplantingsvoorschriften, van toepassing in het bedrijventerrein “ter donkt II”, opgelegd door leiedal bij authentieke titel van de verkoop van percelen aan bedrijven, hierna genoemd “inplantingsvoorschriften”

2.

Bemerkingen en vaststellingen

2.0.

Voorliggend advies betreft uitsluitend de bouwtechnische elementen van de aanvraag. Het advies doet geen uitspraak over eerder milieutechnische facetten.

2.1.

Parking – ontsluiting

Daar waar leiedal rond de parkingvoorzieningen an sich geen bemerkingen heeft, zijn er wel enkele bedenkingen en vragen bij de wijze waarop de ontsluiting van het parkeerterrein zal worden geregeld.

Het inplantingsplan meldt met name dat ter noordzijde van de parking een toegang wordt voorzien :

“toegang tot het parkterrein

buffergracht plaatselijk te overwelven”

De beperkte weergave op het inplantingsplan, van de omgeving om en rond het parkeerterrein, laat evenwel niet toe om vast te stellen hoe de ontsluiting van de parking [naar de openbare weg] dan verder verloopt.

Daarover stelt de eerdere vergunning, uitgereikt door uw bestuur in zitting de dato 24 januari 2018 in de context van de aanpalende eigendom van de bouwheer, in het beschikkend gedeelte reeds expliciet : “het perceel kan niet toegankelijk gemaakt worden voor gemotoriseerd verkeer vanaf de Vichtesteenweg”.

Welnu, ons is geen indicatie bekend dat dit door uw bestuur gesteld principe inmiddels zou zijn achterhaald of gewijzigd. Bijgevolg, voor zover en tot zolang geen wijziging vanwege uw bestuur, zal de ontsluiting van de parking, voorwerp van voorliggende aanvraag, en naar analogie van voornoemde eerdere vergunning evenmin mogen plaatsvinden via de Vichtesteenweg.

Alleen, wij houden er aan uw bestuur er op te wijzen dat het er alle schijn van heeft dat het bedrijf voornemens is de ontsluiting toch via de Vichtesteenweg te laten verlopen. Dat zo iets de facto zelfs thans reeds het geval is, blijkt uit de inliggende foto-opname van de plaatselijke toestand.

Het ware derhalve aangewezen dat de bouwheer de garantie biedt dat de ontsluiting van de nieuwe parking volledig en uitsluitend zal plaatsvinden alover de – ten westen – aanpalende eigendom van de bouwheer naar de bedieningsweg in het bedrijventerrein “ter donkt II”.

2.2.

Perceelsgrens-zuid - weggebied E17

Uit het inplantingsplan blijkt dat in de strook, onmiddellijk palend aan de perceelsgrens-zuid, zijde E17, parkeerplaatsen worden voorzien [voor personenvoertuigen], haaks ingeplant.

Rond de aanleg van de strook – van 30 meter - ten opzichte van het weggebied van de E17 gelden evenwel specifieke, door de eigenaars op eigen terrein te respecteren voorschriften en instructies, naar dimensionering en naar uitvoeringswijze van deze strook.

De bouwheer zal zich naar deze voorschriften en instructies dienaangaande vanwege het Agentschap Wegen en Verkeer dienen te schikken.

Mogelijks is er hierover met genoemd agentschap reeds overleg geweest maar daarover heeft leiedal geen zicht.

3.

voor het overige heeft leiedal geen bemerkingen.’

Elia Asset

Elia Asset werd om advies verzocht op 9 april 2020. De adviesinstantie bracht op 17 april 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Naar aanleiding van uw schrijven van 09 april 2020, verklaren wij in principe geen bezwaar te hebben tegen de bovenvermelde werken voor zover rekening gehouden wordt met de bepalingen en veiligheidsvoorschriften die u in bijgevoegd advies van 10 maart 2020 met ref. GS/N/956631-1/BA/KVR kunt vinden.

De rechten met betrekking tot Elia en haar hoogspanningsinstallaties werden in het ontwerp mee opgenomen.

…

Teneinde de veiligheid van mensen, de continuïteit van de elektriciteitsvoorzieningen en de vrijwaring van alle betrokken installaties te garanderen, dient men in de onmiddellijke omgeving van de hoogspanningsgeleiders enkele wettelijke bepalingen te eerbiedigen. Gelieve daarom kennis te nemen van de veiligheidsvoorschriften ter zake die wij in een beknopte weergave als bijlage zenden. De opdrachtgever wordt geacht deze richtlijnen mee te delen aan iedereen die in zijn (directe of indirecte) opdracht werken uitvoert.’

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

Deze aanvraag is volgens de gewestplanwijziging, goedgekeurd op 10 november 1998 gelegen in een regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 4 van bijlage 11 bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 november 1998 houdende definitieve vaststelling van het plan tot gedeeltelijke wijzigingen van het gewestplan Kortrijk op het grondgebied van de gemeenten Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wevelgem en Zwevegem.  Deze voorschriften luiden als volgt:

Regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter: Een regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter is bestemd voor de vestiging van bedrijven zoals bedoeld in artikelen 7 en 8, lid 2.1.1 en 2.1.2 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972. Het kan evenwel alleen worden gerealiseerd door de overheid. Bij de inrichting van het gebied zal rekening gehouden worden met de natuurlijke en de landschappelijke kwaliteiten van het terrein en de onmiddellijke omgeving. Hierbij wordt aandacht besteed aan het karakter van het terrein, de aard van de activiteiten, de omvang van de bebouwing, het architecturaal karakter, de breedte en de wijze van aanleg van de omringende bufferzone.

De Vlaamse regering kan bepalen dat een bijzonder plan van aanleg voorafgaand aan de ontwikkeling van dat gebied dient goedgekeurd te worden.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan gezien de aanvraag betrekking heeft op een uitbreiding voor het parkeren op eigen terrein van het naastliggende vergunde bedrijf.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Ter Donkt een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. Het goed is getroffen door een rooilijn en bouwlijn van de naastliggende autosnelweg.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft een totale oppervlakte van de verharding na de werken van 5.494,4 m² en ligt in een risicozone voor overstromingen. De aanvrager vraagt een afwijking van de verplichtingen van de verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en buffervoorzieningen. Ondanks de ongeschiktheid van de bodem voor infiltratie wordt de nieuwe verharding afgewerkt met waterdoorlatend materiaal (waterdoorlatende asfalt). De aanvrager voorziet tevens in de aanleg van een infiltratievoorziening / buffervoorziening door het herprofileren van een gracht met een sectie van 1,5 m² en een lengte van 150 m waardoor een buffervolume met infiltratiemogelijkheid ontstaat van 225 m³. In het kader van de watertoets werd advies gevraagd aan de VMM. Dit advies is voorwaardelijk gunstig en wordt in het kader van de watertoets overgenomen tot het mijne. Mits naleving van de gestelde voorwaarde kan bijgevolg in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). Een project-m.e.r.-screeningsnota volgens het modelformulier maakt deel uit van het aanvraagdossier. In deze nota zijn de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op de aanleg van een parking nabij een bestaand bedrijf in het regionaal bedrijventerrein Ter Donkt II, langs de gemeenteweg Ter Donkt zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Door het voorzien van een gracht langsheen het perceel ten opzichte van de Vichtesteenweg is geen mogelijkheid om voor deze uitbreiding een toegang te nemen op de Vichtesteenweg. Er is wel een overwelving van de gracht nodig om de hoogspanningsmast toegankelijk te maken. Deze breedte wordt voorgestel op 3 m, en zal in overleg met de nutsmaatschappijen verder besproken worden. Deze overwelving kan geenszins gebruikt worden om het perceel langs deze kant toegankelijk te maken voor gemotoriseerd verkeer zoals ook reeds opgelegd in de vergunning afgeleverd op 17 augustus 2016 en 24 januari 2018. Dit wordt dan ook op dergelijke manier opgenomen in de voorwaarden van de vergunning. De inkleding van het bedrijf moet ook in deze aanvraag voldoen aan de globale inkleding zoals voorzien in het masterplan van de bedrijvenzone Ter Donkt II en moet bestaan uit een combinatie van grasstroken en haagstructuren. Uit het ontwerp kunnen wij enkel afleiden dat een draadafsluiting voorzien wordt. Het is niet duidelijk of er ook groenaanleg voorzien wordt. Er moet een beukenhaag voorzien worden langsheen de draadafsluiting (Fagus sylvatica of Carpinus betulus), dit zowel langs Ter Donkt als langs de Vichtesteenweg. De draadafsluiting langsheen de Vichtesteenweg bevindt zich echter tussen de bestaande buffergracht en de nieuw te realiseren gracht. Tussen de nieuw te realiseren gracht en de parkeerruimte is nog een strook vrij die volgens het plan ingericht wordt met gras maar die voldoende breed is om een haag aan te planten en aan deze zijde dient de hoogte ook afgestemd te worden aan de hoogte van de mobilhomes teneinde een voldoende inkleding van het bedrijf aan deze zijde te hebben. Dit zal opgenomen worden in de voorwaarden van de vergunning.

