Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 31 maart 2021 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 31 maart 2021.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 31 maart 2021 goed te keuren.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.2. Beslissingen algemeen directeur - maart 2021 - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de besluiten van de algemeen directeur van de maand maart 2021.
Motivering
De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 170 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besluiten van de algemeen directeur van de maand maart 2021.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.3. Diverse verslagen - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.
Motivering
Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:
• Gaselwest - verslag van het regionaal bestuurscomité centrum van 14 januari 2021
• W13 - verslag van de raad van bestuur van 26 maart 2021
• Centraal feestcomité - verslag van de vergadering van 1 april 2021
• Leiedal - verslag van de raad van bestuur van 26 maart 2021
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.4. Opzeg verzekeringspolissen door Belfius - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het schrijven van Belfius Insurance van 29 maart 2021 omtrent de opzeg van de polissen materiële schade en aansprakelijkheid.
Motivering
In hun brief van 29 maart 2021 deelt Belfius Insurance mee dat onze polissen materiële schade en aansprakelijkheid worden opgezegd eind 2021.
Het betreft volgende polissen:
Polisnummer | Omschrijving |
261732243 | Brandverzekering |
113009097 | Burgerlijke aansprakelijkheid gemeente |
111530839 | Objectieve aansprakelijkheid brand & ontploffing |
111530836 | Burgerlijke aansprakelijkheid & rechtsbijstand mandatarissen |
291848421 | Alle risico's elektronica |
In samenwerking met stad Harelbeke en AON Belgium is de dienst aankopen en contractbeheer momenteel bezig met de voorbereidingen om een nieuwe overheidsopdracht te lanceren zodoende nieuwe polissen af te sluiten. De opgezegde polissen zijn reeds opgenomen in het nieuwe lastenboek.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van Belfius Insurance van 29 maart 2021 omtrent de opzeg van de polissen materiële schade en aansprakelijkheid.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.5. Stationsstraat - vernieuwen toplaag en fundering - lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen voor de opdracht “Stationsstraat - vernieuwen toplaag en fundering” te agenderen op de gemeenteraad van 29 april 2021.
Motivering
De Stationsstraat is een druk bereden weg waarbij we genoodzaakt zijn door het schadebeeld de toplaag en plaatselijk de fundering te vernieuwen.
In het kader van de opdracht “Stationsstraat - vernieuwen toplaag en fundering” werd een bestek met nr. 2021-05 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 95.902,57 euro excl. btw of 116.042,11 euro incl. 21% btw (20.139,54 euro btw medecontractant).
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen voor de opdracht "Stationsstraat - vernieuwen toplaag en fundering” te agenderen op de gemeenteraad van 29 april 2021.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.6. Aankoop en levering van een compacte veegmachine - lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen van de opdracht “Aankoop en levering van een compacte veegmachine” te agenderen op de gemeenteraad van 29 april 2021.
Motivering
De huidige veegmachine (Hako Citymaster 1200) is verouderd en brengt geregeld hoge onderhouds- en vervangingskosten met zich mee. De veegmachine heeft 12 jaar (sinds 2009) goed dienst gedaan en wordt het jaar rond ingezet om voornamelijk de fietspaden en hoofdwegen te vegen. Hierdoor is het noodzakelijk de verouderde veegmachine terug te vervangen door een compact model. Deze vervanging en het bijbehorende budget is voorzien in het goedgekeurde meerjarenplan.
In het kader van de opdracht “Aankoop en levering van een compacte veegmachine” werd een bestek met nr. 2021-10 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 132.231,40 euro excl. btw of 160.000,00 euro incl. 21% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen voor de opdracht "Aankoop en levering van een compacte veegmachine" te agenderen op de gemeenteraad van 29 april 2021.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.7. Ticketingsysteem met gebruikerslicenties voor de gemeente Deerlijk - gunning - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Ticketingsysteem met gebruikslicenties voor de gemeente Deerlijk” goed te keuren.
Motivering
Wegens de stopzetting van het huidige ticketingsysteem Seatgeek SRO per 12 oktober 2021 in de Benelux dient de gemeente op zoek te gaan naar een nieuw ticketingsysteem.
In het kader van de opdracht “Ticketingsysteem met gebruikerslicenties voor de gemeente Deerlijk” werd een prijsvraag uitgestuurd door het diensthoofd cultuur.
De uitgave voor deze opdracht, zijnde de opstart- en jaarlijkse kosten, wordt geraamd op 10.000,00 euro excl. btw of 12.100,00 euro incl. btw.
Er wordt voorgesteld om de opdracht te gunnen bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).
Volgende ondernemers werden uitgenodigd om deel te nemen aan deze opdracht:
Er werden 3 offertes ontvangen:
Het betreft een overeenkomst dat jaarlijks hernieuwbaar en opzegbaar is.
De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde LVP Reserveringssystemen BV, Heemraadssingel 32 te NL-3021 DB Rotterdam, tegen het nagerekende offertebedrag van:
◦ jaarlijkse kost: 4.500,00 euro excl. btw of 5.445,00 euro incl. btw
◦ éénmalige kost: 2.640,00 euro excl. btw of 3.194,40 euro incl. btw
Juridische gronden
Adviezen
Het diensthoofd cultuur verleent positief advies.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Bestelbedrag
|
4.500,00 euro excl. btw of 5.445,00 euro incl. btw 2.640,00 euro excl. btw of 3.194,40 euro incl. btw |
Actie | Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling |
Jaarbudgetrekening | 0705-00/61410000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN 0190-00/61430000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (opleiding) |
Visum | niet vereist |
BESLUIT
Artikel 1
Goedkeuring wordt verleend aan het gunningsvoorstel, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.
Artikel 2
De opdracht “Ticketingsysteem met gebruikerslicenties voor de gemeente Deerlijk” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde LVP Reserveringssystemen BV, Heemraadssingel 32 te NL-3021 DB Rotterdam, tegen het nagerekende offertebedrag van:
◦ jaarlijkse kost: 4.500,00 euro excl. btw of 5.445,00 euro incl. btw
◦ éénmalige kost: 2.640,00 euro excl. btw of 3.194,40 euro incl. btw
Artikel 3
De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met de kredieten ingeschreven in het exploitatiebudget van 2021, op jaarbudgetrekening 0190-00/61430000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB) en 0705-00/61410000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB).
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.8. Ververijstraat 6 - recht van overgang - principieel akkoord - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd principieel akkoord te gaan met het verlenen van een recht van overgang ten voordele van de bewoners in de Ververijstraat 6 te Deerlijk.
Motivering
Wij kregen de vraag van de bouwheer van een nieuwe woning in de Ververijstraat 6 te Deerlijk of er toegang kan verkregen worden tot het perceel via de parking van het gemeentehuis.
De dienst ruimte ziet hier geen bezwaar in en is van mening dat hiervoor een recht van overgang kan worden toegestaan.
Er werd reeds een recht van overgang via de parking van het gemeentehuis toegestaan voor de inwoners van de Harelbekestraat 13 en 15.
Er wordt voorgesteld om de Vlaamse Dienst Vastgoedtransacties aan te stellen voor de opmaak van een schattingsverslag met betrekking tot het recht van overgang en de opdracht tot het verlijden van de akte toe te wijzen.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit principieel akkoord te gaan met het verlenen van een recht van overgang ten voordele van de bewoners in de Ververijstraat 6 te Deerlijk.
Artikel 2
De Vlaamse Dienst Vastgoedtransacties wordt aangesteld voor de opmaak van het schattingsverslag en voor de opmaak en het verlijden van de akte.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.9. Aanwervingsprocedure deskundige omgeving en mobiliteit - samenstelling selectiecommissie - goedkeuring
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.10. Jubileum - ontvangst gemeentehuis 11 juli 2021 om 10 uur - aanpassing - goedkeuring
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.11. Jubileum - bezoek ten huize - goedkeuring
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.12. Jubileum - ontvangst gemeentehuis - goedkeuring
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.13. Jubileum - bezoek ten huize - goedkeuring
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.14. Internationale Dag tegen Holebifobie en Transfobie (IDAHOT) - deelname - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om deel te nemen aan de Internationale Dag tegen Holebifobie en Transfobie (IDAHOT) die zoals elk jaar plaatsvindt op 17 mei 2021.
Motivering
Via hun mail van 29 maart 2021 lanceren de 5 provinciale regenbooghuizen en de holebi- en transgenderkoepel çavaria hun jaarlijkse oproep omtrent de Internationale Dag tegen Holebifobie en Transfobie (IDAHOT). Al enkele jaren worden alle gemeenten opgeroepen om deze actie te ondersteunen.
Aan alle gemeenten wordt gevraagd de regenboogvlag te hijsen aan het gemeentehuis, OCMW, de gemeentelijke sporthal of bibliotheek, op 17 mei 2021.
Op die manier toont de gemeente aan dat holebi's en transgenders zich thuis mogen voelen en spreekt ze zich uit tegen elke vorm van discriminatie.
Een overzicht van wat de gemeente nog meer kan doen indien zij verder wil gaan dan enkel de belangrijke, symbolische actie van het ophangen van de regenboogvlag, is terug te vinden bij het regenboogmenu op de IDAHOT-website.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de regenboogvlag aan het gemeentehuis uit te hangen op 17 mei 2021.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit de deelname van de gemeente Deerlijk te registreren op www.IDAHOT.be voor woensdag 12 mei 2021 en een foto van de uitgestalde vlag door te sturen naar het regenbooghuis West-Vlaanderen.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit geen andere acties te onderschrijven.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.15. TMVS dv - algemene vergadering van 15 juni 2021 - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
TMVS dv nodigt de gemeente uit tot het bijwonen van de algemene jaarvergadering die volledig digitaal plaatsvindt via interactieve video-conferencing (ZOOM), op dinsdag 15 juni 2021 om 14.30 uur.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de uitnodiging, de agendapunten te overlopen en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken deze materie te agenderen op de gemeenteraadszitting van 29 april 2021.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt de agenda met volgende punten:
1) Toetreding van deelnemers en overdracht van deelnemers
2) Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge de toetreding van deelnemers en de overdracht van deelnemers
3) Verslag van de raad van bestuur over boekjaar 2020
4) Verslag van de commissaris
5) a. Goedkeuring van de jaarrekening over boekjaar 2020 afgesloten per 31 december 2020
b. Goedkeuring van de voorgestelde winstverdeling over boekjaar 2020
6) Kwijting aan de bestuurders en de commissaris
7) Huishoudelijk reglement
8) Statutaire benoemingen - raad van bestuur
Varia en mededelingen
In de gemeenteraadszitting van 28 februari 2019 werd de heer Matthias Vanneste aangesteld als effectief vertegenwoordiger en de heer Jo Tijtgat als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van TMVS dv.
De financieel beheerder heeft hieromtrent geen opmerkingen om reden dat er geen financiële link is.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt op de agenda van de gemeenteraad van 29 april 2021 te plaatsen.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.16. GASELWEST - algemene vergadering van 28 juni 2021 - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Gaselwest nodigt de gemeente uit tot het bijwonen van de algemene vergadering die plaatsvindt op maandag 28 juni 2021 om 18.00 uur in HypoLoggia, Holstraat 95/11 te 8790 Waregem, onder voorbehoud van de eventuele verdere ontwikkelingen rond het coronavirus COVID-19 en de mogelijke effecten daarvan voor deze algemene vergadering.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de uitnodiging, de agendapunten te overlopen en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken deze materie te agenderen op de gemeenteraadszitting van 29 april 2021.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt de agenda met volgende punten:
1) Kennisneming verslagen van Gaselwest van de raad van bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2020.
2) Goedkeuring van de jaarrekening van Gaselwest afgesloten op 31 december 2020 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).
3) Vaststelling uitkeringen overeenkomstig art. 6:114 en volgend WVV.
4) Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomités en de commissaris van Gaselwest met betrekking tot het boekjaar 2020.
5) Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.
6) Statutaire benoemingen.
7) Statutaire medelingen:
▪ 7.1 Actualisering van het register van de deelnemers.
▪ 7.2 Kennisneming definitieve ruilverhouding uittreding/toetreding Deinze.
▪ 7.3 Definitieve creatie aandelen Apt n.a.v. kapitaalverhoging Publi-T.
In de gemeenteraadszitting van 28 februari 2019 werd de heer Jo Tijtgat aangesteld als effectief vertegenwoordiger en de heer Bert Schelfhout als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van Gaselwest.
De financieel beheerder heeft hieromtrent geen opmerkingen om reden dat er geen financiële link is.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt op de agenda van de gemeenteraad van 29 april 2021 te plaatsen.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.17. Jubileum - ontvangst gemeentehuis - goedkeuring
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.18. Zitdagen 2021 voor invullen belastingen - annulatie - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het feit dat de zitdagen voor het invullen van de belastingen in 2021 niet zullen georganiseerd worden, rekening houdend met de onduidelijkheid over hoe het Covid-virus zich in de komende maanden zal gedragen.
Motivering
In 2020 heeft de FOD Financiën, ondanks de moeilijke omstandigheden, de dienstverlening voor de hulp bij het invullen van de aangiften in de personenbelasting gegarandeerd door een systeem van hulp per telefoon op te zetten.
