DEERLIJK

6 JULI 2022

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Philip Ghekiere, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

Bij aanvang van het CBS wordt een presentatie gegeven over de resultaten van de risico analyse RAPS-I.

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 29 juni 2022 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 29 juni 2022.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 29 juni 2022 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.2. Beslissingen algemeen directeur - juni 2022- kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de besluiten van de algemeen directeur van de maand juni 2022.

 

Motivering

 

De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

 

De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 170 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besluiten van de algemeen directeur van de maand juni 2022.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.3. Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

        W13 - verslag van de raad van bestuur van 17 juni 2022

        VVOG - verslag algemene ledenvergadering van 2 juni 2022

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.4. Masterplan Gaverdomein Deerlijk - WinVorm - gunning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Masterplan Gaverdomein Deerlijk - WinVorm” goed te keuren.

 

Motivering

 

In het meerjarenplan 2020-2025 werd de actie 'Opwaardering Gaverdomein' opgenomen.

Het is de intentie van het bestuur om hierbij de vele gebruikers van het domein te betrekken. Door de keuze om de sociale woningen die momenteel gelegen zijn op het Leon Defraeyeplein te herlocaliseren naar de site van het huidig technisch depot, stelt zich een bijkomende uitdaging om deze sociale woningen op een kwaliteitsvolle manier te integreren.

 

Omwille van de verschillende uitdagingen en complexiteit werd voorgesteld om met dit project in te tekenen op de oproep voor de procedure van de Selectie WinVorm. De doelstelling is om tot een gewogen en gedragen toekomstvisie voor het Gaverdomein en de verwachte sociale woonontwikkeling op de aanpalende site te komen.

 

De gemeenteraad verleende in zitting van 16 december 2021 goedkeuring aan de projectfiche ‘Gaverdomein’ en de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Deerlijk, cvba Mijn Huis en de provincie West-Vlaanderen in het kader van de oproep voor de procedure Selectie WinVorm.

 

In het kader van de opdracht “Masterplan Gaverdomein Deerlijk - WinVorm” werd een bestek met nr. SW202201 opgesteld in het kader van de Selectie WinVorm.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 60.000,00 euro excl. btw of 72.600,00 euro incl. btw.

 

Volgende ondernemers werden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

        Atelier Romain bv, Dendermondsesteenweg 50 te 9000 Gent

        Plusoffice architects bv, Handelskaai 48 te 1000 Brussel

        Studio Thomas Willemse architects bv, Lefrancqstraat 56, bus 3 te 1030 Schaarbeek

 

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 19 mei 2022 om 12.00 uur te bereiken.

 

De verbintenistermijn van 90 kalenderdagen eindigt op 17 augustus 2022.

 

Er werden 3 offertes ontvangen:

        Atelier Romain bv, Dendermondsesteenweg 50 te 9000 Gent (59.940,00 euro excl. btw of 72.527,40 euro incl. 21% btw)

        Studio Thomas Willemse architects bv, Lefrancqstraat 56, bus 3 te 1030 Schaarbeek (59.850,00 euro excl. btw of 72.418,50 euro incl. 21% btw)

        Plusoffice architects bv, Handelskaai 48 te 1000 Brussel (59.776,00 euro excl. btw of 72.328,96 euro incl. 21% btw)

 

De beoordelingscommissie, samengesteld in het kader van de procedure Selectie WinVorm, stelde op 2 juni 2022 het verslag van de beoordelingscommissie op.

 

De beoordelingscommissie, samengesteld in het kader van de procedure Selectie WinVorm, stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Atelier Romain bv, Dendermondsesteenweg 50 te 9000 Gent tegen het nagerekende offertebedrag van 59.940,00 euro excl. btw of 72.527,40 euro incl. 21% btw.

 

Juridische gronden

 

   Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

   Andere:

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

        De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 140.000,00 euro niet)

        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

        Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur

 

Adviezen

 

Het diensthoofd ruimte verleent positief advies.

 

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Bestelbedrag

59.940,00 euro excl. btw of 72.527,40 euro incl. btw

Actie

Opwaardering Gaverdomein

Jaarbudgetrekening

0680-00/22000000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN

Visum

G-2022-29 dd 28/06/2022

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit goedkeuring te verlenen aan het verslag van de beoordelingscommissie van 2 juni 2022.

 

Artikel 2

 

Het verslag van de beoordelingscommissie in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

 

Artikel 3

 

De opdracht “Masterplan Gaverdomein Deerlijk - WinVorm” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Atelier Romain bv, Dendermondsesteenweg 50 te 9000 Gent tegen het nagerekende offertebedrag van 59.940,00 euro excl. btw of 72.527,40 euro incl. 21% btw.

 

Artikel 4

 

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. SW202201.

 

Artikel 5

 

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2022, op jaarbudgetrekening 0680-00/22000000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie A-1.09.1).

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.5. Ondersteuning MAT - gunning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Ondersteuning MAT” goed te keuren.

 

Motivering

 

De organisatie heeft de afgelopen jaren een gigantische transformatie doorgemaakt. Deze transformatie maakt dat clusterhoofden echte kameleons moeten worden en moeten switchen tussen een sturende leidinggevende, een ondersteunende coach, een bruggenbouwer tussen diensten en over besturen heen en tegelijk ook een ondernemer, maar soms ook nog noodgedwongen een deskundige en vanwege de beperkte schaal van de organisatie (maar bij voorkeur zoveel mogelijk beperkt) een uitvoerder.

 

Met de ondersteuning van het MAT en haar leden willen we de leidinggevende/coachende rol van de clusterhoofden versterken in verhouding tot de andere rollen. De focus moet komen op het meer coachen van mensen dan op dossiers.

 

Om het MAT en haar leden verder te begeleiden in de werking, werd een prijsvraag uitgestuurd door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 12.396,69 euro excl. btw of 15.000,00 euro incl. 21% btw.

 

Er wordt voorgesteld de opdracht tot stand te brengen bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

 

Volgende ondernemers werden uitgenodigd om deel te nemen aan deze opdracht:

        Inpare, Heivelden 43 te 2861 Onze-Lieve-Vrouw-Waver

        Miechielsen Training & Consulting, Picardielaan 16 te 2970 Schilde

        Wilde Zwanen bv, Ommegangstraat 11 te 9667 Horebeke

 

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 16 juni 2022 om 10.00 uur te bereiken.

 

Er werden 3 offertes ontvangen:

        Miechielsen Training & Consulting, Picardielaan 16 te 2970 Schilde

        Dagprijs: 1.750,00 euro excl. btw

        Uurprijs: 150,00 euro excl. btw

        Wilde Zwanen bv, Ommegangstraat 11 te 9667 Horebeke

        Dagprijs: 1.160,00 euro excl. btw

        Uurprijs: 145,00 euro excl. btw

        Inpare, Heivelden 43 te 2861 Onze-Lieve-Vrouw-Waver

        Dagprijs: 1.495,00 euro excl. btw

        Uurprijs: 190,00 euro excl. btw

 

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige weerhouden bieder (op basis van de prijs), zijnde Wilde Zwanen bv, Ommegangstraat 11 te 9667 Horebeke tegen een dagprijs van 1.160,00 euro en uurprijs van 145,00 euro.

 

Rekening houdende met het voorgestelde plan van aanpak van Wilde Zwanen bv, komt de totaalprijs op 11.600,00 euro excl. btw of 14.036,00 euro incl. btw.

 

Juridische gronden

 

   Algemene basisbevoegdheid: Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur;

   Andere:

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

        De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet)

        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

        Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur

 

Adviezen

 

De algemeen directeur verleent positief advies.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Bestelbedrag

11.600,00 euro excl. btw of 14.036,00 euro incl. btw

Actie

Opleiding personeel

Jaarbudgetrekening

0190-00/61430000/BESTUUR/CBS/IP-GEEN

Visum

G-2022-30 dd 29/06/2022

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Bovengenoemde opdracht komt tot stand bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

 

Artikel 2

 

Deze opdracht wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde Wilde Zwanen bv, Ommegangstraat 11 te 9667 Horebeke tegen een dagprijs van 1.160,00 euro excl. btw en uurprijs van 145,00 euro excl. btw.

 

Artikel 3

 

De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2022, op jaarbudgetrekening 0190-00/61430000/BESTUUR/CBS/IP-GEEN (actie A-2.3.08).

 

Artikel 4

 

Het krediet zal verhoogd worden bij de volgende aanpassing van de meerjarenplanning.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.6. Planner (B1-B3) - afsluiting kandidaturen en uitslag selectieprocedure - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.7. Premie kadervorming - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.8. Cultuur - engagementsverklaring digitaal podium - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de engagementsverklaring tot deelname aan het project 'Digitaal Podium' van Cultuurconnect goed te keuren.

 

Motivering

 

Op 17 maart 2021 keurde het college van burgemeester en schepenen de intentieverklaring goed om met OC d'Iefte deel uit te maken van de pilootgroep rond het project Digitaal Podium van Cultuurconnect. Hiermee wil Cultuurconnect zoeken naar een passend en performant ticketing systeem voor verschillende partners. De focus hierbij ligt op podiumaanbod.

 

Na een intensieve procedure werd Tix Benelux gekozen als leverancier voor het gedeelde ticketing systeem. In de aanloop naar het afsluiten van een contract met Cultuurconnect, wordt gevraagd om een engagementsverklaring tot 31 mei 2026 te bezorgen.

 

Het toekomstige ticketing systeem wordt geïmplementeerd ter vervanging van het huidige systeem (Ovatic van het Nederlandse bedrijf LVP). Door in te tekenen op het nieuwe systeem via Cultuurconnect zal de ticketing software goedkoper aangekocht kunnen worden dan bij de huidige leverancier het geval is. De software kostprijs verrekend per ticket komt daarmee op 0,35 euro (excl. btw) in plaats van gemiddeld 1,35 euro (excl. btw), op basis van ticketverkoop seizoen 2021-2022. Daarnaast wordt samenwerking tussen de verschillende huizen uit de regio verder gefaciliteerd en is er meer kennisdeling mogelijk binnen de regio. Ook de verregaande koppeling met UiTPAS en de UiT-databank is een bijkomend voordeel ten opzichte van het huidige systeem.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, §1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 17 maart 2021, punt C.9

 

Financiën

 

De financiële gevolgen van deze beslissing zijn nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de engagementsverklaring om in het najaar een contract voor nieuwe ticketing software af te sluiten met Cultuurconnect, goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.9. Cultuur - samenwerkingen cultuurprogramma - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de samenwerkingen met enkele partners in het volgende cultuurseizoen goed te keuren.

 

Motivering

 

Tijdens het komende cultuurseizoen wordt opnieuw gezocht naar kwalitatieve voorstellingen die een waardevolle aanvulling zijn op het aanbod van externen en verenigingen. Waar mogelijk, wordt gezocht naar samenwerking met het verenigingsveld. Deze samenwerkingen worden zo veel mogelijk op maat uitgewerkt zodat dit een win-win is voor zowel de gemeente als de vereniging. Door samen te werken met verenigingen, wordt er aan publieksopbouw gedaan en wordt een ruimer publiek aangesproken.

 

Ook in het komende seizoen worden enkele samenwerkingen uitgewerkt met Deerlijkse verenigingen.

 

        Filmaanbod

 

Het filmaanbod wordt intussen al enkele jaren in samenwerking met Davidsfonds Deerlijk uitgewerkt. Er wordt samen een programmatie opgemaakt. De vertoningsrechten worden voor rekening van de gemeente genomen en de ticketinkomsten zijn ook voor de gemeente. De bar wordt georganiseerd door Davidsfonds en de barinkomsten zijn voor hen. Ook in het najaar van 2022 worden op deze manier opnieuw 4 films vertoond.

 

        Het Gevolg - U bent mijn moeder (22 oktober 2022)

 

Deze voorstelling wordt georganiseerd binnen het jaaraanbod van Die Ghesellen. Hiervoor worden een aantal tickets (40) verkocht via het vrijetijdspunt en deze wordt ook opgenomen in de gemeentelijke promotiekanalen (o.a. brochure GOESTE8540). Deze voorstelling is een mooie aanvulling op het programma van OC d'Iefte, maar wordt bekostigd en georganiseerd door Die Ghesellen. De tickets die verkocht worden via het vrijetijdspunt, worden doorgestort aan de vereniging. Er zijn geen verdere kosten verbonden aan deze voorstelling, behalve de technische ondersteuning en bijbehorende personeelsinzet.

 

        Johan Terryn - Het Uur Blauw (4 november 2022)

 

Voor deze voorstelling wordt samengewerkt met Reveil. Deze samenwerking is louter promotioneel. Reveil voorziet een aparte flyer met het programma voor Reveil 2022, in return voor zichtbaarheid via de gemeentelijke kanalen van de vrijetijdsdiensten.

 

        Wannes Cappelle en Nicolas Callot (17 december 2022)

 

Wild van Klassiek engageert zich om:

        Reclame te maken voor deze voorstelling bij de eigen achterban via minstens 3 van volgende kanalen:

        Website

        Nieuwsbrief

        Affiches of flyers verdelen

        Sociale media (Facebook of Instagram).

        De bar te bemannen op de avond van de voorstelling en te assisteren bij het in- en/of uitladen van de techniek en het opstellen van de zaal indien nodig.

        Indien nodig assistentie te verlenen bij het loket op de voorstellingsavond.

        Indien gewenst, kunnen papieren tickets verkregen worden om meteen verkocht te worden aan de eigen achterban.

Als return ontvangt de vereniging:

        10% van de opbrengst van alle verkochte tickets

        50% van de baropbrengst

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, §1 Decreet lokaal bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de samenwerkingen in het kader van de najaarsprogrammatie van OC d'Iefte goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.10. Cultuur - najaarsprogramma OC d'Iefte - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om kennis te nemen van de cultuurprogrammatie van OC d'Iefte voor het najaar van 2022.

 

Motivering

 

Na twee seizoenen met uitgestelde en geannuleerde voorstellingen, wordt in het najaar van 2022 weer een volwaardig cultuurprogramma aangeboden in Deerlijk. Dit aanbod wil een aanvulling zijn op het aanbod van externen en verenigingen, zodat ook de niet-verenigde Deerlijkse burger op (socio-)cultuureel vlak niet op zijn honger blijft zitten. Het blijft de bedoeling om kwalitatieve, laagdrempelige en unieke voorstellingen aan te bieden in OC d'Iefte of de buurthuizen.

 

Datum

Voorstelling

Ticketprijs
(vroegboek - standaard - -26)

28 augustus

Brunchconcert met Alps.

25 - 12, 50 (-12)

8 september

film (te bepalen)

3

16 september

Eva De Roovere

12 - 14 - 7

1 oktober

Masters of Baroque

23 - 10 (-26)

15 oktober

Brent Beukelaer

12 - 14 - 7

22 oktober

Het Gevolg - U bent mijn moeder

15

26 oktober

film (te bepalen)

3

28 oktober

Grof Geschud

12 - 14 - 7

4 november

Johan Terryn - Het uur blauw

12 - 14 - 7

17 november

film (te bepalen)

3

2 december

Sprookjes Enzo - HOPE (3+)

7 - 9

14 december

film (te bepalen)

3

17 december

Wannes Cappelle & Nicolas Callot - Mozart in het West-Vlaams

12 - 14 - 7

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

Deze beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de cultuurprogrammatie van OC d'Iefte voor het najaar van 2022.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.11. Feestelijkheden - Wielerjeugdhappening  - 11 september 2022 - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van de Wielerjeugdhappening voor miniemen en aspiranten, die plaatsvindt op zondag 11 september 2022, goed te keuren.

 

Motivering

 

Op zondag 11 september 2022 vindt de wielerjeugdhappening (plaatselijke rondes) plaats op het grondgebied van de gemeente Deerlijk.

 

De burgemeester heeft op 30 juni 2022 de wielerjeugdhappening van KSV Deerlijk vergund.

 

Op die dag wordt op de gemeentewegen een grote toeloop van kijklustigen en weggebruikers verwacht.

In het belang van de openbare orde en van de veiligheid dient onverwijld opgetreden te worden.

 

PZ Gavers verleende op 23 juni 2022 een positief advies op en maakte een tijdelijk politiereglement op het verkeer op.

Daarnaast voorziet PZ Gavers de nodige verkeersmaatregelen conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met identieke nummer 1567422 en vraagt de organisatoren om de bewoners op het parcours via brief te verwittigen van het afgesloten parcours en de seingevers een half uur voor de start op te stellen op hun plaats.

 

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

Andere:

        Art. 119, § 1 en art. 130 bis van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)

        Wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen

        Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen

        Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit op zondag 11 september 2022, tussen 8.00 uur en 19.00 uur, in de Guido Gezellelaan, Sint Amandusstraat (tussen Guido Gezellelaan en Pikkelstraat), Pikkelstraat (tussen Sint-Amandusstraat en Paanderstraat), Paanderstraat (tussen Pikkelstraat en Guido Gezellelaan), geen verkeer toe te laten in de rijrichting van de renners, zijnde de richting van de opsomming van voornoemde straten.

In de andere richting zijn enkel voetgangers en personen die een fiets of bromfiets aan de hand leiden toegelaten, voor zover zij het trottoir gebruiken.

 

Artikel 2

 

Het stilstaan en parkeren langs weerszijden van de openbare weg wordt op zondag 11 september 2022 tussen 7.00 uur en 19.00 uur verboden in de in artikel 1 opgesomde straten of straatgedeelten.

 

Artikel 3

 

Het verkeer naar de in artikel 1 opgesomde straten wordt omgelegd

 

Artikel 4

 

Alle nodige te plaatsen verkeersborden voortvloeiend uit de bepalingen vervat in voorgaande artikels, worden overeenkomstig de bij wet voorziene bepalingen aangebracht.

 

Artikel 5

 

De inrichters dienen zich te houden aan de bepalingen vermeld in de huidige politieverordening.

 

Artikel 6

 

Overtredingen op onderhavig besluit worden beteugeld met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.

 

Artikel 7

 

Afschrift van dit besluit wordt aan de bevoegde overheden overgemaakt.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.12. Feestelijkheden - Piepjonge Bond - Terre De Feu - 27 augustus 2022 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Op 9 juni 2022 werd een aanvraag ingediend door Gezinsbond Deerlijk (afdeling Piepjonge) voor volgend evenement:

 

Naam evenement

Terre De Feu

Organisator

Piepjonge Gezinsbond

Datum

zaterdag 27 augustus 2022

Plaats

plein chiroheem, Kardinaal Cardijnlaan

 

Motivering

 

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

 

        aanvraag geluidsactiviteit als volgt:

 

85 – 95 dB

Contactpersoon

Naam

Kurt Deleersnyder

 

Adres

Krekelheedstraat 1

 

Postcode en gemeente

70 Vichte

 

Activiteit

Benaming activiteit

Terre De Feu

Locatie

Gebouw

/

 

Tent

/

 

Open lucht

X

Adres

Naam gebouw

chiroheem

 

Adres

Kardinaal Cardijnlaan

 

Postcode en gemeente

8540 Deerlijk

 

Maximaal geluidsniveau

>85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min

 

Duur

 

Begin

zaterdag 27 augustus 2022 om 16.00 uur

Einde

zaterdag 27 augustus 2022 om 24.00 uur

 

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.

 

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

 

        aanvraag politionele medewerking

 

Er worden geen verkeerstechnische maatregelen gevraagd.

