Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 23 juni 2021 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 23 juni 2021.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 23 juni 2021 goed te keuren.

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.2. Aankoop chromebooks LO de beuk - gunning - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Aankoop chromebooks LO de beuk” goed te keuren.

Motivering

Voor de Digisprong in het basisonderwijs krijgt de beuk, via de Vlaamse minister van onderwijs, extra budget.  Zoals Digisprong aangeeft, moet elke leerling van het 5e en 6e leerjaar van het lager onderwijs beschikken over een eigen laptop of een gelijkwaardig toestel.  Om elke leerling van het 5e en 6e leerjaar hierin te voorzien zijn er nog 108 chromebooks en 4 oplaadkasten nodig.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 29.000,00 euro excl. btw of 35.090,00 euro incl. 21 % btw.

Er wordt voorgesteld de opdracht tot stand te brengen bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

Volgende ondernemers werden uitgenodigd om deel te nemen aan deze opdracht:

• The Rent Company Belgium B.V., Borsbeeksebrug 34 te 2600 Antwerpen;
• Demolco Comm. V., Weidestraat 21 te 9050 Gentbrugge;
• Fourcast for Education, Engelse Wandeling 2, K18 te 8510 Kortrijk.

Er werden 3 offertes ontvangen:

• Fourcast for Education, Engelse Wandeling 2, K18 te 8510 Kortrijk (31.835,72 euro excl. btw of 38.521,22 euro incl. 21 % btw);
• The Rent Company Belgium B.V., Borsbeeksebrug 34 te 2600 Antwerpen (32.127,04 euro excl. btw of 38.873,72 euro incl. 21 % btw);
• Demolco Comm. V., Weidestraat 21 te 9050 Gentbrugge (36.758,88 euro excl. btw of 44.478,24 euro incl. 21 % btw).

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdend met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder, zijnde Fourcast for Education, Engelse Wandeling 2, K18 te 8510 Kortrijk, tegen het nagerekende offertebedrag van 31.835,72 euro excl. btw of 38.521,22 euro incl. 21 % btw.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
• Andere:

• De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
• Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
• De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet).
• Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
• Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

• Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

Adviezen

De directeur van de beuk en de dienst ICT verlenen positief advies.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Goedkeuring wordt verleend aan het gunningsvoorstel, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

Artikel 2

De opdracht “Aankoop chromebooks LO de beuk” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder, zijnde Fourcast for Education, Engelse Wandeling 2, K18 te 8510 Kortrijk, tegen het nagerekende offertebedrag van 31.835,72 euro excl. btw of 38.521,22 euro incl. 21 % btw.

Artikel 3

De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2021, op jaarbudgetrekening 0800-00/24100000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB).

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.3. Aankoop machines schrijnwerkerij - gunning - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Aankoop machines schrijnwerkerij” goed te keuren.

Motivering

In het kader van de opdracht “Aankoop machines schrijnwerkerij” werd een prijsvraag gedaan door de coördinator van de technische diensten.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 15.702,47 euro excl. btw of 19.000,00 euro incl. 21 % btw.

Er wordt voorgesteld de opdracht tot stand te brengen bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

Volgende ondernemers werden uitgenodigd om deel te nemen aan de opdracht:

• DB & S BV, Bruggesteenweg 109C te 8830 Hooglede-Gits;
• Rogiers - Vanpoucke nv/sa, H. Lebbestraat 150 te 8790 Waregem;
• Merlier Slijperij bvba, Esserstraat 18 te 8550 Zwevegem.

Er werden 3 offertes ontvangen:

• Merlier Slijperij bvba, Esserstraat 18 te 8550 Zwevegem (13.499,00 euro excl. btw of 16.333,79 euro incl. 21 % btw);
• Rogiers - Vanpoucke nv/sa, H. Lebbestraat 150 te 8790 Waregem (13.838,00 euro excl. btw of 16.743,98 euro incl. 21 % btw);
• DB & S BV, Bruggesteenweg 109C te 8830 Hooglede-Gits (17.149,54 euro excl. btw of 20.750,94 euro incl. 21 % btw).

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdend met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde Merlier Slijperij bvba, Esserstraat 18 te 8550 Zwevegem, tegen het nagerekende offertebedrag van 13.499,00 euro excl. btw of 16.333,79 euro incl. 21 % btw.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
• Andere:

• De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
• Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
• De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet).
• Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
• Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

• Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur;

Adviezen

De coördinator van de technische diensten verleent positief advies.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De opdracht “Aankoop machines schrijnwerkerij” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde Merlier Slijperij bvba, Esserstraat 18 te 8550 Zwevegem, tegen het nagerekende offertebedrag van 13.499,00 euro excl. btw of 16.333,79 euro incl. 21 % btw.

Artikel 2

De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2021, op jaarbudgetrekening 0200-00/23000000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB).

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.4. Drukwerk op afroep 2022-2023 - lastvoorwaarden, raming, wijze van gunnen en starten plaatsingsprocedure - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de lastvoorwaarden, raming, wijze van gunnen en het opstarten van de plaatsingsprocedure goed te keuren.

Motivering

De communicatiedienst heeft de wens om het drukwerk voor zowel gemeente als OCMW te centraliseren en zo de volledige controle te bewaren op het verloop, de jaarlijkse hoeveelheden, de ingeschakelde leveranciers en de kwaliteitsnormen inzake huisstijl en afwerking die hiertoe behoren.

In het kader van de opdracht “Drukwerk op afroep 2022-2023” werd een bestek met nr. 2021-15 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:

• perceel 1 (Huisstijldrukwerk), raming: 5.980,00 euro excl. btw of 7.235,80 euro incl. 21 % btw;
• perceel 2 (Enveloppen), raming: 7.160,00 euro excl. btw of 8.663,60 euro incl. 21 % btw;
• perceel 3 (Wagenbelettering), raming: 24.000,00 euro excl. btw of 29.040,00 euro incl. 21 % btw;
• perceel 4 (Promotioneel drukwerk (outdoor)), raming: 35.000,00 euro excl. btw of 42.350,00 euro incl. 21 % btw;
• perceel 5 (Promotioneel drukwerk (indoor)), raming: 36.790,00 euro excl. btw of 44.515,90 euro incl. 21 % btw;
• perceel 6 (Gemeentenieuws + kalender), raming: 42.000,00 euro excl. btw of 44.520,00 euro incl. 6 % btw;
• perceel 7 (Vrijetijdsbrochure), raming: 36.000,00 euro excl. btw of 38.160,00 euro incl. 6 % btw.

De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 186.930,00 euro excl. btw of 214.485,30 euro incl. btw voor 2 jaar.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur.
• Andere:

• De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
• Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
• De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 1° (het geraamde bedrag excl. btw bereikt de drempel van 214.000,00 euro niet).
• Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
• Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

• Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur;

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het bestek met nr. 2021-15 en de raming voor de opdracht “Drukwerk op afroep 2022-2023”, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer, worden goedgekeurd.

De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten.

De raming bedraagt 186.930,00 euro excl. btw of 214.485,30 euro incl. btw.

Artikel 2

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3

De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.

Artikel 4

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2021 en in het budget van de volgende jaren, op jaarbudgetrekening:
0190-00/61310000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie A-2.3.10),
0190-00/61400000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),
0190-00/61420000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie A-5.1.1),
0190-00/61421000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie A-5.1.2),
0190-00/61421000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),
0705-00/61320001/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),
0720-00/61590000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),
0740-00/61310000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),
0750-00/64300000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),
0750-02/61590002/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),
0751-00/61500000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),
0820-00/61310000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),
0959-00/61400000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),
0990-00/61500000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB).

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.5. Stationsstraat - vernieuwen toplaag en fundering - gunning - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Stationsstraat - vernieuwen toplaag en fundering” goed te keuren.

Motivering

In het kader van de opdracht “Stationsstraat - vernieuwen toplaag en fundering” werd een bestek met nr. 2021-05 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 95.902,57 euro excl. btw of 116.042,11 euro incl. 21 % btw (20.139,54 euro btw medecontractant).

De gemeenteraad verleende in zitting van 29 april 2021 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de openbare procedure.

De aankondiging van opdracht 2021-516765 werd gepubliceerd op 30 april 2021 op nationaal niveau.

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 31 mei 2021 om 10.00 uur te bereiken.

De verbintenistermijn van 90 kalenderdagen eindigt op 29 augustus 2021.

Er werden 6 offertes ontvangen:

• NV De Vriese, Oude Heirweg 17 te 8851 Koolskamp (66.074,15 euro excl. btw of 79.949,72 euro incl. 21 % btw);
• nv Wegeniswerken Adiel Maes, Brugsebaan 2 te 8810 Lichtervelde (71.500,79 euro excl. btw of 86.515,96 euro incl. 21 % btw);
• Algemene Ondernemingen Tibergyn nv, Nijverheidslaan 54 te 8560 Gullegem (74.560,93 euro excl. btw of 90.218,73 euro incl. 21 % btw);
• Van Robays nv, Rijksweg 131 te 9870 Zulte (77.232,32 euro excl. btw of 93.451,11 euro incl. 21 % btw);
• Vanden Buverie J. nv, Spildoornstraat 16 te 8792  Desselgem (82.537,07 euro excl. btw of 99.869,85 euro incl. 21 % btw);
• Verhelst Aannemingen N.V., Oudenburgsesteenweg 106 te 8400 Oostende (92.797,59 euro excl. btw of 112.285,08 euro incl. 21 % btw).

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelde op 21 juni 2021 het verslag van nazicht van de offertes op.

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdend met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige regelmatige bieder (op basis van de prijs), zijnde NV De Vriese, Oude Heirweg 17 te 8851 Koolskamp, tegen het nagerekende offertebedrag van 66.074,15 euro excl. btw of 79.949,72 euro incl. 21 % btw (13.875,57 euro btw medecontractant).

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
• Andere:

• De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
• Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
• De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
• Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
• Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

• Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur;

Adviezen

De deskundige werken in uitbesteding verleent positief advies.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 21 juni 2021, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

Artikel 2

Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3

De opdracht “Stationsstraat - vernieuwen toplaag en fundering” wordt gegund aan de economisch meest voordelige regelmatige bieder (op basis van de prijs), zijnde NV De Vriese, Oude Heirweg 17 te 8851 Koolskamp, tegen het nagerekende offertebedrag van 66.074,15 euro excl. btw of 79.949,72 euro incl. 21 % btw (13.875,57 euro btw medecontractant).

Artikel 4

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2021-05.

Artikel 5

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2021, op jaarbudgetrekening 0200-00/22400000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB).

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.6. Zwemlessen en watergewenning - extra lessen juni 2021 - aanstelling lesgevers - goedkeuring

STEMMINGEN

Artikel 1

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Artikel 2

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Artikel 3

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Artikel 4

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Artikel 5

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.7. Jubileum - ontvangst gemeentehuis - goedkeuring

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.8. Jubileum - bezoek ten huize - goedkeuring

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.9. Gemeenteraadslid - verhindering wegens medische reden + aanstelling opvolger - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgende materie te agenderen op de gemeenteraad van 8 juli 2021:

kennisname van de verhindering wegens medische reden van gemeenteraadslid mevrouw Rolande Libert;

installatie in de gemeenteraad van de tweede opvolger op de lijst van Open VLD, de heer Wim Vermeulen, voor de periode van afwezigheid van mevrouw Libert.

Motivering

Artikel 12 van het Decreet Lokaal Bestuur stelt dat de gemeenteraad akte neemt van de verhindering van het gemeenteraadslid dat om medische redenen, gedurende een minimale termijn van twaalf weken niet aanwezig kan zijn op de vergaderingen van de gemeenteraad en vervangen wil worden.

Het betrokken raadslid richt daarvoor een schriftelijk verzoek aan de voorzitter van de gemeenteraad. Bij het verzoek tot vervanging voor verhindering wegens medische redenen wordt een geneeskundig getuigschrift van maximaal vijftien dagen oud gevoegd, dat tevens de minimale termijn van afwezigheid om medische redenen aangeeft.

Via mail op 25 juni 2021 deelt Open VLD-raadslid Rolande Libert de voorzitter van de gemeenteraad mee verhinderd te zijn gedurende een periode van minimaal twaalf weken wegens medische redenen. Deze verhindering werd gestaafd met een geneeskundig getuigschrift.

Conform artikel 14 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt het gemeenteraadslid dat als verhinderd wordt beschouwd, vervangen door zijn opvolger, die wordt aangewezen overeenkomstig artikel 169 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011.

Uit het proces-verbaal betreffende de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 blijkt dat het hoofdstembureau mevrouw Hannelore Ostyn aanwijst als eerste opvolger voor de lijst Open VLD.

Gezien mevrouw Ostyn sedert 26 maart 2019 niet langer ingeschreven is in het bevolkingsregister van de gemeente Deerlijk kan zij volgens artikels 58 en 8, 3°  van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet, niet verkozen worden als gemeenteraadslid.

Uit het proces-verbaal betreffende de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 blijkt dat het hoofdstembureau de heer Wim Vermeulen aanwijst als tweede opvolger voor de lijst Open VLD.

De heer Wim Vermeulen heeft op 29 juni 2021 volgende stukken, die zijn geloofsbrieven uitmaken, ingediend:

een recent uittreksel uit het bevolkingsregister;

een recent uittreksel uit het strafregister;

een verklaring dat hij zich niet bevindt in één van de gevallen van onverenigbaarheid zoals voorzien in artikel 10 van het Decreet Lokaal Bestuur.

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011

◦          Art. 12, 13 en 14 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om volgende materie te agenderen op de gemeenteraadszitting van 8 juli 2021:

•          kennisname van de verhindering wegens medische reden van gemeenteraadslid mevrouw Rolande Libert;

•          installatie in de gemeenteraad van de tweede opvolger op de lijst van Open VLD, de heer Wim Vermeulen, voor de periode van afwezigheid van gemeenteraadslid, mevrouw Rolande Libert.