Via hun mail van 30 maart 2021 heeft de FOD Financiën de gemeente op de hoogte gebracht dat zij ook dit jaar maximaal zullen inzetten op hulp per telefoon.
Onder bepaalde voorwaarden en aan een specifieke doelgroep kan er in samenwerking met de lokale besturen (sociaal huis, OCMW, ...) hulp worden geboden bij het invullen van de aangifte 2021.
Het secretariaat noch het sociaal huis heeft in 2020 moeilijkheden, zoals bijvoorbeeld taal-, gehoor- of communicatieproblemen gedetecteerd bij de hulp per telefoon.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het feit dat de hulp bij het invullen van de belastingaangifte, in 2021 telefonisch en op afspraak georganiseerd wordt door de FOD Financiën.
In de maand april zullen medewerkers van de FOD Financiën telefonisch contact opnemen met de personen die vorig jaar gebruik maakten van hulp om hun aangifte via de telefoon in te vullen. De afspraken zelf zullen telefonisch doorgaan in de maanden mei en juni.
Vanaf 5 mei 2021 kunnen personen, die de FOD Financiën telefonisch niet kon bereiken in april of die een aangifte ontvangen hebben waarop het telefoonnummer voor de afspraken vermeld staat, zelf contacten opnemen met de FOD Financiën om een afspraak te boeken.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen wenst geen medewerker van het lokaal bestuur in te zetten voor het bijstaan van personen die behoren tot de specifieke doelgroep met taal-, gehoor- of communicatieproblemen, gezien de noodzaak hiervan niet ervaren wordt.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.19. ICT - Onderhoud door Cipal Schaubroeck op Linux - Alle veiligheidspathces/updates worden door Cipal Schaubroeck geinstalleerd op onze Linux servers voor een maandelijkse kost.
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het onderhoud op de Linux servers in onze omgeving door Schaubroeck goed te keuren.
Motivering
Regelmatig verschijnen er veiligheidsupdates voor de Linux servers in onze omgeving. Deze servers staan in voor de functionaliteit van de Cipal Schaubroeck toepassingen. Het installeren van deze veiligheidsupdates gebeurde op heden niet. Recent heeft Cipal Schaubroeck beslist om dit eenmalig gratis voor al onze servers uit te voeren.
Om in de toekomst altijd met veilige servers te werken, vragen wij aan Cipal Schaubroeck om dit te blijven doen, waarbij Schaubroeck naar best vermogen beoordeelt of patches aangewezen zijn, en zo ja welke, daarbij rekening houdend met enerzijds de veiligheid van onze systemen en anderzijds de beschikbaarheid van en compatibiliteit met onze applicaties. Indien de upgrades aangewezen zijn, dan zal Cipal Schaubroeck zelf initiatief nemen om deze door te voeren op onze systemen
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | maandelijks per server €24,20 incl. BTW of 4 servers voor 3 jaar: € 3484,80 incl. BTW |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om Cipal Schaubroeck de veilligheidsupdates te laten installeren op onze Linux servers.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.20. Doortocht Paracycling Classic - 2 mei 2021- vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van de wielerwedstrijd International Paracycling Classics, die plaatsvindt op zondag 2 mei 2021, goed te keuren.
Motivering
Op zondag 2 mei 2021 vindt de doortocht van de wielerwedstrijd International Paracycling Classics plaats op het grondgebied van de gemeente Deerlijk.
In het belang van de openbare orde en van de veiligheid dient onverwijld opgetreden te worden.
PZ Gavers verleende op 8 maart 2021 een positief advies en maakte een tijdelijk politiereglement op het verkeer op.
Het tijdelijke politiereglement wordt goedgekeurd onder voorbehoud dat de geldende corona richtlijnen deze activiteit op de voorziene datum toelaten en dat de corona maatregelen correct worden toegepast.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur
Andere:
• Art. 119, § 1 en art. 130 bis van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)
• wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen
• koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen
• ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit op zondag 2 mei 2021, tussen 12.00 uur en 14.00 uur, in de Harelbekestraat; Schoolstraat; St- Rochusstraat, Waregemstraat, Breestraat en Vichtesteenweg, enkel verkeer toe te laten in de rijrichting van de renners, zijnde de richting van de opsomming van voornoemde straten.
In de andere richting zijn enkel voetgangers en personen die een fiets of bromfiets aan de hand leiden, toegelaten, voor zover zij het trottoir gebruiken.
Artikel 2
Het stilstaan en parkeren wordt op zondag 2 mei tussen 10.00 uur en 15.00 uur verboden in de in artikel 1 opgesomde straten of straatgedeelten.
Artikel 3
Het verkeer naar de in artikel 1 opgesomde straten wordt omgelegd.
Artikel 4
De nodige te plaatsen verkeersborden voortvloeiend uit de bepalingen vervat in voorgaande artikels, worden overeenkomstig de bij wet voorziene bepalingen aangebracht.
Artikel 5
De inrichters dienen zich te houden aan de bepalingen vermeld in de huidige politieverordening.
Artikel 6
Overtredingen op onderhavig besluit worden gestraft met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.
Artikel 7
Afschrift van dit besluit wordt aan de bevoegde overheden overgemaakt.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.21. OMV 2021_58 - Pladijsstraat 94 - melding van overname - aktename
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor de gehele overname van een landbouwbedrijf op een perceel gelegen Pladijsstraat 94 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 134 A en (afd. 2) sectie D 145 M ingediend door de heer Philip Degezelle wonende Teesweg 1 te 8530 Harelbeke.
Motivering
De melding ingediend door de heer Philip Degezelle wonende Teesweg 1 te 8530 Harelbeke, werd per beveiligde zending verzonden op 29 maart 2021.
Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.
Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.
Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”
VOORWERP VAN DE MELDING
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Pladijsstraat 94, kadastraal bekend afdeling 2 sectie D nrs. 134A en 145M.
De aanvrager, Philip Degezelle, Teesweg 1, 8530 Harelbeke meld de gehele overname van de ingedeelde inrichting of activiteit van de vorige exploitant, Joseph Lauwers, Pladijsstraat 94, 8540 Deerlijk.
De overname heeft betrekking op een milieuvergunning, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 15 september 2010, geldig tot 15 september 2030 en bevat de volgende ingedeelde rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
9.4.3.a)1° | inheemse grote zoogdieren (runderen) | 65 stuks | 2 |
15.1.1° | voertuigen die geen personenwagen zijn | 6 voertuigen | 3 |
17.3.7.1° | brandbare vloeistoffen (olie) | 400 liter | 3 |
17.3.6.1°b) | brandbare vloeistoffen (mazout) | 2.500 liter | 3 |
16.8.1° | opslag gas (in flessen) | 495 liter | 3 |
17.3.9.1° | brandstofverdeelinstallatie | 1 verdeelslang | 3 |
28.2.c)1° | opslagplaatsen voor dierlijke mest | 200 m³ | 3 |
53.8.1° | grondwaterwinning | 492 m³/jaar | 3 |
BEVOEGDHEID
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een verandering of wijziging van een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER
Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.
De melding heeft betrekking op artikel 97 van het uitvoeringsbesluit Omgevingsvergunning waarin gesteld wordt dat de bevoegde overheid het vergunningsbesluit actualiseert als gevolg van de melding van overdracht.
Deze procedure van overdracht is een louter administratieve handeling die aanduidt aan welke exploitant de ingedeelde inrichting gebonden is.
De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit als met omzichtigheid benaderd worden.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.
De bestaande vergunningsvoorwaarden blijven van kracht.
Juridische gronden
Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014
Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)
Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Philip Degezelle wonende Teesweg 1 te 8530 Harelbeke voor de gehele overdracht van een landbouwbedrijf, gelegen Pladijsstraat 94 te Deerlijk, door Philip Degezelle, Teesweg 1, 8530 Harelbeke van de vorige exploitant, Joseph Lauwers, Pladijsstraat 94, 8540 Deerlijk.
De milieuvergunning, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 15 september 2010, geldig tot 15 september 2030, bevat de volgende ingedeelde rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
9.4.3.a)1° | inheemse grote zoogdieren (runderen) | 65 stuks | 2 |
15.1.1° | voertuigen die geen personenwagen zijn | 6 voertuigen | 3 |
17.3.7.1° | brandbare vloeistoffen (olie) | 400 liter | 3 |
17.3.6.1°b) | brandbare vloeistoffen (mazout) | 2.500 liter | 3 |
16.8.1° | opslag gas (in flessen) | 495 liter | 3 |
17.3.9.1° | brandstofverdeelinstallatie | 1 verdeelslang | 3 |
28.2.c)1° | opslagplaatsen voor dierlijke mest | 200 m³ | 3 |
53.8.1° | grondwaterwinning | 492 m³/jaar | 3 |
Artikel 2
De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de algemene en sectorale voorwaarden zoals deze vermeld staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/
Uitvoerbaarheid
U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.
Aanplakking
U moet de meldingsakte bekendmaken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.
De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".
Verval
De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;
2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;
4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.
De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Beroepsmogelijkheid
U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:
Raad voor Vergunningsbetwistingen
p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges
Koning Albert II-laan 35 bus 81
1030 Brussel
U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.
Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopie of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).
U bent een rolrecht verschuldigd van:
• 200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;
• 100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.
U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Meer info
De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in
• het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges
• het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
• het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges
Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.22. VK 2016.7 - Otegemse steenweg 1-11 - verzaking verkaveling - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding van verzaking van een verkavelingsvergunning.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 26 oktober 2016 een verkavelingsvergunning afgeleverd aan Vereecke Regine, Ruitersdreef 7, 8550 Zwevegem, strekkende tot het verkavelen van grond in 6 loten, gelegen Otegemse steenweg 1-11, op heden gekadastreerd, afdeling 2, sectie E, nummers 831A, 831B, 831C, 831D, 831E en 831F.
De huidige eigenaars van de loten 1 en 2 hebben op 22 maart 2021 per beveiligde zending gemeld te verzaken aan de verkavelingsvergunning afgeleverd op 26 oktober 2016, dit in toepassing van artikel 104 van het omgevingsvergunningsdecreet. Aan een verkavelingsvergunning kan worden verzaakt door de eigenaar die alle kavels heeft verworven of in geval van akkoord van alle eigenaars ongeacht of deze vergunning geheel of gedeeltelijk verwezenlijkt is. Bij de melding is het akkoord van alle eigenaars van de verkaveling gevoegd. Dit betekent dat zij eenzijdig afstand doen van de uit de verkaveling verkregen rechten.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de verzaking van de verkaveling VK 2016.7 zoals goedgekeurd op 26 oktober 2016.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.23. OMV 2020_247 - Veldstraat 11 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van de bestaande woning, slopen van de bestaande achterbouw en bouwen van een nieuwe uitbouw, op een perceel gelegen Veldstraat 11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 135 D aangevraagd door Hooghe - Victor wonende Veldstraat 11 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 9 april 2021.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
Het platte dak moet volgens de voorschriften van het geldende BPA afgewerkt worden met een grindbedekking.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Gavers, wijziging B, zoals goedgekeurd bij MB van 1 september 1987.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het BPA is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 juni 1968 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woonhuis.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 oktober 1999 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een afsluiting in collstrop achteraan het perceel.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langsheen de Veldstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De omgeving van de Veldstraat wordt gekenmerkt door een residentiële bebouwing. De woningen zijn in hoofdzaak van het gekoppelde of het vrijstaande type. De woningen bestaan uit 2 bouwlagen en een dakvolume.
De eigendom van de aanvrager betreft een halfopen eengezinswoning gebouwd op de rechter zijperceelsgrens en bestaand uit 2 bouwlagen met zadeldak. Achter het hoofdvolume is een aangebouwd nevenvolume met veranda en aangebouwde garage in de zijtuinstrook.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst de bestaande woning te verbouwen en uit te breiden. Het bestaande hoofdvolume blijft behouden, evenals de bestaande garage die zich tot op de linker zijperceelsgrens bevindt. De bestaande bijbouw en veranda achter het hoofdvolume worden grotendeels afgebroken. Er wordt een nieuw volume opgetrokken over de volledige breedte van het hoofdvolume, zijnde op de rechter zijperceelsgrens en deels op 3 m van de linker zijperceelsgrens en deels tot tegen de bestaande garage. Het nieuwe volume zal een diepte hebben van 7,24 m. De totale bouwdiepte van de woning komt zo op 16,24 m te liggen. Het nieuwe volume wordt afgewerkt als één bouwlaag met een plat dak met een hoogte van 3,22 m boven het vloerpas. De garage behoudt zijn hoogte van 2,99 m. De nieuwe gevels worden afgewerkt met een oranje rode gevelsteen zoals de bestaande gevels van het hoofdvolume. De raampartijen worden afgewerkt in een zwart aluminium schrijnwerk. Het bestaande hoofdvolume wordt verder intern verbouwd door het inbrengen van een nieuw toilet in de inkomhal, het openbreken van de bestaande muren aan de achterzijde op het gelijkvloers en het aanleggen van nieuwe vloeren. Voor het overige blijft het hoofdvolume behouden zowel qua volume als uitzicht in het straatbeeld. De eetruimte en leefruimte blijven behouden, ook de functies op de verdieping blijven behouden en het nieuwe gedeelte wordt ingericht als leefkeuken.
