Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 15 september 2021 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 15 september 2021.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 15 september 2021 goed te keuren.

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.2. Vichtesteenweg 12 - verkoop - kennisname schattingsverslag + principiële goedkeuring

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.3. Leveren en plaatsen grafkelders begraafplaats Deerlijk-centrum - gunning - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Leveren en plaatsen grafkelders begraafplaats Deerlijk-centrum” goed te keuren.

Motivering

Op de begraafplaats Deerlijk-centrum zijn momenteel slechts 2 grafkelders voor 2 personen nog beschikbaar.  Er wordt voorgesteld om 15 bijkomende grafkelders voor 2 personen te voorzien op de begraafplaats. 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 9.750,00 euro excl. btw of 11.797,50 euro incl. 21 % btw.

Er wordt voorgesteld de opdracht tot stand te brengen bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

Volgende ondernemers werden uitgenodigd om deel te nemen aan deze opdracht:

•          Aannemersbedrijf Buytaert bv, Hogenakkerhoekstraat 3 te 9150 Kruibeke

•          Vanden Broucke Beton nv, Rue Provinciale 211 te 7760 Escanaffles

•          Vromant nv, Paanderstraat 35 te 8540 Deerlijk

Er werd 1 offerte ontvangen van Aannemersbedrijf Buytaert bv, Hogenakkerhoekstraat 3 te 9150 Kruibeke (10.950,00 euro excl. btw of 13.249,50 euro incl. 21 % btw).

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdend met het voorgaande, de opdracht “Leveren en plaatsen grafkelders begraafplaats Deerlijk-centrum” te gunnen aan de firma met de enige offerte, zijnde Aannemersbedrijf Buytaert bv, Hogenakkerhoekstraat 3 te 9150 Kruibeke, tegen het nagerekende offertebedrag van 10.950,00 euro excl. btw of 13.249,50 euro incl. 21 % btw.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
• Andere:

• De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
• Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
• De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet).
• Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
• Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

• Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

Adviezen

De coördinator van de technische dienst verleent positief advies.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Goedkeuring wordt verleend aan het gunningsvoorstel, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

Artikel 2

De opdracht “Leveren en plaatsen grafkelders begraafplaats Deerlijk-centrum” wordt gegund aan de firma met de enige offerte, zijnde Aannemersbedrijf Buytaert bv, Hogenakkerhoekstraat 3 te 9150 Kruibeke, tegen het nagerekende offertebedrag van 10.950,00 euro excl. btw of 13.249,50 euro incl. 21 %.

Artikel 3

De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2021, op jaarbudgetrekening 0990-00/60000000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB).

Artikel 4

Het krediet zal verhoogd worden bij de volgende budgetwijziging.

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.4. Vichtestraat - kennisname schattingsverslag en opmetingsplan - principieel akkoord aankoop - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het schattingsverslag en opmetingsplan van het perceel gelegen in de Vichtestraat te Deerlijk en de principiële aankoop ervan goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 10 februari 2021 akkoord te gaan met het laten opmeten en schatten van een stuk grond in de Vichtestraat te Deerlijk omtrent een eventuele aankoop van speelterreinen.

Landmeter-expert Bart Degezelle werd aangesteld om een opmetingsplan op te maken en Vastgoedtransacties om een schattingsverslag op te maken.

Het perceel grond is kadastraal bekend onder Deerlijk als bouwland, 1ste afdeling, sectie B, deel van nr. 582 C.

Op 24 maart 2021 ontvingen wij het opmetingsplan, opgesteld door Landmeter-expert Bart Degezelle.

Op 13 september 2021 ontvingen wij het schattingsverslag, opgesteld door Vastgoedtransacties.  Het recht van overgang is inbegrepen in de schatting.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het opmetingsplan en het schattingsverslag in bijlage.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit principieel akkoord te gaan met de aankoop van het perceel grond, kadastraal bekend onder Deerlijk als bouwland, 1ste afdeling, sectie B, deel van nr. 582 C.

Artikel 3

Vastgoedtransacties wordt aangesteld om een ontwerp van akte op te maken en de akte te verlijden.

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.5. Personeel - aankondiging vakbondsacties - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van ACOD van 30 augustus 2021 waarbij ze stakingsacties aankondigen.

Motivering

ACOD laat weten dat er op 24 september 2021 een nationale manifestatie zal plaatsvinden in verschillende bedrijven.

Ook werknemers in de publieke sector zijn betrokken partij en dit schrijven beschouwen zij als een aanzegging van deze actie waarbij elk personeelslid dat afwezig is wegens deelname aan de actie zal gedekt worden door de ACOD.

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van ACOD van 30 augustus 2021 waarbij ze melden dat er op 24 september 2021 een nationale manifestatie zal plaatsvinden in verschillende bedrijven.

Personeelsleden die deelnemen aan deze actie zijn met deze stakingsaanzegging ingedekt.

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.6. Diverse verslagen - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

Motivering

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

•          Imog - Verslag Raad van Bestuur van 19 juli 2021

•          Toerisme Leiestreek vzw - verslag van de algemene vergadering van 19 mei 2021

•          Wonen Regio Kortrijk - verslag van de algemene vergadering van 31 mei 2021

•          Wonen Regio Kortrijk - jaarverslag 2020

•          Bestuursorgaan zorgraad ELZ Regio Waregem - verslagen van 20 april 2021, 27 april 2021, 21 mei 2021 en 15 juni 2021

•          Gaselwest - verslag van de Raad van Bestuur van 28 juni 2021

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.7. Verslag politieraad 15 juni 2021 - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het aan de gemeente overgemaakte verslag van 15 juni 2021.

Motivering

Het verslag van de politieraad van 15 juni 2021 werd overgemaakt aan de gemeente.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.8. Jeugd - premie jeugdverenigingen - werkjaar 2020-2021 - goedkeuring

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.9. Feestelijkheden - kinderboerderij Bokkeslot - Oogstfeest - 10 oktober 2021 - goedkeuring

Aanleiding en context

Op 6 september 2021 werd een aanvraag ingediend door kinderboerderij Bokkeslot voor volgend evenement:

Motivering

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

•          aanvraag politionele medewerking

Parkeerverbod op onderstaande plaats(en) op zondag 10 oktober 2021 van 10.00 uur tot 22.00 uur:

◦          Tapuitstraat van huisnummer 74 tot 88;

◦          Tapuitstraat van huisnummer 69 tot 91.

PZ Gavers verleende op 14 september 2021 positief advies en voorziet de nodige verkeersmaatregelen conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met identiek nummer 1392221.

•          aanvraag vuurvergunning

Het is verboden, zonder voorafgaande schriftelijke machtiging van de burgemeester, enig vuur aan te leggen waarbij het gebruik of de aanwezigheid van *open vuur of vlammen* een risico doet ontstaan voor het publiek.

Voor het gebruik van vuurkorven, -manden en -schalen verwijst de hulpverleningszone Fluvia naar de richtlijnen die terug te vinden zijn op hun website via volgende link:

https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

2. De evenementen- veiligheidscel verleent volgend advies voor dit evenement:

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

De evenementencel verleent op basis van de beschikbare info een gunstig advies mits het strikt en correct toepassen van de coronamaatregelen conform de geldende wetgeving, richtlijnen en vastgelegd in sectorspecifieke protocollen die van toepassing zijn op het moment waarop de activiteit plaatsvindt.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, §1  Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Plaatsing verkeerssignalisatie

▪          Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.

De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits het strikt en correct toepassen van de coronamaatregelen conform de geldende wetgeving, richtlijnen en vastgelegd in sectorspecifieke protocollen die van toepassing zijn op het moment waarop de activiteit plaatsvindt.