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.10. Projectpremie - Deerlijk OntPOPt - goedkeuring

Aanleiding en context

Op 16 juni 2021 diende King Simon een aanvraag in voor een projectpremie voor hun project Deerlijk OntPOPt. Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de aanvraag goed te keuren.

Motivering

Extern: het project werd besproken door een jury op 25 juni 2021. Deze jury bestaat uit een afgevaardigde uit de jeugdraad, seniorenraad en cultuurraad. Deze jury adviseert het college van burgemeester en schepenen om de premieaanvraag goed te keuren voor een totaalbedrag van 600 euro.

Volgens het premiereglement gebeurt de betaling in twee schijven. 50 % van het toegekende bedrag wordt bij de opstart van het project betaald, 50 % wordt na afloop van het project uitbetaald, indien de organisatie het evaluatieformulier en de nodige bewijsstukken indient.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere: premiereglement projectpremie (goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 17 december 2020)

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

Dit bedrag mag worden gestort op rekeningnummer BE75 7330 5970 5651 op naam van Stijn Callens.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de jury te volgen en de premieaanvaag van King Simon voor Deerlijk OntPOPt goed te keuren.

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.11. Projectpremie - herdenking Arnold Vantieghem - goedkeuring

Aanleiding en context

Op 29 mei 2021 diende de Vriendenkring Arnold Vantieghem een aanvraag in voor een projectpremie voor hun project 'herdenking Arnold Vantieghem'.

Motivering

Extern: het project werd besproken door een jury op 25 juni 2021. Deze jury bestaat uit een afgevaardigde uit de jeugdraad, seniorenraad en cultuurraad. Deze jury adviseert het college van burgemeester en schepenen om de premieaanvraag goed te keuren voor een totaalbedrag van 450 euro.

Volgens het premiereglement gebeurt de betaling in twee schijven. 50 % van het toegekende bedrag wordt bij de opstart van het project betaald, 50 % wordt na afloop van het project uitbetaald, indien de organisatie het evaluatieformulier en de nodige bewijsstukken indient.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere: premiereglement projectpremie (goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 17 december 2020)

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

Dit bedrag mag worden gestort op rekeningnummer BE74 7340 5279 6907 op naam van vriendenkring Arnold.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de jury te volgen en de premieaanvaag van de vriendenkring Arnold Vantieghem goed te keuren.

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.12. Straatfeest - Veldstraat - 11 juli 2021 - goedkeuring

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.13. vzw Uzien - zomerprogrammatie 2021 - goedkeuring

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.14. LO - onderhoudspersoneel - aanstelling - goedkeuring

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.15. Afsprakennota - verbreden en verdiepen van het mobiliteitsplan - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de afsprakennota 2021-35 'Deerlijk : verbreden en verdiepen van het mobiliteitsplan', goed te keuren.

Motivering

Het oorspronkelijk mobiliteitsplan van Deerlijk werd conform verklaard op 10 maart 2008. Op 17 september 2015 werd een eerste actualisatie van het mobiliteitsplan definitief vastgesteld door de gemeenteraad. In 2021 is dit geactualiseerde mobiliteitsplan 6 jaar oud, waardoor een nieuwe herziening wenselijk is.

Op de vergadering van de projectstuurgroep van 6 mei 2021 werd op basis van de sneltoets beslist tot gedeeltelijke herziening van het mobiliteitsplan, zogenaamde 'spoor 2': verbreden en verdiepen.

Op vraag van de gemeente maakte Leiedal een afsprakennota op voor het verbreden en verdiepen van het mobiliteitsplan. Deze afsprakennota kadert in de zelfstandige groepering Leiedal.

De kosten (optimale procedure) worden geraamd op een totaalbedrag van 65.776,03 euro waarvan 17.758,02 euro voorzien voor participatiemomenten, bijgestaan door een extern communicatie en participatiebureau.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° van het Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

Er is onvoldoende budget beschikbaar. Bij de volgende budgetwijziging wordt hiervoor bijkomend budget voorzien.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen keurt de afsprakennota 2021-35 'Deerlijk: verbreden en verdiepen van het mobiliteitsplan' goed en beslist om deze voor te leggen aan de mobiliteitscommissie.

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.16. OMV 2021.24 - Nijverheidslaan 38 - beslissing deputatie - aktename

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing van de deputatie van 10 juni 2021. Het betreft een aanvraag ingediend door Brenntag, gelegen Nijverheidslaan 38 te 8540 Deerlijk, tot omgevingsvergunning voor de aanpassing van de lozingsvoorwaarden bij hun bedrijf (groothandel in chemicaliën).

Motivering

De deputatie van de provincie West-Vlaanderen heeft in zitting van 10 juni 2021 een voorwaardelijke vergunning verleend vanuit de volgende motivering:

'Conclusie:

Met voorliggend dossier beoogt de exploitant een uitbreiding van het lozingsdebiet en een bijstelling van de bijzondere lozingsvoorwaarden voor fosfor, nikkel, vanadium, kobalt en kwik.  De gevraagde aanpassingen hebben betrekking op het afvalwater afkomstig van de spoelwaters (productie) met lozing op riolering naar RWZI Harelbeke.

Uit het advies van de VMM blijkt dat de gevraagde lozingsnormen aanvaardbaar zijn.  Bijkomend onderzoek naar bronbeperkende en end-of-pipe maatregelen is nodig voor de parameter kwik.

Naar aanleiding van nieuwe metingen werd tijdens de vergadering van de provinciale omgevingsvergunningscommissie een norm van 100ug/l vanadium aangevraagd ipv de initieel gevraagde 50ug/l.  De exploitant moet de resultaten van de meting voorleggen ter beoordeling.

Er werd een overzicht van Vanadium inclusief staalname 27/04 bezorgd.  Exploitant merkt op dat voor Vanadium sinds eind vorig jaar concentraties merkbaar zijn die wat hoger liggen dan in 2020 en blijven schommelen rond 50ug/l.  Gelet de minieme actuele marge Vanadium en de overige gunstige resultaten vraagt exploitant om een norm van 100 g/l in overweging te nemen.

De bezorgde informatie werd doorgenomen door de VMM, die hieromtrent volgende beoordeling maakt:

'Het indelingscriterium GS voor vanadium bedraagt 5ug/l (cf. Vlarem II, bijlage 2.3.1 art.3).  De huidige norm is 50ug/l.  Rekening houdend met de meetonzekerheid conform Vlarem II bijlage 4.2.5.2 art.4§1, wordt de huidige lozingsnorm niet met zekerheid overschreden.  Niettemin blijken de gemeten waarden rond of net boven de norm te liggen.  Gemiddeld werd in de voorbije 9 analyses ca. 38ug/l gemeten, met een maximum van 53ug/l.

De door VMM voorgestelde norm van 75ug/l bedraagt ongeveer anderhalf maal de maximale meetwaarde en bij het dubbel van de gemiddelde meetwaarde.  Dit is ruim voldoende.'

Ingevolge deze aanvullende beoordeling kan de norm voor Vanadium bijgesteld worden naar 75ug/l.

Overwegende dat de exploitatie van het toelaatbare deel van de inrichting verenigbaar moet gemaakt worden met de omgeving, zowel wat betreft de risico's voor de externe veiligheid als wat betreft de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting, is het daarom noodzakelijk

•          om vergunningsvoorwaarden op te leggen die technisch haalbaar zijn en voldoen aan de vereiste van best beschikbare schone technologie zonder overmatig hoge kosten;

•          dat de technische criteria en de van toepassing zijnde normen vanuit dit uitgangspunt gehanteerd worden;

•          dat deze voorwaarden kunnen worden geconcretiseerd als omschreven in bijlage.

De elementen aangebracht door de VMM kunnen als volgt worden weergegeven:

•          eind vorig jaar is er vooroverleg geweest;

•          de meetresultaten moeten bezorgd worden om een beoordeling mogelijk te maken voor een verhoogde vanadiumnorm.

Deze elementen doen af aan de hierboven vermelde overwegingen en vaststellingen.

Conform artikels 48, § 1, 12° en 48, §2 van het omgevingsvergunningenbesluit vermeldt de vergunning de geactualiseerde vergunningstoestand op het vlak van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit.

Besluit:

Art. 1

Het verzoek van NV Brenntag, strekkende tot het bijstellen van de voorwaarde voor de inrichting gelegen te Nijverheidslaan 38 te 8540 Deerlijk wordt ingewilligd.

Art. 2

De milieuvoorwaarden worden als volgt bijgesteld:

De vergunning wordt verleend voor de lozing van 1,5m³/uur - 5.000m³/jaar bedrijfsafvalwater op riolering via eigen WZI (rubriek 3.6.3.1.b), met volgende voorwaarden:

1. Lozingsnormen

2. Binnen de 18 maand moet door een erkend deskundige water een evaluatie uitgevoerd worden van de bronbeperkende en end-of-pipe maatregelen omtrent kwik en te worden bezorgd aan VMM (vergunningen.oo@vmm.be) en Afdeling Handhaving.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

◦          Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van de beslissing.

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.17. OMV 2021_21 - Otegemse steenweg 1 en 3 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het herbouwen van een loods met burelen en het uitbreiden van een eengezinswoning, op een perceel gelegen Otegemse steenweg 1 en 3 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 831 A, (afd. 2) sectie E 831 G en (afd. 2) sectie E 831 B aangevraagd door Annelore Vanhaverbeke namens Meersschaut, Sam Luc met als contactadres Otegemse steenweg 1 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  25 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De voorziene reliëfwijzigingen ifv de wadi/zwemvijver en de niet overdekte constructies aangevraagd in het agrarisch gebied worden uitgesloten van vergunning.

        Er moet een infiltratievoorziening aangelegd worden met een volume van minstens 40.041,25 liter en een oppervlakte van minstens 64,07 m².

        De waterdoorlatende verharding met een oppervlakte van 54,11 m² links van de toegang tot de burelen wordt uitgesloten van vergunning.

        De haag die voorzien is langs de rechterzijperceelsgrens dient doorgetrokken te worden over de volledige diepte van het naastliggende perceel en te retourneren langs de achterzijde van de verharding.

        De buiten gestapelde goederen mogen niet hoger gestapeld worden dan de haag.

        Het rooien van de 4 bomen op de plaats waar de zwemvijver voorzien is, wordt, uitgesloten van vergunning.

        In functie van het beperken van mogelijke hinder dienen minstens volgende voorwaarden nageleefd te worden:

o        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

o        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

o        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

        De voorwaarden geformuleerd in het brandpreventieverslag moeten gevolgd worden.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied voor de eerste 50 m vanaf de rooilijn met de Otegemse steenweg en agrarisch gebied voor de rest van het perceel. 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 26 oktober 2016 (dossiernummer VK 2016-7/1033-8). Er werd verzaakt aan de verkaveling waarvan het college op 31 maart 2021 akte van nam.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is deels in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 21 juni 1943 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een slaapkamer boven de keuken van een woonhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 maart 1957 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 maart 1984 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een verlicht reclamebord (1.60 x 2.40) tegen de gevel van het magazijn.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 december 2003 door het college van burgemeester en schepenen voor het rooien van een spar.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 juni 2016 door het college van burgemeester en schepenen voor het afbreken van een vervallen ast en het verbouwen van een bestaande schuur tot eengezinswoning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 december 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een loods en het bouwen van een carport.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langs de Otegemse steenweg, een voldoende uitgeruste, vrij drukke gemeenteweg op de grens met Zwevegem. De omgeving wordt gekenmerkt door woningen van het open en gesloten type. Achteraan het terrein is er een open landschap met uitzicht op de Olieberg.

Het betreffende perceel heeft een oppervlakte van 5.192 m². Het terrein helt af van de straatzijde naar achteren toe. Het hoogteverschil bedraagt +/- 4 m.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het slopen van een bestaande, verouderde loods, het vervangen van deze loods, het uitbreiden van de woning, het plaatsen van een groendak op het bestaand gebouw en het aanleggen van een zwemvijver.

Op het perceel staat momenteel een woning met bijgebouwen en een bouwvallige loods. De woning bevindt zich aan de straatzijde en is van het open type. De woning is opgetrokken in geel-bruine baksteen en aan 1 zijde in rood-bruine baksteen. Voor de loods werd in 2016 reeds een vergunning verleend voor het verbouwen tot eengezinswoning. Deze werken werden niet uitgevoerd.

Met voorliggende aanvraag wenst men die loods die zich achteraan de woning bevindt te slopen. Op ongeveer dezelfde locatie als de te slopen loods wordt een nieuwe loods ingeplant. Echter wordt de nieuwe loods op 7 m van de rechterperceelsgrens opgetrokken. De nieuwe loods incl. burelen heeft een oppervlakte van 503 m² en een volume van 2.121 m³. De loods wordt opgetrokken met een licht hellend zadeldak waarvan de nok, met een hoogte van 7 m,  centraal boven het te behouden gedeelte van de bijgebouwen ligt. De kroonlijsthoogte bedraagt 4,2 m ter hoogte van de rechterperceelsgrens en 4,5 m tov de linkerzijde. Het vloerpas van de loods ligt 1,48 m lager dan het vloerpas van de woning, wat overeenkomt met het huidige niveau van de loods.

De loods zal gebruikt worden voor de stockage van sanitair materiaal en tegels. Verder zal in de loods ook een graafkraan, bestel- en aanhangwagen en vorkheftruck geplaatst worden. De resterende ruimte zal aangewend worden als atelierruimte. In de loods wordt tevens een bureauruimte, vergadertafel en kitchenette voorzien.

