Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 22 januari 2025 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 22 januari 2025.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 22 januari 2025 goed te keuren.
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.2. Personeel - aankondiging vakbondsactie - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van ACV openbare diensten en van ACOD/ABVV openbare diensten waarbij ze een actiedag aankondigen.
Motivering
ACV openbare diensten en ACOD/ABVV openbare diensten melden in hun schrijven van 16 en 21 januari 2025 dat er op donderdag 13 februari 2025 een actiedag georganiseerd wordt door het gemeenschappelijk vakbondsfront die binnen bepaalde besturen aanleiding kan geven tot bepaalde afwezigheden van werknemers.
Donderdag 13 februari 2025 wordt als stakingsdag beschouwd waarbij elk personeelslid dat afwezig is wegens deelname aan de actie, zal gedekt worden door deze stakingsaanzegging.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van ACV openbare diensten en van ACOD/ABVV openbare diensten, waarbij ze laten weten dat er op 13 februari 2025 een actiedag door het gemeenschappelijk vakbondsfront wordt georganiseerd.
Personeelsleden die deelnemen aan deze actie zijn met deze stakingsaanzegging ingedekt.
Regine Rooryck Jo Tijtgat Karel Bauters Louis Vanderbeken Lies De Witte Claude Croes Marleen Prat Regine Rooryck Jo Tijtgat Louis Vanderbeken Lies De Witte Claude Croes Marleen Prat aantal voorstanders: 6 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.3. Zwemlessen en lessen watergewenning - februari en april 2025 - aanstelling bijkomende lesgever - goedkeuring
STEMMINGEN
bij geheime stemming
Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.4. Verslag politieraad 19 november 2024 - kennisname
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.5. Diverse verslagen - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.
Motivering
Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:
● Leiedal - verslag van de raad van bestuur van 10 januari 2025
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.6. Tienerwerking 2025 - activiteiten - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de tienerwerkingsactiviteiten 2025, georganiseerd door de jeugddienst.
Motivering
In 2024 is de jeugddienst van start gegaan met een tienerwerking met een vaste groep.
In 2025 wil de jeugddienst het college van burgemeester en schepenen op de hoogte houden van de maandelijkse tienerwerkingsactiviteiten.
De tienerwerking is een werking waarbij niet-georganiseerde jongeren worden betrokken om zo een doorstroomfunctie te creëren naar eigen gemeentelijke werking met een vleugje mentaal welbevinden. Jongeren vanaf 12 jaar zijn welkom op de maandelijkse activiteiten, georganiseerd door de jeugddienst.
Hieronder een oplijsting van de activiteiten in 2025:
● Boetseren met klei- 05 februari
● Boerderijbezoek - 05 maart
● Paaseieren schilderen - 03 april
● Workshop graffiti - 07 mei
● In juni geen activiteit omwille van examens
● Uitstap Oostende- 02 juli
● Augustus is er geen activiteit
● Uitstap naar Transfo/Oenanthe - 03 september
● Langste Knikkerbaan - 01 oktober
● Lasershooting - 05 november
● Warmste Week (onder voorbehoud) - december
Tot op heden volstaat het budget om alle activiteiten van de tienerwerking verder gratis aan te bieden. Het is aangewezen dit ook zo te houden, teneinde geen drempels te creëren voor de tienerwerking.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 3.000 euro |
Actie | uitgaven Tieneractiviteiten |
Jaarbudgetrekening | 0750-00/61310009 |
Visum | / |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de tienerwerkingsactiviteiten 2025, georganiseerd door de jeugddienst.
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.7. Premie kadervorming - goedkeuring
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.8. Erfgoed - schenking maquettes veldkapelletjes en historische gebouwen - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de schenking van de verzameling maquettes van veldkapelletjes en andere historische gebouwen voor goedkeuring te agenderen op een volgende gemeenteraad.
Motivering
Wijlen Frans Demuynck maakte van alle veldkapelletjes en andere historisch significante gebouwen in Deerlijk maquettes. Een overzicht van alle maquettes met afmetingen en specificaties kan gevonden worden in bijlage.
Na het overlijden van Frans gaf zijn weduwe, in maart 2024, aan de collectie maquettes te willen schenken aan het lokaal bestuur van Deerlijk, en deze schenking te doen uit vrijgevigheid.
