Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 20 augustus 2025 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 20 augustus 2025.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 20 augustus 2025 goed te keuren.
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
C.2. Deontologische code voor lokale mandatarissen - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd principieel akkoord te gaan met het ontwerp van deontologische code voor lokale mandatarissen.
Het college van burgemeester en schepenen wordt tegelijk gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt te agenderen op de gemeenteraadszitting van 11 september 2025.
Motivering
Artikel 39 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de gemeenteraad een deontologische code aanneemt en een deontologische commissie opricht. Deze deontologische code regelt ook de samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie. De deontologische commissie bestaat minstens uit één vertegenwoordiger per fractie in de gemeenteraad.
Ten aanzien van het college van burgemeester en schepenen stelt artikel 55 van het Decreet Lokaal Bestuur dat het dezelfde deontologische code heeft als die welke is aangenomen voor de gemeenteraad. Het college van burgemeester en schepenen zou ook een eigen deontologische code kunnen aannemen, maar dan moet deze tenminste de deontologische code omvatten zoals aangenomen door de gemeenteraad.
Het decreet geeft de inhoud van deze code niet nader aan. Het komt aan het lokaal bestuur toe om de bepalingen zelf in te vullen.
Het ontwerp zal toegelicht worden aan alle lokale mandatarissen op 11 september 2025.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 39, 55 en 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit
● principieel akkoord te gaan met het ontwerp van de deontologische code voor lokale mandatarissen, zoals in bijlage bij huidig besluit gevoegd;
● de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt te agenderen op de gemeenteraadszitting van 11 september 2025.
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
C.3. Bemiddeling GAS 2024 - jaarrapport - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het jaarverslag met betrekking tot de bemiddeling inzake de gemeentelijke administratieve sancties 2024.
Motivering
In het kader van de GAS-bemiddeling voor het gerechtelijk arrondissement Kortrijk sloot de stad Kortrijk met 19 steden en gemeenten van de politiezones RIHO, VLAS, Gavers, MIDOW, Grensleie en Mira een samenwerkingsovereenkomst af.
Het Kortrijks college van burgemeester en schepenen heeft in de zitting van 29 april 2025 kennis genomen van het jaarlijks activiteitenrapport en het financieel dossier van de bemiddeling inzake de gemeentelijke administratieve sancties voor het werkingsjaar 2024. Een uittreksel van dit besluit met de rapportering bevindt zich in bijlage bij huidig besluit.
In de samenwerkingsovereenkomst staat opgenomen dat er een procentuele bijdrage gevraagd wordt van de participerende gemeenten in verhouding tot het aantal behandelde dossiers. Voor Deerlijk werden er in 2024 geen dossiers opgestart. Er is hiervoor dit jaar dus geen factuur aan verbonden.
Het rapport over bemiddeling GAS staat los van het algemene jaarrapport over GAS, waarvan het schepencollege reeds kennis nam in zitting van 25 juni 2025.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het jaarverslag met betrekking tot de bemiddeling inzake de gemeentelijke administratieve sancties 2024.
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
C.4. Ontvangst verdienstelijke personen - 19 november 2025 - lijst genodigden - goedkeuring
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
C.5. Receptionele aangelegenheden - goedkeuring
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
C.6. Feestelijkheden - premiereglement voor ondersteuning door externe partijen bij de op- en afbouw van tenten tijdens wijkkermissen - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om het premiereglement 'premie voor ondersteuning door externe partijen bij de op- en afbouw van tenten tijdens wijkkermissen' ter goedkeuring te agenderen op de gemeenteraad van september 2025.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen besloot in de zitting van 20 augustus 2025 toelating te geven voor ondersteuning door externe partijen bij de op- en afbouw van tenten tijdens wijkkermissen.
In de zitting van 20 augustus 2025 werd dan ook besloten om een premiereglement op te maken en dit reglement te agenderen op de gemeenteraad ter goedkeuring.
Het premiereglement wordt als volgt voorgesteld:
PREMIEREGLEMENT - PREMIE VOOR ONDERSTEUNING DOOR EXTERNE PARTIJEN BIJ DE OP- EN AFBOUW VAN TENTEN TIJDENS WIJKKERMISSEN
Art. 1 - Doel van het reglement
Dit reglement heeft tot doel een premie toe te kennen aan de feestcomités van het lokaal bestuur die aangesloten zijn bij het Centraal Feestcomité, ter ondersteuning van de kosten voor externe hulp bij de op- en afbouw van tenten tijdens de jaarlijkse wijkkermissen. De premie vervangt de vroegere gemeentelijke ondersteuning bij deze werkzaamheden, zodat dit de interne personeelsinzet verlicht.
Art. 2 - Premiegerechtigde
De premie kan worden aangevraagd door de feestcomités die aangesloten zijn bij het Centraal Feestcomité.
Art. 3 - Ontvankelijkheidscriteria
Om in aanmerking te komen voor de premie, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
● Het feestcomité is aangesloten bij het Centraal Feestcomité.
● De ondersteuning voor de op- en afbouw van de tenten wordt geleverd door een professionele en erkende tentenbouwer.
Art. 4 - Bepaling van het premiebedrag
De premie bedraagt 100 % van de personeelskosten die worden gemaakt voor de opbouw en afbraak van feesttenten door een erkende externe tentenbouwer, met een maximum van 1.500 euro (incl. btw) per kalenderjaar per erkend feestcomité. Onder personeelskosten wordt verstaan: de factuur van de tentenbouwer met betrekking tot de prestaties van diens personeel, exclusief transport-, huur- of materiaalkosten.
Art. 5 - Aanvraagprocedure
De aanvraag voor de premie dient te gebeuren via de dienst Vrije Tijd van het lokaal bestuur Deerlijk via het daartoe bestemde formulier.
De aanvraag moet vergezeld zijn van een bewijs van de geleverde ondersteuning (factuur van de tentenbouwer).
De premieaanvraag dient uiterlijk binnen de 6 maanden na het evenement te worden ingediend.
Art. 6 - Beoordeling
De aanvragen worden beoordeeld door het college van burgemeester en schepenen, op basis van een gemotiveerd advies van de dienst Vrije Tijd. Desgevallend kan voorafgaand aan de beslissing een overleg plaatsvinden waarbij de aanvrager het initiatief nader kan toelichten.
Art. 7 - Uitbetaling
Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen wordt de premie uitbetaald.
Art. 8 - Controle
Op elk moment kan het gemeentebestuur bijkomende informatie opvragen of controles verrichten. Op eenvoudig verzoek van het gemeentebestuur moet de aanvrager de gevraagde informatie meedelen en/of, indien nodig, daarover verantwoording afleggen. Indien zou blijken dat het feestcomité bewust valse gegevens heeft verstrekt, kan het college van burgemeester en schepenen de via dit reglement verkeerdelijk toegekende premie terugvorderen.
