DEERLIJK

20 AUGUSTUS 2025

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Louis Vanderbeken

Schepenen: Claude Croes, Regine Rooryck, Jo Tijtgat, Lies De Witte, Marleen Prat

Algemeen directeur: Karel Bauters

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 AUGUSTUS 2025

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 13 augustus 2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 13 augustus 2025.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 13 augustus 2025 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 28/08/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 AUGUSTUS 2025

C.2. Coördinator wegen & water - vaste aanstelling in statutair verband - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

 

 

 

Publicatiedatum: 28/08/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 AUGUSTUS 2025

C.3. Beslissing college van burgemeester en schepenen van 13 augustus 2025 - mededeling kantmelding - kennisname

 

Aanleiding en context

 

De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 2 april 2025 betreffende de goedkeuring van de gemeentelijke ondersteuning  werd in zitting van 13 augustus 2025 ingetrokken en hernomen.

 

Motivering

 

De algemeen directeur vermeldt de intrekking van een besluit, de vernietiging of de niet-goedkeuring van een besluit door een toezichthoudende overheid in de notulen van de gemeenteraad of van het college van burgemeester en schepenen.

 

De algemeen directeur brengt de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen daarvan op de hoogte op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 284 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aangebrachte kantmelding in de rand van de notulen van het college van burgemeester en schepenen van 2 april 2025 als volgt:

 

Bij punt C14 'Ondersteuning jubilerende vereniging - Okra Sint-Lodewijk':

Intrekking CBS-beslissing: CBS 13 augustus 2025

Mededeling kantmelding: CBS 20 augustus 2025

Herneming CBS-beslissing: CBS 13 augustus 2025

 

 

 

 

Publicatiedatum: 28/08/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 AUGUSTUS 2025

C.4. Receptionele aangelegenheden - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 28/08/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 AUGUSTUS 2025

C.5. Samenwerkingsovereenkomst DRK - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het ontwerp van samenwerkingswerkingsovereenkomst en het addendum tussen de gemeente Deerlijk en Intercommuncale Leiedal, met betrekking tot de Digitale Regio Kortrijk, goed te keuren.

 

Motivering

 

Bijna 30 jaar ondersteunt en ontwikkelt Leiedal websites voor zijn vennoten en partners in de regio. De digitale reis begon in 1996 met een regionale portaalsite. In 1999 volgde het virtueel loket, en werd de site thematisch gestructureerd rond onderwerpen zoals vrije tijd en dienstverlening.

 

2003 betekende een belangrijke mijlpaal in de DRK-historiek: de invoering van een content- managementsysteem (CMS) en de lancering van de bedrijvengids. Elke gemeente kreeg zijn eigen website naar in lijn met zijn eigen huisstijl, en in 2009 werd de overstap gemaakt naar Drupal.

 

Vanaf 2015 lag de focus op mobiele toegankelijkheid en migraties, met als doel een optimale communicatie tussen de gemeenten en hun inwoners. In 2021 werd een nieuwe stap gezet: de overeenkomst werd omgezet in een contract van onbepaalde duur. Dankzij productfiches kunnen nieuwe digitale projecten sindsdien snel worden opgestart, en blijft de technologie up-to-date en beschikbaar voor alle gemeenten.

 

Het project 'Gemeentehuis van de toekomst' gaf in 2023 een extra boost. Een data gedreven website waar dienstverlening centraal staat. In samenwerking met Stad Kortrijk werd ook de Semantische Zoek en de Virtueel Assistent ontwikkeld. Deze kunnen vandaag al geïntegreerd worden op de huidige gemeentelijke website.

 

In het lopende project “Website van de Toekomst” wordt gewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe modules en aan de basis voor de nieuwe project- en gemeentelijke websites. Denk aan de ontsluiting van lokale producten en diensten, integratie van verenigingen uit het verenigingsregister, en veilige login via Gebruikersbeheer Vlaanderen (zoals ItsMe). Daarbij ondersteunt Leiedal (onder meer via werkgroepen) de gemeenten in het proces om de data te verzamelen, bundelen en integreren in de gemeentelijke websites.

 

Een laatste, maar niet onbelangrijke pijler in deze samenwerking is de constante aandacht voor cyberdreigingen en gegevensbescherming. Leiedal werkt proactief samen met een Data Protection Officer (DPO) om te voldoen aan de hoogste normen inzake privacy en veiligheid. In dit kader werd ook de overstap gemaakt van Google Analytics naar Matomo, een privacyvriendelijk alternatief dat beter aansluit bij onze waarden.

 

Naast deze innovatieve projecten blijft Leiedal instaan voor support en hosting. Gemeentelijke webmasters en redacteurs kunnen terecht bij de regionale helpdesk (Jira) en vinden documentatie in de DRK-kennisdatabank.

 

In de samenwerkingsovereenkomst 2021 en het addendum van 2024 staat gedetailleerd beschreven voor welke projecten we de voorbije en komende periode zullen samenwerken met Intercommunale Leiedal rond de website met de Digitale Regio Kortrijk.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Jaar

Support

Hosting

Matomo

Reservering nieuwe ontwikkelingen

Andere hosting

Jaarkost semantische zoek

Totaal

2026

11.644,00

3.933,74

219,00

4.347,67

329,00

2.720,00

23.193,41

2027

11.876,88

4.012,41

223,38

4.347,67

335,58

2.774,40

23.570,32

2028

12.114,42

4.092,66

227,85

4.347,67

342,29

2.829,89

23.954,77

2029

12.356,71

4.174,52

232,40

4.347,67

349,14

2.886,49

24.346,92

2030

12.603,84

4.258,01

237,05

4.347,67

356,12

2.944,22

24.746,90

 

 

 

 

 

 

 

119.812,32

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het ontwerp van de samenwerkingsovereenkomst en het addendum tussen de gemeente Deerlijk en Intercommunale Leiedal, met betrekking tot de samenwerking voor de website binnen Digitale regio Kortrijk goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 28/08/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 AUGUSTUS 2025

C.6. Feestelijkheden - feestcomité Deerlijk- centrum - kermis - 26, 27 en 28 september 2025 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Op 24 juni 2025 werd een aanvraag ingediend door feestcomité Deerlijk- centrum voor volgend evenement:

 

Naam evenement

Kermis Deerlijk- centrum

Organisator

Koen Viaene

Datum

vrijdag 26 september 2025

zaterdag 27 september 2025

zondag 28 september 2025

Plaats

OC d'Iefte

Neunkirchenplein, Deerlijk

 

Motivering

 

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

 

        aanvraag machtiging voor het verstrekken van sterke drank

 

Het is verboden sterke dranken te verkopen voor gebruik ter plaatse in occasionele drankgelegenheden waar openbare manifestaties plaatsvinden, tenzij het college van burgemeester en schepenen hiervoor een speciale machtiging verleent.

 

        aanvraag geluidsactiviteit als volgt:

 

Contactpersoon

Naam

Koen Viaene

 

Adres

Pontstraat 92

 

Postcode en gemeente

8540 Deerlijk

 

Activiteit

Benaming activiteit

Kermis Deerlijk- centrum

Locatie

Gebouw

X

 

Tent

 

 

Open lucht

X

Adres

Naam gebouw

OC d'Iefte

 

Adres

Neunkirchenplein

 

Postcode en gemeente

8540 Deerlijk

 

Maximaal geluidsniveau

>85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min

 

Duur

 

Begin

vrijdag 26 september 2025 om 18.00 uur

zaterdag 27 september 2025 om 18.00 uur

zondag 28 september 2025 om 11.00 uur

Einde

vrijdag 26 september 2025 om 24.00 uur

zaterdag 27 september 2025 om 24.00 uur

zondag 28 september 2025 om 24.00 uur

 

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving. Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

 

Indien een organisator voor diens evenement een einduur vooropstelt dat vroeger valt dan het maximale einduur én buiten het afbouwscenario valt, is het afbouwscenario niet van toepassing, met dien verstande dat op het door de organisator vooropgestelde einduur alle geluidsactiviteit wordt stopgezet op bovengenoemde uren.

 

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

 

        aanvraag politionele medewerking

 

Parkeerverbod op volgende plaats(en): 3 parkeerplaatsen in de Tulpenlaan, parkeerstrook aan achterzijde van OC d'iefte van vrijdag 26 september 2025 om 16.00 uur tot en met zondag 28 september 2025 tot 24.00 uur.

 

PZ Gavers verleende op 11 augustus 2025 positief advies en heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met uniek nummer 2754463.

 

        aanvraag tijdelijke inname openbaar domein

 

Feestcomité Deerlijk- centrum wenst Kermis Deerlijk Centrum te organiseren van vrijdag 26 september 2025 tot en met zondag 28 september 2025 en vraagt toelating voor de inname van de groenzone achter OC d'iefte voor plaatsing van de podiumwagen, een frituurwagen en terrasmeubilair, alsook de grasstrook tussen OC d'iefte en de bibliotheek voor de plaatsing van een fietsenstalling (nadarhekkens).

 

        aanvraag gemeentelijke medewerking

 

Feestcomité Deerlijk- centrum wenst Kermis Deerlijk Centrum te organiseren van vrijdag 26 september 2025 tot en met zondag 28 september 2025 en vraagt gemeentelijke medewerking voor:

        het leveren, plaatsen en ophalen van de podiumwagen;

        het leveren, plaatsen en ophalen van de reuzen (Staf, Stella & Grote Jan).

 

2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:

 

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

 

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

 

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Machtiging voor het verstrekken van sterke drank

        Art. 9, Wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank

        Toelating geluidsactiviteit

        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;

        Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, verder aangeduid als Vlarem II, waaronder, en zonder zich hiertoe te willen beperken, art. 6.7.3.

        De algemene gemeentelijke politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen, meer specifiek en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 37, 38 en 47.

        Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 20 maart 2024

        Plaatsing verkeerssignalisatie

        Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.

De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen verleent een speciale machtiging voor de verkoop van sterke drank tijdens dit evenement.

 

Artikel 3

 

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

 

Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

Maximaal geluidsniveau: > 85 dB(A) LAeq,15 min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15 min

        Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,15 min 95 dB(A) niet overschrijden. Als het maximaal geluidsniveau, gemeten als LAmax,slow 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan. Bij het meten van het geluidsniveau worden zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht.

        Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de mengtafel of andere representatieve meetplaats.

        Op initiatief en op kosten van de exploitant/organisator wordt ofwel LAeq,15 min ofwel LAmax,slow continu gemeten d.m.v. meetapparatuur die voldoet aan de vereisten. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant/organisator of een door hem aangestelde persoon.

        De verplichting tot het meten van het geluidsniveau geldt niet als door de organisator/exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten.

 

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

 

Duur

 

Begin

vrijdag 26 september 2025 om 18.00 uur

zaterdag 27 september 2025 om 18.00 uur

zondag 28 september 2025 om 11.00 uur

Einde

vrijdag 26 september 2025 om 24.00 uur

zaterdag 27 september 2025 om 24.00 uur

zondag 28 september 2025 om 24.00 uur

 

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

        Zowel de inrichters als de bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden te worden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

        De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

        De inrichters houden zich aan het vooropgestelde einduur waarop alle geluidsactiviteit wordt stopgezet conform bovengenoemde uren.

