DEERLIJK

7 FEBRUARI 2024

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Philip Ghekiere, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Karel Bauters

 

VERONTSCHULDIGD

 

Schepen: Bert Schelfhout

 

 

Bij aanvang van deze zitting geeft beleidsmedewerker, Paulien Santens, een toelichting omtrent de SDG-wijzer, een online tool met interessante data aangaande de lokale besturen.

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 31 januari 2024 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 31 januari 2024.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 31 januari 2024 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.2. Concessie Gaverkasteel - ophoging zone rond uitbouw - goedkeuring

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.3. Software thuiszorgdiensten - gunning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Software thuiszorgdiensten” goed te keuren.

 

Motivering

 

Voor de planning van de poets- en maaltijddienst wordt momenteel gebruik gemaakt van de toepassing WinSoc van Cipal Schaubroeck nv. Bovendien heeft dit programma een link naar de toepassing Alfa van Cipal Schaubroeck nv (invoer van de prestaties, opmaak en opvolging facturen, betalingsopvolging, lijsten en consultaties,…). Echter wordt de toepassing WinSoc eind juni 2024 stopgezet waardoor we genoodzaakt zijn om opnieuw de markt te bevragen.

 

In het kader van de opdracht “Software thuiszorgdiensten” werd een prijsvraag uitgestuurd door de thuiszorgcoördinator.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 24.793,38 euro excl. btw of 30.000,00 euro incl. 21 % btw.

 

Er wordt voorgesteld de opdracht tot stand te brengen bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

 

Volgende ondernemingen werden uitgenodigd om deel te nemen aan de opdracht:

        Dehora Consultancy Group bvba, Uitbreidingsstraat 60-62 te 2600 Antwerpen;

        Cipal Schaubroeck nv, Cipalstraat 3 te 2440 Geel;

        3P nv, Verviersstraat 1 te 2000 Antwerpen.

 

Er werden 2 offertes ontvangen :

        Cipal Schaubroeck nv, Cipalstraat 3 te 2440 Geel (16.846,24 euro excl. btw of 20.383,95 euro incl. 21 % btw);

        Dehora Consultancy Group bvba, Uitbreidingsstraat 60-62 te 2600 Antwerpen (22.120,00 euro excl. btw of 26.765,20 euro incl. 21 % btw).

 

De toepassing van Cipal Schaubroek nv ‘Zebra’ kan gemakkelijk geïmplementeerd worden.  Zo kunnen alle bestaande gegevens gemakkelijk worden overgezet naar de nieuwe toepassing Zebra en blijft de communicatie met Sierra behouden.

 

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdend met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige weerhouden bieder (op basis van de prijs), zijnde Cipal Schaubroeck nv, Cipalstraat 3 te 2440 Geel tegen het nagerekende offertebedrag van 16.846,24 euro excl. btw of 20.383,95 euro incl. 21 % btw.

 

Juridische gronden

 

   Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur.

   Andere:

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

        De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet).

        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

        Het besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

 

Adviezen

 

De thuiszorgcoördinator verleent positief advies.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming (48 maanden)

 

        Éénmalige kosten

        Maandelijkse kosten

16.846,24 euro excl. btw of 20.383,95 euro incl. btw

 

3.400,00 euro excl. btw of 4.114,00 euro incl. btw

280,13 euro excl. btw of 338,96 euro incl. btw

Actie

        Éénmalige kosten

 

        Maandelijkse kosten

 

Inzetten op digitalisering van de planning en organisatie van de thuiszorgdiensten (A-4.02.2)

Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling

Jaarbudgetrekening

        Éénmalige kosten

        Maandelijkse kosten

 

0949-00/61410000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN

0900-00/61410000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN

Visum

G-2024-11 dd 31/01/2024

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Bovengenoemde opdracht komt tot stand bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

 

Artikel 2

 

Goedkeuring wordt verleend aan het gunningsvoorstel, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

 

Artikel 3

 

Deze opdracht wordt gegund aan de economisch meest voordelige weerhouden bieder (op basis van de prijs), zijnde Cipal Schaubroeck nv, Cipalstraat 3 te 2440 Geel tegen het nagerekende offertebedrag van 16.846,24 euro excl. btw of 20.383,95 euro incl. 21 % btw.

 

Artikel 4

 

De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met de kredieten ingeschreven in het exploitatiebudget van 2024, op jaarbudgetrekening 0900-00/61410000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB) en 0949-00/61410000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie A-4.02.2) en in het budget van de volgende jaren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.4. Beslissingen algemeen directeur - januari 2024 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de besluiten van de algemeen directeur van de maand januari 2024.

 

Motivering

 

De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

 

De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 170 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besluiten van de algemeen directeur van de maand januari 2024.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.5. Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

        Centraal Feestcomité - verslag van de vergadering van 1 februari 2024

        Gaselwest - Regionaal Bestuurscomité Centrum - notulen van de zitting van 19 december 2023

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.6. Receptionele aangelegenheden - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.7. Jeugd - Tienerwerking 2024 - activiteiten - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om toelating te verlenen voor de activiteiten in 2024, georganiseerd door de jeugddienst in het kader van de tienerwerking.

 

Motivering

 

In 2024 is de jeugddienst van start gegaan met een tienerwerking met een vaste groep.

 

De tienerwerking is een werking waarbij niet-georganiseerde jongeren worden betrokken om zo een doorstroomfunctie te creëren naar eigen gemeentelijke werking met een vleugje mentaal welbevinden. Jongeren vanaf 12 jaar zijn welkom op de maandelijkse activiteiten, georganiseerd door de jeugddienst in 2024.

 

Hieronder een oplijsting van de activiteiten in2024:

 

        Trampolinepark - 07 februari

        Blind tasting - 06 maart

        T-shirts bedrukken - 03 april

        Workshop graffiti - 08 mei

        In juni geen activiteit omwille van examens

        Uitstap Gent - 03 juli

        Suppen/kayak - 07 augustus

        Quiz - 04 september

        Film maken - 02 oktober

        Schaatsen - 06 november

        Koekjesverkoop Warmste Week - 04 december

 

Het is aangewezen dat de Workshop graffiti en de Koekjesverkoop tvv de Warmste Week, expliciet worden goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen, omwille van hun aard en de locatie waar zij plaatsvinden.

 

Met betrekking tot de graffitiworkshop werd reeds intern afgetoetst of er een mogelijkheid is tot het taggen van leegstaande gebouwen die binnen enkele jaren zullen worden afgebroken. Hierbij kwam men uit bij het oude depot-gebouw. Dit gebouw biedt de mogelijkheid om te  bespuiten met graffiti, mits dit op de voorgevel kan.

 

Met betrekking tot de koekjesverkoop ten voordele van de warmste week, is dit een leuk initiatief dat van de tieners zelf komt. Hierbij zouden de ingrediënten met het budget van de tienerwerking aangekocht worden. De koekjes worden gemaakt en verpakt door de tieners samen met de jeugddienst en vervolgens zullen de koekjes verkocht worden in Deerlijk via deur aan deur-verkoop. Mits goedkeuring van de dienst financiën, zal de opbrengst voor de Warmste Week persoonlijk ter plaatse overhandigd worden aan de organisatie van de Warmste Week.

 

Tot op heden volstaat het budget om alle activiteiten van de tienerwerking verder gratis aan te bieden. Het is aangewezen dit ook zo te houden, teneinde geen drempels te creëren voor deze mooie doch prille tienerwerking.

 

Advies

 

De financieel directeur gaf op 5 februari 2024 positief advies.

 

Wat betreft de graffiti-workshop meent de jeugddienst dat de sociale controle, gezien de voorgevel van het depot gelegen is langs een drukke weg, het aanbrengen van negatieve tags (achteraf) zal beperken. De jeugddienst zal er ook op toezien dat het een mooi geheel wordt waardoor dit een positieve uitstraling zal hebben die in ieder geval een meerwaarde zou betekenen voor de gemeente en voor de tieners. Er wordt eigenaarschap gecreëerd in eigen gemeente en de tieners zien dan ook iets wat zij hebben kunnen realiseren op eigen grondgebied.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56,.§ 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

Er is geen bijkomende financiële impact gezien er voldoende budget voorzien is op JBR 2024/GBB/0750-00/61310009.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met het activiteitenprogramma voor de tienerwerking in 2024.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om enkel toe te laten graffiti aan te brengen aan de binnenkant van het oude depot, mits het naleven van alle veiligheidsvoorschriften. Er mag geen graffiti aangebracht worden aan de buitenzijde van het gebouw.

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om akkoord te gaan met de koekjesverkoop ten voordele van de Warmste Week via een deur aan deur-verkoop.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.8. Speelplein Fladder - Pilootproject VAPH - extra week werking - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.9. Speelplein KEREKEWERE - animatorenwervingsnamiddag - 6 maart 2024 - contactgegevens 15- en 16-jarigen - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.10. Feestelijkheden - Centraal Feestcomité - uitbetaling saldo toelage 2023 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorziene saldo's op de toelagen van het Centraal Feestcomité uit te betalen.

 

Motivering

 

In haar schrijven van 4 februari 2024 vraagt het Centraal Feestcomité het resterende saldo op van de voorziene toelage 2023, ten bedrage van 4.775 euro, over te schrijven op rekeningnummer BE68 7384 0808 0234 van het Centraal Feestcomité, en voegt daarbij een financieel overzicht.

 

Het opgegeven bedrag omvat een saldo van 2.975 euro voor de organisatie van het seniorenfeest 2023, alsook een saldo van 1.800 euro op de algemene werkingskosten 2023 van het Centraal Feestcomité.

 

Het schrijven waarin het resterende saldo wordt opgevraagd, werd evenwel ontvangen na de laatste zitting in 2023 van het college van burgemeester en schepenen, zijnde 20 december 2023, waardoor de gevraagde toelage niet meer kon geagendeerd en goedgekeurd worden in 2023. Agendering en goedkeuring op een eerstvolgende college van burgemeester en schepenen in 2024 impliceert bijgevolg aanrekening op de kredieten van 2024, voorzien voor tussenkomst in de werkingskosten van het Centraal Feestcomité. 

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

4.775 euro

Actie

Tussenkomst werkingsuitgaven Centraal Feestcomité

Jaarbudgetrekening

GBB/0719-00/64420000

Visum

/

 

In geval van een reguliere werking van het Centraal Feestcomité dreigt voor 2024 een finaal tekort van 4.775 euro voor de tussenkomst in de werkingsuitgaven. Een vraag tot verhoging van de tussenkomst in de werkingsuitgaven voor het Centraal Feestcomité in 2024 ten bedrage van maximaal 4.775 euro is dan ook te verwachten bij aanpassing meerjarenplan.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de gevraagde saldo's op de toelage van het centraal feestcomité voor werkjaar 2023, ten bedrage van 4.775 euro, uit te betalen op het rekeningnummer BE68 7384 088 0234 van het Centraal Feestcomité.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om bij een eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan, 4.775 euro extra krediet te voorzien in de tussenkomst in de werkingskosten van het Centraal Feestcomité voor werkjaar 2024, zodat de reguliere werking en organisatie van activiteiten en evenementen, gegarandeerd blijven.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.11. Feestelijkheden - E3 Saxo Bank Classic Juniores - 27 april 2024 - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van de doortocht van de wielerwedstrijd E3 Saxo Bank Classic Junioren, die plaatsvindt op zaterdag 27 april 2024, goed te keuren.

 

Motivering

 

Op zaterdag 27 april 2024 vindt de doortocht van de wielerwedstrijd E3 Saxo Classic Junioren plaats op het grondgebied van de gemeente Deerlijk.

 

Op die dag wordt op de gemeentewegen een grote toeloop van kijklustigen en weggebruikers verwacht. In het belang van de openbare orde en van de veiligheid dient onverwijld opgetreden te worden.

 

De burgemeester heeft de aanvraag voor de doortocht van de wielerwedstrijd E3 Saxo Classic Junioren op 25 januari 2024 vergund.

 

De dienst openbare werken deelde op 29 januari 2024 mee dat de langs het parcours geplande werken op voormelde datum, geen impact zullen hebben op de doortocht van de wielerwedstrijd:

        betreffende de doortocht via de Vichtesteenweg, Breestraat en vervolgens de Desselgemstraat: de wegenwerken in de Breestraat zullen pas na 27 april 2024 van start gaan;

        betreffende de doortocht via de Pladijsstraat, Kapelstraat, Otegemse steenweg en vervolgens de Heestertse steenweg: na telefonisch overleg heeft de aannemer beloofd dat de werf (iov De Watergroep) in de Kapelstraat te Deerlijk op 27 april 2024 volledig toe en veilig zal zijn voor de doortocht van de wielerwedstrijd.

 

PZ Gavers verleende op 31 januari 2024 positief advies, maakte een tijdelijk politiereglement op het verkeer op en heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met uniek nummer 2011493.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere

        Art. 119, § 1, art. 130 bis en artikel 135 § 2 van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)

        Wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen

        Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen

        Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1 (verboden verkeer)

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit op zaterdag 27 april 2024:

 

a) tussen 13.00 uur en 15.00 uur, enkel verkeer toe te laten in de richting van de renners, zijnde de richting van de opsomming van volgende straten en/ of straatgedeeltes:

        N36/ Ringlaan

        Stationsstraat

        Pladijsstraat

        Kapelstraat

        Otegemse steenweg

        Heestertse steenweg

 

b) tussen 15.00 uur en 17.00 uur, enkel verkeer toe te laten in de richting van de renners, zijnde de richting van de opsomming van volgende straten en/ of straatgedeeltes:

        Vichtesteenweg (tussen de Jagershoek en de Breestraat)

        Breestraat

        Desselgemse steenweg

 

In de andere richting zijn enkel voetgangers en personen die een fiets of bromfiets aan de hand leiden toegelaten, voor zover zij het trottoir gebruiken.

 

Artikel 2 (stilstaan- en parkeerverbod)

 

a) Het stilstaan en parkeren wordt op zaterdag 27 april 2024 tussen 12.00 uur en 15.00 uur verboden in de in artikel 1.a opgesomde straten en straatgedeelten.

 

b) Het stilstaan en parkeren wordt op zaterdag 27 april 2024 tussen 14.00 uur en 17.00 uur verboden in de in artikel 1.b opgesomde straten en straatgedeelten.

 

Artikel 3 (voorziene omleidingen)

 

Er zijn geen omleidingen voorzien. Het verkeer kan na de doortocht zijn weg vervolgen.

 

Artikel 4

 

Alle nodige te plaatsen verkeersborden, voortvloeiend uit de bepalingen vervat in voorgaande artikels, worden overeenkomstig de bij wet voorziene bepalingen aangebracht.

 

Artikel 5

 

Overtredingen op onderhavig besluit worden beteugeld met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.

 

Artikel 6

 

Afschrift van deze verordening wordt overgemaakt aan de griffie van de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk en aan de griffie van de Politierechtbank te Kortrijk.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.12. Feestelijkheden - Scouts Deerlijk - Café de Ronde - 31 maart 2024 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Op 12 januari 2024 werd een aanvraag ingediend door Scouts en gidsen Deerlijk voor volgend evenement:

 

Naam evenement

Café de Ronde

Organisator

Scouts Deerlijk

Datum

zondag 31 maart 2024

Plaats

groot middenplein thv scoutslokaal

 

Motivering

 

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

 

        aanvraag machtiging voor het verstrekken van sterke drank

 

Het is verboden sterke dranken te verkopen voor gebruik ter plaatse in occasionele drankgelegenheden waar openbare manifestaties plaatsvinden, tenzij het college van burgemeester en schepenen hiervoor een speciale machtiging verleent.

 

        aanvraag geluidsactiviteit als volgt:

 

90-95 dB

 

Contactpersoon

Naam

Emma Anckaert

 

Adres

Hoogmolenstraat 129

 

Postcode en gemeente

8790 Waregem

 

Activiteit

Benaming activiteit

Café De Ronde

Locatie

Gebouw

/

 

Tent

/

 

Open lucht

X

Adres

Naam gebouw

/

 

Adres

Vercruysse de Solartstraat 28

 

Postcode en gemeente

8540 Deerlijk

 

Maximaal geluidsniveau

>85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min

 

Duur

 

Begin

zondag 31 maart 2024 om 11.00 uur

Einde

zondag 31 maart 2024 om 22.00 uur

 

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.

 

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

 

        aanvraag tijdelijke inname openbaar domein

 

Scouts en gidsen Deerlijk wensen Café De Ronde te organiseren op zondag 31 maart 2024 en vragen toelating voor de inname van het Gaverdomein, specifiek het grote grasveld gelegen naast de scoutslokalen.

 

        aanvraag politionele medewerking

 

Parkeerverbod op volgende plaats(en):

 

        parking inrit Gaverdomein (ter hoogte van de torentjes) op zaterdag 30 maart 2024 van 23.00 uur tot en met maandag 1 april 2024 om 10.00 uur;

        parkeerstrook naast de tennisvelden in de Vercruysse de Solartstraat, op zaterdag 30 maart 2024 van 23.00 uur tot en met maandag 1 april 2024 om 10.00 uur.

 

PZ Gavers verleende op 23 januari 2024 positief advies en vraagt de organisatoren de buren te verwittigen van de activiteit en het opgegeven einduur te respecteren om eventuele overlast tot een minimum te beperken.

 

PZ Gavers heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met uniek nummer 2025643.

 

2. De evenementen-veiligheidscel verleent volgend advies voor dit evenement:

 

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

 

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

 

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

 

Bijkomend specifiek advies kan later nog volgen vanuit de veiligheidscel.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Machtiging voor het verstrekken van sterke drank

        Art. 9, Wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank

        Toelating geluidsactiviteit

        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en latere wijzigingen

        Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, verder aangeduid als Vlarem II, waaronder, en zonder zich hiertoe te willen beperken, art. 6.7.3.

        De algemene gemeentelijke politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen, meer specifiek en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 37, 38 en 47

        Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 9 augustus 2023, inzake sluitingsuur gekoppeld aan afbouwscenario

        Plaatsing verkeerssignalisatie

        Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.

De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen verleent een speciale machtiging voor de verkoop van sterke drank tijdens dit evenement.

 

Artikel 3

 

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

 

Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

Maximaal geluidsniveau: > 85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min

        Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,15min 95 dB(A) niet overschrijden.

Als het maximale geluidsniveau, gemeten als LAmax,slow 102 dB(A), niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan.

Bij het meten van het geluidsniveau worden zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht.

        Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de mengtafel of andere representatieve meetplaats.

        Op initiatief en op kosten van de exploitant/organisator wordt ofwel LAeq,15min ofwel LAmax,slow continu gemeten d.m.v. meetapparatuur die voldoet aan de vereisten. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant/organisator of een door hem aangestelde persoon.

        De verplichting tot het meten van het geluidsniveau geldt niet als door de organisator/exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten.

 

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

Duur

 

Begin

zondag 31 maart 2024 om 11.00 uur

Einde

zondag 31 maart 2024 om 22.00 uur

 

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

        Zowel de inrichters als de bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden te worden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

        De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

 

De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

 

Artikel 4

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein gelegen op het Gaverdomein, specifiek het groot grasveld naast de scoutslokalen, vanaf zaterdag 30 maart 2024  (opbouw) tot en met maandag 1 april 2024 (afbouw).

 

Artikel 5

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

 

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie.  De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

 

Artikel 6

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de evenementencel te volgen en verzoekt de organisator de richtlijnen van de verschillende disciplines te volgen inzake veiligheid.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.13. Feestelijkheden - Avondrit Rock & Ride - 5 juli 2024 - parkeerverbod - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor een parkeerverbod in het kader van een evenement.

 

Motivering

 

Naar aanleiding van de rondrit voor motoren "Avondrit Rock & Ride" die plaatsvindt op vrijdag 5 juli 2024, met vertrek en einde voorzien aan buurthuis Sint- Lodewijk, vraagt de organisator toelating voor:

 

        het invoeren van parkeerverbod op de parking van het buurthuis, Pladijsstraat 278, op vrijdag 5 juli 2024 van 8.00 uur tot 24.00 uur

 

PZ Gavers verleende op 24 januari 2024 positief advies en heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met uniek nummer 2028515.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Algemene politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen

        Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor:

 

        het invoeren van parkeerverbod op de parking van buurthuis Sint- Lodewijk, Pladijsstraat 278, op vrijdag 5 juli 2024 van 8.00 uur tot 24.00 uur.

 

Artikel 2

 

Naar aanleiding van de beslissing van het politiecollege van 27 november 2008 dient de organisatie/vereniging zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie.  De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

Het plaatsen van het parkeerverbod wordt als volgt geregeld: het aanbrengen en wegnemen van parkeerverbodsborden gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het parkeerverbod gebeurt door de politie.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.14. Feestelijkheden - Paaseierenraap Gezinsbond - 24 maart 2024 - inname openbaar domein - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor een tijdelijke inname van het openbaar domein naar aanleiding van een evenement.

