DEERLIJK

12 AUGUSTUS 2020

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Wnd. algemeen directeur: Sarah Barbe

 

VERONTSCHULDIGD

 

Schepen: Sandra De Leeuw-Goussey

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 22 juli 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 22 juli 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 22 juli 2020 goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Lokaal Woonoverleg- verslag van 17 juni 2020 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het Lokaal Woonoverleg hield een vergadering op 17 juni 2020.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

 

Motivering

 

Het verslag wordt ter kennisgeving voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.

 

De bijhorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Busvervoer schoolzwemmen 2020-2021 - gunning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Busvervoer schoolzwemmen 2020-2021” goed te keuren.

 

Motivering

 

In het kader van de opdracht “Busvervoer schoolzwemmen 2020-2021” werd een bestek met nr. 2020-21 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

 

Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:

  • Perceel 1 (BBO De Kim & De Sam), raming: 12.735,85 euro excl. btw of 13.500,00 euro incl. 6 % btw;
  • Perceel 2 (Gemeentelijke lagere school de beuk), raming: 6.132,08 euro excl. btw of 6.500,00 euro incl. 6 % btw.

 

De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 18.867,93 euro excl. btw of 20.000,00 euro incl. 6 % btw.

 

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 8 juli 2020 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 8 juli 2020 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

  • Coach Partners West-Vlaanderen nv, Meensesteenweg 101 te 8500 Kortrijk;
  • Delmotte bvba, Jozef Duthoystraat 41 te 8790 Waregem;
  • Cortina Cars, Zwevegemstraat 106 te 8553 Otegem;
  • Noel Tours bvba, Doorniksesteenweg 565 te 8583 Bossuit (Avelgem).

 

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 24 juli 2020 om 10.00 uur te bereiken.

 

De verbintenistermijn van 90 kalenderdagen eindigt op 22 oktober 2020.

 

Volgende offertes werden ontvangen:

  • Perceel 1 (BBO De Kim & De Sam): 2 offertes van:
    • Bvba Garage Cortina (Cortina Cars), Zwevegemstraat 106 te 8553 Otegem (10.485,15 euro excl. btw of 11.114,26 euro incl. 6 % btw);
    • Delmotte bvba, Jozef Duthoystraat 41 te 8790 Waregem (17.099,81 euro excl. btw of 18.125,80 euro incl. 6 % btw);
  • Perceel 2 (Gemeentelijke lagere school de beuk): 2 offertes van:
    • Bvba Garage Cortina (Cortina Cars), Zwevegemstraat 106 te 8553 Otegem (4.839,30 euro excl. btw of 5.129,66 euro incl. 6 % btw);
    • Delmotte bvba, Jozef Duthoystraat 41 te 8790 Waregem (6.840,00 euro excl. btw of 7.250,40 euro incl. 6 % btw).

 

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelde op 3 augustus 2020 het verslag van nazicht van de offertes op voor Perceel 1 (BBO De Kim & De Sam) en Perceel 2 (Gemeentelijke lagere school de beuk).

 

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige (op basis van de prijs) bieders, zijnde:

  • Perceel 1 (BBO De Kim & De Sam): Bvba Garage Cortina (Cortina Cars), Zwevegemstraat 106 te 8553 Otegem, tegen het nagerekende offertebedrag van 10.485,15 euro excl. btw of 11.114,26 euro incl. 6 % btw;
  • Perceel 2 (Gemeentelijke lagere school de beuk): Bvba Garage Cortina (Cortina Cars), Zwevegemstraat 106 te 8553 Otegem, tegen het nagerekende offertebedrag van 4.839,30 euro excl. btw of 5.129,66 euro incl. 6 % btw.

 

Juridische gronden

  • Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4°, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
  • Andere:
  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139.000,00 euro niet).
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Perceel 1: BBO De Kim & De Sam

Bestelbedrag

10.485,15 euro excl. btw of 11.114,26 euro incl. btw

Actie

Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling

Jaarbudgetrekening

0879-00/61330000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN

Visum

G-2020-29 dd 05/08/2020

 

Perceel 2: Gemeentelijke lagere school de beuk

Bestelbedrag

4.839,30 euro excl. btw of 5.129,66 euro incl. btw

Actie

Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling

Jaarbudgetrekening

0879-00/61330000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN

Visum

G-2020-29 dd 05/08/2020

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 3 augustus 2020 voor perceel 1 (BBO De Kim & De Sam) en perceel 2 (Gemeentelijke lagere school de beuk), opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

Artikel 2

 

Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3

 

De opdracht “Busvervoer schoolzwemmen 2020-2021” wordt gegund aan de economisch meest voordelige (op basis van de prijs) bieders, zijnde:

  • Perceel 1 (BBO De Kim & De Sam): Bvba Garage Cortina (Cortina Cars), Zwevegemstraat 106 te 8553 Otegem, tegen het nagerekende offertebedrag van 10.485,15 euro excl. btw of 11.114,26 euro incl. 6 % btw;
  • Perceel 2 (Gemeentelijke lagere school de beuk): Bvba Garage Cortina (Cortina Cars), Zwevegemstraat 106 te 8553 Otegem, tegen het nagerekende offertebedrag van 4.839,30 euro excl. btw of 5.129,66 euro incl. 6 % btw.

Artikel 4

 

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2020-21.

Artikel 5

 

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2020, op jaarbudgetrekening 0879-00/61330000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB).

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Dorlichting verzekeringsportefeuille stad Harelbeke 2020 - bestek - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het bestek, opgemaakt door  de stad Harelbeke, voor de doorlichting van de verzekeringsportefeuille van stad Harelbeke en de deelnemende entiteiten goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 24 juni 2020 de deelname met betrekking tot de doorlichting van de verzekeringsportefeuille, georganiseerd door stad Harelbeke, goed.

 

In het kader van de doorlichting werd een bestek met nr. NH-20.011 opgesteld door mevrouw Naira Harutjunjan, Departement Facility-Aankoop van stad Harelbeke.

 

De opdracht bestaat uit volgende gedeelten:

          vast gedeelte: deelopdracht 1 - doorlichting van risico's en verzekeringen;

          voorwaardelijk gedeelte: deelopdracht 2 - voorbereiding, begeleiding en coördinatie bij de gunningsprocedure, onderhandelen met kandidaat-verzekeraars, opmaak gunningsvoorstel en controle van nieuwe polissen aan de hand van het bestek en toewijzing.

 

De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 7.272,73 euro excl. btw of 8.800,00 euro incl. 21 % btw voor alle deelnemende entiteiten samen.

 

Er wordt voorgesteld om de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Het college van burgemeester en schepenen van stad Harelbeke keurde in zitting van 14 juli 2020 het bestek, de gunningswijze en de raming goed.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

De raming bedraagt 7.727,73 euro excl. btw of 8.800 euro incl. btw.  Dit is een raming voor alle deelnemende entiteiten.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het bestek, opgemaakt door stad Harelbeke, voor de doorlichting van de verzekeringsportefeuille van stad Harelbeke en de deelnemende entiteiten goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Besluit wordt meegedeeld aan stad Harelbeke.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Grafconcessie - aktename voortijdige beëindiging - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Grafconcessie - aktename voortijdige beëindiging - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Grafconcessie - aktename voortijdige beëindiging - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Niet-geconcedeerd graf - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

City marketeer - datum indiensttreding - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Evenementencoach - datum indiensttreding - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Schoonmaakster sportdienst - beslissing genezenverklaring zonder blijvende arbeidsongeschiktheid - goedkeuring

 

STEMMINGEN

Beslissing genezenverklaring

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 5 ja-stemmen

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

          Gaselwest - algemene vergadering van 23 juni 2020

          Wonen Regio Kortrijk - algemene vergadering van 25 juni 2020

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Beslissingen algemeen directeur - juli 2020 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de besluiten van de algemeen directeur van de maand juli 2020.

 

Motivering

 

De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

 

De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 170 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besluiten van de algemeen directeur van de maand juli 2020.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Jubileum - bezoek feestzaal - aanpassing - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Jubileum - ontvangst gemeentehuis - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Jubileum - ontvangst gemeentehuis - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

11.11.11. - aanvraag financiële steun - weigering

 

Aanleiding en context

 

11.11.11 vraagt in hun schrijven van 15 juli 2020 om financiële hulp voor de inwoners van Libanon.

 

Motivering

 

In hun schrijven stelt 11.11.11 dat Libanon al ruim een half jaar in een zware economische crisis zit. Er leven naar schatting 1.5 miljoen Syrische vluchtelingen, waarvan bijna drie op de vier onder de armoedegrens. Door Covid-19 en de lockdown hebben velen nu nog meer te kampen met bittere armoede en honger.

 

De partner van 11.11.11 ,  Basmeh & Zeitooneh (B&Z) schiet te hulp met hygiënekits, voedselpakketten en financiële steun.

 

11.11.11 vraagt financiële steun, zodat B&Z hun broodnodige werk kan doen. Met 20 euro zorgt B&Z voor een hygiënekit en met 45 euro voor een voedselpakket, maar elke bijdrage is welkom.

 

Omwille van de frequentie van het aantal aanvragen voor financiële hulp is het voor een gemeente onmogelijk geworden om alle specifieke initiatieven en organisaties die op een of andere manier aan ontwikkelingssamenwerking doen, financieel te ondersteunen.

 

Wel wordt er jaarlijks een nominatieve algemene toelage voorzien voor 11.11.11.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Gezien er reeds een algemene nominatieve toelage van 1.000 euro voorzien is in 2020 ten gunste van 11.11.11, beslist het college van burgemeester en schepenen niet in te gaan op deze specifieke vraag.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

93e Bedevaart naar de graven aan de Ijzer - bloemenhulde - weigering

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om deel te nemen aan de bloemenhulde ter gelegenheid van de 93ste bedevaart naar de Graven aan de IJzer op zondag 6 september 2020.

 

In het weekend van 5 en 6 september 2020 organiseert vzw Bedevaart naar de Graven aan de IJzer hun 93ste bedevaart, waarop het college van burgemeester en schepenen wordt uitgenodigd. Traditiegetrouw is de bloemenhulde één van de hoogtepunten van de Bedevaart naar de Graven aan de IJzer.

