Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 1 juni 2022 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 1 juni 2022.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 1 juni 2022 goed te keuren.
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.2. Beslissingen algemeen directeur - mei 2022 - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de besluiten van de algemeen directeur van de maand mei 2022.
Motivering
De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 170 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besluiten van de algemeen directeur van de maand mei 2022.
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.3. Diverse verslagen - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.
Motivering
Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:
● Centraal feestcomité - verslag van de vergadering van 2 juni 2022
● Leiedal - verslag van de algemene vergadering van 24 mei 2022
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.4. Gemeentelijke hostess - kennisname kandidatuurstelling - opname in hostessenbestand - goedkeuring
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.5. Gemeentelijke Holding NV in vereffening - algemene vergadering van 29 juni 2022 - goedkeuring
Aanleiding en context
Gemeentelijke Holding NV - in vereffening, nodigt de gemeente uit tot het bijwonen van haar algemene vergadering die zal plaatsvinden op woensdag 29 juni 2022 om 14.00 uur in het BLUEPOINT BRUSSELS BUSINESS CENTRE, A. Reyerslaan 80 te 1030 Brussel.
Motivering
Overeenkomstig de wettelijke regels terzake worden alle punten van de agenda, behoudens de benoeming van de commissaris, louter ter kennisname meegedeeld aan de algemene vergadering. Zij worden niet ter stemming voorgelegd.
Het college van burgemeester en schepenen overloopt de agenda (met bijlagen) als volgt:
In de gemeenteraadszitting van 6 juni 2019 werd de heer Bert Schelfhout aangesteld als effectief vertegenwoordiger en mevrouw Sandra De Leeuw-Goussey als plaatsvervangend vertegenwoordiger, voor de algemene vergaderingen van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening.
De financieel directeur heeft hieromtrent geen opmerkingen om reden dat er geen financiële link is.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de agenda en vraagt de aangestelde vertegenwoordiger of zijn plaatsvervanger deel te nemen aan de algemene vergadering van 29 juni 2022.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit om het volmachtformulier tegen uiterlijk 22 juni 2022, over te maken aan de gemeentelijke holding NV - in vereffening, Kunstlaan 56 B4C te 1000 Brussel.
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.6. Voormalig politiekantoor Hoogstraat - vermarkting - kennisname nota en aanstelling Leiedal - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de nota van Leiedal omtrent de vermarkting van het voormalig politiekantoor in de Hoogstraat en Leiedal aan te stellen om een voorstel tot concessie uit te werken.
Motivering
Het voormalig politiekantoor is gelegen langs de Hoogstraat (nummer 109) te Deerlijk, kadastraal gekend als Deerlijk, 2e afdeling, sectie C 007 K002 met een kadastrale oppervlakte van 3.672 m².
Het voormalig politiekantoor maakt één kadastraal perceel uit met de achterliggende brandweerkazerne.
Het idee is dat er een horecazaak wordt gerealiseerd en uitgebaat. Hierbij is er een belangrijke voorwaarde dat deze horecazaak een duidelijke link heeft met het centrumpark dat ontwikkeld wordt.
Het terras van de horecazaak moet aansluiten bij het centrumpark en mag niet fysisch afgesloten worden.
Het voormalig politiekantoor is op vlak van onroerend erfgoed:
● Vastgesteld bouwkundig erfgoed sedert 14 september 2009 (ID44731)
● Bouwkundig element (ID86316)
Uit de nota van Leiedal komen vier opties naar voor, zijnde:
● concessie
● erfpacht en opstal
● huur
● verkoop (onder voorwaarden)
Op basis van de gekozen optie door het bestuur wordt door Leiedal een opdrachtdocument opgemaakt met daarin alle informatie over het pand en de beschrijving van het verloop van de procedure. Dit document wordt publiek gemaakt via diverse kanalen.
Op de beleidsevaluatie CBS/MAT werd dit al even besproken en hieruit bleek dat er een draagvlak is om het pand in gebruik te geven door middel van een concessie.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de nota van Leiedal omtrent de vermarkting van het voormalig politiekantoor in de Hoogstraat.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit het voormalig politiekantoor in de Hoogstraat in gebruik te geven door middel van een concessie en Leiedal aan te stellen om een voorstel tot concessie uit te werken.
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.7. Vrijetijdsmedewerker - datum indiensttreding - kennisname
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.8. Jobstudenten 2022 - kennisname van kandidaturen en aanstelling - goedkeuring
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.9. Feestelijkheden - Benefiets - retributie uitleendienst - vrijstelling - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een vrijstelling van retributie bij het gebruik van de uitleendienst voor de organisatie van Benefiets op 26 juni 2022 goed te keuren.
Motivering
In zitting van 23 maart 2022 verleende het college van burgemeester en schepenen goedkeuring voor het evenement Benefiets op 26 juni 2022.
De organisatoren van het benefietevenement Benefiets polsten naar een mogelijke vrijstelling van retributie bij gebruik van de uitleendienst voor hun organisatie. Immers hoe minder kosten dienen gemaakt te worden bij de organisatie van het evenement, hoe meer fondsen finaal kunnen geschonken worden aan het goede doel. Eerder werd in 2016 een dergelijke vrijstelling van retributie (voor de organisatie van een eerste benefietevenement) goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.
Het retributiereglement uitleendiensten cultuur, jeugd, sport en feestelijkheden, goedgekeurd in de gemeenteraad van 17 december 2020, voorziet evenwel niet in een mogelijkheid tot vrijstelling van retributie voor benefietevenementen en -activiteiten.
Momenteel wordt het retributiereglement voor de uitleendiensten geëvalueerd en aangepast in functie van agendering ter goedkeuring op een eerstvolgende gemeenteraad in het najaar van 2022. Deze aanpassing van het reglement zal onder meer bepalingen omvatten die een vrijstelling van retributie mogelijk maken voor de organisatie van benefietevenementen en -activiteiten.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56. § 1. Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit, rekening houdende met de nakende aanpassing van het retributiereglement voor de uitleendienst, om een vrijstelling van retributie bij het gebruik van de uitleendienst voor de organisatie van Benefiets op 26 juni 2022 goed te keuren.
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.10. BBO de KIM & de SAM - Verslag doorlichting - agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om het doorlichtingsverslag ter kennisname te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.
Motivering
Van maandag 21 maart tot en met vrijdag 25 maart 2022 werden BBO de KIM & de SAM doorgelicht door Onderwijsinspectie Vlaanderen.
Het doorlichtingsverslag werd op 16 mei 2022 overgemaakt ter attentie van het schoolbestuur. Het verslag wordt in bijlage gevoegd en dient ter kennis gegeven te worden aan de gemeenteraad.
Het doorlichtingsverslag kan als volgt samengevat worden:
● Schoolvisie is zichtbaar in de schoolwerking en in de onderwijsleerpraktijk.
● De school beschikt over een strategie waarbij prioriteiten en acties vastgelegd worden in actieplannen.
● De school stimuleert de gezamenlijke verantwoordelijkheid om de schoolvisie te concretiseren en te realiseren.
● Het schoolbeleid investeert in een open communicatieklimaat.
● De school staat open voor maatschappelijke ontwikkelingen en speelt daar op in.
● De school lanceert vernieuwingen om een gepast antwoord te geven op noden van doelgroepen, individuele leerlingen en teamleden.
● De school ontwikkelt een doelgericht beleid op leerlingenbegeleiding en speelt hierbij gepast in op de behoeften en verwachtingen van de teamleden, de leerlingen en de ouders.
● Naast deze georganiseerde evaluaties, zorgt de aanwezige evaluatiecultuur voor voortdurende kritische reflecties in functie van kwaliteitsverbetering.
● De school evalueert haar kwaliteit op basis van diverse kwalitatieve en kwantitatieve bronnen.
Werkpunt:
● De visie op het inschrijvingsbeleid is niet conform de regelgeving. De school stelt bijkomende voorrangscriteria waardoor de toegang tot onderwijs niet voor elke leerling gegarandeerd is.