 

Motivering

 

De Gezinsbond wenst de jaarlijkse Paaseierenraap te organiseren op zondag 24 maart 2024 en vraagt toelating voor de inname van het Gaverdomein:

        klein speelplein: ontvangst, randactiviteiten en bar;

        groot speelplein en bouwspeelplaats: paaseierenraap.

 

Er worden geen verkeerstechnische maatregelen gevraagd.

De aanvraag met Eagle- ID 2032606 werd positief geadviseerd via het digitale evenementenloket.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op zondag 24 maart 2024, van 8.00 uur tot 14.00 uur, Gaverdomein.

 

Artikel 2

 

De organisatoren moeten rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via volgende link: https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.15. Feestelijkheden - Uzien - South for Winter - 15 maart 2024 - toelating geluidsactiviteit - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor volgende geluidsactiviteit:

 

Naam evenement

South for Winter

Organisator

Uzien

Datum

vrijdag 15 maart 2024

Plaats

De Cassinastraat 10

 

Motivering

 

Gevraagde geluidsactiviteit:

 

85 – 95 dB

 

Contactpersoon

Naam

Chris Benoit

 

Adres

De Cassinastraat 10

 

Postcode en gemeente

8540 Deerlijk

 

Activiteit

Benaming activiteit

South For Winter

Locatie

Gebouw

X

 

Tent

 

 

Open lucht

 

Adres

Naam gebouw

Uzien

 

Adres

De Cassinastraat 10

 

Postcode en gemeente

8540 Deerlijk

 

Maximaal geluidsniveau

>85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min

 

Duur

 

Begin

vrijdag 15 maart 2024 om 20.00 uur

Einde

vrijdag 15 maart 2024 om 23.30 uur

 

Het betreft een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid, waarbij de aangevraagde activiteit beperkt is in duur en al dan niet plaatsvindt in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

 

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.

 

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Toelating geluidsactiviteit

        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

        Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, verder aangeduid als Vlarem II, waaronder, en zonder zich hiertoe te willen beperken, art. 6.7.3.

        De algemene gemeentelijke politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen, meer specifiek en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 37, 38 en 47

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit toelating te verlenen voor volgende geluidsactiviteit:

 

Naam evenement

South for Winter

Organisator

Uzien

Datum

vrijdag 15 maart 2024

Plaats

De Cassinastraat 10

 

Artikel 2

 

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

 

1. Het toegelaten (maximale) geluidsniveau bedraagt:

 

Maximaal geluidsniveau: > 85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min

        Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,15min 95 dB(A) niet overschrijden.

Als het maximale geluidsniveau, gemeten als LAmax,slow 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan.

Bij het meten van het geluidsniveau worden zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht;

        Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de mengtafel of andere representatieve meetplaats;

        Op initiatief en op kosten van de exploitant/organisator wordt ofwel LAeq,15min ofwel LAmax,slow continu gemeten d.m.v. meetapparatuur die voldoet aan de vereisten. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant/organisator of een door hem aangestelde persoon.

        De verplichting tot het meten van het geluidsniveau geldt niet als door de organisator/exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm, gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten.

 

2. Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

 

Duur

 

Begin

vrijdag 15 maart 2024 om 20.00 uur

Einde

vrijdag 15 maart 2024 om 23.30 uur

 

3. Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

 

        Zowel de inrichters als de bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden te worden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

        De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

        De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

 

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.16. Feestelijkheden - Double Digit - gebruik gemeentelijke roosters - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters.

 

Motivering

 

Tijdelijke publiciteit op het openbaar domein naar aanleiding van manifestaties van culturele, levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard kunnen enkel gebeuren op de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde roosters.

 

Om hun Double Digit Rally op 20 en 21 april 2024 bekend te maken, vraagt Double Digit om de gemeentelijke roosters te mogen gebruiken voor het ophangen van hun publiciteitsborden.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Hfdst. 3, art. 221-224 Algemene Politieverordening

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit aan Double Digit toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters

 

Artikel 2

 

Voor de praktische afhandeling dient contact opgenomen te worden met het vrijetijdspunt op het telefoonnummer 056 71 89 81 of via mail aan vrijetijd@deerlijk.be.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.17. Feestelijkheden - Centraal feestcomité - nieuwjaarsreceptie burger 2024 - uitbetaling saldo - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het saldo van de voorziene werkingskosten voor de nieuwjaarsreceptie voor de burger 2024, aan het Centraal Feestcomité uit te betalen.

 

Motivering

 

Het Centraal Feestcomité organiseert jaarlijks de nieuwjaarsreceptie voor de burger die plaatsvindt op de eerste zaterdag na nieuwjaar.

 

In zitting van 8 november 2023 keurde het college van burgemeester en schepenen reeds een voorschot van 13.000 euro voor de organisatie van de nieuwjaarsreceptie voor de burger goed, zijnde:

        het jaarlijks voorschot van 8.000 euro op het voorziene bedrag van 10.000 euro;

        het éénmalige bedrag van 5.000 euro voor extra animatie (éénmaal per legislatuur wordt er op het einde van de nieuwjaarsreceptie extra animatie voorzien, ditmaal een lasershow met diervriendelijk en geluidsarm vuurwerk).

 

In haar schrijven van 4 februari 2024 vraagt het Centraal Feestcomité om het voorziene saldo van de werkingskosten, ten bedrage van 1.937,67 euro, over te schrijven op hun rekeningnummer BE68 7384 0808 0234.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

1.937,67 euro

Actie

Tussenkomst werkingsuitgaven centraal feestcomité

Jaarbudgetrekening

GBB/0719-00/64420000

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om het saldo van de voorziene werkingskosten voor de nieuwjaarsreceptie voor de burger 2024, ten bedrage van 1.937,67 euro, uit te betalen op het rekeningnummer BE68 7384 0808 0234 van het Centraal Feestcomité.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.38. Mobiliteitsplan - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van het mobiliteitsplan te agenderen op de gemeenteraad van 29 februari 2024.

 

Motivering

 

Het mobiliteitsplan van Deerlijk werd conform verklaard op 10 maart 2008. Op 17 september 2015 werd een eerste actualisatie van het mobiliteitsplan definitief vastgesteld door de gemeenteraad.

 

Op de vergadering van de projectstuurgroep van 6 mei 2021 werd op basis van de sneltoets beslist tot gedeeltelijke herziening van het mobiliteitsplan, zogenaamde 'spoor 2': verbreden en verdiepen.

 

De visie en de uitgangspunten van het vorige mobiliteitsplan blijven dus van kracht maar enkele onderdelen werden geactualiseerd.

Thema’s die werden (her)bekeken zijn:

        Leefbare wijken: verblijfsgebieden en voetgangersvoorzieningen

        Fietsbeleid

        Parkeerbeleid

        Zwaar verkeer en sluipverkeer

Thema’s die nieuw zijn en toegevoegd werden:

        Potentiële (sluiting van) spoorwegovergangen voor gemotoriseerd en/of zacht verkeer

        Potentiële uitbreiding van bedrijvigheid

        Deelmobiliteit en hoppinpunten

 

Het geactualiseerde mobiliteitsplan kwam tot stand op basis van een uitgebreid participatietraject. Tijdens de verkenningsfase werden workshops per wijk georganiseerd waarop bewoners konden aangeven wat er leeft en welke knelpunten zij ervaren. Daarna werden nog verschillende informatiemomenten georganiseerd waar burgers konden kennisnemen van de bevindingen en de mogelijke oplossingen en hierop feedback konden geven.

 

Het geactualiseerde mobiliteitsplan werd gepresenteerd aan de mobiliteitscommissie en de GECORO op 8 november 2023. De mobiliteitscommissie bracht een advies uit op 8 november 2023 en de GECORO op 23 november 2023.

De voornaamste opmerkingen uit deze adviezen hebben betrekking op:

        het ontbreken van een concreet voorstel m.b.t. de circulatie in het centrum;

        normen inzake parkeren, als kapstok voor een eventuele stedenbouwkundige verordening of RUP;

        weinig aandacht voor een sturend parkeerbeleid;

        bezorgdheid m.b.t. bereikbaarheid van Sint-Lodewijk n.a.v. nieuw openbaar vervoerplan en bij eventuele sluiting van spoorwegovergangen;

        voldoende aandacht voor behoud van zebrapaden ter hoogte van scholen, ook in zone 30.

Anderzijds werd benadrukt dat dit een waardevol document is en het positief is dat er duidelijk keuzes worden gemaakt rond zone 30, fietsroutes,...

 

Met betrekking tot deze adviezen wordt voorgesteld om:

        de circulatie in het centrum niet vast te leggen in het mobiliteitsplan gezien er geen consensus is en de actie 'onderzoeken circulatie centrum Deerlijk voor alle weggebruikers' te behouden;

        een aanzet van parkeernorm, alsook info over hoe een goede parkeernorm bepaald wordt, toe te voegen; Dit werd ondertussen al verwerkt in voorliggend beleidsplan.

        de andere bezorgdheden mee te nemen bij verdere concrete uitwerking van de acties die daar betrekking op hebben.

 

Het beleidsplan werd voorgelegd aan de projectstuurgroep op 30 november 2023. De opmerkingen van de projectstuurgroep werden verwerkt in het voorliggende beleidsplan.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56., § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akkoord te gaan met de voorgestelde verwerking van de adviezen en verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om de goedkeuring van het mobiliteitsplan te agenderen op de gemeenteraad van  29 februari 2024.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.18. Omgevingsvergunning 2021.145 - Harelbekestraat 66 - beslissing deputatie - aktename

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing over de aanvraag tot omgevingsvergunning, ingediend door Geert Parmentier namens Twenthe Group NV gevestigd Harelbekestraat 66 te 8540 Deerlijk. Het betreft een aanvraag tot het afbreken van de bestaande woning en het uitbreiden van de bestaande winkelruimte met een loods voor opslagruimte, op een perceel gelegen Harelbekestraat 66, 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Op 24 november 2021 besliste het college van burgemeester en schepenen tot het afleveren van een voorwaardelijke vergunning.

Door aanpalenden werd er op 5 januari 2022 beroep ingediend tegen deze beslissing.

De deputatie van de provincie West-Vlaanderen verklaarde op 2 juni 2022 dit beroep ontvankelijk doch ongegrond, waardoor de voorwaardelijke vergunning behouden bleef.

Tegen deze beslissing gingen de aanpalers in beroep bij de Raad voor Vergunningenbetwistingen.

Op 29 juni 2023 heeft de Raad voor Vergunningenbetwistingen de beslissing vernietigd, waardoor de deputatie van de provincie West-Vlaanderen een nieuwe beslissing moest nemen.

 

Op 25 januari 2024 heeft de deputatie van de provincie West-Vlaanderen de volgende beslissing genomen: Voorwaardelijk vergund.

De omgevingsvergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden:

        De ontsluiting via de garageweg kan enkel bestemd zijn voor de hulpdiensten en in noodsituaties en mag niet aangewend worden als ontsluiting van de zaak.

        De uitvoering van de groenaanplant dient gerealiseerd te worden binnen het eerstvolgende plantseizoen na voltooiing van de bouwwerken. Indien er sprake is van plantsterfte of ziekte, staat de aanvrager in voor vervangende planten/bomen.

        Minstens de rechter zijgevel (gevel uitgevend naar de oostelijk gelegen tuinzones) van de nieuwe loods moet afgewerkt worden met betonpanelen met baksteenmotief.

        De voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies dienen stipt nageleefd te worden.

 

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

        Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van de beslissing (voorwaardelijk vergund) van de deputatie van de provincie West-Vlaanderen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.19. Attest van verdeling - Gaversstraat - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of er opmerkingen zijn bij het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Gaversstraat - Gaverbeek.

 

Motivering

 

Op 25 januari 2024 verstuurde men vanuit de juridische dienst van de provincie West-Vlaanderen een attest van verdeling voor de eigendom gelegen op grondgebied Deerlijk langs de Gaversstraat - Gaverbeek, gekadastreerd afdeling 2, sectie C, deel van nummer 558b (met een oppervlakte van 164m²) en deel van 558c (met een oppervlakte van 553m²) en deels gelegen op grondgebied Harelbeke.

 

Een deel van de eigendom wordt afgesplitst teneinde te ruilen met als doel patrimoniale regeling in functie van de oude en nieuwe Gaverbeek.

De goederen op grondgebied Deerlijk, zijn gelegen binnen het provinciaal RUP Openruimtekamers Gavers en Esser en zijn bestemd als zone voor groengebied.

 

De omgevingsambtenaar stelt voor geen opmerkingen te formuleren bij het voorstel van verdeling.

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.20. OMV 2023_181 - Verrieststraat 20 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van een eengezinswoning, op een perceel gelegen Verrieststraat 20 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 810 F2, aangevraagd door mevrouw Valentine Deruytere wonende Verrieststraat 20 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 31 januari 2024.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 januari 1960 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een afsluitingsmuur.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 oktober 2005 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van twaalf ééngezinswoningen na sloping van bestaande bebouwing.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 juni 2006 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een houten afsluiting op de zijkavelgrenzen en de achterkavelgrens.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 206 m² en is gelegen langs de Verrieststraat op ongeveer 700 m ten zuidoosten van de kern van Sint-Lodewijk. De Verrieststraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een vrij residentiële weg.

Het perceel is bebouwd. De woning behoort tot een blok van vier aaneengesloten woningen. De woning heeft een bouwlaag en een hellend dak. De twee woningen links van de woning van de aanvrager beschikken reeds over een uitbouw. De woning is 8,8 m breed, 9,3 m diep en de nokhoogte bedraagt 5,69 m. Het perceel is 8,81 m breed en 11,22 m diep. Op de perceelsgrens met de rechterbuur is een scheidingsmuur geplaatst in de achtertuin. Op de linkerperceelsgrens is een scheidingsmuur aanwezig door de achteruitbouw van de buren.

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen. Het wonen bestaat er bijna uitsluitend uit eengezinswoningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het uitbreiden van een bestaande eengezinswoning.

De uitbreiding bevindt zich achteraan de woning, op een afstand van 2,38 m tov de rechter kavelgrens en 0 m tov de linker kavelgrens. De uitbreiding heeft een breedte van 6,34 m op een diepte van 3 m en wordt afgewerkt met een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 2,97  m.

Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume wordt grotendeels beglaasd met een buitenschrijnwerk van aluminium. De dorpels worden aangelegd in een blauwe hardsteen. De kroonlijst wordt afgewerkt met gevelpanelen.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanpalende eigenaars werden op 21 december 2023 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:

 

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op het uitbreiden van de woning, zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Verrieststraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

 

Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

De dakoppervlakte watert af naar een bestaande hemelwaterput. De hemelwaterput heeft een overloop naar een  infiltratievoorziening met een volume van 450 liter en een referentieoppervlakte van 3.98 m² en een diepte van 0,3 m.

Hemel- en afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat de schadelijke effecten beperkt zullen zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze residentiële omgeving.

Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

De inplanting van de woning op 3,55 m achter de rooilijn blijft ongewijzigd.

De nieuwe achterbouw wordt gerealiseerd aansluitend op de achtergevel en linker perceelsgrens en sluit aan op het hoofdgebouw. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.

 

Bouwvolume en gabarit:

Het hoofdgebouw van de woning blijft qua gabarit ongewijzigd, er worden enkel interne verbouwingswerken uitgevoerd.

De bestaande achterbouwen worden vervangen door een nieuwe, ruime achterbouw over een breedte van 6,54 m. De totale gelijkvloerse bouwdiepte wordt op die manier tot op max. 12 m gebracht, hetgeen zeker aanvaardbaar is binnen deze woonomgeving. Het perceel is voldoende diep, en een dergelijke gelijkvloerse bouwdiepte laat een kwalitatieve inrichting van de leefruimtes van de woning toe.

Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte is immers vergelijkbaar met deze van de buren, de bouwhoogte is aanvaardbaar en voor de wijzigingen aan de muren op de perceelsgrens werden geen bezwaren geformuleerd.

Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving.

 

Verschijningsvorm:

De voorgevel blijft ongewijzigd waardoor het ontwerp geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld.

De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik (grotendeels beglaasd) binnen de bestaande bebouwing.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Achter de woning wordt het bestaande terras behouden.

De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen. Na de werken wordt het contact tussen de leefruimtes van de woning en de tuinzone versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt.

 

Conclusie

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

 

7.12 Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

     Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Valentine Deruytere wonende Verrieststraat 20 te 8540 Deerlijk, voor het uitbreiden van een eengezinswoning, op een perceel gelegen Verrieststraat 20 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 810 F2.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.21. OMV 2023_174 - Andrieslaan 18 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bepleisteren van de voorgevel, op een perceel gelegen Andrieslaan 18 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 126 C, aangevraagd door Sarah Declercq - Jonas Tytgat wonende Andrieslaan 18 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 31 januari 2024.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        de voorgevel wordt afgewerkt met de steenstrips (roodbruine steenstrip op isolatie) zoals vergund in dossier OMV_2022117013.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 31 januari 1964 door het college van burgemeester en schepenen voor een woonhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 april 1967 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een woongelegenheid.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 23 november 2022 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een ééngezinswoning.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 376 m² en is gelegen langs de Andrieslaan op ongeveer 500 m ten westen van de kern van Sint-Lodewijk. De Andrieslaan is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een halfopen bebouwing, bestaande uit 2 bouwlagen en een plat dak. De woning maakt deel uit van een drieluik.  De woning is ingepland op 4,84 m van de rooilijn. Het hoofdvolume heeft een bouwdiepte van +/- 12,5 m met aansluitend een afdak met een diepte van 2,50 m. De bestaande woning bestaat uit een combinatie van rode baksteen met accenten in blauwe baksteen en betonplaten. In de nabije omgeving werd geen enkele woning bepleisterd. In de straat zijn twee woningen terug te vinden die in het wit werden geschilderd. De overige woningen zijn bekleed met bakstenen. De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van gekoppelde eengezinswoningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het wijzigen van een gevel van steenstrips, zoals voorzien op de reeds vergunde plannen, naar grijze bepleistering. Dit zowel voor de voor- als achtergevel. De bepleistering zal worden geplaatst op de isolatie die reeds vergund werd.  Door deze wijziging zullen de pvc-dakgoten, die werden voorzien op beide gevels, verdwijnen. Op de achtergevel wordt een zinken bakgoot geplaatst om de afwatering van het platte dak van de aanbouw te voorzien.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanpalende eigenaars werden op 20 december 2023 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen van een woning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Andrieslaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke verordening hemelwater.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op de wijziging van de voor-en achtergevel. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze woonomgeving.

 

Inplanting, bouwvolume en verschijningsvorm:

De inplanting van de woning blijft ongewijzigd. De voor- en achtergevel van de woning worden aangepast. Deze afwerking is echter eerder atypisch in de straat. De woningen in de directe omgeving zijn hoofdzakelijk afgewerkt met metselwerk. Door bepleistering aan te brengen op de voorgevel wordt er geen aansluiting gezocht bij de overige woningen in de omgeving. Ook verdwijnt de bakgoot die voor een aansluiting zorgt op de overige woningen van het drieluik. Crepi is bovendien een moeilijk verwijderbaar materiaal omdat het zich hecht aan de ondermuur. Bijgevolg wordt de afwerking van de voorgevel met gevelbepleistering ongunstig geadviseerd. De bepleistering op de achtergevel is niet zichtbaar vanop de openbare weg. Gezien dit geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld kan dit gunstig worden geadviseerd. Er wordt gevraagd om de voorgevel af te werken met de steenstrips die reeds voorzien werden bij de vorige afgeleverde vergunning.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

De aanleg van het groen in de voortuin blijft ongewijzigd ten opzichte van de vergunde toestand.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

 

7.12 Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Sarah Declercq - Jonas Tytgat wonende Andrieslaan 18 te 8540 Deerlijk, voor het bepleisteren van de voorgevel, op een perceel gelegen Andrieslaan 18 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 126 C, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        de voorgevel wordt afgewerkt met de steenstrips (roodbruine steenstrip op isolatie) zoals vergund in dossier OMV_2022117013.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.22. OMV 2023_171 - Olekenbosstraat 30 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een woning en het bouwen van een bijgebouw, op een perceel gelegen Olekenbosstraat 30 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1102 K2, aangevraagd door de heer Peter Debacker wonende Stationsstraat 83 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  31 januari 2024.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De wadi wordt volledig in gras uitgevoerdwaardoor bijgevolg desteenslagverharding naast het karrespoor, die een uitsprong vormt, verwijderd moet worden.

        Het karrespoor in grasdallen doortrekken tot in de vrije zijstrook van de woning, minstens tot aan de poort.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De eigendom situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied voor de eerste 50 m vanaf de rooilijn en agrarisch gebied voor de rest van het perceel. De werken situeren zich in het gedeelte woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Vergunning afgeleverd op 10 februari 1955 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een premiewoonhuis.