Artikel 2

Vuurvergunning: zie besluit van de burgemeester.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie.  De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

Artikel 4

De inrichter moet de richtlijnen volgen van de hulpverleningszone Fluvia inzake veiligheid.

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.10. Feestelijkheden - 95-jarig bestaan J. Cortes - 7-9 oktober 2021 - toelating geluidsactiviteit - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor volgende geluidsactiviteit:

Motivering

Gevraagde geluidsactiviteit:

95 – 100 dB

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 30 maart 2011 beslist om de afwijking op de geluidsnormen tot 2 uur te behouden en dat het aangewezen is geen precedenten te scheppen.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Toelating geluidsactiviteit

▪          Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement

▪          Besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

▪          Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

▪          Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen

▪          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 maart 2011

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

•          Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

•          De inrichters als bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden verstoren. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

•          De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.11. Feestelijkheden -  Chiro Joeki - Geef ma Gaspi - 16 oktober 2021 - goedkeuring

Aanleiding en context

Op 20 augustus 2021 werd een aanvraag ingediend door chiro Joeki Deerlijk voor volgend evenement:

Motivering

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

•          aanvraag gebruik van de gemeentelijke roosters voor het ophangen van publiciteitsborden

Tijdelijke publiciteit op het openbaar domein naar aanleiding van manifestaties van culturele, levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard kunnen enkel gebeuren op de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde roosters. De aanvraag dient gericht te worden aan het college van burgemeester en schepenen.

•          aanvraag machtiging voor het verstrekken van sterke drank

Het is verboden sterke dranken te verkopen voor gebruik ter plaatse in occasionele drankgelegenheden waar openbare manifestaties plaatsvinden, tenzij het college van burgemeester en schepenen hiervoor een speciale machtiging verleent.

•          aanvraag premie 'Security op fuiven';

Aan de Deerlijkse erkende verenigingen wordt een premie toegekend voor het toevertrouwen van de persoonscontrole aan een door de gemeente aangestelde erkende security-firma bij een fuif.

•          aanvraag geluidsactiviteit als volgt:

95 – 100 dB

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 30 maart 2011 beslist om de afwijking op de geluidsnormen tot 2 uur te behouden en dat het aangewezen is geen precedenten te scheppen.

2. De evenementen-veiligheidscel verleent volgend advies voor dit evenement:

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

De evenementencel verleent op basis van de beschikbare info, een gunstig advies mits het strikt en correct toepassen van de coronamaatregelen conform de geldende wetgeving, richtlijnen en vastgelegd in sectorspecifieke protocollen die van toepassing zijn op het moment waarop de activiteit plaatsvindt.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Gebruik van de gemeentelijke roosters voor het ophangen van publiciteitsborden

▪          Art. 221-224 Algemene politieverordening'

◦          Machtiging voor het verstrekken van sterke drank

▪          Art. 9, Wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank

◦          Premie 'Security op fuiven'

▪          Gemeenteraadsbeslissing van 24 oktober 2013 betreffende premiereglement security

◦          Toelating geluidsactiviteit

▪          Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning

▪          Besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

▪          Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

▪          Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen

▪          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 maart 2011

◦          Plaatsing verkeerssignalisatie

▪          Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.

De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits het strikt en correct toepassen van de coronamaatregelen conform de geldende wetgeving, richtlijnen en vastgelegd in sectorspecifieke protocollen die van toepassing zijn op het moment waarop de activiteit plaatsvindt.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen staat toe dat de gemeentelijke roosters worden gebruikt voor het ophangen van publiciteitsborden in het kader van dit evenement.

Voor de praktische afhandeling (ophalen en terugbrengen borden) dient contact opgenomen te worden met het gemeenschapscentrum d'Iefte op het telefoonnummer 056 71 89 81 of via mail aan cultuur@deerlijk.be.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen verleent een speciale machtiging voor de verkoop van sterke drank tijdens dit evenement.

Artikel 4

Het college van burgemeester en schepenen besluit dat de organisator in aanmerking kan komen voor het verkrijgen van een toelage voor security op fuiven op voorwaarde dat:

•          het reglement voor security of fuiven door de verantwoordelijke van de Deerlijkse erkende vereniging ondertekend wordt;

•          er een beroep wordt gedaan op de diensten van een door de gemeente aangestelde erkende security-firma;

•          er minimaal een beroep gedaan wordt op twee security agenten;

•          er na het evenement een aanvraag tot betoelaging wordt ingediend, gericht aan het college van burgemeester en schepenen, op het daartoe voorgeschreven aanvraagformulier dan kan gedownload worden van de gemeentelijke website. Bij deze aanvraag dienen de voor echt verklaarde facturen en het betalingsbewijs ervan gevoegd te worden.

Artikel 5

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

•          De inrichters als bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

•          De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

Artikel 6

De inrichter moet de richtlijnen volgen van de hulpverleningszone Fluvia inzake veiligheid.

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.12. Feestelijkheden - Gaverkasteel - Oberbayern - 2 oktober 2021 - goedkeuring

Aanleiding en context

Op 28 augustus 2021 werd een aanvraag ingediend door bv MAEMCO voor volgend evenement:

Motivering

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

•          aanvraag geluidsactiviteit als volgt:

95 – 100 dB

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 30 maart 2011 beslist om de afwijking op de geluidsnormen tot 2 uur te behouden en dat het aangewezen is geen precedenten te scheppen.

•          aanvraag tijdelijke inname openbaar domein

bv MAEMCO wenst hun evenement Oberbayern te organiseren op zaterdag 2 oktober en vraag toelating voor de inname op het openbaar domein, specifiek voor de inname van het grasplein gesitueerd aan de achterkant van het Sociaal Huis bedoeld voor het plaatsen van een tent vanaf donderdag 30 september 6.00 uur tot en met zondag 3 oktober 19.00 uur.

PZ Gavers verleende op 21 september 2021 positief advies en voorziet de nodige verkeersmaatregelen conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met identiek nummer 1396952.

2. De evenementen- veiligheidscel verleent volgend advies voor dit evenement:

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

De evenementencel verleent op basis van de beschikbare info een gunstig advies mits het strikt en correct toepassen van de coronamaatregelen conform de geldende wetgeving, richtlijnen en vastgelegd in sectorspecifieke protocollen die van toepassing zijn op het moment waarop de activiteit plaatsvindt.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Toelating geluidsactiviteit

▪          Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement

▪          Besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

▪          Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

▪          Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen

▪          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 maart 2011

◦          Plaatsing verkeerssignalisatie

▪          Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.

De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits het strikt en correct toepassen van de coronamaatregelen conform de geldende wetgeving, richtlijnen en vastgelegd in sectorspecifieke protocollen die van toepassing zijn op het moment waarop de activiteit plaatsvindt.

Artikel 2

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

•          De inrichters als bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

•          De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein, voor het plaatsen van een tent op het Gaverdomein, van 30 september 2021 om 6.00 uur tot 3 oktober 2021 om 19.00 uur.

Artikel 4

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie.  De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

Artikel 9

De inrichter moet de richtlijnen volgen van de hulpverleningszone Fluvia inzake veiligheid.

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.13. OMV 2021_179 - Schepen Paul Vanaverbekestraat 7 - melding bronbemaling - aktename

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor een bronbemaling ten behoeve van de plaatsing van een hemelwaterput en een septische put op een perceel gelegen Schepen Paul Vanaverbekestraat 7 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 835 G ingediend door de heer Niels Polfliet wonende Constant Permekestraat 6 te 8550 Zwevegem.

