DEERLIJK

18 NOVEMBER 2020

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Sandra De Leeuw-Goussey, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 12 november 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 12 november 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 12 november 2020 goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Gemeentebelastingen 2021 - opcentiemen op de onroerende voorheffing en aanvullende belasting op de personenbelasting - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tarief van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing en de aanvullende belasting op de personenbelasting voor het aanslagjaar 2021 voor te stellen aan de gemeenteraad.

 

Motivering

 

De financiële toestand van de gemeente blijkt uit de financiële nota van de aanpassing meerjarenplan1 2020-2025. Om in haar financiering te voorzien, dient de gemeenteraad te beslissen over de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing en over de aanvullende belasting op de personenbelasting voor het aanslagjaar 2021.

 

De financieel directeur adviseert om dezelfde tarieven te hanteren als voor aanslagjaar 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

5.190.931 euro

Actie

gelijkblijvend beleid

Jaarbudgetrekening

GBB/0020-00/73000000

Visum

nvt

 

 

Raming of bedrag

3.944.218 euro

Actie

gelijkblijvend beleid

Jaarbudgetrekening

GBB/0020-00/73010000

Visum

nvt

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit aan de gemeenteraad voor te stellen om voor het aanslagjaar 2021 ten bate van de gemeente 1.071 opcentiemen te heffen op de onroerende voorheffing. Dit is hetzelfde als voor het aanslagjaar 2020.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit aan de gemeenteraad voor te stellen om voor het aanslagjaar 2021 een aanvullende belasting op de personenbelasting van 8 % te heffen. Dit is hetzelfde als voor aanslagjaar 2020.

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad deze twee punten te agenderen op de gemeenteraad van 26 november 2020.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Ontbrekende parkeerplaatsen - indirecte belasting - verlenging - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de verlenging, tot 31 december 2025, van het reglement tot het vestigen van een indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen, te agenderen op de gemeenteraad van 26 november 2020.

 

Motivering

 

Het huidig reglement tot het vestigen van een indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen werd goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 28 november 2019 en eindigt op 31 december 2020.

 

Het college van burgemeester en schepenen is van mening dat er mogelijks betere instrumenten bestaan om de parkeerdruk op het openbaar domein te verminderen. Daarom zal bij de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan een visie uitwerkt worden rond de aanpak van ontbrekende parkeerplaatsen in de ruimtelijke context.

 

Er wordt voorgesteld om het bestaande kader, namelijk het heffen van een eenmalige indirecte belasting van 5.000 euro per ontbrekende parkeerplaats, aan te houden tot de nieuwe visie is uitgewerkt en daarom het bestaande reglement te verlengen tot 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

5.000 euro geraamd

Actie

overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB/0020-00/73730000

Visum

nvt

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad de goedkeuring van onderstaand reglement te agenderen op de gemeenteraad van 26 november 2020:

 

Belastingreglement ontbrekende parkeerplaatsen

 

Art. 1. – Met ingang van 1 januari 2021 en voor een periode eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de gemeente, onder de navolgende voorwaarden, een gemeentelijke indirecte belasting geheven op:

a)   het ontbreken van parkeerplaatsen bij het optrekken van nieuwe gebouwen, het uitvoeren van verbouwingswerken of het wijzigen van de bestemming van een gebouw of een gedeelte ervan;

b)   het wijzigen van de bestemming van één of meer van deze parkeerplaatsen.

 

Art. 2. –

§1. De belasting is verschuldigd door:

1°de houder van een omgevingsvergunning, aan wie in deze vergunning minder parkeerplaatsen werden vergund dan voorgeschreven volgens onderstaande normen;

2°de houder van een omgevingsvergunning, die één of meer in de omgevingsvergunning begrepen parkeerplaatsen niet heeft aangelegd;

3°de titularis van een zakelijk recht inzake een parkeerplaats, die een bestemmingswijziging doorvoert aan één of meer parkeerplaatsen, dusdanig dat niet meer voldaan wordt aan de verleende omgevingsvergunning.

§2. De belasting is solidair verhaalbaar op de rechtsopvolgers ten algemene of bijzondere titel van de in § 1 vermelde belastingplichtigen.

 

Art. 3. – Onder parkeerplaatsen wordt verstaan:

      hetzij een gesloten garage;

      hetzij een standplaats in een gesloten ruimte of in open lucht, daartoe speciaal aangelegd of uitgerust, en dusdanig door het college van burgemeester en schepenen aanvaard.

Een garage moet ten minste 2,75 m breed en 5 m lang zijn. Een standplaats bestaat uit een rechthoekig vlak van tenminste 2,25 m breedte en 4,50 m lengte.

Ze moet rechtstreeks toegankelijk zijn langs een weg van minimum:

        7 m breedte als de standplaats een hoek van 90° vormt met die weg;

        5 m breedte als de standplaats een hoek van 60° vormt met die weg;

        4 m breedte als de standplaats een hoek van 45° vormt met die weg;

        3,5 m breedte als de standplaats een hoek van 30° vormt met die weg.

De parkeerplaatsen moeten worden opgericht hetzij op het bouwperceel zelf waarop het hoofdgebouw zal komen, hetzij op een perceel gelegen binnen een omtrek van 200 meter te rekenen van de omtrek van dit perceel.

 

Art. 4. – het aantal aan te leggen parkeerplaatsen wordt als volgt bepaald:

 

A. WOONGEBOUWEN

 

Nieuwbouw/heropbouw

 

   Bij de nieuwbouw en de herbouw van ééngezinswoningen dient één parkeerplaats per woongelegenheid voorzien te worden.

 

   Bij appartementsblokken wordt volgend onderscheid gemaakt:

  •    Voor appartementen gelegen in volgende zone (zie ook plan in bijlage):

-            Harelbekestraat (pare kant t.e.m. nr. 56, onpare kant t.e.m. nr. 89)

-            Hoogstraat

-            Rodenbachstraat

-            Beverenstraat (pare kant t.e.m. nr. 26, onpare kant t.e.m. loodrecht tegenover nr. 26)

-            Stationsstraat (pare kant t.e.m. nr. 44, onpare kant t.e.m. nr. 49)

-            Comm. Edm. Ameyestraat

-            Ververijstraat

-            Sint-Amandusstraat (pare kant tot nr. 14, onpare kant t.e.m. nr. 7)

-            Kerkplein

-            René De Clercqstraat (pare kant t.e.m. nr. 16, onpare kant t.e.m. nr. 27)

-            Dammeke

-            Pontstraat (onpare kant t.e.m. nr.17)

-            Kapel ter Rustestraat (pare kant t.e.m. nr. 4)

-            Schoolstraat

-            Sint-Rochusstraat

-            Vichtesteenweg (pare kant t.e.m. nr. 42, onpare kant t.e.m. nr. 35, hoek met Sint-Rochusweg)

-            Nieuwstraat

moet het aantal parkeerplaatsen minimum 150 % van het aantal woongelegenheden bedragen.

  • Voor appartementen gelegen buiten de hier bovengenoemde zone, moet het aantal parkeerplaatsen minimum 100 % van het aantal woongelegenheden bedragen.

 

   Bij assistentie-woningen moet één parkeerplaats per woongelegenheid voorzien worden.

 

Verbouwingswerken

 

Indien door de verbouwingswerken bijkomende woongelegenheden ontstaan, gelden dezelfde regels als voor nieuwbouw voor elke nieuw geschapen woongelegenheid.

 

B. HANDELSGEBOUWEN

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van 50 m² netto handelsoppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats telkens wanneer de netto handelsoppervlaktevergroot met een schijf van 50 m².

 

De netto handelsoppervlakte is de oppervlakte bestemd voor de verkoop en toegankelijk voor het publiek, met inbegrip van niet overdekte oppervlakten. Deze oppervlakte omvat met name de kassa-zones, de zones die zich achter de kassa’s bevinden alsook de inkomruimten, indien deze ook worden aangewend om waren uit te stallen of te verkopen.

 

C. WARENHUIZEN (handelsgebouwen met een netto handelsoppervlakte van 400 m² en meer)

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van 20 m² netto handelsoppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats telkens wanneer de netto handelsoppervlakte vergroot met een schijf van 20 m².

 

De netto handelsoppervlakte is de oppervlakte bestemd voor de verkoop en toegankelijk voor het publiek, met inbegrip van niet overdekte oppervlakten. Deze oppervlakte omvat met name de kassa-zones, de zones die zich achter de kassa’s bevinden alsook de inkomruimten, indien deze ook worden aangewend om waren uit te stallen of te verkopen.

 

D. INDUSTRIELE EN AMBACHTELIJKE GEBOUWEN, STELPLAATS VOOR AUTOBUSSEN EN TAXI’S.

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van tien tewerkgestelde personen of per schijf van 100 m² bedrijfsoppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van tien bijkomende tewerkgestelde personen of per schijf van 100 m² bijkomende bedrijfsoppervlakte.

 

Onder bedrijfsoppervlakte wordt verstaan de som van de grondoppervlakte ingenomen voor bedrijfsdoeleinden in open lucht en de vloeroppervlakte gebruikt voor de bedrijfsdoeleinden in gesloten gebouwen. Deze laatste vloeroppervlakte wordt gemeten per bouwlaag met inbegrip van de buitenmuren, verminderd met de oppervlakte van de verticale verbindingswegen.

Bergplaatsen en opslagplaatsen maken deel uit van de bedrijfsoppervlakte.

De parkeerplaatsen, bestemd om te voldoen aan onderhavige verordeningen, niet.

 

E. KANTOORGEBOUWEN, DIENSTEN, VRIJE BEROEPEN

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van 50 m² vloeroppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van 50 m² bijkomende vloeroppervlakte.

 

De vloeroppervlakte wordt gemeten per bouwlaag met inbegrip van de buitenmuren, verminderd met de oppervlakte der verticale en horizontale verbindingswegen.

 

F. AUTOHERSTELPLAATSEN

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van 50 m² vloeroppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van 50 m² bijkomende vloeroppervlakte.

 

De vloeroppervlakte wordt gemeten zoals voor de kantoorgebouwen.

 

G. HOTELS

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van drie hotelkamers.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van drie bijkomende hotelkamers.

 

H. RUIMTES VOOR CULTURELE ACTIVITEITEN

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van tien zitplaatsen.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van tien bijkomende zitplaatsen.

 

I. RECREATIERUIMTES (fitness, bowling, privaat sportruimte, muziekklas,…)

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van 50 m² vloeroppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van 50 m² bijkomende vloeroppervlakte.

 

De vloeroppervlakte wordt gemeten zoals voor de kantoorgebouwen.

 

J. VERZORGINGS- EN BEJAARDENTEHUIZEN

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van vier bedden.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van vier bijkomende bedden.

 

K. ONDERWIJSINRICHTINGEN

 

Nieuwbouw

Het aantal parkeerplaatsen wordt berekend door het aantal gewone klaslokalen te vermenigvuldigen met een der coëfficiënten welke voorkomen op onderstaande tabel.

 

Type onderwijsinrichting

coëfficiënt

Kleuter- en lager onderwijs

1

 

Verbouwingswerken

Dezelfde normen als voor nieuwbouw gelden voor de bijkomende gewone klassen.

 

Door gewone klaslokalen verstaat men een klaslokaal waarin het algemeen onderricht wordt gegeven.

 

Tot de gewone klassen behoren dus niet de lokalen waarin uitsluitend een bijzondere vorm van onderricht wordt gegeven.

 

L. GEMENGDE BESTEMMINGEN

 

Bij gebouwen met een gemengde bestemming worden voormelde regels afzonderlijk toegepast op de onderscheiden bestemmingszones.

 

M. FUNCTIEWIJZIGINGEN

 

Indien een gebouw door verbouwing verandert van functie, is het aantal bijkomende parkeerplaatsen het verschil tussen het aantal parkeerplaatsen van de nieuwe bestemming en van de vroegere bestemming, dit volgens voormelde indeling.

 

Art. 5. – Uitzonderingen:

      Dit reglement is niet van toepassing op eengezinswoningen met een gevellengte kleiner of gelijk aan 7 m, gelegen in een aaneengesloten bebouwing, waarbij het betreffende perceel van 7 m breed zich tussen 2 bebouwde percelen bevindt.

      Dit reglement is niet van toepassing indien vóór de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning reeds voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn overeenkomstig bovenstaande bepalingen, voor zowel de bestaande als de nieuwe toestand.

 

Art. 6. – De belasting wordt vastgesteld op 5.000 euro per ontbrekende of niet-voorbehouden parkeerplaats.

 

Art. 7. – Voor de afgifte van de omgevingsvergunning door het college van burgemeester en schepenen, moet de belastingplichtige het vermoedelijke bedrag van de belasting bij de financieel directeur in bewaring geven. Het bewijs hiervoor dient door betrokkene voorgelegd te worden vooraleer de vergunning wordt afgeleverd.

 

Het vermoedelijke bedrag wordt vastgesteld op basis van het aantal ontbrekende parkeerplaatsen, berekend aan de hand van de plannen die bij de aanvraag om omgevingsvergunning werden gevoegd.

 

Art. 8. –

§1. De belasting is verschuldigd één jaar nadat het hoofdgebouw onder dak staat, de ruwbouw van de verbouwingswerken beëindigd werden, of nadat het gebouw eventueel gedeeltelijk, wordt bewoond of gebruikt.

 

§2. De vaststelling dat het gebouw onder dak staat, dat de ruwbouw van de verbouwingswerken beëindigd is, geschiedt door de daartoe aangestelde beambte van het gemeentebestuur door middel van een proces-verbaal, waarin tevens het werkelijk aantal ontbrekende parkeerplaatsen op het ogenblik van de vaststelling wordt vermeld.

 

Dit proces-verbaal wordt aan de belastingplichtige toegestuurd, die vanaf de datum van ontvangst over één jaar beschikt om eventueel het aantal parkeerplaatsen aan te vullen.

 

Na het verstrijken van de termijn van één jaar wordt een tweede vaststelling gedaan door de aangestelde beambte en wordt in een proces-verbaal het definitief aantal ontbrekende parkeerplaatsen en de verschuldigde belasting vastgesteld.

Zowel bij de eerste als bij de tweede vaststelling wordt de belastingplichtige acht kalenderdagen vooraf per aangetekend schrijven uitgenodigd om bij de vaststelling aanwezig te zijn.

 

Art. 9. – De belasting is verschuldigd op de dag van de betekening van het proces-verbaal tot definitieve vaststelling van het ontbreken van de aanleg of de wijziging van de bestemming van de parkeerplaats.

 

Art. 10. – De belasting moet worden betaald binnen de 2 maanden na de verzending van het betalingsbericht aan de belastingschuldige.

 

Art. 11. – De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Beperkte geldigheidsduur cormiteitsattest - reglement - aanpassing - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de aanpassing van het reglement inzake de beperking van de geldigheidsduur van conformiteitsattesten te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.

 

Motivering

 

Het huidig reglement inzake de beperking van de geldigheidsduur van conformiteitsattesten werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 28 november 2019 en eindigt op 31 december 2020.

 

De gemeenteraad van 6 juni 2019 keurde de subsidieaanvraag Woonwijs 2020-2025 goed.

In het huidige subsidiedossier is bij de actie AA 2_3 'Een verordening vaststellen en toepassen waarbij de geldigheidsduur van het conformiteitsattest beperkt wordt en woningen met dergelijke conformiteitsattesten opvolgen' opgenomen.

 

Vanaf 1 januari 2021 treedt het optimalisatiedecreet en -besluit in werking en daar horen nieuwe technische verslagen bij. De vaststelling van de gebreken gebeurt op basis van indeling in categorieën - in plaats van het strafpuntensysteem:

          categorie I (= klein gebrek)

          conform bij maximaal zes kleine gebreken

          categorie II (= ernstig gebrek)

          meteen advies tot ongeschiktheid

          categorie III (= direct gevaar/mensonwaardig)

          meteen advies tot onbewoonbaarheid

 

Naar aanleiding van het wegvallen van het strafpuntensysteem en de nieuwe indeling op basis van categorieën dient het gemeentelijk reglement te worden aangepast.