 

PZ Gavers verleende op 20 juni 2022 positief advies in Eagle.be met identiek nummer 1578743 en vraagt de organisator rekening te houden met eventuele verkeershinder gelinkt aan het evenement BuikRock dat gelijktijdig plaatsvindt.

 

        aanvraag tijdelijke inname openbaar domein

 

De Piepjonge Gezinsbond wenst Terre De Feu te organiseren op zaterdag 27 augustus 2022 en vraag toelating voor: plein achter het chiroheem in de Kardinaal Cardijnlaan.

 

        aanvraag vuurvergunning

 

Het is verboden, zonder voorafgaande schriftelijke machtiging van de burgemeester, enig vuur aan te leggen waarbij het gebruik of de aanwezigheid van *open vuur of vlammen* een risico doet ontstaan voor het publiek.

 

Voor het gebruik van vuurkorven, -manden en -schalen verwijst de hulpverleningszone Fluvia naar de richtlijnen die terug te vinden zijn op hun website via volgende link:

https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

 

2. De evenementen-veiligheidscel verleent volgend advies voor dit evenement:

 

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

 

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

 

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

 

Bijkomend specifiek advies kan later nog volgen vanuit de veiligheidscel.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Toelating geluidsactiviteit

        Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement

        Besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

        Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

        Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen

        Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 maart 2011

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.

De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

 

Artikel 2

 

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

 

Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

Maximaal geluidsniveau: > 85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min

        Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,15min 95 dB(A) niet overschrijden.

Als het maximale geluidsniveau, gemeten als LAmax,slow 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan.

Bij het meten van het geluidsniveau wordt zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht.

        Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de mengtafel of andere representatieve meetplaats.

        Op initiatief en op kosten van de exploitant/organisator wordt ofwel LAeq,15min ofwel LAmax,slow continu gemeten d.m.v. meetapparatuur die voldoet aan de vereisten. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant/organisator of een door hem aangestelde persoon.

        De verplichting tot het meten van het geluidsniveau geldt niet als door de organisator/exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm, gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten.

 

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

Duur

 

Begin

zaterdag 27 augustus 2022 om 16.00 uur

Einde

zaterdag 27 augustus 2022 om 24.00 uur

 

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

        De inrichters als bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

        De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

 

De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op zaterdag 27 augustus 2022 van 16.00 tot en met 24.00 uur, plein chiroheem in de Kardinaal Cardijnlaan.

 

Artikel 4

 

Vuurvergunning zie besluit van de burgemeester.

 

Artikel 5

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de evenementencel te volgen en verzoekt de organisator deze richtlijnen van de verschillende disciplines te volgen inzake veiligheid.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.13. Feestelijkheden - Lijst ten lasteneming UNISONO voor feest- en gemeentelijke activiteiten juli tot en met september - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de lijst van feest- en gemeentelijke activiteiten waarvoor de gemeente de UNISONO- vergoeding op zich neemt, goed te keuren.

 

Motivering

 

Aangiftes van manifestaties, voorstellingen en/of evenementen met muziekgebruik en/of toneeluitvoeringen en evenementen dienen te gebeuren via de online applicatie van UNISONO.

De gemeentediensten voorzien in deze aangiftes van alle betreffende gemeentelijke activiteiten. Jaarlijks engageert de gemeente zich om naast de eigen activiteiten ook de aangifte van een aantal andere activiteiten met een zekere uitstraling voor de gemeente, op zich te nemen.

 

Omwille van de voorbije coronamaatregelen en bijbehorende onzekerheid of evenementen en activiteiten al dan niet zullen kunnen/mogen plaatsvinden, worden de aangiftes voor evenementen/activiteiten van derden (al dan niet in samenwerking met de gemeente) met een zekere uitstraling voor de gemeente, in 2022 pas na bevestiging van de activiteit geagendeerd op het college van burgemeester en schepenen en door het vrijetijdspunt geregistreerd op het digitale UNISONO- platform:

 

Volgende feest- en gemeentelijke activiteiten zullen voor juli tot en met september 2022 via de respectievelijke online applicatie doorgegeven worden:

 

        Muziekoptredens in een buitenlocatie

 

        Café Congé, 7 juli 2022

        Café Congé, 14 juli 2022

        Café Congé, 20 juli 2022

 

        Wielerwedstrijden

 

        Wielerjeugdhappening KSV Deerlijk, 11 september 2022

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming

940 euro

Actie

Auteursrechten, vergoedingen voor optredens, enz ...

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS/0719-00/61320000

Visum

neen

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de lijst van feest- en gemeentelijke activiteiten waarvoor de gemeente de UNISONO- vergoeding op zich neemt, goed te keuren:

 

        Café Congé, 7 juli 2022

        Café Congé, 14 juli 2022

        Café Congé, 20 juli 2022

        Wielerjeugdhappening KSV Deerlijk, 11 september 2022

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.14. Feestelijkheden - Deerlijks Verlangen - Droom je Deerlijkse Straat - 18 september 2022 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Op 6 juni 2022 werd een aanvraag ingediend door Deerlijks Verlangen voor volgend evenement:

 

Naam evenement

Droom je Deerlijkse straat!

Organisator

Deerlijks Verlangen

Datum

zondag 18 september 2022

Plaats

Kerkplein 1

 

Motivering

 

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

 

        aanvraag politionele medewerking

 

Parkeerverbod op volgende plaats(en): Kerkplein op zondag 18 september 2022 van 13.00 uur tot en met 18.00 uur.

 

Het verkeersvrij houden van volgende straat: Kerkplein op zondag 18 september 2022 van 13.00 uur tot en met 18.00 uur.

 

PZ Gavers verleende op 20 juni 2022 positief advies, voorziet de nodige verkeersmaatregelen conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met identiek nummer 1576146.

 

PZ Gavers vraagt de organisator bijkomend om de buurtbewoners te verwittigen van de gewijzigde verkeerssituatie op zondagnamiddag 18 september 2022, geen springkastelen dwars over de rijbaan te plaatsen en een minimale doorgang van 3 m te vrijwaren voor de hulpdiensten.

 

        aanvraag tijdelijke inname openbaar domein

 

Deerlijks Verlangen wenst Droom je Deerlijkse straat! te organiseren op zondag 18 september 2022 en vraag toelating voor: de inname van het kerkplein, de kerkomgeving.

 

2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:

 

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

 

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

 

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

 

Bijkomend specifiek advies kan later nog volgen vanuit de veiligheidscel.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

 

        Plaatsing verkeerssignalisatie

        Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.

De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op zondag 18 september 2022 van 13.00 uur tot en met 18.00 uur, Kerkplein en straten rondom de kerk

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

 

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie. De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

 

Artikel 4

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de evenementencel te volgen en verzoekt de organisator deze richtlijnen van de verschillende disciplines te volgen inzake veiligheid.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.15. BBO De KIM & De SAM - tijdelijke aanstelling Chantal T'Joen -

goedkeuring

 

STEMMINGEN

Eenparig goedgekeurd

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.16. OMV 2022_65 - Sint-Elooistraat 2 - IIOA klasse 1 - advies aan POVC

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd advies uit te brengen voor de omgevingsvergunningsaanvraag van Bernd Casier namens CASIER RECYCLING NV gevestigd Sint-Elooistraat 2 te 8540 Deerlijk, voor de actualisatie van de vergunning bij een schrootverwerkend bedrijf, op een perceel gelegen Sint-Elooistraat 2 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 270 B, (afd. 2) sectie D 273 A, (afd. 2) sectie D 275 D, (afd. 2) sectie D 292 W, (afd. 2) sectie D 292 A2 en (afd. 2) sectie D 292 B2.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en motiveert haar advies als volgt:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

        De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Zonevreemde bedrijven in het buitengebied’, werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2017 (publicatie in het Belgisch staatsblad op 25 april 2017).

        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 oktober 1966 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanleggen van een opslagplaats voor schroot.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 maart 1967 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaande werkplaats.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 augustus 1970 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een opslagplaats.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 januari 1975 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een magazijn.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 juli 1983 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 4 autobergplaatsen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 mei 1998 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een loods na afbraak van een bestaande loods.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 augustus 2001 door het college van burgemeester en schepenen voor het verharden van in betoon van niet-verharde zones op de werf.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 juni 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een luifel.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 april 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een machinekamer en plaatsen van een pers.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 juni 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een bovengronds bufferbekken.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 september 2005 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van nieuwe werkplaatsen na sloping van de bestaande.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 september 2005 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van infopanelen.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Milieuvergunning afgeleverd op 24 oktober 2002 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het verzamelen van schrootafvalstoffen en het doorvoeren naar bedrijven waar het schroot opnieuw kan worden gesmolten voor recyclage.

        Milieuvergunning afgeleverd op 11 december 2003 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het uitbreiden, wijzigen en toevoegen aan een inrichting voor opslag en mechanische behandeling van schrootafvalstoffen.

        Milieuvergunning gedeeltelijk afgeleverd op 10 mei 2007 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het uitbreiden en wijzigen voor de opslag en mechanische behandeling van schrootafvalstoffen meer bepaald van AEEA.

        Milieuvergunning afgeleverd op 23 april 2009 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor de definitieve vergunning voor opslag en mechanische behandeling van AEEA.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 25 januari 2018 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het wijzigen van de lozingsnormen 2017.

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 10 september 2020 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het regulariseren van de vergunde toestand door middel van wijziging en uitbreiding.

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 12 augustus 2021 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het bouwen van een buffer- en bezinkingsbekken voor de opvang van oppervlaktewater.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.a.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Sint-Elooistraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De percelen die onderwerp uitmaken van deze omgevingsvergunningsaanvraag hebben betrekking op de bedrijfssite van een schrootverwerkend bedrijf. Dit is een historisch gegroeid bedrijf dat in het noorden grenst aan de Sint-Elooistraat, aan de zuidzijde aan de spoorweg en aan oostzijde aan het achterliggende landbouwgebied rond de Veemeersstraat, alsook het bestaande landbouwbedrijf dat aan de oostzijde grenst. Het bedrijf heeft zijn hoofd in- en uitgang langs het Stationsplein. De volledige bedrijfssite is verhard met vooral in het westen bebouwing (loodsen en kantoorgebouw). Het grootste deel van de bedrijfssite wordt afgezoomd met groenbuffer en een geluidswerende wand.

 

3.b.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft geen betrekking op een stedenbouwkundige handeling.

 

3.c.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De hoofdactiviteit van Casier Recycling NV is het recycleren van ferrometalen, non-ferrometalen en hout. De aanvraag heeft betrekking op de hernieuwing en beperkte aanpassing van de milieuvergunningen die verlopen op 20 april 2023. Het bedrijf is gespecialiseerd in het verzamelen en behandelen van schrootafvalstoffen (ferro en non-ferro, autowrakken) en het doorvoeren naar bedrijven waar het schroot opnieuw kan worden gesmolten voor recyclage. Het bedrijf haalt zelf nauwelijks schrootafval op, maar is vooral een tussenschakel tussen de schroothandelaars en de metaalproducerende industrie.

In de inrichting is een depollutiecentrum aanwezig. Hierbij worden alle gevaarlijke vloeistoffen en gassen op milieuvriendelijke wijze opgevangen en verwijderd naar hiertoe vergunde verwerkingsinrichtingen. Het centrum bestaat uit een werkplaats met aanpalende opslagruimte, waar de activiteiten met betrekking tot de depollutie plaatsvinden. In de inrichting wordt eveneens gewerkt volgens de milieubeleidsovereenkomst betreffende de uitvoering van de aanvaardingsplicht gebruikte elektrisch en elektronische apparatuur.

Verder wordt ook houtafval en kunststoffen, bijvoorbeeld kunststofprofielen en PUR ( dit zijn isolatiepanelen) aanvaard en verhakseld.

In onderstaand overzicht van de Vlarem rubrieken werden de wijzigingen opgenomen.

De activiteiten van dit bedrijf vallen onder de volgende projectcategoriën van bijlage II van het MER-besluit, waardoor de opmaak van een nieuw milieu effectenrapport verplicht is:

        Rubriek 11 f)

Opslag van schroot met inbegrip van autowrakken als de opslagcapaciteit 10.000 ton ofmeer of 10.000 voertuigwrakken of meer bedraagt.

        Rubriek 13 a)

Wijziging of uitbreiding van projecten van bijlage I, II of III, waarvoor reeds eenvergunning is afgegeven, die zijn of worden uitgevoerd, wanneer de wijziging ofuitbreiding op zich voldoet aan de in bijlage II genoemde drempelwaarden, voor zoverdeze bestaan (niet in bijlage I opgenomen wijziging of uitbreiding)

 

Er werd op 23 maart 2022 een scopingadvies uitgebracht door de Dienst Mer.

 

De ingedeelde inrichting omvat de volgende rubrieken:

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

2.2.1.e)4°

De inrichting is vergund voor 98,19 ton diverse gevaarlijke afvalstoffen.

Onder deze rubriek zitten een aantal afvalstoffen opgenomen die afkomstig zijn uit het depollutiecentrum .

Alle afvalstoffen die ontstaan in het depollutiecentrum, zijn vergunningsplichtig onder de rubriek 2.2.2.d.3.  Ook de rubriek 2.4.5. is van toepassing.

De afvalstoffen afkomstig uit het depollutiecentrum worden hier geschrapt.

voor de opslag van grondkabel en accu's wordt een uitbreiding gevraagd. (Verandering)

176 ton

1

2.2.2.c)4°

De inrichting is vergund voor de opslag en mechanische behandeling van 43.558 ton ferro en non-ferro schroot, inclusief 26 ton accu's.

In de vergunning wordt per soort schroot een maximale opslaghoeveelheid vermeld. Er wordt gevraagd om voor het non-ferro en het ferro schroot een totale opslaghoeveelheid te vergunnen.

Er wordt een beperkte uitbreiding gevraagd tot een totale hoeveelheid van 41.000 ton ferro schroot (oa draadijzer, gietijzer, plaat- en profielijzer) en 5.500 ton non-ferro schroot (oa aluminium, brons, chroomstaal, zink, zamak, koper, inox, lood, nikkel, titanium).

- Onder deze rubriek werd in het verleden de opslag van 26 ton accu’s vergund.  Op de accu’s gebeurt geen mechanische behandeling.  Deze opslag is vergunningsplichtig onder de rubrieken 2.2.1.e.4. en 2.4.5. (Verandering)

46.500 ton

1

2.2.2.d)3°

De hernieuwing wordt gevraagd voor de opslag en mechanische behandeling van 100 ton gedepollueerde wrakken en 25 ton niet-gedepollueerde wrakken.

Door de depollutie ontstaan diverse afvalstoffen waarvoor volgende opslag aanwezig is:

- 1.500 l motorolieafval

- 1.500 l glycolwaterafval

- 200 l remolieafval

- 1 ton oliefilters

- 3.000 l benzineafval

- 3.000 l mazoutafval

- 1.500 l ruitenwisservloeistofafval

- 0,5 ton onschadelijk gemaakte airbag patronen

- 27 kg airco-koelmiddel

- 1 ton accu’s

- 200 l vervuilde of onbruikbare solventen

- 1.400 l lege LPG-tanks met mogelijks restanten van LPG (Hernieuwing)

125 ton

1

2.2.2.f)2°

De hernieuwing wordt gevraagd voor de opslag en mechanische behandeling van:

- 1.500 ton houtafval

- 600 ton plastiekafval

- 100 ton PUR

Hiertoe zijn volgende installaties aanwezig:

- mobiele houtbreker van 1.000 kW

- mobiele shredder voor oa alu profielen, kunststofprofielen van 500 kW

- mobiele shredder voor oa kunststoffen, sandwichpanelen/PUR van 590 kW (Hernieuwing)

2.200 ton

1

2.2.2.g)2°

De inrichting is vergund voor de opslag en mechanische behandeling van:

- 40 ton groot wit

- 5 ton beeldschermen

- 20 ton overige

- 0,1 ton condensatoren

Er wordt een uitbreiding gevraagd voor de opslag en mechanische behandeling van:

- 50 ton groot wit

- 20 ton beeldschermen

- 30 ton overige

- 0,1 ton condensatoren (Verandering)

100,1 ton

1

2.4.5.

De vergunning wordt gevraagd voor de opslag van:

- 1.500 l motorolieafval (depollutiecentrum)

- 1,65 ton glycolwaterafval (depollutiecentrum)

- 200 l remolieafval (depollutiecentrum)

- 1 ton oliefilters (depollutiecentrum)

- 2,22 ton benzineafval (depollutiecentrum)

- 2,562 ton mazoutafval (depollutiecentrum)

- 1,35 ton ruitenwisservloeistofafval (depollutiecentrum)

- 0,5 ton onschadelijk gemaakte airbag patronen (depollutiecentrum)

- 27 kg airco-koelmiddel (depollutiecentrum)

- 1 ton accu’s (depollutiecentrum)

- 100 ton accu’s

- 0,18 ton vervuilde of onbruikbare solventen (depollutiecentrum)

- 50 ton grondkabel

- 25 ton niet-gedepollueerde wrakken

- 1.400 l lege LPG-tanks met mogelijks restanten van LPG

- 1 ton afvalstoffen vergelijkbaar met KGA

- 125 ton AEEA (20 ton KV, 5 ton MLR, 50 ton groot wit, 20 ton beeldschermen, 30 ton overige)

- 0,1 ton condensatoren (Nieuw)

314,69 ton

1

3.6.3.2°

De inrichting is vergund voor de lozing van 48,45 m³/uur, 480 m³/dag en 64.485 m³/jaar bedrijfsafvalwater afkomstig van de waterzuiveringsinstallatie.

Er wordt een wijziging voor het lozingspunt. (Verandering)

48,45 m³/uur

2

6.4.1°

De inrichting is vergund voor de opslag van:

- 1.500 l hydraulische olie

- 2.980 l motorolie, transmissieolie, brugolie, kabelsmeermiddel, afvalolie

- 1.500 l motorolie

- 1.600 l motorolie, hydraulische olie, afgewerkte olie

- 3.000 l hydraulische olie (Ongewijzigd)

10.580 liter

3

6.5.2°

De hernieuwing wordt gevraagd voor:

- bovengrondse dubbelwandige vaste houder van 60.000 l diesel met 2 verdeelslangen

- bovengrondse dubbelwandige vaste houder van 40.000 l diesel met 2 verdeelslangen

- bovengrondse dubbelwandige vaste houder van 1.200 l mazout met 1 verdeelslang

- ondergrondse dubbelwandige vaste houder van 8.000 l benzine met 1 verdeelslang (Hernieuwing)

6 verdeelslangen

2

12.2.1°

De hernieuwing wordt gevraagd voor een transformator van 800 kVA. (Hernieuwing)

800 kVA

3

12.2.2°

De hernieuwing wordt gevraagd voor 2 transformatoren: 1 x 2.000 kVA en 1 x 1.250 kVA. (Hernieuwing)

3250 kVA

2

15.1.2°

De inrichting is vergund voor het stallen van 25 bedrijfsvoertuigen.

De hernieuwing en uitbreiding wordt gevraagd voor het stallen van 50 bedrijfsvoertuigen (Verandering)

50 voertuigen

2

15.2.

