DEERLIJK

17 MAART 2021

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Sandra De Leeuw-Goussey, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 10 maart 2021 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 10 maart 2021.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 10 maart 2021 goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

Doorlichting verzekeringsportefeuille - kennisname doorlichting - verderzetting procedure - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag van doorlichting van onze verzekeringsportefeuille door AON Belgium bvba en de verderzetting van de overheidsopdracht verzekeringen goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 24 juni 2020 de deelname met betrekking tot de doorlichting van de verzekeringsportefeuille, georganiseerd door stad Harelbeke, goed.

 

Het college van burgemeester en schepenen van stad Harelbeke keurde in zitting van 14 juli 2020 het bestek, de gunningswijze en de raming met betrekking tot de doorlichting goed.

 

Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 12 augustus 2020 het bestek, opgemaakt door stad Harelbeke, met betrekking tot doorlichting van de verzekeringsportefeuille van stad Harelbeke en de deelnemende entiteiten goed.

 

De opdracht werd door het college van burgemeester en schepenen van de stad Harelbeke op 27 oktober 2020 gegund aan de enige inschrijver, zijnde AON Belgium bvba, Telecomlaan 5-7 te 1831 Diegem, tegen het nagerekende offertebedrag van 7.900,00 euro incl. BTW (0 % btw).

 

Het college van burgemeester en schepenen nam in zitting van 12 november 2020 kennis van het besluit tot gunning door de stad Harelbeke.

 

1. Huidige stand van zaken

 

Alle polissen, met uitzondering van de personenverzekering van gemeente en OCMW Deerlijk, de aansprakelijkheidsverzekeringen van OCMW Deerlijk en de BA/LO-polissen van gemeente Deerlijk, werden vanaf 1 januari 2018 afgesloten voor een duurtijd van 1 jaar, met stilzwijgende verlenging van opeenvolgende periodes van 1 jaar, met een totale duurtijd van 4 jaar. Momenteel valt de eindvervaldag op 1 januari 2022.

 

De wetgeving overheidsopdrachten vereist dat verzekeringen om de 4 jaar aan concurrentie worden onderworpen (zie omzendbrief KB/ABB 2019/1 van 25.01.2019 betreffende de verplichte toepassing van de wetgeving overheidsopdrachten bij verzekeringscontracten).

 

De verzekeringnemers behouden zich het recht voor de polissen op het einde van de verzekeringsperiode op te zeggen per aangetekend schrijven, mits inachtname van een opzegtermijn van 3 maanden.

 

De verzekeraars behouden zich het recht voor de polissen op het einde van de verzekeringsperiode op te zeggen per aangetekend schrijven, mits inachtname van een opzegtermijn van 6 maanden.

 

De toepasselijke hiërarchie van voorwaarden in de overheidsopdracht uit 2017 stelt dat in geval van tegenstrijdigheid tussen de bijzondere voorwaarden, de speciale voorwaarden en de algemene voorwaarden van de verzekeraars met de clausules van het bestek en de resultaten van de onderhandelingen, deze laatste zullen primeren. De bijzondere voorwaarden vullen de algemene voorwaarden aan. In het geval van een verschil in interpretatie tussen de bijzondere en algemene voorwaarden, zijn alleen de meest voordelige voorwaarden van toepassing voor de verzekeringsnemer.

 

Er is op vandaag bepaald dat er geen opzeg na schade toegepast mag worden door de verzekeraars.

 

De verzekeraars garandeerden ook de premievoet voor een periode van 4 jaar.

 

De polis arbeidsongevallen voor gemeente Deerlijk werd vanaf 1 januari 2014 afgesloten voor een duurtijd van 3 jaar, met opeenvolgende periodes van 3 jaar. Momenteel valt de eindvervaldag volgens de Bijzondere Voorwaarden op 1 januari 2023. Deze polis kan niet worden meegenomen in de verdere opdracht.

 

De polis arbeidsongevallen voor OCMW Deerlijk werd vanaf 1 januari 2019 afgesloten voor een duurtijd van 3 jaar en wordt stilzwijgend verlengd met opeenvolgende periodes van 3 jaar. Momenteel valt de eindvervaldag volgens de bijzondere voorwaarden op 1 januari 2022.

 

Alle polissen lichamelijke ongevallen werden afgesloten voor een duurtijd van 1 jaar, met stilzwijgende verlenging van opeenvolgende periodes van 1 jaar. Momenteel valt de eindvervaldag op 1 januari 2022.

 

De polis algemene burgerlijke aansprakelijkheid voor OCMW Deerlijk werd vanaf 1 januari 2014 volgens de algemene voorwaarden afgesloten voor een duurtijd van 3 jaar, met opeenvolgende periodes van 3 jaar. Momenteel valt de eindvervaldag op 1 januari 2023. De polis kan opgezegd worden daar het niet in de bijzondere voorwaarden is opgenomen, maar in de algemene voorwaarden.

 

De polis objectieve aansprakelijkheid voor OCMW Deerlijk werd vanaf 1 maart 1992 volgens de algemene voorwaarden afgesloten voor een duurtijd van 10 jaar, met opeenvolgende periodes van 10 jaar. Momenteel valt de eindvervaldag op 01 januari 2023. De polis kan opgezegd worden daar het niet in de bijzonder voorwaarden is opgenomen, maar in de algemene voorwaarden.

 

De polissen BA mandatarissen, schoolongevallen, BA & LO en BA Privéleven (OCMW Deerlijk) werden afgesloten voor een duurtijd van 1 jaar met opeenvolgende periodes van 1 jaar. Momenteel valt de eindvervaldag op 1 januari 2022, behalve voor de polis BA & LO van OCMW Deerlijk, waar de vervaldag werd bepaald op 1 september 2021. De polis kan opgezegd worden tegen 1 september 2022. De nieuwe polis zal ook pas vanaf dan in voege gaan. Hiervoor wordt een specifieke melding gemaakt in het lastenboek.

 

2. Opzeg

 

De polissen uit de aanbesteding van 2017 en de verzekeringen die niet in de aanbesteding van 2017 werden meegenomen zullen tijdig moeten worden opgezegd.  Dit dient te gebeuren uiterlijk drie maand voor de vervaldag.

 

Tijdens het overleg van 15 februari 2021 deelde AON Belgium bvba mee dat het daartoe tijdig een model van opzegbrief en Excel met per maatschappij de op te zeggen polissen zal bezorgen. Het college van burgemeester en schepenen neemt daarvan akte.

 

3. Schadestatistiek en loss ratio

 

De schadestatistiek geeft een beeld van de rendabiliteit van de verzekeringscontracten, uitgedrukt via de Loss Ratio.

 

Elke verzekeraar maakt jaarlijks de schadestatistieken op voor zijn klanten. Deze statistieken worden gebruikt om na te gaan of de resultaten van de individuele polissen niet te veel (negatief) afwijken van het gemiddelde resultaat van de verzekeraar. De contracten die te veel afwijken of die zwaar verlieslatend zijn komen in aanmerking voor sanering (lees: opzeg). Meestal gebeurt dit bij de eindvervaldag, maar het kan ook tegen de jaarlijkse vervaldag gebeuren.

 

De maatschappij zal echter vaak negatieve resultaten van bepaalde polissen combineren met de gunstige resultaten van de andere polissen binnen de portefeuille.

 

De interne schadestatistieken (met vermelding van de premies en de schadelast) mogen enkel in het kader van het auditrapport gebruikt worden en mogen niet gepubliceerd worden bij het lastenboek (daar gelden de externe statistieken zonder vermelding van de premies).

 

4. Conclusies auditrapport gemeente

 

4.1. Tak personenverzekering

Er werd 1 ernstig ongeval aangegeven in 2016 (bedienden) met een percentage van blijvende invaliditeit van 20%. De totale uitgaven voor dit ongeval bedroegen 361.302,28 euro. Dit ongeval heeft de schadestatistiek negatief beïnvloed.

 

De globale schadestatistiek over de laatste 5 jaar en 9 maanden is erg verlieslatend met een gemiddelde loss ratio van 148,45%. AON Belgium bvba is van mening dat de loss ratio erg ongunstig is en een premieverhoging te verwachten is.

 

Gezien de contractuele eindvervaldag van de polis volgens de Bijzondere Voorwaarden is vastgesteld op 1 januari 2023, raadt AON Belgium bvba de gemeente aan om deze polis gewoon te laten verder lopen.

 

De polis 'lichamelijke ongevallen' is schadevrij de afgelopen 5 jaar en 9 maanden.

 

4.2. Tak materiële schade

AON Belgium bvba is van mening dat de premievoeten, niettegenstaande reeds zeer laag, behouden kunnen blijven of mogelijkerwijze nog lichtjes kunnen verlaagd worden gezien de zeer gunstige schaderesultaten voor de verzekeraar.

 

4.3. Tak aansprakelijkheidsverzekeringen

AON Belgium bvba stelt vast dat de polissen een gunstig resultaat opleveren voor de verzekeraar.

 

Hieruit kan geconcludeerd worden dat de resultaten voor de aansprakelijkheidsverzekeringen gunstig zijn en er een premiedaling te verwachten is.

 

4.4. Tak autoverzekeringen

Zowel voor wat betreft het wagenpark als de omnium dienstverplaatsingen is de schadestatistiek gunstig. 

 

AON Belgium bvba is van mening dat de premies verminderd kunnen worden gezien de gunstige schaderesultaten.

 

4.5. Hospitalisatieverzekering

Op vandaag zijn gemeente Deerlijk (inclusief OCMW en Gaverdomein vzw) verzekerd bij DVV. Deze polis werd afgesloten voor een duurtijd van 3 jaar vanaf 1 januari 2012, vervolgens wordt de overeenkomst stilzwijgend verlengd voor telkens een periode van 1 kalenderjaar. Momenteel valt de eindvervaldag op 1 januari 2022.

 

De GSD bezorgde op 1 februari 2021 een brief aan gemeente en OCMW waarin een nieuwe gezamenlijke overheidsopdracht wordt aangekondigd. Er moet worden beslist tegen 31 maart 2021. Wie als bestuur beslist mee te doen moet ook afnemen. Wie als bestuur tegen de aangehaalde datum niet heeft laten weten deel te nemen, kan niet meer deelnemen.

 

AON stelt voor om de huidige hospitalisatieverzekering stilzwijgend te laten verlengen.

 

5. Voorstel

 

In gevolg het overleg met AON Belgium bvba en het auditrapport wordt voorgesteld alle polissen, met uitzondering van de polis arbeidsongevallen voor de gemeente en de hospitalisatieverzekering, mee te nemen in de verderzetting van de overheidsopdracht verzekeringen. 

 

Alle eventuele suggesties van verbetering van voorwaarden en bedingen blijkend uit het rapport van AON Belgium bvba, mogen in het op te maken bestek worden opgenomen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van doorlichting van de verzekeringsportefeuille van de gemeente door AON Belgium bvba.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij de bevindingen van de deskundige van AON Belgium bvba en beslist, gezien het evidente belang voor de gemeente, de overheidsopdracht verzekeringen in zijn geheel verder te zetten.

 

Artikel 3

 

In gevolg het overleg met AON Belgium bvba en het auditrapport worden alle polissen, met uitzondering van de polis arbeidsongevallen voor de gemeente en de hospitalisatieverzekering, meegenomen in de verderzetting van de overheidsopdracht verzekeringen.

 

Alle eventuele suggesties van verbetering van voorwaarden en bedingen blijkend uit het rapport van AON Belgium bvba, mogen in het op te maken bestek worden opgenomen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

Verkoopprocedure oude wegbedding nabij de Gravenstraat / Kleine Brandstraat - opstart procedure - principiële goedkeuring

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

Trage wegen Olieberg - waardebepaling op te heffen wegen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akkoord te gaan met een waardebepaling in het kader van het opheffen van verschillende (delen van) trage wegen.

 

Motivering

 

In zitting van 30 september 2020 besloot het college van burgemeester en schepenen een opmetingsplan te laten maken in het kader van het opheffen van volgende trage wegen:

          een deel van buurtweg 66

          een deel van buurtweg 64

          een deel van buurtweg 70

          buurtweg 66

 

In bijlage bevinden zich de betreffende opmetingsplannen.

 

De volgende stap is een waardebepaling te laten opmaken ingevolge het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen (hierna verkort: gemeentewegendecreet).

 

Art. 20, § 3, 1° gemeentewegendecreet bepaalt dat het grafisch plan in voorkomend geval een berekening van de eventuele waardevermeerdering van de gronden ten gevolge van de opheffing van de gemeenteweg bevat overeenkomstig artikel 28.

 

Artikel 28, § 1 gemeentewegendecreet bepaalt dat de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg aanleiding geeft tot een waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden waarop de gemeenteweg gesitueerd is.

De vergoeding voor waardevermindering is verschuldigd door de gemeente aan de eigenaar van de grond in kwestie. De vergoeding voor waardevermeerdering is verschuldigd door de eigenaar van de betrokken grond en komt ten goede aan de gemeente.

Artikel 28, § 2 gemeentewegendecreet bepaalt dat de waardevermindering of de waardevermeerdering wordt vastgesteld door een landmeter-expert, aangesteld door de gemeente.

Bij berekening van de waardevermindering of de waardevermeerdering wordt onder meer rekening gehouden met het verschil in venale waarde, de gelijke behandeling van burgers voor de openbare lasten opgelegd in het kader van het algemeen belang, de bestaande openbare private erfdienstbaarheden, en de vigerende overheidsbesluiten over het grondgebruik.

De waardevermeerdering wordt geacht nihil te zijn als de gemeenteweg in feite verdwenen is, omdat infrastructuren door of in opdracht van de overheid zijn aangelegd of omdat de gemeenteweg werd bebouwd krachtens een rechtsgeldige, niet-vervallen vergunning die werd verleend vóór 1 september 2019.

 

Uit de parlementaire voorbereiding van dit decreet blijkt vervolgens het volgende:

Algemeen uitgangspunt is dat een opheffing resulteert in en waardevermeerdering van het goed. Het is raadzaam dat die bedragen objectief en zo vroeg mogelijk bij het begin van de procedure bepaald worden, zodat burgers duidelijkheid hebben over  de financiële gevolgen van eventuele verplaatsingen of opheffingen. De berekening van eventuele waardevermindering of waardevermeerdering wordt opgenomen in het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan of het ontwerp van grafisch plan tot opheffing van een gemeenteweg, en maakt op die manier mee het voorwerp uit van het openbaar onderzoek.

Bij het bepalen van de meerwaardevergoeding zal de gemeente ook rekening kunnen houden met specifieke situaties waarbij de overheid in het verleden bepaalde beslissingen heeft genomen, zoals het afleveren van bouw- of verkavelingsvergunningen, of de aanleg van wegen, kanalen of spoorwegen, waarbij de buurtwegen de facto verdwenen zijn.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken de artikelen 20 en 28

          Voorstel van decreet houdende de gemeentewegen, Parl.St. Vl.Parl. 2018-2019, 1847/1

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

500,00 euro excl. btw of 600,00 euro incl. btw voor waardebepaling

Actie

Gelijkblijvend beleid

Jaarbudgetrekening

Gelijkblijvend beleid - CBS

2021/GBB/0190-00/61300000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN

Visum

Niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit een waardebepaling te laten maken door landmeter Bart Degezelle in het kader van het opheffen van verschillende (delen van) trage wegen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

          Vervoerregioraad - verslag en presentatie van 5 maart 2021

          Leiedal - verslag van de Raad van Bestuur van 26 februari 2021

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

Jubileum - ontvangst gemeentehuis - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

Zwembad - afrekening exploitatierekening 2020 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de afrekening van de exploitatierekening voor 2020 voor de infrastructuur in beheer van TMVW, met name het zwembad Aquandé.

 

Motivering

 

FARYS|TMVW bezorgde op 3 maart 2021 de afrekening van de exploitatierekening voor het jaar 2020 voor de infrastructuur in beheer van TMVW, met name het zwembad Aquandé. Dit onder voorbehoud van goedkeuring van de jaarrekening door de bevoegde bestuursorganen van TMVW.

 

De afrekening resulteert in een saldo ten laste van de gemeentelijke begroting van 395.627,01 euro. Dit is gunstiger dan de geraamde en voorziene 455.000 euro in de gemeentelijke begroting in 2021.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56. § 3. 3) Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

131.522,21 euro

Actie

Uitbouwen van het zwembad Anzegem-Deerlijk - leasing zwembad

Jaarbudgetrekening

A-3.03.5/0040-00/42210000

 

Raming of bedrag

32.830,85 euro

Actie

Uitbouwen van het zwembad Anzegem-Deerlijk - interesten van leasingschulden zwembad

Jaarbudgetrekening

A-3.03.5/0040-00/

 

Raming of bedrag

446,80 euro

Actie

Uitbouwen van het zwembad Anzegem-Deerlijk - prijssubsidies

Jaarbudgetrekening

A-3.03.5/0742-00/64950000

 

Raming of bedrag

230.827,15 euro

Actie

Uitbouwen van het zwembad Anzegem-Deerlijk - toelage FARYS zwembad

Jaarbudgetrekening

A-3.03.5/0742-00/64990002

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de afrekening van de exploitatierekening voor 2020 voor de infrastructuur in beheer van TMVW, met name het zwembad Aquandé.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

Jeugdraad - verslag van 7 februari 2021 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

De jeugdraad hield een vergadering op zondag 7 februari 2021.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

 

Motivering

 

Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd in een volgende zitting van zondag 7 maart 2021.

 

De bijbehorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

Cultuur - Intentieverklaring Digitaal Podium - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de intentieverklaring voor deelname aan het pilootproject 'Digitaal Podium' van Cultuurconnect goed te keuren.

 

Motivering

 

Begin 2021 lanceerde Cultuurconnect een oproep om met 2 à 3 clusters van cultuurhuizen het piloottraject Digitaal Podium mee op te starten. Met dit pilootproject wordt vooropgesteld om in 2021 samen te zoeken naar een kwaliteitsvol overkoepelend ticketingsysteem op maat van de sector, met een focus op podiumactiviteiten.