Bijgevolg kan geoordeeld worden dat het ontwerp verenigbaar gemaakt kan worden met zijn

onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

AWV

Het advies van AWV is gunstig zodat een verdere beoordeling van het advies niet aan de orde is.

VMM

Gelet op de specifieke problematiek en inhoud van het advies dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies stipt nageleefd moet worden. Het betreft in het bijzonder volgende voorwaarde

        De vertraagde afvoer moet minimaal boven de hoogste grondwaterstand voorzien worden. Dit moet nog verduidelijkt worden door middel van meetgegevens van het grondwaterpeil.

Intercommunale Leiedal

In het advies van Leiedal zijn 2 opmerkingen geformuleerd:

-          Ivm ontsluiting via de Vichtesteenweg wordt een bijkomende voorwaarde opgelegd bij afgifte van de vergunning, in analogie van de vorige vergunningen (zie ook toetsing goede ruimtelijke ordening)

-          Ivm de opmerking voor de werkzaamheden in de 30 m bouwvrije strook van de E17 wordt verwezen naar het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dat in het kader van dit dossier eveneens opgevraagd werd.

Elia

Gelet op de specifieke problematiek en inhoud van het advies dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies van Elia stipt nageleefd moet worden.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Ignace Coudron namens VANOMOBIL BVBA gevestigd Ter Donkt 38 te 8540 Deerlijk, voor het inrichten van een parkeerterrein als uitbreiding van het naastliggend bedrijf, op een perceel gelegen Ter Donkt 38 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 632 D en (afd. 1) sectie B 656 L, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het perceel kan niet toegankelijk gemaakt worden voor ontsluiting van het bedrijf met gemotoriseerd verkeer vanaf de Vichtesteenweg. De voorziene overwelving kan enkel dient doen als toegang voor Elia tot de mast.

        Langsheen de draadafsluitingen voorzien ter hoogte van Ter Donkt moeten hagen aangeplant worden die bestaan uit de soort Fagus sylvatica of Carpinus betulus.

        Langs de zijde van de Vichtesteenweg moet een beukenhaag (Fagus sylvatica of Carpinus betulus) aangeplant worden tussen de nieuw aan te leggen buffergracht en de parkeerplaatsen en de hoogte van deze haag moet afgestemd worden op de hoogte van de mobilhomes.

        In navolging van het advies van de VMM dient opgelegd te worden dat de vertraagde afvoer minimaal boven de hoogste grondwaterstand voorzien moet worden. Dit moet nog verduidelijkt worden door middel van meetgegevens van het grondwaterpeil.

        De veiligheidvoorwaarden en waarschuwingsvoorwaarden zoals opgenomen in het advies van Elia dienen strikt nageleefd te worden.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

Waregemstraat 564 - bouwmogelijkheden - beoordeling

Aanleiding en context

De eigenaar van het perceel langs de Waregemstraat, gekadastreerd afdeling 1 sectie B, nummer 31 R vraagt aan het college van burgemeester en schepenen een principieel akkoord omtrent de bouwmogelijkheden voor het bouwen van een eengezinswoning op zijn perceel.

Motivering

De eigendom gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 31 R is volgens de voorzieningen van het gewestplan gelegen in een agrarisch gebied. Het betreft een perceel met een oppervlakte van 587 m². Op het aanpalend perceel links, Waregemstraat 566 is een halfopen eengezinswoning aanwezig die ingeplant is op de zijperceelsgrens met de betreffende eigendom.

In de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening is de mogelijkheid voorzien voor het aanbouwen aan een wachtgevel in agrarisch gebied. Dit kan enkel onder heel strikte voorwaarden die opgenomen zijn in artikel 4.4.3:

Voor een perceel dat niet voor woningbouw bestemd is, kan desalniettemin een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of voor het verkavelen van gronden voor het bouwen van een eengezinswoning worden afgegeven, indien voldaan is aan alle hiernavolgende voorwaarden:

1)                 de nieuwe woning is van:

a)     hetzij het driegeveltype, in welk geval zij aangebouwd wordt bij een wachtmuur van een bestaande woning op een belendend perceel;

b)     hetzij het gesloten bouwtype, in welk geval zij gebouwd wordt op een perceel dat gelegen is tussen twee wachtmuren;

2)                 het perceel waarop de nieuwe woning opgericht wordt, heeft een oppervlakte van ten hoogste 650 m2;

3)                 het bouwvolume van de nieuwe woning bedraagt ten hoogste 1 000 m3;

4)                 de aanpalende bestaande woning of woningen is of zijn per 1 september 2009 op het ogenblik van de vergunningsaanvraag voor de nieuwe woning hoofdzakelijk vergund en niet verkrot.

De mogelijkheden, vermeld in het eerste lid, gelden niet in ruimtelijk kwetsbare gebieden. Zij gelden evenmin in het geval waarin een aanbouw bij de bestaande woning of woningen uitdrukkelijk verboden wordt door een specifiek ruimtelijk uitvoeringsplan of bijzonder plan van aanleg betreffende zonevreemde constructies.

Voor de toepassing van het eerste lid, 1°, wordt onder « wachtmuur » verstaan:

5)                 een wand die op 1 september 2009 deel uitmaakt van een dubbele wand, opgetrokken op de perceelsgrens;

6)                 een enkele wand die reeds op 1 september 2009 is opgetrokken tot tegen de perceelsgrens, en die beschermd is door een tijdelijke waterafstotende bekleding.

Het artikel uit de VCRO koppelt de bouwmogelijkheden in ondermeer agrarisch gebied aan het verkrijgen van een omgevingsvergunning waarin aangetoond wordt dat voldaan is aan de gestelde voorwaarden.

Het college van burgemeester en schepenen is wel van mening dat, gelet op de beperkte mogelijkheden van het perceel in functie van de landbouw en de aanwezigheid van een muur op de perceelsgrens, de mogelijkheden tot het aanbouwen van een nieuwbouwwoning in toepassing van artikel 4.4.3 positief beoordeeld kunnen worden, weliswaar steeds onder voorbehoud van de resultaten van de te doorlopen procedure voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de mogelijkheden op het perceel gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 31 R, tot het aanbouwen tegen de muur op de perceelsgrens met de eigendom gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 31 S, in toepassing van artikel 4.4.3 positief te beoordelen, weliswaar steeds onder voorbehoud van de resultaten van de te doorlopen procedure voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

OMV 2020_75 - Otegemse steenweg 116 - toekenning - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen van de bestaande bebouwing en het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met bijgebouw, op een perceel gelegen Otegemse steenweg 116 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 790 K aangevraagd door Nolf - Verkaemer wonende Avelgemstraat 126 te 8550 Zwevegem.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  3 juli 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2.   Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 september 1998 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 januari 1999 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een garage en een duiventil

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen achterliggend de woningen langs de Otegemse steenweg en Heestertse steenweg. De woning ontsluit via een oprit in erfdienstbaarheid op de Heestertse steenweg en bevindt zich in tweede bouwlijn ten opzichte van de Heestertse steenweg. De omgeving wordt gekenmerkt door een residentiële bebouwing in hoofdzaak van het vrijstaande bebouwingstype. De woning maakt deel uit van een koppelbebouwing waarvan de aanpalende woning recent werd afgebroken en er een vergunning afgeleverd werd voor het bouwen van een vrijstaande woning.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst de bestaande gekoppelde eengezinswoning en de bijgebouwen te slopen. Aangezien deze woning op een heel beperkte afstand van de noordwestelijke perceelsgrens ingeplant is en ook de aanpalende woning reeds gesloopt werd, opteert de aanvrager (in analogie met de nieuwe bebouwing op het aanpalend perceel) tot het herbouwen van de eengezinswoning als een vrijstaande eengezinswoning en niet opnieuw als een gekoppelde woning.