 

De geldigheidsduur van de uitgereikte conformiteitsattesten wordt als volgt bepaald:

          10 jaar (bij maximaal zes kleine gebreken)

          5 jaar (bij melding klein gebrek 'vocht')

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, 41 en 287 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997 en latere wijzigingen; in het bijzonder en zonder zich hiertoe te beperken artikels 7 tot en met 10

          Vlaamse Codex Wonen van 2021 en latere wijzigingen; in het bijzonder en zonder zich hiertoe te beperken ‘boek 3 woningkwaliteitsbewaking, deel 3 conformiteitsattest’

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om de aanpassing van onderstaand reglement voor te leggen op de gemeenteraad van 26 november 2020:

 

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE BEPERKING VAN DE GELDIGHEIDSDUUR

VAN CONFORMITEITSATTESTEN

 

Art. 1. - Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

          woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande

          kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt

          conformiteitsattest: attest, kosteloos afgeleverd door de burgemeester of door de gewestelijk ambtenaar, waaruit blijkt dat de woning/kamer voldoet aan de woningnormen zoals vermeld in de Vlaamse Wooncode/Vlaamse Codex Wonen. Het conformiteitsattest vermeldt enerzijds de maximale bezettingsnorm van de woning en anderzijds het aantal resterende gebreken dat de woning scoorde (op basis van het technisch verslag van Wonen-Vlaanderen).

 

Art. 2. -

§ 1 Het conformiteitsattest heeft een geldigheidsduur van 10 jaar indien het conformiteitsattest maximaal 6 kleine gebreken vermeldt.

 

§ 2 Het conformiteitsattest heeft een geldigheidsduur van 5 jaar indien het conformiteitsattest als klein gebrek 'vocht' vermeldt.

 

Art. 3. - De geldigheidsduur van eerder uitgereikte conformiteitsattesten blijft onveranderd.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Snoeien bomen - gunning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Snoeien bomen” goed te keuren.

 

Motivering

 

In het kader van de opdracht “Snoeien bomen” werd een bestek met nr. 2020-16 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 18.180,00 euro excl. btw of 21.997,80 euro incl. 21 % btw (3.817,80 euro btw medecontractant).

 

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 23 september 2020 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 23 september 2020 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

  • Van Houtte Davy, Spinnewielstraat 10 te 9770  Kruisem;
  • Defoer Kevin, Bulmolenweg 39B te 8720 Markegem;
  • Tuinaanleg Boudry, Lauwestraat 235 te 8511 Aalbeke;
  • Vancamelbeke Maarten, Roterijstraat 29 te 8520 Kuurne;
  • Vanhoutte Tuinen, Stationsstraat 264 te 8540 Deerlijk;
  • Deprez Ward, Klijtstraat 209 te 8540 Deerlijk;
  • Feys-Schouppe, Oliebergstraat 100 te 8540 Deerlijk;
  • Boomverzorging Vercaemst, Pladijsstraat 184 te 8540 Deerlijk;
  • Putman Jürgen, Gaaistraat 4 te 8540 Deerlijk.

 

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 15 oktober 2020 om 10.00 uur te bereiken.

 

De verbintenistermijn van 90 kalenderdagen eindigt op 13 januari 2021.

 

Er werden 5 offertes ontvangen:

  • Deprez Ward, Klijtstraat 209 te 8540 Deerlijk (18.180,00 euro excl. btw of 21.997,80 euro incl. 21 % btw);
  • Putman Jürgen, Gaaistraat 4 te 8540 Deerlijk (20.755,50 euro excl. btw of 25.114,16 euro incl. 21 % btw);
  • Defoer Kevin, Bulmolenweg 39B te 8720 Markegem (24.351,00 euro excl. btw of 29.464,71 euro incl. 21 % btw);
  • Feys-Schouppe, Oliebergstraat 100 te 8540 Deerlijk (30.000,00 euro excl. btw of 36.300,00 euro incl. 21 % btw);
  • Boomverzorging Vercaemst, Pladijsstraat 184 te 8540 Deerlijk (30.296,97 euro excl. btw of 36.659,33 euro incl. 21 % btw);

 

De offerte van Deprez Ward werd niet weerhouden wegens het niet voldoen aan de uitsluitingsgronden en selectiecriteria.

 

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelde op 5 november 2020 het verslag van nazicht van de offertes op.

 

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde Putman Jürgen, Gaaistraat 4 te 8540 Deerlijk, tegen het nagerekende offertebedrag van 20.755,50 euro excl. btw of 25.114,16 euro incl. 21 % btw (4.358,66 euro btw medecontractant).

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
  • Andere:
  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139.000,00 euro niet).
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

 

Adviezen

 

De deskundige werken in uitbesteding verleent positief advies.

 

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Bestelbedrag

20.755,50 euro excl. btw of 25.114,16 euro incl. btw

Actie

Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling

Jaarbudgetrekening

0200-00/61510000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN

Visum

G-2020-40 dd 09/11/2020

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 5 november 2020, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

Artikel 2

 

Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3

 

De opdracht “Snoeien bomen” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde Putman Jürgen, Gaaistraat 4 te 8540 Deerlijk, tegen het nagerekende offertebedrag van 20.755,50 euro excl. btw of 25.114,16 euro incl. 21 % btw (4.358,66 euro btw medecontractant).

Artikel 4

 

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2020-16.

Artikel 5

 

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2020, op jaarbudgetrekening 0200-00/61510000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB).

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Schoonmaakster LO - beslissing genezenverklaring zonder blijvende arbeidsongeschiktheid - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Personeel - werk- en verlofregeling 2021 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen dient het schema inzake werk- en verlofregeling voor volgend jaar goed te keuren.

 

Motivering

 

De werk- en verlofregeling voor 2021 is opgemaakt rekening houdende met de feestdagen en collectieve verloven in 2021.

 

Het MAT behandelde dit op 7 oktober 2020 en dit stond tevens op de agenda van het syndicaal overleg van 10 november 2020 voor advies.

 

Het schema is te vinden in bijlage.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen keurt dewerk- en verlofregeling 2021, die ne varietur wordt toegevoegd, goed.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

          Leiedal - verslag van de raad van bestuur van 23 oktober 2020

          Gaselwest - verslag van de raad van bestuur van 9 september 2020

          cvba Mijn Huis - verslag van de raad van bestuur van 27 oktober 2020

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Deelname fotoproject 'Helden van de maatschappij' - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om goedkeuring te geven aan deelname aan het fotoproject 'Helden van de maatschappij'.

 

Motivering

 

In het kader van het fotoproject van de heer Andy Raes, een laatstejaarsstudent fotografie volwassenenonderwijs CVO Scala te Zwevegem, worden onze eigen werknemers en vrijwilligers positief in beeld gebracht als 'Helden van de maatschappij'. Het fotoproject zorgt enerzijds voor een positieve boost bij de werknemers en anderzijds voor gratis en kwalitatief beeldmateriaal voor eigen communicatietoepassingen.

 

Het doel is om per persoon 2 foto's te realiseren die dan zullen resulteren in een uitgebreide fotoreeks en, indien toegestemd door de persoon zelf, in een bijkomende expositie.

 

1) Medewerker in werkomgeving (in uniform indien van toepassing).

2) Medewerker in vrije tijd tijdens beoefenen van hobby (ander inzicht in de 'held').

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de deelname aan het fotoproject 'Helden van de maatschappij' goed te keuren. De goedkeuring is toegestaan voor de vooropgestelde lijst aan geïnteresseerde medewerkers:

 

Voornaam

Achternaam

Functie

Clusterhoofd

Tania

Goessaert

Poetshulp

Sarah Barbe

Vanessa

Cambron

Poetshulp

Sarah Barbe

Joyce

De Sloover

Poetshulp + back-up levering maaltijden aan huis 65+

Sarah Barbe

Davine

Maesen

Bibliotheekmedewerker

Wouter Mortier

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

MAT - verslag 27 oktober 2020 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het MAT hield een vergadering op 27 oktober 2020.

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag.

 

Motivering

 

Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd door de leden van het managementteam.

 

De bijhorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Onderwijs - tegemoetkoming schoolzwemmen - GO! Basisschool De Driesprong - tweede semester schooljaar 2019-2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepen wordt gevraagd de aanvraag van GO! Basisschool De Driesprong, tot het verkrijgen van de premie voor het schoolzwemmen voor het tweede semester van het schooljaar 2019-2020, goed te keuren.

 

Motivering

 

De directie van GO! Basisschool De Driesprong heeft op 28 augustus 2020 een aanvraag ingediend voor het bekomen van de premie voor het schoolzwemmen voor het tweede semester van het schooljaar 2019-2020.

 

De aanvraag beantwoordt aan de vereisten van het premiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 12 juli 2018.

 

Het premiereglement voorziet in een tegemoetkoming in de toegangsprijs voor het schoolzwemmen ten bedrage van 0,90 euro per leerling (per capita) per zwembeurt, met een maximum van 10 zwembeurten per leerling per schooljaar.

 

Volgende zwembeurten worden ingediend voor het tweede semester:

 

Leerjaar

Aantal leerlingen (koppen)

Aantal zwembeurten tweede semester per leerling, dewelke nog in aanmerking komen

Aantal zwembeurten tweede semester per leerjaar

Tegemoetkoming

2de leerjaar

22

4

88

79,20 euro

4de leerjaar

19

3

57

51,30 euro

6de leerjaar

16

2

32

28,80 euro

 

 

 

 

159,30 euro

 

Bij de behandeling van deze aanvraag voor het bekomen van de premie voor het schoolzwemmen voor het tweede semester van het schooljaar 2019-2020, werd rekening gehouden met de reeds ingediende zwembeurten voor het eerste semester

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Premiereglement schoolzwemmen

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

159,30 euro

Actie

Toelage schoolzwemmen

Jaarbudgetrekening

GBB/0873-00/64910000

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepen besluit de aanvraag van GO! Basisschool De Driesprong, tot het verkrijgen van de premie voor het schoolzwemmen voor het tweede semester van het schooljaar 2019-2020, goed te keuren. Deze premie, ten bedrage van 159,30 euro, zal uitbetaald worden op bankrekeningnummer BE42 0910 1917 9454 van GO! Basisschool De Driesprong.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Onderwijs - tegemoetkoming schoolzwemmen - VBS Sint-Lodewijk - tweede semester schooljaar 2019-2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepen wordt gevraagd de aanvraag van de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk tot het verkrijgen van de premie voor het schoolzwemmen voor het tweede semester van het schooljaar 2019-2020, goed te keuren.

 

Motivering

 

De directie van de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk heeft op 1 juli 2020 een aanvraag ingediend voor het bekomen van de premie voor het schoolzwemmen voor het tweede semester van het schooljaar 2019-2020.

 

De aanvraag beantwoordt aan de vereisten van het premiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 12 juli 2018.

 

Het premiereglement voorziet in een tegemoetkoming in de toegangsprijs voor het schoolzwemmen ten bedrage van 0,90 euro per leerling (per capita) per zwembeurt, met een maximum van 10 zwembeurten per leerling per schooljaar.

 

Volgende zwembeurten worden ingediend voor het tweede semester:

 

Leerjaar

Aantal leerlingen (koppen)

Aantal zwembeurten tweede semester per leerling, dewelke nog in aanmerking komen

Aantal zwembeurten tweede semester per leerjaar

Tegemoetkoming

1ste leerjaar A

14

3

42

37,80 euro

1ste leerjaar B

15

3

45

40,50 euro

2de leerjaar A

14

3

42

37,80 euro

2de leerjaar B

13

3

39

35,10 euro

3de leerjaar A

17

3

51

45,90 euro

4de leerjaar A

18

2

36

32,40 euro

4de leerjaar B

18

2

36

32,40 euro

5de leerjaar A

22

2

44

39,60 euro

6de leerjaar A

24

2

48

43,20 euro

 

 

 

 

344,70 euro

 

Bij de behandeling van deze aanvraag voor het bekomen van de premie voor het schoolzwemmen voor het tweede semester van het schooljaar 2019-2020, werd rekening gehouden worden met het aantal zwembeurten dat reeds werd ingediend voor het eerste semester.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Premiereglement schoolzwemmen

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

344,70 euro

Actie

GBB - Toelage schoolzwemmen

Jaarbudgetrekening

GBB/0870-03/64910000

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepen besluit de aanvraag van de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk tot het verkrijgen van de premie voor het schoolzwemmen, voor het tweede semester van het schooljaar 2019-2020, goed te keuren. Deze premie, ten bedrage van 344,70 euro, zal uitbetaald worden op bankrekeningnummer BE82 7360 1778 0568 van de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Sport - beweegvriendelijke buurt - 10.000 stappen: Elke stap telt - deelname - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd haar goedkeuring te geven voor de deelname van de gemeente Deerlijk aan het project '10.000 stappen: Elke stap telt'.

 

Motivering

 

Wie dagelijks in beweging blijft, blijft gezond. Voldoende beweging versterkt de werking van ons immuunsysteem en kan ernstige ziekten voorkomen (bv. cardiovasculair, diabetes, depressie). Je houdt ook het gewicht en bloeddruk op peil. Bewegen is trouwens goed voor lichaam én geest. Als je voldoende in beweging bent, voel je je fitter, energieker en beter in je vel.

 

Je hoeft niet heel intensief te bewegen of een topsporter te zijn voor een goede gezondheid. Wekelijks 150 minuten bewegen aan matige intensiteit is evengoed een actieve manier van leven. Of, onderzoek wijst uit dat 10.000 stappen per dag de gezondheid verbetert bij volwassenen (8000 bij 65+’ers). Gemiddeld zetten we ongeveer 6.000 stappen per dag. Dat is maar 4.000 stappen verwijderd van het streefdoel. Met een half uur meer bewegen per dag haal je zo die 4.000 extra stappen.

 

Het Vlaams Instituut Gezond Leven en Sport Vlaanderen bundelen nu hun krachten om - over de beleidsdomeinen heen - het grootste beweegproject van Vlaanderen te organiseren in zoveel mogelijk gemeenten: 10.000 stappen: Elke stap telt.

De Vlaamse Logo’s en de consulenten van Sport Vlaanderen ondersteunen en adviseren lokale besturen bij de plaatselijke uitrol ervan.

 

Het 10.000-stappenproject is een wetenschappelijk onderbouwd project dat Gezond Leven al jaren succesvol coördineert met steun van de Vlaamse Overheid. Uit studies blijkt dat het 10.000 stappen-project burgers effectief meer in beweging brengt indien de gemeente hier mee op inzet. Gezond Leven en Sport Vlaanderen roepen lokale besturen daarom op om te investeren in zichtbare beweegvriendelijke buurten.

 

10.000 stappen zet voor 100 % in op meer bewegen. Een gezond en slim idee, zeker in volle coronatijd! Het is een ideaal project om in te spelen op de aanbevelingen uit het rapport van het Maatschappelijke Relancecomité naar aanleiding van COVID-19, zoals verschuiving naar de meer actieve vervoerswijzen, meer investeren in gezondheidsbevordering met bijzondere aandacht voor de kwetsbare burgers, …

 

Hoe maak je dit mogelijk als lokaal bestuur?

