DEERLIJK

24 MAART 2021

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Sandra De Leeuw-Goussey, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 17 maart 2021 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 17 maart 2021.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 17 maart 2021 goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.2. GAS 5 (beperkte snelheidsovertredingen bij snelheidsbeperkingen tot 30 en 50 km per uur) - standpunt van de raad van bestuur van VVSG en initiatief stad Kortrijk - inname standpunt - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om GAS 5 nog niet in te voeren en akkoord te gaan met de beslissing van het politiecollege van 5 maart 2021.

 

Motivering

 

1) Essentie van GAS 5

 

Sinds de inwerkingtreding van het artikel 29 quater van de Wegverkeerswet in Vlaanderen op 1 februari 2021 (in uitvoering van het Vlaams regeerakkoord) heeft elk lokaal bestuur nu zelf de keuze om GAS-boetes al dan niet toe te passen op beperkte snelheidsovertredingen. De gemeenteraad moet hiervoor een politiereglement aannemen. Indien een lokaal bestuur niet kiest voor deze bestuurlijke afhandeling, dan worden deze overtredingen verder strafrechtelijk afgehandeld.

 

Een samenvatting:

 

          Het betreft - na correctie met de tolerantiemarge van 6 kilometer per uur - een overschrijding van de toegelaten maximumsnelheid met niet meer dan 20 kilometer per uur.

Er moet dus een overschrijding zijn van de toegelaten maximale snelheid van minstens 7 km / uur en maximaal 26 km / uur.

          De snelheidsovertredingen moeten worden begaan op een plaats waar de snelheid beperkt is tot 30 of 50 kilometer / uur, zowel op gemeentewegen als op gewestwegen. Autosnelwegen waar bv. naar aanleiding van werken de snelheid beperkt is tot 30 of 50 km / uur komen niet in aanmerking omdat voor autosnelwegen de gewesten staatsrechtelijk niet bevoegd zijn om daar snelheidsbeperkingen op te leggen.

Het systeem is toepasselijk in zones 30, de bebouwde kom en buiten de bebouwde kom op de plaatsen waar de snelheid is beperkt tot maximaal 30 of 50 km / uur - zowel op gemeentewegen of gewestwegen.

          Het moet gaan om snelheidsovertredingen vastgesteld met automatisch werkende toestellen die volledig worden gefinancierd door de lokale overheid.

Onder automatisch werkende toestellen mag onder andere worden verstaan: bemande mobiele camera's in een stilstaand voertuig, onbemande camera's en trajectcontrole. Vaststellingen ingevolge narijden komen niet in aanmerking.

De automatisch werkende toestellen moeten volledig (dus bv. ook de paal, de stroomvoorziening,...) gefinancierd worden door de lokale overheid. Komen niet in aanmerking: toestellen op palen van het gewest en blijkbaar ook niet toestellen in eigendom van de politiezones, al zou volgens sommigen verkoop aan de lokale overheid mogelijk zijn.

          De snelheidsovertredingen moeten worden begaan door meerderjarige natuurlijke personen of door rechtspersonen.

Alhoewel men vanaf de volle leeftijd van 16 jaar al strafrechtelijk kan worden veroordeeld, kan dit blijkbaar niet voor een beperkte snelheidsovertreding die bestuurlijk wordt gestraft.

          Er mag niet gelijktijdig een andere overtreding vastgesteld worden zoals rijden zonder keuringsbewijs, door een rood licht rijden,...

 

2) Stand van zaken tot en met 25 februari 2021

 

Via mail van 25 februari 2021 lichtte VVSG de gemeente in over de laatste stand van zaken in verband met het dossier GAS snelheid (GAS 5).

 

Ten opzichte van de stand van zaken van 5 februari 2021, waarin bleek dat er nog veel onduidelijkheden zijn, lijkt enkel veranderd dat het hersteldecreet niet langer zal gekoppeld worden aan een evaluatie. Men probeert het hersteldecreet klaar te hebben tegen september / oktober 2021 (zie de knelpunten hierna).

Intussen geeft de VVSG nog steeds het advies aan de steden en gemeenten om te wachten op dit hersteldecreet alvorens van start te gaan met de implementatie van GAS 5.

 

De met GAS 5 gepaard gaande moeilijkheden kunnen als volgt worden samengevat:

 

          gevaar voor straffeloosheid door een te snelle invoering (geen voldoende verwerkingscapaciteit, grote werklast (o.a. vertalen van brieven voor de buitenlanders, mogelijk verweer, opvolging betaling));

          een aantal juridische onduidelijkheden: origineel PV aan verdachte te bezorgen;

          onduidelijkheid tussenkomst GVC's (gewestelijke verwerkingscentra die nu op performante wijze de strafrechtelijke PV's afwerken en die niet zouden worden ingeschakeld in GAS 5 wegens capaciteitsproblemen);

          geen aanpak van recidive mogelijk;

          voertuigen ingeschreven op rechtspersonen: opzoeken van feitelijke bestuurders niet mogelijk;

          onduidelijkheid impact op het verkeersveiligheidsfonds;

          wat met de impact op het rijbewijs met punten?

 

De raad van bestuur van VVSG besliste op 24 februari 2021 als volgt:

 

"De VVSG is van oordeel dat de implementatie van de GAS 5 gebaseerd moet zijn op een duidelijk wettelijk kader zodat de rechtszekerheid over deze verkeershandhaving niet in het gedrang kan komen.

De VVSG stelt vast dat er momenteel nog teveel juridische en praktische problemen zijn die een vlotte juridische uitvoering van de GAS 5 op het terrein mogelijk maken.

De VVSG vraagt dan ook aan de minister van Mobiliteit Mevrouw Lydia Peeters om de geformuleerde juridische en praktische problemen zo snel als mogelijk op te lossen door aanpassingen te doen aan het wetgevend kader via een hersteldecreet.

De VVSG zal haar leden de raad geven om de effectieve inwerkingtreding van de GAS 5 uit te stellen in afwachting van een hersteldecreet."

 

3) Recente evolutie vernomen tijdens de collegawerkgroep van de sanctionerend ambtenaren binnen VVSG van 18 maart 2021

 

Op 9 maart 2021 was er een overleg tussen de taskforce GAS 5 (die de moeilijkheden moet oplijsten en aangeven en suggesties voor mogelijke oplossingen moet doen) en het kabinet van de Vlaamse minister voor mobiliteit, mevr. Peeters.

 

Er kwamen twee belangrijke zaken uit dit overleg:

 

1)      Het kabinet Peeters zou nu toch eerst een evaluatie van het decreet willen laten maken alvorens het hersteldecreet in te dienen. Bijgevolg zal er van een hersteldecreet in september / oktober 2021 wellicht nog geen sprake zijn.

 

2)      In de taskforce is door het kabinet van de minister van justitie een zogenaamd doorstortscenario op tafel gelegd.

 

Samengevat, en voortgaand op hetgeen in de collegawerkgroep van 18 maart 2021 mondeling kon worden vernomen:

          zou GAS 5 strafrechtelijk blijven,

          zou zo ook de medewerking van de GVC's (de gewestelijke verwerkingscentra) mogelijk blijven en

          zouden de beperkte snelheidsovertredingen op plaatsen waar de snelheid beperkt is tot 30 en 50 km/ u voor zover vastgesteld met lokaal gefinancierde automatisch werkende toestellen rechtstreeks aan de gemeenten van de plaats van vaststelling worden doorgestort (eventueel onder aftrek van een verwerkingskost van de GVC's) én niet eerst aan het Gewest.

 

In dit verhaal zouden dan de sanctionerend ambtenaren geen rol spelen. Vraag is dan wel in hoeverre de parketten capaciteit zullen hebben.

Dit voorstel wordt sterk gesteund door de taskforce en zal aan de raad van bestuur van VVSG worden voorgelegd. Het voorstel vereist echter wel een radicaal omturnen van het decreet.

 

4) Samenwerking Kortrijk

 

De algemeen directeurs van Harelbeke en Deerlijk vernamen dat de stad Kortrijk een businesscase GAS 5 uitwerkt ondanks alle nog onbekende parameters.

 

Uit de mail van stad Kortrijk hieromtrent blijkt ook dat wordt gevraagd of de zone met GAS wenst aan te sluiten bij Kortrijk.

 

Wat GAS 1, 2 en 3 betreft (de klassieke overlastdossiers - zoals sluikstorten - en de in de algemene politieverordening opgenomen gemengde inbreuken) blijft het politiecollege van mening dat het gaat om een lokale problematiek die best lokaal blijft aangepakt krachtens het subsidiariteitsbeginsel. Ook is GAS in de zone in een aantal prioriteiten vervat.