De nieuwe woning heeft een breedte van deels 8,80 m en deels 12,40 m en een lengte (bijgebouw en carport inclusief) van 25,50 m. De afstand tot de diverse perceelsgrenzen bedraagt (bijgebouw en carport inclusief) overal op zijn smalst 8 m en ten opzichte van de zuidelijke perceelsgrens zelfs 15,51 m. De woning bestaat uit één bouwlaag met plat dak waarbij de hoogte varieert van 3,25 m tot 3,55 m voor het hoofdvolume, 3,10 m voor het gedeelte bijgebouw en 2,90 m voor het gedeelte carport. De woning wordt ingericht met een inkomhal met toilet, een open leefruimte met aansluitend een overdekt terras, een wasplaats/berging, een badkamer en 3 slaapkamers waarvan één met dressing. Voor de afwerking van de woning wordt geopteerd voor een zwart/bruin genuanceerde gevelsteen, schrijnwerk in donkergrijze PVC en gevelcementplaat antraciet grijs voor de afwerking van de carport en de luifel.

Aansluitend op de toegangsweg naar de Heestertse steenweg wordt een oprit naar de carport voorzien met een breedte van ongeveer 4,60 m waarop het toegangspad naar de voordeur aansluit. Aan de zuidzijde van de woning wordt een terras voorzien met een oppervlakte van 35 m². De rest van het perceel wordt als private tuinzone met levend groen ingericht.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden op 29 mei 2020 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

5.   Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de herbouw van een eengezinswoning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Heestertse steenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 5.000 liter en een referentieoppervlakte van 16 m², het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

De te slopen woning is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed "Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen: Gemeente Deerlijk" zoals opgemaakt door de Vlaamse Overheid en wordt als volgt beschreven:

Recente villa (Heestertse Steenweg nummer 9) met er achter dieper in gelegen en dwars op de straat ingeplant (boeren)arbeidershuisje. Volume weergegeven op de Atlas der Buurtwegen (1849). Bepleisterde en beschilderde baksteenbouw onder pannen zadeldak.

De woning kreeg een lage locuswaarde toegekend aangezien deze in een deels vervallen staat verkeerd, de erfgoedwaarde laag is en een beperkt toekomstpotentieel heeft gelet op de ligging ten opzichte van de straat en de aanpalende eigendomsgrenzen. Bijgevolg staat het behoud niet voorop en kan de woning afgebroken worden, dit in analogie met de reeds gesloopte woning Otegemse steenweg 114.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing.

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op de sloop en de herbouw van een vergund geachte eengezinswoning met behoud van deze functie en gelegen in een residentiële omgeving zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De bestaande woning ligt heel dicht bij de voorste perceelsgrens zodat de impact op de privacy voor de aanpalende eigendom groot is. Bijgevolg werd geopteerd om na sloop een vrijstaande woning op te trekken. Hiermee wordt aangesloten bij de omgevingsvergunning afgeleverd op het aanpalend perceel Otegemse steenweg 114. Bij het ontwerp van de nieuwe woning wordt rekening gehouden met de algemene richtlijnen die gehanteerd worden bij het bouwen in een tweede bouwlijn, zijnde het vrijwaren van een afstand van minstens 8 m ten opzichte van alle kavelgrenzen en een woning bestaand uit maximaal één bouwlaag met eventueel kamers onder het dak. De aanvrager voorziet op eigen terrein de mogelijkheid tot het parkeren van de wagen. De woning zal door platte dakvorm weinig hinder veroorzaken op de aanpalende percelen en het materiaalgebruik is traditioneel zodat de aanvraag geen negatieve impact zal hebben op de omgeving.  Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

7.12     Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Nolf - Verkaemer wonende Avelgemstraat 126 te 8550 Zwevegem, voor het slopen van de bestaande bebouwing en het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met bijgebouw, op een perceel gelegen Otegemse steenweg 116 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 790 K.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

OMV 2020_81 - Waregemstraat 533 - toekenning - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het regulariseren van de functiewijziging van appartement naar kleinschalige handel met productie, op een perceel gelegen Waregemstraat 533 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 551 B4 aangevraagd door Peter Waelkens namens GEVELCONCEPT WAELKENS BV gevestigd Waregemstraat 448 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  1 juli 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        In toepassing van het belastingreglement op ontbrekende parkeerplaatsen moet minstens één garage/parkeerplaats voorbehouden worden voor de handelszaak.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied met landelijk karakter.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

2.   Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 september 2015 door het college van burgemeester en schepenen voor het afbreken van een bestaande woning en het bouwen van een meergezinswoning.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Waregemstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Waregemstraat is de verbindingsweg tussen Deerlijk en Waregem en wordt gekenmerkt door een typische diversiteit aan functies en verschijningsvormen, eigen aan dergelijke verbindingswegen. Ter hoogte van de aanvraag wordt de omgeving gekenmerkt door een heterogeen straatbeeld van aangebouwde en gekoppelde bebouwing (eengezinswoningen en loodsen) en open landbouwgebied. De eigendom van de aanvrager maakt deel uit van een recente, halfopen meergezinswoning en betreft het gelijkvloers appartement aan de rechterzijde van het geheel (App 0.2).

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Het appartement werd vergund bestaand uit 2 slaapkamers, een keuken, zit- en eetruimte die één open geheel vormen en een afgesloten inkom, berging en badkamer. De 3 laatste garageboxen zijn eveneens eigendom van de aanvrager / eigenaar van de betreffende entiteit.

Het voorwerp van de aanvraag betreft de regularisatie van de aanpassingen in een bestaande bebouwing alsook de functiewijziging van woonfunctie naar een handelsfunctie met beperkte productie van handelsgoederen. Hierdoor wordt de voorste slaapkamer omgevormd tot inkom van de winkel en vormt er één geheel mee. De andere slaapkamer, alsook de badkamer worden berging voor het stapelen van goederen. Het bestaande keukenblok blijft behouden voor de kleinschalige productie van handelsgoederen die ter plaatse verkocht worden.

Teneinde de handelsfunctie mogelijk te maken werd een muuropening vergroot tussen wat in vergunde toestand de voorste slaapkamer en leefruimte is. Ook wordt in deze omvorming een deurgeheel voorzien in de gevelopening van de  voormalige slaapkamer aan de straatzijde om als hoofdingang van de handelsruimte te dienen. Op de voorgevel wordt een bord met de benaming van de zaak voorzien. Verder worden geen structurele wijzigingen aangebracht aan de woning. Er worden 3 autostaanplaatsen voor bezoekers mogelijk gemaakt voor de garageboxen van de eigenaar.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Het gelijkvloers appartement wordt ingericht als winkel zonder woonfunctie met een beperkte eigen productie van confituren en dergelijke. Hiervoor wordt een functiewijziging aangevraagd.

De activiteit, zijnde een handelsruimte met keuken voor de bereiding van handelswaren betreft een activiteit met klasse 3 inrichting conform het Vlarem

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Er diende geen advies gevraagd te worden aan de aanpalende eigenaars aangezien geen scheidingsmuren opgericht, uitgebreid of afgebroken worden.

5.   Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient bijgevolg te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan zijnde de voorschriften voor woongebied met landelijk karakter.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. en 6.1.2.2. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.Woongebieden met landelijk karakter zijn woongebieden bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.

De aanvraag heeft betrekking op de functiewijziging van een gelijkvloers appartement naar een handelszaak alsook de exploitatie van deze handelszaak en de oppervlakte van de handelszaak is beperkt zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Waregemstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

Er worden drie parkeerplaatsen voorzien aan de achterkant van het perceel ter hoogte van de 3 garageboxen die momenteel eigendom zijn van de aanvrager/exploitant. Er dient echter opgemerkt te worden dat de manoeuvreerruimte ter hoogte van deze 3 parkeerplaatsen  beperkt is waardoor het in- en uitrijden naar deze parkeerplaatsen kan bemoeilijkt worden.

Relevante potentiële effecten op de bodem

De productie, verkoop en opslag van handelswaren is kleinschalig en gebeurt op een vloeistofdichte vloer zodat kan aangenomen worden dat de exploitatie geen effecten heeft op de bodem.

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

Er wordt enkel een beperkte hoeveelheid huishoudelijk afvalwater geloosd via de reeds aangelegde rioleringsvoorzieningen. Er worden geen wijzigingen aangebracht in de waterhuishouding.

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Voor de afzuiging van de kookdampen werd een performante afzuiginstallatie voorzien tegen de buitengevel van het appartement. Ingevolge de indeling van de productieactiviteit dient deze installatie te voldoen aan de voorwaarden en vereisten binnen het Vlarem.