Motivering

De melding ingediend door de heer Niels Polfliet wonende Constant Permekestraat 6 te 8550 Zwevegem, werd per beveiligde zending verzonden op 13 september 2021.

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

VOORWERP VAN DE MELDING

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Schepen Paul Vanaverbekestraat 7, kadastraal bekend afdeling 2 sectie E nr. 835G.

De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: bronbemaling ten behoeve van de plaatsing van een hemelwaterput en een septische put.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

BEVOEGDHEID

Er zijn geen stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.

De gemelde exploitatie van een ingedeelde inrichting en/of activiteit is meldingsplichtig en niet verboden.

De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit alles met omzichtigheid benaderd worden.

De afvoer van het bemalingswater wordt prioritair geleid naar de RWA van het openbare rioleringsnet.

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, § 3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandregels.

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

      Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

      Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Niels Polfliet wonende Constant Permekestraat 6 te 8550 Zwevegem voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een bronbemaling ten behoeve van de plaatsing van een hemelwaterput en een septische put gelegen Schepen Paul Vanaverbekestraat 7 te Deerlijk.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

Artikel 2

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde Vlarem rubriek(en) staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

U bent een rolrecht verschuldigd van:

• 200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;
• 100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

• het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges;
• het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
• het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.14. OMV 2021_173 - Sint-Elooistraat 2 - melding IIOA klasse 3 - aktename

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor een bronbemaling in functie van de plaatsing van bufferbekkens op een perceel met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 270 B, (afd. 2) sectie D 273 A en (afd. 2) sectie D 275 D ingediend door Elke Bea Declerck namens STADSBADER NV gevestigd Kanaalstraat 1 te 8530 Harelbeke.

Motivering

De melding ingediend door Elke Bea Declerck namens STADSBADER NV gevestigd Kanaalstraat 1 te 8530 Harelbeke, werd per beveiligde zending verzonden op 8 september 2021.

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

VOORWERP VAN DE MELDING

De melding heeft betrekking op een terrein kadastraal bekend afdeling 2 sectie D nrs. 270B, 273A en 275D.

De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: bronbemaling in functie van de plaatsing van bufferbekkens.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

BEVOEGDHEID

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER

Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.

De ingedeelde inrichting of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit als met omzichtigheid benaderd worden.

In de nabijheid van de werfzone ligt de Veemeersbeek. Het bemalingswater wordt prioritair op deze beek afgevoerd. Dit wordt als voorwaarde opgenomen bij het besluit van de aktename.

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, § 3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandregels.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

      Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

      Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door Elke Bea Declerck namens STADSBADER NV gevestigd Kanaalstraat 1 te 8530 Harelbeke voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een bronbemaling in functie van de plaatsing van bufferbekkens gelegen  te Deerlijk.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

Artikel 2

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

De nabijgelegen Veemeersbeek moet prioritair gebruikt worden voor de afvloei van het opgepompte bemalingswater.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekendmaken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

U bent een rolrecht verschuldigd van:

• 200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;
• 100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

• het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges;
• het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
• het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.15. OMV 2021_176 - Ter Donkt 4 - melding IIOA klasse 3 - aktename

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor het plaatsen van een propaangastank voor huishoudelijk gebruik op een perceel gelegen Ter Donkt 4 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 227 C ingediend door de heer Dirk Deleersnyder wonende Ter Donkt 4 te 8540 Deerlijk.

Motivering

De melding ingediend door de heer Dirk Deleersnyder wonende Ter Donkt 4 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 9 september 2021.

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

VOORWERP VAN DE MELDING

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Ter Donkt 4, kadastraal bekend afdeling 2 sectie C nr. 227C.

De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: plaatsen van een propaangastank voor huishoudelijk gebruik.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

BEVOEGDHEID

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER

Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.

De aanvraag betreft de plaatsing van een bovengrondse propaangastank in functie van woningverwarming. De plaatsing gebeurt door een erkend technicus en volgens de wettelijke richtlijnen (onder andere met betrekking tot de afstand van de perceelsgrenzen).

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de bestemming gebied voor milieubelastende industrieën.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:

De gebieden voor milieubelastende industrieën. Deze zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

De aanvraag heeft betrekking op werken bij een bestaande zonevreemde woning in functie van de bewoning. Er zijn geen specifieke voorwaarden met betrekking tot bovengrondse opslagplaatsen voor gas en in de aanvraag zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen opgenomen zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

De ingedeelde inrichtring of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit als met omzichtigheid benaderd worden.

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandregels.

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

      Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

      Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Dirk Deleersnyder wonende Ter Donkt 4 te 8540 Deerlijk voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde het plaatsen van een propaangastank voor huishoudelijk gebruik gelegen Ter Donkt 4 te Deerlijk.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

Artikel 2

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de vergunde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

U bent een rolrecht verschuldigd van:

• 200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;
• 100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

• het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges;
• het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
• het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.16. OMV 2021_156 - Kleine Tapuitstraat 12 - advies aan POVC

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd advies uit te brengen voor de omgevingsvergunningsaanvraag van Jos Vancoppernolle namens GROZ-BECKERT CARDING BELGIUM NV gevestigd Kleine Tapuitstraat 12 te 8540 Deerlijk, voor de actualisatie en uitbreiding van de vergunning bij een bestaand, metaalverwerkend bedrijf, op een perceel gelegen Kleine Tapuitstraat 12 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 348 C.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en motiveert haar beslissing als volgt:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming milieubelastende industrie.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 september 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaand industriegebouw, gecompartimenteerd in functie van de brandveiligheid.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 maart 2012 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een opslagplaats.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        milieuvergunning afgeleverd op 22 maart 2012 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor de exploitatie van een metaalbewerkend bedrijf.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande omgevingsvergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

Het bedrijf is gelegen langs de Kleine Tapuitstraat, binnen de industriezone Ter Donkt I. De omgeving wordt gekenmerkt door voor- en achterliggende bedrijfsgebouwen, de autosnelweg (E17) en het reyclagepark van de gemeente Deerlijk. Ten oosten en westen van de bedrijfssite zijn gronden in landbouwgebruik. Aan de achterzijde van het bedrijf passeert de Gaverbeek (een waterloop van 1ste categorie).

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft geen betrekking op een vergunningsplichtige stedenbouwkundige handeling.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Groz-Beckert Carding Belgium nv is producent van vast kaardenbeslag (carding). Dit kaardenbeslag bestaat uit zaagtanddraad dat uit staaldraad wordt geproduceerd. Eerst wordt staaldraad machinaal uitgerokken tot een profielvorm (koud walsen en lamineren) en vervolgens worden tanden geponst (gekapt) in de gewalste draad. Daarop volgt een thermische behandeling namelijk het uitgloeien en harden. De hittebehandeling gebeurt in 2 stappen. In de eerste fase gebeurt het opwarmen door inductie en door directe vlam waarna de draad geschrokken wordt in water. In een tweede fase wordt opnieuw opgewarmd door inductie. Soms gebeurt het finishen van het oppervlak door borstelen of zandstralen.

Uiteindelijk wordt de draad op bobijnen gewikkeld na een antiroestbehandeling en verpakt voor transport. Op de inline afdeling gebeuren deze stappen op eenzelfde machinelijn. Bij de conventionele afdeling gebeurt het kappen, thermisch behandelen en herwikkelen op aparte machines. De geproduceerde bobijnen worden voornamelijk geleverd aan de textielsector.