Het terras wordt heraangelegd met een oppervlakte van 34,98 m². In de voortuin is de oprit naar de garage verhard in grind evenals het toegangspad naar de woning. Tussen de oprit en het toegangspad is een haagje aanwezig en de zone tussen het toegangspad en de rechter zijperceelsgrens is ingericht als groenzone. Deze voortuin blijft behouden.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 29 januari 2021 tot 27 februari 2021. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Gavers wijziging B.
De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:
Plan schrijft voor: | ontwerp voorziet: |
Hellend dak verplicht voor deel in zone hoofdvolume (eerste 15 m) | Uitbouw met plat dak |
Hoogte van 1 BL = 3 m gemeten tov voetpad | Hoogte uitbouw is 3,52 m tov voetpad |
Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de eigendom binnen de zone 3 bestemd is voor wonen, menging halfopen en open bebouwing, het perceel minder dan 40 % bebouwd is, de bebouwde oppervlakte minder dan 250 m² bedraagt, de tuinzone een diepte heeft van minstens 8 m, de afstand tot de vrije zijperceelsgrens 3 m bedraagt, de bouwdiepte op het gelijkvloers minder dan 25 m bedraagt, de diepte op de verdieping niet wijzigt, de kroonlijsthoogte voor het hoofdvolume minder dan 6,50 m bedraagt, het hoofdvolume niet aangepast wordt, er bij de woning 1 garage of stallingsruimte en 1 parkeerplaats aanwezig is, het materiaalgebruik constructief en esthetisch verantwoord is, de gevelbekleding voorzien is in kleinschalige materialen en aan de voortuinstrook (zone 13) geen wijzigingen uitgevoerd worden
Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.
De afwijking heeft betrekking op dakvorm en afmeting zodat een afwijking overwogen kan worden.
De afwijking op de dakvorm kan positief beoordeeld worden gezien het hoofdvolume zijn hellende dakvorm blijft behouden en deze bepalend is in het bestaande straatbeeld, enkel het nevenvolume voorzien wordt van een plat dak, het platte dak zich aan de achterzijde bevindt en een platte dakvorm voor minder hinder zorgt voor de aanpalende eigenaars.
De afwijking op de hoogte is eveneens beperkt en noodzakelijk teneinde te kunnen voldoen aan de hedendaagse eisen inzake EPB. De aanpalende eigenaars formuleerden geen bezwaar tegen deze hoogte van de scheidingsmuur zodat ook deze afwijking positief beoordeeld kan worden.
Teneinde te voldoen aan de bepalingen van het BPA moet het platte dak volgens de voorschriften afgewerkt worden met een grindbedekking. Aangezien dit niet verder opgenomen is in de legende dient dit als voorwaarde opgelegd te worden.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Veldstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een bestaande eengezinswoning in een residentiële omgeving met behoud van de functie zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Het bestaande hoofdvolume van de woning blijft behouden zodat het bestaande straatbeeld niet wijzigt. Het nieuwe volume bevindt zich volledig aan de achterzijde zodat de impact beperkt zal zijn. De hoogte is standaard en de bouwdiepte is beperkt. Door de verbouwing ontstaat er een compacter bouwvolume en is er een betere connectie met de private tuinzone. Het perceel is voldoende ruim teneinde een kwalitatieve buitenruimte te creëren bij de woning. De inrichting van de voortuinstrook blijft behouden. Ook de bestaande garage en voorliggende opritzone blijft behouden zodat de impact op mobiliteit te verwaarlozen is.
Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Hooghe - Victor wonende Veldstraat 11 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen van de bestaande woning, slopen van de bestaande achterbouw en bouwen van een nieuwe uitbouw, op een perceel gelegen Veldstraat 11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 135 D, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
het platte dak moet volgens de voorschriften van het geldende BPA afgewerkt worden met een grindbedekking.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.24. OMV 2020_227 - Windmolenstraat 12 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Windmolenstraat 12 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 141 M2 aangevraagd door de heer Nicolas Thoma met als contactadres Waregemstraat 534 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 8 april 2021.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
De verharding in de zijtuin dient beperkt te worden tot een diepte van 3 m naast de zijgevel van de woning.
De oprit dient zo aangelegd te worden dat de straatboom behouden kan blijven.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woonuitbreidingsgebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een bijzonder plan van aanleg, BPA Molenhoek, wijziging A, goedgekeurd bij MB op 7 oktober 1987.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 5 februari 1978 (dossiernummer VK 1978.1/2019-1).
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het BPA en de verkaveling zijn van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.
Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langs de Windmolenstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door een residentiële bebouwing van het vrijstaande bebouwingstype in hoofdzaak bestaand uit één bouwlaag met kamers onder het dak. In de ruimere omgeving is een landbouwbedrijf aanwezig.
Op het perceel van de aanvrager is een vrijstaand tuinhuisje aanwezig in de rechterhoek achteraan en is ook een hoogstammige boom ingeplant en wat struikgewas aanwezig. Het perceel is langs de straatzijde afgezet met een volgroeide haag.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst op het perceel een vrijstaande eengezinswoning te bouwen.
De woning wordt ingeplant op deels 8,93 m en deels 10,19 m van de rooilijn, op telkens 4 m van de zijperceelsgrenzen en op 16,95 m van de achterkavelgrens. De woning heeft een breedte van 12 m op een diepte van maximaal 11 m. Ter hoogte van de inkom springt de voorgevel 2 m in over een breedte van 2,78 m.
De woning bestaat uit één bouwlaag met zadeldak. De kroonlijsthoogte bedraagt deels 2,53 m ter hoogte van de voorgevelbouwlijn en deels 3,30 m ter hoogte van de inkomhal en langs de achterzijde. De nokhoogte ligt op 7,98 m. Op het gelijkvloers bevindt zich de inkomhal met toilet, de living, een keuken en een wasplaats/berging. Op de verdieping worden 3 slaapkamers, een badkamer en een berging/dressing ondergebracht. De gevels worden afgewerkt in bruinrode gevelsteen, de dakbedekking bestaat uit bruine dakpannen en het schrijnwerk is voorzien in zwarte aluminium. In het dakvlak aan de voorzijde wordt 50 m² aan zonnepanelen voorzien.
In de voortuin wordt een oprit verhard in waterdoorlatende materialen met een breedte van 5,78 m tot op 1 m van de rechter zijperceelsgrens. Deze verharding loopt met een breedte van 3 m door langs de woning tot op een diepte van 1 m achter de achtergevel van de woning. De totale lengte van de oprit naast de woning bedraagt 20 m vanaf de rooilijn. In de voortuin wordt voor de woning nog een terras aangelegd met een diepte van 3 m op een breedte van 9,22 m. Dat terras watert af in het voorliggend gazon. In de tuinzone wordt een terras aangelegd met een diepte van 3 m op een breedte van 7 m vanaf de linkerhoek van de woning. Dit terras wordt voorzien in niet-waterdoorlatende materialen en wordt aangesloten op de infiltratievoorziening. Het terras sluit met een pad met een diepte van 1 m aan op de oprit-verharding naast de woning.
Ter hoogte van de oprit is een straatboom aanwezig die volgens de plannen behouden wordt.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 11 december 2020 tot 9 januari 2021. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Een tweede openbaar onderzoek werd gehouden naar aanleiding van een administratieve lus. Het tweede openbaar onderzoek vond plaats van 11 januari 2021 tot 9 februari 2021. Naar aanleiding van dit openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De eigendom is gelegen binnen de grenzen van de goedgekeurde niet-vervallen verkaveling zoals goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 5 februari 1978 (dossiernummer VK 1978.1/2019-1).
Aangezien de verkaveling meer dan 15 jaar oud is, vormt deze in toepassing van artikel 4.3.1 §1 van de VCRO geen weigeringsgrond meer voor de vergunningverlenende overheid en kan ze bijgevolg als het ware buiten beschouwing gelaten worden.
Bijgevolg dient de aanvraag getoetst te worden aan de voorschriften van het geldende BPA Molenhoek, wijziging A, zoals goedgekeurd op 7 oktober 1987.
De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:
Plan schrijft voor: | ontwerp voorziet: |
Inplanting van de woning: minimum 5 m en maximaal 10 m achter de rooilijn | Inplanting van de woning: deels tot op maximaal 10,19 m achter de rooilijn |
Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de aanvraag gelegen is binnen de zone voor eengezinswoningen met een maximale terreinbezetting van maximaal 33% en maximaal 250 m², de afstand tot de achterkavelgrens minstens 8 m is, de afstand tot de zijperceelsgrenzen 4 m bedraagt, de diepte op het gelijkvloers minder is dan 25 m, de diepte op de verdieping kleiner is dan 12 m, de woning kan bestaan uit 2 bouwlagen met een hellende dakvorm, de dakhelling gelegen is tussen 20° en 60°, de kroonlijsthoogte maximaal 6,50 m mag bedragen, 1 garage of stallingsruimte en 1 parkeerplaats aansluitend bij de openbare weg gerealiseerd wordt, de gebruikte materialen constructief en esthetisch verantwoord zijn, de materialen kleinschalig zijn en de voortuinstrook voor maximaal 40 % verhard mag worden.
Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.
De afwijking heeft betrekking op de inplanting van de woning zodat een afwijking overwogen kan worden. De woning wordt grotendeels ingeplant binnen de opgelegde voorschriften, de inplanting wordt slechts deels met 0,19 cm overschreden omwille van de schuin oplopende rooilijn zodat de afwijking als beperkt kan beschouwd worden. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar geformuleerd tegen de diepere inplanting. Bijgevolg kan de afwijking positief beoordeeld worden.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Windmolenstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 2.500 liter en een referentieoppervlakte van 8 m², het terras vooraan en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte en het terras achteraan wordt aangesloten op de infiltratievoorziening zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een vrijstaande eengezinswoning in een residentiële omgeving zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De woning bestaat uit een volume van één bouwlaag met zadeldak en wordt afgewerkt in traditionele kleinschalige materialen zodat de aanvraag zich qua visueel-vormelijke elementen maximaal zal integreren in het bestaande straatbeeld. De woning is compact opgebouwd zodat er nog voldoende ruimte vrij is (slechts 17 % is bebouwd) teneinde een voldoende kwalitatieve private buitenruimte in te richten. Er wordt geen inpandige garage voorzien doch wordt voldoende verharding aangelegd als opritzone teneinde te kunnen parkeren op eigen terrein en bijgevolg geen negatieve impact te hebben op het aspect mobiliteit. Er wordt in de zijtuin verharding aangelegd tot op een diepte van 20 m. Uit het dossier valt niet op te maken waarom een dergelijke diepte noodzakelijk is. De voorziene verharding biedt ruimte voor het parkeren van 4 wagens wat voor een eengezinswoning toch ruim gedimensioneerd is. Gezien het belangrijk is om de verharding op een perceel tot een minimum te beperken wordt voorgesteld op te leggen dat de verharding in de zijtuin beperkt moet worden tot een diepte van 3 m naast de zijgevel van de woning (gezien het inkomgedeelte daar voorzien is). De rest van de zijtuin dient ingericht te worden met levend groen. De aanleg van de opritzone houdt ook geen rekening met de aanwezige straatboom. Gelet op de breedte en diepte van de oprit kan deze ter hoogte van de rooilijn versmald worden teneinde de straatboom te kunnen behouden. Bijgevolg is het wenselijk volgende voorwaarden op te leggen:
- De verharding in de zijtuin dient beperkt te worden tot een diepte van 3 m naast de zijgevel van de woning.
- De oprit dient zo aangelegd te worden dat de straatboom behouden kan blijven.
Het ontwerp kan verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periodes van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Nicolas Thoma met als contactadres Waregemstraat 534 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Windmolenstraat 12 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 141 M2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
De verharding in de zijtuin dient beperkt te worden tot een diepte van 3 m naast de zijgevel van de woning.
De oprit dient zo aangelegd te worden dat de straatboom behouden kan blijven.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.25. OMV 2021_12 - De Spijker 10 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor de nieuwbouw en exploitatie van een industriegebouw, op een perceel gelegen De Spijker 10 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 573 L, (afd. 1) sectie B 1258 G en (afd. 1) sectie B 1290 A aangevraagd door Henk Lambrecht namens Qmatex BVBA gevestigd De Spijker 10 te 8540 Deerlijk en namens QTRONICS BVBA gevestigd Stedestraat 51 te 8530 Harelbeke.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 7 april 2021.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
De voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies dienen strikt gevolgd te worden.
De voorwaarden geformuleerd in het gunstig advies van de Intercommunale Leiedal dienen strikt gevolgd te worden.
In toepassing van de gewestelijke verordening hemelwater mag slechts één regenwaterput van 10.000 liter voorzien worden.
