DEERLIJK

19 JANUARI 2022

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Philip Ghekiere, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 12 januari 2022 - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 12 januari 2022.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 12 januari 2022 goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.2. Daniël Seru en Zonen - arrest hoger beroep - kennisname -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het arrest in verband met het hoger beroep dat werd ingesteld door de firma Daniël Seru & Zonen voor het Hof van Beroep te Gent in het dossier "Herinrichting begraafplaats Sint-Lodewijk en overdekte afscheidsruimte centrum".

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 19 december 2018 de gunning goed van bovengenoemde opdracht. De opdracht werd gegund aan nv Arbowar, Driesstraat 80 te 8790 Waregem.

 

De initiële inschrijvingen voor deze opdracht waren de volgende:

        nv Arbowar: 256.073,50 euro excl. btw of 309.848,93 euro incl. btw

        Daniël Seru en Zonen: 297.053,00 euro excl. btw of 359.434,13 euro incl. btw

        Maes Frans nv: 306.459,54 euro excl. btw of 370.816,04 euro incl. btw

        nv Wannijn: 319.726,97 euro excl. btw of 386.869,63 euro incl. btw

        Steenhaut bvba: 726.923,96 euro excl. btw of 883.207,99 euro incl. btw

 

Door het verstrijken van de verbintenistermijn werd, conform het KB plaatsing van 18 april 2017, artikel 58, navraag gedaan bij nv Arbowar (op dat moment de laagste inschrijver) of ze hun offerte wensten te behouden of aan te passen. 

 

nv Arbowar liet weten hun offerte aan te passen met een prijsstijging van 5,25 %.  Dit bracht hun offerte op 269.517,36 euro excl. btw of 326.116,00 euro incl. btw.  Op dat moment was de offerte van nv Arbowar nog steeds de economisch meest voordelige regelmatige offerte.

 

Op 20 februari 2020 ontving de gemeente een dagvaarding van de firma Daniël Seru en Zonen. In deze dagvaarding stelt Daniël Seru en Zonen een vordering in tot het bekomen van een schadevergoeding gelijk aan 10 %, zijnde 29.705,30 euro, van de laagst regelmatige offerte, in casu de offerte van Daniël Seru en Zonen.

 

Meester Dewaele van DSD Advocaten, Groeningestraat 33 te 8500 Kortrijk, werd aangesteld om in naam van de gemeente op te treden.

 

Op 20 maart 2020 deed de Rechtbank van Eerste Aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, uitspraak in dit dossier. De vordering tot schadevergoeding werd ontvankelijk doch ongegrond verklaard. De Rechtbank van Eerste Aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, veroordeelde Daniël Seru en Zonen tot het betalen van de kosten van het geding.

 

De firma Daniël Seru en Zonen tekende beroep aan tegen het vonnis, uitgesproken door de Rechtbank van Eerste Aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk.

 

De gemeente Deerlijk werd opgeroepen om te verschijnen op vrijdag 16 oktober 2020 voor het Hof van Beroep te Gent, zetelend in het gerechtsgebouw, Koophandelsplein 23 te 9000 Gent. 

 

De zaak werd vastgesteld voor behandeling op de zitting van het Hof van Beroep te Gent van 19 november 2021.

 

Het Hof van Beroep heeft het vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, gedeeltelijk hervormd.  Het Hof weerhoudt, net als de eerste rechter, een fout in hoofde van de gemeente bij het beoordelen van de door nv Arbowar gevraagde meerprijs.  Daarnaast kent het Hof ook een beperkte schadevergoeding toe aan de tegenpartij.  Volgens het Hof had de tegenpartij de kans moeten krijgen (na het verwerpen van de verantwoording van de meerprijs van nv Arbowar) om opnieuw in competitie te komen met de andere inschrijvers en daardoor de opdracht in de wacht had kunnen slepen.

 

De gemeente Deerlijk wordt veroordeeld tot het betalen van een vergoeding van 5.941,06 euro aan Daniël Seru en zonen plus de vergoedende intresten aan de wettelijke intrestvoet vanaf 19 december 2018 tot op heden en vanaf heden tot de dag van betaling, méér de gerechtelijke intresten aan dezelfde wettelijke intrestvoet.

 

Daarnaast wordt de gemeente veroordeeld tot het betalen van 2/5 van de gedingkosten.

 

Een definitieve afrekening zullen we nog ontvangen van onze advocaat, meester Pieter Dewaele.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming

12.000 euro

 

Er is geen budget voorzien. Dit budget wordt tijdens de volgende aanpassing van de meerjarenplanning voorzien op jaarbudgetrekening  2022/GBB/0990-00/64500000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het arrest in verband met het hoger beroep dat werd ingesteld door de firma Daniël Seru en Zonen voor het Hof van Beroep te Gent in het dossier "Herinrichting begraafplaats Sint-Lodewijk en overdekte afscheidsruimte centrum".

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.3. Koffieautomaten met bijhorende verbruiksproducten - toetreding raamovereenkomst Creat - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de toetreding tot de raamovereenkomst 'Koffieautomaten met bijhorende verbruiksproducten' van Creat, goed te keuren.

 

Motivering

 

De gemeente tekende in het verleden in op het raamcontract 'Koffieautomaten met bijhorende verbruiksproducten' van Creat.  Deze raamovereenkomst liep ten einde op 31 december 2021.

 

Creat sloot voor de periode van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2026 een raamovereenkomst af met Selecta, Industrieweg 10A te 2850 Boom voor de huur van koffieautomaten en de aankoop van bijhorende verbruiksproducten.

 

De voorgenoemde opdracht van Creat is een raamovereenkomst met Selecta, waarbij Creat optreedt als aankoopcentrale in de zin van artikel 47 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en latere wijzigingen.

 

De gemeente kan van de mogelijkheid tot afname van de raamovereenkomst via de opdrachtencentrale gebruik maken waardoor zij krachtens artikel 47, § 2 van de wet van 17 juni 2017 is vrijgesteld van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren.

 

Voordelen van in te tekenen op de raamovereenkomst zijn:

        scherpe prijs door schaal- en/of volume-effecten;

        tijds- en geldbesparing omdat het bestuur zelf geen gunningsprocedure dient te voeren;

        bestelgemak via online bestelmodus.

 

Door in te tekenen op de raamovereenkomst kan de gemeente gedurende de volledige looptijd van de overeenkomst koffieautomaten huren en bijhorende verbruiksgoederen aankopen. Afname van enkel huurtoestellen zonder verbruiksgoederen is niet mogelijk.

 

Juridische gronden

 

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

        Andere:

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

        De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.

        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

        Het besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als een opdracht van dagelijks bestuur.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming

3.333,33,00 euro incl. btw per jaar of

15.000,00 euro incl. btw voor de volledige looptijd

Actie

Verrichtingen zonder beleidsdoelstellingen

Jaarbudgetrekening

0190-00/61310000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN (huur + service)

0190-00/61400000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN (verbruik)

Visum

G-2022-1 dd 12/01/2022

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de toetreding tot de raamovereenkomst 'Koffieautomaten met bijhorende verbruiksgoederen' die de opdrachtencentrale Creat heeft afgesloten met Selecta, Industrieweg 10A te 2850 Boom, goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.4. Ververijstraat 8 - aankoop - ontwerpakte - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de goedkeuring van de ontwerpakte voor de aankoop van het pand gelegen in de Ververijstraat 8, kadastraal bekend onder Deerlijk, 2° afdeling, sectie C, perceelnummer 17Z6, te agenderen op de gemeenteraad van 27 januari 2022.

 

Motivering

 

Het pand in de Ververijstraat 8, kadastraal bekend onder Deerlijk, 2° afdeling, sectie C,

perceelnummer 17Z6, wordt te koop aangeboden.

 

De gemeenteraad besloot in zitting van 16 september 2021 principieel akkoord te gaan met de aankoop van deze woning en deze woning in te zetten als noodwoning.

 

Er werd een subsidieaanvraagdossier ingediend naar aanleiding van de projectgroep noodwoningen. Met deze projectoproep stimuleert Vlaanderen het bouwen, kopen, renoveren en inrichten van (al dan niet verplaatsbare) noodwoningen.