● Het multidisciplinaire team verzamelt relevante leerling- en contextgegevens om te komen tot een totaalbeeld van de beginsituatie van iedere leerling.
● Het multidisciplinaire team analyseert de verzamelde gegevens grondig.
● De doelenselectie is gebaseerd op een of meerdere passende doelenkader(s) en op de bijbehorende uitgangspunten.
● Het multidisciplinaire team stelt de pedagogisch-didactische planning op voor een individuele leerling of groep.
● Het multidisciplinaire team plant doelgerichte organisatorische maatregelen die de realisatie en de evaluatie van de vooropgestelde doelen binnen de vooropgestelde periode mogelijk maken.
● Er wordt veel belang gehecht aan het inschatten van de sociaal-emotionele noden van de leerlingen en slagen erin om tegemoet te komen aan deze noden.
● Alle betrokken teamleden evalueren binnen hun eigen discipline of leergebied en bereiden de evaluatiebesprekingen grondig voor
Positief:
● De school voorziet voldoende financiële middelen.
● De school geeft een nette indruk.
● Uitbreiding preventiedienst binnen de gemeente.
Werkpunten
● Meer doeltreffend beleid met het oog op de fysieke en mentale veiligheid van de leer-, leef- en werkomgeving.
● Risico-analyse binnenluchtkwaliteit ontbreekt.
● De school borgt onvoldoende wat reeds goed is en ontwikkelt weinig verbeteracties voor haar werkpunten.
Eindverslag:
GUNSTIG ADVIES
Aanbevelingen:
● De kwaliteit borgen van de kwaliteitsontwikkeling.
● De kwaliteit borgen van de onderwijsleerpraktijk.
● De school moet zich engageren om aan volgende inbreuken op de regelgeving te werken:
○ Het voeren van een doeltreffend beleid met het oog op de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne (erkenningsvoorwaarde).
○ Het recht op inschrijving respecteren.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56. § 1. Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om het doorlichtingsverslag ter kennisname te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.11. Feestelijkheden - Fancy Fair 2022 - bijkomend advies evenementencel - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het bijkomend advies van de evenementencel goed te keuren.
Motivering
Tijdens de evenementencel op woensdag 11 mei 2022 kwam Scouts & Gidsen Deerlijk hun evenement Fancy Fair, editie 2022, voorstellen.
● inname openbaar domein
De evenementencel stelde tijdens het overleg vast dat in de huidige evenementenaanvraag Fancy Fair 2022, zoals geregistreerd op het Eagle.be- platform met identiek nummer 1551261, geen melding wordt gemaakt van een bijkomende inname van het openbaar Gaverdomein, voor de organisatie van hun (Ricard-) petanquetornooi.
In tegenstelling tot hun presentatie waarbij er sprake is van een uitbreiding van de evenementenzone, meer bepaald een inname van de ligweide en petanquevelden naast de sporthal Gaverhal voor het organiseren van de wedstrijd alsook het plaatsen van een drankstand.
Volgend op het overleg werd de evenementencel gevraagd hierover bijkomend advies te verstrekken.
Op maandag 16 mei 2022 werd er door de evenementencel negatief advies verleend.
Het organiseren van een petanquetornooi naast de sporthal houdt immers concreet in dat er 2 evenementenzones naast elkaar worden gecreëerd, verspreid over het domein én met overeenkomstige (veiligheids-) risico's.
Het huidige concept loopt reeds tegen zijn limieten aan op de huidige locatie en is reeds moeilijk te beheersen met de inzet van de leidingsploeg. De mix van vele verschillende activiteiten gespreid over 2 pleinen, met daarbij uitgebreide catering en live optredens maakt het bijzonder moeilijk voor de scoutsleiding om het evenement gedurende 5 dagen veilig te organiseren.
De impact op het openbaar domein, zijn bezoekers en buren is ook onmiskenbaar groot.
Uitbreiding van de evenementenzone noopt bijgevolg tot een nog grotere inzet van personeel & middelen, die er niet is. Het probleem van (geluids-) overlast wordt groter gemaakt en ook nog eens verspreid over het Gaverdomein en er is niet voldoende inzet van (private) bewaking voorzien om alles in goede banen te leiden.
De evenementencel adviseert om het petanquetornooi te integreren in het afgebakende terrein van de Fancy Fair, op het midden of grote plein, om het overzicht over de activiteiten en de bezoekers te kunnen blijven bewaren.
● beheersmaatregelen
Daarnaast stelde de evenementencel ook vast dat de aanbevelingen om een beheersbaar en veilig evenement te organiseren, zoals geformuleerd tijdens de evaluatievergadering op 14 februari 2022, onvoldoende worden omgezet in concrete maatregelen of actiepunten.
De gevraagde beheersmaatregelen van de evenementencel zijn:
● bepalen en handhaven maximaal toelaatbaar aantal bezoekers
● toepassing geluidswetgeving (minimale geluidsoverlast en einduur)
● toegankelijkheid openbaar domein zowel tijdens op- en afbouw als tijdens evenement
● afvalbeleid (netheid en orde op het openbaar domein)
● versterken relatie met buurt
● materiaalbeheer
● inzet (private) security en/ of stewards
● inzet medische bijstand
De evenementencel streeft naar een duurzame samenwerking met de scouts om van de Fancy Fair een veilig evenement te maken.
De evenementencel adviseert om elk jaar, elke editie, één van bovenstaande aanbevelingen door de scouts te laten omzetten in concrete actiepunten die haalbaar zijn en kunnen nageleefd en opgevolgd worden tijdens het evenement.
De evenementencel vraagt de scouts om in 2022 bijzondere aandacht te schenken aan een proper en correct materiaalbeheer, specifiek gericht op het gebruik van de materialen uit de gemeentelijke uitleendienst en de overeenkomstige samenwerking met de betrokken gemeentediensten. Het aanstellen van een materiaalmeester die optreedt als contactpersoon voor de gemeentediensten is daarbij een must.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de evenementencel te volgen en zal de organisator(en) op de hoogte brengen van volgend bijkomend advies:
De uitbreiding van de evenementenzone voor de organisatie van de Fancy Fair 2022 op het Gaverdomein, specifiek voor de petanquewedstrijd, wordt afgekeurd.
De scouts stelt een materiaalmeester aan die toeziet op het proper en correct gebruik van de materialen van de gemeentelijke uitleendienst. De materiaalmeester treedt op als contactpersoon voor de gemeentediensten.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de organisator(en) de opgesomde richtlijnen van artikel 1, stipt na te leven.
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.12. Feestelijkheden - Herdenking René De Clercq - 12 juni 2022 - verkeersvrij houden/parkeerverbod - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester wordt gevraagd toelating te verlenen voor het verkeersvrij houden van één of meerdere straten, alsook voor parkeerverbod.
Motivering
Naar aanleidingen van de herdenking van René De Clercq die plaatsvindt op zondag 12 juni 2022 ter hoogte van het grafmonument aan de achterzijde van de St- Columbakerk vraagt IC Dien, via registratie op het Eaglebe- platform op 31 mei 2022, toelating voor:
● het verkeersvrij houden van het Kerkplein, tussen 18.00 uur en 20.00 uur;
● het invoeren van parkeerverbod: inname van de parkeerplaatsen ter hoogte van het grafmonument aan de achterzijde van de kerk, tussen 18.00 uur en 20.00 uur.
PZ Gavers verleende op 31 mei 2022 positief advies en voorziet de nodige verkeersmaatregelen conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met identiek nummer 1571659.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Algemene politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen
○ Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor:
● het verkeersvrij houden van Kerkplein, tussen 18.00 uur en 20.00 uur;
● het invoeren van parkeerverbod, van de parkeerplaatsen ter hoogte van het grafmonument aan de achterzijde van de kerk, tussen 18.00 uur en 20.00 uur.
Artikel 2
Naar aanleiding van de beslissing van het politiecollege van 27 november 2008 dient de organisatie/vereniging zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie. De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.
