DEERLIJK

12 NOVEMBER 2020

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Sandra De Leeuw-Goussey, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 28 oktober 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 28 oktober 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 28 oktober 2020 goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Doorlichting verzekeringsportefeuille stad Harelbeke en deelnemende entiteiten - gunning - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 27 oktober 2020 van stad Harelbeke betreffende de gunning van de opdracht "Doorlichting en eventuele begeleiding nieuwe overheidsopdracht verzekeringen verschillende besturen".

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 24 juni 2020 de deelname met betrekking tot de doorlichting van de verzekeringsportefeuille, georganiseerd door stad Harelbeke, goed.

 

In het kader van de doorlichting werd een bestek met nr. NH-20.011 opgesteld door mevrouw Naira Harutjunjan, Departement Facility-Aankoop van stad Harelbeke.

 

De opdracht bestaat uit volgende gedeelten:

          vast gedeelte: deelopdracht 1 - doorlichting van risico's en verzekeringen;

          voorwaardelijk gedeelte: deelopdracht 2 - voorbereiding, begeleiding en coördinatie bij de gunningsprocedure, onderhandelen met kandidaat-verzekeraars, opmaak gunningsvoorstel en controle van nieuwe polissen aan de hand van het bestek en toewijzing.

 

De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 7.272,73 euro excl. btw of 8.800,00 euro incl. 21 % btw voor alle deelnemende entiteiten samen.

 

Er wordt voorgesteld om de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Het college van burgemeester en schepenen van stad Harelbeke keurde in zitting van 14 juli 2020 het bestek, de gunningswijze en de raming goed.

 

Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 12 augustus 2020 het bestek, opgemaakt door stad Harelbeke, voor de doorlichting van de verzekeringsportefeuille van stad Harelbeke en de deelnemende entiteiten goed.

 

Volgende ondernemers werden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

          Vanbreda Risk & Benefits, Plantin en Moretuslei 297 te 2140 Borgerhout;

          AON Belgium bvba, Telecomlaan 5-7 te 1831 Diegem;

          Marsh sa, Avenue Herrmann-Debroux 2 te 1160 Oudergem;

          Risksolutions bvba, Interleuvenlaan 62 te 3001 Heverlee.

 

De offertes dienden het bestuur ten laatste te bereiken op 15 oktober 2020 om 12.00 uur.

 

De verbintenistermijn van 90 kalenderdagen eindigt op 13 januari 2021.

 

Er werd 1 offerte ontvangen van AON Belgium bvba, Telecomlaan 5-7 te 1831 Diegem (7.900,00 euro incl. btw (0 % btw)).

 

De opdracht werd door het college van burgemeester en schepenen van de stad Harelbeke op 27 oktober 2020 gegund aan de enige inschrijver, zijnde AON Belgium bvba, Telecomlaan 5-7 te 1831 Diegem, tegen het nagerekende offertebedrag van 7.900,00 euro incl. BTW (0 % btw).

 

Het gunningsbedrag is als volgt verdeeld:

          Deelopdracht 1: 3.900,00 euro incl. btw (0 % btw);

          Deelopdracht 2: 4.000,00 euro incl. btw (0 % btw).

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

          Andere:

          Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

          Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

          De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.

          De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

          Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

          Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

Budget is voorzien op jaarbudgetrekening 0190-00/61310000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN, actie GBB.

 

Het gedeelte ten laste van de gemeente wordt door de dienstverlener rechtstreeks gefactureerd aan de gemeente.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 27 oktober 2020 van stad Harelbeke om de opdracht "Doorlichting en eventuele begeleiding nieuwe overheidsopdracht verzekeringen verschillende besturen" te gunnen aan AON Belgium bvba, Telecomlaan 5-7 te 1831 Diegem, tegen het nagerekende offertebedrag van 7.900,00 euro incl. btw (0 % btw).

 

Het gunningsbedrag is als volgt verdeeld:

          Deelopdracht 1: 3.900,00 euro incl. btw (0 % btw);

          Deelopdracht 2: 4.000,00 euro incl. btw (0 % btw).

 

Artikel 2

 

Het gedeelte ten laste van de gemeente wordt door de dienstverlener rechtstreeks gefactureerd aan de gemeente.

 

Artikel 3

 

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget, op jaarbudgetrekening 0190-00/61310000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN, actie GBB.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Renovatie sportvloeren 'Sportbeuk' & 'Gaverhal' - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de lastvoorwaarden, wijze van gunnen en raming van de opdracht “Renovatie sportvloeren 'Sportbeuk' & 'Gaverhal'” te agenderen op de gemeenteraad van 26 november 2020.

 

Motivering

 

In een sporthal waar dagelijks wordt gesport, is een goede sportvloer van primordiaal belang.  Een goede sportvloer voorkomt blessures en geeft aan de sporter een gevoel van welbehagen.  Tevens wordt in Deerlijk op een hoog competitieniveau gesport.

 

De sportvloer in de Sportbeuk dateert reeds van 1992 en vertoont na 28 jaar de nodige tekenen van slijtage en ouderdom.  De sportvloer in de Gaverhal werd reeds vervangen in 2011 maar is nog steeds een geschilderde betonvloer.  Mede door de vele fuiven en evenementen zien deze vloeren enorm af en zijn de toplagen volledig afgeschuurd, wat dan weer gevaarlijk is voor blessures.  Om deze redenen zijn nieuwe sportvloeren zeker gewenst.

 

De nieuwe sportvloeren zullen, zoals de huidige, verder gebruikt worden voor de speelpleinwerking en evenementen met tafels, stoelen, karren, podia, ...

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 9 september 2020 om de vorige overheidsopdracht “Renovatie sportvloeren Gaverhal & Sportbeuk” stop te zetten.  De vooropgezette uitvoeringsdatum kon niet gehaald worden, het budget werd opgetrokken en het bestek werd specifieker uitgewerkt.

 

In het kader van de opdracht “Renovatie sportvloeren 'Sportbeuk' & 'Gaverhal'” werd een nieuw bestek met nr. 2020-25 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 181.818,18 euro excl. btw of 220.000,00 euro incl. 21 % btw (38.181,82 euro btw medecontractant).

 

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester er schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de lastvoorwaarden, wijze van gunnen en raming van de opdracht "Renovatie sportvloeren 'Sportbeuk' & 'Gaverhal'" te agenderen op de gemeenteraad van 26 november 2020.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Innovator burger en welzijn - datum indiensttreding - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Recyclagepark - terbeschikkingstelling - stopzetting - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Beslissingen algemeen directeur - oktober 2020 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de besluiten van de algemeen directeur van de maand oktober 2020.

 

Motivering

 

De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

 

De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 170 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besluiten van de algemeen directeur van de maand oktober 2020.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Verslag politiecollege - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het aan de gemeente overgemaakte verslag van het politiecollege.

 

Motivering

 

Het verslag van het politiecollege van 23 oktober 2020 werd overgemaakt aan de gemeente.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

          Imog - verslag van de Raad van Bestuur van 15 september 2020

          Imog - verslag van de Raad van Bestuur van 30 september 2020

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

IMOG - buitengewone algemene vergadering van 15 december 2020 - agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

IMOG (Intergemeentelijke maatschappij voor openbare gezondheid in Zuid-West-Vlaanderen) nodigt de gemeente uit tot het bijwonen van haar buitengewone algemene vergadering die plaatsvindt op dinsdag 15 december 2020 om 19.30 uur in de bedrijfszetel te Harelbeke, Kortrijksesteenweg 264.

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de uitnodiging, de agendapunten te overlopen en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken deze materie te agenderen op de gemeenteraadszitting van 26 november 2020.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de agenda met volgende punten:

 

1)      Strategie, beleidsplan en actieplan 2021

2)      Begroting 2021

3)      Statutaire benoeming raadslid Avelgem

4)      Aanpassen bijlagen statuten ifv intergemeentelijke recyclageparken

5)      Varia

 

In de gemeenteraadszitting van 28 februari 2019 werd de heer Matthias Vanneste aangesteld als effectief vertegenwoordiger voor de (buitengewone) algemene vergaderingen van Imog tijdens de legislatuur 2019-2024. De heer Louis Haerinck werd aangesteld als plaatsvervangend vertegenwoordiger.

 

De financieel directeur verleende op 30 oktober 2020, positief advies.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt op de agenda van de gemeenteraad van 26 november 2020 te plaatsen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

PSILON - buitengewone algemene vergadering van 15 december 2020 - agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

PSILON (Intergemeentelijke Vereniging voor Crematoriumbeheer in Zuid-West-Vlaanderen) nodigt de gemeente uit tot het bijwonen van de buitengewone algemene vergadering die plaatsvindt op dinsdag 15 december 2020 om 18.00 uur in de aula van crematorium UITZICHT, Ambassadeur Baertlaan 5 te Kortrijk.

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de uitnodiging, de agendapunten te overlopen en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken deze materie te agenderen op de gemeenteraadszitting van 26 november 2020.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de agenda met volgende punten:

 

1)      Vaststelling werkprogramma 2021

2)      Vaststelling begroting 2021

 

In de gemeenteraadszitting van 28 februari 2019 werd mevrouw Marleen Prat aangesteld als effectief vertegenwoordiger en de heer Bert Schelfhout als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van PSILON.

 

De financieel directeur verleende op 30 oktober 2020, positief advies.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt op de agenda van de gemeenteraad van 26 november 2020 te plaatsen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Verkaveling innewaarts Tapuitstraat - naambepaling straten - vraag voorstel Heemkring - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Er komt een nieuwe verkaveling innewaarts de Tapuitstraat. Daarbij dienen 5 nieuwe straatnamen vastgesteld te worden.

 

Motivering

 

Bij het vaststellen van de naam van openbare wegen en pleinen of het wijzigen van deze naam wordt bij voorkeur geput uit gegevens van de plaatselijke geschiedenis, het kunst- en cultuurleven, de toponymie en volkskunde.

 

In aanmerking komen enkel de namen vanuit historisch, wetenschappelijk of algemeen-maatschappelijk oogpunt belangrijke figuren.

 

Hierbij wordt de voorkeur gegeven aan figuren die voor de gemeente of voor de onmiddellijke omgeving van betekenis zijn geweest.

 

Alleen de gemeenteraad is bevoegd om de naam van openbare wegen en pleinen vast te stellen of te wijzigen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Decreet tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen van 28 januari 1977.

          Art. 41, § 2, 9° Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Deze beslissing gaat over het verzoek zelf tot advies aan de Heemkring Dorp en Toren.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de Heemkring 'Dorp en Toren' te vragen voorstellen van naam te formuleren en hierbij aandacht te hebben voor vrouwelijke namen.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om de voorstellen van de Heemkring 'Dorp en Toren' te agenderen op de gemeenteraad.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Zwembad - offertes en raamcontracten - week 46 - 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de offertes met betrekking tot bestellingen en raamcontracten in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem - Deerlijk goed te keuren.

 

Motivering

 

FARYS/TMVW legt offertes voor bestellingen en raamcontracten in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-Deerlijk steeds ter goedkeuring voor aan beide gemeenten.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft hiertoe het budgethouderschap.

 

Volgende offertes voor bestellingen worden ter goedkeuring voorgelegd:

 

          Hubau, factuur ter kennisgeving:

          Dranken cafetaria openingsreceptie zwembad: 448,40 euro, excl. btw

 

Volgende nieuwe raamcontracten worden ter goedkeuring voorgelegd:

 

          Telenet, contract Telenet:

          MSA telefooncentrale - extended business hours: 360,00 euro/jaar, excl. btw

 

          Statamat, offerte:

          Jaarlijks onderhoud brandbestrijdingsmiddelen: 222,19 euro/jaar, excl. btw

(enkel voor 2020 en 2021, daarna via RO FARYS)

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

Jaarlijkse kosten: 582,19 euro, excl. btw (waarvan aandeel Deerlijk: 291,095 euro, excl. btw)

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de offertes voor de bestellingen en nieuwe raamcontracten, zoals hierboven aangegeven, goed te keuren in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-Deerlijk.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Onderwijs - overeenkomst met Vrije Basisschool Sint-Lodewijk voor opvang van schoolkinderen tijdens extra dagen herfstvakantie 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de overeenkomst tussen de gemeente Deerlijk en de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk inzake opvang van schoolkinderen tijdens de extra dagen herfstvakantie op 9, 10, 12 en 13 november 2020 goed te keuren.

 

Motivering

 

De Vlaamse scholen blijven op 9, 10, 12 en 13 november vier extra dagen gesloten om de coronacrisis mee het hoofd te bieden. Samen met de herfstvakantie en Wapenstilstand ontstaat zo een langere periode waarin het virus minder kansen krijgt. Voor sommige ouders is het niet gemakkelijk om voor die extra dagen kinderopvang te regelen. Daarom voorziet de Vlaamse Regering opnieuw 30 euro per dag per kind voor de lokale besturen die ervoor kiezen om bijkomend opvangaanbod in regie te creëren. De Vlaamse Regering grijpt daarbij terug naar de oplossing die goed heeft gewerkt in het voorjaar 2020, met een goede samenwerking tussen de lokale besturen, de verschillende (buitenschoolse) opvanginitiatieven en de scholen. Dit betekent dus dat de volgende basisprincipes opnieuw gelden:

 

1)      Het mengen van bubbels moet maximaal vermeden worden. Aan de ouders wordt gevraagd dat ze hun kinderen zo veel mogelijk thuis opvangen en contact met anderen, en zeker met kwetsbaren, vermijden.

 

2)      Niet alle ouders vinden een oplossing in eigen netwerk, maar hebben wel opvangnood (bv. zorgpersoneel, kwetsbare gezinnen, …). Indien blijkt dat door een flexibele inzet van het reguliere aanbod, met alle bestaande middelen, niet alle opvangnoden kunnen worden beantwoord, zijn de lokale besturen het best geplaatst om vanuit de regierol de resterende pistes te onderzoeken.

 

3)      Het bijkomend opvangaanbod wordt gecreëerd door de lokale besturen zelf of door andere lokale actoren (buitenschoolse opvang, jeugdwerkinitiatieven, sportinitiatieven, …), die daarvoor zullen worden vergoed door het lokaal bestuur (zie punt 4). Het lokaal bestuur sluit desgevallend met de andere lokale actoren een overeenkomst voor opvang af. Ook de scholen kunnen vrijwillig een inbreng doen.

 

4)      De wijze van financieren is identiek als deze voor de noodopvang tijdens het voorjaar. Het gaat dus over financiering aan de lokale besturen van bijkomend kosteloos opvangaanbod

          voor de inzet van personeel: 20 euro per effectief opgevangen kind per volledige dag en 10 euro per effectief opgevangen kind per halve dag;

          voor de inzet van infrastructuur: 10 euro per effectief opgevangen kind per dag.

Over de wijze van aanvraag en uitbetaling wordt later gecommuniceerd.

 

5)      De opvang geldt voor alle kinderen die naar het basisonderwijs gaan waarvoor opvang noodzakelijk is (zie punt 1). De Vlaamse Regering zal voor het overige geen subsidievoorwaarden opleggen omtrent de kinderen die in aanmerking komen. Lokale besturen en opvanginitiatieven kunnen wel op basis van noden en mogelijkheden een prioritering opmaken. Zij kennen hun gezinnen en kunnen de inschatting zelf maken.

 

6)      De opvang wordt zoveel als mogelijk georganiseerd volgens de geldende kwaliteitsvoorwaarden. Daarbij moet maximaal rekening gehouden worden met de richtlijnen uit het draaiboek rond de organisatie van opvang voor schoolgaande kinderen van het Agentschap Opgroeien.