 

Op 23 december 2021 ontving de gemeente een schrijven dat er een subsidie van 129.000,00 euro wordt toegekend voor het ingediende project.

 

De afdeling Vastgoedtransacties van de Vlaamse overheid werd in dezelfde zitting van 16 september 2021 aangesteld om een ontwerpakte op te maken en de verdere afhandeling van deze aankoop in goede banen te leiden.

 

Er werd een ontwerpakte (dossiernummer 13091-001) opgesteld door de heer Lieven Vanheuverzwijn, commissaris bij de afdeling Vastgoedtransacties van de Vlaamse overheid.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de goedkeuring van de ontwerpakte voor de aankoop van het pand gelegen in de Ververijstraat 8, kadastraal bekend onder Deerlijk, 2° afdeling, sectie C, perceelnummer 17Z6, te agenderen op de gemeenteraad van 27 januari 2022.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.5. Verslag MAT - 10 januari 2022 - kennisname -

 

Aanleiding en context

 

Het MAT hield een vergadering op 10 januari 2022. Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag

 

Motivering

 

Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd. De bijbehorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.6. Vrijetijdsbegeleider - ontslagname - kennisname -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.7. Diverse verslagen - kennisname -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

        Leiedal - verslag van de raad van bestuur van 10 december 2021

        Eerstelijnszone Regio Waregem - verslag van het bestuursorgaan zorgraad van 14 december 2021

        Mijn huis - verslag van de raad van bestuur van 21 december 2021

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.8. Jubileum - bezoek ten huize - goedkeuring -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.9. Sport - Beweegvriendelijke buurt - 10.000 stappen: Elke stap telt - tweede fase - 2022 - kennisname -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de tweede fase van het project 'Beweegvriendelijke buurt - 10.000 stappen: elke stap telt'.

 

Motivering

 

In zitting van 18 november 2020 besliste het college van burgemeester en schepenen om deel te nemen aan het project 'Beweegvriendelijke buurt - 10.000 stappen: elke stap telt'.

 

Dit project inspireert en ondersteunt (ook financieel) het lokaal bestuur om over een periode van 4 jaar een beweegvriendelijke omgeving en een gezondere gemeente uit te bouwen. Het project omvat in die zin vier fases, voor elk jaar een fase:

 

        fase 1 (2021): stappensignalisatie in het straatbeeld (uitgevoerd)

        fase 2 (2022): beweegroutes in jouw gemeente

        fase 3 (2023): lokale beweegacties opzetten i.s.m. het verenigingsleven

        fase 4 (2024): inzetten op het STOP-principe en gezonde mobiliteit

 

Op basis van het engagement uit zitting van 18 november 2020 hebben de vrijetijdsdiensten de gemeente Deerlijk reeds geregistreerd voor implementatie van fase 2.

 

In 2022 zal er gefocust worden op het ontwikkelen van beweegroutes. Een beweegroute is een duurzame, goedkope en laagdrempelige methode om de inwoners meer te laten bewegen in de vrije tijd.

 

Er is keuze uit verschillende soorten beweegroutes:

        Beweegroute met onderweg eenvoudige beweegoefeningen rond kracht, uithouding en balans, gebruikmakend van bestaande elementen in het straatbeeld.

        10.000-stappenwandeling waarbij het aantal stappen duidelijk wordt getoond tijdens de route.

        Wandelroutes gericht naar een bepaalde doelgroep of setting, zoals bijvoorbeeld voetgangerscirkels, gezondheidsrally, gezinswandelingen met opdrachten, toeristische wandelingen, routes in de buurt van bedrijven of Beweging Op Verwijzing coaches, …

        Toevoeging van aantal stappen aan bestaande wandelroutes.

       

 

Er is keuze uit verschillende soorten materialen van 10.000 stappen om de beweegroutes zichtbaar te maken. Materialen kunnen vanaf maart 2022 besteld worden via de webwinkel van 10.000 stappen. Door als gemeente te registeren voor deze tweede fase kan hiervoor gerekend worden op een financiële ondersteuning van maximaal 250 euro (als vermindering op de totale factuur). Bij bestelling van materialen met een totaalbedrag lager dan 250 euro, wordt dat lagere bedrag afgetrokken om zo tot een factuur van nul euro te komen. Er wordt geen cofinanciering door de gemeente verwacht.

 

De verdere uitwerking van fase 2 in Deerlijk wordt opgenomen door de kerngroep, zoals samengesteld door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 10 februari 2021.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere

        CBS 18 november 2020 - Sport - beweegvriendelijke buurt - 10.000 stappen: elke stap telt - deelname - goedkeuring

        CBS 10 februari 2021 - Sport - Project 'Beweegvriendelijke buurten - 10.000 stappen: elke stap telt - samenstelling kerngroep - kennisname

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de tweede fase van het project 'Beweegvriendelijke buurt - 10.000 stappen: elke stap telt'.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.10. Zwembad - offertes en raamcontracten - 2022 - week 3 - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de offertes met betrekking tot bestellingen en raamcontracten, meer dan 8.500 euro exclusief btw, in functie van de exploitatie van het intergemeentelijk zwembad Anzegem-Deerlijk (Aquandé) goed te keuren.

 

Motivering

 

FARYS/TMVW legt offertes voor bestellingen en raamcontracten, in functie van de exploitatie van het intergemeentelijk zwembad Anzegem-Deerlijk (Aquandé), steeds ter goedkeuring voor aan beide gemeenten.

 

Het college van burgemeester en schepenen behoudt hiertoe het budgethouderschap voor uitgaven meer dan 8.500 euro exclusief btw. De waardebepaling van een overheidsopdracht gebeurt hierbij steeds voor de totale looptijd (bij contracten onbepaalde duur = 48 maanden).

Volgende offertes voor bestellingen worden ter goedkeuring voorgelegd: niet van toepassing.

 

Volgende nieuwe raamcontracten worden ter goedkeuring voorgelegd:

        Cegelec (referentie P.0172845.1.01)

        Onderhoudscontract gebouwbeheersysteem ABB-Cylon: 2.917,23 euro per jaar, excl. btw.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

Jaarlijkse kosten: 2.917,23 euro, excl. btw (waarvan aandeel Deerlijk: 1.458,615 euro, excl. btw.)

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de offertes voor de bestellingen en nieuwe raamcontracten, zoals hierboven aangegeven, goed te keuren in functie van de exploitatie van het intergemeentelijk zwembad Anzegem-Deerlijk (Aquandé).

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.11. Jeugd - Renovatiedossier Chiro Sellewie - keukentoestellen - definitieve goedkeuring - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de definitieve aanvraag van Chiro Sellewie voor de premie renovatie- en/of herstellingswerken aan jeugdlokalen goed te keuren.

 

Motivering

 

Het premiereglement voor renovatie- en/of herstellingswerken aan jeugdlokalen goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 25 maart 2021, stipuleert dat indien de totale kostprijs van de werken lager is dan 3.000 euro (incl. btw) er geen principiële aanvraag dient te gebeuren. De minimum totale kostprijs van de werken moet ten minste 300 euro (incl. btw) bedragen.

 

De definitieve aanvraag voor definitieve toekenning dient binnen maximum 4 maanden na het einde van de werken te gebeuren. De werken werden voltooid op 16 oktober 2021.

 

Chiro Sellewie dient een definitieve aanvraag in op 10 januari 2022 en de totale kostprijs van de werken bedraagt 1.067,08 euro.

 

De aanvraag ging over volgende werken die volgens de voorwaarden in het premiereglement in aanmerking komen:

        onderhoudswerken aan installaties.

 

Volgens artikel 4 van het premiereglement bedraagt de premie 25 % van de kostprijs van de uitgevoerde werken voor onderhoudswerken aan installaties.

 

Voor een jeugdvereniging kan de premie maximaal 10.000 euro bedragen per kalenderjaar.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere: premiereglement renovatie- en/of herstellingswerken aan jeugdlokalen goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 25 maart 2021

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

266,77 euro

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB / 0750-00 / 64910027

Visum

Geen visum nodig

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de aanvraag van Chiro Sellewie voor definitieve toekenning van de premie renovatie- en/of herstellingswerken aan jeugdlokalen goed te keuren en beslist deze uit te betalen aan de desbetreffende jeugdvereniging.

