DEERLIJK

7 MEI 2025

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Louis Vanderbeken

Schepenen: Claude Croes, Regine Rooryck, Jo Tijtgat, Lies De Witte, Marleen Prat

Algemeen directeur: Karel Bauters

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 30 april 2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 30 april 2025.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 30 april 2025 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.2. PSILON - algemene jaarvergadering van 18 juni 2025 - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

PSILON (Intergemeentelijke Vereniging voor Crematoriumbeheer in Zuid-West-Vlaanderen) nodigt de gemeente uit tot het bijwonen van haar algemene jaarvergadering die plaatsvindt op woensdag 18 juni 2025 om 19.30 uur in het onthaalgebouw Horizon (nabij crematorium Uitzicht), Ambassadeur Baertlaan 5 te Kortrijk.

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de uitnodiging, de agendapunten te overlopen en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken deze materie te agenderen op de gemeenteraadszitting van 12 juni 2025.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de agenda met volgende punten:

 

  1. Goedkeuring verslag over de activiteiten en rekeningen in 2024:
    1.1. Verslag van de raad van bestuur
    1.2. Verslag van de commissaris
  2. Goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 2024
  3. Kwijting van bestuurders en commissaris
  4. Kennisname evaluatieverslag 2019-2024
  5. Vaststelling bedrag presentievergoeding raad van bestuur 2025-2030

 

In de gemeenteraadszitting van 30 januari 2025 werd de heer Marc Coppens aangesteld als effectief vertegenwoordiger en mevrouw Regine Rooryck als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van PSILON voor de legislatuur 2025-2030.

 

De financieel directeur verleende op 29 april 2025 positief advies.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt op de agenda van de gemeenteraad van 12 juni 2025 te plaatsen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.3. Secretariaat - vrijwilligersvergoeding hostessen - april 2025 - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.4. Intranet Kickstart - afname via aankoopplatform BuyIt Public van V-ICT-OR - gunning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning voor het opzetten van een intranet goed te keuren.

 

Motivering

 

Binnen de organisatie voelen we de nood om beter te communiceren met onze werknemers. Dat gaat enerzijds over het ontsluiten van de juiste informatie / documentatie en anderzijds om die ook effectief tot bij onze werknemers te krijgen. Een intranet helpt ons om de interne communicatie te stroomlijnen. Het is een makkelijke tool om op een veilige manier in contact te staan met elkaar, om beter samen te werken, efficiënter te communiceren en bijgevolg ook efficiënter te werken.

 

Het ideale platform hiervoor is Microsoft 365, dat met applicaties zoals Sharepoint de mogelijkheid biedt om een interactief intranet te bouwen. Hiervoor werkt het met standaard tools en een handige zoekmachine. Ook is er een online verweving met andere Microsoft 365-toepassingen mogelijk.

 

Voor het opzetten van een intranet kan de gemeente gebruik maken van het aankoopplatform BuyIT Public van V-ICT-OR.

 

Via BuyIT Public kan men kleine bestellingen voor IT-materiaal afhandelen op basis van aanvaarde factuur of de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmakingen.  BuyIT Public maakt het mogelijk om eenvoudig, snel en conform de wet op overheidsopdrachten bestellingen te plaatsen.

 

De gemeenteraad keurde in zitting van 30 november 2023 de toetreding tot het aankoopplatform BuyIT Public van V-ICT-OR goed.

 

Via het aankoopplatform werd volgende offerte ontvangen van Savaco NV, Beneluxpark 19 te 8500 Kortrijk:

        Savaco Intranet Productivity Kickstart: 5.830,00 euro excl. btw of 7.054,30 euro incl. 21% btw

 

De keuze voor de Sharepoint toepassing van Microsoft 365 en de samenwerking met Savaco NV is een keuze van 2 sporen. Enerzijds de realisatie op korte termijn van een intranet. Anderzijds zetten we hiermee al de eerste stappen voor een toekomstig, efficiënter documentenbeheer. Via het kickstart traject begeleidt Savaco NV ons stap voor stap.

 

Juridische gronden

 

   Algemene basisbevoegdheid: Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur;

   Andere:

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

        De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet), en meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale.

        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

        Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur;

 

Adviezen

 

De communicatiedienst verleent positief advies.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Bestelbedrag

5.830,00 euro excl. btw of 7.054,30 euro incl. btw

Actie

Verrichtingen zonder beleidsdoelstellingen

Jaarbudgetrekening

0190-00/61410000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (A-2.1.16)

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Bovengenoemde opdracht komt tot stand bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

 

Artikel 2

 

De opdracht vindt plaats binnen het aankoopplatform BuyIt Public van V-ICT-OR en wordt gegund aan  Savaco NV, Beneluxpark 19 te 8500 Kortrijk, tegen het offertebedrag van 5.830,00 euro excl. btw of 7.054,30 euro incl. 21% btw.

 

Artikel 3

 

De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2025, op jaarbudgetrekening 0190-00/61410000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie A-2.1.16).

 

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.5. Overheidsopdracht inzake verzekeringen - kennisname verslag van doorlichting verzekeringsportefeuille, goedkeuring verderzetting overheidsopdracht verzekeringen en aanstelling stad Harelbeke als aankoopcentrale - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag van doorlichting van onze verzekeringsportefeuille door AON Belgium BV, de

verderzetting van de overheidsopdracht verzekeringen goed te keuren en stad Harelbeke aan te stellen als aankoopcentrale.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 19 juni 2024 de deelname aan de opdracht voor de doorlichting van de verzekeringsportefeuilles en begeleiding bij het plaatsen van een nieuwe overheidsopdracht van stad Harelbeke goed.

 

Stad Harelbeke gunde de opdracht aan Aon Belgium BV, Telecomlaan 5-7 te 1831 Diegem, tegen het nagerekende en verbeterde offertebedrag van 8.000,00 euro incl. btw (0% btw).

 

De kostprijs voor de gemeente Deerlijk bedraagt:

        Doorlichting van de portefeuille: 400,00 euro incl. btw (0% btw);

        Begeleiding bij de praktische uitwerking van de vernieuwing van de verzekeringsportefeuille: 750,00 euro incl. btw (0% btw).

 

Op 28 maart 2025 werd het auditverslag ontvangen. Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd hiervan kennis te nemen en verdere deelname aan de overheidsopdracht verzekeringen goed te keuren.

 

Tijdens het verdere loop van de opdracht zal stad Harelbeke optreden als aankoopcentrale in de zin van artikel 2, 6° van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.

 

Door deel te nemen aan deze aankoopcentrale kunnen schaalvoordelen worden gerealiseerd en wordt ervoor gezorgd dat de administratie minder wordt belast.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 5° Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

        De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten;

        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;

        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

        de omzendbrief KB/ABB 2019/1 van 25 januari 2019 over de verplichte toepassing van de wetgeving overheidsopdrachten bij verzekeringscontracten.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Bedrag

        Doorlichting

        Begeleiding

 

400,00 euro incl. btw (0% btw)

750,00 euro incl. btw (0% btw)

Actie

Verrichtingen zonder beleidsdoelstellingen

Jaarbudgetrekening

0190-00/61310000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het van het verslag van doorlichting van onze verzekeringsportefeuille door AON Belgium BV.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen keurt de verderzetting van de overheidsopdracht verzekeringen in samenwerking met stad Harelbeke goed.

 

Artikel 3

 

De stad Harelbeke wordt voor deze overheidsopdracht verzekeringen aangeduid als

aankoopcentrale in de zin van art. 2, 6° van de wet van 17 juni 2016 inzake

overheidsopdrachten. De gemeente treedt voor deze overheidsopdracht verzekeringen toe

tot deze aankoopcentrale.

 

Artikel 4

 

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2025, op jaarbudgetrekening 0190-00/61310000/OCMW/VB/IP-GEEN (actie GBB).

 

Artikel 5

 

Stad Harelbeke wordt in kennis gesteld van deze beslissing.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.6. Aankoop meubilair De Kim - afname via raamovereenkomst vzw DOKO - gunning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de afname van schoolmeubilair voor De Kim via de raamovereenkomst schoolmeubilair van vzw DOKO goed te keuren.

 

Motivering

 

Met de nieuwbouw voor De Kim stelt zich zowel de nood als de opportuniteit om kwaliteitsvol en comfortabel meubilair te voorzien in de klassen, refter, leraarszaal, secretariaat, bureau directie, … van De Kim. Daarmee wordt ook tegemoet gekomen aan de specifieke verwachtingen voor hedendaags en toekomstig buitengewoon onderwijs.

 

Deze aankopen kunnen gebeuren via een raamovereenkomst die vzw DOKO sloot op basis van het bestek met nummer DOKO-2020-AW001-BIS met ondernemer Vanerum België nv, Kleine Schaluinweg 7 te 3290 Diest.

 

De gemeenteraad keurde in zitting van 24 november 2022 de toetreding tot de raamovereenkomst voor de aankoop van schoolmeubilair van de vzw DOKO goed.

 

De raad van bestuur van vzw DOKO keurde op 1 december 2022 de toetreding tot de raamovereenkomst goed.

 

De gemeente kan van de mogelijkheid tot afname van de raamovereenkomst via de aankoopcentrale gebruik maken waardoor zij krachtens artikel 47, § 2 van de wet van 17 juni 2017 is vrijgesteld van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren.

 

Voor de aankoop van divers schoolmeubilair werden offertes opgevraagd bij Vanerum België nv.

 

Er werd 1 offerte ontvangen van 33.162,66 euro excl. btw of 40.126,82 euro incl. 21% btw.

 

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, de opdracht “Aankoop meubilair De Kim (afname via raamovereenkomst DOKO vzw)” te gunnen aan Vanerum België NV tegen het nagerekende offertebedrag van 33.162,66 euro excl. btw of 40.126,82 euro incl. 21% btw.

 

Juridische gronden

 

   Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

   Andere:

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

        De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 143.000,00 euro niet), en meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale.

        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

        Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur;

 

Adviezen

 

De directie van De Kim verleent positief advies.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Bestelbedrag

33.162,66 euro excl. btw of 40.126,82 euro incl. btw

Actie

Voorzien van kwaliteitsvol en comfortabel meubilair voor de KIM (A-4.06.7)

Jaarbudgetrekening

0801-00/24000000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN

Visum

G-2025-17 dd. 29/04/2025

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

De aankoop van schoolmeubilair via de raamovereenkomst schoolmeubilair die vzw DOKO sloot op basis van het bestek met nummer DOKO-2020-AW001-BIS, wordt goedgekeurd.

 

Artikel 2

 

Het schoolmeubilair wordt aangekocht bij Vanerum België NV, Kleine Schaluinweg 7 te 3290 Diest, tegen het nagerekende offertebedrag van 33.162,66 euro excl. btw of 40.126,82 euro incl. 21% btw.

 

Artikel 3

 

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2025, op jaarbudgetrekening 0801-00/24000000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie A-4.06.7).

 

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.7. Hulparbeider groen & proper (E1-E3) - afsluiting kandidaturen, uitslag selectieprocedure en aanstelling - goedkeuring

 

STEMMINGEN

Eenparig goedgekeurd

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.8. Cultuur - medewerking animatie Midzomermarkt 22 juni 2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de financiële en organisatorische medewerking van de vrijetijdsdienst aan de Midzomermarkt, georganiseerd door UNIZO op 22 juni 2025, goed te keuren.