De inrichting van de oprit wordt, gezien de strijdigheid met het BPA, uitgesloten uit de vergunning. Een aparte aanvraag voor de inrichting van de oprit moet opnieuw ingediend worden.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woonuitbreidingsgebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Vichtesteenweg, goedgekeurd bij ministerieel besluit op 5 februari 2009.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het BPA is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is deels in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
- Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 maart 2018 door de Vlaamse overheid voor het uitvoeren van infrastructuurwerken voor het bedrijventerrein De Spijker, meerbepaald de aanleg van een nieuwe riolering, nieuwe wegenis, een HS-cabine, een bufferbekken, infiltratiebekken en een langsgracht met buffercapaciteit en het rooien van bomen.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
- Omgevingsvergunningsaanvraag waarvan akte genomen op 12 september 2018 voor de bronbemaling ten behoeve van de wegenbouw
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom situeert zich langs De Spijker, een voldoende uitgeruste weg. Deze weg is ingericht als een doodlopende straat, aansluitend op de Vichtesteenweg. De Vichtesteenweg is de verbindingsweg tussen het centrum van de gemeente Deerlijk met de N36 en het afrittencomplex van de E17. De Spijker betreft een recent ontwikkelde KMO-zone waarvoor op heden diverse omgevingsvergunningen aangevraagd worden en reeds ontwikkelingen gestart zijn.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst een industriegebouw met burelen te bouwen. De industriebouw wordt ingeplant op 10 m van de rooilijn, op 4,20 m van de rechter zijperceelsgrens en op de linker zijperceelsgrens. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt 4 m. De industriebouw heeft een breedte van 29,80 m op een diepte van 59,50 m. Het gebouw wordt opgetrokken met een kroonlijsthoogte van 8 m en wordt afgewerkt met een plat dak. Op het gelijkvloers bevindt zich een vergaderruimte, onthaalruimte, secretariaat/magazijn, een magazijn, 2 maal sanitaire ruimtes en een refter. Daarnaast bevindt zich ook een magazijn met geïntegreerde fietsenstalling. Op het verdiep wordt een polyvalente ruimte, een kitchenette, een bureel voor directie, een landschapsbureel, een ruimte voor archief/servers en een ruimte voor technieken voorzien. Aansluitend aan het landschapsbureel en de polyvalente ruimte wordt een overdekt terras voorzien.
In de achteruitbouwstrook worden 10 parkeerplaatsen aangelegd, waarvan één voor personen met een beperking. De parkeerplaatsen worden uitgevoerd in waterdoorlatende verharding, met uitzondering van de parkeerplaats voor personen met een beperking die net als de rest van de achteruitbouwstrook aangelegd wordt in beton. Tussen de rechter zijgevel en de rechter zijperceelsgrens is er een berijdbare strook aangelegd in grasdallen. De ruimte tussen de achtergevel en de achterste perceelsgrens is aangelegd in groen.
Ter hoogte van de voorbouwlijn heeft de oprit een breedte van 6 m, ter hoogte van de rooilijn bedraagt die 12 m.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De activiteiten van QMatex BV omvatten het ontwerpen en ontwikkelen van machines voor niche-toepassingen in de textielindustrie. Er is geen eigen productie van machines. De ontwikkelde en ontworpen machines worden door derden geproduceerd en worden als onderdelen aangeleverd bij QMatex BV die de assemblage van de volledige machines verzorgt. De geassembleerde machines worden, voorafgaand aan de uitlevering naar de klant, uitvoerig getest in de voorziene testrooms. Voor de uitvoering van deze activiteiten zal er een volledig nieuw industriegebouw met werkplaatsen, testrooms en burelen gebouwd worden. De gebouwen en grond zijn in eigendom van het zusterbedrijf QTronics BV.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
16.3.2°a) | Compressor (Nieuw) | 5 kW | 3 |
24.4. | Testrooms (Nieuw) | 1 Labo | 3 |
29.5.2.1°b) | Metaalbewerkingsmachines (Nieuw) | 5 kW | 3 |
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden over de aanvraag.
De aanpalende eigenaars werden op 23 februari 2021 aangeschreven omdat de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.
Brandweerzone Fluvia, dienst brandpreventie werd om advies verzocht op 19 februari 2021. De adviesinstantie bracht op 1 maart 2021, ontvangen 2 maart 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
‘De aanvraag wordt enkel gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsadvies en in het bijzonder wordt verwezen naar de bemerkingen vermeld onder de rubrieken 4.5 - 5.8.4 - 9 - 15.1..
In functie van de maatgevende brandbelasting werd het industriegebouw door de bouwheer ingedeeld in klasse A. Het gebouw mag hierdoor enkel gebruikt worden voor activiteiten met dezelfde maatgevende brandbelasting of activiteiten die leiden tot dezelfde klasse, zo niet is het gebouw niet meer conform en zullen mogelijk aanpassingswerken nodig zijn. Bij wijziging van brandklasse vervalt sowieso bijgevoegd verslag en dient een nieuw dossier ingediend bij de brandweer.’
De Intercommunale Leiedal werd om advies verzocht op 19 februari 2021. De adviesinstantie bracht op 18 maart 2021, ontvangen 18 maart 2021 een ongunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Verkoopsvoorwaarden en inplantingsvoorschriften De Spijker, kortweg “Voorwaarden De Spijker” (als bijlage toegevoegd).
(2.1.1)
De plannen geven geen indicatie van de sterkte van de dakstructuur. Conform de voorwaarden De Spijker, punt 2.3, moet de draagkracht van het dak voldoende sterk zijn om zonnepanelen te kunnen installeren en onderhouden. (zie bijlage ‘Voorwaarden De Spijker’)
(2.1.2)
Delen van de buitenwanden zijn opgebouwd uit vlakke betonpanelen. Noch de plannen noch de beschrijvende nota van de architect geven meer detailgegevens rond de aard van het materiaal. Omdat het uitwendig voorkomen van de aanwezige bedrijfsgebouwen in aanzienlijke mate mede beeldbepalend is voor het visueel totaalbeeld van het bedrijventerrein De Spijker, benadrukt Leiedal het belang om bijzondere aandacht te besteden aan de kwaliteit van de betonpanelen. Deze kan qua uitzicht met name sterk variëren.
(2.1.3)
Het plan van de voorgevel toont bij de bouwaanvraag nog geen logo of naamaanduiding. Omdat Leiedal een uniforme uitvoeringswijze wenst voor alle gevestigde bedrijven en vooral omdat zo’n elementen de visuele totaalaanblik van het bedrijventerrein bepalen werden voorwaarden opgelegd in punt 2.6. (Logo’s en naamaanduidingen) van de voorwaarden De Spijker. De uitvoering van het logo moet bijgevolg beantwoorden aan deze voorschriften. Om die reden moet het ontwerp van het logo ter goedkeuring worden voorgelegd aan Leiedal en dit voor de plaatsing ervan.
(2.1.4)
In de gevel van de westzijde (zijgevel links) is een opening voorzien. Volgens de voorwaarden De Spijker mogen in deze zijgevel geen vensters of andere openingen worden voorzien. Leiedal kan dan ook op dit punt de omgevingsaanvraag niet gunstig adviseren.
(2.1.5)
De vloeroppervlakte ingenomen door kantoren, ontvangstruimte, enz. op het gelijkvloers bedraagt meer dan 100 m². Dit is niet conform de voorwaarden De Spijker: het gedeelte boven 100 m² dient nl. op de verdieping georganiseerd te worden. Leiedal kan ook op dat punt de omgevingsaanvraag niet gunstig adviseren.
2.2. Ontsluiting
De toegang tot het perceel komt op de plaats waar een boom en een OV-paal staat. Hierbij geldt dat (zie artikel 3.1.2 van de voorwaarden De Spijker):
- het beperkt verplaatsen van OV-palen (openbare verlichtingspalen) slechts in heel uitzonderlijke gevallen mogelijk is, mits voorafgaande toelating van Leiedal, de gemeente en de distributienetbeheerder.
- als een verplaatsing van een OV-paal toch toegelaten wordt, de kopers zich tot de distributienetbeheerder moeten richten.
- de kosten voor de verplaatsing uitsluitend en volledig ten last van de koper is.
2.3. Riolering
Algemeen:
Onder artikel 4.1 van de voorwaarden De Spijker is onder andere opgenomen dat de kopers verplicht rekening dienen te houden met het gescheiden afwateringsstelsel en met de eigen van de milieureglementering terzake en dat ze daarop hun privaat rioolstelsel dienen af te stemmen. Het bedrijf dient dus enerzijds het regenwater (met inbegrip van het oppervlaktewater), en anderzijds het afvalwater, volstrekt gescheiden op te vangen en af te voeren naar het openbaar rioolstelsel (opgevat als een dubbel rioolstelsel).
(2.3.1)
Er wordt gewerkt met een intern gescheiden stelsel. Als aandachtspunt geven we mee dat er gescheiden aangesloten moet worden op de reeds, op het privaat perceel, aanwezige wachtaansluiting voor vuil water (DWA) en op de wadi achteraan het perceel voor RWA. Het is dus een aandachtspunt dat de aansluitingen effectief correct worden uitgevoerd. Voor de specifieke locatie van de DWA-aansluiting, kan het officiële opmetingsplan van Bart Degezelle van 22 oktober 2020 geconsulteerd worden. Op dit plan staat de aansluitingsbuis vuilwater van dit perceel correct aangegeven.
(2.3.2)
De afwatering van de buitenverharding is niet uitgetekend. Deze moet volledig op de RWA aangesloten worden, en waar nodig voorzien worden van een olie-afscheider om zo te voldoen aan de normen om te lozen op oppervlaktewater.
(2.3.3)
Het hergebruik van het regenwater staat niet vermeld op de plannen. De koper moet zijn regenwaterreserve maximaal pogen te hergebruiken op het bedrijfsperceel door aansluitingen te voorzien op minimaal het sanitair, één buitenkraan en één binnenkraan.
2.4. Fietsenstalling voor bezoekers
Het inplantingsplan duidt een fietsenstalling voor bezoekers aan dicht bij de oprit/circulatieruimte. Dit lijkt ons ,omwille van deze nabijheid, een minder logische locatie. Wij adviseren dan ook om deze fietsenstalling op een andere locatie te voorzien.
2.5. Afsluitingen
Er is geen afsluiting voorzien in de plannen. Mocht de bouwheer in de toekomst toch afsluiting wensen te plaatsen, dan moet de uitvoering ervan conform zijn aan punt 3.2 van de voorwaarden De Spijker.
2.6. Buitenverlichting
Op vandaag is er geen buitenverlichting voorzien in de plannen. Mocht de bouwheer in de toekomst toch buitenverlichting wensen te plaatsen, dan moet de uitvoering ervan conform zijn aan punt 4.3 van de voorwaarden De Spijker.’
Naar aanleiding van dit ongunstig advies werd door de architect, na een overleg met de Intercommunale Leiedal dd. 29 maart 2021, via het omgevingsloket op 1 april 2021 een extra begeleidende nota opgemaakt voor het verduidelijken van enkele zaken.
Op 2 april 2021 werd een nieuwe adviesvraag gericht aan de Intercommunale Leiedal. De Intercommunale bracht op 6 april een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Verkoopsvoorwaarden en inplantingsvoorschriften De Spijker, kortweg “Voorwaarden De Spijker” (als bijlage toegevoegd).
De toegang tot het perceel komt op de plaats waar een boom en een OV-paal (openbare verlichting) staat. De bouwheer dient rekening te houden met het volgende (zie artikel 3.1.2 van de voorwaarden De Spijker):
- het beperkt verplaatsen van OV-palen is enkel mogelijk mits voorafgaande toelating van de gemeente en de distributienetbeheerder.
- de kosten voor de verplaatsing zijn uitsluitend en volledig ten laste van de bouwheer.
Er wordt gescheiden aangesloten op de reeds, op het private perceel, aanwezige wachtaansluiting voor vuil water (DWA) en op de wadi achteraan het perceel voor RWA. Voor de specifieke locatie van de DWA-aansluiting, kan het officiële opmetingsplan van Bert Degezelle van 22 oktober 2020 geconsulteerd worden. Op dit plan staat de aansluitingsbuis vuilwater van dit perceel correct aangegeven.
3.2. Afsluitingen
Er is geen afsluiting voorzien in de plannen. Mocht de bouwheer in de toekomst toch een afsluiting wensen te plaatsen, dan moet de uitvoering ervan conform zijn aan punt 3.2 van de Voorwaarden De Spijker.
3.3. Buitenverlichting
Er is geen buitenverlichting voorzien in de plannen. Mocht de bouwheer in de toekomst toch buitenverlichting wensen te plaatsen, dan moet de uitvoering ervan conform zijn aan punt 4.3 van de voorwaarden De Spijker.’