 

Binnen de regionale werking van Zuidwest willen een aantal cultuurhuizen en culturele centra invulling geven aan dergelijke cluster en stellen zich als dusdanig kandidaat als pilootgroep. Zuidwest zal als één van deze culturele actoren in de regio coördinerend optreden en de kandidatuur indienen bij Cultuurconnect. Bij de kandidatuurstelling is een intentieverklaring vereist van de deelnemende kunst- en cultuurhuizen en gemeentelijke culturele centra. De cultuurdienst is sterk vragende partij om aan te sluiten bij deze pilootgroep.

 

Het pilootproject loopt tussen 1 april 2021 en 31 december 2023 (indicatief). Er wordt van de deelnemende centra een actieve inbreng verwacht bij de uitvoering van het pilootproject. Daarnaast houdt deelname in dat locaties kosteloos ter beschikking worden gesteld in functie van meetings, testevents en andere acties in uitvoering van het pilootproject.

 

Door als gemeente hierop in te zetten, zoeken we binnen de regio verder naar eenheid binnen de verscheidenheid van de diverse centra en proberen we door middel van schaalvergroting ook het eigen bereik van het centrum te vergroten. Een bijkomend voordeel van een bredere overheidsopdracht is natuurlijk het vergroten van de slagkracht naar mogelijke leveranciers toe.

 

Dit pilootproject staat los van het huidige ticketingsysteem dat jaarlijks opzegbaar is.

 

Cultuurconnect maakt voor 1 april 2021 bekend welke kandidaturen effectief een pilootgroep zullen vormen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de intentieverklaring voor deelname aan de pilootgroep 'Digitaal Podium' goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

MAT - verslag van 3 maart 2021- kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het MAT hield een vergadering op 3 maart 2021.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

 

Motivering

 

Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd door de leden van het managementteam.

De bijbehorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

Project Centrumpark en sociaal woonpark - plan van aanpak - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het plan van aanpak voor het project 'Centrumpark en sociaal woonpark' goed te keuren

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste op 13 januari 2021 bv VELD architecten - Atelier Horizon bvba aan te stellen als ontwerper voor het project 'Centrumpark en sociaal woonpark'.

 

Op 5 maart 2021 vond er een startoverleg plaats.

 

Naast enkele inhoudelijke aandachtspunten, bemerkingen en suggesties werd het plan van aanpak zoals opgenomen in de offerte besproken.

Het ontwerpteam stelt voor om te werken met volgende tools:

          Een verkenningsdag: Dit is een dag waarbij het ontwerpteam in overleg gaat met verschillende stakeholders om verwachtingen, aandachtspunten en vereisten in kaart te brengen. Doel is zoveel mogelijk input te verzamelen vooraleer het ontwerpproces op te starten.

          Evaluatieworkshops: Dit zijn twee evaluatiedagen ter evaluatie van het ontwerpend onderzoek waarbij teruggekoppeld wordt naar de stakeholders betrokken bij de verkenningsdag.

          Een bewonerspanel: Dit is een beperkte (10-tal) divers samengestelde groep van geïnteresseerde bewoners. Op basis van kandidatuurstelling kunnen bewoners hun blijk van interesse om samen na te denken over de toekomst van deze plek aangeven.

          De kwaliteitskamer: Dit is een klankbordgroep met experten die het project meer op afstand kunnen bekijken en hun input geven.

 

De concrete planning en timing voor de eerste fase met betrekking tot de opmaak van een algemeen inrichtingsplan, inclusief definitief ontwerp voor de publieke ruimte werd voorgesteld en besproken. Volgende data worden voorgesteld:

          verkenningsdag : 1 april.

          evaluatieworkshops : eind augustus

 

De doelstelling is om begin oktober 2021 het definitief inrichtingsplan te valideren.

Daarna kan de opmaak van de omgevingsvergunningsaanvraag en het aanbestedingsdossier voor het centrumpark opgestart worden.

 

Op basis van het voorstel van plan van aanpak voor de eerste fase, uitgewerkt door het ontwerpteam, werden de invulling van de projectstructuur en de timing verder geconcretiseerd door het clusterhoofd ruimte. De nota is toegevoegd als bijlage.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56. §1 van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het voorgestelde plan van aanpak en de verdere concretisering goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

OMV 2021_26 - Kruispunt Kortrijkse Heerweg/N36 - positief advies - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd advies uit te brengen voor de omgevingsvergunningsaanvraag van Koen Surdiacourt namens Wegen West-Vlaanderen gevestigd Koning Albert I-laan 1-2/82 te 8200 Brugge, voor het herinrichten van de Kortrijkse Heerweg - N36-Ringlaan, op een perceel gelegen Kortrijkse Heerweg zn/Ringlaan zn en met als kadastrale omschrijving openbaar domein.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en motiveert haar beslissing als volgt:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

      Een deel van het plangebied van deze aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk deels in woongebied, deels in landschappelijk waardevol gebied en deels in natuurgebied.

      De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn deels niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is voor een klein stuk gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan openruimtekamers Gavers en Esser, zoals vastgesteld door provincieraad op 23 maart 2017.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

Het oostelijk deel van het plangebied is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Marquettestraat wijziging A, goedgekeurd op 11 oktober 1998.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan, de RUP’s en het BPA zijn telkens voor een deel van het projectgebied van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

Het plangebied van de aanvraag is gelegen op het kruispunt van de Ringlaan N36, wat een gewestweg is, met de Kortrijkse Heerweg, wat een gemeenteweg is. De directe omgeving van dit kruispunt bestaat ten noorden van de Kortrijkse Heerweg uit een hoge haag met daarachter een bos (voornamelijk naaldbomen), ten zuidoosten uit een residentiële woonwijk en ten zuidwesten van de weg uit akkerland. 

De Ringlaan N36 bestaat uit 2 maal 2 rijstroken die gescheiden zijn door een middenberm. Aan weerszijden ligt een groene berm met bomen en een vrijliggend fietspad. De Kortrijkse Heerweg bestaat uit 2 maal 1 rijstrook. Aan beide zijden van de weg is een vrijliggend fietspad voorzien. Het kruispunt van deze wegen wordt geregeld door verkeerslichten. Langsheen beide zijden van de N36 is een langsgracht aanwezig.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft de herinrichting van het kruispunt N36 – Kortrijkse Heerweg met als doel de veiligheid te vergroten. De werken omvatten de heraanleg van de bestaande weg en fietspaden, de aanleg van voetpadzones en het inbuizen van een gracht over een lengte van 28 m. Bomen worden er niet gerooid. Na de werken zal de langsgracht van de Kortrijkse Heerweg over de volledige lengte ingebuisd zijn. Het kruispunt wordt conflictvrij ingericht en er wordt een afslagstrook bij gemaakt op de westelijk tak van de Kortrijkse Heerweg. De werken worden op hetzelfde niveau en met dezelfde materialen (voetpad in grijze betonstraatstenen, fietspad in asfalt met een rode toplaag) uitgevoerd als de wegenisinfrastructuur in de onmiddellijke omgeving.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen subadviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient deels afgetoetst te worden aan de voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied en natuurgebied. 

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden.  In deze gebieden mogen jagers - en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.

De N 36 is aangeduid als hoofdverkeersweg en de aanvraag heeft betrekking op het uitvoeren van werken van algemeen belang zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorschriften van het gewestplan.

 

Voor het oostelijk gedeelte van het plangebied dient de aanvraag getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Marquettestraat wijziging A (goedgekeurd op 11 oktober 1998). De aanvraag is in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de werken uitgevoerd worden binnen de zone voor wegenis.

 

Het zuidwesten van het plangebied valt beperkt binnen de grenzen van het Provinciaal RUP Gavers en Esser. Het gevraagde is in overeenstemming gezien het werken en constructies betreffen van openbaar nut die in alle zones toegelaten worden voor zover de schaal en de bouwkarakteristieken ervan geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de betreffende bestemmingszone. De voorliggende werken zijn beperkt qua impact zodat deze voldoen aan de gestelde voorwaarde.

 

Gezien de aanvraag betrekking heeft op het inbuizen van een bestaande baangracht dient deze te voldoen aan de bepalingen van de provinciale verordening baangrachten. In de verordening is opgenomen dat de lengte van de overwelving meer kan zijn dan de opgenomen 5 m onder meer voor werken van algemeen belang wat in voorliggende aanvraag van toepassing is. Compensatie wordt voorzien in de bestaande langsgrachten van de N36 die als poreuze buizen uitgevoerd worden om de infiltratie te bevorderen.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de N36 en de Kortrijkse Heerweg beide voldoende uitgeruste openbare wegen zijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke uitbreiding van de verharde oppervlakte (< 300 m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. De aanleg van nieuwe wegenis behelst ook de heraanleg van de hemelwaterafvoer. Het inbuizen van de langsgracht is noodzakelijk voor de heraanleg van het kruispunt in functie van verkeersveilig verkeer. De bijkomende verharde oppervlakte watert af in de langsgrachten van de N36 die voldoende ruim gedimensioneerd is zodat de effecten op het watersysteem verwaarloosbaar zijn. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Deze aanvraag staat in het teken van een verkeersveilige weginfrastructuur zodat deze positief kan beoordeeld worden.

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag voorziet in de aanleg van een conflictvrij kruispunt. De werken omvatten de heraanleg van de bestaande weg en fietspaden, de aanleg van voetpadzones en de inbuizing van een gracht. De inbuizing van de langsgracht van de Kortrijkse Heerweg is noodzakelijk om grondinnames te voorkomen (boven de inbuizing komt een nieuw fietspad). Gezien de beperkte lengte van de inbuizing, de rest van de baangracht langs de Kortrijkse Heerweg reeds ingebuisd is en het feit dat de langsgrachten van de N36 voldoende ruim zijn kan de inbuizing van deze gracht positief beoordeeld worden. Bijgevolg is het ontwerp verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit een gunstig advies uit te brengen betreffende de aanvraag.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

OMV 2020_251 - Waregemstraat 158 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en uitbreiden van de bestaande eengezinswoning en het wijziging van het aantal woongelegenheden tot twee eengezinswoningen, op een perceel gelegen Waregemstraat 158 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 283 G aangevraagd door Lieven Van Geluwe namens Li-Vente BVBA gevestigd Bilkenstraat 13 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  11 maart 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het vooruitkomen van de voorgevel ten opzichte van de rooilijn dient beperkt te worden tot 14 cm conform het rooilijnendecreet.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 augustus 1971 door het college van burgemeester en schepenen voor het saneren van de woning: vernieuwen van huisdak en plaatsen van 2 standvensters, verbeteren sanitair.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 december 1974 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een muurtje in bakstenen (lengte +/- 8,60 m, hoogte +/- 2 m) na afbraak bijgebouw.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

Het perceel, waarop de aanvraag betrekking heeft, is gelegen langs de Waregemstraat, wat een goed uitgeruste gemeenteweg is in het centrum van de gemeente. De weg betreft een dubbelrichtingsstraat met een aanliggend dubbelrichtingsfietspad langs de kant van de betreffende woning, een parkeerstrook langs de overzijde van de weg en langs beide zijden een voetpad.

De directe omgeving bestaat voornamelijk uit eengezinswoningen. Deze zijn zowel gebouwd op de rooilijn als op een afstand ervan. De woontypologie in de omgeving bestaat voornamelijk uit gesloten bebouwing. Echter maken ook open, halfopen woningen deel uit van het straatbeeld. Ook het gabarit van de woningen in de directe omgeving is divers.

De woning van de aanvrager is opgebouwd uit een hoofdvolume met 1 bouwlaag en een hellend dak en een achteruitbouw met één bouwlaag en plat dak.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een bestaande gesloten woning uit te breiden en te verbouwen tot 2 woongelegenheden. De woning staat op een perceel met een oppervlakte van 582 m².

De bestaande woning bestaat uit 1 bouwlaag en een hellend dak en werd opgetrokken op de rooilijn, op de linker kavelgrens en op een afstand van +/- 0,50 m tov de rechter perceelsgrens. Langs de achterzijde van de woning werd een uitbouw gerealiseerd. Het perceel heeft een breedte van ongeveer 14 m.

Het bestaande hoofdvolume heeft een diepte van 7 m en blijft behouden. De achterbouw met een diepte van ongeveer 9 m wordt gesloopt. Ook de vrijstaande serre wordt afgebroken. Aan de achterzijde wordt een uitbreiding gerealiseerd zowel op het gelijkvloers als op de verdieping. De nieuwe volumes worden afgewerkt met een plat dak. Na de werken wordt de bouwdiepte op het gelijkvloers op 16,95 m gebracht. De bouwdiepte op het verdiep bedraagt na verbouwing 11,4 m.  De bestaande woning wordt gesplitst waarbij de linker woning een breedte krijgt van 6,20 m en de rechter woning een breedte van ongeveer 7,10 m.

Op het gelijkvloers bevindt zich voor beide woningen telkens een hal met toilet, een inpandige garage, een keuken en living. Op de verdieping worden telkens 3 slaapkamers, een badkamer en toilet ondergebracht.

De voorgevel wordt geïsoleerd en afgewerkt in gebroken witte sierpleister. Hiervoor wordt 15 cm van het voorliggende voetpad ingenomen. De dakbedekking in rode gebakken platte pannen blijft behouden en het schrijnwerk is voorzien in hout. In het dak worden langs de voorgevel nog 2 dakkapellen voorzien, elk met een breedte van 1,70 m. In de tuinzone wordt bij iedere woning een terras van ongeveer 20 m² aangelegd. Tussen de 2 terrassen wordt een houten scherm met een hoogte van 2 m over een diepte van 3,50 m voorzien.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag diende niet onderworpen te worden aan een openbaar onderzoek.

 

De aanpalende eigenaars werden op 26 januari 2021 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied. 

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing en uitbreiding van een eengezinswoning tot twee eengezinswoning op een bouwperceel zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van een gewestplan.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Waregemstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijnplan.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt per woning een regenwaterput van telkens 5.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet per woning de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van minstens 2.500 liter en een referentieoppervlakte van 4,32 m², de terrassen worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). Een project-m.e.r.-screeningsnota volgens het modelformulier maakt deel uit van het aanvraagdossier. In deze nota zijn de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het uitbreiden en splitsen van een bestaande woning in twee grondgebonden eengezinswoningen. Gezien de woonfunctie behouden blijft, is de aanvraag functioneel inpasbaar in de directe omgeving.

Beide woningen zullen na de werken beschikken over een voldoende ruime garage. De parkeerbehoefte wordt op die manier op het eigen terrein opgevangen en de impact op de mobiliteit is hierdoor beperkt.

Het ontwerp zorgt voor een voldoende ruime woningen en beantwoordt aan de huidige normen van wooncomfort.

De inplanting op de rooilijn blijft ongewijzigd, de achterbouw wordt gerealiseerd met een gelijkaardige bouwdiepte als de bestaande achterbouw en sluit aan op het hoofdgebouw. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel. De nieuwe bouwdiepte van 16,80 m is aanvaardbaar in deze woonomgeving.

Het nieuwe volume behoudt voldoende afstand tot de vrije zijperceelsgrens. De muren op de andere zijperceelsgrens worden gewijzigd, echter zorgen ze, gezien de bouwdiepte van de uitbouw van de naastliggende woning, niet voor bijkomende hinder. Hiervoor werd tevens akkoord verkregen van de eigenaar van het betreffende buurperceel.

Beide woningen beschikken over een terras en een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin aan te leggen.

 

Het materiaal en de indeling van de voorgevel wijzigt grondig. De architecturale eenheid van woning nr. 158 en 160 zal bijgevolg niet behouden blijven. De aanvrager voorziet immers de woning te isoleren aan de buitenzijde en wenst hiervoor beroep te doen op het rooilijnendecreet dat stelt dat de rooilijn maximaal 14 cm overschreden kan worden bij het isoleren van de gevel. Immers het afkappen van een deel van de muur is constructief niet mogelijk wegens een gebrek aan dikte. Het voetpad is op de plaats van de aanvraag op heden 1,90 m breed (inclusief boordsteen) waardoor het voetpad na vooruitkomen van 0,14 m nog voldoende breed is. De aanvrager voorziet volgens de plannen 15 cm vooruit te komen wat niet conform het rooilijnendecreet is en het opleggen van een voorwaarde noodzakelijk maakt.

Teneinde het vooruit komen te beperken opteert de aanvrager om na het isoleren de gevel te bekleden met crepi in gebroken witte kleur. Door het behoud van de bakgoot en de dakbedekking als aansluiting met de naastliggende woning en gezien de diversiteit in de verschijningsvorm van de bebouwing langs de Waregemstraat zal de gekozen materialisatie niet storend zal zijn in het bestaande straatbeeld.

 

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan  Lieven Van Geluwe namens Li-Vente BVBA gevestigd Bilkenstraat 13 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen en uitbreiden van de bestaande eengezinswoning en het wijziging van het aantal woongelegenheden tot twee eengezinswoningen, op een perceel gelegen Waregemstraat 158 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 283 G, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het vooruitkomen van de voorgevel ten opzichte van de rooilijn dient beperkt te worden tot 14 cm conform het rooilijnendecreet.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

OMV 2020_250 - Oliebergstraat 113 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een halfopen eengezinswoning met carport, op een perceel gelegen Oliebergstraat 113 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 173 K2 aangevraagd door Simon Struyve namens Montis BV met als contactadres Oliebergstraat 120 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 11 maart 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het toegangspad tot de voordeur dient beperkt te worden tot een breedte van 1,20 m in plaats van de voorziene 1,90 m,

        De oprit tot de carport en de bijkomende autostelplaats samen dienen beperkt te worden tot een breedte van 6 m.

        Na het versmallen van de oprit naar de carport dient langs de rechter perceelsgrens een haag te worden aangeplant tot aan de tuinmuur van de carport.