 

De Vrije Basisschool Sint-Lodewijk gaf aan extra opvangaanbod te willen en kunnen organiseren op 9, 10, 12 en 13 november 2020, voor in totaal 45 kinderen gespreid over de vier dagen. Ter invulling van haar regierol dient de gemeente Deerlijk een overeenkomst aan te gaan tussen de gemeente Deerlijk en de Vrije Basischool Sint-Lodewijk inzake opvang van schoolkinderen op 9, 10, 12 en 13 november 2020. Deze overeenkomst is de basis voor het verkrijgen van de projectsubsidie. De projectsubsidie komt ten goede aan de lokale actor die het bijkomend opvangaanbod creëert, in dit geval de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk. In uitvoering van de overeenkomst wordt de projectsubsidie geprefinancierd door de gemeente Deerlijk, waarna de gemeente Deerlijk een projectsubsidieaanvraag dient te richten tot de Vlaamse Overheid. Over de wijze van aanvraag en uitbetaling wordt aldus de Vlaamse Regering later gecommuniceerd.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2020 tot toekenning van een projectsubsidie ter compensatie van de kosten voor opvang van schoolkinderen tijdens de schooluren

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

1.350 euro

 

Er is geen budget voorzien.

 

Het budget ter prefinanciering (na voorleggen uiterlijk op 1 december 2020 van een overzicht van het totaal aantal effectief opgevangen kinderen in het kader van de opvang die bijkomend werd georganiseerd) zal worden afgenomen van jaarbudgetrekening GBB/0705-00/60000000 (aankoop goederen voor verkoop - cultuur), en na ontvangst van de projectsubsidie vanuit de Vlaamse Overheid terug bijgepast worden door middel van budgetverschuiving.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen keurt de overeenkomst tussen de gemeente Deerlijk en de Vrije Basisschool Sint-Lodewijk inzake opvang van schoolkinderen tijdens de extra dagen herfstvakantie op 9, 10, 12 en 13 november goed.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Onderwijs - overeenkomst met Kinderboerderij Bokkeslot voor opvang van schoolkinderen tijdens de extra dagen herfstvakantie 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de overeenkomst tussen de gemeente Deerlijk en Kinderboerderij Bokkeslot vzw inzake opvang van schoolkinderen tijdens de extra dagen herfstvakantie op 9, 10, 12 en 13 november 2020 goed te keuren.

 

Motivering

 

De Vlaamse scholen blijven op 9, 10, 12 en 13 november vier extra dagen gesloten om de coronacrisis mee het hoofd te bieden. Samen met de herfstvakantie en Wapenstilstand ontstaat zo een langere periode waarin het virus minder kansen krijgt. Voor sommige ouders is het niet gemakkelijk om voor die extra dagen kinderopvang te regelen. Daarom voorziet de Vlaamse Regering opnieuw 30 euro per dag per kind voor de lokale besturen die ervoor kiezen om bijkomend opvangaanbod in regie te creëren. De Vlaamse Regering grijpt daarbij terug naar de oplossing die goed heeft gewerkt in het voorjaar 2020, met een goede samenwerking tussen de lokale besturen, de verschillende (buitenschoolse) opvanginitiatieven en de scholen. Dit betekent dus dat de volgende basisprincipes opnieuw gelden:

1)      Het mengen van bubbels moet maximaal vermeden worden. Aan de ouders wordt gevraagd dat ze hun kinderen zo veel mogelijk thuis opvangen en contact met anderen, en zeker met kwetsbaren, te vermijden.

 

2)      Niet alle ouders vinden een oplossing in eigen netwerk, maar hebben wel opvangnood (bv. zorgpersoneel, kwetsbare gezinnen, …). Indien blijkt dat door een flexibele inzet van het reguliere aanbod, met alle bestaande middelen, niet alle opvangnoden kunnen worden beantwoord, zijn de lokale besturen het best geplaatst om vanuit de regierol de resterende pistes te onderzoeken.

 

3)      Het bijkomend opvangaanbod wordt gecreëerd door de lokale besturen zelf of door andere lokale actoren (buitenschoolse opvang, jeugdwerkinitiatieven, sportinitiatieven, …), die daarvoor zullen worden vergoed door het lokaal bestuur (zie punt 4). Het lokaal bestuur sluit desgevallend met de andere lokale actoren een overeenkomst voor opvang af. Ook de scholen kunnen vrijwillig een inbreng doen.

 

4)      De wijze van financieren is identiek als deze voor de noodopvang tijdens het voorjaar. Het gaat dus over financiering aan de lokale besturen van bijkomend kosteloos opvangaanbod

          voor de inzet van personeel: 20 euro per effectief opgevangen kind per volledige dag en 10 euro per effectief opgevangen kind per halve dag;

          voor de inzet van infrastructuur: 10 euro per effectief opgevangen kind per dag.

Over de wijze van aanvraag en uitbetaling wordt later gecommuniceerd.

 

5)      De opvang geldt voor alle kinderen die naar het basisonderwijs gaan en waarvoor opvang noodzakelijk is (zie punt 1). De Vlaamse Regering zal voor het overige geen subsidievoorwaarden opleggen omtrent de kinderen die in aanmerking komen. Lokale besturen en opvanginitiatieven kunnen wel op basis van noden en mogelijkheden een prioritering opmaken. Zij kennen hun gezinnen en kunnen de inschatting zelf maken.

 

6)      De opvang wordt zoveel als mogelijk georganiseerd volgens de geldende kwaliteitsvoorwaarden. Daarbij moet maximaal rekening gehouden worden met de richtlijnen uit het draaiboek rond de organisatie van opvang voor schoolgaande kinderen van het Agentschap Opgroeien.

 

Kinderboerderij Bokkeslot vzw gaf aan extra opvangaanbod te willen en kunnen organiseren op 9, 10, 12 en 13 november 2020, voor telkens maximaal 40 kinderen. Ter invulling van haar regierol dient de gemeente Deerlijk een overeenkomst aan te gaan tussen de gemeente Deerlijk en Kinderboerderij Bokkeslot vzw inzake opvang van schoolkinderen op 9, 10, 12 en 13 november 2020. Deze overeenkomst is de basis voor het verkrijgen van de projectsubsidie. De projectsubsidie komt ten goede aan de lokale actor die het bijkomend opvangaanbod creëert, in dit geval Kinderboerderij Bokkeslot vzw. In uitvoering van de overeenkomst wordt de projectsubsidie geprefinancierd door de gemeente Deerlijk, waarna de gemeente Deerlijk een projectsubsidieaanvraag dient te richten tot de Vlaamse Overheid. Over de wijze van aanvraag en uitbetaling wordt aldus de Vlaamse Regering later gecommuniceerd.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2020 tot toekenning van een projectsubsidie ter compensatie van de kosten voor opvang van schoolkinderen tijdens de schooluren

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

4.800 euro

 

Er is geen budget voorzien.

 

Het budget ter prefinanciering (na voorleggen uiterlijk op 1 december 2020 van een overzicht van het totaal aantal effectief opgevangen kinderen in het kader van de opvang die bijkomend werd georganiseerd) zal worden afgenomen van jaarbudgetrekening GBB/0705-00/60000000 (aankoop goederen voor verkoop - cultuur), en na ontvangst van de projectsubsidie vanuit de Vlaamse Overheid terug bijgepast worden door middel van budgetverschuiving.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen keurt de overeenkomst tussen de gemeente Deerlijk en Kinderboerderij Bokkeslot vzw inzake opvang van schoolkinderen tijdens de extra dagen herfstvakantie op 9, 10, 12 en 13 november, goed.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Jeugdraad - verslagen van 6 september 2020 en 4 oktober 2020 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

De jeugdraad hield een vergadering op zondag 6 september 2020 en zondag 4 oktober 2020.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van deze verslagen.

 

Motivering

 

Het verslag van de vergadering op zondag 6 september 2020 werd goedgekeurd in een volgende zitting van zondag 4 oktober 2020.

 

Het verslag van de vergadering op zondag 4 oktober 2020 werd goedgekeurd in een volgende zitting van zondag 1 november 2020.

 

De bijhorende toelichting is te vinden in de verslagen in bijlage.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de goedgekeurde verslagen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Animatorenvergoedingen gemeentelijk speelplein - herfstvakantie 2020 - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Deerlijk Wintert - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het lockdownproof winteraanbod van de vrijetijdsdiensten goed te keuren.

 

Motivering

 

Gezien de onlangs verscherpte maatregelen, zochten de vrijetijdsdiensten naar een alternatief aanbod zonder publieksmomenten. Met dit aanbod willen de vrijetijdsdiensten de Deerlijkse burger toch aanmoedigen om thuis of met hun bubbel hun vrije tijd op een fijne en creatieve manier te besteden. Hierbij wordt maximaal ingezet op beleving en het kleinschalige.

 

Het aanbod bestaat uit:

          verschillende uitgestippelde wandelroutes met telkens een aparte invulling:

          Erfgoedwandeling (Deerlijk vroeger en nu, met foto's van hoe het er vroeger uit zag langs deze route)

          Buggywandeling

          Gezinswandeling met opdrachten

          Fotozoektochten

          Inzet op sociale media maximaliseren:

          elke week een gedicht door een Deerlijkse dichter

          elke vrijdag een '#thuistip' (livestreams concerten, filmtips, series, digitaal museumbezoek,...)

          viertal filmtips met een video die als inleiding/duiding kan dienen (i.s.m. Davidsfonds)

          Leesstraten: idem als Deerlijk Zomert, maar met kerst- en winterverhalen

          Veisters: idem als Deerlijk Zomert, maar in samenwerking met de Deerlijkse illustratrice Annelies Fraeyman bieden we gratis sjablonen aan waarmee mensen thuis aan de slag kunnen. Raamstiften zijn gratis te lenen bij de bibliotheek.

          Winterfigurenzoektocht: doorheen de gemeente worden een 20-tal houten winterfiguren verstopt. Met een bijhorend kaartje wordt een zoektocht ingericht.

          Workshops: op de gemeentelijke website verwijzen we naar twee aanbieders van workshops die je thuis met het gezin kan doen.

          Das Kunst

          Game of Toddlers

          Sportaanbod: in samenwerking met het Deerlijkse PROFITT plaatsen we op de gemeentelijke website enkele filmpjes waarmee er thuis gesport kan worden. Dit zijn telkens workouts van een halfuurtje.

          Cadeauconcertjes: via de gemeentelijke website kan een concertje aangevraagd worden op een adres en moment naar keuze, om cadeau te doen. De cultuurdienst zorgt voor een muzikant die enkele nummers op de stoep gaat spelen, op het gekozen adres. Zo stimuleren we onze Deerlijkse muziekscene en stimuleren we op een veilige manier toch (live) cultuurbeleving. Dit is onder voorbehoud van een uitgewerkt draaiboek met positief advies van de preventieadviseur en noodplanningsambtenaar, en het vinden van voldoende bereidwillige Deerlijkse muzikanten. Zoniet wordt de cadeauconcertjes niet weerhouden in het lockdownproof winteraanbod.

 

Het volledige voorgestelde programma is uiteraard onder algemeen voorbehoud van eventueel nieuwe, nog strengere maatregelen die deze niet langer mogelijk of wenselijk maken.

 

De komende weken wordt dit programma verder uitgewerkt door de vrijetijdsdiensten. Vanaf 16 november 2020 is dit te vinden op de website van de gemeente.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het lockdownproof programma 'Deerlijk Wintert' van de gemeentelijke vrijetijdsdiensten, onder voorbehoud van eventueel nieuwe nog strengere maatregelen waardoor dit programma niet langer mogelijk wordt, goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Regionale ruimtelijke energiestrategie en SECAP (Sustainable Energy and Climate Action Plan) - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de studiebundel 'Regionale ruimtelijke energiestrategie' en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de regionale ruimtelijke energiestrategie en het SECAP (Sustainable Energy and Climate Action Plan) te agenderen op de gemeenteraad van 26 november 2020.

 

Motivering

 

Het klimaat verandert en dat voelen we. Warmterecords sneuvelen, hittegolven volgen elkaar op, droogte én regenval worden extremer. Op 18 juni 2019 publiceerde de Europese Commissie haar analyse van de nationale energie- en klimaatplannen met het oog op de doelstellingen voor 2030. De conclusie? België scoort bijzonder laag en de lat moet veel hoger.

 

In Zuid-West-Vlaanderen ondertekenden de 13 burgervaders het vernieuwde Burgemeestersconvenant. Een CO₂-reductie van 40 % tegen 2030 is een stevige uitdaging: ondanks diverse inspanningen strandden we in 2017 op een daling van 11,2 % ten opzichte van 2005.

 

Tijd dus voor actie. Naar aanleiding van het engagement dat we als regio zijn aangegaan in het kader van het vernieuwde Burgemeestersconvenant werd in het afgelopen jaar, samen met de lokale besturen, een regionale actietabel opgemaakt – het SECAP (Sustainable Energy and Climate Action Plan). Gelijktijdig organiseerde Leiedal in het voorjaar van 2019 voor iedere stad en gemeente een energieworkshop. De resultaten van deze workshops werden gebundeld in de brochure “Een ruimtelijke energiestrategie voor Zuid-West-Vlaanderen”. Met deze energiestrategie werd becijferd hoe de regio de doelstellingen van het Burgemeestersconvenant kan halen, net door kansen voor hernieuwbare energie en duurzame warmte in kaart te brengen. 

 

De gelijktijdigheid waarmee de regionale energiestrategie en het SECAP werden opgemaakt, heeft ervoor gezorgd dat beide documenten volledig op elkaar werden afgestemd. Waar de regionale ruimtelijke energiestrategie echter uitsluitend mitigatie meeneemt, capteert het SECAP ook adaptieve maatregelen.

 

De definitieve documenten, nl. het SECAP (inclusief adhesion form), de studiebundel en de folder en brochure van de energiestrategie, worden als bijlage toegevoegd aan dit punt.

 

Het college van burgemeester en schepenen nam kennis van een voorontwerp van de regionale ruimtelijke energiestrategie in zitting van 16 oktober 2019. Op 2 september 2020 werd het college van burgemeester en schepenen om feedback verzocht op de regionale ruimtelijke energiestrategie en het energie- en klimaatactieplan (burgmeestersconvenant 2030).

 

De volgende documenten moeten ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad:

          regionale ruimtelijke energiestrategie: brochure en folder;

          het SECAP (Sustainable Energy and Climate Action Plan);

          de door de burgemeester te ondertekenen adhesion form.

 

De studiebundel van de regionale ruimtelijke energiestrategie wordt ter kennisname op het college van burgemeester en schepenen gebracht maar wordt niet voorgelegd aan de gemeenteraad omdat dit document nog niet bevestigde cijfers bevat alsook acties waarop nog niet volledig is toegezegd.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad de volgende documenten ter goedkeuring aan de gemeenteraad van 26 november 2020, voor te leggen:

          regionale ruimtelijke energiestrategie: brochure en folder;

          het SECAP (Sustainable Energy and Climate Action Plan);

          de door de burgemeester te ondertekenen adhesion form.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de studiebundel 'regionale ruimtelijke energiestrategie'.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Kadastrale percelen binnen het provinciaal domein De Gavers - schrapping risicogrond - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen voor de schrapping van een risicogrond van de gemeentelijke inventaris, gelegen in het provinciaal domein De Gavers op het grondgebeid van de gemeente Deerlijk, met als kadastrale omschrijving afdeling 2, sectie C nummers 605 A, 603 G en 602 A.

 

Motivering

 

Op 3 november 2020 werd een elektronisch schrijven ontvangen vanuit de provincie West-Vlaanderen. Het betreft een gemotiveerde verklaring tot schrapping van 3 percelen met als kadastrale omschrijving afdeling 2, sectie C nummers 605 A, 603 G en 602 A.