 

Motivering

 

Al enkele jaren ondersteunt de vrijetijdsdienst UNIZO afdeling Deerlijk tijdens hun evenement, de Midzomermarkt, op vlak van animatie. De vrijetijdsdienst voorziet jaarlijks een variëteit aan animatie: enkele springkastelen, kindergrime, ballonvouwers, straattheater, muziekbandjes die door de straten marcheren, DJ's, ... Dit met als doel de braderie nog aantrekkelijker, sfeervoller en meer bruisend te maken voor jong en oud.

 

Het bedrag dat jaarlijks voor deze ondersteuning wordt uitgetrokken bedraagt tussen de 2.000,00 euro à 3.000,00 euro met een absoluut maximum van 3.000,00 euro. Ook dit jaar vraagt UNIZO afdeling Deerlijk opnieuw om financiële en organisatorische medewerking van de vrijetijdsdienst tijdens de Midzomermarkt op zondag 22 juni 2025. De deskundige cultuur en erfgoed houdt de dag zelf toezicht op de animatie en onthaalt en begeleidt de mensen die de animatie verzorgen.

 

UNIZO afdeling Deerlijk had dit jaar graag samengewerkt met de vrijetijdsdienst en met Café t' Oud Gemeentehuis om aan het einde van de markt één groot afsluitconcert te geven met een coverband voor jong en oud op het podium aan het Kerkplein.

 

Na evaluatie van vorig jaar, waar er op twee verschillende fronten (Leon Defraeyeplein en Kerkplein) een afsluitoptreden plaatsvond, bleek dit geen ideale situatie. Het volk verspreidde zich en de samenhorigheid werd gebroken. Vandaar kwam na overleg tussen UNIZO afdeling Deerlijk, Café t' Oud Gemeentehuis en de vrijetijdsdienst het idee om één gezamenlijk afsluitconcert te organiseren voor alle leeftijden op één locatie. De band zou gefinancierd worden door UNIZO afdeling Deerlijk, Café t' Oud Gemeentehuis en de vrijetijdsdienst. Het deel van de uitkoopsom van de band dat betaald wordt door de vrijetijdsdienst, wordt afgetrokken van het jaarlijks bedrag van maximaal 3.000,00 euro dat uitgetrokken wordt voor de ondersteuning van de animatie van de Midzomermarkt.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 § 1. Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

maximum 3.000,00 euro

Actie

Ondersteuning animatie

Jaarbudgetrekening

GBB/0705-00/61320001

Visum

n.v.t.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de financiële en organisatorische medewerking van de vrijetijdsdienst aan de Midzomermarkt, georganiseerd door UNIZO op 22 juni 2025, goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.9. Feestelijkheden - Deerlijkse bierfeesten - 14 juni 2025 - intrekking - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het besluit van 22 januari 2025 met als titel C14. Feestelijkheden - Deerlijkse Bierfeesten - 14 juni 2025 - goedkeuring, in te trekken.

 

Motivering

 

In zitting van 22 januari 2025 heeft het college van burgemeester en schepenen beslist het evenement Deerlijkse bierfeesten goed te keuren.

 

De burgemeester ontving op 25 april 2025 bericht van de initiatiefnemers van het Deerlijkse bierfestival bericht dat het evenement niet zal doorgaan.

 

Bijgevolg wordt de beslissing van het college van burgemeester en schepenen bij deze ingetrokken.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 284 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de beslissing van 22 januari 2025, met als titel C14. Feestelijkheden - Deerlijkse Bierfeesten - 14 juni 2025 - goedkeuring, in te trekken.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 284 § 1 van het Decreet Lokaal Bestuur vermeldt de algemeen directeur de intrekking van een besluit in de rand van de notulen van het college van burgemeester en schepenen en brengt hij de schepenen hiervan op de hoogte op de eerstvolgende vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.10. Kinderboerderij Bokkeslot - bloemenverkoop - 10 mei 2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kinderboerderij Bokkeslot toelating te verlenen voor het houden van een occasionele bloemenverkoop aan de kerk te Sint-Lodewijk op zaterdag 10 mei 2025.

 

Motivering

 

Kinderboerderij Bokkeslot vraagt toelating voor het houden van een occasionele bloemenverkoop aan de kerk te Sint-Lodewijk (portaal) op zaterdag 10 mei 2025, van 8.30 uur tot 16.00 uur.

 

PZ Gavers verleende positief advies.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art.56,§1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Algemene politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen

        Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008 in verband met plaatsing verkeerssignalisatie

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit kinderboerderij Bokkeslot toelating te verlenen voor het houden van hun occasionele bloemenverkoop aan de kerk te Sint-Lodewijk op zaterdag 10 mei 2025 van 8.30 uur tot 16.00 uur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.11. Woonwijs - vaste infrastructurele en administratieve kosten subsidieperiode 2026 - 2031 - brief Harelbeke - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het voorstel voor de vaste kosten voor Woonwijs voor de subsidieperiode 2026 -2031 goed te keuren.

 

Motivering

 

Op 4 april 2025 ontvingen we een schrijven van Harelbeke met betrekking tot de vaste infrastructurele en administratieve kosten voor Woonwijs tijdens de subsidieperiode 2026-2031. Hierin worden volgende aanpassingen voorgesteld.

 

1. Vergoeding voor financieel en personeelsbeheer

De jaarlijkse vergoeding van 2.500 euro (ongewijzigd sinds 2011) wordt aangepast op basis van de huidige personeelsbezetting (die sinds de aansluiting van Zwevegem is gegroeid van 3,5 naar 4,5 VTE) en de recentste consumptie-index.

Volgens de meest recente index (per 1.01.2025) bedraagt dit 4.495 euro per jaar, met jaarlijkse indexering.

 

2. Huurprijs, energie en onderhoud van de lokalen

De beherende gemeente vraagt om deze kosten voor het gebruik & onderhoud van de infrastructuur voortaan door te rekenen op basis van de effectief berekende kost.

De berekening is gebaseerd op een infrastructuuranalyse uit 2019, waarbij de kost per werkplek werd vastgesteld op 4.010,96 euro/jaar. Het college vraagt rekening te houden met 3,5 werkplekken (het rondreizende personeelslid niet meegerekend).

Volgens de recentste index (per 1.01.2025) bedraagt dit 17.430,79 euro per jaar, met jaarlijkse indexering.

 

Net zoals in het lopende subsidiedossier zullen de vaste kosten verrekend worden volgens een verdeelsleutel op basis van het aantal huishoudens per gemeente. Op basis van het aantal huishoudens op 1 januari 2024 bedraagt het aandeel van Deerlijk 14,158 %.

 

Dit werd ook besproken op de stuurgroep van 17 maart 2025. De stuurgroep kon zich in de opgesomde argumenten vinden maar stelde voor om de vraag formeel vanuit het college van Harelbeke aan de colleges van de woonwijsgemeenten voor te leggen.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56., § 1. van het Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

Voor Deerlijk betekent dit een prijsverhoging van ongeveer 1.900 euro, jaarlijks te indexeren.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit goedkeuring te verlenen voor het voorstel voor de vaste infrastructurele en administratieve kosten voor Woonwijs gedurende de subsidieperiode 2026 -2031.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.12. Intergemeentelijke inzamelactie landbouw - voorstel IMOG - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen tot deelname aan de intergemeentelijke inzamelactie landbouwfolies, georganiseerd vanuit IMOG.

 

Motivering

 

Op 29 april 2025 kreeg de gemeente Deerlijk de vraag vanuit IMOG tot deelname aan de periodieke, intergemeentelijke inzameling van landbouwfolies.

Het gemeentebestuur ging in het verleden ook telkens akkoord met de geplande inzameling vanuit IMOG.

 

Het voorstel van IMOG waarbij een verwerkingsprijs van 65 euro per ton landbouwfolie wordt gevraagd, dekt alle kosten waardoor er vanuit de gemeente geen bijkomend budget moet voorzien worden.

 

Er wordt gevraagd om de communicatie vanuit de gemeente te organiseren.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid:  Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de deelname aan de intergemeentelijke inzamelactie voor landbouwfolies goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.13. OMV 2025_3 - Poekelaan 11 - beslissing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het aanleggen van een zwembad en terras en de aanleg van bijkomende verharding in voortuin, op een perceel gelegen Poekelaan 11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 449 E3 aangevraagd door de heer Stijn Vermoere met als contactadres Poekelaan 11 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  29 april 2025.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De verharding voor de parkeerplaats kan maximaal 3 m breed zijn.

        De toerit ter hoogte van het openbaar domein is maximaal 4 m breed en wordt gradueel breder tot aan de parkeerplaats en carport. Hierbij kan de verharding niet ruimer worden aangelegd dan momenteel voorzien is in de plannen van de aanvraag.

        De afwatering van het gechloreerd water van het zwembad wordt afgevoerd als afvalwater (aan te sluiten op de bestaande DWA afvoer).

        De werkzaamheden voorzien op het gedeelte openbaar domein worden uit de vergunning gesloten.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

1.1 Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
 

1.2 Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

1.3 Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Marquettestraat, wijziging A, goedgekeurd op 11 oktober 1988 met als bestemming zone 3, menging aaneengesloten en halfopen bebouwing en zone 13 zone voor private tuinen.

 

1.4 Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 23 juni 2021 (dossiernummer gemeente OMV 2021.1 – OMV_2021018927).

Voor dit perceel werd een bijstelling van de verkaveling goedgekeurd op 18 mei 2022. (OMV_2022000694 – 2022/1).

 

1.5 Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het BPA en het verkavelingsplan zijn van toepassing op de aanvraag.

 

1.6 Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften van de verkaveling.

 

1.7 Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997;

     gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

 

  1. Historiek

2.1 Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

2.2 Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

2.3 Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        omgevingsvergunning afgeleverd op 23 juni 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor het verkavelen van grond in 3 loten waarvan 2 voor woningbouw en één als toegangsweg, het dempen van een vijver en het verwijderen van 2 bijgebouwen;

        omgevingsvergunning afgeleverd op 18 mei 2022 door het college van burgemeester en schepenen voor het bijstellen van de verkaveling voor lot 1, meer bepaald mbt inplanting en dakvorm;

        omgevingsvergunning afgeleverd op 10 augustus 2022 voor het bouwen van een eengezinswoning;

        omgevingsvergunning afgeleverd op 7 september 2022 voor het bouwen van een losstaand bijgebouw en ophogen van terrein.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 1169 m² en is gelegen op het einde van de pijpekop van de Poekelaan op ongeveer 800 m ten westen van de kern van Deerlijk.

De Poekelaan is een voldoende uitgeruste gemeenteweg, een doodlopende zijstraat van de De Cassinastraat. De De Cassinastraat is een lokale verbindingsstraat tussen de Stationsstraat en de Kortrijkse Heerweg.

De onmiddellijke omgeving in de Poekelaan wordt voornamelijk gekenmerkt door recente alleenstaande woningen. In de achterliggende De Cassinastraat is er een afwisseling van alleenstaande en gesloten bebouwingen.

Het goed is een rechthoekig perceel dat aan de westzijde toegang kan nemen naar de Poekelaan. Het goed is bebouwd met een recente nieuwbouwwoning bestaande uit 2 bouwlagen en plat dak.  In de linker achterhoek is een vrijstaand bijgebouw van 34 m² aanwezig en met een hoogte van 2,40 m.