Bij de wens tot schenking werd uitgedrukt door de weduwe dat ze graag (een deel van) de maquettes geëtaleerd zag in de gemeente. De Sint-Columbakerk doet dienst als plaats bij uitstek om dit lokaal erfgoed tentoon te stellen. Aangezien er geen gepaste tentoonstellingskasten voorhanden zijn binnen de gemeente; wordt de aankoop van nieuwe kasten aanbevolen. Na inventarisering van de maquettes door Heemkring Dorp en Toren wordt de aankoop van vier nieuwe adequate vitrinekasten (op wieltjes, afsluitbaar en met verlichting) geraamd op 4.584,00 euro. Er is hiervoor geen budget voorzien, maar er wordt voorgesteld om dit te voorzien bij aanpassing van het meerjarenplan. Deze kasten kunnen, behalve voor de tentoonstelling van de maquettes, ook gebruikt worden voor andere tijdelijke tentoonstellingen.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de schenking van de verzameling maquettes van veldkapelletjes en andere historische gebouwen, voor goedkeuring te agenderen op een volgende gemeenteraad.
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.9. Ondersteuning dienst omgeving - gunning - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht "Tijdelijke ondersteuning van de dienst omgeving" goed te keuren.
Motivering
Het clusterhoofd Ruimte stelt voor om tijdelijke ondersteuning te voorzien voor de omgevingsdienst om volgende redenen:
● de afwezigheid van een administratief medewerker die ook eenvoudige omgevingsvergunningsaanvragen behandelt en ook instaat voor de administratieve afhandeling van omgevingsvergunningsaanvragen vanaf februari, gedurende een 8-tal weken;
● de start van een nieuwe omgevingsambtenaar op 1 februari 2025 waardoor er ook tijd zal moeten geïnvesteerd worden in het begeleiden en opleiden van die persoon;
● er zijn momenteel veel te behandelen omgevingsvergunningsaanvragen.
Via Mondea kunnen we tijdelijke ondersteuning krijgen van iemand met expertise en ervaring als omgevingsambtenaar voor het behandelen van omgevingsvergunningsaanvragen. De dagprijs bedraagt 845 euro excl. btw.
Het clusterhoofd Ruimte stelt een ondersteuning van 8 uren per week voor gedurende de periode februari - maart.
De totale kostprijs bedraagt 6.760 euro excl. btw of 8.179,6 euro incl. btw.
Er wordt voorgesteld om de opdracht te gunnen bij wijze van aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).
Het clusterhoofd Ruimte stelt voor om, rekening houdend met voorgaande, de opdracht "Tijdelijke ondersteuning dienst omgeving" te gunnen aan de firma met de enige offerte (op basis van de prijs), zijnde Mondea, Jozef II straat 40 b1, 1000 Brussel tegen het nagerekende offertebedrag van 6.760 euro excl. btw of 8.179,6 euro incl. btw.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 6.760 euro excl. btw of 8.179,6 euro incl. btw |
Actie | Overig beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB/0600-01/61310000 |
Visum | nvt |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit goedkeuring te verlenen aan het gunningsvoorstel, opgesteld door het clusterhoofd Ruimte.
Artikel 2
De opdracht "Tijdelijke ondersteuning dienst omgeving" wordt gegund aan Mondea, Jozef II straat 40 b1, 1000 Brussel tegen het nagerekend offertebedrag van 6.760 euro excl. btw of 8.179,6 euro incl. btw.
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.10. OMV_2024044411 - 2024.53 - Heestertstraat 39 - beslissing beroep - kennisname
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.11. OMV_2024076694 - 2024.100 - Gaversstraat - beslissing beroep - kennisname
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.12. OMV 2024_169 - Vichtesteenweg 107 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het vellen van 2 bomen, op een perceel gelegen Vichtesteenweg 107 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 760 V, aangevraagd door Jeroen Demeijer wonende Vichtesteenweg 107 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 24 januari 2025.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
● De esdoorn en spar zijn te compenseren door aanplant van 2 bomen, waarvan minstens 1 boom van 2de grootte (tussen 6 en 12 m) en de andere boom van 2de of 3de grootte (< 6 m voor 3de grootte). De soort en locatie in de tuin zijn vrij te kiezen. De aanplant dient te gebeuren in het eerstvolgend plantseizoen volgend op de kap.