Deze percelen behoren toe tot het provinciaal domein De Gavers. De Vlarebo cat A slaat op een smeerput die gelegen was in het Bloso gebouw dat nu afgebroken is. In kader van het stopzetten van deze activiteiten (+ afbraak van het gebouw) is er een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd in 2014 en 2016 voor percelen op grondgebied van de gemeente Harelbeke. De smeerput met verplicht onderzoek cat. A was gesitueerd op een perceel op het grondgebied van gemeente Harelbeke. De percelen waarvoor nu een schrapping aangevraagd wordt, zijn opgenomen in de vergunning omdat ze behoren tot het domein De Gavers maar op deze percelen zijn nooit risicoactiviteiten uitgevoerd of bevinden zich geen riscioactiviteiten en is er zodoende ook geen Vlarebo-onderzoeksplicht op deze percelen.

Op 5 november 2020 werd door de dienst omgeving - milieu een administratief onderzoek gevoerd waaruit blijkt dat er voldoende kan aangetoond worden dat er in werkelijkheid geen risicoactiviteiten hebben plaatsgevonden op de percelen in kwestie en deze dus onterecht opgenomen werden in de gemeentelijk inventaris voor risicopercelen.

 

Er zijn geen externe adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 en § 3, 7° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 7, § 1 Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

          het advies van de dienst omgeving - milieu te volgen en de percelen, kadastraal gekend als afdeling 2, sectie c, nummers 605 A, 603 G en 602 A, te schrappen als risicoperceel;

          deze beslissing over te maken aan OVAM.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

OMV_2020075668 - Vichtesteenweg/Breestraat - herinrichting kruispunt - sluiting openbaar onderzoek, rooilijnplan gemeenteweg en zaak der wegen - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

OMV 2020_155 - Beverenstraat 46A - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen van het bestaande magazijn, werkplaats en twee garages, op een perceel gelegen Beverenstraat 46A en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 201 S en (afd. 1) sectie A 202 X4 aangevraagd door mevrouw Els Vanden Broucke wonende Tulpenlaan 233 te 8540 Deerlijk en mevrouw Hilde Vanden Broucke wonende Beverenstraat 52 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  30 oktober 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

        Er moet voldoen worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is wel in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Vergunning afgeleverd op 5 oktober 1950 voor het bouwen van een kleine weverij achter de woning.

        Vergunning afgeleverd op 5 maart 1957 voor het uitbreiden van de fabriek

        Vergunning afgeleverd op 31 december 1959 voor het bouwen van een overdekte werkplaats en garage

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 oktober 1966 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een werkplaats.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 april 1971 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een werkplaats (wijziging).

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 oktober 1986 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 4 garages.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 juli 1999 door de Vlaamse Regering voor het oprichten van een smidse en hal, het afbreken van bestaande gebouwen en het vernieuwen van de gevel (regularisaties).

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 juli 1999 door de Vlaamse Regering voor het oprichten van een opslagplaats voor grondstoffen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 juni 2007 door het college van burgemeester en schepenen voor het afbreken van een metalen zendmast.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 maart 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van een loods en een afdak.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 10 september 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een garage bij de bestaande woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 1 oktober 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een tuinhuis van 27,8 m² en het regulariseren van een houten afsluiting.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 juli 2011 door het college van burgemeester en schepenen voor het verwijderen van vrijstaande metalen sylo’s en eterniet en het plaatsen van metalen bardageplaaten aan de voorgevel van de loods.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende pré-Vlarem dossiers zijn gekend op het goed:

-          Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 16 november 1951 voor het uitbaten van een weverij

-          Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 25 juli 1968 voor het uitbaten van een betonwerkerij-bouwstoffen

-          Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 27 januari 1972 voor het vervaardigen van waterputten en betonproducten

-          Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 29 augustus 1985 voor het aanmaken van betonproducten

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        milieuvergunning afgeleverd op 15 oktober 1997 op proef en op 12 maart 1998 ongunstig voor het vervaardigen van betonproducten.

        Melding waarvan akte genomen werd op 22 juli 1998 voor het opslaan, tentoonstellen en verkopen van betonproducten en bouwmaterialen.

        milieuvergunning afgeleverd op 18 mei 2005 voor een bodemsaneringsproject met afvalwaterzuiveringsinstallatie en boven grondwaterwinningsput.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Beverenstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Beverenstraat wordt gekenmerkt door een bebouwing met gedifferentieerde typologieën en verschijningsvormen. Aan de overzijde van de weg zijn zowel woningen (vrijstaande als rijwoningen), appartementen als industriële gebouwen aanwezig en aan de zijde van de aanvraag zowel vrijstaande, halfopen als gesloten woningen en enkele appartementsgebouwen. Aan de achterzijde paalt de eigendom eveneens aan de Tulpenlaan. Een omgeving die gekenmerkt wordt door een residentiële bebouwing met in hoofdzaak vrijstaande eengezinswoningen.

De eigendom van de aanvrager betreft een voormalig bedrijfssite voor de productie van beton. Doordat de productie van de betonproducten geherlocaliseerd werd, zijn de bedrijfsgebouwen op heden niet meer dienstig.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft betrekking op de sloop van een magazijn, een werkplaats en 2 garages. De sloop wordt gemotiveerd vanuit het feit dat de bestaande gebouwen hun functie verloren, niet meer geschikt zijn voor nieuwe activiteiten en bijgevolg teneinde leegstand en verwaarlozing van de site te voorkomen.

Het magazijn heeft een bebouwde oppervlakte van 468,15 m² en een bebouwd volume van 2.808,90 m³. Het betreft een volume met één bouwlaag met zadeldak en is opgebouwd uit een betonstructuur en metselwerk in betonblokken.

De aanpalende werkplaats heeft een bebouwde oppervlakte van 375,87 m² en volume van 1.605,023 m³. Het betreft een volume met één bouwlaag met in hoofdzaak een zadeldak en is opgebouwd uit een structuur met betonnen en metalen kolommen, metselwerk in betonblokken en een dakconstructie in hout.

De garages hebben een bebouwde oppervlakte van 53,40 m² en volume van 124,155 m³. Het betreft een volume met één bouwlaag en zeer licht hellend dak.

Het magazijn en werkplaats werden aangebouwd tegen een bestaande loods Beverenstraat 44. Na de afbraak wordt het oorspronkelijk gabarit van het aanpalende gebouw in zijn oorspronkelijke staat hersteld en worden de verankeringspunten in de gemene muur verwijderd en opnieuw opgemetst.

De bestaande buitenverhardingen blijven behouden

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaar werden op 29 september 2020 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de sloop van bestaande bedrijfsgebouwen zodat de aanvraag in overeenstemming is met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Beverenstraat en de Tulpenlaan voldoende uitgeruste openbare wegen zijn. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het slopen van verouderde bedrijfsgebouwen die niet meer voldoen aan de hedendaagse eisen voor bedrijfsgebouwen. De terreinen zullen (voorlopig) onbebouwd blijven. De te slopen garage ligt op een bouwkavel die ontsluit op de Tulpenlaan zodat na sloop van de garage een onbebouwd bouwlot ontstaat. De sloop van de gebouwen zal een positieve impact hebben op de waterhuishouding gezien de locatie onverhard blijft na sloping. De vrijgekomen zijgevel op de perceelsgrens zal hersteld worden in zijn oorspronkelijke staat en verschijningsvorm.

In functie van de afwerking van het terrein en het beperken van mogelijke hinder dienen echter wel volgende voorwaarden nageleefd te worden:

-          Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

-          Er moet voldoen worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

-          Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

-          Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

-          Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

7.14     Sloopopvolgingsplan

Aangezien een niet-residentieel gebouw met een totaal bouwvolume van meer dan 1.000 m³ gesloopt wordt, is een sloopopvolgingsplan noodzakelijk. Het sloopopvolgplan is toegevoegd aan het aanvraagdossier zodat geen verdere voorwaarden opgelegd moeten worden.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Els Vanden Broucke wonende Tulpenlaan 233 te 8540 Deerlijk en mevrouw Hilde Vanden Broucke wonende Beverenstraat 52 te 8540 Deerlijk, voor het slopen van het bestaande magazijn, werkplaats en twee garages, op een perceel gelegen Beverenstraat 46A en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 201 S en (afd. 1) sectie A 202 X4, mits te voldoen aan volgende voorwaarden:

        Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

        Er moet voldoen worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk, inzonderheid i.v.m. het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

OMV 2020_154 - De Cassinastraat 13 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van de bestaande eengezinswoning, op een perceel gelegen De Cassinastraat 13 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 68 K5 aangevraagd door de heer en mevrouw De Paepe - Vanderbeken wonende Rootland 6 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  30 oktober 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De aanleg van de riolering mag een toekomstige ontwikkeling op het onbebouwde perceel naast de woning conform het RUP, zijnde de gesloten bebouwing vervolledigen, niet hypothekeren.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Gavers, zoals definitief vastgesteld bij gemeenteraadsbeslissing van 26 mei 2016.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gemeentelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is wel in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 januari 1992 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen en uitbreiden van de bestaande woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de De Cassinastraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De De Cassinastraat wordt gekenmerkt door eengezinswoningen aan de ene zijde van de weg en een bedrijfssite in herontwikkeling aan de overzijde van de weg. De woningen in de straat zijn hoofdzakelijk van het gesloten bebouwingstype en bestaan uit hoofdvolumes van 2 bouwlagen met hellende daken en achterliggende nevenvolumes.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst de bestaande woning te verbouwen en uit te breiden. Het bestaande hoofdvolume van de woning blijft behouden. De aangebouwde garage aan de rechterzijde en de bestaande veranda en aanbouw aan de achterzijde worden gesloopt. Na sloping van deze bestaande constructies wordt een uitbreiding van de woning gerealiseerd. Het hoofdvolume wordt op de plaats van de garage uitgebreid met een nieuw volume bestaand uit 2 bouwlagen afgewerkt met een zadeldak met een kroonlijsthoogte van 6,03 m en een nokhoogte van 10,63 m. De diepte van dit nieuwe hoofdvolume bedraagt 9,03 m. Dit nieuwe hoofdvolume vormt één geheel met het bestaande hoofdvolume zowel qua gabarit, hoogtes als diepte. Aan de achterzijde, over de volledige breedte van dit nieuwe hoofdvolume zijnde met een breedte van 9,71 m, wordt een nieuw nevenvolume opgetrokken. Het nevenvolume heeft een diepte van 5,40 m. Het wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 3,05 m. Na verbouwing en uitbreiding bevinden zich op het gelijkvloers de inkomhal met toilet, de keuken, eetruimte, zitruimte en een inpandige garage. Op de verdieping worden 3 slaapkamers en een badkamer ingericht. De gevels van het bestaande hoofdvolume blijven behouden in een rood-bruin genuanceerde gevelsteen. Het nieuwe gedeelte wordt volledig afgewerkt in een gevelbekleding met houten planchetten. De dakbedekking van dit hoofdvolume (zowel bestaande als nieuwe) bestaat uit gebakken pannen in rode kleur. Naast de woning blijft, net zoals in de bestaande toestand nog een zijtuinzone over met een breedte van 7,18 m. Aan de straatzijde worden hier 2 parkeerplaatsen ingericht in een waterdoorlatende klinkerverharding. Aan de achterzijde van de woning wordt een terras aangelegd. De overige ruimte wordt ingericht als private tuin.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden op 29 september 2020 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk RUP Gavers.

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien de hoofdfunctie residentieel wonen is, geen nevenfuncties voorzien worden, het onbebouwde deel naast de woning met een breedte van meer dan 7 m de mogelijkheid behoudt om de gesloten bebouwing te vervolledigen, de woning zelf afgewerkt wordt met een zijgevel zonder openingen zodat die voldoet aan de bepalingen van de gesloten bebouwing, het bebouwingspercentage samen met de niet waterdoorlatende verharding minder dan 70 % bedraagt, het hoofdvolume kan bestaan uit 2 bouwlagen met verplicht hellend dak, de bouwdiepte op de verdieping kleiner is dan 12 m, de dakhelling maximaal 45° bedraagt, de kroonlijsthoogte minder is dan 7 m en de nokhoogte lager dan 13 m, de voorgevel van het hoofdvolume op alle niveaus verplicht ingeplant is op de rooilijn en per woning minstens 1 parkeerplaats aanwezig moet zijn.

 

Bij afgifte van de vergunning dient in de voorwaarden wel opgelegd te worden dat de aanleg van de riolering een toekomstige ontwikkeling op het onbebouwde perceel naast de woning conform het RUP, zijnde de gesloten bebouwing vervolledigen, niet mag hypothekeren.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de De Cassinastraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: de  plaatsing van een regenwaterput is niet verplicht evenwel wordt er een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 5.820 liter en een referentieoppervlakte van 10,08 m², het terras en de parkeerplaatsen worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing en uitbreiding van de bestaande eengezinswoning in een omgeving die gekenmerkt wordt door een residentiële bebouwing langs de zuidzijde van de De Cassinastraat zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De nieuwe volumes worden voorzien op de plaatsen waar de bestaande bebouwing gesloopt wordt zodat het ruimtegebruik beperkt wordt. Door het hoofdvolume langs de straatzijde volwaardig uit te breiden met een volume dat qua gabarit identiek is, wordt het bestaande straatbeeld vervolledigd. Na uitbreiding blijft de overgebleven ruimte tussen deze woning en de naastliggende woning voldoende om de aaneengesloten bebouwing nog te vervolledigen. De uitbreiding aan de achterzijde is standaard qua diepte en hoogte zodat de impact op de buren slechts heel beperkt zal zijn. Het rode gevelmetselwerk van het bestaande hoofdvolume blijft behouden en de uitbreiding in hout is ondergeschikt zodat deze nieuwe gevelbekleding het bestaande straatbeeld visueel niet zal schaden. Er wordt op eigen terrein voldoende parkeergelegenheid voorzien zodat de aanvraag geen impact zal hebben op mobiliteit. 

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer en mevrouw De Paepe - Vanderbeken wonende Rootland 6 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen van de bestaande eengezinswoning, op een perceel gelegen De Cassinastraat 13 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 68 K5, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De aanleg van de riolering mag een toekomstige ontwikkeling op het onbebouwde perceel naast de woning conform het RUP, zijnde de gesloten bebouwing vervolledigen, niet hypothekeren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Lisbonnastraat 1 - machtiging werken op openbaar domein - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd machtiging te verlenen voor het uitvoeren van werken op openbaar domein ter hoogte van Lisbonnastraat 1 te Deerlijk. Op heden is het openbaar domein ter hoogte van de nieuwe garage aangelegd, deels in dolomiet en deels in een klinkerverharding.

 

Motivering

 

De bewoner van de Lisbonnastraat 1 te Deerlijk wenst de toegang tot zijn garage op het openbaar domein te verharden.

 

De dienst infrastructuur en openbare werken heeft geen bezwaar tegen het uitvoeren van de werken mits onderstaande voorwaarden:

          Aangezien de toegang tot de garage een stuk hoger ligt (25 cm) dan het bestaande voetpad in klinker- en dolomietverharding, dient de nieuwe oprit aan de rechterkant vloeiend en zonder trede aangesloten te worden op het bestaande voetpad. Aan de linkerkant wordt de dolomietverharding aangepast aan de nieuwe toestand.

          Om herstelling na doorgang van nutsleidingen te vereenvoudigen, wordt de verharding uitgevoerd in standaard grijze betonklinkers 220/220/80 op een fundering van zandcement van 15 cm dikte.

 

Alle kosten voor deze werken zijn volledig ten laste van de aanvrager.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit machtiging te verlenen voor het uitvoeren van werken op het openbaar domein ter hoogte van Lisbonnastraat 1 te Deerlijk.

 

Artikel 2

 

Dit stuk openbaar domein blijft ten allen tijde toegankelijk voor werken van algemeen belang zonder enige vorm van schadevergoeding.

