Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 30 september 2020 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 30 september 2020.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 30 september 2020 goed te keuren.
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
Onderhoud en renovatie interieur Sint-Columbakerk - nazicht interieur en opmaak actietabel - gunning - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Nazicht interieur en opmaak actietabel voor onderhoud en renovatie interieur Sint-Columbakerk” goed te keuren.
Motivering
Voor het onderhoud en de renovatie van het interieur van de Sint-Columbakerk werd een prijsvraag gehouden voor een onderzoek ter plaatse en het opmaken van een actietabel. Het is de bedoeling om aan de hand van dit onderzoek en de actietabel een plan van aanpak op te stellen voor het onderhoud en de renovatie.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 12.396,69 euro excl. btw of 15.000,00 euro incl. 21 % btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).
Volgende ondernemers werden uitgenodigd om deel te nemen aan de opdracht:
Er werden 3 offertes ontvangen:
De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder, zijnde Demeyere J & A bvba, Veldstraat 71 te 8500 Kortrijk, tegen het nagerekende offertebedrag van 12.300,00 euro excl. btw of 14.883,00 euro incl. 21 % btw.
Juridische gronden
Adviezen
De projectmanager ruimte verleent positief advies.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Bestelbedrag | 12.300,00 euro excl. btw of 14.883,00 euro incl. btw |
Actie | Uitvoeren van beheers- en herstellingswerken aan het interieur van de Sint-Columbakerk |
Jaarbudgetrekening | 0790-00/22100000/BESTUUR/CBS/0/IP-24 |
Visum | G-2020-34 dd 02/10/2020 |
BESLUIT
Artikel 1
Goedkeuring wordt verleend aan het gunningsvoorstel, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.
Artikel 2
De opdracht “Nazicht interieur en opmaak actietabel voor onderhoud en renovatie interieur St-Columbakerk” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder, zijnde Demeyere J & A bvba, Veldstraat 71 te 8500 Kortrijk, tegen het nagerekende offertebedrag van 12.300,00 euro excl. btw of 14.883,00 euro incl. 21 % btw.
Artikel 3
De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020, op jaarbudgetrekening 0790-00/22100000/BESTUUR/CBS/0/IP-24 (actie A-4.07.1).
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
Asverstrooiing - kennisname
Hans Piepers Regine Rooryck Bert Schelfhout Matthias Vanneste Sandra De Leeuw-Goussey Louis Vanderbeken Claude Croes Regine Rooryck Bert Schelfhout Matthias Vanneste Sandra De Leeuw-Goussey Louis Vanderbeken Claude Croes aantal voorstanders: 6 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
BBO De KIM - aanvraag verlof wegens bijzondere opdracht directeur en tijdelijke aanstelling waarnemend directeur - goedkeuring
STEMMINGEN
bij geheime stemming
Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
Beslissingen algemeen directeur - september 2020 - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de besluiten van de algemeen directeur van de maand september 2020.
Motivering
De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 170 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besluiten van de algemeen directeur van de maand september 2020.
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
Aanvragen financiële steun voor noodhulp - weigering
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een algemeen standpunt in te nemen om niet in te gaan om aanvragen voor financiële steun in het kader van noodhulp.
Motivering
De gemeente krijgt regelmatig vragen van internationale hulporganisaties zoals Oxfam, Unicef, Rode Kruis Vlaanderen, Consortium 12-12 enz....voor financiële steun ikv noodsituaties.
Omwille van de frequentie van het aantal aanvragen voor financiële hulp is het voor een gemeente onmogelijk geworden om alle initiatieven en organisaties die op een of andere manier aan ontwikkelingssamenwerking doen, financieel te ondersteunen.
Bovendien is het geen gemeentelijke taak aangezien elke burger individueel kan bijdragen om de vraag naar noodhulp te ondersteunen.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit niet in te gaan op vragen voor financiële steun van internationale hulporganisaties.
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
Kinderboerderij Bokkeslot - eenmalige verhoging basispremie met 30 % - corona-relanceplan - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de eenmalige verhoging van 30 % op de basispremie, die voorzien wordt vanuit de ontvangen middelen uit het Vlaams noodfonds corona ter ondersteuning van de verenigingen, voor vzw Kinderboerderij Bokkeslot goed te keuren.
Motivering
De gemeenteraad besliste in zitting van 9 juli 2020 om een éénmalige verhoging van de werkingssubsidies 2020 voor verenigingen goed te keuren.
De toe te kennen verhoging van de werkings- en basissubsidies voor werkjaar 2020 wordt berekend als 30 % van het gemiddelde van de ontvangen werkings- en basissubsidies die de respectievelijke vereniging mocht ontvangen voor de voorbije drie werkjaren.
Kinderboerderij Bokkeslot kreeg reeds hun basissubsidie voor 2020, namelijk 37.000 euro. Dit werd goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 10 juni 2020.
In 2018 en 2019 kreeg Kinderboerderij Bokkeslot telkens een basissubsidie van 31.440 euro.
Het gemiddelde van de voorbije werkjaren is dus 33.293,33 euro.
30 % van dat gemiddelde is 9.988 euro.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Beslissing gemeenteraad, zitting 9 juli 2020, Corona-relanceplan - éénmalige verhoging werkingssubsidies en nominatieve toelagen
◦ Beslissing college van burgemeester en schepenen, zitting 10 juni 2020, jaarlijkse exploitatiepremie VZW Kinderboerderij Bokkeslot
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 9.988 euro |
Actie | Overig beleid |
Jaarbudgetrekening | CBS / 0750-00 / 64940007 |
Visum | G - 2020 - 33 |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om de éénmalige verhoging van 30 % die voorzien wordt vanuit de ontvangen middelen van het Vlaams noodfonds corona ter ondersteuning van de verenigingen, voor vzw Kinderboerderij Bokkeslot goed te keuren.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit om de eenmalige premie van 9.988 euro toe te kennen aan vzw Kinderboerderij Bokkeslot en deze uit te betalen op rekeningnummer BE55 7380 1919 8544.
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
Speelplein Kerekewere - annuleren herfstvakantie 2020 bij kleurencode rood - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te geven voor de annulering van de speelpleinwerking tijdens de herfstvakantie indien kleurencode rood voor het onderwijs binnen de gemeente van kracht zou zijn of worden.
Motivering
Jeugdwerkinitiatieven, dus ook de speelpleinwerking, zijn verplicht om sinds begin september dezelfde kleurencode en de daaraan verbonden maatregelen te gebruiken zoals de gemeentelijke kleurencode voor het onderwijs.
Deze te volgen gemeentelijke kleurencode voor het onderwijs wordt bepaald door het gemeentebestuur en kan dus van gemeente tot gemeente verschillen.
Het is ook het gemeentebestuur dat beslist of er geschakeld wordt in de kleurencodes en dan schakelt het jeugdwerk mee.
Momenteel bevinden we ons voor de gemeente Deerlijk in kleurencode geel voor het onderwijs in de gemeente, dus ook voor het jeugdwerk.
Het gaat niet om de kleurencode die de gemeente krijgt van de controletoren van Agentschap Zorg en Gezondheid.
De algemene Vlaamse code kan ook veranderen en dan primeert de strengste code.
Bij kleurencodes geel en oranje kan de speelpleinwerking, mits enkele aanpassingen, toch een voldoende groot aanbod organiseren voor kinderen onder de 12 jaar.
Concreet betekent dit dat er drie bubbels zullen zijn van telkens 40 kinderen, vijf à zes animatoren en vier reserveplaatsen voor kwetsbare kinderen. Het maximum aantal personen (incl. animatoren) blijft zoals in de zomerwerking, 50 per bubbel.
Bij kleurencode rood veranderen er heel wat zaken. Er mogen slechts 20 personen per bubbel zijn, deze moeten in de buitenlucht blijven en moeten fysieke afstand bewaren.
Indien kleurencode rood van kracht zou zijn binnen onze gemeente betekent dit dat kinderen en animatoren, de volledige dag, verplicht buiten moeten spelen en afstand moeten bewaren. In een herfstmaand zoals november lijkt dit niet ideaal en onverantwoord (zeker met de kleuters).
Daarnaast kunnen er tegen de vakantie reeds 40 kinderen per bubbel ingeschreven zijn en dan moet er bepaald worden welke kinderen wel en niet mogen komen. Dit lijkt niet opportuun.
Dit werd besproken op de stuurgroep van het speelplein op dinsdag 22 september 2020 en daar werd voorgesteld om de volledige werking te annuleren voor iedereen, bij kleurencode rood in de herfstvakantie.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit akkoord te gaan met het annuleren van de speelpleinwerking tijdens de herfstvakantie, indien kleurencode rood voor het onderwijs binnen de gemeente van kracht zou zijn of worden.
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
Coronapremie cultuurverenigingen - uitbetaling - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de eenmalige verhoging van 30 % die voorzien wordt vanuit de ontvangen middelen uit het Vlaams noodfonds corona, ter ondersteuning van de verenigingen, goed te keuren en uit te betalen aan de Deerlijkse socio-culturele verenigingen.