● De hoogstammige berk in de achtertuin is te behouden.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 augustus 1985 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 24 maart 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor de uitbreiding van een woning en bouwen van een carport, berging en overdekt terras
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 februari 2014 door het college van burgemeester en schepenen voor het herbouwen van een alleenstaande woning na afbraak van een bestaande woning
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen ten zuiden van de E17. De directe omgeving betreft een residentiële wijk, bestaande uit open bebouwing van 1 bouwlaag met hellend dak. De locatie is bereikbaar via een ventweg van de Vichtesteenweg (een gewestweg die ten zuiden gelegen is). Ten noorden van de wijk bevindt zich een serrebedrijf, dat grenst aan de E17. Ten zuidoosten en zuiden van de locatie bevindt zich bedrijvigheid.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het vellen van 2 bomen die geen deel uitmaken van een bos. De bomen bevinden zich in de tuinzone van een particuliere woning, tussen de garage in de achtertuin en de omheining met de oostelijke buren. Doordat er een groot aantal takken over de omheining hangen, krijgt aanvrager herhaaldelijk opmerkingen van de buren. Hierdoor wenst aanvrager beide bomen te vellen. De bomen hebben onderstaande kenmerken:
Boom 1: esdoorn
Deze boom is een meerstammige boom.
○ Stammen van 87 cm, 89 cm en 101 cm omtrek gemeten op 1 m hoogte
○ Afstand tot aan de woning: ca. 14 meter
○ Ouderdom: niet gekend (> 15 jaar)
Boom 2: spar
Deze boom is eveneens een meerstammige boom.
○ Stammen van 90 cm, 122 cm en 124 cm omtrek gemeten op 1 m hoogte
○ Afstand tot aan de woning: ca. 19 meter
○ Ouderdom: niet gekend (> 15 jaar)
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:
Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag heeft betrekking op het rooien van bomen bij een bestaande eengezinswoning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Vichtesteenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.
De voorliggende aanvraag heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte. De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Niet van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Zowel via foto’s uit het aanvraagdossier als op luchtbeelden blijkt dat beide bomen op minder dan 2 m van de oostelijke perceelsgrens staan. De bomen zijn op basis van de foto’s nog in gezonde toestand. Door de nabijheid van de perceelsgrens en de omvang en grootte van de bomen (esdoorn ca. 14 m, spar ca. 12 m) kan toegestaan worden dat deze bomen gerooid worden. Een vormsnoei om overhangende takken weg te nemen zou geen duurzame oplossing zijn omdat dit minstens 2-jaarlijks herhaald moet worden. Dit zou de vitaliteit en de esthetische vorm van de bomen niet ten goede komen.
Gezien de meerwaarde van hoogstammige bomen in een woonomgeving wordt in een voorwaarde opgelegd dat de bomen te compenseren zijn door 2 nieuw aan te planten bomen, waarvan minstens 1 boom van 2de grootte (tussen 6 en 12 m) en de andere boom van 2de of 3de grootte (< 6 m). De soort en locatie in de tuin zijn vrij te kiezen. De hoogstammige berk in de achtertuin is wel te behouden.
Het ontwerp kan bijgevolg mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Jeroen Demeijer wonende Vichtesteenweg 107 te 8540 Deerlijk, voor het vellen van 2 bomen, op een perceel gelegen Vichtesteenweg 107 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 760 V, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
● De esdoorn en spar zijn te compenseren door aanplant van 2 bomen, waarvan minstens 1 boom van 2de grootte (tussen 6 en 12 m) en de andere boom van 2de of 3de grootte (< 6 m voor 3de grootte). De soort en locatie in de tuin zijn vrij te kiezen. De aanplant dient te gebeuren in het eerstvolgend plantseizoen volgend op de kap.
● De hoogstammige berk in de achtertuin is te behouden.
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.13. OMV_2024140132 - Pladijsstraat 197 - verkavelen van een perceel grond in 2 loten en verleggen van een voetweg - sluiting openbaar onderzoek en wijziging rooilijnplan - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het openbaar onderzoek te sluiten en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de vaststelling van het nieuwe rooilijnplan van de gemeenteweg buurtweg nr. 65, te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.
Motivering
Een aanvraag tot omgevingsvergunning voor het verkavelen van een perceel in 2 loten voor vrijstaande eengezinswoningen en het verleggen van een voetweg op een perceel gelegen Pladijsstraat 197 kadastraal bekend: afdeling 2, sectie E, nummers 146D en 247D, werd ingediend door de heer Mathieu Dejaeger, Pladijsstraat 197 te Deerlijk.
Openbaar onderzoek
De omgevingsvergunning voor het verkavelen van grond met wegenisdossier werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 14 november 2024 tot en met 13 december 2024. Gedurende de periode van het openbaar onderzoek werden geen schriftelijke of mondelinge bezwaren of opmerkingen geformuleerd.