Het geheel (zowel dak als wanden) wordt opgetrokken in zwarte geprofileerde staalplaten met houten schrijnwerk, omkaderd door een dun aluminium frame. De bestaande te behouden bijgebouwen worden bekleed met een houten verticale lattenstructuur.

Op de te behouden bijgebouwen van de woning wordt een extensief groendak voorzien, de zichtbare staalstructuren zullen voorzien worden van klimplanten.

De uitbreiding van de woning bestaat voornamelijk uit het uitbreiden van de keuken op het gelijkvloers. De uitbreiding heeft een oppervlakte van 61,47 m² en wordt opgetrokken in hetzelfde materiaal als de nieuwe loods (staalplaten met houten schrijnwerk). Na de uitbreiding heeft de woning een oppervlakte van 175 m². De rechterzijgevel van de woning wordt voorzien van eenzelfde gevelsteen als de rest van de woning.

De ontsluiting van de gebouwen gebeurt links van de bestaande woning. De bestaande verharding wordt opgebroken en vervangen door vlakke kasseistenen. Op het terrein worden 4 niet overdekte parkeerplaatsen voorzien. Deze worden voorzien in grasdallen. De verharding achteraan de bestaande loods wordt opgebroken. Deze ruimte wordt ingericht als tuin. In totaal wordt 346 m² onthard.

De toegang tot de loods zal genomen worden zowel ten oosten als ten westen van de loods.

De oppervlakte tussen de loods en de rechterzijkavelgrens is reeds grotendeels verhard in steenslagverharding. Deze steenslagverharding wordt nog uitgebreid naar achteren toe. De zone tussen de loods en de rechterperceelsgrens wordt ook deels voorzien als tuinzone met terras bij de woning. Over zo goed als de volledige diepte van de nieuwe loods is langs de rechterzijperceelsgrens een haag aanwezig. De laatste 8 m, daar waar de steenslagverharding uitgebreid wordt, wordt de haag niet doorgetrokken en wordt geen andere afsluiting aangevraagd.

Tussen de twee bestaande tuingebouwtjes wordt een omrande zwemvijver met een oppervlakte van +/- 48 m² aangelegd. De zwemvijver wordt omgeven door een wadi, waarvan de oevers zorgen voor de infiltratie. De totale oppervlakte van zwembad en wadi bedraagt 69 m². De afstand van de zwemvijver tot de loods bedraagt min. 17 m.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 30 april 2021 tot 29 mei 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

De brandweerzone Fluvia werd om advies verzocht op 21 april 2021. De adviesinstantie bracht op 11 mei 2021, ontvangen 21 mei 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag wordt gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverslag.

In functie van de maatgevende brandbelasting werd het industriegebouw door de bouwheer ingedeeld in klasse B. Het gebouw mag hierdoor enkel gebruikt worden voor activiteiten met dezelfde of een lagere maatgevende brandbelasting of activiteiten die leiden tot dezelfde klasse of lagere klasse, zo niet is het gebouw niet meer conform en zullen mogelijks aanpassingswerken nodig zijn. Bij wijziging van brandklasse vervalt sowieso bijgevoegd verslag en dient een nieuw dossier ingediend te worden bij de brandweer.’

De Intercommunale Leiedal, het IOED werd om advies verzocht op 21 april 2021. De adviesinstantie bracht op 26 april 2021, ontvangen 27 april 2021 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Vooraf

Deze erfgoedtoets van de intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst Leiedal kadert in een adviesvraag voor een sloopaanvraag voor het geïnventariseerde erfgoedpand met relictnummer 86382 gelegen in de Otegemse steenweg 1 te Deerlijk.

De erfgoedtoets stoelt op de resultaten van het ‘actieplan bouwkundig erfgoed’, de waardering van de Vlaamse inventaris van het bouwkundig erfgoed in de gemeente Deerlijk opgemaakt door Leiedal in samenspraak met de gemeente. Het woonhuis met cichorei-ast en magazijnen kreeg een middelhoge locuswaarde.

In voorliggend dossier wordt het herbouwen van een loods met burelen en het uitbreiden van een woning gevraagd.

Ontwikkelingsprofiel

Het pand is gelegen in de dorpskern van Sint-Lodewijk. Deze parochie komt pas in de 19e eeuw tot ontwikkeling. In de 18de eeuw valt het ontbreken van een echte dorpskern op. De in de 17de eeuw opgerichte kapel wordt wel afgebeeld op het landboek van Deerlijk en de Ferrariskaart (1770-1778) als “Clle te Keselberhe”. De huizen, een 78-tal en een tiental boerderijen, staan verspreid over het ganse grondgebied, dat gekenmerkt wordt door kleine kavels, bosjes en arme zandgronden.

Het bouwkundig erfgoed is er zeer recent. De grootste concentratie vinden we terug langs de Pladijsstraat, Kapelstraat en Kerkstraat. De panden zijn overwegend in baksteenarchitectuur en kennen een fraaie geveldetaillering.

De onmiddellijke omgeving

De site is gelegen langs de Otegemse steenweg, wat een verbindingsweg is tussen het centrum van Zwevegem en de kern van Otegem. In de onmiddellijke omgeving van de site zijn er langsheen de Otegemse steenweg voornamelijk eengezinswoningen aanwezig. Achterliggend aan de site is er een vrij open agrarisch gebied. Het voorliggende pand is een van de weinige pand met erfgoedwaarde in de straat. Aan de overzijde is een boerenarbeiderswoning (nummer 8) die laag werd gewaardeerd.

Het gebouw

Het gebouw is een woonhuis met cichorei-ast en magazijnen.

De beschrijving uit de inventaris is beknopt en somt weinig erfgoedkenmerken op:

de site bestaat uit woning en bedrijfsgebouwen aan de straat afgezet door muur geritmeerd door pijlers. Voormalige vestigingsplaats van de graan- en oliewindmolen “Vereeckens Molen” die in 1875 afbrandt. Volgens de kadastrale gegevens wordt in 1919 de in 1869 opgerichte paardenpletmolen (of rosmolen) deels afgebroken en vervangen door een “suikerdrogerij” of cichorei-ast en magazijn. De cichorei-ast en het magazijn worden uitgebreid in1928. Ook het woonhuis wordt aangepast. In 1942 wordt het woonhuis opnieuw verbouwd en krijgt vermoedelijk haar huidig uitzicht. Ook het magazijn wordt uitgebreid.

Het pand op de Otegemse steenweg 1-3 is een getuige van de bedrijfswoning met achtergelegen bedrijfsgebouw.

De gebruikswaarde van het pand is, door zijn goede ontsluiting, oppervlakte en volume vrij hoog. Het biedt een antwoord op de actuele programma’s zoals wonen en bedrijvigheid. De oppervlakte van de woning en van het perceel (5192 m²) zijn ruimer dan wat gangbaar is langs de invalsweg. Het pand vertoont enkele tekenen van ouderdom maar is, met uitzondering van de te slopen loods, in goede staat. De loods is eerder bouwvallig. Het pand kent een lange historiek, maar is geen beeldbepalend element in de historische kern van Sint-Lodewijk.

De culturele waarde is vrij hoog. De belevingswaarde van het pand is vrij beperkt.

Locus- of contextwaarde

Het pand heeft een middelhoge locuswaarde.

Een middelhoge locuswaarde vertegenwoordigt de gebouwen waarvan de erfgoedwaarde minder hoog is en andere factoren meer doorslaggevend zijn. Gebouwen kunnen grondig verbouwd worden mits behoud van de erfgoedelementen en met een architectuur die deze respecteert. In principe wordt het gebouw niet gesloopt. Men streeft voor deze panden naar een behoud van het beeld met inzet van een vrije materiaalkeuze. Sloop kan echter overwogen worden mits een grondige motivatie en een beoordeling van de nieuwbouw. Sloop zonder nieuwbouw is uitgesloten.

Advies ontwerp

Het ontwerp voorziet de sloop van de bouwvallige loods, de heropbouw ervan op ongeveer dezelfde plaats en het uitbreiden van de woning.

De nieuwe loods heeft een oppervlakte van 540 m² en wordt opgetrokken op 10 m van de linker en 7 m van de rechter perceelsgrens. Er wordt geopteerd voor een licht hellend zadeldak dat haaks staat ten opzicht van de nok van de huidige loods. De loods (zowel dak als wanden) wordt opgetrokken in zwarte geprofileerde staalplaten met een ronde, fijne golving. Het volume en de nok wordt visueel doorgetrokken door middel van een zwarte stalen skeletstructuur waaraan het nieuwe groendak bevestigd wordt. Ter hoogte van de burelen wordt dit principe herhaald. De stalenstructuren worden voorzien van klimplanten.

De uitbreiding van de woning bestaat uit het uitbreiden van de keuken op het gelijkvloers en dat met een oppervlakte van 61 m². De uitbreiding van de woning wordt voorzien onder hetzelfde dakvolume als loods, en wordt eveneens opgetrokken in dezelfde materialen als de loods. De rechter gevelmuur wordt opnieuw gemetst in dezelfde gevelsteen als de rest van de woning.

Het ontwerp voorziet het behoud van het woonhuis aan straatzijde en een vervangbouw van de achterliggende bijgebouwen grotendeels als bedrijfsgebouw, deels als uitbreiding van de bestaande woning. Bij de vervangbouw wordt de configuratie van de gebouwen rondom een koer en de volumetrie behouden, maar met een hedendaagse materiaalkeuze (zwarte verticale staalplaten in combinatie met houtbekleding). Het nieuwbouwvolume heeft verschillende gradaties van open-gesloten karakter en sluit goed aan bij het bestaande en zijn omgeving.

Conclusie

Overwegende dat:

◦  het erfgoedpand een middelhoge locuswaarde heeft;

◦  de ingreep qua inplanting aansluiting zoekt bij het verleden van de site;

◦  de gebouwenvolumes aansluiten op de cultuurhistorische context;

◦  de materiaalkeuze van de nieuwbouw voor een gepaste tussenafstand zorgt tussen het woonhuis en de uitbreiding;

◦  het nieuwe volume zich op een gepaste manier inbedt in het landschap.

wordt het herbouwen van de loods met burelen en het uitbreiden van de woning gunstig geadviseerd.’

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 26 oktober 2016 (dossiernummer VK 2016-7/1033-8

Op 25 maart 2021 werd een melding tot verzaking aan deze verkaveling ingediend, en op 31 maart 2021 werd hiervan door het college van burgemeester en schepenen akte genomen. De verkaveling vormt bijgevolg geen toetsingscriteria meer.

Het perceel dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan. De eerste 50 m vanaf de Otegemse steenweg zijn gelegen in woongebied. De rest van het terrein is gelegen in agrarisch gebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt:

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5).

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, naast verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt echter niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden (artikel 11).

De werken aan de loods en de woning zijn gelegen binnen het gedeelte woongebied en zijn in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan.

Voor wat de werken in het agrarisch gebied betreft kunnen bij de woning enkel werken die opgenomen zijn in het besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van [stedenbouwkundige] handelingen waarvoor geen [omgevingsvergunning] nodig is. In het agrarisch gebied wordt een wadi/zwemvijver en bijhorend terras gerealiseerd.

Artikel 2.1, 7° van dit besluit stelt dat niet overdekte constructie (verharding, zwembad, etc.) de 80 m² niet mag overschrijden.

Artikel 12/1.1. van dit besluit geeft aan dat een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen niet nodig is voor reliëfwijzigingen als aan al de volgende voorwaarden is voldaan:

1° het terrein ligt niet in ruimtelijk kwetsbaar, erosiegevoelig of mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied;

2° de aard van het terrein kan wijzigen, maar de functie van het terrein wijzigt niet;

3° het totale volume van de reliëfwijziging is kleiner dan dertig kubieke meter per goed;

4° de hoogte of diepte van de reliëfwijziging is op elk punt kleiner dan een halve meter;

5° de reliëfwijziging strekt niet tot het geheel of gedeeltelijk dempen van grachten of waterlopen.

De voorziene reliëfwijzigingen ifv wadi/zwemvijver en de niet overdekte constructies in het agrarisch gebied, voldoen niet aan het vrijstellingsbesluit en worden bijgevolg uitgesloten van vergunning.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Otegemse steenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (< 0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 40.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening/wadi met een volume van 41.000 liter en een referentieoppervlakte van 69 m², de afwatering van de verharding die niet waterdoorlatend is wordt aangesloten op de wadi, een deel van de verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen evenals het terras zodat het water van een deel van de verhardingen infiltreert in de bodem.

De infiltratievoorziening wordt gekoppeld in de zwemvijver. De zwemvijver is immers voorzien van ‘zachte’ oevers waarin het overtollige water kan infiltreren. De wadi rondom de zwemvijver heeft een totale infiltratieoppervlakte van 69 m².

Echter is, conform het vrijstellingenbesluit van 16 juli 2010, een reliëfwijziging zoals de voorliggende wadi, niet mogelijk in agrarisch gebied. De infiltratievoorziening dient bijgevolg op een andere manier opgelost worden. Dit kan deels onder de vorm van een wadi in het gedeelte agrarisch gebied (zie voorwaarden conform vrijstellingenbesluit) deels als een wadi in het gedeelte woongebied of via ondergrondse infiltratiekratten.

Bijgevolg dient in de voorwaarden bij afgifte van de vergunning opgenomen te worden dat een infiltratievoorziening aangelegd moet worden met een volume van minstens 40.041,25 liter en een oppervlakte van minstens 64,07 m².

Mits naleving van deze voorwaarde kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag betreft het uitbreiden van een woning en het herbouwen van een loods. De bestaande functies blijven behouden, waardoor het geheel functioneel inpasbaar blijft binnen de gemengde woonomgeving.

