Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 10 november 2021 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 10 november 2021.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 10 november 2021 goed te keuren.

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.2. Bedrijventerrein De Spijker - kosteloze overdracht wegenis en groen naar het openbaar domein - ontwerpakte - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de kosteloze overdracht van de wegenis en het groen op het bedrijventerrein 'De Spijker' naar het openbaar domein, te agenderen op de gemeenteraad van 25 november 2021.

Motivering

De gemeenteraad keurde in zitting van 27 oktober 2016 de realisatieovereenkomst tussen de intercommunale Leiedal en de gemeente, voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein De Spijker, goed.

Conform deze overeenkomst worden na de definitieve oplevering de gronden en meegaande riolen, wegenis, groen- en waterbuffer, fiets- en wandelpaden, en de overige voorzieningen kosteloos door Leiedal aan de gemeente overgedragen om ingelijfd te worden in het gemeentelijk openbaar domein.

De raad van bestuur van Leiedal besliste op 26 maart 2021 om akkoord te gaan met de kosteloze grondoverdracht openbaar domein aan de gemeente voor bedrijventerrein De Spijker. De opdracht tot het verlijden van de akte werd toegewezen aan de Vlaamse Dienst Vastgoedtransacties.

Alle kosten betreffende de akte van overdracht (opmetingen, plannen, registratie en hypotheek) worden door Leiedal gedragen.

De gronden op het bedrijventerrein 'De Spijker', oorspronkelijk kadastraal bekend onder Deerlijk, 1e afdeling, sectie B, perceelnummers 568G, 563P, 1258H, 580B, 576B, 554R, 1258F, 569K, 1258K, 575C, 574, 577B, 574, 577B, 582B, 595K, 573M en 1258B met een totale oppervlakte volgens opmeting van 1ha 68a 15ca worden opgenomen in het openbaar domein.

De gronden staan vermeld op de opmetingsplannen opgemaakt door bv landmeter Bart Degezelle, Molendreef 33 te 8570 Anzegem-Vichte.

De heer Lieven Vanheuverzwijn, Vlaams commissaris bij de afdeling Vastgoedtransacties, stelde een ontwerp van akte op. 

De overdracht geschiedt om reden van openbaar nut en meer in het bijzonder voor opname in het openbaar domein van de gemeente.

De gronden worden vrij en onbelast afgestaan aan de gemeente.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de kosteloze overdracht van de wegenis en het groen in het bedrijventerrein 'De Spijker' naar het openbaar domein, te agenderen op de gemeenteraad van 25 november 2021.

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.3. Administratieve medewerkers vrije tijd - datum indiensttreding - kennisname

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.4. Zwemlessen en watergewenning - aanstelling nieuwe lesgevers voor november en december 2021 - goedkeuring

STEMMINGEN

Artikel 1

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Artikel 2

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Artikel 3 en 4

Eenparig goedgekeurd

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.5. Schoonmaakster gemeentelijke lagere school - beslissing genezenverklaring zonder blijvende arbeidsongeschiktheid - goedkeuring

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.6. Verslag politiecollege - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het aan de gemeente overgemaakte verslag van het politiecollege.

Motivering

Het verslag van het politiecollege van 25 oktober 2021 werd overgemaakt aan de gemeente.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.7. Diverse verslagen - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

Motivering

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

•          Leiedal - Raad van Bestuur van 22 oktober 2021

•          Centraal Feestcomité - verslag van de vergadering van 4 november 2021

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.8. 95-jarige - bezoek woonzorgcentrum Heilige Familie - goedkeuring

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.9. MAT - verslag van 6 oktober 2021 - kennisname

Aanleiding en context

Het MAT hield een vergadering op 6 oktober 2021.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

Motivering

Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd.

De bijhorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.10. OMV 2021_212 - Weverijstraat 40 - melding IIOA klasse 3 - aktename

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding van de exploitatie voor de productie van rolluiken en zonnewering op een perceel gelegen Weverijstraat 40 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 297 D3 en (afd. 1) sectie A 297 E3 ingediend door João Paulo de Jesus Almeida namens Pol-Mar-Plast BVBA gevestigd Groenbek 20 te 8790 Waregem.

Motivering

De melding ingediend door João Paulo de Jesus Almeida namens Pol-Mar-Plast BVBA gevestigd Groenbek 20 te 8790 Waregem, werd per beveiligde zending verzonden op 2 november 2021.

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming gebied voor milieubelastende industrie.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

•          De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

•          De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

•          De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

•          Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

•          Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

•          Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

•          Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

•          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 februari 1983 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een weverij.

•          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 8 oktober 2003 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bedrijfsgebouw.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

•          Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 16 mei 1947 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het uitbaten van een weverij.

•          Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 31 maart 1977 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor de uitbating van een weverij.

•          Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 16 juni 1983 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor de uitbreiding van een weverij in meubelstoffen.

•          Milieuvergunning afgeleverd op 31 maart 1994 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het veranderen van een weverij.