Relevante potentiële effecten van geluid of trillingen ten gevolge van de aanvraag

Bronnen van geluid bij deze exploitatie zijn het aan- en afrijden van klanten, de toelevering van handelswaren via bestel- of vrachtwagen en de geïnstalleerde afzuiginstallatie. Gezien de kleinschalige aard van de exploitatie wordt verwacht dat de hinder ten gevolge van geluidsoverlast beperkt zal zijn.

Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen ten gevolge van de aanvraag andere dan deze ten gevolge van opslag en verwerking

Alle door het bedrijf geproduceerde afvalstoffen worden ofwel periodiek opgehaald door een erkende afvalverwerker ofwel bij de huis aan huis ophaalronde correct aangeboden.

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De eigendom bevindt zich langsheen een verbindingsweg tussen Deerlijk en Waregem met in de omgeving zowel woningen als handel, landbouw en productiebedrijvigheid. Het gewijzigde appartement maakt deel uit van een ruimer gebouw waarin nog 5 woongelegenheden aanwezig zijn zodat de handelsfunctie op het perceel ondergeschikt is aan het wonen en de wijziging naar een handelsruimte zich bijgevolg functioneel inpast in de omgeving. Het pand heeft een oppervlakte van 123,85 m² en de publiek toegankelijke oppervlakte bedraagt 70,93 m² zodat dit een kleine handelszaak betreft die naar mobiliteit en hinder weinig impact zal hebben. Aan de achterzijde van het perceel beschikt de aanvrager over 3 garages en voorziet hij voor de garages nog 3 extra parkeerplaatsen aan te leggen. Deze extra parkeerplaatsen kunnen voor de handelsruimte enkel bruikbaar zijn als ook de 3 garages gebruikt worden voor de handelszaak of de uitbater van de handelszaak. Aangezien hierover geen garanties bestaan kunnen deze 3 parkeerplaatsen niet in rekening gebracht worden. In toepassing van het belastingsreglement op ontbrekende parkeerplaatsen (zie onder) volstaat het dat minstens één garage/parkeerplaats voorbehouden wordt voor de handelszaak. Aan het gebouw worden geen vergunningsplichtige, constructieve ingrepen uitgevoerd en de bebouwde oppervlakte en het volume van het appartementsgebouw blijven behouden. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

7.14     Belastingreglement op ontbrekende parkeerplaatsen

Overeenkomstig de gemeenteraadsbeslissing van 28 november 2019 betreffende de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen moet voor een handelsruimte per schijf van 50 m² 1 parkeerplaats voorzien worden. Voor de handelsruimte (netto handelsoppervlakte van 70,93 m²) is één parkeerplaats vereist en ook voor het appartement is één parkeerplaats vereist. Dat betekent dat geen extra parkeerplaatsen aangeboden moeten worden. De aanvrager beschikt over 3 garages zodat voldaan is aan de genoemde gemeenteraadsbeslissing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Peter Waelkens namens GEVELCONCEPT WAELKENS BV gevestigd Waregemstraat 448 te 8540 Deerlijk, voor het regulariseren van de functiewijziging van appartement naar kleinschalige handel met productie, op een perceel gelegen Waregemstraat 533 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 551 B4.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit. De ingedeelde inrichting omvat voortaan:

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen beslist volgende specifieke voorwaarden op te leggen:

        In toepassing van het belastingreglement op ontbrekende parkeerplaatsen moet minstens één garage/parkeerplaats voorbehouden worden voor de handelszaak.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

Aanleiding en context

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere: Organisatiebeheersysteem

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2020/27 goed te keuren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2020/43 goed te keuren.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

Cameratoezicht in het kader van sluikstorten - toepassing op het gehele grondgebied, wijziging overeenkomst en wijziging van art. 1 APV - principiële goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd principieel akkoord te gaan met cameratoezicht met bestuurlijke finaliteit in het kader van het bestrijden van sluikstorten op het gehele grondgebied van de gemeente.

In het kader hiervan wordt het college van burgemeester en schepenen ook gevraagd principieel akkoord te gaan met de nieuwe overeenkomst, af te sluiten tussen de gemeente, de afvalintercommunale (IMOG) en de politiezone.

Motivering

1.

De gemeenteraad van 30 november 2017 bracht in toepassing van de camerawet van 21 maart 2007 positief advies uit over de plaatsen waarop op het grondgebied van de gemeente Deerlijk verplaatsbare vaste bewakingscamera’s voor het vaststellen van sluikstorten konden worden geplaatst.

De gemeenteraad keurde in deze zitting ook de samenwerkingsovereenkomst met de intercommunale IMOG en de politiezone goed.

De locaties waar dergelijke camera’s konden worden geplaatst werden punctueel vastgelegd.

In dezelfde zitting wees de gemeenteraad de ambtenaren-vaststellers aan (de heren Koen Delie en Louis Simoen, beiden personeelslid van IMOG) alsook de artikelen waarop deze ambtenaren inbreuken kunnen vaststellen.

Op 12 juli 2018 wees de gemeenteraad een bijkomende ambtenaar-vaststeller aan (mevr. Els Verhaest, personeelslid van IMOG) met opsomming van de artikelen waarop ze inbreuken kon vaststellen.

De heer Louis Simoen werkt op vandaag niet meer voor IMOG.

2.

Het systeem van cameratoezicht met bestuurlijke finaliteit in het kader van het bestrijden van sluikstorten heeft sindsdien in de gemeente (en bij uitbreiding in de politiezone) zijn nut bewezen.

3.

Uit de sinds 2010 opgestelde GAS-vaststellingen, de uitgesproken sancties in het algemeen en de resultaten van het cameratoezicht is af te leiden dat het boven iedere redelijke betwisting staat dat cameratoezicht in de omgeving van textielcontainers en glasbollen/containers niet disproportioneel is.

4.

4.1.

Gelet op het tijdsverloop sinds 2017 is het ook aangewezen de locaties te evalueren  waar, los van de plaatsing van textiel- en glascontainers, eveneens camerabewaking kan worden aangewend om sluikstorten vast te stellen.

De op 30 november 2017 door de gemeenteraad positief geadviseerde plaatsen blijven in aanmerking komen voor camerabewaking.  Er zijn immers geen indicaties dat deze plaatsen ondertussen minder sluikstortgevoelig zouden zijn.

4.2.

De milieudienst stelt voor, net zoals in alle andere gemeenten van het IMOG-gebied, camerabewaking voor het bestrijden van sluikstorten gebiedsdekkend op het hele grondgebied van de gemeente te voorzien en deze techniek ook te gebruiken voor de verplichting tot het opkuisen van hondenpoep.  Dit laatste vereist dan een uitbreiding van de artikelen waarop vaststellingen via camerabewaking kunnen worden gedaan met art. 144 van de algemene politieverordening (APV). Het vereist ook een aanvulling van artikel 1 van de algemene politieverordening met deze artikelen, als zijnde artikelen waarvan de overtreding kan worden vastgesteld door personeelsleden van het intergemeentelijk samenwerkingsverband IMOG die hiertoe binnen het raam van hun bevoegdheden door de gemeenteraad worden aangewezen.

Ter motivering van de uitbreiding wordt door de milieudienst verwezen naar het verslag Nette Regio Deerlijk 2019 en de algemene netheidsscore voor 2019 voor de gemeente van 90,6 met als opmerking dat er extra inspanningen moeten geleverd worden voor de centrumstraten.

Sluikstorten vormt bovendien een grote bron van ergernis voor zowel de burger als voor de instanties die moeten instaan voor het opruimen ervan, waar daarentegen de identificatie van sluikstorters vaak heel moeilijk is. De verruimde inzet van camerabewaking op probleemlocaties op het volledige grondgebied van de gemeente zou de effectieve handhaving kunnen verhogen en bovendien zowel preventief als ontradend werken. De ervaring leert dat het plaatsen van camerabewaking vaak een verschuiving van de zwerfvuilproblematiek met zich mee brengt. Op deze manier kan ad hoc ingespeeld worden op actuele probleemlocaties (de zogenaamde hotspots).

Bovendien maakt de Camerawet, in de huidige redactie, cameratoezicht op het volledige grondgebied van de gemeente mogelijk.

4.3.

Gelet op het voorgaande is een camerabewaking voor het bestrijden van sluikstorten gebiedsdekkend op het ganse grondgebied van de gemeente, dus los van de eerdere zgn. hotspots, afdoende gemotiveerd en proportioneel ten opzichte van de zich stellende sluikstortproblematiek en het in die context nagestreefde doel, met name een propere en nette gemeente.