Met voorliggende aanvraag wenst Groz-Beckert Carding Belgium nv in de eerste plaats een regularisatie aan te vragen van de reële toestand, en dit nog in navolging van de verhuis (2012) van de site Zwevegem naar Deerlijk. Vergunde installaties bevinden zich uiteindelijk op een andere locatie (wijziging) en/of dienen uitgebreid te worden. Een aantal rubrieken moeten hierbij toegevoegd worden voor installaties die nog niet vergund waren.

Daarnaast heeft Groz-Beckert Carding nv ook haar productie uitgebreid door de installatie van 6 nieuwe Groz-Beckert (GB) inline machines. Deze nieuwe installaties werken met een nieuwe technologie, gebaseerd op stikstofgas. Daarom wordt hierbij aansluitend de exploitatie van een 9.500 liter N-tank aangevraagd. Ook is voorzien om op korte termijn 4 nieuwe grofkapmachines te voorzien. Tevens zijn ondertussen ook een aantal installaties verwijderd. Binnen deze nieuwe productietechnologie wordt ook afgestapt van de individuele koelinstallaties per inline machine. Er is gekozen voor de installatie van 2 grote centrale koelgroepen. Ook de burelen werden recentelijk heringericht waarvoor een nieuwe airco-installatie en condenserende verwarmingsketel geplaats zijn.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 14 augustus 2021 tot 12 september 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

Er dienden door de gemeente Deerlijk geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR

De aanvraag heeft betrekking op volgende rubriek van bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (project-MER-screening):

4) Productie en verwerking van metalen

e) installaties voor oppervlaktebehandeling van metalen en plastic materiaal door middel van een elektrolytisch of chemisch procedé (projecten die niet onder bijlage II vallen)

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De eigendom is volgens het origineel gewestplan Kortrijk, goedgekeurd op 4 november 1977 gelegen in een gebied voor milieubelastende industrie.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone luidt als volgt :

Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. De gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

De aanvraag heeft betrekking op actualisatie en uitbreiding van de vergunningstoestand bij een bestaand bedrijf in een geëigende bestemming volgens het gewestplan zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kleine Tapuitstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meer bepaald rubriek 4e – productie en verwerking van metalen

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). Een project-m.e.r.-screeningsnota volgens het modelformulier maakt deel uit van het aanvraagdossier. In deze nota zijn de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

Voor de aanvoer van grondstoffen (ronde staaldraad) is er wekelijks een gemiddelde van 2 vrachttransporten. De afvoer van eindproducten wordt uitgevoerd met gemiddeld 1 transport (vrachtwagen) per dag. Ook de afvoer van afvalstoffen gebeurt via vrachtverkeer met gemiddeld 3 transporten per week. Het personeel komt hoofdzakelijk met de personenwagen naar het werk. Er zijn voldoende parkeerplaatsen voorzien op eigen terrein. De inrichting is gelegen in industriegebied, waar vrachttransporten inherent zijn aan de activiteiten waardoor geen relevante effecten te verwachten zijn op de mobiliteit in de omgeving.

Relevante potentiële effecten op de bodem

Mogelijke bronnen van emissies naar de bodem zijn de opslag van producten in procestanks (zoals oliën en koelmelkemulsie), metaalbewerkingsmachines waarbij hydraulische olie gebruikt wordt, opslag van gevaarlijke en/of brandbare vloeistoffen in verplaatsbare recipiënten, opslag van afgewerkte olie en ontvettingstafels.

Om mogelijke bodemverontreiniging te verhinderen is het bedrijfsgebouw uitgerust met een vloeistofdichte betonvloer en/of wordt voldoende gedimensioneerde inkuiping voorzien. In geval van calamiteiten worden absorptiematerialen ter beschikking gesteld van de medewerkers. Daarnaast beschikt het bedrijf ook over een preventief onderhoudsplan (deels intern en deels extern) waardoor mogelijke lekkages tijdig opgemerkt en hersteld worden. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat de potentiële effecten op de bodem nihil zijn.

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

Er worden bij deze aanvraag geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen aangevraagd. Enkel voor de plaatsing van de nieuwe koelgroepen wordt een verharding van ongeveer 60 m² aangelegd die op natuurlijke wijze afvloeit en infiltreert in de nabij gelegen onverharde zone op eigen terrein. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat de effecten op het watersysteem ten gevolge van deze aanvraag beperkt zijn.

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Geleide emissies zijn afkomstig van bestaande stookinstallaties en inductie ovens. Enkel het emissiepunt ter hoogte van ‘heating 1’ (emissiepunt E01 – magazijn) is onderhevig aan verplichte periodieke emissiemetingen (5 jaarlijks). Alle verbrandings- of stookinstallaties worden jaarlijks onderhouden waardoor kan aangenomen worden dat de aanwezige geleide emissies geen aanzienlijke invloed hebben op de luchtkwaliteit.

Relevante potentiële effecten van geluid en trillingen ten gevolge van de aanvraag

Behoudens de normale exploitatie valt hier geen abnormale geluidshinder of trillingen voor de omgeving te verwachten. De aan- en afvoertransporten worden zoveel als mogelijk tijdens de gangbare werkingstijden uitgevoerd. Een andere mogelijke bron van geluid kunnen de 2 nieuwe koelgroepen zijn. De effecten zijn beperkt aangezien het een nieuwe installatie betreft en de koelgroepen aan de achterzijde van het gebouw, weg van het meest nabij gelegen woongebied met landelijk karakter, geplaatst worden. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat de potentiële effecten op geluid en trillingen beperkt zijn.

Relevante potentiële effecten op biodiversiteit

Het resultaat van de online voortoetstool geeft als resultaat aan dat er geen risico is op betekenisvolle aantasting van de actuele en mogelijke toekomstige habitats in

Habitatrichtlijngebied en er geen verder onderzoek nodig is in relatie tot de passende beoordeling, zodat kan geconcludeerd worden dat het voorliggende initiatief geen betekenisvolle impact zal veroorzaken op de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone of onvermijdbare en onherstelbare schade zal veroorzaken aan de natuur in het VEN.

Relevant risico op zware ongevallen of rampen

Binnen het kader van deze aanvraag wordt niet verwacht dat er een verhoogd risico ontstaat op zware ongevallen of rampen. Bij de huidige exploitatie worden tal van brandpreventiemaatregelen genomen. Deze blijven behouden en waar nodig bijgestuurd. De nieuwe stikstoftank wordt periodiek gekeurd, staat buiten opgesteld en is omgeven door hekwerk zodat onbevoegden geen toegang hebben tot de installatie. Bijgevolg kunnen we aannemen dat de exploitatie van die aard is dat zware ongevallen of rampen uitgesloten zijn.

Relevante potentiële effecten op onroerend erfgoed

Er zijn geen relevante effecten op het onroerend erfgoed te melden.

Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen

De op het bedrijf geproduceerde afvalstoffen worden volgens de ‘Code van Goede Praktijk Bedrijfsafval’ gescheiden ingezameld en afgevoerd. Het bedrijf heeft hiervoor afspraken en contracten met erkende inzamelaars en verwerkers van afvalstoffen. Het huishoudelijk afval (restafval, PMD, papier en karton) wordt opgehaald via de gemeentelijke inzameling.

Relevante effecten door licht en straling

De op het bedrijf eventuele aanwezige buitenverlichting werkt enkel ’s nachts wanneer dit belangrijk wordt geacht inzake een veilige bedrijfsvoering. Er zijn geen bronnen van straling aanwezig op het bedrijf.

Mogelijke andere relevante potentiële effecten.

Geen andere relevante effecten te melden.