Motivering
De gemeenteraad besliste in zitting van 9 juli 2020 om elke Deerlijkse vereniging een eenmalige verhoging van 30 % van hun werkingssubsidie toe te kennen. Deze 30 % wordt berekend op het gemiddelde van de ontvangen werkingspremies voor de werkjaren 2019, 2018 en 2017.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Beslissing gemeenteraad, zitting 9 juli 2020, Corona-relanceplan - eenmalige verhoging werkingssubsidies en nominatieve toelagen
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 3.607,40 euro |
Actie | Overig beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB / 0739-00 / 64910028 |
Visum | geen visum |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de eenmalige verhoging van de werkingssubsidies voor socio-culturele verenigingen goed te keuren en deze als volgt te betalen op de bijhorende rekeningnummers:
Vereniging | Premie (euro) | Rekeningnummer |
Balletschool Raymonda | 118,40 | BE62 7384 0831 5761 |
CGC vzw | 92,98 | BE34 4600 3970 7190 |
d’Okra’s | 76,07 | BE17 7755 7932 2821 |
Davidsfonds | 127,61 | BE47 4635 1308 2180 |
Die Ghesellen | 205,92 | BE58 7380 1971 6179 |
Et Encore | 125,10 | BE66 7380 0156 3843 |
Femma d’Annekes Deerlijk | 95,10 | BE55 7785 4317 9544 |
Femma Sellewie | 86,72 | BE06 8601 0099 0722 |
Ferm | 203,95 | BE47 7384 0816 2480 |
Fotoclub | 106,54 | BE20 6528 4641 9456 |
Gezinsbond | 118,96 | BE98 4635 1445 1193 |
Gregoriaans koor | 111,04 | BE82 9796 1970 0568 |
Heemkring Dorp en Toren | 216,78 | BE31 0001 6577 8555 |
Ic Dien | 39,31 | BE59 9731 8115 6426 |
Kapellekens Ommegang | 22,50 | BE32 7380 1711 8502 |
KLG | 89,82 | BE41 7384 0800 0210 |
Kon. Fanfare Sint-Cecilia | 659,15 | BE32 7380 1711 8502 |
KPZ Sint-Lodewijk | 133,66 | BE18 8601 1954 1465 |
KWB Sint-Lodewijk | 53,66 | BE49 9796 2393 9771 |
Magenta | 89,19 | BE48 7380 4059 5027 |
MARKANT | 72,25 | BE59 7512 0623 0326 |
Poppentheater Ellebieke | 89,71 | BE31 7384 0849 9455 |
René De Clercqgenootschap | 218,55 | BE49 4635 1470 1171 |
Samana | 91,38 | BE49 7785 5018 5671 |
Theater Sellewie | 139,92 | BE18 8601 0417 6665 |
Volta | 131,30 | BE12 9731 3608 7192 |
Wijkraad De Trompe | 91,81 | BE06 8538 5419 0722 |
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
Erfgoed zuidwest - tentoonstelling Tapijtgeest - 17 oktober 2020 - goedkeuring
Aanleiding en context
Op 28 september 2020 werd een aanvraag ingediend door Erfgoed zuidwest voor volgend evenement:
Naam evenement | Expo Tapijtgeest |
Organisator | Erfgoed zuidwest |
Datum | 17 oktober 2020 |
Plaats | De Kazerne |
Motivering
1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:
Op zaterdag 17 oktober 2020 organiseert Erfgoed zuidwest, in samenwerking met de gemeente Deerlijk, Expo Tapijtgeest in De Kazerne. Het programma bestaat uit 2 delen, enerzijds een bedankingsmoment op uitnodiging voor alle partners die hebben meegeholpen aan de realisatie van het project. Ze kunnen een geleid bezoek aan de expo volgen en worden nadien een zittende receptie aangeboden.
Anderzijds wordt er een open programma aangeboden met workshops en geleide bezoeken.
• Maatregelen genomen om het evenement covid-veilig te maken:
De Covid-event scan werd uitgevoerd. Covid-veiligheidslabel: groen.
De algemene corona-maatregelen worden als volgt toegepast:
Voor het bedankingsmoment kunnen genodigden en hun partner enkel deelnemen na reservatie. Plaatsen zijn beperkt tot 15 personen per tijdsslot,
De maximale afstand van 1,5 m dient doorheen de expo, in de verschillende zones, te worden toegepast.
De registratieplicht geldt ook voor bezoekers die wensen deel te nemen aan een van de workshops, plaatsen zijn beperkt tot maximaal 10 personen per tijdsslot.
De zittende receptie gaat door in een afgebakende zone waarbij het horeca-protocol wordt toegepast, er wordt enkel bediend aan tafels en de maximale afstand van 1,5 meter wordt gerespecteerd tussen de tafels en de bezoekers.
Daarnaast geldt een algemene mondmaskerplicht; er worden voldoende materialen voorzien om de maximale (hand-) hygiëne te kunnen waarborgen; raakvlakken worden continue ontsmet door vrijwilligers.
Bezoekers worden geïnformeerd over de veiligheids- en hygiënemaatregelen, zowel voordien als tijdens de tentoonstelling en de workshops.
2. De evenementen- veiligheidscel verleent volgend advies voor dit evenement:
Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.
Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.
Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).
Bijkomend specifiek advies kan later nog volgen vanuit de veiligheidscel.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits er twee verantwoordelijken aangesteld worden. De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein. De andere verantwoordelijke houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.
Artikel 2
De inrichter moet de richtlijnen volgen van de hulpverleningszone Fluvia inzake veiligheid.
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
Lokaal Markt - Lokaal Boetiek - 8 november 2020 - goedkeuring
Aanleiding en context
Op 8 september 2020 werd een aanvraag ingediend door Sjarel Buysschaert voor volgend evenement:
Naam evenement | Lokaal Boetiek |
Organisator | Lokaal BV |
Datum | 8 november 2020 |
Plaats | Uzien |
Motivering
1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:
• Maatregelen genomen om het evenement covid-veilig te maken:
De Covid-event scan werd uitgevoerd. Covid-veiligheidslabel: oranje
Naar aanleiding van het oranje veiligheidslabel werd op donderdag 24 september 2020 een overleg georganiseerd tussen organisator, evenementencoach en noodplanningsambtenaar. Tijdens dit overleg werd overeengekomen dat de strikte naleving van de corona-maatregelen noodzakelijk is aangezien de activiteit indoor wordt georganiseerd en de maximale toegestane capaciteit tijdens het evenement meermaals wordt benut.
De burgemeester heeft akte genomen van bovenstaand overleg en het geformuleerde advies en gaat akkoord met onderstaande toepassing van de corona-maatregelen.
In het kader van risicobeheersing worden bijgevolg de algemene corona-maatregelen als volgt toegepast:
Elke bezoeker dient zich vooraf te registreren via een QR-code of bij aankomst ter plaatse via het online invulformulier. Daarna ontvangt elkeen een genummerd kaartje dat aangeeft hoeveel bezoekers zich reeds binnen bevinden, zodat de maximale toegestane capaciteit niet overschreden wordt. De maximale toegestane capaciteit bedraagt 80 personen in de vrije ruimte, exclusief de standhouders en het zittende horeca-gedeelte.
Wanneer het maximale aantal bezoekers is bereikt, zal er buiten een wachtrij gevormd worden in de aangeduide zone waarbij de te respecteren afstand van 1,5 meter per bezoeker gewaarborgd wordt.
Daarnaast werd op uitdrukkelijke vraag van de noodplanningsambtenaar, de looprichting voor de bezoeker en de verschillende standen opnieuw ingetekend op het grondplan, waardoor er meer vrije- en bewegingsruimte is voor de bezoeker.
De organisator staat ook in voor de toepassing van de algemene corona-maatregelen zoals het toepassen van de mondmaskerplicht; materialen voorzien voor maximale (hand-) hygiëne. Daarnaast wordt in de afgebakende zonde die voorzien is voor de bar, het horeca-protocol toegepast. Alle maatregelen zullen bovendien duidelijk vooraf en tijdens het evenement gecommuniceerd worden via de sociale media- kanalen van de organisator.
• aanvraag geluidsactiviteit als volgt:
85 – 95 dB
Contactpersoon | Naam | Sjarel Buysschaert |
| Adres | Veldstraat 18 |
| Postcode en gemeente | 8540 Deerlijk |
Activiteit | Benaming activiteit | Lokaal Boetiek |
Locatie | Gebouw | Uzien |
| Tent | / |
| Open lucht | / |
Adres | Naam gebouw | Uzien |
| Adres | De Cassinastraat 10 |
| Postcode en gemeente | 8540 Deerlijk |
Maximaal geluidsniveau | >85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min |
Duur |
|
Begin | 8 november 2020 om 10.00 uur |
Einde | 8 november 2020 om 18.00 uur |
De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.
Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.
De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.
Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.
2. De evenementen- veiligheidscel verleent volgend advies voor dit evenement:
Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.
Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.
Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).
Bijkomend specifiek advies kan later nog volgen vanuit de veiligheidscel.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Toelating geluidsactiviteit
▪ Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement
▪ Besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999
▪ Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999
▪ Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits er twee verantwoordelijken aangesteld worden. De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein. De andere verantwoordelijke houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.
Artikel 2
De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:
Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.