Gemeentelijk rooilijnplan
Deels palend aan en deels binnen de contour van het verkavelingsplan is een buurtweg aanwezig. Op de Atlas der Buurtwegen van 1841 werd deze weg benoemd als ‘Sentier n°: 65’. De buurtweg 65 vormt een verbinding tussen de buurtweg 47 en de Pladijsstraat. Samen met de buurtweg 47 vormde de buurtweg 65 een verbinding tussen de Kerkstraat en de Oude Heerweg/Oliebergstraat.
Reeds geruime tijd is deze buurtweg (thans gemeenteweg) in onbruik geraakt, zodoende er de facto geen trage verbinding meer aanwezig is. Deze gemeenteweg is ook niet meer zichtbaar op het terrein. Toch is het wenselijk dit gedeelte van de buurtweg te verplaatsen om een mogelijks toekomstige herwaardering van een trage verbinding tussen de Pladijsstraat en de Oude Heerweg/Oliebergstraat niet te hypothekeren. Deze manier van aanpak werd ook gevolgd bij de verlegging van dezelfde buurtweg bij het verkavelen van de grond gelegen ter hoogte van de Pladijsstraat tussen huisnr. 213 en 221/225.
De aanvrager van de verkaveling voorziet de buurtweg op het te verkavelen gedeelte als volgt te verleggen:
Er wordt een nieuwe aftakking gemaakt op de bestaande (onzichtbare) sentier vanaf de tuinzone van de bestaande woning Pladijsstraat 197. De buurtweg loopt dan langs de zijperceelsgrens op eigen terrein naar de noordelijke grens van de verkaveling en volgt deze grens. Ter hoogte van lot 1 loopt de buurtweg vervolgens langs de zijperceelsgrens terug richting de Pladijsstraat om aan te sluiten op de bestaande (onzichtbare) sentier achter de woning Pladijsstraat 191. De buurtweg wordt voorzien met een breedte van 1,50 m.
Aangezien de beide buurtwegen (zowel de bestaande als de verlegde) gelegen zijn op percelen van dezelfde eigenaar die een volmacht gaf aan de verkavelaar, is er geen waardevermeerdering of vermindering van toepassing.
Bij het dossier is bijgevolg een rooilijnplan toegevoegd.
In het kader van artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen kan de verplaatsing van de rooilijn als volgt gemotiveerd worden:
1) Wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang:
● Het algemeen belang wordt niet geschonden gezien de feitelijke toestand van de in onbruik geraakte gemeenteweg.
● Door het verplaatsen van een gedeelte van de gemeenteweg wordt het later mogelijk terug een trage verbinding te creëren tussen de Pladijsstraat en de Oude Heerweg/Oliebergstraat.
● Door de verlegging van de buurtweg aan de achterzijde van de nieuw te bouwen woningen blijft het zicht op het achterliggend open landschap behouden voor de toekomstige gebruikers van de trage weg.
2) Een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd:
● De motivatie in het kader van de gedeeltelijke verplaatsing van de gemeenteweg 'buurtweg 65' werd hierboven reeds uiteengezet.
● Door de verplaatsing wordt voorzien in de mogelijks toekomstige herwaardering van een trage verbinding.
3) De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen:
● Aangezien de bestaande buurtweg in onbruik is voor het gedeelte in het plangebied van de verkaveling wordt er met de verlegging niet geraakt aan de ontsluiting van aanpalende percelen gezien de wijziging zich beperkt tot de percelen binnen de verkavelingsaanvraag.
● In het kader van de verplaatsing wordt niet geraakt aan de verkeersveiligheid.
4) Wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief:
● De gedeeltelijke verplaatsing van de gemeenteweg 'buurtweg 65' heeft geen impact op het wegennet van naburige gemeenten gezien de ruime afstand tot de gemeentegrenzen.
5) Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen:
● Het onbruik van de te verplaatsen gemeenteweg staat vast, wat met zich meebrengt dat de actuele functie van deze weg zo goed als onbestaande is.
● Door de verplaatsing van de gemeenteweg wordt voorzien in de mogelijks toekomstige herwaardering van een trage verbinding waardoor een toekomstige functie voor trage weggebruikers een mogelijkheid is.
Het decreet betreffende de gemeentewegen belast de gemeenteraad met het nemen van de beslissing over het al dan niet wijzigen van het gemeentelijk rooilijnplan alvorens een beslissing te kunnen nemen over het omgevingsvergunningsdossier.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
○ Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit het openbaar onderzoek.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad de definitieve vaststelling van het gewijzigde gemeentelijk rooilijnplan voor de gemeenteweg 'sentier 65' ter hoogte van de eigendom Pladijsstraat 197 zoals aangeduid op het rooilijnplan (BA_verleggen_I_N_buurtweg65.pdf) binnen het plangebied van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van grond te agenderen op de gemeenteraad van 27 februari 2025.