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op een bestaand bedrijf gelegen in een gebied bestemd voor milieubelastende industrie zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De aanvraag heeft betrekking op de regularisatie, actualisatie en uitbreiding van de exploitatie van een bestaand metaal bewerkend bedrijf met als doel de optimalisatie van de productieprocessen. Daardoor is het ontwerp bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit een gunstig advies uit te brengen betreffende de aanvraag.

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.17. OMV 2021_122 - Ommegangstraat 9 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en uitbreiden van de bestaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Ommegangstraat 9 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 191 R en (afd. 2) sectie E 191 T aangevraagd door de heer Jeroen Develtere wonende Ommegangstraat 9 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  16 september 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, RUP Sint-Lodewijk Centrum, in een zone voor wonen met beperkte nevenfuncties.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het RUP is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 februari 1973 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een autobergplaats.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 523 m² en is gelegen langs de Ommegangsstraat in de kern van Sint-Lodewijk.

De Ommegangstraat is een voldoende uitgeruste wegenis. Het is een smalle weg.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een halfopen eengezinswoning bestaande uit 2 bouwlagen en een hellend dak, opgetrokken in metselwerk. De woning betreft een (voormalige) tweelingwoning waarbij de naastliggende woning reeds verbouwd werd. De woning staat ingeplant op 7,40 m van de rooilijn. Achter het hoofdvolume is een achterbouw aanwezig opgetrokken op de rechterperceelsgrens.

De eigendom is gelegen in de kern van Sint-Lodewijk, die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca, diensten en gemeenschapsvoorzieningen. Het wonen bestaat er bijna uitsluitend uit eengezinswoningen.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning na afbraak van de bestaande achterbouw en garage

De bestaande af te breken bebouwing heeft een oppervlakte van 41,24 m² en bevindt zich op de linkerperceelsgrens. Het te slopen bijgebouw heeft een oppervlakte van 49,60 m² en bevindt zich op de rechterperceelsgrens

Op de plaats van de te slopen constructies wordt een nieuwbouw voorzien. De uitbreiding bevindt zich achteraan de woning, over de volledige breedte van het perceel. De uitbreiding heeft een breedte van ca. 10,57 m op een maximale diepte van 9 m en wordt afgewerkt met een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,20 m.

Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft metselwerk. De carport en tuinberging worden opgetrokken in hout.

Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een inkom, bureauhoek, toilet, zithoek, berging, eethoek en keuken, een dubbele carport, een tuinberging en een overdekt terras met een diepte van 1,50 m.

Op het verdiep wordt de bestaande toestand behouden.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 30 juli 2021 tot 28 augustus 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Het gevraagde is voor het overige  in overeenstemming met de voorzieningen van het gemeentelijk RUP gezien de hoofdbestemming wonen is, de dakvorm vrij is, de kroonlijsthoogte van het hoofdvolume maximaal 6,50 m bedraagt, de diepte van het hoofdvolume niet wijzigt, de afstand tot de achterkavelgrens meer dan 8 m bedraagt, de zone 5 voor maximaal 40% bebouwd mag worden, een carport voorzien kan worden in de vrije zijtuinstrook minstens 3 m achter de voorbouwlijn en 2 stelplaatsen voor de wagen voorzien is op eigen terrein. 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op een afmeting zodat een afwijking overwogen kan worden. De afwijking bedraagt slechts 0,20 m waardoor deze beperkt is en weinig bijkomende impact zal hebben op aanpalende eigendommen. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden dan ook geen bezwaren geformuleerd. De afwijking kan bijgevolg toegestaan worden.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Ommegangstraat een voldoende uitgeruste weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 2.500 liter en een referentieoppervlakte van 8 m², het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen van een eengezinswoning. Deze functie blijft behouden en is passend binnen deze bebouwde omgeving. Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt aan de huidige normen van wooncomfort.

De inplanting van de woning blijft ongewijzigd. De nieuwe uitbreiding wordt gerealiseerd op ongeveer dezelfde plaats als de bestaande aanbouw en sluit aan op het hoofdgebouw. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.

Het hoofgebouw van de woning blijft ongewijzigd, er worden enkel interne verbouwingswerken uitgevoerd. De bestaande achterbouw wordt vervangen door een nieuwe, ruime achterbouw over de volledige breedte van het hoofdvolume. De totale bouwdiepte wordt op die manier op 14,60 m gebracht, met de carport en tuinberging erbij bedraagt de bouwdiepte 17,60m, wat zeker aanvaardbaar is binnen de directe omgeving. Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte is immers vergelijkbaar met deze van de buren, de bouwhoogte is aanvaardbaar en de muren op de perceelsgrens veranderen niet.

De voorgevel blijft ongewijzigd waardoor het ontwerp geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld. De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik binnen de bestaande bebouwing.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen  bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Jeroen Develtere wonende Ommegangstraat 9 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen en uitbreiden van de bestaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Ommegangstraat 9 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 191 R en (afd. 2) sectie E 191 T.

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.18. OMV 2021_150 - Windhalmlaan 1 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van de bestaande woning, op een perceel gelegen Windhalmlaan 1 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 166 H aangevraagd door de heer Yves Vanden Eynde wonende Windhalmlaan 1 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  13 september 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Sint-Lodewijk centrum, goedgekeurd 1 september 2011, met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfuncties.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gemeentelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 8 juli 1998 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 823 m² en is gelegen langs de Windhalmlaan op ongeveer 200 m ten westen van de kern van Sint-Lodewijk.

De Windhalmlaan is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel betreft een hoekperceel en is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een gekoppelde eengezinswoning, opgetrokken met 1 bouwlaag en een hellend dak. De woning is ingeplant op minstens 5 m tov zowel de Windhalmlaan als de Camiel Vereeckelaan.

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning. De uitbreiding bevindt zich rechts van de woning, op een afstand van min. 9,30 m tov de rooilijn. De uitbreiding heeft een breedte van 0,54 m op een diepte van 1,10 m en wordt afgewerkt met een plat dak. De uitbreiding van het bestaande overdekte terras bedraagt 4,40 m². De kroonlijsthoogte bedraagt 2,84 m.

Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft geel roze genuanceerd gevelmetselwerk en beigekleurig, aluminium buitenschrijnwerk.

Het gelijkvloers bestaat na uitbreiding uit een hal, nachthal, dubbele garage, berging, badkamer, berging, eetruimte, zitruimte en keuken.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP Sint-Lodewijk centrum.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien het een eengezinswoning betreft binnen een halfopen bebouwing, de uitbreiding voorzien wordt met een plat dak en het hoofdvolume binnen het voorgeschreven volume blijft, de hoogte van het nevenvolume minder dan 3 m bedraagt, de minimale afstand tot de achterste perceelsgrens niet overschreden wordt en het maximale bebouwingspercentage gerespecteerd wordt.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat zowel de Windhalmlaan als de Camiel Vereeckelaan voldoende uitgeruste openbare wegen zijn. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op het beperkt uitbreiden van een eengezinswoning. Deze functie blijft behouden en is passend binnen deze bebouwde omgeving. Het ontwerp zorgt voor een beperkte verruiming van de woning en beantwoordt aan de huidige normen van wooncomfort.

De inplanting van de woning blijft ongewijzigd. Het nieuwe overdekte terras wordt gerealiseerd aansluitend op het bestaande overdekte terras. Samen met de uitbreiding van de keuken sluit het overdekt terras aan op het hoofdgebouw. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.