Maximaal geluidsniveau: > 85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min |
• Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,15min 95 dB(A) niet overschrijden. Als het maximale geluidsniveau, gemeten als LAmax,slow 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan. Bij het meten van het geluidsniveau wordt zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht. • Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de mengtafel of andere representatieve meetplaats. • Op initiatief en op kosten van de exploitant/organisator wordt ofwel LAeq,15min ofwel LAmax,slow continu gemeten d.m.v. meetapparatuur die voldoet aan de vereisten. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant/organisator of een door hem aangestelde persoon. • De verplichting tot het meten van het geluidsniveau geldt niet als door de organisator/exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm, gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten. |
Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:
Duur |
|
Begin | 8 november 2020 om 10.00 uur |
Einde | 8 november 2020 om 18.00 uur |
Voorwaarden met betrekking tot de buurt:
• De inrichters als bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.
• De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.
De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.
Artikel 3
De inrichter moet de richtlijnen volgen van de hulpverleningszone Fluvia inzake veiligheid.
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
Beperkte mobiliteitscommissie - 24 september 2020 - kennisname verslag + besluit - goedkeuring
Aanleiding en context
De beperkte mobiliteitscommissie hield een vergadering op 24 september 2020. Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de adviezen van de commissie goed te keuren.
Motivering
Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besproken onderwerpen en neemt een beslissing aan de hand van het advies van de beperkte mobiliteitscommissie.
• Overdreven snelheid en zwaar verkeer in de Pikkelstraat
• Pikkelstraat 54: moeilijk afrijden van oprit
• Gevaarlijk kruispunt Kerkplein - Harelbekestraat
• Overdreven snelheid in de Sint-Pietersabdijstraat
• Zwaar verkeer en snelheid in de Otegemstraat en Kerkstraat
• Overdreven snelheid ter hoogte van Waregemstraat 9
• Hinderlijk parkeren in de Kerkstraat 145
• Zwaar verkeer in de Stationsstraat
• Politieraad
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1, Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van 24 september 2020 en beslist de adviezen van de beperkte mobiliteitscommissie te volgen.
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
Inname openbaar domein - kennisname
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
Renovatiepremie eigenaars-bewoners - goedkeuring
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
OMV 2020_142 - Stationsstraat 343 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een garage aansluitend op de achterliggende garageweg, op een perceel gelegen Stationsstraat 343 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 322 D2 aangevraagd door Thomas Vermeulen wonende Stationsstraat 345 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 2 oktober 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
- De voorziene verharding tussen de achterkavelgrens en de achtergevel van de garage dient aangelegd te worden in waterdoorlatende materialen.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 februari 1971 door het college van burgemeester en schepenen voor het veranderen van de voorgevel van het woonhuis.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langs de Stationsstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De woning maakt deel uit van een gesloten residentiële bebouwing. De woning bestaat uit een hoofdvolume van 2 bouwlagen met zadeldak en een aangebouwd nevenvolume. Achter dit nevenvolume is nog een klein vrijstaand bijgebouw met plat dak aanwezig. In de ruimere omgeving is zowel vrijstaande, halfopen als gesloten bebouwing aanwezig. De eigendom paalt aan de achterzijde aan een garageweg met erfdienstbaarheid die ontsluit op de Rootland en gelegen is op de eigendom van de gemeente alsook van de woningen Stationsstraat 335, 337, 339, 341 en voorliggende eigendom.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst op het einde van zijn eigendom, aansluitend op de bestaande garageweg, een garage te bouwen. De garage heeft een breedte van 3,57 m op een diepte van 9,35 m en wordt ingeplant op de zuidelijke perceelsgrens (eveneens eigendom van de aanvrager) en op 1 m van de noordelijke perceelsgrens. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt 8,59 m ter hoogte van de rechterzijgevel en 7,62 m ter hoogte van de linkerzijperceelsgrens. De garage wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 3 m. De gevels worden afgewerkt met een gevelsteen. De zone tussen de achterperceelsgrens en de achtergevel van de garage zal verhard worden met beton en deels (laatste 1,40 m van het perceel) in steenslag.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
5. Adviezen
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan zijnde de voorschriften voor woongebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een garage bij een eengezinswoning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Stationsstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op werkzaamheden bij een bestaande eengezinswoning met behoud van de bestaande functie zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De garage wordt ingeplant achteraan het perceel aansluitend op een bestaande garageweg met erfdienstbaarheid in een zone waar bijgevolg nog garages aanwezig zijn. Bij het herinrichten van een tuinzone dient steeds rekening gehouden te worden met het feit dat nog voldoende kwalitatieve buitenruimte aanwezig is. De oppervlakte van het bijgebouw is standaard en het perceel is voldoende ruim zodat nog voldoende privatieve buitenruimte aanwezig blijft. Het bijgebouw bevindt zich op 1 m van de ene zijperceelsgrens en op de zijperceelsgrens met de eigendom Stationsstraat 345, eveneens eigendom van de aanvrager. Het bijgebouw is afgewerkt in metselwerk zodat het zich zal integreren in zijn omgeving.
De aanvrager voorziet eveneens in de aanleg van verharding tussen de achterkavelgrens en de achtergevel van de garage. Gelet op de beginselen van integraal waterbeleid en in analogie met de aanvraag op naastliggende eigendom is het wenselijk als voorwaarde op te leggen dat de voorziene verharding aangelegd moet worden in waterdoorlatende materialen.
Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Thomas Vermeulen wonende Stationsstraat 345 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een garage aansluitend op de achterliggende garageweg, op een perceel gelegen Stationsstraat 343 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 322 D2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
- De voorziene verharding tussen de achterkavelgrens en de achtergevel van de garage dient aangelegd te worden in waterdoorlatende materialen.
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
OMV 2020_143 - Stationsstraat 345 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een garage aansluitend op de achterliggende garageweg, op een perceel gelegen Stationsstraat 345 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 322 C2 aangevraagd door Thomas Vermeulen wonende Stationsstraat 345 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 2 oktober 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
- De voorziene verharding tussen de achterkavelgrens en de achtergevel van de garage dient aangelegd te worden in waterdoorlatende materialen.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 februari 1975 door het college van burgemeester en schepenen voor het vervangen van het raam in de voorgevel en plaatsen van een nieuwe gevelbekleding aan de voorgevel van het winkelhuis.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 april 1983 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een tuinhuis (3x2 m) achter de woning.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 januari 2000 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een woning.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 maart 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanleggen van een parkeerplaats.
Relevante milieuvergunningen
Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Pré-Vlarem dossier waarvoor vergunning afgeleverd werd op 22 november 1969 voor de uitbaring van een beenhouwerij.
Pré-Vlarem dossier waarvoor vergunning afgeleverd werd op 22 augustus voor de uitbaring van een beenhouwerij.
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Omgevingsvergunning afgeleverd op 10 juni 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een vrijstaande garage.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langs de Stationsstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De woning maakt deel uit van een gesloten residentiële bebouwing. De woning bestaat uit een hoofdvolume van 2 bouwlagen en een dak en een nevenvolume van 1 bouwlaag met een plat dak. Achter dit nevenvolume is nog een vrijstaand bijgebouw met plat dak aanwezig. In de ruimere omgeving is zowel vrijstaande, halfopen als gesloten bebouwing aanwezig. De eigendom paalt aan de achterzijde aan een garageweg met erfdienstbaarheid die ontsluit op de Rootland en gelegen is op de eigendom van de gemeente alsook van de woningen Stationsstraat 335, 337, 339, 341 en 343.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst op het einde van zijn eigendom, aansluitend op de bestaande garageweg, een garage te bouwen. De garage heeft een breedte van 4,26 m op een diepte van 9,35 m en wordt ingeplant op de noordelijk perceelsgrens (eveneens eigendom van de aanvrager) en op 1 m van de zuidelijke perceelsgrens. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt 10 m ter hoogte van de rechterzijgevel en 8,59 m ter hoogte van de linkerzijperceelsgrens. De garage wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 3 m. De gevels worden afgewerkt met een gevelsteen. De zone tussen de achterperceelsgrens en de achtergevel van de garage zal verhard worden. Het materiaalgebruik van de verharding is niet nader omschreven.
Voorliggende aanvraag betreft een heraanvraag van het op 10 juni 2020 reeds vergunde bijgebouw met verharding.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
5. Adviezen
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan zijnde de voorschriften voor woongebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een garage bij een eengezinswoning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Stationsstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op werkzaamheden bij een bestaande eengezinswoning met behoud van de bestaande functie zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De garage wordt ingeplant achteraan het perceel aansluitend op een bestaande garageweg met erfdienstbaarheid in een zone waar bijgevolg nog garages aanwezig zijn. Bij het herinrichten van een tuinzone dient steeds rekening gehouden te worden met het feit dat nog voldoende kwalitatieve buitenruimte aanwezig is. De oppervlakte van het bijgebouw is standaard en het perceel is voldoende ruim zodat nog voldoende privatieve buitenruimte aanwezig blijft. Het bijgebouw bevindt zich op 1 m van de ene zijperceelsgrens en op de zijperceelsgrens met de eigendom Stationsstraat 343, eveneens eigendom van de aanvrager. Het bijgebouw is afgewerkt in metselwerk zodat het zich zal integreren in zijn omgeving.