Eveneens gelet op het voorgaande is de toevoeging van het vaststellen van overtredingen op art. 144 van de algemene politieverordening (APV) – hetzij de verplichting tot het opkuisen van hondenpoep - als overtreding vaststelbaar via camerabewaking IMOG - verantwoord en proportioneel.

5.

De camera’s die IMOG gebruikt zijn tijdelijke vaste bewakingscamera's in een niet-besloten plaats (zie art. 2, 4° en 4°/2 van de wet van 21 maart 2007, afgekort als de Camerawet, zoals gewijzigd door de wet van 21 maart 2018).

5.1.

Ingevolge deze wetswijziging uit 2018 (nog niet van kracht toen het systeem werd opgezet in 2017) moet IMOG, als medeverwerkingsverantwoordelijke, aan de gemeenteraad het volgende verduidelijken (zie art. 5 par. 2/1 van de Camerawet, zoals thans van kracht):

•          de bijzondere doeleinden van deze tijdelijke bewakingscamera's (dit is het vaststellen van overtredingen op de artikelen van de APV waar de gemeenteraad camerabewaking voor toelaat);

•          de perimeter waarbinnen hun verplaatsingen gebeuren (dit zijn alle locaties waar camerabewaking sluikstort wordt toegelaten, hetzij het gehele grondgebied van de gemeente).

5.2.

De gemeenteraad moet nu ook de geldigheidsduur van zijn advies bepalen.  Dit moet in ieder geval een redelijke termijn zijn (zie art. 5 par. 2/1 van de Camerawet, zoals thans van kracht).   Een termijn tot 31 december 2025 is naar de mening van het college van burgemeester en schepenen redelijk nu duidelijk is dat sluikstorten een blijvend fenomeen is en op die manier de bestuursmeerderheid van de nieuwe legislatuur in het eerste jaar van deze legislatuur een en ander kan evalueren.

Naderhand ook kan door IMOG een met redenen omkleed verzoek worden ingediend met het oog op de hernieuwing van het positief advies bij het verstrijken van de geldigheidsduur ervan.

5.3.

Uit een brief van de gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) van 28 maart 2019 blijkt – met verwijzing naar een ministeriële omzendbrief van 10 december 2009 – dat wanneer de camerabewaking wordt georganiseerd op het gehele grondgebied van de gemeente, het niet strijdig is met de wet om de camerabewaking aan te geven door middel van pictogrammen op de toegangswegen naar de gemeente, maar dat het daarbij niet uitgesloten is – zonder dat dit wettelijk verplicht is – dat ook elders pictogrammen worden aangebracht.

5.4.

IMOG dient wettelijk eveneens aan de politiedienst, uiterlijk de dag vóór die waarop de bewakingscamera of -camera's in gebruik worden genomen, de plaatsing en ook elke wijziging aangebracht aan de ingezette camerabewakingsvoorziening mee te delen op een bij KB bepaalde wijze.  Dit verhindert niet dat er een langere termijn wordt overeengekomen (zie verder).

IMOG moet ook een register bijhouden met de beeldverwerkingsactiviteiten van bewakingscamera's uitgevoerd onder zijn verantwoordelijkheid. De vorm van dit register wordt bij K.B. bepaald.

De wet voorziet ook de plaatsing van een pictogram (zie hiervoor).

5.5.

De op vandaag, aan het gebiedsdekkend gebruik aangepast, nieuw af te sluiten overeenkomst tussen de gemeente, de politiezone en IMOG wordt eveneens ter principiële goedkeuring voorgelegd.

6.

De gemeenteraad verstrekt zijn advies conform art. 5 par. 2/1 van de Camerawet na voorafgaandelijk de korpschef van de politiezone waar de plaats zich bevindt, te hebben geraadpleegd.

Dit advies dient ingewonnen in voorbereiding van de behandeling op de gemeenteraad.

7.

Er moet, omwille van art. 4 par. 5 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, advies gevraagd worden aan de jeugdraad omdat ook minderjarigen kunnen worden bestraft voor feiten vastgesteld na cameragebruik en omdat het aantal vaststelbare overtredingen wordt uitgebreid via een wijziging van art. 1 van de algemene politieverordening (zie hiervoor).

Dit advies dient eveneens ingewonnen in voorbereiding van de behandeling op de gemeenteraad.

8.

Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beslissingen van de gemeenteraad voor (art. 56 par. 1, eerste lid van het decreet lokaal bestuur (DLB)).

Het ontwerp van gemeenteraadsbeslissing wordt aan het college voorgelegd.

9.

De milieudienst verleende positief advies.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 2 en 5;

◦          de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 4 par. 5;

◦          het KB van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking is;

◦          het KB van 2 juli 2008 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen is het principieel eens met cameratoezicht met bestuurlijke finaliteit in het kader van het bestrijden van sluikstorten op het gehele grondgebied van de gemeente en de daarvoor door de gemeenteraad te nemen beslissingen.

Het college van burgemeester en schepenen is het er principieel mee eens dat deze regeling zal gelden tot en met 31 december 2025.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen hecht zijn principieel akkoord aan de nieuwe overeenkomst af te sluiten tussen de gemeente Deerlijk, de afvalintercommunale (IMOG) en de politiezone.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het inwinnen van het advies van de korpschef van de politiezone Gavers en de jeugdraad.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

Ontwerp van kaderovereenkomst en bijlagen in het kader van het Collectieve Investeringstraject en Kazerneringsproject in samenwerking met Hulpverleningszone Fluvia - principiële goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de kaderovereenkomst en bijlagen in het kader van het collectieve investeringstraject en kazerneringsproject in samenwerking met hulpverleningszone Fluvia principieel goed te keuren.

Motivering

De gemeente Deerlijk en de gemeente Anzegem zijn eigenaar van de nieuwe brandweerkazerne, gelegen in de Vichtesteenweg te Deerlijk, 1ste afdeling, sectie B, nummers 1268/A P0000, 1268/B P0000, 1268/C P0000, 1268/D P0000 en 1268/E P0000, met een totale oppervlakte volgens het kadaster van 59a 88ca.

Fluvia en de steden en gemeenten van de hulpverleningszone Fluvia hebben vastgesteld dat de huidige organisatie van de kazerne-infrastructuur suboptimaal is en dat verregaande investeringen noodzakelijk zijn om de kazerne-infrastructuur te kunnen laten voldoen aan de noden van de zone in de huidige technische en organisatorische context.

Fluvia en de steden en gemeenten wensen de bestaande juridische structuur betreffende de kazerne-infrastructuur te wijzigen om operationeel te kunnen optimaliseren.

In dit verband is door hen gezamenlijk een kaderovereenkomst opgesteld.

Teneinde die doelstelling te bereiken hebben ze gezamenlijk geopteerd voor een traject van collectieve investering door Fluvia, mits maximale validering van de inspanningen van de onderscheiden steden en gemeenten, waarbij:

•          In een eerste fase: de steden en gemeenten rechten op de gronden behouden waarop de nieuwe infrastructuur zich bevindt of waarop nieuwbouw zal gebeuren, maar door de steden en gemeenten aan Fluvia een recht van opstal wordt verleend op hetzij de bestaande infrastructuur (voor zover deze nieuw is) hetzij de grond met het oog op de constructie van nieuwe infrastructuur door Fluvia, hetgeen de steden en gemeenten toelaat om gedragen inspanningen te valideren of het valorisatiepotentieel van de gronden ultiem te behouden; en

•          In een latere fase: Fluvia een recht van opstal kan verwerven op bestaande, oude infrastructuur welke Fluvia wenst te renoveren.

(hierna het “Collectieve Investeringstraject”)

Voormeld Collectieve Investeringstraject, zoals hierboven beschreven, hangt samen met een investeringstraject dat over meerdere jaren loopt en zal gefinancierd worden via de zgn. dotatie 2.0, dewelke een investeringscomponent zal bevatten.