        De naastliggende woning Oliebergstraat 111 kan enkel in stand gehouden worden, verbouwingswerken zijn niet meer mogelijk en bij herbouw moet een nieuwe woning qua inplanting, bouwhoogte en dakvorm aangesloten worden aan voorliggend ontwerp.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Sint Lodewijk centrum, goedgekeurd op 1 september 2011, met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfuncties.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gemeentelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 mei 1955 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een ouderlijke woning tot tweewoonst.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 maart 1961 door het college van burgemeester en schepenen voor het bijplaatsen van tweede standvenster.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 juli 1967 door het college van burgemeester en schepenen voor het herstellen van uw huisdak.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 30 september 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van de woning.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De aanvraag bevindt zich langs de Oliebergstraat, wat een goed uitgeruste gemeenteweg is. In de directe omgeving zijn voornamelijk alleenstaande en gekoppelde eengezinswoningen aanwezig. Ten noordoosten van het voorliggende perceel is een recente verkaveling in opbouw aanwezig. Tussen het voorliggende perceel en de naastliggende loten uit de verkaveling is een gracht gelegen.

De woning van de aanvrager betreft een tweewoonst opgetrokken op min. 3 m t.o.v. de rooilijn, met 1 bouwlaag en een hellend dak. De woning vormt een architecturale eenheid met de naastliggende woning.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager ontving reeds een vergunning voor het slopen van de bestaande woning met bijgebouw. Met voorliggende aanvraag wenst men een nieuwe gekoppelde eengezinswoning met carport te bouwen.

De nieuw te bouwen woning wordt ingeplant op ongeveer 6 m van de rooilijn, op 4,93 m van de rechter zijperceelsgrens en op de linker zijperceelsgrens. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt +/- 77 m. De woning heeft een breedte van 13 m op een diepte van 7,20 m. De woning bestaat uit twee bouwlagen met plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,25 m. Op het gelijkvloers bevindt zich een inkom met toilet, een berging, een bureau, een eet- en zithoek en een open keuken. Op de verdieping worden 2 slaapkamers, een strijkkamer, een toilet, een badkamer en een ontspanningsruimte ondergebracht. De voor- en zijgevels worden afgewerkt in lichtrode paramentsteen, de achtergevel wordt horizontaal onderverdeeld aan de hand van betonnen gevelelementen en verticaal onderverdeeld door telkens naast de grote ramen op het gelijkvloers penanten op te trekken in donkerrood genuanceerde baksteen. Het schrijnwerk is voorzien in zwart aluminium.

De voortuin wordt ongeveer voor de helft verhard, dit deels in grasdallen, deels in waterdoorlatende baksteen-klinkers en deels in andere waterdoorlatende verharding (niet verder gedefinieerd). In de tuinzone wordt een terras van 38 m² in niet verder gedefinieerde materialen aangelegd. Het toegangspad naar de voordeur heeft een breedte van 1,90 m en de toerit naar de carport is +/- 5 m breed.

In de vrije zijtuinstrook bevindt zich een carport met een breedte van 3,96 m vooraan en 3,81 m achteraan op een lengte van 6,23 m. De carport wordt ingeplant op 3 m achter de voorgevelbouwlijn en op de rechterperceelsgrens. De carport wordt afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 2,80 m. Op de kavelgrens wordt een muur voorzien met een hoogte van 2,55 m in lichtrode gevelsteen. Naar de tuinzone toe wordt een houten afsluiting/poort voorzien. De carport betreft een donker stalen constructie afgewerkt in hout.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden op 29 januari 2021 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk RUP Sint-Lodewijk centrum.

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien de bestemming residentieel wonen betreft met een beperkte mogelijkheid voor nevenfuncties, de woning een halfopen bebouwing betreft, de woning opgetrokken wordt met 2 bouwlagen, de totale bebouwde oppervlakte minder dan 40% van de terreinbezetting bedraagt, de dakvorm voldoet aan de vrije dakvorm, de kroonlijsthoogte van max. 6,50  m gerespecteerd wordt, de bouwdiepte van het hoofdvolume van 12 m gerespecteerd wordt, de carport voorzien wordt in de vrije zijstrook op minstens 3 m achter de voorbouwlijn, er op de zijkavelgrens een gemetselde muur opgetrokken mag worden waarvan de hoogte niet bepaald is en er op eigen terrein 2 autostelplaatsen voorzien worden.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Oliebergstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 15.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 1.500 liter en een referentieoppervlakte van 2,4 m², het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het vervangen van een eengezinswoning door een nieuwe woning. Hierdoor is de aanvraag functioneel inpasbaar in de omgeving. De afstanden tot de perceelsgrenzen, het bouwvolume en het materiaalgebruik van de woning voldoen aan de bepalingen uit het RUP en richten zich op de verschijningsvormen en inplanting van bebouwing in de omgeving. De woning wordt aangebouwd tegen een bestaande woning. Als algemene norm en teneinde een harmonische aansluiting te realiseren in het straatbeeld wordt normaal gezien opgelegd dat het gabarit van de naastliggende woning bij aanbouw gevolgd dient te worden. De naastliggende woning is echter een oude woning met een klein volume, die qua hoogte niet afgestemd is op de hedendaagse eisen inzake isolatie en die qua inplanting eerder atypisch geplaatst is ten opzichte van de rooilijn. De architect geeft aan dat deze naastliggende woning (ook eigendom van de aanvrager) voorlopig verder zal gebruikt worden in de staat zoals ze is maar later zal vervangen worden door een meer marktconform gebouw. Vanuit deze visie kan de herbouw dieper op het perceel, met een platte dakvorm en een grotere bouwhoogte gevolgd worden. Dit betekent wel dat in de voorwaarden opgenomen dient te worden dat de naastliggende woning enkel in stand gehouden kan worden, dat bijgevolg geen verbouwingswerken meer mogelijk zijn en dat bij herbouw qua inplanting, bouwhoogte en dakvorm aangesloten moet worden aan voorliggend ontwerp.

 

Er is op eigen terrein ook genoeg parkeergelegenheid voorzien zodat de nieuwe woning nagenoeg geen parkeerhinder voorziet op de openbare weg.

Er wordt echter wel opgemerkt dat de voortuinstrook sterk verhard is. De inrichting van een voortuin heeft invloed op het straatbeeld, de verkeersveiligheid en op de goede waterhuishouding. Beplanting, hagen en bomen in de voortuin maken het straatbeeld mooier en zorgen voor het residentiële karakter van een omgeving. Deze groenzones helpen ook bij de infiltratie van het regenwater en halen fijn stof uit de lucht.  Verharding zoals grind, kiezels of grasdallen dienen eveneens met de nodige zorg bekeken te worden. Niettegenstaande deze materialen waterdoorlatend zijn en het regenwater dus in de bodem laten infiltreren, dragen ze niet bij tot het straatbeeld, de verkeersveiligheid noch tot de zuivering van de lucht.

De verharding in de voortuinstrook dient bijgevolg beperkt te worden tot een strikt minimum zodat het opleggen van onderstaande voorwaarden wenselijk is.

-          het toegangspad tot de voordeur dient beperkt te worden tot een breedte van 1,20 m in plaats van de voorziene 1,90 m,

-          de oprit tot de carport inclusief de bijkomende autostelplaats dienen beperkt te worden tot een breedte van 6 m.

-          na het versmallen van de oprit naar de carport dient langs de rechter perceelsgrens een haag te worden aangeplant tot aan de tuinmuur van de carport.

Tussen het perceel en de nieuwe verkaveling ligt een bestaande gracht. Deze wordt niet op plan aangeduid, maar dient in functie van de goede waterhuishouding behouden te blijven.

 

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Simon Struyve namens Montis BV met als contactadres Oliebergstraat 120 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een halfopen eengezinswoning met carport, op een perceel gelegen Oliebergstraat 113 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 173 K2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het toegangspad tot de voordeur dient beperkt te worden tot een breedte van 1,20 m in plaats van de voorziene 1,90 m.

        De oprit tot de carport en de bijkomende autostelplaats samen dienen beperkt te worden tot een breedte van 6 m.

        Na het versmallen van de oprit naar de carport dient langs de rechter perceelsgrens een haag te worden aangeplant tot aan de tuinmuur van de carport.

        De naastliggende woning Oliebergstraat 111 kan enkel in stand gehouden worden, verbouwingswerken zijn niet meer mogelijk en bij herbouw moet een nieuwe woning qua inplanting, bouwhoogte en dakvorm aangesloten worden aan voorliggend ontwerp.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

OMV 2020_248 - Schepen Paul Vanaverbekestraat 7 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Schepen Paul Vanaverbekestraat 7 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 835 G aangevraagd door Polfliet - Waterbley wonende Constant Permekestraat 6 te 8550 Zwevegem.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 11 maart 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De extra parkeerplaats in de zijtuin moet aangelegd worden in waterdoorlatende grasdallen met honingraatstructuur in plaats van de voorziene stabilisé-verharding.

        De niet verharde stroken tussen en langs het karrenspoor moeten aangelegd worden in beplanting en/of gras.

        Langs de oostelijke perceelsgrens dient de doorgang van de voetweg nr. 85 op een breedte van 1,50 m gegarandeerd te blijven, ook na aanleg van het karrenspoor.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de niet-vervallen verkaveling die door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd werd op 14 september 2016 (dossiernummer gemeente: 1034-7/20163).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het verkavelingsplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Schepen Paul Vanaverbekestraat, een voldoende  uitgeruste weg in het zuiden van de gemeente. De omgeving wordt gekenmerkt door een vrij recente verkaveling en achterliggend agrarisch gebied. Het perceel heeft een oppervlakte van 834 m² en is een onbebouwd perceel.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een vrijstaande eengezinswoning te bouwen. De woning bevindt zich binnen het bouwkader van lot 7 volgens de goedgekeurde verkaveling. De kavel sluit in eerste lijn aan op de Schepen Paul Vanaverbekestraat en het bouwkader bevindt zich achterliggend het lot 8. De woning wordt ingeplant op +/- 25 m van de rooilijn. De woning bevindt zich (kijkend naar de voorgevel) op 4 m van de perceelsgrens met de linker woning (ten zuidoosten), op 10,40 m van de noordwestelijke perceelsgrens en op 8,20 m van de oostelijke perceelsgrens. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt 13,20 m. De woning heeft een breedte van 10 m op een diepte van 8 m. De woning bestaat uit twee bouwlagen met plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 5,90 m. Op het gelijkvloers bevindt zich een hal, een toilet, een bergruimte, een zithoek, eethoek en open keuken. Op de verdieping worden 3 slaapkamers, een dressing, een badkamer, een toilet en een berging ondergebracht.

De gevels worden afgewerkt in roodbruin metselwerk, het dak wordt voorzien in EPDM, de dakrand is antracietkleurig en het schrijnwerk is voorzien in zwarte PVC.

De oprit wordt als een karrenspoor aangelegd in grasdallen. Tussen de oprit en de autostelplaats worden betondallen met grind voorzien. Ook een deel van de zone tussen de oprit en de voorgevel wordt voorzien in betondallen met grind. In de tuinzone wordt een terras van 49 m² aangelegd.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied. 

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een woning op een bouwkavel zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

De aanvraag dient eveneens getoetst te worden aan de voorschriften van de verkaveling. Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien de bestemming een vrijstaande woning betreft, de woning opgetrokken wordt binnen het bouwkader, er niet gebouwd wordt in de voortuinstrook, de totale bebouwde oppervlakte minder dan 40% van de terreinbezetting bedraagt, de vloerpas niet hoger gelegen is dan 30 cm boven het peil van de rijweg, de woning opgetrokken wordt met 2 bouwlagen, de dakvorm voldoet aan de vrije dakvorm, de bouwdiepte van 15 m op het gelijkvloers en van 12 m op het verdiep niet overschreden wordt, de verharding in de voortuinstrook beperkt wordt tot minder dan 50% van de oppervlakte van de voortuin, de materiaalkeuze van het kleinschalige type is, het terras in niet-waterdoorlatende materialen niet meer dan 50 m² bedraagt, de extra parkeerplaatsen zich niet in de voortuin maar in de zijtuin bevinden en de privacy van de aanpalenden gerespecteerd wordt door het groter voorzien van de afstanden tot de perceelsgrenzen dan noodzakelijk en de raampartijen op de verdieping te beperken tot het minimum vereiste per vertrek.

 

Teneinde volledig in overeenstemming te zijn met de stedenbouwkundige voorschriften dienen nog volgende voorwaarden opgelegd te worden:

-          De voorschriften leggen op dat de extra parkeerplaatsen in waterdoorlatende grasdallen met honingraatstructuur gerealiseerd moet worden. Gezien het plan de extra parkeerplaats in stabilisé voorziet, wordt dit als voorwaarde opgelegd.

-          De voorschriften leggen op dat max. 50% van de voortuin verhard kan worden en dat de resterende oppervlakte moet worden ingevuld met groenaanplant en/of grasperk. Uit het plan is niet duidelijk af te lezen in welk materiaal de zone tussen en langs het karrenspoor wordt voorzien. Daarom wordt als voorwaarde opgelegd dat de niet verharde stroken in de voortuin voorzien moeten worden in beplanting en/of gras.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Schepen Paul Vanaverbekestraat een voldoende uitgeruste weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

Langs de oostelijke perceelsgrens is de voetweg nr. 85 aanwezig met een breedte van 1,50 m. Deze zone dient ten allen tijde vrijgehouden worden van gebruik zodat de doorgang op een breedte van 1,50 m gegarandeerd blijft. Bij de aanleg van het karrenspoor dient hiermee rekening gehouden te worden. Dat blijkt onvoldoende uit het inplantingsplan waardoor het opleggen van een voorwaarde hiervoor wenselijk is.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 2.000 liter en een referentieoppervlakte van 4 m², het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een eengezinswoning in een relatief recent goedgekeurde verkaveling. Hierdoor is de aanvraag functioneel inpasbaar in de omgeving. De afstanden tot de perceelsgrenzen (minstens 8 m of 4 m), het bouwvolume (maximaal 2 bouwlagen met zadeldak) en het materiaalgebruik van de woning voldoen aan de bepalingen uit de verkaveling. De woning wordt afgewerkt in traditionele materialen. Op deze manier past de eengezinswoning zich in, in de recent vergunde verkaveling. Er is op eigen terrein genoeg parkeergelegenheid voorzien zodat de nieuwe woning nagenoeg geen parkeerhinder voorziet op de openbare weg. De woning is compact zodat voldoende private buitenruimte aanwezig is teneinde een kwalitatieve tuinzone te kunnen inrichten.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Polfliet - Waterbley wonende Constant Permekestraat 6 te 8550 Zwevegem, voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Schepen Paul Vanaverbekestraat 7 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 835 G, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De extra parkeerplaats in de zijtuin moet aangelegd worden in waterdoorlatende grasdallen met honingraatstructuur in plaats van de voorziene stabilisé-verharding.

        De niet verharde stroken tussen en langs het karrenspoor moeten aangelegd worden in beplanting en/of gras.

        Langs de oostelijke perceelsgrens dient de doorgang van de voetweg nr. 85 op een breedte van 1,50 m gegarandeerd te blijven, ook na aanleg van het karrenspoor.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

OMV 2020_229 - Tapuitstraat 9 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een tuinhuis, op een perceel gelegen Tapuitstraat 9 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 394 W aangevraagd door Jo Van Houcke wonende Tapuitstraat 9 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 11 maart 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied met landelijk karakter.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 8 januari 2014 (dossiernummer VK 2013.12/0068-7)

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De voorschriften van de verkaveling zijn van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is gedeeltelijk in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

-          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 maart 2014 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een Bed & Breakfast.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Tapuitstraat een voldoende uitgeruste gemeenteweg net ten zuiden van de E17. De omgeving wordt gekenmerkt door alleenstaande ééngezinswoningen, landbouw bedrijfsgebouwen en open landbouwpercelen. De woning van de aanvrager betreft een open woning, op een perceel van 643 m². De woning bestaat uit een hoofdvolume van één bouwlaag en een hellend dak en wordt uitgebaat als een Bed & Breakfast.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst in de tuinzone een bijgebouw op te trekken. Het bijgebouw bestaat uit een linker deel dat als tuinhuis fungeert met een diepte van 7 m en een breedte van 4 m en een rechter deel dat ingericht wordt als overdekt terras van 4 m breed en 3 m diep. Het tuinhuis wordt aan de voorzijde voorzien van een draaideur. Het geheel wordt op 5 m achter het hoofdgebouw geplaatst en op 1,4 m van de achterste perceelsgrens. Aan de linkerzijde wordt het tuinhuis op de zijperceelsgrens geplaatst. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 3 m. Het geheel wordt afgewerkt met een duurzame, thermisch behandelde houtsoort. Het overdekte terras is langs twee zijden open.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 11 december 2020 tot 9 januari 2021. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

De eigendom is volgens de voorzieningen van het gewestplan gelegen in een woongebied met landelijk karakter.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

Woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. Woongebieden met landelijk karakter zijn woongebieden bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de niet-vervallen verkaveling die door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd werd op 8 januari 2014 (dossiernummer gemeente: VK 2013.12/0068-7).