De aanvrager voorziet eveneens in de aanleg van verharding tussen de achterkavelgrens en de achtergevel van de garage. Het type verharding is slechts voor een deel benoemd. In navolging van de voorwaarde opgelegd in de vergunning afgeleverd op 10 juni 2020 en gelet op de beginselen van integraal waterbeleid is het wenselijk op te leggen dat de voorziene verharding aangelegd moet worden in waterdoorlatende materialen.
Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Thomas Vermeulen wonende Stationsstraat 345 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een garage aansluitend op de achterliggende garageweg, op een perceel gelegen Stationsstraat 345 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 322 C2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
- De voorziene verharding tussen de achterkavelgrens en de achtergevel van de garage dient aangelegd te worden in waterdoorlatende materialen.
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
OMV 2020_130 - Hoogstraat 101 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen van de bestaande woning en het bouwen van een nieuwe eengezinswoning, op een perceel gelegen Hoogstraat 101 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 3 B2 en (afd. 2) sectie C 3 A2 aangevraagd door Steven Derez namens R.D.S. NV gevestigd Hoogstraat 103 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 2 oktober 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is wel in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 augustus 1963 door het college van burgemeester en schepenen voor het veranderen van de winkel en het bouwen van een garage.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 augustus 1978 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een winkel.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 oktober 1996 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van de voorgevel van de woning en de winkel.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 juli 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van nieuwe ramen in de voorgevel waarvan één wijzigt van formaat.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langsheen de Hoogstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg in het centrum van de gemeente. De Hoogstraat wordt gekenmerkt door een gesloten bebouwing en een diversiteit aan functies. De woning van de aanvrager betreft een gesloten eengezinswoning bestaand uit een hoofdvolume van 2 bouwlagen met zadeldak en een achteruitbouw. De naastliggende woning betreft een voormalige notariswoning en is van dezelfde eigenaar. Een deel van de achterbouw van de voorliggende woning is recent gevoegd bij de woning Hoogstraat 103 teneinde te integreren bij deze eigendom.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst de bestaande woning en aanhorigheden te slopen. De nieuwe woning wordt opnieuw ingeplant op beide zijperceelsgrenzen en bestaat uit 2 bouwlagen met hellend dak. De kroonlijsthoogte van de woning zal 7,25 m bedragen en de nokhoogte 11,58 m. De diepte van de woning op het gelijkvloers als op de verdieping bedraagt deels 9,65 m (linkerzijde) en deels 7 m (rechterzijde). De diepte van de tuin bedraagt 8 m. Op het gelijkvloers bevindt zich een inpandige garage, een inkomhal met toilet, een living en keuken. Op de eerste verdieping zijn 2 slaapkamers en een badkamer ingericht. Op de dakverdieping is nog een extra slaapkamer, hobbyruimte en een bering/technische ruimte voorzien. Op de dakverdieping is aan de achterzijde binnen het gabarit van de woning ook een teruggetrokken dakterras ingericht. De gevels worden uitgevoerd in een combinatie van natuursteen, staal en hout. De vrijliggende zijgevels worden afgewerkt met isolatie en zwarte leien. De dakbedekking bestaat uit antracietgrijze dakpannen. Aan de achterzijde van de woning wordt een terras aangelegd.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden op 17 augustus 2020 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.
5. Adviezen
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag heeft betrekking op de herbouw van een woning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Hoogstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 5.200 liter met hergebruik voorzien, de plaatsing van een infiltratievoorziening is niet verplicht en het terras watert af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op de herbouw van een bestaande eengezinswoning met behoud van deze functie zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De nieuwe woning wordt ingeplant op de rooilijn, volgt de kroonlijsthoogte van de aanpalende woning links en de dakvorm en helling van de aanpalende woning rechts zodat de aanvraag zich qua gabarit zal integreren in het bestaande straatbeeld. De dakbedekking en de vrije zijgevels worden afgewerkt in een donkere kleur zodat beide een harmonisch geheel vormen en de gevelmaterialen sluiten deels aan bij de bestaande woning rechts (natuursteen) en zijn traditioneel zodat de aanvraag het straatbeeld niet zal schaden. In de woning wordt een inpandige garage voorzien zodat op eigen terrein parkeergelegenheid aanwezig is. De tuinzone bij de woning blijft behouden en de diepte beantwoordt aan de algemeen geldende norm. Het dakterras bevindt zich volledig binnen het gabarit van het dakvolume zodat de hinderaspecten voor de aanpalende eigenaars beperkt zullen zijn. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing
7.12 Scheidingsmuren
Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Steven Derez namens R.D.S. NV gevestigd Hoogstraat 103 te 8540 Deerlijk, voor het slopen van de bestaande woning en het bouwen van een nieuwe eengezinswoning, op een perceel gelegen Hoogstraat 101 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 3 B2 en (afd. 2) sectie C 3 A2.
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring
Aanleiding en context
Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Organisatiebeheersysteem
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2020/38 goed te keuren.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2020/66 goed te keuren.
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
Ondersteuning verenigingen in UZIEN - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de logistieke ondersteuning voor activiteiten van verenigingen, die plaatsvinden in UZIEN, goed te keuren.
Motivering
Door de coronamaatregelen zijn heel wat verenigingen die normaal activiteiten houden in het gemeenschapscentrum, genoodzaakt om uit te wijken naar UZIEN. Omdat deze zaal een grotere oppervlakte heeft, kunnen ze meer leden ontvangen. Enkele seniorenverenigingen vroegen reeds naar bepaalde logistieke ondersteuning hierbij.
Er wordt voorgesteld om elke erkende vereniging, aangesloten bij de een gemeentelijke adviesraad, eenmalig tot en met juni 2021 logistiek te ondersteunen voor een activiteit in UZIEN, met volgende materialen:
• koffietassen en toebehoren;
• borden;
• bestek;
• glazen.
De materialen worden door de techniekers van het gemeenschapscentrum gebracht en terug opgehaald. Na gebruik dient het materiaal door de gebruikers steeds afgewassen en teruggeplaatst te worden in de voorziene transportbakken of -kisten.
Normaal worden deze materialen niet uitgeleend buiten het gemeenschapscentrum, met uitzondering van categorie A uit het retributiereglement voor de uitleendienst [= gemeente en OCMW, gemeentelijke adviesraden en commissies, Deerlijkse onderwijsinstellingen].
In coronatijden zou tijdelijk (tot en met juni 2021) een uitzondering kunnen worden toegestaan voor alle Deerlijkse verenigingen aangesloten bij een erkende Deerlijkse adviesraad, volgens bovenstaande voorwaarden.
Om hier beroep op te kunnen doen, vraagt de vereniging de benodigde materialen aan via het secretariaat van het gemeenschapscentrum.
Dit gebeurt ten laatste één week voor de activiteit.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Retributiereglement uitleendienst - gemeenteraad 28 november 2019
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de uitzonderlijke logistieke ondersteuning van verenigingen, voor activiteiten die plaatsvinden in UZIEN tot en met juni 2021, goed te keuren.
Artikel 2
Bovenstaande mogelijkheid wordt gecommuniceerd naar alle Deerlijkse verenigingen, aangesloten bij een Deerlijkse erkende adviesraad.
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
OMV 2020_71 - Stationsstraat 207 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het rooien van een bos en bomen, het bouwrijp maken van het terrein en het aanleggen van een parkeerterrein (heraanvraag), op een perceel gelegen Stationsstraat 207 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 1 N2 en (afd. 2) sectie D 26 G aangevraagd door Jérome Lefebvre namens BLUE OAK REAL ESTATE CVBA gevestigd Kleine Tapuitstraat 18 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 2 oktober 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
- De voorwaarden uit het advies van Natuur en Bos met betrekking tot het boscompensatievoorstel dienen strikt nageleefd te worden:
- De groenaanplant (hagen en bomen) rondom de verharding dient te gebeuren in het eerstvolgend plantseizoen na de aanleg van de verharding.
- Voor het gedeelte in woongebied kan de bufferparking maximaal voor een periode van 5 jaar gebruikt worden voor deze functie in afwachting van het optrekken van een gebouw op de hoek van de Stationsstraat/Kleine Tapuitstraat.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming deels woongebied met een landelijk karakter en deels gebied voor milieubelastende industrie.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 april 1953 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een afsluiting (plaat in grond met ursusdraad) naast de woning.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 augustus 1960 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van 2 grote vensters in plaats van drie bestaande in de voorgevel.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 juli 1969 door het college van burgemeester en schepenen voor het verplaatsen van de deur, dicht metsen van venster en plaatsen van façadesteen voor de voorgevel van het woonhuis.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
- Omgevingsvergunning afgeleverd op 8 januari 2020 voor het slopen van de bestaande woningen en geweigerd voor de ontbossing en de aanleg van de parking.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen op de hoek van de Kleine Tapuitstraat en de Stationsstraat. De omgeving wordt gekenmerkt door eengezinswoningen langs de Stationsstraat bestaand uit een menging van halfopen en gesloten bebouwing. De Kleine Tapuitstraat wordt gekenmerkt door industriële bebouwing en activiteiten. Ten zuiden situeert zich de autosnelweg E 17. De Kleine Tapuitstraat is de ontsluitingsweg voor dit gedeelte van de bedrijvenzone.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager ontving op 8 januari 2020 reeds een omgevingsvergunning voor het slopen van de bestaande bebouwing op het perceel. De sloop van de woning is ondertussen uitgevoerd.