Het plaatsen van het parkeerverbod wordt als volgt geregeld : het aanbrengen en wegnemen van parkeerverbodsborden gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het parkeerverbod gebeurt door de politie.
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.13. Afsprakennota 2021.61 - ondersteuning cluster ruimte bij behandeling omgevingsvergunningsaanvragen en dossiers mobiliteit - verlenging
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de verlenging van de afsprakennota "2021.61 Deerlijk - ondersteuning/advisering/behandeling van vergunningsaanvragen en ondersteuning/advisering/behandeling bij mobiliteitsaspecten in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal" goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 22 december 2021 de afsprakennota "2021.61 Deerlijk - ondersteuning/advisering/behandeling van vergunningsaanvragen en ondersteuning/advisering/behandeling bij mobiliteitsaspecten in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal" goed.
Deze afsprakennota is van kracht tot 30 juni 2022 en verlengbaar tot 31 december 2022.
Gezien er op korte termijn geen mobiliteitsdeskundige zal kunnen aangeworven worden en de werkdruk bij de dienst omgeving door het aantal dossiers en de complexiteit van de dossiers blijft aanhouden, is het wenselijk om de ondersteuning van Leiedal bij het behandelen van omgevingsvergunningsaanvragen en mobiliteitsdossiers verder te blijven voorzien.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° van het Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 10.600 euro (mobiliteit) 15.200 euro (omgeving) |
Actie | overige beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB/0200-00/61310000 (mobiliteit) GBB/0600-01/61310000 (omgeving) |
Visum | nvt |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de verlenging van de afsprakennota "2021-21 Deerlijk - ondersteuning van de cluster ruimte bij de ondersteuning/advisering/behandeling van vergunningsaanvragen en ondersteuning/advisering/behandeling bij mobiliteitsaspecten in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal" goed te keuren.
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.14. Centrumpark - masterplan - communicatie
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de communicatie van het masterplan voor het Centrumpark goed te keuren.
Motivering
In de stuurgroep van 11 mei 2022 werd het masterplan voor het Centrumpark afgerond en werd een voorstel van communicatie van dit masterplan naar het ruimere publiek besproken. Dit voorstel werd verder uitgewerkt.
● Het masterplan zal toegelicht worden aan de gemeenteraad op 9 juni en daarna ter goedkeuring voorgelegd worden op 7 juli.
● Het masterplan zal toegelicht worden aan de GECORO op 15 juni.
● Op zondag 19 juni wordt, gekoppeld aan de midzomermarkt, een infomoment naar de ruimere bevolking voorzien:
○ In de trouwzaal wordt op 2 momenten (om 15. 00 uur en om 17.00 uur) een toelichting voorzien van het masterplan.
■ De leden van alle adviesraden (m.u.v GECORO), de gemeenteraad en het bijzonder comité van de sociale dienst worden hierop uitgenodigd.
■ Via sociale media wordt dit ook bekend gemaakt naar de ruimere bevolking.
○ Op de site zelf zal op 4 plaatsen een toekomstbeeld (voorplein, café-terras en omgeving, nieuwe parkgedeelte en bestaande park) geplaatst worden.
○ Op het raam van de voormalige blokker wordt het raamsticker met het grondplan van het nieuwe centrumpark voorzien. Hierop worden de 2 infomomenten in de trouwzaal ook nog eens aangekondigd.
○ Geïnteresseerden kunnen eens ' binnen kijken ' in het gebouw van de voormalige blokker en voormalig politiekantoor. Daar zal een info banner geplaatst worden die mensen prikkelt om hun gegevens te bezorgen als zij geïnteresseerd zijn in het (tijdelijk) gebruik van deze ruimtes en verder op de hoogte willen gehouden worden.
Aanvullend wordt ook nog een kleine brochure voorzien. Hiervan wordt een beperkte oplage in papier voorzien die kan meegegeven worden aan de deelnemers op de infosessie. Deze brochure wordt ook opgenomen op de website. Op de raamsticker en de panelen met de toekomstbeelden wordt ook een QR-code voorzien waardoor geïnteresseerden ook op de digitale infobrochure terecht komen als we meer info willen.
In de trouwzaal en ter hoogte van de voormalige blokker wordt ook een suggestiebus voorzien waarin deelnemers hun reactie kunnen achterlaten.
Aan de deelnemers aan de infomomenten in de trouwzaal zal iets te drinken aangeboden worden in samenwerking met KVC Deerlijk. Er worden bonnetjes voorzien waarmee ze dan iets om te drinken kunnen halen bij de bar van KVC Deerlijk.
In overleg met de organisator van de midzomermarkt werd ook afgesproken dat er geen marktkramen of standen opgesteld worden ter hoogte van de voormalige Blokker.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1. van het Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de communicatie van het masterplan voor het Centrumpark goed te keuren.
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.15. Omgevingsvergunning - provinciedomein De Gavers, Harelbeke - Beslissing Deputatie - aktename
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing over de aanvraag tot omgevingsvergunning, ingediend door mevrouw Malengier Heidi, Openbare instelling Provinciebestuur West-Vlaanderen. Het betreft een aanvraag tot het herinrichten van het provinciaal domein, op een perceel gelegen Meersstraat 11 en Eikenstraat 155/167, 8530 Harelbeke.
Motivering
Op 12 mei 2022 heeft de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen de volgende beslissing genomen: voorwaardelijke vergunning.
De omgevingsvergunning, verleend voor onbepaalde duur, is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden:
'CONCLUSIE:
Met voorliggende aanvraag wenst de aanvrager een deel van het provinciedomein 'De Gavers' her in te richten. De werken moeten de natuurwaarden van het domein versterken en herstellen. Daarnaast wordt ook ingezet op natuureducatie en beleving. De geplande werken voorzien in het herstel van het historische moerasgebied op deze locatie. De vrijgekomen gronden worden tijdelijk op een aangrenzende zone gestockeerd. Dit in afwachting van een hier gepland aan te leggen overstromingsgebied en talud.
Gelet op de ontvangen gunstige adviezen, de heel beperkte ruimtelijke impact en het uitblijven van bezwaren in het kader van het openbaar onderzoek kan besloten worden dat het gevraagde de ruimtelijke draagkracht niet overschrijdt. De vergunning kan bijgevolg verleend worden.
BESLUIT:
De vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden:
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van de beslissing van de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen.
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.16. Ruimtelijk strategische visie - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de ruimtelijk strategische visie voor Deerlijk.
Motivering
Als voortraject in functie van de eventuele opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan werd ontwerpend onderzoek uitgevoerd in Deerlijk met volgende doelstellingen:
● zicht krijgen op ambities en wensen van het college van burgemeester en schepenen;
● detecteren van belangrijke acties of projecten uit bestaande plannen en visies, zowel lokaal als bovenlokaal;
● de bestaande ruimtelijke structuren analyseren en hun toekomstbestendigheid tegen het licht houden;
● onderzoeken voor welke intenties/wensen een nieuw beleidsplan nodig is en waarvoor best andere instrumenten worden aangewend.
De resultaten van het ontwerpend onderzoek werden reeds toegelicht aan het college en ondertussen ook opgenomen in de bundel 'Een oog voor Deerlijk - ruimtelijk strategische visie'.
Vooraleer een beslissing te nemen omtrent het mogelijke vervolgtraject (goedkeuring als BGO, opstart procedure gemeentelijk beleidsplan, opmaak gebiedsdekkend RUP, instrumentarium kwaliteitsbewaking, etc.) wordt voorgesteld de visie te presenteren aan de GECORO.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de bundel 'Een oog voor Deerlijk - Ruimtelijk strategische visie", zoals opgemaakt door de intercommunale Leiedal.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen beslist de bundel voor te leggen aan de GECORO.