 

Jeugdvereniging

Aanvrager

Adres

Rekeningnummer

Premie

Chiro Sellewie

Kimberley Vandercruyssen

Waregemstraat 640

8540 Deerlijk

BE94 8601 1509 3714

266,77 euro

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.12. OMV 2022_1 - Pikkelstraat 49 - melding IIOA klasse 3 - aktename -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor een tijdelijke bronbemaling voor de plaatsing van een hemelwateropvang en een septische put op een perceel gelegen Pikkelstraat 49 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 184 V ingediend door de heer Kim Vergauwe wonende Pikkelstraat 49 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

De melding ingediend door de heer Kim Vergauwe wonende Pikkelstraat 49 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 3 januari 2022.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

 

VOORWERP VAN DE MELDING

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen Pikkelstraat 49, kadastraal bekend afdeling 1 sectie A nr. 184V.

 

De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: tijdelijke bronbemaling voor de plaatsing van een hemelwateropvang en een septische put.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

Bij het plaatsen van een regenwaterput en een septische put is bronbemaling noodzakelijk om de werken te kunnen uitvoeren. (Nieuw)

1571 m³/jaar

3

 

BEVOEGDHEID

 

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER

 

Er zijn geen stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.

 

De gemelde exploitatie van een ingedeelde inrichting en/of activiteit is meldingsplichtig en niet verboden.

 

De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier.

 

Er zijn geen adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit alles met omzichtigheid benaderd worden.

 

De ingedeelde inrichting en/of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

 

Indien meer dan 10 m³ per uur bemalingswater geloosd wordt op een rioolwaterzuiveringsinstallatie van Aquafin moet een toelating gevraagd worden aan Aquafin (https://www.aquafin.be/nl-be- lozen van bemalingswater).

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, § 3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

        Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

        Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Kim Vergauwe wonende Pikkelstraat 49 te 8540 Deerlijk voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een tijdelijke bronbemaling voor de plaatsing van een hemelwateropvang en een septische put gelegen Pikkelstraat 49 te Deerlijk.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

Bij het plaatsen van een regenwaterput en een septische put is bronbemaling noodzakelijk om de werken te kunnen uitvoeren. (Nieuw)

1571 m³/jaar

3

 

Artikel 2

 

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

 

Indien meer dan 10 m³ per uur bemalingswater geloosd wordt op een rioolwaterzuiveringsinstallatie van Aquafin moet een toelating gevraagd worden aan Aquafin (https://www.aquafin.be/nl-be- lozen van bemalingswater).

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

 

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

 

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

 

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

 

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

 

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

U bent een rolrecht verschuldigd van:

        200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;

        100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

 

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

 

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

        het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges;

        het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;

        het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen).

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.13. OMV 2021_174 - Braamakkerstraat 97 - beslissing -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van een woning en bouwen van een vrijstaand tuinpaviljoen, op een perceel gelegen Braamakkerstraat 97 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 149 B3 aangevraagd door Vercruysse - Byttebier wonende Braamakkerstraat 97 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  11 januari 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        In het bijgebouw kan geen autonome woonfunctie ondergebracht worden, noch een kantoorfunctie of praktijkruimte. Deze functies dienen voorzien te worden in het hoofdgebouw.

        Het terras tussen de woning en het bijgebouw mag in geen geval overdekt worden.

        De dakbedekking van het hoofdgebouw dient te bestaan uit dakpannen in een zwarte kleur in plaats van de voorziene zwarte golfplaten.

        De breedte van de parkeerplaatsen aan de linkerzijde van de voortuinstrook moet beperkt worden tot een breedte van maximaal 6 m vanaf de linker zijperceelsgrens. Bij het nemen van de toegang tot de parkeerplaatsen moet rekening gehouden worden met het behoud van de bestaande straatboom.

        Tussen deze parkeerplaatsen en het pad naar de voordeur dient een groenstrook voorzien te worden om een visuele afscheiding tussen beiden te maken.

        Het dubbele karrenspoor aan de rechterzijde van het perceel dient beperkt te worden tot een diepte van 12 m vanaf de rooilijn. Vanaf de diepte van 12 m kan slechts een enkel spoor doorgetrokken worden tot aan het bijgebouw.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Gavers wijziging B, goedgekeurd op 1 september 1987.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het BPA is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 januari 1957 voor het bouwen van een landelijke woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 juni 1971 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een handelsgebouw.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 april 1992 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van de woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 9 april 1969 voor de plaatsing van een propaantank van 1.260 liter.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 28 oktober 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een vrijstaand bijgebouw.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.a.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langs de Braamakkerstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Braamakkerstraat is een straat die gekenmerkt wordt door een relatief breed profiel (voetpad aan beide kanten en één langsparkeerstrook) en een menging van vrijstaande en halfopen eengezinswoningen.

De eigendom van de aanvraag betreft een open eengezinswoning. De woning bestaat uit één bouwlaag en zadeldak. De aanbouw aan de woning bestaat eveneens uit één bouwlaag met een zadeldak met een hellingsgraad van 54°.

 

3.b.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Verbouwing en uitbreiding woning

De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning. De woning wordt energetisch op punt gezet en beperkt uitgebreid.

De uitbreiding met een oppervlakte van 23 m² bevindt zich achteraan de woning, op een afstand van min. 3,38 m tov de rechter kavelgrens en op 9,72 m tov de linkerkavelgrens. De uitbreiding heeft een breedte van 3,90 m op een diepte van 9,95 m en wordt afgewerkt met een hellend dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,04 m  en de nokhoogte 5,42 m. De totale bouwdiepte van de woning wordt op 17,80 m gebracht.

Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft een zwart aluminium constructie ingevuld met glas.

Rondom de woning wordt een nieuwe isolerende schil voorzien die bestaat uit isolatie en gevelbepleistering. De gevelbepleistering wordt voorzien in een lichte kleur met houten buitenschrijnwerk, de dakbedekking betreft zwarte golfplaten.

Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een inkomhal met aansluitend wachtruimte en praktijkruimte, een toilet, zitruimte met open keuken, tafelruimte en overdekt terras/serre. Op het verdiep worden 2 slaapkamers, een badkamer en een hobbyruimte/wasberging voorzien. Onder het dak bevindt zich nog een zolder.

 

Tuinzone

In de tuinzone wordt een buitenberging met hobbyruimte voorzien. Het bijgebouw heeft een breedte van 3,90 m op een diepte van 14,36 m. Het bijgebouw wordt ingeplant op 1 m van de achtergevel van de woning, op 3,38 m van de rechter perceelsgrens en op minstens 3,32 m van de achterste perceelsgrens. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een hellend dak met een kroonlijsthoogte van 2,28 m en een nokhoogte van 5,15 m. De gevels van het bijgebouw worden voorzien in houten latwerk, het dak wordt voorzien in zwart geglazuurde dakpannen.

De tuinberging zal deels aangewend worden als bergplaats voor de fietsen, en voornamelijk als polyvalente ruimte waarbij een keuken, toilet, lavabo en douche geïntegreerd worden in het bijgebouw. In het dakvolume wordt nog een mezzanine met een oppervlakte van 6,70 m² ingericht.

De voortuin wordt vanaf de linker perceelsgrens over een breedte van 8,21 m verhard in waterdoorlatende verharding. De resterende 8,79 m wordt voorzien in bodembedekkers, met een onderbreking thv de rechter vrije zijstrook door een karrenspoor. Dit karrenspoor wordt over een diepte van +/- 40 m voorzien.

Tussen de achtergevel en het bijgebouw wordt een terras voorzien met een diepte van 1 m en een breedte van 3,90 m. Er wordt geen andere verharding in de tuinzone voorzien.

 

3.c.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 17 oktober 2021 tot 15 november 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er 2 bezwaarschriften ingediend.