De inplanting van de woning op de rooilijn blijft ongewijzigd. De nieuwe loods wordt gerealiseerd op ongeveer dezelfde plaats als de bestaande loods, en sluit aan op de woning. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een voldoende compact geheel.

Het hoofdgebouw van de woning blijft ongewijzigd, er worden enkel interne verbouwingswerken uitgevoerd. Rechts van de woning wordt een uitbreiding voorzien. De afstand tot de zijperceelsgrens is voldoende ruim.

De nieuwe loods, met een kroonlijst van max. 4,50 m, wordt voorzien op minstens 7 m tov de zijperceelsgrenzen. De bouwdiepte van de loods is gelijkaardig aan de bestaande situatie. Het bouwvolume is compact en afstand tot de perceelsgrens is voldoende ruim waardoor geen hinder te verwachten valt bij de buren.

De voorgevel blijft ongewijzigd waardoor het ontwerp geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld. Het voorzien van een nieuwe gevelsteen thv de rechterzijgevel zal een positieve invloed hebben op het straatbeeld.

De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik (zwarte staalplaten in combinatie met hout) binnen de bestaande bebouwing.

De bestaande functie van eengezinswoning met loods blijft behouden. Gezien de uitbreiding van de loods en het voorzien van burelen, kan een toename van de verkeersaantrek verwacht worden. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen. Op het terrein worden 4 parkeerplaatsen voorzien, alsook heel wat circulatieruimte. Hierdoor zal de eigen parkeerbehoefte opgevangen kunnen worden en zal de impact op mobiliteit beperkt zijn.

Aan de achterzijde van de te slopen loods wordt heel wat verharding verwijderd wat een positieve impact zal hebben op de waterhuishouding maar eveneens op de beeldkwaliteit aan de achterzijde. Rondom de woning en de nieuwe loods wordt wel nog steeds veel verharding heraangelegd. Deze verharding lijkt niet steeds functioneel, waardoor er een groot vermoeden is dat er nog ruimte is om bijkomend te ontharden.

Dit geldt onder meer voor de waterdoorlatende verharding tussen linkerperceelsgrens en linkerzijgevel van de loods. Deze oppervlakte heeft een oppervlakte van 54 m² en is conform de nota voorzien als gastenparkeerplaats. Echter wordt vastgesteld dat er al ruim voldoende verharde oppervlakte is, waardoor de gastenparking ook elders op het terrein georganiseerd kan worden zonder de interne circulatie te belemmeren. De waterdoorlatende verharding met een oppervlakte van 54,11 m² links van de toegang tot de burelen wordt uitgesloten van vergunning. Deze zone dient bijkomend onthard te worden.

Rechts van de woning en achter de loods wordt een private tuinzone voorzien.  Deze is zeker ruim genoeg om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen bij de woning. In het project wordt deels voorzien in de aanleg van een groendak wat een positieve impact heeft op de waterhuishouding en het klimaat. 

De haag aan de straatkant alsook op beide perceelsgrenzen (deels nieuw te realiseren) zijn een grote meerwaarde om het geheel te integreren naar de omgeving toe. Echter is het onduidelijk waarom de haag niet wordt doorgetrokken over de volledige diepte langs de rechterperceelsgrens. Teneinde het geheel naar de rechterbuur toe beter te integreren, wordt het doortrekken van de haag over de volledige diepte van het naastliggende perceel opgelegd als voorwaarde.

Tussen de rechterzijkavelgrens en de rechtergevel van de loods wordt een bijkomende waterdoorlatende verharding voorzien die de totale verharding in deze zone tot een oppervlakte van 194 m² brengt. Deze verharding zal mede dienen als buitenopslagruimte en parkeerruimte voor bedrijfsvoertuigen. Gelet op deze functie is het wenselijk om naast het doortrekken van de haag langs de zijperceelsgrens, deze ook door te trekken langs de achterzijde van deze verharding (kant agrarisch gebied) en op te leggen dat de gestapelde goederen niet hoger mogen zijn dan de hoogte van de haag, dit om de visuele impact naar de omgeving te beperken.

In functie van de zwemvijver zouden een 4-tal bomen moeten worden gerooid. Gezien de zwemvijver uitgesloten wordt van vergunning, wordt ook het rooien van deze bomen uitgesloten van vergunning.

In het dossier wordt gesloopt en onthard. Bij de aanvraag is een sloopopvolgplan toegevoegd dat nageleefd dient te worden. In functie echter van het beperken van mogelijke hinder dienen minstens volgende voorwaarden nageleefd te worden:

-          Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

-          Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

-          Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Op 11 mei 2021 werd een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd door de brandpreventiedienst. Dat advies is voorwaardelijk gunstig en wordt integraal overgenomen.

Op 26 april 2021 werd een gunstig advies afgeleverd door de Intergemeentelijk Onroerend ErfgoedDienst (IOED) zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Annelore Vanhaverbeke namens Meersschaut, Sam Luc met als contactadres Otegemse steenweg 1 te 8540 Deerlijk, voor het herbouwen van een loods met burelen en het uitbreiden van een eengezinswoning, op een perceel gelegen Otegemse steenweg 1 en 3 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 831 A, (afd. 2) sectie E 831 G en (afd. 2) sectie E 831 B, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De voorziene reliëfwijzigingen ifv de wadi/zwemvijver en de niet overdekte constructies aangevraagd in het agrarisch gebied, worden uitgesloten van vergunning.

        Er moet een infiltratievoorziening aangelegd worden met een volume van minstens 40.041,25 liter en een oppervlakte van minstens 64,07 m².

        De waterdoorlatende verharding met een oppervlakte van 54,11 m² links van de toegang tot de burelen wordt uitgesloten van vergunning.

        De haag die voorzien is langs de rechterzijperceelsgrens dient doorgetrokken te worden over de volledige diepte van het naastliggende perceel en te retourneren langs de achterzijde van de verharding.

        De buiten gestapelde goederen mogen niet hoger gestapeld worden dan de haag.

        Het rooien van de 4 bomen op de plaats waar de zwemvijver voorzien is, wordt uitgesloten van vergunning

        In functie van het beperken van mogelijke hinder dienen minstens volgende voorwaarden nageleefd te worden:

o        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

o        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

o        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

        De voorwaarden geformuleerd in het brandpreventieverslag moeten gevolgd worden.

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.18. OMV 2021_72 - Bonte Os - vegetatiewijziging - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het het vellen van een bomenrij rond een veedrinkpoel met als doel deze poel biologisch te herstellen, op een perceel met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 179 C, (afd. 1) sectie B 189 A, (afd. 1) sectie B 191 B en (afd. 1) sectie B 192 aangevraagd door Jan Feryn namens Natuurpunt, vereniging voor natuur en landschap in Vlaanderen VZW gevestigd Coxiestraat 11 te 2800 Mechelen.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  25 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Op de westelijke kant van het hooilandperceel dienen de reeds aangeplante knotbomen aangevuld te worden met bijkomende knotbomen, in zuidelijke richting. Deze nieuwe aanplant dient te gebeuren in het eerstvolgende plantseizoen na het rooien van de populieren.

        Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich - vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden.

        Bij het kappen van de bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient  contact opgenomen te worden met het Agentschap voor Natuur en Bos.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

-          Vergunning afgeleverd op 15 oktober 1986 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanplanten van bos op een stuk weiland.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De veedrinkpoel ligt langs een doodlopend stuk van de Waregemstraat en in de nabijheid van vrijstaande zonevreemde bebouwing (woningen en bedrijfsgebouw) omringd door weilanden en akkerlanden in professioneel landbouwgebruik. In de ruimere omgeving bevindt zich het bronbos de Bonte Os dat als natuurgebied erkend werd.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft geen betrekking op louter stedenbouwkundige handelingen gezien het kappen van de bomen een wijziging van de vegetatie met zich meebrengt (zie bijgevolg 3.4).

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

3.4.  Beschrijving van de aangevraagde vegetatiewijziging

De aanvraag heeft betrekking op een vegetatiewijziging door het vellen van al dan niet de volledige bomenrij (ca. 8 levende en 4 dode bomen) bestaand uit populieren rond een veedrinkpoel met als doel deze poel biologisch te herstellen. Ter compensatie van deze kap en om de natuurwaarden in dit grasland te verhogen wordt een gemengde haag aangeplant tegen de perceelsgrens langs de oostelijke zijde en ten zuiden van de poel. Daarnaast wordt op het westelijk deel van de weide een brede houtkant voorzien waarin ook bomen worden aangeplant die vervolgens kunnen uitgroeien tot hoogstammige exemplaren. Tenslotte worden aan de westelijke kant ook nog enkele knotbomen aangeplant.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

5. Adviezen

Het Agentschap Natuur en Bos werd om advies verzocht op 3 mei 2021 De adviesinstantie bracht op 17 mei 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Het Agentschap voor Natuur en Bos maakt voor vergunningen in agrarische gebieden zelf geen inschatting meer van de impact op natuurwaarden.

De vergunningverlener moet zelf verifiëren of minimum aan de zorgplicht wordt voldaan en er geen vermijdbare schade optreedt.

Om aan de zorgplicht te voldoen, moeten de natuurwaarden die mogelijk aangetast worden bij het uitvoeren van de geplande activiteiten op voldoende wijze worden hersteld. Dit kan bvb. door het herstellen of vervangen van kleine landschapselementen, het heraanplanten van bomen of lijnbeplantingen, enz.

Tot slot willen we nog de aandacht vestigen op een algemene maatregel, die voor elke vergunning van toepassing is:

“Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit).

Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich - vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden.

Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos”.’

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

Deze aanvraag is volgens het Origineel gewestplan Kortrijk, goedgekeurd op 4 november 1977 gelegen in een landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 11.4.1. + 15.4.6.1. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.

Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

Landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan, gezien de aanvraag betrekking heeft op een vegetatiewijziging in functie van het ecologisch beheer van een veedrinkpoel.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Waregemstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

De vegetatiewijziging (kappen van bomen) wordt aangevraagd door Natuurpunt Gaverstreke die eigenaar en beheerder is van de veedrinkpoel en de omliggende hooilanden. De vraag tot kappen van de bomen heeft enkel tot doel de veedrinkpoel een ecologische meerwaarde te bieden. De nadelige gevolgen van de populieren rondom de poel wegen zwaar door op het ecologisch en biologisch karakter van de poel. De bomen hebben immers een ongunstig effect op de poel wegens bladval (eutrofiëring van het water + slibvorming waardoor waterplanten wegblijven + verrotting waardoor zuurstofvermindering ontstaat in het water), windval (zuurstofvermindering in het water) en beschaduwing (vertraging biologische omzetting + wegblijven van waterplanten waardoor  opnieuw zuurstofvermindering ontstaat). De bomen zorgen er bovendien voor dat de poel kan leeg komen te staan in droge periode (grote zuigkracht van de volwassen bomen). Het vellen van bomen is geen evidentie voor Natuurpunt, zelfs als het niet streekeigen bomen zijn. De bomen hebben immers een landschappelijke waarde. Daarom werd op het perceel, ten noorden van de poel ter compensatie een brede houtkant gezet van 130 m lengte en 3 à 4 plantrijen breed. Hierin staat plantgoed dat op termijn kan uitgroeien tot nieuwe hoogstambomen (Haagbeuk, Boswilg, Zwarte Els, maar vooral Zomereik en Kleinbladige linde). Deze aanplanting is reeds uitgevoerd door vrijwilligers van Natuurpunt afdeling Gaverstreke (plantactie op 5 december 2020). Na enkele jaren zal een snoei plaatsvinden van de houtkant, waarbij toekomstbomen worden geselecteerd en opgesnoeid. Het zal gaan om minstens 15 toekomstbomen (toekomstige hoogstammen). Deze streekeigen bomen mogen uitgroeien als landschappelijke compensatie voor de kapping. Bovendien zal de houtkant dienen als buffer voor invloeiende nutriënten vanuit het naastliggende hoger gelegen akkerland.

Er is dan ook voldoende motivatie om het vellen van de hoogstammige populieren te vergunnen. De poel zal tevens ontslibd worden. Het beheer van het grasland wordt aangepast (geen bemesting of begrazing meer, enkel nog hooilandbeheer). Er wordt tevens nog een gemengde haag voorzien tegen de oostelijke perceelsgrens en ten zuiden van de poel en op het westelijke deel van de weide worden ook enkele knotbomen aangeplant. Het diverse natuurbeheer van het gehele perceel zal aanleiding geven tot een veel grotere biodiversiteit.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag tot vegetatiewijziging door het vellen van hoogstammige bomen heeft een impact op de beeldvorming in de omgeving. Als compensatie werd door de aanvrager reeds nieuwe houtkant aangeplant met hoogstammig groen als toekomstvisie. Het geheel situeert zich in de beekvallei van de Wijmelbeek en het versterken van de lijnvormige groenelementen loodrecht op de beekvallei kunnen de structuur van het landschap verbeteren en erosie tegengaan. Een mogelijkheid kan erin bestaan om de reeds aangelegde houtkant in de zuidelijke richting door te trekken. Echter dit hypothekeert de toekomstige natuurvisie van het grasland als extensieve hooiweide en is daardoor niet wenselijk. Bijgevolg wordt voorgesteld om de reeds aangeplante knotbomen in zuidelijke richting aan te vullen gezien dit ook kan bijdragen tot het versterken van de groenstructuur in het gebied en geen directe invloed heeft op het toekomstig beheer van de hooiweide. Dit wordt dan ook als bijkomende compensatie opgelegd in de voorwaarde van de vergunning.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Gezien de specifieke problematiek dient het advies van het Agentschap Natuur en Bos strikt nageleefd te worden, in het bijzonder de voorwaarden inzake nesten van beschermde vogelsoorten en de aanpak bij aanwezigheid van vleermuizen.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (het zogenaamde Vegetatiebesluit)

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Jan Feryn namens Natuurpunt , vereniging voor natuur en landschap in Vlaanderen VZW gevestigd Coxiestraat 11 te 2800 Mechelen, voor het vellen van een bomenrij rond een veedrinkpoel met als doel deze poel biologisch te herstellen, op een perceel met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 179 C, (afd. 1) sectie B 189 A, (afd. 1) sectie B 191 B en (afd. 1) sectie B 192, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Op de westelijke kant van het hooilandperceel dienen de reeds aangeplante knotbomen aangevuld te worden met bijkomende knotbomen, in zuidelijke richting. Deze nieuwe aanplant dient te gebeuren in het eerstvolgende plantseizoen na het rooien van de populieren.

        Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich, vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken, van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden.

        Bij het kappen van de bomen dient men na te gaan, vóór de werken beginnen, of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient  contact opgenomen te worden met het Agentschap voor Natuur en Bos..

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.19. OMV 2021_27 - Nijverheidslaan 60A - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitvoeren van een gevelrenovatie van een bestaand bedrijfsgebouw, het plaatsen van 2 uithangborden aan de gevel richting E17 en het exploiteren van het bedrijf Aqualex, op een perceel gelegen Nijverheidslaan 60A en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 981 S aangevraagd door de heer Alexander Vanlerberghe gevestigd Nijverheidslaan 60 te 8540 Deerlijk en GENIALE namens AQUALEX NV gevestigd Nijverheidslaan 60A te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  21 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het advies van de brandweerzone Fluvia dient strikt nageleefd te worden.

        Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dient strikt nageleefd te worden.

        De omgevingsvergunning voor de ingedeelde inrichting of activiteit wordt verleend voor onbepaalde duur.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de vergunde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten steeds nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming gebied voor milieubelastende industrie.

.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 juni 1988 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een industriegebouw.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 mei 1994 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een industriegebouw, bouwen van een stapelplaats.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        milieuvergunning afgeleverd op 10 juli 1996 door het college van burgemeester en schepenen voor de exploitatie van een tapijtveredeling;

        milieuvergunning afgeleverd op 2 juli 1996 door het college van burgemeester en schepenen voor de exploitatie met betrekking tot tapijtafwerking;

        milieuvergunning afgeleverd op 4 september 1996 door het college van burgemeester en schepenen voor de exploitatie met betrekking tot tapijtafwerking;

        milieuvergunning afgeleverd op 21 augustus 2002 door het college van burgemeester en schepenen voor de exploitatie van een textielweverij;

        milieuvergunning afgeleverd op 8 januari 2003 door het college van burgemeester en schepenen voor een groothandel in materialen;

        milieuvergunning afgeleverd op 2 april 2003 door het college van burgemeester en schepenen voor appreteren van tapijten;

        milieuvergunning afgeleverd op 13 januari 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor de import en verkoop van brandblusapparatuur, brandhaspels en brandweermateriaal.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen een achterliggend deel van de Nijverheidslaan, een voldoende uitgeruste gemeenteweg op het bedrijventerrein Deerlijk-Waregem, in de directe omgeving van de E17. De omgeving wordt gekenmerkt door bedrijfsgebouwen. Het perceel van de aanvrager is bebouwd met twee losstaande gehelen van aaneengesloten bedrijfsgebouwen. Het bedrijfsgebouw van de aanvrager is gelegen in de nabijheid van de E17 en palend aan de Gaverbeek. De oppervlakte rond het bedrijfsgebouw is ingericht als oprit, groenzone en parking.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst de achtergevel van het bedrijfsgebouw (kant E17) te renoveren door de aanwezige bardagepanelen plaatselijk te verwijderen en te vervangen door een vliesgevel (niet dragende gevel met raampartijen en een deur). Deze vliesgevel bevindt zich in de westelijke kant van de achtergevel, is ongeveer 2,92 m hoog en 28,4 m breed. Er wordt 1 deuropening voorzien. Aan diezelfde gevel wordt een bestaand uithangbord verplaatst naar de oostelijke hoek van de gevel. Dit uithangbord wordt tegen het vlak van de gevel geplaatst en heeft een hoogte van 2,28 m en een breedte van 12,55 m. De weerhouden bardagepanelen krijgen een grijze kleur. Op de oostelijke zijgevel wordt een nieuw uithangbord tegen het vlak van de gevel geplaatst op dezelfde hoogte van het andere uithangbord en heeft een hoogte van 2,28 m en een breedte van 4 m. Ook hier krijgen de bardagepanelen een grijze kleur. De publiciteit is bedrijfsgebonden en bevat geen verlichting.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Het bedrijf is gespecialiseerd in het plaatsen van leidingwaterkoelers en kranen met gefilterd gekoeld, bruisend en warm water.

In het gebouw bevinden zich geen productieprocessen van deze waterkoelers. Er is dan ook geen bedrijfsafvalwater en een minimum aan bedrijfsafvalstoffen aanwezig op deze site. Op de site is er enkel huishoudelijk afvalwater aanwezig, afkomstig van enkele toiletten en lavabo’s aanwezig in het bedrijf (minder dan 600 m³/jaar waardoor dit niet ingedeeld is).

De CO2-flessen worden aangekocht en gestapeld in de loods, het vullen van deze fles met koolzuurhoudend gas wordt uitbesteed aan een externe firma en gebeurt niet op de eigen site. De opslag van deze CO2-flessen is ingedeeld in de Vlarem klasse 2.

In het magazijn is er slechts 1 elektrische heftruck en 1 elektrische stapelaar aanwezig, deze hebben beiden een oplaadvermogen van 2 kW. Dit vermogen (<10kW) is niet indelingsplichtig.

Het bureaugedeelte is voorzien van een airco, deze heeft een opgenomen elektrisch vermogen van 2,5 kW waardoor dit niet indelingsplichtig is.

Er is een stookinstallatie voorzien op mazout. Er zijn 2 mazoutbranders geplaatst in het stooklokaal, met respectievelijk een vermogen van 181 kW en 145 kW. Deze stookinstallatie is niet indelingsplichtig omdat beide mazoutketels een afzonderlijke rookgasafvoer hebben.

De stookoliehouder wordt periodiek gekeurd en voldoet aan de wettelijke verplichtingen.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 2 april 2021 tot 1 mei 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

Hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 23 maart 2021. De adviesinstantie bracht op 29 maart 2021 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Gunstig, indien de loopdeur opendraait in de vluchtzin en voor zover er voldaan wordt aan de algemene reglementeringen (bv. ARAB, CODEX, AREI, VLAREM, ..) en normeringen.’

Het Agentschap Wegen en Verkeer werd om advies verzocht op 23 maart 2021. De adviesinstantie bracht op 7 april 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

“Het Agentschap Wegen en Verkeer adviseert GUNSTIG betreffende de voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met hoger vermelde inlichtingen en beperkingen.

Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de hierna omschreven aandachtspunten.

1. BvR van 25 januari 2019 betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen

2. Wet van 12 juli 1956 tot vaststelling van het statuut der autosnelwegen

3. KB van 14 december 1959 waarbij regelen gesteld worden op het aanplakken en reclame maken

4. Het is verboden om de sloot van de autosnelweg op om het even welke wijze te dempen.

5. Het lozen in de sloot van de autosnelweg is verboden.

6. Het Agentschap Wegen en Verkeer wenst de aanvragers er uitdrukkelijk attent op te maken dat wonen op zo’n korte afstand van de autosnelweg bepaalde hinder met zich mee kan brengen (ev. visuele hinder,

geluidshinder, fijn stof, …). De beslissing om op die plaats te  bouwen/verbouwen/herbouwen, moet dus weloverwogen gebeuren. Bij de keuze van de locatie aanvaardt men aldus de hinder die door de autosnelweg kan veroorzaakt worden. Het Agentschap wenst in ieder geval te benadrukken dat het geen plannen heeft om in de omgeving hinderbeperkende maatregelen te nemen.”

Intercommunale Leiedal werd om advies verzocht op 23 maart 2021. De adviesinstantie bracht op 10 april 2021, ontvangen op 13 april 2021, een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

“Leiedal heeft rond voorliggende aanvraag geen bemerkingen.”

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De eigendom is volgens het origineel gewestplan Kortrijk, goedgekeurd op 4 november 1977 gelegen in een gebied voor milieubelastende industrieën.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt:

Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. De gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

De aanvraag heeft betrekking op een bestaand bedrijf en is in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Nijverheidslaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

Het personenverkeer van en naar de onderneming gebeurt voornamelijk met personenwagens. Er is voldoende parkeergelegenheid. Er zijn ook fietsenstallingen voorzien.

Voor de aan- en afvoer van materialen worden voornamelijk vrachtwagens en bestelwagens gebruikt. Het bedrijf is gelegen langsheen de Nijverheidslaan in het industriegebied Deerlijk-Waregem. Er is een vlotte verbinding met de autosnelweg. Een bijkomende impact op de mobiliteit door deze exploitatie is minimaal. Bijgevolg zijn de effecten op de mobiliteit in de omgeving niet aanzienlijk.

Relevante potentiële effecten op de bodem

Een mogelijke bron van emissies naar de bodem is de opslag van mazout in functie van de verwarmingsinstallaties. Deze voldoet aan de vereisten binnen het Vlarem en wordt periodiek gekeurd. Verder zijn er geen risico’s op bodemverontreiniging door deze exploitatie.

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

Er wordt bij deze aanvraag niets gewijzigd aan de waterhuishouding en het watersysteem.

Het bedrijf zelf ligt niet in overstromingsgevoelig gebied. Er worden geen extra verhardingen of dakoppervlaktes aangevraagd. Gezien het voorwerp van de aanvraag vallen er geen relevante wijzigingen te verwachten in de effecten op het watersysteem.

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Er zijn enkel geleide emissies vanuit de stookruimte door verwarmingsinstallaties. Er worden geen afvalstoffen verbrand. Gezien de aard van de activiteit ontstaan er geen relevante stofemissies naar de omgeving. Er worden geen aanzienlijke effecten op de luchtkwaliteit verwacht.

Relevante potentiële effecten van geluid en trillingen ten gevolge van de aanvraag

De voornaamste bronnen van geluid betreffen:

• laden en lossen van materialen
• intern en extern transport

Het laden en lossen gebeurt inpandig. Daarvoor zijn laadkades voorzien.

De inrichting is gelegen in industriegebied waardoor en geen geluid- of trillingshinder verwacht vanwege deze activiteit.

Relevante potentiële effecten op biodiversiteit

Deze exploitatie heeft geen invloed op de biodiversiteit.

Relevant risico op zware ongevallen of rampen

De site is afgesloten buiten de werkuren, zodat deze ontoegankelijk is voor onbevoegden. De toegang tot het bedrijf blijft eveneens afgesloten voor derden.

De exploitatie is van die aard dat zware ongevallen of rampen uitgesloten zijn.

Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen

De exploitant produceert zelf maar een heel beperkte hoeveelheid bedrijfseigen afvalstoffen ten gevolge van de normale werking van het bedrijf. De verschillende afvalstromen worden gesorteerd volgens de bepalingen van het artikel 4.3.2 van het VLAREMA. Indien noodzakelijk worden erkende ophalers ingeschakeld voor de verwijdering van de bedrijfsafvalstoffen. Het met huishoudelijk afval vergelijkbaar bedrijfsafval (bijvoorbeeld PMD) wordt opgehaald via de gemeentelijke inzameling.

Relevante effecten door licht en straling

Op de site is buitenverlichting aanwezig. Deze verlichting werkt enkel ’s nachts wanneer dit belangrijk wordt geacht inzake veiligheid en interne werking. De lichtbronnen verlichten enkel de eigen bedrijfssite waardoor geen lichthinder veroorzaakt wordt bij de buren.

De uithangborden die onderwerp uitmaken van deze aanvraag zullen niet verlicht worden.

Mogelijke andere relevante potentiële effecten.

Geen andere relevante effecten te melden

Te verwachten relevante cumulatieve effecten door de relatie met andere projecten.

Geen relevante effecten te melden

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen, veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden, tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op een bestaand bedrijf in een gebied voor bedrijvigheid zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De aanvraag heeft zowel betrekking op de actualisatie van de milieuaspecten als op de vernieuwing en aanpassingen aan 2 gevelvlakken. De aanpassingen aan het gebouw zijn eerder beperkt en hebben tot doel meer natuurlijke lichtinval te creëren en de publiciteit vanaf de autosnelweg te verhogen. De publiciteit bevindt zich aan de zuidelijke en oostelijke kant van het gebouw in de directe nabijheid van de E17. De zichtbaarheid van de publiciteit vanaf de autosnelweg draagt op die manier bij tot het doel van de publiciteit. De gebruikte materialen en kleuren zijn eigentijds en in harmonie met de overige bedrijfsgebouwen in de bedrijvensite. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Hulpverleningszone Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies stipt nageleefd moeten worden.

Het Agentschap Wegen en Verkeer

Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer stipt nageleefd moeten worden.

Intercommunale Leiedal

Gelet op het gunstig advies van de intercommunale Leiedal is een verdere beoordeling van dit advies niet nodig.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Alexander Vanlerberghe gevestigd Nijverheidslaan 60 te 8540 Deerlijk en GENIALE namens AQUALEX NV gevestigd Nijverheidslaan 60A te 8540 Deerlijk, voor het uitvoeren van een gevelrenovatie van een bestaand bedrijfsgebouw, het plaatsen van 2 uithangborden aan de gevel richting E17 en het exploiteren van het bedrijf Aqualex, op een perceel gelegen Nijverheidslaan 60A en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 981 S, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het advies van de brandweerzone Fluvia dient strikt nageleefd te worden

        Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dient strikt nageleefd te worden

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de vergunde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten steeds nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/ .