Vandaag is er ca. 210 m² aan verharding aanwezig in de zij- en achtertuin. Hierbij is er ca. 100 m² vergund en kan bijkomend 6 m² als noodzakelijke toegang naar het bijgebouw beschouwd worden. In de voortuin is er ca. 115 m² aan verharding aanwezig, waarvan 105 m² vergund is.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

In de voortuinzone wenst de aanvrager een wijziging te doen aan de bestaande verharding en deze een permanent karakter geven. De bouwheer wenst een oprit aan te leggen met een breedte van 5,65 m ter hoogte van de rooilijn. De oprit wordt uitgevoerd met een glooiende vorm aangelegd tussen groenmassief en andere beplantingen. Het materiaalgebruik wordt hoofdzakelijk voorzien in waterdoorlatende verharding onder de vorm van grasbetontegels, daarnaast worden een paar accenten aangelegd (zijnde aansluiting met openbaar domein, toegangspad naar woning en draaicirkel ter hoogte van de carport) in uitgewassen beton met een beige grind-tint.  In de voortuin wordt tevens een open parkeerplaats aangelegd in grasbetontegels (lengte 4,65 m x breedte 3,20 m) aansluitend bij de carport. De uitgewassen beton wordt ook gebruikt als wandelpad naar de voordeur en achterliggend tuinhuis, de breedte is voornamelijk 1,20 m. De oppervlakte verharding in de voortuin bedraagt in de aanvraag ca. 95 m².

Ook langs de woning wordt een pad aangelegd, als materiaal wordt hier gekozen voor betegeling, de breedte is variërend tussen 1 m en 1,70 m. In ditzelfde materiaal en met een grijze tint wordt het terras, aangelegd tegen de rechter gevel van de woning, voorzien met een breedte van 4,8 m en een lengte van 6,83 m. Met een tussenafstand van 1,55 m gazon, met een aantal stapstenen, plant men een zwembad in van 3,50 m x 9 m, afgewerkt met een boordsteenbetegeling (breedte 0,30 m) als afwerking van de randen. De diepte bedraagt 1,6 m. Achter het zwembad wordt een houtvlonder aangelegd van 4,37 m breed en 4,26 m diep. In totaal wordt er in de zij- en achtertuin ca. 134 m² aan verharding voorzien.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 7 februari 2025 tot 8 maart 2025. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

Provincie West-Vlaanderen, dienst waterlopen werd om advies verzocht op 28 januari 2025. De adviesinstantie bracht op gunstig advies uit op 3 maart 2025. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

Verharde oppervlakte aanvraag <= 1.000 m², aanvraag is niet op een perceel/percelen gelegen langs waterloop 2de categorie en aanvraag is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied (Pluviaal/Fluviaal/Zee bij T100 klimaat 2050). Er worden vanuit onze dienst geen maatregelen opgelegd bij een overstromingskans toekomstig klimaat kleine kans (T1000).

Het is aan de vergunningverlenende overheid om na te gaan of de aanvraag voldoet aan de bepalingen van de Gewestelijk Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwater (GSV)  met in het bijzonder het toepassen van het algemeen uitgangsprincipe (duurzaamheidsprincipe) waarbij het regenwater in eerste instantie zoveel mogelijk wordt gebruikt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd, zodat in laatste instantie slechts een beperkte hoeveelheid water wordt afgevoerd. De plaatsing van de (nood)overloop van de hemelwaterput en de infiltratievoorziening dient aan dit principe te beantwoorden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag wijkt af van de voorschriften van de geldende verkaveling. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Verkaveling schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Voortuinzone; Maximaal twee parkeerplaatsen per lot met 3 m per vergunde autobergplaats in waterdoorlatende materialen, aan te sluiten aan de openbare weg waar mogelijk

Tweede parkeervak is 3,20 m breed.

 

De aanvraag is voor het overige in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften gezien de aanvraag geen betrekking heeft op bouwwerken, gezien er 2 parkeerplaatsen voorzien worden op eigen terrein, de verharding beperkt is in verhouding tot de grootte van het perceel, de autostandplaats opgetrokken is in waterdoorlatende materialen en zwembaden toegelaten zijn tot maximaal 40 m².

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de afmeting van een parkeerplaats zodat een afwijking kan overwogen worden. Een dwarsparkeerplaats heeft doorgaans een breedte tussen de 2,50 m en 3 m per parkpeerplaats. Dit maximum werd ook zo voorzien in de verkavelingsvoorschriften. De gewenste parkeerplaats bevindt zich naast de open carport waarbij de verharde oppervlakte van de parkeerplaats en de carport voldoende breed is om op een comfortabele manier 2 wagens naast elkaar te kunnen parkeren. De afwijking van de breedte van 3 m naar 3,20 m wordt bijgevolg niet toegestaan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Poekelaan een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

Het betrokken goed is volgens de fluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Het betrokken goed is volgens de pluviale overstromingskaart gelegen in een zone met kleine overstromingskans onder klimaatverandering.

 

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater gezien de afwatering van de terrassen, paden en oprit op een natuurlijke wijze infiltreert in de omliggende onverharde bodem die minstens ¼ van de oppervlakte van deze tuininrichtingen bedraagt en er geen aansluiting wordt gemaakt met de bestaande regenwaterput en op voorwaarde dat de afwatering van het gechloreerd water van het zwembad wordt afgevoerd als afvalwater (aan te sluiten op de bestaande DWA afvoer).

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking het aanleggen van een zwembad en verharding bij een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze woonomgeving.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

Het terras is ingeplant tegen de rechter zijgevel. Het zwembad wordt aangelegd op 1,55 m van het terras en op 6,35 m van de woning. De houtvlonder bevindt zich nabij het zwembad waardoor voldoende aansluiting gevonden wordt tussen de diverse ingrepen en er nog voldoende ruimte is om aaneengesloten groene tuinzone in te richten.

 

Verschijningsvorm:

De verharding in de voortuin wordt aangelegd in grasbetontegels en uitgewassen beton in beige tint. In de zij- en achtertuin wordt de verharding aangelegd met betegeling. De verharding integreert zich door zijn materiaalgebruik binnen de bestaande bebouwing. Ook de houtvlonder is inpasbaar in de tuinzone.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Achter de woning wordt een zwembad van 31 m² en een terras van 33 m² aangelegd. De houtvlonder heeft een oppervlakte van 17,3 m². De totale verharde oppervlakte bedraagt 229 m² wat 24 m² meer is dan hetgeen oorspronkelijk mee vergund werd met de woning. Een overmaat aan verharding heeft een negatieve impact op de biodiversiteit door het verlies van leefgebied voor planten, dieren en insecten en vermindert de ruimte waar water kan infiltreren. Echter is het perceel voldoende ruim en blijft nog voldoende onverharde ruimte aanwezig om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen.

 

In de voortuin wordt een tweede parkeerplaats aangelegd van 3,20 breed. Dit wijkt af van de verkavelingsvoorschriften, waarin staat dat een parkeerplaats maximaal 3 m breed mag zijn. Gezien de parkeerplaats zich naast de carport bevindt en de verharde ruimte samen voldoende breedte heeft wordt de afwijking negatief beoordeeld. De extra parkeerplaats dient een breedte van 3 m te behouden.

 

De toerit naar de carport en parkeerplaats wordt, met uitzondering van een pad van 0,80 m breed, voorzien in grasbetontegels. Deze toerit is over de volledige lengte tussen de 5 en 6 m breed. In de vergunningsaanvraag van de bouw van de woning uit 2022 werd hier een toerit van 4 m breed ter hoogte van het openbaar domein ingetekend. Er is geen reden om de toerit ter hoogte van het openbaar domein te verbreden naar meer dan 5 m breed. Een overmaat aan verharding heeft immers een negatieve impact op de biodiversiteit door het verlies van leefgebied voor planten, dieren en insecten en vermindert de ruimte waar water kan infiltreren. Ook biedt een maximale vergroening ter hoogte van de grens met het openbaar domein een positieve invloed op het residentiële straatbeeld. Bijgevolg wordt opgelegd als voorwaarde dat de toerit ter hoogte van het openbaar domein maximaal 4 m breed mag zijn en gradueel mag breder worden tot aan de parkeerplaats en carport. Hierbij kan de verharding niet ruimer worden aangelegd dan momenteel voorzien is in de plannen van de aanvraag.

 

De geplande verharding in de voortuin wordt grotendeels voorzien in waterdoorlatende materialen, wat de waterhuishouding ten goede komt. De zone die niet verhard wordt dient steeds te worden aangelegd als voortuin met laagstammig groen, zoals voorzien in de aanvraag.

 

Op plannen zijn ook ingrepen voorzien op het gedeelte openbaar domein. Deze werkzaamheden worden uit de vergunning gesloten.

 

Conclusie

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Op 3 maart 2025 verleende de provincie West-Vlaanderen (dienst waterlopen) een gunstig advies inzake de watertoets.  Er werd, zoals het advies stelt, gekeken of de aanvraag voldeed aan de Gewestelijk Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwater (GSV).

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Stijn Vermoere met als contactadres Poekelaan 11 te 8540 Deerlijk, voor het aanleggen van een zwembad en terras en de aanleg van bijkomende verharding in voortuin, op een perceel gelegen Poekelaan 11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 449 E3, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De verharding voor de parkeerplaats kan maximaal 3 m breed zijn.

        De toerit ter hoogte van het openbaar domein is maximaal 4 m breed en wordt gradueel breder tot aan de parkeerplaats en carport. Hierbij kan de verharding niet ruimer worden aangelegd dan momenteel voorzien is in de plannen van de aanvraag.

        De afwatering van het gechloreerd water van het zwembad wordt afgevoerd als afvalwater (aan te sluiten op de bestaande DWA afvoer).

        De werkzaamheden voorzien op het gedeelte openbaar domein worden uit de vergunning gesloten.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.14. OMV 2025_19 - Groeningestraat  - beslissing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een koppelwoning, op een perceel gelegen Groeningestraat  en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 674 A en (afd. 1) sectie A 674 B aangevraagd door Roel Vaneeckhout namens Kookon NV met als contactadres Pontstraat 8 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 30 april 2025.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het raam in de achtergevel van de leefruimte van de linker woning dient te worden uitgevoerd als een vast raam of opengaand raam met een vaste transparante borstwering met een minimale hoogte van 90 cm. Het plat dak kan geenszins als dakterras fungeren.

        De voorwaarden zoals opgenomen binnen het advies van De Watergroep maken integraal deel uit van de omgevingsvergunning.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

1.1 Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

1.2 Ruimtelijk uitvoeringsplan

        De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

        De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

1.3 Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

1.4 Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 15 november 1972 (dossiernummer VK035.545 – 0130.1). De verkaveling werd bijgesteld middels omgevingsvergunning met referentie OMV_2023138302 afgeleverd op 28 februari 2024.

 

1.5 Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

De aanvraag dient getoetst te worden aan de verkavelingsvoorschriften en wijkt hier beperkt van af

 

1.6 Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

        Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

 

  1. Historiek

 

2.1 Relevante stedenbouwkundige vergunningen

        Stedenbouwkundige vergunning verleend op 15 november 1972 door het college van burgemeester en schepenen voor het verkavelen van een grond.

 

2.2 Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

2.3 Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunningsaanvraag geweigerd op 28 september 2022 door het college van burgemeester en schepenen voor het wijzigen van de verkaveling door het voorzien van 4 loten i.f.v. halfopen of gesloten bebouwing in plaats van 2 loten.