Met voorliggende aanvraag wenst men het rooien van de bestaande bomen en het aanleggen van een parking opnieuw aan te vragen.
Op het bouwperceel van de voormalige woning staan nog een 5-tal bomen die de aanvrager wenst te rooien. Op het naastliggend perceel tussen de Kleine Tapuitstraat en de E17 is spontane bebossing gebeurd die een oppervlakte inneemt van ongeveer 1.100 m². De aanvrager wenst dit bos te rooien in functie van de aanleg van een parking in grind en ingericht met 50 parkeerplaatsen voor personenwagens, dit als tijdelijke bufferparking voor hun bedrijf aan de overzijde van de weg. De extra parkeerplaatsen zijn nodig aangezien het aantal werknemers en de activiteiten van West-Lease fors toegenomen zijn en de assemblageactiviteiten van ADDAX nu op de site in Deerlijk gebeuren waardoor de loods niet langer gebruikt wordt voor het stallen van voertuigen. Dit creëert een parkeerdruk op de Kleine Tapuitstraat wat met voorliggende aanvraag opgevangen moet worden. De parking wordt voorzien van een aparte in- en uitrit op de Kleine Tapuitstraat. Rondom de parking wordt een groenaanleg voorzien bestaand uit gazon, een haag rond de verharde parkeerruimte en ten opzichte van alle perceelsgrenzen in de grasstroken een aantal bomen (Quercus Robur); 3 langs de zijde Stationsstraat, 9 langs de Kleine Tapuitstraat, 3 ten opzichte van het oostelijk gelegen perceel en 7 ten opzichte van de E17. De inrichting en aanplant van het perceel houdt reeds rekening met een toekomstig kantoorgebouw op dit perceel.
Voor het rooien van het bos is in het dossier een boscompensatievoorstel toegevoegd waarbij geopteerd wordt tot een compenserende bebossing met een oppervlakte van 1.860 m² op het perceel afdeling 2, sectie D, nummer 314 en het betalen van een deel bosbehoudsbijdrage (1.230,80 euro), in plaats van de in het vorig dossier voorziene volledig betaling van een bosbehoudsbijdrage.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag (het stallen van personenauto’s) heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 22 mei 2020 tot 20 juni 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
5. Adviezen
Agentschap Natuur en Bos - afdeling West-Vlaanderen
Het dossier werd op 13 mei 2020 voor advies overgemaakt aan de Vlaamse Overheid, agentschap Natuur en Bos, afdeling West-Vlaanderen. De adviesinstantie bracht op 5 juni 2020, volgend advies uit:
...'Ruimtelijke bestemming
Woongebied met landelijk karakter en milieubelastende industrieën
Biologische waarderingskaart
Biologisch minder waardevol en biologisch waardevol (het aanwezige bos)
Rechtsgrond
Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving:
- Artikel 90 bis Bosdecreet van 13 juni 1990 (in het kader van ontbossing)
- Artikel 35. § 4 Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Bespreking aanvraag
De aanvraag betreft het slopen van een woonhuis, het rooien van een bos en de aanleg van een tijdelijke bufferparking in afwachting van de bouw van een kantoorgebouw. De bestemming van het bos is industriegebied. T.o.v. de vorige aanvraag in 2019 werd er weinig tot geen extra motivatie voor het kappen van het bos voorzien. Enkel dat het terrein op die manier al bouwrijp wordt gemaakt voor een kantoorgebouw die er misschien komt in 2025-2027. Op de visualisatie van het kantoorgebouw is te zien dat deze bijna volledig ter hoogte van het perceel van het woonhuis komt en dat er onder het gebouw kan geparkeerd worden. Er is geen motivatie toegevoegd die aangeeft dat dergelijke hoeveelheid parking noodzakelijk is.
Het lijkt ANB dan ook niet wenselijk om het bos op deze locatie te kappen, aangezien er achteraf een tijdelijke invulling (bufferparking) wordt gegeven aan de grond met een potentiële bouw van een kantoorruimte die op vandaag nog niet zeker is. In de aanvraag is nergens aangetoond hoeveel parkeerplaatsen effectief nodig zijn. De locatie waar het woonhuis zich momenteel bevindt is ongeveer de helft van de aangevraagde oppervlakte en mits een goede inrichting kunnen hier reeds heel wat wagens gestald worden. Er dient nagegaan te worden hoe de reeds beschikbare ruimte voor parking optimaal kan ingevuld worden. Voorliggende aanvraag voldoet hier niet aan, dus is er sprake van vermijdbare schade. Conform art. 16 van het natuurdecreet draagt de bevoegde overheid er zorg voor dat er geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan door de vergunning of toestemming te weigeren of door redelijkerwijze voorwaarden op te leggen om de schade te voorkomen, te beperken of, indien dit niet mogelijk is, te herstellen. Bovendien spelen nog andere elementen een rol bij de beoordeling van de ontbossing. De regio waar het bos gelegen is, is al heel bosarm. Het aangevraagde bos heeft dan ook een hoge ecologische waarde en biedt een meerwaarde voor de omgeving. Het beleid moet er zich op richten om nodeloze verharding en ontbossing zoveel mogelijk te vermijden en dus te trachten de inname te beperken. Elke ontbossing is negatief voor de biodiversiteit en de klimaatdoelstellingen. Planologisch gaat het hier om industriegebied en is verharding hier strikt gezien wel mogelijk. Anderzijds is er een toenemende bewustwording rond de klimaatopwarming en de rol van bossen hierin (verkoeling, CO2-vastlegging) en de leefbaarheid van woonkernen. Het behoud van dergelijke kleine bosbestanden is één van de weinige maatregelen die een lokaal bestuur echt zelf kan nemen in de strijd tegen de klimaatopwarming. Een boom neemt jaarlijks gemiddeld 24 kg CO2 op. Dat betekent dat -gerekend aan 300 bomen per ha- 1.000 m² bos jaarlijks 720 kg CO2 uit de lucht haalt. De jaarlijkse uitstoot van een gemiddelde gezinswoning bedraagt 6 ton CO2. Om de verschillende genoemde redenen raadt ANB aan om de ontbossing niet toe te staan. Bespreking boscompensatievoorstel
Uit het dossier kan afgeleid worden dat de aanvrager een oppervlakte van 1.100 m² wenst te ontbossen. Volgens onze gegevens is het perceel bezet met inheems bos.
Volgens het Agentschap Natuur en Bos is er voor het uitvoeren van de geplande werken een ontbossing nodig van 1.100 m².
Het compensatievoorstel wordt goedgekeurd. Dit compensatievoorstel moet integraal deel uitmaken van de omgevingsvergunning.
Indien de vergunning verlenende overheid aan het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos gemotiveerd wenst voorbij te gaan en de vergunningsaanvraag alsnog wenst te verlenen, dan moet het goedgekeurde boscompensatievoorstel integraal deel uitmaken van de omgevingsvergunning en moeten de volgende voorwaarden in het kader van art. 90bis van het Bosdecreet letterlijk in de omgevingsvergunning worden opgenomen:
Om een correcte inning van de bosbehoudsbijdrage en/of controle op de compenserende bebossingen mogelijk te maken, is het verplicht dat de vergunningverlenende instantie zo snel mogelijk een afschrift van haar beslissing bezorgt aan het Agentschap voor Natuur en Bos. De vergunningverlenende instantie dient ons ook op de hoogte te brengen van een eventuele (opschortende) beroepsprocedure tegen de genomen beslissing.
Wanneer u als vergunningverlenende instantie de ontbossing voor een andere oppervlakte wenst toe te staan dan vermeld in het goedgekeurde of aangepaste compensatievoorstel, dan moet u voorafgaand aan het verlenen van de vergunning het compensatievoorstel opnieuw aan ons agentschap voorleggen, met de vraag om het aan te passen naar de gewenste bosoppervlakte. Het is belangrijk dat de te compenseren bosoppervlakte overeenstemt met de vergunde te ontbossen oppervlakte. De vergunningverlenende instantie heeft zelf niet de bevoegdheid om het compensatievoorstel aan te passen.
Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.
Conclusie
Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat de vergunningsaanvraag in strijd is met:
Volgende direct werkende norm(en):
Artikel 16 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21 oktober 1997
Het Agentschap voor Natuur en Bos verleent een ongunstig advies. Gelet op artikel 4.3.3 VCRO kan de vergunningverlenende overheid de vergunning niet toekennen.’
Agentschap Wegen en Verkeer - AWV - District Kortrijk
Het dossier werd op 13 mei 2020 voor advies overgemaakt aan de Vlaamse Overheid, agentschap Wegen en Verkeer, District Kortrijk. De adviesinstantie bracht op 25 mei 2020 volgend advies uit:
...'Bijzondere voorwaarden
Vastlegging ten opzichte van de grens van het autosnelwegdomein (A0140002 van 15.4 + 0 tot 15.5+10):
1. De bouwlijn ligt op 30 m van de grens van het autosnelwegdomein volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2019 (betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen, eerste artikel). Deze is gemeten loodrecht op de as van de autosnelweg.