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.14. OMV 2024_176 - Kleine Brandstraat 107 - advies
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt door de POVC gevraagd advies uit te brengen voor de omgevingsvergunningsaanvraag van Marleen Coubergs namens ORANGE BELGIUM NV gevestigd Bourgetlaan 3 te 1140 Evere, voor het plaatsen van een telecommunicatiestation, op een perceel gelegen Kleine Brandstraat 107 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 120 N.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en motiveert haar beslissing als volgt:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming milieubelastende industrieën.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006. De aanvraag is niet gelegen binnen een deelplan van dit RUP.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 februari 1998 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van bestaand bedrijf (bouwen van een stapelplaats).
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 januari 2003 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaande stapelplaats.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 februari 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor het herbouwen en uitbreiden van kantoren.
Relevante milieuvergunningen
Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Milieuvergunning afgeleverd op 23 november 1994 door het college van burgemeester en schepenen voor een tapijtweverij.
● Milieuvergunning afgeleverd op 9 september 1998 door het college van burgemeester en schepenen voor een tapijtweverij.
● Milieuvergunning afgeleverd op 25 januari 2006 door het college van burgemeester en schepenen voor et stockeren van papier, het verwerken van grote moederrollen.
● Milieuvergunning afgeleverd op 17 mei 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor een bandencentrale.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De aanvraag wordt voorzien op een perceel met een oppervlakte van 8082 m² en is gelegen langs de Kleine Brandstraat op ongeveer 3 km ten zuiden van de kern van Deerlijk. De Kleine Brandstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.
Het perceel is grotendeels bebouwd met een bedrijfsgebouw met plat dak van 6,6 m hoog opgetrokken tot op 6,30 m van de rechter perceelsgrens. Op het naastgelegen perceel ten zuidwesten, (IsolatiewerkenLutin) bevindt zich een bedrijfsgebouw met kroonlijsthoogte van 4,5 m en nokhoogte van 8,5 m. Ten zuidoosten van de site bevindt zich een parkeerruimte met bomen horend bij bedrijf ‘Bekaert’.
De aanvraag bevindt zich binnen een industriezone, gelegen op de grens tussen Zwevegem – Harelbeke en Deerlijk die gekenmerkt wordt door grootschalige milieubelastende bedrijven. Ten westen van de site ligt een open ruimtegebied.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft de plaatsing van een nieuw telecommunicatiestation op een zijstrook van een bedrijfsgebouw.
Het telecommunicatiestation wordt ingeplant op +/- 43 m van de rooilijn, op 0,50 m van de rechter perceelsgrens en op 0,50 m van de perceelsgrens van voorliggend bedrijf. De afstand tot het gebouw bedraagt 0,80 m. De nieuwe buispyloon wordt opgetrokken met een hoogte van 25 m incl. 3 antennes voor mobiele telecommunicatie en het plaatsen van bijhorende technische kasten. De mast en bijhorende technische uitrusting wordt geplaatst op een verharde ondergrond met een afmeting van 5,0 m x 5,0 m. Rondom rond wordt een nieuwe afsluiting geplaatst met een hoogte van 2,65 m.
De nieuwe pyloon wordt geïnstalleerd ter vervanging van het bestaande telecommunicatiestation in de Stedestraat 39, 8550 Zwevegem.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 23 december 2024 tot 21 januari 2025. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften voor milieubelastende bedrijvigheid.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 7.2.0. + 8.2.1.2. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:
Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.
Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.
Gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.
De aanvraag heeft geen betrekking op een milieubelastend bedrijf, zodat de aanvraag afwijkt van de voorzieningen van het gewestplan.
Conform art. 4.4.7 §2 kan ifv handelingen van algemeen belang na een openbaar onderzoek afgeweken worden van de gewestplanbestemming.
Art. 4.4.7 §2 Onderafdeling 7. Handelingen van algemeen belang
§2. [In een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, mag worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben.
De Vlaamse Regering bepaalt welke handelingen van algemeen belang onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen. Ze kan ook de regels bepalen op basis waarvan kan worden beslist dat niet door haar opgesomde handelingen toch onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen.