Artikel 2

De omgevingsvergunning voor de ingedeelde inrichting of activiteit wordt verleend voor onbepaalde duur en bevat de volgende ingedeelde rubrieken:

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.20. OMV 2021_69 - Boelarestraat 17 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van de bestaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Boelarestraat 17 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 336 D2 aangevraagd door Vandamme - Vandewalle wonende Boelarestraat 17 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  21 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag ligt volgens de voorzieningen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk (goedgekeurd 20 januari 2006) in een stedelijk woongebied.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 22 juli 2009 (dossiernummer VK2008.26/2087-2).

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 juli 2009 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitvoeren van wegenis- en rioleringswerken in de private verkaveling ‘De Heerlijkheid’.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 november 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 2 gekoppelde woningen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 24 mei 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 2 gekoppelde eengezinswoningen.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De bouwplaats is gelegen langs de Boelarestraat, wat een recente, volledig uitgeruste gemeenteweg is.

De omgeving betreft een residentiele woonomgeving waarbij de woningen zowel van het open, halfopen als gesloten bouwtype zijn. De woonfunctie bestaat uit eengezinswoningen.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De bestaande woning, opgetrokken in bruin metselwerk met 2 bouwlagen en een plat dak, wordt uitgebreid.

Het bestaande hoofdvolume blijft behouden. Achteraan de woning wordt een nieuw volume met een oppervlakte van 15,90 m² gebouwd op 90 cm van de linkerperceelsgrens en 4,80 m van de rechterzijperceelsgrens. De totale oppervlakte van de woning na de werken bedraagt 83,20 m², de totale bouwdiepte van de woning bedraagt na de werken 12,56 m.

Het nieuwe volume wordt opgetrokken met 1 bouwlaag en een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 3 m.

Op het gelijkvloers bevindt zich de inkom, keuken, zithoek, woonkamer en berging.

De uitbreiding wordt uitgevoerd in gevelpanelen in hout in een zwarte tint. Het buitenschrijnwerk is eveneens in een zwarte tint.

In de tuinzone wordt het bestaande terras in polybeton behouden.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling.

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien de bestemming eengezinswoningen gerespecteerd wordt, de woning met zijn uitbreiding zich binnen het bouwkader bevindt, de afstand tot de achterkavelgrens meer dan 8 m bedraagt, de afstand tot de vrij liggende zijkavelgrens voor de uitbreiding van 1 bouwlaag en een dak 3 m bedraagt, de kroonlijsthoogte voor het nevenvolume maximaal 3 m is, de bouwdiepte op het gelijkvloers minder is dan 18 m, de dakvorm vrij is en de materialen eigentijds en duurzaam zijn.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Boelarestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (< 40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op het uitbreiden van een eengezinswoning. De functie wonen blijft behouden en is passend in deze woonomgeving. Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

De inplanting van het hoofdvolume blijft behouden. De nieuwe achterbouw wordt achteraan de woning gerealiseerd en sluit aan op het hoofdgebouw. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.

Door de specifieke inplanting van de achterbouw op 0,90 m van de linkerperceelsgrens, wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte wordt op 12,56 m gebracht, wat zeker aanvaardbaar is binnen deze woonomgeving. Het perceel is immers voldoende diep en een dergelijke gelijkvloerse bouwdiepte laat een kwalitatieve inrichting van de leefruimtes van de woning toe.

De voorgevel blijft ongewijzigd waardoor het ontwerp geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld. De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik binnen de bestaande bebouwing.

De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen. Na de werken wordt het contact tussen de leefruimtes van de woning en de tuinzone versterkt, wat de woonkwaliteiten ten goede komt.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Vandamme - Vandewalle wonende Boelarestraat 17 te 8540 Deerlijk, voor het uitbreiden van de bestaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Boelarestraat 17 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 336 D2.

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.21. OMV 2021_45 - Fabiolalaan 38 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van de bestaande woning na sloping van de bestaande veranda, op een perceel gelegen Fabiolalaan 38 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 142 S aangevraagd door de heer Ibe Secember wonende Fabiolalaan 38 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  21 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, oorspronkelijk goedgekeurd op 1 april 1976 (dossiernummer VK 1976.2/0125-1).

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 april 1977 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 september 1988 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een tuinhuis (3 x 4 m).

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

Het perceel is gelegen langs de Fabiolalaan, een goed uitgeruste gemeenteweg. De bouwplaats bevindt zich op het einde van de doodlopende straat en heeft een oppervlakte van +/- 395 m².

De omgeving bestaat uit een residentiële woonomgeving waarbij de woningen zowel van het open, halfopen als gesloten bouwtype zijn. De woonfunctie bestaat uit eengezinswoningen.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De bestaande woning, opgetrokken in grijs metselwerk met 1 bouwlaag en een hellend dak, wordt uitgebreid.

Het bestaande hoofdvolume blijft behouden. Achteraan de woning wordt de bestaande veranda gesloopt en vervangen door een nieuw volume met een oppervlakte van 24 m² gebouwd op de linkerperceelsgrens. De totale bouwdiepte van de woning bedraagt na de werken 13,27 m. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt 8 m.

Het nieuwe volume wordt opgetrokken over de volledige breedte van de woning, met 1 bouwlaag en een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 3 m.

Op het gelijkvloers bevindt zich de inkom, garage, keuken, zithoek en woonkamer, eetruimte en zithoek.

De uitbreiding wordt uitgevoerd in hout. Het buitenschrijnwerk is antracietkleurig PVC.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 8 april 2021 tot 7 mei 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De eigendom is gelegen binnen de grenzen van de goedgekeurde niet-vervallen verkaveling zoals goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 1 april 1976 (dossiernummer VK 1976.2/0125-1).

Aangezien de verkaveling meer dan 15 jaar oud is, vormt deze in toepassing van artikel 4.3.1 §1 van de VCRO geen weigeringsgrond meer voor de vergunningverlenende overheid en kan ze bijgevolg als het ware buiten beschouwing gelaten worden.

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied. 

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing en uitbreiding van een bestaande eengezinswoning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van een gewestplan.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Fabiolaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (< 40 m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op het uitbreiden van een eengezinswoning. De functie wonen blijft behouden en is passend in deze woonomgeving. Het ontwerp zorgt voor een verruiming en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

De inplanting van het hoofdvolume blijft behouden. De uitbreiding wordt gerealiseerd tegen de linkerzijperceelsgrens en sluit aan op het hoofdgebouw. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.  De totale gelijkvloerse bouwdiepte bedraagt na de werken 13,27 m en de afstand tot de achterkavelgrens beslaat de minimale 8 m waardoor de werken zeker aanvaardbaar zijn binnen deze woonomgeving. Er wordt zodoende geen hinder verwacht voor de omringende percelen.

De voorgevel wordt niet gewijzigd, waardoor het ontwerp geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld. Door het gebruik van hout integreert de uitbreiding zich ook na de werken binnen de bestaande bebouwing.

De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen. Na de werken wordt het contact tussen de leefruimtes van de woning en de tuinzone versterkt, wat de woonkwaliteiten ten goede komt.

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Ibe Secember wonende Fabiolalaan 38 te 8540 Deerlijk, voor het uitbreiden van de bestaande woning na sloping van de bestaande veranda, op een perceel gelegen Fabiolalaan 38 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 142 S.

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.22. OMV 2021_37 - Roterijstraat 24 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor de uitbreiding van de grondwaterwinning, op een perceel gelegen Roterijstraat 24 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 61 R aangevraagd door Stijn Haghebaert namens DERUDDER CLEANING NV gevestigd Roterijstraat 24 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  21 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de vergunde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten steeds nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

        Deze vergunning wordt verleend voor een termijn tot het einde van de duurtijd van de basisvergunning van nv Derudder Cleaning, meer bepaald tot 5 augustus 2030.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan De Gavers, definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 26 mei 2016, met als bestemming zone voor bedrijvigheid.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gemeentelijk RUP De Gavers is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 11 september 1989 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een stapelplaats.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 maart 2009 door het college van burgemeester en schepenen voor het inrichten van burelen en personeelsruimtes in een bestaand bedrijfsgebouw.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Milieuvergunning afgeleverd op 7 oktober 2009 door het college van burgemeester en schepenen voor de exploitatie van een ruimdienst.

        Milieuvergunning afgeleverd op 5 augustus 2010 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het ophalen van diverse afvalstoffen en industriële reiniging.

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 5 december 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor de actualisatie en uitbreiding van de vergunde hoeveelheid overslag van afvalstoffen.

        Aktename door het college van burgemeester en schepenen op 12 juni 2019 van een melding voor bronbemaling in functie van de aanleg van een betonput.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

Het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft is gelegen op een bedrijfssite in het verlengde van de Roterijstraat, een voldoende uitgerust gemeenteweg in het centrum van de gemeente. De omgeving wordt gekenmerkt door bedrijfsgebouwen en nabijgelegen nieuw aan te leggen en bestaande woonwijken met hoofdzakelijk vrijstaande eengezinswoningen. De site bestaat uit een aantal bedrijfsgebouwen waarvan één met een kantoorgedeelte. Het bedrijf van de aanvrager ligt in het westen van de bedrijfssite.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft geen betrekking op stedenbouwkundige handelingen.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Deze aanvraag betreft de uitbreiding van de grondwaterwinning. De inrichting is vergund voor het oppompen van 2.000 m³/jaar. De uitbreiding wordt gevraagd om 5.000 m³/jaar op te pompen. Dit grondwater wordt meegenomen met de tankwagens om hun activiteiten uit te kunnen uitvoeren (vb. spoelen van rioleringen). Uit de verbruiken van voorgaande jaren blijkt 2.000 m³/jaar niet voldoende. Daarnaast wordt het aantal voertuigen, andere dan personenwagens uitgebreid met 2 stuks tot 12 voertuigen.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 2 april 2021 tot 1 mei 2021. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd één digitaal bezwaarschrift ontvangen.

Het bezwaarschrift werd ingediend op 29 april 2021 en bevat samengevat volgende bezwaren:

-          De uitbreiding van de grondwaterwinning heeft een negatieve invloed op het grondwaterpeil in de omgeving.

-          De verkaveling in ontwikkeling en woningen in de nabijheid van de firma zullen het effect van verdroging nog groter maken door gebrek aan indringing van hemelwater.

-          De site ligt dicht bij woongebied waardoor geluids- en geurhinder een grotere impact kunnen hebben op de omliggende bewoning.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de voorschriften van het RUP De Gavers zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 26 mei 2016, meer bepaald aan de voorschriften voor de zone voor bedrijvigheid.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP aangezien de activiteit mogelijk is volgens de voorschriften van het RUP, de aanvraag geen betrekking heeft op stedenbouwkundige handelingen en er geen bovengrondse constructiewerken uitgevoerd worden.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Roterijstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Het onderwerp van deze aanvraag heeft enkel betrekking op de grondwaterwinning en het stallen van bedrijfsvoertuigen. De 2 bijkomende bedrijfsvoertuigen zullen geen bijkomende hinder op het vlak van mobiliteit veroorzaken. Op de site is ruim voldoende parkeergelegenheid zodat een bijkomende impact te verwaarlozen is.

Het opgepompte grondwater moet dienen om de tankwagens in de mogelijkheid te stellen hun werken te kunnen uitvoeren (bijvoorbeeld spoelen van rioleringen). Er wordt ongeveer 25 m³ water per dag meegenomen door de tankwagens. Hiervoor wordt in eerste instantie regenwater gebruikt (er is een hemelwateropvang aanwezig van 60 m³). Wanneer er een tekort is aan regenwater wordt grondwater gebruikt. Uit de registratie van debietmetingen blijkt dat in 2019 3.060 m³ en in 2020 4.914 m³ opgepompt werd. Gezien de noodzaak aan water en de beperking tot 5.000 m³ per jaar kan geoordeeld worden dat deze uitbreiding van de grondwaterwinning te verantwoorden is.

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting, veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden, tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft enkel betrekking op de actualisatie van de exploitatie en uitbreiding van de vergunde hoeveelheid opgepompt grondwater bij een bestaand bedrijf, zonder uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en zonder uitbreiding van bebouwd volume zodat de ruimtelijke impact van de aanvraag nihil is. Er worden geen stedenbouwkundige vergunningsplichtige werken uitgevoerd zodat kan geoordeeld worden dat er voldaan is aan de doelstellingen van artikel 1.1.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Bijgevolg is de aanvraag verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Het ingediende bezwaarschrift is tijdig ingediend en wordt bijgevolg ontvankelijk verklaard.

Omtrent het ingediende bezwaarschrift wordt voorgesteld volgend standpunt in te nemen:

-          Uitbreiding van de grondwaterwinning

Gezien de noodzaak van het bedrijf aan voldoende water en de reeds aanwezige opvang voor hemelwater niet afdoende is om hierin te kunnen voorzien, biedt deze grondwaterwinning een oplossing voor het bedrijf. Een ondiepe grondwaterwinning tot 5.000 m³ is ingedeeld in de Vlarem klasse 3 waarvoor een meldingsplicht bestaat. De exploitant is op de hoogte dat een verdere uitbreiding van deze grondwaterwinning ingedeeld is in de klasse 2 met de bijhorende procedures. De exploitant is zich ook bewust van het feit dat een duurzame manier van werken met het beschikbare water noodzakelijk is en dat verspillingen steeds moeten vermeden worden. Tevens moet de exploitatie ten allen tijde voldoen aan de voorwaarden gesteld in het Vlarem II met betrekking tot de rubriek 53.

-          Recente verkavelingen en bouwprojecten zorgen voor nog meer verdroging

Deze bemerking heeft geen betrekking op aanvraag. De huidige wetgeving op integraal waterbeheer voorziet bij bouwprojecten via de watertoets een verplichting tot maximale opvang, infiltratie en hergebruik van hemelwater waardoor de impact op de waterhuishouding beperkt moet worden.