•          Milieuvergunning op 19 maart 1998 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een weverij.

•          Milieuvergunning afgeleverd op 10 februari 2005 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het verder exploiteren, toevoegen en wijzigen van een weverij.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1. Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van ongeveer 10.896 m² en is gelegen langs de Weverijstraat op ongeveer 400 m ten oosten van de kern van Deerlijk. De Weverijstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen van diverse types.

Het perceel zelf maakt deel uit van een ‘paarse sproet’ binnen de woonomgeving, een historisch gegroeid grootschalig bedrijf. Het perceel betreft een deel van het groter geheel van het voormalig bedrijf Movelta. Het is bebouwd met een opslagloods met voorliggend een bestaande verharding en kantoorgebouwen. Ten noorden van de bedrijfssite werd het andere deel van het gebouwencomplex recentelijk vergund voor de vestiging van het gemeentelijk technisch depot.

3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft geen betrekking op een stedenbouwkundige handeling.

3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Pol-Mar-Plast bv is een fabrikant van rolluiken en zonwering. Er wordt enkel gewerkt voor professionele klanten. Sinds begin 2020 wordt er gewerkt vanuit een nieuwe fabriek in industriezone Groenbek 20, 8790c Waregem. Het nieuwe pand is ondertussen te klein geworden door de sterke groei van de voorbije 2 jaar.

Daarom wordt gekozen om de activiteiten rolluiken en zonwering op te splitsen over 2 vestigingen. De afdeling “rolluiken” in de vestiging in de Weverijstraat te Deerlijk, en anderzijds de afdeling “zonwering” in Groenbek te Waregem. Hierdoor krijgen beide activiteiten extra ruimte voor groei van de organisatie. Bovendien ontstaat hierdoor de mogelijkheid om te investeren in een poederlakinstallatie in de vestiging te Waregem en een extra natlakinstallatie in de vestiging te Deerlijk.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1 Planologische toets

De eigendom is volgens het origineel gewestplan Kortrijk, goedgekeurd op 4 november 1977 gelegen in een gebied voor milieubelastende industrieën.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

De gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

De aanvraag heeft betrekking op een productiebedrijf voor rolluiken en zonneweringen zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Weverijstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing

7.9 Milieuaspecten

Effecten op de mobiliteit

Mogelijke effecten op de mobiliteit kunnen afkomstig zijn van de transportbeweging van en naar de exploitatie. Voor de aanvoer van grond- en hulpstoffen worden ongeveer 1 à 4 voertuigbewegingen per dag met een vrachtwagen verwacht en 4 à 6 voertuigbewegingen per dag via bestelwagen. Afvoer van afgewerkte producten gebeurt door eigen transportmiddelen (zowel vrachtwagen als bestelwagen) met gemiddeld 4 voertuigbewegingen per dag.

Er zullen enkel voertuigbewegingen plaatsvinden op weekdagen tussen 7 uur ’s morgens en 17 uur in de namiddag. Hierdoor zijn de effecten op de mobiliteit beperkt.

Effecten op de bodem

Voor de opslag van verven en solventen zal een aparte opslagruimte voorzien worden. Deze opslagruimte wordt naast de spuitactiviteiten voorzien en wordt uitgerust met alle nodige voorzieningen: branddetectie, een brandbestendige deur en een inkuiping om eventuele lekken op te vangen. Om calamiteiten zo snel mogelijk aan te pakken is absorptiemateriaal in de inrichting aanwezig. Er zal een bovengrondse dubbelwandige mazouttank aanwezig zijn, dienstig voor de verwarming van de gebouwen/droogoven. De mazouttank zal periodiek onderworpen worden aan een beperkt onderzoek.

Met deze maatregelen worden geen extra effecten op de bodem verwacht.

Effecten op het watersysteem

Er is geen wijziging aan de waterhuishouding ten gevolge van deze aanvraag. Er wordt geen bedrijfsafvalwater geloosd afkomstig van de bedrijfsactiviteiten. Het huishoudelijk afvalwater is afkomstig van de sanitaire installaties in het gebouw. Voor de sanitaire installaties wordt er stadswater gebruikt. Gezien er minder dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater geloosd wordt, is de lozing van huishoudelijk afvalwater niet vergunningsplichtig. De effecten op het watersysteem zijn bijgevolg niet aanzienlijk.

Effecten op de luchtkwaliteit

Gezien de aard van de activiteiten zal er geen geur- of stofhinder zijn voor de omgeving. De emissies van de natlakinstallatie (spuitcabine) zullen worden gezuiverd door middel van filtermatten zodat geen verfdeeltjes in de buitenlucht kunnen terechtkomen.

Voor de verwarming van de gebouwen en de droogoven wordt gebruik gemaakt van mazout. De stookinstallaties zullen jaarlijks onderhouden worden om een optimale werking te verzekeren. Er zullen geen afvalstoffen verbrand worden.

Verder vinden geen activiteiten plaats die gasvormige emissies kunnen veroorzaken.