Art. 9 - Betwistingen
Betwistingen in verband met de uitvoering van dit reglement worden voorgelegd aan en beslist door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 10 - Inwerkingtreding en beëindiging
Dit reglement treedt in werking op 1 oktober 2025 en is geldig tot en met 31 december 2031.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om het premiereglement 'premie voor ondersteuning door externe partijen bij de op- en afbouw van tenten tijdens wijkkermissen' ter goedkeuring te agenderen op de gemeenteraad van september 2025.
Jo Tijtgat Regine Rooryck Louis Vanderbeken Claude Croes Marleen Prat Karel Bauters Lies De Witte Jo Tijtgat Regine Rooryck Louis Vanderbeken Claude Croes Marleen Prat Lies De Witte aantal voorstanders: 6 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
C.7. LO - tijdelijke aanstellingen en dienstonderbrekingen - goedkeuring
STEMMINGEN
bij geheime stemming
Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
C.8. Mobiliteitsraad - aanpassing statuten - verzoek tot agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de aangepaste statuten voor de mobiliteitsraad te agenderen op de gemeenteraad van 11 september 2025.
Motivering
De gemeenteraad keurde in zitting van 27 maart 2025 de statuten voor de mobiliteitsraad goed.
In artikel 4 van de goedgekeurde statuten is volgende opgenomen: 'Van elke in de gemeenteraad zetelende politieke partij kan 1 gemeenteraadslid (1 effectief of 1 plaatsvervanger) deelnemen aan de vergaderingen als niet-stemgerechtigd lid'.
Er werd gevraagd om dit te herzien gezien het voor een éénmansfractie nu niet mogelijk is om een plaatsvervanger aan te duiden.
Bijgevolg wordt voorgesteld om artikel 4 van de statuten als volgt aan te passen:
'Van elke in de gemeenteraad zetelende politieke partij kan 1 vertegenwoordiger (1 effectief of 1 plaatsvervanger) deelnemen aan de vergaderingen als niet-stemgerechtigd lid.
Het effectief lid is een gemeenteraadslid, de plaatsvervanger kan een niet-raadslid zijn van dezelfde partij van de lokale afdeling van Deerlijk met een domicilie in Deerlijk.'
Omwille van de leesbaarheid worden de statuten van de mobiliteitsraad integraal opnieuw ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de gewijzigde statuten voor de mobiliteitsraad ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad op 11 september 2025.
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
C.9. Renovatiepremie eigenaars-bewoners - goedkeuring
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
C.10. Renovatiepremie eigenaars-bewoners - goedkeuring
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
C.11. OMV 2025_99 - Muldersstraat 15 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een woning met carport, op een perceel gelegen Muldersstraat 15 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 146 M5, aangevraagd door Johan Dheedene namens BOUWBEDRIJVEN DEWAELE NV gevestigd Desselgemknokstraat 100 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 19 augustus 2025.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Molenhoek goedgekeurd op 22 juni 2010, met als bestemming zone 5: zone voor wisselbestemming: kleinschalige bedrijven / residentieel wonen.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 13 februari 2019 (dossiernummer OMV 2018_4).
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het RUP en de verkaveling is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
● Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 5 maart 1969 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de bestaande werkplaats.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 maart 1978 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een atelier.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 maart 1993 voor het uitbreiden van het magazijn en burelen.
Relevante milieuvergunningen
Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● milieuvergunning afgeleverd op 20 augustus 1996 door het college van burgemeester en schepenen voor het exploiteren van een weverij.
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 13 februari 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor het verkavelen van grond in 12 loten met wegenaanleg, groen- en nutsvoorzieningen na sloop van de bestaande bedrijfsgebouwen.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 508 m² en is gelegen langs de Muldersstraat op ongeveer 1,9 km ten oosten van de kern van Deerlijk. De Muldersstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.
Het perceel is braakliggend. De aanpalende percelen zijn bebouwd met eengezinswoningen bestaande uit 2 bouwlagen, afgewerkt met een plat dak. Het perceel maakte tot voor kort deel uit van een industriële site, grotendeels bebouwd met loodsen en verhard met steenslag en beton. Ondertussen werden de bedrijfsgebouwen en verhardingen gesloopt en werd de grond verkaveld in 12 loten, allen voor eengezinswoningen van het vrijstaande type.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst een vrijstaande eengezinswoning te bouwen. De woning wordt ingeplant op 5 m van de rooilijn, op de rechter zijperceelsgrens en op 7,06 m van de linker zijperceelsgrens. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt 9,42 m. De woning heeft een breedte van 10,94 m op een diepte van 13,79 m. De woning bestaat uit twee bouwlagen met plat dak. De verdieping heeft een bouwdiepte van 9 m. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,15 m voor het gedeelte van 2 bouwlagen en 3,25 m voor het gedeelte van 1 bouwlaag.
Op het gelijkvloers bevindt zich een inkomhal, toilet, berging, eet- en zitruimte, keuken, bureelruimte en een slaapkamer met dressing en doucheruimte. Op de verdieping worden 2 slaapkamers en een toilet ondergebracht.
De gevels worden afgewerkt in witte gevelsteen in combinatie met zwarte aluminium gevelpanelen als accent. Het schrijnwerk is voorzien in zwart pvc en aluminium.
In de zijtuinstrook wordt tot op 1,06 m van de linker perceelsgrens een carport met een oppervlakte van 36 m² voorzien, afgewerkt met een plat dak en een kroonlijsthoogte van 3 m.
In de voortuin wordt de oprit naar de carport aangelegd in waterdoorlatende verharding. De oprit heeft een breedte van 6 meter en een diepte van 8 m. Er word eveneens een pad in stapstenen aangelegd naar de voordeur. In de tuinzone wordt een terras in niet-waterdoorlatende verharding aangelegd van 50 m².
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden op 15 juli 2025 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien de bestemming kleinschalige bedrijvigheid of residentieel wonen betreft, de bouw een eengezinswoning van het vrijstaande of halfopen type voorziet, de kroonlijsthoogte minder is dan 6,50 m, de dakvorm vrij is en de woning opgetrokken wordt met 2 bouwlagen.
Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien het de bouw van een eengezinswoning met garage of carport en parkeerruimte ervoor betreft, de tuin als groenzone ingericht wordt, de verhardingsmaterialen muv het terras waterdoorlatend zijn, de inplanting conform is en de maximaal bebouwde oppervlakte van het perceel minder is dan 40 %.