          10.000 stappen inspireert en ondersteunt (ook financieel) het lokaal bestuur de komende 4 jaar in de uitbouw van een beweegvriendelijke omgeving en een gezondere stad of gemeente:

          2021: stappensignalisaties in het straatbeeld

          2022: beweegroutes in jouw gemeente

          2023: lokale beweegacties opzetten i.s.m. het verenigingsleven

          2024: inzetten op het STOP-principe en gezonde mobiliteit

Jaarlijks deelnemen is geen verplichting, maar wordt wel aangeraden. Elke jaar wordt de focus gelegd op een ander belangrijk onderdeel van het integraal 10.000 stappenproject, dat pas echt effectief is wanneer er op alle focussen en communicatiepieken wordt ingezet.

          Daarnaast worden er op Vlaams niveau communicatiegolven naar de burgers georganiseerd over gezond bewegen en ‘Elke stap telt’. Elk deelnemend lokaal bestuur ontvangt kant-en-klare communicatietools om ook lokaal mee te surfen op deze Vlaamse media en te communiceren naar uw burgers.

          De Vlaamse Logo’s en bovenlokale consulenten van Sport Vlaanderen ondersteunen en adviseren het lokaal bestuur bij de plaatselijke uitrol, namelijk bij de keuze van type, opdruk en plaatsing van signalisaties, bij het opstellen van een participatief traject met intermediairs en burgers (mensen in maatschappelijk kwetsbare situaties), bij intersectorale samenwerkingen,… Er wordt ook een inspiratiegids voorzien waar lokaal, besturen zelf mee aan de slag kunnen.

 

Einddoel: Gezonde inwoners die meer bewegen, en als het kan 10.000 stappen per dag zetten, dankzij een combinatie van toffe sensibilisering en beweegvriendelijke buurten.

 

Bij deelname aan het project wordt in 2021 van het lokaal bestuur verwacht in te zetten op stappensignalisaties in het straatbeeld.

 

Uit wetenschappelijke studies in Vlaanderen,  blijkt dat de signalisatieborden van 10.000 stappen op strategische plaatsen vitaal zijn voor gedragsverandering van burgers. Kleine afstanden, tussen nuttige locaties in de gemeente of buurt, leveren ook extra stappen op.

Daarom focussen we in het eerste jaar (2021) op het zichtbaar maken van de boodschap “ELKE STAP TELT” in het straatbeeld. Er is daartoe een pakket met verschillende signalisatiematerialen en nudges samengesteld, waaruit het lokaal bestuur vrij kan kiezen op maat van de gemeente. Zo worden de inwoners ondergedompeld in stapvriendelijke buurten. De eerste 100 inschrijvers krijgen een zelfgekozen pakket ter waarde van 500 euro.

 

Wat wordt er concreet verwacht van het lokaal bestuur in 2021?

          De keuze van signalisaties uitgebreid voor te bereiden a.d.h.v. ondersteuning door Vlaamse Logo’s en Sport Vlaanderen, en a.d.h.v. een participatietraject met burgers, middenstand, intermediairs, gemeentediensten, …..

          Zelf te investeren in extra materialen indien het gratis materiaalpakket van 500 euro niet voldoende is voor een optimale stappen-visualisatie in de stad of gemeente. Ook de dragers van de stappensignalisaties (beugels en palen) zijn niet inbegrepen.

          Tijdens de communicatiepieken 10.000 stappen in de picture zetten en de inwoners sensibiliseren, minstens a.d.h.v. de kant-en-klare communicatiematerialen van ‘10.000 stappen: Elke stap telt’.

          Na levering van de signalisaties, deze zelf te plaatsen.

 

Het project '10.000 stappen: Elke stap telt' kan opgevolgd worden door de sportdienst en binnen een context van de vrijetijdsdiensten, in afstemming met de cluster Ruimte (o.a. in functie van plan signalisatie) en de cluster Burger & Welzijn.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Het preventiedecreet van 21 november 2003 en latere wijzigingen.

          Het decreet Lokaal sociaal beleid van 9 februari 2018 en latere wijzigingen.

 

Financiën

 

De financiële gevolgen van deze beslissing zijn nog niet volledig gekend.

 

Indien de gemeente Deerlijk tot de eerste 100 ingeschreven lokale besturen behoort, wordt een gratis pakket signalisatiematerialen t.w.v. 500 euro ontvangen. Zoniet dient de gemeente een pakket t.w.v. 500 euro aan te kopen. Daarnaast dient budget voorzien te worden voor eventueel extra signalisatiemateriaal, dragers voor signalisatieborden (voor zover geen bestaande dragers kunnen gebruikt worden), lokale promotie, organiseren van extra vrijblijvende acties, ... Deze beperkte uitgaven kunnen gedragen worden binnen de voorziene exploitatiebudgetten, zoals deze voorzien voor sport en vrijetijdspromotie.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de deelname van de gemeente Deerlijk aan het project '10.000 stappen: Elke stap telt' goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Sport - subsidies jeugdsport 2020 - verdeling - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Er worden jeugdsportsubsidies uitgekeerd aan de erkende Deerlijkse sportverenigingen voor het werkjaar 2020 (seizoen 2019-2020). Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de jeugdsportsubsidies ten bedrage van 12.500,00 euro goed te keuren.

 

Motivering

 

Het reglement professionalisering jeugdsportbegeleiding sportverenigingen, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 28 november 2019, heeft tot doel het verhogen van de kwaliteit van de jeugdsportbegeleiding.

 

Deze subsidie betreft een extra jeugdsportsubsidie die kan aangevraagd worden door erkende Deerlijkse sportverenigingen en is geen werkings- of basissubsidie. Het corona-relanceplan voorziet in deze geen tussenkomst zoals deze wel voorzien is bij de verdeling van de beleidssubsidies voor de erkende Deerlijkse sportverenigingen.

 

De kernraad sport gaf op 22 oktober 2020 een positief advies bij de verdeling van de jeugdsportsubsidies op basis van het goedgekeurde reglement.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

12.500,00 euro

Actie

GBB

Jaarbudgetrekening

0740-00/64910025

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenenbeslist om de verdeling subsidies jeugdsport voor het werkjaar 2020 (seizoen 2019-2020) goed te keuren ten bedrage van 12.500,00 euro.

 

Artikel 2

 

Deze toelagen zullen uitbetaald worden door de financieel directeur tegen het einde van het jaar op het rekeningnummer van de vereniging.

 

1)      Aanvaardbare kosten van erkende bijscholingen of vormingen gevolgd door de jeugdsportbegeleider of de jeugdsportcoördinator.

 

Naam vereniging

Deelnemer

Bedrag

rekeningnummer

Basket Heren Z/D

10 trainers

190,00 euro

BE22 3630 4707 4847

Duikclub Haaifive

Billouw Cathoo

280,00 euro

BE27 7380 3482 8173

Totaal

 

470,00 euro

 

 

2)      Gekwalificeerde jeugdsportcoördinator in de sportvereniging met jeugdwerking.

De jeugdsportcoördinator moet minstens het VTS-initiator brevet in zijn bezit hebben.

Dit bedrag wordt het bedrag van de jeugdsportcoördinatoren genoemd (= BJ).

Het bedrag voor de jeugdsportcoördinatoren, eventueel aangevuld met de rest van het bedrag bijscholingen (BB) wordt verdeeld op basis van het aantal erkende sportverenigingen met een jeugdwerking die beschikken over een sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinator die voldoet.

De jeugdsportcoördinator legt een jeugdsportbeleidsnota voor.

De jeugdsportcoördinator is coördinator van de volledige structuur van de jeugdwerking van 6 tot 18 jaar.

De jeugdsportcoördinator ontwikkelt jaarlijks nieuwe impulsen om de kwaliteit van de jeugdwerking te verbeteren.

De jeugdsportcoördinator neemt initiatieven rond ethiek in sport die bijdragen tot een beter sportklimaat.

De jeugdsportcoördinator is coördinator bij een club met minstens 25 actieve jeugdleden.

 

De verdeling van dit  bedrag gebeurt a rato van het aantal ingediende dossiers.

 

Naam vereniging

jeugdsportcoördinator

bedrag

rekeningnummer

Badminton DZ99

Lisa Demeyere

1.718,57 euro

BE60 7512 1005 6570

Basket  Heren Z/D

Dirk Verhamme

1.718,57 euro

BE22 3630 4707 4847

Dans en turnen Move-d

Diego Soenen

1.718,57 euro

BE03 7512 0919 4684

Tennis TC Gaverkasteel

Louis Lecluyse

1.718,57 euro

BE24 4635 1759 8138

Voetbal KVC DeerlijkSp

Benny Debeil

 

1.718,57 euro

BE69 4635 3545 0178

Volleybal VBC Gaverhal

Lisa Vanwynsberghe

1.718,57 euro

BE31 7512 0543 7855

Wielerclub KSV Deerlijk

Tim Vantyghem

1.718,58 euro

BE26 7384 2209 6229

Totaal

 

12.030,00 euro

 

 

3)      Behalen van een diploma a rato van het aantal ingediende dossiers en van de effectief ingediende kosten. De verdeling van dit bedrag gebeurt a rato van het aantal ingediende dossiers en van de effectief ingediende kosten.

 

Naam cursist

Diploma

bedrag

rekeningnummer

Geen deelnemers

nihil

0,00 euro

 

 

 

0,00 euro

 

 

Algemeen totaal

 

12.500,00 euro

 

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Sport - beleidssubsidies 2020 - verdeling - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Er worden beleidssubsidies uitgekeerd aan de erkende Deerlijkse sportverenigingen voor het werkjaar 2020 (seizoen 2019-2020). Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de verdeling van de beleidssubsidies goed te keuren.

 

Motivering

 

Het erkennings- en subsidiereglement, goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 november 2019 laat toe beleidssubsidies uit te keren aan de erkende Deerlijkse sportverenigingen.

 

De gemeenteraad besliste in zitting van 9 juli 2020 om het behoud van de basissubsidie voor verenigingen voor werkjaar 2020 goed te keuren als maatregel van het Corona-relanceplan.

 

De beleidssubsidie voor erkende Deerlijkse sportverenigingen bestaat uit een basissubsidie (40 %) en een aanvullend deel op de basissubsidie (60 %).

 

De basissubsidie voor sportverenigingen is de laatste 3 jaar dezelfde gebleven. Deze basissubsidie toegekend aan de erkende sportverenigingen gebeurt op basis van drie categorieën:

          Louter competitie en jeugdwerking: 100,00 euro;

          Competitie zonder jeugd of deelname aan tornooien: 70,00 euro;

          Louter recreatief: 40,00 euro.

           

Het aanvullend deel op de basissubsidie wordt berekend op basis van kwalitatieve criteria zoals opgenomen in het erkennings- en subsidiereglement.

 

De kernraad sport opteerde om het aanvullend deel op de basissubsidie toe te kennen door middel van toetsing van de ingediende dossiers aan de kwalitatieve criteria uit het reglement. Dit was voor seizoen 2019-2020 zeker mogelijk. De impact van de coronamaatregelen bij de beoordeling van de kwalitatieve criteria blijkt zeer beperkt.

 

Overzicht van de beleidssubsidies (basissubsidie + aanvullend deel) die de laatste 3 jaren werden uitbetaald aan de erkende sportverenigingen:

 

 

2017

2018

2019

2020

Aikido & Tai-Chi

251,44

280,29

228,88

227,67

Badminton DZ99

1297,66

1270,09

1281,33

1412,74

Basket Heren Hexia

1949,44

1723,99

1723,11

1877,76

Basket vet dames

75,88

76,80

81,49

83,16

Basket vet heren

51,22

67,44

69,85

74,73

Basket Zwarte beren

131,79

124,65

107,40

122,53

Dans en turnen Move-d

2468,50

2416,60

2766,25

2754,24

Duikclub Haaifive

319,81

308,33

318,46

419,92

GSF-sport

149,54

125,00

134,94

116,01

Joggingclub

237,97

221,61

228,58

243,93

Joggingplus

295,27

299,33

309,38

326,85

Judoclub

303,04

384,46

367,73

401,72

Karateclub

1033,78

1027,46

1159,65

1071,97

Minivoetbal De Natrappers

89,86

90,51

88,92

90,84

Minivoetbal Pladijsshotters

85,95

100,43

99,75

100,95

Motocross Mikkola

565,35

564,65

576,16

558,13

Petanque Cocoonsmijters

0,00

0,00

111,42

131,27

Petanque d'Oliebolders

203,90

201,52

190,35

195,76

Pingpongclub

79,88

86,67

83,53

85,71

Powerclub Dirk

279,74

250,78

243,74

206,97

Seniorensport Okra

275,42

278,95

290,26

296,30

Taekwondo

699,60

741,01

814,48

785,19

Tennis Gaverkasteel

1027,34

990,65

915,38

956,42

Tennis Sellewie

241,02

255,85

261,13

379,19

Voetbal FC Gavervrienden

203,80

208,78

217,77

211,60

Voetbal KVC Deerlijk

1386,24

1453,21

1749,04

1605,68

Voetbal Real

231,66

201,90

214,46

226,11

Voetbal Sparta Belgiek

132,96

126,12

133,00

131,59

Volley Recrea Smash

63,15

62,59

79,83

80,64

Volley VBC Gaverhal

866,70

878,86

839,34

936,89

Wandelclub De Trompe

228,96

216,68

214,39

222,26

Wielerclub KSV Deerlijk

1432,39

1596,45

1544,76

1443,01

Wielertoerisme De Boerkes

219,40

216,04

259,11

276,14

Wielertoerisme De Scheve Guidons

197,55

167,10

161,13

174,22

Wielertoerisme KSV Deerlijk

207,06

198,60

251,70

271,90

 

De gemeenteraad besliste in zitting van 9 juli 2020 ook om een éénmalige verhoging met 30 % van de werkingssubsidies 2020 voor verenigingen goed te keuren.

 

Deze éénmalige verhoging zal gelijktijdig/samen worden uitbetaald.

 

sportvereniging

2020

met coronatoeslag 30 %

Aikido & Tai-Chi

227,67

295,97

Badminton DZ99

1412,74

1836,56

Basket Heren Hexia

1877,76

2441,09

Basket vet dames

83,16

108,11

Basket vet heren

74,73

97,15

Basket Zwarte beren

122,53

159,29

Dans en turnen Move-d

2754,24

3580,51

Duikclub Haaifive

419,92

545,90

GSF-sport

116,01

150,81

Joggingclub

243,93

317,11

Joggingplus

326,85

424,91

Judoclub

401,72

522,24

Karateclub

1071,97

1393,56

Minivoetbal De Natrappers

90,84

118,09

Minivoetbal Pladijsshotters

100,95

131,24

Motocross Mikkola

558,13

725,57

Petanque Cocoonsmijters

131,27

170,65

Petanque d'Oliebolders

195,76

254,49

Pingpongclub

85,71

111,42

Powerclub Dirk

206,97

269,06

Seniorensport Okra

296,30

385,19

Taekwondo

785,19

1020,75

Tennis Gaverkasteel

956,42

1243,35

Tennis Sellewie

379,19

492,95

Voetbal FC Gavervrienden

211,60

275,08

Voetbal KVC Deerlijk

1605,68

2087,38

Voetbal Real

226,11

293,94

Voetbal Sparta Belgiek

131,59

171,07

Volley Recrea Smash

80,64

104,83

Volley VBC Gaverhal

936,89

1217,96

Wandelclub De Trompe

222,26

288,94

Wielerclub KSV Deerlijk

1443,01

1875,91

Wielertoerisme De Boerkes

276,14

358,98

Wielertoerisme De Scheve Guidons

174,22

226,49

Wielertoerisme KSV Deerlijk

271,90

353,47

 

De kernraad sport gaf op 22 oktober 2020, na controle, een positief advies bij de verdeling van de beleidssubsidies  op basis van het goedgekeurde reglement, rekening houdend met de 30 % verhoging via het relanceplan.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Beslissing gemeenteraad, zitting 9 juli 2020, Corona-relanceplan - behoud basissubsidies verenigingen

          Beslissing gemeenteraad, zitting 9 juli 2020, Corona-relanceplan - éénmalige verhoging werkingssubsidies en nominatieve toelagen

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

24.050,00 euro

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB / 0740-00/64910022

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist om de verdeling van de beleidssubsidies voor het werkjaar 2020 (seizoen 2019-2020) goed te keuren ten bedrage van 24.050,00 euro.

