Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 2 oktober 2024 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 2 oktober 2024.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 2 oktober 2024 goed te keuren.

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.2. Diverse verslagen - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

Motivering

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

●        Gaselwest - notulen van de Raad van Bestuur van 18 juni 2024

●        Centraal feestcomité - verslag van de vergadering van 3 oktober 2024

●        Leiedal - verslag van de Raad van Bestuur van 27 september 2024

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.3. Verslag politieraad 18 juni 2024 - Kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het aan de gemeente overgemaakte verslag van de politieraad van 18 juni 2024.

Motivering

Het verslag van de politieraad van 18 juni 2024 werd overgemaakt aan de gemeente.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.4. Receptionele aangelegenheden - goedkeuring

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.5. Deerlijks Vormingswerk - tussenkomst werkingskosten 2024 - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de tussenkomst in de werkingsuitgaven van het Deerlijks Vormingswerk goed te keuren en hun voorschot te storten op de rekening van het Deerlijks Vormingswerk.

Motivering

Voor de organisatie van haar programma in 2024 vraagt het Deerlijks Vormingswerk een voorschot op hun tussenkomst in de werkingsuitgaven 2024.

Wegens gezondheidsproblemen van de leden van het Deerlijks Vormingswerk werd er sinds januari 2022 geen budget als tussenkomst in de werkingskosten opgevraagd. In het najaar van 2024 staan evenwel nog enkele luistersessies van klassieke muziek gepland. In het voorjaar van 2025 staan ook enkele voordrachten op het programma. Daartoe vraagt het Deerlijks Vormingswerk 1.500,00 euro op als voorschot op de voorziene tussenkomst in de werkingskosten.

De maximale tussenkomst in de werkingsuitgaven voor het Deerlijks vormingswerk bedraagt 3.000 euro per jaar. Er werden nog geen kosten gemaakt in de loop van 2024.

Het gevraagde voorschot voor werkjaar 2024 bedraagt 1.500,00 euro. De afrekening voor werkjaar 2024 volgt begin januari 2025, samen met de kostenraming voor hun activiteiten in 2025. Op basis van de afrekening worden eventuele verschillen teruggestort of opgevraagd.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de tussenkomst in de werkingsuitgaven van het Deerlijks Vormingswerk goed te keuren en hun voorschot van 1.500 euro te storten op de rekening van het Deerlijks Vormingswerk (BE03 3631  9756 4384).

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.6. Feestelijkheden - Centraal Feestcomité - nieuwjaarsreceptie burger 2025 - uitbetaling voorschot - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een voorschot uit te betalen aan het Centraal Feestcomité voor de voorziene werkingskosten aangaande de nieuwjaarsreceptie voor de burger, die plaats zal vinden op zaterdag 4 januari 2025.

Motivering

Het Centraal Feestcomité organiseert jaarlijks de nieuwjaarsreceptie voor de burger die plaatsvindt op de eerste zaterdag van de maand januari.

In haar schrijven van 2 oktober 2024 vraagt het Centraal Feestcomité om een voorschot op de werkingskosten, ten bedrage van 8.000 euro, over te schrijven op hun rekeningnummer BE68 7384 0808 0234, om de nodige betalingen te kunnen verrichten voor de levering van diensten en materialen aan de diverse personen en/ of verenigingen.

Na de nieuwjaarsreceptie bezorgt het Centraal Feestcomité een onkostennota in functie van het al dan niet opvragen of terugstorten van het saldo.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om een voorschot uit te betalen van 8.000 euro, aangaande de werkingskosten voor de nieuwjaarsreceptie voor de burger, die zal plaatsvinden op zaterdag 4 januari 2025, op het rekeningnummer BE68 7384 0808 0234 van het Centraal Feestcomité.

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.7. Feestelijkheden - Centraal Feestcomité - seniorenfeest 2024 - uitbetaling voorschot - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het voorschot van de voorziene werkingskosten voor het seniorenfeest 2024 aan het Centraal Feestcomité uit te betalen.

Motivering

Het Centraal Feestcomité organiseert jaarlijks een seniorenfeest dat normaliter plaatsvindt op de derde donderdag van de maand november.