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.17. OMV 2022_76 - René De Clercqstraat 2 - melding IIOA - aktename
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor de actualisatie van een bestaande groenten- en fruitwinkel alsook levering aan horeca op een perceel gelegen Harelbekestraat 1A, René De Clercqstraat 2 en 2A en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 411 C2, (afd. 1) sectie B 411 D2, (afd. 1) sectie B 411 G2 en (afd. 1) sectie B 411 K2 ingediend door Atilla Vandenbogaerde, René De Clercqstraat 2 te 8540 Deerlijk.
Motivering
De melding ingediend door Atilla Vandenbogaerde, René De Clercqstraat 2 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 1 juni 2022.
Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.
Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.
Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”
VOORWERP VAN DE MELDING
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Harelbekestraat 1A, René De Clercqstraat 2 en 2A, kadastraal bekend afdeling 1 sectie B nrs. 411C2, 411D2, 411G2 en 411K2.
De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: actualisatie van een bestaande groenten- en fruitwinkel alsook levering aan horeca.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
3.4.1°a) | bedrijfseigen afvalwater (Nieuw) | 0,1 m³/uur | 3 |
6.4.1° | ondergrondse mazoutopslag (Ongewijzigd) | 5000 liter | 3 |
15.1.1° | lichte vrachtwagens (Nieuw) | 4 voertuigen | 3 |
16.3.2°a) | geluidsarme koelinstallaties (Nieuw) | 35 kW | 3 |
BEVOEGDHEID
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER
Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.
De melding omvat de volgende meldingsplichtige ingedeelde inrichtingen of activiteiten:
● het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfseigen afvalwater dat geen van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria volgens Vlarem II;
● ondergrondse mazoutopslag;
● het stallen van 4 voertuigen die geen personenwagens zijn;
● koelinstallaties in functie van het bewaren van groenten en fruit.
Deze melding heeft een invloed op de volgende milieutechnische aspecten:
Relevante potentiële effecten op de mobiliteit
Organisatie personenverkeer medewerkers van de inrichting
De meeste medewerkers komen met hun privéwagen naar de inrichting. Er is voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein om deze wagens te kunnen parkeren. Alhoewel er geen specifieke fietsstallingen voorzien worden, kunnen de medewerkers die toch met de fiets komen, hun fiets steeds in een overdekte, afgesloten ruimte, los van de groenten- en fruithandel, plaatsen. Hierdoor zijn er voldoende voorzieningen op eigen terrein.
Organisatie goederenverkeer van de inrichting
Zowel de laad- als losactiviteiten worden zoveel als mogelijk op eigen terreinen uitgevoerd. Hiervoor zijn zones voorzien ten oosten en ten zuiden van de inrichting. Het lossen van grotere vrachtwagens, type opleggers, wordt zoveel als mogelijk beperkt in frequentie en tijd zodat de impact van deze activiteiten op de mobiliteit in de buurt ook beperkt blijft.
Organisatie van het klantenverkeer van de winkel
Klanten voor de winkel komen zowel met de wagen, met de fiets als te voet naar de winkel. Door het parkeerbeleid van de gemeente Deerlijk zijn tal van parkeerplaatsen (ook tijdelijk kortparkeren) voorzien en beschikbaar voor onze klanten. Naast deze openbare parkeerplaatsen voorziet de inrichting ook parkeermogelijkheden op eigen terrein. Dit zijn de zones die ook dienst doen als laad- en loszones. Het laden en lossen is echter beperkt in tijd gedurende de openingsuren van de winkel waardoor er heel wat parkeermogelijkheid op eigen terreinen beschikbaar is tijdens de openingsuren.
Relevante, potentiële effecten op de bodem
Gezien de aard van de inrichting en de producten die verhandeld worden zijn geen potentiële emissies naar de bodem. De aanwezige mazouttank wordt periodiek gekeurd en voldoet aan de vereisten regelgevingen. Er worden geen gevaarlijke producten gebruikt of opgeslagen.
Relevante, potentiële affecten op het watersysteem
De groenten- en fruitwinkel omvat geen bijkomende behandelingen of versnijdingen waardoor geen specifiek bedrijfsafvalwater geproduceerd wordt. Het enige afvalwater dat als bedrijfsgerelateerd kan beschouwd worden, is het reinigingswater van de ruimtes. Voor de voedselveiligheid is men verplicht om de inrichting proper te houden. Het afvalwater afkomstig van het reinigen wordt geloosd in de gemeentelijke riolering. Daarnaast zijn er nog de sanitaire voorzieningen voor het personeel. Deze afvalwaterstromen zijn beperkt waardoor een effect op het watersysteem te verwaarlozen is.
Relevante, potentiële effecten op de luchtkwaliteit
Er zijn geen emissies met betrekking tot de groenten- en fruitwinkel. Enkel de verwarmingsinstallatie die gestookt wordt op mazout heeft een emissiepunt. Dit is echter niet ingedeeld aangezien de capaciteit beperkt is tot een huishoudelijk niveau. De mazouttank voldoet aan de verplichte, periodieke keuring en de verwarmingsinstallatie wordt periodiek onderhouden door een erkend technicus waardoor er geen betekenisvolle emissies veroorzaakt worden.
Relevante, potentiële effecten op geluid en trillingen
De voornaamste bronnen van geluid en trillingen betreffen:
● het laden en lossen van goederen;
● intern transport (beperkt tot palletwagens);
● werking van koelinstallaties.
Het laden en lossen gebeurt zoveel als mogelijk tijdens de dagperiode waardoor eventuele hinder naar de buurt beperkt wordt. De laad- en loszones van de inrichting zijn voorzien van een gladde betonverharding die bijdraagt tot een geringe geluidsproductie. Het laden en lossen zelf gebeurt met een elektrische heftruck die ook een zeer geringe geluidsproductie heeft. Daarnaast voorziet men op de palletwagens aangepaste wielen (rubber in plaats van nylon) waardoor ook deze werktuigen beduidend minder lawaai maken. Recent werden nog aanpassingen aangebracht aan de koelinstallaties. Nieuwe installaties, of aanpassingen aan de bestaande installaties worden centraal op het dak van de opslagloods geplaatst. Zij worden ook voorzien van geluiddempende plaatsingstechnieken en indien nodig ook van geluiddempende wanden en daken.
Relevante, potentiële effecten op de biodiversiteit
Deze exploitatie heeft geen invloed op de biodiversiteit.
Relevante risico’s op zware ongevallen of rampen
Gezien de aard van de exploitatie is het risico op zware ongevallen en rampen verwaarloosbaar.
Relevante, potentiële effecten op onroerend erfgoed
In de nabije omgeving bevindt zich het René De Clercqmuseum. De aangevraagde actualisatie van de vergunning heeft echter geen invloed op dit onroerend erfgoed.
Relevante, potentiële effecten van licht en straling ten gevolge van de aanvraag
Gezien de ligging van de exploitatie in het centrum van de gemeente is reeds voldoende openbare verlichting aanwezig waardoor bijkomende verlichting niet noodzakelijk is. Indien er toch verlichting zou bijgeplaatst worden, zal deze steeds in functie van de bedrijfsvoering of de veiligheid zijn en zal deze zo geplaatst worden dat ze enkel het eigen terrein belicht en geen hinder veroorzaakt in de buurt.
Relevante, potentiële effecten van de productie van afvalstoffen
De exploitant produceert zelf een beperkte hoeveelheid aan bedrijfseigen afvalstoffen ten gevolge van de normale werking van het bedrijf. De afvalstromen die volgens aard van het afval en de hoeveelheid kunnen vergeleken worden met huishoudelijke afvalstoffen worden op correcte wijze aangeboden tijdens de ophaalronde van het huishoudelijk afval. Indien blijkt dat voor bepaalde afvalstromen toch een ophaling moet voorzien worden door een erkend ophaler / verwerker, zal de exploitant de nodige contracten voorzien met een erkende ophaler / verwerker van afvalstoffen. In afwachting van de periodieke ophaling worden de verschillende afvalstromen bewaard op een manier waardoor deze geen hinder veroorzaken naar de buurt (visueel, geur, zwerfvuil)
Mogelijke andere relevante potentiële effecten
Geen andere relevante effecten te melden.