        Vergunning afgeleverd op 19 januari 1956 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een voorhofmuurtje.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 mei 1975 door het college van burgemeester en schepenen voor het herbouwen van een bestaande garage.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 21 mei 1975 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een vogelkooi achter de woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 830 m² en is gelegen langs de Olekenbosstraat op ongeveer 2,2 km ten zuidoosten van de kern van Deerlijk. De Olekenbosstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een vrij landelijke weg geflankeerd met lintbebouwing.

Het perceel is bebouwd met een halfopen ééngezinswoning. Daarnaast wordt het perceel getypeerd door verschillende bijgebouwen. De woning bestaat uit twee bouwlagen met een schuin dak. De woning heeft een hoogte van 10,28 m, een diepte van 14,88 m en een breedte van 6,49 m. Het goed bestaat uit een hoofdgebouw met daarbij een aanbouw met een plat dak. Daarnaast stond tegen de aanbouw een tweede aanbouw. Deze was reeds in afbraak bij aanvang van het aanvragen van de vergunning.  Het volledige perceel wordt omheind door een eigen afsluiting, een gedeelde afsluiting of een muur op het naburige perceel.

De omgeving is een landelijke, agrarische omgeving op de grens van een kleine kern (Belgiek). De omgeving heeft daardoor een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning.

De te verbouwen woning heeft een oppervlakte van 92,5 m². Er wordt aan de woning een uitbreiding voorzien na sloop van een gedeelte, waardoor de oppervlakte vergroot tot 96,5 m². De uitbreiding wordt tegen de achtergevel van het hoofdgebouw geplaatst en heeft een L-vorm. Het nieuwe gedeelte heeft aan de rechter zijgevel een lengte van 3,48 m. De linker zijgevel van de uitbreiding heeft een lengte van 5,98 m. De uitbreiding wordt even breed gebouwd als het hoofdgebouw en  wordt voorzien van een plat dak van ongeveer 39m² waarbij een overdekt terras wordt voorzien. Dit overdekte terras heeft een oppervlakte van 9,75 m². Ter hoogte van  de linker perceelsgrens en de achterzijde van de uitbreiding wordt 18,57 m² verhard in steenslag. De scheidingsmuur met de linkerbuur wordt bekleed met planchetten in padoek.

Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een inkom, zithoek, eethoek, keuken, berging/wasplaats/stookruimte, doucheruimte, een gastentoilet, een trap richting de 1e verdieping en een zone voor de kelder. Op het verdiep worden twee slaapkamers en een badkamer voorzien. Daarnaast bevindt zich op deze verdieping een ruimte voor de technieken en een overloop.  Onder het dak bevindt zich nog een zolder en wordt een zolderluik gedicht en vervangen door een trap. Het hellend dak wordt voorzien van nieuwe dakisolatie.

Het materiaalgebruik van het nieuwe volume betreft rood-bruine gevelstenen. Het hellend dak van de woning wordt voorzien van rode dakpannen die gerecupereerd worden van het bestaande dak. Zowel het plat dak van de uitbreiding als van het bijgebouw worden voorzien in EPDM. De dakranden worden voorzien van aluminium in het kleur antraciet. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in aluminium in het kleur antraciet.

Daarnaast wordt in de achtertuin een bijgebouw geplaatst. Dit gebouw heeft een oppervlakte van 48 m² en is bedoeld om te gebruiken als garage en overdekte carport. Het nieuwe bijgebouw bevindt zich op 1 m van de rechter perceelsgrens en op 1 m van de achterperceelsgrens van het perceel 1102H2. Het bijgebouw wordt ingeplant met de opening naar het zuiden. Voor de toegang tot de sectionaalpoort en de toegang tot de carport worden grasdallen voorzien. De grasdallen beslaan een oppervlakte van 40 m².

Achteraan het perceel wordt 18,44 m² onthard en vervangen door gras. Rechts van het karrenspoor wordt een oppervlakte van 33,20 m² onthard en vervangen door gras. De totale verharding op het perceel stijgt met ongeveer 7 m².

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanpalende eigenaars werden op 20 december 2023 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan. De eerste 50 m vanaf de Olekenbosstraat is gelegen in woongebied, de achterste zone is gelegen in agrarisch gebied.

De verbouwingswerken aan de woning en het bijgebouw dienen getoetst te worden aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen en uitbreiden van een ééngezinswoning en de bouw van een bijgebouw zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

Gezien de achterste zone van het perceel gelegen is in agrarisch gebied, dient de aanvraag eveneens getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meebepaald aan de voorschriften van het agrarisch gebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 11.4.1. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.

Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

De aanvraag heeft betrekking op het ontharden van bestaande steenslag in agrarisch gebied zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Olekenbosstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

 

Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

De dakoppervlakte watert af naar een hemelwaterput van 10 000 liter. De hemelwaterput heeft een overloop naar een infiltratievoorziening met een volume van 5000 liter en een referentieoppervlakte van 12,56 m². Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor toiletten en dubbele dienstkranen. Het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.

Hemel- en afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen de directe omgeving.

Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

 

Inplanting, bouwvolume en verschijningsvorm:

De inplanting van de woning op minstens 1,50 m achter de rooilijn blijft ongewijzigd.

De nieuwe achterbouw wordt gerealiseerd op ongeveer dezelfde plaats als de bestaande achterbouwen en sluit aan op het hoofdgebouw. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.

Het hoofdgebouw van de woning blijft qua gabarit ongewijzigd, er worden enkel interne verbouwingswerken uitgevoerd.

De bestaande achterbouwen worden vervangen door een nieuwe, ruime achterbouw over de volledige breedte van de bestaande woning (6,49 m). De totale gelijkvloerse bouwdiepte wordt op die manier tot op 14,88 m gebracht, hetgeen zeker aanvaardbaar is binnen deze woonomgeving. Het perceel is immers eerder smal en diep, en een dergelijke gelijkvloerse bouwdiepte laat een kwalitatieve inrichting van de leefruimtes van de woning toe. Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte is immers vergelijkbaar met deze van de buren en de bouwhoogte is aanvaardbaar. De muren op de perceelgrens worden gewijzigd. Hiervoor werd het akkoord verkregen van de eigenaars van het betreffende buurperceel.

Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving.

De voorgevel blijft, met uitzondering van aangepast schrijnwerk, ongewijzigd waardoor het ontwerp geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld.

De sloop van de huidige achterbouwen en de realisatie van een nieuwe achterbouw betekenen een sanering van de bebouwing op het perceel.

De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik (metselwerk) binnen de bestaande bebouwing.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Naast het verbouwen van de woning, betreft de aanvraag eveneens het deels ontharden, deels verharden van de tuinzone, het bouwen van een tuinberging/garage/carport.

Hierbij wordt de oppervlakte van de gesloopte aanbouw vervangen door steenslag die z’n aansluiting vindt bij de bestaande steenslag zowel achteraan als rechts van de woning. De totale oppervlakte aan steenslag in de achtertuin, aansluitend op de woning wordt zo op 45 m² gebracht. Niettegenstaande er heel wat ruimte onthard wordt, is de noodzaak van de overblijvende en uit te breiden oppervlakte steenslag niet uit het dossier op te maken en wordt aangenomen dat er nog heel wat meer ontharding mogelijk is.

De wadi wordt deels in de zone voor verharding voorzien, deels in de zone voor gras. De dubbele materialisatie wordt niet gemotiveerd. Als voorwaarde wordt opgenomen dat de wadi volledig in gras moet worden ingericht en dat bijgevolg de steenslagverharding naast het karrespoor, die een uitsprong vormt, verwijderd dient te worden.

In de tuinzone wordt een bijgebouw met carport voorzien. Het bijgebouw wordt in de oksel van het perceel voorzien en is slechts beperkt zichtbaar vanuit de woning, wat het contact tussen tuinzone en de leefruimtes verstrekt. Echter zorgt de specifieke inplanting van de garage/carport op ruim 30 m achter de rooilijn voor heel wat bijkomende verharding. Daarenboven wordt de toegang tot het bijgebouw voorzien in 3 verschillende materialen, (grasdallen, karrespoor, steenslag) wat een vreemde aaneenschakeling van materialen is. Teneinde de tuinzone een zo groen mogelijk karakter te geven en de aansluiting van de verschillende materialen beter op elkaar af te stemmen, wordt nog volgende voorwaarde opgelegd: het karrespoor in grasdallen doortrekken tot in de vrije zijstrook van de woning, minstens tot aan de poort.

Op die manier (door het verwijderen van de verharding ter hoogte van de wadi en ter hoogte van het doortrekken van het karrespoor) wordt de steenslagverharding in de tuinzone beperkt tot een terrasruimte achter de woning met een diepte van ongeveer 9,20 m op de breedte tot aan het aan te leggen karrespoor.

Het bestaande bijgebouw met verharding achteraan het perceel wordt gesloopt, onthard en ingezaaid met gras, wat een positieve impact heeft op het achterliggende agrarisch gebied.

 

Conclusie

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

 

7.12 Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Peter Debacker wonende Stationsstraat 83 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen van een woning en het bouwen van een bijgebouw, op een perceel gelegen Olekenbosstraat 30 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1102 K2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De wadi wordt volledig in gras uitgevoerdwaardoor bijgevolg desteenslagverharding naast het karrespoor, die een uitsprong vormt, verwijderd moet worden.

        Het karrespoor in grasdallen doortrekken tot in de vrije zijstrook van de woning, minstens tot aan de poort.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.23. OMV 2023_182 - Ter Donkt 2 en 2A - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van gevelverlichting en gevelreclame, op een perceel gelegen Ter Donkt 2 en 2A en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 242 E, aangevraagd door Bruno Descamps namens Lamett Immo BV gevestigd Ter Donkt 2 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  31 januari 2024.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het aanbrengen van 3 verlichte gevelkaders op de voorgevel wordt uitgesloten van vergunning.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming gebied voor milieubelastende industrie.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

     Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 januari 1989 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een nijverheidsgebouw.

     Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 mei 1992 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van nijverheidsgebouwen.

     Stedenbouwkundige vergunning geweigerd op 5 mei 2008 door het college van burgemeester  en schepenen voor het plaatsen van een gevelpaneel.

     Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 augustus 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van kantoren en showroom.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

     Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 13 juli 1989 door het college van burgemeester en schepenen voor een veredelingsbedrijf van tapijten.

     Milieuvergunning afgeleverd op 16 juli 1992 door het college van burgemeester en schepenen voor een tapijtenweverij.

     Milieuvergunning afgeleverd op 8 oktober 1993 door het college van burgemeester en schepenen voor de overname van een tapijtweverij.

     Milieuvergunning afgeleverd op 14 april 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor een textielbedrijf voor het nabehandelen van tapijten.

     Milieuvergunning afgeleverd op 15 september 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor de opslag en productie van parket.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 6 oktober 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor de uitbreiding van het bestaand bedrijf met showroom en kantoren.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van ongeveer 14 000 m² en is gelegen langs Ter Donkt op ongeveer 1 km ten zuid-oosten van de kern van Deerlijk. Ter Donkt is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een ventweg die verschillende bedrijven verbindt met de N36 en E17.

Het perceel is bebouwd door een industriegebouw met verschillende laaddokken en waar een nieuw gedeelte wordt aangebouwd met ruimte voor een showroom en kantoren. Het nieuwe gedeelte zal bestaan uit drie bouwlagen. Het oudere gedeelte bestaat uit twee bouwlagen. Het oude gedeelte heeft een diepte van ongeveer 130 m. Het gebouw heeft een breedte van 85,86 m en een hoogte van 12,80 m. Voor de bouw van het nieuwe gedeelte met showroom en kantoren wordt een loopbrug voorzien naar het oude gedeelte van het bedrijf.

De omgeving is een industriële omgeving. De aanvraag bevindt zich binnen de industriezone Ter Donkt, die gekenmerkt wordt door grootschalige milieubelastende bedrijven.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst publiciteit te plaatsen op een kantoorgebouw in aanbouw, in de vorm van gevelverlichting en -reclame. De publiciteit wordt voorzien op ongeveer 30 m van de rooilijn met de E17, op 93,54 m van de rechterzijperceelsgrens en op 5 m van de linkerzijperceelsgrens. Het bedrijfsgebouw heeft een breedte van 85,86 m. De gevelverlichting wordt voorzien als drie ledstrips die telkens een kader vormen.

        De ledstrip links wordt voorzien over de volledige hoogte van het gebouw met een totale omtrek van 52,54 m. In de linkerbovenhoek van het ledstripkader wordt de naam van het bedrijf voorzien in wit verlichte doosletters, bevestigd op een aluminium frame met een oppervlakte van 5,95 m².

        De ledstrip centraal op de voorgevel heeft een omtrek van 45,45 m.

        De ledstrip aan de rechterzijde van het gebouw wordt voorzien op de loopbrug. Deze heeft een omtrek van 54,40 m. Hierin wordt opnieuw de naam van het bedrijf voorzien in wit verlichte doosletters die op een aluminium frame worden bevestigd, met een oppervlakte van 5.95 m².

Tot slot wordt ook op de linkerzijgevel de naam van het bedrijf voorzien. Dit opnieuw in wit verlichte doosletters bevestigd met een aluminium frame op de gevel en een oppervlakte van 5,95 m². 

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

 

  1. Adviezen

Hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 20 december 2023. De adviesinstantie gaf op 5 januari 2024 aan dat de aanvraag geen brandvoorkomingsmaatregelen impliceert.

Agentschap Wegen en Verkeer werd om advies verzocht op 20 december 2023. De adviesinstantie bracht op 3 januari 2024 een gunstig advies uit.

De VMM werd om advies verzocht op 20 december 2023. De adviesinstantie heeft geen advies uitgebracht binnen de termijn van 30 dagen volgend op de ontvangst van de adviesvraag. Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 7.2.0. + 8.2.1.2. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.

Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

Gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

De aanvraag heeft betrekking op het plaatsen van reclame bij een bedrijfsgebouw zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Ter Donkt een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

Het betrokken perceel is volgens pluviale overstromingskaart gelegen in een zone met middelgrote overstromingskans. Het betrokken gebouw is volgens de fluviale overstromingskaart gelegen in een zone met kleine kans op overstromingen.

Gezien de aanvraag geen betrekking heeft op het bouwen van constructies, dienen er geen maatregelen te worden genomen.

 

De aanvraag heeft geen betrekking op de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De criteria voor de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening, zijnde functie, ruimtegebruik, inplanting, verkeersaantrek en groen- en omgevingsaanleg, etc. zijn hier niet van toepassing gezien de werken geen betrekking hebben op een gebouw of constructie. 

 

Verschijningsvorm:

Het gebouw waarop de lichtreclame aangebracht wordt, betreft een recent vergund  bedrijfsgebouw. Het bedrijfsgebouw is gelegen langs en goed zichtbaar vanaf de E17.

Op zowel de voor- als linkergevel wordt zaakgebonden publiciteit (naamgeving bedrijf) aangebracht in niet-knipperende of bewegende witverlichte doosletters. Daarnaast worden op de voorgevel 3 niet-knipperende of bewegende ledstrips in gevelkaders voorzien in witte kleur.

Publiciteit of andere verlichting integreert zich bij voorkeur in het gebouw, ondersteunt de architectuur en overheerst het gebouw niet.

De zaakgebonden publiciteit in de linkerbovenhoek wordt voorzien op een gesloten gevel zonder raamopeningen, waardoor deze zich integreert in het gebouw. Ook de zaakgebonden publiciteit op de linkergevel integreert zich hierdoor in het gebouw. De naamaanduiding op de voorgevel langs de rechterzijde bedekt de raamopening in beperkte mate waardoor de hinder beperkt zal zijn. Ook hier is sprake van een zekere integratie in het gebouw.

Door het aanbrengen van 3 verlichte naamsaanduidingen zal het gebouw meer dan zichtbaar zijn vanaf de voorliggende snelweg.

Het plaatsen van verlichte gevelkaders zijn niet gangbaar in de directe omgeving en doen geen bijdrage aan elke vorm van zaakgebonden publiciteit. De gevelkaders vormen geen functionele publiciteitsverlichting, zijn vrij overheersend en ondersteunen de architectuur niet, waardoor ze uitgesloten worden van vergunning.

 

Conclusie:

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 20 december 2023. De adviesinstantie gaf op 5 januari 2024 aan dat de aanvraag geen brandvoorkomingsmaatregelen impliceert.

 

Agentschap Wegen en Verkeer werd om advies verzocht op 20 december 2023. De adviesinstantie bracht op 3 januari 2024 een gunstig advies uit.

 

De VMM werd om advies verzocht op 20 december 2023. De adviesinstantie bracht geen tijdig advies uit.

 

Standpunt College van burgemeester en schepenen

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet aan bij de door de gemeentelijk omgevingsambtenaar voorgestelde voorwaarde. Het college is van mening dat de verlichte gevelkaders wel in aanmerking komen voor vergunning vanuit de motivering dat, ondanks het feit dat het geen functionele verlichting is, de gevelkaders wel een subtiele architecturale meerwaarde bieden, het geen storend element is en ook AWV geen bezwaar heeft. De voorwaarde wordt bijgevolg niet weerhouden.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Bruno Descamps namens Lamett Immo BV, gevestigd Ter Donkt 2 te 8540 Deerlijk, voor het plaatsen van gevelverlichting en gevelreclame, op een perceel gelegen Ter Donkt 2 en 2A en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 242 E.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.24. OMV_2023122069 - Camiel Vereeckelaan 32 - beroep - hoorzitting en advies

 

Aanleiding en context

 

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 29 november 2023, betreffende een weigering van omgevingsvergunning voor het verbouwen van een woning, op een perceel gelegen Camiel Vereeckelaan 32 en met als kadastrale omschrijving afdeling 2, sectie E, nummer 157K2, werd beroep ingesteld.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft op 29 november 2023 de omgevingsvergunning op naam van de heer Wim Vancauwenberghe, voor het verbouwen van een woning, op een perceel gelegen Camiel Vereeckelaan 32, geweigerd.

 

De aanvrager heeft op 17 december 2023 tegen deze weigeringsbeslissing beroep aangetekend bij de deputatie.

 

De deputatie heeft op 16 januari 2024 het beroep van de aanvrager ontvankelijk en volledig verklaard.

 

De beroepindieners hebben gevraagd om gehoord te worden. De hoorzitting zal vermoedelijk doorgaan op 20 februari 2024. Ook het college van burgemeester en schepenen zal uitgenodigd worden op de hoorzitting.

 

Overeenkomstig artikel 60 lid 2 van het omgevingsvergunningsdecreet en artikel 89 van het omgevingsbesluit beschikt het college van burgemeester en schepenen over een termijn van 30 dagen om advies uit te brengen over dit beroep.

 

De omgevingsambtenaar adviseert de motivering uit de weigeringsbeslissing te behouden.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van het ingestelde beroep.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit bij de motivering van de weigeringsbeslissing te blijven.

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist gehoord te willen worden in deze zaak. Schepen Matthias Vanneste zal aanwezig zijn op de hoorzitting die vermoedelijk doorgaat op 20 februari 2024.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.25. OMV 2023_118 - Nijverheidslaan 31 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen van een bestaand kantoorgebouw en loodsen, het bouwen van een nieuw kantoorgebouw en magazijnen, omgevingsaanleg, plaatsen middenspanningscabine, bouwen fietsenstalling, rooien van bomen, op een perceel gelegen Nijverheidslaan 31 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 100 K, (afd. 1) sectie B 100 L en (afd. 1) sectie B 104 E, aangevraagd door Ivan Bossuyt namens JACOPS NV gevestigd Nijverheidslaan 31 te 8540 Deerlijk en Stephanie Valcke namens STIV NV gevestigd Nijverheidslaan 31 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  31 januari 2024.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De kantoorruimtes en alle magazijnen dienen onlosmakelijk verbonden te worden met de hier aanwezige activiteiten en een wezenlijke functionele band ermee te hebben. Een latere opdeling intern of onderverhuur aan derden is hier niet gewenst.

        De groenaanplant dient gerealiseerd te worden conform het plan voorzien in de PIV3 en alle beplanting dient te worden aangeplant  in het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.

        Volgende bijzondere milieuvoorwaarden dienen strikt nageleefd te worden:

        In afwijking van art 4.2.5.1.1 van Vlarem II dient het bedrijf geen meetgoot te plaatsen. Een controle-inrichting bestaande uit een controleput wordt voldoende geacht.

        Het bedrijfsafvalwater dient een voorbehandeling via KWS-afscheider te ondergaan, gevolgd door een controleput, vooraleer het geloosd wordt op de openbare riolering. De voorwaarden voor de werking en onderhoud van een KWS-afscheider zijn te vinden in afdeling 4.2.3bis van Vlarem II. Tenzij de KWS-afscheider voorzien is van een alarmsysteem, inspecteert exploitant de KWS-afscheider minstens om de 3 maanden. De KWS-afscheider wordt zoveel als nodig geledigd en de afvalstoffen die daarbij vrijkomen worden opgehaald en afgevoerd door een erkende verwerker.

        De detergenten voor het wassen van voertuigen dienen biologisch afbreekbaar te zijn, conform Europese verordening (EG) 648/2004 betreffende detergentia.