2. Bepaling van de grens van het domein van de autosnelweg: Buitenkant gracht + 1 meter.
3. Een afwijking op de vrije zijstrook langs de autosnelweg wordt, ingevolge een beslissing van de Administrateur-Generaal met ref. L30/A14/34009 verleend.
Het betreft de aanleg van een parking tussen de 10 en 30 m bouwvrije zone, maar buiten de 10 m zone waar een absoluut bouwverbod heerst. De verharding dient aangelegd te worden in waterdoorlatende materialen.
Besluit
Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer GUNSTIG betreffende voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met de algemene en bijzondere voorwaarden.'
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde de voorschriften voor het woongebied met landelijk karakter en de milieubelastende bedrijvenzone.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
Industriegebieden zijn bestemd voorde vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. Gebieden voor milieubelastende industrieën
zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.
Het gevraagde voldoet aan de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan, mits de aanvraag in overeenstemming is met de beoordelingscriteria vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de VCRO en bijgevolg verenigbaar is met de onmiddellijke omgeving (zie verder).
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kleine Tapuitstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggende project ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen. De verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen en de niet verharde ruimte wordt ingericht met groenaanplant zodat het water voldoende infiltreert in de bodem en bijgevolg in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Zie behandeling advies van het agentschap voor Natuur en Bos (7.13)
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De eigendom is deels gelegen in een industriezone en deels in een woonzone. Het perceel vormt in dat opzicht de overgang tussen de milieubelastende bedrijven ten oosten en de woningen ten noorden en westen. De voorziene bufferparking betreft een tijdelijke oplossing en geschiedt in functie van het nabijgelegen bedrijf zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Bij de inrichting van de parkeerruimte is reeds aandacht besteed aan een groene afwerking van de randen zowel ten opzichte van de Stationsstraat als ten opzichte van de noordelijk gelegen eengezinswoningen teneinde de visuele impact van een parkeerruimte te gaan beperken. De groenaanplant alsook de parkeerruimte is voorzien op een voldoende afstand van het kruispunt Stationsstraat/Kleine Tapuitstraat teneinde de zichtbaarheid op het kruispunt niet te belemmeren. De parkeerruimte is toegankelijk via een aparte in- en uitrit zodat ook de impact op de Kleine Tapuitstraat beperkt wordt. De tijdelijke inrichting houdt reeds rekening met een toekomstige visie op het perceel voor het optrekken van een kantoorgebouw. Dit betekent dat de voorziene groenaanplant reeds een definitief karakter heeft. Teneinde voldoende garanties te hebben naar realisatie van de groenaanplant op het perceel zelf dient in de voorwaarden opgenomen te worden dat deze aanplant dient te gebeuren in het eerstvolgend plantseizoen na de aanleg van de verharding.
De inrichting van de parkeerruimte heeft volgens de aanvraag een tijdelijk karakter. Vanuit de dienst werden bij een eerste inrichtingsvoorstel vanuit ruimtelijke oogpunt reeds volgende bedenkingen geformuleerd:
Het college van burgemeester en schepenen besliste naar aanleiding van deze opmerkingen in zitting van 15 mei 2019 dat de inrichting van de parking als laad- en loszone slechts een tijdelijke handeling kan zijn voor een periode van maximaal 5 jaar en dat gezocht moet worden naar een oplossing in het gedeelte industriezone. Dit betekent in het kader van voorliggende aanvraag dat in de voorwaarden opgenomen moet worden dat voor het gedeelte in woongebied de bufferparking maximaal voor een periode van 5 jaar gebruikt kan worden voor deze functie.
Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer is gunstig zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
Het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos is ongunstig.
In voorliggend dossier werden, zoals gestipuleerd in de vorige aanvraag, een aantal aanvullingen/aanpassingen doorgevoerd:
- De noodzaak aan de bijkomende parkeerplaatsen werd verder toegelicht: het aantal benodigde parkeerplaatsen voor medewerkers, auto’s voor Westlease en Addax komt op minimum ongeveer 170 terwijl de huidige maximum capaciteit op het terrein aan de overzijde van de weg 101 plaatsen bedraagt. Op een externe gehuurde parking worden nog eens tussen de 70 en 130 stockwagens geparkeerd. Een oplossing op korte termijn is bijgevolg noodzakelijk.
- In de nota is een lange termijnvisie voor de inrichting van het perceel opgenomen (kantoorgebouw met parking). De visie om een gebouw in te planten op de hoek van de Stationsstraat/Kleine Klijtstraat en het parkeren langs de Kleine Klijtstraat te voorzien vloeit voort uit de vraag van de gemeente om voor de ligging op de hoek een kwalitatieve afwerking te voorzien met een gebouw van een beperkte omvang teneinde de bebouwing langs de Stationsstraat te vervolledigen en een kwalitatief straatbeeld te creëren. Het voorzien van een parking voor laad- en loszone moet op termijn in het industriegebied opgelost worden, ook deels op het te ontbossen perceel.
- Zoals ook aangehaald in het advies van Natuur en Bos is de regio heel bosarm. In tegenstelling tot het vorige dossier voorziet de aanvrager nu in een boscompensatie door in de nabije omgeving van de eigendom, net ten zuiden van de E17, in een zone die bestemd is voor groen, recreatie en water een nieuwe aanplant met bosgoed te voorzien die op termijn nog verder kan uitbreiden. De voorziene locatie biedt naar bosontwikkeling meer mogelijkheden dan het bestaande bos in de industriezone.
Gelet op een heraanplant met bos in een daartoe bestemde zone in de nabije omgeving in de gemeente, op het feit dat de parkeerdruk van het bedrijf op de omgeving groot is, op het feit de eigendom bestemd is als industriegrond en door de gemeente recent aan het bedrijf verkocht werd in functie van uitbreiding van het bedrijf wordt het ongunstig advies van Natuur en Bos weerlegt. Bij afgifte van de vergunning dienen de voorwaarden zoals gestipuleerd in het advies van Natuur en Bos, in verband met het boscompensatievoorstel opgenomen te worden.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid
Het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 2020 betreffende de maatregelen getroffen voor de omgevingsvergunningsprocedures en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Jérome Lefebvre namens BLUE OAK REAL ESTATE CVBA gevestigd Kleine Tapuitstraat 18 te 8540 Deerlijk, voor het rooien van een bos en bomen, het bouwrijp maken van het terrein en het aanleggen van een parkeerterrein (heraanvraag), op een perceel gelegen Stationsstraat 207 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 1 N2 en (afd. 2) sectie D 26 G, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
- De voorwaarden uit het advies van Natuur en Bos met betrekking tot het boscompensatievoorstel dienen strikt nageleefd te worden:
- De groenaanplant (hagen en bomen) rondom de verharding dient te gebeuren in het eerstvolgend plantseizoen na de aanleg van de verharding.
- Voor het gedeelte in woongebied kan de bufferparking maximaal voor een periode van 5 jaar gebruikt worden voor deze functie in afwachting van het optrekken van een gebouw op de hoek van de Stationsstraat/Kleine Tapuitstraat.
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
OMV VK 2020_7 - Pladijsstraat - verkavelen van grond - sluiting openbaar onderzoek en verlegging buurtweg - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het openbaar onderzoek te sluiten en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken het gewijzigde rooilijnplan voor de buurtweg nr. 65 te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.
Motivering
Een aanvraag tot omgevingsvergunning voor het verkavelen van grond in 6 loten voor vrijstaande eengezinswoningen, 1 lot voor private toegangsweg en 1 lot voor een elektriciteitscabine en het verleggen van een deel van de bestaande buurtweg nr. 65 op een perceel gelegen Pladijsstraat tussen huisnr. 213 en 221/225 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 148 D2, (afd. 2) sectie E 148 Z, (afd. 2) sectie E 236 A en (afd. 2) sectie E 239 A werd ingediend door Infra-Struct BVBA, Harpstraat 5 bus 1 te 8530 Harelbeke, de heer Jean-Marie Van Wanseele, Lavoordestraat 33A te 8750 Wingene en WINGMAN BVBA, Leeuwkestraat 1/01 te 8790 Waregem.
a) Sluiting openbaar onderzoek
De omgevingsvergunning voor het verkavelen van grond met geïntegreerd dossier voor de verlegging van de buurtweg 65 werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 15 juni 2020 tot 14 juli 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er 2 schriftelijke en 5 digitale bezwaarschriften ontvangen.
De bezwaren handelen samengevat over volgende bezwarende elementen:
1) Het bestaande karakter van de bebouwing, zijnde een woonlint met achterliggend agrarisch gebied wordt niet gerespecteerd door ondermeer het bouwen in tweede bouwlijn.
2) Bezwaarindieners vrezen dat voorliggende aanvraag een vrijgeleide wordt om de links gelegen gronden nog verder te gaan aansnijden met woningen in tweede bouwlijn en gaan hiermee niet akkoord.
3) De aanvraag heeft een negatieve impact op mobiliteit en verkeersveiligheid. Een extra kruispunt op de nu reeds te drukke Pladijsstraat is niet wenselijk.
4) Het parkeren is te beperkt voorzien. Er zijn geen gemeenschappelijke voorzieningen.
5) De verkaveling is te dens en gaat enkel uit van een maximalisatie en winstbejag in plaats van kwaliteit en integratie in de omgeving.
6) Het open karakter van de omgeving en het zich op het open landschap gaan verloren.