        Omgevingsvergunningsaanvraag verleend op 28 februari 2024 door het college van burgemeester en schepenen voor het wijzigen van de verkaveling door het voorzien van 3 loten in plaats van 2 loten.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De omgevingsvergunningsaanvraag heeft betrekking op twee loten, deel uitmakend van recentelijk bijgestelde verkaveling op ongeveer 550 m ten noordwesten van de kern van Deerlijk. De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen. De woningen in de omgeving hebben een open en halfopen bouwtypologie, het merendeel is opgetrokken met 1 bouwlaag en een hellend dak.

De aanvraag richt zich op twee loten voor halfopen bebouwing langs de Groeningestraat. De betrokken zone is op heden braakliggend en door een haag omzoomd. Op het perceel staan enkele hoogstammige bomen. Voor de haag is een groenstrook aanwezig die behoort tot het openbaar domein.

De loten hebben een respectievelijke oppervlakte van 531 m² en 479 m². Beide loten hebben een bouwkader met een breedte van 7 m bij 19 m. Er geldt een bouwvrije strook van 3 m voor lot 1 en 4 m voor lot 2. De afstand tussen rooilijn en de verplichte voorbouwlijn bedraagt 1 m voor lot 1 en 2 m voor lot 2.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het oprichten van twee halfopen eengezinswoningen in een geschakelde opstelling. De rechter woning is circa één meter dieper gepositioneerd dan de linker woning. Beide woningen tellen twee bouwlagen en worden afgewerkt met een zadeldak. Aan de achterzijde wordt per woning een gelijkvloerse aanbouw voorzien met een plat dak. De breedte van elke woning bedraagt 7 m. Beide woningen beschikken over een inpandige garage, waarbij de garages gebundeld en aan elkaar grenzend worden ingeplant. In de voorliggende nissen wordt een fietsstalplaats geïntegreerd. 

De woningen hebben identieke bouwdieptes en -hoogtes. De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 14,55 m, terwijl deze op de eerste verdieping 9,93 m bedraagt. De kroonlijsthoogte van de hoofdvolumes bedraagt 5,93 m en de nokhoogte bevindt zich op 10,90 m ten opzichte van het maaiveld. De kroonlijsthoogte van de aanbouwen met plat dak bedraagt 3,24 m. 

In de zijtuinstroken wordt bij elke woning een septische put van 2.000 liter voorzien, waarnaast een individuele infiltratievoorziening (wadi) wordt aangelegd, aangesloten op een hemelwaterput van 10.000 liter, gelegen in de achtertuin.

De linker woning omvat op het gelijkvloers een inkomhal met open trap, toilet, inpandige garage, open keuken en leefruimte. Op de eerste verdieping wordt een leefruimte voorzien met een open vide tussen de keuken en leefruimte, samen met een slaapkamer, een apart toilet en een badkamer. De bovenliggende verdieping is toegankelijk via een vaste trap, maar is niet nader ingedeeld op het plan. 

De rechter woning beschikt op het gelijkvloers over een inkomhal met open trap, toilet, inpandige garage, berging en een leefruimte met open keuken. Op de eerste verdieping worden drie slaapkamers, een apart toilet en een badkamer voorzien. Ook hier is de bovenliggende verdieping toegankelijk via een vaste trap, maar niet nader ingedeeld.

Voor de gevelafwerking wordt gebruik gemaakt van gelijmd metselwerk in Septem 8012 steen van Vandemoortele. Het dak wordt afgewerkt met antracietzwarte dakpannen. De woningen worden voorzien van glazen balustrades, dakvlakramen en aluminium dakrandprofielen. Het buitenschrijnwerk bestaat uit heldere beglazing met aluminium raamprofielen in antracietkleur. De dorpels worden uitgevoerd in arduin en aluminium, terwijl de dekstenen in beton worden voorzien. Daarnaast krijgt de gevel gedeeltelijk een houten afwerking in Thermowood. De kantelpoorten van de garages worden afgewerkt met houten latten.

Achterliggend aan iedere woning wordt een terras aangelegd. De oppervlakte bedraagt 16,95 m² bij de linker woning en 17,20 m² bij de rechter woning. De terrassen worden uitgevoerd in niet-waterdoorlatende verhardingen en wateren af naar de naastgelegen groenzone. Tussen de terrassen wordt een scheidingsmuur opgericht met een hoogte van ongeveer 2,50 m.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag omvat geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 13 maart 2025 tot 11 april 2025. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

De Watergroep werd om advies verzocht op 3 maart 2025. De adviesinstantie bracht op 4 maart 2025 een gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies luidt als volgt:

‘Advies van De Watergroep

Advies ACCA
Gedeeltelijk gunstig advies met voorwaarden

Advies Riopact
Geen advies’

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

6.1 Planologische toets

De aanvraag voldoet niet aan de voorschriften zoals omschreven in de geldende, niet-vervallen verkaveling (inplanting plaatselijk buiten het bouwkader en tuinmuur te hoog). Artikel 4.3.1 van de VCRO zet de beoordelingsgronden voor vergunningen uiteen en omschrijft de determinerende weigeringsgronden bij de beoordeling van een omgevingsvergunningsaanvraag.

Door middel van de Codextrein van 2017 werd de strijdigheid van het ontwerp met de voorschriften van een verkaveling ouder dan 15 jaar (behoudens openbaar groen en openbare wegenis), als weigeringsgrond onttrokken uit voormeld artikel.

Overeenkomstig artikel 4.3.1., §1, vijfde lid, wordt de termijn van vijftien berekend vanaf de datum van de afgifte van de oorspronkelijke vergunning in laatste administratieve aanleg. Gezien de termijn van vijftien jaar gerekend dient te worden vanaf de datum waarop de oorspronkelijke verkavelingsvergunning werd afgeleverd (in deze 1972) geldt dat ondanks de recente bijstelling, ook hier de verkavelingsvoorschriften geen weigeringsgrond vormen.

 

De voorliggende onverenigbaarheid vormt dan ook niet langer een reden tot weigering van een vergunning met betrekking tot stedenbouwkundige handelingen. Desondanks blijft gelden dat het gevraagde in overeenstemming dient te zijn met het onderliggend bestemmingsplan - in deze het woongebied.

Artikel 5.1.0. van het Inrichtingsbesluit noteert: ‘De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.’

 

De aanvraag spiegelend aan de bepalingen als omschreven binnen artikelen 5.1.0 van het Inrichtingsbesluit, blijkt het gevraagde in overeenstemming met het onderliggend bestemmingsplan. Bijgevolg doorstaat het gevraagde, de planologische toets.

 

6.2 Decretale beoordelingselementen

 

6.2.1 Voldoende uitgeruste weg (artikel 4.3.5.,VCRO)

De aanvraag is gelegen aan een weg die met duurzame materialen is verhard en voorzien is van een elektriciteitsnet. Tevens voldoet hij aan de uitrustingsvoorwaarden die worden vereist door de plaatselijke toestand, waaronder de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

 

6.2.2 Bedrijfswoningen (artikel 4.3.6.,VCRO)

De aanvraag voorziet niet de oprichting van een bedrijfswoning waardoor de bepalingen van artikel 4.3.6 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening niet van toepassing zijn.

 

6.2.3 Toegankelijkheid (artikel 4.3.7.,VCRO)

Artikel 4.3.7. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat de stedenbouwkundige vergunning voor de handelingen, vermeld in artikel 4.2.1, 1°, 6°, 7° en 8°, niet wordt verleend wanneer niet is voldaan aan de bij of krachtens de wet of het decreet gestelde regelen betreffende toegang van personen met een functiebeperking tot openbare wegen en tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen. Uit nazicht van het onderwerp blijkt het gevraagde buiten het toepassingsgebied te vallen zoals omschreven in hoofdstuk 2 van de gewestelijk stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

 

6.2.4 Rooilijnen, achteruitbouwstroken en reservatiestroken (artikel 4.3.8.,VCRO)

Het perceel noch de constructie wordt getroffen door een rooilijn, achteruitbouwstrook of reservatiestrook.

 

6.2.5 Rioleringstoets (artikel 4.3.9.,VCRO)

De aanvraag is gelegen in centraal gebied en valt zodoende buiten de bepalingen van artikel 4.3.9., VCRO. Ten overvloede wordt meegedeeld dat iedere woning in een individuele lozing van regenwater en afvalwater voorziet conform de bepalingen van het Zoneringsbesluit. 
 

6.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat en schadelijke effecten maximaal worden vermeden, beperkt of hersteld. Het bijhorende uitvoeringsbesluit Watertoets van 20 juli 2006 geeft nadere richtlijnen voor de toepassing van de watertoets en geldt sinds 1 november 2016.

De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

Met inachtneming van artikel 3, §2 van voormeld besluit, noopt de aanvraag zich niet tot het inwinnen van een extern advies.

Volgens de door de Vlaamse overheid ter beschikkende gestelde watertoetskaarten (www.watertoets.be) zijn de betrokken percelen gelegen buiten enig overstromingsgevoelig gebied gelegen (hetzij pluviaal, fluviaal of vanuit zee).  Evenmin bevindt de aanvraag zich binnen een WORG of signaalgebied. Volledigheidshalve wordt evenwel meegedeeld dat de Groeningestraat zelf is aangemerkt als pluviaal overstromingsgevoelig. Er worden echter geen ingrepen voorzien binnen deze zone, evenmin handelingen gesteld met een noemenswaardig nadelige invloed op deze zone.

Gelet op de ligging van het goed en de aard van de werken mag er vanuit gegaan worden dat er voor de aanvraag geen schadelijke effecten te verwachten zijn zoals bedoeld binnen artikel 1.1.3., §2, 18° van het Decreet Integraal Waterbeleid tot zover de aanvraag in overeenstemming is met de geldende gewestelijke stedenbouwkundige verordening (GSV) inzake hemelwater.

 

De gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater noteert de noodzakelijke uitgangspunten en middelen om negatieve effecten ten aanzien van het watersysteem te ondervangen. Zodoende omvat deze bepalingen over het omgaan met en het gebruik van hemelwater, de scheiding van hemelwater en afvalwater, en de infiltratie, buffering en lozing van hemelwater afkomstig van verhardingen en overdekte constructies.

De aanvraag valt binnen het toepassingsgebied van hoofdstuk 2 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater. Voor iedere woning wordt een hemelwaterput van 10.000 liter voorzien, waarbij het opgevangen hemelwater maximaal wordt hergebruikt voor het bewateren van de tuin, de toiletten, wasmachines en dienstkranen. Hiermee wordt voldaan aan de bepalingen van artikel 7 van de GSV.

De hemelwaterput van de linker woning is aangesloten op een bovengrondse infiltratievoorziening met een infiltratieoppervlakte van 7,98 m² en een infiltratievolume van 2,394 m³. De hemelwaterput van de rechter woning is gekoppeld aan een bovengrondse infiltratievoorziening met een infiltratieoppervlakte van 8 m² en een infiltratievolume van 2,4 m³. Beide wadi’s hebben een diepte van 30 cm. De aanvraag voldoet aan de voorschriften inzake infiltratievoorzieningen zoals bepaald in artikel 8 van de GSV.

Verder wordt het hemelwater en afvalwater gescheiden naar de rooilijn gebracht waardoor kan worden geconcludeerd dat de aanvraag in overeenstemming is met de GSV. 