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden getoetst aan de voorschriften van het BPA Vichtesteenweg, zone 7, zone voor lokaal bedrijventerrein, kleine en middelgrote ondernemingen
Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien het perceel voor minder dan 75 % bebouwd is, de perceelsgrootte beperkt is tot 5.000 m², de activiteiten niet louter gericht zijn op detailhandel, de bedrijfsactiviteit niet storend is voor de omgeving, aan de rechter zijperceelsgrens en aan de achterkavelgrens een 4 m vrije strook aangelegd wordt, aan de linker zijperceelsgrens op de grens gebouwd wordt, de maximale bouwhoogte 8 m bedraagt, vanaf de rooilijn minstens 3 m onbebouwd is, de 3 m strook vanaf de rooilijn aangelegd wordt als groenzone met enkel verharding voor de toegang tot de kavel en het perceel voor het overige volledig verhard wordt op voorwaarde dat voldoende maatregelen genomen worden om het waterbergend vermogen van het terrein te garanderen, gezien voldoende parkeerplaatsen voorzien worden om te voldoen aan de eigen behoefte en voldoende circulatieruimte op eigen terrein aangelegd wordt.
Voor wat betreft de breedte van de oprit ter hoogte van de rooilijn is de aanvraag in strijd met de voorschriften van het BPA. Niettegenstaande de oprit ter hoogte van de bouwvrije strook 6 m bedraagt, is de breedte van de oprit ter hoogte van de rooilijn 12 m, wat in strijd is met de voorschriften van het BPA. Hiervoor dient een afwijking gevraagd te worden wat in dit dossier niet gebeurt. Bijgevolg wordt de inrichting van de oprit ,gezien de strijdigheid, uitgesloten uit de vergunning. Een nieuwe aanvraag voor de inrichting van de oprit is noodzakelijk.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de De Spijker een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Het gebied ligt wel in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. De aanvraag wordt getoetst aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater. Teneinde te voldoen aan de verordening mag voor een niet woongebouw slechts een regenwaterput van 10.000 liter voorzien worden tenzij een groter verbruik gemotiveerd wordt. Dit groter verbruik is in dit dossier niet gemotiveerd zodat in de voorwaarden opgelegd moet worden dat de inhoud van de regenwaterput beperkt moet zijn tot 10.000 liter. De aanvraag is voor het overige in overeenstemming met de verordening gezien voorzien wordt in hergebruik van het regenwater en de overloop van de regenwaterput aangesloten wordt op de achterliggende waterbuffering waar bij het ontwerp van de buffering rekening gehouden werd met de private percelen (100 % als verhard aanzien) en waarbij gerekend werd aan 330 m³ buffering per ha aangesloten verharde oppervlakte.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Effecten op de mobiliteit
Het aspect mobiliteit bij deze exploitatie wordt enkel gegenereerd door de eigen werknemers en de leveringen van producten. Vanaf 7 uur ’s morgens kunnen de eerste werknemers toekomen. Op de site worden 10 parkeerplaatsen voorzien, waarvan 1 voorbehouden wordt voor personen met een beperking. De leveringen van te assembleren machine-onderdelen zijn beperkt tot enkele keren per maand en zullen plaats vinden tijdens de daguren. Er zal niet gewerkt worden buiten de daguren. Zodoende wordt verwacht dat de effecten op de mobiliteit zeer beperkt zullen zijn.
Effecten op bodem
Behalve de zeer beperkte, niet ingedeelde opslag van olie (2 vaten van 50 l) is er geen opslag van brandbare vloeistoffen noch van producten met gevaarlijke eigenschappen waardoor er geen effecten op de bodem verwacht wordt.
Effecten van licht of straling
Verlichting van de site (parking, inkom, …) wordt beperkt tot het strikt noodzakelijke met betrekking tot de functionaliteit en/of de veiligheid. Eventuele buitenverlichting zal enkel de eigen site verlichten en geen hinder geven op naburige eigendommen of het openbaar domein.
Er zal bewust omgegaan worden met het gebruik van verlichting. De verlichting zal gestuurd worden via bewegingssensoren. Er worden geen effecten van licht of straling verwacht.
Effecten van geluid of trillingen
De enige mogelijke bron van geluid of trillingen kan afkomstig zijn van het laden en lossen van goederen. Dit laden en lossen zal steeds gebeuren tijdens de daguren waardoor dit past binnen de reguliere werking van het bedrijventerrein en er verder geen hinder van geluid of trillingen verwacht wordt.
Effecten op het watersysteem
Niet van toepassing
Effecten op lucht
Er zijn geen geleide emissies vanuit de productie, testrooms of assemblageruimtes waardoor geen affecten op de lucht te verwachten zijn.
Effecten op erfgoed
Niet van toepassing
Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op een KMO-gebouw in een recent aangelegde bedrijvenzone voor kleine- en middelgrote bedrijven zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De inplanting en het voorkomen van het gebouw beantwoordt aan de bepalingen uit het BPA. Ook de Intercommunale Leiedal, die uniformiteit en harmonie in de bedrijvenzone nastreeft, gaf een gunstig advies aangaande het voorkomen van het gebouw. Het gebouw past zich bijgevolg visueel-vormelijk in in het bestaande (en toekomstige) straatbeeld. Er wordt op eigen terrein voorzien in voldoende parkeergelegenheid en fietsenstalling zodat de impact op mobiliteit beperkt zal zijn. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing
7.12 Scheidingsmuren
Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.13 Bespreking adviezen
Advies Fluvia
Gelet op de specifieke problematiek en inhoud van het advies dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandpreventieverslag stipt nageleefd moet worden.
Advies Leiedal
Gelet op de specifieke inhoud van het advies en de toetsing aan de vooraf besproken ‘Voorwaarden De Spijker’ dient opgenomen te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het gunstig advies van 6 april 2021 nageleefd moeten worden.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Henk Lambrecht namens Qmatex BVBA gevestigd De Spijker 10 te 8540 Deerlijk en namens QTRONICS BVBA gevestigd Stedestraat 51 te 8530 Harelbeke, voor de nieuwbouw en exploitatie van een industriegebouw, op een perceel gelegen De Spijker 10 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 573 L, (afd. 1) sectie B 1258 G en (afd. 1) sectie B 1290 A,
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van de gemelde ingedeelde inrichting. De ingedeelde inrichting of activiteit omvat voortaan:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
16.3.2°a) | Compressor (Nieuw) | 5 kW | 3 |
24.4. | Testrooms (Nieuw) | 1 Labo | 3 |
29.5.2.1°b) | Metaalbewerkingsmachines (Nieuw) | 5 kW | 3 |
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepen besluit volgende specifieke voorwaarden te koppelen aan de afgifte van de vergunning:
De voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies dienen strikt gevolgd te worden.
De voorwaarden geformuleerd in het gunstig advies van de Intercommunale Leiedal dienen strikt gevolgd te worden.
In toepassing van de gewestelijke verordening hemelwater mag slechts één regenwaterput van 10.000 liter voorzien worden.
De inrichting van de oprit wordt, gezien de strijdigheid met het BPA, uitgesloten uit de vergunning. Een aparte aanvraag voor de inrichting van de oprit moet opnieuw ingediend worden.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.26. OMV 2021_15 - Harelbekestraat 87 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van een woning, op een perceel gelegen Harelbekestraat 87 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 50 C2 aangevraagd door de heer Olivier Hellyn wonende Harelbekestraat 87 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 6 april 2021.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 1 april 1987 door het college van burgemeester en schepenen voor het vellen van hoogstammige bomen (straatkant +/- 4 en achterliggende tuin +/- 3)
Relevante milieuvergunningen
Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
- Melding klasse 3 voor de plaatsing van 3 ondergrondse mazouttanks van elk 5.000 liter en het lozen van huishoudelijk afvalwater in de riolering waarvan akte genomen werd door het college van burgemeester en schepenen op 31 maart 1993
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langs de Harelbekestraat, wat een voldoende uitgeruste gemeenteweg is. De directe omgeving bestaat uit grondgebonden woningen en enkele handelspanden. De woningen zijn zowel van het open, halfopen als gesloten bebouwingstype. De woningen in de omgeving zijn zowel ingeplant op de rooilijn als achteruit gebouwd en zijn voornamelijk opgetrokken in metselwerk, met 2 bouwlagen en een hellend dak.
De woning van de aanvrager is opgetrokken op ruime afstand van de rooilijn en bestaat uit 2 bouwlagen met een hellend dak. In de voortuin is heel wat beplanting en zijn verschillende hoogstammige bomen aanwezig.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst de bestaande woning te verbouwen en uit te breiden. Het bestaande hoofdvolume van de woning blijft behouden. Het bestaande terras achteraan, deels overdekt, wordt afgebroken en vervangen door een nieuw volume met een plat dak en een houten kroonlijst die aansluit op de bestaande keuken. De nieuwe uitbouw heeft een kroonlijsthoogte van 3,80 m ten opzichte van het voorliggende maaiveld. Het nieuwe volume bestaat deels uit een uitbreiding van de keuken met berging en frigocel en aansluitend aan de linkerzijde en in het verlengde van de keuken uit een nieuw overdekt terras. De totale bouwdiepte van de woning wordt na de werken op 13,51 m gebracht.
De gevel van de uitbreiding wordt langs de straatzijde gecementeerd en wit geschilderd. Voor het overige wordt de nieuwe keuken voornamelijk opgetrokken in glas. De gevels langs de tuinzijde (van het bestaande keukengedeelte en de berging/frigocel) worden afgewerkt met zwarte houten bekleding. Het schrijnwerk bestaat uit zwart aluminium.
Aansluitend aan de keuken en over de volledige breedte van de woning, wordt een nieuw terras met een diepte van 4 m voorzien op dezelfde hoogte als de vloerpas van de keuken, een 70-tal cm hoger dan het maaiveld.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing en uitbreiding van een eengezinswoning op een bouwperceel zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van een gewestplan.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Harelbekestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt geen bijkomende regenwaterput voorzien. Op het terrein zijn reeds 2 regenwaterputten van 10.000 liter met hergebruik voorzien. De aanvrager voorziet wel in de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 5.000 liter en een referentieoppervlakte van 11,74 m² en het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing en uitbreiding van de bestaande eengezinswoning in een omgeving die gekenmerkt wordt door een residentiële bebouwing zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Het nieuwe volume is beperkt zichtbaar vanaf de straatzijde. Door het wit schilderen van de uitbouw langs de straatzijde wordt de uitbreiding geïntegreerd in de directe omgeving. De uitbreiding wordt op ruime afstand van de perceelsgrenzen voorzien, waardoor geen hinder kan ontstaan voor de aanpalende eigenaars. Na de uitbreiding blijft er voldoende tuinzone over om een volwaardige buitenruimte te voorzien. Er is op eigen terrein voldoende parkeergelegenheid aanwezig zodat de aanvraag geen impact zal hebben op mobiliteit.
Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Olivier Hellyn wonende Harelbekestraat 87 te 8540 Deerlijk, voor het uitbreiden van een woning, op een perceel gelegen Harelbekestraat 87 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 50 C2.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.27. Attest van verdeling - Waregemstraat 506 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of ze akkoord kunnen gaan met het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Waregemstraat 506.
Motivering
Op 26 maart 2021 verstuurde men vanuit het notariaat Saey & Taelman & Degandt een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Waregemstraat 506, gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 43L, met een oppervlakte van 6.789 m².
Een deel van de eigendom wordt afgesplitst, met een oppervlakte van 300 m² (zie lot 1 van het opmetingsplan). De aard van de akte betreft verkoop.
De bestemming van het goed is volgens de akte perceel grond, volgens het gewestplan woongebied met landelijke karakter en agrarisch gebied en volgens de verwerver perceel grond te voegen bij de woning Waregemstraat 502.
De omgevingsambtenaar stelt voor geen opmerkingen te formuleren bij het voorstel van verdeling gezien het perceel zich volledig in het woongebied met landelijk karakter bevindt.
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.28. Aanbod recht van voorkoop - Vichtesteenweg 252
Aanleiding en context
De Vlaamse Grondenbank heeft een aanbod van het recht van voorkoop ontvangen waarvan het gemeentebestuur de begunstigde is.
Motivering
De instrumenterende ambtenaar heeft het recht van voorkoop aangeboden in toepassing van de Vlaamse wooncode (woning is leegstaand). Het betreft een eigendom gelegen Vichtesteenweg 252 (gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 1048G) te Deerlijk.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere :
◦ Decreet houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten definitief goedgekeurd op 25 mei 2007
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit niet in te gaan op het aanbod en het recht van voorkoop bijgevolg niet uit te oefenen.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.29. Inname openbaar domein - kennisname
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.30. Ambulante handel - bloemenkraam moederdag 2021 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen aan Flowered by Ruben Verbeke voor een extra dag van de uitoefening van ambulante handel op de parking van d'Iefte ter gelegenheid van moederdag 2021.
Motivering
Flowered by Ruben Verbeke neemt op heden reeds een vaste standplaats in op de parking van d'Iefte en dit elke donderdag van 13.30 tot 17.30 uur. Ter gelegenheid van moederdag wensen zij op zondag 9 mei 2021 een extra dag aan te vragen voor de uitbating van hun bloemenkraam en dit van 07.00 tot 13.00 uur.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 1 extra dag retributie = 30 euro |
Actie | Overig beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB / 0020-00/73603000 |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit Flowered by Ruben Verbeke toelating te verlenen voor een extra dag van de uitoefening van ambulante handel op de parking van d'Iefte ter gelegenheid van moederdag 2021.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.31. Kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen - jaarrekening 2020 - kennisname en verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om kennis te nemen van de jaarrekening 2020 van kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen en voor gunstig advies voor te leggen aan de eerstvolgende gemeenteraad.