 

De ingediende bezwaren kunnen als volgt samengevat worden:

          vraag om de bestaande, gemetselde  tuinmuur met een hoogte van 2 m te behouden.

          geen akkoord om af te wijken op de hellingsgraad van het dak en de oppervlakte van het bijgebouw. Dit voornamelijk omdat er vrees is dat de levenskwaliteit in de eigen tuin/woning zou verminderen.

          materialisatie dak hoofdgebouw in zwarte aluminium golfplaten is niet in harmonie met het straatbeeld.

 

  1. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.a         Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de voorschriften van het geldende BPA.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

     Opp. bijgebouw max. 30 m²

     Opp. bijgebouw 56 m²

     Hellingsgraad bijgebouw 30°

     Hellingsgraad 55°

     1 garage of stallingsruimte + 1 parkeerplaats

     Geen garage of stallingsruimte, enkel parkeerplaatsen

     Materialisatie woning: kleinschalige materialen zoals baksteen

     Materialisatie woning: gevelbepleistering

 

Het gevraagde is voor het overige  in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien het bebouwingspercentage in de zone 3 kleiner is dan 40 %, de bebouwde oppervlakte kleiner is dan 250 m², de uitbreiding van de woning voorzien wordt in constructief en esthetisch verantwoorde materialen, het bijgebouw geplaatst wordt bij een bestaande eengezinswoning, de hoogte van het bijgebouw op de zijperceelsgrens kleiner is dan 2,70 m en de nokhoogte kleiner is dan de maximaal toegestane 6 m.

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de oppervlakte en hellingsgraad van het bijgebouw, op de inplanting van de parkeervoorzieningen en het materiaalgebruik van de woning zodat een afwijking overwogen kan worden.

Zowel het maximale bebouwingspercentage als de maximaal te bebouwen oppervlakte op het perceel worden niet overschreden. De tuinzone bij de woning blijft nog voldoende ruim teneinde deze als kwalitatieve private buitenruimte in te richten, waardoor een afwijking op de oppervlakte an het bijgebouw aanvaard kan worden. De afwijking van de dakhelling van 30° naar 55° is te motiveren aangezien deze afwijking beperkt is en de nokhoogte en kroonlijsthoogte binnen de maximaal toegelaten hoogtes valt. Daarnaast zal de impact van dit ontwerp, door de ruime afstand tot de perceelsgrens (3,38 m) beperkter zijn dan het optrekken van een bijgebouw op de perceelsgrens met een hoogte van 2,70m. 

De afwijking op het beschikken over een garage valt te motiveren vanuit het feit dat er op eigen terrein voldoende ruimte voorzien wordt om minstens 2 auto’s te stallen.

De afwijking op de materialisatie wordt door de architect gemotiveerd vanuit een budgetvriendelijke en duurzame ingreep aan de woning. Door de kleur af te stemmen op het metselwerk of het geschilderde metselwerk van de woningen in de directe omgeving (zowel links als rechts naastliggend evenals schuin overliggend) wordt gezocht naar een harmonieuze aansluiting op het bestaande straatbeeld.

Bijgevolg kunnen de afwijkingen als beperkt beschreven worden en positief beoordeeld worden.

 

7.b         Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Braamakkerstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.c         Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een bijkomende regenwaterput van 5000 liter met hergebruik voorzien, wat de totale inhoude van de regenwaterputten op 10.000l brengt, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 2500 liter en een referentieoppervlakte van 8 m², het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.d         Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.e         Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.f           Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.g         Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.h         Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.i           Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.j           Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze residentiële omgeving.

Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

In de tuinzone bij de woning wordt een bijgebouw opgetrokken. Volgens de plannen zal dat bijgebouw gebruikt worden deels als tuinberging en deels als polyvalent tuinhuis. Dit bijgebouw wordt zo ingericht dat het dienst kan doen als woonunit (door het voorzien van onder meer een toilet, douche, lavabo en keukeninstallatie, zitruimte en eettafel). Aangezien dit bijgebouw voorzien is in een tweede bouwlijn ten opzichte van de Braamakkerstraat op onvoldoende afstand van de aanpalende eigendommen kan in het bijgebouw geen autonome woonfunctie ondergebracht worden. Dit zou een ongewenste dynamiek creëren in de tuinzones van dit en aanpalende percelen. De woonfunctie dient te worden voorzien in de woning en niet in een bijgebouw. Evenmin kan, om diezelfde reden, het bijgebouw aangewend worden als kantoorruimte of praktijkruimte. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.

 

Inplanting:

De inplanting van de woning op 7,80 m achter de rooilijn blijft ongewijzigd.

De nieuwe achterbouw wordt gerealiseerd in het verlengde van de bestaande achterbouwen, en sluit aan op het hoofdgebouw. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.

Het bijgebouw wordt ingeplant in de tuinzone als vrijstaande constructie. De afstand tot de diverse perceelsgrenzen bedraagt meer dan 1 m waardoor de impact op de aanpalende eigendommen beperkt zal zijn. Het bijgebouw wordt voorzien op een afstand van 1 m van de nieuwe uitbreiding van de woning. Tussen de woning en het bijgebouw wordt op de breedte van de bebouwing een terras aangelegd. Teneinde een duidelijke scheiding te behouden tussen woning en het bijgebouw en het bijgebouw niet als een uitbreiding van de woning te zien (dat voldoet dan immers niet meer aan de bepalingen van het BPA inzake de bouwdiepte) mag het terras in geen geval overdekt worden. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

 

Bouwvolume en gabariet:

Het hoofdgebouw van de woning blijft ongewijzigd, er worden enkel interne verbouwingswerken uitgevoerd.

De bestaande achterbouw wordt uitgebreid met een serre/glazen constructie over een breedte van 3,90 m.  De totale gelijkvloerse bouwdiepte wordt op die manier tot op 17,80 m gebracht, hetgeen zeker aanvaardbaar is binnen deze woonomgeving. Het perceel is immers voldoende groot, de afstand tot de rechter zijkavelgrens is voldoende, en een dergelijke gelijkvloerse bouwdiepte laat een kwalitatieve inrichting van de leefruimtes van de woning toe.

Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte is immers vergelijkbaar met deze van de buren, de bouwhoogte is aanvaardbaar en de muren op de perceelsgrens veranderen niet.

De gevraagde uitbreiding aan de woning is inpasbaar in de betreffende omgeving.

 

Verschijningsvorm:

Het uitzicht van de voorgevel wijzigt grondig. De bestaande dakkapellen worden omgevormd, de raamopeningen worden verkleind en een kleinere raamopening links van de voordeur verdwijnt. Ook het materiaalgebruik van de voorgevel wijzigt naar een lichtgrijze gevelbepleistering. De woning blijft echter geïntegreerd in het straatbeeld.

Er worden echter vragen gesteld bij het materiaalgebruik van de dakbedekking, nl. zwarte golfplaten. Niettegenstaande er in het BPA geen specifieke voorschriften opgenomen zijn mbt de dakbedekking, wordt wel aangegeven dat de dakmaterialen harmonisch moeten zijn met het bestaande straatbeeld. De meest voorkomende dakbedekking in de omgeving betreft dakpannen, dit zowel in een zwarte als in een rode kleur. Hierover wordt eveneens een bezwaar geformuleerd dat ten gronde bevonden wordt. Teneinde een harmonisch geheel te vormen met de omgeving, de woning te integreren in de omgeving en het bezwaar te behandelen, wordt opgelegd dat de dakbedekking dient te bestaan uit dakpannen in een zwarte kleur in plaats van golfplaten.

De nieuwe achterbouw heeft geen impact op het straatbeeld. Deze uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik (aluminiumprofielen met glas) binnen de bestaande bebouwing.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt voor de hoofdfunctie geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. In de woning wordt wel een nevenfunctie gerealiseerd. Ten gevolge van de inrichting als praktijkruimte kan een beperkte toename van de verkeersaantrek verwacht worden. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen.