In de Kaderovereenkomst worden er drie categorieën van onroerende goederen onderscheiden en gedefinieerd:

•          Categorie 1: “sites bestaande uit constructies op en met grond, gelegen te Menen, Deerlijk-Anzegem en Waregem, waarbij de desbetreffende steden en gemeenten zijn opgetreden/optreden als bouwheer van reeds bestaande/in oprichting zijnde/nog op te richten constructies bestaande in kazerne-infrastructuur en waar er op een later ogenblik, en mits uitoefening van een aan Fluvia verleende call-optie, door de betrokken stad en/of gemeente een eigendomsoverdragend opstalrecht zal worden gevestigd ten voordele van Fluvia met betrekking tot voormelde constructies, in het bijzonder omvattend de Kazerne-infrastructuur Menen, de Nieuwe Kazerne-infrastructuur Deerlijk-Anzegem en de Nieuwe Kazerne-Infrastructuur Waregem.”

•          Categorie 2: “sites bestaande uit braakliggende grond(en) (eventueel na geplande afbraak in het kader van herontwikkeling) waar er op een later ogenblik, en mits uitoefening van een aan Fluvia verleende call-optie, door de betrokken stad, gemeente en/of Leiedal een opstalrecht zal worden gevestigd op deze grond(en) ten voordele van Fluvia, op grond waarvan Fluvia de toelating zal hebben om op eigen risico en kosten op deze grond(en) over te gaan tot oprichting van constructies, in het bijzonder omvattend de gronden beschreven in Bijlage 1.1 alsmede de Weerhouden Categorie 2 Gronden, zoals bedoeld in Artikel 5.2.2.”

•          Categorie 3: “sites bestaande uit constructies bestaande in kazerne-infrastructuur op en met grond, waarvan Fluvia momenteel de constructies kosteloos bezet op grond van een gebruiksovereenkomst voor onbepaalde duur afgesloten met de betrokken stad en/of gemeente en waarbij diezelfde constructies, (behoudens uitzonderingen zoals hieronder beschreven), vanaf een bepaald ogenblik, door Fluvia in huur zullen worden genomen op basis van een nieuwe huurovereenkomst af te sluiten met de betrokken stad en/of gemeente met telkenmale de call-optie voor Fluvia om in haar voordeel een eigendomsoverdragend opstalrecht te doen vestigen betreffende de op de site aanwezige constructies (uitgezonderd Kazerne-infrastructuur Heule en Kazerne-infrastructuur Marke waarvoor wel een nieuwe huurovereenkomst zal worden afgesloten maar waarop geen dergelijke call-optie zal worden verleend), in het bijzonder omvattend de Kazerne-infrastructuur waarvan sprake in overweging (A) onder de nrs. 1 tot en met 16 (uitgezonderd nrs. 5 en 14 welke behoren tot Categorie 1).”

De gemeenschappelijke bedoeling van de steden en gemeenten en Fluvia bestaat er aldus in om in lijn met het Collectieve Investeringstraject:

•          een call-optie te vestigen in het voordeel van Fluvia met betrekking tot Categorie 1 - waaronder Deerlijk - (met onmiddellijke ingang), Categorie 2 (deels met onmiddellijke ingang en deels op termijn) en Categorie 3 (op termijn) (hierna “Call-optie”), om in haar voordeel een (naargelang het geval, eigendomsoverdragend) opstalrecht te doen vestigen, overeenkomstig de voorwaarden zoals in de Kaderovereenkomst beschreven (hierna “Opstalrecht”);

•          in afwachting van de inwerkingtreding van het (eigendomsoverdragend) opstalrecht met betrekking tot Categorie 1, alvast een kosteloos recht van gebruik te vestigen in het voordeel van Fluvia met betrekking tot Categorie 1 (voor een periode die aanvangt op 1 januari 2020, zowel voor wat betreft de Kazerne-infrastructuur Menen, als voor wat betreft de Kazerne-infrastructuur Waregem, Kazerne-infrastructuur Beveren-Leie en respectievelijk de Nieuwe Kazerne-infrastructuur Deerlijk–Anzegem), en van rechtswege zal eindigen op datum van inwerkingtreding van het desbetreffende (eigendomsoverdragend) opstalrecht, overeenkomstig de voorwaarden zoals in de Kaderovereenkomst beschreven (hierna “Kosteloos recht van gebruik”); (zie bijlage 2.1.)

•          een huurrecht te vestigen in het voordeel van Fluvia met betrekking tot Categorie 3 (behoudens uitzonderingen zoals hierna beschreven), overeenkomstig de voorwaarden zoals hierna beschreven (hierna “Huurrecht”), waarbij aan Fluvia in het bijzonder een call-optie zal worden verleend om in haar voordeel een (eigendomsoverdragend) opstalrecht te doen vestigen op de desbetreffende Categorie 3 goederen (uitgezonderd Kazerne-infrastructuur Heule en Kazerne-infrastructuur Marke waarvoor wel een nieuwe huurovereenkomst zal worden afgesloten maar waarop geen dergelijke call-optie zal worden verleend), overeenkomstig de voorwaarden zoals in de Kaderovereenkomst beschreven;

met dien verstande dat, telkens wanneer er in de Kaderovereenkomst (en de latere specifieke overeenkomst) sprake is van een ‘opstalrecht’, dit recht zal worden gevestigd met betrekking tot het volume op, boven en onder de desbetreffende grond, in voorkomend geval met inbegrip van de bestaande constructies, doch zonder dat aan Fluvia, in haar hoedanigheid van opstalhouder, enig recht wordt verleend met betrekking tot de grond zelf

(hierna het “Kazerneringsproject”).

Het Collectieve Investeringstraject en het Kazerneringsproject, zoals hierboven beschreven, gaan uit van een plan en visie voor een termijn van in totaal (minstens) achttien jaar oftewel drie beleidstermijnen van telkens zes jaar waarbij de steden en gemeenten erkennen en aanvaarden dat de investeringsprojecten voor de eerste zes-jarige periode reeds concreet zijn afgelijnd en beschreven in de Kaderovereenkomst, terwijl er voor wat betreft de toekomstige investeringsprojecten, welke naar verwachting zullen worden gerealiseerd gedurende de 2de en 3de beleidstermijn van zes jaar, op datum van ondertekening van onderhavige Overeenkomst, hoogstens een indicatief budget gekend is. De steden en gemeenten nemen kennis van de beleidsnota, gevoegd als Bijlage 7 bij de Kaderovereenkomst, waaruit o.a. een inspanningsverbintenis blijkt tot realisatie van een vergelijkbaar aantal (lees: tussen drie en zes) investeringsprojecten gedurende de 2de en 3de beleidstermijn van zes jaar als hetgeen wordt voorzien gedurende de eerste beleidstermijn van zes jaar.

De zakelijke rechten op de onroerende goederen waarop dit besluit betrekking heeft of zal hebben en die aan gemeente Deerlijk en gemeente Anzegem toebehoren kunnen enkel aan Fluvia worden overgedragen binnen de voorwaarden en modaliteiten hiertoe bepaald in het ontwerp van Kaderovereenkomst. Aldus wordt afgeweken van het principe dat onroerende goederen van een gemeente steeds worden vervreemd volgens de principes van mededinging en transparantie. Dit is gerechtvaardigd gelet op het specifieke karakter van het onroerend goed in kwestie en het feit dat het dient of zal dienen ter bescherming van de openbare veiligheid binnen de gemeenten en het feit dat ze slechts tot één hulpverleningszone, namelijk Fluvia, behoort.

De Kaderovereenkomst heeft tot doel de modaliteiten en voorwaarden betreffende de call-optie, het opstalrecht, het kosteloos recht van gebruik en het huurrecht te bepalen en in het algemeen de afspraken vast te leggen die tussen partijen zullen gelden in het kader van het Collectieve Investeringstraject en met betrekking tot het Kazerneringsproject.

De Kaderovereenkomst en de bijlagen eraan werden formeel goedgekeurd door het Zonecollege op 26 juni 2020 en door de Zoneraad op 26 juni 2020.

Het verlijden van de notariële akten tot vestiging van het Opstalrecht betreffende Categorie 1 (waaronder Deerlijk en Anzegem) is, volgens de actuele planning, bedoeld plaats te vinden in de maand november of december 2020.

De financieel directeur, de algemeen directeur en het clusterhoofd ruimte verleenden positief advies.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de kaderovereenkomst en bijlagen in het kader van het Collectieve Investeringstraject en het Kazerneringsproject in samenwerking met hulpverleningszone Fluvia principieel goed te keuren.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

Studiebureau Jonckheere - vraag meerprijzen - weigering

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een beslissing te nemen inzake de door studiebureau Jonckheere gevraagde meerprijzen bij meerdere dossiers.