 

Artikel 3

 

De kosten voor de werken op openbaar domein zijn ten laste van de aanvrager.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Inname openbaar domein - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Inname openbaar domein voor koelwagen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd te beslissen over de inname van het openbaar domein voor het plaatsen van een koelwagen in functie van afhaal- en take-away-mogelijkheden tijdens de komende kerst- en nieuwjaarsperiode, aangevraagd door handelszaken die omwille van de verstrengde maatregelen in het kader van de beheersing van de coronacrisis moeten sluiten.

 

Motivering

 

Door de geldende maatregelen om de verdere verspreiding van het Covid19-virus te vermijden, wil het bestuur aan de handelszaken de mogelijkheid bieden om een parkeerplaats in te nemen voor hun winkel voor het plaatsen van een koelwagen met het oog op de afhaal- en take-away-mogelijkheden tijdens de komende kerst- en nieuwjaarsperiode.

 

De toelating voor de inname van een parkeerplaats dient aan volgende voorwaarden te voldoen:

 

          de parkeerplaats moet zich situeren vóór de handelszaak of op een parking vóór de handelszaak die omwille van verstrengde maatregelen in het kader van de beheersing van de coronacrisis moet sluiten;

          voor de voorziening van elektriciteit dient de aanvrager zelf in te staan en de bekabeling dient zo te worden aangelegd dat dit geen hinder veroorzaakt voor voetgangers, fietsers en alle andere weggebruikers;

          de periode voor inname van een parkeerplaats is vastgesteld op volgende tijdstippen:

          23, 24 en 25 december 2020, 30 en 31 december 2020 en op 1 januari 2021;

          er worden maximaal 2 parkeerplaatsen toegestaan.

 

De handelaars die een parkeerplaats wensen in te nemen, moeten een aanvraag voor inname van het openbaar domein doen via het Eagle-platform.

 

Gezien dit een maatregel betreft in het kader van de beheersing van de coronacrisis wordt voorgesteld om deze inname vrij te stellen van retributie.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Algemene politieverordening, goedgekeurd in de gemeenteraad van 29 oktober 2020

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de aanvragen door handelszaken, voor het innemen van een parkeerplaats vóór hun handelszaak, te controleren aan de opgelegde voorwaarden en toelating te verlenen indien aan de voorwaarden is voldaan.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om aan de handelszaken, die aan de opgelegde voorwaarden voldoen, tijdelijk vrijstelling van retributie te verlenen voor onderhavige inname van het openbaar domein.

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de vrijstelling van de retributie aan te houden voor alle geldige aanvragen binnen de periode waarin de verstrengde coronamaatregelen een sluiting van de handelszaak als gevolg hebben.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Renovatiepremie eigenaars-bewoners - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Kerkfabriek OLV Onbevlekt ontvangen en kerkfabriek St.-Columba - verslagen van 30 september 2020 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

De kerkfabrieken Sint-Columba en O.L.V. Onbevlekt Ontvangen hielden een vergadering op 30 september 2020.  Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag van deze vergaderingen.

 

Motivering

 

De verslagen bevinden zich in bijlage.  Het college van burgemeester en schepenen beschikt over een termijn van 30 dagen, die ingaat op de dag nadat de notulen zijn binnengekomen, om een besluit te schorsen indien het gemeentelijk (financieel) belang geschaad wordt.

 

Er is geen advies nodig.

 

Juridische gronden

 

          Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Art. 57 en 58, § 1 Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van beide verslagen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen - budget 2021 - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het budget 2021 van de kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen voor te leggen aan de gemeenteraad ter kennisname.

 

Motivering

 

De kerkraad van de kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen keurde op 30 september 2020 haar budget 2021 goed. Dit budget bevindt zich in bijlage. Het budget houdt rekening met de afsprakennota die hiervoor werd afgesloten met het gemeentebestuur. Het bisdom verleende gunstig advies. Het budget 2021 past in het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 45 tot 50/1 Decreet 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

          Art. 17 tot 21/1 Besluit van de Vlaamse regering 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van erkende erediensten

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

30.771,86 euro

Actie

gelijkblijvend beleid

Jaarbudgetrekening

GBB/0790-00/64940004

Visum

nvt

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het budget 2021 van de kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen voor te leggen aan de gemeenteraad van 26 november 2020, ter kennisname.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Kerkfabriek Sint-Columba - budget 2021 - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het budget 2021 van de kerkfabriek Sint-Columba voor te leggen aan de gemeenteraad, ter kennisname.

 

Motivering

 

De kerkraad van de kerkfabriek Sint-Columba keurde op 30 september 2020 haar budget 2021 goed. Dit budget bevindt zich in bijlage. Het budget houdt rekening met de afsprakennota die hiervoor werd afgesloten met het gemeentebestuur. Het bisdom verleende gunstig advies. Het budget 2021 past in het meerjarenplan 2020-2025.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere :

          Art. 41 tot 44 Decreet 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

          Art. 6 tot 11 Besluit van de Vlaamse regering 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van erkende erediensten

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

79.339,75 euro

Actie

gelijkblijvend beleid

Jaarbudgetrekening

GBB/0790-00/64940003

Visum

nvt

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het budget 2021 van de kerkfabriek Sint-Columba voor te leggen aan de gemeenteraad van 26 november 2020, ter kennisname.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Nominatieve toelagen 2021 - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de lijst van nominatieve toelagen voor het jaar 2021 op te maken en voor te leggen aan de gemeenteraad ter goedkeuring.

 

Motivering

 

De lijst van nominatieve toelagen voor het jaar 2021 bevindt zich in bijlage. De kredieten werden opgenomen in aanpassing meerjarenplan 1 - 2020-2025. Wanneer de gemeenteraad de toelage nominatief goedkeurt, dan kan de begunstigde op eerste verzoek de uitbetaling ervan opvragen.

Het college van burgemeester en schepenen overloopt deze lijst zodat deze ter goedkeuring kan voorgelegd worden aan de gemeenteraad van 26 november 2020.  Het college van burgemeester en schepenen behandelt ook de vraag van Moeder Deerlijkse voor een nominatieve toelage.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de lijst van nominatieve toelagen voor het jaar 2021 voor te leggen aan de gemeenteraad van 26 november 2020 ter goedkeuring en deze aan te vullen met een nominatieve toelage van 200 euro voor Moeder

Deerlijkse waarvoor krediet zal voorzien worden in AMJP-2 2020-2025.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Grafconcessies - hernieuwingen - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Grafconcessie - aktename voortijdige beëindiging - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Niet-geconcedeerd graf - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Asverstrooiing - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Asverstrooiing - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Paanderstraat 27 - toekenning huisnummer - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen de goedkeuring om een huisnummer toe te kennen aan de loodsen gelegen innewaarts de Waregemstraat, tussen de huisnummers 37 en 39, en met kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 272m3 en (afd. 1) sectie A 272l3.

 

Motivering

 

De firma Palio NV, Koning Leopold III-laan 23, 8500 Kortrijk, eigenaar van de loodsen innewaarts de Waregemstraat, tussen de huisnummers 37 en 39, en met kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 272m3 en (afd. 1) sectie A 272l3, vraagt om aan deze loodsen een huisnummer toe te kennen.

 

De firma wenst er haar magazijnen te vestigen, en zal steeds de toegangsweg via de Paanderstraat gebruiken. 

 

Bijgevolg is het wenselijk aan de loodsen een adres langs de Paanderstraat toe te kennen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 31 maart 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit aan de loodsen gelegen innewaarts de Waregemstraat, tussen de huisnummers 37 en 39, en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 272m3 en (afd. 1) sectie A 272l3, het adres Paanderstraat 27 toe te kennen.

 

Artikel 2

 

De toekenning gaat in vanaf de datum van deze beslissing.  De gebruikelijke diensten en nutsmaatschappijen zullen van huidige beslissing in kennis gesteld worden.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Lisdoddelaan 17 - toekenning busnummers - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen huisnummers toe te kennen aan een nog te bouwen urban villa appartementsgebouw op het lot 104 van de verkaveling 'De Cassinastraat', op een perceel gelegen Lisdoddelaan 17 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 63 D, (afd. 2) sectie C 63 E, (afd. 2) sectie C 65 D en (afd. 2) sectie C 66.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 11 oktober 2017 een verkavelingsvergunning af, strekkende tot het verkavelen van grond in 106 loten + wegenisaanleg, gelegen De Cassinastraat.

 

Vervolgens besliste de gemeenteraad in zitting van 12 juli 2018 volgende straatnamen toe te kennen aan de nieuwe straten in de verkaveling innewaarts de De Cassinastraat: Lisdoddelaan, Lisstraat, Rietstraat, Weegbreestraat en Zeggestraat.

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 27 maart 2019 de huisnummers toe te kennen aan de 106 loten grond, gelegen Lisdoddelaan, Lisstraat, Rietstraat, Weegbreestraat en Zeggestraat.

 

Het college van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 1 juli 2020 een omgevingsvergunning af, voor het bouwen van een urban villa appartement met buitenaanleg op het lot 104 van de verkaveling 'De Cassinastraat', op een perceel gelegen Lisdoddelaan 17 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 63 D, (afd. 2) sectie C 63 E, (afd. 2) sectie C 65 D en (afd. 2) sectie C 66.

 

Er dienen huisnummers toegekend te worden aan het nog te bouwen urban villa appartementsgebouw.

 

Er zijn voldoende huisnummers vrij en beschikbaar.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 31 maart 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit volgende busnummers toe te kennen aan het nog te bouwen urban villa appartementsgebouw.

 

Gelijkvloers

Appartement 0.4

Lisdoddelaan 17/0001

Appartement 0.3

Lisdoddelaan 17/0002

Appartement 0.2

Lisdoddelaan 17/0003

Appartement 0.1

Lisdoddelaan 17/0004

 

1ste verdieping

Appartement 1.2

Lisdoddelaan 17/0101

Appartement 1.1

Lisdoddelaan 17/0102

Appartement 1.4

Lisdoddelaan 17/0103

Appartement 1.3

Lisdoddelaan 17/0104

 

2de verdieping

Appartement 2.2

Lisdoddelaan 17/0201

Appartement 2.1

Lisdoddelaan 17/0202

Appartement 2.4

Lisdoddelaan 17/0203

Appartement 2.3

Lisdoddelaan 17/0204

 

Artikel 2

 

De toekenning gaat in vanaf de datum van deze beslissing.  De gebruikelijke diensten en nutsmaatschappijen zullen van huidige beslissing in kennis gesteld worden.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Harelbekestraat 12 tot en met 26 - hernummering - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen de goedkeuring om een beperkte hernummering door te voeren in de Harelbekestraat 12 tot en met 26.

 

Motivering

 

De dienst burgerzaken heeft van de Vlaamse Overheid, afdeling Gegevens- en Dienstenintegratie, een melding ontvangen ivm problematische huisnummering in de Harelbekestraat 12 tot en met 26.

 

Alhoewel alle handelszaken en appartementen aparte ingangen hebben, werd er indertijd telkens maar 1 huisnummer voorzien.  Volgens de richtlijnen is het aangewezen dat voor gebouwen met meerdere toegangen, waarbij elke toegang naar afzonderlijke gebouweenheden leidt, elke toegang een verschillend huisnummer toegekend krijgt.  Op heden is dit voor de adressen Harelbekestraat 12 tot en met 26 niet zo geregeld.

 

Hierdoor ondervinden op heden verschillende instanties problemen bij het verwerken van informatie.  Om die reden werd de dienst burgerzaken opgedragen de huisnummers te wijzigen of een extensie aan te brengen.

 

De dienst burgerzaken opteert in deze situatie, uitzonderlijk voor een extensie.

 

De eigenaars van deze panden, alsook de handelszaken, gelegen Harelbekestraat 12 tot en met 26, werden door middel van een gemotiveerd schrijven op de hoogte gebracht op 22 oktober 2020.

 

Er werden geen opmerkingen geformuleerd.

 

De wijziging van een maatschappelijke zetel via neerlegging bij de griffie gebeurt kosteloos mits voorlegging van het officiële attest van de gemeente.  Ook de wijziging van het vestigingsadres kan gratis worden aangevraagd bij het ondernemingsloket mits voorlegging van het officiële attest van de gemeente.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 31 maart 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit volgende hernummering, goed te keuren en door te voeren.

 

OUD ADRES

NIEUW ADRES

Harelbekestraat 12

Harelbekestraat 12/A000

Harelbekestraat 14

Harelbekestraat 14/A000

Harelbekestraat 16

Harelbekestraat 16/A000

Harelbekestraat 18

Harelbekestraat 18/A000

Harelbekestraat 20

Harelbekestraat 20/A000

Harelbekestraat 22

Harelbekestraat 22/A000

Harelbekestraat 24

Harelbekestraat 24/A000

Harelbekestraat 26

Harelbekestraat 26/A000

 

Artikel 2

 

De toekenning gaat in vanaf de datum van deze beslissing.  De gebruikelijke diensten en nutsmaatschappijen zullen van huidige beslissing in kennis gesteld worden.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Organisatiebeheersysteem

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2020/42 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2020/78 goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Gemeenteraad van 26 november 2020 - agendapunten - verzoek agendering - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De agenda van de gemeenteraad bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld.

Het college en burgemeester en schepenen wordt gevraagd de agenda voor de komende gemeenteraad te overlopen.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de voorziene punten voor de gemeenteraadszitting van 26 november 2020.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om volgende punten te agenderen op de gemeenteraad van 26 november 2020:

 

OPENBARE ZITTING

 

1)      Besluit burgemeester ivm virtuele gemeente- en OCMW-raad op 26 november 2020 - bekrachtiging – goedkeuring

2)      Gemeenteraad - 29 oktober 2020 - notulen en audiovisuele opname – goedkeuring

3)      Aanpassing meerjarenplan 1 - 2020-2025 - vaststelling - goedkeuring

 

De openbare zitting van de gemeenteraad wordt geschorst om deze, na de beslissing over het meerjarenplan door de OCMW-raad, te hernemen.

 

4)      Aanpassing meerjarenplan 1 - 2020-2025 - vaststelling deel OCMW door raad voor maatschappelijk welzijn – goedkeuring

5)      Kerkfabriek Sint-Columba - budget 2021 – kennisname

6)      Kerkfabriek OLV Onbevlekt Ontvangen - budget 2021 – kennisname

7)      Aanvullende belasting op personenbelasting - aanslagjaar 2021 – goedkeuring

8)      Gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing - aanslagjaar 2021 – goedkeuring

9)      Politiezone Gavers - begroting 2021 - gemeentelijke dotatie – goedkeuring

10)Hulpverleningszone Fluvia - begrotingswijziging 2020 en begroting 2021 - gemeentelijke toelage – goedkeuring

11)Nominatieve toelagen 2021 – goedkeuring

12)Kader flex- en telewerk – goedkeuring

13)Kader interimarbeid – goedkeuring

14)Kaderovereenkomst en bijlagen in het kader van het Collectieve Investeringstraject en Kazerneringsproject in samenwerking met Hulpverleningszone Fluvia – goedkeuring

15)Renovatie sportvloeren 'Sportbeuk' & 'Gaverhal' - lastvoorwaarden, wijze van gunnen en raming – goedkeuring

16)Gaselwest - halfjaarlijks syntheseverslag – kennisname

17)IMOG - buitengewone algemene vergadering van 15 december 2020 – goedkeuring

18)PSILON - buitengewone algemene vergadering van 15 december 2020 – goedkeuring

19)Regionale ruimtelijke energiestrategie en SECAP (Sustainable Energy and Climate Action Plan) – goedkeuring

20)Ontbrekende parkeerplaatsen - indirecte belasting - verlenging reglement – goedkeuring

21)Reglement mbt beperkte geldigheidsduur conformiteitsattest - aanpassing - goedkeuring

 

De openbare zitting van de gemeenteraad wordt geschorst om te hernemen na de openbare zitting van de OCMW-raad.