In haar schrijven van 2 oktober 2024 vraagt het Centraal Feestcomité om een voorschot op de toelage voor het seniorenfeest 2024, ten bedrage van 2.500 euro, over te schrijven op hun rekeningnummer BE68 7384 0808 0234, voor de betaling van de showgroep die aantreedt.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om het voorschot op de toelage voor het seniorenfeest 2024, ten bedrage van 2.500 euro, uit te betalen op het rekeningnummer BE68 7384 088 0234 van het Centraal Feestcomité.

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.8. Feestelijkheden - Centraal Feestcomité - werkingskosten 2024 - uitbetaling voorschot - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een voorschot op de toelage van de werkingskosten 2024 aan het Centraal Feestcomité uit te betalen.

Motivering

Het Centraal Feestcomité staat in voor de organisatie van en medewerking aan diverse festiviteiten in de gemeente. Voor de inrichting van verschillende activiteiten moeten er betalingen of voorschotten gestort worden.

In hun schrijven van 2 oktober 2024 vraagt het Centraal Feestcomité om een voorschot op de toelage van hun werkingskosten, ten bedrage van 2.200 euro, over te schrijven op hun rekeningnummer BE68 7384 0808 0234.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om een voorschot op de toelage van de werkingskosten 2024, ten bedrage van 2.200 euro, uit te betalen op het rekeningnummer BE68 7384 0808 0234 van het Centraal Feestcomité.

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.9. Feestelijkheden - Centraal feestcomité - aankoop kostuum belleman - uitbetaling bijkomende tussenkomst in de werkingskosten - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het voorziene bedrag voor de aankoop - en onderhoudskosten van het belleman-kostuum, aan het Centraal Feestcomité, uit te betalen.

Motivering

In zitting van 12 juni 2024 besloot het college van burgemeester en schepenen de heer Jan Desimpelaere aan te stellen als Deerlijkse belleman en ging het college van burgemeester en schepenen, akkoord met de aankoop van een belleman-kostuum en accessoires, middels het toekennen van een bijkomende tussenkomst in de werkingskosten aan het Centraal Feestcomité in functie van de aankoop en het jaarlijks onderhoud.

In haar schrijven van 4 oktober 2024 vraagt het Centraal Feestcomité om het voorziene bedrag voor de aankoop- en onderhoudskosten van het belleman- kostuum, ten bedrage van 1.800 euro, over te schrijven op hun rekeningnummer BE68 7384 0808 0234.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen. Er is onvoldoende budget beschikbaar.

Het tekort aan budget is voorzien bij een eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om het voorziene bedrag in de tussenkomst in de werkingskosten voor de aankoop en het onderhoud van het belleman-kostuum, ten bedrage van 1.800,00 euro, uit te betalen op het rekeningnummer BE68 7384 0808 0234 van het Centraal Feestcomité.

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.10. Afsprakennota 2024-65 en 2024-66 - RUP kernversterking en gemeentelijke verordening (bouwcode) - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de afsprakennota's 2024-65 'opmaak RUP kernversterking' en 2024-66 'gemeentelijke verordening (bouwcode)' in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal, goed te keuren.

Motivering

De gemeenteraad keurde in zitting van 12 september 2024 het visiedocument 'Woonkaart kernversterking' als beleidsmatig gewenste ontwikkeling goed. Teneinde dit visiedocument verder juridisch te vertalen is de opmaak van een RUP met eraan gekoppeld een verordening, noodzakelijk.

Voor de opmaak van beide instrumenten maakte Leiedal telkens een afsprakennota op. Deze afsprakennota's kaderen in de zelfstandige groepering Leiedal.

Voor het uitvoeren van de opdracht wordt door Leiedal ook beroep gedaan op de expertise van een extern studiebureau stedenbouw, gespecialiseerd in het ruimtelijk instrumentarium.

De kosten (optimale procedure) voor de opmaak van het RUP kernversterking worden geraamd op 84.985,36 euro.

De kosten (optimale procedure) voor de opmaak van de gemeentelijke verordening (bouwcode) worden geraamd op 49.594,48 euro.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 55 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen keurt de afsprakennota's 2024-65 'opmaak RUP kernversterking' en 2024-66 'gemeentelijke verordening (bouwcode)' in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal, goed.

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.11. OMV 2024_89 - Waregemstraat 579 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het herbouwen van een zonevreemde woning na het slopen van de bestaande zonevreemde woning, op een perceel gelegen Waregemstraat 579 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 671 A, aangevraagd door de heer Jules Declercq wonende Waregemstraat 476 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 2 oktober 2024.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig.

Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:

●        De overloop van de infiltratieput wordt voorzien in de richting van de Waregemstraat.

●        De vrije ruimte ter hoogte van het karrenspoor dient aangelegd als bloemrijk grasland.

●        Alle groenaanplant zoals voorzien op het groenplan moet uitgevoerd worden tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.

●        De infiltratievoorziening dient deel uit te maken van de tuinaanleg en een natuurlijke vormgeving te krijgen.

Volgende stedenbouwkundige last wordt opgelegd:

●        Sloop van 2 bijgebouwen met een totale oppervlakte van 66,3 m² tot onder het maaiveld op het perceel en de vrijgekomen oppervlakte inzaaien met bloemrijk grasland.

●        Aanplant van de gemengde struikengordel bestaande uit haagbeuk en meidoorn thv rechter zijde van de achterste perceelsgrens (ten noordoosten van de woning) met een oppervlakte van 60 m² zoals aangeduid op plan.

●        Aanplant 6 solitaire bomen (Es) met formaat 8/10 zoals weergegeven op plan.

●        De opgelegde last moet uitgevoerd worden binnen het jaar na afgifte van de vergunning.

●        De financiële waarborg voor de stedenbouwkundige lasten luidt als volgt:

conform het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning artikel 77 § 1, dient de houder van de vergunning een financiële waarborg aan het lokaal bestuur van Deerlijk te verlenen alvorens met de uitvoering van de vergunning gestart wordt. De waarborg ten bedrage van 5.952 euro wordt geleverd via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas met het lokaal bestuur Deerlijk als begunstigde of door de financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.

Zodra de sloop, de aanplant en het inzaaien uitgevoerd is, dient dit aan de hand van 5 foto’s gemeld te worden aan het lokaal bestuur via omgeving@deerlijk.be met vermelding van het dossiernummer van de vergunning en de gestructureerde mededeling van de overschrijving naar de Deposito- en Consignatiekas opdat de waarborg vrijgegeven kan worden.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

●     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

●     Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

●     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 6250 m² en is gelegen langs de Waregemstraat op ongeveer 2,3 km ten noordoosten van de kern van Deerlijk. De Waregemstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een vrijstaande woning. De witgeschilderde woning bevindt zich achteraan het perceel, op de achterste perceelsgrens. De woning bestaat uit 1 bouwlaag met een hellend dak.

De omgeving is een landelijke omgeving met een residentieel karakter. Het wonen bestaat er bijna uitsluitend uit eengezinswoningen.
 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een vrijstaande eengezinswoning te bouwen na sloop van een woning met annexen met een oppervlakte van 344,5 m². De woning met annexen bevindt zich op de achterste perceelsgrens. 

De woning wordt ingeplant op 85,40 m van de rooilijn, op +/- 30 m van de rechter zijperceelsgrens en op 42 m van de linker zijperceelsgrens. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt 13,83 m. De woning heeft een breedte van 23,70 m. De diepte op het gelijkvloers bedraagt 12,70 m. De woning bestaat uit één bouwlaag met hellend dak. De kroonlijsthoogte bedraagt maximaal 3 m en de nokhoogte ligt op 7,30 m. Op het gelijkvloers bevindt zich een inkom, berging, wasplaats, bureau/hobbykamer, dubbele garage, keuken met eetplaats en zithoek. Op de verdieping worden 4 slaapkamers, 2 badkamers, 2 dressings en een berging ondergebracht. De woning wordt deels onderkelderd.

De gevels worden afgewerkt in deels geel-rood-bruin genuanceerde baksteen, deels wit gekaleide baksteen en deels houten bekleding, de dakbedekking bestaat uit grijs/zwarte dakpannen, de dakkapellen in donkere leien en het schrijnwerk is voorzien in antracietkleurig aluminium, de deuren/poorten in hout.

In de voortuin wordt een deel verhard. De toegang tot de woning wordt voorzien als een karrenspoor over een lengte van 81 m met daarnaast nog een oprit naar de woning, toegangspad en manoevreerruimte.  In de tuinzone wordt een verhoogd terras van 25 m² aangelegd. In de tuinzone worden de 2 bijgebouwen behouden. Conform de foto’s werd bijgebouw 1 opgetrokken met een plat dak, in een samenraapsel van houtsoorten en verschillende dakbedekkingen. Bijgebouw 2 heeft een lessenaarsdak en ook hier is het bijgebouw opgetrokken in heel wat verschillende materiaalsoorten.