Motivering
De jaarrekening 2020 en alle officiële documenten bevinden zich in bijlage. Het college van burgemeester en schepenen overloopt de jaarrekening 2020 en neemt akte van de interne kredietaanpassing goedgekeurd in de kerkraad van 30 december 2020.
Het exploitatieoverschot bedraagt 19.980,27 euro. De investeringen omvatten de kosten voor een schrobmachine.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om de jaarrekening 2020 van de kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen voor gunstig advies voor te leggen aan de eerstvolgende gemeenteraad.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.32. kerkfabriek Sint-Columba - jaarrekening 2020 - kennisname en verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om kennis te nemen van de jaarrekening 2020 van kerkfabriek Sint-Columba en voor gunstig advies voor te leggen aan de eerstvolgende gemeenteraad.
Motivering
De jaarrekening 2020 en alle officiële documenten bevinden zich in bijlage. Het college van burgemeester en schepenen overloopt de jaarrekening 2020 en neemt akte van de interne kredietaanpassing goedgekeurd in de kerkraad van 30 december 2020.
Het exploitatieoverschot bedraagt 22.079,24 euro. De investeringen omvatten de kosten voor een schrobmachine en materiaal podium.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om de jaarrekening 2020 van de kerkfabriek Sint-Columba voor gunstig advies voor te leggen aan de eerstvolgende gemeenteraad.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.33. W13 - lokale contact- en bronopsporing - addendum afgesloten door W13 met het Agentschap Zorg en Gezondheid houdende het opnemen van complementaire engagementen in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 maart 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van het addendum, afgesloten door W13 met het Agentschap Zorg en Gezondheid houdende het opnemen van complementaire engagementen in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 maart 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken, te agenderen op de gemeenteraad van 29 april 2021.
Motivering
In de fase van de COVID-19-crisis waarin we ons momenteel bevinden, is een cruciale rol weggelegd voor contactonderzoek en bronopsporing.
• Bij contactonderzoek wordt gezocht met wie een besmet iemand nauw contact heeft gehad. Hier is de snelheid van de contacttracing belangrijk. Het is de bedoeling om zoveel mogelijk mensen te bereiken die in contact zijn gekomen met besmette personen. Zij krijgen advies over hoe ze zich kunnen beschermen en welke maatregelen ze kunnen nemen om anderen te beschermen. Dat vermijdt een mogelijke (nieuwe) toename van het aantal patiënten.
• Bij bronopsporing wordt gezocht van wie de besmette persoon zelf de besmetting heeft opgelopen. Bronopsporing heeft als voordeel dat heel gericht kan gezocht worden waar de besmettingen vandaan komen en de lokale besturen als beleidsmakers heel gericht maatregelen (preventie, sensibilisering, handhaving) kunnen nemen.
De Vlaamse Regering heeft de contouren voor preventie, sensibilisering, bronopsporing, quarantaine-coaching en lokaal contactonderzoek door lokale besturen na 31 maart 2021 uitgewerkt, met een bijbehorende subsidie.
Wat de aard van de engagementen betreft, kunnen lokale besturen in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering kiezen tussen de volgende opties:
• Optie 1: inzet in sensibilisering, preventie, bronopsporing en quarantainecoaching
• Optie 2: inzet in sensibilisering, preventie, bronopsporing, quarantainecoaching én aanvullend lokaal contactonderzoek.
De lokale besturen werken in al deze opdrachten ondersteunend en/of aanvullend op de werking van de COVID-19-teams binnen de zorgraden alsook op de werking van de centrale contactcenters.
De gemeenten die inzetten op optie 1 (preventie, sensibilisering, bronopsporing, analyse van clusters, quarantainecoaching en aandacht voor kwetsbare personen of groepen) krijgen een forfaitaire subsidie van 0,125 euro per inwoner per maand voor een periode van 1 april 2021 tot en met 30 juni 2021.
De gemeenten die inzetten op optie 2 (voorgaande engagementen optie 1 + aanvullend lokaal contactonderzoek) krijgen voorgaande forfaitaire subsidie en daarnaast nog een variabele subsidie van 40 euro per afgehandeld ticket/werkorder van een nieuwe indexpatiënt en 20 euro per afgehandeld ticket/werkorder van hoog risicopatiënten voor een periode van 1 april 2021 tot 31 mei 2021.
Via W13 zet de gemeente reeds sedert 1 november 2021 in op de engagementen zoals deze bedoeld zijn in optie 2. Samen met de andere lokale besturen die zich verenigd hebben in W13, wil de gemeente dit engagement verlengen.
Het optreden van W13 gebeurt binnen al deze engagementen met inachtneming van de bescherming van de privacy van de burgers, zoals onder meer gewaarborgd door de algemene verordening gegevensbescherming (AVG).
Het decreet van 29 mei 2020 tot organisatie van de meldingsplicht en het contactonderzoek in het kader van COVID-19 en het uitvoeringsbesluit van 12 juni 2020, voorzien dat de taken zoals opgelegd in artikel 44 van het preventiedecreet, meer bepaald het tegengaan van de verspreiding van infecties, uitgevoerd zal worden door een samenwerkingsverband dat een contactcentrum opricht dat belast wordt met opdrachten van opsporing en begeleiding van personen met een bevestigde of vermoedelijke diagnose van COVID-19, of van personen die mogelijk een risicodragend contact hebben gehad met een persoon die besmet is met COVID-19 of die vermoedelijk besmet is met COVID-19. Met voornoemde doelstelling kan W13 dan ook in naam en voor rekening van de gemeente als verwerker voor het Agentschap Zorg en Gezondheid optreden en kunnen ze rechtstreeks toegang hebben tot de databank Sciensano – gegevensdatabank.
W13 zorgt samen met de gemeenten die zich hierin hebben verenigd, voor de nodige capaciteit en middelen om dit engagement kwaliteitsvol op te nemen. Voor de inzet van medewerkers in functie van het lokale contactonderzoek wordt voorzien in de nodige technische opleiding en aansturing (door Smals vzw en het consortium Opsporing).
De afspraken in verband met de aard en de uitvoering van de complementaire engagementen (incl. contactonderzoek) werden formeel vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst tussen het Agentschap Zorg en Gezondheid en W13, deze worden nu verlengd via het addendum in bijlage.
Deze complementaire engagementen doen geen afbreuk aan de engagementen die door W13 in de bestrijding van de corona-pandemie reeds opgenomen worden. Integendeel, ze zijn bedoeld om deze werking nog te versterken.
Door huidig besluit kunnen de complementaire engagementen in naam en voor rekening van de gemeente worden opgenomen door W13.
De uitvoering ervan zal dus gebeuren door W13.
De bewoording van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 laat echter niet toe dat de subsidies worden aangevraagd vanuit de regiowerking. De gemeenten moeten deze subsidies zelf aanvragen.
Tussen de gemeenten die zich verenigd hebben in W13 wordt dan ook volgende overeenkomst gemaakt :
De gemeenten die zich verenigd hebben in W13 gaan ermee akkoord dat omwille van de bepalingen in het besluit, de forfaitaire alsook variabele subsidie van de gemeente wordt opgevraagd door de stad Kortrijk en vervolgens wordt doorgestort aan W13.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, §1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Besluit van de Vlaamse Regering van 19 maart 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.
Financiën
De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van het addendum, afgesloten door W13 met het Agentschap Zorg en Gezondheid houdende het opnemen van complementaire engagementen in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 maart 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken, te agenderen op de gemeenteraad van 29 april 2021.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.34. Grafconcessie - bijzetting - kennisname
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.35. Grafconcessie - bijzetting - kennisname
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.36. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.37. Grafconcessies hernieuwingen - goedkeuring
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.38. Deelname project 'Dak- en thuislozentelling' in de regio Zuid-West-Vlaanderen in samenwerking met W13, KU Leuven, Koning Boudewijnstichting - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de deelname aan het project 'Dak- en thuislozentelling in de regio Zuid-West-Vlaanderen in samenwerking met W13, KU Leuven, Koning Boudewijnstichting' goed te keuren.
Motivering
Om een gericht beleid te kunnen uitwerken rond dak- en thuislozen is een monitoring essentieel. Dergelijke monitoring ontbreekt alsnog op Vlaams en Federaal niveau. Een goede uniforme methodiek ontbreekt.
In afwachting tot een beleid op nationaal vlak wil de Koning Boudewijnstichting en LUCAS Leuven een positieve impuls geven aan dataverzameling en aan de bestrijding van dak- en thuisloosheid in het algemeen. Hiervoor organiseerde Koning Boudewijnstichting en LUCAS KU Leuven en ULiege in 2020 vier tellingen in de steden Gent, Luik, Aarlen en de provincie Limburg.
Het project bestond uit twee luiken: enerzijds werd een handleiding uitgewerkt die in maart 2021 ter beschikking gesteld wordt van alle Belgische gemeenten en steden om dak-en thuisloosheid op een uniforme manier te monitoren. Anderzijds werd deze handleiding getest in vier steden/regio’s om zo tot de eerste concrete resultaten te komen.
In 2021 wensen de onderzoekers en de Koning Boudewijnstichting deze oefening verder te zetten en uit te breiden naar vier bijkomende steden/regio’s: twee in Vlaanderen en twee in Wallonië.
Gezien de bovenlokale samenwerking vormt W13 een interessante casus, omdat het de mogelijkheid biedt aan te tonen dat dak- en thuisloosheid een niet louter stedelijk fenomeen is. Bovendien biedt het de mogelijkheid het belang van bovenlokale samenwerkingen in de verf te zetten.
De problematiek van dak-en thuisloosheid situeert zich niet meer alleen in grote steden of centrumsteden. Ook in onze regio wordt men hiermee geconfronteerd.
Om een goed beleid te voeren, moeten we een zicht hebben op de grootte en de diversiteit van de doelgroep. Door mee in te stappen in het project maken we kennis met een uniforme meetmethode en worden we hiermee wetenschappelijk begeleid en ondersteund door de KU Leuven.
Deze daklozentelling is een belangrijke basis om verder beleid en acties op maat van wonen en welzijn te ontwikkelen en op elkaar af te stemmen. Zowel op lokaal als bovenlokaal niveau kunnen we vanuit een dergelijke meting aan de slag.
Op de Raad van bestuur van W13 eind februari en het regio overleg van diensthoofden in maart 2021 is het traject voorgesteld door de onderzoekers. Op beide fora werd dit positief onthaald en was er een principiële goedkeuring.
Vanuit W13 wordt een regionale coördinator aangesteld die het hele proces in goede banen moet leiden en dit in tandem met de onderzoekers.
Eerste timing :
• April : eerste voorbereidend overleg met regiocoördinator W13, lokale coördinator Kortrijk en onderzoekers KU Leuven
• Mei-juni : installatie stuurgroep met kernpartners
• Juni-september : Kick off met informatiesessies naar verschillende diensten (zeer breed)
• Oktober : point in telling door alle betrokken diensten
• Februari 2022 : presentatie resultaten door onderzoekers
Verwachtingen en tijdsinzet personeel lokaal bestuur
• De tijdsinzet voor effectieve meting voor bijv. sociale diensten wordt geschat op een twee uur per maatschappelijk werker. Op het meetmoment moeten de maatschappelijk assistenten alle lopende dossiers screenen en hiervoor een vragenlijst invullen. Ook aan andere organisaties actief in de gemeente wordt hetzelfde gevraagd.
• Bezorgen van lijst van diensten/organisaties aan regiocoördinator die moeten betrokken worden. Hierbij is er zowel betrokkenheid van de OCMW als stads-/gemeentediensten.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de deelname aan het project 'Dak en thuislozentelling' in samenwerking met W13, KU Leuven en de Koning Boudewijnstichting goed te keuren.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
C.39. Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring
Aanleiding en context
Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Organisatiebeheersysteem
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2021/13 goed te keuren.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2021/18 goed te keuren.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
D.1. Aanpassing RPR en organogram - agendering GR - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de aanpassingen aan de rechtspositieregeling en het organogram te agenderen op de gemeenteraad van 29 april 2021.
Motivering
In 2020 werden binnen de organisatie twee audits uitgevoerd, zijnde op de technische uitvoeringsdiensten, en op de vrijetijdsdiensten. Op basis van een begeleid traject met ruimte voor inbreng van alle betrokken partijen, werd voor beide diensten een nieuwe structuur vooropgesteld die de organisatie moet klaarmaken voor de toekomst.
Binnen de vrijetijdsdiensten wordt genavigeerd naar een geïntegreerde vrijetijdswerking, zowel voor als achter de schermen, die nog meer klantgericht moet kunnen opereren en inspelen op de evolutie naar een shop-and-go-vrijetijdsbeleving. Er komt een nieuw samenwerkings- en dienstverleningsmodel tot stand, waarbij deskundigen de ruimte krijgen om hun expertise verder uit te diepen en in te zetten in een doelgroepgericht vrijetijdsbeleid.
Zij worden daarin ondersteund door een administratieve motor die de overkoepelende processen efficiënt, effectief en kwalitatief moet doen lopen.