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Scheidingsmuur op de perceelsgrens moet bestaan uit metselwerk

Muur op de perceelsgrens in onderhoudsvrij hout

Het gevraagde is voor het overige  in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien het bijgebouw in de tuinzone op minimum 5 m achter het hoofdgebouw geplaatst wordt, de maximale grootte van 40 m² niet overschreden wordt, de kroonlijst maximaal 3 m hoog is, het bijgebouw voorzien wordt van een plat dak en de gevels afgewerkt worden in hout.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de gebruikte materialen zodat een afwijking overwogen kan worden. De gevraagde afwijking is beperkt en de buren van de Tapuitstraat 7 zijn akkoord met de plaatsing van het bijgebouw op de perceelsgrens. Het gekozen materiaal is eigentijds en in overeenstemming met de functie. Het materiaal is eveneens onderhoudsvrij zodat het aanpalend perceel niet betreden moet worden in functie van eventueel onderhoud (wat ook de insteek van metselwerk is). Bijgevolg kan de gevraagde afwijking positief beoordeeld worden.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Tapuitstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Het tuinhuis met overdekt terras wordt ingeplant in de tuinzone bij een bestaande bebouwing, zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De inplanting gebeurt in de tuinzone van het perceel, op voldoende afstand van de achtergevel van het gebouw en met onderling akkoord voor de plaatsing op de perceelsgrens zodat de impact op de omgeving beperkt is. Het materiaalgebruik is eigen aan de functie. De tuinzone blijft nog voldoende ruim teneinde kwalitatief in te richten. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Werken aan scheidsmuren

Niet van toepassing

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Jo Van Houcke wonende Tapuitstraat 9 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een tuinhuis, op een perceel gelegen Tapuitstraat 9 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 394 W.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

OMV 2021.29 - Stationsstraat 106 - melding - aktename

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor het vergroten van de raamopening in de achtergevel op een perceel gelegen Stationsstraat 106 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 80 Y ingediend door de heer Geert Coucke wonende Stationsstraat 106 te 8540 Deerlijk, met OMV-referentie OMV_2021033374.

 

Motivering

 

De melding ingediend door de heer Geert Coucke wonende Stationsstraat 106 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 24 februari 2021.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt:

“De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, en artikel 4.2.4 van de VCRO.

 

De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, neemt een beslissing over de melding binnen een termijn van:

1° twintig dagen als de melding louter betrekking heeft op de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van de derde klasse;

2° dertig dagen in alle andere gevallen.

 

Deze overheid stelt de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde termijn daarvan in kennis. De termijnen, vermeld in het tweede lid, gaan in op de dag na de datum van de melding.

 

Als geen beslissing is genomen en ter kennis gebracht aan de persoon die de melding heeft verricht binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, wordt de melding geacht te zijn geakteerd.”

 

VOORWERP VAN DE MELDING VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE HANDELINGEN

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Stationsstraat 106, kadastraal bekend afdeling 2 sectie C nr. 80Y.

 

De melding omvat de volgende stedenbouwkundige handelingen: vergroten van de raamopening in de achtergevel.

 

De werken kunnen als volgt beschreven worden:

De aanvrager wenst de raamopening in de achtergevel van de woning te vergroten. De bestaande opening heeft een hoogte van 1,91 m voor de deuropening en 0,92 m voor de 2 naastliggende raamopeningen. Deze opening wordt gewijzigd naar een schuifraam met een breedte van 3,60 m en een hoogte van 2,20 m.

 

Bevoegdheid

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project. Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER VAN DE GEMELDE STEDENBOUWKUNDIGE HANDELINGEN

 

Er zijn geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten verbonden aan de melding.

 

Op de ingediende melding zijn volgende bestemmingsplannen en planologische voorschriften van toepassing:

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het  goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan De Gavers, goedgekeurd op 26 mei 2016, in een zone voor wonen met beperkte nevenfuncties – aaneengesloten bebouwing.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Er wordt voldaan aan het volgende artikel van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:

Artikel 3.

Voor handelingen met stabiliteitswerken die uitgevoerd worden aan de zijgevels, achtergevels en daken van hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte gebouwen, wordt de vergunningsplicht vervangen door een verplichte melding als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

1° er wordt een vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd;

2° het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd;

3° het fysiek bouwvolume en bouwoppervlakte blijven ongewijzigd.

 

Bovendien voldoen de handelingen aan artikel 6 van hetzelfde besluit, aangezien ze:

-          niet strijdig zijn met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg of vergunningen voor het verkavelen van gronden, of met de uitdrukkelijke voorwaarden van omgevingsvergunningen;

-          niet worden verricht op percelen waarop voorlopig of definitief beschermde monumenten aanwezig zijn, in voorlopig of definitief beschermde cultuurhistorische landschappen, in voorlopig of definitief beschermde stads- en dorpsgezichten, of in voorlopig of definitief beschermde archeologische sites;

-          niet worden uitgevoerd in een afgebakende oeverzone als vermeld in artikel 3, § 2, 43°, van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, noch in de 5 meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare en bevaarbare waterlopen;

-          niet worden uitgevoerd voor de rooilijn of in een achteruitbouwstrook.

 

De gemelde stedenbouwkundige handelingen zijn meldingsplichtig en niet verboden.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Geert Coucke wonende Stationsstraat 106 te 8540 Deerlijk voor de in het meldingsdossier opgenomen stedenbouwkundige handelingen, zijnde het vergroten van de raamopening in de achtergevel gelegen Stationsstraat 106 te Deerlijk.

 

Artikel 2

 

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.  De aanplakking moet gebeuren vooraleer u start met de uitvoering van de melding. De gemeente kan u hierbij helpen.

 

Beroepsmogelijkheid

Men kan tegen deze uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

Men doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de dag van aanplakking van de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing.

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopieën of een digitale kopie).

Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

U bent een rolrecht verschuldigd van:

  • 200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;
  • 100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Het verzoekschrift moet minstens de volgende gegevens bevatten:

-       de naam, de hoedanigheid, de woonplaats of de zetel van de verzoekende partij, de gekozen woonplaats in België, een telefoonnummer en een e-mailadres

-       de naam en het adres van de verweerder

-       het voorwerp van het beroep of bezwaar

-       een uiteenzetting van de feiten en de ingeroepen middelen

-       een inventaris van de overtuigingsstukken

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

OMV 2020_213 - Waregemstraat 564 - administratieve lus - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het ingediende wijzigingsverzoek en de toepassing van de administratieve lus voor het omgevingsvergunningsdossier met kenmerk OMV 2020_146995.

 

Motivering

 

De heer en mevrouw Baert - Labie wonende Kortrijkstraat 40 te 8550 Zwevegem dienden een aanvraag tot omgevingsvergunning in voor het bouwen van een zonevreemde eengezinswoning, op een perceel gelegen Waregemstraat 564 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 31 R.

 

De omgevingsambtenaar bracht op 7 maart 2021 een ongunstig advies uit.

 

Naar aanleiding van dat ongunstig advies heeft de aanvrager op 11 maart 2021 via het omgevingsloket een wijzigingsverzoek ingediend in toepassing van artikel 30 van het omgevingsvergunningsdecreet. Het wijzigingsverzoek werd op 12 maart 2021 aanvaard door de omgevingsambtenaar.

 

Omdat de wijzigingen betrekking hebben op de scheidingsmuren en bijgevolg op rechten van derden is de organisatie van een nieuw openbaar onderzoek noodzakelijk en dient bijgevolg een administratieve lus toegepast worden.

 

Als de administratieve lus wordt toegepast, wordt de beslissingstermijn met 60 dagen verlengd. De aanvrager werd via het omgevingsloket verwittigd van de verlenging voor het einde van de initiële beslissingstermijn.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het wijzigingsverzoek en de toepassing van een administratieve lus voor het omgevingsvergunningsdossier met kenmerk OMV 2020_146995.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

Inname openbaar domein - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de lijst in bijlage voor de ingediende aanvragen betreffende de inname van het openbaar domein en/of wegenis.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de lijst in bijlage voor de gevraagde inname(s) van het openbaar domein.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

BMC - verslag van 4 maart 2021 - kennisname en goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De beperkte mobiliteitscommissie hield een vergadering op 4 maart 2021.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag en goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besproken onderwerpen en neemt een beslissing aan de hand van het advies van de beperkte mobiliteitscommissie.

 

Volgende punten werden geadviseerd:

          Mobiele vrachtwagensluizen

          Schragenstraat_openbare parking aan glascontainer

          Pikkelstraat_ overdreven snelheid, geen fietspad/markering/snelheidsremmers

          Pontstraat_ voorstel doortrekken onderbroken markering in bocht

          Otegemstraat- en Kerkstraat tellingen/analyses

          Vichtsesteenweg/Elf Novemberlaan_plaatsen extra paaltje

          Tegenrichting rijden Munkenhofstraat

          Veemeersstraat_verkeers- en verkeersproblemen

          Kruispunt Kerkplein en René Declercqstraat

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van 4 maart 2021 en beslist voor de Veemeerstraat toch nog het plaatsen van paaltjes op het openbaar domein te willen overwegen. Voor de rest worden de adviezen van de beperkte mobiliteitscommissie gevolgd.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

Afvoering van ambtswege - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

Afvoering van ambtswege - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Organisatiebeheersysteem

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2021/10 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2021/14 goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

Kunstonderwijs - extra uren tekenles tijdens vakantie - goedkeuring

 

STEMMINGEN

Eenparig goedgekeurd

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

Vrije Tijd - tijdelijke invulling Kazerne - verlenging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de tijdelijke invulling van de kazerne te verlengen tot eind 2021.

 

Motivering

 

Op 22 januari 2020 keurde het college van burgemeester en schepenen het actieplan rond de tijdelijke invulling van de oude brandweerkazerne in het centrum goed. Bij de opmaak van het actieplan was sprake van een termijn van twee jaar, wat de mogelijkheid tot tijdelijke invulling impliceert tot eind augustus 2021.

 

Omdat er nog geen concrete datum beslist werd voor het begin van de sloop en de heropbouw van deze site, wordt voorgesteld om de tijdelijke invulling alvast te verlengen tot en met 31 december 2021. Op die manier kunnen verenigingen die tijdens of na de zomer nog een evenement willen organiseren, zeker nog beroep doen op de kazerne volgens het huidige kader. Gezien de omstandigheden en de te verwachten versoepelingen, zal de grote, open ruimte van de oude kazerne nuttig gebruikt kunnen worden om te voldoen aan de beperkende maatregelen rond het coronavirus.

 

Dit werd afgestemd met het clusterhoofd ruimte.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          CBS 22 januari 2020 - Cultuur en Toerisme - D.3 - Besluit: Tijdelijke invulling kazerne - goedkeuring

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de verlenging van de tijdelijke invulling van de oude brandweerkazerne goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

OMV 2020_173 - Guido Gezellelaan 110 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een eengezinswoning, op een perceel gelegen Guido Gezellelaan 110 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 259 M2 aangevraagd door de heer Nicolas Vanwynsberghe wonende Olmstraat 98/B12 te 8790 Waregem.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  14 maart 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Ongunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 16 augustus 1962 (dossiernummer 0022-2/1962.8, dossiernummer RO V.K. 035.396).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande stedenbouwkundige vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De aanvraag is gelegen langs de Guido Gezellelaan, wat een goed uitgeruste gemeenteweg is. De directe omgeving bestaat uit eengezinswoningen, voornamelijk gekoppelde en open bebouwing, opgetrokken met 1 à 2 bouwlagen en een hellend dak en afgewerkt in roodbruin metselwerk. De gekoppelde woningen vormen steeds een architecturaal geheel. De straat heeft een breedte van +/- 8 m en een voetpad.

De naastliggende woning waartegen aangebouwd moet worden, werd opgetrokken met 2 bouwlagen en een hellend dak. De bouwdiepte van deze woning bedraagt 10 m.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst op de eigendom (lot 2 van de verkaveling) een halfopen eengezinswoning te bouwen.

 

Projectinhoud versie 1

De woning wordt opgetrokken op 5 m achter de rooilijn, op dezelfde voorbouwlijn als de aanpalende woning. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt 26 m en deze tot de rechter zijperceelsgrens bedraagt 3 m. De woning wordt deels opgebouwd met twee bouwlagen en een plat dak en deels met 1 bouwlaag en plat dak. Op het verdiep wordt er over een breedte van 4,65 m gebouwd op de voorbouwlijn. De rest van de verdiepingsruimtes springen in ten opzichte van deze voorbouwlijn. Naast de wachtgevel springt de verdiepingsruimte 3,58 m in over een breedte van 2 m en langs de vrije zijtuinstrook 8,25 m over een breedte van 2,20 m. De kroonlijsthoogte voor het gedeelte van 1 bouwlaag bedraagt 3,50 m en voor het gedeelte van 2 bouwlagen 6 m. De bouwdiepte bedraagt 18 m op het gelijkvloers (tot op de zijperceelsgrens) en 12 m het verdiep. Op het gelijkvloers wordt een inkomhal met apart toilet, een zithoek, een leefkeuken, een koelcel, een wasplaats en een slaapkamer met dressing en badkamer, een patio en een bureel voorzien. De inkom van de woning wordt voorzien in het rechter gevelvlak, op +/- 7,10 m van de voorbouwlijn. Op het verdiep worden twee slaapkamers, een badkamer, een speelkamer en een technisch lokaal voorzien.

De woning wordt afgewerkt in een rood-grijs genuanceerd gevelmetselwerk en antracietkleurig aluminium schrijnwerk en arduinen dorpels. De topgevel van de wachtgevel wordt afgewerkt in antracietkleurige bardageplaten. Het is niet duidelijk in welke materialen de vrijblijvende wachtgevel wordt voorzien.

In de voortuin wordt de bestaande afsluiting bestaande uit klimop met een hoogte van 1,80 m op de perceelsgrens met de linker buur behouden. Eenzelfde bestaande afsluiting met klimop wordt in de achtertuin behouden. In de voortuin wordt ter hoogte van de rooilijn een afsluiting geplaatst met een hoogte van 0,90 m die niet verder gedefinieerd werd qua materialisatie. De 3,5 m brede vrije zijstrook wordt voor 0,50 m ingenomen door groen. De rest van de zijstrook, alsook 2,20 m van de voortuinstrook wordt over een lengte van 22 m verhard in beton. Deze betonverharding wordt ook voorzien als pad rondom de tuin. De totale oppervlakte van de betonverharding bedraagt 115 m². Achteraan de woning wordt een terras in tegels voorzien met een oppervlakte van 18 m².

 

Aanpassingen na wijzigingsverzoek (projectinhoud versie 2)

Naar aanleiding van de opmerkingen en bezwaren geformuleerd tijdens het openbaar onderzoek werden de plannen aangepast voor wat betreft de bouwdiepte op het gelijkvloers ter hoogte van de zijperceelsgrens, de materialisatie en de opbouw van de voorgevel en de afwerking van de top- en wachtgevel.

 

De woning wordt opgetrokken op 5 m achter de rooilijn, op dezelfde voorbouwlijn als de aanpalende woning. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt 26 m en deze tot de rechter zijperceelsgrens bedraagt 3 m. De woning wordt deels opgebouwd met twee bouwlagen en een plat dak en deels met 1 bouwlaag en plat dak. Op het verdiep wordt er over een breedte van 4,65 m gebouwd op de voorbouwlijn. De rest van de verdiepingsruimtes springen in ten opzichte van deze voorbouwlijn. Naast de wachtgevel springt de verdiepingsruimte 3,58 m in over een breedte van 2 m en langs de vrije zijtuinstrook 8,25 m over een breedte van 2,20 m. De kroonlijsthoogte voor het gedeelte van 1 bouwlaag bedraagt 3,50 m en voor het gedeelte van 2 bouwlagen 6 m.

De bouwdiepte bedraagt op de gelijkvloers 15 m op de zijperceelsgrens en verspringt naar een diepte van 18 m op een afstand van 3 m van de zijperceelsgrens. De diepte op de verdieping bedraagt 12 m. Op het gelijkvloers wordt een inkomhal met apart toilet, een zithoek, een leefkeuken, een bijkeuken met koelcel, een slaapkamer met dressing en badkamer, een patio en een bureel voorzien. De inkom van de woning wordt voorzien in het rechter gevelvlak, op +/- 7,10 m van de voorbouwlijn. Op het verdiep worden twee slaapkamers, een badkamer, een speelkamer en een technisch lokaal voorzien.

De woning wordt afgewerkt in de gewijzigde plannen afgewerkt in een rood genuanceerde gevelsteen en antracietkleurig aluminium schrijnwerk en arduinen dorpels. In de voorgevel wordt het gevelmetselwerk doorgetrokken tot op het gelijkvloers aansluitend bij de naastliggende woning (in plaats van de oorspronkelijke raampartij). De topgevel en de niet aangebouwde delen van de wachtgevel worden, na het aanbrengen van isolatie, afgewerkt in steenstrips idem aan de gevels.

Aan de verhardingen werd er niets gewijzigd. Hiervoor wordt verwezen naar de beschrijving uit de projectinhoud versie 1.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

7         

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 16 oktober 2020 tot 14 november 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er twee bezwaarschriften ontvangen.

De bezwaarschriften bevatten samengevat volgende elementen:

-          De bouwdiepte van 18 m op het gelijkvloers en 12 m op het verdiep zal ten koste gaan van de natuurlijke lichtinval op het naastliggende perceel.

-          Het gebouw heeft een geringe compactheid door onbenutte ruimtes vooral op de verdieping.

-          Het gabarit van de woning, zijnde de afwerking met plat dak, sluit niet aan bij de naastliggende woning noch bij de verschijningsvormen in de directe omgeving.

-          De bestaande wachtgevel is op vandaag niet geïsoleerd omdat ervan uitgegaan werd dat deze bebouwd zou worden. Er wordt gevraagd om de resterende onbebouwde delen van de wachtgevel te voorzien van isolatie.

-          In één van de bezwaren wordt gevraagd een goede verhouding te vinden tussen bebouwd en onbebouwd.

 

In navolging van het aanvaarde wijzigingsverzoek werd een tweede openbaar onderzoek gehouden van 22 januari 2021 tot 20 februari 2021. Tijdens het tweede openbaar onderzoek werden er opnieuw twee bezwaarschriften ontvangen.

De bezwaarschriften bevatten samengevat volgende elementen:

-          Door zowel de bouwdiepte op de verdieping als op het gelijkvloers blijft nog steeds afname van lichtinval en schaduwwerking op het naastliggend perceel die een negatieve impact zal hebben.