Te verwachten relevante cumulatieve effecten door de relatie met andere projecten
Geen relevante effecten te melden.
De ingedeelde inrichtring of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig en niet verboden.
De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit als met omzichtigheid benaderd worden.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, § 3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandregels.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014
○ Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Er wordt akte genomen van de melding ingediend door Atilla Vandenbogaerde, René De Clercqstraat 2 te 8540 Deerlijk voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde de actualisatie van de bestaande groeten- en fruitwinkel alsook de levering aan horeca, gelegen Harelbekestraat 1A, René De Clercqstraat 2 en 2A te Deerlijk.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
3.4.1°a) | bedrijfseigen afvalwater (Nieuw) | 0,1 m³/uur | 3 |
6.4.1° | ondergrondse mazoutopslag (Ongewijzigd) | 5000 liter | 3 |
15.1.1° | lichte vrachtwagens (Nieuw) | 4 voertuigen | 3 |
16.3.2°a) | geluidsarme koelinstallaties (Nieuw) | 35 kW | 3 |
Artikel 2
De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.
Uitvoerbaarheid
U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.
Aanplakking
U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.
De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".
Verval
De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;
2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;
4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.
De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Beroepsmogelijkheid
U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:
Raad voor Vergunningsbetwistingen
p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges
Koning Albert II-laan 35 bus 81
1030 Brussel
U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.
Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).
U bent een rolrecht verschuldigd van:
● 200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;
● 100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.
U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Meer info
De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in
● het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges;
● het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
● het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.
Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.18. Inname openbaar domein - kennisname
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.19. Premie zwerfvuilactie - chiro Sellewie - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een premie toe te kennen naar aanleiding van het uitvoeren van een zwerfvuilactie op 15 mei 2022.
Motivering
We ontvingen de volgende aanvra(a)g(en)
Naam en adres aanvrager
| Rekeningnummer | Premie (100 euro per deelgebied) | Nummer(s) deelgebied(en) |
Chiro Sellewie Pladijsstraat 282 8540 Deerlijk | BE52 0004 4649 1909
| 200 euro | 11 en 14 |
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere :
○ Gemeentelijk reglement betreffende betoelaging voor zwerfvuilacties, goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 november 2019
Adviezen
Op 19 mei 2022 voerden de gemeentediensten controle ter plaatse uit om vast te stellen of er aan de verplichtingen werd voldaan om tot uitbetaling van de premie over te gaan. Er werd een gunstig advies verleend.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Bedrag | 200 euro |
Actie | Overig beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB / 0390-00 / 64910002 |
Begunstigde | Chiro Sellewie |
Rekeningnummer begunstigde | BE52 0004 4649 1909 |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om de premie uit te betalen.
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.20. 2e verblijven - inventaris 2022 - vaststelling lijst - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de inventaris tweede verblijven voor 2022 vast te leggen.
Motivering
Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op tweede verblijven gelegen op het grondgebied van de gemeente. De belastingplichtige moet, overeenkomstig artikel 4 van het reglement, jaarlijks ten laatste op 30 april van het aanslagjaar een aangifte indienen bij het gemeentebestuur of uiterlijk 2 maanden na ontvangst van het formulier.
Door de langdurige afwezigheid van de deskundige wonen werd het formulier op 26 april 2022 overgemaakt aan diegenen die reeds in 2021 op de inventaris stonden en werd hierin uitzonderlijk de mogelijkheid geboden om hun aangifte in te indienen ten laatste op 15 mei 2022.
Voor volgende eigendommen werd ten laatste op 15 mei 2022 een aangifteformulier voor tweede verblijven ontvangen en zal er voor 2022 een belasting van 600 euro betaald moeten worden:
Bottenhoek 5 te Deerlijk
Gaverstraat 137 te Deerlijk
Hazewindstraat 56 te Deerlijk
Ommegangstraat 14 te Deerlijk
Otegemse steenweg 28 te Deerlijk
Otegemse steenweg 36 0005 te Deerlijk
Paanderstraat 35 te Deerlijk
Pikkelstraat 47 te Deerlijk
Sint-Rochusstraat 26 te Deerlijk
Stationsstraat 65 te Deerlijk
Stationsstraat 118 te Deerlijk
Stationsstraat 228 bus 103 te Deerlijk
Stationsstraat 228 bus 104 te Deerlijk
Stationsstraat 367 te Deerlijk
Vichtesteenweg 20 te Deerlijk
Vichtesteenweg 68 te Deerlijk
Waregemstraat 305 te Deerlijk
Pladijsstraat 329 te Deerlijk
Biesbeke 10 te Deerlijk
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 , § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ belastingreglement tweede verblijven, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 19 december 2019
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 11.400 euro |
Actie | overig beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB/0020-00/73770000 |
Visum | neen |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de lijst tweede verblijven 2022.
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.21. Huishoudelijk reglement BOC - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het nieuwe huishoudelijk reglement van het Basisoverlegcomité goed te keuren. Er is een wijziging in de samenstelling van het BOC bij de afvaardiging van de overheid, de afvaardiging van de werknemers en de techniekers onder de werknemers.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een nieuwe afvaardiging van de overheid aan te duiden voor het Basisoverlegcomité (BOC) die de rol van voorzitter zal opnemen.
Motivering
Sedert 1990 hebben de gemeente en het OCMW een gemeenschappelijke preventiedienst en BOC.
Het BOC is samengesteld uit een afvaardiging van de overheid en afvaardiging van werknemers en techniekers onder de werknemers.
Voorheen zaten in het BOC drie afgevaardigden van de overheid en was er één plaatsvervanger. De afvaardiging van de overheid kunnen zowel politieke verantwoordelijken als ambtenaren zijn. De ambtenaren moeten vastbenoemde leidinggevenden zijn die sedert tenminste 1 jaar tewerkgesteld zijn. Hoeveel personen de afvaardiging van de overheid telt is geen vereiste. Het voorzitterschap wordt waargenomen door de burgemeester of een schepen die hij hiervoor aanwijst.
Voorheen zaten in het BOC een vakbondsvertegenwoordiger voor ACV Openbare Diensten en een vakbondsvertegenwoordiger voor ACOD Lokale Regionale Besturen. Een stafmedewerker ACOD deelde op 6 april 2022 mee dat Inge Vanhoutteghem niet langer militant is voor ACOD, alle communicatie moet gericht worden naar het algemeen mailadres (lrb.westvlaanderen@cgspacod.be).
De gewestelijk secretaris van ACV Openbare Diensten deelde op 20 april 2022 mee dat de heer Pieter Boucquet werd aangeduid als vakbondsvertegenwoordiger voor ACV Openbare diensten en wordt aangeduid als vertegenwoordiger in het Basisoverlegcomité PBW.
Voorheen zat in het BOC één werknemer per cluster. Voor cluster 'interne zaken - scholen' wordt Steven Deldaele aangeduid met Olivier Vlieghe als plaatsvervanger. Voor cluster 'Burger & Welzijn' wordt Aaike De Roo aangeduid met Filip Vits als plaatsvervanger.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Titel 7 betreffende de comités voor preventie en bescherming op het werk van boek II van de codex over het welzijn op het werk)
○ Koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit Philip Ghekiere als nieuwe afgevaardigde van de overheid aan te duiden voor het Basisoverlegcomité (BOC). De heer Ghekiere zal tevens de rol van voorzitter opnemen.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit het nieuw huishoudelijk reglement van het Basisoverlegcomité als volgt goed te keuren:
Basisoverlegcomité (BOC)
Huishoudelijk reglement
Het BOC is samengesteld uit:
■ Effectieven: Philip Ghekiere (voorzitter), Louis Vanderbeken
■ Plaatsvervanger: Bert Schelfhout
■ Effectieven: Henk Vandercruyssen (afgevaardigde ACV openbare diensten), Pieter Boucquet (afgevaardigde ACV openbare diensten)
■ Plaatsvervanger: /
■ Effectieven: Steven Deldaele (interne zaken – scholen), Rik Baert (technische dienst), Aaike De Roo (Sociaal Huis), Jo Lambrecht (vrijetijdspunt)
■ Plaatsvervangers: Olivier Vlieghe (interne zaken – scholen), Luc Deneweth (technische dienst), Filip Vits (Sociaal Huis), Kathy Bekaert (vrijetijdspunt)
Voor het gemeentebestuur zetelt er per cluster één werknemer in het BOC, die de contactpersoon en vertegenwoordiger is voor de verschillende diensten binnen zijn cluster. De werknemers kunnen zich laten bijstaan door deskundigen, en dit zowel tijdens de voorbereidende vergaderingen als tijdens de eigenlijke vergaderingen van het BOC.