Aan de voorkant wordt geëvolueerd naar één vrijetijdspunt, dat dienst moet doen als onthaal en eerste contact voor de klant. Techniekers en poetsdames krijgen dan weer een gecentraliseerde aansturing, met een expert facility vanuit de cluster ruimte, die zal instaan voor de opvolging en planning van het gebouwenbeheer,
Wat de technische uitvoeringsdiensten betreft, wordt een nieuwe structuur gecreëerd met drie inhoudelijke domeinen:
• Wegen & Water
• Groen & Proper
• Facility (zie supra)
Elk van deze inhoudelijk domeinen zal worden opgevolgd door een expert. Daarnaast wordt ook een planner voorzien die de de operationele planning zal opnemen. Binnen Wegen & Water en Groen & Proper wordt ook voorzien in meer aansturing op het veld, door het voorzien van een technisch expert of meewerkend ploegbaas.
Om de nieuwe werkplaats van de technische diensten te voorzien van een goeie fundering voor de toekomst, wordt tot slot een magazijnbeheerder voorzien, een rol die door de huidige ploegbaas ter harte zal worden genomen.
De uitrol van deze nieuwe geïntegreerde structuren en de invulling van het nieuwe organogram zal stapsgewijs verlopen door een combinatie van bevorderingsmogelijkheden
voor eigen medewerkers en nieuwe aanwervingen.
Deze aanpassingen werden besproken op het syndicaal overleg van 1 april 2021. Vanuit dit overleg werd de vraag aan het bestuur geformuleerd of de mogelijkheid kan ingeschreven worden dat wanneer statutaire medewerkers meedoen aan een bevorderingsprocedure voor een contractuele functie, zij dan ten persoonlijke titel hun statuut kunnen behouden.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art 40 § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Art. 161 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
Raming of bedrag | Meerkost van 115.000 euro/jaar (technische diensten) en 4.000 euro/jaar (vrijetijdsdiensten) bij een volledige invulling van de voorgestelde nieuwe structuren. Geraamde besparing van 24.000 euro/jaar in onderhoud materiaal. |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aanpassing aan het organogram en de rechtspositieregeling en verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om dit te agenderen op de gemeenteraad van 29 april 2021.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen beslist om bij deze wijziging mee te nemen dat statutaire medewerkers die bevorderen naar een contractuele functie, hun statuut ten persoonlijke titel kunnen behouden.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
D.2. Lidmaatschap netwerk Mayors for Peace - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de jaarlijkse bijdrage voor het lidmaatschap van het internationale netwerk Mayors for Peace te betalen en zich te engageren voor meer zichtbaarheid van het netwerk door de Mayors for Peace-vlag op te hangen aan het gemeentehuis van 6 tot 9 augustus 2021.
Motivering
Mayors for Peace is een internationaal netwerk van steden en gemeenten dat onder het voorzitterschap van de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki sedert 1982 wereldwijd ijvert voor nucleaire ontwapening. Het netwerk telt 8.000 leden in 165 landen. België telt 395 leden.
Het hoofdsecretariaat zetelt in Hiroshima. Door de snelle groei van het netwerk wordt sinds 2017 gewerkt met het systeem van "Lead cities" met een brugfunctie tussen het hoofdsecretariaat en de lid-staten. De stad Ieper treedt hierbij op als Lead City, regio-verantwoordelijke voor ons land.
Vorig jaar introduceerde de stad Ieper het lidgeld, dat op 6.000 yen (ongeveer 50 euro) werd vastgesteld. Een derde van dit lidgeld wordt over gemaakt aan het hoofdsecretariaat om de algemene werking te helpen mee financieren. Het resterend bedrag wordt hier in België gebruikt voor de verdere uitbouw en het opzetten van initiatieven.
Tevens lanceerde de stad Ieper een initiatief waarbij leden die hun lidgeld betaalden, een Mayors for peace -vlag ontvingen, die kon worden opgehangen van 6 tot 9 augustus.
Omwille van het succes van dit initiatief werd beslist hiervan een jaarlijks initiatief te maken.
Steden die voor de tweede keer lidgeld betalen en graag een extra vlag ontvangen, kunnen die aanvragen via vrede@ieper.be.
Omdat het in 2020 75 jaar geleden was dat de steden werden aangevallen, vertaalde de stad Ieper een poster-tentoonstelling (18 posters) over de beide atoomaanvallen naar het Nederlands en het Frans. Leden van Mayors for Peace kunnen deze posterexpo aanvragen. Deze kleine tentoonstelling legt de aanvallen uit 1945 op een duidelijke manier uit en geeft aan wat het inzetten van massavernietigingswapens betekent.
In hun brief van 1 april 2021 vraagt de stad Ieper aan het college van burgemeester en schepenen om:
• het bedrag van 50 euro over te schrijven op BE08 0910 2205 6213 van Mayors for Peace als jaarlijks lidgeld;
• van 6 tot 9 augustus 2021 de vlag van Mayors for Peace op te hangen op een zichtbare plaats in de gemeente en de stad Ieper te informeren over de deelname aan dit herdenkingsmoment;
• aan te geven of het bestuur een geprinte versie wil ontvangen van de poster-tentoonstelling;
• de ICAN Cities Appeal te ondertekenen (ICAN = the international campaign to abolish nuclear weapons) en op deze manier aan de federale overheid vragen om werk te maken van de intentie die hiervoor in de regeerverklaring is opgenomen;
• deel te nemen aan de algemene vergadering Mayors for Peace in augustus 2022.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 50,00 euro |
Actie | GBB |
Jaarbudgetrekening | 0909-00/61320100. |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om het lidgeld van 50 euro te betalen aan Mayors for Peace.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit om van 6 tot 9 augustus 2021 de vlag van Mayors for Peace op te hangen aan het gemeentehuis.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen besluit geen extra vlag aan te vragen via vrede@ieper.be
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen besluit geen geprinte versie van de poster-tentoonstelling over de atoomaanvallen aan te vragen.
Artikel 5
Het college van burgemeester en schepenen besluit om de ICAN Cities Appeal te ondertekenen (ICAN = the international campaign to abolish nuclear weapons) als volgt en op deze manier aan de federale overheid te vragen om werk te maken van de intentie die hiervoor in de regeerverklaring is opgenomen:
De gemeente Deerlijk heeft grote zorgen over de ernstige bedreiging die kernwapens vormen voor onze mensen wereldwijd. We geloven dat onze inwoners het recht hebben om te leven in een wereld zonder deze dreiging. Ieder gebruik van kernwapens, opzettelijk of per ongeluk, zou catastrofale, wijdverbreide en langdurige gevolgen hebben voor zowel mensen als het milieu. Daarom verwelkomen we het VN-Kernwapenverbod dat in 2017 door de Verenigde Naties is aangenomen en roepen we onze regering op dit Verdrag zo snel mogelijk te ondertekenen en te ratificeren.
Artikel 6
Het college van burgemeester en schepenen besluit om niet deel te nemen aan de algemene vergadering Mayors for Peace in augustus 2022.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
D.3. OMV 2021_38 - Sint-Elooistraat 2 - advies aan POVC - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd advies uit te brengen voor de omgevingsvergunningsaanvraag van Bernd Casier namens CASIER RECYCLING NV gevestigd Sint-Elooistraat 2 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een buffer- en bezinkingsbekken voor opvang van oppervlaktewater, op een goed met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 269 B, (afd. 2) sectie D 269 C, (afd. 2) sectie D 270 B, (afd. 2) sectie D 270 C, (afd. 2) sectie D 273 A, (afd. 2) sectie D 275 D en (afd. 2) sectie D 292 B2.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en motiveert haar beslissing als volgt:
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Zonevreemde bedrijven in het buitengebied’, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2017 (publicatie in het Belgisch staatsblad op 25 april 2017).
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het RUP 'Zonevreemde bedrijven in het buitengebied' is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.
Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Relevante milieuvergunningen
Volgende pré-Vlarem vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langs de Sint-Elooistraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. In het zuiden grenst de spoorlijn aan de site en in het oosten is een landbouwbedrijf en landbouwgronden aanwezig. Het bedrijf heeft zijn hoofd in- en uitgang langs het Stationsplein. Op de site is een historisch gegroeid schrootverwerkend bedrijf aanwezig. De volledige bedrijfssite is verhard met vooral in het westen bebouwing (loodsen en kantoorgebouw). Het grootste deel van de bedrijfssite wordt afgezoomd met groenbuffer en een geluidswerende wanden.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een bezinkings- en bufferbekken voor de opvang van oppervlaktewater afkomstig van de verharding van het schrootverwerkend bedrijf. Alle oppervlaktewater van het verhard deel van het terrein van het bedrijf wordt vanuit een bestaande verzamelput overgepompt naar dit nieuwe buffer- en bezinkingsbekken van 2.000 m³, van waaruit het na behandeling op zijn beurt met een klein debiet overgepompt wordt naar een naastliggende bekken van 200 m³. Dit laatste kleinere bekken vormt een permanente watervoorraad voor een vernevelingsinstallatie tegen stofverspreiding en heeft een overloop naar de naastliggende Veemeersbeek.
Tussen het bekken van 2.000 m³ en dat van 200 m³ wordt de nodige ruimte gereserveerd voor een eventueel later bijkomend te plaatsen waterzuiveringsinstallatie.
Het grootste bekken heeft een lengte van 82,3 m en een breedte van 10 m. Het wordt voor een stuk boven het bestaande maaiveld geconstrueerd (+ 1,6 m) en met de uitgegraven grond wordt een berm van 1 m hoog rond de constructie aangelegd. Het bekken heeft een diepte van 2,4 m ten opzichte van het maaiveld met onderaan een betonnen bodemplaat van 0,2 m dik.
Het kleinere bekken heeft een lengte van 23 m en een breedte van 6,3 m. De betonconstructie komt 0,25 m boven het maaiveld en het bekken heeft een diepte van 1,75 m. Rond het grootste bekken wordt een zone van 6 m breed voorzien voor het noodzakelijk periodiek onderhoud (verwijderen van slip). Deze strook krijgt een verharding in waterdoorlatende grasdallen.
Het bekken wordt ingeplant aan de oostzijde van het terrein, dit is een zone voor buffergroen zoals voorzien in het RUP. Een deel van het ongeveer 40 m brede groenscherm wordt hiervoor gekapt. De bestaande populierenrij blijft grotendeels behouden (met uitzondering van enkele bomen ifv een toegang). Tijdens de werken kan bijkomende schade aangericht worden aan de groenbuffer, maar na de aanleg van de bekkens zal er opnieuw bij geplant worden tot tegen de verharding in grasdallen.
In functie van de geplande werken wordt de Veemeersbeek over eigen terrein omgeleid. Een deel van de vroegere loop wordt gedempt. Het niet gedempte deel wordt afgedamd van de omleiding en zal gebruikt worden als infiltratiebekken, met overloop naar de omgeleide beek.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag bevat geen toevoeging of wijziging van de reeds vergunde ingedeelde inrichtingen en/of activiteiten (Vlarem rubrieken) maar heeft wel betrekking op de lozingsnormen van het afvalwater afkomstig van de site. Met de aanleg van het bezinkingsbekken en buffervoorziening wil het bedrijf voldoen aan de geldende exploitatienormen.
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 12 maart 2021 tot 10 april 2021. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd één analoog bezwaarschrift ontvangen op 9 april 2021 en ondertekend door 3 belanghebbenden.
Het bezwaarschrift omvat de volgende elementen:
◦ Over de locatie van het bezinkings- en bufferbekken worden bedenkingen geuit omdat het reeds verharde deel van de site, volgens de bezwaarindieners, ruim groot genoeg is om de voorzieningen daarin te situeren.
◦ Er wordt gevreesd voor geurhinder bij het ruimen van het bezinkingsbekken.
◦ Het plan geeft onvoldoende garanties dat de overblijvende groenbuffer voldoende groot zal zijn voor een landschappelijke inkleding.
In het bezwaarschrift wordt een concreet voorstel geformuleerd:
◦ Een breder groenscherm aanleggen op de naastliggende weide die ook eigendom is van de exploitant.
Voor deze aanvraag werd vanuit de POVC West-Vlaanderen aan de gemeente Deerlijk, Infrabel en de VMM op 4 maart 2021 advies gevraagd.
De inrichting is vergund voor de rubriek 2.2.2.c.4., meer bepaald de opslag en mechanische behandeling van 43.632 ton schroot waaronder 100 ton accu’s. Deze opslag valt onder rubriek 11.f) van bijlage II van het MER-besluit.
Onderhavige aanvraag heeft echter betrekking op:
Het betreft dus geen uitbreiding van de schrootactiviteiten maar een beperkte verandering waardoor huidige aanvraag niet onder rubriek 13 van bijlage III van het MER-besluit valt.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Zonevreemde bedrijven in het buitengebied, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2017 (publicatie in het Belgisch staatsblad op 25 april 2017). Het deel van de site waarop de aanvraag betrekking heeft, is bestemd als zone voor buffergroen (zone 3).