 

22)Vragen gesteld door raadsleden

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

OMV 2020_184 - Kleine Brandstraat 101 - advies POVC - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd advies uit te brengen over een omgevingsvergunning voor de uitbreiding van een bestaande houtzagerij door toevoeging van rubrieken en bouwen van 2 nieuwe loodsen, op een perceel gelegen Kleine Brandstraat 101 en met als kadastrale omschrijving (afd. ) sectie C 79 C, (afd. ) sectie C 79/2 A, (afd. 2) sectie D 113 W en (afd. 2) sectie D 113 V aangevraagd door Lieven Demunster namens LIEVEN DEMUNSTER BVBA gevestigd Waterven 6 te 8501 Kortrijk en Valerie De Volder namens Trappen Demunster BVBA gevestigd Waterven 6 te 8501 Kortrijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en motiveert haar advies als volgt:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met een deel in gebied voor milieubelastende industrie en een deel in agrarisch gebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, Sectoraal BPA zonevreemde bedrijven – fase 2, goedgekeurd 27 maart 2002 met als bestemmingen zone voor bedrijvigheid met bedrijfsgebouwen, zone voor achteruitbouwstrook en zone voor groenscherm.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het BPA is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

 

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 juni 1987 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een elektriciteitscabine.

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 juni 1997 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een loods voor houtzagerij met opslagruimte.

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 oktober 2000 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanbrengen van verharding in steenslag en het plaatsen van metalen steunbalken (om bomen tegen recht te zetten).

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 januari 2003 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanleggen van een betonnen werkvloer van 6.000 m².

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 juni 1997 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een loods voor houtzagerij met opslagruimte.

 

Relevante milieuvergunningen

 

Volgende pré-Vlarem vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

      Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 1 december 1988 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het exploiteren van een houtzagerij en schrijnwerkerij.

 

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

      Milieuvergunning afgeleverd op 10 september 1997 door het college van burgemeester en schepenen voor het exploiteren van een houtzagerij.

      Milieuvergunning afgeleverd op 23 mei 2007 door het college van burgemeester en schepenen voor een tijdelijke opslag en verwerken van houtafval.

 

Relevante omgevingsvergunningen

 

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

      Omgevingsvergunning afgeleverd op 3 april 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor de exploitatie van een houtzagerij.

      Omgevingsvergunning afgeleverd op 27 februari 2020 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor de overdracht van een vergunde exploitatie van een ingedeelde inrichting.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Kleine Brandstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg in het westen van de gemeente op de grens met Harelbeke. De omgeving wordt gekenmerkt door open landbouwgebied in het noorden en westen en deels in het oosten, industriële bebouwing in het zuiden en verspreide bewoning in de wijde omgeving. Het perceel van de aanvrager is bebouwd met een bedrijfswoning en enkele volledig gesloten en halfopen bijgebouwen in functie van de historische en huidige bedrijvigheid (houtzagerij).

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het slopen van de bestaande bebouwing en het bouwen van 2 nieuwe loodsen en het bijkomend verharden van de site.

Het bedrijf betreft een schrijnwerkerij met eigen houtzagerij waarbij de bomen rechtstreeks uit het bos geleverd worden op het bedrijf. De boomstammen worden verzaagd, gestapeld, gedroogd en verwerkt tot onderdelen voor het fabriceren van trappen of andere toepassingen.

 

De bestaande vrijstaande opslagloods wordt gesloopt en vervangen door een nieuwe loods. Ook de 2 kleinere bestaande gebouwen worden gesloopt. In totaal wordt 7120,60 m³ en 1521 m² gesloopt.

Een nieuwe vrijstaande loods (opslag en zagerij)  met een oppervlakte van 4800 m² (60 x 80 m), met een kroonlijsthoogte van 7 m en een nokhoogte van 9,4 m wordt opgetrokken. Deze vrijstaande loods wordt ingeplant op 10 m van de rooilijn, tussen de 13,87 en 6,10 m van de zuidelijke perceelgrens en op 4,88 tot 8 m van de achterste perceelsgrens.

Het gebouw bestaat uit verschillende beuken. Vooraan worden 4 opslagloodsen voorzien, opgetrokken met een kroonlijsthoogte van 7 m en een nok parallel met de rooilijn met een hoogte van 9,40 m. De diepte van de opslagloodsen bedraagt 17 m. Elke opslagloods heeft een eigen poortopening en deuropening aan de voorzijde. Het gevelmateriaal betreft betonpanelen bekleed met houten planken.

De 2e en 3e beuk van de opslagloods betreft een open loods. Deze is naar het binnengebied toe volledig open. Naar de zuidelijke zijde betreft de muur een open plankenstructuur.

De achterste beuk is bestemd voor de zagerij/werkplaats. Deze wordt opgetrokken met een plat dak en een hoogte van 8,50 m. In de achtergevel worden 2 grote poortopeningen voorzien. Deze zijn toegankelijk via de luifel. Naar het binnengebied toe wordt eveneens een poortopening voorzien. Volgens bijkomende informatie van de architect gebeurt alle circulatie via deze poortopening naar het binnengebied.

Aan de achterzijde van deze loods, tussen de achtergevel en de achterste perceelsgrens wordt een luifel en stooklokaal/dienstgebouw aangebouwd en wordt nog een silo en 2 containers geplaatst. De containers worden tot tegen de oever van de gracht voorzien.

Het stooklokaal / magazijnsbureau en refter zullen een hoogte hebben van 6,50 m. Het magazijnsbureau en refter bevinden zich op het verdiep. Deze is bereikbaar via een passerelle in de grote loods. Deze uitbouw heeft een oppervlakte van 62 m².

 

Ten noordoosten van het perceel wordt een kleinere loods gebouwd die eveneens dienst zal doen als open opslagplaats. Deze loods heeft een oppervlakte van 700 m² (20 x 35 m) met een kroonlijsthoogte van 7 m en een nokhoogte van 9,70 m. Deze loods wordt opgetrokken op min. 1,62 m van de achterliggende gracht en op min. 5 m van de perceelsgrenzen. De voorgevel van de kleine loods is volledig open, de andere gevels hebben een gesloten karakter en worden afgewerkt met een open houtstructuur.

 

De totale oppervlakte aan nieuwe bebouwing bedraagt 5.618 m² en 8.812 m² betonverharding wordt voorzien. Zo goed als de volledige oppervlakte van het terrein wordt verhard op een smalle strook ten zuiden van de grote opslagloods, wat onverharde ruimte rondom de bestaande woning en het verplichte groenscherm ten noorden en noordoosten van de site na. Conform de nota van de architect watert de verharding af op eigen terrein. Echter kan dat op basis van de voorliggende plannen niet waargenomen worden en bijkomende informatie omtrent de dimensionering en de huidige functie van de bestaande gracht ontbreken.

 

De toegang tot de site bevindt zich op grondgebied Harelbeke, eveneens wordt er op grondgebied Harelbeke een reclametotem met een hoogte van 4,15 m geplaatst.

 

Uit het dossier zelf valt niet op te maken hoe de circulatie en het parkeren op het terrein in elkaar zit. Na overleg met de architect is duidelijk dat slechts een heel beperkt aantal werknemers op de site zelf tewerkgesteld zullen zijn waardoor het parkeren niet gestructureerd werd doch voldoende ruimte aanwezig is. De interne circulatie met de vrachtwagens gebeurt via het centrale verharde binnengebied.

 

Er wordt opgemerkt dat er heel wat tegenstrijdigheden zijn tussen de plannen en de beschrijvende nota. Dit vnl. m.b.t. overeenstemming met de bestaande voorschriften, alsook m.b.t. de omschrijving van o.m. de bouwhoogte. Ook valt er een tegenstrijdigheid op te merken tussen het plan van de architect en het plan van de milieudeskundige. De tegenstrijdigheid heeft betrekking op de inrichting van de achteruitbouwstrook. In de verder bespreking wordt het inplantingsplan van de architect als referentie genomen.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De exploitatie betreft een schrijnwerkerij met eigen houtzagerij. Bomen worden rechtstreeks uit het bos geleverd op het bedrijf. De boomstammen worden verzaagd, gestapeld, gedroogd, verwerkt tot onderdelen voor het fabriceren van trappen of andere toepassingen.

Op 4 maart 2020 werd akte genomen van de overdracht van de vergunning op naam

van BVBA Houtzagerij Dico naar BVBA Trappen Demunster. Met deze omgevingsvergunningsaanvraag wenst bvba Trappen Demunster de bestaande (overgenomen) vergunning klasse 3 uit te breiden tot een nieuwe exploitatie die in klasse 2 ingedeeld wordt.

Bestaande gebouwen worden gesloopt en 2 nieuwe loodsen worden geplaatst. Het volledige terrein ligt voor het grootste gedeelte op grondgebied van de gemeente Deerlijk maar ook voor een klein stukje (hoofdzakelijk de toegang tot het terrein) op het grondgebied van stad Harelbeke waardoor de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen vergunningsverlenende overheid wordt.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

2.2.2.b)1°

Houtbreker van 75 kW

Opslag van 10 ton eigen niet verontreinigd onbehandeld houtafval waarvan de gebroken houtfractie als brandstof voor de houtsnipperverbrander dient

(16a) Houtbreker van 75 kW

(16b) Opslag te breken hout: 10  ton

(Nieuw)

10 ton

2

2.3.4.1.a)1°1°

(9) Houtsnipperverbrander van 200 kW

(17) Silo van 120 m³ voor opslag van houtafval voor verbranding

(Nieuw)

0,2 MW

2

6.5.1°

Verdeelslang mazout (Hernieuwing)

1 verdeelslang

3

12.2.1°

Transformator van 250 kVA (Hernieuwing)

250 kVA

3

15.1.1°

Stallen van bedrijfsvoertuigen: 5 stuks (Nieuw)

5 voertuigen

3

16.3.2°a)

Compressor van 15 kW

(Hernieuwing)

15 kW

3

17.3.2.1.1.1°b)

(3) Bovengrondse mazouttank van 5.000 liter (4.250 kg)

(19) Bovengrondse dubbelwandige mazouttank van 2.000 liter (± 1.700 kg)

(Hernieuwing)

5,95 ton

3

17.4.

Opslag benzine: 100 liter (voor kettingzaag) (kleine verpakkingen) (Nieuw)

100 liter

3

19.3.2°b)

Diverse houtbewerkingsmachines (totaal 500 kW) met afzuiging, o.a.:

-boomzaagmachine met bijhorende rollenbaan + aan- en afvoertransportkettingen van 211,5 kW

-Veelbladzaag met aan- en afvoertransportkettingen van 111 kW

-Rolbrug van 7,5 kW

-Langzaagmachine van 15 kW

-Afzuiginstallatie van 24 kW

-Ontschorsmachine van 35 kW

(Hernieuwing)

500 kW

2

19.5.1°b)

2 droogkamers van elk 7,5 kW (Nieuw)

15 kW

3

19.6.2°c)

Houtopslag binnen: 2.000 m³ (Hernieuwing)

2000 m³

2

19.6.2°d)

Houtopslag buiten: 1.000 m³ (Nieuw)

1000 m³

2

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 8 oktober 2020 tot 6 november 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

Brandweerzone Fluvia werd om advies verzocht op 8 oktober 2020. De adviesinstantie bracht op 13 oktober 2020, ontvangen op 19 oktober 2020 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

“ Gunstig, voor zover er voldaan wordt aan de algemene reglementeringen (bv. ARAB, CODEX, AREI, VLAREM, ..) en normeringen.”

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven.

 

De aanvraag wijkt af op volgende punten af van de voorschriften

Plan schrijft voor

Ontwerp voorziet

Bouwhoogte is maximaal 9 m

-   Bouwhoogte van het noordoostelijk gelegen gebouw bedraagt 9,70 m

-   Bouwhoogte van het zuidelijk gelegen gebouw bedraagt maximaal 9,40 m

Bedrijfsgebouwen kunnen enkel binnen de bouwzone voor bedrijfsgebouwen. De bouwzone voor het zuidelijk gelegen gebouw conform het plan is als volgt ingeplant

-   28 m tov rooilijn

-   Tussen de 23 en-25 m tov de zuidelijke perceelsgrens

-   10 tot 17 m tov oostelijke perceelsgrens

Inplanting zuidelijk gelegen gebouw buiten de bouwzone:

-   10 m tov rooilijn

-   6,10 tot 13,87 m tov de zuidelijke perceelsgrens

-   4,88 tot 8 m tov oostelijke perceelsgrens

 

De aanvraag is voor het overige grotendeels  in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien binnen het bestemmingsplan één economische entiteit toegelaten is, de nieuwe activiteit identiek is aan de vorige activiteit, het noordoostelijk gelegen gebouw ingeplant is in de bouwzone volgens het plan, de niet bebouwde delen bestemd zijn voor toeritten, bedieningswegen, parkeerplaatsen, stapelplaats in open lucht en groenschermen, de achteruitbouwstrook een bouwvrije zone is, de materialen zorgen voor een optimale integratie.

Teneinde volledig in overeenstemming te zijn met de stedenbouwkundige voorschriften is het wenselijk nog volgende bijkomende voorwaarden op te leggen:

-            Samenstelling van het groenscherm

In de voorschriften van het BPA is opgenomen dat voor het groenscherm gekozen kan worden tussen een bomenrij of bomen en struiken of randstruweel. In het ontwerp is deze samenstelling niet verder gedetailleerd. Het is wenselijk ofwel een groenplan aan het dossier toe te voegen teneinde de integratie in het landschap te kunnen beoordelen voor afgifte van de vergunning.

-            Het aantal toegangen tot het bedrijf dient beperkt te worden tot één. Het inplantingsplan is hierin niet volledig duidelijk (zie ook punt 7.10).

 

Voor de afwijkingen inzake het noordoostelijk gelegen gebouw en het groenscherm dient toepassing gemaakt te worden van artikel 4.4.1 van de VCRO.

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de afmeting van de constructie zodat een afwijking overwogen kan worden.

Het noordoostelijk gelegen gebouw wordt afgewerkt met een licht hellend dak waarbij de hoogte van de verticale geveldelen 7 m bedraagt maar de nok een hoogte krijgt van 9,70 m. Gelet op de ligging in de meest noordoostelijk gelegen hoek van het perceel met zowel in het noorden als het oosten een landbouwgebied is het in functie van integratie en impact op het landbouwgebied niet wenselijk om af te wijken van deze maximale hoogte van 9 m. Bijgevolg dient in de voorwaarden bij afgifte van de vergunning opgelegd te worden dat de nokhoogte voor deze loods beperkt moet worden tot 9 m.

 

Voor wat betreft de afwijkingsvragen voor het zuidelijke gelegen gebouw, gelegen in de conform het gewestplan bestemde zone voor bedrijvigheid, kan principieel beroep gedaan worden op artikel 4.4.9/1 van de VCRO.

Artikel 4.4.9/1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, het vergunningverlenende bestuursorgaan bij het verlenen van een omgevingsvergunning mag afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg, voor zover dit plan ouder is dan 15 jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag. Afwijkingen kunnen niet toegestaan worden voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden.  Afwijkingsmogelijkheid kan niet worden toegepast voor BPA’s die voorzien in stedenbouwkundige voorschriften voor agrarisch gebied, ruimtelijk kwetsbaar gebied of recreatiegebied in afwijking van het gewestplan.

Het BPA werd goedgekeurd bij Ministerieel besluit op 27 maart 2002 en is dus ouder dan 15 jaar, de bestemming betreft geen wegenis, openbaar groen of erfgoed en de afwijking wordt toegepast voor stedenbouwkundige voorschriften die een aanvulling vormen op de gebiedsaanduiding milieubelastende industrie vermeld in het KB van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen zodat een afwijking overeenkomstig artikel 4.4.9/1 overwogen kan worden.