Het voorzitterschap van het BOC wordt waargenomen door de burgemeester of een schepen die hij hiervoor aanwijst. Schepen Philip Ghekiere werd aangeduid als voorzitter en schepen Bert Schelfout als plaatsvervanger.
Het secretariaat van het BOC wordt verzekerd door de interne dienst PBW.
De voorzitter stelt de agenda op, rekening houdende met de aangebrachte punten zowel door de afgevaardigden van de overheid als door de afgevaardigden van de werknemers.
De voorzitter laat de notulen van de vorige vergadering goedkeuren.
De voorzitter zorgt voor het goede verloop van de vergaderingen. Hij waakt er eveneens over dat de besprekingen objectief, waardig en met een wederkerige eerbied voor de respectievelijke meningen verlopen.
Elk effectief lid van het BOC ten minstens acht dagen voor de vergadering schriftelijk uitnodigen.
De datum en de agenda van de vergadering meedelen aan de preventieadviseur van de externe dienst.
Acht kalenderdagen voor de vergadering van het comité de datum en de agenda van de vergadering meedelen aan alle werknemers via aanplakking van een bericht op diverse plaatsen of dit bericht kenbaar maken aan alle werknemers via andere gelijkwaardige communicatiekanalen.
De notulen van de vergadering opstellen.
Het verslag agenderen op het college van burgemeester en schepenen en de conclusies en de genomen beslissingen kenbaar maken aan alle werknemers via aanplakking of andere gelijkwaardige communicatiekanalen.
De maandverslagen toezenden aan alle effectieve leden van het comité.
De inhoud van het jaarlijks actieplan, het maandverslag en het jaarverslag van de dienst PBW, de gegeven gevolgen aan de adviezen van het BOC en elke informatie waaraan het BOC bijzondere ruchtbaarheid wenst te geven bekend maken bij alle werknemers via aanplakking op diverse plaatsen of via andere gelijkwaardige communicatiekanalen.
Het BOC heeft hoofdzakelijk tot taak om alle middelen op te sporen en voor te stellen en om actief bij te dragen tot alles wat wordt ondernomen om:
○ 1e de arbeid in de beste voorwaarden van veiligheid, hygiëne en gezondheid te laten verlopen.
○ 2e de arbeid aan de mens aan te passen.
Het BOC brengt bijgevolg advies uit over:
○ alle voorstellen, maatregelen en toe te passen middelen, die rechtstreeks of onrechtstreeks gevolgen kunnen hebben voor het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;
○ de planning en invoering van nieuwe technologieën, wat betreft de gevolgen voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers;
○ de keuze en vervanging van de externe dienst voor technische controle en andere deskundigen;
○ specifieke maatregelen voor de inrichting van de arbeidsplaats;
○ de keuze, de aankoop, het onderhoud en het gebruik van arbeidsmiddelen en persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen.
Het BOC zorgt voor de uitwerking van de propagandamiddelen en de maatregelen in verband met onthaal van de werknemers, de informatie en de opleiding op het vlak van preventie en bescherming op het werk.
Het BOC stimuleert de activiteiten van de interne dienst en volgt de werking van de interne dienst op.
Het BOC onderzoekt de door de werknemers geuite klachten met betrekking tot het welzijn op het werk.
Het BOC werkt voorstellen uit om de arbeidsplaats en de omgeving ervan te verfraaien.
Het BOC draagt bij tot de toepassing van het dynamisch risicobeheersingssysteem door een afgevaardigde aan te duiden die samen met de preventieadviseur en het bevoegde lid van de hiërarchische lijn periodiek een grondig onderzoek voert via een rondgang op de arbeidsplaats.
Het BOC wijst een afvaardiging aan die zich onmiddellijk ter plaatse begeeft, wanneer er ernstige risico’s zijn, waarbij de schade dreigend is en telkens er een ernstig ongeval gebeurd is.
De aanwijzing, de vervanging van het diensthoofd PBW en van zijn adjuncten, de aanduiding van een tijdelijk plaatsvervanger of de verwijdering uit hun functie wordt uitgevoerd door de werkgever, na voorafgaand akkoord van het BOC. In geval van blijvende onenigheid in de schoot van het BOC wordt het advies ingewonnen van de directie Toezicht Welzijn op het Werk (FOD WASO) die bevoegd is voor de werkgever.
De werkgever is ertoe gehouden aan het BOC al de nodige informatie te verstrekken zodat het met kennis van zaken adviezen kan uitbrengen. Daarom moeten de leden van het BOC op de hoogte worden gebracht en kennis kunnen nemen van alle al dan niet door de reglementering opgelegde verslagen, adviezen en documenten die verband houden met veiligheid en gezondheid.
De vergaderingen vinden plaats in het gemeentehuis.
Het BOC komt minstens 3 keer per jaar samen, onder meer voor het opstellen van het jaarlijks actieplan en voor de goedkeuring van het jaarverslag.
Het BOC vergadert eveneens op verzoek van de voorzitter of van ten minste één derde van de werknemersafvaardiging. In dit geval moet de vergadering plaatsvinden binnen acht dagen volgend op het verzoek. De verzoekers maken melding van de punten die zij op de agenda wensen te plaatsen.
De uitnodiging voor de vergadering bevat de datum, het uur, de plaats en de agenda. Tevens zijn bijgevoegd de maandverslagen van de interne dienst PBW alsook van alle nodige inlichtingen met betrekking tot de agenda.
De agenda van de vergadering vermeldt elk punt dat door een lid van het BOC ten minste 10 dagen voor de vergadering werd voorgesteld of ingediend bij de voorzitter van het BOC of de interne dienst PBW.
Ingeval een effectief lid verhinderd is om aan de vergadering deel te nemen, brengt hij/zij zijn/haar plaatsvervanger van het BOC hiervan zo vlug mogelijk op de hoogte en bezorgt hem/haar de nodige documenten.
In uitzonderingsgevallen kan de werkgever alle plaatsvervangende leden uitnodigen voor een uitgebreide vergadering van het BOC.
Eventuele ernstige of dringende kwesties kunnen op de vergadering zelf aanhangig gemaakt worden zonder naleving van de normale procedure. Het BOC beslist vervolgens met een eenvoudige meerderheid of deze kwesties onmiddellijk of tijdens een volgende vergadering zullen worden besproken.
De rapportering van vastgestelde gevaren of risico’s gebeurt door een e-mail te richten aan de voorzitter, de interne dient PBW en het bevoegde diensthoofd. De onderwerpen die langs deze weg worden gesignaleerd worden op de comitévergadering besproken.
De vraag om deskundigen uit te nodigen wordt gericht aan de voorzitter, die stuurt een uitnodiging naar de betrokkene vergezeld van de nodige documentatie.
Het BOC heeft essentieel een adviserende opdracht. Indien een advies niet met algemeenheid van stemmen wordt uitgebracht, moet in de notulen melding worden gemaakt van de andersluidende standpunten.
De notulen van de vergaderingen van het BOC bevatten:
○ de namen van de aanwezige afgevaardigden, alsook van diegenen die verontschuldigd waren
○ de gedane voorstellen
○ een samenvatting van de bespreking
○ de genomen besluiten
○ de respectieve data van uitvoering
De notulen worden tijdens de volgende vergadering goedgekeurd, dit na eventuele aanvullingen of verbeteringen door de leden.