In de achtertuin wordt een wadi voorzien in de vorm van een gracht. Deze heeft een diepte van 0,50 m en een lengte van 18,50 m. De wadi bevindt zich op 8,80 m achter de achtergevel van de woning.

In de achtertuin wordt een hoogstammige boom (wilg) gerooid.

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden op 21 augustus 2024 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het agrarisch gebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 11.4.1. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:

Agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.

Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

De aanvraag heeft geen betrekking op een professioneel uitgebaat volwaardig landbouwbedrijf zodat de aanvraag afwijkt  van de voorzieningen van het gewestplan.

De aanvraag valt onder de basisrechten voor zonevreemde constructies van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening voor wat betreft de herbouw van de zonevreemde woning waarbij artikel 4.4.14 stelt dat in alle bestemmingsgebieden de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor het herbouwen van een bestaande zonevreemde woning op een gewijzigde plaats, op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal en dat de gewijzigde plaats gemotiveerd wordt en waarbij artikel 4.4.15 stelt dat het uitbreiden vergunbaar is voor zover het bouwvolume beperkt blijft tot ten hoogste 1.000 m³ en op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal.

In het voorliggend ontwerp blijft het aantal woongelegenheden behouden en bedraagt het bouwvolume van de woning na herbouw 999,62 m³. De inplanting van de woning op een gewijzigde plaats wordt gemotiveerd vanuit het feit dat de woning dicht aansluit bij woongebied, de achterliggende percelen in overstromingsgevoelig gebied liggen en dat de afstand tot dit watergevoelig gebied door de nieuwe inplanting vergroot en de natuurlijke helling naar de achterste perceelsgrens genormaliseerd wordt.

De aanvraag voldoet aan de bepalingen van de codex en is bijgevolg in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan.

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Waregemstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen wordt ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha). Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

De dakoppervlakte watert af naar een hemelwaterput van 30.000 liter. De hemelwaterput heeft een overloop naar een infiltratievoorziening met een volume van 7112 liter en een referentieoppervlakte van 33,80 m². Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor toiletten, wasmachine en onderhoud tuin.

Hemel- en afvalwater worden gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens. De wadi heeft een overloop naar de achterliggende gracht. Gezien de overstromingsgevoeligheid van de achterliggende percelen is het noodzakelijk dat de overloop van de infiltratieput voorzien wordt in de richting van de Waregemstraat. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

De verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Erfgoedtoets

Het gebouw waaraan de werken voorzien worden, is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed "Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen: Gemeente Deerlijk" zoals opgemaakt door de Vlaamse Overheid en wordt als volgt beschreven:

“Dieper in gelegen boerenarbeiderswoning van één bouwlaag. Volume weergegeven op de Atlas der Buurtwegen (1849). Bepleisterde en geschilderde lijstgevel doorbroken door rechthoekige muuropeningen.”

Het pand heeft een lage locuswaarde. Een lage locuswaarde geldt voor gebouwen waarvan de erfgoedwaarde laag is en de andere factoren primeren. Deze gebouwen kunnen afgebroken worden. Een renovatie of sloop zijn bij deze panden een evenwaardige keuze. De erfgoedtoets voor deze panden is minimaal.

De sloop van de woning wordt gemotiveerd als volgt:

●        Te beperkte kroonlijsthoogte, hoogte deur- en raamopeningen.

●        Te grote ingrepen om de woning te laten voldoen aan de huidige eisen van woonkwaliteit en – comfort.

Deze motivatie kan bijgetreden worden.

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Functie:

Hoewel de aanvraag geen betrekking heeft op professionele activiteiten of para-agrarische activiteiten, is het herbouwen van de woning in deze lokale ruimtelijke agrarische situatie aanvaardbaar. Het ontwerp van de woning veroorzaakt geen schade aan de externe landbouwstructuren en de aanwezige agrarische dynamiek. De inrichting van de tuinzone veroorzaakt echter wel schade aan de aanwezige landbouwstructuren. Op vandaag wordt de volledige achteruitbouwzone aangewend in functie van de landbouw. Het ontwerp voorziet de inname van het kadastrale perceel waarop de woning staat ifv tuinzone. Echter zijn ook de voorliggende kadastrale percelen bestemd als woongebied met landelijk karakter waardoor dit verder verkaveld kan worden en de achteruitbouwstrook met landbouwbestemming ingesloten zal komen te liggen. Zowel de percelen rechts als links zijn met historische bebouwing voorzien tot op een soortgelijke diepte.