De hernieuwing wordt gevraagd voor 1 garagewerkplaats met schouwput. (Hernieuwing)

1 garagewerkplaats

3

15.4.1°

De hernieuwing wordt gevraagd voor 1 wasplaats. (Hernieuwing)

1 wasplaats

3

16.3.2°a)

De hernieuwing wordt gevraagd voor:

- compressor van 7,5 kW

- airco van 110 kW

- airco van 1,6 kW

- compressor van 4 kW

- compressor van 5,5 kW

- compressor van 2,2 kW

- airco van 6,3 kW (Hernieuwing)

137,1 kW

3

17.1.2.1.2°

De hernieuwing wordt gevraagd voor:

- 5.000 l zuurstof

- 2.000 l propaan

- 200 l acetyleen

- 200 l menggas

- 1.400 l lege LPG-tanks met mogelijks restanten van LPG

- 1.200 l propaan (Hernieuwing)

10.000 liter

2

17.1.2.2.1°

De hernieuwing wordt gevraagd voor de opslag van 3.000 l zuurstof in vaste houder. (Hernieuwing)

3.000 liter

3

17.3.2.1.1.2°

De inrichting is vergund voor de opslag van:

- bovengrondse dubbelwandige vaste houder van 60.000 l diesel

- bovengrondse dubbelwandige vaste houder van 3.000 l mazoutafval (depollutiecentrum)

- bovengrondse dubbelwandige vaste houder van 40.000 l diesel

- bovengrondse dubbelwandige vaste houder van 1.200 l mazout

- bovengrondse dubbelwandige vaste houder van 2.000 l gasolie

Er wordt een wijziging gevraagd. 

Rubriek 17 is niet van toepassing op afvalstoffen.  CLP sluit afvalstoffen uit.  De opslag van deze gevaarlijke afvalstoffen dient enkel onder rubriek 2.4.5 te worden vergund in plaats van onder rubriek 17.3.

Mazoutafval is afkomstig uit het depollutiecentrum.  Alle afvalstoffen die ontstaan in het depollutiecentrum, zijn vergunningsplichtig onder de rubriek 2.2.2.d.3.

 

De opslag van mazoutafval afkomstig uit het depollutiecentrum wordt hier geschrapt. (Verandering)

88,128 ton

2

17.3.2.2.2°b)

De inrichting is vergund voor de opslag van:

- 338,8 kg reinigingsmiddel

- 42,35 kg thinner

- 5.920 kg benzine

- 2.220 kg benzineafval (depollutiecentrum)

Er wordt een wijziging gevraagd.

Rubriek 17 is niet van toepassing op afvalstoffen.  CLP sluit afvalstoffen uit.  De opslag van deze gevaarlijke afvalstoffen dient enkel onder rubriek 2.4.5 te worden vergund in plaats van onder rubriek 17.3.

Benzineafval is afkomstig uit het depollutiecentrum.  Alle afvalstoffen die ontstaan in het depollutiecentrum, zijn vergunningsplichtig onder de rubriek 2.2.2.d.3.

 

De opslag van benzineafval afkomstig uit het depollutiecentrum wordt hier geschrapt. (Verandering)

6,3 ton

2

17.3.6.1°a)

De inrichting is vergund voor de opslag van:

- 220 kg glycolwater

- 338,8 kg reinigingsmiddel

- 55,4 kg antivriesmiddel

- 42,35 kg thinner

- 147 kg verven

- 1.350 kg ruitenwisservloeistofafval

- 5.920 kg benzine

- 2.220 kg benzineafval

Er wordt een wijziging gevraagd.

Rubriek 17 is niet van toepassing op afvalstoffen.  CLP sluit afvalstoffen uit.  De opslag van deze gevaarlijke afvalstoffen dient enkel onder rubriek 2.4.5 te worden vergund in plaats van onder rubriek 17.3.

Benzineafval en ruitenwisservloeistofafval is afkomstig uit het depollutiecentrum.  Alle afvalstoffen die ontstaan in het depollutiecentrum, zijn vergunningsplichtig onder de rubriek 2.2.2.d.3. 

De opslag van benzineafval en ruitenwisservloeistofafval afkomstig uit het depollutiecentrum wordt hier geschrapt. (Verandering)

6,72 ton

3

17.3.7.1°a)

De inrichting is vergund voor de opslag van:

- 220 kg glycolwater

- 338,8 kg reinigingsmiddel

- 55,4 kg antivriesmiddel

- 42,35 kg thinner

- 147 kg verven

- 5.920 kg benzine

- 2.220 kg benzineafval (depollutiecentrum)

Er wordt een wijziging gevraagd.

Rubriek 17 is niet van toepassing op afvalstoffen. CLP sluit afvalstoffen uit. De opslag van deze gevaarlijke afvalstoffen dient enkel onder rubriek 2.4.5 te worden vergund in plaats van onder rubriek 17.3.

Benzineafval is afkomstig uit het depollutiecentrum.  Alle afvalstoffen die ontstaan in het depollutiecentrum, zijn vergunningsplichtig onder de rubriek 2.2.2.d.3.

 

De opslag van benzineafval afkomstig uit het depollutiecentrum wordt hier geschrapt. (Verandering)

6,72 ton

3

17.3.8.2°

De inrichting is vergund voor de opslag van:

- 5.920 kg benzine

- 2.220 kg benzineafval

Er wordt een wijziging gevraagd.

Rubriek 17 is niet van toepassing op afvalstoffen.  CLP sluit afvalstoffen uit.  De opslag van deze gevaarlijke afvalstoffen dient enkel onder rubriek 2.4.5 te worden vergund in plaats van onder rubriek 17.3.

Benzineafval is afkomstig uit het depollutiecentrum.  Alle afvalstoffen die ontstaan in het depollutiecentrum, zijn vergunningsplichtig onder de rubriek 2.2.2.d.3. 

De opslag van benzineafval afkomstig uit het depollutiecentrum wordt hier geschrapt. (Verandering)

5,92 ton

2

29.5.2.1°a)

De hernieuwing wordt gevraagd voor:

- zaagmachine van 1,5 kW

- slijpmolen van 3 kW

- hydraulische pers van 1 kW

- boormachine van 5 kW

- draaibank van 7,5 kW

- freesmachine van 2,2 kW

- velgenpers van 11 kW

- alligatorschaar van 5,5 kW (Hernieuwing)

36,7 kW

3

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vind plaats van 27 mei 2022 tot 25 juni 2022. Naar aanleiding van deze aanvraag wordt een informatievergadering gehouden op maandag 13 juni 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden 6 bezwaarschriften (waarvan 5 identieke bezwaren en één advies) ontvangen.

 

De elementen uit de ingediende bezwaarschriften kunnen als volgt worden samengevat:

 

  1. De discipline geluid en trillingen van het project-MER als 'niet correct' bestempeld omdat er geen geluidsmetingen werden uitgevoerd ten noordoosten van de bedrijfssite.
  2. Maatregelen ter voorkoming van geluidshinder moeten consequent toegepast worden.
  3. De discipline lucht wordt als 'onvolkomen' bestempeld omdat er onvoldoende metingen zijn ten aanzien van pcb en dioxine verspreiding via stof.
  4. De discipline mens en gezondheid wordt ook als 'onvolkomen' bestempeld omdat de aanwezige lichtpunten wel degelijk licht schijnen op nabij gelegen landerijen en woningen.
  5. Er wordt tevens vermeld dat de afstand van het bedrijf ten opzichte van het dichtst bijzijnde woongebied niet correct is (bladzijde 58 van het project-MER).
  6. Ten aanzien van de aangevraagde afwijking op de stapelhoogte wordt door de bezwaarindieners verwezen naar het sectoraal BPA 'zonevreemde bedrijven'. Hierbij wordt de maximale stapelhoogte in de zone voor opslag beperkt tot 8 m (dit is ook de hoogte van de geluidsmuur). De bezwaarindieners wensen geen hogere stapelhoogtes dan de hoogte van de geluidsmuur.
  7. Tenslotte wordt ook de afwijking in het kader van de aanleg van een groenbuffer weerlegt. De huidige aanwezige groenbuffers zijn niet als 'voldoende' te beschouwen. Minstens moet de groenbuffer ten oosten van het bedrijf na de werken aan het bezinkings- en bufferbekken, voldoende heraangelegd worden.

 

Het advies werd ingediend door de NMBS en wordt als volgt geformuleerd: 'gunstig advies'

 

  1. Adviezen

 

De vergunningsverlenende overheid heeft in deze procedure advies gevraagd aan de volgende instanties:

        de gemeente Deerlijk

        het gewestelijk departement Omgeving (dienst MER)

        het departement Omgeving (Vlaamse Gewest)

        de afdeling Onroerend Erfgoed

        de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij

        de provinciale Omgevingsvergunningscommissie

        de Provincie West-Vlaanderen

        de Vlaamse Milieumaatschappij

        het Agentschap Zorg en Gezondheid

 

Er dienden door de gemeente Deerlijk geen sub-adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER

 

De aanvraag valt onder de bijlage II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Een Project-MER is van toepassing op voorliggende aanvraag. Op 15 juni 2022 heeft het college van burgemeester en schepenen een voorwaardelijk gunstig advies verleend. Het advies omvat de volgende voorwaarden:

De maatregelen om de hinder naar de omgeving en de omwonenden toe te beperken dienen strikt nageleefd te worden:

met betrekking tot de discipline Lucht:

        materiaalverplaatsing met trage bewegingen uitvoeren;

        waar mogelijk gebruik maken van bijkomende afscherming en/of besproeiing met water;

        zoveel als mogelijk rekening houden met de meteorologische omstandigheden;

        de voorzieningen die opgenomen werden in het RUP 'Zonevreemde bedrijven in het buitengebied' en kunnen bijdragen tot het beheersen van de stofhinder moeten maximaal benut worden.

met betrekking tot de discipline Geluid:

        waar mogelijk de geluid producerende installaties afschermen of binnen plaatsen;

        de valhoogte van schroot maximaal beperken.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen, komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier.

 

7.a.       Planologische toets

De eigendom is gelegen binnen de grenzen van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Zonevreemde bedrijven in het buitengebied, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2017 (publicatie in het Belgisch staatsblad op 25 april 2017). De site waarop de aanvraag betrekking heeft, is bestemd als zone voor bedrijvigheid en zone voor buffergroen met overdrukzones geluidsmuur en bufferscherm, groenscherm en private oprit. In de aanvraag worden geen gebouwen of constructies opgericht, noch stedenbouwkundig vergunningsplichtige handelingen uitgevoerd zodat de overeenstemming met het RUP behouden blijft.

 

7.b.       Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Sint-Elooistraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.c.       Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.d.       Toetsing MER-plicht

De MER-procedure is beschreven in het Decreet van 18 december 2002 (B.S. 13 februari 2003) tot aanvulling van het Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage.

De activiteiten vallen onder volgende projectcategorieën van bijlage II van het MER-besluit:

Rubriek 11 f):

Opslag van schroot met inbegrip van autowrakken als de opslagcapaciteit 10.000 ton of meer of 10.000 voertuigwrakken of meer bedraagt.

 

Rubriek 13 a):

Wijziging of uitbreiding van projecten van bijlage I, II of III, waarvoor reeds een vergunning is afgegeven, die zijn of worden uitgevoerd, wanneer de wijziging of uitbreiding op zich voldoet aan de in bijlage II genoemde drempelwaarden, voor zover deze bestaan (niet in bijlage I opgenomen wijziging of uitbreiding)

 

De milieueffectenrapportage (MER) is een juridisch-administratieve procedure, waarbij de milieugevolgen van een gepland project op een wetenschappelijk verantwoorde wijze bestudeerd, besproken en geëvalueerd worden. Via dit milieuonderzoek tracht men om de voor het milieu of de omgeving mogelijk negatieve effecten in een vroeg stadium van de besluitvorming te kennen zodat ze kunnen worden voorkomen en/of gemilderd. Op die wijze kan het project worden bijgestuurd. In het deel ‘milieuaspecten’ volgt een beoordeling van de verschillende disciplines vanuit de dienst omgeving. Hierbij wordt bijzondere aandacht verleend aan hinderaspecten ten aanzien van de omgeving en/of omwonenden.

 

Op 15 juni 2022 heeft het college van burgemeester en schepenen een voorwaardelijk gunstig advies verleend. Zie ook punt 6. - project-MER.

 

7.e.       Natuurtoets

Bij het onderdeel ‘milieuaspecten’ (7.i) wordt een toetsing gegeven op de relevante potentiële effecten op de biodiversiteit. Zie verder.

 

7.f.         Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.g.       Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.h.       Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

 

7.i.         Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

Het bedrijf is gelegen in de Stationswijk te Deerlijk en de ontsluiting gebeurt hoofdzakelijk (bijna uitsluitend) via het Stationsplein, de Stationsstraat richting N36 en de Kleine Brandstraat richting ring rond Zwevegem. Het departement MOW geeft aan dat de transporten enkel mogen verlopen via de Stationsstraat met de directe aansluiting op de N36 en niet via de Kleine Brandstraat. De gemeente Deerlijk volgt het standpunt van het departement MOW, dat stelt dat zwaar verkeer zo kort mogelijk moet ontsluiten naar het hogere wegennet.

 

Relevante potentiële effecten op de bodem en grondwater

Het gebied van de projectsite is vrij vlak. Het zijn alluviale gronden in de zandleemstreek onder invloed van een permanente grondwatertafel op geringe diepte. Vanaf 2001 zijn verschillende bodemonderzoeken elkaar opgevolgd, telkens met vaststellingen van bodemverontreiniging maar er is nooit een noodzaak tot bodemsanering aangetoond. Het bedrijfsterrein is voor het overgrote deel verhard zodat verontreinigingen naar bodem en grondwater toe zoveel mogelijk uitgesloten worden. De toekomstige situatie komt praktisch overeen met de huidige situatie (enkel de afvalwaterbuffer / bezinkingsbekken en eventuele nazuivering worden recent toegevoegd). Er is geen grondwaterwinning aanwezig en er zijn geen plannen om deze te voorzien. Bijgevolg kan gesteld worden dat ten opzichte van de referentiesituatie er geen bijkomende effecten zullen zijn ten gevolge van de nieuwe vergunningstoestand

 

Relevante potentiële effecten op oppervlaktewater

Het bedrijfsafvalwater bestaat hoofdzakelijk uit potentieel verontreinigd hemelwater, dat na buffering en zuivering geloosd wordt op de Veemeersbeek, een waterloop van 2de categorie. Er zijn geen bedrijfsactiviteiten die proceswater nodig hebben, enkel bij het verhakselen van houtafval wordt water gebruikt als besproeiing / beneveling. Het grootste deel van de bedrijfsoppervlakte ligt in mogelijk overstromingsgevoelig gebied. De oevers van de Veemeersbeek en verderop de Gaverbeek liggen in effectief overstromingsgevoelig gebied. De impactbeoordelingen van de lozing gebeuren op de eerstvolgende waterloop van 1ste categorie, zijnde de Gaverbeek. Het MER beschrijft de huidige kwaliteit van de Gaverbeek. De Gaverbeek, stroomafwaarts van het bedrijf, scoort slecht op geleidbaarheid, ontoereikend voor totaal fosfor en matig voor totaal stikstof en zuurstof. Ook voor een drietal specifieke verontreinigende stoffen (boor, kobalt en nitriet) wordt een slechte toestand vastgesteld. Voor de impactbeoordelingen wordt de stroomopwaartse kwaliteit toegepast. Dezelfde vaststellingen worden daar gedaan voor boor totaal doch niet voor nitrietstikstof en kobalt waarvoor de milieukwaliteitsnormen stroomopwaarts wel worden gehaald. Voor totaal fosfor en zwevende stoffen wordt een slechte achtergrondconcentratie vastgesteld, voor stikstof totaal en CZV (chemisch zuurstof verbruik) is dat matig. In de huidige situatie wordt het afvalwater opgevangen in een buffer en na zuivering geloosd. Zowel de oorspronkelijke buffering en fysicochemische zuivering blijken echter uit praktijk en voorgaande studies ontoereikend. Hierdoor was bedrijf genoodzaakt om voor een andere oplossing te kiezen. Uit alle mogelijke opties werd gekozen voor een volwaardige biologische zuivering. Deze manier van afvalwaterbehandeling vereist een grotere buffer met een grotere initiële installatiekost maar heeft ook een lagere operationele kost waardoor de investering zich sneller terug verdiend. De nodige stappen (vergunningen en aanbestedingen) werden reeds opgestart en zijn lopende maar door de COVID-pandemie hebben deze plannen wat vertraging opgelopen. Bijgevolg kan op dit moment nog niet geconcludeerd worden of de nieuwe manier van afvalwaterzuivering afdoende resultaten oplevert en of er nog een bijkomende zuiveringsstap moet toegevoegd worden. Hiermee heeft men in het ontwerp wel rekening gehouden. Vandaar dat een strikte opvolging van het effluent en de kwaliteit van de ontvangende waterlopen, van groot belang is in het zicht van de impact van het bedrijf op zowel de waterkwaliteit als de waterkwantiteit. Het niet verontreinigd hemelwater dat opgevangen wordt op de daken van de loodsen en de kantoren wordt beperkt opgevangen in hemelwaterputten en vertraagd geloosd in de ingebuisde gracht langs de Sint-Elooistraat die verder uitmondt in de Veemeersbeek.

 

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Potentiële emissiebronnen zijn de stookinstallaties, verkeersemissies, stofemissies, Dioxines en dioxine-achtige PCB’s, bepaalde activiteiten zoals lassen, snijbranden, ontluchtingen van brandstoftanks en geuremissies, vooral afkomstig van het snijbranden van gietijzer in open lucht. Aangezien de bedrijfsactiviteiten ten opzicht van de huidige vergunningstoestand slechts beperkt wijzigen, kan aangenomen worden dat ook de luchtemissies in grootte orde gelijk zullen blijven. Met betrekking tot stofhinder, meer bepaald het breken van afvalhout, is het gebruik van de nevelinstallatie doeltreffend gebleken. Daarnaast zijn nog een aantal bijkomende maatregelen mogelijk om potentiële emissies terug te dringen zoals:

        materiaalverplaatsing met trage bewegingen uitvoeren;

        gebruik maken van een bijkomende afscherming door middel van een windbreekgaas;

        periode van het breken zoveel als mogelijk afstemmen op geschikte meteorologische omstandigheden.

Over de andere diffuse emissies (zoals bijvoorbeeld geur) zijn weinig kwantitatieve gegevens beschikbaar. Ook hier kunnen nog bijkomende inspanningen geleverd worden om hinder te voorkomen. Accidentele emissies zijn echter nooit uit te sluiten maar door een correcte manier van klachtenopvolging door het bedrijf kan mogelijke hinder tot een minimum beperkt worden.

 

Relevante potentiële effecten van geluid of trillingen ten gevolge van de aanvraag

Alhoewel in het studiegebied naast het bedrijf ook andere bronnen zijn van geluidsproductie, zoals de autosnelweg in het noodwesten, de spoorweg in het zuiden, het verkeer in de omliggende straten en nabijgelegen bedrijven, wordt vanuit de bedrijfsvoering toch een belangrijk aandeel specifiek geluid geproduceerd. In de MER studie wordt aangegeven dat verschillende bronnen van geluid producerende activiteiten aanwezig zijn:

        Statisch opgestelde machines zoals metaal verkleinende machines

        Het laden en lossen van vrachtwagens en containers alsook het aanvullen van de statische machines

        Mobiel transportverkeer van bijvoorbeeld wielladers, kranen, vrachtwagens, …

Ieder van deze geluidsbron heeft een specifiek karakter en bepaalde geluidsbronnen kunnen meer hinder veroorzaken dan andere. Zo kunnen we stellen dat de actuele exploitatie een significante bijdrage veroorzaakt tot het omgevingsgeluid, dit zowel op vlak van ‘stabiel geluid’ als ‘impulsachtig geluid’. In de studie worden milderende maatregelen voorgesteld voor specifieke geluidsbronnen. In grote lijnen blijken het afschermen van de geluid producerende installaties en vooral ook de valhoogte beperken van de laadactiviteiten (het vallen van schroot) een belangrijke bijdrage te kunnen leveren bij het beperken van de hinder ten gevolge van geluid en trillingen.