 

De lokale aanpak en sanctionering van GAS 1, 2 en 3 is in huidige stand van zaken nog haalbaar, zeker voor een stad van ongeveer 28.000 inwoners en bijkomend een gemeente van 12.000 inwoners waarbij GAS overeenkomstig zijn essentie werd ingevoerd.

 

De sanctionerend ambtenaren kennen de lokale situatie en problematieken ook goed en kunnen zich snel en op een efficiënte wijze een goed beeld van de lokale situatie vormen. Dit komt een adequate behandeling van de dossiers ten  goede.

 

Wat GAS 5 betreft besliste het politiecollege om eerst de verdere evoluties af te wachten en in ieder geval slechts invoering van GAS 5 via de participerende gemeenten te overwegen indien er voldoende juridische en praktische duidelijkheid is.

 

Dit laatste neemt echter niet weg dat, gezien de Kortrijkse melding, aan de stad Kortrijk mag worden gevraagd welke de voorwaarden zouden kunnen zijn indien in Harelbeke en Deerlijk ooit GAS 5 zou worden ingevoerd.

 

Het politiecollege van 5 maart 2021 nam volgende beslissing:

 

"Bevestigt zijn beslissing van 19.02.2021 de verdere evoluties af te wachten en in ieder geval slechts invoering van GAS 5 via de participerende gemeenten te overwegen indien er voldoende juridische en praktische duidelijkheid is.

 

Bevestigt zijn eerder standpunt dat GAS 1, 2 en 3 op vandaag door de eigen sanctionerend ambtenaren worden afgewerkt.

 

Oordeelt dat bij de stad Kortrijk wel al kan worden gepeild naar de voorwaarden en modaliteiten mocht er in de toekomst ooit worden beslist om GAS 5 (en eventueel GAS 4) in te voeren.

 

Beslist van deze beslissing kennis te geven aan de gemeente Deerlijk en de stad Harelbeke."

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit GAS 5 nog niet in te voeren en zich akkoord te verklaren met de beslissing van het politiecollege van 5 maart 2021, zeker nu er ook sprake is van een nog langer uitstel van het reparatiedecreet en een eventueel doorstortscenario.

 

De verdere evoluties worden afgewacht.

 

Onder het genoemde voorbehoud mag met de stad Kortrijk contact worden opgenomen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.3. Gemeentelijke school - vrijwilligerswerk - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.4. Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

          Mijn Huis cvba - verslag van de raad van bestuur van 23 februari 2021

          Imog - verslag van de raad van bestuur van 16 februari 2021

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.5. Verslagen politieraad en politiecollege - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen van de politieraad en het politiecollege.

 

Motivering

 

Het verslag van de politieraad van 19 februari 2021 en van het politiecollege van 5 maart 2021 werden overgemaakt aan de gemeente.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.6. UiTPAS aan kansentarief voor pleegkinderen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een standpunt in te nemen over het voorstel van UiTPAS Zuidwest en Pleegzorg Vlaanderen om een UiTPAS aan kansentarief te voorzien voor de pleegkinderen die in een gezin verblijven in de gemeente Deerlijk.

 

Motivering

 

Pleegzorg Vlaanderen onderzoekt de mogelijkheid om in een UiTPAS aan kansentarief te voorzien voor pleegkinderen en pleeggasten. Ook andere UiTPASsteden en -regio’s kregen die vraag. We onderzochten de vraag en hadden contact met o.a. Pleegzorg Vlaanderen, Publiq, UiTPAS Mechelen en UiTPAS Westhoek. De resultaten van de gesprekken werden gepresenteerd in de stuurgroep UiTPAS van donderdag 3 december 2021 met de bedoeling om in regionaal verband hierrond tot een vergelijk en een gezamenlijk standpunt te komen.

 

Insteken en discussie

          Onze regio telt 220 pleegkinderen en 24 pleeggasten (volwassenen met een mentale of psysische beperking). Zij zijn om uiteenlopende redenen in een pleeggezin geplaatst. De ouders zelf kunnen dit beslissen, al dan niet in overleg en met hulp van enkele sociale instanties. Maar ook de jeugdrechter kan hiertoe besluiten.

          Op zich zijn pleegkinderen en pleeggasten niet per definitie financieel kwetsbaar, maar ze zijn het mogelijks wél op mentaal vlak.

          De pleegouders zijn vaak vrienden of familie van de biologische ouders, maar evengoed kan het gaan om een onbekend gezin dat zich vrijwillig heeft opgegeven.

          Als pleegouder ontvang je een dagvergoeding wanneer het gaat om een kortverblijf, voor een langdurig verblijf krijgt men het groeipakket cfr. andere gezinnen. De vergoeding in de vorm van het groeipakket wordt door de pleegouders eerder als een lage financiële ondersteuning ervaren.

          In sommige gemeenten werd reeds vroeger rekening gehouden met het toekennen van een UiTPAS tegen kansentarief voor pleegkinderen en –gasten.

          De uitgave van een UiTPAS tegen kansentarief blijft beperkt tot het pleegkind of –gast zelf.

 

Pleegzorg Vlaanderen

          Pleegzorg Vlaanderen ziet de UiTPAS aan kansentarief als een troef in het pleegzorgverhaal op twee manieren. Enerzijds kan op die manier het engagement van de pleegouders financieel een kleine ondersteuning krijgen. Anderzijds kan het op die manier de mogelijke mentale kwetsbaarheid van het kind kanaliseren via het vrijetijdsprogramma in de buurt.

          Vanuit Pleegzorg Vlaanderen is er bovendien ook de nood aan meer pleegouders. Daarom kregen bijvoorbeeld Wervik en Harelbeke onlangs het label ‘pleegzorggemeente’ om de problematiek onder de aandacht te brengen en aan te pakken. In onze regio zijn ook Kortrijk en Wevelgem pleegzorggemeenten. Mogelijks kan UiTPAS een extra duwtje zijn om nieuwe pleegouders te overtuigen een engagement aan te gaan.

          Pleegzorg Vlaanderen is bereid om de administratieve afwerking voor haar rekening te nemen. Concreet betekent dit dat, indien Pleegzorg Vlaanderen een actieve UiTPASbalie is, ze zelf UiTPASsen tegen kansentarief kunnen aanmaken, opvolgen,…

 

Dit punt werd reeds aangekaart bij het college van burgemeester en schepenen waarbij het college van burgemeester en schepenen te kennen gaf principieel akkoord te gaan.

 

Dit principieel akkoord vanuit Deerlijk werd meegedeeld op de Raad van Bestuur van Zuidwest op 19 januari 2021 en verder besproken.

Nu wordt gevraagd om een officieel standpunt in te nemen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akkoord te gaan met het voorstel van UiTPAS Zuidwest en Pleegzorg Vlaanderen om een UiTPAS aan kansentarief te voorzien voor de pleegkinderen die in een gezin verblijven in de gemeente Deerlijk.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.7. DNA-masterplan van het Dorp Sint-Lodewijk - afsprakennota en startnota - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de afspraken- en startnota voor de opmaak van het DNA-masterplan voor het dorp Sint-Lodewijk goed te keuren.

 

Motivering

 

De Deputatie selecteerde op 29 oktober 2020 het Dorp Sint-Lodewijk als één van de 4 dorpen waarvoor ondersteuning in het kader van het traject DNA van het Dorp voorzien zou worden.

 

De opdracht voor de opmaak van het DNA masterplan voor het dorp Sint-Lodewijk werd toegewezen aan het onderzoeksteam Plusoffice.

 

Op 26 januari 2021 werd een startvergadering gehouden waarop volgende zaken aan bod kwamen:

          verder bepalen van de scoop/ambities van het project;

          bespreking voorstel van projectverloop en timing van overlegmomenten en ontwerpweek;

          bespreking afsprakennota en startnota en maken van afspraken voor verdere aanvulling/afwerking.

 

De afsprakennota en startnota worden afgesloten tussen de gemeente Deerlijk, de provincie West-Vlaanderen en het onderzoeksteam Plusoffice (i.s.m. Voorland, Anyways, OMGEVING en ProFlow).

          In de afsprakenota worden vooral praktische afspraken vastgelegd zoals de taken van de verschillende partijen, de facturatie en de samenstelling van de projectgroep en van de stuurgroep.

          In de startnota worden de ambities van de opdracht (voorwerp van de studieopdracht, randvoorwaarden en ambitieniveau) en de projectfases met bijhorende timing omschreven.