        Voorwaarden bronbemaling:

        Er dient gewerkt te worden met waterremmende wanden (bemalingsconcept 2 uit de bemalingsnota), gelet op het risico op zettingen en aantrekken van verontreinigingen.

        Er dient een analyse te gebeuren van het bemalingswater bij opstart, na 1 week en na een maand. Bijkomende analyses kunnen gevraagd worden in functie van de waterkwaliteit. De staalname en analyse worden uitgevoerd door een labo, erkend in de discipline water. Minstens volgende parameters dienen gemeten te worden: PFAS, VOCl, BTEXN

        De resultaten, inclusief toetsing aan de normen, worden overgemaakt aan de gemeente via omgeving@deerlijk.be. De bemaling kan pas opstarten na goedkeuring door de gemeente, op basis van de eerste analyseresultaten. Hiervoor mag de bemaling kortstondig opgestart worden om een staal te kunnen nemen.

        Op voorwaarde dat het bemalingswater niet verontreinigd is, dient er geloosd te worden op het grachtenstelsel achteraan het perceel. Hiertoe worden er stuwen geplaatst in de grachten, zodat deze tijdelijk kunnen fungeren als infiltratiebekkens, met overloop naar de Wijmelbeek.

        In het nieuwe kantoorgebouw met magazijn moet een ASTRID-indoordekking aanwezig zijn.

        De maatregelen in de archeologienota met referentienummer https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/26864 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die nota en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

        Het advies van de provinciale dienst waterlopen dient strikt gevolgd te worden, in het bijzonder onder meer volgende voorwaarden:

        De Dienst Integraal Waterbeleid heeft de intentie om de waterloop ter hoogte van het aangevraagde perceel en aanpalende percelen terug in open profiel te leggen. Een opmetingsplan dient te worden bezorgd en de noodzakelijke wijzigingen dienen nog te worden uitgevoerd, zodat de erfdienstbaarheid van de nu overwelfde waterloop integraal kan gevrijwaard worden.

        De verharding achteraan het perceel mag niet in de 5 meter erfdienstbaarheidheidzone uitgevoerd worden. De exacte bepaling van de erfdienstbaarheidzone dient te gebeuren o.b.v. het open profiel stroomopwaarts.

        De voorwaarden geformuleerd in het advies van de Watergroep, dienst Riopact, dienen strikt nageleefd te worden, met naast de algemene voorwaarden in het bijzonder onderstaande voorwaarde:

        Er dient toestemming gekregen te worden van de waterloopbeheerder voor de aansluiting van de noodoverloop op de Wijmelbeek.

        Het advies van de brandweerzone Fluvia dient strikt nageleefd te worden.

Volgende last wordt opgelegd:

        De aanvrager krijgt de toestemming om de 2 straatbomen te rooien, dit inclusief het uitgraven of uitfrezen van de boomstronken. Ter compensatie dient er 1 nieuwe hoogstammige plataan te worden aangeplant in het midden van de bestaande bomen ter hoogte van de huidige oprit (+- 24 m tussen de bomen, dus op 12 m afstand van de bestaande bomen). Boomsoort: Platanus x hispanica (= acerifolia). Minimale plantmaat: 20/25.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming milieubelastend industriegebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Weigering van stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 24 mei 1962 door het college van burgemeester en schepenen voor bouwen van een hoenderhok.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 januari 1970 door het college van burgemeester en schepenen voor bouwen van een werkplaats en een houtopslagplaats langs ontworpen straten in de industriezone "Bliekheerstraat".

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 juni 1970 door het college van burgemeester en schepenen voor uitbreiden in opbouw zijnde bedrijf: bouwen van een smederij, stookplaats en droogoven langs de ontworpen straten in de industriezone "Bliekheerstraat".

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 juli 1970 door het college van burgemeester en schepenen voor bouwen van een fabriek.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 mei 1971 door het college van burgemeester en schepenen voor uitbreiden bedrijf: bouwen van een werkplaats, plastiekplaats en opslagplaats.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 mei 1971 door het college van burgemeester en schepenen voor bouwen van een fabriek (wijziging).

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 augustus 1971 door het college van burgemeester en schepenen voor uitbreiden industrieel gebouw: bouwen van een individuele garage.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 februari 1972 door het college van burgemeester en schepenen voor bouwen van een burelen- en magazijnencomplex.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 april 1972 door het college van burgemeester en schepenen voor uitbreiden bedrijf: bouwen burelen- en magazijnencomplex.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 mei 1972 door het college van burgemeester en schepenen voor uitbreiden bedrijf: bouwen van een tweede droogoven.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 juni 1976 door het college van burgemeester en schepenen voor bouwen van een houtopslagplaats en 3e droogoven.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 maart 1978 door het college van burgemeester en schepenen voor bouwen van een 4e droogoven.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 juni 1979 door het college van burgemeester en schepenen voor uitbreiden bestaande plastiekwerkplaats.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 februari 1980 door het college van burgemeester en schepenen voor bouwen van een droogoven (5 en 6).

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 februari 1983 door het college van burgemeester en schepenen voor verbouwen nijverheidsgebouw: uitbreiden magazijn.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 oktober 1985 door het college van burgemeester en schepenen voor uitbreiden van bestaand industriegebouw.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 oktober 1986 door het college van burgemeester en schepenen voor uitbreiden bedrijf: bouwen van magazijnen, overdekte doorgang en verfopslagplaats.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 oktober 1992 door het college van burgemeester en schepenen voor uitbreiden van burelen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op  4 december 1996 door het college van burgemeester en schepenen voor bouwen van een werkplaats met verf- en vatenopslag na sloping houtloods.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 april 2000 door het college van burgemeester en schepenen voor slopen van schuur en hoenderhok.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 juni 2001 door het college van burgemeester en schepenen voor plaatsen van 2 bovengrondse (1horizontale en 1 verticale) cilindrische mazouttanks.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 november 2002 door het college van burgemeester en schepenen voor rooien van 10 platanen op de parking van het bedrijf.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 maart 2007 door het college van burgemeester en schepenen voor aanleg van bijkomende parking (regularisatie).

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 juli 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor aanleggen van een bijkomende verharding voor uitbreiding containerpark.

 

Relevante milieuvergunningen

 

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Milieuvergunning afgeleverd op 8 april 1971 door de deputatie voor fabricage van kaders voor foto’s, schilderijen en spiegels.

        Milieuvergunning afgeleverd op 29 november 1973 door de deputatie voor lichtsignalisatie met een brandstoffenopslagplaats en een metaalwerkplaats.

        Milieuvergunning afgeleverd op 4 juni 1987 door de deputatie voor uitbaten van een breek- en verbrandingsinstallatie voor houtafval.

        Milieuvergunning afgeleverd op 19 oktober 1989 door de deputatie voor uitbreiden van de inrichting voor de fabricage van houten- en kunststofkaders.

        Milieuvergunning afgeleverd op 27 mei 1992 door het college van burgemeester en schepenen voor lozen huishoudelijk afvalwater in de openbare riolen.

        Milieuvergunning afgeleverd op 23 maart 1995 door de deputatie voor kaderfabriek.

        Milieuvergunning afgeleverd op 30 januari 1997 door de deputatie voor kaderfabriek. 

        Milieuvergunning afgeleverd op 29 maart 2001 door de deputatie voor signalisatie. 

        Milieuvergunning afgeleverd op 12 april 2001 door de deputatie voor fabricatie van kaders uit hout en kunststof.

        Milieuvergunning afgeleverd op 27 maart 2003 door de deputatie voor melding van overname van een inrichting voor het vervaardigen van kaders in hout en kunststof. 

        Milieuvergunning afgeleverd op 17 juli 2003 de deputatie voor vervaardigen van kaders in hout en kunststof.

        Milieuvergunning afgeleverd op 14 april 2005 door de deputatie voor veranderen van kaderfabriek.

        Milieuvergunning afgeleverd op 1 februari 2006 door het college van burgemeester en schepenen voor schrijnwerkerij - meubelmakerij.

        Milieuvergunning afgeleverd op 12 april 2006 door het college van burgemeester en schepenen voor interieurinrichting: verwerken van plaatmaterialen.

        Milieuvergunning afgeleverd op 12 april 2006 door het college van burgemeester en schepenen voor opslag kledij (< 10 ton in een lokaal).

        Milieuvergunning afgeleverd op 4 april 2007 door het college van burgemeester en schepenen voor een schrijnwerkerij.

        Milieuvergunning afgeleverd op 11 oktober 2007 door de deputatie voor mededeling kleine verandering.

 

Relevante omgevingsvergunningen

 

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 20 april 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor gehele overdracht van een vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit die door de wijzigingen in het VLAREM een klasse 2 inrichting geworden is.

        Omgevingsvergunning met voorwaarden afgeleverd op 23 september 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor de actualisatie van de vergunningstoestand van een bestaand bedrijf.

        Omgevingsvergunning met voorwaarden afgeleverd op 16 december 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor de hernieuwing van de bestaande vergunning van een aannemersbedrijf gespecialiseerd in telecomtoepassingen.

        Omgevingsvergunning met voorwaarden afgeleverd op 20 juli 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanleggen van 3 padelterreinen , waarvan 2 met overkapping, het bouwen van een sanitair blok en drankencabine, het rooien van 7 bomen en het aanleggen van functionele verharding.

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 1 september 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een reclametotem bij een aannemersbedrijf gespecialiseerd in telecomtoepassingen.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 35.894 m² en is gelegen langs de Nijverheidslaan op ongeveer 2 km ten oosten van de kern van Deerlijk. De Nijverheidslaan is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is deels bebouwd, deels braakliggend. Op het perceel bevindt zich een bestaande bedrijfssite. Op het terrein zijn kantoren, magazijn/loodsen, sleuven, KWS verharding en parking aanwezig. Het achterste deel van het terrein wordt momenteel in gebruik genomen ifv de landbouw.

De aanvraag bevindt zich binnen de industriezone Deerlijk-Waregem, die gekenmerkt wordt door grootschalige milieubelastende bedrijven.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een nieuw bedrijfsgebouw te bouwen bestaand uit een kantoorgedeelte en magazijnen, inclusief omgevingsaanleg, middenspanningscabine en fietsenstalling na slopen van het bestaande kantoorgebouw, loodsen en garage, het opbreken van de bestaande verharding en het rooien van 5 bomen.

Het bestaande kantoorgebouw en de bestaande loodsen/garage worden in 2 fasen gesloopt. In eerste fase wordt een deel van het magazijn gesloopt, zodat het nieuwe gebouw opgetrokken kan worden. Na de bouw van het nieuwe kantoor, wordt in een 2e fase de garage en het kantoorgebouw gesloopt. Langs de Nijverheidslaan worden twee bomen gerooid om plaats te maken voor de nieuwe in- en uitrit. Drie bomen vooraan op de site worden gerooid om plaats te maken voor het nieuwe gebouw en parkeerruimte. Ter compensatie worden andere bomen geplant op de lege plekken van de bestaande bomenrij langs de weg.

 

Inplanting

De inplanting van de gebouwen is bepaald door de organisatie van het bedrijf. Het kantoorgebouw wordt ingeplant op 20 m van de rooilijn, op 37 m van de linkerperceelsgrens en op 60 m van de rechterperceelsgrens. Het gesloten magazijn wordt ingeplant op minstens 7 m van de linkerperceelsgrens. De afstand van de bebouwing tot de achterste perceelsgrens bedraagt minstens 10 m. De middenspanningscabine wordt voorzien op 15 m van de rooilijn en op 3 m van de rechterperceelsgrens.

 

Bebouwing

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt 26.550 m². Het geheel bestaat uit een kantoorgebouw met atelier en opleidingsruimte, een gesloten magazijn, een luifel, een halfopen magazijn, een fietsenstalling,  garage en externe magazijnen. Het atelier/toonbank/infobalie worden voorzien in het magazijn, en toch in direct contact met het kantoorgebouw. Dit doordat de eerste 3 verdiepingen doorlopen in de loods.

Op het gelijkvloers bevinden zich de burelen van ‘HR en Operations’ in directe relatie met de inkomzone en hetatelier/loods. Op de 1ste verdieping ‘IT en het tekenbureel’ en het ‘sanitair en de refter’ voor de arbeiders, opnieuw dichtbij het atelier/loods. Op de 2e verdieping is een opleidingsruimte gelegen die ook verbonden is met de loods om klein materiaal te ontlenen. Verder bevinden zich op de 1ste en 2e verdieping de afdeling ‘Telecom’ (met projectleiders, werfleiders, projectmanagers, divisiemanagers, administratieve medewerkers, dispatch…). Deze afdeling staat het meest in contact met de arbeiders op de werf. De afdeling ‘Infra en Rail’ op de 3e en 4e verdieping (opnieuw projectleiders, werfleiders, projectmanagers, divisiemanagers, administratieve medewerkers,…). Op de 5e verdieping dienst ‘Preventie en Controlling’, alsook de afdeling ‘Finance/boekhouding’. Op de 6e verdieping het bestuur en de grotere vergaderzalen. Op de 7e verdieping bevindt zich ten slotte een refter voor max. 150 personen. Het kantoorgebouw met opleidingsruimte wordt opgetrokken met 8 bouwlagen en een hoogte van 28,75 m, met aanpalend atelier en magazijn bestaat uit 3 bouwlagen en een hoogte van 14,85 m. Alle gebouwen zijn opgetrokken met een plat dak.

Het volledige gebouw is opgebouwd uit een betonstructuur. De gevelafwerking van het project gebeurt hoofdzakelijk in betonpanelen (kleur grijs/witgrijs) en zwartkleurig aluminium schrijnwerk. Voor de brandoverslag wordt geopteerd voor betonnen banden (betonnen sandwichpanelen) of betonnen uitkragingen afgewerkt met isolatie en aluminium (thv de patio).

 

Ontsluiting

De toegang tot de site wordt voorzien ten oosten van het perceel. Deze toegang sluit rechtstreeks aan op de parkeerplaats voor het auto- en fietsverkeer.  De parkeerplaats is centraal gelegen en biedt toegang tot zowel de burelen, het magazijn als het atelier. Het vrachtverkeer wordt van het andere verkeer gescheiden op het einde van de parking en verlaat de site ten westen van het perceel. Al het andere verkeer verlaat de site thv de toegang ten westen.  De laad- en loszones voor vrachtverkeer bevinden zich in de 2e helft van het terrein. De toegang tot het hoofdgebouw gebeurt via de oostelijke zijgevel.

 

Omgevingsaanleg

Er worden op de site 189 parkeerplaatsen voorzien en 20 nieuwe fietsenstalplaatsen (incl. ruimte voor bakfietsen en oplaadpunten). Aansluitend is er ruimte voor een mogelijke uitbreiding van de fietsenstalling. De parkeerplaatsen worden ingericht in grasdallen met ruimte voor hoogstammige bomen. De fietsenstalling bevindt zich dicht bij de ingang van het atelier.

In de achteruitbouwstrook wordt een zone voor infiltratie en natuur voorzien. In deze zone wordt een wadi aangelegd gecombineerd met een permanente vijver. Op de hellingen van de wadi’s worden enkele solitaire bomen voorzien. Naar de naastliggende percelen toe wordt een groenbuffer met een breedte van 3 m aangelegd. Ter hoogte van de rechterperceelgrens worden grachten/wadi’s aangelegd. Ook in de linkervrije zijstrook wordt tot op 75 m van de rooilijn een wadi voorzien.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Jacops is een aannemersbedrijf dat actief is op het gebied van infrastructuurtechnieken (telecom, rail en infra). Men doet zowel onderzoekswerk als grote openbare infrastructuurwerken. Men wenst een uitbreiding van de gebouwen te realiseren. Bestaande loodsen/garage en het bestaand kantoorgebouw dienen hiervoor gefaseerd gesloopt te worden. De nieuwbouw zal bestaan uit een kantoorgebouw van 7 verdiepingen, met aanpalend een magazijn en garagewerkplaats. Het perceel 211D uit vergunning dd. 16 december 2020 behoort niet langer tot de inrichting. Dit correspondeert met de huidige percelen 211F, 211G en 211H (firma Deknudt). Verder zal er ook een uitbreiding van de contour gebeuren door toevoeging van het perceel 104E. Veel van de vergunde rubrieken blijven behouden aangezien de activiteiten niet veranderen. Volgende wijzigingen worden aangevraagd t.o.v. vergunning dd. 16 december 2020:

        Lozing van bedrijfsafvalwater: vermindering van het debiet met 0,77 m³/u

        Brandstofverdeelinstallatie: vermindering met 2 verdeelslangen

        Nieuw: transformator van 1.600 kVA

        Garagewerkplaats: vermeerdering met  2 hefbruggen en 1 schouwput

        Koelinstallaties, compressoren, warmtepompen: vermeerdering van vermogen met 350 kW voor verwarming/koeling van gebouwen met warmtepompen

        Opslag van diesel en gasolie: vermindering met 54,95 ton

        Opslag van koelmiddel: vermeerdering

        Nieuw: opslag van 500 m³ hout in een lokaal (bobijnen)

        Nieuw: opslag 200 ton kunststof (bobijnen)

        Nieuw: bronbemaling met totaal debiet van 2.804 m³ gedurende 120 dagen, ten behoeve van plaatsing nieuwbouw

        Nieuw: 150 geothermische boringen

 

Er wordt opgemerkt dat rubriek 55.1.1° niet van toepassing is. De aanvraag vermeldt namelijk dat het dieptecriterium niet overschreden zal worden, waardoor de boringen voor geothermische energieopslag niet ingedeeld zijn. Het dieptecriterium in noordwestelijke hoek van de inrichting is echter 65 m in plaats van 66 m. Aanvrager bevestigde schriftelijk op 18 januari 2024 dat er niet dieper dan het dieptecriterium zal geboord worden. De rubriek 55.1.1° wordt bijgevolg ambtshalve geschrapt.

De stookinstallaties met een totaal vermogen van 674 kW zijn niet langer van toepassing. De opslag van afvalstoffen is niet vergunningsplichtig aangezien het bedrijfseigen afvalstoffen betreft, de opslag beperkt is tot één container per afvalstof en de opslag gebeurt in het kader van regelmatige afvoer.

Verder wenst men ook de afwijking van art 4.2.5.1.1 van Vlarem II betreffende het plaatsen van een meetgoot te behouden.

 

Volgende ingedeelde inrichtingen of activiteiten worden aangevraagd:

 

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

3.4.2°

Het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom "indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)" van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van dit besluit, met een debiet van:

2,3 m³/uur; 5,93 m³/dag en 130 m³/jaar (Verandering)

2,3 m³/uur

2

6.4.1°

Opslag van brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 7200 liter (verse olie (2x 1500 l), afvalolie (3000 l), olie in vaten) (Ongewijzigd)

7200 liter

3

6.5.1°

Brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen met 1 verdeelslang, betreft 1 verdeelslang voor gasolie voor de bevoorrading van bedrijfseigen voertuigen (heftrucks) (Verandering)

1 verdeelslang

3

12.2.2°

Transformator met vermogen van 1600 KVA (Nieuw)

1600 kVA

2

15.1.2°

Bobijnkarren/remorques : 20

Vrachtwagens: 7

Poolwagens: 10

Camionettes: 22 (Ongewijzigd)

59 voertuigen

2

15.2.

Garages, parkeerplaatsen en herstellingswerkplaatsen voor motor-voertuigen: werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) andere dan deze bedoeld in rubriek 15.3; met name 5 hefbruggen en 1 schouwput (Verandering)

6 schouwput/hefbrug

3

15.4.1°

Niet-huishoudelijk inrichtingen voor het wassen van motorvoertuigen en hun aanhangwagens met opvang van het bedrijfsafvalwater via koolwaterstofafscheider (Ongewijzigd)

2 Voertuigen/dag

3

16.3.2°b)

16.3.2° - Koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen, met UITZONDERING van inrichtingen die ingedeeld zijn in rubriek 16.9, c), met een geïnstalleerde totale drijfkracht van:

16.3.2°b) - meer dan 200 kW (Verandering)

355,5 kW

2

17.1.2.1.2°

Opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 2000 liter (Ongewijzigd)

2000 liter

2

17.3.2.1.1.1°b)

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS02: ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een totaal van 10000 liter gasolie (Verandering)

8,5 ton

3

17.3.2.3.1°a)

Opslagplaatsen voor brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS02, betreft de opslag van ruitensproeiervloeistof (gewijzigde rubricering in vergelijking met vorige vergunning) (Nieuw)

1000 kg

3

17.3.6.1°a)

Opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 1 ton (Verandering)

1 ton

3

17.3.7.1°a)

Opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gevaarlijk zijn voor de gezondheid, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS08, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 1 ton (opslag koelmiddel door meervoudige rubricering) (Nieuw)

1 ton

3

17.4.

Opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, en producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 l en 5000 kg of 5000 l (Ongewijzigd)

4000 liter

3

19.6.1°c)

Opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten) (Nieuw)

500 m³

2

23.3.1°c)

Opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen (Nieuw)

200 ton

2

29.5.2.1°a)

Metaalbewerking: motor platenzaag machine, 3 kolomboormachines (Ongewijzigd)

15 kW

3

53.2.2°a)

Bronbemaling: het totale opgepompte debiet zal maximaal 2804 m³ op 120 dagen zijn. (Nieuw)

2804 m³/jaar

3

53.8.1°b)

Oppompen van grondwater (Ongewijzigd)

150 m³/jaar

2

55.1.1°

Geothermische boringen tot een diepte van het dieptecriterium (66m) voor het warmteafgiftesysteem (Nieuw)

150 boringen

3

 

  1. Gewijzigde PIV (wijzigingsverzoek en administratieve lus)

In navolging van de uitgebrachte ongunstige adviezen van de provinciaal technische dienst waterlopen en Riopact en de voorwaardelijk gunstige adviezen van de interne mobiliteitsdienst en de dienst groen en proper en op verzoek van de omgevingsambtenaar werd op 18 december 2023 een wijzigingsverzoek ingediend. Dit wijzigingsverzoek werd aanvaard op 21 december 2023. Nieuwe adviesvragen werden uitgestuurd via het omgevingsloket.

Teneinde de adviestermijn te kunnen waarborgen en het dossier verder te kunnen behandelen werd op 25 januari 2024 een administratieve lus toegepast waardoor de beslissingstermijn met 60 dagen verlengd werd.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 2 november 2023 tot 1 december 2023. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Externe adviezen

 

Vlaamse Overheid, Dienst MER werd om advies verzocht op 23 oktober 2023. De adviesinstantie gaf op 24 oktober  2023 aan geen advies te moeten uitbrengen.

 

Vlaamse Overheid, Team Omgevingseffect werd om advies verzocht op 23 oktober 2023. De adviesinstantie gaf op 23 november 2023 aan geen impact te verwachten op het risicobeeld van Brenntag en geen bezwaar te hebben tegen de aanvraag.

 

Intercommunale Leiedal werd om advies verzocht op 23 oktober 2023. De adviesinstantie gaf op 10 november 2023 aan geen advies uit te brengen gezien de site buiten de contour van het door Leiedal ontwikkelde bedrijventerrein ligt.

 

Proximus werd om advies verzocht op 23 oktober 2023. De adviesinstantie gaf op 22 november 2023 aan geen netwerkuitbreiding te voorzien voor de aansluiting van dit project.

 

De Astrid veiligheidscommissie werd om advies verzocht op 23 oktober 2023. De adviesinstantie gaf op 14 november 2023 een voorwaardelijk gunstig advies. In het advies wordt aangegeven dat bij afgifte van de vergunning opgelegd dient te worden dat in het nieuwe kantoorgebouw met magazijnen een ASTRID indoordekking aanwezig moet zijn, gezien de grote oppervlakte van het nieuwe kantoorgebouw met magazijnen.

 

Hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 23 oktober 2023. De adviesinstantie bracht op 27 oktober 2023 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het gesloten magazijn valt onder brandklasse B, het externe magazijn/garage en halfopen magazijn vallen onder brandklasse C.

Volgende opmerkingen worden gegeven:

        Kantoorgebouw moet aan beide zijdes met inkom bereikbaar tot aan de gevel, bijzondere aandacht voor de linker-inkomzijde: moet berijdbaar en bruikbaar zijn tot op max. 4m van de gevel.

        Niveau +7: verbinding naar achterste trap: geen schuifdeuren toegelaten; bij voorkeur ontsluiting zonder door de opwarmkeuken te moeten gaan.

        0: hoofdinkom: schuifdeur moet paniekbeslag bevatten (opendraaiend bij lichte overdruk) of ontdubbeld met een zuivere draaideur (naar buiten toe).

        Op het gelijkvloers moet aan de toegang tot elke trap duidelijk aangegeven zijn tot welke bouwlaag die verbinding heeft.

        Koppeling DSP 70 te voorzien in sas tussen lift en traphal (ronde hoofdtrap). zgn. ‘halfopen magazijn’ (opp. 4.700 m²) grenst aan de overdekte los- en laadruimte (opp. ca. 1.300 m²): in deze los- en laadruimte mogen geen goederen gestapeld worden enkel deel met de externe magazijnen (en garage) kunnen beroep doen op de 3e regel; de rest dient van een berekend RWA-systeem voorzien te zijn.

        Los- en laadruimte mag geen opslagplaats zijn.

        Achtergevel gesloten magazijn vs. voorgevel halfopen magazijn (buitenruimte ertussen verbonden met luifel).

        Halfopen magazijn:

        vluchtdeur in voorgevel (nog) niet buiten: te verplaatsen naar zijgevel (bv. in of naast de 2 buitenpoorten);

        deel magazijn links vooraan (opslag signalisatie): nooddeur te voorzien in of naast de sectionaalpoort;

        deel magazijn rechts vooraan (opslag generatoren, hoogwerkers): nooddeur te voorzien in voorgevel of rechter gevel.

        Primaire bluswatervoorziening: droge voedingsleiding DN70 te voorzien vanaf openbare hydrant aan inrit straatzijde tot aan de opstelplaatsen centraal (t.h.v. wasstraat) en achteraan (t.h.v. achtergevel halfopen magazijn); aansluitingen voorzien buiten de rij- en circulatiezones én niet tegen gebouwgevels.

        Secundaire bluswatervoorraad: bereikbare en bruikbare voorraad van min. 300 m³, te voorzien vooraan of naast bedrijf.

        Brandweer tijdig contacteren i.f.v. praktische uitvoering.

        Bijkomende voorschriften (niet altijd op de plannen aangegeven) inzake brandvoorkoming volgend uit algemene voorschriften zoals arbeidswelzijn, milieu, risicoanalyse, …

 

De VMM werd om advies verzocht op 23 oktober 2023. De adviesinstantie adviseert op 13 december 2023 de lozing van het bedrijfsafvalwater – rubriek 3.4.2° – gunstig: maximum 2,31 m³/uur – 5,92 m³/dag – 340 m³/jaar, via een KWS – afscheider, gevolgd door een controleput, op de openbare riolering van de Nijverheidslaan, mits voldaan wordt aan de algemene voorwaarden voor de lozing van bedrijfsafvalwater dat geen gevaarlijke stoffen bevat, in de openbare riolering, zoals beschreven in VLAREM II artikel 4.2.2.3.1.

Als afwijking op VLAREM II artikel 4.2.5.1.1.§1. dient het bedrijf hier geen meetgoot te plaatsen. Een controleput wordt hier voldoende geacht.

 

De provinciale dienst waterlopen werd om advies verzocht op 23 oktober 2023. De adviesinstantie bracht een ongunstig advies uit.

Naar aanleiding van onder meer het ongunstig advies van de provinciaal technische dienst waterlopen werd de projectinhoudversie gewijzigd. Een nieuwe adviesvraag werd nav PIV 3 uitgestuurd op 21 december 2023. De adviesinstantie bracht op 20 januari een voorwaardelijk gunstig advies uit.

…”De aanpassingen hadden onder meer te maken met de infiltratievoorzieningen en kunnen nu als volgt omschreven worden:

Grachten

De grachten aan de zijkanten van het perceel hebben 217 m³ totale infiltratievolume en 217 m² infiltratie-oppervlakte. Top- en bodempeil zijn respectievelijk +15,45 en +14,95 m TAW. De overloop van de linker grachten is naar de wadi voorzien. De overloop van de rechter grachten is via een controleput naar de Wijmelbeek (ingebuisd) voorzien, met terugslagklep en vertraagde afvoer.

Wadi

De aanvrager voorziet een wadi met 272,9 m3 infiltratievolume en 909,7 m2 infiltratie-oppervlakte.

Top- en bodempeil zijn respectievelijk +15,45 en +15,15 m TAW. De verbinding met de grachten bevindt zich op +15,46 m TAW. De overloop van de wadi is naar de rechter grachten voorzien.

De voorzieningen in deze aanvraag voldoen aan de bovenvermelde voorwaarden.

 

Advies Dienst Integraal Waterbeleid met betrekking tot de watertoets en de waterlopen:

Het advies van onze dienst is VOORWAARDELIJK GUNSTIG.

Met het volgen van de onderstaande voorwaarden zijn er geen schadelijke effecten te verwachten op het watersysteem:

          De Dienst Integraal Waterbeleid heeft de intentie om de waterloop ter hoogte van het aangevraagde perceel en aanpalende percelen terug in open profiel te leggen. Een opmetingsplan dient te worden bezorgd en de noodzakelijke wijzigingen dienen nog te worden uitgevoerd, zodat de erfdienstbaarheid van de nu overwelfde waterloop integraal kan gevrijwaard worden.

          De verharding achteraan het perceel mag niet in de 5 meter erfdienstbaarheidszone uitgevoerd worden. De exacte bepaling van de erfdienstbaarheidszone dient te gebeuren o.b.v. het open profiel stroomopwaarts.”

 

De Watergroep, Riopact werd om advies verzocht op 23 oktober 2023. De adviesinstantie bracht op 22 november 2023 een ongunstig advies uit.

Naar aanleiding van onder meer het ongunstig advies van de Watergroep, afdeling Riopact werd de projectinhoudversie gewijzigd. Een nieuwe adviesvraag werd nav PIV 3 uitgestuurd op 21 december 2023. De adviesinstantie bracht op 11 januari  2024 een voorwaardelijk gunstig advies uit.

        Er dient toestemming gekregen te worden van de waterloopbeheerder voor de aansluiting van de noodoverloop op de Wijmelbeek.

Er dient voldaan te worden aan volgende algemene voorwaarden:

        De zone is gelegen in (mogelijks) overstromingsgebied. Bij het bouwen in een zone die gelegen is in (mogelijks) overstromingsgebied, is het van belang dat er voldoende aandacht wordt besteed aan waterveilig bouwen en aan het bewaren en herstellen van de ruimte voor water (bv overstroombare kelders, bouwen op palen,...). Verder dient er ook een advies verkregen te worden via de waterloopbeheerder en dient er rekening gehouden te worden met de voorwaarden volgend uit de watertoets.

        Afvalwater en hemelwater moeten volledig gescheiden tot aan de rooilijn gebracht worden.

        Wanneer wordt aangesloten op een gemengde leiding, gebeurt het samenbrengen van afvalwater- en hemelwaterafvoer op max. 50 cm van elkaar ter hoogte van het openbaar domein. Er dient op beide aansluitingen een externe toezichtmogelijkheid (huisaansluitputje) voorzien te worden.

        (Gravitaire) Kelderaansluitingen zijn niet toegelaten bij nieuwbouw.

        Indien afvoerpunten van het gebouw lager gelegen zijn dan het straatniveau dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient in het private leidingenstelsel geplaatst te worden en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder.

        Het afvalwater dient te worden aangesloten op de bestaande afvalwaterleiding ter hoogte van het perceel, via de kortst mogelijke weg.

        Het regenwater dient te worden aangesloten op de bestaande gemengde leiding, ter hoogte van het perceel. De aansluiting dient zo ondiep als technisch mogelijk te worden aangeboden met een maximale diepte van 80 cm onder het straatniveau. Afwijkingen hierop kunnen worden toegestaan wanneer dit noodzakelijk is en deze noodzaak wordt aangetoond.

        Bij effectieve realisatie van de nieuwe aansluiting op deze riolering zal de aansluiting door de rioolbeheerder zo laag als technisch mogelijk aangelegd worden. Hierbij is voornamelijk de ligging van de nutsleidingen cruciaal, hetgeen op voorhand niet geweten is en waarvoor Aquafin dus ook niet verantwoordelijk kan zijn.

        Het is aangewezen om op de hemelwateraansluiting een terugslagklep te voorzien. Op die manier wordt het risico op terugstroming van water uit het systeem waarop wordt aangesloten en eventuele vervuiling van het hemelwatersysteem beperkt.

        Er dient voldaan te zijn aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

        Bij de uitvoering van de werken en de aanleg van de infiltratievoorziening(en) dient rekening te worden gehouden met de VLARIO richtlijnen ondergrondse infiltratievoorzieningen. De infiltratievoorzieningen mogen in geen geval drainerend werken.

        De kanten van de wadi mogen niet steil aangelegd worden maar moeten flauw hellend zijn, zodat deze ook mee kunnen infiltreren. Men dient bovendien rekening te houden bij uitvoering van het dossier dat de gronden t.h.v. de toekomstige wadi niet verdicht worden om de optimale werking ervan te bewaren. Zoniet dienen ze opnieuw losgefreesd te worden voor definitieve aanleg. Het gras moet direct hydraulisch ingezaaid worden, bij voorkeur vóór de aansluiting van het water zelf, zodat het gras de kans krijgt om te groeien alvorens de wadi vol staat met water. Een alternatief voor hydraulisch inzaaien zijn vooraf ingezaaide, biologisch afbreekbare kokosmatten (ongewapend met plastiek of ijzerdraad). Merk wel op dat dit laatste een ecologisch minder interessant alternatief is wegens het gebruik van dominante en weinig diverse soorten.

        De aansluiting op de openbare riolering dient steeds te gebeuren door Riopact, voor de aanvraag van uw rioolaansluiting verwijzen wij graag naar onze website www.riopact.be, 'Rioolaansluiting aanvragen'. Let op, er dient per perceel een aparte aanvraag ingediend te worden, met als bijlage het rioleringsplan met aanduiding van de aangevraagde rioolaansluitingen.

        Bij het ontwerp en de uitvoering van de werken dient rekening te worden gehouden met het  'Reglement Ontwikkelingen met impact op de rioleringsinfrastructuur' van Riopact.

        In voorkomend geval kan De Watergroep nog een advies indienen dat betrekking heeft op de distributieleidingen voor drinkwater en op de bescherming van de drinkwaterbronnen.

 

Interne adviezen

Advies mobiliteitsdienst

De mobiliteitsdienst werd op 23 oktober om advies verzocht. De adviesinstantie bracht op 25 oktober 2023 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Volgende voorwaarden dienen in acht te worden genomen:

Betreffende gemotoriseerd verkeer

        Aansluiting op het openbaar domein

Om een veilige aansluiting met het openbaar domein te garanderen wordt gevraagd om de geldende voorrangsregeling visueel te ondersteunen met wegmarkering van haaientanden op beide uitritten.

        Aan- en afvoerroutes

Hierbij is het voor de gemeente een groot aandachtspunt om doorgaand gemotoriseerd verkeer uit het centrum te weren, zowel qua vrachtverkeer als qua woon-werkverkeer.

Om het wegennet en de wegencategorisering optimaal te benutten zoals ze daarvoor bedoeld zijn, wordt gevraagd om te duiden:

        welke routes de eigen werknemers gebruiken;

        welke routes de transportdiensten gebruiken;

        welke communicatie er gevoerd wordt om de gewenste aan- en afvoerroutes te verduidelijken.

        Maatvoering parkeerplaatsen

Hoewel het ontwerp voldoet aan het gemeentelijk belastingreglement, geeft de gemeente de maatvoering als aandachtspunt mee. Zowel de maatvoering van de parkeervakken zelf als van de rijbaan tussen de vakken is minimaal. Het gebruik en de indeling van ‘stockage bestelwagens’ is niet nader geduid, dus krijgt hetzelfde aandachtspunt mee.

Betreffende voetgangers en fietsers

        Een veilige verbinding voor voetgangers tussen verschillende locaties op de site, indien van toepassing ook voor fietsers.

        Indien het halfopen magazijn als vaste werkplaats zou dienen voor bepaalde werknemers, is het wenselijk dat hier ook een fietsstalling komt voor die werknemers.

        Indien werknemers zich occasioneel te voet verplaatsen naar het halfopen magazijn, dienen zij gebruik te kunnen maken van een veilige voetgangersverbinding naar die locatie.

        In beide gevallen dient een veilige verbinding naar het halfopen magazijn voorzien te worden voor de zwakke weggebruiker. Een zebrapad is het minimum.

        Het zebrapad tussen de ‘rijweg bestelwagens’ en de strook voor ‘lossen & laden bestelwagens’ is geen gewenste inrichting en dient gewijzigd te worden. Het wordt in de nota namelijk niet gemotiveerd als zebrapad dat functioneert als voetgangersoversteek of -doorsteek. De motivering in de nota luidt: ‘Een tweede zebrapad is nodig om manoeuvreerruimte te creëren voor het laden en lossen van materiaal in/uit bestelwagens tussen de rijweg en de parkeerstrook.’

        Als het zebrapad niet wordt bedoeld als voetgangersoversteek, maar louter ter scheiding van stromen gemotoriseerd verkeer, geeft dit een verkeerd beeld van de functie van de strook aan voetgangers en bovendien een vals gevoel van veiligheid mocht men zich op deze strook begeven. Mogelijke aangepaste inrichting:

        rijstrookaanduiding met onderbroken lijn en wegmarkeringen van parkeer- en stilstaanverbod;

        schuin (45°) gearceerd vlak.

       
Indien het wel als zebrapad voor voetgangers functioneert, dienen maatregelen ter beveiliging van voetgangers genomen te worden, zoals het aanbrengen van paaltjes of andere dekkingsvorm op delen van de strook.

        Fietsstalling

De modal shift dient geanticipeerd en zelfs aangemoedigd te worden (cf. evolutie cijfers fietsgebruik: https://fietsberaad.be/documenten/meer-werknemers-nemen-de-fiets/). De gepaste fietsvoorzieningen met voldoende capaciteit vormen een essentiële schakel in deze modal shift.

        Daarom dient de mogelijke uitbreiding van de fietsstalling meteen gerealiseerd te worden.

        Hiervoor dient de ontwikkelaar zich te baseren op de richtlijnen beschreven in het Vademecum Fietsvoorzieningen (2022): https://wegenenverkeer.be/sites/default/files/uploads/documenten/Vademecum%20Fietsvoorzieningen.pdf.
Hoogwaardige kwaliteit van inrichting, geschiktheid voor verschillende fietstypes, laadmogelijkheid voor elektrische fietsen, … dienen hierin opgenomen te worden.

 

Advies dienst Groen en Proper

De dienst Groen en Proper werd op 23 oktober om advies verzocht. De adviesinstantie bracht op 7 november 2023 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Volgende voorwaarden worden opgesomd:

        De aanvrager krijgt de toestemming om de 2 straatbomen te rooien, dit inclusief het uitgraven of uitfrezen van de boomstronken. Ter compensatie dient er 1 nieuwe hoogstammige plataan te worden aangeplant in het midden van de bestaande bomen ter hoogte van de huidige oprit (+- 24 m tussen de bomen, dus op 12 m afstand van de bestaande bomen). Boomsoort: Platanus x hispanica (= acerifolia). Minimale plantmaat: 20/25.

        Aanpassingen + gedetailleerder intekenen beplanting:

 

  1. Wadi:

 

     Volledige zone inzaaien met een meerjarig bloemenrijk mengsel. Randen in gazon is ok zoals momenteel ingetekend. Randen aanvullen met gemengde bloembollen zoals Narcissus, Muscari,      

     Wadi’s groepsgewijs beplanten met oevervegetatie zoals gele lis, mattenbies, egelskop,…

     Intekenen van een 5-tal solitaire inheemse bomen ter compensatie van de te rooien bomen zoals Carpinus betulus, Alnus glutinosa, Quercus robur, Acer campestre, Tilia cordata, Juglans regia, Ulmus minor, Salix alba,…

     Indien men nog aanvullend planten als accenten zoals zegge, veldbies of rozemarijnwilg wenst, dan dient men deze gedetailleerder op het plan in te tekenen.

     De groenzone langs de uitrit dient door te lopen, waardoor er dus 1 parkeervak weg moet. Tussen de groenzone en de parkeervakken moet er een laag geschoren haagmassief komen (zie idem hieronder in 2.)

 

  1. De bomen op de parking hebben geen groeiruimte, tenzij men ondergrondse groeiconstructies voorziet. Tussen de parkeerstroken en aan de zijkanten dient men groen te voorzien van minstens 1 m breed in de vorm van een laag geschoren haagmassief in bv. Ligustrum ovalifolium, Carpinus betulus, Fagus sylvatica, Crataegus monogyna, Hedera ‘Arborescens’,…. De boomsoorten hoeven hier niet inheems te zijn. De voorgestelde steeneiken of wilgbladige eiken zijn dus in die zin ok.
  2. De bloemrijke kruidlaag aan de parking dient te worden vervangen in een laaggeschoren haagmassief zoals bij punt 2 omschreven.
  3. Houtkant:

4.1 De gemengde aanplant moet bestaan uit inheemse struiken met minimaal 3 verschillende soorten waarvan 20 % groenblijvende beplanting en een aantal hoogstammige inheemse bomen:

     Soortenkeuze inheemse struiken: éénstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), sleedoorn (Prunus spinosa), wilde liguster (Ligustrum vulgare), rode kornoelje (Cornus sanguinea), veldesdoorn (Acer campestre), haagbeuk (Carpinus betulus), hondsroos (Rosa canina), gewone hulst (Ilex aquifolium), gelderse roos (Viburnum opulus), gewone vogelkers (Prunus padus), wilde kardinaalsmuts (Euonymus europaeus), vuilboom of sporkehout (Rhamnus frangula), gewone hazelaar (Corylus avellana), krenteboompje (Amelanchier lamarckii) en gewone vlier (Sambucus nigra).