 

6.4 Mer-screening

Het project komt niet voor op de lijsten zoals gevoegd als bijlage I en II van het project-m.e.r.-besluit De aanvraag heeft wel betrekking op een project dat vermeld staat op de lijst van bijlage 3 bij het besluit van de Vlaamse Regering dd. 1 maart 2013 betreffende de nadere regels omtrent de project-MER-screening. Meer specifiek gaat het over punt 10 b Infrastructuurprojecten, stadsontwikkelingsprojecten. De aanvraag voorziet immers in de oprichting van twee eengezinswoningen met een cumulatief volume van meer dan 1.000 m³.


Voortvloeiend uit artikel 20 van het Omgevingsvergunningsdecreet dient het aanvraagformulier vergezeld te zijn van een project-m.e.r.-screeningsnota (PrMS). De project-m.e.r.-screeningsnota, toegevoegd aan de aanvraag, werd beoordeeld bij de volledig- en ontvankelijkheid. Er wordt geoordeeld dat het project geen aanzienlijke gevolgen heeft voor het milieu en dat het project niet project-MER-plichtig is. Bij deze beoordeling werd rekening gehouden met de criteria van bijlage II van het DABM waaronder de kenmerken van het project, de locatie van het project en de soort en de kenmerken van het potentieel effect. Er kan dan ook worden vastgesteld dat de effecten zeer beperkt zullen zijn.

 

6.5 Natuurtoets

Overeenkomstig artikel 16 van het Natuurdecreet draagt de bevoegde overheid, in het geval van een vergunningsplichtige activiteit, er zorg voor dat er geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan door wanneer noodzakelijk de vergunning te weigeren of door redelijkerwijze voorwaarden op te leggen om de schade te voorkomen, te beperken of, indien dit niet mogelijk is, te herstellen. De voorliggende aanvraag bevindt zich verder niet in de nabijheid van of in een speciale beschermingszone, evenmin in de nabijheid van of in een gebied van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) of het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON). Het gevraagde vormt bovendien geen risico op een betekenisvolle aantasting van de actuele en mogelijke toekomstige habitats (voorlopige zoekzones) in habitatrichtlijngebied. Rekening houdende met de aard van het project, de ruimtelijke context en de relatie tot de omgeving, waarbij geen aanzienlijke effecten op kwetsbare gebieden te verwachten zijn, kan geconcludeerd worden dat er ten gevolge van het project geen aanzienlijke milieugevolgen te verwachten zijn.

 

6.6 Erfgoed-/archeologietoets

Archeologienota:
Het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 verplicht de aanvrager van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of voor het verkavelen van gronden om in bepaalde gevallen een archeologienota bij de vergunningsaanvraag te voegen. De mate waarin de aanvrager verplicht is een archeologienota wordt voor omgevingsvergunningsaanvragen met stedenbouwkundige handelingen, geregeld in artikel 5.4.1. van het Onroerenderfgoeddecreet.

 

Gezien de aanvraag noch gedeeltelijk, noch geheel gelegen is binnen een beschermde of vastgestelde archeologische site of zone en het perceeloppervlak kleiner is dan 3.000 vierkante meter, valt het gevraagde niet onder het toepassingsgebied.

Onroerenderfgoednota:
De aanvraag heeft geen betrekking op een beschermd monument, beschermd dorpszicht, beschermd landschap en heeft geen betrekking op een relict opgenomen in één van de vastgestelde inventarissen van het onroerend erfgoed (landschapsatlas, archeologische zones, houtige beplanting met erfgoedwaarde, historische tuinen en parken, bouwkundig erfgoed).

 

6.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

6.8 Decreet grond- en pandenbeleid

De aanvraag heeft geen betrekking op een project zoals omschreven in artikel 5.93 lid 1 van de Vlaamse Codex Wonen. Evenmin is er sprake van een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening of normerend RUP zoals omschreven in artikel 5.94, §2 en 5.95 van de Vlaamse Codex Wonen.

 

6.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

6.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie

De aanvraag betreft het oprichten van twee halfopen eengezinswoningen binnen een residentiële context die gekarakteriseerd wordt door open en halfopen bebouwing. De voorgestelde ontwikkeling is in lijn met de functionele bestemming van het gebied, zoals vastgelegd in de bijgestelde verkaveling.

 

Inplanting en ruimtegebruik

De voorgestelde inplanting volgt de contouren van de bijgestelde verkavelingsvoorschriften, met uitzondering van uiterst beperkte afwijkingen in het bouwkader en de hoogte van de tuinmuur. De voorziene bouwvrije stroken en de positionering van de hoofdgebouwen waarborgen een logische ruimtelijke geleding, wat bijdraagt aan de continuïteit van het straatbeeld. De achtertuinen zijn voldoende diep en bieden de ruimte voor een kwalitatieve inrichting.

 

De inrichting van de leefruimte op de verdieping is aanvaardbaar, op voorwaarde dat het plat dak niet oneigenlijk wordt aangewend als dakterras. In dit kader wordt als bijzondere vergunningsvoorwaarde opgelegd dat ofwel een vast raam wordt gehanteerd, ofwel bij een opengaand raam een vaste transparante borstwering van minimaal 90 cm wordt voorzien.

 

Bouwvolume en gabarit

Het bouwvolume wordt bepaald door een typologisch passende opbouw van twee bouwlagen met een hellend dak, wat in overeenstemming is met de heersende morfologie van de residentiële omgeving. De bouwdiepte en kroonlijsthoogte resulteren in een evenwichtig en proportioneel gabarit dat goed past binnen het bestaande straatbeeld.

 

Verschijningsvorm

De materialisatie van de woningen is uitgevoerd met een genuanceerde, fijnkorrelige gevelsteen die aansluit bij de kleinschalige en residentiële context van de straat. De dakafwerking met antraciete dakpannen, in combinatie met geïntegreerde architecturale elementen zoals aluminium schrijnwerk en Thermowood gevelaccenten, zorgt voor een kwalitatieve uitstraling en een harmonieuze integratie binnen de straat.

 

De gelijkvloerse plint vertoont een eerder gesloten karakter, maar gezien de gevelbreedte en de bovenliggende raampartijen wordt dit stedenbouwkundig aanvaardbaar geacht. De aanwezige groenstructuren, waaronder de bestaande haag en de voorliggende groeninrichting, dragen bij aan de meerwaarde van het straatbeeld en versterken de visuele integratie van het project.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek

De parkeerbehoefte wordt adequaat opgevangen binnen de percelen door de aanwezigheid van inpandige garages, aangevuld met ruimte voor fietsen in de voorliggende nis. Het parkeergebeuren is conform de intenties van de verkaveling. De ontsluiting van de woningen gebeurt op een functioneel verantwoorde wijze, zonder negatieve impact op de verkeersstructuur van de Groeningestraat.

 

Groen- en omgevingsaanleg

De groenaanleg houdt rekening met de bestaande ruimtelijke kwaliteiten van het perceel. De omringende haag en de aanwezige hoogstammige bomen dragen bij aan de landschappelijke integratie en zorgen voor een afschermend karakter ten opzichte van de openbare ruimte. De waterhuishouding is doordacht georganiseerd door de integratie van individuele wadi’s en hemelwaterputten. De niet-waterdoorlatende terrassen achteraan de woningen wateren af naar de naastgelegen groenzone, wat bijdraagt aan een duurzame infiltratie.

 

Conclusie
De aanvraag voldoet aan de principes van een goede ruimtelijke ordening en is in overeenstemming met de eerder bijgestelde verkavelingsvoorschriften. De voorgestelde bebouwing respecteert de stedenbouwkundige parameters met betrekking tot inplanting, bouwvolume, materialisatie en parkeerbehoefte. Onder de voorwaarde dat het plat dak niet oneigenlijk wordt aangewend en de voorgeschreven transparante borstwering of vaste raampartij wordt voorzien, wordt de aanvraag stedenbouwkundig aanvaardbaar geacht.

 

6.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

6.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

6.13 Bespreking adviezen

Het advies van De Watergroep kan worden bijgetreden. De voorwaarden van zoals omschreven binnen het advies worden als bijzondere vergunningsvoorwaarde opgenomen binnen de omgevingsvergunning.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Roel Vaneeckhout namens Kookon NV met als contactadres Pontstraat 8 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een koppelwoning, op een perceel gelegen Groeningestraat  en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 674 A en (afd. 1) sectie A 674 B, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het raam in de achtergevel van de leefruimte van de linkerwoning dient te worden uitgevoerd als een vast raam of opengaand raam met een vaste transparante borstwering met een minimale hoogte van 90 cm. Het plat dak kan geenszins als dakterras fungeren.

        De voorwaarden zoals opgenomen binnen het advies van De Watergroep maken integraal deel uit van de omgevingsvergunning.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.15. OMV 2025_9 - Pontstraat 47 - beslissing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het isoleren van de gevel en afwerken met crepi, verwijderen deur, op een perceel gelegen Pontstraat 47 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 535 T aangevraagd door Jürgen Enghien wonende Pontstraat 47 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 30 april 2025.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

- De crepi wordt uitgesloten van vergunning. De gevel moet uitgevoerd worden met rood-bruine of rood-gele steenstrips.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

1.1 Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

1.2 Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Oosthoek, 7 april 2016 met als bestemming wonen met beperkte nevenfuncties.

 

1.3 Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

1.4 Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

1.5 Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

1.6 Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

1.7 Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

2.1 Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 november 1976 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanpassen van de voorgevel (garagepoort i.p.v. venster en nieuw raam boven garagepoort).

 

2.2 Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

2.3 Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom Pontstraat 47 is een perceel met een oppervlakte van 685 m² en is gelegen langs de Pontstraat op ongeveer 450 m ten zuidoosten van de kern van Deerlijk. De Pontstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Op het perceel bevindt zich een aaneengesloten eengezinswoning opgetrokken op de rooilijn. De woning bestaat uit 1,5 bouwlagen en een hellend dak met een nokhoogte van 8,40 m. Het hoofdvolume van de woning heeft een breedte van 11,10 m en een bouwdiepte van 8,5 m. De woning heeft een achterbouw over de volledige breedte van het perceel met een bouwdiepte van 5 m. De aanbouw bestaat uit 1 bouwlaag met een plat dak. Aan deze achterbouw zijn een veranda en een open lounge aangebouwd.

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen en enkele kleinere bedrijfsgebouwen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het verbouwen van de voor- en zijgevel van een bestaande eengezinswoning, waarbij de gevels geïsoleerd en afgewerkt worden met crepi.

Op heden bedraagt de dikte van de muur 24 cm. De volle baksteenmuur wordt aan de buitenzijde voorzien van 12 cm isolatie om deze vervolgens af te werken met een crepi laag van 2 cm. De nieuwe doorsnede van de voorgevel zal bijgevolg 36 cm bedragen zodat de rooilijn met 14 cm overschreden wordt.

Het betreft eveneens een aanvraag om de bestaande deur naast de garage en het zolderraam dicht te maken. Op de eerste verdieping wordt het schrijnwerk vernieuwd en vervangen door houten ramen. Het overige schrijnwerk blijft behouden.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden op 21 maart 2025 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosthoek, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied met beperkte nevenfuncties.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 2 het RUP Oosthoek. Deze voorschriften luiden als volgt :

 

Het gebied is bestemd voor wonen met beperkte nevenfuncties. De hoofdfunctie is residentieel wonen in eengezinswoningen. De beperkte nevenfuncties mogen de woonfunctie van de omgeving niet in het gedrang brengen. Minimum één woning per bouwperceel is verplicht. Volgende nevenfuncties zijn toegelaten: diensten, kleinhandel en/of kantoren.