 

In hun brief van 17 juli 2020 nodigt vzw Bedevaart naar de Graven aan de IJzer de gemeente uit op de IJzerbedevaart op zondag 6 september om 11.00 uur en vraagt of er een bloemstuk met lint moet voorzien worden voor de bloemenhulde. Een bloemstuk kost 70 euro.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om niet in te gaan op de uitnodiging voor de Bedevaart naar de Graven aan de IJzer en geen bloemen neer te leggen tijdens de bloemenhulde.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Lendedreef koers - zondag 23 augustus 2020 - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van Lendedreef koers, die plaatsvindt op zondag 23 augustus 2020, goed te keuren.

 

Motivering

 

Op zondag 23 augustus 2020 vindt Lendedreef koers plaats op het grondgebied van de gemeente Deerlijk.

 

Op die dag wordt op de gemeentewegen een grote toeloop van kijklustigen en weggebruikers verwacht.

 

In het belang van de openbare orde en van de veiligheid dient onverwijld opgetreden te worden.

 

De burgemeester heeft op 12 mei 2020 de koers voor Gentlemen en de koers voor Nieuwelingen vergund.

 

PZ Gavers heeft op 20 mei 2020 een tijdelijk politiereglement op het verkeer overgemaakt.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 119, § 1 en art. 130 bis van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)

          wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen

          koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen

          ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit op zondag 23 augustus 2020, tussen 13.00 uur en 18.00 uur, in de Olekenbosstraat, de Wafelstraat en de Oude Vichtestraat, enkel verkeer toe te laten in de rijrichting van de renners, zijnde de richting van de opsomming van voornoemde straten.

In de andere richting zijn enkel voetgangers en personen die een fiets of bromfiets aan de hand leiden, toegelaten, voor zover zij het trottoir gebruiken.

 

Artikel 2

 

Het stilstaan en parkeren wordt op zondag 23 augustus 2020 tussen 13.00 uur en 18.00 uur verboden in de in artikel 1 opgesomde straten of straatgedeelten.

 

Artikel 3

 

Het verkeer naar de in art. 1 opgesomde straten wordt omgelegd.

 

Artikel 4

 

De nodige te plaatsen verkeersborden voortvloeiend uit de bepalingen vervat in voorgaande artikels, worden overeenkomstig de bij wet voorziene bepalingen aangebracht.

 

Artikel 5

 

De inrichters dienen zich te houden aan de bepalingen vermeld in de huidige politieverordening.

 

Artikel 6

 

Overtredingen op onderhavig besluit worden gestraft met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.

 

Artikel 7

 

Afschrift van dit besluit wordt aan de bevoegde overheden overgemaakt.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Opname nieuwe straatbeelden van ontbrekende wegsegmenten - voetgangerszones en vrijliggende fietspaden - toelating CycloMedia - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om toelating te verlenen aan de firma CycloMedia om ook over vrijliggende fietspaden en voetgangerszones te mogen rijden voor de opname van nieuwe 360° camerabeelden.

 

Motivering

 

Het bedrijf CycloMedia Technologie B.V. stond in maart 2020 in voor de opname van nieuwe 360° beelden van Deerlijk. Op enkele locaties waren bepaalde wegsegmenten toen niet toegankelijk voor de camerawagen omwille van bijvoorbeeld wegenwerken of andere obstakels op de weg.

 

Rond eind augustus en/of in september 2020 (de detailplanning is nog niet gekend) zal deze firma in onze regio alle ontbrekende wegsegmenten komen inventariseren om de beelden te vervolledigen. Dit kadert in de regionale aankoop van nieuwe straatbeelden (en orthofoto) die vanuit Leiedal georganiseerd wordt.

 

Voor de volledigheid van de beelden is het aangewezen dat het voertuig met de camera’s in voetgangerszones en op vrijliggende fietspaden mag rijden om de ontbrekende wegsegmenten te kunnen inventariseren. Het voorstel is om het bedrijf de toelating te geven om uitzonderlijk de verkeersborden te negeren.

 

          Geldigheid:van 17 augustus 2020 tot en met 30 september 2020;

          Weggedeelten:wegen, fietspaden en voetwegen in de gemeente Deerlijk;

          Werkzaamheden:het maken van 360° foto’s in de gemeente Deerlijk.

 

In de tijdelijke vergunning die aan CycloMedia gegeven wordt, worden volgende bepalingen en voorwaarden opgenomen:

 

"Hierbij verlenen we u, voor de uitvoering van de werkzaamheden, toelating om de bepalingen van het reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg te negeren voor het berijden van voetgangerszones en fietspaden in de gemeente Deerlijk, onder de volgende voorwaarden:

1)      De toelating wordt verleend voor de herkenbare auto die de werkzaamheden voor CycloMedia Technologie B.V. uitvoert.

2)      De veiligheid van het verkeer dient onder alle omstandigheden te zijn gewaarborgd.

3)      De houder van de toelating rijdt op de fietspaden stapvoets en defensief.

4)      De houder van de toelating berijdt alleen voetpaden en voetgangerszones als er geen alternatief is. Hij verleent voorrang in deze gebieden aan voetgangers.

5)      De houder van de toelating is verplicht om de schriftelijke toelating op vraag te tonen aan medewerkers van de politie en/of de wegbeheerder.

6)      Bij het niet of niet volledig nakomen van de voorwaarden van deze toelating vervalt de geldigheid ervan zonder dat voorafgaand opzeggen of intrekken heeft plaatsgehad.

7)      De houder van de toelating is verplicht alle aanwijzingen van de politie en daartoe bevoegde ambtenaren op te volgen.

8)      De gemeente Deerlijk zal geen enkele financiële aansprakelijkheid aanvaarden bij eventuele claims van derden, als gevolg van het gebruik van deze toelating.

9)      De ontheffing is geldig van 17 augustus tot en met 30 september 2020."

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om aan het bedrijf CycloMedia Technologie B.V. de toelating te geven om tijdelijk in voetgangerszones en op vrijliggende fietspaden te rijden voor de opname van de nieuwe 360° beelden.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Voorstelling Willem Vermandere - terugbetaling tickets - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de verkochte tickets voor de voorstelling van Willem Vermandere terug te betalen aan de tickethouder. De nieuwe programmatie en data van voorstellingen passen niet voor de klant.

 

Motivering

 

Door de Corona-epidemie kon de voorstelling van Willem Vermandere niet doorgaan op 18 april 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

56 euro

Actie

toegangsgelden

Jaarbudgetrekening

GBB/0705-00/70000001

Visum

niet van toepassing

 

De financiële dienst wordt gevraagd om dit bedrag terug te betalen op rekeningnummer BE04 0619 6696 9031.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de tickets voor de voorstelling van Willem Vermandere, ter waarde van 56 euro, aan de tickethouder terug te betalen op rekeningnummer BE04 0619 6696 9031.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Premie kleine landschapselementen - toekennen subsidie - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Premiereglement aanleg en onderhoud kleine landschapselementen (KLE's) - verlenging - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de verlenging van het huidige premiereglement 'aanleg en onderhoud kleine landschapselementen (KLE's)' te agenderen op de gemeenteraad van 10 september 2020.

 

Motivering

 

Het huidige premiereglement 'aanleg en onderhoud kleine landschapselementen (KLE's)' werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 19 december 2019 en eindigt op 31 december 2020.

 

Met deze premie worden particulieren gestimuleerd om nieuwe kleine landschapselementen aan te leggen en de bestaande goed te onderhouden. Kleine landschapselementen maken een wezenlijk onderdeel uit van ons landschap waardoor het wenselijk is om de aanleg en het onderhoud van KLE’s verder te blijven ondersteunen. Tevens is de aanleg van nieuwe KLE’s, met het oog op de toekomst en rekening houdend met de levensduur van de bestaande KLE’s, belangrijk.

 

Het reglement werd voorlopig voor een jaar verlengd om eventuele inhoudelijke zaken aan te passen.  Bij nader inzien staat dit reglement goed op punt en bewijst dit goed zijn nut.  Om die reden wordt voorgesteld om het huidig reglement te behouden en te verlengen tot 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad de verlenging van onderstaand premiereglement tot 31 december 2025 te agenderen op de gemeenteraad van 10 september 2020:

 

PREMIEREGLEMENT AANLEG EN ONDERHOUD VAN KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN.

 

Art. 1 - Voor zover de daartoe vereiste kredieten jaarlijks op het budget beschikbaar zijn, kunnen volgende KLE's in aanmerking komen voor het verkrijgen van een premie:

 

          poelen

          hagen, heggen, houtkanten en houtwallen

          knotbomen

          hoogstammige bomen en bomenrijen

          hoogstamboomgaarden

 

Art. 1.1. POELEN

 

Definitie:

          Als amfibieën- of veedrinkpoel wordt aanvaard een poel waarin het water op natuurlijke wijze verzameld wordt en waarvan kan aangetoond worden dat er een voldoende ecologische potentie aanwezig is.

          De poel dient minimum 25 m² groot te zijn en een diepte te hebben van minimum 0,5 m en maximum 1,5 m.

          Er mag geen uitzetting van vis- of eendachtigen gebeuren, noch een onttrekking van water, tenzij voor het drenken van vee dat zich op de aangrenzende weilanden bevindt of voor brandbluswater.

          De poel mag niet gebruikt worden voor het schoonspoelen van tanks.

          Een gedeelte van de oever, met een minimum van 1/3 van de omtrek, dient voor vee afgeschermd te worden door middel van bijvoorbeeld prikkeldraad of een ondoordringbare haag teneinde een ecologische beschermingszone te creëren.

          De oeverstrook van de poel dient geleidelijk te verlopen.

          Rondom de poel dient er een strook van minimum 2 meter breedte te zijn, die niet bewerkt, niet bemest of niet met biociden gesproeid wordt.

          De heraanleg van een poel dient buiten de voortplantingsperiode van amfibieën te gebeuren.

 

Aanlegpremie:

          De premie voor de aanleg van een poel bedraagt 2,50 euro/m².

 

Onderhoudspremie:

          Als onderhoud van een poel wordt verstaan, het ruimen om het verlandingsproces tegen te gaan.

          De premie voor het onderhoud van een poel bedraagt 2,50 euro/m².

          Een eerste onderhoudspremie kan pas bekomen worden 5 jaar na aanleg van de poel.