        De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

 

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

 

Artikel 4

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein van vrijdag 26 september 2025 tot en met zondag 28 september 2025: de groenzone achter OC d'Iefte en een gedeelte van de grasstrook tussen OC d'iefte en de openbare bibliotheek.

 

Artikel 5

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

 

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie.  De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

 

Artikel 6

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde gemeentelijke medewerking te verlenen.

 

Artikel 7

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de evenementencel te volgen en verzoekt de organisator deze richtlijnen van de verschillende disciplines te volgen inzake veiligheid.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 28/08/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 AUGUSTUS 2025

C.7. Feestelijkheden - Op- en afbouw van tenten tijdens wijkkermissen - ondersteuning door externe partijen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te geven voor ondersteuning door externe partijen bij de op- en afbouw van tenten tijdens wijkkermissen.

 

Motivering

 

1. Context en huidige situatie:

 

Het ondersteunen van Deerlijkse verenigingen en organisatoren is een belangrijke pijler voor het lokaal bestuur.

 

Gedurende het jaar zijn er meerdere perioden waarin de reguliere inzet en werking van de dienst feestelijkheden onder druk staat. Een vlot verloop van de festiviteiten is dan moeilijk te  garanderen.

 

De belangrijkste drukte valt te situeren na het zomerverlof met de opeenvolging van:

        Festival Bokal - kinderboerderij Bokkeslot,

        heemfeesten chiro Sellewie,

        Fancy Fair - scouts Deerlijk,

        instuifweekend chiro Joeki,

        wielerjeugdhappening

        kermisweekend Deerlijk-centrum

        kermisweekend Statiewijk Deerlijk

        kermisweekend Belgiek

        kermisweekend Molenhoek

 

In functie van de totale werklast en de planning van de dienst feestelijkheden wordt er in drukke periodes extra gemeentepersoneel (technische dienst) ingeschakeld.

 

        Het organiseren van evenementen heeft vaak een impact op het openbaar domein met de uitvoering van specifieke verkeersmaatregelen tot gevolg. De dienst feestelijkheden staat in voor het leveren en ophalen van de verkeerssignalisatie (verkeersborden en hekwerk). In drukke periodes wordt omwille van de vele, opeenvolgende festiviteiten waarbij verkeerssignalisatie én materialen uitleendienst tijdig moeten geleverd en opgehaald worden, bijkomend beroep gedaan op 2 werknemers van de technische dienst.

        Daarnaast worden er jaarlijks 4 extra mankrachten van de technische dienst ingeschakeld voor het helpen bij de op- en afbouw van de tenten en podia van de 4 feestcomités.

        Conform collegebesluiten dd. 20 juni 2018 en 25 juli 2018, kunnen de feestcomités Deerlijk- centrum, Statiewijk, Molenhoek en Belgiek rekenen op gemeentelijke ondersteuning:

 

"Er wordt medewerking verleend van maximum 6 werknemers van de technische dienst. Aan de organisatie wordt verzocht om in te staan voor het resterend aantal medewerkers die effectief meehelpen aan de opbouw en afbraak van de tent. Indien niet voldoende personen aanwezig zijn wordt geen medewerking verleend door de werknemers van de technische dienst."

 

2. Voorstel:

Naar analogie met andere gemeentediensten die beroep doen op externe mankrachten en taken uitbesteden omwille van tijdsefficiëntie (deadlines) of in functie van de totale werklast en planning van een dienst, of omdat de vaste poule medewerkers niet beschikbaar is, wordt voorgesteld om de op- en afbouw van de tenten van de wijkkermissen te laten uitvoeren door de tentenbouwer en de daaruit voortvloeiende extra manuren voor rekening van de gemeente te nemen aan de hand van een premiereglement.

 

Zo kan het gemeentepersoneel de reguliere taken en planning naar behoren blijven uitvoeren met bovendien minder risico op arbeidsongevallen en/ of afwezigheden achteraf. De gevraagde medewerking heeft immers ook een impact op:

        fysieke (over-) belasting van de gezondheid van de medewerkers:

        geen beroepskennis noch gerichte opleiding of training voor het correct en ergonomisch plaatsen van kadertenten;

        toename ziekteverlof door overbelasting na uitvoering van niet- ergonomische taken;

        planning technische dienst:

        reguliere taken worden uitgesteld, deadlines worden niet gehaald omwille van tekort aan personeel (grootste impact op taken openbare werken en groendienst);

        opname extra recup- en verlofuren;

 

Na raadpleging van de 2 feestcomités bedraagt de raming van de prijs voor inhuren van personeel van de tentenbouwer:

        Molenhoek kermis: 1.200,00 euro excl. BTW;

        Belgiek Koerse: 1.575,00 euro excl. BTW.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56. § 1. Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit toelating te geven voor ondersteuning door externe partijen bij de op- en afbouw van tenten tijdens wijkkermissen.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit een premiereglement op te maken voor ondersteuning door externe partijen bij de op- en afbouw van tenten tijdens wijkkermissen en dit reglement te agenderen op de gemeenteraad ter goedkeuring.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 28/08/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 AUGUSTUS 2025

C.8. OMV 2025_89 - René De Clercqstraat 7 - beslissing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en uitbreiden van een woning, op een perceel gelegen René De Clercqstraat 7 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 417 H aangevraagd door Julie Deleersnyder - Jesse Vanden Broeck wonende René De Clercqstraat 7 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 11 augustus 2025.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

1.1 Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

1.2 Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Oosthoek, 20 januari 2006 met als bestemming zone voor gemengde functies.

 

1.3 Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

1.4 Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

1.5 Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

1.6 Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

1.7 Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

2.1 Relevante stedenbouwkundige vergunningen

 

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 mei 1999 door het college van burgemeester en schepenen voor verbouwen van de voorgevel van een woning.

 

2.2 Relevante milieuvergunningen

 

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        milieuvergunning afgeleverd op 2 juni 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het exploiteren van een tandartsenpraktijk met een radiografietoestel.

 

Relevante omgevingsvergunningen

 

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 132 m² en is gelegen langs de René Declercqstraat op ongeveer 130 m ten zuiden van de kern van Deerlijk. De René Declercqstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg in het centrum van Deerlijk.

Het perceel is bebouwd met een halfopen eengezinswoning, die een breedte van 8,87 m heeft en een diepte van 8,31 m. De woning is opgebouwd uit 2 bouwlagen met een hellend dak en heeft een nokhoogte van 9,98 m. De woning is ingeplant op de rooilijn en op beide perceelsgrenzen. Op het gelijkvloers bevindt zich een inpandige garage met technische ruimte, een trappenhal en een polyvalente ruimte. De eerste verdieping bestaat uit een leefruimte en keuken. Onder het dak zijn er 2 slaapkamers en een badkamer aanwezig.

In de tuinzone bevindt zich langs de achtergevel een terras van 2,60 m diep met aangrenzend gemetselde plantenbakken van 0,8 m diep. 

De straat betreft een centrumstraat met een mening van functies zoals onder meer eengezinswoningen, meergezinswoningen, handelszaken, horeca, kantoren etc.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning.

Achteraan de bestaande woning wordt een nieuwbouw voorzien. De uitbreiding wordt voorzien tot tegen de beide perceelsgrenzen. De uitbreiding heeft een breedte van 4,95 m op een diepte van 2,62 m en wordt afgewerkt met een groen plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,45 m.

Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft rood metselwerk met zwart aluminium buitenschrijnwerk. 

Op de bestaande voorgevel wordt een laag isolatie aangebracht met een dikte van 12 cm, die afgewerkt wordt met steenstrip van 2 cm dik. De raamdorpels worden vernieuwd met aluminium dorpels in een zwarte kleur. De bestaande gevelopeningen worden allemaal aangepast. Er wordt één nieuw poortgeheel in zwart aluminium geplaatst waarin de voordeur en een poort verwerkt zit. De achtergevel wordt eveneens geïsoleerd en afgewerkt met dezelfde steenstrips.

Het bestaande hoofdvolume wordt ook intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een inkom met apart toilet, een garage voor bakfietsen, een fitness en een slaapkamer met badkamer. Op het verdiep wordt een leefruimte en keuken ondergebracht. Onder het dak wordt een slaapkamer en badkamer voorzien.

Langs de volledige breedte van de achtergevel van het nieuwbouw volume wordt een pad aangelegd van 0,80 m breed in waterdoorlatende grasbetontegels.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden op 30 juni 2025 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP gezien de toegelaten bestemming zijnde gemengde functies waarbij wonen en aan wonen verwante functies toegelaten zijn en de functie niet gewijzigd wordt. Het gevraagde is verder in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien de maximale terreinbezetting, de maximale bouwhoogte en bouwdiepte niet overschreden wordt.

 

7.2 Decretale beoordelingsgronden

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de René De Clercqstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha). Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. De dakoppervlakte watert af naar een twee hemelwaterputten van 5.000 liter. De hemelwaterput heeft een overloop naar een  infiltratievoorziening met een volume van 300 liter en een referentieoppervlakte van 1 m². Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor de wasmachine, de toiletten en een buitenkraantje. Hemel- en afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens. De verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing en uitbreiding van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze residentiële omgeving. Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

De inplanting van de woning op de rooilijn wijzigt licht. Er wordt op de bestaande voorgevel, die gelijkloopt met de rooilijn, isolatie en steenstrips aangebracht. Dit zorgt ervoor dat de voorgevel 14 cm over de rooilijn zal komen. Het voetpad, dat tegen de gevel werd aangebracht, blijft voldoende breed waardoor het vooruitkomen van de gevel gunstig kan worden beoordeeld.

De nieuwe aanbouw wordt gerealiseerd achteraan de woning en sluit aan op het hoofdgebouw. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.

 

Bouwvolume en gabarit:

De totale gelijkvloerse bouwdiepte wordt op die manier 11,05 m, hetgeen zeker aanvaardbaar is binnen deze woonomgeving. De bouwdiepte is immers vergelijkbaar met deze van de buren en de bouwhoogte is aanvaardbaar. Het ontworpen volume voldoet qua bouwhoogte en bouwdiepte aan de voorschriften van het RUP.

 

Verschijningsvorm:

De voorgevel wordt gewijzigd waardoor het ontwerp een rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld. De voorgevel, die nu voorzien is van witte crepi, wordt afgewerkt met rode steenstrips wat zich beter integreert binnen de omgeving. De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik (rode steenstrips) eveneens binnen de bestaande bebouwing.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. De bestaande inpandige garage is te klein om een wagen te kunnen stallen waardoor parkeren op eigen terrein niet mogelijk is. Het parkeren wordt voorzien in de nabije omgeving. Er wordt in de woning plaats voorzien om drie bakfietsen te kunnen stallen.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Achter de aanbouw van de woning wordt een pad aangelegd van 0,80 m breed. De geplande verharding wordt voorzien in waterdoorlatende materialen, wat de waterhuishouding ten goede komt. De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen.