 

Relevante potentiële effecten op de biodiversiteit

Directe effecten

Voorliggend project gaan niet gepaard met een afbraak- of aanlegfase, noch wordt er voorzien in de aanleg van bijkomende verhardingen. Er wordt dan ook geen bijkomende directe effecten verwacht ten opzichte van de referentiesituatie.

 

Indirecte effecten

Dit betreffen de effecten die ontstaan ten gevolge van wijzigingen in abiotische omstandigheden. In dit project gaat het hierbij om verzurende en vermestende deposities, verontreiniging en rustverstoring. Op het vlak van NOx-emissies worden met betrekking tot verzurende en vermestende deposities geen aanzienlijke negatieve effecten ter hoogte van de natuurwaarden in de omgeving verwacht. De impact van de afwaterlozing op de kwaliteit van het oppervlaktewater wordt (zonder het nemen van bijkomende maatregelen) als negatief beoordeeld. Een bijstelling van de lozingsnormen kan een bijkomende verslechtering van de waterkwaliteit voorkomen. De haalbaarheid hiervan en de noodzaak tot het voorzien van bijkomende zuiveringsstappen kan echter pas geëvalueerd worden na het in dienst nemen van het nieuwe buffer-, KWS-afscheidings- en bezinkingsbekken. De effecten van de aanwezige bodemverontreinigingen zijn verwaarloosbaar gezien de genomen maatregelen en de afwezigheid van waardevolle biotopen en/of soorten binnen de bedrijfssite en de directe omgeving. Door het ontbreken van aandachtsgebieden natuur in de directe omgeving van de site (straal 1 km) en rekening houdend met de omgeving van het project, worden geen effecten verwacht inzake verstoring.

 

Relevante potentiële effecten op onroerend erfgoed

Op een afstand van ongeveer 60 m ten westen van de inrichting zijn er verschillende onroerende erfgoeden terug te vinden. Dit betreffen voornamelijk bouwkundige erfgoeden zoals: Station Deerlijk, Sint-Jozefskapel en enkele burgerhuizen. Omwille van het feit dat dat er geen bouwkundige wijzigingen aan de inrichting gepland zijn (hervergunning), is de discipline ‘Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie’ niet verder van toepassing.

 

Relevante potentiële effecten van licht of straling ten gevolge van de aanvraag

Op het bedrijfsterrein is er verlichting in het kader van een kwalitatieve bedrijfsvoering en veiligheid (vermijden van arbeidsongevallen, inbraak en vandalisme). Deze is beperkt tot het noodzakelijke en is gericht op de eigen terreinen en inrichting.

 

Er worden in de aanvraag afwijkingen gevraagd op bepalingen van titel II van het Vlarem:

        Vlarem II, bijlage 2.3.1§4 – Lozingsnormen: er worden, in afwijking van de lozingsnormen bepaald in Vlarem II, voor diverse parameters specifieke lozingsnormen aangevraagd. Als bijlage bij de aanvraag werd een lijst toegevoegd met een overzicht van de parameters waarvoor specifieke lozingsnormen worden aangevraagd. Gezien de specifieke problematiek met betrekking tot afvalwater en de verontreinigende parameters van het afvalwater, wordt gesteld dat het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij strikt moet nageleefd worden.

        Vlarem II, Art. 5.2.1.5.§5 – Groenscherm: er wordt gevraagd om het aanwezige groenscherm als voldoende te beschouwen. Rekening houdend met de ligging van de inrichting en de aanwezigheid van groenschermen, bedrijfsgebouwen en geluidsmuren wordt gesteld dat de bedrijfsactiviteiten voldoende aan het zicht onttrokken worden. De bijzondere voorwaarden met betrekking tot de groenbuffer rond het recent aangelegde buffer- en bezinkingsbekken, opgelegd in de omgevingsvergunning van 12 augustus 2021 (OMV_2021009340) dient strikt te worden opgevolgd.

        Vlarem II, Art.5.2.2.6.3.§3 – Stapelhoogte gedepollueerde voertuigwrakken: er wordt gevraagd om de gedepollueerde voertuigwrakken te mogen stapelen tot een hoogte van maximum 8 m in plaats van 3 m. Er worden keerwanden (beton) voorzien om ervoor te zorgen dat de wrakken tot op 8 m hoogte kunnen gestapeld worden zonder dat deze buiten de voorziene opslagplaatsen kunnen terecht komen. Omwille van de visuele inkadering van het bedrijf in de omgeving moet de maximale stapelhoogte beperkt worden tot de hoogte van de geluidsmuur.

        Vlarem II, Art.5.2.2.7.2.§3 – Stapelhoogte schroot: In het besluit van 28 mei 2003 werd een maximale stapelhoogte van 10 m vergund in de “zone voor bedrijvigheid” volgens het sectoraal BPA Zonevreemde bedrijven – fase II en 8 m op de rest van het terrein bepaald. De bepalingen van het BPA werden vervangen door het RUP  ‘Zonevreemde bedrijven in het buitengebied’. Hierin werden de volgende bouwvoorschriften opgenomen:

        De maximale bouwhoogte van een bedrijfsloods, bedrijfsgebouw of luifel is 13 meter.

        De maximale hoogte voor het stapelen van goederen in open lucht is 12 meter

 In die zin hebben beide voorschriften samen de bedoeling om het stapelen 1 m lager te houden dan de omringende gebouwen of constructies. Omwille van de visuele inkadering en mogelijke stof- en geluidshinder moet de stapelhoogte beperkt worden tot hoogte van de geluidsmuur.

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

 

7.j.         Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Het bedrijf Casier is een historisch gegroeid bedrijf waarvan de huidige contour bevestigd is als functie in het geldende RUP. Ten zuiden paalt de site aan de spoorweg met aanpalend landbouwgebied, ten noorden liggen op heden onbebouwde percelen bestemd als openluchtrecreatie, ten oosten is een landbouwgebied aanwezig en ten westen bevindt zich een woonomgeving. Voor voorliggende aanvraag dienen geen stedenbouwkundige vergunningsplichtige werken uitgevoerd te worden zodat geoordeeld kan worden dat er voldaan is aan de doelstellingen van artikel 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Bijgevolg is de aanvraag verenigbaar met de goede ruimtelijk ordening.

 

7.k.       Resultaten openbaar onderzoek

De ingediende bezwaren en het advies werden tijdig ingediend waardoor deze ontvankelijk verklaard worden.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 6 juli 2022 omtrent de ingediende bezwaren het volgende standpunt in:

1.  De discipline geluid en trillingen van het project-MER werd niet correct uitgevoerd.

 

Gegrond te verklaren:

De impact van de geluidshinder moet representatief zijn ten aanzien van de overheersende meteorologische omstandigheden. De wind komt hoofdzakelijk uit het zuidwesten waardoor een geluidsmeting in het noordoosten ten opzichte van de site een representatief beeld kan geven. De geluidsstudie binnen het project-MER moet dan ook aangepast of uitgebreid worden met bijkomende metingen op representatieve plaatsen.

 

2. Maatregelen ter voorkoming van geluidshinder moeten consequent toegepast worden

 

Gegrond te verklaren:

De voorgestelde milderende maatregelen moeten consequent toegepast worden tijdens de reguliere werking op de bedrijfssite. Dit kan onder meer door een gedegen opleiding van het personeel en een doorgedreven controle op de werkzaamheden.

 

3. De discipline lucht wordt als 'onvoldoende' bestempeld

 

Gegrond te verklaren:

De metingen die in het verleden werden uitgevoerd en hebben aangetoond dat er op dat moment geen normen werden overschreden kunnen geenszins dienen om ervan uit te gaan dat er op vandaag geen overschrijdingen zijn van de normen. De verklaring dat er geen schadelijke effecten zijn van de depositie van pcb's en dioxines kan enkel aangetoond worden met periodieke metingen en controles.

4. In de studie wordt aangehaald dat er geen lichthinder aanwezig is

 

Gegrond te verklaren:

De functionele verlichting op het bedrijf moet zo geplaatst en gericht worden dat deze enkel de eigen terreinen belicht en geen lichthinder veroorzaakt bij de buren.

 

5. Het project-MER vermeld op de pagina 58 dat het meest nabijgelegen woongebied op ca. 346 meter ligt

 

Gegrond te verklaren:

Het meest nabijgelegen woongebied ligt veel dichter dan 346 meter.

 

6. De stapelhoogte moet beperkt worden tot 8 meter

 

Deels ongegrond en deels gegrond te verklaren:

Het sectoraal PBA ' zonevreemde bedrijven ' werd vervangen door het RUP ' zonevreemde bedrijven in het buitengebied '. Bijgevolg is het ongegrond om terug te grijpen naar de voorschriften van het BPA. De stapelhoogte wordt binnen het RUP beperkt tot 12 m met als bijbehorende toelichting dat de stapelhoogte niet hoger mag zijn dan de omringende geluidsmuur. Vandaar dat het beperken van de stapelhoogte wel gegrond is. Het RUP stelt dat de geluidsmuur mag opgetrokken worden tot 13 m hoog waarbij de stapelhoogte in dat geval 12 m mag bedragen.

 

7. de gevraagde afwijking met betrekking tot de groenbuffer kan niet verleend worden

 

Gegrond te verklaren

De recente werken aan het bezinkings- en bufferbekken hebben ervoor gezorgd dat heel wat groenbuffer in het oosten werd gekapt. Bij de omgevingsvergunning voor de bouw van het bezinkings- en bufferbekken werd de voorwaarde toegevoegd dat de groenbuffer, na de werken, opnieuw moet aangeplant worden. Deze voorwaarde blijft geldig en wordt in de bezwaren ook weerhouden.

 

7.l.         Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.m.     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

        Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit een voorwaardelijk gunstig advies uit te brengen betreffende de aanvraag.

Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:

 

        Om stofverspreiding te beperken moeten materiaalverplaatsingen met trage bewegingen uitgevoerd worden.

        In functie van stofverspreiding moet  gebruik gemaakt worden van bijkomende afscherming en/of besproeiing met water.

        Bij stuivende activiteiten moet rekening gehouden worden met de meteorologische omstandigheden.

        Geluid producerende installaties moeten afgeschermd of binnen geplaatst worden.

        De valhoogte van schroot moet maximaal beperkt worden.

        Het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij met betrekking tot het bedrijfsafvalwater moet strikt nageleefd worden.

        De bijzondere voorwaarden met betrekking tot de groenbuffer opgelegd in de omgevingsvergunning van 12 augustus 2021 (OMV_2021009340) dient strikt te worden opgevolgd.

        Omwille van de visuele inkadering en mogelijke stof- en geluidshinder moet de stapelhoogtes beperkt worden tot hoogte van de geluidsmuur.

        De geluidsstudie binnen het project-MER moet aangepast of uitgebreid worden met bijkomende metingen op representatieve plaatsen.

        De functionele verlichting op de bedrijfssite moet zo geplaatst worden dat deze geen lichthinder veroorzaakt bij de buren.

        Aan de hand van een nieuwe studie met betrekking tot de depositie van pcb's en dioxines moet aangetoond worden dat voldaan wordt aan de geldende normen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.17. OMV 2022_35 - Elf Novemberlaan 17 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een woning, op een perceel gelegen Elf Novemberlaan 17 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 758 L2 aangevraagd door Maes - Vaneeckhout wonende Elf Novemberlaan 17 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 27 juni 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 25 juni 1986 (dossiernummer 20083/ 19861).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het verkavelingsplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 maart 1987 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 900 m² en is gelegen langs de Elf Novemberlaan op ongeveer 1.850 m ten zuidoosten van de kern van Deerlijk. De Elf Novemberlaan is een voldoende uitgeruste gemeenteweg .

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een alleenstaande woning, opgetrokken met 1 bouwlaag en hellend dak. De bouwdiepte van de woning bedraagt 9 m, de breedte van de woning bedraagt 11,10 m. De woning bevindt zich op maximaal 4,50 m van de linkerperceelsgrens en op minimaal 3,12 m van de rechterperceelsgrens.

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning.

Achteraan de woning wordt een nieuw volume voorzien. De uitbreiding bevindt zich over de volledige breedte van de woning, op een afstand van min. 3,28 m ten opzichte van de rechterkavelgrens en min. 4,35 m ten opzichte van de linkerkavelgrens. De uitbreiding heeft een breedte van 11,10 m op een diepte van max. 3,40 m en wordt afgewerkt met een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,10 m.

Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft houten plaatmateriaal met een plint in blauwe hardsteen, zwart grijze dakbedekking en buitenschrijnwerk in een zwarte tint. Het bestaande schrijnwerk wordt vervangen in een grijze tint. De bestaande houten garagepoort wordt vervangen door een raamopening.

Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een inkom, toilet, leefruimte met aansluitende eetruimte en open keuken, een bureau, speelkamer, wasplaats en berging.

Op het verdiep wordt de bestaande situatie, die bestaat uit 3 slaapkamers, een badkamer en een bordes behouden.

De voortuinzone, waarvan de oprit bestaat uit steenslagverharding en de rest ingericht is als groenzone (gras) blijft behouden.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 15 april 2022 tot 14 mei 2022. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling.

De eigendom is gelegen binnen de grenzen van de goedgekeurde niet-vervallen verkaveling zoals goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 25 juni 1986 1987 (dossiernummer VK 2008-3/19861 ).

De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorzieningen van de verkaveling gezien het een eengezinswoning betreft, opgetrokken met 1 bouwlaag en een hellend dak, met een bouwdiepte die beperkt blijft tot de maximaal opgelegde diepte en waarbij de maximale bouwbezetting gerespecteerd wordt, de uitbreiding in aanvaardbare materialen opgetrokken is, en afstand tot de achterste perceelsgrens minstens 5 m bedraagt. De aanvraag beantwoordt niet aan de voorschriften voor wat betreft de inplanting op minstens 3,50 m van de zijdelingse perceelsgrenzen.

Aangezien de verkaveling meer dan 15 jaar oud is, vormt deze in toepassing van artikel 4.3.1 § 1 van de VCRO geen weigeringsgrond meer voor de vergunningverlenende overheid en kan ze bijgevolg als het ware buiten beschouwing gelaten worden mits de aanvraag inpasbaar is in de onmiddellijke omgeving en de goede ruimtelijke ordening gerespecteerd wordt.

 

De aanvraag dient bijgevolg te worden afgetoetst aan de onderliggende gewestplanbestemming, zijnde aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen van een eengezinswoning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Elf Novemberlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is.  De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.  De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40 m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze residentiële omgeving.

Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

De inplanting van de woning op 5 m achter de rooilijn blijft ongewijzigd. De uitbreiding gebeurt ten opzichte van zijdelingse perceelsgrenzen in dezelfde lijn als de bestaande zijgevels en met slechts één bouwlaag en plat dak zodat er geen impact zal zijn op de buren en een afstand van minder dan 4 m van de ene zijperceelsgrens te verantwoorden is.

De nieuwe achterbouw wordt gerealiseerd achteraan de woning en sluit aan op het hoofdgebouw. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.

 

Bouwvolume en gabarit:

Het hoofdgebouw van de woning blijft qua gabarit ongewijzigd, er worden enkel interne verbouwingswerken uitgevoerd.

De nieuwe, ruime achterbouw wordt voorzien over de volledige breedte van de bestaande woning. De totale gelijkvloerse bouwdiepte wordt op die manier tot op 11,40 m gebracht, hetgeen zeker aanvaardbaar is binnen deze woonomgeving. Het perceel is immers voldoende diep, en een dergelijke gelijkvloerse bouwdiepte laat een kwalitatieve inrichting van de leefruimtes van de woning toe.

Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte is immers vergelijkbaar met deze van de buren, de bouwhoogte is aanvaardbaar en de muren op de perceelsgrens veranderen niet.

Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving.

 

Verschijningsvorm:

De garagepoort wordt vervangen door een venster. Dit is slechts een beperkte (niet vergunningsplichtige) wijziging van de voorgevel waardoor het ontwerp slechts een heel beperkte rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld.

De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik (houten plaatmateriaal) binnen de bestaande bebouwing.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. De inpandige garage wordt vervangen door een speelkamer. De bestaande oprit blijft echter behouden, waardoor het parkeren op eigen terrein kan opgevangen worden.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Achter de woning wordt een terras aangelegd. De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen. Na de werken wordt het contact tussen de leefruimtes van de woning en de tuinzone versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt. 

De woning beschikt tevens over een voortuin. Deze zone dient steeds te worden aangelegd als voortuin met laagstammig groen. De aanvraag heeft geen betrekking op wijzigingen aan deze voortuin.

De geplande verharding rondom de woning wordt voorzien in waterdoorlatende materialen, wat de waterhuishouding ten goede komt. Het terras watert af naar de naastliggende groenzone. Deze is voldoende ruim om het bijkomende water op te vangen.

 

Conclusie

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1 § 2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Maes - Vaneeckhout wonende Elf Novemberlaan 17 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen van een woning, op een perceel gelegen Elf Novemberlaan 17 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 758 L2.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.18. Attest van verdeling - Kapelstraat 12 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of er opmerkingen zijn bij het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Kapelstraat 12.

 

Motivering

 

Op 16 juni 2022 (ontvangen 22 juni 2022) verstuurde men vanuit het notariaat Moerman een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Kapelstraat 12, gekadastreerd afdeling 2, sectie E, nummer 198L, met een oppervlakte van 2a58ca.

 

Een deel van de eigendom wordt afgesplitst om te verkopen aan de aanpalende eigenaars van de woning Ommegangstraat 12 ter uitbreiding van hun tuin.

De bestemming van het goed is volgens de akte en volgens de verwerver een perceel grond.

 

De omgevingsambtenaar stelt voor geen opmerkingen te formuleren bij het voorstel van verdeling.

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.19. Attest van verdeling - De Spijker lot 13 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of er opmerkingen zijn bij het attest van verdeling voor de eigendom gelegen De Spijker 9 (lot 13).

 

Motivering

 

Op 23 juni 2022 verstuurde men vanuit het notariaat Saey - Taelman - Degandt een attest van verdeling voor de eigendom gelegen De Spijker 9, gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummers 573n, 1258l, 580d en 576c, met een oppervlakte van 2.290m².

 

Een deel van de eigendom, zijnde kavel 13 volgens metingsplan met een oppervlakte van 2.290m² wordt afgesplitst teneinde te verkopen aan ALVERBO.

De bestemming van het goed is volgens de akte KMO-zone De Spijker en volgens de verwerver aannemer van betonwerken.

 

De omgevingsambtenaar stelt voor geen opmerkingen te formuleren bij het voorstel van verdeling.

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.20. OMV 2022_42 - Nieuwenhovestraat 20 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het aanbrengen van raamopeningen in de voor- en zijgevel van een industriegebouw, op een perceel gelegen Nieuwenhovestraat 20 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 76 Y aangevraagd door Bart Steenhaut namens STEENHAUT BVBA gevestigd Nieuwenhovestraat 20 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 1 juli 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming milieubelastend industriegebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 31 maart 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanbrengen van een verharding in asfalt en steenslag in functie van het stapelen van bouwmaterialen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 21 november 2012 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een bedrijfsgebouw, een kantoor met onverwarmde loods.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Milieuvergunning afgeleverd op 16 juni 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor de uitbating van een bouwbedrijf.