7.2 Decretale beoordelingsgronden
Voldoende uitgeruste weg (Artikel 4.3.5., VCRO)
De aanvraag is gelegen aan een weg die met duurzame materialen is verhard en voorzien is van een elektriciteitsnet. Tevens voldoet hij aan de uitrustingsvoorwaarden die worden vereist door de plaatselijke toestand, waaronder de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
Bedrijfswoningen (Artikel 4.3.6., VCRO)
De aanvraag voorziet niet de oprichting van een bedrijfswoning waardoor de bepalingen van artikel 4.3.6 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening niet van toepassing zijn.
Toegankelijkheid (Artikel 4.3.7., VCRO)
Artikel 4.3.7. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat de stedenbouwkundige vergunning voor de handelingen, vermeld in artikel 4.2.1, 1°, 6°, 7° en 8°, niet wordt verleend wanneer niet is voldaan aan de bij of krachtens de wet of het decreet gestelde regels betreffende toegang van personen met een functiebeperking tot openbare wegen en tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen. Uit nazicht van het onderwerp blijkt het gevraagde buiten het toepassingsgebied te vallen zoals omschreven in hoofdstuk 2 van de gewestelijk stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
Rooilijnen, reservatiestroken en achteruitbouwstroken (Artikel 4.3.8., VCRO)
Het perceel noch de constructie wordt getroffen door een rooilijn, achteruitbouwstrook of reservatiestrook.
Rioleringstoets (Artikel 4.3.9., VCRO)
Het decretaal beoordelingselement is van toepassing voor aanvragen ingediend na 31 december 2024. De woning ligt niet in een individueel of collectief te optimaliseren buitengebied of buiten de gebieden voorzien op de zoneringsplannen. Bijgevolg is de rioleringstoets niet van toepassing in dit dossier. Het hemel- en afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens. Er wordt een septische put voorzien.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha).
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.
Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. De dakoppervlakte watert af naar een hemelwaterput van 15.000 liter. De hemelwaterput heeft een overloop naar een infiltratievoorziening met een volume van 4.750 liter en een referentieoppervlakte van 15,84 m². Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor 2 toiletten, de wasmachine, een uitgietbak en een buitenkraantje. Hemel- en afvalwater worden gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens. De verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.
Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een eengezinswoning. Deze functie is passend binnen deze residentiële omgeving.
Inplanting en ruimtegebruik:
De woning wordt ingeplant op 5 m achter de rooilijn. Dat is conform de voorschriften van de verkaveling. Ook de afstanden tot de achter- en zijkavelgrenzen worden gerespecteerd.
Bouwvolume en gabarit:
Het hoofdgebouw van de woning wordt opgetrokken met 2 bouwlagen en een plat dak. Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte is immers vergelijkbaar met deze van de buren en de bouwhoogte is aanvaardbaar. Het gevraagde is inpasbaar in de betreffende omgeving.
Het ontworpen volume is in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften.
Verschijningsvorm:
De woning wordt afgewerkt met witte gevelstenen met zwarte accenten. De woning integreert zich door zijn materiaalgebruik binnen de bestaande bebouwing.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
Ten gevolge van het bouwen van de woning kan een beperkte toename van de verkeersaantrek verwacht worden. De woning beschikt over een carport en een oprit, waardoor parkeren opgelost wordt op eigen terrein en er hierdoor geen overlast veroorzaakt wordt tov de directe omgeving. Er wordt ook ruimte voorzien voor het stallen van fietsen onder de carport.
Groen- en omgevingsaanleg:
Achter de woning wordt een terras aangelegd van 50 m². De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen.
De geplande verharding in de voortuin wordt voorzien in waterdoorlatende materialen, wat de waterhuishouding ten goede komt.
Conclusie
Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Johan Dheedene namens BOUWBEDRIJVEN DEWAELE NV gevestigd Desselgemknokstraat 100 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een woning met carport, op een perceel gelegen Muldersstraat 15 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 146 M5.
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
C.12. OMV 2025_63 - Olekenbosstraat 14 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het regulariseren van een eengezinswoning, op een perceel gelegen Olekenbosstraat 14 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1099 V, aangevraagd door mevrouw Marie-Christine Denijs wonende Veldrijk 25 te 8530 Harelbeke.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 21 augustus 2025.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 28 juni 1962 (dossiernummer VK 19624).
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De VK is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
● Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 juni 1968 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woonhuis.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 november 1986 door het college van burgemeester en schepenen voor het rooien van 5 bomen.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 mei 1989 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een dak van 22° op de woning.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 1.021 m² en is gelegen langs de Olekenbosstraat op ongeveer 2 km ten zuidoosten van de kern van Deerlijk. De Olekenbosstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.
Het perceel is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning, die grotendeels bestaat uit 2 bouwlagen en een hellend dak. De lagere linkerzijde van de woning heeft een nokhoogte van 6,68 m en de maximale nokhoogte is 8,04 m. Het hoofdvolume van de woning heeft een breedte van 12,10 m en een bouwdiepte van 12,30 m. De woning heeft een achterbouw met plat dak, die ingeplant is op 4,08 m van de rechter perceelsgrens en op 11,03 m van de linker perceelsgrens. De aanbouw heeft een breedte van 5,25 m en een bouwdiepte van 6,95 m. De aanbouw heeft een nokhoogte van 2,8 m. Naast de aanbouw is ook een verhoogd terras aanwezig met een oppervlakte van 14,4 m². Het terras heeft een trap die toegang geeft tot de achtertuin.
Aan de rechter achterhoek van de woning is een garage aangebouwd met een breedte van 5,18 m en een diepte van 9,8 m. De garage is afgewerkt met een plat dak en heeft een kroonlijsthoogte van 2,5 m. De totale bouwdiepte op het perceel is hiermee 27,8 m. De vrije zijtuinstrook aan de rechterzijde van de woning is verhard met grind en vormt een oprit naar de achterliggende garage.
De aanbouw werd gebouwd zonder vergunning en de garage werd groter uitgevoerd dan vergund waardoor deze aanvraag betrekking heeft op een regularisatie. De garage werd 28,5 m² groter gebouwd dan voorzien en werd vergund als losstaand bijgebouw.
De omgeving wordt gekenmerkt door eengezinswoningen bestaand uit zowel het vrijstaande als het halfopen bebouwingstype.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het regulariseren van een aanbouw en een garage bij een vergunde eengezinswoning. Het voorste deel van de garage wordt afgebroken zodat deze niet meer aangebouwd is. De bouwdiepte van de garage wordt verminderd van 9,8 m naar 7,25 m. Hierdoor ontstaat er een opening tussen de aanbouw van de woning en de garage van 1,3 m breed. De garage wordt hierdoor een vrijstaand bijgebouw. De vergunde woning wordt niet gewijzigd en de bestaande aanbouw wordt behouden en geregulariseerd.