 

In het traject worden 3 grote fases voorzien:

          fase 1: diagnose- en registratiefase, die wordt opgestart met een verkennende dorpswandeling. Deze ging door op 5 maart 2021.

          fase 2: een ontwerpweek, die wordt gepland van 17 tot 21 mei 2021. Voorafgaand aan deze ontwerpweek wordt een bevraging van de bewoners, zowel online als via posters, georganiseerd. Dit zou voorzien worden van half april tot half mei.

          fase 3: verdere uitwerking dorpsDNA tot toekomstperspectief aan de hand van beelden, instrumenten,...

 

De doelstelling is om tegen eind september 2021 het traject af te ronden met een einddocument.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Provinciaal reglement voor DNA-masterplannen in Dorpen

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

25.000 euro incl. btw

Actie

Verfraaien kern Sint-Lodewijk

Jaarbudgetrekening

A-1.03.3 / 0200-00 /22400000

Visum

G-2021-12

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de afspraken- en startnota tussen de gemeente Deerlijk, de provincie West-Vlaanderen en het ontwerpteam Plusoffice (i.s.m. Voorland, Anyways, OMGEVING en ProFlow) goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.8. Afsprakennota - ondersteuning cluster Ruimte bij behandeling omgevingsvergunningsaanvragen en dossiers mobiliteit - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de afsprakennota "2021-21: Deerlijk ondersteuning van de Cluster Ruimte bij de ondersteuning/advisering/behandeling van vergunningsaanvragen en de ondersteuning/advisering/behandeling bij mobiliteitsaspecten in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal" goed te keuren.

 

Motivering

 

Naar aanleiding van een nood naar bijkomende ondersteuning binnen de cluster Ruimte keurde het college van burgemeester en schepenen in zitting van 20 oktober 2020 een afsprakennota goed met betrekking tot bijkomende ondersteuning van Leiedal voor zowel vergunningsaanvragen als mobiliteitsaspecten. Deze afsprakennota loopt tot 16 april 2021.

 

Gezien de nood aan ondersteuning nog steeds aanwezig is en de aanwervingsprocedure voor een deskundige mobiliteit en omgeving nog moet opgestart worden, wordt voorgesteld om de ondersteuningen vanuit Leiedal gedurende 1 dag per week voor het behandelen van omgevingsvergunningsaanvragen en gedurende 1 dag per week voor het behandelen van vragen / meldingen / dossiers met betrekking tot mobiliteit, te verlengen.

 

Leiedal maakt hiervoor een nieuwe afsprakennota op in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal, met toepassing van de nieuwe uurtarieven voor 2021, zijnde:

Categorie

Tarief per dagdeel (4u)

Stafmedewerker junior (mobiliteit)

200 euro

Stafmedewerker senior (omgevingsvergunningen)

288 euro

 

De afsprakennota gaat in op 17 april 2021 en blijft van kracht tot 31 augustus 2021 en is verlengbaar tot 31 december 2021 op basis van een beslissing van het college van burgemeester en schepenen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

5.472 euro (omgeving)

3.800 euro (mobiliteit)

Actie

overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB/0600-01/61310000 (omgeving)

GBB/0200-00/61310000 (mobiliteit)

Visum

G-2021-13

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen keurt de afsprakennota 2021-21: " Deerlijk ondersteuning cluster ruimte bij ondersteuning / advisering / behandeling van vergunningsaanvragen en de ondersteuning / advisering / behandeling bij mobiliteitsaspecten in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal" goed.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.9. OMV_2020075668 - Vichtesteenweg/Breestraat - herinrichting kruispunt - ministerieel besluit - aktename

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van het ministerieel besluit over de omgevingsvergunningsaanvraag van de gemeente Deerlijk, het Agentschap Wegen en Verkeer en de nv Aquafin voor de wegenis- en rioleringswerken gelegen te 8540 Deerlijk, N36 Vichtesteenweg, Elf Novemberlaan en Breestraat.

 

Motivering

 

Op 13 maart 2021 heeft de Minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme Zuhal Demir volgend besluit genomen:

 

Artikel 1. §1. Aan de gemeente Deerlijk, Harelbekestraat 27, 8540 Deerlijk, het Agentschap Wegen en Verkeer, Koning Albert l-laan 1.22 bus 82, 8200 Brugge wordt de vergunning voor de volgende stedenbouwkundige handelingen verleend op het openbaar domein en op percelen, gelegen te Elf Novemberlaan 13 - Vichtesteenweg 107 - 109A - 109B te 8540 Deerlijk, kadastraal bekend als Deerlijk: afdeling 1, sectie B, nummers- 760T, 760V, 761S, 849K3.

Planaanduiding

Stedenbouwkundige handeling

Beknopte omschrijving

Gaverbeek 2

Nieuwbouw of aanleggen van infrastructuur

Dit betreft een werk in het kader van de rioleringswerken. Een bestaande gracht, dewelke wordt geherprofileerd, wordt voorzien als buffergracht met lozing in de Gaverbeek.

N36

Verbouwen/Wijzigen van infrastructuur

Dit betreft de herinrichting van de N36, inclusief de aanleg van de nieuwe bypass (kruispunt Breestraat)

Gaverbeek 1

Nieuwbouw of aanleggen van infrastructuur

De nieuwe rwa-riolering wordt rechtstreeks aangelsoten op de Gaverbeek in de Elf Novemberlaan. De handeling betreft de lozingsconstructie binnen de 5m-zone van de waterloop

Dienstweg

Nieuwbouw of aanleggen van infrastructuur

Voor de tijdelijke toegang tot het winkelpand Aldi zal een tijdelijke dienstweg (periode 6 maanden) in steenslag worden aangelegd. De weg zal toegang nemen via de Vichteknokstraat.

rooien

Hoogstammige bomen vellen die geen deel uitmaken van een bos

Het rooien van 1 boom ter hoogte van de Gaverbeek

Sloop 1

Verwijderen van vrijstaande gebouwen - Gebouw of Constructie

Het betreft de sloop van de woning Breestraat 86

Sloop 2

Verwijderen van vrijstaande gebouwen - Gebouw of Constructie

Het betreft de sloop van de woning hoek Oude VIchtestraat - N36

N36_sloop

Slopen of verwijderen van infrastructuur

De bestaande N36 wordt in functie van de werken volledig opgebroken

 

§2. Aan de nv Aquafin, Dijkstraat 8, 2630 Aartselaar wordt de vergunning verleend voor de exploitatie van een bemaling met inrichtingsnummer 20200211-0009, gelegen te Elf Novemberlaan 13 - Vichtesteenweg 107 - 109A - 109B te 8540 Deerlijk, kadastraal bekend als Deerlijk, afdeling 1, sectie B, nummers: 760T, 760V, 761S, 849K3 met de volgende inrichtingen en activiteiten.

rubriek

Omschrijving

hoeveelheid en eenheid

klasse

3.4 2°

Lozing van bemalingswater dat gevaarlijke stoffen bevat met concentraties boven het indelingscriterium

42 m³/uur

2

53 2.2°a)

Bemaling om rioleringswerken uit te voeren

23.000 m³/jaar

3

 

§3. De vergunning voor de wijziging van vegetatie wordt zonder voorwerp verklaard.

 

Artikel 2. De plannen en het aanvraagdossier waarop dit besluit gebaseerd zijn, maken er integraal deel van uit.

 

Artikel 3. De omgevingsvergunning wordt verleend voor onbepaalde duur met uitzondering van:

            de tijdelijke dienstweg wordt aangelegd voor een termijn van maximum 6 maanden vanaf de start van de opbraakwerken Breestraat tot na de aanleg en openstellen van de vernieuwde Breestraat;

           de ingedeelde inrichting wordt verleend voor een termijn van 18 maanden vanaf de start van de werken.

 

Artikel 4. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de volgende voorwaarden en/of lasten die moeten nageleefd worden:

§1. Met betrekking tot de stedenbouwkundige handelingen

1  Het advies van de nv Elia Asset van 22 september 2020 wordt nageleefd.

2  De plannen uit het bericht van 7 december 2020 op het Omgevingsloket worden nageleefd.

3.  De timing van de werken wordt duidelijk gecommuniceerd met de landbouwer-gebruiker van de betrokken landbouwpercelen.

4.  De landbouwpercelen zijn steeds toegankelijk met hedendaags landbouwmateriaal.

§2 Met betrekking tot de ingedeelde inrichting of activiteit

a. Algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link https://navigator.emis.vito.be/.

b Bijzondere milieuvoorwaarden.