 

Artikel 2

 

Er wordt gevraagd om de goedgekeurde bedragen te storten voor het einde van het jaar via de financieel directeur, op rekening van de desbetreffende sportverenigingen.

 

NAAM VERENIGING

Bedrag

Rekeningnummer

Aikido & Tai-Chi

295,97 euro

BE05 4635 1468 2175

Badminton DZ99

1836,56 euro

BE60 7512 1005 6570

Basket Heren  Z/D

2441,09 euro

BE22 3630 4707 4847

Basket veteranen dames

108,11 euro

BE77 0639 2769 9042

Basket veteranen heren

97,15 euro

BE23 0011 4668 4991

Basket Zwarte Beren

159,29 euro

BE82 7380 3029 7768

Dans en turnen Move-d

3580,51 euro

BE03 7512 0919 4684

Duikclub Haaifive

545,90 euro

BE27 7380 3482 8173

GSF sport

150,81 euro

BE98 4635 1445 1193

Joggingclub

317,11 euro

BE27 8282 8050 4773

Joggingplus

424,91 euro

BE77 7380 2668 6742

Judoclub

522,24 euro 

BE24 7506 0302 7338

Karateclub

1393,56 euro

BE59 4620 1114 8126

Minivoetbal De Natrappers

118,09 euro

BE44 0636 5271 4045

Minivoetbal Pladijsshotters

131,24 euro

BE61 9731 1508 8817

Motocross Mikkola

725,57 euro

BE74 0632 0941 0507

Petanque Cocoonsmijters

170,65 euro

BE48 9733 6458 3527

Petanque d'Oliebolders

254,49 euro

BE75 6528 3797 0251

Pingpongclub

111,42 euro

BE04 4635 1877 1131

Powerclub Dirk

269,06 euro

BE90 0003 3873 6932

Seniorensport Okra

385,19 euro

BE17 7755 7932 2821

Taekwondo

1020,75 euro

BE58 3631 3826 7779

Tennis Gaverkasteel

1243,35 euro

BE24 4635 1759 8138

Tennis Sellewie

492,95 euro

BE15 7765 9242 0830

Voetbal FC Gavervrienden

275,08 euro

BE59 3630 2688 7026

Voetbal KVC Deerlijk

2087,38 euro

BE69 4635 3545 0178

Voetbal Real

293,94 euro

BE57 9731 4547 1035

Voetbal Sparta Belgiek

171,07 euro

BE69 6528 4405 4878

Volley Recrea Smash

104,83 euro

BE45 0636 0957 2889

Volley VBC Gaverhal

1217,96 euro

BE31 7512 0543 7855

Wandelclub De Trompe

288,94 euro

BE06 8538 5419 0722

Wielerclub KSV Deerlijk

1875,91 euro

BE26 7384 2209 6229

Wielertoerisme De Lustige Boerkes

358,98 euro

BE32 4688 3525 0902

Wielertoerisme De Scheve Guidons

226,49 euro

BE96 1030 3324 5305

Wielertoerisme KSV Deerlijk

353,47 euro

BE36 7512 0480 9981

 

24.050,00 euro

 

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Sport - corona - indoor sportactiviteiten - kinderen tot en met 12 jaar - opstart vanaf 16 november 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om toestemming te verlenen voor het organiseren van indoor sportactiviteiten voor kinderen tot en met 12 jaar, vanaf 16 november 2020.

 

Motivering

 

Het ministerieel besluit van 1 november 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken laat een aantal versoepelingen toe voor kinderen tot en met 12 jaar.

 

In die versoepeling  voor kinderen tot en met 12 jaar kan het organiseren van indoor sportactiviteiten evenwel enkel mits toestemming van de lokale overheid. Om één lijn aan te houden met andere activiteiten voor kinderen tot en met 12 jaar die geen voorafgaande toestemming van de lokale overheid vragen, zoals muziekschool, tekenacademie, techniekacademie, wordt voorgesteld om ook toestemming te verlenen voor indoor sportactiviteiten voor kinderen tot en met 12 jaar, en dit vanaf 16 november 2020.

 

Aan de volgende voorwaarden moet daarbij voldaan worden:

1)      maximaal 50 kinderen;

2)      in georganiseerde context, door een club of vereniging, met toelating van de lokale overheid of georganiseerd door de lokale overheid zelf;

3)      altijd in aanwezigheid van een trainer, begeleider of meerjarige toezichter;

4)      in aanwezigheid van maximaal 1 lid van het huishouden per deelnemer.

 

In de infrastructuur worden de volgende minimale regels nageleefd:

5)      de uitbater of organisator informeert de bezoekers en personeelsleden over de geldende preventiemaatregelen;

6)      een afstand van 1,5 m tussen elke persoon wordt gegarandeerd;

7)      mondmaskers worden steeds sterk aanbevolen en worden gebruikt indien de regels van social distancing niet kunnen nageleefd worden - in die optiek wordt preventief een mondmaskerplicht opgelegd voor de ouder die kinderen begeleidt in de gemeentelijke infrastructuur;

8)      de activiteit moet zo georganiseerd worden dat samenscholing vermeden wordt;

9)      de uitbater of organisator neemt de gepaste hygiënemaatregelen om de inrichting en het gebruikte materiaal regelmatig te desinfeceren;

10)de uitbater of organisator zorgt voor een goede verluchting.

 

Organisatoren die indoor sportactiviteiten willen organiseren voor kinderen tot en met 12 jaar, ongeacht of deze activiteiten in de gemeentelijke infrastructuur doorgaan, moeten hiervoor toestemming vragen bij de lokale overheid. Er wordt voorgesteld om deze aanvragen te laten behandelen door de sportdienst, dewelke hierover regelmatig rapporteert aan de burgemeester en de noodplanningsambtenaar.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te beperken

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist om toelating te verlenen voor indoor sportactiviteiten voor kinderen tot en met 12 jaar, vanaf 16 november 2020, aan de opgelegde voorwaarden. De aanvragen worden behandeld door de sportdienst, dewelke hierover regelmatig rapporteert aan de burgemeester en de noodplanningsambtenaar.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Tussenkomst werkingsuitgaven Reveil - afrekening - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de afrekening van de tussenkomst in de werkingsuitgaven van Reveil 2020.

 

Motivering

 

Op 23 september 2020 besliste het college van burgemeester en schepenen een tussenkomst van 2.500 euro toe te kennen in de werkingsuitgaven van Reveil Deerlijk en Sint-Lodewijk. De bewijsstukken en facturen werden ingediend, ten belope van een totaal bedrag van 1.759,82 euro. Het overschot van 740,18 euro zal worden teruggestort op rekening van de gemeente.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Beslissing college van burgemeester en schepenen van 23 september 2020

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

740,18 euro

Actie

cultuurverenigingen

Jaarbudgetrekening

2020 / 0705-00 / 64910028

Visum

geen visum

 

Reveil wordt gevraagd om het resterende bedrag terug te storten op rekeningnummer BE24 0910 0021 4338 van de gemeente Deerlijk.

 

De financiële dienst wordt gevraagd om dit bedrag terug aan te vullen op de desbetreffende jaarbudgetrekening.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de afrekening van Reveil Deerlijk en Sint-Lodewijk 2020.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

OMV 2020.81 - Waregemstraat 533 - beslissing deputatie - aktename

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing van de deputatie in beroep over de aanvraag tot omgevingsvergunning, ingediend door Gevelconcept Waelkens, gevestigd Waregemstraat 448 te 8540 Deerlijk.  Het betreft een aanvraag tot het regulariseren van de functiewijziging van appartement naar kleinschalige handel met productie, op een perceel gelegen Waregemstraat 533, 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Op 3 augustus 2020 heeft de beroeper tegen de voorwaardelijke vergunning van het college van burgemeester en schepenen van 8 juli 2020 beroep ingesteld bij de deputatie.  In zitting van 29 oktober 2020 heeft de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen beslist het beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren en de omgevingsvergunning te weigeren vanuit volgende motivering:

...'De conclusie luidt als volgt:

Overwegende dat de aanvraag de regularisatie van aanpassingen in een bestaande bebouwing alsook de functiewijziging van woonfunctie naar een handelsfunctie met beperkte productie van handelsgoederen betreft, dat de aangevraagde functiewijziging en melding van de klasse 3-inrichting onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, dat het beroepschrift ontvankelijk is en bij de juiste instantie werd ingediend, dat omgevingsvergunningen een zakelijk karakter hebben, dat bij het uitbaten van een klasse 3 activiteit de algemene en sectorale milieuvoorwaarden na te leven zijn, dat de bedrijvigheid dermate kleinschalig is waardoor de hinder tot een aanvaardbaar niveau beperkt kan worden, dat de haakse inplanting van de drie voorziene parkeerplaatsen echter niet ideaal is doordat er te weinig manoeuvreerruimte over blijft en het in- en uitrijden van het terrein bemoeilijkt wordt, dat de aanvraag hierdoor niet verenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening.'

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de beslissing van de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

OMV 2019.178 - Pontstraat 31 - beslissing beroep - aktename

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing van de deputatie in beroep over de aanvraag tot omgevingsvergunning, ingediend door Robbe Van Espen, wonend Pontstraat 31 te 8540 Deerlijk.  Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van de bestaande woning en uitbreiden op de verdieping, op een perceel gelegen Pontstraat 31, 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Op 16 juli 2020 heeft de aanvrager tegen de voorwaardelijke vergunning van het college van burgemeester en schepenen van 17 juni 2020 beroep ingesteld bij de deputatie.  In zitting van 5 november 2020 heeft de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen beslist het beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren en de omgevingsvergunning te verlenen volgens ingediende plannen vanuit de volgende motivering:

...'Conclusie:

Overwegende dat de aanvraag strekt tot het verbouwen en uitbreiden van een ééngezinswoning; dat de aanvraag moet worden getoetst aan het RUP Oosthoek; dat de aanvraag voor wat betreft de uitbreiding hiervan afwijkt doch de afwijking als een beperkte afwijking in de zin van artikel 4.4.1 VCRO kan worden beschouwd; dat de aanvraag geen onaanvaardbare hinder doet ontstaan naar de aanpalende en om die reden de toets met de ruimtelijke ordening doorstaat.'

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

          Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de beslissing van de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

OMV 2020_164 - Oudenaardse heerweg 121 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van de bestaande eengezinswoning met een veranda, op een perceel gelegen Oudenaardse heerweg 121 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 620 F aangevraagd door de heer Nico Verstuyf wonende Oudenaardse heerweg 121 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  12 november 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

-          Stedenbouwkundige vergunning voor het bouwen van een tweewoonst afgeleverd op 2 oktober 1958 (dossiernummer 1958.111)

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Oudenaardse heerweg, wat een voldoende uitgeruste gemeenteweg is in het zuidelijke buitengebied van de gemeente. De woning is te bereiken via een uitweg met erfdienstbaarheid. De woning maakt deel uit van een koppelbouw. De directe omgeving bestaat uit weiland, enkele bosrestanten en verschillende (zonevreemde) woningen. Het terrein is sterk afhellend vanaf de voorliggende uitweg naar achteren toe.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst de bestaande woning achteraan uit te breiden met een veranda. Het perceel waarop de woning, een koppelbouw uit eind de jaren ’50, opgetrokken werd, helt sterk af naar achteren toe. Momenteel is er op de bouwplaats een carport (kelderniveau) met daarboven een terras (woonniveau) aanwezig met een oppervlakte van 54,60 m². De bestaande overdekte carportconstructie bevindt zich op 3,85 m van de rechterperceelsgrens en op 5,05 m van de linkerperceelsgrens. Over een diepte van 1,25 m bevindt zich tot op de rechterperceelsgrens achteraan de woning een pad ifv onderhoud van de ramen van de achtergevel. De oppervlakte van de overdekte constructie blijft behouden.

Vooraf aan het bouwen van een nieuwe veranda zou de bestaande houten vloer vervangen worden door een betonvloer waarop een veranda in aluminium wordt gebouwd. De bestaande metalen draagstructuur wordt versterkt door 2 extra metalen kolommen onder de metalen liggers. De nieuwe veranda heeft een oppervlakte van 22,23 m², wordt opgetrokken op 4,60 m van de rechter- en op 6 m van de linkerperceelsgrens. Rondom de veranda wordt een onderhoudszone voorzien met een min. breedte van 0,75 m. De carportconstructie blijft voorzien tot op 3,85 m van de rechterperceelsgrens.

De veranda heeft een kroonlijsthoogte van 3,70 m tov het voorliggende maaiveld, terwijl de vloerpas van de carport 1,50 m lager ligt dan het maaiveld. De totale hoogte van de constructie tov de vloerpas van de carport bedraagt 5,20 m. Het volume van de veranda bedraagt 64,50 m³. Na de werken wordt het volume van de zonevreemde woning gebracht op 807,66 m³.

De veranda wordt, met uitzondering van de dakconstructie, opgetrokken in glas. In de dakconstructie van de veranda wordt een lichtkoepel voorzien zodat de bestaande keuken voldoende lichtinval krijgt.

Er worden in functie van het bouwen van de veranda geen terreinwijzigingen voorzien.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden noch een adviesvraag gericht te worden aan de aanpalende eigenaars.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de bestemmingsvoorschriften van het agrarisch gebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt:

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

De aanvraag valt onder de basisrechten voor zonevreemde constructies van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening voor wat betreft de verbouwing van de zonevreemde woning waarbij artikel 4.4.10 stelt dat de aanvraag betrekking moet hebben op hoofdzakelijk vergunde en niet verkrotte zonevreemde constructies, waarbij artikel 4.4.12 stelt dat in alle bestemmingsgebieden de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor het verbouwen van een bestaande zonevreemde woning op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal, waarbij artikel 4.4.15 stelt dat het uitbreiden vergunbaar is voor zover het bouwvolume beperkt blijft tot ten hoogste 1.000m³ en op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal en waarbij artikel 4.4.11 stelt dat de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening onverkort geldt bij de afgifte van een vergunning.