 

Conclusie

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12 Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Julie Deleersnyder - Jesse Vanden Broeck wonende René De Clercqstraat 7 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen en uitbreiden van een woning, op een perceel gelegen René De Clercqstraat 7 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 417 H.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 28/08/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 AUGUSTUS 2025

C.9. OMV 2025_88 - Stationsstraat 40 - beslissing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een woning en slopen van een garage, op een perceel gelegen Stationsstraat 40 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 26 E8 aangevraagd door de heer Ruben Deleersnyder wonende Stationsstraat 40 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 13 augustus 2025.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

1.1 Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

1.2 Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Deknudt-Decora, goedgekeurd op 9 juli 2020 met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfunctie.

 

1.3 Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

1.4 Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

1.5 Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

1.7 Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

 

1.8 Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

2.1Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 8 oktober 1974 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een garage.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 21 november 1984 door het college van burgemeester en schepenen voor het vervangen van een platenmuur met een bakstenen muur.

 

2.2 Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        milieuvergunning afgeleverd op 6 november 1974 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een ondergrondse mazouttank van 5.000 l.

 

2.3 Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 125 m² en is gelegen langs de Stationsstraat op ongeveer 350 m ten zuidwesten van de kern van Deerlijk. De Stationsstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd met een aaneengesloten eengezinswoning, die bestaat uit 2 bouwlagen en een hellend dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 5,77 m en de nokhoogte is 10,24 m. Het hoofdvolume van de woning heeft een breedte van 5,97 m en een bouwdiepte van 8,10 m. De woning heeft een achterbouw met lessenaarsdak, die ingeplant is op de rechterperceelsgrens en op 2,47 m van de linkerperceelsgrens. De aanbouw heeft een breedte van 3,4 m en een bouwdiepte van 5,78 m. De totale bouwdiepte op het perceel is 13,88 m. De aanbouw heeft een kroonlijsthoogte van 2,53 m en een nokhoogte van 3,31 m.

Op het gelijkvloers bevindt zich een inkom met trappenhal en een zit- en eethoek. In de aanbouw is keuken, berging en een toilet voorzien. Op de eerste verdieping is er een slaapkamer, badkamer en een washok aanwezig. Onder het dak bevindt zich een zolderruimte met technisch lokaal.

Op de achterste perceelsgrens is een garage terug te vinden van 42 m². Deze garage sluit aan op de zijperceelsgrenzen. Tussen de achtergevel van de aanbouw en de garage is een groene zone aanwezig die gebruikt wordt als kippenren. Aan de linkerzijde van de aanbouw en tot tegen de linkerperceelsgrens is een terras in niet-waterdoorlatende verharding voorzien. Met uitzondering van de kippenren is het volledige perceel bebouwd of verhard.

De omgeving is een stedelijke omgeving die gekenmerkt wordt door een menging van functies, zoals wonen, handel, horeca, kantoren, diensten en gemeenschapsvoorzieningen. De woonfunctie bestaat zowel uit eengezinswoningen als uit meergezinswoningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning. De bestaande af te breken aanbouw heeft een oppervlakte van 19,65 m², is ingeplant tegen de rechterperceelsgrens en bevindt zich op 2,47 m van de linkerperceelsgrens. Op de plaats van de te slopen constructies wordt gedeeltelijk een nieuwbouw voorzien. De nieuwe uitbreiding bevindt zich achteraan de woning en wordt voorzien over de volledige breedte van het perceel. De uitbreiding heeft een breedte van 5,96 m op een diepte van 4,18 m en wordt afgewerkt met een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,06 m.

Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft een houten gevelbekleding met een epdm dakbedekking en grijs pvc buitenschrijnwerk.

Het bestaande hoofdvolume wordt intern ook verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een keuken, eet- en zithoek, berging, inkom en trappenhal met toilet. De ruimtes op de verdieping en onder het dak blijven behouden.

De achtergevel wordt aan de buitenzijde geïsoleerd en afgewerkt met dezelfde houten gevelbekleding als de nieuwe aanbouw. De bestaande gevelopeningen worden niet gewijzigd.

Achter de nieuwe aanbouw wordt een terras in waterdoorlatende verharding aangelegd van 11,8 m². Achteraan het perceel wordt een karrenspoor in waterdoorlatende verharding aangelegd. Het karrenspoor, waarop één voertuig geparkeerd kan worden, is toegankelijk via de achterzijde van het perceel van woning nr. 42.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 27 juni 2025 tot 26 juli 2025. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er 0 bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Een maximale terreinbezetting van 45 %.

Voor de terreinbezetting wordt alle bovengrondse bebouwing (hoofvolume, nevenvolume en bijgebouw) en alle niet-waterdoorlatende verharding in rekening gebracht.

Een terreinbezetting van 63,55 %.

 

Het gevraagde is voor het overige  in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien de functie niet gewijzigd wordt, er minimaal 8 m afstand is tot de achterkavelgrens en de gelijkvloerse bouwlaag lager is dan 4 m.

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de terreinbezetting zodat een afwijking overwogen kan worden. De afwijking van de terreinbezetting van 45 % naar 63,55 % is te motiveren aangezien de terreinbezetting drastisch verminderd wordt ten opzichte van de bestaande situatie. In de huidige situatie bedraagt de terreinbezetting 90,37 %.

Er werden ook geen bezwaren geformuleerd tijdens het openbaar onderzoek zodat ook de aanpalenden hiervan geen hinder zullen ondervinden.

 

7.2 Decretale beoordelingsgronden

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Stationsstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha).

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

De dakoppervlakte watert af naar een hemelwaterput van 5.000 liter. De hemelwaterput heeft een overloop naar een  infiltratievoorziening met een volume van 1.545 liter en een referentieoppervlakte van 3,75 m². Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor 2 WC’s, een buitenkraan, 2 spoelbakken en een wasmachine. Hemel- en afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens. De verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing en uitbreiding van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passen binnen deze residentiële omgeving.

Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

 

De inplanting van de woning op de rooilijn blijft ongewijzigd.

De nieuwe achterbouw wordt deels gerealiseerd op dezelfde plaats als de bestaande achterbouw en sluit aan op het hoofdgebouw. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.

   

Bouwvolume en gabarit:

 

De bestaande achterbouw wordt vervangen door een minder diepe maar ruime achterbouw over de volledige perceelsbreedte. De totale gelijkvloerse bouwdiepte wordt verminderd van 13,88 m naar 12,28 m, hetgeen zeker aanvaardbaar is binnen deze woonomgeving.

Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte is immers vergelijkbaar met deze van de buren en de bouwhoogte is aanvaardbaar. Door het veranderen van de dakvorm naar een plat dak wordt de hoogte van de aanbouw verlaagt van een nokhoogte van 3,31 m naar 3,06 m.

Het ontworpen volume is qua bouwhoogte en bouwdiepte conform de voorschriften van het RUP en is bijgevolg qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving.

 

Verschijningsvorm:

 

De voorgevel blijft ongewijzigd waardoor het ontwerp geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld.

De achtergevel van de hoofdwoning wordt na het isoleren, bekleedt met houten gevelbekleding. De achtergevel van de aanbouw wordt met hetzelfde materiaal afgewerkt. De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik (houten gevelbekleding) niet-noodzakelijk binnen de bestaande bebouwing. De houten gevelbekleding is echter wel een kwalitatief en kleinschalig materiaal dat passend is binnen een residentiële omgeving.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

 

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. Er wordt aan de achterkant van het perceel een karrenspoor voorzien waarop één wagen kan parkeren. 

 

Groen- en omgevingsaanleg:

 

Achter de aanbouw van de woning wordt een terras in waterdoorlatende verharding aangelegd van 11,80 m². De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te voorzien. Na de werken wordt het contact tussen de leefruimtes van de woning en de tuinzone versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt.

 

Conclusie

 

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

 

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Ruben Deleersnyder wonende Stationsstraat 40 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen van een woning en slopen van een garage, op een perceel gelegen Stationsstraat 40 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 26 E8.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 28/08/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 AUGUSTUS 2025

C.10. Kapvergunning - Europalaan 25 - kappen van een notenboom- goedkeuring

 

Aanleiding en context    

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een kapvergunning te verlenen voor het kappen van een notenboom, op een perceel gelegen Europalaan 25 en met als kadastrale omschrijving sectie C nr 473X4, aangevraagd door Geert Bulckaen - Hilde Vanmarcke, Europalaan 25, 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Beschrijving van de aanvraag, bouwplaats en de omgeving.

 

Op maandag 28 juli 2025 kwam mevr. Hilde Vanmarcke op afspraak langs aan het loket van de dienst ruimte om een kapvergunning wegens acuut gevaar aan te vragen.

Achteraan de tuin staat een grote notenboom die rot is.

Vorige week is een grote tak afgebroken op een 3-tal meter hoogte, waardoor duidelijk is dat de binnenkant van de boom rot is. Er kwam een boomverzorger langs die verklaarde dat de takken en de kruin volledig moeten verwijderd worden.

De aanvragers zouden graag de wortels laten zitten in de grond en een deel van de stam behouden om daar bloembakken te kunnen aanhangen. De boom staat tussen aangelegde heuveltjes in de tuin, met klimop begroeid. Dit zou men graag behouden.

De man van de aanvrager heeft met het afvallen van de takken 2 ribben gebroken en veel schaafwonden op de ledematen opgelopen.

De grote tak die afgevallen is, kwam deels in de tuinen van de buren (zowel naastliggend perceel als achterliggend perceel) terecht. In de tuin van de achterliggende buren spelen de kinderen vaak buiten, waardoor de vallende takken een gevaar opleveren en de boom zo spoedig mogelijk zou moeten gerooid worden. De takken zijn afgevallen tot in het opblaasbaar zwembadje van de buren. Gelukkig zaten er geen kindjes in het zwembadje op dat moment…

Gezien de huidige situatie van de tuin, namelijk rijwoning met beperkte tuinbreedte en de bestaande heuveltjes met behoud van de boomstam, groenaanleg van de tuin, … wordt er gekozen om geen nieuwe boom aan te planten.

 

Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften

 

Stedenbouwkundige voorschriften

Voor het rooien van deze boom is geen omgevingsvergunning nodig omdat de boom:

        geen deel uitmaakt van een bos;

        gelegen is in woongebied in de ruime zin, in agrarisch gebied in de ruime zin of in industriegebied in de ruime zin, en niet in een woonparkgebied;

        zich bevindt binnen een straal van maximaal 15 m rondom een vergund gebouw.

 

Het rooien van de boom is onderworpen aan een gemeentelijke politieverordening die stelt dat er dient gestreefd te worden naar maximaal behoud van bomen.

 

Advies dienst omgeving:

Het kappen van de boom wordt behandeld volgens de gemeentelijke kapvergunning en niet via een burgemeestersbesluit voor het kappen wegens acuut gevaar.