 

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen en isoleren van de voorgevel van een eengezinswoning met behoud van de functie, de terreinbezetting wijzigt niet en het RUP bevat geen bepalingen inzake materialisatie van de gevels zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het RUP.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Pontstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.

Het goed is niet getroffen door een rooilijnplan. De woning is ingeplant op de rooilijn. Voor het aanbrengen van gevelisolatie kan de rooilijn met maximaal 14 cm overschreden worden overeenkomstig artikel 4.3.8 §1 lid 1, 4° VCRO (zie verder toetsing goede ruimtelijke ordening).

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

Het betrokken goed is volgens de pluviale overstromingskaart gedeeltelijk gelegen in een zone met kleine overstromingskans. Deze zone met kleine overstromingskans bevindt zich echter langs de achterkavelgrens van het perceel. De woning zelf ligt niet in overstromingsgevoelig gebied. De voorliggende aanvraag heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en betreft enkel een gevelrestauratie.

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie: 

De aanvraag heeft betrekking op het beperkt verbouwen van de gevels van een eengezinswoning waarbij de binnenruimtes behouden blijven. Een deur naast de garagepoort en een zolderraam worden dichtgemaakt. Door de aanwezigheid van een tweede deur en meerdere ramen in de voorgevel, blijft er voldoende connectie met de straat.  De functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze residentiële omgeving.

 

Inplanting, ruimtegebruik, bouwvolume en verschijningsvorm:

 

De inplanting van de woning op de rooilijn wijzigt licht. Er wordt op de bestaande voorgevel, die gelijkloopt met de rooilijn, 12 cm isolatie en 2 cm crepi aangebracht. De rooilijn wordt dus beperkt overschreden. Het voetpad blijft na het uitvoeren van de werken nog voldoende breed waardoor het uitsteken van de gevel gunstig kan worden beoordeeld. Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving.

 

De voorgevel wordt voorzien van een witte crepi. In de directe omgeving van de woning is slecht 1 woning terug te vinden met crepi op de voorgevel. Zo goed als alle woningen werden voorzien van rood-bruinmetselwerk en vormen zo een eenheid in de straat. Daarnaast werden in de ruimere omgeving wel enkele voorgevels wit geverfd. Crepi is echter geen onderhoudsvriendelijk en duurzaam materiaal. Door het aanbrengen van crepi verdwijnt ook de kleinschaligheid van de gevel gezien de structuur van het metselwerk niet langer zichtbaar is, dit in tegenstelling tot het schilderen.

 

Voor het verbouwen van de naastgelegen woningen met huisnummers 43 en 45 werd op 15 december 2021 een vergunning afgeleverd. Er werd opgenomen in deze vergunning dat de bestaande voorgevels van beide woningen geïsoleerd en bekleed worden met een rood-gele gevelsteen. De gevel van nr. 45 is aangebouwd aan de gevel van nr. 47 en dient een eenheid te blijven vormen door het toepassen van dezelfde gevelafwerking.

Bijgevolg wordt de afwerking in witte crepi ongunstig geadviseerd en wordt als voorwaarde opgelegd dat de afwerking dient te gebeuren met rood-bruine of rood-gele steenstrips in analogie met de gekozen steenstrips van de aangesloten gevel van nr 45.

     

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

 

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

 

De werken hebben geen invloed op het bestaande groen bij de woning. Er is geen voortuin aanwezig bij de woning.

 

Conclusie

 

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

     De crepi wordt uitgesloten van vergunning. De gevel moet uitgevoerd worden met rood-bruine of rood-gele steenstrips.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

 

7.12 Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Standpunt van het college van burgemeester en schepenen

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar om de afwerking in crepi tegen de voorgevel uit te sluiten van de vergunning. Het CBS is van mening dat de vergunning gunstig geadviseerd kan worden, zoals aangevraagd.

 

De materiaalkeuze & type afwerking worden niet bepaald, noch uitgesloten, noch beperkt door een geldend RUP, BPA, verkavelingsvergunning of andere stedenbouwkundige verordeningen. De woning komt niet voor in de Inventaris Bouwkundig Erfgoed. In de nabije omgeving zijn voorgevels met gevelbepleistering en geschilderde voorgevels te vinden, wat duidt op enige mate van variatie in gevelafwerkingen in de Pontstraat. Elke gevelbekleding vereist regelmatig onderhoud en wordt onvermijdelijk vuil. Wij adviseren daarom gebruik te maken van kwalitatieve materialen voor de gevelbepleistering die goed bestand zijn tegen verwering en vervuiling.

 

Met het Vrijstellingenbesluit was het de uitdrukkelijke keuze van de Vlaamse Regering om het isoleren te vergemakkelijken omdat het energiezuinig wonen en verbouwen steeds belangrijker wordt voor een duurzame toekomst. Hoewel deze vrijstelling niet geldt als de rooilijn overschreden wordt en ook niet bij geïnventariseerd erfgoed, wil Deerlijk het isoleren van woningen stimuleren, zonder beperkingen op afwerking en materiaalkeuze.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar voor wat betreft de voorgestelde voorwaarde en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Jürgen Enghien wonende Pontstraat 47 te 8540 Deerlijk, voor het isoleren van de gevel en afwerken met crepi, verwijderen deur, op een perceel gelegen Pontstraat 47 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 535 T.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.16. OMV 2025_33 - Waregemstraat 33 - beslissing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het isoleren van de voorgevel en afwerken met crepi, op een perceel gelegen Waregemstraat 33 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 272 X4 aangevraagd door Francis Meeus namens mevrouw Sylvie  Baert wonende Waregemstraat 33 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 2 mei 2025.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

- De crepi wordt uitgesloten van vergunning en dient uitgevoerd te worden met rood-bruine steenstrips in een kleur die aansluit bij de onmiddellijke omgeving (rood-bruin of beige tint).

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

1.1 Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

1.2 Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

1.3 Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

1.4 Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

1.5 Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

1.6 Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

1.7 Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

2.1 Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 januari 2006 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een bestaande woning en bouwen van een vrijstaand bijgebouw.

 

2.2 Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

2.3 Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 467 m² en is gelegen langs de Waregemstraat op ongeveer 550 m ten oosten van de kern van Deerlijk. De Waregemstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

 

Het perceel is bebouwd met een gekoppelde eengezinswoning. De woning is ingeplant op de rooilijn en bestaat uit twee bouwlagen en een hellend dak. Het hoofdvolume van de woning heeft een nokhoogte van 10,49 m, een breedte van 5,17 m en een bouwdiepte van 9,02 m.

 

De woning heeft aan de achtergevel een aanbouw met lessenaarsdak van 4,42 m breed en 10,27 m lang. Achteraan het perceel bevindt zich een bijgebouw, ingeplant op de perceelsgrenzen, met één bouwlaag en een hellend dak. Het bijgebouw heeft een garagepoort en is 9,69 m breed en heeft een bouwdiepte van 7,74 m.

Aan de rechterzijde van de woning bevindt zich een oprit met grind, die via een karrenspoor een verbinding maakt met het bijgebouw.

 

De directe omgeving van het perceel wordt gekenmerkt door gezinswoningen, voornamelijk gekoppeld of halfopen.  Het betreft een stedelijke omgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca en gemeenschapsvoorzieningen. Het momenteel braakliggend perceel van de voormalige weverij Terryn-Loosveldt ligt twee percelen verder aan de linkerzijde van de woning.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het wijzigen van de voorgevel. Op de bestaande gevel wordt een laag isolatie aangebracht met een dikte van 12 cm. Op deze isolatie wordt 2 cm crepi aangebracht in een grijze kleur. Op de onderste rand van de voorgevel wordt een granietkorrel plint van 30 cm hoog aangebracht in een donkergrijze kleur.

De raamdorpels worden vernieuwd met aluminium dorpels in een witte kleur. De bestaande gevelopeningen worden niet aangepast en het huidige schrijnwerk blijft behouden.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden op 24 maart 2025 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

 

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op het isoleren en wijzigen van de voorgevel van een eengezinswoning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Waregemstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.

Het goed is niet getroffen door een rooilijnplan. De woning is ingeplant op de rooilijn. Voor het aanbrengen van gevelisolatie kan de rooilijn met maximaal 14 cm overschreden worden overeenkomstig artikel 4.3.8 §1 lid 1, 4° VCRO (zie verder toetsing goede ruimtelijke ordening).

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.

De voorliggende aanvraag heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte. De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het beperkt verbouwen van de gevel van een eengezinswoning. Bijgevolg blijft de functie ongewijzigd en passend binnen deze residentiële omgeving.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

De inplanting van de woning op de rooilijn wijzigt licht. Er wordt op de bestaande voorgevel, die gelijkloopt met de rooilijn, isolatie en crepi aangebracht. Dit zorgt ervoor dat de voorgevel zo’n 14 centimeter over de rooilijn zal komen. Het voetpad dat tegen de gevel werd aangebracht blijft 1,44 m breed waardoor het vooruit komen van de gevel gunstig kan worden beoordeeld. Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving.

  

Verschijningsvorm:

De voorgevel wordt voorzien van een grijze crepi met een plint van 30 cm hoog van granietkorrel. In de directe omgeving van de woning zijn geen woningen terug te vinden met crepi op de voorgevel. Zo goed als alle woningen in de directe omgeving werden voorzien van rood-bruin of beige metselwerk. De twee rechtsgelegen woningen naast het perceel zijn ook opgenomen op de inventaris als bouwkundig erfgoed met een midden hoge locuswaarde. Deze twee burgerhuizen zijn opgetrokken in rood-bruin metselwerk. Om de eenheid met de gekoppelde woning (nr. 31°) te behouden en geen afbraak te doen aan de naastgelegen woningen, die opgenomen zijn op de inventaris bouwkundig erfgoed, is het wenselijk om een gelijkwaardige gevelafwerking te behouden.

Crepi is bovendien geen onderhoudsvriendelijk en duurzaam materiaal. Bijgevolg wordt de afwerking in grijze crepi ongunstig geadviseerd en wordt als voorwaarde opgelegd dat de afwerking dient te gebeuren met steenstrips in een kleur die aansluit bij de onmiddellijke omgeving (rood-bruin of beige tint).

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

De werken hebben geen invloed op het bestaande groen van de woning.

 

Conclusie

 

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

          De crepi wordt uitgesloten van vergunning en dient uitgevoerd te worden met steenstrips in een kleur die aansluit bij de onmiddellijke omgeving (rood-bruin of beige tint).

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

 

7.12 Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Standpunt van het college van burgemeester en schepenen

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar om de afwerking in crepi tegen de voorgevel uit te sluiten van de vergunning. Het CBS is van mening dat de vergunning gunstig geadviseerd kan worden, zoals aangevraagd.

De materiaalkeuze & type afwerking worden niet bepaald, noch uitgesloten, noch beperkt door een geldend RUP, BPA, verkavelingsvergunning of andere stedenbouwkundige verordeningen. De woning komt niet voor in de Inventaris Bouwkundig Erfgoed. In de nabije omgeving zijn voorgevels met gevelbepleistering en geschilderde voorgevels te vinden, wat duidt op enige mate van variatie in gevelafwerkingen in de Waregemstraat. Elke gevelbekleding vereist regelmatig onderhoud en wordt onvermijdelijk vuil. Wij adviseren daarom gebruik te maken van kwalitatieve materialen voor de gevelbepleistering die goed bestand zijn tegen verwering en vervuiling.