In het voorliggend ontwerp is de bestaande woning niet verkrot en vergund. Het aantal woongelegenheden blijft na uitbreiding behouden. Het bruto bouwvolume van de woning na uitbreiding bedraagt 807,66 m³ (< 1.000 m³). De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening (zie onder). De aanvraag voldoet aan de bepalingen van de codex en is bijgevolg in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Oudenaardse heerweg een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: gezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een bestaande woning is de plaatsing van een hemelwaterput niet verplicht. Gezien de oppervlakte-uitbreiding minder dan 40 m² bedraagt is ook de plaatsing van een infiltratievoorziening niet vereist. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

In de directe omgeving zijn er verschillende woningen aanwezig, al dan niet met een uitbouw en/of veranda. Het uitbreiden van de woning met een veranda past zich functioneel bijgevolg in in de omgeving. De overdekte ruimte blijft behouden. De afstand tot de rechterperceelsgrens is voldoende ruim (3,85 m) om te voorkomen dat er hinder ontstaat naar de buren toe. Gelet op de bestaande toestand, het ontwerp, de afmetingen, de plaatsing op het perceel en de grootte van het perceel is het aangevraagde aanvaardbaar voor de bouwplaats en omgeving. Het betreft een ontwerp met een vrij eenvoudig uitzicht dat uitgevoerd wordt  in kleinschalige materialen. Hierdoor zijn de gekozen inplantingsplaats en de materialenkeuze inpasbaar in de directe omgeving. Het maaiveld wordt t.h.v. de werken niet aangepast waardoor geen hinder wordt veroorzaakt naar de omgeving toe. De aanvraag doet geen betekenisvolle bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Nico Verstuyf wonende Oudenaardse heerweg 121 te 8540 Deerlijk, voor het uitbreiden van de bestaande eengezinswoning met een veranda, op een perceel gelegen Oudenaardse heerweg 121 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 620 F.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

OMV 2020_161 - Sint-Rochusstraat 28 en 30 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een vrijstaand bijgebouw met een oppervlakte van 30 m² in de tuinzone, op een perceel gelegen Sint-Rochusstraat 28 en 30 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 464 H aangevraagd door Roel Vaneeckhout met als contactadres De Cassinastraat 20 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  12 november 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunning is relevant:

-          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 januari 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het afbreken van een eengezinswoning. (dossiernummer 2016.100)

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunning is relevant:

-          Omgevingsvergunning afgeleverd op 5 februari 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van twee eengezinswoningen. (dossiernummer 2019.156)

-          Omgevingsvergunning afgeleverd op 10 juli 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 2 eengezinswoningen (dossiernummer 2020/41)

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De aanvraag is gelegen langs de Sint-Rochusstraat, wat een goed uitgeruste gemeenteweg is. De directe omgeving bestaat uit aaneengesloten bebouwing, waaronder voornamelijk eengezinswoningen. Achteraan het terrein is een bedrijfsgebouw aanwezig tot op de perceelsgrens. Ook ten westen van het terrein werden er tot op de perceelsgrens bijgebouwen geplaatst.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het bouwen van twee aan elkaar gekoppelde tuinbergingen met een gezamenlijke oppervlakte van 29,35 m². De tuinberging heeft een hoogte van 2.50 m en wordt opgetrokken met een plat dak. De berging op het perceel Sint-Rochusstraat 30 heeft een breedte van 3 m en betreft een volledig gesloten bijgebouw. De berging op het perceel Sint-Rochusstraat 28 bestaat uit 2 delen waarbij het meest oostelijke deel met een breedte van 2,95 m een gesloten constructie betreft. Het westelijke deel is een open en overdekte constructie. De tuinberging wordt ingeplant tot op min. 1,69 m van de achterste perceelsgrens, op min. 3.39 m van de rechter perceelsgrens en op min. 2,61 m van de linker zijperceelsgrens. Het bijgebouw wordt afgewerkt in hout.

 

De vloerplaat van het bijgebouw werd reeds gegoten zodat de aanvraag deels een regularisatie betreft.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan zijnde de voorschriften voor woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de bouw van twee gekoppelde bijgebouwen bij twee voorliggende eengezinswoningen in opbouw zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Sint-Rochusstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag betreft het bouwen van twee gekoppelde tuinbergingen in hout met een gezamenlijk oppervlakte van minder dan 30 m² bij twee in opbouw zijnde eengezinswoningen zodat de aanvraag zich functioneel inpast.

Gelet op de bestaande toestand, het ontwerp, de afmetingen, de plaatsing op de beide loten en de grootte van de eigendom is het aangevraagde aanvaardbaar voor de bouwplaats en de omgeving. De afstanden tot de aanpalende percelen is voldoende ruim teneinde geen hinder te veroorzaken. Het betreft een ontwerp met een vrij eenvoudig uitzicht dat uitgevoerd wordt in hout. Hierdoor is de materialenkeuze inpasbaar in de directe omgeving. Het maaiveld wordt thv de werken niet aangepast waardoor er geen hinder veroorzaakt wordt naar de omgeving toe. De aanvraag doet geen betekenisvolle bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving ondermeer door de koppeling van de twee bijgebouwen bij de twee aanpalende loten.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Roel Vaneeckhout met als contactadres De Cassinastraat 20 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een vrijstaand bijgebouw met een oppervlakte van 30 m² in de tuinzone, op een perceel gelegen Sint-Rochusstraat 28 en 30 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 464 H.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

OMV 2020_132 - Desselgemstraat 141 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor de stopzetting van de varkenshouderij en de actualisatie van de vergunning, op een perceel gelegen Desselgemstraat 141 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 423 F aangevraagd door de heer Luc Taelman wonende Desselgemstraat 141 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  12 november 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

 

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 februari 1972 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 september 1975 door het college van burgemeester en schepenen voor het verlengen en vernieuwen van een bestaand afdak.

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 oktober 1985 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een kweekvarkensstal.

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 juli 1988 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een mestvarkensstal.

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 april 1995 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een bestaande stal.

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 mei 1998 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een loods met melkhuisje na sloping van een gebouw.

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 11 juni 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een fotovoltaïsche installatie op het dak van een mestvarkensstal.

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 juli 2011 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een loods, het slopen van een garage/berging en het regulariseren van een afdak/rundveestal.

 

Relevante milieuvergunningen

 

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

      Pré Vlarem vergunning afgeleverd op 19 april 1977 door het college van burgemeester en schepenen voor het exploiteren van een landbouwbedrijf.

      Milieuvergunning afgeleverd op 24 juni 1992 door het college van burgemeester schepenen voor het exploiteren van een ingedeelde inrichting.

      Milieuvergunning afgeleverd op 28 augustus 1993 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor overname van een vergunde inrichting.

      Milieuvergunning afgeleverd op 3 maart 2004 door het college van burgemeester schepenen voor het uitbreiden en omvormen van een bedrijf door samenvoeging.

      Milieuvergunning afgeleverd op 6 april 2005 door het college van burgemeester schepenen voor de wijziging van de hoeveelheid lozen huishoudelijk afvalwater en melden van stallen van voertuigen, opslag mazout en brandstofverdeelslang en melkopslag.

      Milieuvergunning afgeleverd op 1 juli 2009 door het college van burgemeester schepenen voor het exploiteren van een varkens- en rundveehouderij.

      Milieuvergunning afgeleverd op 29 juni 2011 door het college van burgemeester schepenen voor het wijzigen van het aantal landbouwvoertuigen, verplaatsen van de olieopslagen wijziging van de mestopslag.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Desselgemstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg in het noorden van de gemeente. De omgeving van de aanvraag wordt gekenmerkt door zowel residentiële bebouwing ten zuiden van de exploitatie en aan de andere zijdes agrarische functies zoals boomkwekerij-productievelden, bedrijfsgebouwen alsook open landbouwgebied. Op het perceel staat een vrijstaande bedrijfswoning van een bestaand landbouwbedrijf met achterliggend aaneengesloten en vrijstaande stallen en loodsen.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft geen betrekking op vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De omgevingsvergunningsaanvraag kadert in de stopzetting van de varkenshouderij en de uitbreiding van het rundvee op het bedrijf. Daarnaast worden nog een aantal rubrieken geactualiseerd.

 

De 680 varkensplaatsen worden geannuleerd en de varkensstallen zullen verder gebruikt worden als berging of als rundveestal. Als gevolg daarvan wordt ook een deel van de mengmestopslag geannuleerd. Bij het rundvee worden de melkkoeien geannuleerd en wordt een uitbreiding aangevraagd in zoogkoeien en jongvee.

 

Bij de aardappelloods zal een koelinstallatie worden geplaatst om de loods te kunnen klimatiseren zodat de aardappelen langer kunnen bewaren. Samen met deze koelgroep worden ook de compressor en de melkkoeltank vergunningsplichtig.

 

Er zal minder waterbehoefte zijn door de annulatie van de varkens en het melkvee. Er wordt echter geen annulatie in de grondwatervergunning aangevraagd gezien dit water dient voor beregening van de akkers. Het grondwater is afkomstig van de vijver waar ook het hemelwater van een deel van de gebouwen in opgevangen wordt. Het opgepompte water is dus regenwater gemengd met grondwater.

 

De olie-opslag wordt verplaatst en de overige rubrieken worden hernieuwd.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

6.4.1°

verplaatsen van de olieopslag (Verandering)

400 liter

3

6.5.1°

1 brandstofverdeelslang (Hernieuwing)

1 verdeelslang

3

9.4.3.c)1°

annulatie van 680 varkens en uitbreiding met 18 runderen (Verandering)

81 plaatsen

2

15.1.1°

stalplaats voor voertuigen en/of aanhangwagens (Hernieuwing)

25 voertuigen

3

16.3.2°a)

koelgroep (2,5 kW), melkkoeltank (3,5 kW), compressor (2,2 kW) (Nieuw)

8,2 kW

3

17.3.2.1.1.1°b)

mazoutopslag (Hernieuwing)

2,125 ton

3

17.4.

opslag gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (Hernieuwing)

100 liter

3

28.2.c)1°

annulatie van mengmestopslag door omvorming voormalige varkensstal naar rundveestal op stro (Verandering)

834 m³

3

53.8.1°a)

grondwaterwinning via een open vijver (Hernieuwing)

2541 m³/jaar

3

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 21 augustus 2020 tot 19 september 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

Deze aanvraag is volgens het Origineel gewestplan Kortrijk, goedgekeurd op 4 november 1977 gelegen in een agrarisch gebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan, gezien de aanvraag betrekking heeft op een volwaardig uitgebaat professioneel landbouwbedrijf in een agrarisch gebied.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Desselgemstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Op het bedrijf is geen productie van bedrijfsafvalwater; enkel een lozing van huishoudelijk afvalwater afkomstig van de woning (deze lozing kleiner is dan 20 IE en bijgevolg niet indelingsplichtig). Volgens het zoneringsplan van de gemeente ligt de exploitatie in een groene cluster, dit houdt in dat de lozing van huishoudelijk afvalwater dient aangesloten te worden op de riolering van de Desselgemstraat. De lozing moet voldoen aan de voorwaarden van Vlarem II hoofdstuk 6. Het meeste regenwater dat opgevangen wordt via daken van de woning, de bergingen en stallingen wordt afgevoerd naar de aanwezige vijver.

 

Op het bedrijf zal 2.125 kg mazout opgeslagen worden in een bestaande bovengrondse dubbelwandige tank en 1 verdeelslang. Deze tank staat binnen in een loods op een betonvloer zodat verontreinigingen naar de bodem niet mogelijk zijn.

 

Het aantal transportbewegingen zal door het stopzetten van de varkenshouderij en melkveehouderij aanzienlijk afnemen.

 

De afvalstoffen die ontstaan op het bedrijf zullen hoofdzakelijk kadavers en mest zijn. De mest zal afgezet worden volgens de regels van het mestdecreet en de kadavers worden opgehaald door Rendac. Het huishoudelijke afval wordt meegegeven met de wekelijkse ophaling.

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvrager baat een volwaardig landbouwbedrijf uit en bij de voorliggende aanvraag dienen geen stedenbouwkundige vergunningsplichtige werken uitgevoerd te worden.  Bijgevolg kan gesteld worden dat het bedrijf en de bedrijfsactiviteit in verhouding staan tot de activiteiten  in de omgeving en kan er geoordeeld worden dat er voldaan wordt aan de doelstellingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Luc Taelman wonende Desselgemstraat 141 te 8540 Deerlijk, voor de stopzetting van de varkenshouderij en de actualisatie van de vergunning, op een perceel gelegen Desselgemstraat 141 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 423 F mits voldaan wordt aan volgende voorwaarde:

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/.

 

Artikel 2

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat voortaan:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

6.4.1°

verplaatsen van de olieopslag (Verandering)

400 liter

3

6.5.1°

1 brandstofverdeelslang (Hernieuwing)

1 verdeelslang

3

9.4.3.c)1°

annulatie van 680 varkens en uitbreiding met 18 runderen (Verandering)

81 plaatsen

2

15.1.1°

stalplaats voor voertuigen en/of aanhangwagens (Hernieuwing)

25 voertuigen

3

16.3.2°a)

koelgroep (2,5 kW), melkkoeltank (3,5 kW), compressor (2,2 kW) (Nieuw)

8,2 kW

3

17.3.2.1.1.1°b)

mazoutopslag (Hernieuwing)

2,125 ton

3

17.4.

opslag gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (Hernieuwing)

100 liter

3

28.2.c)1°

annulatie van mengmestopslag door omvorming voormalige varkensstal naar rundveestal op stro (Verandering)

834 m³

3

53.8.1°a)

grondwaterwinning via een open vijver (Hernieuwing)

2541 m³/jaar

3

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Attest van verdeling - Hoogstraat 39 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of ze akkoord kunnen gaan met het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Hoogstraat 39 te Deerlijk.

 

Motivering

 

Op 28 oktober 2020 verstuurde men vanuit het notariaat Saey & Taelman & Degandt een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Hoogstraat 39, gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 336Y2, met een oppervlakte van 1.010 m².

 

De kennisgeving wordt gedaan gezien de verkoper eveneens eigenaar is van de aanpalende eigendom. Het kadastrale perceel wordt apart verkocht aan de Vrije Basisscholen Sint-Vincentius Deerlijk V.Z.

De bestemming van het goed is volgens de akte kloostergebouw en volgens de verwerver schoolgebouw.

 

Het college besliste reeds in zitting van 3 oktober 2018 voor dezelfde vraag tot verdeling geen bezwaar te hebben. Bijgevolg stelt de omgevingsambtenaar voor opnieuw geen opmerkingen te formuleren bij het voorstel van verdeling.

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Attest van verdeling - Hazewindstraat 44 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of ze akkoord kunnen gaan met het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Hazewindstraat 44.

 

Motivering

 

Op 30 oktober 2020 verstuurde men vanuit het notariaat Saey & Taelman & Degandt een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Hazewindstraat, gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummers 554N en 559E5, met een gezamenlijke oppervlakte van 8.438 m².

 

Het attest van verdeling wordt voorgelegd gezien de verkoper eveneens eigenaar is van de aanpalende percelen B558F, B559F5 en B560R2. De 2 afgesplitste percelen worden verkocht aan de BV JUKOS.

De bestemming van het goed is volgens de akte magazijn en volgens de verwerver magazijn.

 

De omgevingsambtenaar stelt voor geen opmerkingen te formuleren bij het voorstel van verdeling.

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Inname openbaar domein - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Hernummering en toekenning busnummer - Schoolstraat 35 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen de goedkeuring om een busnummer toe te kennen in de Schoolstraat 35, alsook gelijktijdig een hernummering door te voeren in de Schoolstraat 35.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen ging in zitting van 22 juli 2020 akkoord met de verdeling van de eigendom gelegen Schoolstraat 35.  Een deel van de eigendom, hetzij een magazijn met een oppervlakte van 158 m², werd ondertussen afgesplitst.

 

Voor deze eigendom (die gelegen is achterliggend het appartementsgebouw langs de Schoolstraat 35) wordt een apart huisnummer gevraagd.

 

De dienst burgerzaken opteert om gelijktijdig een volledige rechtzetting van de historisch gegroeide foutieve huisnummering door te voeren.

 

De eigenaar van dit pand, alsook de huurders, werden door middel van een gemotiveerd schrijven op de hoogte gebracht op 29 oktober 2020. 

 

Er werden geen opmerkingen geformuleerd.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 31 maart 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit volgende (her)nummering goed te keuren en door te voeren.

 

OUD ADRES

NIEUW ADRES

LOODS

Schoolstraat 35/A000

Schoolstraat 35

Schoolstraat 35/0001

Schoolstraat 35/A000

Schoolstraat 35/0101

Schoolstraat 35/B000

Schoolstraat 35/0201

Schoolstraat 35/C000

Schoolstraat 35/0301

 

Artikel 2

 

De huisnummers dienen aangebracht te worden op de hoofdtoegang die uitgeeft op de openbare weg.  De huisnummers dienen duidelijk zichtbaar te zijn vanaf de openbare weg.