De secretaris is verantwoordelijk voor het bijhouden van de notulen in een archief. De archieven worden gedurende vijf jaar bewaard. Elk lid van het BOC heeft steeds recht op inzage.
De voorzitter moet zo vlug mogelijk gevolg geven aan de met algemene stemmen uitgebrachte adviezen van het BOC met betrekking tot de dreigende of ernstige gevaarsituaties voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers.
De voorzitter geeft gevolg aan al de andere adviezen binnen de door het BOC gestelde termijn, of indien geen tijdslimiet werd bepaald, uiterlijk binnen zes maanden.
De voorzitter die niet in overeenstemming met de adviezen heeft gehandeld, geen gevolg geeft aan de gegeven adviezen, of gekozen heeft onder de uiteenlopende adviezen, deelt de beweegredenen hiervan mee aan het BOC. Hij verklaart tevens de maatregelen die, in gewettigd dringend geval, werden genomen zonder het BOC vooraf te raadplegen of te informeren.
Het BOC wijst onderstaande afvaardiging aan die zich onmiddellijk ter plaatse begeeft wanneer er
○ een dringende reden toe is;
○ een ernstig ongeval, een ernstig technisch incident of een zware vergiftiging te vrezen valt of gebeurd is;
○ ten minste één derde van de werknemersafvaardiging in het BOC erom verzoekt.
■ Namens de werkgever: de voorzitter of zijn plaatsvervanger.
■ Namens de werknemers: 2 effectieve leden, in functie van de aanwezigheid & beschikbaarheid op dat ogenblik.
Het BOC duidt de volgende afgevaardigden aan om de bevoegde inspectiediensten en de arbeidsgeneesheer te woord te staan tijdens hun bedrijfsbezoeken.
○ namens de werkgever: in functie van de aanwezigheid & beschikbaarheid op dat ogenblik
○ namens de werknemers: 1 effectief lid in functie van de aanwezigheid & beschikbaarheid op dat ogenblik
Artikel 3
Het in artikel 2 voorgestelde huishoudelijk reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd op de eerstvolgende vergadering van het Basisoverlegcomité.
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
C.22. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
D.1. OMV 2022_55 - Casier zonnepanelenveld ten zuiden van de spoorweg - advies
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd advies uit te brengen voor de omgevingsvergunningsaanvraag van Bernd Casier namens CASIER RECYCLING NV gevestigd Sint-Elooistraat 2 te 8540 Deerlijk, voor het plaatsen van een zonnepaneleninstallatie van 1,09 MWp ten behoeve van het schrootverwerkend bedrijf Casier Recycling (2400 PV-panelen in grondmontage, en bijbehorende kleine constructies voor het plaatsen van de omvormers), op een perceel gelegen langs spoorweg en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 282 A en (afd. 2) sectie D 283 A.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen heeft het vooradvies ingewonnen van de gemeentelijk omgevingsambtenaar. Het advies is ongunstig en wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
● Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.
● Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 1,2 ha en is gelegen tussen de spoorweg en de Pladijsstraat op ongeveer 2 km ten zuiden van de kern van Deerlijk. Het perceel is bereikbaar via een onverharde en niet uitgeruste weg die vertrekt ter hoogte van de Gaaistraat. De directe omgeving is vrij waterrijk. Het perceel paalt zowel ten zuiden als ten westen aan een geklasseerde waterloop van 3e categorie. Ter ondersteuning van deze waterlopen zijn er KLE’s aanwezig. Deze werden rond 2001 aangeplant.
Het perceel is niet bebouwd en is in gebruik als akkerland.
De omgeving is een landelijke, agrarische omgeving. Ten noorden van het perceel loopt de spoorlijn Kortrijk-Oudenaarde-Brussel. Aan de overzijde van de spoorlijn en ten noordoosten van het betreffende perceel ligt het bedrijf van de aanvrager (Casier Recycling).
Ten zuiden van het perceel is de Slijpbeek aanwezig met aansluitend de Veemeersen, wat een belangrijk openruimtegebied is die overstromingsgevoelig is.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst een zonnepanelenveld van 1,09 MWp te bouwen in functie van het schrootverwerkend bedrijf Casier Recycling. Met dit vermogen zal voorzien worden in 45 % van het huidige elektriciteitsverbruik van Casier Recycling.
Het zonnepanelenveld bestaat uit 2.400 PV panelen in grondmontage met een totale oppervlakte van 4.960 m². De zonnepanelen worden ingeplant op min. 5 m van de perceelsgrenzen. Per opstelling worden 120 panelen voorzien met een totale breedte van 12,26 m en een lengte van 10,76 m. De maximale diepte van het zonnepanelenveld bedraagt 104,60 m.
De constructie heeft een minimale hoogte van 0,70 m en een maximale hoogte van 2,35 m. Het terrein zal na de plaatsing van de constructie begraasd worden door schapen.
Daarnaast wordt een scheepscontainer op het perceel voorzien met een lengte van 6,06 m en een breedte van 2,44 m en een hoogte van 2,62 m met plat dak. Deze container wordt op 25 m van de oostelijke perceelsgrens ingepland en op 5 m van de noordelijke perceelgrens. Het is niet duidelijk welke functie deze container heeft.
In de nota wordt aangegeven dat de opgewekte stroom zal gebruikt worden voor het voeden van het machinepark en dat de groene stroom ook aangewend zal worden om laadpalen te voeden die openbaar toegankelijk zullen zijn. Uit het dossier blijkt niet waar deze laadpalen voorzien zijn.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Niet van toepassing
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 2 mei 2022 tot 31 mei 2022. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meebepaald aan de voorschriften van het agrarisch gebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 11.4.1. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :
Agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.
Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht op ten minste 300m van een woongebied of op ten minste 100m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
De aanvraag heeft betrekking op het plaatsen van zonnepanelen in agrarisch gebied, zodat de aanvraag afwijkt van het gewestplan.
Artikel 4.4.9. VCRO laat toe om bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor installaties voor de productie van energie of energierecuperatie’ van de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan af te wijken indien het aangevraagde kan vergund worden op grond van de voor de vergelijkbare categorie of subcategorie van gebiedsaanduiding bepaalde standaardtypebepalingen, vermeld in de bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, zoals de tekst ervan is vastgesteld bij het besluit van 11 april 2008.
De standaardtypebepalingen voor het agrarisch gebied, zoals vermeld in de bijlage van het besluit van 11 april 2008, voorzien de mogelijkheid voor de productie van (hernieuwbare) energie of energierecuperatie.
Niettegenstaande artikel 4.4.9. VCRO de mogelijkheid voorziet om hernieuwbare energie te voorzien in agrarisch gebied dienen logischerwijze ook de randvoorwaarden gerespecteerd te worden, zijnde:
● De aangevraagde activiteiten mogen door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen.
● De aanvraag moet de toets aan de goede ruimtelijke ordening doorstaan (art. 4.3.1 VCRO)
7.2 Wegenis
Het perceel paalt niet aan een uitgeruste weg.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De vergunningverlenende overheid dient de watertoets uit te voeren.
7.4 Mer-screening
Het is wenselijk mocht de MER-screening aangevuld worden met een alternatievenonderzoek.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Niet van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft geen betrekking op professionele of para-agrarische activiteiten. Daarenboven is het perceel op vandaag in gebruik als een actief landbouwperceel. Gezien de aanwezige agrarische dynamiek en de oppervlakte van het perceel kan moeilijk gesproken worden van een restperceel voor de landbouw of van het feit dat het perceel niet langer bruikbaar is voor de landbouw.