Voor de beoordeling wordt verwezen naar de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening (zie onder 7.10).

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kleine Brandstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied doch wel in een mogelijks overstromingsgevoelig gebied.

Er is slechts gedeeltelijk voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening. De dakoppervlakte van de grote loods watert af naar een regenwaterput van 20.000 liter met overloop naar de gracht. De dakoppervlakte van de kleine loods watert rechtstreeks af naar de gracht, wat strijdig is met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening.

Er dient een infiltratievoorziening te worden geplaatst met een volume van 359.250 liter en een oppervlakte van 574,8 m². Deze is aanwezig onder de vorm van de bestaande gracht. Het hemelwater van de verharding infiltreert op natuurlijke wijze naast de overdekte constructie of naast of door de verharde oppervlakte, maar niet steeds op eigen terrein in de bodem.

Het dossier werd voor advies overgemaakt aan de Provinciaal Technische dienst Waterlopen. In het kader van de watertoets wordt dan ook verwezen naar dit advies.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Effecten op het watersysteem

De aanvraag heeft betrekking tot de sloop bestaande en nieuwbouw van loodsen met uitbreiding en aanpassing van een vergunde inrichting. Er worden nieuwe verharde oppervlaktes (verhardingen en/of overdekte constructies) geplaatst.

  • Bedrijfsafvalwater: de exploitatie heeft geen watervragend productieproces. Er zijn geen bedrijfsactiviteiten die water nodig. Zodoende wordt er geen bedrijfsafvalwater geloosd.
  • Huishoudelijk afvalwater: Het huishoudelijk afvalwater is afkomstig van de sanitaire installaties. Voor de toiletten en de lavabo’s wordt er leidingwater gebruikt.

De exploitant moet volgens het hemelwaterdecreet een regenwaterput van 10.000 liter plaatsen en infiltratie voorzien. Het ontwerp voorziet een regenwaterput en infiltratie wordt voorzien in de omliggende gracht. Verder beoordeling van de hemelwaterverordening is terug te vinden in het onderdeel ‘watertoets’ van dit advies.

 

Effecten op de mobiliteit

Organisatie van het personenverkeer van en naar het bedrijf.

Het personenverkeer van en naar de onderneming zijn hoofdzakelijk werknemers die met hun eigen personenwagen rijden.

Gebruikte mobiliteitsmiddelen voor goederentransport

Voor de aanvoer van grondstoffen en hulpstoffen worden hoofdzakelijk vrachtwagens gebruikt. Ook de afvoer van afgewerkte producten gebeurt hoofdzakelijk met vrachtwagens.

Tijdstippen van aan- en afvoer grondstoffen en/of afgewerkte producten:

  • Zowel aanvoer als afvoer gebeurt met 2 vrachtwagens per dag
  • Transporten gebeuren hoofdzakelijk tussen 7u en 19u.
  • Tijdens het weekend zijn er geen activiteiten.

 

Effecten op geluid en trillingen

Als potentiële bron voor geluid zijn er het af- en aanrijden van de beleverende vrachtwagens, alsook productiemachines. Gezien de aard van de activiteit zijn geen bronnen van trillingen aanwezig. De machines staan opgesteld binnen in de bedrijfsgebouwen, waardoor het geluid naar de omgeving toe tot een minimum wordt beperkt. Bovendien wordt er zoveel als mogelijk  gewerkt met gesloten poorten waardoor de effecten op de omgeving van geluid tot een minimum beperkt worden.

 

Effecten op de bodem

Mogelijk bronnen van emissies naar de bodem zijn:

  • Bovengrondse mazzouttank van 5.000 liter (voor verwarming)
  • Bovengrondse dieseltank van 2.000 liter + verdeelslang
  • Opslag van gevaarlijke stoffen in kleine recipiënten

De bovengrondse mazouttank (verwarming) is voorzien van een inkuiping. Deze tank wordt

periodiek gekeurd (laatste keuring werd uitgevoerd met de overname houtzagerij Dico neer Trappen Demunster).

Er zal een nieuwe bovengrondse dubbelwandige tank van 2.000 liter geplaatst worden met

verdeelslang. Het tanken zelf zal binnen gebeuren. Het tanken zal gebeuren op betonverharding en er zal absorptiemateriaal (zaagsel) aanwezig zijn ingeval van een calamiteit.

De opslag van gevaarlijke stoffen in kleine recipiënten zal gestapeld worden in een rek

voorzien van een opvangbak.

 

Effecten met betrekking tot afval(verwerking).

Volgende afvalstoffen worden geproduceerd in de inrichting:

  • Onbehandeld houtafval: 450 ton per jaar dat verwerkt wordt in eigen verbrandingsinstallatie
  • Houtstof afkomstig van mechanische houtbewerkingen: 1 container van 40 m³ opgehaald via erkende ophaler
  • met huishoudelijk afval vergelijkbaar bedrijfsafval: wekelijkse huis-aan-huis ophaling

Deze afvalstoffen worden op regelmatige tijdstippen naar een vergunde, erkende verwerker

afgevoerd. Het onbehandeld houtafval wordt verbrand in de eigen houtverbrandingsinstallatie. De warmte die ontstaat wordt gerecupereerd voor de verwarming van de gebouwen en droogkamers. Er zullen jaarlijks emissiemetingen uitgevoerd worden op de geleide emissies van de houtverbrandingsinstallatie.

De beoordeling van de uitstoot van de houtverbrandingsinstallatie wordt verder besproken bij het onderdeel “luchtemmissies”.

 

Effecten op de lucht (luchtemmisies)

De geleide emissies zijn afkomstig van de houtbewerking. Het houtstof dat ontstaat bij de mechanische houtbewerking zal aan de bron afgezogen worden en afgevoerd naar cyclonen. Het houtstof wordt opgevangen in een container van 40 m³ en wordt afgevoerd naar een vergunde verwerker. Het betreft enkel nat hout dat bewerkt wordt, waardoor de emissies geringer zijn.

Via een breker van 75 kW zullen de houtresten na het zagen verhakseld en gebroken worden tot grove houtsnippers en opgeslagen in een silo van 120 m³. De breker zal enkel ingezet worden om eigen houtafval voor te behandelen. Deze houtsnippers zullen verbrand worden in de eigen verbrandingsinstallatie. Het betreft hier volgens de aanvrager enkel niet verontreinigd onbehandeld houtafval. Deze term bestaat niet. Het is een samentrekking van de term onbehandeld houtafval en niet verontreinigd behandeld houtafval.

Welk soort houtafval er verbrand wordt, bepaald onder welke rubriek de installatie vergund moet worden en daarmee samenhangend aan welke emissienormen en meetverplichtingen de installatie moet voldoen. In deze exploitatie betreft het enkel onbehandeld houtafval dat zal verbrand worden. De warmte die ontstaat zal gerecupereerd worden voor de verwarming van de gebouwen en de droogkamers. Onbehandeld houtafval moet volgens het actieplan Duurzaam beheer van Biomassa(rest)stromen 2015-2020 en de geldende verbrandingsverboden gerecycleerd worden als materiaal. Op deze regel wordt een uitzondering gemaakt voor eigen onbehandeld houtafval uit de primaire sector dat verbrand wordt voor de verwarming van woon- of werkplaatsen of als energiebron in het productieproces. De hier aangevraagde activiteiten passen dus in het huidige afvalstoffen- en materialenbeleid.

De dienst omgeving van de gemeente Deerlijk wenst te benadrukken dat enkel onbehandeld houtafval van eigen productie mag verbrand worden in de installatie. Er mag geen onbehandeld houtafval van derden aangevoerd worden. Deze opmerkingen zullen ook als bijzondere voorwaarden meegenomen worden in het advies.

Verwijzend naar de sectorale voorwaarden in artikel 5.43.2.23.1°a) van Vlarem II dienen emissiemetingen jaarlijks uitgevoerd te worden in geval van stook met vaste biomassa. Gezien de installatie nog niet in gebruik genomen is, kunnen geen resultaten van emissiemetingen worden voorgelegd.

De dienst omgeving van de gemeente Deerlijk stelt voor de termijn van de rubriek 2.3.4.1.a)1°1° in deze vergunning te beperken tot 2 jaar. Op deze manier kan na een beperkte termijn de werking van de aanwezige rookgasreiniging geëvalueerd worden. Deze opmerking zal dan ook als bijzondere voorwaarde meegenomen worden in het advies.

 

Afwijkingen op de sectorale voorwaarden

Er wordt een afwijking gevraagd op de volgende sectorale voorwaarden:

  • Weegbrug (artikel 5.2.1.2 § 2)

De exploitant geeft aan dat het gebruik van een weegbrug met automatische registratie nodig is voor inrichtingen waar afvalstoffen van derden verwerkt worden. Bij deze exploitant  wordt er enkel eigen houtafval verbrand.

Overeenkomstig artikel 5.2.1.2§2 van VLAREM II wordt een vrijstelling verleend van de verplichting tot het plaatsen van een geijkte weegbrug met automatische registratie.

  • Ontoegankelijkheid (artikel 5.2.1.5 § 2)

Het verbranden van het houtafval vindt plaats in een afgesloten gebouw. De exploitant is van mening dat het plaatsen van een stevige en voldoende hoge afsluiting geen meerwaarde heeft. Het terrein en de gebouwen zijn ontoegankelijk voor onbevoegden d.m.v. poorten en deuren.

  • Groenscherm (artikel 5.2.1.5 § 5)

Een groenscherm binnen dit artikel heeft als enig doel een inrichting waar verwerking van afval plaatsvindt af te schermen en te zorgen voor voldoende buffering. Dit is van belang voor zover de activiteit (of een deel van de activiteit) in open lucht plaatsvindt. Het verbranden van houtafval vindt zich in een afgesloten gebouw. De meerwaarde van een groenscherm ten aanzien van deze ingedeelde activiteit is dan ook gering. Het groenscherm is in dit geval een hinderbeperkende maatregel die geen impact heeft op het afvalstoffen- en materialenbeleid. Bij de toetsing aan de voorschriften en de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening zijn de voorschriften van het sectoraal BPA  zonevreemde bedrijven fase 2 bepalend voor het al dan niet aanleggen van een groenbuffer. In het verordenend plan wordt een groenbuffer van 5 m breed gesitueerd op het terrein van de inrichting ten aanzien van het naastliggende landbouwgebied. Momenteel is een deel van deze groenbuffer uitgevoerd met een geschoren haag. Op het uitvoeringsplan wordt een groenbuffer ingetekend volgens de bepalingen van het BPA. Echter wordt in de aanvraag geen verdere details besproken van deze groenbuffer. Dit is onvoldoende waardoor de voorwaarde voor de soortenkeuze en opbouw van een groenbuffer als bijzondere voorwaarde in het advies moeten overgenomen worden. Een verdere bespreking van deze voorwaarde is terug te vinden in de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening. Er kan bijgevolg een afwijking op deze sectorale voorwaarde toegestaan worden in zoverre deze strookt met de verplichtingen volgens het BPA.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden, buiten diegene waarvoor in dit dossier een afwijking wordt toegestaan, met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten steeds nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

-       Functionele inpasbaarheid

De aanvraag heeft betrekking tot het slopen van de bestaande bedrijfsloodsen, het bouwen van 2 nieuwe loodsen en het aanbrengen van bijkomende verharding. De activiteit die op de site uitgeoefend zal worden is gelijklopend aan deze die reeds aanwezig was op de site zodat de aanvraag zich functioneel inpast.

 

-       Ruimtegebruik en dichtheid

In het noordelijk deel van de site wordt de loods voorzien in de bouwzone voor het bedrijfsgebouw en voldoet bijgevolg aan de vooropgestelde bouwmogelijkheden.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften van het sectoraal BPA voor het bouwen buiten de bouwzone voor de zuidelijk gelegen loods. Gelet op de onderliggende gewestplanbestemming voor dit deel van het perceel kan beroep gedaan worden op art. 4.4.9/1 van de Vlaamse Codex. Hier kan een maximalisatie voorzien worden van de beschikbare ruimte. Gelet op de schaarste aan bedrijfszone is een maximalisatie hier aangewezen.

Niettegenstaande beroep kan gedaan worden op art. 4.4.9/1 ifv het maximaliseren van de beschikbare ruimte en het bebouwen van de beschikbare ruimte, dienen een aantal elementen in acht te worden gehouden m.b.t. de goede ruimtelijke ordening en de integratie naar de directe omgeving toe.

1.      Achteruitbouwstrook + toegang tot het bedrijventerrein

De grote loods wordt ingeplant op 10 m t.o.v. de rooilijn. Deze achteruitbouwstrook wordt volledig verhard.

De bestaande overgang tussen de openbare weg en het bestaande bedrijfsgebouw bestaat uit een bomenrij langs de weg  en aansluitend een private, doorlopende hoge haag. Het ontwerp gaat uit van het verharden van de achteruitbouwstrook over de volledige lengte en diepte en bijgevolg van het verwijderen van de haag. Uit het plan kan niet worden uitgemaakt hoe de bereikbaarheid van de poorten in de voorgevel wordt voorzien. De architect heeft echter bevestigd dat de toegang tot deze poorten zal gebeuren via de hoofdtoegang tot de site zoals ook opgelegd in het BPA en dat de verharding dient als interne circulatie.

De inrichting van de achteruitbouwstrook heeft invloed op het straatbeeld, de verkeersveiligheid en op de goede waterhuishouding. Beplanting, hagen en bomen in de achteruitbouwstrook maken het straatbeeld mooier. Deze groenzones helpen ook bij de infiltratie van het regenwater en halen fijn stof uit de lucht. Het voorzien van betonverharding over de volledige achteruitbouwstrook draagt niet bij tot het straatbeeld, de verkeersveiligheid, de waterinfiltratie noch tot de zuivering van de lucht. In het noordelijk deel van het BPA is trouwens reeds aanzet gegeven van een achteruitbouwstrook van 5 m. In analogie hiermee en teneinde te voorkomen dat de loodsjes vooraan rechtstreeks gaan ontsluiten op de Kleine Brandstraat is het wenselijk over de volledige lengte van de grens met de Kleine Brandstraat, behoudens ter hoogte van de toegang, een achteruitbouwstrook op de leggen. Bijgevolg dient in de voorwaarden opgenomen te worden dat een groene achteruitbouwstrook van minstens 5 m voorzien moet worden en dat slechts op 1 plaats toegang genomen kan worden tot de bedrijfssite.

2.      Inplanting tov de perceelsgrenzen

Het hoofdvolume van de grote loods wordt op een afstand van minimum 5,80 m van de achterste perceelsgrens voorzien. Aan de achterzijde van dit hoofdvolume worden nog een aantal constructies voorzien, waaronder het stooklokaal/technische ruimte met bureau en refter op het verdiep, een luifel, een silo en 2 containers,. Het stooklokaal heeft een hoogte van 6,50 m en wordt ingeplant op 4,88 m tov het midden van de gracht. Deze afstand is heel beperkt maar aangezien op het aanpalend perceel ter hoogte van de loods eveneens een bedrijfsgebouw aanwezig dat in verhouding tot zijn hoogte ook dicht bij de perceelsgrens opgetrokken is kan deze inplanting gevolgd worden. Anderzijds wordt vastgesteld dat aan de achterzijde ook nog een zone voorzien is om 2 containers te plaatsen. Deze containers worden gestald tot nagenoeg langs de gracht. Een dergelijke beperkte afstand laat niet toe om de gemeenschappelijke gracht op een kwalitatieve manier te onderhouden en beperkt eventuele doorgangsmogelijkheden voor de brandweer zodat opgelegd moet worden dat de containers niet op de voorziene plaats gestald mogen worden en een doorgang mogelijk moet blijven.