De verharding langs de rechterzijde van de woning wordt deels onthard en aangelegd als karrenspoor.
De tuinaanleg van de voortuin, linkse vrije zijtuinstrook en achtertuin worden niet gewijzigd.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 27 juni 2025 tot 26 juli 2025. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:
Plan schrijft voor: | Ontwerp voorziet: |
Een bouwdiepte van 10 m | Een bouwdiepte van 19,25 m |
Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het VK gezien het gaat om de regularisatie van een eengezinswoning. De vrije zijtuinstroken zijn min. 4 m breed en de voorbouwlijn ligt op 10 m van de as van de straat.
Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.
De afwijking heeft betrekking op de bouwdiepte zodat een afwijking overwogen kan worden. De totale gelijkvloerse bouwdiepte wordt op 19,25 m gebracht, wat minder is dan de bouwdiepte van de bestaande situatie en zodoende zeker beperkt en aanvaardbaar is binnen deze woonomgeving. De totale bouwdiepte is in de bestaande situatie 27,8 m en wijkt op heden ook al af van de verkavelingsvoorschriften.
Er zijn geen bezwaren geformuleerd tijdens het openbaar onderzoek zodat ook de aanpalenden geen hinder zullen ondervinden van deze afwijkingen.
7.2 Decretale beoordelingsgronden
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Olekenbosstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha). Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.
De aanvrager heeft in zijn aanvraag aangeduid dat het bijgebouw niet valt onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. De garage wordt losgekoppeld van de hemelwaterput en de afwatering van het dak zal op een natuurlijke wijze infiltreren in de omliggende bodem die minstens ¼ van de oppervlakte van het dak bedraagt.
De verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen of watert af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.
De regenwaterafvoer van de aanbouw is aangesloten op de bestaande afvoer van de bestaande woning. Aangezien geopteerd is voor een afvoersysteem is de gewestelijke verordening hemelwater van toepassing. In toepassing van de hemelwaterverordening dient bijgevolg een open infiltratievoorziening geplaatst te worden. De infiltratievoorziening dient een volume te hebben van 33 l/m² en een oppervlakte van 8 % van de totale afwaterende oppervlakte.
Er wordt een afwijking gevraagd op de verplichtingen van de verordening met betrekking tot het plaatsen van een infiltratievoorziening. Dit wordt gemotiveerd omdat de volledige regenafvoer en riolering van de uitbreiding aangepast zou dienen te worden om te kunnen voldoen aan de hemelwaterverordening. Het zou een grote kost met zich meebrengen om hiervoor extra leidingen en overlopen te plaatsen en de bestaande aanbouw zou grondig verbouwd moeten worden.
Gelet op de impact van de werken voor het plaatsen van een infiltratievoorziening bij de bestaande bebouwing wordt de afwijking toegelaten en hoeft er geen infiltratievoorziening voorzien te worden. Ter compensatie wordt een deel van de oprit langs de rechterzijde van de woning onthard en wordt deze aangelegd als karrenspoor.
Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze residentiële omgeving.
Inplanting en ruimtegebruik:
De inplanting van de woning op 4,49 m achter de rooilijn blijft ongewijzigd. De achterbouw sluit aan op het hoofdgebouw en vormt op die manier een compact geheel met de woning.
De garage wordt losgekoppeld van de woning en wordt een vrijstaand bijgebouw.
Bouwvolume en gabarit:
Het hoofdgebouw van de woning bleef qua gabarit ongewijzigd. De achterbouw en garage worden losgekoppeld van elkaar. De totale gelijkvloerse bouwdiepte wordt op die manier tot op 19,5 m gebracht, hetgeen aanvaardbaar is binnen deze woonomgeving. Een dergelijke gelijkvloerse bouwdiepte laat een kwalitatieve inrichting van de leefruimtes van de woning toe.
Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving.
Verschijningsvorm:
De voorgevel blijft ongewijzigd waardoor het ontwerp geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld.
De uitbreiding en garage integreren zich door hun materiaalgebruik (metselwerk) binnen de bestaande bebouwing.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.
Groen- en omgevingsaanleg:
De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone en heeft een kwalitatieve tuin. De woning beschikt tevens over een kleine voortuin. Deze zone is aangelegd als voortuin met laagstammig groen. De voor- en achtertuin blijven behouden zoals in de bestaande toestand.
De noodzakelijke toegang naar de woning is aangelegd in waterdoorlatende materialen, wat de waterhuishouding ten goede komt.
Naast de woning wordt de oprit heraangelegd in een karrenspoor waardoor een gedeelte van de bestaande oprit onthard wordt. De oprit wordt voorzien in waterdoorlatend grind.
Conclusie
Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Marie-Christine Denijs wonende Veldrijk 25 te 8530 Harelbeke, voor het regulariseren van een eengezinswoning, op een perceel gelegen Olekenbosstraat 14 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1099 V.
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
C.13. Inname openbaar domein - kennisname
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
C.14. OMV 2025_101 - Vichtestraat 130 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het vernieuwen van de gevel, op een perceel gelegen Vichtestraat 130 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 733 X2, aangevraagd door de heer Johan Verstraete wonende Vichtestraat 130 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 19 augustus 2025.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied met landelijk karakter.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15.06.1961 door het college van burgemeester en schepenen voor slopen waarna heropbouw van achtergebouwen aan woonhuis-eigendom.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 03.05.1962 door het college van burgemeester en schepenen voor de verbouwing van de voorgevel van het woonhuis.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 01.07.1965 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van bouwvallige bergplaats waarna heropbouw gelegen achter zijn eigendom-woonhuis.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28.06.1967 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbeteren van bouwvallige bijgebouwen en plaatsen van plakketten aan de woning.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 04.05.2005 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een carport van 30 m² na sloping oude garages + berging en plaatsen van stallen met een oppervlakte van 29,75 m².
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Voorwaardelijke omgevingsvergunning afgeleverd op 29.11.2023 voor het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van een woning en bijgebouwen, herbouwen woning en gekoppelde bijgebouwen.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 1.324 m² en is gelegen langs de Vichtestraat op ongeveer 1300 m ten oosten van de kern van Deerlijk. De Vichtestraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een vrij landelijke en smalle weg geflankeerd met lintbebouwing.
Op het perceel bevindt zich een gekoppelde eengezinswoning die bestaat uit 1 bouwlaag en een hellend dak. De bestaande woning heeft een breedte van 9 m en bevindt zich op max. 4,48 m van de rechter perceelsgrens. Op de rechter perceelsgrens, die de grens vormt met het landelijk gebied, bevindt zich een haag. In de tuin zijn verschillende bijgebouwen aanwezig.