Op het perceel worden in de voortuinstrook 4 parkeerplaatsen voorzien, waarvan 3 thv de linker zijde met een diepte van 7,80 m voorzien in waterdoorlatende verharding en 1 thv de rechter zijde van de voortuin ingericht als karrenspoor. Dat karrespoor wordt doorgetrokken tot een diepte van 40 m. Noch voor het voorzien van 4 parkeerplaatsen in de voortuinstrook, noch voor het voorzien van een karrenspoor over een diepte van 40 m wordt een motivatie teruggevonden. Bij de inrichting van de voortuin wordt ook geen rekening gehouden met de bestaande straatboom noch met de bestaande straatverlichtingsarmatuur.

Het voorzien van 4 parkeerplaatsen, de voorziene diepte van de verharding en het diepe karrenspoor zorgt voor een overmatige oppervlakte aan verhardingen. Als gangbare norm wordt een voortuinverharding van max. 50 % van de voortuinoppervlakte gehanteerd. Deze norm wordt in het voorliggende ontwerp niet gerespecteerd.

Teneinde hieraan te voldoen en de voortuin en zijtuinstrook een voldoende groen karakter te geven in het bestaande straatbeeld is het wenselijk volgende voorwaarden op te leggen:

        De breedte van de parkeerplaatsen aan de linkerzijde van de voortuinstrook dient teruggedrongen te worden tot een breedte van maximaal 6 m vanaf de linkerzijperceelsgrens. Bij het nemen van de toegang tot de parkeerplaatsen moet rekening gehouden worden met het behoud van de bestaande straatboom.

        Tussen deze parkeerplaatsen en het pad naar de voordeur dient een groenstrook voorzien te worden om een visuele afscheiding tussen beiden te maken.

        Het karrenspoor met een lengte van 40 m heeft geen enkele meerwaarde voor de aanvraag. Het dubbele karrenspoor dient bijgevolg beperkt te worden tot een diepte van 12 m waardoor nog 2 voertuigen achter elkaar geplaatst kunnen worden.

        Vanaf de diepte van 12 m kan slechts een enkel spoor doorgetrokken worden tot aan het bijgebouw ifv toegang tot de fietsenstalplaatsen in het bijgebouw in plaats van het voorziene dubbele spoor.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Achter de woning wordt een terras aangelegd. Dit terras is heel beperkt in oppervlakte (3,90 m²). De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen.

Na de werken wordt het contact tussen de leefruimtes van de woning en de tuinzone versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt.

De woning beschikt tevens over een kleine voortuin. Deze zone dient steeds maximaal te worden aangelegd als voortuin met laagstammig groen. (zie parkeerplaatsen en verkeersaantrek).

De geplande verharding wordt voorzien in waterdoorlatende materialen, wat de waterhuishouding ten goede komt. Het behoud van de bomen op het terrein is een grote meerwaarde.

 

Het ontwerp is mits het voldoen aan de gestelde voorwaarden bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.k         Resultaten openbaar onderzoek

Alle ingediende bezwaarschriften zijn tijdig ingediend en worden bijgevolg ontvankelijk verklaard.

Omtrent de ingediende bezwaarschriften wordt voorgesteld deze deels ongegrond en deels gegrond te verklaren en volgend standpunt in te nemen:

     Vraag om de bestaande, gemetselde  tuinmuur met een hoogte van 2 m te behouden

Ongegrond te verklaren gezien op de plannen voorzien is dat op de rechter perceelsgrens een bakstenen muur met een hoogte van 2 m aanwezig is.

     Geen akkoord om af te wijken op de hellingsgraad van het dak en de oppervlakte van het bijgebouw. Dit voornamelijk omdat er vrees is dat de levenskwaliteit in de eigen tuin/woning zou verminderen

Dit bezwaar kan evenmin bijgetreden worden. Mochten de voorschriften van BPA maximaal gevolgd worden zou de maximale nokhoogte van 6 m zich bevinden op 5,50 m vanaf de zijkavelgrens. In het ontwerp bedraagt de nokhoogte 4,83 m en deze bevindt zich op 5,33 m van de zijkavelgrens. Dit betekent dus dat de impact van het gebouw zoals ontwerpen beperkter is dan wanneer de voorschriften van het BPA gevolgd zouden worden.  Op dat onderdeel is het bezwaarschrift ongegrond.

Het bezwaarschrift handelt tevens over de oppervlakte van het bijgebouw. Gezien de maximale terreinbezetting niet overschreden wordt en gezien de grootte van het perceel, is binnen de huidige normen een oppervlakte van 56 m² als tuinberging te verantwoorden. Dit onderdeel van het bezwaarschrift is ongegrond.

     Materialisatie dak hoofdgebouw in zwarte aluminium golfplaten is niet in harmonie met het straatbeeld.

Dat onderdeel van het bezwaarschrift is gegrond. In de onmiddellijk noch de ruime omgeving zijn woningen aanwezig waarbij de dakbedekking uit zwarte golfplaten bestaan. De meest voorkomende dakbedekking in de omgeving betreft dakpannen, dit zowel in een zwarte als in een rode kleur. Dit argument kan bijgevolg moeilijk weerlegt worden en dient geconcludeerd te worden dat zwarte golfplaten geen harmonieus geheel vormen met de andere woningen in de omgeving. Bijgevolg dient in de voorwaarden opgelegd te worden dat de dakbedekking dient te bestaan uit zwarte dakpannen.

 

7.l           Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.m       Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Vercruysse - Byttebier wonende Braamakkerstraat 97 te 8540 Deerlijk, voor het uitbreiden van een woning en bouwen van een vrijstaand tuinpaviljoen, op een perceel gelegen Braamakkerstraat 97 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 149 B3, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        In het bijgebouw kan geen autonome woonfunctie ondergebracht worden, noch een kantoorfunctie of praktijkruimte. Deze functies dienen voorzien te worden in het hoofdgebouw.

        Het terras tussen de woning en het bijgebouw mag in geen geval overdekt worden.

        De dakbedekking van het hoofdgebouw dient te bestaan uit dakpannen in een zwarte kleur in plaats van de voorziene zwarte golfplaten.

        De breedte van de parkeerplaatsen aan de linkerzijde van de voortuinstrook moet beperkt worden tot een breedte van maximaal 6 m vanaf de linker zijperceelsgrens. Bij het nemen van de toegang tot de parkeerplaatsen moet rekening gehouden worden met het behoud van de bestaande straatboom.

        Tussen deze parkeerplaatsen en het pad naar de voordeur dient een groenstrook voorzien te worden om een visuele afscheiding tussen beiden te maken.

        Het dubbele karrenspoor aan de rechterzijde van het perceel dient beperkt te worden tot een diepte van 12 m vanaf de rooilijn. Vanaf de diepte van 12 m kan slechts een enkel spoor doorgetrokken worden tot aan het bijgebouw.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.14. OMV 2021_215 - Oudenaardse heerweg 22 - beslissing -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een woning, op een perceel gelegen Oudenaardse heerweg 22 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 175 C aangevraagd door de heer Stijn Roels wonende Oudenaardse heerweg 22 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  12 januari 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De carport moet ingeplant worden op een afstand van 3 m achter de voorgevelbouwlijn.

        De bestaande niet verharde zones in voortuin (zowel rechts als links van het toegangspad naar de voordeur) moeten behouden blijven en aangeplant worden met laagstammig groen.

        De verharding achter de carport wordt uitgesloten van vergunning. 

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied met landelijk karakter.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 juli 1959 door het college van burgemeester en schepenen voor verbouwingswerken aan een bestaande woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 december 1972 door het college van burgemeester en schepenen voor het afbreken van de bestaande bergplaats en terug opbouwen in baksteen (3 x 4,15m) aan de achtergevel van uw woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.a.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 738 m² en is gelegen langs de Oudenaardse heerweg op ongeveer 1400 m ten noordwesten van de kern van Sint-Lodewijk. De Oudenaardse heerweg is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een vrij landelijke en smalle weg geflankeerd met lintbebouwing ten zuiden van de weg en weiland ten noorden van de weg.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een halfopen eengezinswoning, opgetrokken op 4,12 m achter de rooilijn. De woning bestaat uit 1 bouwlaag en een hellend dak en heeft een kroonlijsthoogte van 3,15 m en een nok van 6,40 m. Het hoofdvolume heeft een bouwdiepte van 5,35 m en links achteraan de woning een aanbouw met een diepte van 5,45 m. De rechter vrije zijstrook heeft een breedte van minstens 3,25 m. In de tuinzone, op de linker perceelsgrens is een bijgebouw.