Effecten van geluid en trillingen

De machines staan opgesteld binnen in de bedrijfsgebouwen, waardoor het geluid naar de omgeving toe tot een minimum beperkt wordt. Er zal ook steeds gewerkt worden met gesloten poorten en deuren. Bijgevolg zijn de effecten van geluid en trillingen met betrekking tot deze aanvraag als niet aanzienlijk te beschouwen.

Risico’s op zware ongevallen of rampen

Alle wettelijke verplichtingen rond brandveiligheid en blusapparatuur zullen nageleefd worden. Er zullen zich verschillende brandblusapparaten bevinden in het gebouw die jaarlijks

gecontroleerd zullen worden. De exploitatie van deze inrichting brengt geen noemenswaardige risico’s op zware ongevallen of rampen met zich mee.

Effecten van licht of straling

Er zijn geen verlichtingspalen aanwezig op het terrein. Eventueel aanwezige buitenverlichting dient voor de veiligheid en de circulatie op het terrein. Deze zijn niet gericht op de openbare weg of buren zodat er geen effecten op de omgeving ten gevolge van verlichting en stralingen te verwachten zijn.

Effecten van de productie van afvalstoffen

Het bedrijf volgt strikt de bepalingen van het Vlarema en alle navolgende wijzigingen. De geproduceerde afvalstoffen kunnen niet verder gebruikt worden op het terrein. Ze worden regelmatig afgevoerd naar een vergunde verwerker. Daar worden ze indien mogelijk verwerkt tot recycleerbare materialen. Met betrekking tot deze aanvraag zijn geen extra effecten op de productie van bedrijfsafvalstoffen te verwachten.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur, op de mens buiten de inrichting, veroorzaakt door de gevraagde exploitatie, bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden, tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op een nieuw bedrijf in een gebied voor bedrijvigheid zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De aanvraag heeft betrekking op de herinrichting en de ingebruikname van bestaande bedrijfsgebouwen. De aanpassingen aan het bestaande gebouw gebeuren enkel intern, zijn niet stedenbouwkundig vergunningplichtig en zijn eigen aan de functie waardoor het ontwerp verenigbaar is met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

      Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

      Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door João Paulo de Jesus Almeida namens Pol-Mar-Plast BVBA gevestigd Groenbek 20 te 8790 Waregem voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een exploitatie voor de productie van rolluiken en zonnewering gelegen Weverijstraat 40 te Deerlijk.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

Artikel 2

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

U bent een rolrecht verschuldigd van:

• 200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;
• 100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

• het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges;
• het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
• het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.11. OMV 2021_169 - Beverenstraat 9 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en uitbreiden van een handelswoning, op een perceel gelegen Beverenstraat 9 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 94 T7 aangevraagd door mevrouw Joyce Verhamme wonende Beverenstraat 9 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  12 november 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 oktober 1991 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 januari 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van een  houten carport, plaatsen van een publiciteitsconstructie en uitbreiden van de bestaande drukkerij met bureau- en opslagruimte, een garage en een overdekte stapelruimte.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 292 m² en is gelegen langs de Beverenstraat op ongeveer 200 m ten westen van de kern van Deerlijk. De Beverenstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een halfopen handelswoning (nagelstudio) opgetrokken met 1,5 bouwlagen en een mansardedak. Het hoofdvolume heeft een bouwdiepte van 8,55 m en een straatbreedte van 7,04 m. Het hoofdvolume heeft een kroonlijsthoogte van 4,22 m en een nokhoogte van 9,40 m. Zowel achteraan als links van de woning is een ruime achterbouw aanwezig die werd opgetrokken op zowel de linker- als de rechterperceelsgrens.

De omgeving is een stedelijke omgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca, kantoren, diensten en gemeenschapsvoorzieningen. De woonfunctie bestaat zowel uit eengezinswoningen als uit meergezinswoningen.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande handelswoning na afbraak van de bestaande koterij.

De bestaande achterbouw en overdekt terras worden afgebroken. De af te breken bebouwing bevindt zich op beide zijperceelsgrenzen.

Op de plaats van de te slopen constructies wordt een nieuwbouw voorzien. De uitbreiding bevindt zich achteraan de woning, over de volledige breedte van het perceel. De uitbreiding heeft een breedte van 11,22 m op een maximale diepte van 8,54 m en wordt afgewerkt met een hellend dak waarvan de noklijn loodrecht staat op de zijperceelsgrenzen. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,10 m en de nokhoogte 5,89 m. Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft rood-bruin metselwerk met gesmoord blauwe dakpannen en antracietkleurig buitenschrijnwerk.

De kroonlijsthoogte van het hoofdvolume wordt opgetrokken tot een hoogte van 5,50 m en een nokhoogte van 9,85 m. Het hoofdvolume wordt langs binnen geïsoleerd en afgewerkt met gebroken witte sierpleister. Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een inkom, wc, 2 nagelstudio’s (totale netto oppervlakte 29,4 m²), een wasplaats. Het nieuwe nevenvolume bestaat na de werken uit een zitplaats, open eetplaats en open keuken. Op het verdiep worden 2 slaapkamers, een bureel en een badkamer ondergebracht.