-          De verdiepingsruimte is niet compact. Door de niet benutte ruimte aan de voorzijde wel te gaan benutten kan de diepte beperkt worden tot 10 m zoals de eigen woning.

-          Er wordt gesteld dat een deel van de scheidingsmuur de bezwaarindieners grond innemen.

-          De bezwaarindieners vragen een isolatie van de wachtgevel

-          Er worden opmerkingen geformuleerd bij de grote verharde ruimte.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De eigendom is gelegen binnen de grenzen van de goedgekeurde niet-vervallen verkaveling zoals goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 16 augustus 1962 (dossiernummer VK 1962.8/0022-2).

De aanvraag wijkt af van de voorliggende verkavelingsvoorschriften voor wat betreft de bouwdiepte en het verplichte zadeldak. Aangezien de verkaveling meer dan 15 jaar oud is, vormt deze in toepassing van artikel 4.3.1 §1 van de VCRO geen weigeringsgrond meer voor de vergunningverlenende overheid en kan ze als het ware buiten beschouwing gelaten worden.

 

Bijgevolg dient de aanvraag te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied. 

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een eengezinswoning in een residentiële omgeving zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van een gewestplan.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Guido Gezellelaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 2.910 liter en een referentieoppervlakte van 8,64 m², het terras watert af naar de infiltratievoorziening. Het is echter wenselijk dat het terras afwatert in de naastliggende groenzone. De oprit wordt voorzien in niet-waterdoorlatende betonverharding. Het water van de oprit kan niet voldoende infiltreren in de naastliggende groenzone. Het is niet duidelijk hoe deze verharding afwatert.

In het kader van het decreet integraal waterbeleid en teneinde te kunnen oordelen dat er geen hinder en schadelijk effect naar de omliggende percelen zal optreden, dient de oprit te worden voorzien in waterdoorlatende materialen.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een ééngezinswoning in een omgeving die gekenmerkt wordt door residentiële bebouwing zodat de aanvraag zich functioneel inpast in de directe omgeving.

De bouwdiepte en het gabarit voldoen niet aan de voorschriften van de verkaveling. In de verkaveling is een bouwdiepte van 10 m voorgeschreven zowel op het gelijkvloers als op de verdieping. In diezelfde verkaveling is reeds een verkavelingswijziging goedgekeurd waarbij gebouwd werd tot op een diepte van 20 m op het gelijkvloers. Ook in de onmiddellijke omgeving van het perceel zijn bouwdieptes aanwezig van ongeveer 16,50 m (aanpalende woning rechts) tot ongeveer 28 m (huisnummers 114 en 116).

Als gangbare normen wordt een bouwdiepte van 15 m op het gelijkvloers en 12 m op de verdieping gehanteerd dit om de hedendaagse programma’s voor een woning te kunnen bevatten en anderzijds de hinder in de tuinzones bij de buren zo weinig mogelijk te belasten.

Het aangepaste plan voldoet aan de gangbare normen voor de strook langs de zijperceelsgrens gezien de diepte op de verdieping beperkt wordt tot 12 m en deze op het gelijkvloers tot 15 m op de gemeenschappelijke perceelsgrens. Op het gelijkvloers verspringt deze diepte tot 18 m op een afstand van 3 m van deze grens zodat deze geen impact heeft op de aanpalende eigendom. Het perceel is voldoende ruim om deze bouwdiepte toe te laten gezien de afstand tot de achterkavelgrens nog ongeveer 26 m bedraagt. Ook de hoogtes, zowel van het hoofdvolume als het nevenvolume zijn standaard en nodig ifv de opgelegde EPB-eisen.

Het perceel is zo georiënteerd (zuidwest) ten opzichte van de naastliggende aanpalende woning dat de impact op bezonning en lichtinval binnen de perken blijft.

 

Bij een beoordeling van de integratie van een project in zijn onmiddellijke omgeving worden steeds visueel-vormelijke elementen afgetoetst. De aanvraag betreft het aanbouwen van een gekoppelde woning. De koppeling met een aanpalende woning dient harmonieus te gebeuren door overname van de voorbouwlijn, de kroonlijsthoogte, dakvorm/gabarit en materiaalgebruik.

De woning van de aanvrager is ingeplant op dezelfde voorbouwlijn als de naastliggende woning, volledig op het gelijkvloers en deels op de verdieping.

Naast de inplanting speelt ook de materialisatie een belangrijke rol bij de integratie van een project in zijn omgeving. Daar waar in de projectinhoud versie 1 gekozen werd voor rood-grijze baksteen en een afwerking van de topgevel in grijze bardage is in het gewijzigde ontwerp (versie 2) gezocht naar een betere afstemming met de naastliggende woning. De voorgevel werd gewijzigd teneinde het gevelmetselwerk beter te laten aansluiten door de kleur te wijzigen naar een rood genuanceerde gevelsteen en de raampartij op het gelijkvloers te wijzigen zodat een deel gevelmetselwerk aanpalend aan de naastliggende woning voorzien wordt. Naast de voorgevel wordt ook de niet aangebouwde zijgevel van de naastliggende woning in hetzelfde materiaal afgewerkt teneinde een eenheid te vormen.

Tenslotte dient de aansluiting op het gabarit getoetst te worden. De naastliggende woning bestaat uit 2 bouwlagen en een hellend dak met de noklijn evenwijdig met de straat. De woning van de aanvrager sluit aan op de kroonlijsthoogte van de aanpalende woning maar wordt dan afgewerkt met een plat dak. Deze platte dakvorm is bijgevolg afwijkend van de naastliggende woning. Ook in de ruimere omgeving is de platte dakvorm bij hoofdvolumes nagenoeg niet aanwezig. Deze wordt hoofdzakelijk beperkt tot de nevenvolumes. Gelet op het feit dat de platte dakvorm voor hoofdvolumes in de nabije of ruimere omgeving niet aanwezig is, in functie van de realisatie van een harmonische aansluiting en een eenheid met de naastliggende koppelwoning en teneinde de integratie van het project in het straatbeeld te optimaliseren inzake visueel-vormelijke elementen is een afwerking met een hellende dakconstructie conform de aanpalende woning noodzakelijk.

 

De vrije zijstrook wordt over een lengte van 22 m voorzien van een betonverharding. Uit het dossier valt niet op te maken waarom een dergelijke diepte noodzakelijk is. Deze biedt ruimte voor het parkeren van ongeveer 4 wagens wat voor een eengezinswoning toch ruim gedimensioneerd is. Daarnaast wordt deze betonverharding niet aangesloten op het rioleringsnet noch wordt er voldoende groene ruimte rondom de verharding voorzien om het hemelwater te laten infiltreren. Een dergelijke ruime verharde oppervlakte overschrijdt het aanvaardbare en zal voor onaanvaardbare hinder zorgen in de directe omgeving. Gezien het belangrijk is om de verharding op een perceel tot een minimum te beperken wordt voorgesteld volgende voorwaarden inzake deze verharding op te leggen:

-          De betonverharding moet gewijzigd worden naar een verharding in waterdoorlatende materialen.

-          De diepte van de verharding in de vrije zijtuinstrook moet beperkt worden. Hier geldt een maximale diepte van 13,50 m vanaf de rooilijn. Dit  is voldoende om 2 wagens achter elkaar te parkeren en om toegang te nemen tot de voordeur.

Naast de verharding in de zijtuin die loopt tot aan de rooilijn, wordt aansluitend in de voortuinstrook nog een 2,20 m brede strook extra voorzien in beton. Echter is de niet verharde ruimte in de voortuin is nog voldoende ruim (> 50%) teneinde deze met levend groen in te vullen in functie van het residentiële karakter van het straatbeeld zodat het opleggen van een bijkomende beperking niet nodig is.

 

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt wordt met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Alle ingediende bezwaarschriften zijn tijdig ingediend en worden bijgevolg ontvankelijk verklaard.

 

Omtrent de ingediende bezwaarschriften wordt voorgesteld volgend standpunt in te nemen:

-          Door zowel de bouwdiepte op de verdieping als op het gelijkvloers is een ongewenste afname van lichtinval en schaduwwerking op het naastliggend perceel.

Ongegrond: Op de zijperceelsgrens is de bouwdiepte op de verdieping 2 m dieper dan de bestaande woning en op het gelijkvloers 5 m dieper. Deze dieptes (12 m op de verdieping en 15 m op het gelijkvloers) worden heden als standaardnormen gehanteerd. Deze aanvraag zal een zekere impact hebben op de lichtinval op het aanpalend perceel maar deze zal onder meer door de oriëntatie van de eigendom beperkt zijn. Dat blijkt ook uit de schaduwstudie die door de architect voorgelegd werd nav de opmerkingen geformuleerd tijdens het eerste openbaar onderzoek.

-          De verdiepingsruimte is niet compact. Door de niet benutte ruimte aan de voorzijde wel te gaan benutten kan de diepte beperkt worden tot 10 m zoals de naastliggende woning.

Ongegrond: Er zijn op de verdieping inderdaad patioruimtes voorzien die zorgen voor een minder compacte indeling van deze verdieping maar die evenzeer tot doel hebben om alle ruimtes zoveel als mogelijk te voorzien van voldoende lichtinval. Ondanks deze open ruimtes valt het ontwerp wel binnen de gangbare bouwdiepte van 12 m op de verdieping zodat de impact van dit ontwerp beperkt is.

-          Er wordt gesteld dat een deel van de scheidingsmuur de bezwaarindieners grond innemen.

Ongegrond: Dit betreft een opmerking van burgerrechtelijke en niet van stedenbouwkundige aard. Een omgevingsvergunning wordt steeds afgeleverd onder voorbehoud van burgerrechtelijke rechten.

-          Het gabarit van de woning, zijnde de afwerking met plat dak, sluit niet aan bij de naastliggende woning noch aan de verschijningsvorm in de directe omgeving.

Gegrond: Zoals gemotiveerd bij de toetsing van de goede ruimtelijke ordening is een harmonieuze aansluiting bij een koppelwoning te realiseren door een aansluiting qua materialen, inplanting, kroonlijsthoogte maar ook dakvorm. Deze dakvorm heeft in het bestaande straatbeeld een heel duidelijke impact en in de omgeving is nagenoeg geen platte dakvorm voorzien zodat dit bezwaar gevolgd kan worden.

-          De bezwaarindieners vragen een isolatie van de delen van de wachtgevel waar niet tegenaan gebouwd wordt.

Ongegrond: Op de doorsnede CC zoals aanwezig in het aanvraagdossier is opgenomen dat tegen de niet aangebouwde delen van de wachtgevel een isolatie van 10 cm voorzien wordt die dan afgewerkt wordt met steenstrips idem aan de andere gevels.

-          Er worden opmerkingen geformuleerd bij de grote verharde ruimte.

Gegrond: De zijtuinstrook wordt verhard over een lengte van 22 m in beton. Een dergelijke verharding overschrijdt het aanvaardbare gezien deze ruimte biedt voor het parkeren van 4 voertuigen bij een eengezinswoning. Mits het opleggen van een aantal voorwaarden kan de verharding beperkt worden tot het strikt noodzakelijke. Dat zal een positieve impact hebben op de verhouding bebouwd/verhard versus open groene ruimte.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Standpunt van het college van burgemeester en schepenen

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet volledig aan bij het advies van de omgevingsambtenaar, in het bijzonder voor wat de motivatie inzake de dakvorm van de woning betreft.

Het college volgt de motivering dat een project zich visueel-vormelijk moet integreren in zijn omgeving. De aanvraag betreft het aanbouwen van een gekoppelde woning. De koppeling met een aanpalende woning dient harmonieus te gebeuren door overname van de voorbouwlijn, de kroonlijsthoogte, dakvorm/gabarit en materiaalgebruik. Aangezien in het straatbeeld enkel de dakvorm afwijkend is en het ontwerp zich voor wat betreft materialisatie (rood genuanceerde gevelsteen voor de voorgevel en de niet aangebouwde gevels), aansluiting op de voorbouwlijn, kroonlijsthoogte van de 2 de bouwlaag wel voldoende aansluit op de aanpalende woning kan geoordeeld worden dat de visueel-vormelijke impact van de nieuwbouwwoning beperkt zal zijn in het bestaande straatbeeld.

De voorgestelde voorwaarden inzake de verharding kunnen wel gevolgd worden.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en het voorstel van behandeling van de bezwaren en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Nicolas Vanwynsberghe wonende Olmstraat 98/B12 te 8790 Waregem, voor het bouwen van een eengezinswoning, op een perceel gelegen Guido Gezellelaan 110 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 259 M2 mits volgende voorwaarden stipt na te leven:

-          De betonverharding moet gewijzigd worden naar een verharding in waterdoorlatende materialen.

-          De diepte van de verharding in de vrije zijtuinstrook moet beperkt worden tot een maximale diepte van 13,50 m vanaf de rooilijn.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

OMV 2020_221 - Breestraat 77 en 79 - weigering

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een handelsgebouw, op een perceel gelegen Breestraat 77 en 79 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 849 K3 en (afd. 1) sectie B 849 L3 aangevraagd door de heer Steven Vanderbauwhede namens Trawevan BVBA met als contactadres Rue Provenciale 270 te 7760 Escanafles.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 14 maart 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Ongunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling,.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

-          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 november 1973 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een deur in de muurgevel van het gebouw

-          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 januari 1985 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een administratief gebouw en accommodatie voor personeel.

-          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 24 juli 1986 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van twee autobergplaatsen.

-          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 februari 1992 door het college van burgemeester en schepenen voor het ontginnen van een bosje (+/- 50 populieren).

-          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 januari 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van de bedrijfsgebouwen en het uitbreken van de verharding.

-          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 oktober 2016 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van de bestaande loodsen op de site van de voormalige houtzagerij.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

-          Melding klasse 3 waarvan aktename door het college van burgemeester en schepenen op 28 juni 2017 voor het breken van steenpuin gedurende de periode van 7 juli tot eind augustus.

-          Melding klasse 3 waarvan aktename door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbaten van een handelsruimte voor Aldi nv.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Masterplan herontwikkeling site Belgiek

De eigendom is gelegen ter hoogte van het kruispunt Belgiek en maakt deel uit van een ruimer geheel waarvoor ikv een herontwikkeling reeds 2 keer een masterplan opgemaakt werd door de eigenaar/ontwikkelaar.

-          Een eerste masterplan voor een winkelontwikkeling op de site werd principieel goedgekeurd door het college in zitting van 17 juni 2015.

-          Een nieuw masterplan, versie oktober 2019, werd opgemaakt en bouwt verder op de visie van het eerste masterplan maar is bijgestuurd rekening houdend met eerdere realisaties, de uitbreiding van het plangebied en nieuwe inzichten en kansen.

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 18 december 2019 dit gewijzigde masterplan besproken en nam toen volgend besluit:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit een aangepaste mobiliteitseffectenrapport (MOBER) te vragen die dan ter advies voorgelegd wordt aan het Agentschap mobiliteit en openbare werken van de Vlaamse Overheid alvorens een principieel standpunt in te nemen.

 

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit volgende algemene opmerkingen aangaande de ruimtelijke invulling te formuleren:

  • Het optrekken van de commerciële oppervlakte mag geen negatieve impact hebben op het aspect mobiliteit en moet steeds gepaard gaan met het opwaarderen van de ruimtelijke kwaliteit in functie van het algemeen belang (publieke gebruiksruimte). Deze meerwaarde is momenteel te beperkt aanwezig.
  • Het gebouw centraal in het straatbeeld is te volumineus en niet meer op schaal van de omgeving.
  • Voor de inplanting van het gebouw fase 1 volledig langs de zijperceelsgrens van de naastliggende eigendom dient het akkoord van de aanpalende eigenaar toegevoegd te worden.
  • Bij een gefaseerde ontwikkeling moet ook de impact per fase op het parkeren in rekening gebracht worden.
  • Er wordt verwacht dat de ontwikkelaar de voorgestelde omgevingswerken ook mee uitvoert.
  • Naar aanleiding van opmerkingen en bezwaren tijdens het openbaar onderzoek zullen er misschien nog verdere verfijningen moeten gebeuren.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen zowel langs de Breestraat als de Vichteknokstraat, beide voldoende uitgeruste gemeentewegen. De site situeert zich in de nabijheid van het kruispunt ‘Belgiek’, een druk verkeersknooppunt tussen de N36 (gewestweg), de Breestraat, de Vichteknokstraat, Oude Vichtestraat en de Wafelstraat. De nabije omgeving wordt gekenmerkt door een heterogene verzameling van bebouwing: enerzijds de typische woonfuncties met eengezinswoningen, kleine handelszaken, diensten, een basisschool en anderzijds een aantal grootschaliger functies zoals grootwarenhuizen, tankstations, casino, bedrijven.