De beslissing tot het afleveren van een kapmachtiging wordt op korte termijn behandeld door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Gezien de schade aan de boom en het verslag van de boomverzorger, wordt er een gunstig advies verleend voor het kappen van de boom.

Er wordt geen heraanplant opgelegd omdat er nog voldoende groenaanleg is in de tuin.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet lokaal bestuur

        andere:

        Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake het vellen van hoogstammige bomen vastgesteld door de gemeenteraad van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB van 4 juli 1974

 

Financiën

 

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit bijgevolg tot het afleveren van de kapvergunning ingediend door Geert Bulckaen - Hilde Vanmarcke, Europalaan 25, 8540 Deerlijk, strekkende tot het kappen van een notenboom, gelegen Europalaan 25 en met als kadastrale omschrijving sectie C nr 473X4.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 28/08/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 AUGUSTUS 2025

C.11. Inname openbaar domein - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 28/08/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 AUGUSTUS 2025

C.12. SO Woonwijs - aanpassing - verzoek tot agendering - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de aanpassing van de "Samenwerkingsovereekomst met statutaire draagkracht betreffende de Interlokale vereniging Woonwijs" ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad op 11 september 2025.

 

Motivering

 

De gemeente- en OCMW-raden van Deerlijk, Harelbeke, Kuurne en Lendelede keurden in 2010 de samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht goed voor de interlokale vereniging wonen Deerlijk, Harelbeke, Kuurne en Lendelede (werknaam Woonwijs). Deze interlokale vereniging werd opgericht voor onbepaalde duur, die wordt opgedeeld in opeenvolgende subsidieperiodes.

 

De samenwerkingsovereenkomst werd opgemaakt voor onbepaalde duur en ondertekend door 8 deelnemers aan de interlokale vereniging: gemeentebesturen en OCMW’s van Deerlijk, Harelbeke, Kuurne en Lendelede.

 

Naar aanleiding van de instap van Zwevegem werd op 6 juni 2019 een nieuwe samenwerkingsovereenkomst door de gemeente- en OCMW-raad goedgekeurd. Met ingang van 01.01.2020 heet de intergemeentelijke samenwerking tussen Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem ‘Interlokale Vereniging Woonwijs’.

 

De intergemeentelijk samenwerking rond wonen zit intussen in het 15de werkingsjaar. De vierde subsidieperiode loopt nog tot eind 2025.

 

In aanloop naar de nieuwe subsidieperiode 2026-2031 hebben de colleges  van burgemeester en schepenen van Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem (respectievelijk op 2 juli 2025, 11 maart 2025, 26 juni 2025, 18 juni 2025 en 9 juli 2025) principieel beslist om verder deel te nemen aan de ‘interlokale vereniging Woonwijs’.

 

Er werd principieel beslist (na bespreking in de stuurgroep op 17 maart 2025 en 19 mei 2025), om de "vergoeding voor het financieel en personeelsbeheer" te actualiseren.

In de nieuwe overeenkomst wordt deze vergoeding aangepast op basis van de huidige personeelsbezetting - die sinds de aansluiting van gemeente Zwevegem in 2020 steeg van 3,5 VTE naar 4,5 VTE - én wordt ze jaarlijks geïndexeerd volgens de Consumptieprijsindex.

 

Naast het aanbrengen van duidelijker structuur (waarbij de tekst opgedeeld is in hoofdstukken en artikels), zijn er ook nog enkele kleine aanpassingen om het geheel leesbaar te houden:

        Verwijzing naar het ‘Decreet Lokaal Bestuur (22.12.2017)’ verplaatst naar artikel 20.

        Dubbele vermelding ‘Deelnemende gemeenten Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem’ geschrapt waar overbodig.

        ‘Overeenkomstig artikel 21’ vervangt ‘verwijzing slotbepaling’.

        Vermelding ‘Beheerscomité" wordt ‘stuurgroep’; herhalingen vermeden.

        ‘Wonen In Vlaanderen’ vervangt ‘Wonen Vlaanderen’.

        Artikel 7.5: ‘Presentiegelden’ in plaats van ‘zitpenningen’.

        Artikel 10: ‘… voorziet een werkplaats voor de projectcoördinator’ aangepast naar ‘… voorziet een werkplaats voor het centraal team van Woonwijs (projectcoördinator, technisch adviseur(s), technisch medewerker(s), algemeen adviseur(s))’

        Artikel 15: ‘gemeenten en het vast bureau van de deelnemende OCMW’s’ vervangt ‘besturen en OCMW-besturen’.

        Artikel 20: Slotbepalingen: ‘in de gevallen dat het voormeld decreet geen uitsluitsel geeft, neemt de stuurgroep beslissing’ i.p.v. ‘… zorgt de stuurgroep voor een beslissing’.

 

De aangepaste overeenkomst moet ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad/OCMW-raad.

 

Deze vernieuwde samenwerkingsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2026, en vervangt vanaf deze datum de ‘samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht betreffende de oprichting van de ‘Interlokale Vereniging Woonwijs’ zoals goedgekeurd in zitting van 6 juni 2019.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56., § 1. van het  Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        deel 3, titel 3. De intergemeentelijke samenwerking, van het Decreet Lokaal Bestuur

        besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 betreffende het lokaal woonbeleid

        besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2025 tot wijziging van het Besluit Vlaamse Codex Wonen, wat betreft het lokaal woonbeleid;

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken onderstaande aangepaste samenwerkingsovereenkomst ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 11 september 2025:

 

Samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht betreffende de oprichting van de ‘Interlokale Vereniging Woonwijs’.

 

Tussen de hierna vermelde lokale overheden, alhier vertegenwoordigd zoals nader aangeduid, is overeengekomen om een interlokale vereniging op te richten tussen:

        de gemeente Deerlijk, vertegenwoordigd door Louis Haerinck, voorzitter van de gemeenteraad, en Karel Bauters, Algemeen Directeur;

        de stad Harelbeke, vertegenwoordigd door Stijn Soetaert, voorzitter van de gemeenteraad, en Hans Piepers, Algemeen Directeur;

        de gemeente Kuurne, vertegenwoordigd door Chris Delneste, voorzitter van de gemeenteraad, en Els Persyn, Algemeen Directeur;

        de gemeente Lendelede, vertegenwoordig door Bruno Vanoverbeke, voorzitter van de gemeenteraad, en Christophe Vandecasteele, Algemeen Directeur;

        de gemeente Zwevegem, vertegenwoordigd door Barbara Demeulenaere, voorzitter van de gemeenteraad, en Jan Vanlangenhove, Algemeen Directeur;

        het OCMW Deerlijk, vertegenwoordigd door Louis Haerinck, voorzitter van de OCMW-raad, en Karel Bauters, Algemeen Directeur;

        het OCMW Harelbeke, vertegenwoordigd door Stijn Soetaert, voorzitter van de OCMW-raad, en Hans Piepers, Algemeen Directeur;

        het OCMW Kuurne, vertegenwoordigd door Chris Delneste, voorzitter van de OCMW-raad, en Els Persyn, Algemeen Directeur;

        het OCMW Lendelede, vertegenwoordigd door Bruno Vanoverbeke, voorzitter van de OCMW-raad, en Christophe Vandecasteele, Algemeen Directeur;

        het OCMW Zwevegem, vertegenwoordigd door Barbara Demeulenaere, voorzitter van de OCMW-raad, en Jan Vanlangenhove, Algemeen Directeur;

 

HOOFDSTUK 1. DEELNEMERS, NAAM, DOEL, WERKINGSGEBIED, DUUR, BEHERENDE GEMEENTE EN ZETEL

 

ARTIKEL 1 – NAAM

De interlokale vereniging draagt de naam ‘Interlokale Vereniging Woonwijs’.

 

ARTIKEL 2 – DOEL

De interlokale vereniging heeft als doel het samenwerken op het vlak van wonen door onder meer het ontwikkelen van een gemeentelijke beleidsvisie op het vlak van wonen, het organiseren van lokaal woonoverleg, het uitbouwen van klantgerichte dienstverlening aan de burger, en het verbeteren van de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving in elk van de deelnemende gemeenten.

 

ARTIKEL 3 – BEHERENDE GEMEENTE

De stad Harelbeke wordt aangesteld als beherende gemeente van de interlokale vereniging. De beherende gemeente staat in voor het financieel en personeelsbeheer van de interlokale vereniging. De subsidies voor het project worden dan ook op de rekening van de stad Harelbeke gestort.

 

ARTIKEL 4 – ZETEL

De zetel van de interlokale vereniging wordt gevestigd te 8530 Harelbeke, Marktstraat 29.

 

ARTIKEL 5 – WERKINGSGEBIED

Het werkingsgebied van de interlokale vereniging strekt zich bij oprichting uit over het grondgebied van de deelnemende gemeenten.

 

ARTIKEL 6 – DUURTIJD, UITTREDING EN TOETREDING

De interlokale vereniging wordt opgericht voor een onbepaalde duurtijd, vanaf de dag van de ondertekening van deze overeenkomst door alle deelnemers.

De duurtijd van de interlokale vereniging bestaat uit opeenvolgende subsidiëringsperiodes, zoals vermeld in het subsidiedecreet.

 

Uittreding is mogelijk, op voorwaarde van een schriftelijke opzegging (per aangetekend schrijven), minstens zes maanden voor de aanvang van de volgende subsidiëringsperiode.

 

Een bijkomende toetreding is enkel mogelijk bij een nieuwe subsidiëringsperiode.

Dit wordt met een aangetekende brief vanuit de bevoegde instantie kenbaar gemaakt tenminste zes maanden voor het verstrijken van de lopende subsidiëringsperiode.

Bij een nieuwe toetreding dient de samenwerkingsovereenkomst aangepast te worden Overeenkomstig artikel 21.

 

HOOFDSTUK 2. INTERNE ORGANISATIE EN WERKING

 

ARTIKEL 7. BEHEERSCOMITÉ / STUURGROEP

 

7.1. ALGEMEEN

Het beheer van de interlokale vereniging wordt, in toepassing van artikel 395 van het Decreet over het Lokaal Bestuur toevertrouwd aan een beheerscomité, hierna verder benoemd als ‘de stuurgroep’.

 

7.2. SAMENSTELLING

De stuurgroep is samengesteld uit :

        Een lid van het college van burgemeester en schepenen van elke deelnemende gemeente, bij voorkeur bevoegd voor wonen, huisvesting, ruimtelijke ordening of welzijn.

        Een lid van het vast bureau van elke deelnemend OCMW bij voorkeur bevoegd voor welzijn of sociale zaken. Het lid van het vast bureau mag niet hetzelfde zijn als het lid van het College.

        1 vertegenwoordiger van de provincie West-Vlaanderen;

 

De vertegenwoordigers van de gemeenten en de OCMW’s zijn stemgerechtigd.

Het lidmaatschap en het stemrecht van de vertegenwoordiger van de provincie zijn gekoppeld aan het toekennen van provinciale subsidiëring, en is beperkt tot de looptijd van de gesubsidieerde projecten.