In de tuinzone wordt 1 kleine boom verwijderd ifv de uitbreiding. Achteraan het perceel wordt een terras voorzien.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden op 29 september 2021 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meerbepaald aan de bepalingen van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een bestaande handelswoning in een omgeving met diverse functies eigen aan een woonomgeving zodat de aanvraag in overeenstemming met deze voorschriften.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Beverenstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 2500 liter en een referentieoppervlakte van 4 m², het terras wordt aangelegd in waterdoorlatende verharding of watert af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen van een eengezinswoning met nagelstudio. De hoofdfunctie wonen blijft behouden en is passend in deze omgeving. Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

De inplanting van het hoofdvolume blijft behouden. De uitbreiding wordt gerealiseerd achteraan het bestaande volume. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.  De totale gelijkvloerse bouwdiepte wordt zo op 14,16 m gebracht, hetgeen zeker aanvaardbaar is binnen deze woonomgeving. Een dergelijke gelijkvloerse bouwdiepte laat een kwalitatieve inrichting van de leefruimtes van de woning toe. Er wordt zodoende geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte is immers vergelijkbaar met deze van de buren, de bouwhoogte is aanvaardbaar en de muren op de perceelsgrens worden beperkt gewijzigd. Hiervoor werd het akkoord verkregen van de eigenaars van het betreffende buurperceel.

Het bestaande gevelmateriaal wordt gewijzigd naar gebroken witte sierpleister, de uitbreiding wordt voorzien in rood-bruin genuanceerd metselwerk. Hierdoor integreert de woning zich ook na de werken door zijn materiaalgebruik binnen de bestaande bebouwing.

De woning beschikt over een voldoende tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen. Na de werken wordt het contact tussen de leefruimtes van de woning en de tuinzone versterkt, wat de woonkwaliteiten ten goede komt.

De hoofdfunctie van eengezinswoning blijft behouden, er worden echter wel een bijkomende nagelstudio voorzien. De totale netto oppervlakte van de nagelstudio bedraagt 30 m² waardoor conform het belastingsreglement op ontbrekende parkeerplaatsen geen extra parking voorzien moet worden. Op eigen terrein is één parkeerplaats aanwezig evenals een carport en oprit op naastliggend perceel. In het dossier wordt bevestigd dat de aanvrager beschikt over 2 parkeerplaatsen voor wagens en 2 voor fietsen.  Gezien de plaatselijke toestand zal dit niet voor hinder zorgen voor wat betreft bijkomende verkeersaantrek.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12     Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Joyce Verhamme wonende Beverenstraat 9 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen en uitbreiden van een handelswoning, op een perceel gelegen Beverenstraat 9 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 94 T7.

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.12. OMV 2021_167 - Kerkplein 11 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een apothekerskruis aan de voorgevel, op een perceel gelegen Kerkplein 11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 387 P aangevraagd door Sofie Declercq namens APOTHEEK DECLERCQ & DECLERCQ BVBA gevestigd Kerkplein 7 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  12 november 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het uithangbord mag niet uit knipperlichten bestaan.

        De verlichting moet minstens gedoofd worden tussen 24.00 uur en 5.00 uur.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 november 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een meergezinswoning met 10 wooneenheden, commerciële ruimte en 10 garages na sloop bestaande bebouwing.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 14 april 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor regulariseren van de bouw van een meergezinswoning: samenvoegen appartement 3.1 en 3.2 en berging 6 en 8.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen in het centrum van Deerlijk, in de directe omgeving van de kerk. De omgeving wordt in hoofdzaak gekenmerkt door ééngezinswoningen van twee bouwlagen en een hellend dak, met een aantal centrumfuncties in de plint en door meergezinswoningen waarbij een grotere hoogte gerealiseerd is/wordt.

Het kerkplein is een voldoende uitgeruste weg.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het aanbrengen van een apothekerskruis aan de voorgevel van een meergezinswoning.

Het apothekerskruis heeft een hoogte en diepte van telkens 0,95 m en wordt op een sokkel van 0,30 m aan de muur gehecht. Het apothekerskruis wordt op een hoogte van 2,70 m tov het maaiveld voorzien en bevindt zich op 1,20 m tov de raamopeningen op het eerste verdiep.

Het apothekerskruis wordt verlicht tijdens de openingsuren.

Na telefonisch contact werd meegegeven dat het niet om een nieuwe constructie gaat maar dat het apothekerskruis van de huidige apotheek (Kerkplein 7) verplaatst wordt naar de nieuwe locatie.

Verder wordt geen bijkomende led-verlichting of naamsaanduiding aangevraagd.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meerbepaald aan de bestemming woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de plaatsing van zaakgebonden publiciteit bij een vergunde handelszaak in de kern van de gemeente zodat de aanvraag in overeenstemming is met de gewestplanbestemming.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat het Kerkplein een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op het plaatsen van een apothekerskruis bij een nieuwe, reeds vergunde handelszaak. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze omgeving.