 

Art. 1.2. HAGEN, HEGGEN

 

Definitie

          Hagen en heggen zijn lijnvormige aanplantingen van houtige, streekeigen gewassen die door periodieke snoei in vorm gehouden worden. De snoei kan gaan van zeer frequent (haag) tot minimaal (heg).

          De minimum uitgroeihoogte bedraagt 1,5 meter tot heg 2 meter.

 

Aanplantpremie

          De aanplant dient te gebeuren met streekeigen soorten, tenzij anders goedgekeurd of geadviseerd door de groendienst.

          Volgende soorten komen ondermeer in aanmerking:

          Meidoorn (Crataegus monogyna)

          Sleedoorn (Prunus spinosa)

          Wilde liguster (Ligustrum vulgare)

          Rode kornoelje (Cornus sanguinea)

          Veldesdoorn (Acer campestre)

          Haagbeuk (Carpinus betulus)

          Hondsroos (Rosa canina)

          Hulst (Ilex sp.)

          ….

          Hagen en heggen die worden aangeplant als afbakening van een private tuin komen niet in aanmerking voor betoelaging.

          Hagen en heggen die worden aangeplant als afbakening van een erf daarentegen wel. Als erf wordt verstaan: de grond horende bij en gelegen om de gebouwen van een nog actief landbouwbedrijf.

          Een beplantingsschets, met opgave van plantensoorten, aantallen, plantafstanden, plantwijze, enz., dient bij de aanvraag gevoegd te worden.

          De betoelaging kan slechts worden uitbetaald na de voorlegging van een goedgekeurd beplantingsplan en een aankoopfactuur.

          De premie voor de aanplant van een haag of heg bedraagt 50 % van de aankoopprijs van het plantgoed, met een maximum van 0,25 euro/plant.

 

Onderhoudspremie

          Voor het snoeien van hagen en heggen met een minimum lengte van 50 meter kan een premie aangevraagd worden.

          De premie voor het onderhoud van een haag of heg bedraagt 0,50 euro/lm.

 

Art. 1.3. HOUTKANTEN en HOUTWALLEN:

 

Definitie

          Houtkanten zijn lijnvormige aanplantingen van streekeigen bomen en struiken die door periodiek kappen tot tegen de grond worden afgezet zonder de wortels te verwijderen; de aangeplante soorten bezitten de eigenschap om nieuwe loten te vormen.

          Houtwallen zijn houtkanten op een verhoogd stuk grond, eventueel in combinatie met een heg of een bomenrij.

 

Aanplantpremie

          De aanplant dient te gebeuren met streekeigen soorten, tenzij anders goedgekeurd of geadviseerd door de groendienst.

          Volgende soorten komen ondermeer in aanmerking:

          Es (Fraxinus exelsior)

          Kleinbladige linde (Tilia cordata)

          Zoete kers (Prunus avium)

          Zomereik (Quercus robur)

          Haagbeuk (Carpinus betulus)

          Veldesdoorn (Acer campestre)

          Lijsterbes (Sorbus aucuparia)

          Zwarte els (Alnus glutinosa)

          Hazelaar (Corylus avellana)

          Gewone vogelkers (Prunus padus)

          Gelderse roos (Viburnum opulus)

          Grauwe els (Alnus glutinosa)

          Waterwilg / Boswilg (Salix caprea)

          Schietwilg (Salix alba)

          Sambucus nigra (vlier)

          Sporkehout (Rhamnus frangula)

          Gewone Acacia (Robinia pseudoacacia)

          ….

          Een beplantingsplan met opgave van plantensoorten, aantallen, plantafstanden, plantwijze, ... dient bij de premieaanvraag ingediend te worden.

          De betoelaging kan slechts worden uitbetaald na de voorlegging van een goedgekeurd beplantingsplan en een aankoopfactuur.

          De premie voor de aanplant van een haag of heg bedraagt 50 % van de aankoopprijs van het plantgoed, met een maximum van 0,25 euro/plant.

 

Onderhoudspremie

          Als onderhoud wordt verstaan het insnoeien van de houtkant of houtwal tot op de grond, waarbij maximum 25 % van het bestaande aantal takken wordt behouden.

          Voor het snoeien van houtkanten en houtwallen met een minimum lengte van 25 meter kan een premie aangevraagd worden.

          De premie voor het onderhoud van een houtkant of houtwal bedraagt 0,50 euro/lm.

 

Art. 1.4. KNOTBOMEN

 

Definitie

          Alle streekeigen loofbomen waarvoor een knottraditie bekend is worden als knotbomen aanvaard. De knotbomen mogen tot op minimum 2 meter hoogte worden geknot.

          Zo komen ondermeer volgende soorten in aanmerking:

          Gewone Esdoorn (Acer pseudoplatanus)

          Zwarte Els (Alnus glutinosa)

          Es (Fraxinus excelsior)

          Wilg (Salix sp.)

          Zomerlinde (Tilia cordata),

          ….

 

Aanplantpremie

          De aangeplante bomen dienen een minimummaat te hebben van 200-250 of 8/10.

          De betoelaging kan slechts worden uitbetaald na de voorlegging van de aankoopfactuur.

          De premie voor het aanplanten van een knotboom bedraagt 5,00 euro/boom voor de aanplant van minimum 5 en maximum 25 stuks.

 

Onderhoudspremie

          Onder knotten wordt verstaan: het volledig insnoeien van de knotboom tot op de oude knot waarbij maximum 5 opgaande takken blijven behouden. Deze opgaande takken mogen niet ouder zijn dan 5 jaar, m.a.w. dienen deze nieuw te zijn tegenover een vorige betoelaagde snoeibeurt.

          De onderhoudspremie geldt voor het knotten van tenminste 5 knotrijpe bomen, waarbij onder knotrijp wordt verstaan: bomen van minimum 5 jaar oud.

          De premie voor het onderhoud van een knotboom bedraagt 12,50 euro/boom.

 

Art. 1.5. HOOGSTAMMIGE BOMEN EN BOMENRIJEN

 

Definitie

          Onder hoogstammige bomen en bomenrijen wordt verstaan: solitaire of lijnvormige bomen van een streekeigen boomsoort.

 

Aanplantpremie

          De betoelaging kan slechts worden uitbetaald na de voorlegging van de aankoopfactuur.

          De premie voor het aanplanten van een hoogstammig boom of bomenrij bedraagt 15,00 euro/boom voor de aanplant van hoogstammige bomen of bomenrij met een streekeigen boomsoort en met een minimummaat van 10/12.

 

Onderhoudspremie

          De premie voor het onderhoud van een hoogstammige boom of bomenrij komt niet in aanmerking voor een betoelaging.

 

Art. 1.6. HOOGSTAMBOOMGAARDEN

 

Definitie

          Onder hoogstamboomgaarden wordt verstaan een verzameling van fruitbomen aangeplant in een recht of willekeurig verband met een minimum stamhoogte van 2 meter.

 

Aanplantpremie

          De premie voor de aanplant van hoogstamboomgaarden bedraagt 15,00 euro/boom.

          De betoelaging kan slechts worden uitbetaald na de voorlegging van de aankoopfactuur.

 

Onderhoudspremie

          Het onderhoud van hoogstamboomgaarden komt niet in aanmerking voor een betoelaging.

 

Art. 2 - Elke aanvrager kan per soort KLE maximum 125,00 euro ontvangen en kan per soort KLE slechts om de 5 jaar een aanvraag indienen.

 

Art. 3 - De betoelaagbare KLE’s moeten gelegen zijn in:

          agrarisch gebied in de ruime zin;

          groengebieden;

          parkgebieden;

          natuurgebieden;

zoals aangeduid op het gewestplan van 4 november 1977 (gewijzigd op 10 november 1988) en in de BPA’s en RUP’s.

 

Art. 4 - KLE’s gelegen in een siertuin, gelegen in één van de gebieden volgens artikel 3, komen in aanmerking voor betoelaging mits het KLE voldoende zichtbaar is vanuit het omliggende landschap.

 

Art. 5 - Aanplantingen rond of op de grens van het erf, gelegen in één van de gebieden volgens artikel 3, kunnen wel betoelaagd worden, in tegenstelling met beplantingen op het erf. Als erf wordt verstaan: de grond horende bij en gelegen om de gebouwen van een nog actief landbouwbedrijf.

 

Art. 6 - Aanplantingen van populieren in groepsverband, bosaanplantingen en louter commerciële laagstam- en halfstamboomgaarden zijn niet onder dit reglement begrepen.

 

Art. 7 - De aanleg van KLE's (o.a. groenschermen,... ) die opgelegd worden in een kap-, bouw- of milieuvergunning komen niet in aanmerking voor een premie.

 

Art. 8 - De premie wordt toegekend aan de eigenaar van het perceel waarop KLE's worden aangelegd of onderhouden.

Uitzonderingen hierop zijn:

          Actieve landbouwers die, de grond waarop het KLE zich bevindt, pachten en hiervoor het bewijs kunnen voorleggen, schriftelijk of op erewoord. Zij kunnen zelf de betoelaging aanvragen en ontvangen.

          Natuurverenigingen die een KLE aanleggen of onderhouden, kunnen zelf de betoelaging aanvragen en ontvangen, mits de schriftelijke toestemming van de eigenaar.

Per KLE kan slechts 1 premie worden uitbetaald, hetzij aan de pachter hetzij aan de eigenaar.

Private personen of firma’s die geen eigenaar zijn van het stuk grond waarop het KLE zich bevindt kunnen in geen geval in aanmerking komen voor een betoelaging.

 

Art. 9 - Na voltooiing van het werk en uiterlijk binnen de maand na uitvoering van de werken dient de begunstigde bij het college van burgemeester en schepenen een aanvraagformulier tot uitbetaling in, vergezeld van de nodige bewijsstukken.

Alvorens tot uitbetaling over te gaan kan de gemeente de uitvoering ter plaatse controleren. De aanvrager is ertoe gehouden alle inlichtingen te verstrekken die nodig zijn om de uitbetaling van de premie te motiveren.

 

Art. 10 - De aanvrager verbindt zich als een goede groenbeheerder tot de nodige instandhoudingzorg voor de gesubsidieerde KLE's. Hij staat in voor vrijwaring tegen vraat vanwege vee of wild en voor vervanging van afgestorven of sterk misgroeide exemplaren in het eerstvolgend plantseizoen, wanneer de uitval groter is dan 10 %.