 

Artikel 3

 

De toekenning gaat in vanaf de datum van deze beslissing.  De gebruikelijke diensten en nutsmaatschappijen zullen van huidige beslissing in kennis gesteld worden.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Asverstrooiing - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Seniorenraad - verslag van 7 februari 2020 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

De seniorenraad hield een vergadering op 7 februari 2020.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

 

Motivering

 

Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd in een volgende zitting van 15 oktober 2020.

 

De bijhorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Organisatiebeheersysteem

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2020/43 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2020/80 goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 18 NOVEMBER 2020

OMV 2020_7 - Pladijsstraat tussen 213 en 221 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verkavelen van grond in 6 loten voor vrijstaande eengezinswoningen, 1 lot voor private toegangsweg en 1 lot voor een elektriciteitscabine en het verleggen van een deel van de bestaande buurtweg nr. 65, op een perceel gelegen Pladijsstraat tussen 213 en 221 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 148 D2, (afd. 2) sectie E 148 Z, (afd. 2) sectie E 236 A en (afd. 2) sectie E 239 A aangevraagd door WINGMAN namens Infra-Struct BVBA met als contactadres Harpstraat 5 bus 1 te 8530 Harelbeke, de heer Jean-Marie  Van Wanseele wonende Lavoordestraat 33A te 8750 Wingene en WINGMAN BVBA gevestigd Leeuwkestraat 1/01 te 8790 Waregem.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 10 november 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Ongunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante vergunningen

      Op het perceel afdeling 2, sectie E, nummer 148D2 werd op 2 februari 1988 een negatief stedenbouwkundig attest afgeleverd voor het bouwen van een woning.

      Op het perceel afdeling 2, sectie E nummer 236A werd op 13 februari 2008 een positief stedenbouwkundig attest afgeleverd voor het bouwen van een eengezinswoning.

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande relevante vergunningen gekend voor het betrokken goed. Het betreft een onbebouwd perceel.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Voor de eigendom zijn volgende omgevingsvergunningen relevant:

-          Omgevingsvergunningsaanvraag voor het verkavelen van grond in 10 loten voor woningbouw en 3 loten voor private wegenis voorwaardelijk vergund door het college van burgemeester en schepenen op 24 oktober 2018 voor de loten 5 tot en met 10 en het lot C. Tegen de gedeeltelijke vergunning werd beroep aangetekend door derden. Tijdens de beroepsprocedure werd het dossier door de aanvrager ingetrokken. De deputatie nam in zitting van 9 mei 2019 akte van de afstand van de verleende vergunning en vernietigde de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 24 oktober 2018.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Pladijsstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Pladijsstraat bevindt zich ten zuiden van de E17 en maakt deel uit van de verbindingsweg tussen Deerlijk centrum en Sint-Lodewijk. De Pladijsstraat wordt in deze omgeving gekenmerkt door vrijstaande eengezinswoningen aan de zuidwestelijke zijde van de weg (zijnde de overzijde). Aan de noordoostelijke zijde van de weg zijn in hoofdzaak vrijstaande eengezinswoningen aanwezig met tussenliggende onbebouwde kavels. Achterliggend aan deze zijde bevinden zich landbouwgronden. Het te verkavelen terrein wordt op heden bewerkt door een landbouwer. Er zijn redelijke niveauverschillen vast te stellen tussen het noordwestelijk en het zuidoostelijk deel van de verkaveling. Het terrein volgt van niveau wel ongeveer de bestaande openbare weg. Doorheen de eigendom loopt, parallel met de Pladijsstraat, een bestaande buurtweg die niet meer zichtbaar is op het terrein.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft betrekking op het verkavelen van de grond met een oppervlakte van 3.911 m² in 6 loten. Drie van de zes loten worden ontsloten rechtstreeks op de Pladijsstraat. De overige loten worden ontsloten via een nieuw aan te leggen private gemeenschappelijke oprit tussen het nieuwe lot 3 en de bestaande woning Pladijsstraat 221 (lot C). De loten 4, 5 en 6 liggen bijgevolg in een tweede bouwlijn ten opzichte van de Pladijsstraat. Deze private wegenis wordt uitgevoerd in waterdoorlatende verharding met een breedte van 4 m (boordsteen inbegrepen). Alle loten worden voorzien voor vrijstaande eengezinswoningen. De loten hebben een oppervlakte gaande van 476 m² voor het kleinste lot tot 887 m² voor het grootste lot. De achteruitbouwzone voor de loten langs de private oprit is telkens 3 m en deze voor de loten langs de Pladijsstraat varieert van 10 m voor het lot 1 tot 6 m voor de loten 2 en 3. In de voorschriften is opgenomen dat inpandige garages voorzien moeten worden op minimum 6 m van de rooilijn. De vrije zijtuinstroken bedragen telkens minstens 3 m en de afstand tot de achterkavelgrenzen varieert tussen de 10 m en 16,04 m. De loten worden voorzien tot op de grens met het achterliggend agrarisch gebied, de bouwzones van de loten 4 en 5 bevinden zich op een afstand van 3 m van deze grens. De hoofdbestemming is wonen en een complementaire functie wordt toegestaan. In de voortuinzones is telkens een aaneengesloten dubbele oprit mogelijk, de rest van de voortuinzone dient groen ingericht te worden. Het gabarit van de woningen op de loten 1, 2 en 3 bestaat uit maximaal 2 bouwlagen met een kroonlijsthoogte van 6 m en een nokhoogte van 12 m. Bij hellende daken is een dakhelling van maximaal 50° voorzien. Het gabarit van de woningen op de loten 3, 4 en 5 bestaat ofwel uit 1 bouwlaag met hellend dak met een kroonlijsthoogte van 3,50 m en een nokhoogte van 9,50 m met een helling van maximaal 50° en de mogelijkheid tot het voorzien van dakvlakramen of standvensters ofwel uit 2 bouwlagen met plat dak met een kroonlijsthoogte van maximaal 6 m. De vloerpeilen van de woningen worden niet vastgelegd, gelet op de helling van het terrein, maar zullen bij de omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen gemotiveerd moeten worden. In de voorschriften is opgenomen dat er bijgebouwen opgetrokken kunnen worden in de tuinzones en dat de oppervlakte beperkt blijft tot 40 m², met een kroonlijsthoogte van maximaal 3 m en een nokhoogte van maximaal 5 m. Ook carports zijn mogelijk in de vrije zijstroken met een oppervlakte van maximaal 18 m² en ingeplant op minimaal 6 m achter de rooilijn. De afsluitingen worden voorzien in levende hagen met diverse maximale hoogtes en in de achteruitbouwzones is de mogelijkheid voorzien om eventueel een tuinmuurtje op te trekken.

 

3.3.  Beschrijving verlegging buurtweg

Deels palend aan en deels binnen de contour van het verkavelingsplan is een buurtweg aanwezig. Op de Atlas der Buurtwegen van 1841 werd deze weg benoemd als ‘Sentier n°: 65’. De buurtweg 65 vormt een verbinding tussen de buurtweg 47 en de Pladijsstraat. Samen met de buurtweg 47 vormde de buurtweg 65 een verbinding tussen de Kerkstraat en de Oude Heerweg/Oliebergstraat.

Reeds geruime tijd is deze buurtweg (thans gemeenteweg) in onbruik geraakt, zodoende er de facto geen trage verbinding meer aanwezig is. Deze gemeenteweg is ook niet meer zichtbaar op het terrein. Toch is het wenselijk dit gedeelte van de buurtweg te verplaatsen om een mogelijks toekomstige herwaardering van een trage verbinding tussen de Pladijsstraat en de Oude Heerweg/Oliebergstraat niet te hypothekeren.

De aanvrager van de verkaveling voorziet de buurtweg op het te verkavelen gedeelte als volgt te verleggen:

Er wordt een nieuwe aftakking gemaakt op de bestaande (onzichtbare) sentier vanaf lot 6. De buurtweg loopt via de privatieve weg op eigen terrein naar de noordelijke grens van de verkaveling. Ter hoogte van lot 4 loopt de buurtweg vervolgens in het agrarisch gebied langs de zijperceelsgrens van lot 4 en de achterperceelsgrens van lot 1 om tenslotte langs de zijperceelsgrens van lot 1 terug richting de Pladijsstraat te gaan en aan te sluiten op de bestaande (onzichtbare) sentier achter de woning Pladijsstraat 213. De buurtweg wordt voorzien met een breedte van 1,50 m.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De omgevingsvergunning voor het verkavelen van grond met geïntegreerd dossier voor de verlegging van de buurtweg 65 werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 15 juni 2020 tot 14 juli 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er 2 schriftelijke en 5 digitale bezwaarschriften ontvangen.

 

De bezwaren handelen samengevat over volgende bezwarende elementen:

1)      Het bestaande karakter van de bebouwing, zijnde een woonlint met achterliggend agrarisch gebied wordt niet gerespecteerd door ondermeer het bouwen in tweede bouwlijn.

2)      Bezwaarindieners vrezen dat voorliggende aanvraag een vrijgeleide wordt om de links gelegen gronden nog verder te gaan aansnijden met woningen in tweede bouwlijn en gaan hiermee niet akkoord.

3)      De aanvraag heeft een negatieve impact op mobiliteit en verkeersveiligheid. Een extra kruispunt op de nu reeds te drukke Pladijsstraat is niet wenselijk.

4)      Het parkeren is te beperkt voorzien. Er zijn geen gemeenschappelijke voorzieningen.

5)      De verkaveling is te dens en gaat enkel uit van een maximalisatie en winstbejag in plaats van kwaliteit en integratie in de omgeving.

6)      Het open karakter van de omgeving en het zicht op het open landschap gaan verloren.

7)      De aanvraag strookt niet met verschillende bestaande visies zoals de ruimtemonitor 'woonbeleid Zuid-West-Vlaanderen', de publieksbrochure Contrei, het GRS.

8)      De bezwaarindieners vrezen hinder door de aanvraag zoals geluidsoverlast en impact op de privacy.

9)      De afwatering is te weinig onderzocht ondermeer voor wat betreft de extra druk op het grondwaterniveau.

10)De effecten op de omgeving zijn te weinig onderzocht (onder meer mbt mobiliteit en biodiversiteit).

11)De realisatie van een private toegangsweg is niet wenselijk.

12)De afstand tussen het agrarisch gebied en de bouwzone is onvoldoende.

13)De toegelaten hoogte voor de woningen wijkt af van de hoogtes van de bestaande woningen uit de omgeving.

14)De inplanting van de bouwzones ten opzichte van de rooilijn met de Pladijsstraat is niet conform de plaatselijke toestand en de naastliggende woningen.

15)De 2 keermuren die voorzien worden zijn onvoldoende geïntegreerd in het landschap.

16)De toegevoegde archeologienota is niet correct en verwijst naar het vorig ingediende dossier.

17)Bezwaarindieners formuleren een bezwaar tegen de verlegging van de buurtweg en vragen een herwaardering van de bestaande ligging. Er wordt ook gesteld dat de materialisatie van de buurtweg niet benoemd is waardoor gevreesd wordt dat die niet zal aangelegd worden.

18)Er is onduidelijkheid over de verplaatsing van de bushalte. Bezwaarindieners vinden het niet wenselijk dat dit in een voortuin zou voorzien worden.

19)Bezwaarindieners vrezen een waardevermindering van hun eigendom door de aanvraag.

 

5.   Adviezen

 

Provincie West-Vlaanderen - Dienst Waterlopen

Het dossier werd op 9 juni 2020 voor advies overgemaakt aan de provincie West-Vlaanderen. De adviesinstantie bracht op 8 juli 2020 volgend advies uit:

Gegevens en Bemerkingen:

Met betrekking tot de watertoets

1)      Het project paalt niet rechtstreeks aan een waterloop van 2de categorie.

2)      Het project ligt in het afstroomgebied van de Beek Zonder Naam, een ingeschreven waterloop van 2de categorie met nr. WL.8.16.

3)      Het project ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied (zie kaart watertoets in bijlage).

4)      Het project ligt volgens bijgevoegd uittreksel in een gebied met een infiltreerbare bodem.

5)      Om schadelijke effecten te vermijden en te compenseren zijn, uit het oogpunt van onze terreinkennis met betrekking tot het afwaartse gebied, volgende voorwaarden van toepassing:

Er moet een infiltratievoorziening met een bodemoppervlakte van minimaal 400m²/ha verharde oppervlakte worden voorzien, zoals in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening. Deze infiltratievoorziening mag echter niet dieper zijn dan de hoogste grondwatertafelstand en moet minstens 250 m³/ha verharde oppervlakte kunnen bufferen.

Voor dit project wil dit zeggen een totale nuttige berging van minstens 29 m³ (alle dakoppervlakken) en een infiltrerende oppervlakte van 47 m² -> Hieraan wordt voldaan.

Er is momenteel een infiltratievoorziening aanwezig met een capaciteit van ca. 39 m³ met een infiltrerende oppervlakte van 47 m². Er is een aansluiting op de openbare riolering.

6)      De bestaande afwatering van de omliggende percelen dient gegarandeerd te blijven. Afvloei van hemelwater naar de aanpalende onverharde zones voor infiltratie mag enkel op de eigen terreinen plaats vinden. Het kan niet de bedoeling zijn buurpercelen wateroverlast te bezorgen.

Advies Dienst Waterlopen met betrekking tot de watertoets:

Het advies van onze dienst is VOORWAARDELIJK GUNSTIG. Er dient rekening gehouden te worden met bovenstaande gegevens en bemerkingen.'

 

Vlaamse Overheid - Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

Het dossier werd op 9 juni 2020 voor advies overgemaakt aan de Provincie West-Vlaanderen. De adviesinstantie bracht op 22 juni 2020, een ongunstig advies uit vanuit volgende motivering:

'De aanvraag betreft het verkavelen van gronden die grotendeels gelegen zijn in woongebied, en voor een klein deeltje in herbevestigd agrarisch gebied. De percelen situeren zich langs de Pladijsstraat, tussen de woningen met huisnummers 213 en 221. In totaal worden 6 kavels voor alleenstaande ééngezinswoningen voorzien. Naast woning 221 wordt een privatieve weg aangelegd om de loten 4, 5 en 6 bereikbaar te maken. Deze loten worden immers in tweede bouwlijn voorzien.

Voor zover het Departement Landbouw en Visserij kan nagaan, ligt de grens woongebied/agrarisch gebied dichter naar de weg toe dan aangeduid op voorliggend plan. Dit betekent dat woningen 4 en 5 vermoedelijk zelfs deels in het agrarisch gebied komen te staan, in elk geval is de noordelijke gevel van deze woningen heel dicht bij het agrarisch gebied gesitueerd. De afbakening van het gewestplan heeft hier niet de bedoeling gehad om woningen in tweede bouwlijn te voorzien, wat met voorliggende plan wel beoogd wordt. In de begeleidende nota is sprake van een hoogteverschil : t.h.v. lot 5-6 ligt het terrein 3.5 m hoger dan t.h.v. lot 1. Het is niet duidelijk hoe dit hoogteverschil zal opgevangen worden bij het oprichten van de woningen en het aanleggen van de tuinen, en wat de impact hiervan op het naastgelegen akkerland zal zijn.

Het Departement Landbouw en Visserij heeft geen bezwaar tegen het verkavelen van de gronden gelegen in woongebied, maar kan niet akkoord gaan met het oprichten van nieuwe woningen op de grens met het agrarisch gebied. Het bouwen in tweede bouwlijn zorgt er voor dat er geen geleidelijke overgang mogelijk is van de woning via een tuinzone naar het achtergelegen agrarisch gebied. Er is een directe impact op het agrarisch gebied (o.a. door schaduwwerking van de woningen), en mogelijks ook een indirecte impact door gevolgen van terreinaanlegwerken (ophoging/nivellering/waterafvoer) die nodig zullen zijn voor het bouwen van de woningen op de loten 4 en 5. Voorliggend ontwerp kan niet aanvaard worden, en wordt ongunstig geadviseerd.'