Het hoofgebouw van de woning blijft ongewijzigd, er worden enkel interne verbouwingswerken uitgevoerd. De bouwdiepte van de woning wijzigt niet en is zeker aanvaardbaar binnen de directe omgeving. Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De uitbreiding is beperkt in oppervlakte, de bouwhoogte is vergelijkbaar met deze van de buren, de bouwhoogte is aanvaardbaar en de muren op de perceelsgrens veranderen niet.

De voorgevel blijft ongewijzigd waardoor het ontwerp geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld. De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik binnen de bestaande bebouwing.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen  bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in debetrokken omgeving.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Yves Vanden Eynde wonende Windhalmlaan 1 te 8540 Deerlijk, voor het uitbreiden van de bestaande woning, op een perceel gelegen Windhalmlaan 1 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 166 H.

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.19. OMV 2021_110 - Kapelstraat 41 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van de  woning met een veranda, op een perceel gelegen Kapelstraat 41 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 618 X5 aangevraagd door de heer Tom Couckuyt wonende Kapelstraat 41 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  13 september 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, RUP Oude Pastorijstraat, goedgekeurd op 8 november 2012 met als bestemming zone voor centrumfuncties en wonen.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het RUP is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 11 maart 1958 door het college van burgemeester en schepenen voor het herstellen en vernieuwen van een huisdak.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 februari 1964 door het college van burgemeester en schepenen voor het verfraaien van de voorgevel van zijn woonhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 september 1982 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een tuinhuis (2x3m) in hout achter zijn woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 mei 2016 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een overkapping op terras.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 573 m² en is gelegen langs de Kapelstraat in de kern van Sint-Lodewijk. De Kapelstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een aaneengesloten woning, opgetrokken met 2 bouwlagen en een hellend dak en deels één bouwlaag met plat dak. Dit nevenvolume bevindt zich aan de rechterzijde van het hoofdvolume. De woning is ingeplant deels op de rooilijn (nevenvolume) deels op minstens 1,73 m van de rooilijn. De bouwdiepte van de woning bedraagt max. 18,30m. Op de linkerperceelsgrens is achteraan het hoofdvolume een aanbouw aanwezig waarbij de gemetselde muur op de perceelsgrens een hoogte heeft van 5,50 m.

De omgeving is een centrumomgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca, diensten en gemeenschapsvoorzieningen.

Het wonen bestaat er bijna uitsluitend uit eengezinswoningen.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning na afbraak van een bestaande aanbouw.

De bestaande af te breken bebouwing heeft een oppervlakte van 17 m² en bevindt zich op de linkerperceelsgrens.

Op de plaats van de te slopen constructies wordt een nieuwbouw veranda met een oppervlakte van 21 m² voorzien. De uitbreiding bevindt zich achteraan de woning tussen de linkerkavelgrens en het bestaande overdekt terras aan de rechter zijde. De uitbreiding heeft een breedte van 8,61 m op een diepte van maximaal 2,40 m en wordt afgewerkt met een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,20 m.

Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft hoofdzakelijk glas, in combinatie met een stalen portiek en donker bruin houten buitenschrijnwerk.

Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een inkomhal, zitruimte, tafelruimte en keuken, toilet, badkamer, wasberging en aanbouwverande.

In de tuinzone wordt het bestaande terras voorzien met een oppervlakte van 35 m². De rest van de tuinzone blijft behouden.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 8 juli 2021 tot 6 augustus 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst als de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP Oude Pastorijstraat.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien het een eengezinswoning betreft in een zone voor aaneengesloten bebouwing, de terreinbezetting de maximale 65% niet overschrijdt, het maximale bouwvolume en bouwdiepte gerespecteerd wordt en de afstand tot de achterste perceelsgrens minstens 8 m bedraagt.  

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de hoogte van het nevenvolume zodat een afwijking overwogen kan worden. De afwijking van de bouwhoogte is te motiveren aangezien deze afwijking beperkt is en de bestaande muur op de perceelsgrens waar tegenaan gebouwd wordt al hoger is. Er werden ook geen bezwaren geformuleerd tijdens het openbaar onderzoek zodat ook de aanpalenden hiervan geen hinder zullen ondervinden.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kapelstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Toch wordt er een nieuwe regenwaterput voorzien met een volume van 7500l.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen van een eengezinswoning. Deze functie blijft behouden en is passend binnen deze bebouwde omgeving. Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt aan de huidige normen van wooncomfort.

De inplanting van de woning blijft ongewijzigd. De nieuwe veranda wordt gerealiseerd op ongeveer dezelfde plaats als de bestaande aanbouw en sluit aan op het hoofdgebouw. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.

Het hoofdgebouw van de woning blijft ongewijzigd, er worden enkel interne verbouwingswerken uitgevoerd. De bestaande achterbouw wordt vervangen door een nieuwe, ruime achterbouw over de volledige breedte van het hoofdvolume. De totale bouwdiepte wordt op die manier op 12,38 m gebracht, wat zeker aanvaardbaar is binnen de directe omgeving. Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte is immers vergelijkbaar met deze van de buren, de bouwhoogte is aanvaardbaar en de muren op de perceelsgrens veranderen niet. Het gevraagde is inpasbaar binnen de betreffende omgeving.

De voorgevel blijft ongewijzigd waardoor het ontwerp geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld. De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik binnen de bestaande bebouwing.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen  bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Tom Couckuyt wonende Kapelstraat 41 te 8540 Deerlijk, voor het uitbreiden van de woning met een veranda, op een perceel gelegen Kapelstraat 41 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 618 X5.

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.20. OMV 2021_127 - Vrijputstraat 40 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van een woning en het bouwen van een bijgebouw, op een perceel gelegen Vrijputstraat 40 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 58 R aangevraagd door Flo - Gunst wonende Vrijputstraat 40 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  16 september 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig.

Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:

•          Het bestaande groen, voornamelijk de haagafsluitingen op de perceelsgrenzen en de hoogstammige bomen, dienen behouden te blijven.

•          Indien de voortuinverharding heraangelegd wordt moet die beperkt worden tot maximaal 1/3de van de voortuin, zijnde tot maximaal 180 m².

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is  gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 14 januari 1976 (dossiernummer VK1976.1/0132-2)

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 februari 1976 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een landelijke woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 december 1987  door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een duiventil en tuinhuisje.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van ca. 2.300 m² en is gelegen langs de Vrijputstraatstraat op ongeveer 700 m ten noordwesten van de kern van Deerlijk.

De Vrijputstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een vrijstaande eengezinswoning opgetrokken met 1 bouwlaag en een hellend dak en een vrijstaand bijgebouw. Het bijgebouw heeft een oppervlakte van 47 m² en is ingeplant op 1 m van de linkerperceelsgrens en op 1,60 m achter de voorbouwlijn van de woning.

Het perceel wordt afgescheiden van de straat door een hoge taxushaag. De voortuinzone van het perceel is sterk verhard (259 m²), achteraan en links van de woning is een ruim terras en bijhorende verharding aanwezig (totale verharding 139 m²).

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Verbouwing en uitbreiding woning

De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning na afbraak van een bestaand bijgebouw.

De bestaande af te breken bebouwing heeft een oppervlakte van 47 m² en bevindt zich op 1 m van de linkerperceelsgrens.

Op de plaats van de te slopen constructies wordt een nieuwbouw voorzien. De uitbreiding bevindt zich links van de woning, op een afstand van 3 m tov de linkerkavelgrens en op 1,30 m achter de voorgevel van de woning. De uitbreiding heeft een breedte van 7 m op een diepte van 8,20 m en wordt afgewerkt met een hellend dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 2,41 m en de nokhoogte 3,30 m.

Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft houten planken met rood-oranje genuanceerde tegelpannen en zwart aluminium buitenschrijnwerk.