 

Art. 11 - Wanneer de uitvoering onvolledig of gebrekkig is uitgevoerd kan de premie worden verminderd, uitgesteld of geweigerd.

 

Art. 12 - De premie kan geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd wanneer belangrijke delen van de beplanting door gebrek aan zorg of vervanging niet tot uitgroei zijn gekomen, of wanneer een poel geheel of gedeeltelijk wordt gedempt of derwijze wordt behandeld dat de natuurfunctie ervan ernstig wordt geschaad.

De termijn waarbinnen de premie teruggevorderd kan worden is 10 jaar voor poelen en 5 jaar voor de andere KLE's.

 

Art. 13 - Indien voor de betrokken aanvraag reeds gebruik wordt gemaakt van een door een andere overheidsinstantie toegekende premie, vervalt het recht op een gemeentelijke premie, tenzij de cumulatie wordt goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 14 - De goedkeuring tot uitbetaling van de premie betekent geen ontheffing van de eventuele noodzaak van het bezit van de nodige vergunningen voor aanleg of onderhoud.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Inname openbaar domein - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

De Ploatse - plaatsen tent over terras - machtiging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd machtiging te verlenen voor het plaatsen van een tent over het terras van het Eethuis en Tea-room De Ploatse gelegen op de hoek Comm. Edm. Ameyesraat/Hoogstraat.

 

Motivering

 

Via een mail aan de heer burgemeester op 28 juli 2020 stelt de heer Niels Lanckeen dat er tot op vandaag gewerkt wordt conform alle opgelegde regels in kader van COVID-19 en dat hierdoor minder tafels, ten gevolge van het respecteren van de verplichte afstand tussen de tafels, kunnen geplaatst worden in de zaal.

 

Om ook de tafels buiten op het terras zoveel als mogelijk te kunnen bezetten wordt gevraagd om daar permanent tenten te plaatsen. Zo kunnen de klanten bij minder goed weer toch plaatsnemen op het terras.

 

De tenten worden tegen de gevel van het eethuis geplaatst zodanig dat de poten in de goot komen te staan, wat bijgevolg geen verkeershinder met zich meebrengt.

 

Het enige nadeel is dat voetgangers niet meer zullen kunnen passeren maar anderzijds zorgt dit wel voor het garanderen van de veiligheidsafstand gezien voordien voetgangers soms op minder dan 1,5 m passeerden zonder mondmasker.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          APV, goedgekeurd in de gemeenteraad van 20 september 2018

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit machtiging te verlenen aan de uitbaters van het eethuis en tea-room De Ploatse, Hoogstraat 95 te Deerlijk, om tot 1 oktober 2020 tenten te plaatsen als overkapping van hun terras gelegen langs de Comm. Edm. Ameyestraat.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

OMV 2020_145 - De Cassinastraat 8 - melding gehele overdracht - aktename

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor de gehele overdracht van de exploitatie van een polyvalente ruimte die geheel of gedeeltelijk kan afgehuurd worden voor het geven van socioculturele activiteiten op een perceel gelegen De Cassinastraat 8 te Deerlijk en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 47 P5 ingediend door de heer Francis Deknudt, Braamakkerstraat 32 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

De melding ingediend door de heer Francis Deknudt, Braamakkerstraat 32 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 29 juli 2020.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

VOORWERP VAN DE MELDING

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te De Cassinastraat 8, kadastraal bekend afdeling 2 sectie C nr. 47P5.

 

De aanvrager Francis Deknudt, Braamakkerstraat 32, 8540 Deerlijk meldt de overname van de ingedeelde inrichting of activiteit door de nieuwe exploitant: VZW Uzien met als contactadres, De Cassinastraat 95.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit heeft betrekking op een polyvalente ruimte die geheel of gedeeltelijk kan afgehuurd worden voor het geven van socioculturele activiteiten

 

BEVOEGDHEID

 

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER

 

Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.

 

De melding heeft betrekking op artikel 97 van het uitvoeringsbesluit Omgevingsvergunning waarin gesteld wordt dat de bevoegde overheid het vergunningsbesluit actualiseert als gevolg van de melding van overdracht.

 

Deze procedure van gehele overdracht is een louter administratieve handeling die aanduidt aan welke inrichting de omgevingsvergunning gebonden is.

 

De volgende vergunning is van toepassing op de voor de overdracht gemelde inrichting:

o        De aktename door het college van burgemeester en schepenen van 25 april 2018 voor het exploiteren van een polyvalente ruimte die geheel of gedeeltelijk kan afgehuurd worden voor het geven van socioculturele activiteiten

 

Deze vergunning is niet vervallen en omvat bijgevolg de geldende globaal vergunde toestand van de inrichting.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

      Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

      Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Er wordt akte genomen van de melding, ingediend door de heer Francis Deknudt gevestigd Braamakkerstraat 32 te 8540 Deerlijk, voor de gehele overdracht van een vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit gelegen De Casinnastraat 8 te Deerlijk, aan de nieuwe exploitant: VZW Uzien met als contactadres De Cassinastraat 95 te 8540 Deerlijk

 

Artikel 2

 

De volgende lopende omgevingsvergunning geldt voor deze inrichting:

o        De aktename door het college van burgemeester en schepenen van 25 april 2018 voor het exploiteren van een polyvalente ruimte die geheel of gedeeltelijk kan afgehuurd worden voor het geven van socioculturele activiteiten.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Productieve landschappen - verkenningsnota - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van en eventueel feedback te geven op de verkenningsnota betreffende productieve landschappen in de regio Zuid-West-Vlaanderen, opgemaakt door Leiedal.

 

Motivering

 

De intercommunale Leiedal vraagt feedback op de verkenningsnota betreffende productieve landschappen in de regio Zuid-West-Vlaanderen.

 

Deze verkenningsnota omvat de neerslag van het analysetraject dat binnen ZeroRegio werd gelopen rond productieve landschappen. Het werd in samenspraak met de provincie West-Vlaanderen en het Departement Omgeving opgemaakt en zal onder meer de basis vormen voor het traject dat binnen de samenwerkingsovereenkomst (n.a.v. de Regiovisie) rond productieve landschappen wordt opgestart.

 

Deze nota kadert niet alleen binnen het strategisch project ZeroRegio, maar ook binnen de krachtlijnen in de 'ruimtelijke toekomstvisie voor de regio van Leie en Schelde' (kortweg ook de Regiovisie). De 3 krachtlijnen zijn de volgende:

          een kwalitatief blauw-groen netwerk

          versterken van kernen en stedelijk netwerk

          activeren van productieve landschappen

Binnen de krachtlijn productieve landschappen wordt gezocht naar de ontwikkelingsmogelijkheden voor landbouw met inbegrip van synergieën, verwevenheid en meervoudig ruimtegebruik in de open ruimte.

 

De nota omschrijft enerzijds enkele trends en biedt anderzijds inspiratie aan de hand van enkele voorbeeldprojecten van een multifunctionele ruimte.

 

Deze verkenningsnota vormt een overkoepelende analyse binnen de regio Zuid-West-Vlaanderen maar kan ook als basis en inspiratie dienen bij de verdere uitwerking van het lokaal beleid.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de verkenningsnota productieve landschappen, opgemaakt door  intercommunale Leiedal.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Punt bijlagen/links verkenningsnota productieve landdschappen
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

OMV 2020_136 - Sint-Elooistraat 2 - advies POVC - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd advies uit te brengen voor een omgevingsvergunningsaanvraag van Casier Recycling voor een inrichting gelegen te 8540, Deerlijk, Sint-Elooistraat 2, met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D nummers 292 W, 292 A 2 en 292 B 2.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en motiveert haar advies als volgt:

 

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

        De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Zonevreemde bedrijven in het buitengebied’, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2017 (publicatie in het Belgisch staatsblad op 25 april 2017).

        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het RUP 'Zonevreemde bedrijven in het buitengebied' is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel gelden de volgende relevante stedenbouwkundige verordeningen:

o        Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

 

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 oktober 1966 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanleggen van een opslagplaats voor schroot.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 maart 1967 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaande werkplaats.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 augustus 1970 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een opslagplaats.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 januari 1975 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een magazijn.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 juli 1983 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 4 autobergplaatsen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 mei 1998 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een loods na afbraak van een bestaande loods.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 augustus 2001 door het college van burgemeester en schepenen voor het verharden van in betoon van niet-verharde zones op de werf.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 juni 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een luifel.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 april 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een machinekamer en plaatsen van een pers.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 juni 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een bovengronds bufferbekken.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 september 2005 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van nieuwe werkplaatsen na sloping van de bestaande.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 september 2005 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van infopanelen.

 

Relevante milieuvergunningen

 

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        milieuvergunning afgeleverd op 24 oktober 2002 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het verzamelen van schrootafvalstoffen en het doorvoeren naar bedrijven waar het schroot kan worden hersmolten voor recyclage.

        milieuvergunning afgeleverd op 11 december 2003 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het uitbreiden, wijzigen en toevoegen aan een inrichting voor opslag en mechanische behandeling van schrootafvalstoffen.

        milieuvergunning gedeeltelijk afgeleverd op 10 mei 2007 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het uitbreiden en wijzigen voor de opslag en mechanische behandeling van schrootafvalstoffen meer bepaald van AEEA.

        milieuvergunning afgeleverd op 23 april 2009 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor de definitieve vergunning voor opslag en mechanische behandeling van AEEA.

 

Relevante omgevingsvergunningen

 

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 25 januari 2018 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het wijzigen van de lozingsnormen 2017.