1. Voor het lozen van het verontreinigd bemalingswater is de volgende lozingsnorm van toepassing: arseen 20 µg/l.

§3. Met betrekking tot de archeologienota

1. De maatregelen in de archeologienota met referentienummer ID1370, bekrachtigd op 22 december 2016 door het agentschap Onroerend Erfgoed, worden uitgevoerd overeenkomstig het programma geformuleerd in die archeologienota, inclusief de opgelegde voorwaarden, en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013

 

De vergunningverlenende overheid wijst op volgende aandachtspunten:

1 Teneinde de restcapaciteit van het nieuw kruispunt Belgiek niet te overschrijden en de doorstroming te garanderen, zijn nieuwe, grootschalige verkeersgenererende activiteiten niet wenselijk in het gebied tussen de heraangelegde Breestraat en de N36. In geval van retail dient de ontwikkeling beperkt te worden tot non-food zoals opgenomen in de Mober (22 april 2015).

2. Teneinde de werking van het nieuw lichtengeregeld kruispunt niet te hypothekeren en bijkomende conflicten ten gevolge van linksafslaand bestemmingsverkeer in de Breestraat te vermijden, is het aangewezen rekening te houden met volgende elementen in de beoordeling van projectaanvragen voor het te ontwikkelen gebied in de "oksel" tussen de Breestraat, bypass en N36:

       de in- en uitrit wordt geregeld via de Breestraat en kan niet gebeuren via de gewestweg Vichtsesteenweg (N36) noch via de nieuwe bypass;

       de in- en uitrit wordt zo ver mogelijk van het lichtengeregeld kruispunt Belgiek ingericht, zodat eventuele fileopbouw het kruispunt niet blokkeert;

       de in- en uitrit wordt voorbij de linksaf afslagstrook in de Breestraat ingericht, zodat voertuigen deze afslagstrook niet blokkeren;

       de in- en uitrit worden gebundeld op één locatie, zodat het aantal conflictzones met fietsers beperkt wordt;

       de in- en uitrit kan niet recht tegenover de uitrit van de ontwikkelingen aan de overzijde van de Breestraat ingericht worden, zodat beide erfontsluitingen elkaar niet hinderen bij het afwikkelen.

3. Het is wenselijk om een lokale verbindingsweg aan te leggen tussen de Oude Vichtestraat en de Olekenbosstraat van zodra de nodige percelen zijn verworven en de vergunning wordt verkregen. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de mogelijkheden via het besluit "handelingen algemeen belang".

4. Er moet nog een afzonderlijke toelating van de Vlaamse Milieumaatschappij bekomen worden voor gebruik van het domein van de waterloop alvorens de werken worden aangevat. De bouwheer moet wel een detailplan ter goedkeuring voorleggen aan de VMM vooraleer te kunnen starten met de werken.

 

Artikel 5. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in de gevallen en overeenkomstig de voorwaarden vermeld in de artikelen 99 en 101 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
  • Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
  • Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) en zijn bijlagen
  • Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van het ministerieel besluit van 13 maart 2021 tot het verlenen van de omgevingsvergunning onder voorwaarden, voor de herinrichting van het kruispunt Belgiek.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.10. OMV 2020_187 - Oliebergstraat 134-136 - beroep - hoorzitting en advies

 

Aanleiding en context

 

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 23 december 2020 betreffende het verlenen van een omgevingsvergunning onder voorwaarden voor het bouwen van 2 gekoppelde woningen, op een perceel gelegen Oliebergstraat 134-136 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 681 A, werd beroep ingesteld.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft op 23 december 2020 de omgevingsvergunning op naam van Gregory Vermaercke namens Desmet - Vercruysse wonende Houtekietstraat 16 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van 2 gekoppelde woningen, op een perceel gelegen Oliebergstraat 134-136 afgeleverd onder voorwaarden.

 

Tegen deze vergunningsbeslissing hebben 3 belanghebbende derden op 12 februari 2021 beroep aangetekend bij de deputatie. Twee beroepschriften werden onvolledig en/of onontvankelijk verklaard. Eén beroepschrift werd door de deputatie volledig en ontvankelijk verklaard op 12 maart 2021.

 

De beroepindiener heeft gevraagd om gehoord te worden. De hoorzitting zal doorgaan vermoedelijk op 20 april 2021. Ook het college van burgemeester en schepenen zal uitgenodigd worden op de hoorzitting.

 

Overeenkomstig artikel 60 lid 2 van het omgevingsvergunningsdecreet en artikel 89 van het omgevingsbesluit beschikt het college van burgemeester en schepenen over een termijn van 30 dagen  om advies uit te brengen over dit beroep.

 

De omgevingsambtenaar adviseert de motivering uit de vergunningsbeslissing te behouden.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

          Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van het ingestelde beroep.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist niet gehoord te willen worden in deze zaak.

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit bij de motivering van de vergunningsbeslissing te blijven.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.11. OMV 2021_34 - Nijverheidslaan 38 - advies aan POVC

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd advies uit te brengen in het kader van de omgevingsvergunningsaanvraag voor de uitbreiding met een luifelstructuur nabij een bestaand magazijn, op een perceel gelegen Nijverheidslaan 38 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 960 T aangevraagd door Pierre Claeys namens BRENNTAG NV met als contactadres Nijverheidslaan 38 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en motiveert haar beslissing als volgt:

 

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming gebied voor milieubelastende industrieën.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

          De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

          De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

          De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel gelden de volgende stedenbouwkundige verordeningen:

          algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997;

          infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013;

          gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, goedgekeurd 4 juli 1974.

 

2. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 21 januari 1976 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een nijverheidsgebouw.

          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 juli 1976 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een nijverheidsgebouw.

          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 augustus 1978 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een montagehal.

          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 september 1993 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een tankpark, een tankgebouw, een luifel en een gebouw logistiek.

          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 juni 1996 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een opvangbekken laad- en losplaats, een opvangbassin, een watertank en het aanleggen van een parking voor vrachtwagens.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

          milieuvergunning afgeleverd op 9 september 1993 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor groothandel in chemicaliën;

          milieuvergunning afgeleverd op 4 augustus 2005 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor het hernieuwen van de milieuvergunning, verder exploiteren, uitbreiden en wijzigen van een groothandel in chemicaliën;

          milieuvergunning afgeleverd op 8 mei 2008 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor het verplaatsen van gevaarlijke stoffen naar het nieuwe voedingsmagazijn;

          milieuvergunning afgeleverd op 1 juni 2017 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor het wijzigen en uitbreiden van een groothandel in chemicaliën.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

          Omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen afgeleverd op 2 augustus 2018 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor de structurele aanpassing: van 4 naar 3 laadkaaien.

          Omgevingsvergunning voor exploitatie afgeleverd op 2 augustus 2018 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor de uitbreiding met een opslag van natriumhypochloriet in een tank van 70 m³.

          Omgevingsvergunning voor exploitatie afgeleverd op 16 mei 2019 door de deputatie voor het bijstellen van de bijzondere voorwaarden – lozingsvoorwaarden.

          Omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen afgeleverd op 3 september 2020 door de bestendige deputatie van de Provincie West-Vlaanderen voor het uitbreiden van het kantoorgebouw met sanitair blok en fietsenberging.

 

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen in de industriezone Deerlijk-Waregem en bevindt zich op de hoek van de Breestraat en de Nijverheidslaan en paalt in het zuiden aan de E17. Tussen de bedrijfssite en de E17 loopt de Gaverbeek, een waterloop van 1ste categorie. Ten westen van de eigendom is een landbouwzone aanwezig. Het bedrijventerrein heeft een milieubelastend karakter. Het bedrijf Brenntag is een bedrijf voor groothandel in chemicaliën (seveso-bedrijf). Het perceel is reeds in grote mate bebouwd en verhard

 

3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst, aan een bestaand magazijn in het zuiden van de site, een luifel met een dakoppervlak van 300,63 m² te plaatsen. De uitbreiding welke onderwerp is van deze bouwaanvraag wordt opgetrokken tegen de zuidgevel van één van de bestaande grote magazijnen aan de kant van de autosnelweg (E17) en past spannend tussen het magazijn en een bestaande luifel welke enkele jaren geleden werd vergund en uitgevoerd. Momenteel is deze zone reeds verhard (asfaltverharding) en worden hier lege recipiënten gestockeerd. De bestaande magazijnen worden gekenmerkt door wanden in cellenbeton met ingewerkte lichtstraten uit doorschijnend polyester. Tegen hetzelfde gebouw zijn reeds in het verleden twee kleinere uitbreidingen of luifels gerealiseerd. In tegenstelling tot de twee bestaande luifels zal in deze iets grotere aanbouw geen technische installatie ondergebracht worden maar worden enkel recipiënten gestockeerd welke eerst gereinigd werden in de spoelinstallatie in het gebouw. De nieuwe luifel wordt opgebouwd uit een metaalstructuur en een licht hellend dak. Naar vormgeving en materiaalgebruik sluit deze uitbreiding aan bij de bestaande industriële bebouwing. Doordat het nieuwe volume lager is dan het bestaande magazijn en de structuur maximaal open is, doet de uitbreiding geen afbreuk aan het achterliggende magazijn en blijft de visuele impact op het uitzicht vanaf de autosnelweg minimaal.