Het ontwerp van de woning zelf zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

Inplanting en ruimtegebruik:

De inplanting van de woning wordt gewijzigd van een afstand van +/- 97 m tov de rooilijn naar 85,40 m. Op zich heeft dat slechts een beperkte impact naar de omgeving toe. De gewijzigde inplanting zal meer aansluiten bij de inplanting van de bebouwing op de aanpalende percelen.

Door de specifieke inplanting wordt geen hinder verwacht naar de omliggende percelen.

Bouwvolume en verschijningsvorm:

Het bouwvolume wijzigt van een eenvoudig langgeveltype bestaande uit 1 bouwlaag met hellend dak naar een moderne eengezinswoning met een diversiteit aan kroonlijsthoogtes, nokhoogtes en dakvormen. Gezien de specifieke ligging tov de rooilijn en de diversiteit aan verschijningsvormen van de woningen in de directe omgeving blijft sprake van integratie in de omgeving van de nieuwbouwwoning.

Er is voldaan aan de zonevreemde basisrechten.

De nieuwbouw integreert zich door zijn materiaalgebruik (metselwerk) binnen de bestaande bebouwing.

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. Het ontwerp voorziet in een dubbele garage, dubbele oprit en een manoeuvreerruimte waardoor voldoende parkeerruimte aanwezig is om te voorzien in de eigen parkeerbehoefte.

Groen- en omgevingsaanleg:

Achter de woning wordt een terras aangelegd.

De woning beschikt over een meer dan voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen. Na de werken wordt het contact tussen de leefruimtes van de woning en de tuinzone versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt.

De toegangsweg tot de woning wordt voorzien in een karrenspoor. De ruimte tussen de sporen wordt niet verhard. Uit het dossier blijkt niet duidelijk hoe de groene inkleding voorzien wordt. Is dit een gemaaid gazon of eerder bloemrijk grasland? Gemaaid gras levert geen bijdrage aan een gezonde bodem, beter klimaat en hogere biodiversiteit. Daarom wordt als voorwaarde opgenomen dat de buitenaanleg ter hoogte van het karrenspoor dient te worden ingericht als bloemrijk grasland.

Aansluitend aan de woning en rondom het terras wordt groenaanleg voorzien. De specifieke beplanting wordt op het groenplan aangegeven. De toegangsweg tot de woning wordt aan weerszijden van het karrenspoor, op een aftands van +/- 60 m tov de rooilijn geaccentueerd door de aanplant van 8 lindenbomen.

Als voorwaarde wordt opgelegd dat de groenaanplant zoals weergegeven op het groenplan moet uitgevoerd worden tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.

Uit het fotodossier blijkt dat de 2 bijgebouwen weinig stabiliteit vertonen. Daarnaast blijkt uit de luchtfoto van 1971 (zie motivatienota) dat deze nog niet aanwezig waren. Uit niets blijkt dat er een vergunning voor deze bijgebouwen is, wat betekent dat ze niet hoofdzakelijk vergund zijn, waardoor er evenmin rechten uit geput kunnen worden. Een functiewijziging naar zonevreemd bijgebouw voor de 2 bijgebouwen heeft geen juridische basis en wordt uitgesloten van vergunning.

In de achtertuinzone wordt een lijnvormige wadi voorzien, een breedte van 1,44 m, schuine wanden (45°) en een diepte van 0,50 m tov het maaiveld. Deze vormgeving is vreemd aan de omgeving. Het is wenselijk dat de infiltratievoorziening deel uitmaakt van de tuinaanleg en een natuurlijke vormgeving krijgt. Dat wordt opgenomen als voorwaarde.