De uitbreiding zal aangewend worden als carport en berging/fietsenstalling.

Het bestaande hoofdvolume blijft behouden.

Tuinzone

In de tuinzone voorziet de aanvrager een tuinhuis te plaatsen met een oppervlakte van 60 m², een L-vorming volume met een maximale breedte van 10,20 m op een maximale diepte van 8,50 m. Binnen het volume wordt een overdekt terras voorzien met een oppervlakte van 10 m². Het tuinhuis wordt ingeplant op 1,70 m van de achterste perceelsgrens en op 1 m van de linkerperceelsgrens. Aansluitend op het tuinhuis wordt een terras voorzien met een oppervlakte van 27 m². Het bijgebouw wordt afgewerkt met een hellend dak met een kroonlijsthoogte van 2,30 m en een nokhoogte van 4,40 m. Het materiaalgebruik voor het tuinhuis betreft houten beplanking met rood-oranje tegelpannen en zwart aluminium schrijnwerk.

Het tuinhuis zal aangewend worden als ontspanningsruimte, keuken, WC en berging.

De bestaande bomen in de tuin blijven behouden.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 23 juli 2021 tot 21 augustus 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werd er 1 bezwaarschriften ingediend.

Het ingediende bezwaar kan als volgt samengevat worden:

-          vraag tot het behoud van de bestaande haag.

-          het respecteren van de wettelijke afstand van de scheidingslijn.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling.

De eigendom is gelegen binnen de grenzen van de goedgekeurde niet-vervallen verkaveling zoals goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 14 januari 1976 (dossiernummer VK 0132-2/1976.1 - lot 11).

Het gevraagde is grotendeels  in overeenstemming met de voorzieningen van het verkavelingsplan gezien het bestaande hoofdvolume behouden blijft en het een open bebouwing betreft, de inplanting van het hoofdgebouw op minstens 10 m van de achterste perceelsgrens verwijderd is en er een afstand van minstens 10 m tussen de woning en het bijgebouw is.

De aanvraag beantwoordt niet aan de voorschriften voor wat betreft onder meer de oppervlakte aan verharding, de inplanting van woning, en de oppervlakte, hoogte en verschijningsvorm van het bijgebouw.

Aangezien de verkaveling meer dan 15 jaar oud is, vormt deze in toepassing van artikel 4.3.1 §1 van de VCRO geen weigeringsgrond meer voor de vergunningverlenende overheid en kan ze bijgevolg als het ware buiten beschouwing gelaten worden mits de aanvraag inpasbaar is in de onmiddellijke omgeving en de goede ruimtelijke ordening gerespecteerd wordt.

De aanvraag dient bijgevolg te worden afgetoetst aan de onderliggende gewestplanbestemming, zijnde aan de voorschriften van woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een bestaande eengezinswoning met behoud van deze functie en de bouw van een bijgebouw bij de woning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de gewestplanbestemming.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Vrijputstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: de plaatsing van een regenwaterput is niet verplicht, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 3.750 liter en een referentieoppervlakte van 13,50 m², het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing.

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op het uitbreiden van een eengezinswoning. Deze functie blijft behouden en is passend binnen deze bebouwde omgeving. Het ontwerp beantwoordt aan de huidige normen van wooncomfort.

De inplanting en het hoofdgebouw van de woning blijven ongewijzigd. De bestaande berging wordt vervangen door een nieuwe, ruime carport en fietsenberging over ongeveer de volledige bouwdiepte van het hoofdvolume. De nieuwe carport/fietsenberging wordt gerealiseerd op ongeveer dezelfde plaats als het bestaande bijgebouw en sluit aan op het hoofdgebouw. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.

De totale bouwbreedte wordt op 27 m gebracht, wat gezien de breedte van het perceel, aanvaardbaar is binnen de directe omgeving.

Het bestaande bijgebouw naast de woning bevond zich op een afstand van slechts 1 m van de zijperceelsgrens wat gelet op het karakter van de woning, zijnde een open bebouwing, niet wenselijk is. De inplanting van de nieuwe aanbouw wordt op 3 m van de zijperceelsgrens gebracht wat beantwoordt aan de algemeen geldende afstand voor een vrijstaande woning met één bouwlaag. Deze inplanting zal niet voor hinder zorgen voor de omringende percelen. De afstand tot de perceelsgrenzen is immers vergelijkbaar met deze van de buren en ook de bouwhoogte is aanvaardbaar.

Uit het dossier blijkt niet wat er gebeurt met de bestaande beplanting op het terrein. Er wordt ervan uitgegaan dat deze behouden blijft. Teneinde dit vast te leggen, wordt het behoud van het bestaande groen, en dan voornamelijk de haagafsluitingen op de perceelsgrenzen en de hoogstammige bomen op het perceel, opgelegd als voorwaarde. De uitbreiding van de woning integreert zich door zijn materiaalgebruik binnen de bestaande bebouwing.

Naast het uitbreiden van de woning wordt een nieuw bijgebouw voorzien in de tuinzone met een oppervlakte van 60 m². De oppervlakte en de volumeopbouw zijn in verhouding met de ruime tuinzone zodat dit aanvaardbaar is. Het tuinhuis zal niet voor hinder zorgen bij de omringende percelen gezien de afstand tot de perceelsgrens en de hoogte van de constructie. De afstand tot de perceelsgrenzen van 1 m zorgt er ook voor dat de bestaande haag behouden kan blijven.

In de voortuinstrook bevindt zich op heden heel wat verharding. Een deel daarvan is niet vergund. In de oorspronkelijke verkavelingsvoorschriften is opgenomen dat maximaal 1/3de van de voortuinstrook verhard mag worden. De voortuin heeft hier een oppervlakte van 540 m² waardoor 1/3de verharding al een serieuze oppervlakte inneemt. De op het inplantingsplan aangeduide verharding komt niet overeen met deze zichtbaar op de luchtfoto waardoor het niet duidelijk is of werken uitgevoerd zullen worden aan deze voortuinverharding. Indien de voortuinverharding heraangelegd wordt moet die beperkt worden tot maximaal 1/3de van de voortuin, zijnde tot maximaal 180 m² conform de oorspronkelijke verkavelingsvoorschriften.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1 § 2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen  bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in debetrokken omgeving.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Het ingediende bezwaarschrift is tijdig ingediend en wordt bijgevolg ontvankelijk verklaard.

Omtrent de ingediende bezwaarschriften wordt voorgesteld volgend standpunt in te nemen:

-       vraag tot het behoud van de bestaande haag

Ongegrond te verklaren: niettegenstaande het bestaande groen niet aangeduid werd op plan, wordt, gezien de voorziene afstand van de nieuwe bebouwing tot de perceelsgrenzen, ervan uitgegaan dat het groen behouden blijft. Teneinde dit vast te leggen, wordt het behoud van het bestaande groen, en dan voornamelijk de haagafsluitingen op de perceelsgrenzen en de hoogstammige bomen, opgelegd als voorwaarde.

-       het respecteren van de wettelijke afstand van de scheidingslijn

Ongegrond te verklaren: de verwijzing naar de wettelijke afstand van de scheidingslijn verwijst vermoedelijk naar de afstand tussen het bijgebouw en de achterkavelgrens. Hiertoe ontbreekt in het bezwaar echter elke motivering. Een afstand van 1 m tov een perceelsgrens voor een bijgebouw van 1 bouwlaag met dak is een normale afstand en brengt geen schade noch hinder aan bij de aangelanden.