 

3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichting of activiteit

De aanvraag heeft geen betrekking op wijzigingen van de ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar.

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden, noch een adviesvraag gericht te worden aan de aanpalende eigenaars.

 

5. Adviezen

 

Door het vergunningverlenende bestuur werd eveneens advies gevraagd aan de VMM afdeling Operationeel Waterbeheer en het Agentschap Wegen en Verkeer.

 

6. Project-MER of OVR

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen, komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier.

 

7.1. Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de bestemming gebied voor milieubelastende industrieën.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:

 

De gebieden voor milieubelastende industrieën. Deze zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

De aanvraag heeft betrekking op werken aan een bestaand bedrijfsgebouw in functie van een bestaand milieubelastend bedrijf zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2. Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Nijverheidslaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (< 0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 15.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 10.920 liter en een referentieoppervlakte van 27,65 m². Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van

10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Niet van toepassing

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op een bestaand milieubelastend bedrijf in een gebied voor bedrijvigheid zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De aanvraag heeft geen betrekking op uitbreiding van de bestaande activiteit, gezien de buitenruimte nu reeds gebruikt wordt voor het stockeren van kunststof vaten en met de bouw van deze luifel overdekt wordt. De impact op de omgeving zowel naar schaal, ruimtegebruik als mobiliteit is beperkt. De uitbouw met een luifel wijzigt niets aan de bestaande gebouwen. De luifel heeft een minimale visuele impact gezien deze opgebouwd wordt uit metalen kolommen en een licht hellend dak. De gevels worden niet dichtgezet zodat het achterliggende gebouw zichtbaar blijft. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit een gunstig advies uit te brengen betreffende de aanvraag.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.12. OMV 2020_252 - Keizelbergstraat 6 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een carport met berging, op een perceel gelegen Keizelbergstraat 6 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 S2 aangevraagd door Sven Hautekiet wonende Keizelbergstraat 6 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  17 maart 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        de afstand tot de zijkavelgrens moet minstens 0,50 m bedragen;

        de geplande verharding moet voorzien worden in waterdoorlatende materialen.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oude Pastorijstraat zoals goedgekeurd door de deputatie op 8 november 2012.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 5 november 2014 (dossiernummer VK 2014.15).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 april 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 4 vrijstaande ééngezinswoningen.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De aanvraag is gelegen langs de Keizelbergstraat, binnen een recente verkaveling.  De directe omgeving bestaat uit residentiële bebouwing. De woningen hebben een gelijkaardige verschijningsvorm met identiek materiaalgebruik.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het bouwen van een carport met een oppervlakte van 28,80 m² bij een bestaande vrijstaande woning.  De carport wordt voorzien op 2 m van de achtergevel en op 0,42 m van de rechterkavelgrens. De afstand tot de achterste kavelgrens bedraagt 2 m.

De carport wordt opgetrokken met een hoogte van 2,24 m en een plat dak. Het eerste deel van de carport betreft een open constructie, het achterste deel is gesloten. De carport wordt afgewerkt in hout.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het gemeentelijk RUP Oude Pastorijstraat, goedgekeurd door de deputatie op 8 november 2012.

Gezien de voorschriften van het RUP overgenomen werden in de voorschriften van de verkaveling wordt er voor de toetsing van de aanvraag aan het RUP verwezen naar de toetsing aan de niet-vervallen verkaveling.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de verkaveling zoals oorspronkelijk goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 5 november 2014. De aanvraag is in overeenstemming met de voorziening van de verkaveling gezien 1 bijgebouw per kavel toegelaten is, het bijgebouw opgetrokken is op 2 m van de achtergevel van de woning, de oppervlakte van het bijgebouw bij een vrijstaande woning kleiner is dan 30 m², het bijgebouw opgetrokken is op 2 m van de achterkavelgrens waardoor dit niet ingeplant is in de zone voor buffergroen met bouwverbod, het bijgebouw opgetrokken en afgewerkt wordt in hout, de hoogte op de perceelsgrens lager is dan 3 m en het bijgebouw afgewerkt wordt met een plat dak.

 

Teneinde volledig conform te zijn met de verkavelingsvoorschriften dient ten opzichte van de zijperceelsgrens een afstand van 0,50 m in plaats van de voorziene 0,42 m gevrijwaard te blijven.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Keizelbergstraat een voldoende uitgeruste weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (< 40 m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een bijgebouw dat bestaat uit een open carport en een gesloten berging bij een bestaande woning. De woonfunctie blijft behouden en is zodoende blijvend geïntegreerd in de directe omgeving. Het ontwerp zorgt voor een overdekte autostelplaats en een afgesloten berging. In de woning werd geen garage voorzien, op de oorspronkelijke bouwplannen werd wel ruimte voorzien voor het plaatsen van een carport. De parkeerbehoefte wordt op die manier op het eigen terrein opgevangen. Na de werken blijft er voldoende ruimte over om als volwaardige buitenruimte te functioneren.  Gelet op de verkavelingsvoorschriften dient de afstand tot de zijkavelgrens minstens 0,50 m te bedragen. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

De geplande verharding dient te worden voorzien in waterdoorlatende materialen, wat de waterhuishouding ten goede komt. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Sven Hautekiet wonende Keizelbergstraat 6 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een carport met berging, op een perceel gelegen Keizelbergstraat 6 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 S2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        de afstand tot de zijkavelgrens moet minstens 0,50 m bedragen;

        de geplande verharding moet voorzien worden in waterdoorlatende materialen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.13. OMV 2020_231 - Pontstraat 63 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning, rooien van bomen, aanleggen van zwembad en voorzien van een vloerplaat voor een later te bouwen bijgebouw, op een perceel gelegen Pontstraat 63 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 545 E2 aangevraagd door mevrouw Inge Bulckaert wonende Vrijputstraat 56 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  19 maart 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De bijkomende aandachtspunten in het kader van de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid uit het advies van de VMM dienen stipt nageleefd te worden.

        De  nieuwe bomen moeten aangeplant worden ten laatste in het eerstvolgende plantseizoen na ingebruikname van de woning.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Oosthoek zoals vastgesteld op 7 april 2016 en met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfuncties.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 10 januari 2018 (dossiernummer 0055-5/2017.14).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Pontstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg die de verbinding vormt tussen de N36 en het centrum van de gemeente. De Pontstraat wordt gekenmerkt door in hoofdzaak eengezinswoningen van een verscheiden type, zowel gesloten, halfopen als open bebouwing. De bebouwing in de omgeving wordt hoofdzakelijk afgewerkt met hoofdvolumes met hellende daken en eventuele aanbouwen met platte daken. De eigendom van de aanvrager betreft een braakliggend perceel grond waarop zich een aantal hoogstammige bomen bevinden.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een vrijstaande eengezinswoning met zwembad te bouwen.

De woning wordt ingeplant op zijn smalst op 6 m van de rooilijn, op minstens 4 m van de rechterzijperceelsgrens en op 3 m van de linkerzijperceelsgrens. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt ongeveer 27 m. De woning heeft een breedte die varieert tussen 6,25 m tot 12,85 m op een maximale diepte tot 23,60 m. De woning bestaat uit één bouwlaag met deels hellend en deels plat dak. Het hellend dak heeft een helling van 30°. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,10 m en de nokhoogte ligt op 4,72 m. De dakoversteek aan de rechterzijde heeft een hoogte van 2,70 m. Op het gelijkvloers bevindt zich een inpandige garage, een inkomhal met toilet, een slaapkamer met dressing en badkamer, een bureauruimte, een leefruimte, keuken met bijkeuken, een berging en een overdekt terras. De gevels worden afgewerkt in een wit te schilderen gevelsteen, de dakbedekking bestaat uit pannen van het type Monier Bourgogne, het schrijnwerk van de poort en voordeur is voorzien in gelakt hout en het overige schrijnwerk bestaat uit zwarte aluminium.

In de voortuin wordt de oprit naar de garage met een breedte van 5 m verhard in nidagravel, een pad naar de voordeur wordt voorzien in stapstenen en naast de oprit naar de garage wordt nog een extra parkeerplaats met een breedte van 2,50 m aangelegd in grasdallen. De rest van de voortuin wordt aangeplant met opgaand groen, haagmassieven en een nieuw aan te planten boom.  In de tuinzone worden een paar kleinere houten terrassen aangelegd, deels overdekt.