Conclusie

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§ 2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

7.12 Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

7.14 Stedenbouwkundige lasten

Overeenkomstig artikel 75 § 1, lid 2, 4° van het omgevingsvergunningsdecreet moet de bevoegde overheid bij de afgifte van een omgevingsvergunning een last opleggen wanneer het gaat om omgevingsvergunningsaanvragen waarbij toepassing gemaakt wordt van de volgende afwijkingsregels van stedenbouwkundige voorschriften van titel 4, hoofdstuk 4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:

1. De afwerkingsregel conform artikel 4.4.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
2. De basisrechten van zonevreemde constructies conform artikelen 4.4.10 tem 4.4.20 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
3. De zonevreemde functiewijzigingen conform artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Deze last vindt zijn oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de omgevingsvergunning uit de vergunning haalt en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich neemt. De voorliggende vergunningsaanvraag maakt toepassing van de basisrechten voor zonevreemde constructies conform artikel 4.4.10 tem 4.4.20 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening waardoor een stedenbouwkundige last opgelegd dient te worden.

Aangezien het bestuur niet beschikt over een stedenbouwkundige verordening voor het heffen van een financiële last, dient een last in natura opgelegd te worden.

In het dossier werd een voorstel van last in natura overgemaakt door de aanvrager. Er werd voorgesteld om te voorzien in een groenaanplant in de tuinzone. De groenaanplant bestaat uit een bostuintje, houtkant, enkele solitaire bomen en een gemengde struikengordel. Gezien de aanplant van de houtkant en gemengde struikengordel deel uitmaken van de normale inrichting van een tuin wordt hier slechts gedeeltelijk mee akkoord gegaan.
Het slopen van de bijgebouwen op het perceel, die niet meer voldoen aan de elementaire eisen van stabiliteit en opgetrokken zijn in weinig duurzame materialen, wordt tevens opgelegd als last. De aanplant van de essen zal een positieve bijdrage leveren aan de watergevoelige gronden, de aanplant van een struikengordel aan de rechter zijde van het perceel zal het zicht vanaf de straat ontnemen tov de achterliggende bedrijvigheid. Dit zal een positieve bijdrage leveren voor de gemeenschap.

Bijgevolg wordt voorgesteld volgende lasten in natura op te leggen:

●        Sloop van 2 bijgebouwen met een totale oppervlakte van 66,3 m² tot onder het maaiveld op het perceel en inzaaien met bloemrijk grasland.

●        Aanplant van de gemengde struikengordel bestaande uit haagbeuk en meidoorn thv rechter zijde van de achterste perceelsgrens (ten noordoosten van de woning) met een oppervlakte van 60 m², zoals aangeduid op plan

●        Aanplant 6 solitaire bomen (Es) met formaat 8/10 zoals weergegeven op plan. De opgelegde last moet uitgevoerd worden binnen het jaar na afgifte van de vergunning.

Voor de uitvoering van de last in natura wordt bij de afgifte van de vergunning eveneens een waarborg opgenomen. De waarborg dekt de volledig geraamde kostprijs van de lasten.  Als de uitvoering van diverse lasten financieel wordt gewaarborgd, dient één waarborg voor de totaliteit van de lasten in kwestie gehanteerd te worden, waarbij aangegeven wordt welk waarborggedeelte betrekking heeft op elke last afzonderlijk.

De financiële waarborg wordt geraamd op 5.952 euro, als volgt op te delen:

●        Last aanleg gemengde struikgordel 25 euro/m² - 60 m²: 1.500euro.

●        Last voor sloop beide bijgebouwen: 2.652 euro.

●        Aanplant 6 essen type 8/10: 6 x 300 euro/boom: 1.800 euro.

Juridische gronden

●     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●     Andere:

○     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

○     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Jules Declercq wonende Waregemstraat 476 te 8540 Deerlijk, voor het herbouwen van een zonevreemde woning na het slopen van de bestaande zonevreemde woning, op een perceel gelegen Waregemstraat 579 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 671 A, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:

●        De overloop van de infiltratieput wordt voorzien in de richting van de Waregemstraat.

●        De vrije ruimte ter hoogte van het karrenspoor dient aangelegd te worden als bloemrijk grasland.

●        Alle groenaanplant zoals voorzien op het groenplan moet uitgevoerd worden tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.

●        De infiltratievoorziening dient deel uit te maken van de tuinaanleg en een natuurlijke vormgeving krijgen.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit volgende stedenbouwkundige last op te leggen:

●        Sloop van de 2 bijgebouwen op het perceel met een totale oppervlakte van 66,3 m² tot onder het maaiveld en de vrijgekomen oppervlakte inzaaien met bloemrijk grasland.

●        Aanplant van de gemengde struikengordel bestaande uit haagbeuk en meidoorn thv rechter zijde van de achterste perceelsgrens (ten noordoosten van de woning) met een oppervlakte van 60 m², zoals aangeduid op plan.