 

 

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Sint-Elooistraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De percelen die onderwerp uitmaken van deze aanvraag hebben betrekking op de bedrijfsite van een schrootverwerkend bedrijf. Dit is een historisch gegroeid bedrijf dat in het noorden grenst aan de Sint-Elooistraat, aan de zuidzijde met de spoorweg en aan oostzijde met het achterliggende landbouwgebied rond de Veemeersstraat, alsook het bestaande landbouwbedrijf dat aan de oostzijde grenst. Het bedrijf heeft zijn hoofd in- en uitgang langs het Stationsplein. De volledige bedrijfssite is verhard met vooral in het westen bebouwing (loodsen en kantoorgebouw). Het grootste deel van de bedrijfsite wordt afgezoomd met groenbuffer en een geluidswerende wand.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft geen betrekking op een stedenbouwkundige handeling

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorliggende aanvraag omvat een beperkte verandering van de vergunning volgens de

vereenvoudigde procedure (mededeling kleine verandering). Het betreft een regularisatie van de vergunde toestand door middel van wijzigingen en uitbreiding. Sedert de laatst bekomen vergunning zijn er ook heel wat wijzigingen opgetreden binnen de verschillende afvalrubrieken. Via deze vergunningsaanvraag is het eveneens de bedoeling om de afvalrubrieken aan te passen conform de gewijzigde indelingslijst van Vlarem II.

Er wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om de CLP-omzetting toe te voegen. De CLP-regelgeving sluit afvalstoffen uit; gevaarlijke afvalstoffen moeten bijgevolg niet meer ingedeeld moeten worden onder rubriek 17 (met uitzondering van bepaalde afvalstoffen zoals mazoutafval dat hergebruikt kan worden), enkel de rubriek 2 is van toepassing voor de

opslag van gevaarlijke afvalstoffen. In deze aanvraag is dit van toepassing op de gevaarlijke

afvalstoffen die ontstaan in het erkend centrum.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

2.1.2.f)

De inrichting is vergund voor de opslag van 30 ton gevaarlijk houtafval. (Ongewijzigd)

30 ton

1

2.2.1.d)1°

De inrichting is vergund voor de opslag en sortering van 1 ton onschadelijk gemaakte airbagpatronen. 

Er wordt een wijziging gevraagd tot een totale opslag van 500 kg. (Verandering)

0,5 ton

2

2.2.1.e)3°

De inrichting is vergund voor de opslag en sortering van:

° 1.500 l motorolie

° 1.500 l glycolwater

° 200 l remolie

° 1 m³ oliefilters

° 3.000 l benzineafval

° 3.000 l mazoutafval

° 1.500 l ruitenwisservloeistofafval

° 1 m³ onschadelijk gemaakte airbagpatronen

° 27 kg Cfk's uit aircosystemen

° 25 ton KV

° 10 ton MLR

° 180 kg vervuilde solventen

° 1 m³ afvalstoffen vergelijkbaar met KGA

° 200 l pentaan

° 100 ton accu's 

 

Er wordt een wijziging gevraagd.  Voortaan is de volgende opslag aanwezig:

- 20 ton KV

- 5 ton MLR

- 1 ton afvalstoffen vergelijkbaar met KGA

- 1.500 l motorolieafval

- 1,65 ton glycolwaterafval

- 200 l remolieafval

- 1 ton oliefilters

- 2,22 ton benzineafval

- 2,562 ton mazoutafval

- 1,35 ton ruitenwisservloeistofafval

- 0,5 ton onschadelijk gemaakte airbagpatronen

- 27 kg CFK's uit aircosystemen

- 1 ton accu's

- 25 ton accu's

- 0,18 ton vervuilde of onbruikbare solventen

- 35 ton grondkabel

 

Er wordt een wijziging gevraagd voor de manier van aanduiding van de opslag (Verandering)

98,189 ton

1

2.2.2.c)4°

De inrichting is vergund voor de opslag en mechanische behandeling van:

° 100 ton accu's

° 1.200 ton aluminium

° 60 ton brons

° 150 ton chroomstaal

° 39.000 ton ijzer (o.a. draadijzer, gietijzer, plaat- en profielijzer)

° 500 ton zink en zamak

° 800 ton koper

° 1.500 ton inox

° 300 ton lood

° 2 ton nikkel

° 20 ton titanium

 

Er wordt een wijziging gevraagd voor de opslag van accu's.  De hoeveelheid wordt verminderd van 100 ton tot 26 ton.

 

Er wordt een wijziging gevraagd voor de manier van aanduiding van de opslag op het terrein (zie inventarislijst + grondplan). (Verandering)

43558 ton

1

2.2.2.d)3°

De inrichting is vergund voor de opslag en mechanische behandeling van 1.000 ton voertuigwrakken.

 

Er wordt een wijziging gevraagd.  De vergunde hoeveelheid van 1.000 ton wordt verminderd tot 100 ton gedepollueerde wrakken en 25 ton niet-gedepollueerde wrakken.

 

Er wordt een wijziging gevraagd voor de manier van aanduiding van de opslag op het terrein (zie inventarislijst + grondplan). (Verandering)

125 ton

1

2.2.2.f)2°

De inrichting is vergund voor de opslag en mechanische behandeling van 1.500 ton houtafval en 100 ton plastiekafvalstoffen.

 

Er wordt een uitbreiding gevraagd voor de opslag van:

° 100 ton PUR afkomstig van de aangeleverde isolatiepanelen

° 500 ton plastiekafvalstoffen tot een totaal van 600 ton

Dit betekent een uitbreiding van 50% tov de laatst vergunde toestand dd 11.12.2003.

 

Er wordt een wijziging gevraagd voor de manier van aanduiding van de opslag op het terrein (zie inventarislijst + grondplan). (Verandering)

2200 ton

1

2.2.2.g)2°

De inrichting is vergund voor de opslag en mechanische behandeling van:

° 50 ton groot wit

° 20 ton beeldschermen

° 30 ton overige

° 100 kg condensatoren

 

Er wordt een wijziging gevraagd.  Voortaan is de volgende opslag aanwezig:

° 40 ton groot wit

° 5 ton beeldschermen

° 20 ton overige

° 100 kg condensatoren

 

Er wordt een wijziging gevraagd voor de manier van aanduiding van de opslag op het terrein (zie inventarislijst + grondplan). (Verandering)

65,1 ton

1

3.6.3.2°

De inrichting is vergund voor een afvalwaterzuiveringsinstallatie met lozingsdebiet van 48,45 m³/uur, 480 m³/dag en 64.485 m³/jaar (lozing in oppervlaktewater). (Ongewijzigd)

48,45 m³/uur

2

6.4.1°

Het betreft hier de opslag van gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen die in het verleden vergund werden onder de "oude" rubrieken 17 (zie CLP-omzetting):

° 3.000 l hydraulische olie

° 6.080 l minerale oliën en afvalolie

° 1.500 l motorolie (Nieuw)

10580 liter

3

6.5.2°

De inrichting is vergund voor 4 verdeelslangen.

 

Er wordt een wijziging gevraagd:

° de bovengrondse tank van 60.000 l mazout met verdeelslang wijzigt van plaats

° de bovengrondse tanken van 30.000 l mazout met verdeelslang en 5.000 l mazout met verdeelslang zijn niet meer aanwezig

 

Er wordt een uitbreiding gevraagd:

° de bovengrondse tank van 60.000 l mazout heeft 2 verdeelslangen

° bovengrondse tank van 40.000 l mazout met 2 verdeelslangen

° bovengrondse tank van 1.200 l mazout met 1 verdeelslang

 

Dit betekent een uitbreiding met 50% tov de vergunde toestand. (Verandering)

6 brandstof verdeelslangen

2

12.2.1°

De inrichting is vergund voor een transformator van 800 kVA. (Ongewijzigd)

800 kVA

3

12.2.2°

De inrichting is vergund voor een 2 transformatoren van resp. 2.000 kVA en 1.250 kVA. (Ongewijzigd)

3250 kVA

2

15.1.1°

De inrichting is vergund voor het parkeren van 25 bedrijfsvoertuigen. (Ongewijzigd)

25 voertuigen

3

15.2.

De inrichting is vergund voor een garagewerkplaats. 

 

Er wordt een wijziging gevraagd.  Door de bouw van de nieuwe werkplaats is de locatie van de garagewerkplaats gewijzigd. (Verandering)

1 garage

werkplaats

3

15.4.1°

De inrichting is vergund voor een wasplaats.

 

Er wordt een wijziging gevraagd.  Door de bouw van de nieuwe werkplaats is de locatie van de wasplaats gewijzigd. (Verandering)

1 wasplaats

3

16.3.2°a)

De inrichting is vergund voor 2 compressoren (11 kW en 10 kW) en 2 airco's (110 kW en 1,3 kW).

 

Er wordt een wijziging en uitbreiding gevraagd voor:

° compressor van 11 kW --> 7,5 kW

° airco van 110 kW

° airco van 1,3 kW --> 1,6 kW

° compressor van 10 kW --> 4 kW

° compressor van 5,5 kW (nieuw)

° compressor van 2,2 kW (nieuw)

° airco van 6,3 kW (nieuw) (Verandering)

137,1 kW

3

17.1.2.1.2°

De inrichting is vergund voor de opslag van de volgende gasflessen:

° 5.000 l zuurstof

° 2.000 l propaan

° 200 l acetyleen

° 200 l menggas

° 1.400 l lege LPG-tanks met mogelijks resten van LPG

° 1.200 l propaan (Ongewijzigd)

10000 liter

2

17.1.2.2.1°

De inrichting is vergund voor de opslag van zuurstof in een vaste houder van 3.000 liter. (Ongewijzigd)

3000 liter

3

17.3.2.1.1.2°

De inrichting is vergund voor 98.000 l P3-producten in diverse houders. 