Conform art.3§2 – 12° van het Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening wordt de aanleg, wijziging of uitbreiding van al dan niet draadloze communicatienetwerken, zoals telefoonverkeer, televisie en internet, en de aanhorigheden met het oog op de exploitatie, zoals pylonen, masten, voedings- en schakelkasten, als de pylonen minstens 20 meter hoog zijn beschouwd als een handeling van algemeen belang.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kleine Brandstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (< 40 m²).
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.5 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
Hoewel de aanvraag geen betrekking heeft op een milieubelastend industriebedrijf, is het plaatsen van een telecommunicatiestation binnen deze industriële omgeving aanvaardbaar. Het ontwerp is beperkt in omvang en veroorzaakt geen schade aan de bestaande dynamiek. Daarnaast zijn er in de directe omgeving geen woningen aanwezig, waarop het telecommunicatiestation mogelijks een invloed kan hebben. Het openstellen van de infrastructuur voor andere operatoren is wenselijk.
Inplanting, gabarit en verschijningsvorm:
De technische infrastructuur/kasten worden vlakbij de pyloon geplaatst, wat op zich zorgt voor een compact geheel. De inplanting van het telecommunicatiestation gebeurt vlakbij diverse bedrijfsgebouwen waarbij aansluiting gezocht wordt bij de bestaande constructies. Hierdoor is de visuele en ruimtelijke impact beperkt. De aanplant van 2 bijkomende hoogstammige bomen van 1e categorie in de rechter vrije zijstrook van het gebouw zou de integratie bevorderen.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
De functie betreft een telecommunicatiestation, waarbij geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht wordt.
Conclusie
Het ontwerp is mits het voorzien van voorwaarden verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.6 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.7 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit een advies uit te brengen aan de POVC betreffende de omgevingsvergunningsaanvraag. Er dient voldaan te worden aan volgende stedenbouwkundige voorwaarden:
● De aanplant van 2 hoogstammige bomen van 1e categorie in de vrije zijstrook van het gebouw tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.15. Gecoördineerde aanpak Aziatische hoornaar door provincie in 2025 en 2026 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om opnieuw goedkeuring te verlenen aan de provincie voor een gecoördineerde aanpak inzake de bestrijding van de Aziatische hoornaar.
Motivering
Op dinsdag 21 januari 2025 ontvingen we een mail vanuit het provinciebestuur met opnieuw de oproep tot samenwerking i.f.v. een gecoördineerde bestrijding van de Aziatische hoornaar. Het concrete appel aan de West-Vlaamse steden en gemeenten betreft:
Vorig jaar voorzag de gemeente Deerlijk hiervoor 2.000 euro. Indien de gemeente Deerlijk financieringsbereid is voor de verdelging, dan is - zoals vorig jaar - de gunning van een raamcontract voor de provincie. Vanuit dat raamcontract kunnen zij dan verdelgingen ter onzen laste bevelen aan de aangestelde aannemers. Het provinciebestuur wenst deze manier van aanpak van de bestrijding nog 2 jaar aan te houden om dit nadien terug te evalueren.
Het provinciebestuur verzoekt om een principieel antwoord, vanuit het college van burgemeester en schepenen, te formuleren op de som van de drie bovenstaande vragen.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 2.000 euro in 2025 en in 2026 |
Actie | GBB |
Jaarbudgetrekening | 0989-00 / 61310000 |
Visum | / |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om voor een periode van 2 jaar de goedkeuring te verlenen aan de provincie voor een gecoördineerde aanpak inzake de bestrijding van de Aziatische hoornaar.
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.16. Inname openbaar domein - kennisname
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.17. Renovatiepremie eigenaars-bewoners - goedkeuring
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.18. Premie inzaaien groenbemesters - aanvraag - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een premie toe te kennen naar aanleiding van het inzaaien van groenbemesters.
Motivering
Volgende aanvraag werd ingediend vóór 30 november van het betreffende zaaiseizoen:
Naam en adres aanvrager rekeningnummer | aantal ha ingezaaid | toegekende premie (25 euro/ha) |
Luc Taelman Desselgemstraat 141 8540 Deerlijk BE05 7384 0816 1975 | 3,96 ha | 92,25 euro |
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Het reglement voor het toekennen van een gemeentelijke premie voor het inzaaien van groenbemesters, goedgekeurd door de gemeenteraad op 30 mei 2024
Adviezen
Er werd een positief advies verleend door het clusterhoofd Ruimte voor de aanvraag.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Actie | Overig beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB/0530-00/64910038 |
Bedrag | 92,25 euro |
Begunstigde(n) | Taelman Luc |
Rekeningnummer begunstigde(n) | BE05 7384 0816 1975 |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om de premie uit te betalen.