7) De aanvraag strookt niet met verschillende bestaande visies zoals de ruimtemonitor 'woonbeleid Zuid-West-Vlaanderen', de publieksbrochure Contrei, het GRS.
8) De bezwaarindieners vrezen hinder door de aanvraag zoals geluidsoverlast en impact op de privacy.
9) De afwatering is te weinig onderzocht ondermeer voor wat betreft de extra druk op het grondwaterniveau.
10)De effecten op de omgeving zijn te weinig onderzocht (onder meer mbt mobiliteit en biodiversiteit).
11)De realisatie van een private toegangsweg is niet wenselijk.
12)De afstand tussen het agrarisch gebied en de bouwzone is onvoldoende.
13)De toegelaten hoogte voor de woningen wijkt af van de hoogtes van de bestaande woningen uit de omgeving.
14)De inplanting van de bouwzones ten opzichte van de rooilijn met de Pladijsstraat is niet conform de plaatselijke toestand en de naastliggende woningen.
15)De 2 keermuren die voorzien worden zijn onvoldoende geïntegreerd in het landschap.
16)De toegevoegde archeologienota is niet correct en verwijst naar het vorig ingediende dossier.
17)Bezwaarindieners formuleren een bezwaar tegen de verlegging van de buurtweg en vragen een herwaardering van de bestaande ligging. Er wordt ook gesteld dat de materialisatie van de buurtweg niet benoemd is waardoor gevreesd wordt dat die niet zal aangelegd worden.
18)Er is onduidelijkheid over de verplaatsing van de bushalte. Bezwaarindieners vinden het niet wenselijk dat dit in een voortuin zou voorzien worden.
19)Bezwaarindieners vrezen een waardevermindering van hun eigendom door de aanvraag.
b) Externe adviezen
Provincie West-Vlaanderen - Dienst Waterlopen
Het dossier werd op 9 juni 2020 voor advies overgemaakt aan de provincie West-Vlaanderen. De adviesinstantie bracht op 8 juli 2020 volgend advies uit:
‘Gegevens en Bemerkingen:
Met betrekking tot de watertoets
1) Het project paalt niet rechtstreeks aan een waterloop van 2de categorie.
2) Het project ligt in het afstroomgebied van de Beek Zonder Naam, een ingeschreven waterloop van 2de categorie met nr. WL.8.16.
3) Het project ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied (zie kaart watertoets in bijlage).
4) Het project ligt volgens bijgevoegd uittreksel in een gebied met een infiltreerbare bodem.
5) Om schadelijke effecten te vermijden en te compenseren zijn, uit het oogpunt van onze terreinkennis met betrekking tot het afwaartse gebied, volgende voorwaarden van toepassing:
Er moet een infiltratievoorziening met een bodemoppervlakte van minimaal 400m²/ha verharde oppervlakte worden voorzien, zoals in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening. Deze infiltratievoorziening mag echter niet dieper zijn dan de hoogste grondwatertafelstand en moet minstens 250 m³/ha verharde oppervlakte kunnen bufferen.
Voor dit project wil dit zeggen een totale nuttige berging van minstens 29 m³ (alle dakoppervlakken) en een infiltrerende oppervlakte van 47 m² -> Hieraan wordt voldaan.
Er is momenteel een infiltratievoorziening aanwezig met een capaciteit van ca. 39 m³ met een infiltrerende oppervlakte van 47 m². Er is een aansluiting op de openbare riolering.
6) De bestaande afwatering van de omliggende percelen dient gegarandeerd te blijven. Afvloei van hemelwater naar de aanpalende onverharde zones voor infiltratie mag enkel op de eigen terreinen plaats vinden. Het kan niet de bedoeling zijn buurpercelen wateroverlast te bezorgen.
Advies Dienst Waterlopen met betrekking tot de watertoets:
Het advies van onze dienst is VOORWAARDELIJK GUNSTIG. Er dient rekening gehouden te worden met bovenstaande gegevens en bemerkingen.'
Vlaamse Overheid - Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling
Het dossier werd op 9 juni 2020 voor advies overgemaakt aan de Provincie West-Vlaanderen. De adviesinstantie bracht op 22 juni 2020, een ongunstig advies uit vanuit volgende motivering:
'De aanvraag betreft het verkavelen van gronden die grotendeels gelegen zijn in woongebied, en voor een klein deeltje in herbevestigd agrarisch gebied. De percelen situeren zich langs de Pladijsstraat, tussen de woningen met huisnummers 213 en 221. In totaal worden 6 kavels voor alleenstaande ééngezinswoningen voorzien. Naast woning 221 wordt een privatieve weg aangelegd om de loten 4, 5 en 6 bereikbaar te maken. Deze loten worden immers in tweede bouwlijn voorzien.
Voor zover het Departement Landbouw en Visserij kan nagaan, ligt de grens woongebied/agrarisch gebied dichter naar de weg toe dan aangeduid op voorliggend plan. Dit betekent dat woningen 4 en 5 vermoedelijk zelfs deels in het agrarisch gebied komen te staan, in elk geval is de noordelijke gevel van deze woningen heel dicht bij het agrarisch gebied gesitueerd. De afbakening van het gewestplan heeft hier niet de bedoeling gehad om woningen in tweede bouwlijn te voorzien, wat met voorliggende plan wel beoogd wordt. In de begeleidende nota is sprake van een hoogteverschil : t.h.v. lot 5-6 ligt het terrein 3.5 m hoger dan t.h.v. lot 1. Het is niet duidelijk hoe dit hoogteverschil zal opgevangen worden bij het oprichten van de woningen en het aanleggen van de tuinen, en wat de impact hiervan op het naastgelegen akkerland zal zijn.
Het Departement Landbouw en Visserij heeft geen bezwaar tegen het verkavelen van de gronden gelegen in woongebied, maar kan niet akkoord gaan met het oprichten van nieuwe woningen op de grens met het agrarisch gebied. Het bouwen in tweede bouwlijn zorgt er voor dat er geen geleidelijke overgang mogelijk is van de woning via een tuinzone naar het achtergelegen agrarisch gebied. Er is een directe impact op het agrarisch gebied (o.a. door schaduwwerking van de woningen), en mogelijks ook een indirecte impact door gevolgen van terreinaanlegwerken (ophoging/nivellering/waterafvoer) die nodig zullen zijn voor het bouwen van de woningen op de loten 4 en 5. Voorliggend ontwerp kan niet aanvaard worden, en wordt ongunstig geadviseerd.'
Naar aanleiding van dit ongunstig advies werd bijkomende informatie overgemaakt aan de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling inzake de grenslijn van het gewestplan tussen het woongebied en het agrarisch gebied en werd gevraagd het advies opnieuw in overweging te nemen. Op 6 juli 2020 werd volgend advies uitgebracht:
1/ Grens woongebied/agrarisch gebied : blijkbaar ligt deze grens iets verder van de weg af dan kan afgeleid worden uit het digitale gewestplan – dit was ons niet duidelijk op het moment dat het advies opgesteld werd.
2/ De woningen zelf worden dus volledig gebouwd in woongebied. Het Departement Landbouw en Visserij blijft wel bij het standpunt dat de afbakening van het gewestplan hier niet de bedoeling had om woningen in tweede bouwlijn te voorzien. Het is ook opvallend dat de woningen op lot 4 en 5 heel dicht tegen het agrarisch gebied gebouwd worden (dichter bij de grens met het agrarisch gebied dan tegen de voorliggende woning op lot 3 bv.), zodat er geen geleidelijke overgang mogelijk is van de woning via de tuinzone naar het achtergelegen agrarisch gebied. Er is een directe impact op het landbouwgebied (oa door schaduwwerking), mogelijks is er ook een indirecte impact door bv terreinaanlegwerken. Het blijft ook onduidelijk hoe het hoogteverschil tussen lot 5-6 en lot 1 zal opgevangen/uitgewerkt worden.
3/ Blijkbaar werd er vnl. advies gevraagd aan onze dienst omdat de buurtweg die ter hoogte van de projectzone aanwezig is verlegd moet worden. Deze buurtweg loopt nu ongeveer midden door de betrokken percelen, maar wordt verlegd naar de kant van het agrarisch gebied, en dat ín het agrarisch gebied. Vanuit landbouwkundig oogpunt is dit niet aanvaardbaar : de buurtweg ligt nu in woongebied, kan verlegd worden op de grens met het agrarisch gebied maar dan wel opnieuw in het woongebied. Er is geen enkele reden waarom de buurtweg in het agrarisch gebied zou moeten voorzien worden (tenzij het maximaliseren van de verkavelingsmogelijkheden zelf). Op die manier worden de lasten van het project afgewenteld op het herbevestigd agrarisch gebied, waar deze eigenlijk toebehoren (op vandaag) aan het woongebied.
c) Gedeeltelijke verlegging buurtweg 65 - wijziging gemeentelijk rooilijnplan
Deels palend aan en deels binnen de contour van het verkavelingsplan is een buurtweg aanwezig. Op de Atlas der Buurtwegen van 1841 werd deze weg benoemd als ‘Sentier n°: 65’. De buurtweg 65 vormt een verbinding tussen de buurtweg 47 en de Pladijsstraat. Samen met de buurtweg 47 vormde de buurtweg 65 een verbinding tussen de Kerkstraat en de Oude Heerweg/Oliebergstraat.