 

Er wordt een wijziging gevraagd:

° de tank van 60.000 l mazout staat op een andere locatie

° de tank van 30.000 l mazout is niet meer aanwezig

° de tank van 5.000 l mazout is niet meer aanwezig

 

Er wordt een uitbreiding gevraagd voor 2 nieuwe tanken:

° tank van 40.000 l witte mazout

° tank van 1.200 l mazout

° tank van 2.000 l gasolie (Verandering)

90,695 ton

2

17.3.2.1.2.1°

Het betreft hier de opslag van gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen die in het verleden vergund werden onder de "oude" rubrieken 17 (zie CLP-omzetting):

° 1350 kg ruitenwisservloeistofafval (Nieuw)

1,35 ton

3

17.3.2.2.2°b)

Het betreft hier de opslag van gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen die in het verleden vergund werden onder de "oude" rubrieken 17 (zie CLP-omzetting):

° 338,8 kg reinigingsmiddel

° 42,35 kg thinner

° 5.920 kg benzine

° 2.220 kg benzineafval (Nieuw)

8,521 ton

2

17.3.6.1°a)

Het betreft hier de opslag van gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen die in het verleden vergund werden onder de "oude" rubrieken 17 (zie CLP-omzetting):

° 220 kg glycolwater

° 338,8 kg reinigingsmiddel

° 55,4 kg antivriesmiddel

° 42,35 kg thinner

° 147 kg verven

° 1350 kg ruitenwisservloeistofafval

° 5.920 kg benzine

° 2.220 kg benzineafval (Nieuw)

10,294 ton

3

17.3.7.1°a)

Het betreft hier de opslag van gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen die in het verleden vergund werden onder de "oude" rubrieken 17 (zie CLP-omzetting):

° 220 kg glycolwater

° 338,8 kg reinigingsmiddel

° 55,4 kg antivriesmiddel

° 42,35 kg thinner

° 147 kg verven

° 5.920 kg benzine

° 2.220 kg benzineafval (Nieuw)

8,944 ton

3

17.3.8.2°

Het betreft hier de opslag van gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen die in het verleden vergund werden onder de "oude" rubrieken 17 (zie CLP-omzetting):

° 5.920 kg benzine

° 2.220 kg benzineafval (Nieuw)

8,14 ton

2

29.5.2.1°a)

De inrichting is vergund voor diverse metaalbewerkingstoestellen waaronder ook de installaties voor de mechanische behandeling van het schroot.

 

Er wordt een wijziging gevraagd.  De installaties voor het mechanisch behandelen van schrootafvalstoffen zijn niet vergunningsplichtig onder deze rubriek. (Verandering)

36,7 kW

3

43.1.1°a)

De inrichting is vergund voor:

° stookinstallatie van 160 kW

° stookinstallatie van 140 kW (Ongewijzigd)

300 kW

3

 

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

5. Adviezen

 

Voor deze aanvraag werd vanuit de POVC West-Vlaanderen aan de gemeente Deerlijk, de Afdeling gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten alsook de OVAM op 16 juli 2020  advies gevraagd.

 

6. Project-MER of OVR

 

De inrichting is vergund voor de rubriek 2.2.2.c.4., meerbepaald de opslag en mechanische

behandeling van 43.632 ton schroot waaronder 100 ton accu’s. Deze opslag valt onder rubriek 11.f) van bijlage II van het MER-besluit.

Onderhavige aanvraag heeft echter betrekking op:

o        De vermindering van de opslag van 100 ton accu’s tot 26 ton accu’s.

o        De wijziging van de manier van aanduiding van de opslag op het terrein.

Het betreft dus geen uitbreiding van de schrootactiviteiten maar een beperkte verandering

waardoor huidige aanvraag onder rubriek 13 van bijlage III van het MER-besluit valt.

 

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen, komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier.

 

7.1   Planologische toets

De eigendom is gelegen binnen de grenzen van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Zonevreemde bedrijven in het buitengebied, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2017 (publicatie in het Belgisch staatsblad op 25 april 2017). De site waarop de aanvraag betrekking heeft, is bestemd als zone voor bedrijvigheid en zone voor buffergroen met overdukzones geluidsmuur en bufferscherm, groenscherm en private oprit. In de aanvraag worden geen gebouwen of constructies opgericht, noch stedenbouwkundig vergunningsplichtige handelingen uitgevoerd zodat de overeenstemming met het RUP behouden blijft.

 

7.2   Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Sint-Elooisstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3   Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4   Natuurtoets

Niet van toepassing

 

7.5   Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.6   Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.7   Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

 

7.8   Milieuaspecten

Het voorwerp van de aanvraag betreft een beperkte verandering volgens de vereenvoudigde

procedure (= mededeling kleine verandering).

De gevraagde wijzigingen en uitbreidingen houden geen betekenisvolle bijkomende risico’s in voor de mens of het milieu en de reeds bestaande hinder wordt niet significant vergroot.

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

 

7.9   Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Het bedrijf Casier is een historisch gegroeid bedrijf waarvan de huidige contour bevestigd is als functie in het geldende RUP. Ten zuiden paalt de site aan de spoorweg met aanpalend landbouwgebied, ten noorden liggen op heden onbebouwde percelen bestemd als openluchtrecreatie, ten oosten is een landbouwgebied aanwezig en ten westen bevindt zich een woonomgeving. Voor voorliggende aanvraag dienen geen stedenbouwkundige vergunningsplichtige werken uitgevoerd te worden zodat geoordeeld kan worden dat er voldaan is aan de doelstellingen van artikel 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Bijgevolg is de aanvraag verenigbaar met de goede ruimtelijk ordening.

 

7.10  Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.11  Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.12  Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit een gunstig advies uit te brengen betreffende de aanvraag.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Inzameldag De Kringwinkel - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te geven voor het houden van een inzameldag van De Kringwinkel op zaterdag 10 oktober 2020 in De Kazerne.

 

Motivering

 

Het doel is de burgers te sensibiliseren rond afvalvermindering en hergebruik van spullen, de inzameling door het kringloopcentrum te verhogen en een concrete gemeentelijke strijd tegen afval.

 

Op het grondgebied van de gemeente Deerlijk is geen vestiging van De Kringwinkel. De dichtstbijzijnde vestigingen zijn Beveren-Leie en Kortrijk.

Alle huizen in Deerlijk krijgen een flyer van De Kringwinkel in de bus. De flyer is tevens een sticker die men kan plakken op een doos die gevuld wordt met herbruikbaar gerief.

Mensen kunnen hun doos met gerief brengen op zaterdag 10 oktober 2020. Dan is De Kringwinkel aanwezig in de gemeente met een info-stand.

Mensen die spullen komen brengen worden beloond met een gadget.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit toestemming te geven aan De Kringwinkel om een inzameldag te organiseren op zaterdag 10 oktober 2020. Deze inzameldag zal doorgaan in de voormalige brandweerkazerne (De Kazerne) te Deerlijk.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming aan De Kringwinkel om een flyer te verdelen waarbij deze actie kenbaar gemaakt wordt aan de bevolking.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Trompestraat 48 - schrapping risicogrond - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te geven voor de schrapping van een risicogrond van de gemeentelijke inventaris, gelegen te Trompestraat 48, 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving: 2de afdeling, sectie C nr 787 M.

 

Motivering

 

Op 27 juli 2020 werd een elektronisch schrijven ontvangen van Kristof Cleve, milieuadviesbureau Wiels. Het betreft een gemotiveerde verklaring tot schrapping van een perceel gelegen te Trompestraat 48, 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving: 2de afdeling, sectie C nr 787 M. Bij de motivatie wordt aangetoond dat de risicoactiviteiten gesitueerd zijn op het achterliggende perceel met kadastrale omschrijving 2de afdeling, sectie C nr 788 H 3 en dat op het perceel dat onderwerp uitmaakt van deze aanvraag tot schrapping enkel een woning met tuinzone staat.

Op 30 juli 2020 werd door de dienst omgeving - milieu een administratief onderzoek gevoerd waaruit blijkt dat er voldoende aangetoond wordt dat er in werkelijkheid geen risicoactiviteiten hebben plaatsgevonden op het perceel in kwestie. Zowel in het verleden als in het heden is dit steeds een woning geweest met een tuinzone.

 

Er zijn geen externe adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 en § 3, 7° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 7, § 1 Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

          het advies van de dienst omgeving - milieu te volgen en het perceel Trompestraat 48, 8540 Deerlijk, kadastraal gekend als afdeling 2, sectie C, nummer 787 M, te schrappen als risicoperceel;

          deze beslissing over te maken aan OVAM.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

OMV 2019_8 - Tapuitstraat  - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verkavelen van grond in 98 loten waarvan 82 loten voor woningbouw met wegenisaanleg en aanhorigheden op een perceel gelegen aan de Tapuitstraat, Knokbosstraat, SInt-Elooistraat en Paterstraat en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 305 H, (afd. 2) sectie D 313 A, (afd. 2) sectie D 315 C, (afd. 2) sectie D 316 B, (afd. 2) sectie D 328 A, (afd. 2) sectie D 333 A, (afd. 2) sectie D 334, (afd. 2) sectie D 335 C, (afd. 2) sectie D 346 A, (afd. 2) sectie D 350 B en (afd. 2) sectie D 351 A  aangevraagd door DEBAERE NV gevestigd Steenweg Deinze 150 te 9810 Nazareth.

 

Motivering

 

a.   Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 29 juli 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar is ongunstig.

 

Het ongunstig advies is gebaseerd op de planologische toets en de wenselijkheid van het verder aansnijden van het woonuitbreidingsgebied vanuit duurzaam ruimtegebruik zodat een verdere beoordeling van de overige elementen goede ruimtelijke ordening niet aan de orde is. Dit ongunstig advies wordt als volgt gemotiveerd:

De aanvraag dient deels te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woonuitbreidingsgebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s)zijnde artikel 5.1.1 luiden als volgt :

 

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

Deze bepalingen blijven gelden naast de voorzieningen in de artikel 5.6.5 en 5.6.6 van de VCRO.

Beide wetgeving samen voorziet dat er in woonuitbreidingsgebied zes ontwikkelingsmogelijkheden bestaan: de ordening via een BPA, de ordening via een globale verkavelingsvergunning, groepswoningbouw, de herbestemming tot woongebied via een RUP, een stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning voor sociale woonorganisaties en een principieel akkoord van de deputatie.

 

Projecten voor groepswoningbouw betreffen het gelijktijdig oprichten van meerdere gebouwen waarbij uitgegaan wordt van een gemeenschappelijke werf en een fysiek en een stedenbouwkundig met elkaar verbonden project (cfr. Artikel 1.2, 7° van het decreet op het Grond- en Pandenbeleid). Voorliggende aanvraag betreft een voorafgaande verkavelingsaanvraag die niet voorziet in de ordening van het volledige woonuitbreidingsgebied of een isoleerbaar deel ervan zodat niet voldaan is aan de wettelijke bepalingen. Bijgevolg werd nog geen beslissing genomen omtrent de zgn. “ordening van het gebied”.