De inplanting van het appartementsgebouw op de rooilijn blijft ongewijzigd evenals het volume en de bebouwde oppervlakte van het gebouw.

De voorgevel wordt, door het aanbrengen van het apothekerskruis, lichtjes gewijzigd. Gezien de aanvrager het apothekerskruis van de bestaande (naastliggende) vestiging wenst te verplaatsen naar de nieuwe, wordt geoordeeld dat afgeweken kan worden van het beeldkwaliteitsplan voor wat betreft de voorgestelde afmetingen. Dat zal een beperkte impact hebben op het straatbeeld. Bij het vervangen van het apothekerskruis door een nieuw dient wel voldaan te worden de bepalingen van het beeldkwaliteitsplan.

Het apothekerskruis wordt voorzien in de zone tussen de raampartijen van het gelijkvloers en de aanzet van de verdieping waardoor de plaatsing wel voldoet aan de gemeentelijke visie inzake uithangborden/reclame uit het beeldkwaliteitsplan.

Het uithangbord integreert zich op voldoende wijze en overheerst het gebouw niet.

Gezien voorliggende reclame wel verlicht zal worden en teneinde de hinder voor de omwonende te beperken is het wenselijk volgende bijkomende voorwaarden op te leggen:

-          Het uithangbord mag niet uit knipperlichten bestaan.

-          Aangezien in de Vlarem-wetgeving opgenomen is dat lichtreclame de normale intensiteit van de openbare verlichting niet mag overtreffen (art. 6.3.0.4 zoals opgenomen in deel 6 van de Vlarem II) en gelet op het brandregime voor de openbare verlichting in de woonstraten in het centrum (dimmen van 24 u tot 5 u) dient opgenomen te worden dat de verlichting minstens gedoofd moet worden tussen 24 u  en 5 u.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Sofie Declercq namens APOTHEEK DECLERCQ & DECLERCQ BVBA gevestigd Kerkplein 7 te 8540 Deerlijk, voor het plaatsen van een apothekerskruis aan de voorgevel, op een perceel gelegen Kerkplein 11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 387 P, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het uithangbord mag niet uit knipperlichten bestaan.

        De verlichting moet minstens gedoofd worden tussen 24.00 uur en 5.00 uur.

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.13. OMV 2021_8 - Waregemstraat 533 - Raad voor Vergunningsbetwistingen - mogelijkheid tot tussenkomst - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen heeft de mogelijkheid om tussen te komen in een procedure met betrekking tot de vordering tot vernietiging van de beslissing van 8 juli 2021 van de deputatie inzake de vergunning afgeleverd voor de eigendom gelegen Waregemstraat 533 te Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen heeft op 24 maart 2021 de omgevingsvergunning op naam van Peter Waelkens namens GEVELCONCEPT WAELKENS BV, voor het regulariseren van de functiewijziging van appartement naar kleinschalige handel met productie, op een perceel gelegen Waregemstraat 533 onder voorwaarden afgeleverd.

Er werd beroep aangetekend tegen de vergunning. De deputatie heeft in zitting van 8 juli 2021 beslist de vergunning te verlenen mits naleving van specifieke voorwaarden.

Raadsman meester Yves Pynaert, namens de heer Dirk Vandenbroucke, wonende Waregemstraat 533/0101, 8540 Deerlijk, heeft bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen een verzoekschrift ingediend strekkende tot vernietiging van de beslissing van 8 juli 2021 van de deputatie.

Het college van burgemeester en schepenen kan op dit ogenblik tussenkomen in de procedure met betrekking tot de vordering tot vernietiging. Dit verzoekschrift tot tussenkomst moet ingediend worden binnen een vervaltermijn van twintig dagen die ingaat de dag na de dag van de betekening van de kennismakingsbrief. De brief werd betekend op 3 november 2021.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

◦          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit in deze zaak geen verzoek tot tussenkomst in te dienen aangezien geen algemeen belang te motiveren is.

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.14. Tulpenlaan 139 - vergunningstoestand 'vergund geacht' - goedkeuring

Aanleiding en context

De eigendom gelegen Tulpenlaan 139, gekadastreerd (deel van) afdeling 1, sectie A, nummer 213v4 is reeds langdurig bewoond geweest en nu vraagt de makelaar die het pand wenst te verkopen om het als vergund geachte woning op te nemen in het vergunningenregister.

Motivering

In het vergunningenregister is o.a. met betrekking tot de eigendom volgende info opgenomen:

In de oorspronkelijke bouwvergunning voor het bouwen van een appartementencomplex en winkels werd het pand Tulpenlaan 139 bestemd als winkelruimte op het gelijkvloers van het gebouw.

Uit het bevolkingsbestand blijkt echter dat de eerste inschrijving als bewoner dateert van 17 februari 1973, sindsdien is er constant bewoning geweest in het pand.