        Milieuvergunning afgeleverd op 28 februari 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor de uitbating van een bedrijf voor aanleg wegenis, riolerings- en omgevingswerken.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van ca 11.422 m² en is gelegen langs de Nieuwenhovestraat op ongeveer 2,7 km ten oosten van de kern van Deerlijk. De Nieuwenhovestraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg .

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een vrijstaand industrieel gebouw opgetrokken met 2 bouwlagen en een plat dak. Het gebouw bevindt zich op minstens 13,3 m van de rooilijn, op 15 m van de linkerperceelsgrens en op ca. 0,80 m van de rechterperceelsgrens.

De eigendom bevindt zich aan de rand van de industriezone Deerlijk-Waregem, die gekenmerkt wordt door grootschalige milieubelastende bedrijven. Aan de overzijde van de weg bevinden zich voornamelijk eengezinswoningen. Ten oosten van het perceel ligt de Alfortbeek, ten zuiden van het perceel de Gaverbeek.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het aanpassen van de voor- en zijgevel van een bestaand industrieel gebouw.

Teneinde bijkomend natuurlijk licht te voorzien in de bergruimte op het verdiep worden in de voorgevel op het verdiep 3 extra ramen voorzien en in de rechterzijgevel worden er 2 bijkomende raamopeningen aangebracht.

Het gevelbekleding van het bedrijfsgebouw blijft behouden, het buitenschrijnwerk wordt voorzien in antracietkleurig aluminium.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een aanpassing van een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

  1. Adviezen

 

De Intercommunale Leiedal werd om advies verzocht op 12 mei 2022 De adviesinstantie bracht op 25 juni 2022 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

…’3. Bemerkingen en vaststellingen

3.0. Vooraf: ruimtelijke invulling – bouwtechnische elementen

Het advies van Leiedal behelst steeds louter de ruimtelijke invulling van het bouwproject en de bouwtechnische elementen.

Het advies doet geen uitspraak over andere, daarmee gerelateerde elementen, zo onder meer eerder milieutechnische facetten en/of waterbuffering.

3.1. Advies

Het advies van Leiedal in deze is gunstig.’

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meerbepaald aan de voorschriften voor milieubelastende bedrijvigheid.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 7.2.0. + 8.2.1.2. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.

Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

Gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

De aanvraag heeft betrekking op het aanbrengen van raamopeningen in de voor- en zijgevel van een milieubelastend bedrijf zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Nieuwenhovestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het plaatsen van raamopeningen in een bestaand bedrijfsgebouw. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze omgeving.

 

Inplanting, bouwvolume en gabarit:

De inplanting, het bouwvolume en gabarit blijven ongewijzigd.

 

Verschijningsvorm:

De voorgevel wordt door het aanbrengen van raamopeningen licht gewijzigd waardoor het ontwerp slechts een heel beperkte  rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld.

De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik binnen de bestaande bebouwing.

 

Conclusie

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Het advies van de Intercommunale Leiedal is gunstig waardoor een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Bart Steenhaut namens STEENHAUT BVBA gevestigd Nieuwenhovestraat 20 te 8540 Deerlijk, voor het aanbrengen van raamopeningen in de voor- en zijgevel van een industriegebouw, op een perceel gelegen Nieuwenhovestraat 20 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 76 Y.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.21. OMV 2022_30 - Roterijstraat 20 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor de regularisatie van een deel van de koelruimte en uitbreiding van de laadzone, op een perceel gelegen Roterijstraat 20 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 61 T, (afd. 2) sectie C 61 S en (afd. 2) sectie C 63 G aangevraagd door Christof Malysse namens LOBSTER FISH NV gevestigd Roterijstraat 20 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 30 juni 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Er dient een bufferput te worden voorzien van 15.000 l.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

        De voorwaarden geformuleerd in het advies van Fluvia dienen strikt nageleefd te worden.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gavers, vastgesteld door de gemeenteraad op 26 mei 2016 met als bestemming zone voor bedrijvigheid.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gemeentelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 juli 1976 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een loods.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 mei 1986 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een papierbedrijf met stapelplaats.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 januari 1990 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een watervoorraadput (10 x 20m – 5m diepte) bij het bedrijf.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 september 1998 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanbrengen van betonverharding bij het bestaand bedrijf.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 oktober 2002 door het college van burgemeester en schepenen voor het vervangen en verhogen van het dak van een bestaande loods + verfraaien van de voorgevel.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 december 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van bestaande bebouwing en bouwen van een bedrijfsruimte met burelen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 10 maart 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het rooien van 7 populieren.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 januari 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van bestaande bebouwing en bouwen bedrijfsruimte met burelen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 november 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de bestaande burelen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 september 2015 door het college van burgemeester en schepenen voor het bekleden en aanpassen van de bestaande voorgevel van de loods.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 januari 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bedrijfsgebouw.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Milieuvergunning afgeleverd op 25 november 2009 door het college van burgemeester en schepenen voor de invoer en distributie van schaaldieren en delicatessen – productie van kreeftensoep.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 7 juli 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaand bedrijfsgebouw.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van +/- 9.230 m² en is gelegen langs de Roterijstraat op ongeveer 700 m ten zuidwesten van de kern van Deerlijk. De Roterijstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg .

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een bestaand bedrijfsgebouw opgetrokken met 2 bouwlagen en een plat dak.

De aanvraag bevindt zich binnen een kleinschalige bedrijvencluster die in het westen, noorden en oosten omringd is door woningen en in het zuiden door landbouwgebied.  Het wonen bestaat er bijna uitsluitend uit vrijstaande en gesloten eengezinswoningen. In het zuidoosten van het bedrijf zijn ook 3 meergezinswoningen aanwezig.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een regularisatievergunning te bekomen voor de reeds uitgevoerde werken waarbij de bestaande bedrijfsgebouwen uitgebreid werden. Hierbij werd de bestaande gekoelde ruimte (diepvries) groter voorzien dan vergund alsook werd de aansluitende laadzone mee uitgebreid.

De te regulariseren bedrijfsruimte heeft een oppervlakte van 243 m², wordt opgetrokken met een kroonlijsthoogte van 9,30 m en afgewerkt met een plat dak. De laadzone wordt uitgebreid met 5 bijkomende laadkaaien, wordt opgetrokken met een hoogte van 6,20 m en afgewerkt met een plat dak.

De te regulariseren uitbreiding wordt opgetrokken in donkergrijze prefab gevelpanelen, met aluminium buitenschrijnwerk.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Lobster Fish NV is een bedrijf gespecialiseerd in de verkoop van levende, verse en diepgevroren schaal- en schelpdieren en fijne delicatessen. De producten zijn bestemd voor horeca, traiteurs, vis- en groothandelaars. Op de exploitatie gebeurt hoofdzakelijk opslag van deze producten. Daarnaast is er beperkte productie van soep en worden schaal- en schelpdieren gekookt. Er worden maximaal 30 personen tewerkgesteld op de exploitatie. Het afvalwater afkomstig van de huishoudelijke activiteiten bedraagt minder dan 600 m³/jaar en is niet ingedeeld volgens Vlarem II. Het huishoudelijk afvalwater wordt geloosd op de openbare riolering, gelegen in het collectief geoptimaliseerd gebied volgens de zoneringsplannen van de VMM. De productieruimte wordt dagelijks gereinigd.  Daarnaast is er een wasplaats voor voertuigen aanwezig. Het afspoelend hemelwater afkomstig van deze wasplaats is potentieel verontreinigd en wordt dan ook gelijkgesteld aan bedrijfsafvalwater. Hierbij ontstaat bedrijfsafvalwater met een debiet van max. 1,96 m³/uur. De verwarming van de gebouwen gebeurt met warmtepompen.

De nieuwste koelinstallaties worden voorzien van CO2 als koelmiddel. De koelvloeistoffen in de bestaande koelinstallaties hebben een gezamenlijke hoeveelheid van minder dan 2.000 ton CO2–equivalent. Met deze aanvraag wenst het bedrijf wijzigingen aan te brengen in de vergunde toestand betreffende het lozen van bedrijfsafvalwater en totaal geïnstalleerd vermogen van de koelinstallaties, alsook het toevoegen van een wasplaats voor bedrijfsvoertuigen.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

3.4.1°a)

Uitbreiding van de lozing met een debiet van 1,46 m³/uur (Verandering)

1,96 m³/uur

3

12.2.1°

Transformator van 250 kVA (Ongewijzigd)

250 kVA

3

15.1.1°

Stallen 12 voertuigen en/of aanhangwagens (Ongewijzigd)

12 aantal voertuigen

3

15.4.1°

Wasplaats voor voertuigen en/of aanhangwagens (Nieuw)

1 stuk

3

16.3.2°b)

Uitbreiding met een koelinstallatie van 150 kW (Verandering)

270,58 kW

2

17.4.

Opslag van 150 l gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (Ongewijzigd)

150 liter

3

45.4.e)2°

Opslag van max. 175 ton producten van dierlijke oorsprong (Ongewijzigd)

175 ton

2

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 8 april 2022 tot 7 mei 2022. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werd 1 bezwaarschriften ingediend.

Het ingediende bezwaarschrift kan als volgt samengevat worden:

        In het bezwaar wordt aangegeven dat de bezwaarindieners geen eigenaar meer zijn van gronden palend aan de aanvraag.

 

  1. Adviezen

De Hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 29 maart 2022. De adviesinstantie bracht op 20 april 2022 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

De aanvraag wordt gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverslag. In functie van de maatgevende brandbelasting werd het industriegebouw door de bouwheer ingedeeld in klasse C.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de voorschriften van het RUP De Gavers zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 26 mei 2016, meer bepaald aan de voorschriften voor de zone voor bedrijvigheid.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien het een middelgrote onderneming betreft waarbij het een bestaand bedrijf betreft dat kan blijven groeien, de kantoren ondergeschikt zijn aan de hoofdactiviteit, de minimale en maximale bouwhoogte gerespecteerd wordt, er gebouwd wordt volgens een orthogonaal patroon, er voldoende parkeervoorzieningen voor auto en fiets zijn op eigen terrein, de opslag binnen voorzien wordt en er reeds een bestaand groenscherm aangeplant werd bestaande uit streekeigen bomen en struiken.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Roterijstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is. Op basis van de aangeleverde informatie in het dossier en op basis van de verleende adviezen uit vorige dossiers, kan geoordeeld worden dat de bodemgesteldheid op deze plaats geen infiltratie toelaat. Daarom moet overgegaan worden op buffering. Er wordt een bufferput voorzien van 15.000 l. Dit wordt opgelegd in de voorwaarden.

Mits het naleven van bovenvermelde voorwaarde, kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

De mobiliteit op deze locatie betreft hoofdzakelijk het aan en af rijden van personeel en de levering van goederen. Op tijdstippen wanneer het personeel start of eindigt met werken is er een verhoogde frequentie van voertuigbewegingen. Daarnaast zijn er dagelijks vrachtwagens die leveren of komen ophalen. Deze voertuigbewegingen zijn verspreid over de ganse dagperiode alsook beperkt in de nachtperiode. De burelen van de firma zijn geopend van maandag tot vrijdag van 8 uur tot 17 uur. Er vindt doorlopend productieactiviteit plaats van maandag tot en met zaterdag. Ten gevolge van de geplande werken kan een beperkte toename verwacht worden van de verkeersbewegingen. De 5 bijkomende laadkades worden voorzien in functie van een optimalisatie van de interne mobiliteitsflow zonder dat dit een effect zou hebben op bijkomende verkeersbewegingen. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten. Bij het project zijn ook voldoende parkeerplaatsen aanwezig om de parkeerbehoefte te kunnen opvangen op eigen terrein. Hierdoor hoeft de parkeerdruk niet op het openbaar domein te worden afgewenteld. Op basis van de ligging en het mobiliteitsprofiel kunnen we stellen dat er geen aanzienlijk negatieve effecten veroorzaakt worden op vlak van mobiliteit.

Relevante potentiële effecten op de bodem

De potentiële bronnen van emissie naar de bodem en het grondwater betreffen de transformator en de opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen. De exploitatie en de bedrijfssite omgeving worden in een goede hygiënisch verantwoorde toestand gehouden. Alle activiteiten gebeuren binnen, op een verharde ondergrond. Er is geen insijpeling van gevaarlijke of schadelijke producten naar de bodem of het grondwater mogelijk. Bij de opslag van gevaarlijke vloeistoffen worden lekbakken voorzien. En ook de oliegekoelde transformator is voorzien van een lekbak. De nodige voorzorgen zijn voorzien om potentiële risico’s op bodemverontreiniging tot een minimum te reduceren.

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

Het hemelwater wordt gebufferd en vertraagd geloosd. Het huishoudelijk afvalwater zit aangesloten op een septische put en geloosd op de openbare riolering. Het bedrijfsafvalwater afkomstig van het reinigen van de productie wordt geloosd op de openbare riolering. Het bedrijfsafvalwater afkomstig van het waswater van de wasplaats en het afspoelend hemelwater van deze zone wordt gezuiverd via een KWS-afscheider met coalescentiefilter en geloosd op het oppervlaktewater. Gezien het voorwerp van de aanvraag en gezien de genomen maatregelen vallen er geen relevante wijzigingen te verwachten in de effecten op het watersysteem.

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Bij deze inrichting zijn er enkel effecten op de luchtkwaliteit met betrekking tot geur. Geur zou afkomstig kunnen zijn van de dampkap van de soepproductie. Dit emissiepunt zit centraal op de site om de geurhinder zoveel als mogelijk te beperken. Deze activiteit is beperkt in tijd (enkel de namiddag) en heeft tot op heden niet geleid tot klachten of meldingen. Niet geleide emissies zijn enkel afkomstig van de voertuigen die af en aan rijden. Gezien de aard van de exploitatie en de adequate maatregelen die kunnen genomen worden zijn er weinig effecten te verwachten op de luchtkwaliteit.

Relevante potentiële effecten van geluid of trillingen ten gevolge van de aanvraag

De geluid producerende activiteiten met betrekking tot de productie gebeuren binnen in voldoende geïsoleerde gebouwen, met gesloten poorten. Andere potentiële bronnen van geluidsproductie zijn de transportbewegingen en het wassen van bedrijfsvoertuigen. De transportbewegingen op het terrein zijn kortstondig van aard. De motors van de voertuigen staan niet onnodig te draaien. Het laden en lossen wordt zoveel als mogelijk ingepland tijdens de kantooruren en gebeurt zo efficiënt mogelijk. Het wassen van de voertuigen gebeurt aan de achterzijde van het gebouw waardoor de geluidsemissie naar de nabije woningen toe, beperkt blijft. Het wassen gebeurt enkel tijdens de kantooruren. Bijgevolg kunnen we stellen dat de nodige maatregelen worden getroffen om de geluidsemissie tot een minimum te reduceren.

Relevante potentiële effecten op de biodiversiteit

Geen relevante effecten op de biodiversiteit te melden.

Relevant potentieel risico op zware ongevallen of rampen

De site is afgesloten buiten de werkuren, zodat deze ontoegankelijk zijn voor onbevoegden. De toegang tot het bedrijf blijft eveneens afgesloten voor derden. De exploitatie is van die aard dat zware ongevallen of rampen uitgesloten zijn.

Relevante potentiële effecten op onroerend erfgoed

De kapel nabij het bedrijf is vastgesteld bouwkundig erfgoed. De aard en het voorwerp van deze aanvraag heeft echter geen invloed op dit erfgoed. De kapel is nog steeds aanwezig op het bedrijf en dit zal in de toekomst niet wijziging.

Relevante potentiële effecten van licht of straling ten gevolge van de aanvraag

Er is buitenverlichting aanwezig op de exploitatie om de veiligheid van de activiteiten op het terrein te garanderen. De armaturen zijn zo geplaatst dat deze enkel op het eigen terrein schijnen en niet storend zijn voor de omgeving.

Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen

De exploitant produceert zelf maar een beperkte hoeveelheid bedrijfseigen afvalstoffen ten gevolge van de normale werking van het bedrijf. Het dierlijk afval wordt binnen opgeslagen in de diepvries zodat geen geuremissies kunnen ontstaan. De verschillende afvalstromen worden gesorteerd volgens de bepalingen van het artikel 4.3.2 van het VLAREMA. Indien noodzakelijk worden erkende ophalers ingeschakeld voor de verwijdering van de bedrijfsafvalstoffen. Het met huishoudelijk afval vergelijkbaar bedrijfsafval (bijvoorbeeld PMD) kan opgehaald worden via de gemeentelijke inzameling.

Mogelijke andere relevante potentiële effecten.

Geen andere relevante effecten te melden

Te verwachten relevante cumulatieve effecten door de relatie met andere projecten.

Geen relevante effecten te melden

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het uitbreiden van een bestaand bedrijf. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen de omgeving.

De inplanting van het hoofdgebouw blijft ongewijzigd. De uitbreiding achteraan wordt aansluitend op het bestaande bedrijfsgebouw opgetrokken. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.

Het volume wordt licht gewijzigd. Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte en bouwhoogte zijn aanvaardbaar en conform de voorschriften van het RUP.

De voorgevel van het gebouw wijzigt in positieve zin. De uitbreiding achteraan integreert zich door zijn materiaalgebruik en bouwhoogte binnen de bestaande bebouwing.

Ten gevolge van de geplande werken kan een beperkte toename verwacht worden van de verkeersaantrek. De 5 bijkomende laadkades worden echter voorzien in functie van een optimalisatie van de interne mobiliteitsflow zonder dat dit een effect zou hebben op een bijkomende verkeersaantrek. De bouwplaats is voldoende ontsloten. Bij het project zijn ook voldoende parkeerplaatsen aanwezig om de parkeerbehoefte te kunnen opvangen op eigen terrein. Hierdoor hoeft de parkeerdruk niet op het openbaar domein te worden afgewenteld.

Voor de landschappelijke inkleding van de site werden in de vergunning afgeleverd op 7 juli 2021 reeds bijkomende voorwaarden opgelegd. Mits naleving van deze voorwaarden zal de site voldoende ingekleed worden en dient in voorliggende aanvraag geen bijkomende verplichtingen opgenomen te worden.

 

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden. De aanvraag doet een geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Het bezwaarschrift is tijdig ingediend en bijgevolg ontvankelijk.

Het ingediende bezwaar dient onontvankelijk verklaard te worden gezien de opmerking niet van stedenbouwkundige aard maar van burgerrechtelijke aard is.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Fluvia

Dit advies wordt gezien de expertise van de adviesinstantie integraal overgenomen. De geformuleerde voorwaarden dienen nageleefd te worden.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

        Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Christof Malysse namens LOBSTER FISH NV gevestigd Roterijstraat 20 te 8540 Deerlijk, voor de regularisatie van een deel van de koelruimte en uitbreiding van de laadzone, op een perceel gelegen Roterijstraat 20 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 61 T, (afd. 2) sectie C 61 S en (afd. 2) sectie C 63 G.