 

Naar aanleiding van dit ongunstig advies werd bijkomende informatie overgemaakt aan de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling inzake de grenslijn van het gewestplan tussen het woongebied en het agrarisch gebied en werd gevraagd het advies opnieuw in overweging te nemen. Op 6 juli 2020 werd volgend advies uitgebracht:

1)      Grens woongebied/agrarisch gebied : blijkbaar ligt deze grens iets verder van de weg af dan kan afgeleid worden uit het digitale gewestplan – dit was ons niet duidelijk op het moment dat het advies opgesteld werd.

2)      De woningen zelf worden dus volledig gebouwd in woongebied. Het Departement Landbouw en Visserij blijft wel bij het standpunt dat de afbakening van het gewestplan hier niet de bedoeling had om woningen in tweede bouwlijn te voorzien. Het is ook opvallend dat de woningen op lot 4 en 5 heel dicht tegen het agrarisch gebied gebouwd worden (dichter bij de grens met het agrarisch gebied dan tegen de voorliggende woning op lot 3 bv.), zodat er geen geleidelijke overgang mogelijk is van de woning via de tuinzone naar het achtergelegen agrarisch gebied. Er is een directe impact op het landbouwgebied (oa door schaduwwerking), mogelijks is er ook een indirecte impact door bv terreinaanlegwerken. Het blijft ook onduidelijk hoe het hoogteverschil tussen lot 5-6 en lot 1 zal opgevangen/uitgewerkt worden.

3)      Blijkbaar werd er vnl. advies gevraagd aan onze dienst omdat de buurtweg die ter hoogte van de projectzone aanwezig is verlegd moet worden. Deze buurtweg loopt nu ongeveer midden door de betrokken percelen, maar wordt verlegd naar de kant van het agrarisch gebied, en dat ín het agrarisch gebied. Vanuit landbouwkundig oogpunt is dit niet aanvaardbaar : de buurtweg ligt nu in woongebied, kan verlegd worden op de grens met het agrarisch gebied maar dan wel opnieuw in het woongebied. Er is geen enkele reden waarom de buurtweg in het agrarisch gebied zou moeten voorzien worden (tenzij het maximaliseren van de verkavelingsmogelijkheden zelf). Op die manier worden de lasten van het project afgewenteld op het herbevestigd agrarisch gebied, waar deze eigenlijk toebehoren (op vandaag) aan het woongebied.

 

In punt 3 van het advies van de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling werd gesteld niet akkoord te gaan met de verplaatsing van de buurtweg in het agrarisch gebied vanuit de motivatie dat de lasten van het project afgewenteld op het herbevestigd agrarisch gebied, waar deze (ook op vandaag) eigenlijk toebehoren aan het woongebied. De Afdeling stelt wel akkoord te kunnen gaan met een verlegging op de grens met het agrarisch gebied maar dan wel in het gedeelte woongebied.

Bijkomende motivatie tot verlegging in het agrarisch gebied is niet voorhanden en er is op het gedeelte woongebied voldoende ruimte om een strook van 1,50 m breed te reserveren voor de buurtweg. Vanuit de dienst omgeving wordt bijgevolg voorgesteld dit advies te volgen en de verlegde buurtweg te voorzien aan de zuidzijde van de noordelijke kavelgrens, zijnde met een breedte van 1,50 m langs de achterkavelgrens van lot 1, langs de zijkavelgrens van lot 4 en langs de achterkavelgrens van lot A. Een aangepast rooilijnplan dient bijgevolg toegevoegd te worden in functie van de behandeling door de gemeenteraad.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Beslissing gemeenteraad inzake gemeentewegen

 

Het artikel 31 van het decreet omgevingsvergunning voorziet dat als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, de gemeenteraad hierover moet beslissen.

 

De aanvraag voorziet in een gedeeltelijke verplaatsing van de gemeenteweg sentier 65 waardoor een beslissing van de gemeenteraad vereist is.

 

In navolging van het advies van de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling van de Vlaamse overheid en in toepassing van artikel 30 van het omgevingsvergunningendecreet werd een gewijzigd rooilijnplan, evenals verkavelingsplan, versie 12 oktober 2020 toegevoegd aan het dossier.

 

In het kader van artikel 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen kan de verplaatsing van de buurtweg als volgt gemotiveerd worden:

1)      wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang:

  • Het algemeen belang wordt niet geschonden gezien de feitelijke toestand van de in onbruik geraakte gemeenteweg.
  • Door het verplaatsen van een gedeelte van de gemeenteweg wordt het later mogelijk terug een trage verbinding te creëren tussen de Pladijsstraat en de Oude Heerweg/Oliebergstraat.
  • Door de verlegging van de buurtweg aan de achterzijde van de nieuw te bouwen woningen blijft het zicht op het achterliggend open landschap behouden voor de toekomstige gebruikers van de trage weg.

2)      een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd:

  • De motivatie in het kader van de gedeeltelijke verplaatsing van de gemeenteweg 'buurtweg 65' werd hierboven reeds uiteengezet.
  • Door de verplaatsing wordt voorzien in de mogelijks toekomstige herwaardering van een trage verbinding.

3)      de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen

  • Aangezien de bestaande buurtweg in onbruik is voor het gedeelte in het plangebied van de verkaveling wordt er met de verlegging niet geraakt aan de ontsluiting van aanpalende percelen. Er werd duidelijk onderzocht dat ieder perceel nog kan ontsluiten.
  • In het kader van de verplaatsing wordt niet geraakt aan de verkeersveiligheid.

4)      wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief:

  • De gedeeltelijke verplaatsing van de gemeenteweg 'buurtweg 65' heeft geen impact op het wegennet van naburige gemeenten gezien de ruime afstand tot de gemeentegrenzen.

5)      bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen:

  • Het onbruik van de te verplaatsen gemeenteweg staat vast, wat met zich meebrengt dat de actuele functie van deze weg zo goed als onbestaande is.
  • Door de verplaatsing van de gemeenteweg wordt voorzien in de mogelijks toekomstige herwaardering van een trage verbinding waardoor een toekomstige functie voor trage weggebruikers een mogelijkheid is.

 

De gemeenteraad heeft in zitting van 29 oktober 2020 het volgende beslist:

De gemeenteraad besluit het gewijzigde rooilijnplan, versie 12 oktober 2020, voor de delen van de buurtweg gelegen binnen de grenzen van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden (OMV_2020060809) goed te keuren.

 

8.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het

gewestplan, zijnde voorschriften voor woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de realisatie van loten voor woningbouw zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan. Wel moet de aanvraag nog getoetst worden aan de goede ruimtelijke ordening (zie onder).

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Pladijsstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

 

De verkavelingsaanvraag omvat geen aanleg van nieuwe gemeentelijke verkeerwegen noch tracéwijziging, verbreding of opheffing van bestaande gemeentelijk verkeerswegen.

In voorliggende aanvraag is de toegangsweg naar de loten 4, 5 en 6 bestemd als een private toegangsweg (lot A) en is op het verkavelingsplan opgenomen dat aan de straatzijde een stelplaats voor afval en brievenbussen voorzien worden zodat de weg geen openbaar karakter zal hebben en het wegenisdossier bijgevolg niet ter goedkeuring voorgelegd moet worden aan de gemeenteraad. Aangezien deze interne wegenis een private aangelegenheid betreft dient hiervoor geen verkavelingsovereenkomst opgemaakt te worden.

Een aantal loten sluiten wel rechtstreeks aan op de Pladijsstraat. De verkavelaar dient eveneens in te staan voor de uitrusting van deze loten. Er werden offertes opgevraagd aan de nutsmaatschappijen in functie van uitrusting van de loten. Uit de offertes van de nutsmaatschappijen blijkt dat de distributienetten uitgebreid zullen moeten worden. Alle kosten voor deze werken vallen ten last van de verkavelaar en worden eveneens opgenomen in een nog te ondertekenen verkavelingsovereenkomst.

Naast het aanleggen van de riolering is ook het aanleggen van de voetpadstrook met geïntegreerde opritzones wenselijk. Ook deze werken zijn ten laste van de verkavelaar en dienen gewaarborgd te worden.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. De aanvrager voorziet de aanleg van een aantal private gemeenschappelijke opritten in waterdoorlatende materialen. De aanvrager voorziet per lot een regenwaterput van 10.000 liter met een overloop van een infiltratieput met een bufferend vermogen van telkens 7.500 liter en een infiltratieoppervlakte van 9 m². Deze individuele infiltratieputten hebben elk een overloop naar de bestaande riolering. Op het niveau van de verkaveling moet voorzien worden in een totale nuttige berging van minstens 29 m ³ (45 m³ wordt voorzien) en een infiltrerende oppervlakte van 47 m² (54 m² wordt voorzien). De private wegenis wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen zonder slikkers zodat het water infiltreert. De Dienst waterlopen formuleerde een gunstig advies mits voorwaarden. Het advies wordt overgenomen in het kader van de watertoets zodat in alle redelijkheid geoordeeld kan worden dat het schadelijk effect beperkt is.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10b - stadsontwikkelingsprojecten

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). Een project-m.e.r.-screening is uitgevoerd in het omgevingsloket. Hierbij zijn de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en is gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 verplicht de aanvrager van een omgevingsvergunning om in bepaalde gevallen een bekrachtigde archeologienota bij de vergunningsaanvraag te voegen. In die gevallen stelt de aanvrager, voorafgaand aan de vergunningsaanvraag, een erkend archeoloog aan die een archeologisch vooronderzoek uitvoert en de archeologienota opmaakt.

De archeologienota is in voorliggende aanvraag noodzakelijk gezien het een aanvraag betreft waarbij de totale oppervlakte van de kadastrale percelen waarop de vergunning betrekking heeft 3000 m² of meer bedraagt en waarbij de betrokken kadastrale percelen helemaal buiten de archeologische zones, opgenomen in de vastgestelde inventaris van archeologische zones, liggen.

 

Een archeologienotawerd bij de aanvraag gevoegd en bekrachtigd. De toegevoegde archeologienota en de bijgevoegde bekrachtiging betreft echter dezelfde als gevoegd bij het dossier OMV_2018071884. Huidige aanvraag heeft betrekking op dezelfde percelen maar slecht een aantal ervan en heeft bijgevolg een kleiner plangebied.

 

Dit betekent dat de erkende archeoloog het huidige programma van maatregelen immers niet kan uitvoeren, omdat Artikel 5.4.11. van het Onroerenderfgoedbesluit stelt:

Als de ingreep in de bodem van de vergunde werken afwijkt van de ingreep in de bodem van de werken, omschreven in de archeologienota waarvan akte is genomen, geldt de aktename niet als toelating voor de maatregelen die erin omschreven zijn.

 

Op 11 november 2020 heeft de archeoloog een nieuwe archeologienota met voorstel van maatregelen gemeld bij de Vlaamse overheid, met referentienummer 16626. De stukken werden eveneens opgeladen in het omgevingsloket.

Aangezien de Vlaamse overheid tot 26 november 2020 tijd heeft om de aktename te publiceren op de website of de archeoloog te berichten van een niet aktename of een aktename onder voorwaarden, dient bij afgifte van de vergunning nog steeds opgenomen te worden dat voor de aanvang van de werken een aktename van de aangepaste archeologienota (ID16126) bekomen moet worden.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant zoals “functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen alsook ruimtelijk rendement en beleidsmatig gewenste ontwikkelingen.

 

De verkaveling bevindt zich deels langs en deels in tweede bouwlijn ten opzichte van de Pladijsstraat. In de directe omgeving bevinden zich in het gedeelte woonlint van 50 m diep geen woningen in 2de bouwlijn. Aanpalend richting de kern van Sint-Lodewijk is een woning aanwezig die dieper ingeplant is ten opzichte van de straat en is een private weg aanwezig waarop ook een aantal woning ingeplant zijn niet langs de Pladijsstraat, maar daar is het woongebied breder dan de klassieke 50 m woonzone en betreft het veelal een historisch gegroeide situatie. Een woonlint met een diepte van 50 m is niet bedoeld voor wonen in tweede bouwlijn. De woningen aan dezelfde zijde van de straat en ook aan de overzijde zijn allemaal gericht op de straat. Het is bijgevolg niet aangewezen en ook niet passend in de goede plaatselijk aanleg om te gaan verlinten langs een bijkomende private weg. De visie van het gewestplan heeft niet als doel om lintbebouwing te gaan ontdubbelen in tweede bouwdiepte, al zeker niet in deze landelijke omgeving. Dit betreft een te vermijden precedent.

De 3 loten die zich langs de straatzijde bevinden voldoen wel aan de visie van het gewestplan en kunnen dus wel als inpasbaar in de omgeving aanzien worden.

 

De aanvrager motiveert zijn voorstel vanuit het principe dat een verdere verdichting noodzakelijk is teneinde het aansnijden van nieuwe open ruimtes te gaan vermijden. Het bouwen in een tweede bouwlijn is echter geen kwalitatieve vorm van verdichting, ook is de site gelegen in het buitengebied en tenslotte getuigt de voorgestelde typologie van woningen (zijnde de vrijstaande eengezinswoning met de eigen oprit, eigen tuin, eigen parkeerplaatsen) niet van een kwalitatief verdichtingsprincipe.

 

Voorliggend voorstel benadert slechts een gedeelte van de onbebouwde zone van de Pladijsstraat terwijl er noordelijk nog gronden zijn die volgens hetzelfde principe zouden kunnen ontwikkeld worden. Het goedkeuren van het voorstel kan een vrijgeleide zijn om ook de percelen meer noordelijk op eenzelfde manier te gaan aansnijden en heeft bijgevolg een grote precedentswaarde.

 

Door het voorzien van bebouwing in het gedeelte 2de bouwlijn wordt het achterliggende agrarisch gebied te sterk aangetast en komt dit onder druk te staan. Deze negatieve impact op het achterliggende agrarisch gebied wordt nog verder in de hand gewerkt door enerzijds  de bouwzone te voorzien tot op een afstand van deels slechts 3 m van de grens met dit agrarisch gebied, door het voorzien van 2 volwaardige bouwlagen en door de voorziene keermuren die zeer artificieel zullen zijn in het landschap.  Er kan op die manier geen sprake zijn van een zachte en natuurlijke overgang en van een inpassing in de onmiddellijke omgeving.

 

Op de plannen suggereert de aanvrager een visuele doorkijk vanaf de Pladijsstraat naar het achterliggende landschap gekoppeld aan de private toegangsweg. Deze doorsteek is echter te beperkt in breedte waardoor de link geen meerwaarde zal hebben, behoudens voor diegene die toegang moeten nemen tot de achterliggende loten.

 

Los van de wenselijkheid van het bouwen in 2de bouwlijn worden de in de gemeente algemeen geldende normen die bij het bouwen in 2de bouwlijn gehanteerd worden, niet gevolgd, zoals onder meer het behouden van een afstand van 8 m ten opzichte van alle perceelsgrenzen en het beperken van de bouwhoogte tot maximaal 1 bouwlaag met eventueel kamers onder een dakvolume zonder standvensters. Deze bepalingen worden gehanteerd teneinde de impact van de nieuwe bebouwing op de aanpalende percelen inzake bezonning en inkijk te gaan beperken. In voorliggende aanvraag kunnen de loten 4, 5 en 6 voorzien worden van 2 bouwlagen met plat dak of één bouwlaag met hellend dak met de mogelijkheid tot het voorzien van standvensters of dakvlakramen.

 

De 3 loten aan de straatzijde voldoen wel aan de algemeen geldende bepalingen gezien de woningen ingeplant worden op een voldoende afstand achter de rooilijn, ook in functie van het stallen van een voertuig voor de eventuele inpandige garages, dat het bouwkader een diepte heeft van  respectievelijk 12 m voor de loten 2 en 3 en 20 m voor het lot 1, dat nog voldoende oppervlakte aanwezig is teneinde deze als kwalitatieve private buitenruimte in te richten, dat telkens vrije zijstroken van 3 m voorzien zijn en dat de bouwhoogte vastgelegd is op 2 bouwlagen met dakvolume.