In de onmiddellijke omgeving van het perceel zijn kleinschalige eengezinswoningen aanwezig bestaand uit anderhalve bouwlaag met zadeldak (kant Vichteknokstraat). In het noorden van het perceel is de Aldi gevestigd in een gebouwenvolume bestaand uit één bouwlaag met plat dak met voorliggende parking. In het westen van het perceel is een omgevingsvergunningsprocedure lopende voor de herinrichting van het kruispunt, met verlegging van de Breestraat.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst op het perceel een handelsruimte te bouwen die ingeplant wordt langs de nieuw ontworpen Breestraat, de nieuw ontworpen bypass naar de Vichteknokstraat en de Vichteknokstraat zelf. Het gebouw wordt ingeplant op 1 m van de perceelsgrens met de eigendom Vichteknokstraat 11, op zijn smalst op 8,73 m van de Vichteknokstraat en op zijn smalst op 0,99 m van de ontworpen nieuwe rooilijn van de Breestraat. Het gebouw zelf heeft een maximale lengte van 43 m langs de straatzijde (kant Breestraat) en 37 m ter hoogte van de linker aanpalende eigendom. De diepte bedraagt maximaal 15,50 m in het midden van het gebouw, 14 m aan de zijde van de parking Aldi en 9 m ter hoogte van de Vichteknokstraat. Het gebouw heeft een grondoppervlakte van 612,50 m². Het gebouw bestaat deels uit 2 bouwlagen met plat dak en deels (ter hoogte van de zijde van de aanpalende eigendom Vichteknokstraat 11 en langs de Vichteknokstraat) uit één bouwlaag met plat dak. De hoogte bedraagt 8 m voor het gedeelte van 2 bouwlagen en 4 m voor het gedeelte van 1 bouwlaag. Het gedeelte van 2 bouwlagen bevindt zich op het westelijk deel van het gebouw met een diepte van 10 m aan de noordelijke zijde en 11,50 m aan de zijde van de Breestraat/Vichteknokstraat. Het verdiepingsgedeelte bevindt zich op een afstand van 14,75 m van de Vichteknokstraat en op 5 m van de aanpalende eigendom Vichteknokstraat 11. De oostelijke zijde van het gebouw, dat slechts 1 bouwlaag hoog is, wordt opgetrokken in donkergrijze silex-elementen. Langs het verdiepingsgedeelte aan deze zijde wordt groenaanplant voorzien zodat de gevel als uitzicht een groene gevel wordt. Het westelijk deel van het gebouw wordt uitgevoerd in rood genuanceerde gevelsteen in combinatie met zwart aluminium buitenschrijnwerk en zwarte aluminium dakrand.

Het gebouw wordt als één ruimte aangeboden met een inkomgedeelte aan de noordzijde en één aan de zuidzijde en aan beide zijden eveneens een toegangspoort voor leveringen in het oostelijk gedeelte. Het gelijkvloers heeft een bruto oppervlakte van 612,80 m² en een netto oppervlakte van 578,50 m² als handelsruimte en de bovenverdieping heeft een netto oppervlakte van 352,05 m² en wordt volgens het grondplan bestemd als kantoor/handel.

Ter hoogte van de rechter aanpalende eigendom wordt tussen het gebouw en de perceelsgrens een groenbuffer gerealiseerd met een breedte van 1 m en ingericht met leilinden. Aan de noordzijde van het gebouw worden 4 parkeerplaatsen gerealiseerd in grasdallen die ontsluiten op de noordelijk gelegen parking. De rest van de buitenruimte wordt verhard in waterdoorlatende grindstabilisatie.

 

Deze aanvraag maakt deel uit van een grotere ontwikkeling die in een volgende fase aangevraagd zal worden. Volgens de nota worden in die volgende fase extra parkeerplaatsen gerealiseerd, ook in functie van voorliggend project.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

3.4.  Beschrijving Kleinhandelsactiviteiten

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een nieuwe vrijstaande handelsruimte, binnen een ruimer handelsgeheel waarbij de Aldi en Renmans reeds een sociaal-economische machtiging ontving.

De voorliggende handelsruimte bestemd voor kleinhandelsactiviteiten heeft een bruto vloeroppervlakte van 1.020 m² (over 2 niveaus) met een totale netto handelsoppervlakte van 931 m² (over 2 niveaus). De uitbater van de kleinhandelsactiviteiten die zullen worden uitgevoerd zijn op heden nog niet bekend. Voor huidige aanvraag wordt een aanvraag van categorie 4 (verkoop van overige producten) bevestigd. De uiteindelijke gebruiker dient gevonden te worden in de sector van gespecialiseerde aanbieders rond bv de inrichting van de woning, doe-het-zelf-artikelen, elektrische huishoudapparaten, gespecialiseerd hobby materiaal, enz.

In de toelichtingsnota wordt aangegeven dat in het project 4 parkeerplaatsen gerealiseerd worden die aansluiten op de oprit in de Breestraat, welke ook de parking van de nabijgelegen Aldi ontsluit. Bezoekers van de kleinhandelsactiviteit hebben de mogelijkheid om deze bestaande parkeerzone rondom Aldi te gebruiken evenals de mogelijkheid tot langsparkeren langs de Vichtesteenweg en de Wafelstraat en de Breestraat (ten noorden van het projectgebied). Op de Belgiek is ook een bushalte aanwezig. Fiets- en voetgangerstoegankelijkheid wordt in hoofdzaak voorzien via de Breestraat die ook als bovenlokaal fietsroutenetwerk voorzien wordt. Aan het handelsgebouw worden ca 4 fietsenstalplaatsen ingericht.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 11 december 2020 tot 9 januari 2021. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er één schriftelijk bezwaar ingediend.

 

In het bezwaar worden samengevat volgende bezwarende elementen geformuleerd:

-          De aanvraag voldoet niet aan het belastingreglement op ontbrekende parkeerplaatsen. Volgens het reglement zijn 47 parkeerplaatsen vereist terwijl er slechts 4 voorzien worden. Met het afkopen kan hieraan in theorie voldaan worden.

-          De aanvraag is ook niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening voor wat het mobiliteitsaspect betref gezien onvoldoende parkeerplaatsen voorzien worden op eigen terrein.

-          Er wordt gebruik gemaakt van een private parking zowel voor toegang tot de parkeerplaatsen als voor het parkeren zonder akkoord van de eigenaar (aanvrager heeft slechts een recht van doorgang).

-          In de vergunning afgeleverd op 14 juni 2017 aan Aldi werd geoordeeld dat de 94 parkeerplaatsen volstaan voor Aldi en in de kleinhandelsvergunning van 14 juni 2017 werd benadrukt dat de parking van Aldi en Renmans naast het gebruik door hen enkel kan gebruikt worden als Kiss & Ride zone voor de school. De bezwaarindiener is bijgevolg niet akkoord met het gedeeld gebruik omdat de bestaande parking hiervoor te weinig capaciteit heeft en dit tot overbelasting van de parking zal leiden met negatieve impact op de eigen uitbating.

-          De mobiliteitstoets is gebrekkig en gaat enkel uit van algemene en gemiddelde cijfers. Er wordt geen rekening gehouden met concrete tellingen over bvb de bezettingsgraad van de parking, met de impact van de Kiss & Ride zone, met de parkeervraag van de eigen werknemers, enz.

-          In het dossier wordt verwezen naar toekomstige projecten en wordt de aanvraag gezien als deel van een ruimer nog te ontwikkelen geheel (onder meer voor wat betreft parkeren alsook omgevingsaanleg). Dit maakt echter geen deel uit van huidige aanvraag en evenmin van de omgeving. Dit is louter hypothetisch. Elke aanvraag dient afzonderlijk op de eigen merites te worden beoordeeld (in het bezwaarschrift wordt hiervoor verwezen naar beslissingen van de Raad van Vergunningsbetwisting).

-          De aanvraag is niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening voor wat betreft de schaal van het project. Door het nagenoeg volledig bebouwen van het perceel is er sprake van een schaalbreuk ten opzichte van de perceelsoppervlakte. De aanvraag gaat niet uit van een zorgvuldig ruimtegebruik.

 

  1. Adviezen

 

Agentschap Wegen en Verkeer, District Kortrijk

Agentschap Wegen en Verkeer, District Kortrijk werd om advies verzocht op 2 december 2020. De adviesinstantie liet op 24 december 2020 weten geen advies uit te kunnen uitbrengen over de aanvraag gezien het dossier handelt over een aanvraag langs een weg die niet door het Agentschap Wegen en Verkeer wordt beheerd.

In het kader van de herinrichting Belgiek, veronderstelt AWV wel dat het onderwerp mobiliteit is onderzocht inzake invloed verkeersontwikkeling en afwikkeling.

 

Brandweerzone Fluvia

Brandweerzone Fluvia, dienst Brandpreventie werd om advies verzocht op 2 december 2020. De adviesinstantie bracht op 23 december 2020, ontvangen 28 december 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag wordt gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverslag.

De aanvraag betreft een “casco” gebouw, type bezetting 3 (zelfredzame, wakende bezetters), de bestemming is nog niet gekend.

Aangepaste plannen moeten voorgelegd worden aan het zonaal preventiebureau indien de indeling van het gebouw of het type bezetting gewijzigd wordt.’

 

Provincie West-Vlaanderen, Dienst Waterlopen

De Provincie West-Vlaanderen, Dienst Waterlopen werd om advies verzocht op 2 december 2020. De adviesinstantie liet op 16 december 2020 weten een advies te moeten uitbrengen gezien de verharde oppervlakte van de aanvrager kleiner is dan 1.000 m², de aanvraag niet gelegen is op een perceel langs een waterloop van 2de categorie en de aanvraag niet gelegen is in overstromingsgevoelig gebied.

Agentschap Innoveren en Ondernemen

Het Agentschap Innoveren en Ondernemen werd om advies verzocht op 2 december 2020. De adviesinstantie bracht op 15 december 2020, ontvangen 18 december 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

Advies:

A. Verenigbaarheid van de aanvraag met de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften, en/of geldige afwijking daarvan

De site wordt niet beheerst door een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, en enkel theoretisch door het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium”.

Op de site is evenmin een algemeen plan van aanleg, een bijzonder plan van aanleg of een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan van toepassing. Er zijn ook geen geldende goedgekeurde verkavelingen van toepassing.

Bijgevolg wordt de site nog beheerst door het origineel gewestplan “Kortrijk”, dat de projectlocatie voor ca. 97% situeert in woongebied. Enkel een smalle strook achter het bestaande gebouw (waarin Aldi en Renmans gevestigd zijn) bevindt zich in agrarisch gebied.

Volgens het K.B. van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen is handel toegelaten in woongebied: “De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.”

B. Verenigbaarheid met de doelstellingen van het Decreet op het integraal handelsvestigingsbeleid

1° het creëren van duurzame vestigingsmogelijkheden voor kleinhandel, met inbegrip van het vermijden van ongewenste kleinhandelslinten

* Er moet gestreefd worden naar maximale concentratie van activiteiten en solitaire kleinhandelsontwikkelingen worden zoveel als mogelijk tegengegaan.

Het projectgebied ligt op de hoek van de Breestraat met de Vichteknokstraat, ter hoogte van het kruispunt gevormd door beide voornoemde straten, de Vichtesteenweg en aan de overkant daarvan de Oude Vichtestraat en de Wafelstraat. In de onmiddellijke buurt daarvan bevinden zich reeds andere kleinhandelszaken, natuurlijk Aldi en Renmans, maar ook een electronicazaak, een slager en een fietsenhandel. Op ongeveer 200 m van het kruispunt is langs de Vichtesteenweg een Carrefour gelegen en in de andere richting is er op ongeveer 275 m, naast een tankstation, een handel in tweedehands voertuigen gevestigd.

* Ingebruikname van greenfields moet vermeden worden, ten voordele van maximaal hergebruik van ruimte.

Op een beeld overgenomen uit het NSECD-dossier 2017-114 (aanvraag van de socio-economische vergunning voor Aldi-Renmans) is te zien dat de uitbreiding zich situeert op een op dat moment onbebouwd perceel, afgezien van twee garageboxen en achterliggende loods, tegen het eerste huis in de Vichteknokstraat (nr. 11), en private wegenis.

* Ongewenste kleinhandelslinten moeten vermeden worden.

Het project ter aanvraag is gelegen in het gehucht Belgiek ten zuiden van de E17, welk gehucht gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van de typische woonfuncties: woningen, winkels met een dagdagelijks winkelaanbod zoals een bakker, een slager, horeca, een fietsenwinkel, cafés, een school (Breestraat 65) … Het GRS Deerlijk aanziet deze woningconcentratie in het gehucht Belgiek dan ook als gemengd woongebied. In de Gemeentelijke feitenfiches detailhandel, 2017, wordt de locatie echter niet als een winkelgebied, kleinhandelsconcentratie of een baanconcentratie aangeduid.

Langs de Vichtesteenweg bevindt zich wel een concentratie van grootschalige detailhandel, maar dat is een eind dichter naar het centrum van Deerlijk toe.

Onderhavige aanvraag (deelproject 1) maakt deel uit van een grotere ontwikkeling die werd uitgewerkt in een Masterplan, waarvan het handelsgeheel Aldi-Renmans reeds gerealiseerd werd en waarvan er in de toekomst nog twee bijkomende deelterreinen zullen gerealiseerd worden. (Eén aan de overzijde van de Vichtesteenweg, op de hoek met de Oude Vichtestraat en een ander grotendeels tussen de Vichtesteenweg en de Breestraat, omvattende ook de aanpassing van de kruispunten van de Breestraat en de Vichteknokstraat met de Vichtesteenweg.)

Het masterplan gaat uit van de nieuwe verkeerssituatie. Het stelt een commerciële ontwikkeling voor van de terreinen rond het verkeersknooppunt. Van het oorspronkelijke masterplan werd sinds 2015 het volgende reeds gerealiseerd:

- het handelsgeheel Aldi-Renmans (Omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten afgeleverd door het CBS Deerlijk d.d. 14 juni 2017 met 1.243 m² netto handelsoppervlakte) met bijbehorende parkeergelegenheid;

- een voetgangers- en fietsverbinding tussen de Breestraat en de school;

- het uitzetten van de nieuwe bochtstraal en de verbreding van de Breestraat;

- de sloop van diverse gebouwen;

- de bouw van de nieuwe school;

- en het terrein tussen de Aldi en de Vichteknokstraat werd bouwrijp gemaakt.

Het masterplan werd in oktober 2019 aangepast, maar bouwt verder op de visie van het eerdere, weliswaar bijgestuurd rekening houdend met eerdere realisatie, de uitbreiding van het plangebied (aan de overzijde van de Vichtesteenweg op de hoek met de Oude Vichtestraat) en nieuwe inzichten en kansen. Zo werden o.a. de volgende ambities en concepten opgenomen in het nieuwe masterplan:

Behoud van commerciële ontwikkeling op de site: naast de bestaande Aldi kunnen nog 2 nieuwe gebouwen gerealiseerd worden met een maximale winkelvloeroppervlakte van ongeveer 3.600 m², enkel in te vullen met handelszaken voor de verkoop van goederen behorend tot de categorieën 3 (planten, bloemen en goederen voor land- en tuinbouw) en 4 (andere producten, d.w.z. geen voeding, geen persoonsuitrusting) en 400 m² voor kantoren (langs Vichtesteenweg op de bijkomende 3de bouwlaag). De zone tussen de Vichteknokstraat en de Breestraat kan als kleinhandel worden uitgevoerd.

Voor de herinrichting van het verkeersknooppunt Breestraat – Vichteknokstraat –Vichtesteenweg werd een onteigeningsplan opgemaakt en op 24 augustus 2020 een omgevingsaanvraag ingediend met OMV-referentie 2020075668.

* Kleinhandel in specifiek voor economische activiteiten bestemde ruimte moet vermeden worden.

De projectsite ligt niet op een bedrijventerrein.

2° het waarborgen van een toegankelijk aanbod voor consumenten

Het aanbod moet gelegen zijn in de nabijheid van bevolkingsconcentraties en van daaruit goed bereikbaar zijn.

Het marktgebied voor de bijkomende unit wordt door de aanvrager afgebakend als volgt:

Het marktgebied van de bestaande Aldi-Renmans, werd in 2017 als volgt afgebakend:

Zone 1 (woonbuurten in de onmiddellijke omgeving, delen van Deerlijk en delen van Anzegem) : (± 10.900 inwoners / 4.330 huishoudens)

Zone 2 : overige delen van Deerlijk en overige delen van Anzegem, Waregem en Zwevegem (± 10.521 inwoners / 4.227 huishoudens)” (cfr. technische fiche van het NSECD-dossier 2017-114)

De site is op het grondgebied van de gemeente Deerlijk gelegen in het gehucht Belgiek. Lokaal is Belgiek goed ontsloten, met tracés langs de Breestraat, Wafelstraat en Olekenbosstraat. Het snelheidsregime op de N36 is 70 km/u, terwijl de Breestraat – ter hoogte van de Basisschool (aan de andere kant van de Vichtesteenweg) – een regime van 30 km/u kent. Het overige deel van de Breestraat is – net als de Olekenbosstraat en de Wafelstraat – beperkt tot 50 km/u. In het Mobiliteitsplan van Deerlijk staat de Breestraat als zone voor traag verkeer aangeduid.

Ook voor klanten die wat verder wonen is Belgiek vlot bereikbaar met de wagen, via de Vichtesteenweg die deel uitmaakt van de N36, welke gewestweg loopt tussen het Oost-Vlaamse Ronse en aansluit op de N35 ter hoogte van het West-Vlaamse dorpje Zarren. In Deerlijk zelf takt de N36 aan op de A14/E17, vlakbij het gehucht. Het centrum van Vichte (deelgemeente van Anzegem) ligt op ca. 1,8 km van de projectsite en is rechtstreeks via de N36 te bereiken. Het centrum van Deerlijk bevindt zich aan de overzijde van de A14/E17, op ongeveer 2,5 km van de projectsite, en is eveneens rechtstreeks via de N36 ontsloten.

3° het waarborgen en versterken van de leefbaarheid in het stedelijk milieu, met inbegrip van het versterken van kernwinkelgebieden

* Het perifere handelsaanbod moet complementair zijn aan het handelsaanbod in de kern, d.w.z. dat het type en de omvang van de ontwikkeling moet bijdragen tot het gehele voorzieningen niveau in verhouding tot het verzorgingsgebied, zonder de draagkracht van het voorzieningenapparaat in de kern aan te tasten.

Het winkelaanbod van het kleinhandelsbedrijf actief in categorie 4 is in grote mate toe te wijzen aan goederen die doelgericht en met een beperkte frequentie aangekocht worden. Winkels uit categorie 4 hebben vaak een uitgesproken doelgericht karakter. Bij het doelgericht aankopen is zowel het artikel als de winkel waarin de aankoop gaat plaatsvinden al bepaald. De zekerheid het artikel te verkrijgen staat centraal. Efficiëntie is belangrijker dan ambiance of keuze. Ook artikelen die men frequenter koopt (of al kent) of waarvan men reeds alles weet (via internet) lenen zich tot dat type winkelgedrag. Bij dit bezoekdoel is de reisafstand alsook de verblijfsduur kort.