Met het Vrijstellingenbesluit was het de uitdrukkelijke keuze van de Vlaamse Regering om het isoleren te vergemakkelijken omdat het energiezuinig wonen en verbouwen steeds belangrijker wordt voor een duurzame toekomst. Hoewel deze vrijstelling niet geldt als de rooilijn overschreden wordt en ook niet bij geïnventariseerd erfgoed, wil Deerlijk het isoleren van woningen stimuleren, zonder beperkingen op afwerking en materiaalkeuze.

 

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar voor wat betreft de voorgestelde voorwaarde en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Francis Meeus namens mevrouw Sylvie  Baert wonende Waregemstraat 33 te 8540 Deerlijk, voor het isoleren van de voorgevel en afwerken met crepi, op een perceel gelegen Waregemstraat 33 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 272 X4.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.17. OMV_2024050678 - 2024.90 - Amerlinckweg 28 - aktename beslissing deputatie - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing over de aanvraag tot omgevingsvergunning, ingediend door de heer Christ Himpe wonende Desselgemknokstraat 44 te 8540 Deerlijk.  Het betreft een aanvraag tot het wijzigen van de functie van landbouwwoning naar gezinswoning, op een perceel gelegen Amerlinckweg 28, 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Op 23 oktober 2024 verleende het College van Burgemeester en Schepenen een voorwaardelijke vergunning.

Tegen deze beslissing werd beroep aangetekend.

 

Op 24 april 2025 heeft de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen de volgende beslissing genomen:

Het beroep wordt ontvankelijk doch ongegrond verklaard.

 

De omgevingsvergunning wordt verleend volgens ingediend plan en onder de volgende

voorwaarden en lasten:

        Slopen van de stal van 12 m

        Ontharden van 31 m² gelegen in de oksel van de woning en de toekomstige garage en vervangen door gras/beplanting.

        De opgelegde last moet uitgevoerd worden binnen het jaar na afgifte van de vergunning.

        De Financiële waarborg voor de stedenbouwkundige lasten luidt als volgt: Conform het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning artikel 77 §1 dient de houder van de vergunning een financiële waarborg aan het lokaal bestuur van Deerlijk te verlenen alvorens met de uitvoering van de vergunning gestart wordt. De waarborg ten bedrage van 2286 euro wordt geleverd via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas met het lokaal bestuur Deerlijk als begunstigde of door de financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project. Zodra de sloop en het ontharden uitgevoerd is, dient dit aan de hand van 5 foto’s gemeld te worden aan het lokaal bestuur via omgeving@deerlijk.be met vermelding van het dossiernummer van de vergunning en de gestructureerde mededeling van de overschrijving naar de Deposito- en Consignatiekas opdat de waarborg vrijgegeven kan worden.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

        Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen.

        Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

        Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) en zijn bijlagen

        Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van de beslissing (Voorwaardelijk vergund) van de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.18. Inname openbaar domein - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.19. Individueel bezoldigd personenvervoer - bestuurderspas - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.20. Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.21. Voorlopige inschrijving op een bepaald adres - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.22. Voorlopige inschrijving op een bepaald adres - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.23. Afvoering van ambtswege - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

C.24. Afvoering van ambtswege - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

D.1. OMV VKW2024_10 - Klijtstraat 44 - beslissing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het samenvoegen van 2 loten binnen een goedgekeurde verkaveling en het wijzigen van de voorschriften, op een perceel gelegen Klijtstraat 44 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 402 K, (afd. 2) sectie D 404 A, (afd. 2) sectie D 671 C, (afd. 2) sectie D 671 D, (afd. 2) sectie D 671 B en (afd. 2) sectie D 671 A aangevraagd door de heer Jo D'Hondt wonende Churchilllaan 72 te 8790 Waregem.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 5 mei 2025.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig.

 

Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De aanpassing van de stedenbouwkundige voorschriften ‘2.1.C. Bouwvolume’ en ‘2.1.D. Verschijningsvorm’ worden, behoudens de aanpassingen inzake gevelmaterialen, uit de omgevingsvergunning gesloten.

Dit betekent dat het hoofdgebouw afgewerkt moet worden met hellend dak, eventueel in combinatie met platte daken voor aanbouwen.

        Het stedenbouwkundig voorschrift ‘2.3. Voorschriften duurzaam bouwen en kwaliteitsaspecten’ wordt aangevuld met volgende bepaling:

        ‘De toekomstige woning dient klimaatrobuust gebouwd te worden. Het vloerpeil moet ongeveer 30 cm hoger liggen dan +14,53 mTAW (T100 toekomstig klimaat (2050)).

Desgevallend een actualisatie van de watertoetskaarten wordt doorgevoerd, wordt het huidig peil (+14,53mTAW) vervangen door het geactualiseerd peil.

In ieder geval geldt dat het vloerpeil als opgenamen binnen ‘2.1.C. Bouwvolume’ ondergeschikt is aan voorgaande bepaling. Bijgevolg kan worden afgeweken van het maximale vloerpas tot zover kaderend binnen het klimaatrobuust bouwen.

Bij de toekomstige aanvraag voor het bouwen van een woning dient er rekening gehouden te worden dat iedere inname van ruimte voor water dient gecompenseerd te worden tot het referentiepeil (+14,53mTAW of geactualiseerd peil), en dit op eigen terrein.’

        Bij toekomstige omgevingsvergunningsaanvragen dient rekening gehouden te worden met de wetgeving op de onbevaarbare waterlopen. Overeenkomstig het advies van de provinciale Dienst Integraal Waterbeleid dient in functie van de beoordeling van deze aanvraag, een opmetingsplan te worden toegevoegd van de vijf-meterzone van de waterloop. Bij overwelfde waterlopen dient een interpolatie gemaakt te worden van de beekprofielen op- en afwaarts van de overwelving om het begin van de 5-meterzone te bepalen.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

1.1 Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied met landelijk karakter.

 

1.2 Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

 

1.3 Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

1.4 Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling voor het verkavelen van een grond in drie loten voor woningbouw, goedgekeurd op 13 juni 2018 (dossiernummer 2017/11).

 

1.5 Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan kent geen uitwerking.
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

1.6 Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

1.7 Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

 

  1. Historiek

 

2.1 Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen stedenbouwkundige vergunningen gekend voor dit goed.

 

2.2 Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

2.3 Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De aanvraag heeft betrekking op een goed op circa 1,80 kilometer ten zuidoosten van het centrum van Deerlijk en ongeveer 2,50 kilometer ten westen van het centrum van Vichte. De percelen zijn gelegen aan de Klijtstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg, binnen een landelijk woonkorrel. Het gaat om twee kavels voor halfopen eengezinswoningen binnen een niet-vervallen verkaveling uit 2018. Het bebouwingsbeeld in de omgeving wordt gekenmerkt door vrijstaande eengezinswoningen, met uitzondering van de woningen gekend als Klijtstraat 52 en 54.


De twee percelen hebben een respectievelijke oppervlakte van ca. 563,62 en 778,51 m² en hebben elk een perceeldiepte van 50 meter. Lot 1 heeft een toenemende breedte richting de achterkavelgrens, concreet gaande van 10,01 tot 21,66 meter. Ten westen van Lot 1 bevindt zich de Slijpbeek. Lot 2 heeft een constante kavelbreedte van 11,28 meter.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag richt zich op het samenvoegen van de loten 1 en 2 binnen de bestaande verkaveling tot één kavel voor een vrijstaande eengezinswoning, waarnaast enkele wijzigingen aan de tekstuele voorschriften worden aangebracht. Enerzijds gaat het om aanpassingen die voortvloeien uit de samenvoeging van de loten. Anderzijds worden aanpassingen gevraagd met betrekking tot de verschijningsvorm, met name de dakvorm waarbij de aanvrager wenst te bouwen met plat dak.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 31 januari 2025  tot 1 maart 2025. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ontvangen.

 

  1. Adviezen

De Deputatie, Dienst Waterlopen werd om advies verzocht op 22 januari 2025. De adviesinstantie bracht advies uit op 11 maart 2025.  De eindconclusie van het advies luidt als volgt : voorwaardelijk gunstig

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

6.a.       Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied met landelijk karakter.

 

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. en 6.1.2.2. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.

Woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Woongebieden met landelijk karakter zijn woongebieden bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.

De aanvraag heeft betrekking op het bijstellen van een verkaveling waarbij de loten voor woningbouw worden voorbehouden zodat de aanvraag in overeenstemming is met het vigerend plan.

 

6.b.       Decretale beoordelingselementen

6.b.i.        Voldoende uitgeruste weg (Art. 4.3.5., VCRO)

Gezien de aanvraag betrekking heeft op het bijstellen van een verkaveling kent artikel 4.3.5., VCRO geen uitwerking.

 

6.b.ii.       Bedrijfswoningen (Art. 4.3.6., VCRO)

De aanvraag voorziet niet in de oprichting van een bedrijfswoning waardoor artikel 4.3.6., VCRO geen uitwerking kent.

 

6.b.iii.     Toegankelijkheid (Art. 4.3.7., VCRO)

Artikel 4.3.7. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat de stedenbouwkundige vergunning voor de handelingen, vermeld in artikel 4.2.1, 1°, 6°, 7° en 8°, niet wordt verleend wanneer niet is voldaan aan de bij of krachtens de wet of het decreet gestelde regelen betreffende toegang van personen met een functiebeperking tot openbare wegen en tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen. Uit nazicht van het onderwerp blijkt het gevraagde buiten het toepassingsgebied te vallen zoals omschreven in hoofdstuk 2 van de gewestelijk stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

 

6.b.iv.     Rooilijn, achteruitbouwstrook of reservatiestrook (Art. 4.3.8., VCRO)

Het perceel wordt niet getroffen door een rooilijn, achteruitbouwstrook of reservatiestrook. Bijgevolg kent artikel 4.3.8., VCRO geen uitwerking.

 

6.c.       Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat. Conform de door de Vlaamse overheid ter beschikkende gestelde watertoetskaarten (www.watertoets.be) werd het advies ingewonnen van de Dienst Integraal Waterbeleid.
 

Voor de aanvraag geldt dat deze gelegen is buiten pluviaal overstromingsgevoelig gebied, evenals overstromingsgevoelig gebied vanuit zee of watergevoelig openruimtegebied. De aanvraag is echter wel deels gelegen binnen het fluviaal overstromingsgevoelig gebied.

 

De fluviale overstroming bij buien van middelgrote kans (T100) toekomstig klimaat (2050) geeft een overstromingspeil van +14,53 mTAW (oftewel een waterdiepte van 0,70 m). Het wateradvies stelt dat bebouwing principieel mogelijk is tot zover klimaatrobuust wordt gebouwd. Dit impliceert dat de toekomstige woning een vloerpeil moet hebben van ongeveer 30 cm boven +14,53 mTAW (T100 toekomstig klimaat (2050)). Bijkomend dient bij een toekomstige aanvraag voor het bouwen van een woning het verlies aan ruimte voor water gecompenseerd te worden tot peil +14,53 mTAW (peil middelgrote kans (T100) toekomstig klimaat (2050)).

 

Het advies van de provinciaal technische dienst wordt bijgetreden en middels bijzondere vergunningsvoorwaarden (toevoeging/aanpassing stedenbouwkundige voorschriften) binnen de omgevingsvergunning verankerd.