De aanvrager geeft mee dat het perceel zou omgevormd worden tot graasland voor schapen. Gezien ongeveer 40 % van het perceel ingenomen wordt door zonnepanelen en het feit dat de zonnepanelen zich op nauwelijks 1,50 m van elkaar bevinden, is er een sterk vermoeden dat er slechts weinig gras zal groeien tussen de zonnepanelen, waardoor vragen gesteld worden bij het behoud van de landbouwbestemming.
Het plaatsen van de panelen op een grotere afstand van elkaar zou ervoor kunnen zorgen dat de openheid van het terrein meer nagestreefd wordt waardoor de landbouw (in dit geval begrazen door schapen) meer kansen krijgt.
Vanuit planologisch oogpunt dient zuinig omgesprongen te worden met de beschikbare (landbouw)grond en betekent de inname van goed gelegen landbouwgrond voor zonnepanelen (die om het even waar ingeplant kunnen worden) een weinig duurzaam ruimtegebruik.
Inplanting en ruimtegebruik:
De zonnepanelen worden ingeplant op minstens 5 m van elke perceelgrens.
Het perceel zelf heeft een heel grillige vorm waarbij de grens in het noorden bepaald wordt door de spoorlijn, in het westen en deels in het zuiden door een geklasseerde gracht met KLE’s, in oosten is de grens niet waarneembaar op het terrein. Het perceel snijdt met een diepte van +/- 130 m over een breedte van ca. 50 m diep in het omliggende agrarische gebied, waardoor de zonnepanelen in de directe nabijheid komen van de Slijpbeek. Deze beekvallei bevindt zich in het openruimtegebied en wordt bij voorkeur niet (en al zeker niet zo diep) aangesneden door het voorzien van constructies. De impact van het voorgestelde inplanting is dus problematisch en ‘ verminkt ’ het landschap. Verder wordt bij de inplanting van de zonnepanelen enkel rekening gehouden met het maximaliseren van het aantal zonnepanelen binnen de grenzen van de grillige perceelvorm.
Bij een dergelijke aanvraag zou verwacht worden dat er een degelijk alternatievenonderzoek gebeurt. In het alternatievenonderzoek kan de potentie onderzocht worden om op de bestaande daken zonnepanelen te voorzien, welke mogelijkheden er zijn met betrekking tot het overkappen van delen van de bestaande bedrijfsvoering, het voorzien van zonnepanelen op een perceel dat rechtstreeks paalt aan het recyclagebedrijf, de inplanting van kleine windturbines, onderzocht worden op zowel hun financiële, maar ook op hun ruimtelijke impact. Het RUP Zonevreemde bedrijven waarin het recyclagebedrijf Casier Recycling opgenomen is, geeft het bedrijf de mogelijkheid om 70% van de oppervlakte te bebouwen. Er zijn met andere woorden heel wat te onderzoeken potenties om luifels of andere gebouwen binnen het bestaande bedrijf te voorzien die verder onderzocht kunnen worden en die geïntegreerd kunnen worden op de site als alternatief in de mer-screening.
De aanvrager stelt in zijn nota een overzicht van de verschillende gezette stappen maar koppelt nergens een conclusie aan. Het louter meedelen in de motivatienota van het feit dat het plaatsen van zonnepanelen op de bestaande daken financieel niet haalbaar is, getuigt niet van een voldoende en gedegen alternatievenonderzoek.
Indien uit het alternatievenonderzoek blijkt dat er geen andere mogelijkheid is om hernieuwbare energie op het betreffende terrein te plaatsen, worden zonnepanelen bij voorkeur ingeplant parallel met de bestaande lijninfrastructuur gevormd door de spoorweg, minder diep in het open landschap. Daarnaast dient de afstand tussen de panelen onderling groter te zijn zodat de openheid van het terrein bewaard kan blijven en alsnog mogelijkheden zijn om te functioneren als graasweide.
Bouwvolume en verschijningsvorm:
De zonnepanelen worden op een vast frame voorzien met een hoogte van min. 0,70 m en max. 2,35 m. Er worden 2 frames rug aan rug geplaatst met een tussenafstand van 0,10 m zodat de zonnepanelen visueel telkens een zadeldak vormen. Door zijn specifieke hoogte en verschijningsvorm heeft het zonnepanelenpark een enorme negatieve ruimtelijke impact die steeds zichtbaar is in het agrarisch gebied.
Groen- en omgevingsaanleg:
Het betreffende akkerland wordt in het westen en zuiden deels geflankeerd door een gracht en kleine landschapselementen. Deze blijven behouden, echter worden deze KLE’s niet versterkt en wordt niet gezocht naar de noodzakelijk bijkomende landschappelijke inkleding voor het zonnepanelenveld.
Conclusie
Los van de juridische belemmering omdat de inplanting van de zonnepanelen de landschappelijke kwaliteiten verstoren, kan verder gesteld worden dat de plaatsing van zonnepanelen op de grond in elk geval een grotere ruimtelijke impact heeft dat het plaatsen van zonnepanelen op de daken. Gezien er geen sprake kan zijn van een restperceel, de zonnepanelen te diep in het agrarisch gebied snijden en dat er bovendien onvoldoende alternatieven onderzocht werden, er onvoldoende groenelementen aangebracht worden in de onmiddellijk en ruimere omgeving om de zonnepanelen aan het zicht te onttrekken is het ontwerp niet verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt op basis van het vooradvies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen. Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet volledig aan bij het vooradvies van de GOA en is van mening dat een voorwaardelijk gunstig advies geformuleerd kan worden en motiveert haar beslissing als volgt:
De aanvraag kadert in een proces van vergroening en energie-optimalisatie van het bedrijf. Het college is van mening dat het gebruik maken van hernieuwbare energie in de industrie gestimuleerd moet worden. Het college sluit zich echter ook aan bij de bedenkingen van de omgevingsambtenaar in verband met de impact op de open ruimte door de diepte insnijding in het landschap en de beperktheid van het alternatievenonderzoek.
Het college is van mening dat minstens volgende voorwaarden opgelegd moeten worden teneinde een gunstig advies te kunnen uitbrengen:
● Het college wenst een duidelijk zicht te hebben op de onderzochte alternatieven, in het bijzonder het onderzoek naar het plaatsen van installaties voor windenergie op de eigen bedrijfssite.
● Indien uit het alternatievenonderzoek blijkt dat er geen andere of slechts een gedeeltelijke andere mogelijkheid is om hernieuwbare energie op het betreffende terrein te plaatsen, dienen zonnepanelen ingeplant te worden parallel met de bestaande lijninfrastructuur gevormd door de spoorweg, minder diep in het open landschap (eventueel te realiseren na grondruil). Daarnaast dient de afstand tussen de panelen onderling groter te zijn zodat de openheid van het terrein bewaard kan blijven en alsnog mogelijkheden zijn om te functioneren als graasweide en dient een bijkomende landschappelijke inkleding te gebeuren, ook langs de zuidoostelijke zijde.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheden: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit een voorwaardelijk gunstig advies uit te brengen betreffende de aanvraag mits te voldoen aan volgende voorwaarden:
● Het college wenst een duidelijk zicht te hebben op de onderzochte alternatieven, in het bijzonder het onderzoek naar het plaatsen van installaties voor windenergie op de eigen bedrijfssite.
● Indien uit het alternatievenonderzoek blijkt dat er geen andere of slechts een gedeeltelijke andere mogelijkheid is om hernieuwbare energie op het betreffende terrein te plaatsen, dienen zonnepanelen ingeplant te worden parallel met de bestaande lijninfrastructuur gevormd door de spoorweg, minder diep in het open landschap (eventueel te realiseren na grondruil). Daarnaast dient de afstand tussen de panelen onderling groter te zijn zodat de openheid van het terrein bewaard kan blijven en alsnog mogelijkheden zijn om te functioneren als graasweide en dient een bijkomende landschappelijke inkleding te gebeuren, ook langs de zuidoostelijke zijde.
Zitting van CBS van 08 JUNI 2022
D.2. Inname openbaar domein n.a.v. interieurwerken van de Kerk O.LV. Onbevlekt Ontvangen - bezwaar
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.