Artikel 4.2.14, § 2 van de VCRO voorziet dat bestaande constructies waarvan door enig rechtens toegelaten bewijsmiddel wordt aangetoond dat ze gebouwd werden in de periode vanaf 22 april 1962 tot de eerste inwerkingtreding van het gewestplan waarbinnen zij gelegen zijn (voor Deerlijk is dat gewestplan Kortrijk van 4 november 1977), worden voor de toepassing van deze codex geacht te zijn vergund, tenzij het vergund karakter wordt tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie. Het tegenbewijs kan niet meer worden geleverd eens de constructie één jaar als vergund geacht, opgenomen is in het vergunningenregister.

Om aan te tonen dat het pand voor het eerst bewoond werd tussen 22 april 1962 en 4 november 1977 wordt een uittreksel uit het bevolkingsregister bijgevoegd als bewijsstuk.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit, op basis van de gegevens uit het bevolkingsregister, dat de constructie gelegen Tulpenlaan 139, deels op het kadastraal perceel afdeling 1, sectie A, nummer 213v4, als vergund geachte woning opgenomen dient te worden in het vergunningenregister.

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.15. Attest van verdeling - Otegemstraat - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of er opmerkingen zijn bij het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Otegemstraat te Deerlijk.

Motivering

Op 3 november 2021 verstuurde men vanuit het notariaat Saey - Taelman - Degandt een attest van verdeling voor de eigendom gelegen langs de Otegemstraat, gekadastreerd afdeling 2, sectie E, nummer 395, met een oppervlakte van 12.500 m².

Een deel van de eigendom, met een oppervlakte van 907 m² wordt afgesplitst teneinde te verkopen aan de aanpalende eigenaar Otegemstraat 34.

De bestemming van het goed is volgens de akte en de verwerver uitweg en volgens het gewestplan agrarisch gebied.

De omgevingsambtenaar stelt voor volgende opmerking te formuleren:

Op de eigendom is een deel van een trage weg aanwezig, zijnde het Stropuytpad. Ook na de verkoop dient deze publieke erfdienstbaarheid van doorgang behouden te blijven.

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing maar wenst wel op te merken dat de bestaande trage weg op de eigendom, zijnde het Stropuytpad, behouden moet blijven.

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.16. Attest van verdeling - Tapuitstraat 79 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of er opmerkingen zijn bij het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Tapuitstraat 79 te Deerlijk.

Motivering

Op 26 oktober 2021 verstuurde men vanuit het notariaat ALTUS notarissen een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Tapuitstraat 79, gekadastreerd afdeling 2, sectie D, nummer 369W2, met een kadastrale oppervlakte van 3874 m². Het attest werd ontvangen op 3 november 2021.

Een deel van de eigendom, met een oppervlakte van 687 m² wordt afgesplitst teneinde te verkopen.

De bestemming van het goed is volgens de akte bewoning. De woning is volgens de info van de notaris in staat van gesloten ruwbouw.

De omgevingsambtenaar stelt voor geen opmerkingen te formuleren bij het voorstel van verdeling gezien de woning wind- en waterdicht is conform de omgevingsvergunning voor groepswoningbouw.

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing.

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.17. Inname openbaar domein - kennisname

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.18. BMC - verslag 27 oktober 2021 - kennisname en goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht het verslag van de beperkte mobiliteitscommissie van 27 oktober 2021 goed te keuren.

Motivering

De beperkte mobiliteitscommissie hield een vergadering op 27 oktober 2021. Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag en goed te keuren.

De beperkte mobiliteitscommissie verleende een advies voor volgende punten:

•          Tellingen Otegemstraat: verkeersremmende maatregelen

•          Tellingen Otegemse Steenweg: nieuwe telling

•          Pladijsstraat: signalisatie fietspad

•          Dammeke/René Declercqstraat (Driesplein): gevaarlijk kruispunt voor fietsers

•          Jagershof (Keizelbergstraat/Oude Pastoriestraat): garageweg/te snel rijden

•          Pont- en Tapuitstraat: zwaar vervoer

•          Oliebergstraat: te snel rijden ondanks zone 50

•          Gaversstraat: uitzonderlijk plaatselijk verkeer

•          Kruispunt Vrijeigen-Waregemstraat: vraag tot plaatsen spiegel/parkeerverbod

Meer info is terug te vinden in het verslag in bijlage.

Juridische gronden

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van 27 oktober 2021 en beslist de adviezen van de beperkte mobiliteitscommissie te volgen.

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.19. Ambulante handel - standplaats foodtruck oliebollen en ijswagen - 2022 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen aan de zaakvoerder van 'Kelly-Debby ijs en Flanders Gebak' voor het uitoefenen van ambulante handel (Oliebollen foodtruck en ijswagen) op een vaste standplaats op het Neunkirchenplein en de parking aan de kerk Sint-Lodewijk voor het jaar 2022.