     Minimum plantdichtheid 1m x1m in driehoeksverband.

     Minimum plantmaat 60-90 BW.

     Soortenkeuze inheemse bomen: zomereik (Quercus robur), gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), plataan (Platanus orientalis), winterlinde (Tilia cordata), beuk (Fagus sylvatica), okkernoot (Juglans regia), tamme kastanje (Castanea sativa), gladde iep (Ulmus minor), gewone es (Fraxinus excelsior), zwarte els (Alnus glutinosa),…

     Maximale plantafstand 8 m.

     Minimale plantmaat 12/16.

4.2 Op de smalle stroken leibomen voorzien in Liquidambar is ok.

4.3 Deze beplanting ook vervangen door een gemengde aanplant zoals beschreven in 4.1.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

8.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meerbepaald aan de voorschriften voor milieubelastende bedrijvigheid.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 7.2.0. + 8.2.1.2. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.

Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

Gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

De aanvraag heeft betrekking op een milieubelastend bedrijf gezien het een uitbreiding en centralisatie van een bestaand grootschalig bedrijf zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

8.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Nijverheidslaan een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

8.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

Er dient voldaan te zijn aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater versie 1 januari 2014. Voor de afvoer van hemelwater moet de voorkeur gegeven worden aan de volgende afvoerwijzen in afnemende graad van prioriteit:

        Opvang voor hergebruik (hemelwaterput) en/of de aanleg van een groendak.

        Infiltratie op eigen terrein.

        Buffering met vertraagde lozing in een oppervlaktewater of gracht.

        Buffering met vertraagde lozing in de hemelwaterafvoer (RWA) in de straat.

        Buffering met vertraagde lozing in de gemengde riolering in de straat.

Slechts de overloop van een regenwaterput en/of infiltratiesysteem of vertraagde doorvoer van een buffervoorziening mag het perceel verlaten naar een afvoerweg.

In het dossier worden volgende verhardingen aangesloten op een hemelwaterafvoer:

        Verharde oppervlakte van overdekte constructies (excl. groendak): 14.926,28 m².

        Verharde grondoppervlakte: 3798.91 m².

 

Het dossier valt binnen het toepassingsgebied van de GSV en dient dus aan de voorschriften te voldoen.

Hemelwaterput

Het dossier voorziet een reeks hemelwaterputten met een gezamenlijk volume van 190.000 liter en een hemelwaterput met een capaciteit van 20.000 liter. Er wordt hergebruik voorzien voor toiletspoeling en buitenkraan. De hemelwaterput met capaciteit van 20.000 liter zal gebruikt worden om de wasstraat van water te voorzien.  Het grotere volume is correct gemotiveerd aan de hand van het verwachtte hergebruik.

Infiltratievoorziening

Het dossier voorziet een totaal infiltratieoppervlakte van 1.126 m² en een infiltratievolume van 489,9 m³.

Er mag 3654,3 m² afgetrokken van de afwaterende oppervlakte wegens het hoger hergebruik. Hierdoor is de totale afwaterende oppervlakte 15.070,89 m². Dit leidt tot een minimum infiltratieoppervlakte van 604,85 m² en een minimum infiltratievolume van 378 m³. Er wordt dus aan de minimuminfiltratie eis voldaan.  De infiltratievoorziening werd verduidelijkt in het nieuw aangeleverde dossier (PIV3). Hiermee kan akkoord gegaan worden.

Buffervoorziening

Er dient geen buffervoorziening aangelegd te worden.

Afmetingen huisaansluiting

De overloop van de infiltratievoorzieningen stroomt af naar de Wijmelbeek. De diameter van de hemelwateraansluiting moet 160 mm bedragen.

 

8.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

8.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

8.6 Erfgoed-/archeologietoets

Archeologietoets

De aanvraag is vergezeld van een archeologienota die kadert in het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, gezien een bodemingreep beoogd wordt die groter is dan 1.000 m². De archeologienota werd opgemaakt onder de supervisie van een erkend archeoloog.

De archeologienota werd gemeld aan het agentschap Onroerend Erfgoed op 14 juli 2023 en die er akte van genomen heeft op 30 juli 2023. In de voorwaarden bij afgifte van de vergunning moet het volgende opgenomen worden:

Om de kans op de aanwezigheid van intacte archeologische waarden in het plangebied te bepalen, is dan ook verder onderzoek nodig. Dit onderzoekstraject kan uit verschillende stappen bestaan, te beginnen met een landschappelijk bodemonderzoek in de vorm van boringen. Dit blijkt de meest efficiënte methode te zijn om enerzijds de gaafheid van het bodemprofiel te bepalen en anderzijds de geomorfologie van de bodem in kaart te brengen. Ook het steentijdpotentieel binnen het plangebied kan aan de hand van een landschappelijk bodemonderzoek onderzocht worden. Deze elementen zijn essentieel voor het vastleggen van vervolgonderzoek en de vraagstellingen hiervan.

Als blijkt dat het bodemarchief nog relevante archeologische lagen bevat, komt het in aanmerking voor een archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem. Binnen dit vooronderzoek met ingreep in de bodem wordt best geopteerd voor een tweeledige aanpak, afhankelijk van de resultaten van het landschappelijk vooronderzoek, namelijk een archeologisch booronderzoek enerzijds en proefsleuven anderzijds. Het archeologische booronderzoek heeft als doel om eventueel aanwezige steentijdssites op te sporen, terwijl het proefsleuvenonderzoek zich richt op het detecteren van recentere sites. Hoe dit in de praktijk wordt omgezet, wordt verder toegelicht in het programma van maatregelen.

De maatregelen in de archeologienota met referentienummer https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/26864moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die nota en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

 

8.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Gezien de BVO van het bedrijf lager ligt dan 15.000 m², het aantal voorziene parkeerplaatsen voor personenvervoer beperkt is tot 189 worden de ondergrenzen voor de opmaak van een MOBER niet overschreden. Er diende dan ook geen MOBER opgemaakt te worden.
Aan het dossier werd een mobiliteitsstudie opgemaakt die onderzocht werd. Er wordt hiervoor verwezen naar het voorwaardelijk gunstig intern advies van de dienst mobiliteit waarbij de voorwaarden als volgt kunnen samengevat worden:

        Om de veilige aansluiting met het openbaar domein te garanderen dienen de geldende voorrangsregels visueel ondersteund te worden met wegmarkering van haaientanden op beide uitritten.

        Er dient een veilige verbinding tussen de parking en fietsenstalling te worden voorzien naar het halfopen magazijn voor de zwakke weggebruiker. Een zebrapad is het minimum.

        Het zebrapad tussen rijweg bestelwagens en strook voor laden en lossen bestelwagens links van het gebouw, dient aangepast te worden. Dit dient verduidelijkt te worden.

        Er dient een fietsenstalling te worden voorzien ter hoogte van het half-open magazijn als dit als vaste werkplaats dient voor bepaalde werknemers. 

        De op plan aangeduide ‘mogelijke uitbreiding van fietsenstalling’ dient meteen gerealiseerd te worden.

        De indeling van de fietsenstalling dient zo ontworpen te worden dat die geschikt moet zijn voor verschillende fietstypes, dient te beschikken over laadmogelijkheid voor elektrische fietsen, …

Aan de voorwaarden gesteld in het advies werd tegemoetgekomen in PIV 3, waardoor deze voorwaarden geen voorwerp meer zijn.

 

8.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

 

8.9 Milieuaspecten

Enkel de gevraagde wijzigingen ten opzichte van de laatst vergunde toestand worden beoordeeld op de milieutechnische aspecten.

 

Afvalwater- en hemelwaterbeheer

Volgens de zonering- en uitvoeringsplannen van VMM ligt de inrichting in centraal gebied. Er wordt bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen geproduceerd, afkomstig van wasplaats voor bedrijfsvoertuigen, potentieel verontreinigd hemelwater van vloeistofdichte pistes en poetswater van de tankpiste. De wasplaats voor voertuigen is niet overdekt, de opslagplaats voor afvalstoffen is wel overdekt en aan de langste zijde volledig dicht. Deze laatste oppervlakte wordt slechts 20 % in rekening genomen bij berekening van neerslagdebieten. Dit bedrijfsafvalwater wordt geloosd op de gemengde riolering in de Nijverheidslaan. In de aanvraag wordt een vermindering van het uurdebiet gevraagd met 0,77 m³, waardoor het debiet wijzigt naar 2,3 m³/uur. Gelet op het laag jaardebiet van maximum 340 m³, kan de afwijking voor het plaatsen van een meetgoot opnieuw verleend worden. Dit wordt ook bevestigd in het gunstig advies van VMM advisering afvalwater, dat stelt dat een afwijking kan toegestaan worden indien de afstroomoppervlakte minder dan 5000 m² is. De afwijking wordt opgenomen in een bijzondere voorwaarde, evenals de plaatsing van een KWS-afscheider. Er zijn geen sectorale lozingsnormen van toepassing op het bedrijfsafvalwater, noch worden er bijzondere lozingsnormen aangevraagd. In een bijzondere voorwaarde wordt opgenomen dat de detergenten voor het wassen van voertuigen biologisch afbreekbaar moeten zijn, conform Europese verordening (EG) 648/2004 betreffende detergentia.

Jaarlijks ontstaat er maximum 500 m³ aan huishoudelijk afvalwater in de inrichting. Voor toiletspoeling en reiniging voertuigen wordt maximaal gebruik gemaakt van opgevangen hemelwater. Hiervoor worden 10 hemelwaterputten van 20.000 liter en 1 van 10.000 liter voorzien, voor een totale opvang van 210.000 liter. De grondwaterwinning blijft voorlopig behouden. Door de grotere hemelwateropvang zal deze grondwaterwinning vermoedelijk overbodig worden.

 

Mobiliteit

Het bedrijf telt meer dan 250 medewerkers, die met de wagen, de bromfiets, de fiets of het openbaar vervoer komen. Het kantoorgebouw wordt vooraan het terrein ingeplant, zodat licht verkeer en de zwakke weggebruiker snel gescheiden wordt van het zwaar verkeer (achteraan het terrein). Er worden 189 parkeerplaatsen voorzien (t.o.v. 150 huidig) voor personenwagens en een fietsenstalling voor 20 plaatsen. Door thuiswerk/goede organisatie wordt verwacht dat dit voldoende zal zijn voor werknemers en bezoekers. Ingaand en uitgaand vrachtwagenverkeer wordt in de gewenste situatie gescheiden gehouden. Hierbij is een logische circulatie op eigen terrein uitgedacht, in functie van een efficiënte logistiek.

Op de bedrijfssite worden geen grondstoffen verwerkt, er wordt enkel opslag voorzien om dan te verwerken op locatie. De aanvoer van goederen en grondstoffen gebeurt hoofdzakelijk met vrachtwagens en bestelwagens van 7u tot 19u. De wijzigingen in de aanvraag zullen geen impact hebben op het aantal voertuigbewegingen, waardoor geen noemenswaardige effecten op de mobiliteit verwacht worden.

 

Bodem

Opslag van gevaarlijke stoffen is een mogelijke emissiebron naar de bodem. De producten worden opgeslagen op voldoende gedimensioneerde lekbakken. De gevaarlijke producten in vaten worden mee in de smeerput opgeslagen. Hierdoor zijn deze vaten opgeslagen op vloeistofdichte vloer en is er opvang in geval van calamiteiten. In de garage zijn er absorptiekorrels en absorberende doeken voorradig om gemorst product op te kuisen. Het tanken en wassen van bedrijfsvoertuigen gebeurt op vloeistofdichte betonverhardingen die afwateren naar een KWS-afscheider. In de overdekte doorgang tussen het open en gesloten magazijn zal een brandstofverdeelslang aanwezig zijn. Het bedrijf produceert geen goederen, er gebeurt vooral opslag van bouwmaterialen die geen risico op bodemverontreiniging inhouden.

 

Lucht

Op de bedrijfssite worden geen grondstoffen verwerkt, er vindt enkel opslag plaats. De aanvoer van goederen of grondstoffen gebeurt hoofdzakelijk met vrachtwagens en bestelwagens, die luchtemissies met zich meebrengen. Voor de aanleg van de nieuwbouw zijn er tijdelijk lucht- en stofemissies afkomstig van sloop, werfverkeer, werfmachines e.d. te verwachten. Deze effecten zijn echter tijdelijk van aard. Er zijn in de exploitatiefase geen noemenswaardige luchtemissies te verwachten.

 

Geluid of trillingen

Tijdens de werffase (aanleg nieuwbouw) zullen er tijdelijk geluids- en trillingsemissies zijn. Tijdens exploitatiefase zijn de geluids- en trillingsemissies beperkt, aangezien het enkel om opslag gaat. Mogelijke bronnen zijn het vrachtverkeer, de garagewerkplaats en de wasplaats voor voertuigen. In de garage zal zoveel als mogelijk met gesloten poorten gewerkt worden. De machines zullen voorzien zijn van rubberen bescherming om de trillingsoverdracht minimaal te houden. De compressor in de garage wordt vast opgesteld en is voorzien van trillingsdempers. De rolbruggen genereren weinig tot geen geluidshinder. De wasplaats wordt niet dagelijks gebruikt, maar 2 à 3 keer per week, meestal tussen 14u en 15u30. Gelet op de ligging in industriegebied, worden de effecten op geluid en trillingen beperkt geacht.

 

Licht of straling

De verlichting zal beperkt zijn tot het strikt noodzakelijke en zal naar beneden schijnen. De lichtbundel zal gericht zijn op het terrein en niet naar de omgeving. Er zal gewerkt worden met bewegingssensoren. Bij het laden of lossen van vrachtwagens aan de achterzijde, zal de verlichting die de toegangsweg verlicht bij stilstand van de vrachtwagen uitschakelen.

 

Afvalstoffen

Volgende afvalstoffen worden geproduceerd in de inrichting:

        Aarde en stenen: afkomstig van werven.

        Niet-teerhoudend asfalt: afkomstig van werven.

        Metaalschroot: afkomstig van werven.

        Overig gesorteerd afval: afkomstig van het bedrijf en eigen werven.

        Afval afkomstig van de garagewerkplaats zoals afvalolie (vaste bovengrondse houder), oliefilters, batterijen,…

De opslag van afvalstoffen gebeurt op betonverharding. Alle opslag is in functie van regelmatige afvoer m.a.w. als een container/recipiënt vol is wordt dit opgehaald door een erkende verwerker.

 

Bemaling

Er wordt een bemaling klasse 3 aangevraagd ten behoeve van de aanleg van het kantoorgebouw, met een totaal debiet van 2.804 m³ gedurende een periode van 120 dagen. De maximale verlaging van het grondwaterpeil bedraagt 4,85 m voor de aanleg van de kelder. Voor de liftput is de verlaging 6,15 m met een duur van 30 dagen. De ondergrond bestaat uit kleihoudend zand en zandhoudende klei. Vanaf 5,5 meter bestaat de ondergrond uit klei. De filters worden geplaatst tot op deze kleilaag. De invloedstraal in stationaire fase bedraagt 276 m bij een klassieke vacuumbemaling. In deze invloedstraal wordt geen impact verwacht op natuurgebieden en bouwkundig erfgoed. Er liggen echter verschillende OVAM-dossiers binnen de invloedstraal, en de inrichting is gelegen in een PFAS no regret zone. In bijlage 2 van de bemalingsnota worden relevante verplaatsingen van verontreinigingen veroorzaakt door de bemaling. Om deze reden wordt een bemalingsconcept met waterremmende wanden tot op de kleilaag toegepast. Hierdoor wordt de invloedstraal beperkt tot 117 m, rekening houdend met de bijkomende verlaging voor de liftputten. De maximale absolute zetting bedraagt 7,99 mm, waardoor geen zettingsrisico te verwachten is. Er werd reeds een grondwaterstaal genomen op de projectlocatie op 27/09/2023. Uit de analyseresultaten blijkt dat er geen overschrijding van grondwaterkwaliteitsnormen vastgesteld werd. Er worden bemalingswateranalyses opgelegd in een bijzondere voorwaarde.

In de bemalingsnota wordt de bemalingscascade doorlopen om de bestemming van het opgepompt grondwater te bepalen. De waterremmende wanden zorgen al voor een beperking van het debiet. De grondsoort is geschikt voor infiltratie, met een infiltratiecapaciteit van ca. 11 l/u/m². Lozing op het grachtenstelsel achteraan het perceel is een mogelijkheid. Deze grachten staan in verbinding met de Wijmelbeek. De grachten kunnen als tijdelijke infiltratiebekkens ingericht worden door het plaatsen van stuwen. Het gedeelte dat niet kan infiltreren zal vervolgens overlopen en naar de Wijmelbeek stromen.

 

        Actualisatie

Conform artikel 33 van het Omgevingsvergunningsdecreet dient de beslissing de geactualiseerde vergunningssituatie weer te geven bij een verandering van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit. Volgens artikel 48 van het Omgevingsvergunningsbesluit dienen alle vergunde of gemelde indelingsrubrieken die deel uitmaken van het project vermeld te worden, alsook alle bijzondere milieuvoorwaarden die al van toepassing zijn of worden opgelegd, behalve bijzondere milieuvoorwaarden die geen uitwerking meer hebben. Volgende bestaande bijzondere milieuvoorwaarden uit beslissing van 16 december 2020 worden daarom geëvalueerd en geactualiseerd:

        Het advies van de brandweerzone Fluvia dient strikt nageleefd te worden

        Deze voorwaarde is nog altijd van toepassing (ook rekening houdend met het advies van Fluvia betreffende de nieuwbouw), en blijft dus van toepassing.

        In afwijking van art 4.2.5.1.1 van Vlarem II dient het bedrijf geen meetgoot te plaatsen. Een controle-inrichting bestaande uit een controleput wordt voldoende geacht.

        Het bedrijf wenst de afwijking te behouden, dus de voorwaarde blijft ook behouden.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden, buiten diegene waarvoor in dit dossier een afwijking wordt toegestaan, met betrekking tot de vergunde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten steeds nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

        De voorschriften van Vlarem dienen altijd nageleefd te worden. Dit hoeft niet nogmaals vermeld te worden in een bijzondere voorwaarde. De voorwaarde wordt geschrapt.

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

8.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het centraliseren van een bestaand kennis- en uitvoerend bedrijf op het gebied van infrastructuurwerken naar de voorliggende site. Hierbij wordt de bestaande constructie gesloopt en vervangen door een volledig nieuwe constructie die bestaat uit een kantoorgebouw en magazijnen en alle bijhorende infrastructuur zoals circulatieruimte, parkeren, groen, edm. In een zone voor milieubelastende industrie is het niet wenselijk dat grote percelen opgesplitst worden in kleine deelpercelen voor KMO units of kantoren. Hier wordt er voorzien in één gebouw dat voorziet in ruimte voor een gesloten magazijn, externe magazijnen/garage en halfopen magazijn. De term externe magazijnen wordt in de nota verduidelijkt als ‘voor Fluvius, …  die direct voorzien in de juiste benodigdheden’.  De kantoren en alle magazijnen dienen in functie te staan van de op de site voorziene bedrijvigheid.  Autonome kantoren of de af/opsplitsing in kleine magazijnen zijn niet gewenst in zones voor milieubelastende industrie. Deze zijn immers perfect integreerbaar in een woonbestemming en meer gewenst op locaties met een hogere knooppuntwaarde. De kantoorruimtes en alle magazijnen dienen aldus onlosmakelijk verbonden te worden met de hier aanwezige activiteiten en een wezenlijke functionele band ermee te hebben. Een latere opdeling intern of onderverhuur aan derden is hier niet gewenst. Dat wordt opgenomen als voorwaarde.  Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze industriële omgeving.

 

Inplanting, ruimtegebruik en bouwvolume:

Het kantoorgebouw bevindt zich op minstens 20m achter de rooilijn. Aansluitend aan de kantoren bevindt zich de werkplaats met gesloten magazijn. Dwars op dit gesloten magazijn werden externe magazijnen/garage voorzien. Tussen het gesloten magazijn en het halfopen magazijn wordt circulatie van vrachtverkeer met verschillende los-&laadplaatsen voorzien. Het parkeren voor personenvervoer (auto en fiets) wordt voorzien ten oosten van kantoor en gesloten magazijn, het parkeren voor vrachtvervoer bevindt zich in de achterste helft van het terrein.

De inplanting van gebouwen en verharding is het resultaat van een vooraf goed doordachte en uitgetekende werkflow en resulteert in een zo compact mogelijk ruimtegebruik.