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.19. OMV 2024_156 - Proosdijstraat 8 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een carport en tuinberging en aanleg oprit, op een perceel gelegen Proosdijstraat 8 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 P, aangevraagd door Delfiene Beyaert - Yannick Landuyt wonende Marcel Kintstraat 6 te 8550 Zwevegem.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 21 januari 2025.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
● De afwatering van de dakoppervlakte en verhardingen moeten op een natuurlijke wijze infiltreren in de naastliggende onverharde zone. Deze zone bedraagt minstens ¼ van de oppervlakte van het dak van het bijgebouw en de verhardingen en er wordt geen aansluiting gemaakt met de bestaande regenwaterput.
● De werken op het openbaar domein worden uit de omgevingsvergunning gesloten.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oude Pastorijstraat, goedgekeurd 8 november 2012 met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfuncties en zone voor groenbuffer.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling oorspronkelijk goedgekeurd op 5 november 2014 (dossiernummer 2014.15/1049).
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 september 2014 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van bestaande bedrijfsgebouwen – het opbreken van bestaande verharding en het slopen van een bestaande woning.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 16 februari 2022 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een vrijstaande woning en carport.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 560 m² en is gelegen langs de Proosdijstraat op ongeveer 300 m ten zuidoosten van de kern van Sint-Lodewijk. De Proosdijstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg in een recent aangelegde verkaveling. De verkaveling voorziet in een combinatie van vrijstaande, gekoppelde en aangebouwde ééngezinswoningen met maximaal twee bouwlagen en een hellend of plat dak. De invulling van de verkaveling met de woningen is lopende. De Proosdijstraat betreft een doodlopende zijstraat.
Het perceel is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning met een breedte van 12,70 m op een diepte van 9,70 m. De woning bestaat aan de voorzijde uit twee bouwlagen en aan de achterzijde uit 1 bouwlaag telkens met hellend dak.
De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt hoofdzakelijk bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst één vrijstaand bijgebouw te plaatsen, van 30 m², in de hoek rechts achteraan het perceel langs de rechter perceelgrens. Het bijgebouw heeft als functie tuinberging en carport. Tussen de achtergevel van de woning en de constructie is 3,7 m vrije ruimte. Met deze inplanting komt het bijgebouw in dezelfde lijn te staan als de nog te bouwen carport (reeds vergund) van de aanpalende eigenaar. Er is een vrije afstand van ruim 2 m ten opzichte van de achterste perceelsgrens. De voor- en zijwanden van het carportgedeelte (3 x 5 m) zijn open en de achterliggende berging is afgesloten (3 x 5 m). De hoogte bedraagt 3 m en wordt afgewerkt met een plat dak. Het gebouw wordt opgetrokken in hout met verticale latten en wordt behandeld met grijze beits in functie van duurzaamheid. Er wordt een strikt noodzakelijke oprit aangelegd in grijze platines (Kandla grey 14/14), de breedte bedraagt 3 m en de lengte 13,4 m. De paden rond de woning (0,9 m en 1 m breed) en naar de voordeur (1,1 m breed x 6 m lang) worden in datzelfde materiaal aangelegd. Om het pad naar de voordeur te bereiken vraagt de eigenaar 1,54 m² verharding aan te leggen op het openbaar domein.
Tegen de achtergevel van de woning voorziet men een terras in keramische tegels met een totale oppervlakte van 32 m². Tussen de oprit en het pad naar de terras plaatst de bouwheer een tuinpoortje met een breedte van 1 m in hout. Daarnaast wordt er ook in het verlengde van de voorgevel een poort voorzien aan de linkerkant in hetzelfde materiaal.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden op 17 december 2024 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van de niet-vervallen verkaveling.
Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien het één bijgebouw betreft met een gedeelde functie, enerzijds als tuinberging en anderzijds als open carport. De constructie wordt opgericht langs de perceelsgrens op meer dan 2 m achter de achtergevellijn van de woning. De totale oppervlakte bedraagt niet meer dan 30 m² en het platte dak heeft een hoogte van 3 m zoals maximaal toegelaten. Het bijgebouw wordt opgericht in hout en is niet gelegen in de zone voor buffergroen waar een bouwverbod geldt.
De strikt noodzakelijke toegang wordt uitgevoerd in grijze platines en de toegang is niet breder dan 7 m. De overige voortuinverhardingen, zijnde pad naar voordeur en tuinpaden rond de woning, zijn uniform. De maximale oppervlakte van het terras bij percelen groter dan 500 m² mag 50 m² bedragen, het ontwerp voorziet 32 m².