Motivering

Op 1 juli 2020 vraagt studiebureau Jonckheere, per mail, goedkeuring voor 4 extra schulvorderingen met betrekking tot volgende werken:

•          verharden parking Guido Gezelle;

•          heraanleg en vergroening speelplaats BBO De Kim;

•          Klijtstraat - aankoppelen van 4 woningen op het rioleringsstelsel.

Er wordt een bijkomende vergoeding gevraagd enerzijds omwille van het feit dat ze voor deze dossiers met grote tekorten zitten en anderzijds omdat er meer prestaties zouden geleverd zijn doordat het studiebureau bij de werken parking Guido Gezelle en de rioleringswerken Klijtstraat zou opgetreden hebben als veiligheidscoördinator.

De ontwerpopdracht voor de bovengenoemde werken werd toegewezen aan het studiebureau Jonckheere, respectievelijk in zitting van het college van burgemeester en schepenen van 19 juli 2017 (verharding parking Guido Gezelle en speelplaats BBO De Kim) en 16 mei 2018 (Klijtstraat).

De vraag om voor de dossiers 'verharden parking Guido Gezelle' en 'heraanleg en vergoeding speelplaats BBO De Kim' een hoger ereloon te mogen doorrekenen en de korting van 1 % die tijdens de onderhandelingen bedongen werd niet meer toe te passen, kan als volgt weerlegd worden:

◦          De gegunde ereloonpercentages kwamen tot stand na een onderhandelingsprocedure waarbij studiebureau Jonckheere zijn ereloonpercentages van zijn inschrijving met 1 % had gereduceerd van respectievelijk 4,6 % en 6 % naar 3.6 % en 5 %. De korting van 1 % op de erelonen werd in de mails van 20 en 26 juni 2017 van studiebureau Jonckheere, zonder voorwaarden, bevestigd en bijgevolg ook zo gegund.

◦          Het lagere inschrijvingspercentage was dus niet gelinkt aan het al dan niet gunnen van alle 3 de percelen waarover in bovenvermelde mail nu sprake is.

◦          Bijgevolg is de korting die werd toegekend een risico dat ingeschat werd door het studiebureau die niet ten laste van het bestuur kan worden aangerekend.

◦          Voor de opdracht "Heraanleg en vergroening speelplaats BBO De Kim" werd in zitting van het college van burgemeester en schepenen van 6 juni 2018 beslist om deze stop te zetten. Hierbij werd ook beslist over het ereloon en de schadevergoeding voor het studiebureau. Bij deze afrekening werd naast de raming van het voorontwerp zoals opgemaakt door het studiebureau ook rekening gehouden met de speeltoestellen die niet in de opdracht waren inbegrepen omdat deze door een derde partij zouden gefinancierd en geplaatst worden. Hiermee werd deze opdracht voor studiebureau Jonckheere afgesloten.

In de dossiers van het verharden van de parking Guido Gezelle en rioleringswerken Klijtstraat werd geen veiligheidscoördinator aangesteld. Ook studiebureau Jonckheere kreeg hier geen opdracht voor en heeft tijdens de uitvoering van de opdrachten dit ook nooit aangegeven. Bijgevolg kan hiervoor nu ook geen schuldvordering opgemaakt worden t.a.v. de gemeente.

Het aanpassen van de ontwerpplannen voor de parking Guido Gezelle na opmerkingen van de provincie behoort tot het normale ontwerpproces en kan niet als meerwerk aanzien worden. Studiebureau Jonckheere heeft tijdens de ontwerpfase ook niet aangegeven dat dit een extra bijkomende kost zou inhouden.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit, volgens de in de motivering aangehaalde argumentatie, de vier extra schuldvorderingen van studiebureau Jonckheere, zijnde:

•          de 2 extra schuldvorderingen betreffende het dossier "Verharden parking Guido Gezelle";

•          de extra schuldvordering betreffende het dossier "Klijtstraat - aansluiten van 4 woningen op het rioleringsstelsel";

•          de extra schuldvordering betreffende het dossier "Heraanleg en vergroening speelplaats BBO De Kim";

te weigeren.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

Premiereglement onderhoud openbaar groen door particulieren - afschaffing - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het premiereglement 'onderhoud openbaar groen door particulieren' af te schaffen na 31 december 2020.

Motivering

Het huidige premiereglement 'onderhoud openbaar groen door particulieren' werd in de zitting van de gemeenteraad van 19 december 2019 voor 1 jaar verlengd en eindigt op 31 december 2020.

Goed onderhouden openbaar groen draagt bij tot een aangename leefomgeving. Het is passend om particulieren te stimuleren om het peter- of meterschap van een stukje openbaar groen op zich te nemen en op die manier mee in te staan voor het algemeen onderhoud.

Anderzijds stellen we vast dat dit premiereglement in de praktijk zijn doel voorbij schiet gezien hoofdzakelijk premies worden toegekend voor onderhoud van gazonstroken tussen de rooilijn en de goot en het in feite een plicht is van elke aangelande om de voetpaden,gazons,... voor hun woning of gebouw te onderhouden (cfr. art. 107 van het APV).

•          In 2019 werd er aan 19 bewoners in de vorm van Deerlijkbonnen een premie uitgereikt met een totale waarde van 925 euro. 

•          Er is geen enkele bewoner die een nuttig openbaar pleintje maait, alle gazonstroken zijn stroken langs de woningen of tuintjes. De bewoners onderhouden dit ‘openbaar domein’ dus voornamelijk omdat het eigenlijk ook moet of in sommige gevallen omdat men het zelf zo wenst.

•          Bij de te scheren beplanting is het zo dat met de uitvoerende technische dienst of een externe firma in de buurt ook ander scheerwerk wordt uitgevoerd.  Een extra transportkost is er dus niet en het gaat ook niet over grote oppervlaktes.

Gezien de geringe vraag en bovenstaande redenen wordt voorgesteld om dit premiereglement af te schaffen. 

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere: Art. 107 van het APV

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen beslist om het premiereglement 'onderhoud openbaar groen door particulieren' af te schaffen na 31 december 2020.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist om de bewoners die tot op heden een premie ontvingen hiervan op de hoogte te brengen, dit samen met de standaardbrief die men krijgt voor afhaling Deerlijkbonnen eind dit jaar.

Zitting van CBS van 08 JULI 2020

OMV 2020_49 - Vichtesteenweg 248 - toekenning - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van publiciteit aan de voorgevel van het gebouw, op een perceel gelegen Vichtesteenweg 248 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 848 T3 aangevraagd door Planet Interior namens BNP Paribas Fortis NV gevestigd Warandeberg 3 te 1000 Brussel.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  3 juli 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De inrichting van de voortuinstrook met parkeerplaatsen maakt geen deel uit van voorliggende aanvraag.

        Het publiciteitsbord 2, ingeplant haaks op het vooruitspringende gedeelte van het gebouw, wordt uit de vergunning gesloten. De werken moeten uitgevoerd worden conform het plan DV1_Deerlijk_Tobe_002, zoals toegevoegd in het omgevingsloket op 2 juli 2020.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

2.   Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 mei 2003 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een handelspand na sloping van een bestaande woning.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 30 juli 1954 voor het uitbaten van een beenhouwerij.

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Melding stedenbouwkundige handelingen waarvan aktegenomen werd door het college van burgemeester en schepenen op 25 maart 2020 voor het verwijderen van een draagmuur op het gelijkvloers van een kantoorgebouw.