De omgeving is een landelijke, agrarische omgeving geflankeerd door lintbebouwing. Ten zuiden van het perceel is het op- en afrittencomplex van de E17.
Het wonen bestaat er uitsluitend uit eengezinswoningen.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst de gevels van de bestaande halfopen bebouwing te wijzigen in functie van het aanbrengen van isolatie aan de woning. De nieuwe gevels springen hierdoor +/- 16 cm vooruit maar blijven volledig gesitueerd op privaat domein zonder overschrijding van de rooilijn.
De deur- en raamopeningen blijven hoofdzakelijk behouden met uitzondering van beperkte ingrepen in de zijgevel waarbij de bestaande ramen niet verbreed worden en waardoor geen constructieve ingrepen worden doorgevoerd. Het nieuwe schrijnwerk wordt uitgevoerd in een grijze kleur en de façadesteen zal dezelfde zijn als die van de aanpalende/aangebouwde buur die recent opgetrokken werd, zijnde bestaande uit een rood genuanceerde kleur.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden op 18 juli 2025 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied (woongebied met landelijk karakter).
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :
Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag heeft betrekking op het isoleren en afwerken van de gevels zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.
7.2 Decretale beoordelingsgronden
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Vichtestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.
De voorliggende aanvraag heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte.
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.
Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze woningcluster.
Inplanting, ruimtegebruik, bouwvolume en gabarit:
De inplanting van de woning blijft ongewijzigd. Er wordt geen uitbreiding van de woning voorzien. Het hoofdgebouw van de woning blijft qua gabarit ongewijzigd, er wordt enkel een nieuwe façadesteen voorzien met nieuw schrijnwerk.
Verschijningsvorm:
De bestaande openingen in de voorgevel wijzigen niet. Enkel in de andere gevels worden beperkte aanpassingen doorgevoerd. De gevels worden geïsoleerd en afgewerkt met een rood-genuanceerde baksteen. De nieuwe gevels sluiten aan bij de aangebouwde woning van de buren zowel qua materiaal als kleur. Op deze manier wordt het straatbeeld niet verstoord en wordt een harmonie gecreëerd.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.
Groen- en omgevingsaanleg:
Er worden geen aanpassingen gedaan aan de groen- en omgevingsaanleg van het perceel.
Conclusie
Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Johan Verstraete wonende Vichtestraat 130 te 8540 Deerlijk, voor het vernieuwen van de gevel, op een perceel gelegen Vichtestraat 130 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 733 X2.
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
C.15. Grafconcessie - bijzetting - kennisname
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
C.16. Asverstrooiing - kennisname
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
C.17. Afvoering van ambtswege - goedkeuring
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
C.18. Afvoering van ambtswege - goedkeuring
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
C.19. Afvoering van ambtswege - goedkeuring
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
C.20. Leiedal - ontwerp beleidsplan 2031 - feedback - goedkeuring
Aanleiding en context
De raad van bestuur van Leiedal nam op vrijdag 18 juli 2025 akte van de ontwerptekst van het Beleidsplan Leiedal 2026-2031.
Leiiedal nodigt het college van burgemeester en schepenen uit om feedback te geven op dit document.
Leiedal wenst de feedback graag voor woensdag 10 september 2025 te ontvangen. Een overzicht van deze feedback zal aan de raad van bestuur voor bespreking worden overgemaakt op 12 september 2025.
De feedback mag worden gericht aan filip.meuris@leiedal.be of jeroen.vanthournout@leiedal.be. Indien het college van burgemeester en schepenen bijkomende informatie of toelichting wenst, kan dit via eenvoudig verzoek.
Leiedal wenst mee te geven dat de formele beslissing over de goedkeuring van de ontwerptekst van het Beleidsplan Leiedal 2026-2031 geagendeerd wordt op de raad van bestuur van 26 september 2025. Het Beleidsplan Leiedal 2026-2031 zal aansluitend ter beschikking worden gesteld aan de gemeenteraadsleden van de dertien steden en gemeenten van het werkingsgebied van Leiedal en vervolgens op 4 november 2025 worden toegelicht tijdens een informatievergadering, en dit ter voorbereiding van een behandeling door de gemeenteraad.
Op 16 december 2025 zal het Beleidsplan Leiedal 2026-2031 ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Buitengewone Algemene Vergadering.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen kan enkel kennis nemen van de ontwerptekst van het beleidsplan Leiedal 2026-2031 en zijn opmerkingen doorgeven. Het is aan de raad van bestuur en de vertegenwoordiger van de gemeente in deze raad van bestuur om het beleidsplan goed te keuren. De opmerkingen van de verschillende colleges van burgemeester en schepenen binnen de regio, worden op de raad van bestuur van 12 september 2025 besproken en kunnen nog leiden tot aanpassingen van het beleidsplan.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit volgende opmerkingen met betrekking tot het ontwerp Beleidsplan Leiedal 2026-2031, over te maken aan Leiedal:
● Het plan voorziet in 2026 een bijdrage vanuit de gemeenten van 3 euro per inwoner. Dit is tegenover 2025 een stijging met 9,8 %. Echter dient over deze stijging een consensus gezocht binnen de regio.
● Uit het financieel overzicht komt naar voor dat de opbrengsten uit verkoop van bedrijventerreinen verminderen in de tijd. De huidige prognoses in het financieel overzicht zijn vanaf 2030 verlieslatend.Om dit te ondervangen rolt Leiedal andere verdienmodellen uit met recurrente opbrengsten zoals erfpacht bedrijventerreinen of complexe woonontwikkelingen. Deze opbrengsten zijn echter nog pril en zeker deze voor de woonontwikkelingen, onzeker. Dit dient van nabij opgevolgd te worden.
● Een deel van de personeelskosten wordt gerecupereerd door gesubsidieerde projecten. Hebben al deze projecten de benodigde return voor de regio en zijn ze even zinvol om te doen? Wat is de impact als deze inkomsten wegvallen?
● Leiedal geeft in het voorwoord aan dat zij zich niet enkel richt op de ondersteuning van de lokale besturen, maar ook de taak heeft om de regionale koers mee te helpen bepalen en te realiseren binnen de bredere regio. Doorheen de tekst is het niet eenvoudig om het onderscheid te zien in welke acties Leiedal een kennisrol of verbindende rol zal opnemen en in welke acties Leiedal initiatieven gaat nemen met eigen middelen. Een lijst met voorziene budgetten per actie zou dit wat inzichtelijker maken.