De omgeving is een eerder landelijke, agrarische omgeving met lintbebouwing. Het wonen bestaat er uitsluitend uit eengezinswoningen. De woningen hebben een heel divers uitzicht.

 

3.b.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning na afbraak van de bestaande aanbouw.

De bestaande af te breken bebouwing heeft een oppervlakte van 21 m² en bevindt zich op de linker perceelsgrens.

Op de plaats van de te slopen constructies wordt een nieuwbouw voorzien. De uitbreiding bevindt zich achteraan de woning, op een afstand van min. 5,65 m van de rechter kavelgrens en op de linkerkavelgrens. De uitbreiding heeft een breedte van 8,82 m op een diepte van 5,30 m en wordt afgewerkt met een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,08 m.

Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft lichtgrijze baksteen met aluminium dakprofiel en aluminium buitenschrijnwerk. Het hoofdvolume van de woning wordt voorzien van nieuw metselwerk en nieuwe dakconstructie (opgetrokken tov bestaande toestand). Na de werken wordt de woning ingeplant op 3,97 m achter de rooilijn, de kroonlijsthoogte bedraagt 3,62 m en de nokhoogte 7,50 m. Na de werken wordt de voorgevel afgewerkt met bruin genuanceerd metselwerk in combinatie met houten gevelbekleding, aluminium buitenschrijnwerk en bestaat de dakbedekking uit roodbruin genuanceerde dakpannen.

Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een inkom met toilet, leefruimte, keuken, badkamer, berging en slaapkamer. Onder het dak bevindt zich nog een slaapkamer, toilet en polyvalente ruimte.

In de rechter vrije zijstrook wordt een houten carport voorzien met plat dak en een hoogte van 3 m. De carport wordt in dezelfde lijn gebouwd als de voorgevel en heeft een diepte van 5,60 m. De carport wordt ingeplant op de rechter perceelsgrens en betreft een volledig open constructie.

Het bijgebouw in de tuin blijft behouden.

De voortuin wordt volledig verhard, alsook de vrije rechter zijstrook over een diepte van 14,60 m. Achteraan de woning wordt over de volledige breedte van de woning een terras voorzien. Het terras vormt de verbinding met het vrijstaande bijgebouw.

 

3.c.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden op 7 december 2021 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.a         Planologische toets

 

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied met landelijk karakter.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. + 6.1.2.2. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.

 

Woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Woongebieden met landelijk karakter zijn woongebieden bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing en uitbreiding van een bestaande eengezinswoning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.b         Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Oudenaardse heerweg een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.c         Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 5000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 3304 liter en een referentieoppervlakte van 8,64 m², het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.d         Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.e         Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.f           Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.g         Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.h         Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.i           Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.j           Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze omgeving.

Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

De inplanting van de woning blijft ongewijzigd. Er wordt beperkt vooruitgekomen met de voorgevel in functie van het voorzien van isolatie. Gezien de positieve impact op de energiewaarden van de woning vormt dat vooruitspringen geen probleem. De afstand tot de rooilijn is nog voldoende ruim.

De nieuwe achterbouw wordt gerealiseerd deels op dezelfde plaats als de bestaande achterbouwen en sluit aan op het hoofdgebouw. De maximale bouwdiepte op het gelijkvloers blijft behouden en de afstand tot de rechter zijkavelgrens is voldoende ruim. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.

 

De aanvrager voorziet de inplanting van een carport in de vrije zijtuinstrook. Deze wordt echter ingeplant op de voorbouwlijn van de woning. Teneinde het halfopen karakter van de woning te vrijwaren en voor de carport nog een stelplaats voor de wagen mogelijk te maken moet de carport ingeplant worden op een afstand van 3 m achter de voorgevelbouwlijn. Dit zal opgelegd worden in de voorwaarden.

 

Bouwvolume en gabarit:

Het hoofdgebouw van de woning wordt opgetrokken maar de bestaande dakvorm en dakhelling blijft ongewijzigd zodat de impact beperkt zal zijn.

 

De bestaande achterbouwen worden deels vervangen door een nieuwe, ruimere achterbouw. De achterbouw wordt verruimd in de breedte en de totale gelijkvloerse bouwdiepte blijft behouden op 10,95 m. Deze diepte is zeker aanvaardbaar binnen deze woonomgeving. Een dergelijke gelijkvloerse bouwdiepte laat een kwalitatieve inrichting van de leefruimtes van de woning toe.

 

Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte is immers beperkter dan deze van de buren, de bouwhoogte is aanvaardbaar en voor wat betreft de wijziging aan de muren op de perceelsgrens werd geen bezwaar geformuleerd door de eigenaars van het betreffende buurperceel.

 

Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving.

 

Verschijningsvorm:

De voorgevel wordt gewijzigd evenwel wordt deze opnieuw afgewerkt in metselwerk in een soortgelijke tint als de bestaande gevelsteen waardoor het ontwerp een positieve impact heeft op het straatbeeld.

De sloop van de huidige achterbouwen en de realisatie van een nieuwe achterbouw betekenen een sanering van de bebouwing op het perceel. De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik (metselwerk) binnen de bestaande bebouwing.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen. Er is op eigen terrein (na naleving van de voorwaarden) ruimte voor het parkeren van 2 voertuigen op eigen terrein.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Achter de woning wordt een terras aangelegd. De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone zodat het terras geen negatieve impact heeft en er nog voldoende ruimte is om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen.

Na de werken wordt het contact tussen de leefruimtes van de woning en de tuinzone versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt.

 

De woning beschikt tevens over een kleine voortuin. Deze zone dient steeds te worden aangelegd als voortuin met laagstammig groen. Dit is echter onvoldoende het geval.

De inrichting van een voortuin heeft invloed op het straatbeeld, de verkeersveiligheid en op de goede waterhuishouding. Beplanting, hagen en bomen in de voortuin maken het straatbeeld mooier en zorgen voor het residentiële karakter van een omgeving. Deze groenzones helpen ook bij de infiltratie van het regenwater en halen fijn stof uit de lucht.  Verharding zoals grind, kiezels of grasdallen dienen eveneens met de nodige zorg bekeken te worden. Niettegenstaande deze materialen waterdoorlatend zijn en het regenwater dus in de bodem laten infiltreren, dragen ze niet bij tot het straatbeeld noch tot de zuivering van de lucht.

 

Als hangbare norm wordt een voortuinverharding van max. 50 % van de voortuinoppervlakte gehanteerd. Deze norm wordt in het voorliggende ontwerp niet gerespecteerd.

 

Zowel volgens het plan bestaande toestand als het plan nieuwe toestand is deze voortuin volledig verhard. De foto’s gevoegd in het dossier tonen echter aan dat in de voortuin de zone voor de woning, behoudens de toegang tot de voordeur en een pad langs de voorgevel voorzien is van beplanting. Aangezien er naast de woning de mogelijkheid is tot het parkeren van 2 voertuigen voor de eengezinswoning, gelet op de landelijke omgeving en gezien de bestaande toestand wordt voorgesteld om in de voorwaarde op te nemen dat de bestaande niet verharde zones in voortuin (zowel rechts als links van het toegangspad naar de voordeur) behouden moeten blijven en aangeplant moeten worden met laagstammig groen.

Daarnaast wordt in de zijtuin, achter de carport nog een verharding voorzien. Aangezien voor deze verharding geen functie omschreven is en er na gewijzigde inplanting van de carport voor de carport ruimte is voor het parkeren van de wagen dient de verharding achter de carport uitgesloten te worden van vergunning. 

 

Voorts wordt de geplande verharding voorzien in waterdoorlatende materialen, wat de waterhuishouding ten goede komt.

 

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1 § 2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.k         Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.l           Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.m       Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Stijn Roels wonende Oudenaardse heerweg 22 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen van een woning, op een perceel gelegen Oudenaardse heerweg 22 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 175 C, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De carport moet ingeplant worden op een afstand van 3 m achter de voorgevelbouwlijn.