●        Aanplant 6 solitaire bomen (Es) met formaat 8/10 zoals weergegeven op plan.

●        De opgelegde last moet uitgevoerd worden binnen het jaar na afgifte van de vergunning.

●        De Financiële waarborg voor de stedenbouwkundige lasten luidt als volgt:

conform het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning artikel 77 § 1 dient de houder van de vergunning een financiële waarborg aan het lokaal bestuur van Deerlijk te verlenen alvorens met de uitvoering van de vergunning gestart wordt. De waarborg ten bedrage van 5.952 euro wordt geleverd via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas met het lokaal bestuur Deerlijk als begunstigde of door de financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.

Zodra de sloop, de aanplant en het inzaaien uitgevoerd zijn, dient dit aan de hand van 5 foto’s gemeld te worden aan het lokaal bestuur via omgeving@deerlijk.be met vermelding van het dossiernummer van de vergunning en de gestructureerde mededeling van de overschrijving naar de Deposito- en Consignatiekas, opdat de waarborg vrijgegeven kan worden.

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.12. Aankoop aardgas en elektriciteit 2025-2028 Vlaams Energiebedrijf- goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het afsluiten van een contract voor de levering van elektriciteit en aardgas met het Vlaams Energiebedrijf, goed te keuren voor de periode 2025-2028.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 28 oktober 2020 een contract voor de aankoop van elektriciteit en aardgas bij het Vlaams Energiebedrijf goed voor de periode van 2021-2024.

Het Vlaams Energiebedrijf stelde ons op de hoogte van het aflopende contract eind 2024 en maakte een voorstel over voor een nieuw contact voor de periode 2024-2028.

Het VEB is een publieke actor die optreedt als aankoopcentrale en alle aspecten van de wetgeving overheidsopdrachten op zich neemt. Hierdoor kan de gemeente Deerlijk op een eenvoudige manier het VEB aanstellen als leverancier voor elektriciteit en aardgas, waarbij de wetgeving overheidsopdrachten wordt gerespecteerd maar waarbij de gemeente Deerlijk zelf geen overheidsopdracht hoeft te voeren.

Het VEB werkt aan de hand van een kostendekkende vergoeding. Deze wordt jaarlijks berekend en is afhankelijk van de kosten van het VEB en het verkochte volume energie.

De nieuwe overeenkomst met het VEB loopt van 1 januari 2025 tot 31 december 2028. Dit is een overeenkomst van bepaalde duur en wordt niet automatisch verlengd.

Het VEB levert 100 % groene elektriciteit, volgens de Europese definitie en zoals vastgelegd in het Energiedecreet.

Er wordt voorgesteld om voor de eigen aansluitpunten van elektriciteit en aardgas een contract af te sluiten met het Vlaams Energiebedrijf.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

●        Andere:

○        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

○        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

○        Het Decreet van 8 mei 2009 houdende de algemene bepalingen betreffende het energiebeleid (“het Energiedecreet”), het daarbij horende uitvoeringsbesluit (het “Energiebesluit”) van 19 november 2010, en latere wijzigingen.

○        De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.

○        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

○        De wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, en latere wijzigingen.

○        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

○        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

○        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

○        Het besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als een opdracht van dagelijks bestuur.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit een contract af te sluiten met het Vlaams Energiebedrijf, Havenlaan 88 te 1000 Brussel voor de levering van elektriciteit en aardgas voor de eigen aansluitpunten en deze waarvoor een mandaat werd verkregen.

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.13. Inname openbaar domein - kennisname

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.14. Woonwijs - dagelijks bestuur - verslag van 24 september 2024 - kennisname

Aanleiding en context

Het dagelijks bestuur van Woonwijs hield een vergadering op 24 september 2024.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

Motivering

De projectcoördinator vraagt in zijn mail van 30 september 2024 het verslag ter kennisgeving voor te leggen aan de colleges van burgemeester en schepenen van de vijf betrokken gemeentes.

De bijbehorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag.

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.15. Leegstand - Generaal Deprezstraat 16 - behandeling bezwaar - weigering

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.16. Leegstand - Braamakkerstraat 64 - behandeling bezwaar - weigering

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.17. Overleg gemeente - centraal kerkbestuur - verslag van 23 september 2024 - kennisname

Aanleiding en context

Het centraal kerkbestuur en de gemeente hielden een vergadering op 23 september 2024.  Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag van deze vergadering.