Alle gebouwen op de site worden opgetrokken met een plat dak. Het kantoorgebouw heeft een compacte kubusvormige volume van 27 x 28 x 28 m. Het magazijn aansluitend op het kantoorgebouw heeft een hoogte van 15 m. De hoogte van het magazijngedeelte is standaard. De hoogte van het kantoorgedeelte is eerder te zien als een accent in de omgeving. Het kantoorgebouw van 27 m is in de industriezone eerder hoog, doch te motiveren vanuit de bedrijfsvoering, interne circulatie en de kwalitatieve, hedendaagse en compacte architecturale vormgeving.  Daarnaast wordt er geen hinder verwacht voor de omringende percelen.

Het gevraagde is qua inplanting, volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving.

 

Verschijningsvorm:

Het volledige gebouw is opgebouwd uit een betonstructuur. De gevelafwerking gebeurt hoofdzakelijk in betonpanelen (grijs/witgrijs) en zwart aluminium schrijnwerk. De luifel, de doorrit en de halfopen loods worden deels voorzien in bardageplaten. Deze materialen zijn eigen aan een industriële site en zorgen voor een goede integratie naar de omgeving toe.

De magazijnen en het kantoorgebouw hebben eenzelfde architecturale vormentaal waardoor een eenheid gevormd wordt. De publiciteit (naamaanduiding) wordt op de voor- en wat de integratie ten goede komt.

De werken zullen bijgevolg geen negatief effect hebben op de visuele en vormelijke elementen in de omgeving. De architectuur is kwalitatief en hedendaags. Esthetisch is het een kwalitatief project.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

Ten gevolge van de geplande werken wordt een toename van de verkeersaantrek verwacht worden. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen. De interne circulatie is voor zowel de zwakke weggebruiker als voor het gemotoriseerde verkeer duidelijk leesbaar en voldoende veilig.

Er worden voldoende parkeerplaatsen voorzien voor eigen personeel, bezoekers, vrachtwagens, haspelwagens en remorques om de parkeerbehoefte op te vangen. Er wordt een op vandaag voldoende ruime fietsenstalling voorzien, en er werd reeds rekening gehouden met een mogelijke uitbreiding van de stalling.

Het parkeren en de verkeersaantrek werd bestudeerd door de gemeentelijke mobiliteitsdienst. De geformuleerde opmerkingen op het ontwerp worden overgenomen.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

De achteruitbouwstrook wordt, met uitzondering van de toegangswegen uitgevoerd als wadi in combinatie met groenaanplant. De voorziene verharding wordt zoveel als mogelijk voorzien in grastegels of waterdoorlatende asfalt. Enkel de oprijlaan, laadzone en draaizones worden uitgevoerd in niet waterdoorlatende betonverharding.

Tussen de ingegroende parkeerplaatsen wordt ongeveer per 6 parkeerplaatsen een hoogstammige boom voorzien, wat de parking een groene aanblik geeft. Op het terrein wordt op verschillende plaatsen ruimte voorzien voor waterinfiltratie. Dit zowel in de vorm van grachten met drainerende betonelementen (thv zijkavelgrenzen) als wadi’s (achteruitbouwstrook) wat de waterhuishouding ten goede komt.

De volledige site oogt door het voorzien van hoogstammige en laagstammige beplanting groen en doet een bijdrage aan de biodiversiteit in het industriegebied. Dat blijkt ook uit het advies van de groendienst. De opmerkingen opgenomen in het advies worden grotendeels overgenomen. Teneinde voldoende garanties in te bouwen dat de aanplant van het groen effectief uitgevoerd zal worden, wordt als voorwaarde opgelegd dat de aanplant van alle groen dient uitgevoerd te worden tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken. Eventuele heraanplant teneinde de plannen integraal uit te voeren zitten hierin vervat.

 

Conclusie

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

8.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

8.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

8.13 Bespreking adviezen

Externe adviezen

De adviezen van de dienst MER, Team Omgevingseffect, Leiedal, Proximus zijn gunstig of zonder voorwerp zodat een verdere beoordeling van deze adviezen niet aan de orde is.

In het advies van de Astrid veiligheidscommissie werd opgenomen dat in het nieuwe kantoorgebouw met magazijnen een ASTRID indoordekking aanwezig moet zijn.

Het advies is gunstig zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

Het advies van de Hulpverleningszone Fluvia was voorwaardelijk gunstig. Gezien de expertise van de adviesverlener is het wenselijk in de voorwaarden bij afgifte van de vergunning op te nemen dat de voorwaarden uit het brandpreventieverslag integraal nageleefd moeten worden.

Advies Vlaamse Milieumaatschappij

De VMM werd om advies verzocht op 23 oktober 2023. De adviesinstantie adviseert op 13 december 2023 de lozing van het bedrijfsafvalwater – rubriek 3.4.2° – gunstig: maximum 2,31 m³/uur – 5,92 m³/dag – 340 m³/jaar, via een KWS – afscheider, gevolgd door een controleput, op de openbare riolering van de Nijverheidslaan, mits voldaan wordt aan de algemene voorwaarden voor de lozing van bedrijfsafvalwater dat geen gevaarlijke stoffen bevat, in de openbare riolering, zoals beschreven in VLAREM II artikel 4.2.2.3.1.

Als afwijking op VLAREM II artikel 4.2.5.1.1.§1. dient het bedrijf hier geen meetgoot te plaatsen. Een controleput wordt hier voldoende geacht.

Gezien de expertise van de adviesverlener worden de voorwaarden integraal overgenomen.

Advies Dienst waterlopen provincie West-Vlaanderen

De provinciale dienst waterlopen werd nav PIV3 opnieuw voor advies gevraagd op 21 december 2023. De adviesinstantie bracht een voorwaardelijk gunstig advies uit.

Gezien de expertise van de adviesverlener worden de voorwaarden integraal overgenomen.

Advies De Watergroep

De Watergroep werd nav PIV 3 om een nieuw advies verzocht op 21 december 2023. De adviesinstantie bracht op 11 januari  2024 een voorwaardelijk gunstig advies uit.

Gezien de expertise van de adviesverlener worden de voorwaarden integraal overgenomen.

 

Interne adviezen

Advies mobiliteitsdienst

De mobiliteitsdienst werd op 23 oktober om advies verzocht. De adviesinstantie bracht op 25 oktober 2023 een voorwaardelijk gunstig advies uit.

Aan de voorwaarden gesteld in het advies werd tegemoetgekomen in PIV 3, waardoor deze voorwaarden geen voorwerp meer zijn.

Advies groendienst

De mobiliteitsdienst werd op 23 oktober om advies verzocht. De adviesinstantie bracht op 7 november 2023 een voorwaardelijk gunstig advies uit.

Aan de voorwaarden gesteld in het advies werd grotendeels tegemoetgekomen in PIV 3, waardoor het merendeel van de voorwaarden geen voorwerp meer zijn. Aan de voorwaarde gesteld onder nr. 2 betreffende het voorzien van een haag tussen de parkeervakken, wordt geen gevolg gegeven. Het plaatsen van een haag tussen de parkeervakken impliceert dat er parkeervakken zouden verdwijnen of dat de parkeerruimte moet verschoven worden ten nadele van de breedte van de groenzone in de voortuinstrook. De inrichting van de voortuinstrook, waar ruimte is om kwalitatief groen te voorzien, is belangrijker dan het voorzien van een haag tussen de parkeervakken. Deze voorwaarde wordt niet overgenomen.

In het advies werd eveneens opgenomen dat de aanvrager de toestemming krijgt om de 2 straatbomen te rooien, dit inclusief het uitgraven of uitfrezen van de boomstronken. Ter compensatie dient er 1 nieuwe hoogstammige plataan te worden aangeplant in het midden van de bestaande bomen ter hoogte van de huidige oprit (+- 24 m tussen de bomen, dus op 12 m afstand van de bestaande bomen). Boomsoort: Platanus x hispanica (= acerifolia). Minimale plantmaat: 20/25. Aangezien deze werken zich op het gedeelte openbaar domein bevinden wordt dit opgelegd als last bij afgifte van de vergunning.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

     Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Ivan Bossuyt namens JACOPS NV gevestigd Nijverheidslaan 31 te 8540 Deerlijk en Stephanie Valcke namens STIV NV gevestigd Nijverheidslaan 31 te 8540 Deerlijk, voor het slopen van een bestaand kantoorgebouw en loodsen, het bouwen van een nieuw kantoorgebouw en magazijnen, omgevingsaanleg, plaatsen middenspanningscabine, bouwen fietsenstalling, rooien van bomen, op een perceel gelegen Nijverheidslaan 31en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 100 K, (afd. 1) sectie B 100 L en (afd. 1) sectie B 104 E.

 

Artikel 2

 

De vergunning wordt afgeleverd mits volgende voorwaarden strikt na te leven:

        De kantoorruimtes en alle magazijnen dienen onlosmakelijk verbonden te worden met de hier aanwezige activiteiten en een wezenlijke functionele band ermee te hebben. Een latere opdeling intern of onderverhuur aan derden is hier niet gewenst.

        De groenaanplant dient gerealiseerd te worden conform het plan voorzien in de PIV3 en alle beplanting dient te worden aangeplant  in het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.

        Volgende bijzondere milieuvoorwaarden dienen strikt nageleefd te worden:

        In afwijking van art 4.2.5.1.1 van Vlarem II dient het bedrijf geen meetgoot te plaatsen. Een controle-inrichting bestaande uit een controleput wordt voldoende geacht.

        Het bedrijfsafvalwater dient een voorbehandeling via KWS-afscheider te ondergaan, gevolgd door een controleput, vooraleer het geloosd wordt op de openbare riolering. De voorwaarden voor de werking en onderhoud van een KWS-afscheider zijn te vinden in afdeling 4.2.3bis van Vlarem II. Tenzij de KWS-afscheider voorzien is van een alarmsysteem, inspecteert exploitant de KWS-afscheider minstens om de 3 maanden. De KWS-afscheider wordt zoveel als nodig geledigd en de afvalstoffen die daarbij vrijkomen worden opgehaald en afgevoerd door een erkende verwerker.

        De detergenten voor het wassen van voertuigen dienen biologisch afbreekbaar te zijn, conform Europese verordening (EG) 648/2004 betreffende detergentia.

        Voorwaarden bronbemaling:

        Er dient gewerkt te worden met waterremmende wanden (bemalingsconcept 2 uit de bemalingsnota), gelet op het risico op zettingen en aantrekken van verontreinigingen.

        Er dient een analyse te gebeuren van het bemalingswater bij opstart, na 1 week en na een maand. Bijkomende analyses kunnen gevraagd worden in functie van de waterkwaliteit. De staalname en analyse wordt uitgevoerd door een labo erkend in de discipline water. Minstens volgende parameters dienen gemeten te worden:PFAS, VOCl, BTEXN.

        De resultaten, inclusief toetsing aan de normen, worden overgemaakt aan de gemeente via omgeving@deerlijk.be. De bemaling kan pas opstarten na goedkeuring door de gemeente, op basis van de eerste analyseresultaten. Hiervoor mag de bemaling kortstondig opgestart worden om een staal te kunnen nemen.

        Op voorwaarde dat er het bemalingswater niet verontreinigd is, dient er geloosd te worden op het grachtenstelsel achteraan het perceel. Hiertoe worden er stuwen geplaatst in de grachten, zodat deze tijdelijk kunnen fungeren als infiltratiebekkens, met overloop naar de Wijmelbeek.

        In het nieuwe kantoorgebouw met magazijnen moeten een ASTRID indoordekking aanwezig zijn.

        De maatregelen in de archeologienota met referentienummer https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/26864 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die nota en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

        Het advies van de provinciale dienst waterlopen dient strikt gevolgd te worden, in het bijzonder onder meer volgende voorwaarden:

        De Dienst Integraal Waterbeleid heeft de intentie om de waterloop ter hoogte van het aangevraagde perceel en aanpalende percelen terug in open profiel te leggen. Een opmetingsplan dient te worden bezorgd en de noodzakelijke wijzigingen dienen nog te worden uitgevoerd, zodat de erfdienstbaarheid van de nu overwelfde waterloop integraal kan gevrijwaard worden.

        De verharding achteraan het perceel mag niet in de 5 meter erfdienstbaarheidszone uitgevoerd worden. De exacte bepaling van de erfdienstbaarheidszone dient te gebeuren o.b.v. het open profiel stroomopwaarts.

        De voorwaarden geformuleerd in het advies van de Watergroep, dienst Riopact dienen strikt nageleefd te worden, met naast de algemene voorwaarden in het bijzonder onderstaande voorwaarde:

        Er dient toestemming gekregen te worden van de waterloopbeheerder voor de aansluiting van de noodoverloop op de Wijmelbeek.

        Het advies van de brandweerzone Fluvia dient strikt nageleefd te worden.

 

Artikel 3

 

Volgende last wordt opgelegd:

        De aanvrager krijgt de toestemming om de 2 straatbomen te rooien, dit inclusief het uitgraven of uitfrezen van de boomstronken. Ter compensatie dient er 1 nieuwe hoogstammige plataan te worden aangeplant in het midden van de bestaande bomen ter hoogte van de huidige oprit (+- 24 m tussen de bomen, dus op 12 m afstand van de bestaande bomen). Boomsoort: Platanus x hispanica (= acerifolia). Minimale plantmaat: 20/25.

 

Artikel 4

 

De inrichting omvat voortaan:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

3.4.2°

Het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom "indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)" van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van dit besluit, met een debiet van:

2,3 m³/uur; 5,93 m³/dag en 130 m³/jaar

2,3 m³/uur

2

6.4.1°

Opslag van brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 7200 liter (verse olie (2x 1500 l), afvalolie (3000 l), olie in vaten)

7200 liter

3

6.5.1°

Brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen met 1 verdeelslang, betreft 1 verdeelslang voor gasolie voor de bevoorrading van bedrijfseigen voertuigen (heftrucks)

1 verdeelslang

3

12.2.2°

Transformator met vermogen van 1600 KVA

1600 kVA

2

15.1.2°

Bobijnkarren/remorques : 20

Vrachtwagens: 7

Poolwagens: 10

Camionettes: 22

59 voertuigen

2

15.2.

Garages, parkeerplaatsen en herstellingswerkplaatsen voor motor-voertuigen: werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) andere dan deze bedoeld in rubriek 15.3; met name 5 hefbruggen en 1 schouwput

6 schouwput/hefbrug

3

15.4.1°

Niet-huishoudelijk inrichtingen voor het wassen van motorvoertuigen en hun aanhangwagens met opvang van het bedrijfsafvalwater via koolwaterstofafscheider

2 Voertuigen/dag

3

16.3.2°b)

16.3.2° - Koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen, met UITZONDERING van inrichtingen die ingedeeld zijn in rubriek 16.9, c), met een geïnstalleerde totale drijfkracht van:

16.3.2°b) - meer dan 200 kW

355,5 kW

2

17.1.2.1.2°

Opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 2000 liter

2000 liter

2

17.3.2.1.1.1°b)

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS02: ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een totaal van 10000 liter gasolie

8,5 ton

3

17.3.2.3.1°a)

Opslagplaatsen voor brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS02, betreft de opslag van ruitensproeiervloeistof (gewijzigde rubricering in vergelijking met vorige vergunning)

1000 kg

3

17.3.6.1°a)

Opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 1 ton

1 ton

3

17.3.7.1°a)

Opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gevaarlijk zijn voor de gezondheid, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS08, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 1 ton (opslag koelmiddel door meervoudige rubricering)

1 ton

3

17.4.

Opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, en producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 l en 5000 kg of 5000 l

4000 liter

3

19.6.1°c)

Opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten)

500 m³

2

23.3.1°c)

Opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen

200 ton

2

29.5.2.1°a)

Metaalbewerking: motor platenzaag machine, 3 kolomboormachines

15 kW

3

53.2.2°a)

Bronbemaling: het totale opgepompte debiet zal maximaal 2804 m³ op 120 dagen zijn.

2804 m³/jaar

3

53.8.1°b)

Oppompen van grondwater

150 m³/jaar

2

.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.26. Inname openbaar domein - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.27. Omgevingsvergunning - 2024.14 - Nijverheidslaan 66 - melding breekinstallatie - aktename

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor een tijdelijke breekinstallatie voor breken sloopafval op een perceel gelegen Nijverheidslaan 66 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 972 V, ingediend door mevrouw Nadine Lapierre wonende Bedrijvenpark Coupure 6 te 9700 Oudenaarde.

 

Motivering

 

De melding ingediend door mevrouw Nadine Lapierre wonende Bedrijvenpark Coupure 6 te 9700 Oudenaarde, werd per beveiligde zending verzonden op 31 januari 2024.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

 

VOORWERP VAN DE MELDING

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Nijverheidslaan 66, kadastraal bekend afdeling 1 sectie B nr. 972V.

 

De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: melden van een tijdelijke breekinstallatie voor breken sloopafval:

Het voorwerp van de melding betreft de aanvraag voor een mobiele breekinstallatie om sloopafval te breken. De breekinstallatie komt op het terrein van Imagopackgroup, een groothandel in verpakkingsmateriaal, te staan. De activiteit wordt aangevraagd onder rubriek 2.2.2.h) van de indelingslijst van Vlarem II, voor een hoeveelheid van 1.000 ton. De sectorale voorwaarden van subafdeling 5.2.2.4bis van Vlarem II zijn van toepassing en dienen gevolgd te worden.

 

Zo dient er minstens 50 % van het sloopafval na behandeling nuttig te worden aangewend op de plaats van het ontstaan, en kan de installatie niet langer dan 1 jaar in exploitatie zijn. Deze termijn gaat over de opslag van te breken puin en gerecycleerde granulaten. De verwerking van de afvalstoffen is beperkt tot maximaal 60 dagen binnen deze periode van een jaar. De duur van de breekcampagne wordt niet aangegeven in de aanvraag. Conform artikel 5.2.2.4bis.10.§1. van Vlarem II bezorgt de exploitant voor aanvang van de mechanische behandeling onderstaande gegevens aan de gemeente:

 

  1. de datum van aanvang en de duur van de periode dat de afvalstoffen mechanisch behandeld zullen worden;
  2. de afstand van de inrichting tot de specifieke bouw- en sloopwerf of het specifieke wegenwerk;
  3. de identificatiegegevens van de puinbreker, zoals vastgesteld in het kader van het Geografisch Informatiesysteem (GIS);
  4. een afschrift van het certificaat van de puinbreker die ingezet zal worden, afgeleverd door een geaccrediteerde keuringsinstelling in het kader van het VLAREA;
  5. een beschrijving van de bronsterkte (LW) van de puinbreker in dB(A);
  6. de afstand van de puinbreker tot de dichtstbijzijnde woning en stiltebehoevende instelling.

 

Verder voorziet de exploitant een afsluiting (artikel 5.2.2.4bis.7.), een uithangbord (artikel 5.2.2.4bis.8.) en wordt er een register bijgehouden (artikel 5.2.2.4bis.10.§2).

 

De aanvraag stelt foutief dat er geen effecten zullen zijn op het milieu. Uiteraard kan de breekinstallatie geluids-, trillings- en stofhinder veroorzaken. De richtwaarde overdag voor het specifieke geluid in open lucht, gemeten op de in artikel 1 §4 van bijlage 4.5.1. bepaalde meetpunten, mag de waarde van 65 dB(A) niet overschrijden. Het breken van puin kan enkel in de dagperiode gebeuren tijdens weekdagen, van 7u tot 19u. Dit wordt opgenomen in een bijzondere voorwaarde. De exploitant treft alle nodige maatregelen om stofhinder te voorkomen en beperken, conform artikel 5.2.2.4bis.10.§7.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

2.2.2.h)

Sloopafval te breken (Ongewijzigd)

1000 Ton

3

 

BEVOEGDHEID

 

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER

 

Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.

 

De omgevingsambtenaar stelt de volgende bijzondere voorwaarden strikt noodzakelijk:

        De exploitant bezorgt voor aanvang van het breken van puin de gegevens vermeld in artikel 5.2.2.4bis.10.§1. van Vlarem II aan de gemeente via omgeving@deerlijk.be.

        Het breken van puin kan enkel gebeuren op weekdagen tijdens de dagperiode, van 7u tot 19u. Breken op zaterdag en zondag is niet toegelaten.

        De exploitatie van de aangevraagde activiteit is maximaal een jaar geldig, vanaf het moment van verlenen van de akte.

 

De ingedeelde inrichtring of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

 

De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit als met omzichtigheid benaderd worden.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.

 

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

     Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

     Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door mevrouw Nadine Lapierre wonende Bedrijvenpark Coupure 6 te 9700 Oudenaarde voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde het melden van een tijdelijke breekinstallatie voor breken sloopafval gelegen Nijverheidslaan 66 te Deerlijk.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

2.2.2.h)

Sloopafval te breken (Ongewijzigd)

1000 Ton

3

 

Artikel 2

 

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

Artikel 3

 

De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden:

Algemene en sectorale voorwaarden

Volgende algemene voorwaarden zijn van toepassing:

        Hoofdstuk 4.1: Algemene voorschriften

        Hoofdstuk 4.2: Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging

        Hoofdstuk 4.3: Beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging

        Hoofdstuk 4.4: Beheersing van luchtverontreiniging

        Hoofdstuk 4.5: Beheersing van geluidshinder

        Hoofdstuk 4.6: Beheersing van hinder door licht

Volgende sectorale voorwaarden zijn van toepassing:

        Hoofdstuk 5.53: Winning van grondwater

 

Bijzondere voorwaarden:

        De exploitant bezorgt voor aanvang van het breken van puin de gegevens vermeld in artikel 5.2.2.4bis.10.§1. van Vlarem II aan de gemeente via omgeving@deerlijk.be.