 

De projectcoördinator neemt deel aan de stuurgroep in de rol van secretaris.

De secretaris zorgt voor de uitvoering van de beslissingen van de stuurgroep.

De projectcoördinator is verantwoordelijk voor de coördinatie van de dagelijkse activiteiten van de interlokale vereniging.

 

Met uitzondering van wijzigingen aan de samenwerkingsovereenkomst overeenkomstig artikel 21 geven de deelnemers volmacht aan de door hen aangeduide leden in de stuurgroep om in hun naam de vereiste handelingen te stellen in het kader van de werking van de interlokale vereniging mits deze handelingen rechtsreeks verband houden met het doel van de interlokale vereniging.

 

7.3. BEVOEGDHEDEN

De stuurgroep heeft een algemeen coördinerende opdracht, legt de prioriteiten inzake het beleid en de werking vast en formuleert adviezen ten behoeve van de deelnemende gemeenten.

 

Daarnaast behoren tot de taken van de stuurgroep:

        het overleggen over de wijze waarop deze overeenkomst wordt uitgevoerd;

        het vaststellen van een huishoudelijk reglement;

        het voorbereiden en vaststellen van het programma en de begroting voor de volgende werkjaren;

        het formuleren van adviezen ten behoeve van de beherende gemeente;

        het vaststellen van de rekeningen van de interlokale vereniging;

        het opmaken van het jaarverslag;

        het voorleggen van de rekeningen en het jaarverslag ter goedkeuring aan de raden van de deelnemende gemeenten;

        het formuleren van adviezen met betrekking tot de wijziging van de samenwerkingsovereenkomst;

        het organiseren van het toezicht op het bereiken van de doelstellingen van de vereniging.

 

De stuurgroep kan deskundigen uitnodigen tot het bijwonen van de vergaderingen. Deze personen zijn niet-stemgerechtigd.

Het agentschap Wonen In Vlaanderen wordt telkens voor de vergaderingen van de stuurgroep uitgenodigd.

 

7.4. WERKING

De stuurgroep vergadert minimaal twee keer per volledig werkingsjaar en een keer per onvolledig werkingsjaar, waarin minstens de vaststelling van de rekening (en het jaarverslag) van het afgelopen werkjaar, en de vaststelling van (het programma) en de begroting voor het volgende werkjaar aan bod komen.

 

De stuurgroep kan slechts geldig vergaderen indien de meerderheid van de stemgerechtigde vertegenwoordigers vertegenwoordigd is.

Wordt dit quorum niet bereikt, dan wordt een nieuwe vergadering belegd binnen de maand en kan de stuurgroep over de punten die voor een tweede maal op de agenda voorkomen, beraadslagen en beslissen ongeacht het aantal aanwezige vertegenwoordigers. Deze bepaling geldt niet voor wijzigingen in de samenwerkingsovereenkomst.

 

De stuurgroep neemt beslissingen op basis van een gewone meerderheid. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.

 

De vertegenwoordigers van de gemeenten, de OCMW’s en de provincie hebben elk één stem.

 

De voorzitter en de ondervoorzitter worden aangeduid onder de afgevaardigden van de deelnemende gemeenten. Hun benoeming geldt voor de volledige subsidiëringsperiode, tenzij bij verlies van hun mandaat. Na afloop van deze periode worden opnieuw een voorzitter en een ondervoorzitter verkozen. Dit kunnen opnieuw dezelfde personen zijn.

 

De stuurgroep vergadert op uitnodiging van het secretariaat van de interlokale vereniging.

Een uitnodiging voor de vergadering wordt minstens 2 weken vooraf per mail bezorgd. De agenda en de nodige inhoudelijke toelichting zijn opgenomen in de bijeenroepingsmail. In geval van hoogdringendheid kan van deze regel worden afgeweken.

 

De leden van de stuurgroep kunnen tot 3 werkdagen voor de vergadering bijkomende agendapunten met toelichtingsnota binnenbrengen op het secretariaat.

Een agendapunt kan bij de aanvang van de vergadering bij hoogdringendheid worden toegevoegd aan de agenda mits instemming van 2/3 van de aanwezige leden. Dit bijgevoegde agendapunt wordt dan ook eerst behandeld.

 

De beraadslagingen van de stuurgroep worden vastgelegd in een verslag.

De goedkeuring van dit verslag zal steeds als eerste punt op de agenda van de volgende vergadering geagendeerd worden. Na goedkeuring wordt het verslag ondertekend door de voorzitter van de stuurgroep.

De verslagen worden bijgehouden en liggen ter inzage op de zetel van de interlokale vereniging.

 

Een afschrift van het verslag van elke vergadering wordt binnen de 3 weken voor kennisgeving bezorgd aan de colleges van burgemeester en schepenen van de deelnemende gemeenten en OCMW ’s en aan het agentschap Wonen In Vlaanderen.

 

7.4. VOLMACHT AAN EEN ANDERE DEELNEMER

Een lid van de stuurgroep kan per welbepaalde vergadering aan één van de andere leden een schriftelijke volmacht geven om hem of haar te vertegenwoordigen. Niemand mag drager zijn van meer dan één volmacht.

 

7.5. PRESENTIEGELDEN

Er worden geen presentiegelden uitgekeerd aan de leden van de stuurgroep, onder voorbehoud van hetgeen bepaald is in artikel 395 § 4 van het decreet lokaal bestuur van 22.12.2017 houdende de intergemeentelijke samenwerking en latere wijzigingen.

 

ARTIKEL 8 – DAGELIJKS BESTUUR

 

8.1. SAMENSTELLING

Het dagelijks bestuur wordt samengesteld uit volgende afgevaardigden:

        De voorzitter van de stuurgroep

        Eén afgevaardigde van elke gemeente. Bij voorkeur zoals opgegeven in het subsidiedossier en minstens iemand uit de woonpraktijk.

        De projectcoördinator

 

Het dagelijks bestuur kan zo nodig andere afgevaardigden van de stuurgroep of deskundigen uitnodigen op de vergaderingen, voor zover de agenda dit vereist. Deze personen hebben geen stemrecht in het dagelijks bestuur.

 

8.2. BEVOEGDHEDEN

Het dagelijks bestuur is bevoegd om te beraadslagen over de algemene werking:

        Opvolgen beslissingen van de stuurgroep

        Voorbereiden agenda van de stuurgroep

        Voorbereiden aanvragen tot projectsubsidiëring bij diverse instanties (inzonderheid bij de Vlaamse en provinciale overheid)

        Opstellen van het jaarverslag

        Financiën

        Praktische kwesties

        Voorbereiding budgetcontrole, begroting, rekeningen

        Opvolging uitvoering van de bepalingen in de subsidiedossiers (praktische werking in de verschillende gemeenten, resultaatsverbintenissen, evt. knelpunten, overleg met de Vlaamse Overheid,…)

        Allerlei aangelegenheden van dagelijks bestuur (zgn. lopende zaken)

        Diverse beslissingen van dringende aard (ten uitzonderlijke titel)

 

De projectcoördinator staat in voor verslaggeving en uitnodiging met agenda.

 

HOOFDSTUK 3. PERSONEELSBEHEER

 

ARTIKEL 9 – GEZAG EN RECHTSPOSITIEREGELING

De beherende gemeente staat in voor het personeelsbeheer. Dit houdt in eerste instantie in dat de beherende gemeente de juridische werkgever is van de medewerkers van de interlokale vereniging.

 

De personeelsleden die door de deelnemende gemeenten worden ingezet met het oog op het bereiken van de doelstellingen van de interlokale vereniging blijven onderworpen aan de rechtspositieregeling en het gezagsrecht van de gemeente van oorsprong. De personeel- en werkingskosten van het bestaand personeel die door de deelnemende gemeenten ingezet worden, worden volledig door de respectievelijke deelnemende gemeenten gedragen.

 

ARTIKEL 10 - WERKPLAATSEN

De beherende gemeente voorziet een werkplaats voor het centraal team van Woonwijs (projectcoördinator, technisch adviseur(s), technisch medewerker(s), algemeen adviseur(s)).

 

Elke deelnemende gemeente voorziet een werkplaats voor de hen toegewezen intergemeentelijke woonambtenaren en levert de benodigde infrastructuur en logistieke ondersteuning ter plaatse, op eigen kosten.

 

HOOFDSTUK 4. FINANCIËLE ASPECTEN

 

ARTIKEL 11 – FINANCIËLE INBRENG

Enkel de deelnemende gemeenten dienen bij te dragen in de personeelskosten, werkingskosten en de investeringskosten van de interlokale vereniging.

 

De financiële inbreng van de deelnemende gemeenten wordt als volgt vastgesteld: de totale projectkost wordt verminderd met de Vlaamse en provinciale subsidies. Het restbedrag wordt financieel gedragen door de deelnemende gemeenten, volgens een verdeelsleutel berekend op basis van het aantal huishoudens per gemeente op 1 januari van het jaar voorafgaand aan een nieuwe subsidiëringsperiode, of de meest recente gegevens beschikbaar bij de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie (op heden gekend als Statbel) voorafgaand aan de nieuwe subsidiëringsperiode.

 

ARTIKEL 12 – PROGRAMMA EN BUDGET

De stuurgroep stelt bij elke nieuwe subsidiëringsperiode een programma, met bijhorend budget, voor de betrokken jaren op, dat ter goedkeuring aan de lokale besturen, wordt bezorgd.

 

De deelnemende gemeenten verbinden er zich toe in hun budget jaarlijks de nodige kredieten te voorzien om hun bijdrage te kunnen voldoen, en om de nodige middelen tijdig (op afroep) ter beschikking te stellen van de interlokale vereniging.

 

De beherende gemeente staat in voor het financieel beheer. De middelen worden evenwel opgevraagd en verwerkt door de projectcoördinator die belast wordt met het administratief en financieel secretariaat van de interlokale vereniging.

 

ARTIKEL 13 – VERGOEDING AAN DE BEHERENDE GEMEENTE

De beherende gemeente heeft recht op een vergoeding voor het financieel en personeelsbeheer van de interlokale vereniging.

 

Deze jaarlijkse vergoeding wordt berekend volgens formule:

€2.500 × (4,5/3,5) × (actuele ConsumptiePrijsIndex / 96,81)

 

Basis 2011: €2.500 voor 3,5 VTE en ConsumptiePrijsIndex van 96,81 (CPI B2013, okt. 2011)

Actualisatie: huidige personeelsbezetting (4,5 VTE) en de recente CPI (CPI B2013, jaar 20XX)

 

ARTIKEL 14 – KENNISGEVING EN GOEDKEURING VAN DE REKENINGEN

De rekening van de interlokale vereniging wordt jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten en ter kennisname aan de andere deelnemers. Dit moet gebeuren uiterlijk binnen de zes maanden na de afsluiting van het werkjaar.

 

Iedere deelnemende gemeente zal na elk werkjaar haar deel (volgens voormelde verdeelsleutel) in de positieve of negatieve resultaten van de werking voor haar rekening nemen.