In de tuinzone bevindt zich een buitenzwembad met een breedte van 4,20 m op een lengte van 13,30 m. Het zwembad wordt ingeplant op 2 m van de achtergevel van de woning en op 4,85 m van de linkerzijperceelsgrens. In de tuinzone wordt, op minstens 1 m van de achterperceelsgrens en op 4 m van de linkerzijperceelsgrens een vloerplaat voorzien met een breedte van 12 m op een diepte van 3,20 m in functie van een later op te trekken poolhouse.

Aan de rechterzijde van de woning worden 2 bomen gerooid alsook ter hoogte van het aan te leggen zwembad wordt een boom gerooid. Deze worden in de rechterzijtuinstrook vervangen door 3 nieuw aan te planten bomen.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 11 december 2020 tot 9 januari 2021. Er werden tijdens de periode van het openbaar onderzoek geen  bezwaarschriften ontvangen.

 

Naar aanleiding van een administratieve lus (aangezien de bekendmakingsaffiche niet tijdig aangeplakt werd) werd het tweede openbaar onderzoek gehouden van 11 januari 2021 tot 9 februari 2021. Gedurende dit tweede openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

  1. Adviezen

 

De VMM werd om advies verzocht op 4 december 2020. De adviesinstantie bracht op 10 december 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Onder verwijzing naar artikel 1.3.1.1. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, werd onderzocht of er een schadelijk effect op de waterhuishouding uitgaat van de geplande ingreep. Dit advies wordt verleend in uitvoering van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006.

 

De locatie te Deerlijk, Afd. 1, Sectie B, nr(s) 545E2 stroomt af naar de Gaverbeek, een onbevaarbare waterloop van eerste categorie die beheerd wordt door de VMM – afdeling Operationeel Waterbeheer. Het gebied is volgens de watertoetskaarten mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

De aanvraag omvat het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning en het aanleggen van een zwembad en verharding.

 

Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten e.a. (GSV). Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater, en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.

 

Het dakwater (288,05 m² dakoppervlakte) wordt opgevangen in een hemelwaterput voor hergebruik met een volume van 10.000 liter. De overloop van de hemelwaterput en de overloop van het zwembad wordt aangesloten op een ondergrondse infiltratievoorziening met een volume van 7.500 liter. In principe wordt op deze manier voldaan aan de GSV.

 

We merken op dat het hier volgens de bodemkaart om een natte zandleembodem gaat waar hogere grondwaterstanden kunnen voorkomen waardoor het werken met een ondergrondse infiltratievoorziening hier niet aangewezen is. De voorziening mag er in geen geval voor zorgen dat er grondwater wordt afgevoerd met lagere grondwaterstanden tot gevolg. Dit is in strijd met de beginselen en doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid en moet dan ook te allen tijde worden vermeden. We willen daarom vragen om de ondergrondse infiltratievoorziening te vervangen door een open oppervlakkige infiltratievoorziening. Er kan enkel met een ondergrondse voorziening gewerkt worden indien men kan aantonen het grondwater voldoende diep zit.

 

Strikt gezien is zwembadwater afvalwater, en moet het dus aangesloten worden op de DWA. In bepaalde gevallen is het echter aangewezen om het zwembadwater op de RWA aan te sluiten. Dat hangt af van de samenstelling van je zwembad en of het veelvuldig overloopt. Voor de afvoer van het zwembadwater verwijzen we naar het advies van de rioolbeheerder voor de juiste aansluiting. Wel geven we alvast volgende aanbevelingen mee:

        Als een opstaand zwembad moet leeggemaakt worden, moet minstens 14 dagen op voorhand de chloordosering gestopt worden. Op die manier kan de aanwezige chloor uitwerken en heeft dit geen negatief effect bij lozing.

        Een afdekking van zwembad is aan te raden zodat het tijdens regenval niet overloopt. Is dit geen optie, adviseren we om de zwembadoverloop te laten infiltreren in de omliggende tuin.

        Voor zwemvijvers wordt aanbevolen de eventuele overloop te infiltreren, of desnoods aan te sluiten op de RWA.

        In het individueel te optimaliseren buitengebied is de lozing van zwembadwater op de IBA ten zeerste af te raden. In dat geval moet het zwembadwater in de gracht, het oppervlaktewater of de tuin geloosd worden. Hierbij kunnen eerder vermelde aanbevelingen ook dienen.

 

Daarnaast willen geven we mee dat het tijdens langdurige droge periodes af te raden is, of zelfs verboden is om een zwembad (bij) te vullen. Meer informatie is terug te vinden op www.opdehoogtevandroogte.be.

 

BESLUIT

 

Het project wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd en is in overeenstemming te brengen met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid indien rekening wordt gehouden met volgende voorwaarde.

-          Gezien de natte zandleembodem met vermoedelijk hogere grondwaterstanden is het niet aangewezen om te werken met een ondergrondse infiltratievoorziening. Deze dient men te vervangen door een open oppervlakkige infiltratievoorziening. Er kan enkel gewerkt worden met een ondergrondse infiltratievoorziening indien men kan aantonen dat deze er niet zal voor zorgen dat er grondwater wordt afgevoerd.

 

Bijkomende aandachtspunten in het kader van de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid:

-          Als een opstaand zwembad moet leeggemaakt worden, moet minstens 14 dagen op voorhand de chloordosering gestopt worden. Op die manier kan de aanwezige chloor uitwerken en heeft dit geen negatief effect bij lozing.

-          Een afdekking van zwembad is aan te raden zodat het tijdens regenval niet overloopt. Is dit geen optie, adviseren we om de zwembadoverloop te laten infiltreren in de omliggende tuin.

-          Voor zwemvijvers wordt aanbevolen de eventuele overloop te infiltreren, of desnoods aan te sluiten op de RWA.

-          In het individueel te optimaliseren buitengebied is de lozing van zwembadwater op de IBA ten zeerste af te raden. In dat geval moet het zwembadwater in de gracht, het oppervlaktewater of de tuin geloosd worden. Hierbij kunnen eerder vermelde aanbevelingen ook dienen.

-          Tijdens langdurige periodes van droogte is het (bij)vullen van het zwembad afgeraden;’

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden getoetst aan de voorschriften van zowel het RUP Oosthoek zoals vastgesteld op 7 april 2016 als aan de voorschriften van de verkaveling VK 0055-5/2017.14 zoals goedgekeurd 10 januari 2018.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Bouwdiepte is maximaal 20 m

Bouwdiepte bedraagt 23,60 m

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling en het RUP gezien de hoofdfunctie residentieel wonen in een eengezinswoning voorzien is op het perceel, de achtertuinstrook minstens 8 m bedraagt, de zijdelingse bouwvrije stroken minimaal 3 m bedragen, de terreinbezetting minder is dan 50 %, meer dan 25 % van het perceel uit groen bestaat, de nokhoogte minder bedraagt dan 13 m en de kroonlijsthoogte minder dan 7 m, maximaal 2 bouwlagen en een dakverdieping toegelaten is, de gekozen materialen vrij zijn met uitzondering van betonelementen, de dakvorm vrij is, een bijgebouw maximaal 40 m² kan bedragen, het bijgebouw ingeplant is op 1 m van de perceelsgrenzen, het zwembad voorzien is op meer dan 2 m van de perceelsgrenzen, voortuinstroken hoofdzakelijk groen moeten ingericht worden, enkel de oprit en een extra parkeerplaats verhard mogen worden, minstens 2 parkeerplaatsen per lot voorzien moeten worden en het eventueel rooien van de bomen beoordeeld wordt bij de bouwaanvraag voor de woningen.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de afmeting van de zodat een afwijking overwogen kan worden. De bouwdiepte van 20 m wordt slechts over een deel van de breedte van de woning overschreden. De grotere bouwdiepte wordt deels ingenomen door de leefruimte en deels door een overdekt terras en dit volume bevindt zich op voldoende afstand van de zijperceelsgrenzen zodat de impact op de aanpalende percelen beperkt is. De achtergevel komt in voorliggend ontwerp op dezelfde lijn te liggen als de achtergevel van de naastliggende woning rechts. Ook de aanpalende woning links kreeg een afwijking op de bouwdiepte voor de verbouwing en uitbreiding van de woning.. Door de keuze van een bungalow-woning is de diepte noodzakelijk om het gewenste bouwprogramma te kunnen voorzien ook rekening houdend met voldoende ruimte voor de aanplant van een aantal nieuwe bomen in de zijtuinstrook en met ingrepen om voldoende licht in de woning binnen te brengen door de patioruimte ter hoogte van het bureau. De gevraagde afwijking zal bijgevolg geen grote hinder veroorzaken in de omgeving en kan positief beoordeeld worden.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Pontstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha). De eigendom ligt niet in effectief overstromingsgevoelig gebied maar wel in een mogelijks overstromingsgevoelig gebied.  Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 7.500 liter en een referentieoppervlakte van 5,2 m², de verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende verharding of watert af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.