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
D.1. Afsprakennota meerjarenplan 2026-2031 tussen gemeente en kerkfabrieken Sint-Columba en OLV Onbevlekt Ontvangen - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd afspraken te maken met de beide kerkfabrieken omtrent de opmaak van de meerjarenplannen 2026-2031 van de kerkfabriek Sint-Columba en OLV Onbevlekt Ontvangen.
Motivering
Beide kerkfabrieken Sint-Columba en OLV Onbevlekt Ontvangen zijn bezig met de opmaak van hun meerjarenplan 2026-2031. Deze worden nadien ingediend bij het gemeentebestuur ter goedkeuring op de gemeenteraad.
Elk meerjarenplan van een kerkfabriek dient een afsprakennota als onderdeel te bevatten. Deze afsprakennota is het gevolg van overleg tussen het gemeentebestuur en de kerkfabrieken.
Er vonden diverse overlegmomenten plaats en het ontwerp van de afsprakennota werd besproken op het overleg van 24 februari 2025. Het verslag van dit overleg en de afsprakennota bevinden zich in bijlage.
Het college van burgemeester en schepenen overloopt deze documenten.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Art. 33 en art. 41 tot 44 decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
○ Art 6 van besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten
Financiën
De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit akkoord te gaan met de inhoud van het ontwerp van de afsprakennota tussen het gemeentebestuur en de beide kerkfabrieken, zoals deze deel zullen uitmaken van het meerjarenplan 2026-2031 van beide kerkfabrieken die zullen voorgelegd worden aan de gemeenteraad.
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
D.2. Fluvius - intentieverklaring met betrekking tot de versterking van het eigen vermogen - beslissing
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om aan Fluvius een ongebonden intentie kenbaar te maken omtrent het al of niet willen versterken van het eigen vermogen van Fluvius met eigen middelen van de gemeente.
Motivering
Fluvius stuurde op 21 augustus 2025 een brief. Deze bevindt zich in bijlage. Om de toekomstige investeringen te financieren zal Fluvius haar eigen vermogen versterken, naast het gebruik van financiering via schulden. De versterking van het eigen vermogen gebeurt door een inbreng van de investeringsmaatschappij PMV zoals beslist door de Vlaamse regering. Ook de geïnteresseerde gemeenten kunnen met eigen middelen een inbreng doen.
Om ergens een inschatting te kunnen maken van de interesses, doet Fluvius met deze brief een rondvraag naar de intenties van de vennoten-gemeenten. Dit is zonder enige verbintenis vanuit de kant van de gemeente en onafhankelijk van de verder uit te werken opties en modaliteiten.
De financieel directeur adviseert om geen eigen middelen in te brengen aangezien de return ongekend en zeer onzeker is, mede ingegeven door de evolutie van de dividenden in de laatste jaren.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit aan Fluvius te antwoorden dat Deerlijk geen intentie heeft met eigen middelen deel te nemen aan een gebeurlijke versterking van
het eigen vermogen.
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
D.3. OMV 2025_5 - Camiel Vereeckelaan - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verkavelen van een perceel tot 2 loten voor woningbouw, op een perceel gelegen Camiel Vereeckelaan en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 157 B2, aangevraagd door mevrouw Inge Dekyvere met als contactadres Meensesteenweg 352 te 8501 Kortrijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 19/08/2025.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:
● De voorschriften dienen als volgt aangepast/aangevuld te worden:
○ Een carport in de vrije zijstrook is mogelijk mits de carport opgetrokken wordt minstens 3 m achter de voorgevelbouwlijn, de hoogte beperkt wordt tot max. 3 m en opgetrokken met min. 3 open zijden.
○ De voortuinstrook dient steeds te worden aangelegd als voortuin met laagstammig groen.
○ In de voortuin van lot 2 dient een hoogstammige boom te worden aangeplant.
○ De verharding in de voortuinzone dient beperkt te worden tot de toegang tot de voordeur en de oprit naar de garage of carport. De verharding in de voortuinstrook dient beperkt te worden tot max. 40 %.
○ De afsluitingen in de voortuinstrook kunnen bestaan uit hagen tot een hoogte van max. 1 m.
○ Alle verharding, zowel in voor-, zij- als achtertuin dient te worden voorzien in waterdoorlatende materialen.
○ De oppervlakte van terrassen en zwembad/(zwem)vijver wordt beperkt tot een maximale oppervlakte van 80 m².
○ Alle onbebouwde en onverharde ruimte in de zij- en achtertuin dient aangelegd te worden met levende groenaanplant.
○ Het bestaande reliëf dient zoveel mogelijk gerespecteerd te worden. Enkel beperkte reliëfwijzigingen/nivelleringen in het kader van toegankelijkheid van de woning kunnen toegelaten worden indien geen wateroverlast wordt bewerkstelligd. Plaatselijke beperkte uitgravingen in de tuinzone i.k.v. aanleg wadi, (zwem)vijver, zwembad e.d. zijn toegelaten mits het respecteren van een afstand van min. 2 m tot de perceelsgrenzen
● Het verkoopbaarheidsattest zal pas afgeleverd worden nadat de verkavelaar voldaan heeft aan alle financiële en contractuele verplichtingen opgelegd door Fluvius.
● De diameter van de regenwater- en afvalwateraansluiting bedraagt 160 mm.
● Een septische put is verplicht.
● Alle voorwaarden en aanbevelingen uit het advies van Riopact en van Fluvius dienen nageleefd te worden..
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Sint-Lodewijk centrum, definitief vastgesteld op 1 september 2011, met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfuncties.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het RUP is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.a. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 1481 m² en is gelegen langs de Camiel Vereeckelaan op ongeveer 300 m ten westen van de kern van Sint-Lodewijk. De Camiel Vereeckelaan is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Langsheen het perceel is reeds een voetpad aanwezig. Het perceel is braakliggend.
De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen.
3.b. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst het perceel op te delen in 2 loten. Lot 1 betreft een lot ifv een halfopen bebouwing, lot 2 is geschikt voor het bouwen van een open bebouwing. De bestemming betreft eengezinswonen met in nevenbestemming diensten en kantoren met een max. oppervlakte van 20 % van de vloeroppervlakte. Per perceel worden minstens 2 stalplaatsen voorzien voor wagens op eigen terrein. In de vrije zijtuinstrook is de mogelijkheid voorzien om een carport te plaatsen. In de tuinzone wordt de mogelijkheid voorzien voor het bouwen van een bijgebouw met een oppervlakte van 60 m² en dat op min. 1 m van de perceelsgrenzen. Er worden geen voorschriften opgenomen mbt groenaanleg.
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De bouwaanvraag valt onder het toepassingsgebied van bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubrieknummer 10b stedelijke ontwikkeling. In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit).