 

HOOFDSTUK 5. INFORMATIEVERSTREKKING EN EVALUATIE

 

ARTIKEL 15 – MEDEDELING VAN BESLISSINGEN EN VERSLAGEN

Alle beslissingen, alsook de verslagen van de vergaderingen van de stuurgroep, worden in kopie overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen van de deelnemende gemeenten en het vast bureau van de deelnemende OCMW’s

 

ARTIKEL 16 - JAARVERSLAG

Samen met de rekening wordt aan de deelnemers ook een jaarverslag ter beschikking gesteld.

 

Dit jaarverslag wordt samen met de rekening aan de gemeenteraden ter goedkeuring voorgelegd. Ter gelegenheid van de behandeling van het jaarverslag geven de vertegenwoordigers van de gemeente in de interlokale vereniging toelichting aan de raad.

 

Het jaarverslag wordt gelijktijdig met de jaarrekening voor bespreking ter beschikking gesteld van de andere deelnemers.

 

ARTIKEL 17 - EVALUATIE

De jaarlijkse evaluatie door de gemeenteraden gebeurt ter gelegenheid van de bespreking van het jaarverslag.

 

HOOFDSTUK 6. ONTBINDING EN VEREFFENING

 

ARTIKEL 18 – VEREFFENAAR

Bij vereffening of ontbinding van de interlokale vereniging worden door de deelnemers in gezamenlijk akkoord één of meerdere vereffenaars aangesteld.

 

ARTIKEL 19 – VERDELING

Iedere deelnemende gemeente zal bij vereffening haar deel (volgens voormelde verdeelsleutel) in de kosten en de opbrengsten van de werking voor haar rekening nemen. De eindrekening zal aangeven wat het eventuele resultaat is.

 

HOODSTUK 7. SLOTBEPALINGEN

 

ARTIKEL 20 – TOEPASSELIJKE DECRETALE BEPALINGEN

Voor alles wat niet door deze overeenkomst of het huishoudelijk reglement is geregeld, zal het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22.12.2017, Deel 3 Titel 3 houdende de intergemeentelijke samenwerking (en latere wijzigingen) van toepassing zijn.

In de gevallen dat het voormeld decreet geen uitsluitsel geeft, neemt de stuurgroep een beslissing.

 

ARTIKEL 21 – WIJZIGINGEN AAN DE OVEREENKOMST

Wijzigingen aan de samenwerkingsovereenkomst kunnen slechts doorgevoerd worden indien de gemeenteraden en OCMW-raden van alle deelnemende overheden de wijziging goedgekeurd hebben.

 

 

Opgemaakt in evenveel originele exemplaren als er betrokken partijen zijn.

Getekend te Harelbeke, op xx.xx.2025

 

 

 

 

Publicatiedatum: 28/08/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 AUGUSTUS 2025

C.13. Woonwijs - nieuwe subsidieaanvraag 2026-2031 - verzoek tot agendering - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de nieuwe subsidieaanvraag voor de Interlokale Vereniging Woonwijs voor de periode 2026-2031 ter goedkeuring voor te leggen op de gemeenteraad van 11 september 2025.

 

Motivering

 

De gemeente- en OCMW-raden van Deerlijk, Harelbeke, Kuurne en Lendelede keurden in 2010 de samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht goed voor de interlokale vereniging wonen Deerlijk, Harelbeke, Kuurne en Lendelede (werknaam Woonwijs). Deze interlokale vereniging werd opgericht voor onbepaalde duur, die wordt opgedeeld in opeenvolgende subsidieperiodes.

 

Naar aanleiding van de instap van Zwevegem werd op 6 juni 2019 een nieuwe samenwerkingsovereenkomst door de gemeenteraad/OCMW-raad goedgekeurd. Met ingang van 1 januari 2020 heet de intergemeentelijke samenwerking tussen Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem ‘Interlokale Vereniging Woonwijs’.

 

De intergemeentelijk samenwerking rond wonen zit intussen in het 15de werkingsjaar. De vierde subsidieperiode loopt nog tot eind 2025.

 

Op 14 maart 2025 keurde de Vlaamse Regering het nieuwe IGS-subsidiekader (BVR 5.0) definitief goed. Dit omvat een nieuwe subsidieregeling voor IGS-projecten rond lokaal woonbeleid voor de periode 2026-2031.

Voor de lokale beleidscyclus 2026-2031 zijn opnieuw de drie beleidsprioriteiten voorzien:

        De gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woningaanbod afhankelijk van de woonnoden;

        De gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving;

        De gemeente informeert, adviseert en begeleidt inwoners met vragen over wonen.

 

Het college ging op 2 juli 2025 principieel akkoord om verder deel te nemen in ‘Interlokale Vereniging Woonwijs (Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede en Zwevegem)’ voor de periode januari 2026 tot en met december 2031. Hiermee engageren de besturen zich enerzijds tot het uitvoeren van de verplichte acties uit subsidiekader 5.0; en anderzijds tonen ze hun ambitie om via een pakket aan eigen initiatieven het aantal conformiteitsattesten verder op te schalen:

 

1. Pakket verplichte acties:

 

Vlaamse beleidsprioriteit 1:

De gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod in functie van de woonnoden

        De lokale woningmarkt in kaart brengen, zowel de vraag- als de aanbodzijde

        Kerncijfers over de woningmarkt periodiek op het lokaal woonoverleg bespreken;

        Het ruimtelijk beleid betrekken bij het lokaal woonoverleg;

        Voorzien in een aanbod van nood- of doorgangswoningen op lokaal of bovenlokaal niveau, of samenwerken met een partner om in een aanbod van nood- of doorgangswoningen te kunnen voorzien;

        Een gecoördineerd lokaal sociaal woonbeleid voeren, dat de volgende aspecten bevat:

        een visie op sociaal wonen uitwerken en toepassen;

        een partnerschap waarmaken met de woonmaatschappij die actief is in de gemeente;

        een beleid voeren rond de activering van gronden en panden voor sociaal wonen;

        de opdrachten, vermeld in Boek 2, Deel 3, Titel 2 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen uitvoeren;

        de opdrachten, vermeld in Boek 2, Deel 3, Titel 1 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen uitvoeren, en het Projectportaal gebruiken, vermeld in artikel 4.46 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen;

        de toewijzingspraktijk van sociale woningen minstens één keer per jaar op het lokaal woonoverleg bespreken.

        Leegstaande gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken;

        Verwaarloosde gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken.

 

Vlaamse beleidsprioriteit 2:

De gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving

        Kerncijfers over de bewaking van de kwaliteit van het woningpatrimonium periodiek op het lokaal woonoverleg bespreken;

        Een gecoördineerd lokaal woningkwaliteitsbeleid voeren, dat de volgende aspecten omvat:

        de decretaal toegekende opdrachten op het vlak van de bewaking van de kwaliteit van het woningpatrimonium correct uitvoeren;

        beschikken over voldoende gemeentelijke woningcontroleurs.

        De lokale partners via structurele samenwerking betrekken bij het lokale woningkwaliteitsbeleid

 

Vlaamse beleidsprioriteit 3:

De gemeente informeert, adviseert en begeleidt inwoners met vragen over wonen

        Kerncijfers over Vlaamse, provinciale en gemeentelijke woonpremies periodiek op het lokaal woonoverleg bespreken;

        Vanaf een door de minister van wonen vast te stellen datum en uiterlijk op 1 januari 2028: Via een laagdrempelig geïntegreerd woon- en energieloket gestructureerde basisinformatie aanbieden aan elke inwoner over al de volgende elementen:

        de Vlaamse tegemoetkomingen aan en ondersteuningsmaatregelen voor gezinnen en alleenstaanden op het vlak van wonen;

        sociaal huren, sociaal kopen en sociaal lenen;

        de veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsnormen en de bewaking van de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving;

        de relevante gemeentelijke, provinciale, gewestelijke en federale energiebeleidsmaatregelen;

        energiepremies en -leningen, inclusief leningen bij de financiële sector;

        energetische renovatie;

        de verbouwlening, vermeld in artikel 1.1.1, §2, 102°/3, van het Energiebesluit van 19 november 2010.

        Inwoners ondersteunen bij de administratieve procedure ongeschikt-, onbewoonbaar- en overbewoondverklaring van een woning;

        Een partnerschap aangaan met het energiehuis dat actief is in de gemeente;

        Een partnerschap aangaan met lokale partners.

 

2. Pakket eigen initiatieven:

Wat de ‘eigen initiatieven’ (voorheen ‘aanvullende acties’) betreft, maakt het aantal op zich niet uit, maar kan één niet-uitvoerbare actie wel gevolgen hebben voor de volledige aanvullende subsidie. Vandaar is bewust gekozen voor een ‘ambitieus pakket eigen initiatieven’, in plaats van de vele kleine, aanvullende acties zoals nu toe het geval is. Enkele aanvullende acties (zoals opvolging van verwaarlozing) vallen volgens het nieuwe subsidiekader sowieso onder de verplicht op te volgen acties.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Met vooropgesteld pakket kunnen we proactieve woningonderzoeken in de woonwijsgemeenten sterk blijven stimuleren. Niet in het minst met de opschaling van de conformiteitsattest-verplichting in Kuurne en Harelbeke, en opstart ervan in Zwevegem, zijn we alvast ambitieus.

Ook blijven alle woonwijsgemeenten verder inzetten op het proactief uitvoeren van conformiteitsonderzoeken. Dat betekent dat we, los van ‘klachten woningkwaliteit’, zelf actie ondernemen wanneer er signalen zijn dat de kwaliteit van een woning ondermaats is.

 

Aangezien het vanuit de besturen in eerste instantie niet de bedoeling is om het centraal team uit te breiden, zullen we bij de uitvoering van de ‘reglementen rond het verplicht conformiteitsattest’ de doorlooptijd van de aanvragen blijven monitoren. Indien de wettelijke behandelingstermijn in het gedrang zou komen, sluiten we niet uit dat we de ‘fasering van conformiteitsattest-verplichting’ tijdens de subsidieperiode zullen bijsturen.

 

Daarnaast zullen we, los van het nieuwe subsidiedossier, ook nog verder blijven inzetten op bepaalde inhoudelijke acties zoals het ‘sociaal en technisch begeleiden op maat van kwetsbare inwoners’. Dergelijke acties blijven op zich heel zinvol, maar brengen geen optimalisatie van de subsidiëring met zich mee.

 

De aangevraagde subsidie bedraagt (vanaf 2026) jaarlijks 138.500 euro (waarvan 45.000 euro voorzien is voor het uitvoeren van het ‘pakket eigen initiatieven’). Wonen in Vlaanderen voorziet eveneens een indexering voor 90 % van het subsidiebedrag

(ervan uitgaand dat de personeelskosten voor alle IGS’en ongeveer 90% van de totale projectkost uitmaakt, wat ook uit deze begroting blijkt).