Motivering

De zaakvoerder van 'Kelly-Debby ijs en Flanders Gebak' vraagt het hergebruik van de vaste standplaats voor hun Oliebollen foodtruck en ijswagen omdat dit tijdens hun eerste periode (september 2020 - december 2021) een succes bleek. Concreet vragen zij voor het jaar 2022 het gebruik aan van de volgende standplaatsen:

•          Op het Neunkirchenplein op zondagnamiddag van 14.00 tot 18.00 uur. Hierbij hebben ze een ruimte van 6 m en elektriciteit nodig.

•          Op de parking aan de kerk van Sint-Lodewijk op maandagavond van 16.00 tot 20.00 uur. Hierbij hebben ze enkel een ruimte van 6 m nodig en geen elektriciteit.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Retributiereglement ambulante handel, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 19 december 2019

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de zaakvoerder van Kelly-Debby ijs en Flanders gebak, toelating te verlenen voor de uitoefening van hun ambulante handel op de daartoe bestemde standplaatsen gedurende het jaar 2022. Per dag zal hiervoor een retributie van 25 euro aangerekend worden en een elektriciteitskost van 5 euro per dag.

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.20. Vaccinatiecentrum Waregem Expo - financieel overzicht - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het recentste financieel overzicht met betrekking tot de uitbating van het vaccinatiecentrum in Waregem Expo.

Motivering

In zitting van 17 februari 2021 besliste het college van burgemeester en schepenen de overeenkomst tot het ter beschikking stellen van de uitrustingen en diensten van Waregem Expo NV en het ontwerpbudget in het kader van het vaccinatiecentrum in Waregem Expo goed te keuren.

Op 7 oktober 2021 werd het recentste financieel overzicht met de cijfers tot en met eind september 2021, met uitzondering van de vrijwilligers voor de maand september 2021, overgemaakt.

Voormeld overzicht is terug te vinden in bijlage.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het recentste financieel overzicht met betrekking tot de uitbating van het vaccinatiecentrum in Waregem Expo.

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.21. Vaccinatiecentrum - Waregem expo - overeenkomst - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de nieuwe overeenkomst in het kader van het vaccinatiecentrum in Waregem Expo goed te keuren.

Motivering

In zitting van 18 augustus 2021 besliste het college van burgemeester en schepenen de tweede overeenkomst tot het ter beschikking stellen van de uitrusting en diensten van Waregem Expo nv in het kader van het vaccinatiecentrum in Waregem Expo goed te keuren.

Voormelde overeenkomst liep van 1 augustus 2021 tot en met 30 september 2021, gebaseerd op de door Vlaanderen verleende informatie en financiering.

Op 1 oktober 2021 besliste de Vlaamse Regering de toekenning van een subsidie voor infrastructuur en uitbating van een vaccinatiecentrum te verlengen tot eind 2021.

Aansluitend daarop ging de penhoudende overheid, meer bepaald stad Waregem, in overleg met Waregem Expo en werd een overeenkomst opgemaakt voor de periode van 1 oktober 2021 tot en met het einde van de vaccinatiecampagne, waarbij gewerkt wordt met een huurprijs per effectieve vaccinatiedag en een inrichtingskost per serie van opeenvolgende effectieve vaccinatiedagen.

Dit werd afgestemd met de burgemeesters van de vier lokale besturen voor wie de vaccinatie in Waregem Expo gebeurt.

Op 3 november 2021 werd de overeenkomst goedgekeurd door de gemeenteraad van Waregem en er werd gevraagd deze eveneens te laten goedkeuren door de colleges van burgemeester en schepenen van de andere betrokken lokale besturen.

De nieuwe overeenkomst tot het ter beschikking stellen van de uitrusting en diensten van Waregem Expo nv is te vinden in bijlage bij dit punt.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de nieuwe overeenkomst tot het ter beschikking stellen van de uitrusting en diensten van Waregem Expo nv in het kader van het vaccinatiecentrum in Waregem Expo goed te keuren.

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.22. Asverstrooiing - kennisname

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.23. Asverstrooiing - kennisname

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.24. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.25. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.26. Grafconcessies - hernieuwingen - goedkeuring

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

C.27. Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

Aanleiding en context

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere: Organisatiebeheersysteem

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2021/42 goed te keuren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2021/63 goed te keuren.

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

D.1. Afsprakennota MAT - CBS / VB / burgemeester / vz. VB / BCSD / vz. BCSD - evaluatie

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

D.2. Ondersteuning patrimoniumdossiers door Leiedal - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de nota waarin ondersteuning wordt gevraagd door Leiedal met betrekking tot patrimoniumdossiers en het ontwerp van afsprakennota hieromtrent goed te keuren.  

Motivering

Het college neemt kennis van de nota in bijlage waarin ondersteuning wordt gevraagd door Leiedal met betrekking tot patrimoniumdossiers.