De mer-screening wordt toegevoegd in de voorbehouden velden in het omgevingsloket.
Hierbij werden de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de voorschriften van RUP Sint-Lodewijk centrum. De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het RUP gezien de loten bestemd zijn voor eengezinswoningen met een beperkte nevenbestemming en alle andere voorschriften integraal overgenomen werden uit het RUP.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Camiel Vereeckelaan een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
Voor de uitrusting van de verkaveling is advies gevraagd aan de nutsmaatschappijen. Er is een uitbreiding nodig van het laagspanningsnet. In het advies van Fluvius staat dat de loten pas mogen worden verkocht wanneer de offerte met alle daarin beschreven verplichtingen ondertekend zijn en de facturen mbt de offerte vereffend zijn.
In het advies van Riopact is opgenomen dat de diameter van de regenwater- en afvalwateraansluiting 160 mm moet bedragen.
Dit dient bijgevolg als voorwaarde opgenomen te worden bij afgifte van de vergunning.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Aangezien er geen nieuwe wegenis aangelegd wordt moeten er in de verkaveling geen collectieve voorzieningen geïnstalleerd worden. Per lot zal voldaan moeten worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.
Uit het advies van Riopact blijkt dat er rekening dient te worden gehouden met de volgende voorwaarden:
● Afvalwater en hemelwater moeten volledig gescheiden worden. Wanneer wordt aangesloten op een gemengde leiding, gebeurt het samenbrengen van afvalwater- en hemelwaterafvoer op max. 50 cm van elkaar ter hoogte van het openbaar domein. Er dient op beide aansluitingen een externe toezichtmogelijkheid (huisaansluitputje) voorzien te worden.
● De aansluiting dient te worden aangeboden met een diepte van 80 cm onder het straatniveau.
● De zone is gelegen in overstromingsgevoelig gebied. Bij het bouwen in een zone die gelegen is in overstromingsgevoelig gebied, is het van belang dat er voldoende aandacht wordt besteed aan waterveilig bouwen en aan het bewaren en herstellen van de ruimte voor water (bv overstroombare kelders, bouwen op palen,...). Verder dient er ook een advies verkregen te worden via de waterloopbeheerder en dient er rekening gehouden te worden met de voorwaarden volgend uit de watertoets.
● Indien afvoerpunten van het gebouw lager gelegen zijn dan het straatniveau dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient in het private leidingenstelsel geplaatst te worden en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder.
● Alvorens een verkoopbaarheidsattest kan worden afgeleverd dient aan alle voorwaarden te worden voldaan.
● De aansluiting op de openbare riolering dient steeds te gebeuren door Riopact, voor de aanvraag van uw rioolaansluiting verwijzen wij graag naar onze website www.riopact.be, 'Rioolaansluiting aanvragen'. Let op, er dient per perceel een aparte aanvraag ingediend te worden, met als bijlage het rioleringsplan met aanduiding van de aangevraagde rioolaansluitingen.
● Bij het ontwerp en de uitvoering van de werken dient rekening te worden gehouden met het 'Reglement Ontwikkelingen met impact op de rioleringsinfrastructuur' van Riopact. In voorkomend geval kan De Watergroep nog een advies indienen dat betrekking heeft op de distributieleidingen voor drinkwater en op de bescherming van de drinkwaterbronnen.
7.4 Mer-screening
De bouwaanvraag valt onder het toepassingsgebied van bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december, meerbepaald rubrieknummer 10b stedelijke ontwikkeling
In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit).
De mer-screening wordt toegevoegd in de voorbehouden velden in het omgevingsloket.
Hierbij werden de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.
7.5 Natuurtoets
Niet van toepassing.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op het verkavelen van een perceel. Beide loten worden voorzien in functie van een eengezinswoning met mogelijke nevenfunctie van kantoor en diensten. Gezien de directe omgeving bestaat uit eengezinswoningen is de verkaveling passend binnen deze residentiële omgeving.
Inplanting en ruimtegebruik:
De inplanting van de woningen wordt voorzien op 6 m achter de rooilijn. Deze inplanting volgt de inplanting van de naastliggende woning op het rechter perceel en zorgt ervoor dat, indien van toepassing, een auto in de achteruitbouwstrook kan geplaatst worden.
De achtergevelbouwlijn ligt 1 m verder dan de achtergevel van de rechter woning. Dit is aansluitend en zal, gezien de diepte van de tuin, niet voor hinder zorgen naar de omwonenden toe.
Bouwvolume en gabarit:
Het volume van de woning kan maximaal bestaan uit 2 bouwlagen met een hellend dak. Dit maximale volume is in overeenstemming met heel wat woningen in de directe omgeving. De maximale bouwdiepte op het verdiep bedraagt maximaal 12 m. Lot 1 dient het gabarit van de rechter aan te bouwen woning te volgen, wat zal zorgen voor een goede aansluiting en integratie van deze woning in de omgeving.
De voorschriften voorzien de mogelijkheid om een carport te voorzien in de zijtuinstrook. Er worden geen voorschriften voorzien voor het volume van de carport.
Een carport in de vrije zijstrook is mogelijk mits de carport opgetrokken wordt minstens 3 m achter de gekozen voorgevelbouwlijn, de hoogte beperkt wordt tot max. 3 m en opgetrokken met min. 3 open zijden. Dit dient te worden aangepast in de voorschriften.
Verschijningsvorm:
De voorschriften voorzien dat de woningen worden opgetrokken duurzame, esthetisch verantwoorde materialen. Dit voorschrift voorziet voldoende garanties dat de nieuw te bouwen woningen geïntegreerd kunnen worden in de directe omgeving.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
Ten gevolge van de geplande werken kan een toename van de verkeersaantrek verwacht worden. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen. De voorschriften voorzien minstens 2 autostaanplaatsen op private grond. Dit voorschrift voorziet voldoende parkeerruimte op eigen terrein om parkeerdruk in de directe omgeving te vermijden.
Groen- en omgevingsaanleg:
De percelen zijn voldoende ruim om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen.
De bouwzone van de woning wordt zo voorzien dat een voortuin kan aangelegd worden. Er ontbreken voorschriften met betrekking tot het nastreven van een groen karakter van de voor- en achtertuinzone. De inrichting van een voortuin heeft invloed op het straatbeeld, de verkeersveiligheid en op de goede waterhuishouding. Beplanting, hagen en bomen in de voortuin maken het straatbeeld mooier. Deze groenzones helpen ook bij de infiltratie van het regenwater en halen fijn stof uit de lucht. Volgende richtlijnen dienen opgenomen te worden voor de inrichting van de voortuin:
● De voortuinstrook dient steeds te worden aangelegd als voortuin met laagstammig groen.