-          Het bedrijf produceert geluids- en geurhinder in de omgeving

Het bedrijf ligt in een geëigende zone volgens het RUP De Gavers zodat dergelijke exploitatie toegestaan is. Het bedrijf dient steeds te voldoen aan de algemene en sectorale voorwaarden opgenomen in titel II van het Vlarem die betrekking hebben tot de vergunde rubrieken. Indien overmatige hinder gecreëerd wordt ten aanzien van de omgeving kunnen deze voorwaarden aangegrepen worden in functie van de handhaving. Het onderwerp en de aard van deze aanvraag hebben geen impact op geluids- en geurhinder.

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Stijn Haghebaert namens DERUDDER CLEANING NV gevestigd Roterijstraat 24 te 8540 Deerlijk, voor de uitbreiding van de grondwaterwinning, op een perceel gelegen Roterijstraat 24 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 61 R, mits te voldoen aan volgende voorwaarden:

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de vergunde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten steeds nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

        Deze vergunning wordt verleend voor een termijn tot het einde van de duurtijd van de basisvergunning van n.v. Derudder Cleaning, meer bepaald tot 5 augustus 2030.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat de volgende rubrieken:

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.23. OMV 2021_68 - Weverijstraat 15 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een woning, op een perceel gelegen Weverijstraat 15 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 294 V aangevraagd door de heer Lesley Baert wonende Weverijstraat 15 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  21 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag ligt volgens de voorzieningen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk (goedgekeurd 20 januari 2006) in een stedelijk woongebied.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De bouwplaats is een perceel gelegen langs de Weverijstraat, wat een goed uitgeruste gemeenteweg is. Het perceel heeft een oppervlakte van 365 m².

De omgeving betreft een  residentiële woonomgeving waarbij de woningen zowel van het open, halfopen als gesloten bouwtype zijn. De woonfunctie bestaat uit eengezinswoningen.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De bestaande woning, opgetrokken in rood metselwerk met 2 bouwlagen en een hellend dak, wordt verbouwd en uitgebreid.

Het bestaande hoofdvolume blijft behouden, doch intern grondig verbouwd. Rechts van de woning wordt een nieuw volume met een oppervlakte van 35 m² gebouwd op 1,40m achter de bestaande rooilijn. Het nieuwe volume wordt opgetrokken met 1 bouwlaag en een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,10 m.

Op het gelijkvloers bevindt zich de inkom, keuken, zithoek, eethoek en wasplaats.

Na de werken worden de gevels afgewerkt in witgeschilderd metselwerk en het schrijnwerk is voorzien in donkergrijs aluminium.

In de tuinzone blijft het bestaande bijgebouw behouden. Tussen de woning en het bijgebouw wordt een terras voorzien.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk, zijnde aan de bestemming stedelijk woongebied.

In deze zone gelden de voorschriften van Art. 7.1. stedelijk woongebied, waarbij §1 als volgt luidt:

Het gebied is bestemd voor wonen, openbare groene en verharde ruimten en aan het wonen verwante voorzieningen. Onder aan het wonen verwante voorzieningen worden verstaan: handel, horeca, bedrijven, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, kantoren en diensten, parkeer- en openbaar vervoervoorzieningen, openbare groene en verharde ruimten, socio-culturele inrichtingen en recreatieve voorzieningen.

Het gevraagde heeft betrekking op het verbouwen van een bestaande eengezinswoning zodat deze aanvraag in overeenstemming is met de bestemming van het gewestelijk RUP.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Weverijstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (< 40 m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen van een eengezinswoning. De functie wonen blijft behouden en is passend in deze woonomgeving. Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

De inplanting van het hoofdvolume blijft behouden. De uitbreiding wordt gerealiseerd tegen de rechter zijgevel van de woning en sluit aan op het hoofdgebouw. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.  De totale gelijkvloerse bouwdiepte blijft behouden, de afstand tot de rechter zijkavelgrens is ruim. Er wordt zodoende geen hinder verwacht voor de omringende percelen.

De voorgevel wordt na de werken witgeschilderd. Hierdoor integreert de woning zich ook na de werken door zijn materiaalgebruik binnen de bestaande bebouwing.

De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen. Na de werken wordt het contact tussen de leefruimtes van de woning en de tuinzone versterkt, wat de woonkwaliteiten ten goede komt.

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. Naast de uitbreiding wordt een dubbele oprit voorzien, zodat er voldoende parkeermogelijkheid wordt voorzien op eigen terrein om de eigen parkeerbehoefte op te vangen. De oprit wordt voorzien in waterdoorlatende materialen.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Lesley Baert wonende Weverijstraat 15 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen van een woning., op een perceel gelegen Weverijstraat 15 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 294 V.

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.24. Attest van verdeling - Vichteknokstraat 14 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of ze akkoord kunnen gaan met het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Vichteknokstraat 14.

Motivering

Op 15 juni 2021 verstuurde men vanuit het notariaat Saey-Taelman-Degandt een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Vichteknokstraat 14, gekadastreerd afdeling 1, sectie B, deel van nummers 1039H en 1038M, met een oppervlakte van respectievelijk 997 m² en 225 m².

Deze eigendom wordt afgesplitst omwille van schenking - verkoop. De bestemming van het goed is een woonhuis.

De omgevingsambtenaar stelt voor volgende opmerking te formuleren:

De woning gelegen Vichteknokstraat 14 is op 21 mei 1997 door het college van burgemeester en schepenen vergund als bedrijfswoning bij de naastliggende bestaande loods op het perceel kadastraal gekend als sectie B, nummers 1039G en 1039E.

Artikel 2, § 2 van het besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigen van 14 april 2000 stelt

§ 2. Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is steeds nodig als het onroerende bebouwde goed een exploitatiewoning bij een gebouw dat onder de functiecategorie "land- en tuinbouw in de ruime zin" of "industrie en bedrijvigheid" valt, betreft en de nieuwe hoofdfunctie na overdracht van enig zakelijk recht geen binding meer heeft met de al dan niet beëindigde exploitatie.

Indien de nieuwe eigenaars geen binding meer hebben met de exploitatie van de naastliggende loods dient eerst een omgevingsvergunning aangevraagd te worden voor de functiewijziging van een bedrijfswoning naar een particuliere woning.

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing maar wenst wel op te merken dat indien de nieuwe eigenaars geen binding meer hebben met de exploitatie van de naastliggende loods eerst een omgevingsvergunning dient aangevraagd te worden voor de functiewijziging van een bedrijfswoning naar een particuliere woning.

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.25. Attest van verdeling - Harelbekestraat 91+ - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of ze akkoord kunnen gaan met het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Harelbekestraat 91+.

Motivering

Op 8 juni 2021 verstuurde men vanuit het notariaat Saey - Taelman -Degandt een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Harelbekestraat 91+, gekadastreerd afdeling 1, sectie A, deel van nummer 32X3, met een oppervlakte van 698 m².

Dit deel van de eigendom wordt afgesplitst teneinde te schenken.

De bestemming van het goed is volgens de akte garage-werkplaats en volgens de verwerver loods-toonzaal-stelzone-parking.

De omgevingsambtenaar stelt voor geen opmerkingen te formuleren bij het voorstel van verdeling.

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing.

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.26. Inname openbaar domein - kennisname

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.27. Inname openbaar domein voor terras - weigering

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.28. Woonwijs - stuurgroep - verslag 10 juni 2021 - kennisname

Aanleiding en context

De stuurgroep van Woonwijs hield een vergadering op 10 juni 2021.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

Motivering

De projectcoördinator vraagt in zijn mail van 21 juni 2021 het verslag ter kennisgeving voor te leggen aan de colleges van burgemeester en schepenen van de vijf betrokken gemeenten.

De bijhorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag.

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.29. Stuurgroepvergadering sneltoets mobiliteitsplan - verslag - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag van de stuurgroepvergadering betreffende de sneltoets van het mobiliteitsplan, die plaatsvond op 6 mei 2021.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen verleende op 3 maart 2021 goedkeuring aan de samenstelling van de projectstuurgroep in het kader van de opmaak van het mobiliteitsplan.

De projectstuurgroep kwam op 6 mei 2021 samen om aan de hand van de sneltoets het huidige mobiliteitsplan te toetsen op zijn actualiteitswaarde en richting te geven aan het toekomstige gemeentelijk mobiliteitsbeleid.

De projectstuurgroep besliste het huidig mobiliteitsplan op een aantal thema's te verbreden en/of te verdiepen (spoor 2).

De ambitie om de verkeersleefbaarheid en -veiligheid in de centra van verschillende kernen en in woonwijken te verbeteren zijn reeds aanwezig in het huidige mobiliteitsplan maar kan nog verder uitgediept worden via enkele samenhangende thema's:

•          leefbare wijken: verblijfsgebieden en voetgangersvoorzieningen;

•          fietsbeleid;

•          parkeerbeleid;

•          zwaar verkeer en sluipverkeer.

Er zijn ook enkele nieuwe thema's die toegevoegd moeten worden:

•          potentiële (sluiting van) spoorwegovergangen voor gemotoriseerd en/of zacht verkeer (n.a.v. streefbeeldstudie Infrabel);

•          potentiële uitbreiding van bedrijvigheid;

•          deelmobiliteit en mobipunten.

Het sneltoets-document (incl. bijlagen) en de powerpoint-presentatie die gebruikt werd op de vergadering vormen samen het verslag van deze vergadering. Het verslag werd goedgekeurd door de leden van de projectstuurgroep.

Het verslag wordt toegevoegd als bijlage.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.30. Grafconcessie - bijzetting - kennisname

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.31. Kosten onterecht aangemaakte vreemdelingenkaart - ten lastename - goedkeuring

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.32. Afvoering van ambtswege - goedkeuring

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.33. European Disability Card - partnerschap - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het partnerschap met de European Disability Card voor Deerlijk goed te keuren.

Motivering

De European Disability Card (EDC) is een kaart die de toegang tot cultuur, sport en vrijetijdsbesteding voor personen met een beperking bevordert. Mensen met een (erkende) handicap kunnen de kaart gratis aanvragen. De kaart is erkend in 8 Europese landen.

Het lokaal bestuur Deerlijk wenst deelname aan het vrijetijdsaanbod voor elke burger mogelijk te maken. Via het nieuwe vrijetijdsloket hoopt de gemeente een zo breed mogelijk publiek aan te spreken en te motiveren tot participatie. Partner worden van EDC is een belangrijk middel om een inclusief en ruim toegankelijk aanbod te verzekeren voor elke burger. EDC geeft ook mensen met een niet-zichtbare beperking de mogelijkheid om maximaal deel te nemen aan het bestaande vrijetijdsaanbod.

Om bovenstaande redenen wenst de gemeente Deerlijk partner te worden van EDC. Deerlijk wil verder gaan dan het promoten van de kaart. Er worden ook voordelen van niet-financiële aard aan de kaarthouders aangeboden. Door middel van de MIA-uitpas kunnen gezinnen in een financieel kwetsbare situatie beroep doen op een financiële tegemoetkoming bij deelname aan het vrijetijdsaanbod.

In overleg met De Kim en De Sam; school voor buitengewoon onderwijs en met de experten vrije tijd komen we tot een overzicht van de voordelen die de gemeente Deerlijk aan de EDC zal koppelen. Daarnaast wordt er sterk ingezet op interne bekendmaking van de kaart. Het partnerschap met EDC impliceert dat elke medewerker op de hoogte moet zijn van de kaart en de voordelen. Daarom krijgen vrijetijdsdiensten een handleiding met 'tips en trics' ter beschikking om hun dienstverlening toegankelijk te maken. Alle experten vrije tijd staan er voor open om bij elk evenement en bij elke aankoop rekening te houden met toegankelijkheid.

Bij de bekendmaking naar de burger toe worden ook verenigingen warm gemaakt om aandacht te hebben voor EDC en toegankelijkheid in het algemeen.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art 56 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het partnerschap met EDC en de hieronder vermelde voordelen goed te keuren:

•          Bij reservatie voor een voorstelling in GC d'Iefte kan men de aparte ticketcategorie 'reservatie met EDC' aanduiden. Op die manier kan men een plaatsje vooraan of aan het gangpad kiezen.

•          Bij het aanbieden van de EDC kan men eerder dan het grote publiek toegang krijgen tot de zaal om rustig plaats te nemen.

•          In de theaterzaal van GC d'Iefte is een ringleiding voor hoorapparaten voorzien. Een bezoeker kan zijn eigen hoorapparaat connecteren met deze voorziening.

•          In GC d'Iefte en in het zwembad Aquandé is een rolstoel voorhanden die kan gebruikt worden om zich in het gebouw te verplaatsen. In Aquandé is een rolstoellift voorzien.

•          Een EDC-houder zal tijdens de speelpleinwerking extra ondersteuning krijgen van de animatoren. De ouders kunnen extra gehoord worden.

•          In de sportvoorzieningen van de gemeente kan de houder van een EDC vroeger aankomen om zich in alle rust om te kleden of voor te bereiden.

•          Het infopunt vrije tijd kan helpen om een passend G-sport aanbod binnen de regio te vinden.

•          In de gemeentelijke bibliotheek zijn voorleesboeken en grootletterboeken ter beschikking.

•          Een EDC-houder kan na vermelding en indien nodig een boek 2 weken langer ontlenen uit de gemeentelijke bibliotheek.

•          Bij nood aan andere boeken, zoals een specifiek aangepaste collectie die niet ter beschikking is in de bibliotheek van Deerlijk, kan men zonder extra inschrijvingsgeld bij een andere bibliotheek het boek ophalen.

•          In de gemeentelijke diensten kan bij het aanbieden van de EDC extra tijd vrijgemaakt worden om op de vragen van de burger te antwoorden.