        Het breken van puin kan enkel gebeuren op weekdagen tijdens de dagperiode, van 7u tot 19u. Breken op zaterdag en zondag is niet toegelaten.

        De exploitatie van de aangevraagde activiteit is maximaal een jaar geldig, vanaf het moment van verlenen van de akte.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekendmaken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

 

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

  1. als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;
  2. als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
  3. als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;
  4. als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

 

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

  1. als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
  2. als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
  3. als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

 

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

 

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

 

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

U bent een rolrecht verschuldigd van:

        200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;

        100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

 

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

 

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

        het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges;

        het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;

        het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.28. OMV 2023_163 - Patrijsstraat 7 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van een bestaand tuinhuis, op een perceel gelegen Patrijsstraat 7 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 366 K6, aangevraagd door Anja Vande Vyver wonende Patrijsstraat 7 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  31 januari 2024.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        de afwatering van het dak moet op een natuurlijke wijze infiltreren in de omliggende onverharde bodem die minstens ¼ van de oppervlakte van het dak bedraagt . Er kan geen aansluiting gemaakt worden met de bestaande regenwaterput.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag ligt volgens de voorzieningen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk (goedgekeurd 20 januari 2006) in een stedelijk woongebied.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, oorspronkelijk goedgekeurd op 14 oktober 2009 (dossiernummer VK 2008.27/2015-4).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 8 juni 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 405 m² en is gelegen langs de Patrijsstraat op ruim 1 km ten noordoosten van de kern van Deerlijk. De Patrijsstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg en maakt deel uit van een grotere verkaveling ‘Driesknoklaan’ die een 15-tal jaren geleden aangelegd werd.  Naast het perceel is een openbare groenzone voorzien met een wadi.

Het perceel is bebouwd met een koppelwoning die ingeplant is op de rooilijn.  De eengezinswoning bestaat uit een gelijkvloers met een hellend dak.

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen van zowel het open als halfopen bebouwingstype.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst in de tuinzone bij de koppelwoning een bijgebouw aan te bouwen tegen het bestaande tuinhuis.  Op heden staat in de rechterhoek van het perceel een tuinhuis, telkens op 1 m afstand van zowel de rechter- als achterste kavelgrens.  Het bestaande bijgebouw heeft een lengte van 5 m en een breedte van 3 m.  Het nieuwe bijgebouw zal aangebouwd worden en zich ook op 1 m van de achterste grens bevinden, uitgevend naar de tuin zal de constructie 50 cm vooruitspringen.  De lengte van de nieuwe constructie zal 5,5 m bedragen en de breedte 3,5 m.  Het geheel wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 2,35 m.  De muren worden opgericht in een snelbouwsteen waarbij de achtergevel zal afgewerkt worden met façadestenen en de zij- en voorgevel zullen bekleed worden met hout. De nieuwe constructie zal ingericht worden als een overdekte zithoek.  In de gevel uitgevend naar de tuin zal een schuifraam geplaatst worden met een breedte van 4 m, de linkergevel zal ook een schuifraam bevatten met een breedte van 2 m.   Naast het bestaande tuinhuis is ook nog een terras aanwezig in de tuinzone, het terras paalt aan de achtergevel van de eengezinswoning.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 8 december 2023 tot 6 januari 2024. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Oppervlakte bijgebouw maximum 15 m²

Oppervlakte bijgebouwen samen 34,25 m²

Inplanting:

binnen 6 m strook vanaf rechterkavelgrens

achter achtergevel

Inplanting:

deels buiten 6 m strook vanaf rechterkavelgrens

deels achter achtergevel

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien de constructie uitgevoerd wordt met een plat dak dat niet hoger is dan 3 m en ingeplant wordt op minstens 1 m van de perceelsgrenzen.

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking de afmetingen en inplanting zodat een afwijking overwogen kan worden.

De eerste afwijking heeft betrekking op de afmetingen/oppervlakte van de constructie zodat een afwijking overwogen kan worden. De afwijking van de oppervlakte van 15 m² naar 35 m² is te motiveren aangezien deze afwijking beperkt is en de oppervlakte van de tuin voldoende groot is.  Normaliter worden in woonzones bij een halfopen bebouwing bijgebouwen toegelaten tot 40 m² als gangbare norm. 

De vraag tot de tweede afwijking heeft betrekking op de inplanting.  Het bijgebouw wordt voorzien buiten de aangegeven zone in de strook bij de rechter perceelgrens. Doch kan de gewijzigde inplanting toegestaan worden gezien het bijgebouw volledig opgericht wordt binnen de grenzen van verkaveling op voldoende afstand van de perceelgrenzen en door aan te sluiten op het bestaande gebouw een compact geheel gecreëerd wordt en voldoende afstand tot de achtergevel van de woning behouden blijft.  De naastliggende agrarische zone op het perceel blijft onbebouwd en zorgt bijgevolg voor een voldoende ruime buffer tussen het nieuw op te trekken bijgebouw en de openbare groenzone.

Er werden ook geen bezwaren geformuleerd tijdens het openbaar onderzoek zodat ook de aanpalenden hiervan geen hinder zullen ondervinden.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Patrijsstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<40 m²).

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.

 

De aanvrager voorziet de regenwaterafvoer aan te sluiten op de bestaande afvoer van het bestaande bijgebouw rechtstreeks naar de regenwaterput. Aangezien geopteerd wordt voor een afvoersysteem is de gewestelijke verordening hemelwater van toepassing. In toepassing van de hemelwaterverordening dient bijgevolg een open infiltratievoorziening geplaatst te worden (verplicht voor eigendom groter dan 120 m² als een aansluiting op de riolering voorzien wordt). De infiltratievoorziening dient een volume te hebben van 33l/m²  en een oppervlakte van 8 % van de totale afwaterende oppervlakte.

Gelet op de impact van de werken voor het plaatsen van een infiltratievoorziening wordt opgelegd om te opteren voor een natuurlijke infiltratie door rechtstreeks af te wateren in een onverharde zone naast de constructie zodat de aanvraag niet valt onder het toepassingsgebied van de verordening. Dit kan op voorwaarde dat de afwatering van het dak op een natuurlijke wijze infiltreert in de omliggende onverharde bodem die minstens ¼ van de oppervlakte van het dak bedraagt en er geen aansluiting wordt gemaakt met de bestaande regenwaterput.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft enkel betrekking op het uitbreiden van het bijgebouw in de tuinzone bij een bestaande eengezinswoning.  Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze woonomgeving.  Het huidige bijgebouw doet dienst als afgesloten tuinhuis en met deze aanvraag wenst de aanvrager een afgesloten terras aan te bouwen.

 

Inplanting en ruimtegebruik:

De inplanting wijkt in beperkte mate af van de verkavelingsvoorschriften, doch wordt dit niet als ingrijpend ervaren gezien er voldoende ruimte is tussen de woning en het bijgebouw.  Het bijgebouw bevindt zich op voldoende afstand van de perceelgrenzen.

 

Bouwvolume en gabarit:

Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende woonomgeving.  Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen.  Binnen deze verkaveling zijn ook reeds soortgelijke volumes aanwezig die geen nadelige gevolgen hebben in de nabije omgeving.

 

Verschijningsvorm:

De wanden worden in snelbouwstenen opgetrokken waarbij de zij- en voorgevel zal afgewerkt worden met hout en de achtergevel in gevelsteen.  De constructie zal 2 raampartijen bevatten die de constructie visueel lichter zal maken.  De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik, zijnde kleinschalig metselwerk en hout, binnen de bestaande bebouwing.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone, zowel achter als links van de woning (palend aan de openbare groenzone), om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen.  Naast het bijgebouw wordt geen bijkomende verharding aangelegd en wordt de tuin niet gewijzigd.

 

Conclusie

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement en respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Anja Vande Vyver wonende Patrijsstraat 7 te 8540 Deerlijk, voor het uitbreiden van een bestaand tuinhuis, op een perceel gelegen Patrijsstraat 7 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 366 K6, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        de afwatering van het dak moet op een natuurlijke wijze infiltreren in de omliggende onverharde bodem die minstens ¼ van de oppervlakte van het dak bedraagt . Er kan geen aansluiting gemaakt worden met de bestaande regenwaterput.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.29. Aanvullend reglement op het wegverkeer - fietszone centrum - verzoek tot agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken het aanvullend reglement op het wegverkeer betreffende het invoeren van een fietszone in het centrum van Deerlijk ter goedkeuring voor te leggen op de eerstvolgende gemeenteraad.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 29 november 2023 de concrete modaliteiten betreffende de uitbreiding van de fietszone in het centrum van Deerlijk en de uniforme signalisatie van de fietszone in lijn met de wegcode, goed.

 

De afbakening van de fietszone gebeurt aan alle kruispunten en invalswegen naar deze zone. Binnen de zone zelf worden geen borden meer geplaatst.

 

De fietszone wordt met de verkeersborden F111 (begin reglementering) en F113 (einde reglementering) gesignaleerd op volgende locaties, cfr. signalisatieplan toegevoegd als bijlage:

 

        Kapel ter Rustestraat, aan de Braamakkerstraat t.h.v. de kapel

        Pontstraat, aan Dammeke, kant van De Driesprong

        Dammeke, aan de René De Clercqstraat

        Harelbekestraat, aan de Ververijstraat, kant van het gemeentehuis

        Hoogstraat, aan de C. E. Ameyestraat, kant van het Sportcentrum

        Tulpenlaan, aan de Sint-Amandusstraat

        Sint-Amandusstraat, aan de Guido Gezellelaan, kant van De Kim en De Beuk

        Waregemstraat, aan de Sint-Rochusstraat, kant richting Waregem

        Hazewindstraat, aan de Sint-Rochusstraat

        Vichtesteenweg, aan de Sint-Rochusstraat, kant richting N36/E17

 

Volgende straten maken zo deel uit van de fietszone:

        Kapel ter Rustestraat (tussen Braamakkerstraat en Pontstraat)

        Pontstraat (tussen Dammeke en Kapel ter Rustestraat)

        René De Clercqstraat

        Ververijstraat

        C. E. Ameyestraat

        Harelbekestraat (tussen Ververijstraat en René De Clercqstraat)

        Schoolstraat

        Kerkplein

        Hoogstraat (tussen Waregemstraat en C. E. Ameyestraat)

        Sint-Amandusstraat (tussen Hoogstraat en Guido Gezellelaan)

        Nieuwstraat

        Sint-Rochusstraat

        Vichtesteenweg (tussen Sint-Rochusstraat en Nieuwstraat)

 

Bestaande borden "begin fietsstraat" en "einde fietsstraat" binnen deze fietszone worden verwijderd.

 

Conform artikel 40, § 3 van het Decreet Lokaal Bestuur stelt de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vast.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

       Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968

       Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg en latere wijzigingen

       Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens en latere wijzigingen

       Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens

       Uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens

       Omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen. Er wordt verwezen naar de informatie hierover uit het eerder vermelde besluit van het college van burgemeester en schepenen van 29 november 2023.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt te agenderen op de gemeenteraadszitting van 29 februari 2024.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.30. Eenrichtingsverkeer Nieuwstraat - proefopstelling - tijdelijk politiereglement op het wegverkeer - goedkeuring

 

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van het eenrichtingsverkeer in de Nieuwstraat, goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste in de zitting van 29 november 2023 om een proefperiode van een jaar vast te stellen betreffende de rijrichting in de Nieuwstraat.

 

De PZ Gavers maakte een tijdelijk politiereglement op het wegverkeer op ter verordening van de proefopstelling in de Nieuwstraat, hier in bijlage.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 10° van het Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 119, § 1 en art. 130 bis van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)

        Wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen

        Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen

        Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Vanaf vrijdag 8 december 2023 tot en met zondag 8 december 2024 is het verboden de Nieuwstraat in te rijden komende van de Hoogstraat richting de Schoolstraat/Vichtesteenweg. Er geldt gedurende deze periode éénrichtingsverkeer komende van de Schoolstraat/Vichtesteenweg richting de Hoogstraat. Voor fietsers, bromfietsers klasse A en speed pedelecs geldt een uitzondering, voor hen is doorgang in beide richtingen mogelijk.

 

Artikel 2

 

Het éénrichtingsverkeer wordt aangeduid aan de hand van onderstaande verkeersborden en onderborden:

       Nieuwstraat komende van de Schoolstraat/Vichtesteenweg:

       F19

       M18

       Nieuwstraat komende van de Hoogstraat:

       C1

       M12

       Schoolstraat/Vichtesteenweg net voor Nieuwstraat:

       D1f

       M18

       Hoogstraat net voor de Nieuwstraat (komende van de Waregemstraat):

       C31a

       M18

 

Artikel 3

 

De hiertoe nodige signalisatie wordt overeenkomstig de wettelijke voorschriften aangebracht.

 

Artikel 4

 

Overtredingen op deze verordening worden beteugeld met politiestraffen, voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.

 

Artikel 5

 

Afschrift van deze verordening wordt overgemaakt aan de griffie van de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk en aan de griffie van de Politierechtbank te Kortrijk.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.31. Aanvullend verkeersreglement m.b.t. inrichting van een 'schoolstraat' t.h.v. de schoolingang in de Ommegangstraat - verzoek tot agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de vaststelling van het aanvullend reglement met betrekking tot het inrichten van een 'schoolstraat' in de Ommegangstraat in Sint-Lodewijk Deerlijk, te agenderen op de gemeenteraad van 29 februari 2024.

 

Motivering

 

De gemeenteraad keurde in de zitting van 31 maart 2022 het aanvullend reglement goed m.b.t. de inrichting van een 'schoolstraat' in de Ommegangstraat in Sint-Lodewijk. Dit aanvullend reglement werd bij wijze van test ingevoerd tot 30 juni 2023.

 

Die testperiode bleek succesvol. De school organiseert deze inrichting van de schoolstraat verder, waardoor bestendiging van een aanvullend reglement noodzakelijk is.

 

De schoolstraat wordt als volgt ingericht:

 

In de Ommegangstraat wordt een schoolstraat ingericht op schooldagen, van 8.15 uur tot 8.45 uur.

 

Deze schoolstraat wordt afgebakend op volgende locaties:

        Ommegangstraat ter hoogte van huisnummer 14

        Kapelstraat na ingang Spar

        Kruispunt Ommegangstraat en Kapelstraat

 

De schoolstraat wordt gesignaleerd met een nadarhek voorzien van een verkeersbord C3 met onderbord type IV 'schoolstraat'.

 

Conform artikel 40, § 3 van het Decreet Lokaal Bestuur stelt de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vast.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        De wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968

        Het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg

        De wet van 10 oktober 2018 tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg wat de invoering van de schoolstraat betreft

        Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

        Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens

        Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens

        De omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad onderstaande aanvullend verkeersreglement met betrekking tot het inrichten van een 'schoolstraat' in de Ommegangstraat vast te stellen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.32. Kerkfabriek Sint-Columba en O.L.V. Onbevlekt Ontvangen - verslag van 24 januari 2024 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

De kerkfabrieken Sint-Columba en O.L.V. Onbevlekt Ontvangen hielden een vergadering op 24 januari 2024.  Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag van deze vergadering.

 

Motivering

 

Het verslag bevindt zich in bijlage. Het college van burgemeester en schepenen beschikt over een termijn van 30 dagen, die ingaat op de dag nadat de notulen zijn binnengekomen, om een besluit te schorsen indien het gemeentelijk (financieel) belang geschaad wordt.

 

Er is geen advies nodig.

 

Juridische gronden

 

        Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Art. 57 en 58, § 1 Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.33. Asverstrooiing - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.34. Grafconcessie - nominatieve uitbreiding en bijzetting - aktename

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.35. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.36. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

C.37. Grafconcessies hernieuwingen - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

D.1. PFAS - inname standpunt ten opzichte van Fluvia - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een standpunt in te nemen over hoe we in de toekomst omgaan met schades en saneringen in het kader van de PFAS-problematiek.

 

Motivering

 

Gemeente Deerlijk werd reeds geconfronteerd met de PFAS-problematiek. Het is mogelijk dat hieromtrent nieuwe dossiers zullen opduiken. Het is dus gewenst om een algemeen standpunt in te nemen over hoe we met schades en saneringen omgaan.

 

Een eerste reeds bestaand dossier omtrent PFAS betreft de Houtekietstraat 16 te Deerlijk. In zitting van 21 december 2022 stelde het college van burgemeester en schepenen LDR advocaten aan. Kort samengevat:

        in eerste instantie werd de gemeente gedagvaard door Carrosserie Desmet voor de PFAS vervuiling;

        daarop heeft de gemeente via haar raadsman aangegeven (officieel schrijven) dat ze daarvoor Fluvia moeten aanschrijven;

        dat heeft Carrosserie Desmet ook gedaan;

        nu heeft Fluvia (via Marlex) de verantwoordelijkheid terug bij de gemeente gelegd (zie nota in bijlage);

        daarop vraagt Carrosserie Desmet of de gemeente vrijwillig wil tussenkomen in het geding;

        de raadsman van de gemeente Deerlijk adviseert dit niet te doen en af te wachten.

 

In haar nota acht Fluvia zich niet aansprakelijk omdat de feiten in het dossier Houtekietstraat 16 zich voordeden vooraleer Fluvia rechtspersoonlijkheid had (1 januari 2015).

Bijgevolg wordt verwezen naar de gemeente voor feiten die zich voordeden vóór 1 januari 2015, zoals in dit dossier. Tegelijk haalt Fluvia wel aan dat er concreet in dit dossier niets bewezen is. Het acht dus ook de gemeente niet aansprakelijk in dit geval.

Bijgevolg wordt voorgesteld om in te gaan op het advies van onze raadsman en niet vrijwillig tussen te komen in het geding.

 

Een tweede bestaand dossier is dat met betrekking tot het centrumpark waar er reeds kosten werden gemaakt.

 

Los van dit dossier stelt zich de algemene vraag hoe we als gemeente en brandweerzone in de toekomst verder omgaan met PFAS-dossiers omtrent percelen waarvan de gemeente eigenaar is.

Gaan we de schades en saneringen collectief laten behandelen door alles over te hevelen naar de brandweerzone of behandelt de gemeente elk afzonderlijk zijn dossiers en neemt het bijgevolg ook de eigen schade telkens ten laste?

Er wordt voorgesteld om voor het collectieve te gaan.

 

Het clusterhoofd ruimte gaf positief advies bij dit besluit.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 en § 3, 3° en 9° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit inzake het PFAS-dossier Houtekietstraat 16 te Deerlijk, niet vrijwillig tussen te komen in het geding.

 

Artikel 2

 

Er wordt een overleg georganiseerd met Fluvia om de problematiek te bespreken omtrent de algemene vraag hoe we als gemeente en brandweerzone in de toekomst verder omgaan met PFAS-dossiers omtrent percelen waarvan de gemeente eigenaar is.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

D.2. Hulparbeider groen & proper (E1-E3) - uitslag selectieprocedure en aanstelling - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 5 ja-stemmen

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

D.3. Ontvangst KRAK van Deerlijk - 2023 - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 07 FEBRUARI 2024

D.4. Gemeenteraad van 29 februari 2024 - agendapunten - verzoek agendering - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De agenda van de gemeenteraad bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld.

Het college en burgemeester en schepenen wordt gevraagd de agenda voor de komende gemeenteraad te overlopen.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de voorziene punten voor de gemeenteraadszitting van 29 februari 2024.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om volgende punten te agenderen op de gemeenteraad van 29 februari 2024:

 

OPENBARE ZITTING

 

        Gemeenteraad - 25 januari 2024 - notulen en audio-opname - goedkeuring

        Aankoop buurthuis De Gilde - ontwerpakte - goedkeuring

        RUP Historisch gegroeid bedrijf Verrieststraat - definitieve vaststelling - goedkeuring

        Schoolstraat Sint-Lodewijk - aanvullend reglement op het wegverkeer - vaststelling

        Fietszone Deerlijk Centrum - aanvullend reglement op het wegverkeer - vaststelling

        Gemeentelijk mobiliteitsplan - goedkeuring

        Scholen - toetreding tot de raamovereenkomst met referentie DOKO-2022-AW004 voor multifunctionele printers met bijhorende dienstverlening van DOKO vzw - goedkeuring

        Scholen - aankoop van personal computers A-merken en randapparatuur via de aankoopcentrale DOKO vzw - goedkeuring

        Refter de beuk - gebruikersreglement - goedkeuring

        Refter de beuk - retributiereglement - goedkeuring

        Vragen gesteld door raadsleden

 

 

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2024