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Proosdijstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (< 40 m²).
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater op voorwaarde dat de afwatering van de dakoppervlakte en verhardingen op een natuurlijke wijze infiltreert in de naastliggende onverharde zone. Deze zone bedraagt minstens ¼ van de oppervlakte van het dak van het bijgebouw en de verhardingen en er wordt geen aansluiting gemaakt met de bestaande regenwaterput.
Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van één vrijstaand bijgebouw (deel ingericht als carport en deels als tuinhuis) bij de bestaande eengezinswoning. Deze hoofdfunctie blijft ongewijzigd en is passend binnen de residentiële woonomgeving.
Inplanting en ruimtegebruik:
Het nieuwe bijgebouw wordt gerealiseerd in dezelfde lijn als de vergunde carport op het aangrenzend perceel. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel. Het bijgebouw wordt voorzien in het verlengde van de vrije zijstrook zodat achter de achtergevel van de woning nog een ruime tuin aanwezig blijft.
Bouwvolume en gabarit:
Het volume is beperkt zowel qua oppervlakte als hoogte. Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De wand wordt opgetrokken langs de perceelgrens. Hiervoor werd het akkoord verkregen van de eigenaars van het betreffende buurperceel. Het gevraagde is inpasbaar in de betreffende omgeving en is in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften.
Verschijningsvorm:
De constructie wordt opgetrokken in houten aaneensluitende latten die verticaal lopen. Het hout wordt behandeld met een grijze beits wat de constructie duurzaam en onderhoudsarm maakt.
Het bijgebouw integreert zich door zijn materiaalgebruik binnen de bestaande bebouwing en in de tuinzone door het gebruik van natuurlijke materialen.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. Door het aanleggen van de strikt noodzakelijke oprit naar de carport worden hier ook bijkomend 2 openluchtstaanplaatsen gecreëerd zodat het parkeren op openbaar domein beperkt ontlast wordt.
Groen- en omgevingsaanleg:
Links van de woning is een bouwvrije strook aanwezig palend aan het wandelpad. In deze zone wenst de aanvrager een houten tuinpoort te voorzien. Aangezien dit niet in de vrije zijstrook gesitueerd is, zal dat geen impact hebben. De verharding bij de woning is eerder beperkt. De werken op het openbaar domein worden uit de omgevingsvergunning gesloten, hiervoor moet een aparte machtiging aangevraagd worden via het college van burgemeester en schepenen.
De open tuinzones worden hoofdzakelijk ingezaaid als gazon.
Conclusie
Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Delfiene Beyaert - Yannick Landuyt wonende Marcel Kintstraat 6 te 8550 Zwevegem, voor het bouwen van een carport en tuinberging en aanleg oprit, op een perceel gelegen Proosdijstraat 8 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 P, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
● De afwatering van de dakoppervlakte en verhardingen moeten op een natuurlijke wijze infiltreren in de naastliggende onverharde zone. Deze zone bedraagt minstens ¼ van de oppervlakte van het dak van het bijgebouw en de verhardingen en er wordt geen aansluiting gemaakt met de bestaande regenwaterput.
● De werken op het openbaar domein worden uit de omgevingsvergunning gesloten.
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.20. Grafconcessie - bijzetting en hernieuwing - goedkeuring
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.21. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
C.22. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
D.1. Ontvangst KRAK van Deerlijk 2024 - goedkeuring
Zitting van CBS van 29 JANUARI 2025
D.2. Overdracht van niet-aangerekende kredieten uit 2024 naar 2025 – goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de overdracht van niet-aangerekende investeringskredieten uit 2024 naar 2025, goed te keuren.
Motivering
In het jaar 2024 van het meerjarenplan 2020-2025 zijn een aantal investeringskredieten niet aangerekend. Deze ongebruikte kredieten kunnen geheel of gedeeltelijk overgedragen worden naar 2025.
In bijlage bevindt zich een overzicht van de voorgestelde ongebruikte kredieten. Het betreft in totaal 9.359.396,00 euro ongebruikte uitgavenkredieten en 2.634.655,00 euro ontvangstenkredieten. Op de niet-aangerekende uitgavenkredieten zijn wel al 4.423.549,70 euro vastleggingen geboekt, en is het saldo van 5.614.265,30 euro nog niet gegund en vrij beschikbaar voor lopende of toekomstige gunningsprocedures.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur
● Andere: Art. 258 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de overdracht van niet-aangerekende kredieten van 2024 naar 2025, zoals opgelijst in de bijlage, goed te keuren.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.