Motivering

Het verslag bevindt zich in bijlage. Het college van burgemeester en schepenen beschikt over een termijn van 30 dagen, die ingaat op de dag nadat de notulen zijn binnengekomen, om een besluit te schorsen indien het gemeentelijk (financieel) belang geschaad wordt.

Er is geen advies nodig.

Juridische gronden

●        Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Art. 57 en 58, § 1 Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag.

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.18. Kwartaalrapport delegaties overheidsopdrachten, betaling goedgekeurde bedragen, meer/minwerken en zwembad Aquandé - kennisname

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.19. Afvoering van ambtswege - goedkeuring

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.20. Grafconcessies - aktename verval + opstart procedure voor hernieuwing - goedkeuring

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.21. Verkiezingen 13 oktober 2024 - toevoegen van een persoon aan de kiezerslijst - goedkeuring

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

C.22. Zorg - gebruik lokaal in pand Blokker als Sintshop - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het gebruik van een lokaal in het Blokkerpand, voor de organisatie van de Sintshop, goed te keuren.

Motivering

Naar aanleiding van Sinterklaas wordt een oproep gedaan om speelgoed in te zamelen voor mensen in een kwetsbare situatie. De oproep gebeurt via diverse kanalen zoals de verschillende scholen, Kerk en Leven,... Het materiaal dat overblijft van de tweedehandsbeurs van de Gezinsbond op zaterdag 12 oktober 2024 wordt eveneens geschonken voor deze actie. Dit tweedehandsspeelgoed wordt door een groep vrijwilligers gepoetst, opnieuw op orde gezet, getest en klaargezet voor de Sintshop.

Vorig jaar werd het tweede deel van het Blokkerpand gebruikt om al het materiaal te stockeren en te herstellen. Daar werd ook de Sintshop georganiseerd. In dit tweede deel wordt er gebruikt gemaakt van materiaal van de vrijetijdsdienst zoals schraagtafels, een koffiemachine, water en spa.

Het speelgoed wordt verzameld vanaf maandag 28 oktober tot en met maandag 11 november 2024. Tijdens deze periode en erna wordt alles verder klaargemaakt voor de Sintshop.

De Sintshop wordt georganiseerd ten behoeve van mensen in een kwetsbare situatie die cliënt zijn bij het Sociaal Huis. De mensen krijgen een afspraak wanneer ze kunnen langskomen in de Sintshop.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het gebruik van het tweede deel van het Blokkerpand toe te laten voor de organisatie van de Sintshop.

Zitting van CBS van 09 OKTOBER 2024

D.1. Gemeenteraad van 24 oktober 2024 - agendapunten - verzoek agendering - goedkeuring

Aanleiding en context

De agenda van de gemeenteraad bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld.

Het college en burgemeester en schepenen wordt gevraagd de agenda voor de komende gemeenteraad te overlopen.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de voorziene punten voor de gemeenteraadszitting van 24 oktober 2024.

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om volgende punten te agenderen op de gemeenteraad van 24 oktober 2024:

OPENBARE ZITTING

●        Gemeenteraad - 12 september 2024 - notulen en audio-opname - goedkeuring

●        HVZ Fluvia - dotatie 2025 - gemeentelijke toelage - goedkeuring

●        OMV_2024064041 - Ommegangstraat 35 - verbouwen van kloostergebouw met garages tot 5 woningen met fietsenberging - sluiting openbaar onderzoek en wijziging rooilijnplan - goedkeuring

●        Aanleg fietssuggestiestroken in de Kerkstraat, Pladijsstraat, Kapelstraat en Pikkelstraat - lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen - goedkeuring

●        Gaselwest - buitengewone algemene vergadering van 19 november 2024 - goedkeuring

●        Creat Services dv - buitengewone algemene vergadering van 26 november 2024 - goedkeuring

●        Psilon - buitengewone algemene vergadering van 27 november 2024 - goedkeuring

●        Leiedal - buitengewone algemene vergadering van 28 november 2024 - goedkeuring

●        Farys ov - buitengewone algemene vergadering van 29 november 2024 - goedkeuring

●        Imog - buitengewone algemene vergadering van 29 november 2024 - goedkeuring

●        Vragen gesteld door raadsleden