 

-       Visueel-vormelijke elementen

De bedrijfsgebouwen worden opgetrokken met een verscheiden dakvorm en deels opgebouwd als open en deels als gesloten constructies en de gevels worden grotendeels afgewerkt met een open plankenstructuur. Deze elementen samen zorgen ervoor dat de gebouwen zich maximaal zullen integreren in de omgeving en voldoende kwaliteit zullen uitstralen.

 

-       Mobiliteitsimpact – verharding

Uit het dossier blijkt niet hoe het parkeren (auto en fiets), het lossen en laden en de interne circulatie zal georganiseerd worden. Het beperken van de verharding en het verhogen van de infiltratie is ook in een bedrijvenzone aan de orde. Op basis van bijkomende informatie van de architect blijkt dat het aantal personeelsleden beperkt zal zijn waardoor ook slechts een beperkt aantal auto’s zullen moeten parkeren. Hiervoor is op het terrein voldoende ruimte aanwezig.

Door het voorzien van slechts één toegang tot de site wordt de mogelijke impact op de verkeersveiligheid voor zowel gemotoriseerd verkeer als zwakke weggebruikers beperkt gehouden. Centraal op het perceel is voldoende ruimte voor het manoeuvreren van de vrachtwagens.

 

-       Hinderaspecten

Niettegenstaande de kleine loods conform de bouwzone van het BPA wordt voorzien, wordt opgemerkt dat deze wordt ingeplant tot op een afstand van slechts 1,60 m van de rand van de gracht. Deze geringe afstand is onvoldoende om op een kwalitatieve manier de private gracht te onderhouden. Daarnaast is er onvoldoende ruimte om te voorzien in een kwalitatief groenscherm naar het open landschap toe, wat niet aanvaardbaar is. Het is aangewezen de oppervlakte van de kleine loods te beperken teneinde te voorzien in een volwaardig groenscherm en in voldoende afstand tussen het groenscherm en het gebouw en tussen de gracht en het gebouw. In functie van de integratie naar de omgeving toe is het aangewezen de 45° regel tov de perceelsgrenzen te respecteren. Bijgevolg wordt voorgesteld om een afstand van minstens 7 m ten opzichte van de van de oostelijke perceelsgrens en van minstens 9 m ten opzichte van de noordelijke perceelsgrens te vrijwaren. Dat zal de integratie naar de omgeving toe ten goede komen.

 

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Advies Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek en inhoud van het advies dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandpreventieverslag stipt nageleefd moet worden.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit een voorwaardelijk gunstig advies uit te brengen betreffende deze aanvraag. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:

        De voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies dienen strikt gevolgd te worden.

        De termijn van de rubriek 2.3.4.1.a)1°1° in deze vergunning dient tijdelijk beperkt te worden tot 2 jaar. Op deze manier kan na een beperkte termijn de werking van de aanwezige rookgasreiniging geëvalueerd worden.

        De gevraagde afwijkingen van de sectorale voorwaarden: Weegbrug (artikel 5.2.1.2 § 2); Ontoegankelijkheid (artikel 5.2.1.5 § 2) en Groenscherm (artikel 5.2.1.5 § 5) kunnen toegestaan worden indien zij stroken met de geldende beleidsplannen , zijnde de bepalingen van het Sectoraal BPA zonevreemde bedrijven – fase 2.

        Langs de rooilijn van de Kleine Brandstraat moet een groene onverharde achteruitbouwstrook van minstens 5 m voorzien worden en kan er slechts op 1 plaats toegang genomen worden tot de bedrijfssite.

        De plaatsing van de 2 containers aan de achterzijde van de zuidelijk gelegen loods dient uit de vergunning gesloten te worden dit in functie van een doorgang voor de brandweer en het onderhoud van de gracht.

        De oppervlakte van de kleine loods (noordoostelijk gelegen) moet beperkt worden teneinde te kunnen voorzien in een volwaardig groenscherm en voldoende ruimte tussen het gebouw en de bestaande gracht tbv onderhoudswerken. Er moet een afstand van minstens 7 m ten opzichte van de van de oostelijke perceelsgrens en van minstens 9 m ten opzichte van de noordelijke perceelsgrens gevrijwaard blijven van bebouwing.

        De nokhoogte van de noordoostelijk gelegen loods dient beperkt te worden tot maximaal 9 m.

        In functie van de inrichting en de samenstelling van het noordelijk en oostelijk gelegen 5 m brede groenscherm op de grens met het agrarisch gebied is het wenselijk een groenplan aan het dossier toe te voegen teneinde de integratie in het landschap te kunnen beoordelen voor afgifte van de vergunning.

        De aanplant van de groenschermen dient te gebeuren binnen het eerstvolgend plantseizoen na voltooiing en/of ingebruikname van de bouwwerken.

        Er moeten voldoende autoparkeerplaatsen en fietsenstalling voorzien worden op eigen terrein.

        Alle verharding, incl. de verharding in de achteruitbouwstrook dient te infiltreren op eigen terrein. Ook dient de niet-verharde oppervlakte minstens even groot te zijn als de verharde oppervlakte teneinde voldoende infiltratieoppervlakte te hebben op eigen terrein.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan, uitgezonderd de sectorale voorwaarden waarvoor in deze aanvraag een afwijking gevraagd wordt, moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/ .

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

OMV 2020_153 - Vichteknokstraat 43 - beslissing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het rooien van 6 knotwilgen in functie van de herprofilering van een private gracht, op een perceel gelegen Vichteknokstraat 43 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 869, (afd. 1) sectie B 870, (afd. 1) sectie B 871 D, (afd. 1) sectie B 872 B, (afd. 1) sectie B 875 E, (afd. 1) sectie B 876, (afd. 1) sectie B 883 A, (afd. 1) sectie B 885 A, (afd. 1) sectie B 888 G, (afd. 1) sectie B 890 A en (afd. 1) sectie B 891 A aangevraagd door Diederik Van Colen wonende Vichteknokstraat 43 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  29 oktober 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        ter compensatie van het kappen van de 6 knotbomen, moeten op eigen terrein, op een geschikte locatie minstens 6 nieuwe knotbomen aangeplant worden ten laatste het eerstvolgend plantseizoen na het rooien van de bestaande bomen.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

 

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 31 januari 2001 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een woonhuis van een bestaande hoeve.

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 september 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een loods na sloping van de bestaande loods.

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 11 oktober 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een bijgebouw op oude funderingen.

 

Relevante milieuvergunningen

 

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

      milieuvergunning afgeleverd op 15 juni 2005 door het college van burgemeester en schepenen voor de exploitatie van een boomkwekerij.

 

Relevante omgevingsvergunningen

 

Er zijn geen voorgaande omgevingsvergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Vichteknoknstraat, een openbare weg in het oosten van de gemeente. De omgeving wordt vooral gekenmerkt door open landbouwgebied maar ook door een verspreide menging van ééngezinswoningen en loodsen in functie van lokale bedrijvigheid.  De woning van de aanvrager bevindt zich op het einde van een private toegangsweg omgeven door productiepercelen van de boomkwekerij. Nabij de woning zijn ook een loods en 2 bijgebouwen aanwezig.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Met voorliggende aanvraag wenst men 6 volwassen knotwilgen nabij een perceelsgracht in het midden van de eigendom te rooien om het mogelijk te maken noodzakelijke ruimingswerken te kunnen uitvoeren aan de bestaande gracht. Het doel is de gracht te ruimen en te herprofileren tot de oorspronkelijke vorm en diepte van de gracht zodat een groter waterbergend vermogen ontstaat. In tijden van droogte kan men hiervan dan gebruik maken om omliggende productievelden te beregenen. De aanwezige knotbomen staan zeer dicht tot zelfs in de gracht waardoor deze noodzakelijke ruimingswerken nagenoeg onmogelijk maken. De ruimingsspecie zal uitgespreid worden op de oever van de gracht zonder een substantiële verhoging van het terrein te veroorzaken. De aanvrager is bereid tot heraanplant van deze te rooien bomen op een meer geschikte plaats op eigen terrein.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

Deze aanvraag is volgens het Origineel gewestplan Kortrijk, goedgekeurd op 4 november 1977 gelegen in een agrarisch gebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan, gezien de aanvraag betrekking heeft op een volwaardig uitgebaat professionele boomkwekerij in een agrarisch gebied en het gevraagde in functie is van de uitbating van dit bedrijf.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Vichteknokstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied, wel in een risicozone voor overstromingen. Het onderwerp van de aanvraag betreft een herprofilering van een bestaande gracht zodat het waterbergend vermogen van die gracht stijgt zodat in alle redelijkheid kan geoordeeld worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

De 6  knotwilgen die onderwerp uitmaken van deze aanvraag maken deel uit van de natuurwaarde van de eigendom. De basisvoorwaarde voor het verlenen van een kapvergunning is het stand-still principe, dat inhoudt dat de natuur in geen geval achteruit mag gaan. De algemene zorgplicht en de ecologische compensatie ondersteunen dit principe. Het voorgestelde onderhoud van de gracht en de 1 op 1 compensatie van iedere te rooien boom zorgen ervoor dat er dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De eigendom is volledig gelegen in agrarisch gebied. De herprofilering van de bestaande gracht naar zijn oorspronkelijk profiel wordt aanzien als het uitvoeren van onderhoud aan de gracht. Het ruimingsslib wordt zonder significante terreinophoging gedeponeerd op de oever van de gracht, tevens ook in eigendom van de aanvrager. De aanwezige knotwilgen staan deze onderhoudswerkzaamheden in de weg en vormen een belangrijke oorzaak van de slibvormig in de gracht. De knotbomen staan op meer dan 15 m van een bestaand vergund gebouw en hebben een stamomtrek van 1 m of meer zodat een omgevingsvergunning noodzakelijk is. De gracht en de bomen bevinden zich op de huiskavel van het bedrijf zodat geoordeeld wordt dat een vergunning voor vegetatiewijziging niet aan de orde is. De aanvrager geeft aan dat een heraanplant van nieuwe knotbomen op een meer geschikte plaats op eigen terrein geen probleem vormt. De compensatie van de te rooien bomen zal dan ook als voorwaarde opgenomen worden in het besluit.

Het rooien van de 6 knotwilgen is bijgevolg mits compensatie verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Diederik Van Colen wonende Vichteknokstraat 43 te 8540 Deerlijk, voor het rooien van 6 knotwilgen in functie van de herprofilering van een private gracht, op een perceel gelegen Vichteknokstraat 43 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 869, (afd. 1) sectie B 870, (afd. 1) sectie B 871 D, (afd. 1) sectie B 872 B, (afd. 1) sectie B 875 E, (afd. 1) sectie B 876, (afd. 1) sectie B 883 A, (afd. 1) sectie B 885 A, (afd. 1) sectie B 888 G, (afd. 1) sectie B 890 A en (afd. 1) sectie B 891 A, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        ter compensatie van het kappen van de 6 knotbomen, moeten op eigen terrein, op een geschikte locatie minstens 6 nieuwe knotbomen aangeplant worden ten laatste het eerstvolgend plantseizoen na het rooien van de bestaande bomen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

OMV 2020_197 - Kleine Tapuitstraat 18 - advies aan de POVC - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd advies uit te brengen over de omgevingsvergunning voor de regularisatie van de vergunde toestand van een carrosserie- en assemblagebedrijf, op een perceel gelegen Kleine Tapuitstraat 18 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 350 Y2 aangevraagd door GENNAKER namens BLUE OAK REAL ESTATE CVBA gevestigd Kleine Tapuitstraat 18 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en motiveert haar beslissing als volgt:

 

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming milieubelastende industrie.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

o        De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

o        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

o        De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

o        Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

o        Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

 

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

o        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 januari 1983 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een industriegebouw.

o        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 augustus 1985 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een industriegebouw.

o        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 oktober 1989 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bedrijf.

o        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 februari 1993 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bedrijf met een magazijn.

o        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 8 juni 2016 door het college van burgemeester en schepenen voor het gedeeltelijk slopen van een bestaand gebouw en het bouwen van een kantoor.

o        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 september 2016 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de parking en het bouwen van carports.

 

Relevante milieuvergunningen

 

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

o        Milieuvergunning afgeleverd op 5 mei 1993 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het uitbaten van een textielbedrijf.

o        Milieuvergunning afgeleverd op 8 april 1998 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbaten van een weverij.

o        Milieuvergunning afgeleverd op 29 juni 2016 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbaten van een carrosseriewerkplaats.

 

Relevante omgevingsvergunningen

 

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

o        Omgevingsvergunning afgeleverd op 14 november 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor de overname van Socartrust door Blue Oak Real Estate.

o        Omgevingsvergunning afgeleverd op 7 maart 2019 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het exploiteren van een carrosseriewerkplaats en assemblagebedrijf.

 

 

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

Het bedrijf Blue Oak Real Estate is gelegen langs de Kleine Tapuitstraat, binnen de industriezone Ter Donkt I. In 2016 werd de afbraak van oude burelen en een deel van de loodsen van Ravel Textiles vergund en het herbouwen van een nieuw kantoorgebouw voor de vennootschap Socartrust. De omgeving wordt bijgevolg gekenmerkt door het nieuwe kantoorgebouw, de nabijgelezen autosnelweg (E17), het reyclagepark van de gemeente Deerlijk en achtergelegen bedrijfsgebouwen.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft geen betrekking op een stedenbouwkundige handeling.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De verandering wordt gevraagd voor:

o        uitbreiding van het lozen van huishoudelijk afvalwater tot een totaal van 950 m³/jaar;

o        uitbreiding van de verdeelslangen naar een totaal van 2 verdeelslangen;

o        uitbreiding voor het stallen van voertuigen die geen personenwagens zijn tot een totaal van 60 voertuigen;

o        wijziging van de aircotoestellen en warmtepomp: + 107,78 kW tot een totaal van 134,28 kW;

o        uitbreiding van de opslag van gevaarlijke producten in kleine recipiënten tot een totaal van 250 liter;

o        1 van de vergunde aardgasstookinstallaties was niet correct vergund; hiervoor wordt een regularisatie gevraagd van + 56 kW tot een totaal van 945 kW.

 

Volgende rubrieken zijn niet langer van toepassing:

o        de inrichting is vergund voor 7 dubbele laadpalen van elk 440 kW. Deze vallen echter onder uitzonderingen en zijn bijgevolg niet meer vergunningsplichtig.