        De bestaande niet verharde zones in voortuin (zowel rechts als links van het toegangspad naar de voordeur) moeten behouden blijven en aangeplant worden met laagstammig groen.

        De verharding achter de carport wordt uitgesloten van vergunning. 

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.15. Attest van verdeling - Bontestierstraat - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of er opmerkingen zijn bij het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Bontestierstraat.

 

Motivering

 

Op 5 januari 2022 verstuurde men vanuit het notariaat Saey & Taelman & Degandt een attest van verdeling voor meerdere eigendommen gelegen Bontestierstraat:

        een perceel landbouwgrond en bos, gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 271, met een oppervlakte van 41a40ca;

        een perceel landbouwgrond, gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 272B met een oppervlakte van 24a;

        een perceel landbouwgrond, gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 273, met een oppervlakte van 30a60ca;

        een perceel landbouwgrond, gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 186B, met een oppervlakte van 77a25ca;

        een perceel bos, gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 261, met een oppervlakte van 35a20ca;

        een strook landbouwgrond, gekadastreerd afdeling 1, sectie B, deel van nummer 269 met een oppervlakte volgens meting van 882 m² en dienstig als uitweg.

 

De bestemming van het goed is volgens de akte landbouwgrond en bos, volgens het gewestplan landschappelijk waardevol agrarisch gebied en volgens de verwerver landbouwgrond en bos.

 

De omgevingsambtenaar stelt voor volgende opmerking te formuleren:

Onderdeel van deze verdeling is het afsplitsen van een deel van een landbouwperceel dat dienstig zal zijn als uitweg op de Bontestierstraat. Uit het opmetingsplan blijkt dat over de volledige breedte van het afgesplitste deel een baangracht aanwezig is. Om de voorziene bestemming te kunnen realiseren is bijgevolg een overwelving van de baangracht noodzakelijk waarbij voldaan moet worden aan de bepalingen uit de provinciale stedenbouwkundige verordening voor het overwelven van baangrachten en een omgevingsvergunningsprocedure doorlopen moet worden.

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing maar wenst wel op te merken dat teneinde de bestemming als uitweg te kunnen realiseren, de baangracht overwelfd moet worden en dat voor het overwelven van de baangracht voldaan moet worden aan de bepalingen uit de provinciale stedenbouwkundige verordening.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.16. Inname openbaar domein - kennisname -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.17. Inname openbaar domein - jaarvergunning 2022 - kennisname -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.18. Mobiliteitscommissie - verslag - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht te beslissen over de punten geadviseerd door de mobiliteitscommissie op 8 december 2021.

 

Motivering

 

De mobiliteitscommissie hield een vergadering op 8 december 2021. Het verslag wordt, conform artikel 11 van het huishoudelijk reglement van de mobiliteitscommissie, ter bespreking voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.

 

In de mobiliteitscommissie kwamen volgende onderwerpen aan bod:

        Mobiliteitsplan: stand van zaken

        Sint-Rochusstraat

        De Cassinastraat

        Parkeerstudie Sint-Lodewijk

        Visie mobiliteit langs ladderstructuur centrum

        Varia

 

Het verslag wordt toegevoegd als bijlage en dient samen gelezen te worden met de powerpoint-presentatie gebruikt tijdens de vergadering.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de mobiliteitscommissie van 8 december 2021 en neemt de adviezen en opmerkingen mee bij de verdere uitwerking en beslissingen rond de besproken punten.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.19. Verkeersveilig West-Vlaanderen - lidmaatschap 2022 - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de bijdrage voor het lidmaatschap van de vzw Verkeersveilig West-Vlaanderen te betalen en zich te engageren om de verkeersveiligheid te verbeteren.

 

Motivering

 

De vzw Verkeersveilig West-Vlaanderen werd opgericht met als doel de verkeersveiligheid te verhogen. De jaarlijkse doden en gewonden bij verkeersongevallen in onze provincie zijn er gewoon teveel. De vzw richt zich voornamelijk op verkeerspreventie. Naast de 2 tuimelwagens, rijsimulator, motorsimulator en het verkeerspark wordt het aanbod binnenkort uitgebreid met elektrische fietsen.

 

Door dit engagement kan de vzw West-Vlaanderen verscheidene verkeerscampagnes en verkeerseducaties rond verkeersveiligheid ondersteunen.

 

Het lidmaatschap voor 2022 bedraagt 200 euro met tal van voordelen en telt vanaf aansluiting tot het einde van het kalenderjaar.

 

In zijn mail van 5 januari 2022 doet de voorzitter van de vzw een warme oproep aan de gemeente om lid te worden voor het jaar 2022.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

200 euro

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB/0200-00/6131000

Visum

nvt

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om het lidgeld van 200 euro te betalen aan de vzw Verkeersveilig West-Vlaanderen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.20. Kerkfabriek Sint-Columba - verslag van 20 december 2021 - kennisname -

 

Aanleiding en context

 

De kerkfabriek Sint-Columba hield een vergadering op 20 december 2021.  Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag van deze vergadering.

 

Motivering

 

Het verslag bevindt zich in bijlage.  Het college van burgemeester en schepenen beschikt over een termijn van 30 dagen, die ingaat op de dag nadat de notulen zijn binnengekomen, om een besluit te schorsen indien het gemeentelijk (financieel) belang geschaad wordt.

 

Er is geen advies nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 57 en 58, § 1 Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.21. Kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen - verslag van 20 december 2021 - kennisname -

 

Aanleiding en context

 

De kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen hield een vergadering op 20 december 2021.  Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag van deze vergadering.

 

Motivering

 

Het verslag bevindt zich in bijlage.  Het college van burgemeester en schepenen beschikt over een termijn van 30 dagen, die ingaat op de dag nadat de notulen zijn binnengekomen, om een besluit te schorsen indien het gemeentelijk (financieel) belang geschaad wordt.

 

Er is geen advies nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 57 en 58, § 1 Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.22. Individueel bezoldigd personenvervoer - vergunning - stopzetting - goedkeuring -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.23. Asverstrooiing - kennisname -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.24. Toekenning van projectsubsidie in het kader van de uitbouw van een lokaal e-inclusiebeleid - kennisname -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de toekenning van een projectsubsidie aan Stad Waregem en gemeente Deerlijk voor het project 'Digi-proof' in het kader van de uitbouw van een lokaal e-inclusiebeleid.

 

Motivering

 

Op 29 oktober 2021 werd een projectaanvraag ingediend bij het Agentschap Binnenlands Bestuur (Gelijke kansen) om de uitbouw van een e-inclusiebeleid aan de hand van verschillende acties en een samenwerking tussen Waregem en Deerlijk vorm te geven.

 

Op 11 januari 2022 ontvingen we de melding dat de aanvraag werd geselecteerd.

 

De projectsubsidie heeft betrekking op de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2024. 

 

De goedkeuring en het finale aanvraagdossier zijn in bijlage te vinden.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

De gevraagde subsidie van 200.000 euro te verdelen over Waregem (3/4 de) en Deerlijk (1/4 de) werd toegekend. Eind januari wordt 80 % uitbetaald, de resterende 20 % wordt na controle en goedkeuring van de functionele en financiële verantwoording uitbetaald aan het einde van de projectperiode (31 december 2024).

 

De indiener cofinanciert voor 20 % de aangevraagde subsidie. De cofinanciering kan worden voorzien via een inbreng van eigen personeel, van eigen werkingsbudget of door externe financiering. Om tot de personeelsinzet te komen die we nodig hebben voor alle acties omschreven in het aanvraagdossier, zal er een bijkomende personeelskost van 13.000 euro per jaar nodig zijn. Door de inzet van deze eigen middelen voldoen we aan de cofinancieringsvoorwaarde.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de toekenning van een projectsubsidie aan stad Waregem en gemeente Deerlijk voor het project 'Digi-proof' in het kader van de uitbouw van een lokaal e-inclusiebeleid.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

C.25. DAEB - impactanalyse met advies sociale partners - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de impactanalyse lokale diensten economie goed te keuren.