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Flo - Gunst wonende Vrijputstraat 40 te 8540 Deerlijk, voor het uitbreiden van een woning en bouwen van een bijgebouw, op een perceel gelegen Vrijputstraat 40 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 58 R mits volgende voorwaarden stipt nageleefd worden:

•          het bestaande groen, voornamelijk de haagafsluitingen op de perceelsgrenzen en de hoogstammige bomen, dienen behouden te blijven.

•          indien de voortuinverharding heraangelegd wordt moet die beperkt worden tot maximaal 1/3de van de voortuin, zijnde tot maximaal 180 m².

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.21. GECORO - VOKA - vervanging plaatsvervangend lid - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.22. Eurofiber - werken N36 - vergunning - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om een vergunning te verlenen voor werken op het openbaar domein langs de gewestweg N36.

Motivering

Het Agentschap Wegen en Verkeer verleende een vergunning voor het plaatsen van 2 nieuwe lasputten op het bestaande net van Eurofiber.

De vergunning is enkel geldig onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat het gemeentebestuur eveneens een (gemeentelijke) vergunning verleent én op voorwaarde dat de aanvrager binnen de veertien dagen volgend op de afgifte van voorliggende vergunning, niet schriftelijk aan AWV heeft laten weten af te zien van de afgeleverde vergunning. Hierbij wordt de aandacht erop gevestigd dat, naast de Vlaamse overheid, ook de gemeente het recht heeft om op gewestdomein retributie te vragen.

Voor het plaatsen van de lasputten gelden de bijzondere voorwaarden van het Agentschap Wegen en Verkeer.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit een vergunning te verlenen aan Eurofiber voor het plaatsen van twee lasputten op het bestaande netwerk langs de N36.

Artikel 2

De bijzondere voorwaarden van het Agentschap Wegen en Verkeer zijn van toepassing.

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.23. Inname openbaar domein - kennisname

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.24. BMC 9 september 2021 - kennisname verslag en beslissing

Aanleiding en context

De beperkte mobiliteitscommissie hield een vergadering op 9 september 2021. Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag en een beslissing te nemen aan de hand van de adviezen van de commissie.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besproken onderwerpen en neemt een beslissing aan de hand van het advies van de beperkte mobiliteitscommissie.

Volgende punten werden geadviseerd:

•          Harelbekestraat: overdreven snelheid in zone 50

•          Neunkirchenplein/D'Iefte: markeringen

•          Ververijstraat: overdreven snelheid

•          Hoogstraat 117: residentie 'Het Park'- parkeren voor ingang garages

•          Eénrichtingsverkeer Weegbreestraat: tegen richting rijden

•          De Sneppe: onduidelijke verkeerssituatie

•          Varia: Kerkstraat - fietspaddossier

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van 9 september 2021 en beslist de adviezen van de beperkte mobiliteitscommissie te volgen.

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.25. Grafconcessie - bijzetting - kennisname

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.26. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

C.27. Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

Aanleiding en context

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere: Organisatiebeheersysteem

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2021/35 goed te keuren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2021/51 goed te keuren.

Zitting van CBS van 22 SEPTEMBER 2021

D.1. Feestelijkheden - WK Manillen 2023 - organisatie - principiële goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd principieel akkoord te gaan met de organisatie van het Wereldkampioenschap Manillen in Deerlijk op zaterdag 18 februari 2023.

Motivering

De vzw IWWA (International World Whist Association) uit Zandhoven heeft als doel het wiezen, manillen, kleurenwiezen, kingen en andere kaartdisciplines te laten doorgroeien tot volwaardige denksporten, waarbij ontspanning en beleving centraal staan. IWWA brengt in die optiek kaartspelers en -clubs samen en organiseert Belgische en Wereldkampioenschappen. Deze tornooien verlopen volgens uniforme reglementen en worden beheerd in officiële rankings.

Op 22 februari 2020 organiseerde IWWA het WK Manillen in buurgemeente Harelbeke. Zo'n 400 kaarters namen het daarbij tegen elkaar op.

Het tornooi in Harelbeke inspireerde de schepen van feestelijkheden om het WK Manillen naar Deerlijk te halen en om daarbij zo'n 600 kaarters te mobiliseren. Na een eerste contact met IWWA werd een optie geboden om het WK Manillen op 18 februari 2023 in Deerlijk te organiseren.

Bij een eerste verkennend bezoek van IWWA aan Deerlijk op 28 juni 2021 werd de sporthal (met zowel de Sportbeuk als de Gaverhal) als enige mogelijke infrastructuur naar voor geschoven voor de organisatie van het WK Manillen voor 400 of meer kaarters.

De sportraad heeft hiervoor initieel een negatief advies uitgesproken omwille van de in 2021 pas vernieuwde sportvloeren. Zeker de topsportvloer in de Sportbeuk verdraagt niet zomaar andere activiteiten dan sportactiviteiten waarvoor de vloer bestemd is.

Op de kernraad Sport van 7 september 2021 heeft de schepen van feestelijkheden nadere toelichting gegeven omtrent de organisatie van het WK Manillen. Met betrekking tot het gebruik van de sporthal, zou het de bedoeling zijn om in de Sportbeuk de eigenlijke competitie (met 150 tafels) te organiseren en in de Gaverhal de opbouw te voorzien van het tornooisecretariaat, alles met betrekking tot catering en het podium.

Bij het plaatsen van tafels of andere voorwerpen/installaties op de sportvloer in de Sportbeuk zorgen de drukpunten snel voor putjes in de vloer. De opbouw van de vloer is evenwel van die aard dat deze putjes er na verloop van tijd wel weer uit gaan. Maar hoe kleiner het drukpuntoppervlak, hoe groter de kans op blijvende putjes of zelfs perforatie van de toplaag. Dit moet absoluut vermeden worden. Om de sportvloer van de Sportbeuk te beschermen vraagt de kernraad sport om over de ganse oppervlakte van de zaal een voldoende dik tapijt te voorzien, al dan niet aan te kopen of te huren. Voor de Gaverhal adviseert de kernraad Sport om op cruciale plaatsen matten of tapijt te plaatsen zodat ook de nieuwe vloer in de Gaverhal enigszins beschermd wordt. De kernraad Sport geeft aan dat het nuttig kan zijn om als gemeente een éénmalige verzekering aan te gaan voor de sportvloeren.

Indien er, zoals hierboven aangegeven, voldoende maatregelen worden genomen ter bescherming van de sportvloeren, kan de sportraad zich akkoord verklaren met de organisatie van het WK Manillen in de sporthal in 2023.

De vzw IWWA vraagt nu aan de gemeente Deerlijk een principieel akkoord om het WK Manillen in 2023 in Deerlijk te organiseren. Met dat principieel akkoord worden de voorbereidende meetings (algemeen, technisch, commercieel, catering/VIP) in gang gezet en zal verder worden geconcretiseerd wat elke partner voor diens rekening neemt. Op het tornooi focust IWWA zich in hoofdzaak op de eigenlijke competitie (toepassing reglement, bijhouden puntentelling en ranking, ...). Voor de nevenactiviteiten rekent IWWA op zowel de gemeente als op lokale verenigingen (te mobiliseren door de gemeente). De concrete inbreng van de gemeente op financieel vlak, qua personeelsinzet en logistieke medewerking, is nog niet ten volle in te schatten en zal verder ingevuld en bewaakt moeten worden tijdens de voorbereidende meetings.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit principieel akkoord te gaan met de organisatie van het Wereldkampioenschap Manillen in de sporthal in Deerlijk op zaterdag 18 februari 2023, mits er voldoende maatregelen worden genomen ter bescherming van de sportvloeren.