 

In verband met carports is in de voorschriften nog opgenomen dat deze opgetrokken moeten worden minimaal 6 m achter de rooilijn. Voor lot 1 betekent dit in de voortuinzone en voor de loten 2 en 3 betekent dit in het verlengde van de voorgevel. In de gemeente wordt de algemene regel gehanteerd dat carports opgetrokken moeten worden minstens 3 m achter de gekozen voorgevelbouwlijn. Het is wenselijk ook hieraan te voldoen.

 

Concluderend kan gesteld worden dat het ontwerp niet verenigbaar is met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg voor wat betreft het verkavelen van de eigendom tot in 2de bouwlijn onder meer vanuit de gewestplanbestemming waarbij de 50 m woongebied duidelijk ingesteld is in functie van de voorliggende weg, vanuit de impact op het achterliggende agrarisch gebied en vanuit de impact op de aanpalende eigendommen. Een nieuw voorstel dat zich richt op de voorliggende straat kan bijgevolg opnieuw in overweging genomen worden.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

 

Alle ingediende bezwaarschriften zijn tijdig ingediend en worden bijgevolg ontvankelijk verklaard.

Omtrent de ingediende bezwaarschriften wordt voorgesteld volgend standpunt in te nemen:

 

1)      Het bestaande karakter van de bebouwing, zijnde een woonlint met achterliggend agrarisch gebied wordt niet gerespecteerd door onder meer het bouwen in tweede bouwlijn.

Bespreking

Dit bezwaar is gegrond en wordt reeds in overweging genomen bij de toetsing van de goede ruimtelijke ordening. Voor de behandeling wordt bijgevolg verwezen naar 7.10.

2)      Bezwaarindieners vrezen dat voorliggende aanvraag een vrijgeleide wordt om de links gelegen gronden nog verder te gaan aansnijden met woningen in tweede bouwlijn en gaan hiermee niet akkoord.

Bespreking

Het verder aansnijden maakt geen deel uit van voorliggende aanvraag en werd in het verleden al eens geweigerd. Voorliggende aanvraag kan echter wel een precedent vormen.

3)      De aanvraag heeft een negatieve impact op mobiliteit en verkeersveiligheid. Een extra kruispunt op de nu reeds te drukke Pladijsstraat is niet wenselijk.

Bespreking

Voor wat betreft de impact op de mobiliteit werd de vorige aanvraag reed voorgelegd aan de verkeersdeskundige van de politie en toen werd gesteld dat geen bijkomende maatregelen noodzakelijk zijn. Aangezien nu slechts één extra ontsluiting op de Pladijsstraat voorzien wordt in plaats van drie is de impact kleiner dan het vorig reeds positief geadviseerd dossier.

4)      Het parkeren is te beperkt voorzien. Er zijn geen gemeenschappelijke voorzieningen.

Bespreking

In het project wordt inderdaad geen gemeenschappelijke parkeerruimte voorzien, anderzijds worden wel vrijstaande eengezinswoningen opgetrokken waarbij de mogelijkheid bestaat om voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein te realiseren (in de vrije zijstroken en deels in de voortuinstrook). Dit gebeurt op heden ook bij de aanpalende bestaande woningen op die manier.

5)      De verkaveling is te dens en gaat enkel uit van een maximalisatie en winstbejag in plaats van kwaliteit en integratie in de omgeving.

Bespreking

Dichtheid is beperkt tot 15 won/ha wat een gangbare dichtheid is voor een buitengebied. De opmerking inzake winstbejag en waardevermindering is niet van stedenbouwkundige aard. De opmerking inzake de integratie in de omgeving wordt reeds behandeld bij de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening. Voor de behandeling van deze opmerking wordt bijgevolg verwezen naar punt 7.10.

6)      Het open karakter van de omgeving en het zicht op het open landschap gaan verloren.

Bespreking

Door het verkavelen zal het karakter van de omgeving wijzigen. Echter voorziet de gewestplanbestemming in een mogelijkheid tot het bouwen aan de straatzijde. Door het voorzien van open bebouwing kan het open karakter deels bewaard blijven .

7)      De aanvraag strookt niet met verschillende bestaande visies zoals de ruimtemonitor 'woonbeleid Zuid-West-Vlaanderen', de publieksbrochure Contrei, het GRS.

Bespreking

In het bezwaar wordt verwezen naar visies uit het GRS en uit de woonmonitor voor de regio. Een visie is bindend voor de overheid maar niet voor de burger zodat dit op zich geen beoordelingselement is om een vergunning te weigeren.

8)      De bezwaarindieners vrezen hinder door de aanvraag zoals geluidsoverlast en impact op de privacy.

Bespreking

Het voorzien van een aantal woning zal niet voor hinderlijke geluidsoverlast zorgen. Door het bouwen in een tweede bouwlijn met de mogelijkheid tot het realiseren van 2 volwaardige bouwlagen of één bouwlaag met standvensters bestaat de kans inderdaad op impact op de privacy van de aanpalende eigenaars.

9)      De afwatering is te weinig onderzocht onder meer voor wat betreft de extra druk op het grondwaterniveau.

Bespreking

Het dossier werd met betrekking tot afwatering voor advies overgemaakt aan de Provinciale technische dienst waterlopen. Het advies van de dienst is voorwaardelijk gunstig en wordt in het kader van dit dossier overgenomen.

10)De effecten op de omgeving zijn te weinig onderzocht (onder meer mbt mobiliteit en biodiversiteit).

Bespreking

Voor wat betreft de impact van het regenwater werd advies gevraagd aan de provinciale dienst waterlopen die geoordeeld heeft dat voldoende ingrepen voorzien zijn om de schadelijke effecten te beperken, mits een aantal voorwaarden na te leven. Het realiseren van een wadi is niet opgenomen als zijnde een specifieke voorwaarde aangezien voldoende infiltratievoorzieningen voorzien zijn zodat het bezwaar bijgevolg ongegrond verklaard dient te worden.

11)De realisatie van een private toegangsweg is niet wenselijk.

Bespreking

De private toegangsweg is slechts voorzien voor de ontsluiting van 3 loten waardoor de keuze te verantwoorden valt. Anderzijds zorgt de private toegangsweg voor een ontwikkelingsmogelijkheid in tweede bouwlijn wat niet wenselijk is (zie punt 7.10).

12)De afstand tussen het agrarisch gebied en de bouwzone is onvoldoende.

Bespreking

Voor de behandeling van deze opmerking wordt bijgevolg verwezen naar punt 7.10.

13)De toegelaten hoogte voor de woningen wijkt af van de hoogtes van de bestaande woningen uit de omgeving.

Bespreking

De toegelaten hoogte voor de woningen langs de straatzijde zijn standaard en zullen niet storend zijn in het straatbeeld. Er werden recent nog woningen met dergelijk gabarit goedgekeurd. De woningen in tweede bouwlijn wijken wel af van de gangbare normen.

14)De inplanting van de bouwzones ten opzichte van de rooilijn met de Pladijsstraat is niet conform de plaatselijke toestand en de naastliggende woningen.

Bespreking

De 3 woningen langs de Pladijsstraat zijn inderdaad dieper ingeplant ten opzichte van de rooilijn in vergelijking met de 2 naastliggende woningen die op minder dan 3 m ten opzichte van de rooilijn ingeplant zijn. Echter is de inplanting van de woningen in de ruimere omgeving eerder divers en ook dieper ten opzichte van de rooilijn zodat de voorgestelde inplanting niet als storend zal ervaren worden in de onmiddellijke omgeving op voorwaarde dat de voortuinstroken met voldoende opgaand groen ingericht worden.

15)De 2 keermuren die voorzien worden zijn onvoldoende geïntegreerd in het landschap.

Bespreking

Voor de behandeling van deze opmerking wordt bijgevolg verwezen naar punt 7.10.

16)De toegevoegde archeologienota is niet correct en verwijst naar het vorig ingediende dossier.

Bespreking

Voor de behandeling van deze opmerking wordt verwezen naar punt 7.6. Mits het opleggen van een bijkomende voorwaarde kan deze opmerking weerlegt worden.

17)Bezwaarindieners formuleren een bezwaar tegen de verlegging van de buurtweg en vragen een herwaardering van de bestaande ligging. Er wordt ook gesteld dat de materialisatie van de buurtweg niet benoemd is waardoor gevreesd wordt dat die niet zal aangelegd worden.

Bespreking

Er wordt voorgesteld dit bezwaar ongegrond te verklaren gezien door de verlegging van de buurtweg naar de achterzijde van de nieuw te bouwen woningen het zicht op het achterliggend open landschap behouden blijft voor de toekomstige gebruikers van de trage weg wat binnen een traag netwerk zijn kwaliteiten heeft.

18)Er is onduidelijkheid over de verplaatsing van de bushalte. Bezwaarindieners vinden het niet wenselijk dat dit in een voortuin zou voorzien worden.

Bespreking

De opmerking inzake de aanwezigheid van het bushokje wordt ongegrond bevonden aangezien bij het verdere ontwerp van de woning rekening gehouden moet worden met de bestaande context en de aanwezigheid van openbare nutsvoorzieningen. De ligging van de oprit zal moeten afgestemd worden op de aanwezigheid van het bushokje.

19)Bezwaarindieners vrezen een waardevermindering van hun eigendom door de aanvraag.

Bespreking

De opmerking inzake waardevermindering is niet van stedenbouwkundige aard.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

In het advies van de dienst Waterlopen van de provincie worden een aantal voorwaarden geformuleerd teneinde te kunnen oordelen dat de watertoets positief is. Gelet op de specifieke inhoud van dit advies en de kennis van de dienst is het belangrijk deze voorwaarden na te leven.

 

Naar aanleiding van de adviezen werd door de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling gesteld niet akkoord te gaan met de verplaatsing van de buurtweg in het agrarisch gebied vanuit de motivatie dat de lasten van het project afgewenteld op het herbevestigd agrarisch gebied, waar deze (ook op vandaag) eigenlijk toebehoren aan het woongebied. De Afdeling stelt wel akkoord te kunnen gaan met een verlegging op de grens met het agrarisch gebied maar dan wel in het gedeelte woongebied.

Bijkomende motivatie tot verlegging in het agrarisch gebied is niet voorhanden en er is op het gedeelte woongebied volgens de dienst voldoende ruimte om een strook van 1,50 m breed te reserveren voor de buurtweg. Vanuit de dienst wordt bijgevolg voorgesteld dit advies te volgend en de verlegde buurtweg te voorzien aan de zuidzijde van de noordelijke kavelgrens, zijnde met een breedte van 1,50 m langs de achterkavelgrens van lot 1, langs de zijkavelgrens van lot 4 en langs de achterkavelgrens van lot A.

Een aangepast rooilijnplan werd bijgevolg toegevoegd in functie van de behandeling door de gemeenteraad.

 

 

Standpunt van het college van burgemeester en schepenen

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet aan bij het standpunt van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.

Er werd op 24 oktober 2018 reeds een gedeeltelijke vergunning afgeleverd voor het verkavelen van de grond (OMV_2018071884). Op 24 oktober 2018 motiveerde het college haar standpunt als volgt:

Het college is van mening dat de eigendom aan de zuidoostelijke zijde aansluit op een eigendom waar de woning zich diep op het perceel bevindt zodat een beperkte ontwikkeling in de oksel van deze bestaande bebouwing geen negatieve impact zal hebben op de onmiddellijke omgeving. Het college is bijgevolg van mening dat naast de loten voorzien langs de straat, zijnde de loten 8, 9 en 10 ook de private toegangsweg lot C met de bijhorende loten 5, 6 en 7 voor vergunning vatbaar zijn. Het vergunnen van deze toegangsweg met de bijhorende loten wordt dan aanzien als een duidelijke grens van bebouwing ten opzichte van het agrarisch gebied. Ook zijn de bouwzones van de loten 6 en 7 voorzien op een afstand van minstens 8 m van de voorliggende en naastliggende bestaande bebouwing zodat de impact door deze 2 loten op deze eigendommen beperkt zal zijn.

Voorliggende aanvraag geeft uitvoering aan de eerder afgeleverde gedeeltelijke vergunning zodat de toen opgebouwde motivatie overgenomen wordt in deze aanvraag. Bijkomend wordt in voorliggende aanvraag de buurtweg verplaatst waardoor het op termijn terug mogelijk wordt een trage verbinding te creëren tussen de Pladijsstraat en de Oude Heerweg/Oliebergstraat. Door de verlegging van de buurtweg aan de achterzijde van de nieuw te bouwen woningen blijft het zicht op het achterliggend open landschap behouden voor de toekomstige gebruikers van de trage weg.

 

In navolging van ingediende bezwaren en van een aantal bedenkingen geformuleerd door de omgevingsambtenaar is het college van mening dat nog volgende voorwaarden opgenomen dienen te worden bij afgifte van de vergunning:

        Het advies van de Dienst Waterlopen van de Provincie dient stipt nageleefd te worden.

        De verkavelaar moet instaan voor de noodzakelijke uitrusting van de gronden en de aanleg van de voetpadstroken langs de Pladijsstraat. Alle kosten voor deze werken vallen ten laste van de verkavelaar. Een verkavelingsovereenkomst dient nog ondertekend te worden alvorens de uitrustingswerken gestart kunnen worden.

        Voor de aanvang van de werken moet een aktename van de aangepaste archeologienota (ID16126) bekomen worden.

        De woningen op de loten 4, 5 en 6 dienen qua gabarit te bestaan uit 1 bouwlaag met hellend dak zoals voorzien in de voorschriften maar zonder standvensters of 1 bouwlaag met plat dak.

        Carports in de vrije zijtuinstroken moeten ingeplant worden op 3 m afstand achter de voorgevelbouwlijn

 

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

o        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

o        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

o        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

o        Decreet van 3 mei houdende de gemeentewegen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan WINGMAN namens Infra-Struct BVBA met als contactadres Harpstraat 5 bus 1 te 8530 Harelbeke, de heer Jean-Marie  Van Wanseele wonende Lavoordestraat 33A te 8750 Wingene en WINGMAN BVBA gevestigd Leeuwkestraat 1/01 te 8790 Waregem, voor het verkavelen van grond in 6 loten voor vrijstaande eengezinswoningen, 1 lot voor private toegangsweg en 1 lot voor een elektriciteitscabine en het verleggen van een deel van de bestaande buurtweg nr. 65, op een perceel gelegen Pladijsstraat tussen 213 en 212 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 148 D2, (afd. 2) sectie E 148 Z, (afd. 2) sectie E 236 A en (afd. 2) sectie E 239 A mits volgende voorwaarden stipt na te leven:

        Het advies van de Dienst Waterlopen van de Provincie dient stipt nageleefd te worden.

        De verkavelaar moet instaan voor de noodzakelijke uitrusting van de gronden en de aanleg van de voetpadstroken langs de Pladijsstraat. Alle kosten voor deze werken vallen ten laste van de verkavelaar. Een verkavelingsovereenkomst dient nog ondertekend te worden alvorens de uitrustingswerken gestart kunnen worden.

        Voor de aanvang van de werken moet een aktename van de aangepaste archeologienota (ID16126) bekomen worden.

        De woningen op de loten 4, 5 en 6 dienen qua gabarit te bestaan uit 1 bouwlaag met hellend dak zoals voorzien in de voorschriften maar zonder standvensters of 1 bouwlaag met plat dak.

        Carports in de vrije zijtuinstroken moeten ingeplant worden op 3 m afstand achter de voorgevelbouwlijn.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2020
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.