 

Artikel 2

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat voortaan:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

3.4.1°a)

Uitbreiding van de lozing met een debiet van 1,46 m³/uur (Verandering)

1,96 m³/uur

3

12.2.1°

Transformator van 250 kVA (Ongewijzigd)

250 kVA

3

15.1.1°

Stallen 12 voertuigen en/of aanhangwagens (Ongewijzigd)

12 aantal voertuigen

3

15.4.1°

Wasplaats voor voertuigen en/of aanhangwagens (Nieuw)

1 stuk

3

16.3.2°b)

Uitbreiding met een koelinstallatie van 150 kW (Verandering)

270,58 kW

2

17.4.

Opslag van 150 l gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (Ongewijzigd)

150 liter

3

45.4.e)2°

Opslag van max. 175 ton producten van dierlijke oorsprong (Ongewijzigd)

175 ton

2

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit volgende voorwaarden te koppelen aan de vergunning:

        Er dient een bufferput te worden voorzien van 15.000 l.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

        De voorwaarden geformuleerd in het advies van Fluvia dienen strikt nageleefd te worden.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.22. OMV 2022_48 - Oliebergstraat 131 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen van de bestaande gebouwen/constructies, op een perceel gelegen Oliebergstraat 131 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 181 P aangevraagd door Jan Van Overbeke met als contactadres Oliebergstraat 129 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 1 juli 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

        Er moet voldaan worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, RUP Sint-Lodewijk centrum, 3 november 2011 met als bestemming zone 2: zone voor wonen met beperkte nevenfuncties.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 8 maart 2017 (dossiernummer 101612/1045-11)

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het verkavelingsplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 juni 1957 door het college van burgemeester en schepenen voor het herstellen van een bouwvallig dak – aanbrengen van twee standvensters in het dak.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 oktober 1957 door het college van burgemeester en schepenen voor het optrekken van 2 serres voor groentekweek (volle grond).

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 2.051 m² en is gelegen langs de Oliebergstraat op ongeveer 200 m ten zuiden van de kern van Sint-Lodewijk. De Oliebergstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg .

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een voormalige hoeve die bestaat uit een woongebouw en 2 bergingen. De woning is vrijstaand en heeft een oppervlakte van 114 m². De grote berging heeft een oppervlakte van 145,30 m² en de oppervlakte van de kleine berging bedraagt 27,50 m². Alle gebouwen bestaan uit 1 bouwlaag en een dak. Op het terrein is eveneens een hoogstammige boom aanwezig.

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van hoofdzakelijk recent gebouwde eengezinswoningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft betrekking op het slopen van alle bebouwing op het terrein en het rooien van de bestaande hoogstammige boom. Na de werken wordt het terrein geëffend en bouwrijp gemaakt. De sloop kadert in de uitvoering van de op 8 maart 2017 vergunde verkaveling. De wegenis zoals voorzien in de verkaveling is op het perceel ondertussen reeds aangelegd.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd omdat de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

 

  1. Adviezen

 

Voor het rooien van de hoogstammige boom werd intern advies gevraagd. Op 31 mei 2022 werd een gunstig advies uitgevraagd dat als volgt gemotiveerd wordt:

‘Op het perceel van ongeveer 2.051 m² staat in de zuidelijke hoek, naast de huidige oprit, een hoogstammige boom (vermoedelijk een populier). In functie van het bouwrijp maken van dit perceel worden alle gebouwen gesloopt en dient ook de hoogstammige boom te worden gerooid. Voor dit perceel werd op 8 maart 2017 een verkavelingsvergunning verleend (dossiernummer 101612/1045-11) waarbij het perceel verkaveld wordt in 4 bouwloten. Volgens het verkavelingsplan zou de boom op lot 3 staan, een lot van ongeveer 490 m² met een halfopen bebouwing. De verkavelingsvoorschriften verplichten het voorzien van een levende haag (groene haagbeuk) van 0,75 m hoog en een boom van 3de of 4de categorie in de voortuin. Omwille van deze voorschriften en het feit dat de hoogstammige boom de ontwikkelingsmogelijkheden volgens het goedgekeurde verkavelingsplan in het gedrang brengt, kan een positief advies verleend worden voor het rooien van de hoogstammige boom.’

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het verkavelingsplan.

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van de verkavelingsplan gezien de aanvraag betrekking heeft op de sloop van de gebouwen op het perceel in kader van het bouwrijp maken van de gronden in uitvoering van de verkaveling.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Oliebergstraat een voldoende uitgeruste weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het slopen van bebouwing en het bouwrijp maken van een perceel in een residentiële omgeving zodat de aanvraag zich functioneel inpast.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

Voor de herindeling van het perceel werd op 8 maart 2017 reeds een verkavelingsvergunning afgeleverd, kaderend in een grotere herontwikkeling van de site. Deze aanvraag doet hieraan geen wijzigingen en behoudt de dichtheden zoals voorzien in de verkaveling.  

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Op het perceel wordt eveneens een hoogstammige boom gerooid. Voor het rooien van de boom werd een intern advies ingewonnen. De plaats van de boom hypothekeert de uitvoering van de bouwmogelijkheden van het lot 3 uit de verkaveling zodat het positieve advies gevolgd kan worden.

In de voorschriften van de verkaveling zijn bijkomende verplichting opgenomen tot het aanplanten van nieuwe groenvoorzieningen zodat het rooien van deze ene boom gecompenseerd wordt door 4 weliswaar kleinere boom in de voortuinen van de 4 loten uit de verkaveling.

 

Hinderaspecten

In functie van de afwerking van het terrein en het beperken van mogelijke hinder dienen echter wel volgende voorwaarden nageleefd te worden:

        Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

        Er moet voldaan worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

 

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1 § 2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Het interne advies inzake het rooien van de hoogstammige boom wordt overgenomen tot het mijne, zie hiervoor ook de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Jan Van Overbeke met als contactadres Oliebergstraat 129 te 8540 Deerlijk, voor het slopen van de bestaande gebouwen/constructies, op een perceel gelegen Oliebergstraat 131 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 181 P, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

        Er moet voldaan worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.23. OMV 2022_34 - Guido Gezellelaan 110 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een half-open ééngezinswoning, op een perceel gelegen Guido Gezellelaan 110 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 259 M2 aangevraagd door de heer Nicolas Vanwynsberghe wonende Olmstraat 98/B12 te 8790 Waregem.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 1 juli 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Ongunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 16 augustus 1962 (dossiernummer 0022-2/1962.8, dossiernummer RO V.K. 035.396).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Verkavelingsvergunning afgeleverd op 16 augustus 1962 door het college van burgemeester en schepenen voor het verkavelen van de grond.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Weigering van de omgevingsvergunning afgeleverd op 23 september 2021 door de deputatie voor het bouwen van een eengezinswoning.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De aanvraag is gelegen langs de Guido Gezellelaan, wat een goed uitgeruste gemeenteweg is. De directe omgeving bestaat uit eengezinswoningen, voornamelijk gekoppelde en open bebouwing, opgetrokken met 1 à 2 bouwlagen en een hellend dak. De gekoppelde woningen vormen steeds een architecturaal geheel en zijn opgetrokken met 2 bouwlagen en een hellend dak en afgewerkt in roodbruin metselwerk.  De straat heeft een breedte van +/- 8 m en een voetpad.

De naastliggende woning waartegen moet worden aangebouwd, werd opgetrokken met 2 bouwlagen en een hellend dak. De bouwdiepte van deze woning bedraagt 10 m. Op de rechterperceelsgrens bestaat de afsluiting in de voortuin uit draad met klimop. Over een ruime diepte heeft de rechter buur een taxushaag aangeplant.

Ten noorden van het terrein is een open ruimte met boomgaard aanwezig. Achteraan het perceel van de beide buren is een ruim bijgebouw/werkplaats aanwezig. Beide bijgebouwen werden gebouwd tot op de perceelgrens.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Projectinhoudversie 2

De aanvrager wenst op de eigendom (lot 2 van de verkaveling) een halfopen eengezinswoning te bouwen.

De woning wordt opgetrokken op 5 m achter de rooilijn, op dezelfde voorbouwlijn als de aanpalende woning links. De woning wordt opgetrokken tegen de bestaande wachtgevel. De woning wordt niet volledig opgetrokken binnen het bouwkader van de verkaveling, maar wordt 10 m dieper dan de maximaal voorziene bouwdiepte gebouwd. De totale bouwdiepte van de woning bedraagt 20 m en wordt op 24 m van de achterste perceelsgrens gebouwd. De woning wordt op 3 m voorzien ten opzichte van de rechterperceelsgrens .

De woning wordt deels opgebouwd met twee bouwlagen en een plat dak, deels met 1 bouwlaag met plat dak. De kroonlijsthoogte van het volume met 2 bouwlagen bedraagt 6 m. De bouwhoogte van de 1e bouwlaag ter hoogte van de linkerperceelsgrens bedraagt 2,50 m. Vanaf een afstand van 2 m van de linkerperceelsgrens bedraagt de kroonlijsthoogte 3,20 m. De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt deels 15 m (ter hoogte van de linkerzijperceelsgrens) een deels 20 m (vanaf 2 m afstand van de linkerzijperceelsgrens) en de diepte op de verdieping bedraagt 10 m langs de linkerzijperceelsgrens en 12 m op een afstand van 4,20 m van de linker zijperceelsgrens. Op het verdiep wordt er over een breedte van 4,97 m gebouwd op de voorbouwlijn. De rest van de verdiepingsruimtes springen in ten opzichte van deze voorbouwlijn. Naast de wachtgevel springt de verdiepingsruimte 1,20 m in over een breedte van 2,28 m en langs de vrije zijtuinstrook 8 m over een breedte van 2,10 m.

Op het gelijkvloers wordt een inkomhal met apart toilet, een zithoek, een leefkeuken, een koelcel, een wasplaats en een slaapkamer met dressing, afzonderlijk toilet en badkamer, een patio en een bureel voorzien. De inkom van de woning wordt voorzien in het rechter gevelvlak, op +/- 6,70 m van de voorbouwlijn. De slaapkamer bevindt zich aan de voorgevel van de woning en wordt door een raam met een breedte van 5,30 m gescheiden van de voortuinstrook. Op het verdiep worden twee slaapkamers, een badkamer, een speelkamer en een technisch lokaal voorzien.

De woning wordt afgewerkt in een rood-grijs genuanceerd gevelmetselwerk en antracietkleurig aluminium schrijnwerk en arduinen dorpels.

De vrijblijvende wachtgevel wordt voorzien in rood-grijs genuanceerde gevelsteen. De topgevel en de niet aangebouwde delen van de wachtgevel worden, na het aanbrengen van isolatie, afgewerkt in steenstrips idem aan de gevels.

In de voortuin wordt de bestaande afsluiting bestaande uit klimop met een hoogte van 1.80 m op de perceelsgrens met de linkerbuur behouden. Eenzelfde bestaande afsluiting met klimop wordt in de achtertuin behouden. In de voortuin, ter hoogte van de rooilijn wordt een gemetseld muurtje voorzien in dezelfde materialen als het hoofdgebouw met een hoogte van 0,90 m.

De 3,5 m brede vrije zijstrook wordt voor 0,50 m ingenomen door groen. De rest van de zijstrook, alsook 1,60 m van de voortuinstrook wordt over een lengte van 13 m verhard in waterdoorlatende verharding. Rondom de woning wordt een grindpad voorzien. De totale oppervlakte van de waterdoorlatende verharding (excl. grindpad) bedraagt 50 m². Achteraan de woning wordt een terras in tegels voorzien met een oppervlakte van 37,50 m².

 

Projectinhoudversie 3

Naar aanleiding van de opmerking van de omgevingsambtenaar in het advies van 26 juni 2022 inzake de aansluiting op de materialisatie van de voorgevel werd het voorgevelplan gewijzigd zodoende de kleur van de gevel te laten aansluiten bij de kleur van de aanpalende woning en de raampartij deels te versmallen teneinde nog een deel metselwerk te voorzien aansluitend op de naastliggende woning (conform het dossier OMV_2020121323 waarbij gesteld werd dat een afwijkende dakvorm door het college gevolgd kon worden op voorwaarde dat de materialisatie voldoende aansluiting vind bij de naastliggende eigendom).

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 15 april 2022 tot 14 mei 2022. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

Na het openbaar onderzoek werd, op basis van het advies van de GOA, een nieuwe PIV ingediend teneinde de voorgevel beter te laten aansluiten qua materialisatie. Deze wijzigingen hebben geen impact op de scheidingsmuur noch op de inhoud van de afwijkingen zodat een nieuw openbaar onderzoek niet vereist is.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De eigendom is gelegen binnen de grenzen van de goedgekeurde niet-vervallen verkaveling zoals goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 16 augustus 1962 (dossiernummer VK 1962.8/0022-2).

De aanvraag wijkt af van de voorliggende verkavelingsvoorschriften voor wat betreft de bouwdiepte en het verplichte zadeldak. Omdat de verkaveling meer dan 15 jaar oud is, vormt deze in toepassing van artikel 4.3.1 §1 van de VCRO geen weigeringsgrond meer voor de vergunningverlenende overheid en kan ze bijgevolg als het ware buiten beschouwing gelaten worden.

 

Bijgevolg dient de aanvraag te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied. 

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een eengezinswoning in een residentiële omgeving zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van een gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Guido Gezellelaan een voldoende uitgeruste openbare weg is.  De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.  De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 3.900 liter en een referentieoppervlakte van 7,68 m², het terras watert af naar de infiltratievoorziening. Het is echter wenselijk dat het terras afwatert in de naastliggende groenzone. De oprit wordt voorzien in waterdoorlatende verharding.

Teneinde te kunnen oordelen dat er geen hinder en schadelijk effect naar de omliggende percelen zal optreden, dient het terras af te wateren in de naastliggende groenzon. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een eengezinswoning in een verkaveling zodat de aanvraag functioneel inpasbaar is in de directe omgeving.

 

Inplanting, bouwvolume:

De bouwdiepte en het gabarit voldoen niet aan de voorschriften van de verkaveling. In de verkaveling is een bouwdiepte van 10 m voorgeschreven zowel op het gelijkvloers als op de verdieping. In diezelfde verkaveling is reeds een verkavelingswijziging goedgekeurd waarbij gebouwd werd tot op een diepte van 20 m op het gelijkvloers. Ook in de onmiddellijke omgeving van het perceel zijn bouwdieptes aanwezig van ongeveer 16,50 m (aanpalende woning rechts) tot ongeveer 28 m (huisnummers 114 en 116).

Als gangbare normen wordt een bouwdiepte van 15 m op het gelijkvloers en 12 m op de verdieping gehanteerd dit om de hedendaagse programma’s voor een woning te kunnen bevatten en anderzijds de hinder in de tuinzones bij de buren zo weinig mogelijk te belasten.

Het ontwerp voldoet aan de gangbare normen voor de strook langs de zijperceelsgrens gezien de diepte op de verdieping beperkt wordt tot 10 m en deze op het gelijkvloers tot 15 m op de gemeenschappelijke perceelsgrens. Op het gelijkvloers verspringt deze diepte tot 20 m op een afstand van 2 m van deze grens zodat deze geen impact heeft op de aanpalende eigendom. Op de verdieping verspringt de diepte tot 12 m op 4,20 m van de zijperceelsgrens zodat ook de verdiepingsdiepte geen impact zou hebben op de aanpalende eigendom links. Teneinde verder de hinder voor de aanpalende linkerbuur te beperken is de hoogte van het gelijkvloerse gedeelte tussen de 10 m en 15 m bouwdiepte beperkt in hoogte. Het perceel is voorts voldoende ruim om deze bouwdiepte toe te laten gezien de afstand tot de achterkavelgrens nog ongeveer 24 m bedraagt. Ook de hoogtes, zowel van het hoofdvolume als het nevenvolume zijn standaard en nodig in functie van de opgelegde EPB-eisen. Het perceel is zo georiënteerd (zuidwest) ten opzichte van de naastliggende aanpalende woning dat de impact op bezonning en lichtinval binnen de perken blijft.

 

Visueel vormelijke elementen:

Bij een beoordeling van de integratie van een project in zijn onmiddellijke omgeving worden steeds visueel-vormelijke elementen afgetoetst. De aanvraag betreft het aanbouwen van een gekoppelde woning. De koppeling met een aanpalende woning dient harmonieus te gebeuren door overname van de voorbouwlijn, de kroonlijsthoogte, dakvorm/gabarit en materiaalgebruik.

De woning van de aanvrager is ingeplant op dezelfde voorbouwlijn als de naastliggende woning, volledig op het gelijkvloers en deels op de verdieping.

Naast de inplanting speelt ook de materialisatie een belangrijker rol bij de integratie van een project in zijn omgeving.

In de projectinhoudversie 2 van voorliggende aanvraag is die aansluiting niet volledig aanwezig. De voorgevel wordt voorzien in een rood-grijze gevelsteen terwijl de naastliggende woning afgewerkt is in een rode gevelsteen. Ook wordt de raampartij van het gelijkvloers voorzien tot net naast de zijperceelsgrens terwijl het wenselijk is (net zoals de aanpassing die doorgevoerd werd in het vorige dossier OMV_2020121323) de raampartij op het gelijkvloers te wijzigen zodat een deel gevelmetselwerk aanpalend aan de naastliggende woning voorzien wordt en zo een aansluiting gerealiseerd wordt. In de projectinhoudversie 3 werd deze wijziging doorgevoerd waardoor deze opmerking vervalt. In voorliggend ontwerp wordt ook de zijgevel afgewerkt in volwaardige materialen. Bijgevolg kan gesteld worden dat de aanvraag qua materialisatie een eenheid vormt met de aanpalende eigendom.

Tenslotte dient de aansluiting op het gabarit getoetst te worden. De naastliggende woning bestaat uit 2 bouwlagen en een hellend dak met de noklijn evenwijdig met de straat. De woning van de aanvrager sluit aan op de kroonlijsthoogte van de aanpalende woning maar wordt dan afgewerkt met een plat dak. Deze platte dakvorm is bijgevolg afwijkend van de naastliggende woning. Ook in de ruimere omgeving is de platte dakvorm bij hoofdvolumes nagenoeg niet aanwezig. Deze dakvorm wordt hoofdzakelijk beperkt tot de nevenvolumes. Gelet op het feit dat de platte dakvorm voor hoofdvolumes in de nabije of ruimere omgeving niet aanwezig is, in functie van de realisatie van een harmonische aansluiting en een eenheid met de naastliggende koppelwoning en teneinde de integratie van het project in het straatbeeld te optimaliseren inzake visueel vormelijke elementen is een afwerking met een hellende dakconstructie conform de aanpalende woning noodzakelijk.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

Door de aanvraag ontstaat een beperkte uitbreiding van de verkeersaantrek. Echter is de eigendom voldoende ontsloten teneinde dit te kunnen opvangen.

De aanvrager voorziet parkeermogelijkheden op eigen terrein. De vrije zijstrook wordt over een lengte van 13 m voorzien in waterdoorlatende verharding. Een dergelijke diepte is voldoende om 2 wagens achter elkaar te parkeren en om toegang te nemen tot de voordeur.

Groen- en omgevingsaanleg:

Achter de woning wordt een terras aangelegd.

De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen.

De woning beschikt tevens over een kleine voortuin. Deze zone dient steeds te worden aangelegd als voortuin met laagstammig groen.

 

Conclusie

Het ontwerp is bijgevolg onvoldoende verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1 § 2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Standpunt van het college van burgemeester en schepenen:

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet volledig aan bij het advies van de omgevingsambtenaar, in het bijzonder voor wat de motivatie inzake de dakvorm van de woning betreft. Het college behoudt zijn standpunt zoals ook reeds geformuleerd in zitting van 17 maart 2021 voor het vorige dossier OMV_2020121323.