Reeds geruime tijd is deze buurtweg (thans gemeenteweg) in onbruik geraakt, zodoende er de facto geen trage verbinding meer aanwezig is. Deze gemeenteweg is ook niet meer zichtbaar op het terrein. Toch is het wenselijk dit gedeelte van de buurtweg te verplaatsen om een mogelijks toekomstige herwaardering van een trage verbinding tussen de Pladijsstraat en de Oude Heerweg/Oliebergstraat niet te hypothekeren.
De aanvrager van de verkaveling voorziet de buurtweg op het te verkavelen gedeelte als volgt te verleggen:
Er wordt een nieuwe aftakking gemaakt op de bestaande (onzichtbare) sentier vanaf lot 6. De buurtweg loopt via de privatieve weg op eigen terrein naar de noordelijke grens van de verkaveling. Ter hoogte van lot 4 loopt de buurtweg vervolgens in het agrarisch gebied langs de zijperceelsgrens van lot 4 en de achterperceelsgrens van lot 1 om tenslotte langs de zijperceelsgrens van lot 1 terug richting de Pladijsstraat te gaan en aan te sluiten op de bestaande (onzichtbare) sentier achter de woning Pladijsstraat 213. De buurtweg wordt voorzien met een breedte van 1,50 m.
Aangezien de beide buurtwegen (zowel de bestaande als de verlegde) gelegen zijn op percelen van dezelfde eigenaar die een volmacht gaf aan de verkavelaar, is er geen waardevermeerdering of vermindering van toepassing.
In het kader van artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen kan de verplaatsing van de buurtweg als volgt gemotiveerd worden:
1) wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang:
• Het algemeen belang wordt niet geschonden gezien de feitelijke toestand van de in onbruik geraakte gemeenteweg.
• Door het verplaatsen van een gedeelte van de gemeenteweg wordt het later mogelijk terug een trage verbinding te creëren tussen de Pladijsstraat en de Oude Heerweg/Oliebergstraat.
• Door de verlegging van de buurtweg aan de achterzijde van de nieuw te bouwen woningen blijft het zicht op het achteliggend open landschap behouden voor de toekomstige gebruikers van de trage weg.
2) een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd:
• De motivatie in het kader van de gedeeltelijke verplaatsing van de gemeenteweg 'buurtweg 65' werd hierboven reeds uiteengezet.
• Door de verplaatsing wordt voorzien in de mogelijks toekomstige herwaardering van een trage verbinding.
3) de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen
• Aangezien de bestaande buurtweg in onbruik is voor het gedeelte in het plangebied van de verkaveling wordt er met de verlegging niet geraakt aan de ontsluiting van aanpalende percelen. Er werd duidelijk onderzocht dat ieder perceel nog kan ontsluiten.
• In het kader van de verplaatsing wordt niet geraakt aan de verkeersveiligheid.
4) wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief:
• De gedeeltelijke verplaatsing van de gemeenteweg 'buurtweg 65' heeft geen impact op het wegennet van naburige gemeenten gezien de ruime afstand tot de gemeentegrenzen.
5) bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen:
• Het onbruik van de te verplaatsen gemeenteweg staat vast, wat met zich meebrengt dat de actuele functie van deze weg zo goed als onbestaande is.
• Door de verplaatsing van de gemeenteweg wordt voorzien in de mogelijks toekomstige herwaardering van een trage verbinding waardoor een toekomstige functie voor trage weggebruikers een mogelijkheid is.
Overeenkomstig artikel 47 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingvergunning dient de gemeenteraad, bij het nemen van een besluit over de wegenwerken, daarbij kennis te nemen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
• Tijdens het openbaar onderzoek werd met betrekking tot de verlegging van de buurtweg door een paar bezwaarindiners gesteld niet akkoord te zijn met de verlegging en werd gevraagd om uit te gaan van een herwaardering van de bestaande ligging (zie samenvatting bezwaren punt 17)).
Er wordt voorgesteld dit bezwaar ongegrond te verklaren gezien door de verlegging van de buurtweg aan de achterzijde van de nieuw te bouwen woningen het zicht op het achteliggend open landschap behouden blijft voor de toekomstige gebruikers van de trage weg wat binnen een traag netwerk zijn kwaliteiten heeft.
• Naar aanleiding van de adviezen werd door de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling gesteld niet akkoord te gaan met de verplaatsing van de buurtweg in het agrarisch gebied vanuit de motivatie dat de lasten van het project afgewenteld op het herbevestigd agrarisch gebied, waar deze (ook op vandaag) eigenlijk toebehoren aan het woongebied. De Afdeling stelt wel akkoord te kunnen gaan met een verlegging op de grens met het agrarisch gebied maar dan wel in het gedeelte woongebied.
Bijkomende motivatie tot verlegging in het agrarisch gebied is niet voorhanden en er is op het gedeelte woongebied volgens de dienst voldoende ruimte om een strook van 1,50 m breed te reserveren voor de buurtweg. Vanuit de dienst wordt bijgevolg voorgesteld dit advies te volgend en de verlegde buurtweg te voorzien aan de zuidzijde van de noordelijke kavelgrens, zijnde met een breedte van 1,50 m langs de achterkavelgrens van lot 1, langs de zijkavelgrens van lot 4 en langs de achterkavelgrens van lot A.
Een aangepast rooilijnplan dient bijgevolg toegevoegd te worden in functie van de behandeling door de gemeenteraad.
De overige bezwaren en aspecten uit de adviezen hebben geen betrekking op de verlegging van de buurtweg en zullen in de verdere procedure behandeld worden.
Het decreet betreffende de gemeentewegen belast de gemeenteraad met het nemen van de beslissing over het al dan niet wijzigen van het gemeentelijk rooilijnplan voor het verleggen van de buurtweg 'sentier 65'.
d) Lot A - private toegangsweg
Overeenkomstig artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning dient als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, de gemeenteraad een beslissing te nemen over de zaak der wegen voor de bevoegde overheid een beslissing neemt over de aanvraag.
De gemeenteraad heeft enkel bevoegdheid met betrekking tot openbare wegen en niet tot private wegenis. Het eigendomsstatuut is daarbij niet belangrijk, wel het al dan niet openbare karakter van de weg, het feit of gemeenteweg onder het rechtstreekse en onmiddellijke beheer van de gemeente valt.
In voorliggende aanvraag is de toegangsweg naar de loten 4, 5 en 6 bestemd als een private toegangsweg (lot A) en is op het verkavelingsplan opgenomen dat aan de straatzijde een stelplaats voor afval en brievenbussen voorzien worden zodat de weg geen openbaar karakter zal hebben en het wegenistracé niet ter goedkeuring voorgelegd moet worden aan de gemeenteraad.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
◦ Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
◦ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
◦ Decreet van 3 mei houdende de gemeentewegen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit het openbaar onderzoek en neemt kennis van de ingediende bezwaren.
Artikel 2
Naar aanleiding van het advies van de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling dient een aangepast rooilijnplan aan het dossier toegevoegd te worden in functie van de behandeling door de gemeenteraad.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad de definitieve vaststelling van het gewijzigde rooilijnplan voor de buurtweg 'sentier 65' in en palend aan het plangebied van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
Aanbod recht van voorkoop - Kapelstraat 45-49/Desselgemstraat 21 - weigering
Aanleiding en context
De Vlaamse Grondenbank heeft een aanbod van het recht van voorkoop ontvangen waarvan het gemeentebestuur de begunstigde is.
Motivering
De instrumenterende ambtenaar heeft het recht van voorkoop aangeboden in toepassing van de Vlaamse wooncode. Het betreft de eigendommen gelegen te Deerlijk:
• Kapelstraat 45-49 (gekadastreerd afdeling 2, sectie E, nummers 830s3, 618h7, 618g2) (de woningen zijn leegstaand);
• Desselgemstraat 21 (gekadastreerd afdeling 1, sectie A, nummer 322l) (de woning is leegstaand).
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Decreet houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten definitief goedgekeurd op 25 mei 2007
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit niet in te gaan op het aanbod en het recht van voorkoop bijgevolg niet uit te oefenen.
Zitting van CBS van 07 OKTOBER 2020
Aanbod recht van voorkoop - Klijtstraat 62/Pladijsstraat 103/Pontstraat 61 - weigering
Aanleiding en context
De Vlaamse Grondenbank heeft een aanbod van het recht van voorkoop ontvangen waarvan het gemeentebestuur de begunstigde is.
Motivering
De instrumenterende ambtenaar heeft het recht van voorkoop aangeboden in toepassing van de Vlaamse wooncode. Het betreft de eigendommen gelegen te Deerlijk:
• Klijtstraat 62 (gekadastreerd afdeling 2, sectie D, nummer 462f2) (woning is leegstaand);
• Pladijsstraat 103 (gekadastreerd afdeling 2, sectie D, nummer 185e3) (woning is onbewoonbaar);
• Pontstraat 61 (gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 545d2) (woning is leegstaand).
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Decreet houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten definitief goedgekeurd op 25 mei 2007
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit niet in te gaan op het aanbod en het recht van voorkoop bijgevolg niet uit te oefenen.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.