 

In navolging van het advies van de VMM werd, gelet op de beperkte infiltratiecapaciteit van de bodem en de hoge grondwaterstand, akkoord gegaan met het voorzien van een bijkomende hemelwaterput met vertraagde afvoer in plaats van de infiltratievoorziening. De buffervoorziening dient wel in overeenstemming te zijn met de dimensioneringscriteria van de GV (zie bericht omgevingsloket VMM). Via het omgevingsloket werd op 26 februari 2021 een aangepast rioleringsplan toegevoegd waarbij voorzien is in een ondergrondse waterdichte buffervoorziening met een volume van 7.500 liter met vertraagde afvoer met een maximaal ledigingsdebiet van 20 liter/sec./aangesloten ha.

 

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

De aanvrager voorziet het rooien van 3 bomen (3 eiken), één in de tuinzone en 2 in de zijtuinstrook van de nieuw te bouwen woning. In de tuinzone zijn meerdere bomen aanwezig zodat het rooien van deze boom weinig impact zal hebben. De 2 bomen in de zijtuinstrook zorgen echter wel voor een positieve impact op het bestaande straatbeeld. De aanvrager voorziet in deze zijtuinstrook, op een afstand van 2 m van de zijperceelsgrens 3 nieuwe hoogstammige bomen aan te planten zodat, weliswaar op termijn, dit bestaande groene karakter hersteld wordt. Teneinde voldoende garanties te hebben omtrent de heraanplant van de bomen dient bij afgifte van de vergunning opgelegd te worden dat de  nieuwe bomen aangeplant moeten worden ten laatste in het eerstvolgende plantseizoen na ingebruikname van de woning.

Gezien het maximale behoud van de bomen in de tuinzone zal het rooien van de 3 bomen bijgevolg geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De omgeving wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door ééngezinswoningen. Het bouwen van deze vrijstaande ééngezinswoning past zich bijgevolg functioneel in, in deze omgeving. De woning bestaat uit één bouwlaag met hellend dak en voorziet alle woonfuncties op het gelijkvloers teneinde levenslang wonen mogelijk te maken. De woning wordt uitgevoerd in een sobere architectuurstijl waarbij gebruik gemaakt wordt van duurzame materialen. Bijgevolg zal de aanvraag zich visueel-vormelijk inpassen in zijn omgeving. De woning beschikt over een voldoende ruime private buitenruimte ook na het realiseren van het zwembad en het bijgebouw. Door de aanwezigheid van een dubbele oprit en een inpandige garage, zijn er voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein waardoor de impact op mobiliteit beperkt zal zijn.

Door het rooien van een 3-tal bomen zal de aanvraag een zekere impact hebben op het bestaande straatbeeld. Echter voorziet de aanvrager 4 nieuwe bomen aan te planten die ook zichtbaar zullen zijn vanaf het openbaar domein zodat de impact op termijn beperkt zal zijn. Ook is de voortuinverharding beperkt en wordt voorzien in bijkomende groenmassieven zodat het groene karakter van de eigendom in de straat behouden blijft. De aanvraag heeft bijgevolg oog voor het behoud of herstel van het groene karakter van de omgeving.

Het ontwerp is verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Advies VMM

In navolging van het advies van de VMM werd, gelet op de beperkte infiltratiecapaciteit van de bodem en de hoge grondwaterstand, akkoord gegaan met het voorzien van een bijkomende hemelwaterput met vertraagde afvoer in plaats van de infiltratievoorziening (zie bericht omgevingsloket VMM). Via het omgevingsloket werd op 26 februari 2021 een aangepast rioleringsplan toegevoegd waarbij voorzien is in een ondergrondse waterdichte buffervoorziening met een volume van 7.500 liter met vertraagde afvoer met een maximaal ledigingsdebiet van 20 liter/sec./aangesloten ha.

 

Voor wat betreft de overige bijkomende aandachtspunten in het kader van de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid dienen deze gelet op de specifieke problematiek en de expertise van de adviesinstantie overgenomen te worden bij afgifte van de vergunning.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Inge Bulckaert wonende Vrijputstraat 56 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning, rooien van bomen, aanleggen van zwembad en voorzien van een vloerplaat voor een later te bouwen bijgebouw, op een perceel gelegen Pontstraat 63 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 545 E2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De bijkomende aandachtspunten in het kader van de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid uit het advies van de VMM dienen stipt nageleefd te worden.

        De  nieuwe bomen moeten aangeplant worden ten laatste in het eerstvolgende plantseizoen na ingebruikname van de woning.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.14. OMV 2021_8 - Waregemstraat 533 - beslissing

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.15. OMV 2021_4 - De Cassinastraat ZN - beslissing

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.16. Brief OVAM - van een stortplaats naar een bos - vraag tot herbestemming - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Op 3 maart 2021 werd een brief ontvangen van de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme met de vraag de bijgevoegde kaart met aanduiding van gemeentelijke stortplaatsen, te beoordelen en na te gaan of deze locaties in aanmerking komen voor een groene herbestemming.

 

Motivering

 

De Vlaamse regering heeft de ambitie om tegen 2024, 4.000 hectare extra bos aan te leggen. Daarnaast kent Vlaanderen ruim 3.000 locaties waar afval op of in de bodem aanwezig is. Eén van de mogelijkheden is om deze voormalige stortplaatsen om te vormen naar bos. De OVAM heeft op basis van een dataoefening 3 dergelijke terreinen gevonden in Deerlijk. Het betreft de volgende locaties:

1)      Harelbekestraat 142: hoeve met achterliggende landbouwgronden

2)      Schragenstraat: grasland in eigendom van Deweer Invest

3)      Breestraat: grasland in eigendom van Bouwondernemingen Damman

 

Op 3 maart 2021 werd op vraag van de dienst omgeving bijkomende info verschaft door de OVAM. Ook met betrekking tot percelen die geen eigendom zijn van de gemeente wenst de OVAM een visie van de gemeente rond de herbestemming naar bos.

 

Gezien de eigendomssituatie, de ruimtelijke bestemming en het huidige gebruik van deze gronden, acht de dienst omgeving het niet opportuun om de voorgestelde locaties te herbestemmen als bos.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, §1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen volgt het advies van de dienst omgeving en besluit dat de door de OVAM voorgestelde locaties niet in aanmerking komen voor een herbestemming als bos.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.17. Vichtesteenweg 177 - machtiging werken openbaar domein - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd, in kader van een vergunning van het Agentschap Wegen en Verkeer, machtiging te verlenen voor het uitvoeren van werken op openbaar domein.

 

Motivering

 

De bewoner van de Vichtesteenweg 177 vraagt om zijn oprit op openbaar domein te mogen verharden.

 

Omdat de woning gelegen is langs de gewestweg N36 werd aan het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) een vergunning gevraagd om die werken uit te voeren.

 

Op 15 maart 2021 werd door AWV een vergunning afgeleverd. De vergunning is enkel geldig  onder uitdrukkelijke voorwaarde dat het gemeentebestuur eveneens een vergunning verleent én op voorwaarde dat de aanvrager, binnen de veertien dagen volgend op de afgifte van voorliggende vergunning, niet schriftelijk aan AWV heeft laten weten dat hij wenst af te zien van onderhavige vergunning. Hierbij wordt de aandacht er op gevestigd dat naast de Vlaamse overheid ook de gemeente het recht heeft om op gewestdomein retributie te vragen.

 

De algemene en bijzondere voorwaarden van het Agentschap Wegen en Verkeer zijn van toepassing.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit machtiging te verlenen voor het uitvoeren van werken op het openbaar domein ter hoogte van de Vichtesteenweg nr 177.

De werken worden uitgevoerd volgens de afgeleverde vergunning en de algemene en bijzondere voorwaarden van het Agentschap Wegen en Verkeer.

De kosten voor deze werken zijn volledig ten laste van de aanvrager.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.18. Inname openbaar domein - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.19. Kerkfabrieken Sint-Columba en O.L.V. Onbevlekt Ontvangen - verslagen van 3 maart 2021 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

De kerkfabrieken Sint-Columba en O.L.V. Onbevlekt Ontvangen hielden een vergadering op 3 maart 2021.  Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de verslagen van deze vergadering.

 

Motivering

 

De verslagen bevinden zich in bijlage.  Het college van burgemeester en schepenen beschikt over een termijn van 30 dagen, die ingaat op de dag nadat de notulen zijn binnengekomen, om een besluit te schorsen indien het gemeentelijk (financieel) belang geschaad wordt.