Binnen het Comité voor Kleinhandel wordt er echter op gewezen dat er ook goederen deel uitmaken van categorie 4 die zich perfect lenen voor funshopping. Het zijn niet-volumineuze goederen die niet altijd een belangrijke investering vergen en dus ook spontaan kunnen aangekocht worden, zoals boeken, tijdschriften, wenskaarten, kleine geschenkartikelen, kleine decoratie-artikelen, CD’s, DVD’s of kleine multimedia-artikelen. Het is dus aangewezen, teneinde het kernwinkelgebied te vrijwaren, dat aan de eventuele vergunning een voorwaarde wordt gekoppeld waarin op deze locatie enkel volumineuze goederen, goederen die in grote hoeveelheden worden aangekocht en/of goederen die slechts uitzonderlijk worden aangekocht omwille van de belangrijke investering die ermee gepaard gaat, mogen verkocht worden.

* Het project draagt bij tot een breed en gevarieerd handelsaanbod in de kern. Daartoe moet de vestiging gelegen zijn in het kernwinkelgebied of in een feitelijke handelsconcentratie binnen het stedelijk milieu. Is dat het geval dan levert dit een positief afwegingselement op, maar als het niet het geval is dan wordt neutraal geoordeeld.

De projectsite is niet in het kernwinkelgebied van Deerlijk gelegen, en is weliswaar gelegen in een kleine feitelijke kleinhandelsconcentratie, maar buiten het stedelijk gebied.

* Er moet gestreefd worden naar verweving van kleinhandel met andere functies in de kern. Daartoe moet de projectlocatie gelegen zijn in het kernwinkelgebied of in een feitelijke kleinhandelsconcentratie binnen het stedelijk milieu. Is dat het geval dan levert dit een positieve evaluatie op. Is de site gelegen in stedelijk gebied, maar niet in het kernwinkelgebied dat wordt dit neutraal beoordeeld. Er wordt negatief geoordeeld als het project niet in stedelijk milieu gelegen is. De projectsite is niet in het kernwinkelgebied van Deerlijk gelegen, en is weliswaar gelegen in een kleine feitelijke kleinhandelsconcentratie, maar buiten het stedelijk gebied. In de onmiddellijke omgeving zijn slechts een paar horecazaken en een basisschool gelegen. In het Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen werd Belgiek niet als een kern geselecteerd.

* Het project moet zorgen voor een daling van de winkel leegstand in de kern. Daartoe moet de vestiging gelegen zijn in het kernwinkelgebied of moet de aanvraag betrekking hebben op een bestaand winkelpand, gelegen in een feitelijke kleinhandelsconcentratie gelegen in stedelijk milieu en dat opgenomen is op de leegstandsinventaris. Is dat het geval dan levert dit een positieve beoordeling op. Is het niet het geval dan wordt dit negatief beoordeeld.

De projectsite is niet in het kernwinkelgebied van Deerlijk gelegen, en is weliswaar gelegen in een kleine feitelijke kleinhandelsconcentratie, maar buiten het stedelijk gebied. Bovendien zorgt het project niet voor de invulling van een geïnventariseerd leegstand handelspand.

In de toelichting wordt echter opgeworpen dat een dergelijke grootschalige winkel moeilijk te verweven is in de kern.

Binnen het Comité voor Kleinhandel wordt gewezen op het feit dat in de huidige stand van de regelgeving geen omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten nodig is voor de opsplitsing van vergunde handelsoppervlakte, op voorwaarde dat niet wordt afgeweken van de vergunde categorie/vergunde oppervlakte per categorie van goederen, tenzij binnen de marge die mogelijk is op basis van artikel 11,5° van het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid. Indien dit project zou vergund worden, moet daarom aan de vergunning de voorwaarde gekoppeld worden dat de handelsoppervlakte niet mag opgesplitst worden in kleinere kleinhandel-units. Kleinere units zijn immers wel gemakkelijk te verweven in de kern en moeten daarom vermeden worden op perifere locaties.

4° het bewerkstelligen van een duurzame mobiliteit

* Voetgangers en fietsers hebben toegang tot de site via de Vichteknokstraat en de Breestraat. Langs de Vichtesteenweg zijn aan beide kanten verhoogde voetpaden en afgelijnde fietspaden aanwezig. Het tracé tussen Belgiek en Deerlijk, langs de N36 over de E17, wordt eerder als lokale fietsroute beschouwd. Hier zijn dan ook geen afgescheiden fietspaden voorzien, al is op deze autobaan 70 km/u toegelaten. Langs de Breestraat zijn de fietspaden licht verhoogd, met schuine boordsteen en in klinkers uitgevoerd. Vanaf het kruispunt tot aan de eerste bocht ligt er enkel aan de rechterzijde van de straat een pad. Voetgangers moeten daar ook van dat pad gebruik maken bij gebrek aan eigen voorzieningen. Voorbij de in- en uitrit van de site ligt er ook een smal voetpad dat van het fietspad gescheiden is door een parkeerstrook/paaltjes. Ter hoogte van de tweede bocht begint aan de overzijde ook een pad, dat deels voor voetgangers en deels voor fietsers bedoeld is. Op dat punt kunnen zwakke weggebruikers die zich bevinden aan de overzijde van de site, momenteel een doorsteek maken naar de Vichtesteenweg, zonder de Breestraat te moeten volgen. Verderop in de Breestraat, richting E17, liggen er vanaf de Elfnovemberlaan enkel nog fietspaden. Op de brug over de E17 is het fietspad van de autoweg afgescheiden met betonblokken. De Breestraat wordt, in het Gemeentelijk Mobiliteitsplan Deerlijk, als bovenlokaal fietsroutenetwerk gezien.

Bij de nieuwe infrastructuur (die zal aangelegd worden in het kader van het Masterplan, zie verder) worden in de Breestraat aan beide zijden fiets- en voetpaden gerealiseerd. In de Wafelstraat zijn over een korte afstand (tot aan de Olekenbosstraat) fietssuggestiestroken aan beide kanten van de weg voorzien. Over diezelfde afstand ligt er aan één kant ook een voetpad, terwijl dat aan de andere kant maar voor een deel van de afstand het geval is. Verder door is de berm wel nog voor een eindje met grind verhard. In de Olekenbosstraat ligt er al langs één kant van de weg een dubbelrichtingsfietspad dat ook dienst moet doen als voetpad. In de Oude Vichtestraat liggen er slechts over een korte afstand voetpaden. Hetzelfde geldt voor de Vichteknokstraat, al loopt het voetpad aan één kant van de straat wat verder door dan aan de andere kant van de straat. Binnen een straal van 1,5 km van het projectgebied vinden we fietsroute 14-52-65 en 94 terug.

Er is een treinstation in Vichte en in Harelbeke. Het station in Vichte wordt elk uur bediend door een trein richting Kortrijk en Eeklo. Er zijn enkele treinen richting Zottegem (spits) en Oudenaarde (avond), en een ochtendtrein richting Schaarbeek. (6.43 uur). Deze treinen houden ook halte in het station van Kortrijk.

De wandelafstand tot de dichtstbijzijnde halte van het openbaar vervoer bedraagt ongeveer 250 m. Het betreft de halte “Deerlijk Belgiek”, welke uitgerust is met een schuilhuisje met zitbank. De halte wordt eens per uur bediend door de busverbinding 72 van De Lijn (Kortrijk - Harelbeke - Deerlijk – Anzegem). Soms rijdt deze bus verder richting Deerlijk station (3/dag) of Ingooigem, Tiegem en Anzegem (6/dag). Eenmaal per dag (’s morgens) wordt de halte ook bediend door lijn 92 (Avelgem - Otegem – Zwevegem – Kortrijk). Daarnaast kan ook, na voorafgaandelijke reservatie, gebruik gemaakt worden van Belbus 78.

De gecombineerde in- en uitrit voor auto’s en vrachtwagens bevindt zich in de Breestraat. De site is vlot bereikbaar met de wagen en voor leveranciers, omdat de Breestraat vlakbij de site aantakt op de Vichtesteenweg/N36, welke gewestweg in Deerlijk, vlakbij het gehucht Belgiek, zelf aantakt op de A14/E17 met het op- en afrittencomplex 4 “Deerlijk”.

De Vichtesteenweg/N36 is een gewestweg. Ter hoogte van het kruispunt met de Breestraat heeft elke rijrichting een voorselectiestrook voor het links afslaand verkeer. De Breestraat zelf is ook een tweevaksweg.

De site Belgiek ligt op een kruispunt van de N36 met 4 andere straten en ook de Olekenbosstraat ligt vlakbij. In de buurt is ook veel bedrijfsverkeer. De laatste hand wordt gelegd aan de definitieve plannen voor de heraanleg van het verkeersknooppunt om te komen tot een vlottere verkeersdoorstroming, meer rekening te houden met zwaar verkeer (bochtstralen) en het lokale verkeer beter te verzoenen met het bovenlokaal verkeer.

Volgende ingrepen zijn voorzien op het verkeersknooppunt, zoals hieronder geïllustreerd:

• De wegbreedte van de Vichtesteenweg optimaliseren; sloop van het hoekpand (op de hoek met de Oude Vichtestraat).

• Een bypass vanuit de Breestraat naar de Vichtesteenweg voor verkeer richting E17.

• Een bypass tussen de Breestraat en de Vichteknokstraat voor lokaal verkeer richting Vichteknokstraat.

• Een vergroting van de bochtstraal in de aansluiting van de Breestraat op de Vichtesteenweg.

• Een herinrichting van de bushalte in de Vichtesteenweg.

• De Oude Vichtestraat wordt afgesloten voor verkeer ter hoogte van het verkeersknooppunt.

(De thans aangevraagde nieuwe kleinhandel-unit wordt aangeduid door de rode pijl.)

* Bij de opmaak van het oorspronkelijke Masterplan in 2015 werd een Mober opgemaakt. Naar aanleiding van de goedkeuring van het aangepaste Masterplan gebeurde dat niet. In de toelichting bij het kleinhandelsaspect wordt dat als volgt verklaard: “Omdat de toevoeging van een kleinhandelsbedrijf ter aanvraag actief in de categorie overige producten, gekenmerkt door een beperkte bezoekfrequentie en een beperkt aantal parkeerplaatsen, is een actualisering van het MOBER in deze fase nog niet aangewezen. Voor de volgende fase zal wel een MOBER aan het dossier worden toegevoegd. Hopelijk is de corona-situatie tegen dan geluwd en kunnen verkeerstellingen gebeuren.”

 

In het advies van het N.S.E.C.D. van 17 mei 2017 betreffende de aanvraag van de economische vergunning voor het handelsgeheel Aldi-Renmans dat overeenkomstig het thans voorliggende dossier zal uitgebreid worden, lezen we:

“Er worden in dit nieuwe filiaal te Deerlijk ca. 4.140 klanten per week verwacht, vrij evenwichtig verdeeld over de zes openingsdagen, nl. op maandag 12 %, dinsdag 12 %, donderdag 14 % en op vrijdag 17 %, maar met pieken op woensdag en zaterdag, respectievelijk met 23 % en 22 %.

De toeleveringen zullen geschieden aan de achterzijde van het gebouw dat te bereiken is via de eigen parking. Om de eventuele geluidshinder voor omwonenden tot een minimum te beperken voorziet men een afgeschermde loskade. Aldi voorziet een toelevering van 6 vrachtwagens per week. Aldi probeert steeds met volle vrachtwagens te leveren, waardoor een ongeveer 32 europaletten kunnen vervoerd worden. Daarenboven neemt deze transporteur bij de terugkeer naar het depot alle leeggoed, afval, papier en karton mee. De vrachtwagens van Aldi zijn uitgerust met een apart koelcompartiment om de verse producten zoals kaas- en zuivelproducten, voorverpakte charcuterie, vlees ed. te vervoeren. Deze uitzonderlijke indeling van de vrachtwagens spaart alweer een extra vervoer uit. Naast deze Aldi-vrachtwagens wordt er dagelijks één kleine bestelwagen voorzien voor de levering van vers brood. De toelevering van diepvriesartikelen wordt gedaan door een gespecialiseerde firma en omvat ongeveer 3 toeleveringen per week. Tevens voorziet Renmans ook een 3-tal toeleveringen per week om het verse karakter van hun vlees en bereidingen te kunnen garanderen. Daarnaast wordt dit nieuwe filiaal uitgerust met een extra diepvriescel en koelkamer, zodat het aantal leveringen voor dergelijke producten tot een minimum zal herleid worden, wat dan weer een positieve weerslag heeft op de inperking van de mobiliteit.”

In het thans voorliggende dossier is sprake van:

“Er wordt een aanname gedaan van een gemiddelde van 30,8 klanten per 100 m² (cfr. richtlijnenboek Departement MOW). Dat betekent dat er 87 klanten (per uur?) zouden zijn voor de beide winkels. Voor het aantal werknemers baseren we ons ook op het gemiddelde van 0,8 werknemers per 100 m2, dit betekent dat er 23 werknemers zouden zijn voor beide winkels samen. Uiteraard dienen we bij deze aantallen nog rekening te houden met het aandeel autogebruik, er zal ook een aandeel zijn van de bezoekers en werknemers die per fiets of via het openbaar vervoer komt. Bovendien moet ook de combinatiefactor (klanten bezoeken meerdere winkels per keer) en de verblijfsduur in rekening gebracht worden. We kunnen besluiten dat het parkeeraanbod van 98 parkeerplaatsen voldoende is voor de parkeervraag van de Aldi en de nieuwe handelsruimte.”

In vergelijking met de aannames gedaan in 2017 die alleen op Aldi en Renmans betrekking hadden, lijken de thans gemaakte aannames, die op 3 handelsvestigingen betrekking hebben, zeker op woensdag en zaterdag nogal laag uit te vallen.

Op het mobiliteitsplan worden geen fietsenstallingen en geen specifieke laad- en loskade voor de bijkomende kleinhandel-unit voorzien. Nochtans lezen we in de toelichting: “Aan het handelsgebouw zijn er ca. 4-tal autostaanplaatsen en 4 fietsenstalplaatsen voorzien, specifiek voor deze kleinhandelsactiviteit. Mogelijk kunnen de bezoekers bij combinatiebezoeken de aanpalende parking van het handelsgeheel Aldi-Renmans gebruiken, gezien beide handelszaken ontsloten worden door dezelfde inrit.”

Op het onderstaande inplantingsplan uit het N.S.E.C.D.-dossier 2017-114 staan geen fietsenstallingen afgebeeld. In het toenmalige dossier werd enkel vermeld dat er fietsenstallingen zouden voorzien worden ter hoogte van de ingang, zonder te vermelden om hoeveel het zou gaan. Ook nu weten we dat niet.

*De voorziene werken voor de heraanleg van het kruispunt en de aansluiting van de verschillende straten op dat kruispunt zijn nodig voor een veilige ontsluiting.

Binnen het Comité wordt opgemerkt dat de winst die met het masterplan geboekt werd op vlak van verkeersafhandeling en verkeersveiligheid, niet teniet gedaan mag worden door een onoordeelkundige invulling van het handelsgeheel. Winkelformules die veel verkeer aantrekken horen niet thuis op die plaats.

 

Rekening houdend met de analyse van het dossier volgens de criteria voorzien in artikel 4 van het Decreet op het Integraal Handelsvestigingsbeleid, brengt het Comité voor Kleinhandel, na bespreking en afweging van de positieve en negatieve aspecten van het dossier, een voorwaardelijk gunstig advies uit betreffende de aanvraag.

De op te leggen voorwaarden (bij voorbeeld via een convenant):

        de invulling van de categorie 4-unit beperken tot ruimtebehoevende en weinig verkeer genererende winkelformules;

        het verbod op toekomstige opdeling in kleinere winkel-units.’

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een handelsruimte zodat de aanvraag in overeenstemming is met het gewestplan voor zover de aanvraag verenigbaar is met de onmiddellijke omgeving (zie verder bij de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening).

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Breestraat en de Vichteknokstraat voldoende uitgeruste openbare wegen zijn. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, er wordt deels voorzien in de aanleg van een groendak, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening (ondergrondse infiltratiebuis met een volume van 16.275 liter en een referentieoppervlakte van 22,62 m², de verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). De mer-screening werd aangevuld in het omgevingsloket. Bij deze screening werden de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist is.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Toets van de aangevraagde kleinhandelsactiviteit

Bij de toets betreffende de kleinhandelsactiviteit dient rekening gehouden te worden met de doelstellingen van het Decreet op het Integraal handelsvestigingsbeleid (artikel 4), namelijk:

1. het creëren van duurzame vestigingsmogelijkheden voor kleinhandel, met inbegrip van het vermijden van ongewenste kleinhandelslinten;

2° het waarborgen van een toegankelijk aanbod voor consumenten;

3° het waarborgen en versterken van de leefbaarheid in het stedelijk milieu, met inbegrip van het versterken van kernwinkelgebieden;

4° het bewerkstelligen van een duurzame mobiliteit.

 

Voor de beoordeling van de aangevraagde handelsactiviteiten wordt verwezen naar het advies van het agentschap Innoveren en Ondernemen dat, gelet op hun specifieke kennis en knowhow inzake kleinhandelsactiviteiten, overgenomen wordt tot het mijne.

In het bijzonder verwijs ik naar volgende elementen:

-       Het creëren van duurzame vestigingsmogelijkheden voor kleinhandel, met inbegrip van het vermijden van ongewenste kleinhandelslinten.

De site bevindt zich niet in het winkelgebied, een kleinhandelsconcentratie of een baanconcentratie. De visie hier is het realiseren van een commerciële ontwikkeling van terreinen rond een verkeersknooppunt.

-       Het waarborgen van een toegankelijk aanbod voor consumenten

De site is goed ontsloten zowel voor de lokale bevolking als voor klanten die wat verder wonen dit via het lokale wegennet maar evenzeer via het bovenlokale.