 

Motivering

 

Op 28 oktober 2021 keurde de gemeenteraad de vaststelling van een dienst van algemeen economisch belang (DAEB) voor 5 opdrachten goed. Aan de hand van deze vaststellingen werd een impactanalyse opgemaakt. Deze werd ter advies voorgelegd aan de sociale partners.

 

De impactanalyse vormt de basis voor elke opdrachtverklaring en bijhorende samenwerkingsovereenkomst. Ze is te vinden in bijlage bij dit punt.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet lokaal bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de impactanalyse inzake lokale diensten economie goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 19 JANUARI 2022

D.1. GAS - jaarrapport 2021 - kennisname -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het jaarrapport 2021 omtrent gemeentelijke administratieve sancties (GAS).

 

Motivering

 

De algemene politieverordening trad in werking op 1 juli 2010. De laatste wijziging dateert van 16 december 2021.

 

Het politiecollege hechtte destijds zijn akkoord aan de rapportering in verband met de werking van de Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS) als volgt:

 

        De GAS-ambtenaren zullen per jaar een rapport in beide colleges van burgemeester en schepenen (dit is zowel in Harelbeke als in Deerlijk) brengen. Daarbij zal bij de cijfers ook enige inhoudelijke commentaar worden gegeven.

        In het jaarverslag van beide gemeenten zal ook een rubriek aan GAS worden gewijd.

 

Het jaarrapport GAS van het jaar 2021 wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Daaruit blijkt, samengevat, volgende stand van zaken:

 

Aantal in 2021 ontvangen dossiers

 

Tijdens 2021 werden 133 nieuwe aanvankelijke PV’s of bestuurlijke verslagen (BV’s) aan de GAS-ambtenaar overgemaakt. Dit zijn er 13 minder dan in 2020.

 

Dit geeft een totaal van 1.152 dossiers sinds de inwerkingtreding van GAS.

 

Onderverdeling in prioritaire en niet-prioritaire feiten

 

        Van voormelde 133 PV’s/BV’s handelen er 88 over prioritair gestelde feiten, waarvan 87 sluikstorten betreffen en waarvan 83 vastgesteld via IMOG.

        45 PV's handelen over niet prioritair gestelde feiten, zoals wildplassen (1x), geluidsoverlast (1x), ongeoorloofde nachtopening café/niet respecteren sluitingsuur (1x), inname openbaar domein (3x), beschadigen onroerend eigendom (openbaar domein) (12x), beschadigen roerend eigendom (openbaar domein) (12x) en oneigenlijk bezit of gebruik van lachgas (14x).

        Er werden geen PV's opgesteld die niet met een GAS-boete bestraft konden worden.

 

Locatie

 

Van de 133 PV’s slaan 112 PV’s op een gebeurtenis die zich voordeed in Harelbeke; 21 overtredingen deden zich voor te Deerlijk.

 

Verdeling over de hele looptijd: 854 feiten te Harelbeke tegenover 298 te Deerlijk.

 

Status

 

Van het totaal van 1.152 PV’s sinds aanvang GAS, zijn 1.095 dossiers reeds afgehandeld op 31 december 2021, waarvan 105 afgehandeld in 2021. 

 

De 105 dossiers zijn ingedeeld als volgt:

 

35 sepots waarvan 34 technische sepots (bv. dader niet identificeerbaar), 12 voor sluikstorten (vastgesteld via IMOG - meestal gaat het om personen die niet met een voertuig met een nummerplaat ter plaatse komen en onvolledig gefilmde nummerplaten) en 1 opportuniteitssepot.

 

        64 besliste dossiers waarbij 58 x een sanctie werd opgelegd. Slechts 6 x werd geen sanctie opgelegd. 

 

De 58 sancties betreffen wildplassen (1), sluikstorten (39 waarvan 37 van IMOG), beschadigen roerende goederen (1) en beschadigen onroerende goederen (2), geluidsoverlast (3), inname openbaar domein (3), nachtlawaai (1), afvalverbranding (1), loslopende dieren (1), oneigenlijk bezit en/of gebruik van lachgas (6).

 

        6 dossiers werden overgenomen door het parket.

 

De uitgesproken boete bedroeg 6 x minder dan 62,50 euro, 5 x tussen 62,50 euro en 100 euro, 19 x tussen 100 euro en 150 euro, 20 x tussen 150 euro en 200 euro en 8 x tussen 200 en 250 euro.De beboete personen zijn allemaal natuurlijke personen.

 

Er werd in 2021 geen enkele minderjarige beboet.

 

        15 van de gesanctioneerde dossiers betreffen een overtreding te Deerlijk.

 

        57 dossiers waren nog in onderzoek op 31 december 2021.

 

        Tijdens dit jaar werd de betaling van 33 boetes ontvangen waarvan 26 op tijd, 4 laattijdig en 3 na dwangprocedure.

 

Er worden aldus nog 36 betalingen ingewacht (waarvan bij 11 dossiers de dwangprocedure bezig is op 31 december 2021).

 

        Er zijn 2 dossiers met bemiddeling opgestart tijdens 2021 en 2 afgesloten waarvan 1 geslaagd en 1 niet geslaagd.

 

Algemeen

 

        Het aantal ontvangen dossiers is met 13 gedaald (van 146 naar 133). Het aantal sluikstorten blijft echter ongeveer stabiel (87 in 2021, 97 in 2020).  Wetende dat  in de huidige coronasituatie de containerparken niet gesloten zijn (waar ze dat voor een deel in 2020 wel waren), is dit relatief gezien een verhoging van het aantal vaststellingen.

        Het leeuwendeel van de prioritaire feiten zijn sluikstorten.

        Bekeken op alle vaststellingen gaan 65,4 % van de vaststellingen over sluikstorten.

        Er is een significante afwijking wat betreft het aantal vastgestelde overtredingen in de verhouding Deerlijk-Harelbeke. In 2021 werden 84 % van de overtredingen in Harelbeke vastgesteld (in 2020 69 %). Het groot aantal vaststellingen van sluikstorten aan de textiel- en glascontainers op de Stasegemsesteenweg speelt daar zeker in mee.

        Door de strenge bestraffing van sluikstorten is de grootte van de boetes per sanctie sinds 2020 stijgend. In 2020 bedroeg 81,82 % van de boetes meer dan 100 euro. Voor 2021 is dit 81,03 %. In 2021 situeerde 34 % van de boetes zich tussen 150 en 199 euro. 14 % situeerde zich dat jaar tussen de 200 en 250 euro.

        Er werden in 2021 opnieuw geen rechtspersonen en geen minderjarigen bestraft.  Dit laatste wijst erop dat de vrees dat GAS vooral minderjarigen zou treffen niet klopt.

        De betaling van de boetes blijft heel goed. In 2021 betaalde 78,70 % op tijd, 12,10 % laattijdig en 9 % na dwangprocedure via een dwangbevel en een gerechtsdeurwaarder. Op 31 december 2021 waren nog 11 dwangprocedures lopende.

        Er werd ook in 2021 geen enkel beroep aangetekend tegen een beslissing van de sanctionerend ambtenaar. Dit wijst op een hoge acceptatiegraad.

 

Specifiek inzake de vaststellingen van IMOG via de ambtenaren-vaststellers

 

        Ook hier is een significante afwijking te merken in de verhouding Harelbeke-Deerlijk. In 2021 werden 82 % bestuurlijke verslagen gemaakt voor feiten te Harelbeke en slechts 18 % te Deerlijk. Het groot aantal vastgestelde sluikstorten aan de containers aan de Stasegemsesteenweg te Harelbeke kan ook dit zeker verklaren.

        Er werden nog geen minderjarige sluikstorters gevat.

        Ook hier is er een zeer positief beeld qua betaling: 83 % betaalt op tijd, 14 % laattijdig en voor slechts 3 % moet een dwangprocedure worden opgestart.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 119bis Nieuwe Gemeentewet

        Wet 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties

        Algemene politieverordening (APV), hervastgesteld bij gemeenteraadsbeslissing op 29 april 2010 en een laatste keer gewijzigd bij gemeenteraadsbeslissing op 16 december 2021

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het jaarrapport 2021 omtrent gemeentelijke administratieve sancties (GAS).

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.