•          Alle diensten zullen (op vraag) op voorhand met plezier de nodige informatie verschaffen om de drempel voor de bezoeker / deelnemer met een EDC zo laag mogelijk te houden.

•          Assistentiehonden zijn binnen alle gemeentelijke gebouwen welkom.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen erkent dat de lijst gaandeweg kan uitgebreid worden. Jaarlijks zal een nieuwe lijst met voordelen voorgelegd worden aan het college van burgemeester en schepenen. De meest recente lijst is telkens terug te vinden op de website van EDC en op de gemeentelijke website.

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

C.34. Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

Aanleiding en context

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere: Organisatiebeheersysteem

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2021/25 goed te keuren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2021/32 goed te keuren.

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

D.1. Bodemvervuiling met PFOS - brief Vlaamse regering - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en  schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de brieven van de Vlaamse Regering en het Agentschap Zorg en Gezondheid betreffende het onderzoek naar bodemvervuiling met PFOS en PFAS en geeft goedkeuring aan de voorgestelde aanpak en de communicatie.

Motivering

Op 19 juni 2021 ontving onze algemeen directeur een elektronische brief vanuit de Vlaamse Regering met de volgende vragen:

◦          We vragen u om ons de informatie over de oefenterreinen van de brandweer met structureel gebruik of opslag van fluorhoudend blusschuim zo snel mogelijk te bezorgen.

◦          Wij vernemen graag uiterlijk 1 juli uw feedback met betrekking tot terreinen waar in het verleden een ernstige industriële brand gewoed heeft en waar werd geblust met fluorhoudend blusschuim, zodat we deze zo snel mogelijk kunnen laten onderzoeken.

◦          Uiterlijk 15 juli ontvangen we graag uw feedback met betrekking tot de andere terreinen, zodat we hier zo snel mogelijk kunnen uitklaren waar er daadwerkelijk bodemonderzoeken moeten gebeuren en deze kunnen inplannen.

Deze brief werd als bijlage toegevoegd aan dit punt.

Op 24 juni 2021 ontving de burgemeester vanuit de HVZ Fluvia een elektronisch schrijven met het overzicht van de huidige en voormalige brandweerkazernes alsook een samenvatting van alle locaties in de brandweerzone waar mogelijks fluorhoudend blusschuim werd gebruikt (zie ook brief in bijlage van dit punt).

Voor Deerlijk werd volgende info gegeven:

•          actuele kazerne: Vichtesteenweg 220;

•          voormalige kazerne: Hoogstraat 109;

•          oefenlocaties van de HVZ Fluvia: geen locaties in Deerlijk;

•          grote interventies waar met schuim werd geblust: geen locaties in Deerlijk.

Aanvullend op de info van de HVZ Fluvia kunnen we vanuit de gemeentelijke diensten nog volgende gegevens toevoegen aan de samenvatting:

•          In het overzicht van de interventies bij grote bedrijven staat voor stad Waregem nog de recente (2018) brand bij MATCO. Dit bedrijf ligt tegen de grens van de gemeente Deerlijk waardoor een eventuele buffer van 100 m ook op grondgebied Deerlijk zit.

In een brief van 19 juni 2021 adviseert het Agentschap Zorg en Gezondheid om lokaal 'no regret' maatregelen te treffen in de omgeving van:

◦          brandweeroefenterreinen waar structureel fluorhoudend blusschuim werd gebruikt of opgeslagen;

◦          sites waarop een zware industriële brand heeft gewoed, waar gebruik gemaakt werd van PFAS houdende blusschuimen.

Deze maatregelen (zie ook brief van het Agenschap Zorg en Gezondheid in bijlage van dit punt) wordt aangeraden om de no-regret maatregelen te communiceren binnen een perimeter van 100 m rond de site van het brandweeroefenterrein of de site van een zware industriële brand.

Gezien er volgens de gegevens van HVZ Fluvia sinds 2006 geen PFOS-schuim meer werd gebruikt kunnen we de brandweerkazerne Vichtesteenweg en de industriële brand bij Matco (2018) die weliswaar op grondgebied Waregem ligt doch nabij de gemeentegrens met Deerlijk, uitsluiten als mogelijk verontreinigde sites.

Gezien in de samenvattende info van de HVZ Fluvia geen risicolocaties op het grondgebied van de gemeente Deerlijk aanwezig zijn, kunnen we stellen dat er geen bijkomende maatregelen moeten genomen.

Het is aanbevolen om via de gemeentelijke website een informerende boodschap te brengen naar de bevolking zodat bij eventuele vragen ook kan verwezen worden naar deze tekst.

Een voorstel van communicatie via de website wordt toegevoegd als bijlage bij dit punt.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de brief vanuit de Vlaamse Regering en het Agentschap Zorg en Gezondheid betreffende de PFOS en PFAS vervuiling in de bodem.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit om een ondertekend afschrift van deze beslissing alsook de bijhorende bijlagen door te sturen naar het volgende mailadres: PFASinventarisatie@ovam.be,tegen 1 juli 2021.

Atrikel 3

Het college van burgemeester en schepenen besluit om tegen uiterlijk 15 juli 2021 de lijst met bedrijven die mogelijks PFAS- of PFOS-houdende materialen in hun opslag of productieproces gebruiken of gebruikten, aan te vullen met gemeentelijke info en door te sturen naar het volgende mailadres: PFASinventarisatie@ovam.be

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

D.2. Geluidsoverlast Cocoon - Diependaele 20-22 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de klacht met betrekking tot geluidsoverlast afkomstig van Cocoon, Diependaele 20-22 te Deerlijk.

Motivering

Op donderdag 3 juni 2021 werd via mail een klacht ingediend betreffende geluidsoverlast afkomstig van Cocoon te Deerlijk.

Volgende argumenten maken onderdeel uit van de klacht:

◦          vorige zomer (2020) werd reeds melding gemaakt aan de PZ Gavers van geluidshinder afkomstig van Cocoon maar daar werd toen geen gevolg aan gegeven;

◦          recent is terug lawaai- of geluidshinder aanwezig in de buurt;

◦          er werd in de tuinzone van Cocoon ook een groot scherm geplaatst in functie van het EK voetbal - hierbij wordt ook buiten elektronisch versterkte muziek gespeeld;

◦          klagers vragen zich af of Cocoon hiervoor rechtmatig vergund is.

Op 22 juni 2021 werd de dienst omgeving telefonisch gecontacteerd door dezelfde klager met de melding dat er de afgelopen dagen (weekend) terug heel wat geluidsoverlast was.

Op advies van de dienst omgeving heeft de klager ook de PZ Gavers gevraagd om ter plaatse vaststellingen te doen maar op het moment van de aanwezigheid van de politie was geen lawaai of muziek hoorbaar waardoor geen vaststellingen konden worden gedaan.

De geluidshinder is niet alleen aanwezig tijdens de voetbalmatchen maar ook buiten die momenten wordt elektronisch versterkte muziek gespeeld die hinderlijk is naar de omgeving toe. De geluidshinder houdt aan tot na 22 uur waardoor de nachtrust van omwonenden ook verstoord wordt.

Uit een administratief onderzoek kan aangetoond worden dat de locatie van Cocoon over de volgende vergunningen beschikt:

Stedenbouwkundige vergunningen

•          Bouwvergunning afgeleverd op 11 september 1996 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning (Diependaele 20).

•          Bouwvergunning afgeleverd op 12 februari 2014 door het college van burgemeester en schepenen voor het wijzigen van een woonhuis naar horeca en de aanleg van 3 parkeerplaatsen.

Milieuvergunningen

•          Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 16 augustus 1978 door het college van burgemeester en schepenen voor het lozen van huishoudelijk afvalwater.

Zoals aangetoond door middel van een overzicht van luchtfoto's (zie bijlage 'overzicht luchtfoto's Diependaele 20_22.pdf') werd het tuinpaviljoen dat op de grens staat tussen huisnummers 20 en 22 gebouwd in de periode tussen 2009 en 2012. Het tuinpaviljoen is ongeveer 69 m² groot en is vergunningsplichting waarbij medewerking van een architect vereist is. Daarna zien we in 2018 nog een aanzienlijk deel van de tuinzone als onverhard. Bij beide gebouwen (zowel horeca als de woning) was een beperkt terras aanwezig. Vanaf 2019 werd de volledige tuinzone van huisnummer 22 verhard. Waarna in 2020 nagenoeg de volledige oppervlakte van beide percelen uit verharding bestaat. Deze verharding op beide percelen wordt ingezet voor de horecazaak op de eigendom Diependaele 22. Dit betekent dat bij de woning Diependaele 20 geen vrije tuinzone meer aanwezig is. Zowel voor de bijkomende verharding als het tuinpaviljoen werden geen omgevingsvergunningen afgeleverd.

Het is niet wenselijk om horeca-activiteiten toe te laten bij de woning Diependaele 20 gezien dit gebouw vergund is als eengezinswoning en een private tuinzone bij iedere woning noodzakelijk is. Als men bijkomend terras wil bij de horecazaak dan moet dit ook op het perceel van de horecazaak voorzien worden. Door dit op meerdere percelen te spreiden wordt de schaal van de horecazaak te ruim in deze residentiële woonomgeving.

Daarnaast voorziet het vrijstellingsbesluit de mogelijkheid tot de plaatsing van seizoensgebonden, niet-overdekte constructies bij horecazaken op voorwaarde dat geen vergunningsplichtige functiewijziging wordt doorgevoerd. Hier wordt de tuin bij een eengezinswoning ingenomen door horeca wat wel een functiewijziging is en dus niet kan op het perceel 20 maar enkel op het perceel 22.

De exploitatie beschikt niet over een milieu- of omgevingsvergunning voor het spelen van elektronisch versterkte muziek. Er is in het recente verleden geen afwijking aangevraagd in het kader van een evenement. Daardoor kunnen we stellen dat de exploitatie op dit moment moet voldoen aan de bepalingen van hoofdstuk 6.7 van Vlarem II waarin het geluidsdrukniveau van niet-ingedeelde inrichtingen, gelegen in een woonzone en bij geluid geproduceerd tussen 19 uur en 22 uur, moet beperkt worden tot 5 dB(A) boven de LA95,5min, gemeten binnenshuis bij de buren. Dit betekend dat het geluidsdrukniveau niet meer dan 5 dB(A) mag stijgen, binnenshuis bij de buren, ten opzichte van het omgevingsgeluid, zonder dat er geluid afkomstig is van Cocoon.

Dit zijn strenge normen die zeer moeilijk kunnen gehaald worden bij een dergelijk evenement in open lucht.

Het zelf meten van geluidsdrukniveaus aan de hand van een app op de smartphone of een ander, niet geijkt, toestel kan een indicatie geven van het niveau maar geeft allerminst rechtsgeldige waarden. Ook de beoordeling van die geluidsdrukniveaus is niet eenvoudig omdat in bepaalde gevallen rekening moet gehouden worden met de aard van het specifiek geluid (bijvoorbeeld tonaliteit) en de omgevingsomstandigheden (bijvoorbeeld windrichting en temperatuur). Officiële metingen worden altijd uitgevoerd door gekwalificeerde mensen met geijkte apparatuur en gedurende langere periodes zodat een middeling van de waarden ontstaat.

De dienst omgeving stelt dan ook voor dat er contact opgenomen wordt met de uitbater van Cocoon en dat met betrekking tot de huidige situatie de volgende voorstellen gedaan worden:

•          Afhankelijk van de vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen die reeds werden uitgevoerd moet een regularisatiedossier ingediend worden zonder dat hierbij garanties op een vergunning kunnen geboden worden.

•          Afhankelijk van het gewenste geluidsdrukniveau moet een omgevingsvergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit met betrekking tot elektronisch versterkte muziek aangevraagd worden. Indien de exploitant wenst gebruik te maken van de afwijking voor niet ingedeelde inrichtingen (maximaal 12 keer per jaar en maximaal 2 keer per maand en maximaal gedurende 24 kalenderdagen) moet bij ieder evenement een aparte aanvraag ingediend worden.

•          Bovenstaande vergunningen en/of regularisaties moeten ten laatste 8 weken na het overleg met de uitbater ingediend zijn.

•          Indien de hinder blijft aanhouden zal de exploitant opgelegd worden een geluidsstudie  te laten uitvoeren met de bedoeling het huidige geluidsdrukniveau te toetsen aan de geldende normen.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de klacht met betrekking tot geluidsoverlast afkomstig van Cocoon, Diependaele 22 te Deerlijk.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit dat er contact opgenomen wordt met de uitbater van Cocoon om volgende zaken mee te geven:

•          Afhankelijk van de vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen die reeds werden uitgevoerd moet een regularisatiedossier ingediend worden zonder dat hierbij garanties op een vergunning kunnen geboden worden.

•          Afhankelijk van het gewenste geluidsdrukniveau moet een omgevingsvergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit met betrekking tot elektronisch versterkte muziek aangevraagd worden. Indien de exploitant gebruik wenst te maken van de afwijking voor niet-ingedeelde inrichtingen (maximaal 12 keer per jaar en maximaal 2 keer per maand en maximaal gedurende 24 kalenderdagen) moet bij ieder evenement een aparte aanvraag ingediend worden.

•          Bovenstaande vergunningen en/of regularisaties moeten ten laatste 8 weken na het overleg met de uitbater ingediend zijn.

•          Indien de hinder blijft aanhouden zal de exploitant opgelegd worden een geluidsstudie te laten uitvoeren met de bedoeling het huidige geluidsdrukniveau te toetsen aan de geldende normen.

Zitting van CBS van 30 JUNI 2021

D.3. Belasting op woningen, kamers, gebouwen of andere woongelegenheden opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - behandeling bezwaarschrift