 

Er is geen advies nodig.

 

Juridische gronden

 

          Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Art. 57 en 58, § 1 Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de verslagen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.20. Opstalrecht Fluvia - btw op brandweerkazerne - volmacht aan Deloitte - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd volmacht te verlenen aan Deloitte om Fluvia in staat te stellen een deel van de btw op de bouw van de kazerne te recupereren bij het eigendomsoverdragende opstalrecht.

 

Motivering

 

De gemeenteraad heeft op 26 november 2020 de kaderovereenkomst kazernering van Fluvia goedgekeurd.  Fluvia kan bij het eigendomsoverdragend opstalrecht een deel recupereren van de btw die de gemeente tijdens de bouw van de kazerne betaald heeft, gezien de bouw nog maar recent beëindigd is.  Hiervoor dienen een aantal aanvragen en overeenkomsten met de btw-administratie te gebeuren, zowel door de gemeente Deerlijk als door Fluvia.  Gezien het voordeel hiervan ten gunste van Fluvia is, stelt Fluvia op haar kosten de expert Deloitte aan, om dit ter harte te nemen.  De gemeente Deerlijk dient hiervoor aan Deloitte volmacht te geven.  Deze volmacht bevindt zich in bijlage.  De gemeenteraad heeft op 26 november 2020 het college van burgemeester en schepenen gelast alle nodige uitvoeringshandelingen te stellen met betrekking tot de kaderovereenkomst.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit volmacht te verlenen aan Deloitte om de nodige handelingen uit te voeren, teneinde Fluvia in staat te stellen een deel van de btw op de bouw van de kazerne te recupereren bij het eigendomsoverdragende opstalrecht.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.21. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.22. Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.23. Grafconcessie - aktename voortijdige beëindiging - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.24. Verzoek om statistische gegevens - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht statistische gegevens uit de registers te verstrekken aan mevrouw Sylvie De Breuck.

 

Motivering

 

In haar mail van 12 maart 2021 vraagt mevrouw Sylvie De Breuck om statistische gegevens uit de registers te verkrijgen nl. het aantal referentiepersonen in de gemeente Deerlijk.  Dit in het kader van een reclamecampagne voor haar nieuwe zaak.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 12 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende het verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister.

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de statistische gegevens uit de registers te verstrekken aan mevrouw Sylvie De Breuck.

 

Artikel 2

 

De gegevens zullen worden opgemaakt zodat identificatie van de in de registers ingeschreven personen niet mogelijk is.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

C.25. Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Organisatiebeheersysteem

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2021/11 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2021/15 goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

D.1. IMOG - algemene vergadering van 18 mei 2021 - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

IMOG nodigt de gemeente uit tot het bijwonen van de algemene vergadering der aandeelhouders die doorgaat op dinsdag 18 mei 2021 om 18.30 uur via Teams.

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de uitnodiging, de agendapunten met bijlagen te overlopen en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken deze materie te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraadszitting.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de agenda met volgende punten:

 

1)      Verslag van de Raad van Bestuur

2)      Lezing van de jaarrekening per 31.12.2020

3)      Verslag van de Commissaris

4)      Goedkeuren van de jaarrekening, afgesloten per 31.12.2020

5)      Kwijting aan de Bestuurders, Commissaris

6)      Goedkeuren van de toewijzing van het resultaat

7)      Goedkeuren Statutenwijziging

8)      Statutaire benoemingen

9)      Toelichting activiteiten 2020

10)Huldiging medewerkers met 25, 30, 35 en 40 jaar dienst

11)Varia

 

In de gemeenteraadszitting van 28 februari 2019 werd de heer Matthias Vanneste aangesteld als effectief vertegenwoordiger en de heer Louis Vanderbeken als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van IMOG.

 

De financieel beheerder heeft hieromtrent positief advies gezien de financiële impact voor de gemeente beperkt is, in die zin dat het om een indexatie gaat en de aanpassing van de kosten voor algemeen bestuur eerder gering is in absoluut bedrag.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft beperkte financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad te plaatsen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

D.2. Zefier cvba - algemene vergadering van 10 juni 2021 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Zefier cvba nodigt de gemeente uit tot het bijwonen van haar gewone algemene vergadering (jaarvergadering) die plaatsvindt op donderdag 10 juni 2021 om 14.00 uur.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de agenda als volgt:

 

1)      Verslag van de raad van bestuur over het boekjaar 2020;

2)      Verslag van de commissaris-revisor over de jaarrekening 2020;

3)      Goedkeuring van de jaarrekening 2020 (balans, resultatenrekening, winstverdeling en toelichting);

4)      Kwijting aan de bestuurders en de commissaris-revisor;

5)      Statutaire benoemingen.

 

In de gemeenteraadszitting van 28 februari 2019 werd de heer Claude Croes aangesteld als effectief vertegenwoordiger en mevrouw Sandra De Leeuw - Goussey als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van Zefier cvba.

 

De financieel directeur heeft hieromtrent geen opmerkingen om reden dat er geen financiële link is.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de agenda goed te keuren en verzoekt de aangeduide vertegenwoordiger of zijn plaatsvervanger op te dragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissing genomen in onderhavig besluit en als dusdanig de op de agenda geplaatste punten, waarvoor een beslissing moet genomen worden, goed te keuren..

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om Zefier cvba op de hoogte te brengen van onderhavige beslissing via info@zefier.be, uiterlijk 7 juni 2021.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

D.3. OMV VK 2020_7 - Pladijsstraat tussen 213 en 221 - beroep - hoorzitting en advies

 

Aanleiding en context

 

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 18 november 2020 betreffende het verlenen van omgevingsvergunning voor  het verkavelen van grond in 6 loten voor vrijstaande eengezinswoningen, 1 lot voor private toegangsweg en 1 lot voor een elektriciteitscabine en het verleggen van een deel van de bestaande buurtweg nr. 65, op een perceel gelegen Pladijsstraat tussen 213 en 221 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 148 D2, (afd. 2) sectie E 148 Z, (afd. 2) sectie E 236 A en (afd. 2) sectie E 239 A, werd beroep ingesteld.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft op 18 november 2020 de omgevingsvergunning op naam van WINGMAN namens Infra-Struct BVBA met als contactadres Harpstraat 5 bus 1 te 8530 Harelbeke, de heer Jean-Marie Van Wanseele wonende Lavoordestraat 33A te 8750 Wingene en WINGMAN BVBA gevestigd Leeuwkestraat 1/01 te 8790 Waregem, voor het verkavelen van grond in 6 loten voor vrijstaande eengezinswoningen, 1 lot voor private toegangsweg en 1 lot voor een elektriciteitscabine en het verleggen van een deel van de bestaande buurtweg nr. 65, op een perceel gelegen Pladijsstraat tussen 213 en 221 afgeleverd onder strikte voorwaarden.

 

Tegen deze vergunningsbeslissing hebben belanghebbende derden op respectievelijk 3, 4, 5 en 6 januari 2021 beroep aangetekend bij de deputatie. De 4 beroepschriften werden door de deputatie volledig en ontvankelijk verklaard op respectievelijk 2, 3, 4 en 5 februari 2021.

 

De beroepindieners hebben gevraagd om gehoord te worden. De hoorzitting zal doorgaan, vermoedelijk op 4 mei 2021. Ook het college van burgemeester en schepenen zal uitgenodigd worden op de hoorzitting.

 

Overeenkomstig artikel 60 lid 2 van het omgevingsvergunningsdecreet en artikel 75 van het omgevingsbesluit beschikt het college van burgemeester en schepenen over een termijn van  50 dagen om advies uit te brengen over dit beroep.

 

Het college van burgemeester wenst de motivatie uit de vergunningsbeslissing te behouden.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur.

          Andere:

          Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

          Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van het ingestelde beroep.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist niet gehoord te willen worden in deze zaak.

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit bij de motivering van de vergunningsbeslissing te blijven.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 24 MAART 2021

D.4. Aanbod recht van voorkoop - Kerkstraat 220 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

De Vlaamse Grondenbank heeft een aanbod van het recht van voorkoop ontvangen waarvan het gemeentebestuur de begunstigde is.

 

Motivering

 

De instrumenterende ambtenaar heeft het recht van voorkoop aangeboden in toepassing van de Vlaamse Wooncode (woning is leegstaand).  Het betreft een eigendom gelegen Kerkstraat 220 (gekadastreerd afdeling 2, sectie E, nummer 378p) te Deerlijk.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Decreet houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten definitief goedgekeurd op 25 mei 2007.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit niet in te gaan op het aanbod en het recht van voorkoop bijgevolg niet uit te oefenen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/04/2021