Met inachtname van voorgaande voorwaarden mag er vanuit gegaan worden dat er voor de aanvraag geen schadelijke effecten te verwachten zijn zoals bedoeld binnen artikel 1.1.3., §2, 18° van het decreet integraal waterbeleid.

 

6.d.       Mer-screening

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). Een project-m.e.r.-screeningsnota binnen de daartoe voorziene velden maakt deel uit van het aanvraagdossier. In deze nota zijn de mogelijke effecten van het project op de omgeving beperkt onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

6.e.       Natuurtoets

De voorliggende aanvraag bevindt zich verder niet in de nabijheid van of in een speciale beschermingszone, evenmin in de nabijheid van of in een gebied van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) of het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON). Het gevraagde vormt bovendien geen risico op een betekenisvolle aantasting van de actuele en mogelijke toekomstige habitats (voorlopige zoekzones) in habitatrichtlijngebied. Rekening houdende met de aard van het project, de ruimtelijke context en de relatie tot de omgeving, waarbij geen aanzienlijke effecten op kwetsbare gebieden te verwachten zijn, kan geconcludeerd worden dat er ten gevolge van het project geen aanzienlijke milieugevolgen te verwachten zijn.

 

6.f.         Erfgoed-/archeologietoets

Archeologienota:

Het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 verplicht de aanvrager van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of voor het verkavelen van gronden om in bepaalde gevallen een archeologienota bij de vergunningsaanvraag te voegen.

De mate waarin de aanvrager verplicht is een archeologienota wordt voor omgevingsvergunningsaanvragen voor het verkavelen van gronden – incluis de bijstelling ervan – wordt geregeld in artikel 5.4.2. van het Onroerenderfgoeddecreet.

Gezien de bijstelling in de toekomst geen bijkomende bodemingrepen noodzakelijk zal maken of toe zal laten, is er geen archeologienota vereist.

 

Onroerenderfgoednota:

De aanvraag heeft geen betrekking op een beschermd monument, beschermd dorpszicht, beschermd landschap en heeft geen betrekking op een relict opgenomen in één van de vastgestelde inventarissen van het onroerend erfgoed (landschapsatlas, archeologische zones, houtige beplanting met erfgoedwaarde, historische tuinen en parken, bouwkundig erfgoed).

 

6.g.       Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

6.h.       Decreet grond- en pandenbeleid

De aanvraag heeft geen betrekking op een project zoals omschreven in artikel 5.93 lid 1 van de Vlaamse Codex Wonen. Evenmin is er sprake van een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening of normerend RUP zoals omschreven in artikel 5.94, §2 en 5.95 van de Vlaamse Codex Wonen.

 

6.i.         Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

6.j.         Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Voor het betrokken terrein gelden geen specifieke stedenbouwkundige voorschriften opgelegd door een bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan zodat bij de beoordeling van de aanvraag naar de inpasbaarheid en verenigbaarheid met het woongebied met landelijk karakter geen concrete normen of verplichtingen kunnen worden gehanteerd.

 

Bijgevolg zijn de specifieke kenmerken en karakteristieken van de omgeving van het betrokken terrein doorslaggevend. De voorliggende aanvraag dient aldus beoordeeld te worden in functie van een verantwoorde ontwikkeling van het betrokken gebied en binnen de context van het omliggende bebouwingsbeeld en vereist een passend ruimtegebruik.

 

Functie:

 

De aanvraag betreft een wijziging van de verkavelingsvoorschriften, specifiek de samenvoeging van twee loten tot één kavel binnen een bestaande verkaveling. De initieel ingeschreven woonbestemming met mogelijkheid tot complementaire nevenfunctie, blijft behouden. De gevraagde aanpassing is in overeenstemming met de bestaande ruimtelijke context, waarin vrijstaande eengezinswoningen domineren. Bijgevolg is het gevraagde, louter voor wat het functionele aspect betreft, als inpasbaar in de omgeving te beschouwen.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

 

De bebouwingsritmiek binnen de landelijke woonkorrel wordt gekenmerkt door eengezinswoningen in vrijstaande opstelling met uniforme afstand tot de rooilijn en een regelmatig voorkomen van ruimtelijke spaties gevormd door bouwvrije zijtuinstroken. De voorgenomen inplanting ligt in lijn met voornoemd bebouwingsbeeld en behoudt het open karakter van de woonomgeving.

  

Bouwvolume, gabarit en verschijningsvorm:

 

De aanvraag impliceert geen significante wijziging in het toegelaten bouwvolume ten opzichte van de oorspronkelijke verkavelingsvoorschriften. De aanvraag voorziet wel een wijziging in de voorschriften qua verschijningsvorm. In de oorspronkelijke voorschriften is opgenomen dat de dakvorm voorzien moet zijn van een zadeldak met helling tussen de 30° en de 45°, in combinatie met platte daken binnen het maximale bouwvolume. Dit betekent dat de woning in hoofdzaak moet afgewerkt worden met een hellend dak. Met voorliggende wijziging wil de aanvraag een woning met volledig platte daken toe te laten binnen het maximale bouwvolume (kroonlijst hoofdvolume tot 12 m diepte van maximaal 6 m en kroonlijst nevenvolume tot 20 m diepte van 3,50 m) of zadeldaken met helling tussen de 30° en 45°.

 

Het perceel van de aanvraag maakt deel uit van een gebouwencluster in lintbebouwing van een 14-tal woningen, volledig omgeving door agrarisch gebied. Alle woningen in deze directe omgeving vertonen een consistent traditioneel voorkomen onder de vorm van vrijstaande eengezinswoningen met één tot twee bouwlagen met allen een hellend dak (zadeldaken en schilddaken). De bestaande voorschriften van de verkaveling voorzagen dan ook in nieuwbouwwoningen afgewerkt met hoofdzakelijk een hellende dakconstructie eventueel in combinatie met een plat dak.

Een nieuwbouwwoning dient zich steeds te richten naar zijn directe omgeving teneinde harmonisch aan te sluiten. Een aansluiting in de omgeving gebeurt niet enkel door materialisatie (zoals voorzien in de aanvraag) maar eveneens door vormgeving/verschijningsvorm. Conform de bestaande voorschriften en rekening houdend met de ruimtelijke samenhang, dient minstens het hoofdvolume van de woning voorzien te worden van een hellend dak. Beperkte platte dakconstructies kunnen uitsluitend voor aanbouwen worden toegestaan. Een afwijking van dit principe zou het samenhangende karakter van de bebouwde cluster immers doorbreken en bijgevolg een negatieve impact hebben op het bestaande straatbeeld en wordt daarom als ongunstig beoordeeld.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

 

Het doorvoeren van een vermindering van het aantal loten leidt tot een beperkte afname van de verkeersbewegingen en parkeerbehoeften. De grondplanconfiguratie laat toe om de parkeerbehoeften op eigen terrein te ondervangen. Bijgevolg heeft de aanvraag geen nadelige impact op de mobiliteitsaspecten.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

 

Binnen de verkavelingsbijstelling blijft de nodige aandacht behouden om tot een kwalitatieve terreininrichting te komen met ruimte voor kwalitatief groen. De onbebouwde ruimte blijft voorbehouden tot hetgeen als aanvaardbaar kan worden beschouwd bij een eengezinswoning. Het voorschrift inzake afsluitingen onder de vorm van een groene haag blijft behouden.

 

Conclusie

 

De aanvraag tot samenvoeging van de loten wordt als ruimtelijk aanvaardbaar beschouwd, aangezien de dominante woontypologie in de omgeving wordt gerespecteerd. De voorgenomen wijziging in dakvorm is evenwel niet in overeenstemming met de bestaande ruimtelijk-morfologische context in de directe omgeving. Om een harmonieuze integratie binnen de bestaande bebouwde cluster te waarborgen, wordt een hellend dak voor het hoofdgebouw als essentieel beschouwd, terwijl beperkte platte daken enkel voor aanbouwen kunnen worden toegestaan. De bestaande voorschriften met betrekking tot de dakvorm/verschijningsvorm dienen zodoende behouden te blijven. Daartoe worden de nodige bijzondere vergunningsvoorwaarden opgelegd.

 

6.k.       Resultaten openbaar onderzoek

Er werden geen bezwaren ingediend tijdens het openbaar onderzoek.

 

6.l.         Bespreking adviezen

Het voorwaardelijk gunstig advies van de Deputatie, Dienst Waterlopen wordt bijgetreden en wordt door middel van aanpassingen aan en toevoegingen bij de voorschriften, verankerd aan de verkaveling (cfr. Watertoets en bijzondere vergunningsvoorwaarden).

 

Standpunt van het college van burgemeester en schepenen

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet volledig aan bij het advies van de omgevingsambtenaar, in het bijzonder bij de voorwaarde omtrent de dakvorm. Het college is van mening dat een platte dakvorm wel degelijk mogelijk is gezien in de ruime omgeving, weliswaar in andere woonclusters, woningen zijn waarbij wel platte daken terugkeren (Tapuitstraat 88B, Veemeersstraat 5, Klijtstraat 205A, Klijtstraat 148, Olekenbosstraat 4).

 

 

 

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet volledig aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Jo D'Hondt wonende Churchilllaan 72 te 8790 Waregem, voor het samenvoegen van 2 loten binnen een goedgekeurde verkaveling en het wijzigen van de voorschriften, op een perceel gelegen Klijtstraat 44 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 402 K, (afd. 2) sectie D 404 A, (afd. 2) sectie D 671 C, (afd. 2) sectie D 671 D, (afd. 2) sectie D 671 B en (afd. 2) sectie D 671 A , mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het stedenbouwkundig voorschrift ‘2.3. Voorschriften duurzaam bouwen en kwaliteitsaspecten’ wordt aangevuld met volgende bepaling:

        ‘De toekomstige woning dient klimaatrobuust gebouwd te worden. Het vloerpeil moet ongeveer 30 cm hoger liggen dan +14,53 mTAW (T100 toekomstig klimaat (2050)).

Desgevallend een actualisatie van de watertoetskaarten wordt doorgevoerd, wordt het huidig peil (+14,53mTAW) vervangen door het geactualiseerd peil.

In ieder geval geldt dat het vloerpeil als opgenamen binnen ‘2.1.C. Bouwvolume’ ondergeschikt is aan voorgaande bepaling. Bijgevolg kan worden afgeweken van het maximale vloerpas tot zover kaderend binnen het klimaatrobuust bouwen.

Bij de toekomstige aanvraag voor het bouwen van een woning dient er rekening gehouden te worden dat iedere inname van ruimte voor water dient gecompenseerd te worden tot het referentiepeil (+14,53mTAW of geactualiseerd peil), en dit op eigen terrein.’

        Bij toekomstige omgevingsvergunningsaanvragen dient rekening gehouden te worden met de wetgeving op de onbevaarbare waterlopen. Overeenkomstig het advies van de provinciale Dienst Integraal Waterbeleid dient in functie van de beoordeling van deze aanvraag, een opmetingsplan te worden toegevoegd van de vijf-meterzone van de waterloop. Bij overwelfde waterlopen dient een interpolatie gemaakt te worden van de beekprofielen op- en afwaarts van de overwelving om het begin van de 5-meterzone te bepalen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 MEI 2025

D.2. Kohier van belasting op gebouwen, woningen en kamers opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - aanslagjaar 2024 - uitvoerbaarverklaring - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 15/05/2025
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.