● In de voortuin van lot 2 dient een hoogstammige boom te worden aangeplant.
● De verharding in de voortuinzone dient beperkt te worden tot de toegang tot de voordeur en de oprit naar de garage of carport. De verharding in de voortuinstrook dient beperkt te worden tot max. 40 %.
● De afsluitingen in de voortuinstrook kunnen bestaan uit hagen tot een hoogte van max. 1 m.
● Alle verharding dient te worden voorzien in waterdoorlatende materialen.
De inrichting van de zij- en achtertuin draagt bij tot een gezonde bodem, een beter klimaat, een hogere biodiversiteit en maakt deel uit van een groot groen netwerk. Gezien het ontbreken van voorschriften mbt de inrichting ervan, dienen volgende richtlijnen opgenomen te worden voor de inrichting van de zij- en achtertuin:
● De oppervlakte van terrassen en zwembad/(zwem)vijver wordt beperkt tot een maximale oppervlakte van 80 m².
● De geplande verharding dient, in functie van de waterhuishouding, te worden voorzien in waterdoorlatende verharding.
● Alle onbebouwde en onverharde ruimte dient aangelegd te worden met levende groenaanplant.
● Het bestaande reliëf dient zoveel mogelijk gerespecteerd te worden. Enkel beperkte reliëfwijzigingen/nivelleringen in het kader van toegankelijkheid van de woning kunnen toegelaten worden indien geen wateroverlast wordt bewerkstelligd. Plaatselijke beperkte uitgravingen in de tuinzone i.k.v. aanleg wadi, (zwem)vijver, zwembad e.d. zijn toegelaten mits het respecteren van een afstand van min. 2 m tot de perceelgrenzen
Conclusie
Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Fluvius
In het advies van Fluvius zijn een aantal voorwaarden opgenomen. Gelet op de specifieke problematiek en de kennis ter zake dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies stipt nageleefd moeten worden.
Wyre en Proximus
Beide adviesinstanties geven aan dat er geen werken noodzakelijk zijn ikv de verkaveling.
De Watergroep
In het advies van de Watergroep zijn een aantal voorwaarden opgenomen teneinde te kunnen oordelen dat geen schadelijke effecten te verwachten zijn op het bestaande watersysteem. Gelet op de specifieke problematiek en de kennis ter zake dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies stipt nageleefd moeten worden.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Inge Dekyvere met als contactadres Meensesteenweg 352 te 8501 Kortrijk, voor het verkavelen van een perceel tot 2 loten voor woningbouw, op een perceel gelegen Camiel Vereeckelaan en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 157 B2 , mits te voldoen aan volgende voorwaarden:
● De voorschriften dienen als volgt aangepast/aangevuld te worden:
○ Een carport in de vrije zijstrook is mogelijk mits de carport opgetrokken wordt minstens 3 m achter de voorgevelbouwlijn, de hoogte beperkt wordt tot max. 3 m en opgetrokken met min. 3 open zijden.
○ De voortuinstrook dient steeds te worden aangelegd als voortuin met laagstammig groen.
○ In de voortuin van lot 2 dient een hoogstammige boom te worden aangeplant.
○ De verharding in de voortuinzone dient beperkt te worden tot de toegang tot de voordeur en de oprit naar de garage of carport. De verharding in de voortuinstrook dient beperkt te worden tot max. 40 %.
○ De afsluitingen in de voortuinstrook kunnen bestaan uit hagen tot een hoogte van max. 1 m.
○ Alle verharding zowel in voor- zij- als achtertuin dient te worden voorzien in waterdoorlatende materialen.
○ De oppervlakte van terrassen en zwembad/(zwem)vijver wordt beperkt tot een maximale oppervlakte van 80 m².
○ Alle onbebouwde en onverharde ruimte in de zij- en achtertuin dient aangelegd te worden met levende groenaanplant.
○ Het bestaande reliëf dient zoveel mogelijk gerespecteerd te worden. Enkel beperkte reliëfwijzigingen/nivelleringen in het kader van toegankelijkheid van de woning kunnen toegelaten worden indien geen wateroverlast wordt bewerkstelligd. Plaatselijke beperkte uitgravingen in de tuinzone i.k.v. aanleg wadi, (zwem)vijver, zwembad e.d. zijn toegelaten mits het respecteren van een afstand van min. 2 m tot de perceelgrenzen
● Het verkoopbaarheidsattest zal pas afgeleverd worden nadat de verkavelaar voldaan heeft aan alle financiële en contractuele verplichtingen opgelegd door Fluvius.
● De diameter van de regenwater- en afvalwateraansluiting bedraagt 160 mm.
● Een septische put is verplicht.
● Alle voorwaarden en aanbevelingen uit het advies van Riopact en van Fluvius dienen nageleefd te worden.
Zitting van CBS van 27 AUGUSTUS 2025
D.4. Gemeenteraad van 11 september 2025 - agendapunten - verzoek agendering - goedkeuring
Aanleiding en context
De agenda van de gemeenteraad bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld.
Het college en burgemeester en schepenen wordt gevraagd de agenda voor de komende gemeenteraad te overlopen.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt de voorziene punten voor de gemeenteraadszitting van 11 september 2025.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om volgende punten te agenderen op de gemeenteraad van 11 september 2025:
OPENBARE ZITTING
● Gemeenteraad - 10 juli 2025 - notulen en audio-opname - goedkeuring
● Uitvoering meerjarenplan 2020-2025 - opvolgingsrapportering 1ste semester 2025 - kennisname
● Jaarrekening 2024 - goedkeuring gouverneur - kennisname
● Deontologische code voor lokale mandatarissen - goedkeuring
● Samenwerkingsovereenkomst Woonwijs - aanpassing - goedkeuring
● Woonwijs - nieuwe subsidieaanvraag 2026-2031 - goedkeuring
● Mobiliteitsraad - aanpassing statuten - goedkeuring
● Belastingreglement op het niet maximaal afkoppelen van hemelwater en huishoudelijk afvalwater - goedkeuring
● Belastingreglement - ontbrekende parkeerplaatsen - goedkeuring
● Premiereglement - afkoppeling en scheiding hemelwater en afvalwater op privaat domein - goedkeuring
● Retributiereglement - ambulante handel - goedkeuring
● Retributiereglement - individueel bezoldigd personenvervoer (IBPV) - goedkeuring
● Retributiereglement - standplaatsen frituren - goedkeuring
● Premiereglement - zwerfvuilactie - verlenging - goedkeuring
● Premiereglement - premie voor ondersteuning door externe partijen bij de op- en afbouw van tenten tijdens wijkkermissen - goedkeuring
● Vragen gesteld door raadsleden
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.