 

Volgende nieuwe rubrieken worden aangevraagd:

o        lozen van huishoudelijk afvalwater: 870 m³/jaar;

o        opslag van mazout gebeurt niet meer in een tank van 1000 liter maar in 5 afzonderlijke vaten van 200 liter.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

3.2.2°a)

uitbreiding van de lozing huishoudelijk afvalwater door verhoging aantal werknemers (Verandering)

950 m³/jaar

3

3.4.1°a)

lozen van bedrijfsafvalwater afkomstig van:

        reinigen van de werkplaats: 0,125 m³/u; 0,375 m³/dag en 75 m³/jaar

        2 wasplaatsen: 0,4 m³/u; 4 m³/dag en 720 m³/jaar (Ongewijzigd)

0,525 m³/uur

3

6.4.1°

opslag van brandbare vloeistof (Ongewijzigd)

200 liter

3

6.5.1°

uitbreiding met 1 verdeelslang, verbonden aan een vat van 200 liter mazout (Verandering)

2 verdeelslangen

3

12.2.1°

transformator (Ongewijzigd)

180 kVA

3

15.1.2°

uitbreiding met het stallen van 1 heftruck, 2 bestelwagens en 2 aanhangwagens (Verandering)

60 aantal voertuigen

2

15.3.1°

garagewerkplaats met 11 hefbruggen (Ongewijzigd)

11 hefbruggen

2

15.4.1°

2 wasplaatsen voor het wassen van voertuigen (Ongewijzigd)

20 stuks/dag

3

16.3.2°a)

Uitbreiding met 4 airco’s:

(38) airco van 33,5 kW

(39) airco van 33,5 kW

(40) airco van 28 kW

(41) airco van 7,1 kW

regularisatie vermogen van de warmtepomp (Verandering)

134,28 kW

3

17.3.2.1.1.1°b)

vervangen van de bovengrondse tank door 5 vaten van 200 liter (Verandering)

0,85 ton

3

17.3.2.1.2.1°

uitbreiding van de opslag antivriesmiddel naar 2 x 210 liter (totaal 403 kg) (Verandering)

0,403 ton

3

17.3.6.1°a)

opslag van 2 x 210 liter (403 kg) antivriesmiddel (Nieuw)

0,403 ton

3

17.3.7.1°a)

uitbreiding van de opslag antivriesmiddel naar 2 x 210 liter (totaal 403 kg) (Verandering)

0,403 ton

3

17.4.

uitbreiding van de opslag gevaarlijke producten in kleine recipiënten (Verandering)

250 liter

3

42.1.

assemblage van voertuigen, nl. de Addax voertuigen bestaande uit 2 lijnen (Ongewijzigd)

1000 stuks/jaar

1

43.1.1°a)

regularisatie vermogen stookinstallatie van 190 kW tot 246 kW (Verandering)

945 kW

3

55.1.1°

geothermische boringen (Ongewijzigd)

30 stuks

3

 

 

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

5. Adviezen

 

Voor deze aanvraag werd vanuit de POVC West-Vlaanderen aan de gemeente Deerlijk en aan de afdeling milieu van Omgeving Vlaanderen op 14 oktober 2020 advies gevraagd.

 

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

 

De eigendom is volgens het origineel gewestplan Kortrijk, goedgekeurd op 4 november 1977 gelegen in een gebied voor milieubelastende industrieën.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

De gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

De aanvraag heeft betrekking op de uitbreiding, actualisatie en regularisatie van de ingedeelde activiteiten van een bestaand bedrijf binnen dezelfde industriële exploitatie zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kleine Tapuitstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

1. Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

De ontsluiting van het bedrijf gebeurt via de kortste route naar het hoger gelegen netwerk, meer bepaald langsheen de Stationsstraat richting N36.

Organisatie van het personenverkeer van en naar de onderneming

Het personenverkeer van en naar de onderneming gebeurt voornamelijk met personenwagens gezien de meeste werknemers over een bedrijfswagen beschikken.

Er zijn 7 dubbele laadpalen voorzien voor elektrische wagens. Een 3-tal werknemers komen met de fiets.  Deze aanvraag heeft betrekking op de uitbreiding van de lozing van huishoudelijk afvalwater door een stijging van het aantal werknemers. Er zullen maximaal 95 werknemers aanwezig zijn in het bedrijf. Hiervoor is voldoende parkeergelegeheid op de site voorzien. De werkuren situeren zich tussen 7.30uur en 18.00 uur.

Gebruikte mobiliteitsmiddelen voor goederentransport

Voor de aan- en afvoer van de grond- en hulpstoffen worden voornamelijk bestelwagens en vrachtwagens gebruikt.

Aan- en afvoerfrequenties – gemiddelde transporthoeveelheden

        Aanvoer nieuwe wagens: gemiddeld 3 transporten per dag (6 wagens per vrachtwagen)

        Aanvoer onderdelen Addax: gemiddeld 50 transporten per week

        Aanvoer transport derden: gemiddeld 3 per dag

        Afvoer frequentie wagens: gemiddeld 3 transporten per dag

        Afvoer Addax voertuigen: gemiddeld 15 transporten per week

        Aantal klanten/bezoekers per dag: gemiddeld 3

Naar aanleiding van deze aanvraag, namelijk de uitbreiding met de afdeling assemblage voor de Addax voertuigen, worden gemiddeld 600 transportbewegingen per week verwacht.

Gezien de ligging van de inrichting en de hoeveelheid aan transportbewegingen kan besloten worden dat de effecten op de mobiliteit niet aanzienlijk zullen zijn ten gevolge van deze aanvraag.

 

2. Relevante potentiële effecten op de bodem

Naar aanleiding van deze aanvraag kunnen de volgende bronnen van emissie naar de bodem verwacht worden:

        de uitbreiding met 4 airconditioninginstallaties. Emissies naar de bodem kunnen voorkomen indien er lekken koelvloeistof zijn.

        de uitbreiding met één verdeelslang. Bij het tanken kunnen morsverliezen optreden.

        de uitbreiding van de opslag van gevaarlijke stoffen in kleine recipiënten.

        de uitbreiding van de opslag van antivriesmiddel.

De volgende maatregelen zullen worden ingezet om de effecten op de bodem te voorkomen of te beperken:

        De airco toestellen zullen periodiek aan een lektest onderworpen worden door een erkende koeltechnicus.

        In de inrichting zullen maximaal 5 vaten van 200 liter diesel aanwezig zijn. In de afdeling Westlease is 1 verdeelslang aanwezig en er wordt ook een verdeelslang voorzien aan afdeling Addax. De slangen zijn bijgevolg niet verbonden aan een bovengrondse tank, maar aan een vat van 200 liter. Deze vaten worden op een lekbak geplaatst. Er zijn absorptiekorrels aanwezig om een eventueel lek snel op te ruimen.De recipiënten in kleine verpakkingen zullen in een kast opgeslagen worden waarbij een inkuiping is voorzien.

        In de inrichting worden een aantal gevaarlijke producten opgeslagen:

o        De vaten van 200 liter bevinden zich op lekbakken.

o        De opslag van gevaarlijke producten in kleine recipiënten bevindt zich in een brandkast.

Gezien bovenvermelde maatregelen genomen zullen worden en gezien de aard van de activiteiten, kan besloten worden dat de effecten op de bodem tot een minimum werden herleid.

 

3. Relevante potentiële effecten op het watersysteem

Deze aanvraag heeft betrekking op de uitbreiding van de lozing van huishoudelijk afvalwater door een verhoging van het aantal personeelsleden van max. 87 naar max. 95.

Het huishoudelijk afvalwater wordt via een septische put geloosd in de riolering van de

Kleine Tapuitstraat. De effecten op het watersysteem zijn bijgevolg beperkt.

 

4. Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Deze aanvraag heeft betrekking op de uitbreiding met volgende aardgasstookinstallaties:

        aardgasstookinstallatie van 189 kW (aangeduid met nr. 33 op de bijhorende plannen)

        aardgasstookinstallatie van 246 kW (aangeduid met nr. 34 op de bijhorende plannen)

        aardgasstookinstallatie van 246 kW (aangeduid met nr. 35 op de bijhorende plannen)

        aardgasstookinstallatie van 190 kW (aangeduid met nr. 36 op de bijhorende plannen)

Voor stookinstallaties met een nominaal thermisch ingangsvermogen van minder dan 300 kW, zijn geen emissiegrenswaarden van toepassing.  Elke stookinstallatie heeft een aparte schouw. De stookinstallaties zullen 2-jaarlijks aan een onderhoud worden onderworpen.

Gezien de aard van de activiteit en de genomen maatregelen worden de effecten op de luchtkwaliteit tot een minimum herleid.

 

5. Relevante potentiële effecten van geluid of trillingen ten gevolge van de aanvraag

Geluid

Deze aanvraag heeft betrekking op de aanvraag van 4 airconditioningtoestellen, die een bron van geluid kunnen zijn. De buitenunits zijn zodanig opgesteld dat potentiële effecten ten aanzien van buren nihil is. Tevens worden de buitenunits periodiek aan een onderhoud onderworpen door een erkend koeltechnicus zodat slijtage en mogelijke geluidshinder tijdig aangepakt zal worden.

Trillingen

Er worden geen effecten ten gevolge van trillingen verwacht.

Gezien de ligging van de inrichting in een gebied met als bestemming milieubelastende industrie en de aard van de activiteiten kan besloten worden dat de effecten geluid en trillingen niet aanzienlijk zullen zijn ten gevolge van deze aanvraag.

 

6. Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen ten gevolge van de aanvraag andere dan deze ten gevolge van opslag en verwerking

Voor de in de exploitatie geproduceerde afvalstoffen heeft het bedrijf een contract met een erkende verwerker en worden deze op regelmatige tijdstippen afgevoerd. Zodoende worden geen potentiële effecten met betrekking tot de productie van afvalstoffen verwacht.

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting, veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden, tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op een bestaand milieubelastend bedrijf in een gebied voor bedrijvigheid zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De aanvraag heeft geen betrekking op uitbreiding van de bestaande bedrijfsgebouwen, noch de oprichting van nieuwe bedrijfsgebouwen zodat de impact op de omgeving zowel naar schaal als ruimtegebruik beperkt zal zijn. De uitbreidingen of aanpassingen aan de exploitatie vinden plaats binnen de bedrijfsgebouwen en zijn niet zichtbaar vanaf de openbare weg zodat de visuele impact beperkt zal zijn. De extra mobiliteit die zal gegenereerd worden door de uitbreiding van de assemblagelijn is eerder gering en eigen aan de bestemming van het gebied zodat kan geoordeeld worden dat het ontwerp bijgevolg verenigbaar is met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit een voorwaardelijk gunstig advies uit te brengen betreffende de aanvraag. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:

o        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Verwaarlozing - Hazewindstraat 7 - behandeling bezwaar - weigering

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd te beslissen over de ontvankelijkheid en gegrondheid van het bezwaar aangetekend tegen de beslissing tot opname op het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen van de woning gelegen Hazewindstraat 7 te Deerlijk (8540).

 

Motivering

 

Op 14 september 2020 werd voor de woning gelegen Hazewindstraat 7 te Deerlijk (8540) een akte (nr. 2020/002) tot vaststelling van verwaarlozing opgemaakt.

 

Conform artikel 3 van het gemeentelijk reglement van 9 juli 2020 met betrekking tot de inventarisatie van verwaarloosde woningen en gebouwen werd op 14 september 2020 de zakelijk gerechtigde per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname van een verwaarloosde woning of gebouw in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

Conform artikel 4 van het gemeentelijk reglement kan binnen de 30 dagen beroep worden aangetekend tegen de beslissing tot opname.

 

De zakelijk gerechtigde Anabasis, Rozeveldstraat 84 te Torhout (8820) diende op 13 oktober 2020 een beroepsschrift in tegen de beslissing tot opname op het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen per aangetekende zending.

          Het beroepsschrift is conform artikel 4 van het gemeentelijk reglement op de inventarisatie van verwaarloosde woningen en gebouwen ontvankelijk.

          Het beroepsschrift is ingediend binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na deze van betekening van het schrijven, in casu 15 oktober 2020.

          Het beroepsschrift werd ingediend door de zakelijk gerechtigde.

          Het beroepsschrift is ondertekend.

 

          De zakelijk gerechtigde betwist de beslissing met de volgende argumenten:

          De vastgestelde gebreken (met name: afbladderende verf en uitgevallen voegwerk) aan de woning zijn ongegrond, daarenboven wordt de woning bewoond.

 

Volgend op het beroepsschrift werden de bezwaren onderzocht en als volgt weerlegd:

          De afbladderende verf is vast te stellen op de foto's bij het technisch verslag inzake verwaarlozing en wordt bevestigd in het schrijven.

          Het uitgevallen voegwerk is eveneens waarneembaar en werd daartoe opgenomen in het technisch verslag.

 

De woning kan bijgevolg opgenomen worden op het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          het gemeentelijk reglement van 9 juli 2020 met betrekking tot de inventarisatie van verwaarloosde woningen en gebouwen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om het beroep ontvankelijk doch ongegrond te verklaren omwille van volgende reden:

          Geen van de aangehaalde argumenten tonen aan dat de woning de dag van de opmaak van de administratieve akte, in casu 14 september 2020, als niet-verwaarloosd kan beschouwd worden.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de akte 2020-002 op te nemen op de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Verwaarlozing - Sint-Rochusstraat 50 - behandeling bezwaar - weigering

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd te beslissen over de ontvankelijkheid en gegrondheid van het bezwaar, aangetekend tegen de beslissing tot opname op het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen van de woning gelegen Sint-Rochusstraat 50 te Deerlijk (8540).

 

Motivering

 

Op 14 september 2020 werd voor de woning gelegen Sint-Rochusstraat 50 te Deerlijk (8540) een akte (nr. 2020/010) tot vaststelling van verwaarlozing opgemaakt.

 

Conform artikel 3 van het gemeentelijk reglement van 9 juli 2020 met betrekking tot de inventarisatie van verwaarloosde woningen en gebouwen werd op 14 september 2020 de zakelijk gerechtigde per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname van een verwaarloosde woning of gebouw in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

Conform artikel 4 van het gemeentelijk reglement kan binnen de 30 dagen beroep worden aangetekend tegen de beslissing tot opname.

 

De zakelijk gerechtigde Anabasis, Rozeveldstraat 84 te Torhout (8820) diende op 13 oktober 2020 een beroepsschrift in tegen de beslissing tot opname op het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen per aangetekende zending.

          Het beroepsschrift is conform artikel 4 van het gemeentelijk reglement voor de opmaak van het gemeentelijk leegstandsregister ontvankelijk.

          Het beroepsschrift is ingediend binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na deze van betekening van het schrijven, in casu 15 oktober 2020.

          Het beroepsschrift werd ingediend door de zakelijk gerechtigde.

          Het beroepsschrift is ondertekend.

 

          De zakelijk gerechtigde betwist de beslissing met de volgende argumenten:

          De vastgestelde gebreken (met name: afbladderende verf, uitgevallen voegwerk en lekkende goten) aan de woning zijn ongegrond, daarenboven wordt de woning bewoond.

 

Volgend op het beroepsschrift werden de bezwaren onderzocht en als volgt weerlegd:

          De afbladderende verf is vast te stellen op de foto's bij het technisch verslag inzake verwaarlozing en wordt bevestigd in het schrijven.

          Er zijn barsten in de gevel waarneembaar en daartoe opgenomen in het technisch verslag.

          In het technisch verslag wordt melding gemaakt van verweerde goten en afbladderende verf, wat ook vast te stellen is op de foto's bij het technisch verslag. Er worden geen lekken van de goten aangehaald.

 

De woning kan bijgevolg opgenomen worden op het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 van het Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          het gemeentelijk reglement van 9 juli 2020 met betrekking tot de inventarisatie van verwaarloosde woningen en gebouwen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om het beroep ontvankelijk doch ongegrond te verklaren omwille van volgende reden:

          Geen van de aangehaalde argumenten tonen aan dat de woning de dag van de opmaak van de administratieve akte, in casu 14 september 2020, als niet-verwaarloosd kan beschouwd worden.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de akte 2020/010 op te nemen op de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Deerlijkbon - hulp bij aankoop grote hoeveelheden door derden - algemeen standpunt - goedkeuring

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 NOVEMBER 2020

Aanpassing meerjarenplan 1 - 2020-2025 - finaal ontwerp - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het finaal ontwerp van de aanpassing meerjarenplan 1 - 2020-2025, goed te keuren zodat dit kan voorgelegd worden aan de gemeenteraad van 26 november 2020.

 

Motivering

 

Het finaal ontwerp van de aanpassing meerjarenplan 1 - 2020-2025 bevindt zich in bijlage. Het college van burgemeester en schepenen overloopt en bespreekt dit finaal ontwerp, zodat dit kan voorgelegd worden aan de gemeenteraad van 26 november 2020 ter vastlegging.

De gemeenteraadscommissie financiën gaf op 10 november 2020 gunstig advies.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 171, § 4, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Art. 176, 1° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het finaal ontwerp van de aanpassing meerjarenplan 1 - 2020-2025 voor te leggen aan de gemeenteraad van 26 november 2020.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.