De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het RUP aangezien de bezinkings- en bufferbekkens voorzien worden in de oostelijke bufferzone, de bestaande bomenrijen maximaal behouden blijven, minimum 60 % van de oostelijke bufferzone een groene inkleding heeft en er steeds een afstand van minimum 5 m behouden blijft tussen de constructies en de perceelsgrens van het plangebied.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Sint-Elooistraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft een omvangrijke oppervlakte (>0,1ha) en ligt gedeeltelijk in een risicozone voor overstromingen. Er dient voldaan te worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. De bouw van het bezinkings- en het bufferbekken, alsook de voorziening van een infiltratiezone kaderen binnen die gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. In functie van de beginselen integraal waterbeleid zullen het bezinkingsbekken en de waterbuffer gebruikt worden voor de waterzuivering en voor hergebruik (beregening stof producerende handelingen).
7.4 Mer-screening
Het onderwerp van de aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Niet van toepassing
7.9 Milieuaspecten
De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een bezinkings- en bufferbekken voor de opvang van oppervlaktewater afkomstig van de verharding van het schrootverwerkend bedrijf. Na de buffervoorziening wordt vertraagd afgevoerd naar een bestaande Veemeersbeek. Aan de kant van de Sint-Elooistraat wordt in de bestaande bedding van de Veemeersbeek een dam geplaatst zodat het stuk Veemeersbeek langs de bedrijfssite dienst kan doen als infiltratievoorziening. Indien voldaan wordt aan de sectorale en bijzondere voorwaarden gesteld in voorgaande omgevings- en milieuvergunningen kan ten opzichte van de huidige afvoer van afvalwater geoordeeld worden dat er geen bijkomend schadelijk effect zal gecreëerd worden.
Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op de waterbuffering en -zuivering bij een milieubelastend bedrijf in de toepasselijk zone volgens het RUP zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Zowel de functie als de inplanting van de bezinkings- en bufferbekkens beantwoorden aan de bepalingen uit het RUP. Voor de aanleg moet een deel van de groenbuffer, bestaande uit een menging van hoogstammige bomen en struiken, gerooid worden. In functie van de landschappelijke inkleding van het bedrijf moet een voldoende grote en hoge groenbuffer gecreëerd worden. In de aanvraag wordt aangegeven dat de groenbuffer opnieuw zal aangeplant worden tot tegen de nieuwe constructie, maar hierbij is geen beplantingsplan toegevoegd. De opmaak van dergelijk beplantingsplan en de vereiste dat de groenbuffer zo snel mogelijk terug hersteld wordt zullen als bijzondere voorwaarde opgenomen worden in het advies.
Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Het bezwaar werd tijdig ingediend en is dus ontvankelijk.
Er wordt voorgesteld de ingediende bezwaarschriften slechts gedeeltelijk gegrond te verklaren vanuit onderstaande motivering:
◦ De locatie van het bezinkings- en bufferbekken werd gekozen in overeenstemming met de voorschriften van het RUP 'Zonevreemde bedrijven in het buitengebied' waardoor geoordeeld wordt dat dit onderdeel van het bezwaarschrift ongegrond is.
◦ De bezorgdheid in verband met geurhinder afkomstig van de exploitatie valt samen met het algemeen voorzorgsbeginsel waarbij de exploitatie alles in het werk moet stellen om hinder ten aanzien van de buren te verhinderen of te bestrijden.
◦ Ook met betrekking tot de groenbuffer wordt in het ontwerp rekening gehouden met de bepalingen van het RUP 'Zonevreemde bedrijven in het buitengebied'. Echter wordt er geen voorstel gedaan in welke mate de geschonden groenbuffer opnieuw zal hersteld worden. Door de opmaak van een beplantingsplan en dit op voorhand te laten goedkeuren door de vergunningverlenende overheid kan tegemoet gekomen worden aan de opmerking van de bezwaarindieners.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit een voorwaardelijk gunstig advies uit te brengen betreffende de aanvraag.
Er dient voldaan te worden aan volgende stedenbouwkundige voorwaarden:
◦ Voor de heraanleg of herstel van de groenbuffer moet een beplantingsplan opgemaakt worden en ter goedkeuring voorgelegd worden aan de vergunningverlenende overheid.
◦ De heraanleg moet ten laatste gebeuren in het eerstvolgende plantseizoen na de voltooiing van de werken.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
D.4. OMV 2021_9 - Kerkplein 9 en 11 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het regulariseren van de bouw van een meergezinswoning: samenvoegen appartement 3.1 en 3.2 en berging 6 en 8, op een perceel gelegen Kerkplein 9 en 11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 387 P aangevraagd door Lieven Thiers namens Stasegemse Bouwmaatschappij NV met als contactadres Dam 10 bus 2 te 8500 Kortrijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 8 april 2021.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
De voorwaarden geformuleerd in het brandpreventieverslag moeten stipt nageleefd worden.
Eén parkeerplaats in de tuinzone, zijnde parkeerplaats 6 volgens het inplantingsplan, moet onthard worden.
Op de ontharde parkeerplaats moet één extra hoogstammige boom aangeplant worden in het eerstvolgend plantseizoen na het van kracht worden van de vergunning.
De specifieke voorwaarden opgelegd in de oorspronkelijke vergunning afgeleverd op 29 november 2017 dienen nog steeds nageleefd te worden, in het bijzonder zijn bijkomende ingrepen nodig voor de vergroening van de achtertuin en de attractiviteit van het wandel- en fietspad.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 november 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een meergezinswoning met 10 wooneenheden, commerciële ruimte en 10 garages na sloop bestaande bebouwing.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen in het centrum van Deerlijk, in de directe omgeving van de kerk. De omgeving wordt in hoofdzaak gekenmerkt door ééngezinswoningen van twee bouwlagen en een hellend dak, met een aantal centrumfuncties in de plint. Enkel op de hoek van het Kerkplein met de Hoogstraat is een meergezinswoning met een grotere hoogte aanwezig.
Het kerkplein is een voldoende uitgeruste weg.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft de regularisatie van een samenvoeging van de appartementen 3.1 en 3.2 tot 1 appartement. Ook de bergingen 6 en 8 in de kelder werden samengevoegd.
Appartement 3.1, met een oppervlakte van 132.20 m², bestond uit een zithoek, eethoek en open keuken, een berging, 2 badkamers en 3 slaapkamers en een terras vooraan en achteraan. Appartement 3.2, met een oppervlakte van 90 m², bestond oorspronkelijk uit een zithoek, eethoek en open keuken, een berging, nachthal, badkamer en 2 slaapkamers en een terras. Door het samenvoegen van beide appartementen wordt de oppervlakte van de nieuwe woongelegenheid op 218,61 m² gebracht en bestaat de woongelegenheid uit een eethoek, aperohoek, zithoek en open keuken, een koele berging, 2 badkamers, een dressing, bureau, wasplaats en 2 slaapkamers.
Het totale volume, noch het uitzicht van het gebouw werden gewijzigd.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Brandweerzone Fluvia werd om advies verzocht op 19 februari 2021. De adviesinstantie bracht op 26 februari 2021, ontvangen 2 maart 2021 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
‘De huidige plannen bevatten een samenvoeging van twee appartementen tot één appartement op verdieping 3 en de samenvoeging van berging 6 en 8 op het gelijkvloers. Deze wijziging heeft geen gevolgen op het eerdere advies.
De aanvraag wordt gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met het brandvoorkomingsverslag met ref. BVK/U1701319 van 23 november 2017.’
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan zijnde aan de bestemming woongebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een meergezinswoning in het centrum van de gemeente zodat deze aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat 'Kerkplein' een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De functie van het gebouw, namelijk een meergezinswoning blijft ongewijzigd, waardoor dit inpasbaar is in de omgeving. De bouwdichtheid op het perceel daalt beperkt. Echter dient geoordeeld dat dit geen negatief effect heeft gezien de huidige bouwdichtheid 88 wooneenheden per ha bedraagt, wat heel hoog is. Met voorliggende aanvraag wordt de bouwdichtheid op 79 woningen per ha gebracht. De werkzaamheden voor het samenvoegen vonden plaats in het bestaande gebouw. Het volume en de verschijningsvorm van het gebouw blijven bijgevolg behouden waardoor de aanvraag geen impact heeft op het bestaande straatbeeld.
Het samenvoegen van de 2 appartementen heeft geen negatieve invloed op de mobiliteitsimpact, integendeel. Conform de normen uit het belastingreglement op ontbrekende parkeerplaatsen moeten voor 9 appartementen en een handelsruimte met een oppervlakte van 250 m² 18,5 dus 19 parkeerplaatsen gerealiseerd zijn. Momenteel zijn nog 20 parkeerplaatsen aanwezig. Het parkeren wordt volledig voorzien op het maaiveld, in de tuinzone waardoor deze nagenoeg volledig verhard is en er weinig groen aanwezig is. Door het samenvoegen van beide wooneenheden kan bijgevolg één parkeerplaats gesupprimeerd worden waardoor de tuinzone in aanmerking komt om wat te ontharden en vergroenen. Beplanting, bomen en niet-verharde ruimtes dragen immers bij tot de beeldkwaliteit van een tuinzone maar helpen ook bij de infiltratie van hemelwater en halen fijn stof uit de lucht. Bijgevolg wordt voorgesteld om als voorwaarde op te leggen dat één parkeerplaats, zijnde de parkeerplaats 6 onthard moet worden en dat op deze plaats voorzien moet worden in de aanplant van minstens één hoogstammige boom.
Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met de onmiddellijke omgeving en de plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.
In de oorspronkelijke vergunning voor de bouw van de meergezinswoning, afgeleverd op 29 november 2017 werden nog volgende specifieke voorwaarden opgelegd in verband met de inrichting van de tuinzone.
Voordat de aanvrager start met de werken dient een nieuw omgevingsplan opgemaakt te worden, rekening houdend met volgende voorwaarden:
Uit de foto’s gevoegd in voorliggende aanvraag blijkt onder meer dat de garages niet afgewerkt zijn met groendaken en dat alle bestaande bomen verdwenen zijn. Om te voldoen aan de voorwaarden opgelegd in de oorspronkelijke vergunning zijn bijkomende ingrepen nodig voor de vergroening van de achtertuin en de attractiviteit van het wandel- en fietspad.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Advies Fluvia
Gelet op de specifieke problematiek en inhoud van het advies dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandpreventieverslag stipt nageleefd moet worden.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Lieven Thiers namens Stasegemse Bouwmaatschappij NV met als contactadres Dam 10 bus 2 te 8500 Kortrijk, voor het regulariseren van de bouw van een meergezinswoning: samenvoegen appartement 3.1 en 3.2 en berging 6 en 8, op een perceel gelegen Kerkplein 9 en 11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 387 P, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
De voorwaarden geformuleerd in het brandpreventieverslag moeten stipt nageleefd worden.
Eén parkeerplaats in de tuinzone, zijnde de parkeerplaats 6 volgens het inplantingsplan, moet onthard worden.
Op de ontharde parkeerplaats moet één extra hoogstammige boom aangeplant worden in het eerstvolgend plantseizoen na het van kracht worden van de vergunning.
De specifieke voorwaarden opgelegd in de oorspronkelijke vergunning afgeleverd op 29 november 2017 dienen nog steeds nageleefd te worden, in het bijzonder zijn bijkomende ingrepen nodig voor de vergroening van de achtertuin en de attractiviteit van het wandel- en fietspad.
Zitting van CBS van 14 APRIL 2021
D.5. Gemeenteraad van 29 april 2021 - agendapunten - verzoek agendering - goedkeuring
Aanleiding en context
De agenda van de gemeenteraad bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld.
Het college en burgemeester en schepenen wordt gevraagd de agenda voor de komende gemeenteraad te overlopen.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt de voorziene punten voor de gemeenteraadszitting van 29 april 2021.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om volgende punten te agenderen op de gemeenteraad van 29 april 2021:
OPENBARE ZITTING
• Gemeenteraad - 25 maart 2021 - notulen en audiovisueel verslag - goedkeuring
• Aankoop en levering van een compacte veegmachine - lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen - goedkeuring
• Stationsstraat – vernieuwen toplaag en fundering - lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen - goedkeuring
• Aanstellen ontwerper renovatie OC d'Iefte - lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen- goedkeuring
• Personeel - aanpassing organogram - goedkeuring
• Rechtspositieregeling - aanpassing - goedkeuring
• IMOG - algemene vergadering van 18 mei 2021 - goedkeuring
• Gaselwest - algemene vergadering van 28 juni 2021 - goedkeuring
• TMVS dv - algemene vergadering van 15 juni 2021 - goedkeuring
• Woonwijs - werkjaar 10 - jaarverslag/jaarrekening - goedkeuring
• Kerkfabriek Sint-Columba - jaarrekening 2020 - positief advies - goedkeuring
• Kerkfabriek O.L.V Onbevlekt Ontvangen - jaarrekening 2020 -positief advies - goedkeuring
• W13 - lokale contact- en bronopsporing - addendum afgesloten door W13 met het Agentschap Zorg en Gezondheid houdende het opnemen van complementaire engagementen in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 maart 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken - goedkeuring
• Vragen gesteld door raadsleden
BESLOTEN ZITTING