 

De geraamde projectkost voor 2026 bedraagt 355.953 euro, inclusief personeels-, werkings-, en investeringskosten. Daarvan is 317.953 euro voorzien voor 4,5 VTE aan personeel. Voor het werkjaar 2031 wordt een totaalbudget van 414.807 euro ingeschat (waarvan 376.372 euro voor de 4,5 VTE).

 

Na aftrek van de Vlaamse subsidies, wordt het restbedrag procentueel verdeeld onder de deelnemende gemeentes op basis van het aantal huishoudens. Volgens de berekening komt dit voor de gemeente Deerlijk neer op een geraamde bedrage van 30.787 euro voor 2026 en de daaropvolgende jaren respectievelijk 31.721 euro, 32.675 euro, 34.328 euro, 35.448 euro, en 37.290 euro in 2031:

 

Het voorliggende subsidieaanvraagdossier is opgemaakt volgens het aangeleverde sjabloon van Wonen-Vlaanderen.

 

Het subsidiedossier moet uiterlijk op eind september 2025 bij Wonen In Vlaanderen ingediend worden. Vervolgens neemt de Minister van Wonen uiterlijk in december 2025 een beslissing. Mits goedkeuring van het subsidiedossier, is de doorstart van de vijfde subsidieperiode voorzien op 1 januari 2026.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56., § 1. van het Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, wat betreft het lokaal woonbeleid.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de subsidieaanvraag 2026-2031 van de 'Interlokale Vereniging Woonwijs' ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 11 september 2025.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 28/08/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 AUGUSTUS 2025

C.14. Premiereglement - Afkoppeling en scheiding hemelwater en afvalwater op privaat domein - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken het premiereglement "Afkoppeling en scheiding hemelwater en afvalwater op privaat domein" voor goedkeuring te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.

 

Motivering

 

Voorliggend reglement betreft de verlenging van het bestaande reglement zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van25 februari 2021.

 

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

 

De gemeenteraad heeft in zitting van 25 februari 2021 het premiereglement voor de afkoppeling en scheiding van hemelwater en afvalwater op privaat domein goedgekeurd en dit eindigde op 31 december 2025.

 

Bij de aanleg en heraanleg van openbare riolering dient een gescheiden stelsel aangelegd te worden.

 

Overeenkomstig de VLAREM-reglementering worden gebouwen, die via een gemengde afvoer aansluiten op de openbare riolering, verplicht tot afkoppeling en scheiding van hemelwater en afvalwater op privaat domein op het ogenblik dat er een gescheiden riolering in de openbare weg wordt aangelegd. De kosten voor de particulier kunnen soms oplopen, in het bijzonder als de werken gepaard gaan met de opbraak van bestaande verharding (terras, oprit).

 

Bij de aanleg of heraanleg van openbare riolering is de optimale afkoppeling van bestaande gebouwen langsheen het tracé een voorwaarde voor subsidiëring.

 

In het kader van de realisatie van het zoneringsplan moeten nog tal van projecten inzake aanleg en heraanleg van openbare riolering uitgevoerd worden en het blijft wenselijk om bij dergelijke projecten de nodige financiële stimuli te voorzien voor afkoppeling en scheiding van hemelwater en afvalwater op privaat domein.

 

Conform artikel 41, tweede lid, 23° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van subsidiereglementen tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 41, tweede lid, 23° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële impact.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgend reglement voor goedkeuring te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad:

 

Premiereglement  "Afkoppeling en scheiding hemelwater en afvalwater op privaat domein"

 

Art. 1. - Voor de toepassing van dit premiereglement gelden volgende definities: 

        gescheiden openbaar rioleringsstelsel: een dubbel stelsel van leidingen waarvan het ene stelsel bestemd is voor het opvangen en transporteren van afvalwater en het andere voor het opvangen en transporteren van hemelwater en dat gelegen is op het openbaar domein

        DWA-leiding (Droog Weer Afvoerleiding): het onderdeel van het gescheiden openbaar rioleringsstelsel dat bestemd is voor het ontvangen en transporteren van huishoudelijk afvalwater

        RWA-leiding (Regen Weer Afvoerleiding): het onderdeel van het gescheiden openbaar rioleringsstelsel dat bestemd is voor het ontvangen en transporteren van het hemelwater

        bestaande woning: woning die werd opgericht ingevolge een niet-vervallen bouwvergunning, afgeleverd vóór 7 september 1999, d.w.z. 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad van de Algemene Bouwverordening inzake hemelwaterputten

        afkoppelingsadviseur: een door de gemeente of rioolbeheerder aangestelde adviseur die technisch advies geeft aan de particulier voor het optimaal afkoppelen van hemelwater en helpt bij de subsidieaanvraag. Hij/zij doet tevens controle van de afkoppelingswerken.

        eigenaar: hij die het gebouw in volle eigendom heeft of hij die bewijst er een ander zakelijk recht op te hebben

 

Art. 2. - De gemeente voorziet, binnen de perken van de kredieten voorzien op het budget, een premie voor het scheiden van het bestaande afvoersysteem op privaat domein, wanneer een nieuw gescheiden openbaar rioleringsstelsel wordt aangelegd.

 

Art. 3. - Enkel bestaande (meergezins)woningen gelegen op het grondgebied van de gemeente Deerlijk komen in aanmerking voor de gemeentelijke premie.

 

De premie wordt enkel toegekend indien de aanleg van een gescheiden privaat afvoersysteem niet verplicht wordt gesteld door een goedgekeurde verordening of een afgeleverde verkavelings- of omgevingsvergunning.

 

De premie wordt toegekend aan de eigenaar of aan de bewoner (mits schriftelijk akkoord van de eigenaar) van de woning.

 

Om in aanmerking te komen voor de premie moeten de afkoppelingswerken uitgevoerd worden:

        overeenkomstig de VLAREM-wetgeving;

        conform de plannen en afspraken met de afkoppelingsadviseur, aangesteld door het gemeentebestuur of de rioolbeheerder;

        uiterlijk voor de voorlopige oplevering van de rioleringswerken in de openbare weg.

 

Art. 4. - Het premiebedrag wordt als volgt samengesteld:

        Indien de particulier voor de uitvoering van de afkoppelingswerken een aannemer aanstelt, wordt het premiebedrag vastgesteld op 50 % van de bewezen aannemingskosten.

        Indien de particulier de werken zelf uitvoert, wordt het premiebedrag vastgesteld op 75 % van de bewezen materiaalkosten.

        Indien de afkoppelingswerken gedeeltelijk door de particulier zelf en gedeeltelijk door een aannemer worden uitgevoerd, wordt voor het vaststellen van het premiebedrag de som genomen van 50 % van de bewezen aannemingskosten en 75 % van de bewezen materiaalkosten.

De premie is éénmalig per bestaande woning en bedraagt maximaal 1.000 euro.

De kosten die in aanmerking komen voor de premie zijn de kosten voor de rioleringswerken en de hiermee gepaard gaande opbraak- en verhardingswerken. Beplanting komt niet in aanmerking.

 

Art. 5. -De aanvraag tot het bekomen van de premie moet ingediend worden bij het gemeentebestuur, op het door de gemeente ter beschikking gestelde formulier. De aanvraag dient te worden ingediend maximaal 6 maanden na de voorlopige oplevering van de rioleringswerken in de openbare weg, met vermelding van:

        naam en adres van de aanvrager;

        adres van de woning waarvoor de premie wordt aangevraagd;

        percentage afkoppeling hemelwater.

Aan het aanvraagformulier moeten volgende documenten toegevoegd worden:

        het schriftelijk akkoord van de eigenaar indien de aanvraag gebeurt door de bewoner;

        ontwerpplan en kostenraming van de uit te voeren werken, opgesteld door de aangestelde afkoppelingsdeskundige;

        een ondertekende toelating aan de afkoppelingsadviseur aangesteld door de gemeente of rioolbeheerder om controle ter plaatse uit te voeren;

        een kopie van de facturen in verband met de door een aannemer uitgevoerde afkoppelingswerken en bijbehorende betalingsbewijzen of een kopie van de kasticketten

of facturen van de aangekochte materialen en bijbehorende betalingsbewijzen indien de werken eigenhandig werden uitgevoerd;

        een kopie van het attest van keuring van het private rioleringsstelsel van een erkend keurder, na uitvoering van de afkoppelingswerken;

        een verklaring op eer dat de afkoppelingswerken uitgevoerd werden, conform de plannen en afspraken opgemaakt door de afkoppelingsadviseur aangesteld door de gemeente of de rioolbeheerder.

Art. 6. - De aanvraag wordt door de gemeente technisch en administratief onderzocht en op basis van dit onderzoek wordt beslist over de toekenning van de premie en het bedrag ervan.

 

Art. 7. - Premies die werden uitbetaald op basis van een bedrieglijke aanvraag zullen worden teruggevorderd. Deze terugvordering sluit de mogelijkheid van gerechtelijke vervolging niet uit.

 

Art. 8. - Het gescheiden afvoersysteem moet in stand gehouden worden, zo niet zal van de premie-ontvanger de premie worden teruggevorderd, ongeacht eventuele gerechtelijke vervolging vanwege het niet naleven van de VLAREM wetgeving.

 

Art. 9. - Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.

 

Art. 10. - Het gemeenteraadsbesluit van 25 februari 2021 houdende de vaststelling van het premiereglement "Afkoppeling en scheiding hemelwater en afvalwater op privaat domein"

 wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 28/08/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 AUGUSTUS 2025

C.15. Retributiereglement - ambulante handel - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken het retributiereglement "ambulante handel" ter goedkeuring voor te leggen op de eerstvolgende gemeenteraad.

 

Motivering

 

Voorliggend reglement betreft de aanpassing en verlenging van het bestaande reglement zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van19 december 2019.

 

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

 

De gemeente krijgt regelmatig aanvragen tot het verkrijgen van een niet-bestendige standplaats voor het uitoefenen van ambulante handel. Het gebruik van openbare pleinen en wegenis als niet-bestendige standplaats voor het uitoefenen van ambulante handel brengt bepaalde kosten van toezicht en schoonmaak met zich mee zodat het nog steeds wenselijk blijft om deze kosten op de gebruiker te verhalen.

 

Conform artikel 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Volgend advies van de dienst lokale economie werd verleend:

 

Het bestaande reglement mag verlengd worden. De aanpassing betreft enkel en alleen het verwijderen van de betalingsmodaliteiten uit het reglement. Deze informatie wordt namelijk al meegegeven via de facturatie en is dus overbodig in dit reglement.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten.

        KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten.

        De algemene politieverordening, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen, in het bijzonder Deel 2, Titel 7, Hoofdstuk 1.

        Art. 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële impact.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om volgend reglement ter goedkeuring voor te leggen op de eerstvolgende gemeenteraad:

 

RETRIBUTIEREGLEMENT AMBULANTE HANDEL

 

Begrippen

 

Art. 1

        Ambulante handel: de verkoop, de te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop aan de consument van producten en diensten, door een handelaar buiten de vestigingen die vermeld zijn in zijn inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen of door een persoon die niet over zo’n vestiging beschikt, zoals nader omschreven in de wetgeving betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten.