-       Het waarborgen en versterken van de leefbaarheid in het stedelijk milieu, met inbegrip van het versterken van kernwinkelgebieden

De site ligt niet in het kernwinkelgebied en buiten het stedelijk gebied. Het perifere handelsaanbod moet bijgevolg complementair zijn aan het handelsaanbod in de kern teneinde de leefbaarheid van het kernwinkelgebied niet in het gedrang te brengen. Dit betekent dat de site niet in aanmerking komt voor funshopping en dat het aangewezen is bij eventuele afgifte van de vergunning voorwaarden op te leggen zodat enkel volumineuze goederen, goederen die in grote hoeveelheden aangekocht worden of goederen die slechts uitzonderlijk aangekocht worden, mogen verkocht worden. Ook de opsplitsing van de handelsoppervlakte in kleinere units is gelet op zijn ligging niet mogelijk.

-       Het bewerkstelligen van een duurzame mobiliteit

De site is bereikbaar voor voetgangers en fietsers. De site is ook gelegen op wandelafstand van een halte voor openbaar vervoer. De geplande werken aan het verkeersknooppunt moeten bijdragen in de verkeersleefbaarheid ook voor de zwakke weggebruikers. In het advies worden vragen gesteld bij de aannames die men doet in verband met het gedeeld gebruik van de bestaande parking aan de Aldi. Ook wordt vastgesteld dat geen info beschikbaar is omtrent fietsenstallingen terwijl dat in het kader van het bewerkstelligen van duurzame mobiliteit belangrijk is.

 

Hierbij aanvullend dient toegevoegd te worden dat vanuit Unizo Deerlijk in het kader van het masterplan voor de globale site in 2015 nog volgende bijkomende voorwaarden voorgesteld werden in functie van de handelsactiviteiten:

-          Enkel speciality & volumineuze goederen die geen plaats hebben in de kern kunnen aangeboden worden.

-          Er mag geen concurrentie zijn met de handel en horeca in het centrum (kernwinkelgebied).

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Belastingreglement op ontbrekende parkeerplaatsen

Overeenkomstig de gemeenteraadsbeslissing van 26 november 2020 betreffende de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen moet voor de bouw van warenhuizen, gedefinieerd als handelsgebouwen met een netto handelsoppervlakte, één parkeerplaats per schijf van 20 m² handelsoppervlakte voorzien worden. Volgens de info in het dossier wordt een netto handelsoppervlakte voorzien van 931 m². Voor dit project moeten bijgevolg volgens het belastingreglement 46 parkeerplaatsen aangeboden worden.

De parkeerplaatsen moeten worden opgericht hetzij op het bouwperceel zelf waarop het hoofdgebouw zal komen, hetzij op een perceel gelegen binnen een omtrek van 200 meter te rekenen van de omtrek van dit perceel.

De belasting bedraagt 5.000 euro per ontbrekende parkeerplaats en is verschuldigd één jaar nadat het hoofdgebouw onder dak staat, de ruwbouw beëindigd werd of het gebouw eventueel gedeeltelijk wordt gebruikt. Voor de afgifte van de vergunning moet de belastingplichtige het vermoedelijke bedrag van de belasting bij de financieel directeur in bewaring geven.

 

Volgens de ingediende plannen zijn 4 parkeerplaatsen voorzien en voor de overige parkeerplaatsen in een straal van 200 m is geen akkoord van de eigenaar toegevoegd in het dossier waardoor geconcludeerd moet worden dat de aanvraag niet voldoet aan de bepalingen uit het belastingreglement en dat de aanvrager bijgevolg, voor afgifte van de vergunning, het vermoedelijke bedrag van de belasting (zijnde 210.000 euro) in bewaring moet geven.

 

7.11     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

      functionele inpasbaarheid

De eigendom is gelegen ter hoogte van het kruispunt Belgiek. De omgeving wordt gekenmerkt door een heterogene verzameling aan gebouwen en functies, zowel eerder kleinschalige functies maar evenzeer een aantal grootschaliger activiteiten. In de omgeving is een zeer grote dominantie van weginfrastructuur die ook wel zijn beperking heeft op de kwaliteit van bepaalde functies zodat de site voor wonen minder geschikt geacht wordt.

 

Zoals ook blijkt uit het dossier maakt voorliggende aanvraag deel uit van een ruimer geheel. Een eerste masterplan voor een winkelontwikkeling op de site werd principieel goedgekeurd door het college in zitting van 17 juni 2015. Ondertussen is een grootwarenhuis (Aldi en Renmans) op de site, als gedeeltelijke uitvoering van die visie, reeds gerealiseerd. De beslissing van 2015 omtrent het voorzien van commerciële activiteiten op de site dient bijgevolg als ‘beslist beleid’ begrepen te worden zodat de functionele inpasbaarheid niet opnieuw in vraag gesteld wordt en akkoord gegaan wordt met het voorzien van een handelsgebouw als functie.

 

Er wordt echter wel opgemerkt dat omtrent de voorziene functie in de nieuwbouw niet steeds dezelfde duidelijkheid gegeven wordt. In het kader van de aanvraag kleinhandelsvergunning is er sprake van een louter handelsactiviteit op de 2 niveaus. Op de plannen stedenbouwkundige handelingen is de ruimte op de verdieping benoemd als handel/kantoor. Het is belangrijk om hierin duidelijkheid te scheppen aangezien de impact op mobiliteit voor een kantoorruimte anders is dan deze voor een handelsruimte.

 

      mobiliteitsimpact

In het aanvraagdossier wordt aangegeven dat de actualisering van de bestaande MOBER in functie van voorliggende aanvraag niet aangewezen is gezien de toevoeging van een kleinhandelsbedrijf ter aanvraag voor de categorie overige producten, gekenmerkt wordt door een beperkte bezoekfrequentie en een beperkt aantal parkeerplaatsen. Er wordt aangegeven dat voor de volgende fase wel een MOBER aan het dossier zal worden toegevoegd. Voor wat de verkeersstromen en de verkeersintensiteit betreft kan dit gevolgd worden aangezien de oorspronkelijke MOBER uitging van bijkomende winkeloppervlakte op de site van respectievelijk 1.800 m², 700 m² en 1.250 m². De aanwezigheid van de Aldi en de voorliggende handelsoppervlakte samen ligt nog onder de oppervlaktes meegenomen in de bestaande MOBER.

 

Naast de verkeersstromen en -intensiteit is bij de beoordeling van de impact op mobiliteit eveneens het parkeren een belangrijk afwegingscriterium. In voorliggende aanvraag wordt een handelsgebouw met een bruto-handelsoppervlakte van 1.020 m² voorzien waarbij slechts 4 parkeerplaatsen gerealiseerd worden.

In het dossier wordt aangegeven dat er uitgegaan wordt van een gedeeld parkeren met de noordelijke handelssite. In het advies van het agentschap Innoveren en Ondernemen wordt gesteld dat de aannames die gedaan worden omtrent het gedeeld gebruik van de parking voor de 3 handelsvestigingen (Aldi, Renmans en voorliggend handelsruimte) laag uitvallen, zeker op woensdag en zaterdag. In het bezwaar wordt ook gesteld dat de aanwezige parkeerplaatsen op piekmomenten zeker niet zullen voldoen. Nog volgens het bezwaar is er ook geen overeenkomst omtrent dit gedeeld gebruik van de noordelijke parking waardoor op heden geen garanties zijn dat voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn in functie van het handelsgebouw.

 

Om de leefbaarheid van de kern te vrijwaren en te voorkomen dat de parkeerbehoefte afgewenteld wordt op de openbare weg is het aangewezen om de nodige parkeerplaatsen te voorzien binnen het voorgestelde project in evenredigheid met de omvang van het project en dit voor zowel werknemers als bezoekers aan de handelszaak. Indien het de visie is om het parkeren voor zowel deelproject 1 en deelproject 2 te bundelen (wat blijkt uit het masterplan) dan is het noodzakelijk dat beide deelprojecten in één omgevingsvergunningsaanvraag behandeld worden teneinde de mobiliteitsimpact op de omgeving (zowel inzake parkeren als bijkomende verkeersstromen) te kunnen beoordelen en voldoende garanties te hebben tot effectieve realisatie van de verschillende fases en dus ook van het parkeeraanbod.

 

Aanvullend dient nog opgemerkt te worden dat de 4 parkeerplaatsen zich allen situeren aan de noordzijde van het gebouw terwijl het gebouw 2 toegangen kent, één aan de noordzijde (kant parking Aldi) en één aan de zuidzijde (kant Vichteknokstraat). Ter hoogte van de zijde Vichteknokstraat zijn geen parkeerplaatsen ingericht (wat in functie van ontsluiting ook niet wenselijk is) maar ook de verbinding tussen de noordelijke parking en deze zuidelijke toegang is niet ingericht als een kwalitatieve zachte passage waardoor verondersteld kan worden dat men zich een parkeerplaats zal zoeken in de Vichteknokstraat, langs de openbare wegenis indien deze ingang genomen wordt. Deze evolutie is niet wenselijk.

 

      schaal

Het gebouw wordt voorzien van enerzijds 2 bouwlagen met plat dak richting de Breestraat/N36 en 1 bouwlaag met plat dak richting Vichteknokstraat. Enerzijds richt het gebouw zich naar de gewestweg waar dezelfde hoogtes nog aanwezig in de omgeving waardoor de aanvraag zich qua schaal langs deze zijde wel inpast. Anderzijds heeft het gebouw een grote lengte waardoor dit gebouw ten opzichte van de woningen in de Vichteknokstraat toch van een duidelijk andere schaal is.

Ten opzichte van de tuinzones van deze woningen is in het ontwerp gezocht naar een overgang door het verdiepingsgedeelte op een voldoende afstand van de perceelsgrens te brengen en door te werken met een groenaanplant langs zowel de gevel van de verdieping als de gelijkvloerse gevel. Ook werd het gebouw langs de zijde van de Vichteknokstraat beperkt tot een volume van 1 bouwlaag met plat dak, iets dieper ingeplant ten opzichte van de rooilijn. Het college stelde in zitting van 18 december 2019 akkoord te gaan met de voorgestelde inplanting als de aanpalende eigenaar zich akkoord verklaarde wat ook gebeurde.

 

      ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het perceel waarop de aanvraag gerealiseerd wordt heeft een oppervlakte van 1.072 m² waarop een gebouw opgetrokken wordt met een vloeroppervlakte van 612,50 m². Dit betekent een bebouwingspercentage van iets meer dan 57 %. De overige ruimte wordt nagenoeg volledig verhard (behalve de strook van 1 m tussen het gebouw en de tuinzone van de Vichteknokstraat 11) in functie van het creëren van een toegangszone, opritzone naar de toeleveringspoorten en de 4 parkeerplaatsen. Dit bebouwingspercentage is merkelijk groter dan het bebouwingspercentage op de noordelijke site van de Aldi.

Er kan inderdaad geconcludeerd worden dat er een te zwaar bouwprogramma wordt voorgesteld voor betreffend perceel. Het tekort van parkeervoorzieningen is immers een indicatie van de overbezetting van het eigendom

 

      visueel-vormelijke elementen

Het gebouw is hoofdzakelijk opgetrokken in gevelmetselwerk in een rood genuanceerde kleur. Door gebruik te maken van deze kleinschalige materialen zal het gebouw bijdragen aan de kwaliteit van het bestaande straatbeeld en een positieve visuele impact hebben.

 

Het gebouw wordt echter omgeven door een steenslagverharding langs de Breestraat en de nieuw ontworpen bypass naar de Vichteknokstraat. Het college stelde dat het optrekken van de commerciële oppervlakte gepaard moet gaan met het opwaarderen van de ruimtelijke kwaliteit in functie van het algemeen belang (publieke gebruiksruimte). In voorliggende aanvraag is deze meerwaarde niet aanwezig. 

Beplanting, hagen en bomen in de voortuinstroken maken het straatbeeld mooier. Groenzones helpen ook bij de infiltratie van het regenwater en halen fijn stof uit de lucht. Het bijkomend vergroenen van de site richting N36 is in dit kader noodzakelijk.

Verharding zoals grind, kiezels of grasdallen dienen met de nodige zorg bekeken te worden. Niettegenstaande deze materialen waterdoorlatend zijn en het regenwater dus in de bodem laten infiltreren, dragen ze niet bij tot het straatbeeld, de verkeersveiligheid noch tot de zuivering van de lucht. Een plan met omgevingsaanleg is noodzakelijk teneinde de meerwaarde voor de ruimere omgeving te kunnen beoordelen.

 

      conclusie

De aanvraag in zijn globaliteit bekijken waarbij duidelijk wordt dat de commerciële activiteiten geen negatieve impact hebben op het aspect mobiliteit, waarbij het ontwerp en de omgevingsaanleg gepaard gaat met een opwaardering van de ruimtelijke kwaliteit in functie van het algemeen belang (publieke gebruiksruimte), met aandacht voor bijkomende vergroening naar de gewestweg toe en waarbij het parkeren op een duurzame manier opgelost wordt, is noodzakelijk om dit project te laten inpassen in zijn omgeving. Bijgevolg dient een nieuwe omgevingsvergunning aangevraagd te worden voor minstens de onbebouwde delen van deze zijde van de gewestweg samen zodat een beoordeling in zijn geheel kan gebeuren.

 

Het ontwerp is bijgevolg niet verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.12     Resultaten openbaar onderzoek

Het ingediende bezwaarschrift is tijdig ingediend en wordt bijgevolg ontvankelijk verklaard.

 

Omtrent de ingediende bezwaarschriften wordt voorgesteld volgend standpunt in te nemen:

      De aanvraag voldoet niet aan het belastingreglement op ontbrekende parkeerplaatsen.

Gegrond: De aanvraag is inderdaad niet conform het belastingreglement op ontbrekende parkeerplaatsen. Evenwel is hierin voorzien dat het ‘afkopen’ van de ontbrekende parkeerplaatsen een mogelijkheid is zodat alsnog voldaan kan worden aan het reglement.

      De aanvraag is ook niet in overeenstemming met het aspect mobiliteit als beoordelingscriteria van de goede ruimtelijke ordening gezien het beperkt aantal parkeerplaatsen op eigen terrein.

Gegrond: Voor de beoordeling van dit element wordt verwezen naar titel 7.11, mobiliteitsaspect).

      Er wordt gebruik gemaakt van een private parking zowel voor toegang tot de parkeerplaatsen als voor het parkeren zelfs zonder akkoord

Deels gegrond en deels ongegrond: Enerzijds dient geconcludeerd dat het ontbreken van een akkoord een burgerrechtelijke aangelegenheid betreft. Anderzijds is het correct dat als geen akkoord verkregen wordt, de aanvrager op eigen terrein onvoldoende parkeerplaatsen heeft om te voldoen aan de eigen parkeerbehoefte (werknemers en bezoekers).

      In de vergunning afgeleverd op 14 juni 2017 aan Aldi werd geoordeeld dat de 94 parkeerplaatsen volstaan voor Aldi en in de kleinhandelsvergunning van 14 juni 2017 werd benadrukt dat de parking van Aldi en Renmans naast het gebruik door Aldi enkel kan gebruikt worden als

      Kiss & Ride zone voor de school. De bezwaarindiener is bijgevolg niet akkoord met het gedeeld gebruik omdat de bestaande parking hiervoor te weinig capaciteit heeft en tot overbelasting van de parking zal leiden.

Deels gegrond en deels ongegrond: In het kader van duurzaam ruimtegebruik is het realiseren van een gedeelde parking steeds een meerwaarde. Echter zijn in dit dossier te weinig gegevens voorhanden om te kunnen oordelen of het aanwezige aanbod aan parkeerplaatsen al dan niet voldoende is om nog extra gebruik toe te laten.

      Elke aanvraag dient afzonderlijk op de eigen merites te worden beoordeeld en er kan niet verwezen worden naar toekomstige projecten

Gegrond: Het masterplan waarnaar verwezen wordt, heeft juridisch geen verordende waarde zodat er geen garanties zijn dat dit effectief op die manier uitvoering zal vinden. Bijgevolg dient voorliggende aanvraag met de in de aanvraag beschikbare en toepasbare gegevens beoordeeld te worden.

      De aanvraag is te grootschalig op het voorliggend perceel en getuigt niet van zorgvuldig ruimtegebruik.

Deels gegrond en deels ongegrond: De schaal van het gebouw is ten opzicht van de bestaande bebouwing gericht naar de N36/Breestraat niet afwijkend. Echter ten opzichte van de achterliggende eengezinswoning is wel degelijk een schaalbreuk aanwezig. Het bebouwingspercentage op het perceel zelf bedraagt ongeveer 57 %. Echter door de vorm van het perceel en de inplanting ten opzichte van de rooilijnen/perceelsgrenzen ontstaat veel verharde ruimte die niet onmiddellijk inzetbaar is voor bijvoorbeeld parkeerplaatsen. Er kan inderdaad geconcludeerd worden dat er een te zwaar bouwprogramma wordt voorgesteld voor betreffend perceel. Het tekort van parkeervoorzieningen is immers een indicatie van de overbezetting van het eigendom.

 

7.13     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.14     Bespreking adviezen

Hulpverleningszone Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies stipt nageleefd moeten worden.

 

Agentschap Innoveren en Ondernemen

Gelet op de specifieke kennis en knowhow inzake kleinhandelsactiviteiten wordt het advies en de bijbehorende voorwaarden overgenomen tot de mijne.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid van 15 juli 2016

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het weigeren van de omgevingsvergunning aan de heer Steven Vanderbauwhede namens Trawevan BVBA met als contactadres Rue Provenciale 270 te 7760 Escanafles, voor het bouwen van een handelsgebouw, op een perceel gelegen Breestraat 77 en 79 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 849 K3 en (afd. 1) sectie B 849 L3.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 MAART 2021

Stationsstraat 296 - onvergunde functiewijziging - aanpak - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 26/03/2021