Het college volgt de motivering dat een project zich visueel-vormelijk moet integreren in zijn omgeving. De aanvraag betreft het aanbouwen van een gekoppelde woning. De koppeling met een aanpalende woning dient harmonieus te gebeuren door overname van de voorbouwlijn, de kroonlijsthoogte, dakvorm/gabarit en materiaalgebruik. Aangezien in het straatbeeld enkel de dakvorm afwijkend is en het ontwerp zich voor wat betreft materialisatie (rood genuanceerde gevelsteen voor de voorgevel conform de technische bepalingen op het voorgevelplan), de aansluiting op de voorbouwlijn, de kroonlijsthoogte van de 2 de bouwlaag wel voldoende aansluitend op de aanpalende woning kan geoordeeld worden dat de visueel-vormelijke impact van de nieuwbouwwoning beperkt zal zijn in het bestaande straatbeeld.

Het college verwijst eveneens naar de visie van de deputatie aangaande het vorige dossier waarbij gesteld werd dat de platte dakvorm niet vreemd is in de omgeving en bijgevolg als weigeringsgrond kan dienen.

De voorgestelde voorwaarden inzake de afwatering van het terras kan wel gevolgd worden.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet volledig aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Nicolas Vanwynsberghe wonende Olmstraat 98/B12 te 8790 Waregem, voor het bouwen van een half-open ééngezinswoning, op een perceel gelegen Guido Gezellelaan 110 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 259 M2 mits volgende voorwaarde na te leven:

        Het terras dient af te wateren in de naastliggende groenzone en kan niet afgevoerd worden naar de infiltratievoorziening.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.24. Inname openbaar domein - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.25. Woonwijs - dagelijks bestuur - verslag van 21 juni 2022 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het dagelijks bestuur van Woonwijs hield een vergadering op 21 juni 2022.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

 

Motivering

 

De projectcoördinator vraagt in zijn mail van 1 juli 2022 het verslag ter kennisgeving voor te leggen aan de colleges van de vijf betrokken gemeentes.

 

De bijbehorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.26. Rapport Detailhandel - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het rapport ' provincie in cijfers ' m.b.t. detailhandel van onze gemeente Deerlijk.

 

Motivering

 

OC West en POM West-Vlaanderen willen de detailhandel in West-Vlaanderen zuurstof geven en de handelskernen versterken. Dat doen ze met gevalideerde data, advies op maat en inspiratie.

 

Op 08 juni 2022 werd het vernieuwde rapport detailhandel gepubliceerd op provincies.incijfers.be. In het rapport vinden we een zaken terug zoals:

        context m.b.t. demografie, inkomen en werk;

        een overzicht van het handelsaanbod inclusief evolutie en samenstelling;

        een overzicht van onze handelspanden met winkelvloeroppervlakte voor detailhandel, supermarkten, horeca en leegstand.

 

Dit rapport vormt een bron van informatie voor de dienst lokale economie en zal bijdragen tot de uitwerking van een economisch beleidsplan.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid:  Art. 56. § 1 van het Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het rapport ' provincie in cijfers  m.b.t. detailhandel van onze gemeente Deerlijk.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.27. BOC - verslag van 15 juni 2022 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het Basisoverlegcomité (BOC) hield een vergadering op 15 juni 2022.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag.

 

Motivering

 

Het verslag van deze vergadering wordt goedgekeurd op de volgende BOC-vergadering van september 2022.

De bijbehorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Titel 7 betreffende comités voor preventie en bescherming op het werk van boek II van de codex over het welzijn op het werk

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van het BOC van 15 juni 2022.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.28. Asverstrooiing - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.29. Asverstrooiing - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.30. Afvoering van ambtswege - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

C.31. Premies voor seniorenverenigingen - werkjaar 2021 - verdeling - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Om de seniorenverenigingen van Deerlijk, die aangesloten zijn bij de seniorenraad, te ondersteunen in hun ouderenzorg en seniorenwerking, wordt hen een premie toegekend. Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de verdeling van de premies voor een totaalbedrag van 6.600 euro goed te keuren.

 

Motivering

 

Het premiereglement voor seniorenverenigingen aangesloten bij de seniorenraad, goedgekeurd in de gemeenteraad van 17 december 2020, laat toe premies uit te keren aan de aangesloten seniorenverenigingen. De premies worden toegekend op basis van het voorafgaande werkjaar.

 

Thans ligt de goedkeuring van de premies voor de seniorenverenigingen op basis van het werkjaar 2021 voor.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 3,3° Decreet Lokaal Bestuur

        Andere

        Premiereglement voor seniorenverenigingen aangesloten bij de seniorenraad

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

6.600 euro

Actie

Bejaardenbonden

Jaarbudgetrekening

GBB/0959-00/64910024

Visum

/

 

Seniorenvereniging

Premiebedrag

Rekeningnummer

Erebrandweer Belgiek

500,70

BE75 9731 8813 3251

NEOS

913,00

BE64 4635 1370 0152

Okra Deerlijk

1.219,90

BE17 7755 7932 2821

Okra Sint-Lodewijk

956,40

BE35 8508 1566 7237

Seniorenclub Belgiek

345,70

BE32 6528 5488 2102

Senioren Sint-Anna Molenhoek

705,30

BE95 7380 0370 9058

S-Plus

599,90

BE13 6528 1615 3739

Vief

541,00

BE17 3632 1593 9521

Vriendenkring 3de leeftijd Statiewijk

813,80

BE64 7380 3429 2552

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit deze verdeling van de premies voor de seniorenverenigingen aangesloten bij de seniorenraad op basis van het werkjaar 2021 goed te keuren en de goedgekeurde bedragen over te maken op rekening van de desbetreffende seniorenverenigingen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

D.1. Hoogstraat 109 - concessie - proces

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het voorgestelde proces omtrent het in concessie geven van het pand gelegen in de Hoogstraat 109.

 

Motivering

 

In zitting van 8 juni 2022 besloot het college van burgemeester en schepenen het voormalig politiekantoor in de Hoogstraat 109 in gebruik te geven door middel van een concessie en Leiedal aan te stellen om een voorstel tot concessie uit te werken.

 

Na overleg met Leiedal wordt voorgesteld om voorafgaand een doelgroepenbevraging te organiseren. Deze rondvraag zou onder andere bij volgende (rechts)personen gebeuren:

        geïnteresseerden die zich reeds gemeld hebben bij de toelichting rond het centrumpark;

        personen die zich kandidaat stelden voor de concessie met betrekking tot het Gaverkasteel;

        eventuele andere ervaren (rechts)personen in de horeca.

 

Op deze manier kan een realistisch en haalbaar voorstel van concessie opgemaakt worden.

De gesprekken zouden gevoerd worden in de loop van september 2022 en oktober 2022.

 

De conclusies uit deze gesprekken worden vervolgens teruggekoppeld naar het schepencollege, om daarna de concessie uit te schrijven.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorgestelde proces omtrent het in concessie geven van het pand gelegen in de Hoogstraat 109.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

D.2. Receptionele aangelegenheden - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

D.3. OMV 2022_28 - Kerkstraat 18 - weigering

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het wijzigen van de functie van detailhandel naar dienst, op een perceel gelegen Kerkstraat 18 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 528 M aangevraagd door Jo Van der Vorst namens BASIC-FIT BELGIUM BVBA gevestigd Laarbeeklaan 25 te 1090 Jette en Nikita Lagache namens IMMO PROMEDO BV gevestigd Disbos 42 te 8970 Poperinge.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 1 juli 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Ongunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, RUP Oude Pastorijstraat, goedgekeurd op 8 november 2012 met als bestemming zone voor centrumfuncties en wonen.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 mei 1967 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een hangaar.

        Stedenbouwkundige weigering afgeleverd op 6 december 1972 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van kantoren.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 december 1980 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van voor- en zijgevel loods.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 maart 1991 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van 2 lichtreclames op betonnen palen op de parking voor het gebouw.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 november 1992 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van 2 lichtreclames bevestigd aan een ijzeren paal.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 1.670 m² en is gelegen langs de Kerkstraat op ongeveer 100 m ten noordwesten van de kern van Sint-Lodewijk. De Kerkstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg .

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een bestaande handelsvestiging deels opgetrokken tot op beide zijdelingse perceelsgrenzen. Het gebouw bestaat uit 1 bouwlaag en een hellend dak, waarbij de noklijn haaks staat op de voorliggende straat. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,97 m, de nokhoogte 10,62 m. Ter hoogte van de linkerperceelsgrens op het terrein is 1 totem aanwezig, alsook enkele vlaggenmasten. Ter hoogte van de rechterperceelsgrens is een reclamedoek aanwezig.

De omgeving is een dorpse omgeving die gekenmerkt wordt door een beperkte menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca en gemeenschapsvoorzieningen. Het wonen bestaat er bijna uitsluitend uit eengezinswoningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst het bestaande handelspand te wijzigen naar een fitnesslokaal van Basic Fit. De bestaande inplanting van het volume blijft behouden. De buitendeuren worden vervangen door vluchtdeuren, het dak wordt geïsoleerd tussen de gordingen en het pand wordt intern verbouwd. Na de werken bestaat de fitness uit een fitnessruimte opgesplitst in 3 delen, een sanitaire ruimte, personeelsruimte, poetslokaal, verschillende bergruimtes en een ventilatie unit.

De bestaande totem wordt vervangen door een nieuwe totem met een hoogte van 2,60 m en een breedte van 1 m in een oranje kleur (RAL 2008). Het geveldoek ter hoogte van de rechterperceelsgrens wordt vernieuwd met het logo van de nieuwe invulling. De gevels afgewerkt in aluminium en volkern worden opnieuw geschilderd in een grijze verf in combinatie met een oranje kleur. Op de voorgevel wordt belettering aangebracht.

Het parkeren in de achteruitbouwzone wordt heringericht waardoor er ruimte is om op eigen terrein 14 wagens en 20 fietsen te kunnen stallen.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft betrekking op de exploitatie van een nieuwe fitnessruimte (Basic Fit) in een bestaand gebouw waarbij de inplanting en de grootte van het volume behouden blijft. De volgende activiteiten zijn volgens het Vlarem ingedeeld in klasse 3:

        Het lozen van afvalwater afkomstig van douches, lavabo’s en toiletten

        8 warmtepompen met een totaal vermogen van 28,88 kW

        Opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (onderhoudsproducten)

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

3.2.2°a)

Lozen van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (Nieuw)

2000 m³/jaar

3

16.3.2°a)

8 warmtepompen met een totaal geïnstalleerd vermogen van 28,88 kW (Nieuw)

28,88 kW

3

17.4.

Opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (kuis- en onderhoudsproducten uitsluitend bestemd voor de fitness) (Nieuw)

100 liter

3

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 1 april 2022 tot 30 april 2022. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

Fluvia, Dienst brandpreventie

Hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 24 maart 2022. De adviesinstantie bracht op 8 april 2022 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag wordt gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverslag.’

 

Interne dienst mobiliteit

De mobiliteitsdienst werd om advies verzocht op 24 maart 2022.  De adviesinstantie bracht op 30 maart 2022 een ongunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Aantal bezoekers

Er worden gemiddeld 25 personen per uur verwacht. En op piekmomenten (18uur tot 21uur) 50 personen per uur. Er is steeds 1 werknemer aanwezig.

Modal split

Hier wordt verwezen naar analoge projecten en hun ervaringen hierbij schatten ze in dat:

     40 % met de wagen

     30 % met de fiets

     15 % te voet

     15 % met het openbaar vervoer

Echter zal door het nieuwe decreet basisbereikbaarheid Sint-Lodewijk enkel bediend worden door een functionele lijn. 15% openbaar vervoer (OV) gebruikers is bijgevolg een overschatting en niet realistisch. Gezien OV verplaatsingen hoofdzakelijk verre verplaatsingen zijn moet dit percentage bij het aandeel wagens geteld worden.

Dit brengt ons bij een meer realistische modal split van

     55% met de wagen

     30% met de fiets

     15 % te voet

Dit brengt de nood naar parkeerplaatsen

Tijdens gemiddelde bezetting

     14 autoparkeerplaatsen

     7.5 fietsparkeerplaatsen

Tijdens piekmomenten

     28 autoparkeerplaatsen

     15 fietsparkeerplaatsen

Fietsers en voetgangers

20 parkeerplaatsen lijkt voldoende in dit geval, echter is de ligging hiervan niet duidelijk. Om 30% fietsers aan te trekken zal de plaats van de fietsers duidelijk moeten zijn. Nu is de fietsenstalling niet goed zichtbaar. Aangeraden is de fietsenstalling zo dicht mogelijk bij de ingang te plaatsen. Daarnaast raden we aan een overdekte fietsenstalling te voorzien.

Openbaar vervoer

Gezien de hervorming bij de lijn is het openbaar vervoer geen realistische optie.

Personenwagens

13 + 1 parkeerplaatsen zouden worden voorzien voor de fitness met een bruto-vloeroppervlakte van 1.087,90 m². 13 + 1 parkeerplaatsen voldoen in principe niet aan de nood die er is tijdens de gemiddelde bezetting. Daarbij rekening houdend dat 1 parkeerplaats zal ingenomen worden door de werknemer die steeds aanwezig is. Zijn er 2 parkeerplaatsen te weinig.

Er wordt verwezen naar het openbaar domein waar eventueel zou kunnen geparkeerd worden bij overdruk. Gezien er structureel bij gemiddelde bezetting overdruk is dit niet wenselijk. Publieke parking kan niet gebruikt worden om tekorten op privaat domein op te vangen. Daarnaast wordt de parking waarnaar verwezen wordt in vraag gesteld in het traject DNA Sint-Lodewijk. Hierbij zou overwogen worden het huidige publiek parkeeraanbod te doen afnemen, om de ruimtelijke kwaliteit op te waarderen.

Daarnaast verwijs ik nog naar twee richtinggevende documenten in kader van de berekening van het benodigd aantal parkeerplaatsen voor een fitness van deze grootteorde.

Richtinggevend aantal parkeerplaatsen

Volgens berekening CROW

Dient bij een sportschool/ fitness per 100 m² bruto-vloeroppervlakte in een ruimtelijke context zoals deze in Sint-Lodewijk 3 à 4 parkeerplaatsen te worden voorzien. Dit betekent dat voor de fitness minimaal 33 en maximaal 44 autoparkeerplaatsen moeten worden voorzien.

Volgens het belastingreglement op parkeerplaatsen geldend in Deerlijk

Hier wordt voorzien dat per 50 m² bruto-vloeroppervlakte 1 parkeerplaats moet worden voorzien. Dit zijn 22 parkeerplaatsen. Indien hier niet aan wordt voldaan, wordt een belasting opgelegd van 5.000 euro per ontbrekende parkeerplaats.

Indien een gebouw door verbouwing verandert van functie, is het aantal bijkomende parkeerplaatsen het verschil tussen het aantal parkeerplaatsen van de nieuwe bestemming en van de vroegere bestemming, dit volgens voormelde indeling.

Conclusie

Het aantal vooropgestelde parkeerplaatsen blijkt te weinig voor de beoogde functie en het ingeschatte aandeel bezoekers. Ook de gehanteerde modal split is niet realistisch. Bijgevolg is het niet de bedoeling publiek domein systematisch toe te eigenen voor privaat gebruik, door gebrek aan parkeerplaatsen.

Aangeraden wordt de inplanting en de kwaliteit van de fietsenstalling te herbekijken.’

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Bij elke ingreep dient een afweging ten aanzien van de ruimtelijke draagkracht van de omgeving te gebeuren.

Een Basic fit met een publiek toegankelijke oppervlakte van 890 m².

 

Er dienen voldoende parkeerplaatsen te worden voorzien op eigen terrein om te voldoen aan de eigen parkeerbehoefte

Parkeervoorzieningen ontoereikend op eigen terrein

 

De aanvraag is voor het overige in overeenstemming met het RUP gezien het bouwvolume, de inplanting en de bebouwde oppervlakte van het gebouw behouden blijft en een parkeernota toegevoegd is.

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op een voorwaarde gekoppeld aan de functiewijziging, nl. het al dan niet verenigbaar zijn met de omgeving zodat een afwijking overwogen kan worden. Echter wordt door het wijzigen van de functie de draagkracht van de omgeving overschreden. Dit wordt besproken onder ‘goede ruimtelijke ordening ’. Verder is het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein ontoereikend. Dit wordt eveneens  verder uitvoering besproken.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kerkstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4 Mer-screening

De bouwaanvraag valt onder het toepassingsgebied van bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december, meerbepaald rubrieknummer 10b stedelijke ontwikkeling.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). De mer-screening wordt toegevoegd in de voorbehouden velden in het omgevingsloket. Hierbij werden de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

Voor de effecten op de mobiliteit wordt in de aanvraag verwezen naar de ‘parkeernota ’ in het dossier. Dit wordt beoordeeld in het onderdeel ‘Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening ’.

Relevante potentiële effecten op de bodem

Er zijn relevante potentiële effecten te verwachten.

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

Het afvalwater van de exploitatie betreft ‘met huishoudelijk afvalwater vergelijkbaar ’ afvalwater afkomstig van de sanitaire voorzieningen en de onderhoudsactiviteiten. Het afvalwater wordt rechtstreeks (en zonder verdere behandeling) geloosd in de openbare riolering van de Kerkstraat. In de aanvraag wordt geen info gegeven betreffende het opvangen van hemelwater. Indien op de site hemelwateropvang aanwezig is moet dit hemelwater maximaal gebruikt worden voor laagwaardige toepassingen. Dit wordt als voorwaarde opgenomen in het besluit.

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Er zijn geen rechtstreekse emissies vanuit de exploitatie. Er zullen 8 warmtepompen geplaatst worden voor de koeling en verwarming van het gebouw. Deze zullen allen koelmiddel R32 (GWP v. 675) bevatten. De energetische keuringen, onderhoud, en lektesten zullen uitgevoerd worden evenals het bijhouden van logboeken en instructies.

Relevante potentiële effecten van geluid of trillingen ten gevolge van de aanvraag

In de aanvraag worden geen gegevens verstrekt met betrekking tot geluid. De fitnessruimte zal uitgebaat worden met gesloten deuren waardoor eventuele geluidsoverdracht van de binnenruimtes naar buiten toe beperkt zal zijn. Omwille van mogelijke geluidshinder wordt de voorwaarde om te exploiteren met gesloten ramen en deuren opgenomen in het besluit.

Relevante potentiële effecten op de biodiversiteit

Er zijn relevante potentiële effecten te verwachten.

Relevant potentieel risico op zware ongevallen of rampen

Er zijn relevante potentiële effecten te verwachten.

Relevante potentiële effecten van licht of straling ten gevolge van de aanvraag

De fitnessclub zal tijdens de week geopend zijn van 8.00 uur ’s ochtends tot 22.30 uur ’s avonds, en tijdens het weekend van 9.00 uur tot 16.00 uur. De fitnessclub zal 7 dagen op 7 open zijn en enkel gesloten op Kerst en Nieuwjaar. De buitenverlichting blijft enkel aanliggen tijdens de openingsuren. Daarbuiten wordt deze afgelegd. Buiten wordt er een dooslettertekst reclame en LED-projectoren met tijdsklok voorzien. Deze blijven branden tijdens de openingsuren, buiten de openingsuren wordt de verlichting gedimd. In functie van het duurzaam energiegebruik wordt ook de reclameverlichting en LED-projectoren buiten de openingsuren best gedoofd. Dit wordt als voorwaarde opgenomen in het besluit.

Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen

De exploitatie van een fitnessruimte is van die aard dat de productie van afvalstoffen beperkt is. De met huishoudelijk afval vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen kunnen via de reguliere huisvuilophaling aangeboden worden. Indien er toch specifieke stromen van bedrijfsafvalstoffen zijn zal de exploitatie moeten voorzien in een contract met een erkend ophaler / verwerker van afvalstoffen. Dit wordt als voorwaarde opgenomen in het besluit.

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

 

De aanvraag heeft betrekking op een functiewijziging en interne verbouwing van een voormalig handelspand naar een dienstenfunctie in casu fitnessruimte.

In eerste instantie lijkt een aanvraag onder de functiecategorie diensten een foute aanvraag/onderverdeling gezien de activiteiten in werkelijkheid vallen onder een ander functiecategorie nl. dagrecreatie.

Wat de functie ‘dienstverlening ’ betreft wordt opgemerkt op dat art. 2, § 1 van het BVR dd. 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen (dat de hoofdfuncties in de zin van artikel 4.2.1, 6° VCRO categoriseert) ‘dienstverlening ’ tussen ‘kantoor ’ en ‘vrij beroep ’ plaatst. Bij dergelijke functies wordt gedacht aan activiteiten zoals accountant, boekhouder, architect en dergelijke meer. Bij een dienstverlenende functie wordt, omwille van de 1- op1 - begeleiding, net als bij een kantoor of vrij beroep, gedacht aan activiteiten met een beperkte impact op de directe omgeving. Bij een fitnessruimte, is dit niet het geval, integendeel. In dit dossier is sprake van 1 begeleider voor 20 tot 50 klanten op eenzelfde moment. Derhalve valt de functie fitness niet onder de categorie diensten, maar onder dagrecreatie. De aanvraag wordt behandeld als fitnessruimte en niet als dienstenfunctie zoals aangevraagd.

 

Het pand is gelegen in Sint-Lodewijk, wat een landelijke woonkern is in de gemeente Deerlijk. Sint-Lodewijk, gekend en gewaardeerd voor zijn rustig en landelijk karakter, beschikt over alle noodzakelijke functies waarover een kleine, landelijke kern moet beschikken.  De onmiddellijke en nabije omgeving bestaat hoofdzakelijk uit eengezinswoningen, handelsruimtes, diensten en enkele historisch gegroeide bedrijven op maat en schaal van de kern.

In de kern van de gemeente Deerlijk is 1 fitness Center aanwezig. Deze fitnessruimte is centraal gelegen, op maat van de gemeente en vlot bereikbaar voor alle inwoners. 

In Sint-Lodewijk wonen ongeveer 2.460 inwoners in 1.033 huishoudens. (gegevens uit 2021).

Sint-Lodewijk beschikt over een sportcluster ten westen van de kern. Deze sportcluster bestaat uit een voetbalveld, enkele tennisvelden, petanquevelden en een oefenveldje en is (ruim) voldoende groot om op niveau van de woonkern te functioneren. De sportcluster bevindt zich op +/- 650 m van de betreffende site.

 

Conform het RUP ligt het pand in een zone voor wonen en centrumfuncties, waar wonen, activiteiten en voorzieningen eigen aan een dorpskern complementair zijn aan elkaar. Activiteiten /bedrijven verenigbaar met de woonomgeving hebben een beperkte impact op vlak van ruimte, milieu en verkeer. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze wat schaal en ruimtelijke impact betreft verenigbaar zijn met de omgeving. Daarbij wordt ten minste aandacht besteed aan:

        de relatie met de in de omgeving aanwezige functies en bestemmingen;

        de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers, bewoners of bezoekers;

        de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid;

        de gewenste woondichtheid;

        de inpassing in de omgeving.

 

Het ontwerp voorziet een fitnessruimte met een bruto oppervlakte van 1.087,9 m² waarvan 889,6 m² ter beschikking staat van de sportactiviteiten. Er worden gemiddeld 25 personen per uur verwacht, op piekmomenten (tussen 18.00 uur en 21.00 uur) 50 personen per uur.

Bezwaarlijk kan geoordeeld worden dat een dergelijke activiteit op maat is van deze kleine, landelijke kern met zijn 2.460 inwoners.  De impact op het verkeer wordt besproken onder ‘parkeerplaatsen en verkeersaantrek ’.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

De inplanting van het gebouw blijft ongewijzigd.

 

Bouwvolume en gabarit:

Er worden geen nieuwe volumes opgericht, enkel de functie van het bestaande gebouw wordt gewijzigd en er worden enkel interne verbouwingswerken uitgevoerd.

 

Verschijningsvorm:

De bestaande voorgevel blijft quasi volledig behouden. Het schrijnwerk wordt vervangen, het dak wordt geïsoleerd. Er worden een aantal accenten gelegd zoals het schilderen van de luifel boven de ingang en de poort in het oranje en het aanbrengen van oranje verlichte belettering boven de ingang.

De nieuwe accenten in oranje kleur die gelegd worden zijn weinig kwaliteitsvol en niet inpasbaar in de directe omgeving.

 

Parkeerplaatsen

Ten gevolge van de geplande functiewijziging wordt een grote toename van de verkeersaantrek verwacht. Op piekmomenten (tussen 18.00 uur en 21.00 uur) betekent dit 50 personen per uur.

Noodzakelijk aantal parkeerplaatsen

  1. Op basis van ervaring en andere analoge projecten
    Op basis van ervaring en andere analoge projecten verwacht de aanvrager dat 40 % met de wagen, 30 % met de fiets, 15 % te voet en 15 % met het openbaar vervoer zou komen.
  2. Op basis van eigen berekeningen

Gezien Sint-Lodewijk door het nieuwe decreet basisbereikbaarheid in de toekomst door het openbaar vervoer enkel door een functionele lijn bediend zal worden, is 15 % een overschatting. De gemeentelijke mobiliteitsdienst ziet de modal split als volgt 55 % wagen, 30 % met de fiets en 15 % te voet, wat een nood aan parkeerplaatsen op piekmomenten met zich meebrengt van 28 autoparkeerplaatsen en 15 fietsparkeerplaatsen, tijdens een gemiddelde bezetting brengt dit 14 autoparkeerplaatsen en 7,5 fietsenparkeerplaatsen.

  1. Volgens berekening CROW
    Volgens de CROW berekening ligt voor fitnessruimtes de behoefte tussen de 33 tot 44 parkeerplaatsen
  2. Volgens het belastingreglement Deerlijk
    Voor recreatieruimtes moet er per schrijf van 50 m² bruto-vloeroppervlakte (minus de verticale en horizontale hangen) één 1 parkeerplaats worden voorzien. Dat betekent dat er minstens 18 parkeerplaatsen nodig zijn.
    Indien een gebouw door verbouwing verandert van functie, is het aantal bijkomende parkeerplaatsen het verschil tussen het aantal parkeerplaatsen van de nieuwe bestemming en van de vroegere bestemming. Voor een handelszaak met een netto handelsoppervlakte van meer dan 400 m² moet één parkeerplaats voorzien worden per schijf van 20 m². Voortgaand op de plannen bestaande toestand wordt de netto handelsoppervlakte ingeschat op 745 m² wat het aantal parkeerplaatsen op 37 brengt. Dit betekent dat volgens het belastingreglement geen bijkomende parkeerplaatsen vereist zijn.

Uit de nota blijkt dat er gemiddeld 1 werknemer aanwezig is. Hiermee dient bij de behoefte aan parkeerruimte rekening te worden gehouden.

Voorzien aantal parkeerplaatsen

Het ontwerp voorziet in 13 + 1 (minder mobiele parkeerplaats) autoparkeerplaatsen. Daarnaast worden 20 fietsenstalplaatsen voorzien in een hoger lager systeem. Bij voorkeur worden fietsenstallingen overdekt, goed zichtbaar en zo dicht mogelijk bij de ingang van het gebouw. Dit is hier niet het geval, waardoor aangeraden wordt om te voorzien in kwalitatieve fietsenstallingen.

Voor het opvangen van het auto-parkeren tijdens de piekmomenten wordt verwezen naar de beschikbare parkeerruimte op openbaar domein. De piekmomenten situeren zich op het moment dat de nood aan en gebruik van de publieke parkeerruimte het hoogst is (door onder meer bewoners). Daarnaast wordt binnen het masterplan voor Sint-Lodewijk gesteld te zoeken naar een helder parkeerbeleid waarbij gezocht wordt naar oplossingen om het straatparkeren te verminderen en te zoeken naar mogelijkheden voor het parkeren op eigen terrein, gedeeld parkeren en/of het realiseren van “offstreet” pockets. Het zomaar afwentelen van een deel van de parkeerbehoefte op het openbaar domein past niet in deze visie.

Conform het belastingreglement moeten geen bijkomende parkeerplaatsen voorzien worden. Er dient echter ook vastgesteld dat voor de vroegere bestemming het belastingreglement nog niet gold maar dat ook voor de vroegere bestemming parkeerplaatsen te weinig waren volgens het belastingreglement.

Ook voor de nieuwe functie ontbreken er minstens 4 parkeerplaatsen.

Conclusie

Het aantal fietsenstalplaatsen is voldoende om de fietsparkeerbehoefte op te vangen. Echter wordt aangeraden om deze te overdekken en op een meer kwalitatieve manier in te richten.

Afhankelijk van de behoefte berekening zijn er minstens 2 parkeerplaatsen te weinig op privaat domein bij een minimaal verwachte bezetting. Bij een maximale bezetting en maximale behoefteberekening zou er een tekort zijn van 30 parkeerplaatsen. Op basis van de normen uit het belastingreglement zouden minstens 4 parkeerplaatsen extra wenselijk zijn. Het aanwenden van publieke parkeerplaatsen voor het opvangen van piekmomenten is niet wenselijk en kan, gezien het hoge aantal bij de piekmomenten, niet aanvaard worden.

 

Verkeersaantrek

Het bestuur wenst in Sint-Lodewijk voldoende ruimte te creëren voor voetgangers en fietsers en in het kader van duurzame mobiliteit maximaal inzetten op het STOP-principe. In de 3 invalswegen is hierbij uiteraard ook voldoende aandacht voor het autoverkeer maar in de nabijheid van de kern van Sint-Lodewijk is het de visie om een ander wegprofiel te zoeken voor een fietsvriendelijk centrum samen met een helder snelheidsregime. Dit brengt met zich mee dat de hoofdstraten zoveel als mogelijk gevrijwaard moeten worden van niet-plaatselijk vervoer. Bij voorkeur worden dan ook (nieuwe) verkeersaantrekkende functies vermeden. De voorliggende nieuwe functie, zijnde een fitnessruimte, verwacht op piekmomenten zo’n 50 tal klanten per uur en niet allemaal mensen vanuit de directe omgeving. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de aanvraag een onaanvaardbare impact zal hebben op de verkeersafwikkeling. Door het dwars parkeren op de weg wordt daarenboven de verkeersveiligheid in het gedrang gebracht.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Er worden geen aanpassingen gedaan die de kwaliteit van de niet bebouwde ruimte verhogen. Echter zijn hier wel verschillende mogelijkheden zoals het vergroenen van de parking en het deels ontharden van de buitenruimte.

 

Beleidsmatig gewenste ontwikkeling

Voor de kern van Sint-Lodewijk werd recent een masterplan opgemaakt die gehanteerd wordt als een beleidsmatig gewenste ontwikkeling. In deze visie wordt in het kort gesteld dat nieuwe functies enkel op maat van en voor de inwoners van Sint-Lodewijk kunnen en dat verkeersaantrekkende functies gemeden worden. Zoals hierboven aangehaald is de nieuwe functie in strijd met deze visie.

 

Conclusie

Het ontwerp brengt weinig meerwaarde voor de directe omgeving mee, integendeel. Gezien de functie niet op maat van de landelijke woonkern is, maar eerder een stedelijke functie betreft en er een tekort is aan parkeerplaatsen op eigen terrein, wordt geconcludeerd dat het ontwerp niet verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening.

 

Artikel 4.3.1 §2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Het advies van hulpverleningszone Fluvia is voorwaardelijk gunstig. Gezien de expertise van de adviesinstantie wordt het advies en de daaraan gekoppelde voorwaarden integraal overgenomen en als voorwaarde gekoppeld aan de vergunning.

Het advies van de mobiliteitsdienst in ongunstig. Gezien de expertise wordt het advies verwerkt onder de bespreking van de goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

        Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het weigeren van de omgevingsvergunning aan Jo Van der Vorst namens BASIC-FIT BELGIUM BVBA gevestigd Laarbeeklaan 25 te 1090 Jette en Nikita Lagache namens IMMO PROMEDO BV gevestigd Disbos 42 te 8970 Poperinge, voor het wijzigen van de functie van detailhandel naar dienst, op een perceel gelegen Kerkstraat 18 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 528 M.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JULI 2022

D.4. Resultaten oriënterend bodemonderzoek PFAS - plan van aanpak - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de resultaten van het verkennend bodemonderzoek in de Hoogstraat 109 en de oriënterende bodemonderzoeken in de Houtekietstraat 16 en Oudenaardse Heerweg 76, uitgevoerd in opdracht van OVAM met het doel de aanwezigheid van PFAS vast te stellen. Het college van burgemeester en schepenen wordt ook gevraagd goedkeuring te verlenen voor de verdere aanpak van deze dossiers.

 

Motivering

 

Op vrijdag 1 juli 2022 werd een elektronisch schrijven gericht aan de gemeente Deerlijk vanuit OVAM met het bericht dat OVAM de dossiers die onderzoek waren in het kader van een mogelijke bodemverontreiniging met PFAS, heeft beoordeeld en de nodige aanmaningen heeft opgemaakt.

 

Concreet heeft dit betrekking op de volgende dossiers op grondgebied Deerlijk:

 

        Een verkennend bodemonderzoek PFAS, voormalige brandweerpost Deerlijk, Hoogstraat 109 (OVAM - dossier 97753). Op deze site werden verhoogde concentraties PFAS gemeten. Er is een beschrijvend bodemonderzoek (BBO) nodig. De OVAM duidde hiervoor de gemeente Deerlijk aan als saneringsplichtige en de aanmaningsbrief werd toegevoegd aan de elektronische zending.

        Een oriënterend bodemonderzoek in opdracht van externen op de Houtekietstraat 16 (OVAM - dossier 18427) en de Oudenaardse Heerweg 76 (OVAM - dossier 3054), waarbij op beide sites verhoogde concentraties PFAS gemeten werden. Ook hier is op beide sites een BBO noodzakelijk en werden de saneringsplichtigen aangeduid. In het dossier 3054 werd vrijstelling van saneringsplicht verleend.

 

Met betrekking tot het OVAM - dossier 97753, waarbij de gemeente Deerlijk saneringsplichtige is, moeten de volgende stappen ondernomen worden:

  1. Een bodemsaneringsdeskundige type II aanstellen die het BBO kan uitvoeren.
  2. Het verslag van het BBO moet vóór 11 juli 2023 overgemaakt worden aan de OVAM.
  3. In afwachting van het onderzoek moet de saneringsplichtige alle nodige maatregelen nemen om verdere bodemverontreiniging te voorkomen.

 

Vanuit de dienst omgeving werd op 4 juli 2022 en email gericht naar de OVAM met de volgende vragen:

        Kan de gemeente Deerlijk in het OVAM - dossier 97753 een vrijstelling tot saneringsplicht verkrijgen?

        Indien bovenstaande vraag negatief beantwoord wordt: kan de gemeente Deerlijk beroep doen op de aankoopcentrale van OVAM om een bodemsaneringsdeskundige te kunnen aanstellen?

Op heden kregen we hierop nog geen antwoorden.

 

Voor de andere dossiers zijn het de respectievelijke saneringsplichtigen die de vervolgstappen moeten ondernemen.

 

In het kader van de volksgezondheid wordt vanuit de OVAM gevraagd aan de gemeente Deerlijk om de betrokken inwoners, in een straal van 500 m rond de 3 getroffen sites, te informeren. Hiervoor wordt ondersteuning geboden in de vorm van modeldocumenten (als bijlagen toegevoegd aan dit besluit) en wordt ondersteuning geboden vanuit LOGO Leieland.

 

Naast het informeren via de gangbare communicatiemiddelen (brief, website, facebook, ...) kan ook een bewonersvergadering georganiseerd worden.

 

Vanuit de dienst omgeving worden volgende bevindingen meegegeven:

        De afwachtende houding waarbij de gemeente Deerlijk tot op heden geen NRM (No Regret Maatregelen) heeft gecommuniceerd met betrekking tot de voormalige brandweerkazerne in de Hoogstraat 109, had als grondslag het ontbreken van duidelijke resultaten inzake bodemverontreiniging met PFAS.

        Na het verkennend bodemonderzoek is het wel duidelijk dat er PFAS verontreiniging aanwezig is in de bodem en het grondwater op en rond de site van de voormalige brandweerkazerne. Een afbakening tot waar de verontreiniging precies strekt en welke saneringsmethoden het meest geschikt zijn, zal pas duidelijk zijn na het BBO.

        De modelbrieven en sjablonen die aangeboden worden kunnen als basis dienen voor de communicatie naar de inwoners. Een communicatie strategie wordt best afgestemd met de betrokken actoren: dienst omgeving, dienst communicatie, beleidsmensen.

        Bufferzones van 500 m rond de betrokken sites betekent dat heel veel inwoners op de hoogte zullen gebracht worden. Wat ons ook doet vermoeden dat er heel wat vragen zullen komen. Onder begeleiding van LOGO Leieland en PFAS Vlaanderen werden reeds heel wat terugkerende vragen beantwoord in FAQ.

        De twee andere dossiers waarbij via een oriënterend bodemonderzoek PFAS verontreiniging werd vastgesteld, waren tot voor het elektronisch schrijven vanuit de OVAM ongekend bij de gemeentelijke diensten.

        Tijdens de komende verlofperiode blijven de gemeentelijk diensten bereikbaar maar vaak onder een kleinere bezetting. Bij de dienst omgeving is de omgevingsambtenaar (milieu) in verlof van 11 juli 2022 tot 31 juli 2022.

        Omdat de gemeente Deerlijk bij de afwachtende houding in het verleden nauwelijks gecommuniceerd heeft, zal de inhoud van de boodschap meer vragen en opmerkingen genereren dan wanneer hierover eerder al communicatie was gevoerd.

 

Gezien er momenteel nog weinig info beschikbaar is omtrent de omvang van de verontreiniging wordt voorgesteld om een communicatie te voorzien via de website. Van zodra op basis van het verder onderzoek meer info gekend is zal een meer gerichte communicatie uitgewerkt worden.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56. §1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van het elektronisch schrijven vanuit de OVAM met de resultaten van het verkennend bodemonderzoek op Hoogstraat 109 en de oriënterende bodemonderzoeken op Houtekietstraat 16 en Oudenaardse Heerweg 76, waarbij op de drie sites verhoogde concentraties PFAS werden gevonden in zowel de bodem als het grondwater.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om via de website een communicatie te voeren over de sporen van PFAS die gevonden zijn op de 3 sites, het verder onderzoek dat nog moet gebeuren om de vervuiling in kaart te brengen en de No Regret maatregelen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/07/2022
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.