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Vichtesteenweg, een voldoende uitgeruste gewestweg. De eigendom bevindt zich in de nabijheid van het kruispunt Belgiek en maakt deel uit van een gesloten bebouwingstypologie. Het gebouw bestaat in hoofdzaak uit 2 bouwlagen met een hellende dakconstructie. Het gebouw is opgericht deels op de rooilijn en deels achter de rooilijn met een voortuinstrook. Het betreft een gebouw dat eerder al in gebruik was als handelsruimte en kantoorruimte.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst tegen de voorgevel van het gebouw een aantal publiciteitsborden te bevestiging in functie van de kantooractiviteit die daar gevestigd wordt. Er worden 5 publiciteitsborden aangevraagd, twee haaks op de gevel en drie vlak op de gevel. Alle reclame elementen zijn niet verlicht of niet lichtgevend. Eén van de haakse borden (nr. 2) bevindt zich op het gebouwgedeelte dat zich op de rooilijn bevindt. Het bord wordt voorzien op 3,50 m boven het voetpadpeil en springt 0,75 m vooruit. Het bord zelf heeft een lengte van 0,65 m op een hoogte van 0,65 m en bevat het logo van de bank. Datzelfde bord wordt bevestigd ter hoogte van de inkomhal (nr. 5), op het teruggesprongen gedeelte van het gebouw. De drie overige panelen worden bevestigd tegen de gevels van het terugspringende gedeelte en worden voorzien in de zone tussen de raampartijen van het gelijkvloerse gedeelte en de vensterdorpels van het verdiepingsgedeelte. Het betreffen panelen die een hoogte hebben van 0,65 m en een dikte van 0,31 m. De lengte van deze panelen bedraagt respectievelijk 4 m (nr. 1), 6 m (nr. 3) en 2 m (nr. 6). De publiciteitsborden bevatten het logo en/of de naam van de bank die in het kantoor gevestigd wordt.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

5.   Adviezen

De Vlaamse Overheid, Agentschap Wegen en Verkeer  werd om advies verzocht op 14 april 2020. De adviesinstantie bracht op 11 mei 2020 een ongunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘BIJZONDERE VOORWAARDEN

Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N0360001 van 34.9 +9 tot 34.9 +42):

• de grens van het openbaar domein is geschat op 10.7 meter.
• de rooilijn ligt op 10.7 meter volgens de vigerende wegnormen.
• de rooilijn ligt op 10.7 meter
• de zone van achteruitbouw bedraagt 0 meter.
• de minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 10.7 meter.

Publiciteit:

• Afmeting: 0.16 x 0.9 x 0.75 , boodschap: LOGO , verlicht: niet, inplanting: tegen de voorgevel, t.o.v.

rooilijn: achter de bouwlijn

• Afmeting: 2 x 0.65 x 0.31 , boodschap: LOGO, verlicht: niet, inplanting: tegen de voorgevel, t.o.v.

rooilijn: achter de bouwlijn

• Afmeting: 6 x 0.65 x 0.31 , boodschap: BNP PARIBAS - FORTIS , verlicht: niet, inplanting: tegen de

voorgevel, t.o.v. rooilijn: achter de bouwlijn

• Afmeting: 0.16 x 0.9 x 0.75 , boodschap: LOGO, verlicht: niet, inplanting: tegen de voorgevel, t.o.v.

rooilijn: achter de bouwlijn

• Afmeting: 4 x 0.65 x 0.31, boodschap: BNP PARIPAS - FOTIS, verlicht: niet, inplanting: tegen de

zijgevel, t.o.v. rooilijn: achter de bouwlijn

ONGUNSTIG ADVIES

1.      Onwenselijk omwille van doelstellingen en zorgplichten

Conform artikel 4.3.4. VCRO kan de vergunning worden geweigerd of moeten er voorwaarden opgelegd worden in de vergunning indien uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van de doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap.

“Een vergunning kan worden geweigerd indien uit een verplicht in te winnen advies blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van doelstellingen of zorgplichten die gehanteerd worden binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening.”

In casu is de vergunningsaanvraag onwenselijk omwille van volgende doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap:

a.        In voorliggend geval worden de doelstellingen en zorgplichten inzake verkeersveiligheid en inzake een vlotte verkeersdoorstroming geschonden. Het is de bevoegdheid van het Agentschap Wegen en Verkeer om te allen tijde het veilig en vlot verkeer te waarborgen. De verkeersveiligheid is dus een doelstelling en zorgplicht van het beleidsveld van Agentschap Wegen en Verkeer die met zorgvuldigheid nagestreefd moeten worden. Het Agentschap toetst dan ook de invloed van elke vergunningsaanvraag op de verkeersveiligheid rekening houdend met de specifieke omstandigheden.

Het Agentschap Wegen en Verkeer streeft de beperking van de toegangen tot een gewestweg na met het oog op het vergroten van de vlotte verkeersdoorstroming, het bevorderen van de verkeersveiligheid en het verlagen van de conflictpunten met de zwakke weggebruiker.

De algemene richtlijnen hieromtrent werden gebundeld in het dienstorder MOW/AWV/2012/16 van 16/10/2012 (betreffende de Reglementering van de toegangen tot gewestdomein), die onder meer de volgende voorwaarden oplegt:

• Er wordt slechts 1 toegang van max 4,5 meter breedte toegelaten. Voor sterk verkeersgenererende activiteiten is een toegang met max. breedte van 7 meter toegestaan.
• Ter hoogte van de perceelsgrens, dient, behoudens de toegang, een structurele niet overrijdbare scheiding aangebracht te worden door de aangelande.
• De locatie van de toegangen, ramen en deuropeningen is steeds ondergeschikt aan de bestaande weginfrastructuur (incl. straatmeubilair, verhoogde inrichtingen, bushaltes, grachten, openbare verlichting, kasten nutsmaatschappijen, …).
• Ter hoogte van kruispunten worden er geen nieuwe vestigingen van druk bezochte handelszaken of nieuwe gebouwen waarin een sterk verkeersgenererende functie wordt voorzien, aanvaard.
• De toegang dient op minstens 70 meter van het kruispunt te worden voorzien.
• Er is te weinig plaats op het perceel voor draaimanoeuvres zodat deze op een gevaarlijke manier op de gewestweg zullen uitgevoerd worden.
• Haaks parkeren achter de rooilijn wordt niet toegestaan . Het is onwenselijk dat bestuurders achterwaarts de gewestweg dienen op te rijden om de parking te verlaten OF het is onwenselijk dat bestuurders op de gewestweg dienen te manoeuvreren om het perceel veilig op of af te rijden.’

Naar aanleiding van dit ongunstig advies, dat in hoofdzaak opmerkingen formuleerde aangaande de inrichting van de voortuinstrook werd contact opgenomen met het agentschap Wegen en Verkeer om bijkomende duiding te krijgen naar de impact op de gevraagde publiciteitsinrichting aangezien de inrichting van de voortuinstrook deel uitmaakt van een andere lopende omgevingsvergunningsaanvraag (OMV_2020076728).

Op 26 juni 2020 en aanvullend op 2 juli 2020 werd door de districtchef bevestigd dat, ivm de uithangborden, dit advies enkel negatief is voor het uithangbord haaks op de gevel van het uitspringende gedeelte, omdat dit onduidelijkheid kan bieden naar de verkeerslichten.

In navolging van dit advies heeft de aanvrager via het omgevingsloket op 2 juli 2020 een aangepast plan toegevoegd waarbij bevestigd wordt dat het uithangbord 2 niet gerealiseerd zal worden naar aanleiding van de opmerkingen van AWV.

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de plaatsing van publiciteit in functie van een kantooractiviteit te vestigen in het bestaand gebouw zodat de aanvraag in overeenstemming is met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Vichtesteenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. Het goed is getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op de plaatsing van publiciteitsborden bij een kantoorgebouw in een omgeving die gekenmerkt wordt door een diversiteit aan activiteiten en functies zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Het bestaande gebouw wijzigt niet van oppervlakte, noch van volume en voorkomen zodat de impact op de omgeving beperkt zal zijn. Alle publiciteit wordt voorzien in dezelfde strook boven de raampartijen, ze hebben allen dezelfde hoogte en ze zijn niet verlicht of lichtgevend zodat deze maximaal geïntegreerd zijn in de bestaande gevelopbouw. Op die manier wordt een rommelige uitstraling voorkomen en ontstaat een sober uitzicht met weinig impact op de omgeving. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Advies Agentschap Wegen en Verkeer

In navolging van het advies van AWV dienen volgende voorwaarden opgelegd te worden:

-          De inrichting van de voortuinstrook met parkeerplaatsen maakt geen deel uit van voorliggende aanvraag.

-          Het publiciteitsbord 2, ingeplant haaks op het vooruitspringende gedeelte van het gebouw, wordt uit de vergunning gesloten. De werken moeten uitgevoerd worden conform het plan DV1_Deerlijk_Tobe_002, zoals toegevoegd in het omgevingsloket op 2 juli 2020.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Planet Interior namens BNP Paribas Fortis NV gevestigd Warandeberg 3 te 1000 Brussel, voor het plaatsen van publiciteit aan de voorgevel van het gebouw, op een perceel gelegen Vichtesteenweg 248 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 848 T3, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De inrichting van de voortuinstrook met parkeerplaatsen maakt geen deel uit van voorliggende aanvraag.

        Het publiciteitsbord 2, ingeplant haaks op het vooruitspringende gedeelte van het gebouw, wordt uit de vergunning gesloten. De werken moeten uitgevoerd worden conform het plan DV1_Deerlijk_Tobe_002, zoals toegevoegd in het omgevingsloket op 2 juli 2020.