 

Een woonuitbreidingsgebied heeft een reservekarakter en kan pas bij nood aangesneden worden. In Deerlijk zijn op heden (actualisatie register onbebouwde percelen op 31/12/2018) 573 onbebouwde percelen opgenomen. Ook de deputatie nam in zitting van 12 juni 2014 een beslissing tot goedkeuring van het netto-pakket aan bijkomende woongelegenheden voor Deerlijk. Dit bedraagt 0 voor de periode 2012-2017 en 0 voor de periode 2017-2022 wat impliceert dat er geen bijkomend aanbod aan woongebied nodig is voor Deerlijk en dat het beschikbare aanbod voldoende is om te voldoen aan de bevolkingsprognose.  In zitting van 5 april 2018 besliste de deputatie om geen nieuwe taakstellingen toe te kennen en dit te evalueren in 2021. Dit betekent dat er in Deerlijk geen nood en bijgevolg ook geen grond is om bijkomend reservegebied aan te snijden.

Het woonuitbreidingsgebied ligt buiten de afbakeningslijn. In het GRS is opgenomen dat dit gebied bevroren wordt voor ontwikkeling en dit is ook zo opgenomen in de atlas van de woonuitbreidingsgebieden waarin staat dat het gebied volgens de woningprogrammatie aangeduid is als niet te ontwikkelen voor woningbouw. Deze atlas geeft voor alle woonuitbreidingsgebieden aan of ze vanuit juridisch of planologisch oogpunt kunnen ontwikkeling worden voor woningbouw.

Gezien het reservekarakter van de zone waarin de eigendom gelegen is, de ligging in het buitengebied, de visie uit het GRS omtrent dit woonuitbreidingsgebied en het aanwezige aanbod bestemd woongebied in Deerlijk wordt geoordeeld dat het realiseren van de 83 woningen op vandaag niet verenigbaar is de gewestplanbestemming en met een duurzaam ruimtegebruik.

 

b.   Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen.

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

      De aanvraag situeert zich deels in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woonuitbreidingsgebied.

      De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn deels niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is deels gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Sportcomplex zoals goedgekeurd door de deputatie op 23 juni 2011 met als bestemmingen gedeeltelijk in de zones voor sport en gemeenschapsvoorzieningen, voor groen, recreatie en water, voor wegenis en parking en gedeeltelijk in de overdrukzones, groene inrichtingen, flexibele zonegrens en groenscherm.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Deels het gewestplan en deels het gemeentelijk RUP zijn van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

1)      Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

2)      Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3)      Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

      Omgevingsvergunning geweigerd op 27 februari 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor het verkavelen van grond met wegenisaanleg en aanhorigheden (OMV_2018077692).

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen in de Stationswijk, tussen Deerlijk centrum en Sint-Lodewijk. De Stationswijk bestaat uit een gemengde bebouwingstypologie en diverse functies gaande van eengezinswoningen, handelszaken, een hotel, ambachtelijke bedrijvigheid en landbouwbedrijven. De eigendom situeert zich aan de oostzijde van deze Stationswijk en het betreft een volledig onbebouwd terrein in gebruik als akkerland en grasland. Aan de te ontwikkelen gronden palen in het noorden en oosten eengezinswoningen van het halfopen of open bebouwingstype en hoofdzakelijk bestaand uit 1 à 2 bouwlagen met een hellend dak. De bebouwingsdichtheid van deze woonomgeving is vrij laag. In het plangebied is een bestaande vrijstaande woning aanwezig, ten westen een voormalige hoeve met omwalling ontsloten naar de Sint-Elooistraat en ten zuiden ook nog een woning. Langs de zuidelijke randen van het plangebied zijn een aantal mooie grote bomen en knotwilgen aanwezig, veelal gekoppeld aan een grachtenstructuur. Deels op de noordelijke grens en deels door het plangebied loopt de buurtweg 89 en vervolgens 41. De buurtwegen zijn feitelijk niet meer volledig zichtbaar op het terrein. De eigendom is in het noorden gelegen langsheen de Tapuitstraat die aansluiting vindt op de Stationsstraat, in het oosten paalt een deeltje aan de Knokbosstraat (een op heden doodlopende weg) en in het zuidwesten aan de Sint-Elooistraat.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst de eigendom te verkavelen. Het te verkavelen terrein is 6,5 ha groot. Een deel van het terrein met een oppervlakte van 3,6 ha wordt ontwikkeld tot woonomgeving met groepswoningbouw en het andere deel met een oppervlakte van 2,9 ha wordt overgedragen in functie van de realisatie van de gemeentelijk sportterreinen. De strook tussen het te bebouwen deel en het in te richten deel als sportterreinen wordt door de verkavelaar gerealiseerd als groenzone.

Het plangebied wordt via een hoofdweg ontsloten op de Tapuitstraat. De hoofdweg heeft een rijwegbreedte van 6 m met voetpadstroken van telkens 1,50 m. Aansluitend op de hoofdontsluiting worden 2 lussen (ten oosten en zuiden van de hoofdontsluiting) en twee woonerven (ten westen van de hoofdontsluiting) gerealiseerd. De rijwegbreedte van deze secundaire wegenissen bedraagt 5 m. Vanuit de zuidelijke lus is een doorgang met traktorsluis voorzien op de Sint-Elooistraat. De zuidelijke lus is eveneens voorzien van een verkeersluwe ‘knip’ dat vertragend werkt en onnodig verkeer weert. De noordelijk gelegen woonerf wordt ingericht met een maximale aandacht voor verblijfskwaliteit aangezien de gegroepeerde parkeervoorzieningen voor dit woonerf gesitueerd worden aan de ingang van het woonerf zodat de wagen niet noodzakelijk het erf dient in te rijden. Doorheen de verkaveling tussen de diverse lussen en wegen zijn diverse wandelpaden ingericht die zorgen voor een netwerk. Hierin zijn ook de bestaande buurtwegen opgenomen en deels verplaatst binnen de verkaveling.

Parkeervoorzieningen zijn verspreid aanwezig in de verkaveling. Private parkeerplaatsen worden vooral georganiseerd door private carports al dan niet met voorliggende opritten of door gegroepeerde parkeergarages. Publieke parkeerplaatsen zijn geclusterd verspreid in de verkaveling en dit a rato van meer dan 1 parkeerplaats per 2 woningen (45 publieke parkeerplaatsen voor 82 woningen).

Geënt op de secundaire wegenis worden kleine buurten voorzien die als groepswoningbouwprojecten gerealiseerd zullen worden. De verdeling van de 82 loten tot groepswoningbouwprojecten is opgenomen in de verkavelingsvoorschriften. Het aantal loten per groepswoningbouwproject wordt beperkt gehouden zodat per groep een eenheid gecreëerd wordt. In de verkaveling worden zowel klassieke rijwoningen, koppelwoningen als vrijstaande woningen voorzien. De voorschriften voorzien woningen bestaande uit hoofdvolumes van maximaal 2 bouwlagen met of zonder dakvolume. De private tuinzones bedragen telkens minstens 8 m. In de voorschriften zijn eveneens bepalingen opgenomen inzake de inrichting van de buitenruimtes (bijgebouwen, verhardingen en afsluitingen).

In de verkaveling worden ook bijkomende groenstructuren ingebracht of bestaande groenstructuren versterkt. Ten westen van de nieuw aan te leggen woonerven wordt een groenzone voorzien die 6,2% van de oppervlakte van de woonontwikkeling omvat en die ingericht wordt enerzijds met natuurlijke spelelementen (beplanting, heuveltjes, etc) en anderzijds met waterbuffering. Doorheen deze groenzone wordt een padenstructuur aangelegd die aansluiting moet vinden tussen de verkaveling en de ruimere omgeving. De bestaande bomen in het zuiden van het plangebied worden grotendeels behouden en worden gekoppeld aan een publieke groenzone van waaruit zicht is op het open landschap ten zuiden. Centraal in de verkaveling wordt een bijkomende groenzone aangelegd waarin een aantal speeltoestellen voorzien worden. Ten opzichte van de woningen langs de Tapuitstraat, die palen aan de nieuwe ontwikkeling wordt een groenbuffer ingericht teneinde inkijk vanuit de nieuwe ontwikkeling op de tuinen te vermijden. Tenslotte worden de afsluitingen van de private perceelsgrenzen langs het openbaar domein aangelegd met levend groen, waarbij het aantal soorten beperkt wordt.

De aanvrager voorziet de wegenis, de groenzone en de terreinen voor het sportcomplex kosteloos over te dragen aan de gemeente.

 

Het voorliggende ontwerp werd aangepast aan de opmerkingen geformuleerd in het op 27 februari 2019 geweigerde dossier:

-          De woonkwaliteit binnenin én rondom de verkaveling werd opgekrikt door centraal in de verkaveling bijkomende groenvoorzieningen aan te leggen en door het creëren van een groenbuffer ten opzichte van de bestaande noordelijk gelegen bebouwing.

-          De secundaire wegen werden anders georiënteerd waardoor zichtassen ontstaan op de westelijk gelegen groenzone en de naastliggende open ruimte. Ook in het zuiden werden de bestaande bomen grotendeels behouden en gekoppeld aan een publieke groenzone waardoor ook op deze plaats zichtassen ontstaan op de omliggende open ruimte waardoor deze a.h.w. wordt binnengetrokken in de verkaveling.

-          De centrale toegangsweg tot de verkaveling werd verschoven verder van de bestaande bebouwing van de Tapuitstraat en verder van de bestaande bocht waardoor de zichtbaarheid op de Tapuitstraat geoptimaliseerd is.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 17 januari 2020 tot 15 februari 2020. Gedurende de periode van het openbaar onderzoek werden vijf schriftelijke of mondelinge bezwaren of opmerkingen geformuleerd.

 

De bezwaren handelen samengevat over volgende bezwarende elementen:

1)      In Tapuitstraat/Stationsstraat is extra verkeersoverlast, komt de verkeersveiligheid in het gedrang en is er gevaar voor de kinderen

2)      De bijkomende verkeersdruk leidt tot (lucht)vervuiling

3)      De Tapuitstraat is niet ingericht voor de afwikkeling van drukke verkeerssituaties

4)      Impact van bebouwing op de waterhuishouding ten gevolge van niveauverschillen

5)      Aanwezigheid van ondergrondse leidingen ondermeer in de voorziene groenzone zijn niet opgenomen en afvoer moet gegarandeerd blijven

6)      Gebrek aan contactname door de vergunningsaanvrager

7)      Stijl van de woning is niet duidelijk

 

5.   Adviezen

 

Brandweerzone Fluvia - Hulpverleningszone Fluvia

Het dossier werd op 8 januari 2020 voor advies overgemaakt aan Brandweerzone Fluvia - Hulpverleningszone Fluvia (Kortrijk). De adviesinstantie bracht op 23 januari 2020, ontvangen op 24 januari 2020 volgend advies uit:

‘Indien de verkaveling meergezinswoningen omvat, dient rekening gehouden met de richtlijnen i.v.m. inplanting en toegangswegen, vervat in het KB van 7/7/1994.