 

Toepassingsgebied

 

Art. 2

Er wordt een retributie gevestigd op de uitoefening van ambulante activiteiten op openbaar domein tenzij deze uitoefening onderworpen is aan een ander gemeentereglement inzake belasting of retributie of wanneer zij het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst die de financiële belangen van de gemeente waarborgt.

 

Art. 3

Een standplaats op het openbaar domein kan enkel toegewezen worden aan:

        De natuurlijke personen die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefenen en houder zijn van een ‘machtiging als werkgever’.

        Rechtspersonen die dezelfde activiteit uitoefenen. De standplaatsen worden toegekend door tussenkomst van een persoon verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de vennootschap die houder is van de ‘machtiging als werkgever’.

 

Art. 4

Behoudens voorafgaande schriftelijke machtiging van het college van burgemeester en schepenen is het verboden om het openbaar domein in te nemen teneinde ambulante handel uit te oefenen.

 

Doelstelling

 

Art. 5

De heffing van deze retributie heeft tot doel het gelijk behandelen van de inname van het openbaar domein voor de uitoefening van ambulante handel.

 

Heffingsplichtige

 

Art. 6

De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de standplaats is toegekend.

 

Bedrag

 

Art. 7

De retributie is als volgt vastgesteld:

        Standplaats: 3 euro per lopende meter per dag met een minimum van 20 euro.

        Elektriciteit: bij het gebruik van elektriciteit van de gemeentelijke overheid wordt een forfaitaire vergoeding van 5 euro per dag per standplaats aangerekend.

 

Art. 8

Ieder gedeelte van een plaatseenheid wordt aangerekend voor een volle eenheid en elke aangevangen periode wordt beschouwd als een volledige. De lopende meters die in aanmerking worden genomen, zijn de meters van het openbaar domein die ingenomen worden voor de goede uitoefening van de ambulante activiteit.

 

Inwerkingtreding

 

Art. 9

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.

 

Art. 10

Het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2019 houdende de vaststelling van het retributiereglement op ambulante handel wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 28/08/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 AUGUSTUS 2025

C.16. Retributiereglement - IBPV - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken het retributiereglement "individueel bezoldigd personenvervoer (IBPV)" ter goedkeuring voor te leggen op de eerstvolgende gemeenteraad.

 

Motivering

 

Voorliggend reglement betreft de aanpassing en verlenging van het bestaande reglement zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van30 april 2020.

 

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

 

De Vlaamse Regering heeft het decreet individueel bezoldigd personenvervoer van 29 maart 2019 finaal in uitvoering gebracht op 8 november 2019. Deze regelgeving, die inging op datum van 1 januari 2020, heeft als doelstelling om alle vormen van individueel bezoldigd personenvervoer binnen eenzelfde kader te behandelen en tegen 2030 een zero-emissie van de ingezette wagens te bereiken.

 

Hierbij onderscheiden we 2 categorieën:

        Categorie A: vergunning individueel bezoldigd personenvervoer waaronder de volgende 4 categorieën vervat zitten:

        Straattaxi

        Standplaatstaxi

        Ceremoniewagen

        Openbaarvervoertaxi

 

        Categorie B: bestuurderspas

 

Daarbij wordt als volgt gehandeld:

        Categorie A: de exploitant is verplicht zijn vergunning aan te vragen in de gemeente waar de exploitatiezetel gevestigd is.

        Categorie B: de bestuurder vraagt zijn bestuurderpas aan in de gemeente waar hij gedomicilieerd is.

        Alle voorwaarden met betrekking tot moraliteit, beroepsbekwaamheid, solvabiliteit, talenkennis, wagens en retributie om in aanmerking te komen voor een vergunning of bestuurderspas worden bepaald door de Vlaamse Regering.

        De retributie voor een vergunning of bestuurderspas werden bepaald door de Vlaamse Regering maar worden geïnd door de gemeenten waar deze worden aangevraagd.

 

Conform artikel 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Volgend advies van de dienst lokale economie werd verleend:

 

Het bestaande reglement mag verlengd worden. De aanpassing betreft enerzijds de tarieven die geactualiseerd werden ten opzichte van het vorig reglement. Als tweede en laatste aanpassing werden de betalingsmodaliteiten uit het reglement gehaald. Deze informatie wordt namelijk al meegegeven via de facturatie en is dus overbodig in dit reglement.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Decreet betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer van 29 maart 2019

        Besluit Vlaamse Regering betreffende de exploitatievoorwaarden voor het individueel bezoldigd personenvervoer van 8 november 2019

        Art. 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële impact.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om volgend reglement ter goedkeuring voor te leggen op de eerstvolgende gemeenteraad:

 

RETRIBUTIEREGLEMENT INDIVIDUEEL BEZOLDIGD PERSONENVERVOER

 

Begrippen

 

Art. 1

        Bezoldigd personenvervoer: het vervoer van personen waarvoor een vergoeding wordt gevraagd die hoger is dan de vervoersonkosten.

        Bestuurder: elke natuurlijke persoon die een voertuig bestuurt waarmee diensten voor individueel bezoldigd personenvervoer worden verricht.

        Exploitant: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer exploiteert.

        Vergunning: de vergunning voor de exploitatie van een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer.

        Bestuurderspas: elke bestuurder die diensten van individueel bezoldigd personenvervoer aanbiedt, dient in het bezit te zijn van een geldige bestuurderspas.

 

Toepassingsgebied

 

Art. 2

Er wordt een gemeentelijke retributie gevestigd op het individueel bezoldigd personenvervoer in 2 categorieën:

        Categorie A: vergunning individueel bezoldigd personenvervoer waaronder de volgende 4 categorieën vervat zitten:

        Straattaxi

        Standplaatstaxi

        Ceremoniewagen

        Openbaarvervoertaxi

 

        Categorie B: bestuurderspas

 

Er is sprake van een taxidienst of individueel bezoldigd personenvervoer als:

        De klant de bestemming bepaalt.

        Er geen vast traject is.

        Er geen vaste haltes zijn.

        Er maximaal 9 inzittenden zijn, inclusief de bestuurder.

 

Doelstelling

 

Art. 3

De heffing van deze retributie heeft tot doel het gelijk behandelen van alle vormen van individueel bezoldigd personenvervoer binnen eenzelfde kader.

 

Heffingsplichtige

 

Art. 4

        Categorie A: de retributie is verschuldigd door de exploitant.

        Categorie B: de retributie is verschuldigd door de bestuurder.

 

Bedrag

 

Art. 5

De retributie is als volgt vastgesteld:

 

        Categorie A:

        Het bedrag van 306,17 euro per jaar voor milieuvriendelijke voertuigen. De milieuvriendelijkheid van het voertuig is te bepalen volgens de opgelegde emissienormen.

        Het bedrag van 428,64 euro per jaar voor andere voertuigen.

 

        Categorie B:

        Het bedrag van 24,49 euro voor de aanmaak van de bestuurderspas.

 

Art. 6

De retributies vermeld in art. 5 zijn verschuldigd voor het hele jaar, onafhankelijk van het moment waarop de vergunning of bestuurderspas afgeleverd werd. De vergunninghouder is de eerste jaarlijkse retributie vermeld in art. 5 categorie A verschuldigd op het ogenblik van de afgifte van de vergunning en nadien telkens op 1 januari van het kalenderjaar.

 

De aanvrager van de bestuurderspas betaalt de retributie vermeld in art. 5 categorie B voordat de bestuurderspas wordt uitgereikt.

 

Art. 7

De retributies vermeld in art. 5 categorie A zijn jaarlijks verschuldigd en ondeelbaar ten laste van de houder van de vergunning vermeld op 1 januari van het kalenderjaar of op het moment van afgifte. De vermindering van het aantal voertuigen geeft geen aanleiding tot een retributieteruggave. Dit geldt eveneens voor de opschorting of de intrekking van een vergunning of bestuurderspas of het buiten werking stellen van 1 of meerdere voertuigen voor welke reden dan ook. Het indienen van een klacht heft de invorderbaarheid van de retributie niet op.

 

Art. 8

De bedragen vermeld in art. 5 worden op 1 januari van elk jaar aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het retributiejaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2025.

 

Inwerkingtreding

 

Art. 9

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig voor onbepaalde duur.

 

Art. 10

Het gemeenteraadsbesluit van 30 april 2020 houdende de vaststelling van het retributiereglement op individueel bezoldigd personenvervoer wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 28/08/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 AUGUSTUS 2025

C.17. Retributiereglement - standplaatsen frituren - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken het retributiereglement "standplaatsen frituren" ter goedkeuring voor te leggen op de eerstvolgende gemeenteraad.

 

Motivering

 

Voorliggend reglement betreft de aanpassing en verlenging van het bestaande reglement zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 19 december 2019.

 

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

 

Het gebruik van openbare pleinen en wegenis als bestendige standplaats voor het uitbaten van een frituur brengt bepaalde kosten van toezicht en schoonmaak met zich mee zodat het wenselijk is om deze kosten op de gebruiker te verhalen.

 

Conform artikel 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur behoort het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Volgend advies van de dienst lokale economie werd verleend:

 

Het bestaande reglement mag verlengd worden. De aanpassing betreft enkel en alleen het verwijderen van de betalingsmodaliteiten uit het reglement. Deze informatie wordt namelijk al meegegeven via de facturatie en is dus overbodig in dit reglement.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 41, tweede lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële impact.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om volgend reglement ter goedkeuring voor te leggen op de eerstvolgende gemeenteraad:

 

RETRIBUTIEREGLEMENT STANDPLAATSEN FRITUREN

 

Toepassingsgebied

 

Art. 1

Er wordt een retributie gevestigd op het innemen van een standplaats op het openbaar domein door frituren.

 

Doelstelling

 

Art. 2

De heffing van deze retributie heeft tot doel het gelijk behandelen van de inname van het openbaar domein door frituren.

 

Heffingsplichtige

 

Art. 3

De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de standplaats is toegekend.

 

Bedrag

 

Art. 4

De retributie is als volgt vastgesteld:

        3 euro per vierkante meter per maand.

 

Dit tarief wordt jaarlijks geïndexeerd (gezondheidsindex) volgens volgende formule:

 

Bedrag van voormelde retributie x indexcijfer van december van het jaar voorafgaand aan het

jaar waarop de betaling slaat

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Indexcijfer van januari 2015

 

Art. 5

Het bedrag vermeld in art. 4 wordt op 1 januari van elk jaar aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen.

 

Inwerkingtreding

 

Art. 6

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is geldig tot en met 31 december 2031.

 

Art. 7

 

Het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2019 houdende de vaststelling van het retributiereglement op het innemen van standplaatsen op het openbaar domein door frituren wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 28/08/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 AUGUSTUS 2025

C.18. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 28/08/2025
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 AUGUSTUS 2025

C.19. Grafconcessie - plaatsen grafzerk - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 28/08/2025
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.