Concreet wordt voorgesteld om 1 dag per week ondersteuning te vragen. Dit komt neer op een maximumbudget van orde-grootte 20.000 per jaar. Dit is een maximum dat op basis van de effectief gepresteerde uren kan aangesproken worden (volgens de uurtarieven).

Leiedal maakte op basis hiervan een ontwerp van afsprakennota

'Projectregie “ondersteuning patrimoniumdossiers” in het kader van de zelfstandige

groepering Leiedal'. Deze nota ligt voor aan het schepencollege.

De ondersteuning start vanaf 1 januari 2022.

De overeenkomst loopt tot en met 31 december 2022 en kan verlengd worden mits positieve evaluatie.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de nota waarin ondersteuning wordt gevraagd door Leiedal met betrekking tot patrimoniumdossiers en gaat hier mee akkoord.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen keurt het ontwerp van afsprakennota 'Projectregie “ondersteuning patrimoniumdossiers” in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal' goed.

Artikel 3

De ondersteuning loopt van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 en kan verlengd worden mits positieve evaluatie.

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

D.3. Aanbod recht van voorkoop - Weverijstraat 10 - beslissing

Aanleiding en context

De Vlaamse Grondenbank heeft een aanbod van het recht van voorkoop ontvangen waarvan het gemeentebestuur de begunstigde is.

Motivering

De instrumenterende ambtenaar heeft het recht van voorkoop aangeboden in toepassing van de Vlaamse wooncode (woning is leegstaand).  Het betreft een eigendom gelegen Weverijstraat 10 (gekadastreerd afdeling 1, sectie A, nummer 300k2) te Deerlijk.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur.

•          Andere:

◦          Decreet houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten definitief goedgekeurd op 25 mei 2007

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit niet in te gaan op het aanbod en het recht van voorkoop bijgevolg niet uit te oefenen.

Zitting van CBS van 17 NOVEMBER 2021

D.4. Gemeenschapscentrum - aanpassing krijtlijnen afsprakenkader en gebruik van het Koetsiershuis door vzw De Living - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aangepaste krijtlijnen voor een afsprakenkader en het gebruik van het koetsiershuis door vzw De Living principieel goed te keuren.

Motivering

In zitting van 1 september 2021 keurde het college van burgemeester en schepenen het gebruik van het koetsiershuis door vzw De Living principieel goed onder volgende voorwaarden:

•          de vzw kan gebruik maken van het gebouw en moet daarbij, zoals elke andere vereniging, de bepalingen van het retributiereglement van het gemeenschapscentrum in acht nemen;

•          een multifunctioneel gebruik moet mogelijk blijven voor andere Deerlijkse verenigingen, kunstenaars en andere organisatoren;

•          de gemeente kan niet instaan voor kosten aan het gebouw en inrichting die enkel en alleen noodzakelijk zijn in functie van de activiteiten van de vzw;

•          de vzw kan geen interieurelementen of andere inrichting permanent verankeren aan of verbinden met het gebouw teneinde het multifunctioneel gebruik niet te hypothekeren.

In zitting van 1 september 2021 besliste het college van burgemeester en schepenen eveneens om een uitgewerkt afsprakenkader, opgemaakt in overleg met vzw De Living tijdig ter goedkeuring voor te leggen.

Het verwachte gebruik en de inrichting van het koetsiershuis door vzw De Living is evenwel moeilijk in te passen in een frequent gedeeld en wisselend gebruik zoals beoogd wordt met het retributie- en gebruikersreglement van het gemeenschapscentrum.

Uitgaande van het verwachte gebruik en de inrichting van het koetsiershuis door vzw De Living wordt daarom voorgesteld om de piste te verkennen van een gebruikers/huurovereenkomst en afsprakenkader die los staan van het retributiereglement van het gemeenschapscentrum.

Indien een dergelijke gebruikers/huurovereenkomst en afsprakenkader los van het retributiereglement kan worden uitgewerkt in overleg met vzw De Living, zal het koetsiershuis als onderdeel van het gemeenschapscentrum dienen geschrapt te worden. 

Bij het uitwerken van een gebruikers/huurovereenkomst en afsprakenkader, los van het retributiereglement, dient met volgende randvoorwaarden rekening gehouden te worden:

•          de gemeente kan niet instaan voor kosten aan het gebouw en de inrichting in functie van de activiteiten van de vzw;

•          de vzw kan geen interieurelementen of andere inrichting permanent verankeren aan of verbinden met het gebouw zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeente.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          CBS 1 september 2021 - Gemeenschapscentrum - gebruik koetsiershuis door vzw De Living - principiële goedkeuring

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om het gebruik van het koetsiershuis door vzw De Living verder uit te werken binnen de bepalingen van het retributiereglement van het gemeenschapscentrum. Hierbij wordt een afsprakenkader opgemaakt.

De voorgestelde piste voor het uitwerken van een gebruikers/huurovereenkomst los van het retributiereglement wordt niet weerhouden.

Artikel 2

Een uitgewerkt afsprakenkader met concrete voorwaarden wordt tijdig ter goedkeuring voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.