 

Inzake groenaanleg wordt de verkaveling gunstig geadviseerd voor zover de aangeplante bomen tijdens hun levensduur de vrije doorgang van brandweervoertuigen niet zullen hinderen.

 

Inzake bluswatervoorziening wordt de verkaveling gunstig geadviseerd voor zover:

  • het een residentiële verkaveling betreft (woningbouw);
  • langs de openbare wegenis een openbaar waterleidingnet aanwezig is met een minimum binnendiameter van 80 mm;
  • op het waterleidingnet hydranten aangesloten worden op max. 100 m van elkaar en op 0,60 m (horizontaal gemeten) weg van de kant der straten, wegen of doorgangen waarop voertuigen kunnen rijden en parkeren;
  • de aanleg van wegenis, circulatie- en parkeerzones rekening houdt met een permanente toegankelijkheid van de hydranten;
  • de aanduiding van de watervoorraden gebeurt cfr. de M.O. d.d. 14 oktober 1975.'

 

Lokale Politiezone Deerlijk - Harelbeke IPZ "Gavers"

Het dossier werd op 8 januari 2020 via mail voor advies overgemaakt aan de lokale politiezone Deerlijk - Harelbeke IPZ "Gavers. De adviesinstantie heeft geen advies uitgebracht zodat aan de adviesvereiste voorbijgegaan mag worden.

 

FOD Binnenlandse zaken - ASTRID Veiligheidscommissie

Het dossier werd op 8 januari 2020 voor advies overgemaakt aan het FOD Binnenlandse zaken - ASTRID Veiligheidscommissie. De adviesinstantie bracht op 21 januari 2020, ontvangen op 21 januari 2020 volgend advies uit:

'Gezien dit infrastructuurwerk zich in open lucht bevindt kan er geen sprake zijn van indoordekking.'

 

Provincie West-Vlaanderen

Het dossier werd op 8 januari 2020 voor advies overgemaakt aan de Provincie West-Vlaanderen, dienst waterlopen. De adviesinstantie bracht op 9 april 2020, ontvangen op 9 april 2020 volgend advies uit:

'Beschrijving van de vergunningsaanvraag:

Voorliggende vergunningsaanvraag betreft het verkavelen van gronden (82 kavels; waarvoor 80 m² per woning in rekening wordt gebracht) incl. openbare wegenis. Uit de beschrijvende nota is af te leiden dat het project voorziet in 1.922 m² ondoorlatende openbare wegenis en 1.468 m² waterdoorlatende openbare verharding (die maar voor 50 % in rekening wordt gebracht); een precieze kwantificering van de totale private verharde oppervlakte is niet meegegeven. Er is in het ontwerp van de infiltratievoorzieningen uitgegaan van een totale verharding van 9.950 m².

 

Het hemelwater van de verkaveling zal via de ontworpen RWA-leidingen met diameter 400 mm afwateren naar een cascade van 3 infiltratie-/buffervoorzieningen in het westen van de verkaveling. Er is afwaarts een aansluiting voorzien op de gracht in de Tapuitstraat.

 

Er zijn 3 infiltratiebekkens voorzien (bekken 1, 2 en 3; in totaal 377 m³ respectievelijk 461 m²), met afwaarts telkens een vertraagde doorvoer (11,39 l/s) en parallel een overstort (A, B en C; drempelbreedte 2 m).

Er wordt binnen het project ook een vierde bekken aangelegd, waar afwaarts geen vertraagde doorvoer voorzien wordt. Dit bekken heeft dan ook voornamelijk een landschappelijke functie.

Er zijn infiltratieproeven uitgevoerd op 16 juni 2018 waarbij een infiltratiesnelheid tussen 0,24 m/dag en 3,60 m/dag is gemeten. Er is bij het ontwerp voor de verschillende infiltratiebekkens gerekend met de laagst gemeten waarde van 0,24 m/dag (of 2,77 x 10-6 m/s of 10 mm/u).

 

Voor het RWA-ontwerp is een constante randvoorwaarde aangenomen die overeenkomt met een halfgevulde afwaartse gracht. Er is een peil opgelegd van 14,20 mTAW ter hoogte van K8. De RWAleidingen zijn ontworpen aan een minimum helling van 2 mm/m.

 

Het terrein zelf is momenteel onbebouwd.

Het reliëfverschil is op het terrein is niet markant. Het terrein helt af naar de Tapuitstraat. Er is een lichte depressie aan de westelijke rand van de verkaveling.

 

Gegevens en bemerkingen met betrekking tot de watertoets:

  • Het project paalt niet rechtstreeks aan een waterloop van 2de of 3de categorie.
  • Voorliggend project ligt in het stroomgebied van de Veemeersbeek van 2e categorie met nummer WL.27.1.2.
  • Het project ligt niet in overstromingsgevoelig gebied (zie kaart watertoets in bijlage).
  • Het project ligt volgens bijgevoegd uittreksel in een gebied met een infiltreerbare bodem. De infiltratieproeven uit het dossier bevestigen dit.
  • Om schadelijke effecten te vermijden en te compenseren zijn, uit het oogpunt van onze terreinkennis met betrekking tot het afwaartse gebied, volgende voorwaarden van toepassing:
  • Er moet een infiltratievoorziening met een infiltratie-oppervlakte van minimaal 400m²/ha verharde oppervlakte worden voorzien, zoals in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening is opgenomen. Deze infiltratievoorziening mag echter niet dieper zijn dan de hoogste grondwatertafelstand (max. 1m diep) en moet minstens 330 m³/ha verharde oppervlakte kunnen bufferen. Op 0,10m boven de bodem moet een leegloop voorzien worden, met vertraagde afvoer van 10 l/s per ha aangesloten verharding, die vervolgens gravitair aansluit op het oppervlaktewaternet.

Na overleg tussen VMM en de Provinciale Dienst Waterlopen wordt de buffering opgesplitst

- Infiltratiebekken zonder leegloop van 250 m³/ha verharde oppervlakte (dus 100 % iniltratie);

- Buffer van 80 m³/ha verharde oppervlakte met vertraagde afvoer van 10 l/s per ha verharde oppervlakte; de gravitaire afvoer sluit aan op de gracht langs de Tapuitstraat.

  • Concreet betekent dit voor voorliggend project dat 100% de openbare verharde oppervlakte + 100% de private verharde oppervlakte in beschouwing moet worden genomen.
  • In de berekening van het noodzakelijke buffervolume moet geen rekening gehouden worden met de mogelijke extra verharding door het/de eventuele bijgebouw(en) dat kan/kunnen gerealiseerd worden, gezien aangegeven is dat deze oppervlakken naar naastliggende bodem zullen afwateren.
  • Er dient ook rekening gehouden te worden met het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 (B.S. 08.10.2013) houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
  • De bestaande afwatering van de omliggende percelen dient gegarandeerd te blijven. Afvloei van hemelwater naar aanpalende zones voor infiltratie/buffering mag enkel op de eigen terreinen plaats vinden. Het kan niet de bedoeling zijn buurpercelen wateroverlast te bezorgen.

In dit kader is het belangrijk dat de bestaande afwatering van de walgracht (perceel 331 e) in stand wordt gehouden.

 

Advies Dienst Waterlopen met betrekking tot de watertoets:

Het advies van onze dienst voor voorliggende vergunningsaanvraag is voorwaardelijk gunstig. Er dient rekening gehouden te worden met volgende voorwaarden:

  • Regenwaterputten hebben geen bufferende functie meer eens deze volledig zijn gevuld. Enkel het deel boven de overloop mag gerekend worden als bufferend. De regenwaterputten kunnen elke woning voorzien van een hoeveelheid beschikbaar water.
  • Om schadelijk effecten te vermijden en te compenseren zijn, uit het oogpunt van onze terreinkennis met betrekking tot het afwaartse gebied, volgende voorwaarden van toepassing:

        Er moet een infiltratievoorziening met effectief buffervolume van minstens 330 m³/ha verharde oppervlakte (100% alle openbare én private) worden voorzien. Met de vooropgestelde opsplitsing (in eerste instantie 250 m³/ha beschikbaar voor infiltratie; boven dit volume een vertraagde afvoer waardoor nog eens een volume van 80 m³/ha beschikbaar is voor buffering met vertraagde afvoer) kan de Provinciale Dienst Waterlopen akkoord gaan.

        Op de buffervoorziening moet een overloop aanwezig zijn die voldoet aan de voorwaarden van vertraagde afvoer nl. een maximum afvoerdebiet van 10 liter/sec/ha.

        De infiltratievoorziening (maximaal 1m-MV) moet een infiltratie-oppervlakte van minstens 400 m²/ha aangesloten verharde oppervlakte hebben.

        In de berekening van het noodzakelijke buffervolume moet de bebouwbare oppervlakte per kavel voor 100 % (en niet 80 m²) meegerekend worden.

        De infiltratie/buffervoorziening moet een open volume zijn, waarop alle overlopen worden aangesloten (cf. art. 9 GSV)

        cf. de beginselen en de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid mag geen grondwater naar het oppervlaktewatersysteem worden afgevoerd.

  • De bestaande afwatering van de omliggende percelen gegarandeerd dient te blijven. Afvloei van hemelwater naar aanpalende zones voor infiltratie/buffering mag enkel op de eigen terreinen plaats vinden. Het kan niet de bedoeling zijn buurpercelen wateroverlast te bezorgen.

 

Vlaamse Milieumaatschappij - Afdeling Operationeel Waterbeheer

Het dossier werd op 8 januari 2020 voor advies overgemaakt aan de Vlaamse Milieumaatschappij - afdeling operationeel waterbeheer. De adviesinstantie bracht op 21 januari 2020, ontvangen op 27 januari 2020 volgend advies uit:

'Onder verwijzing naar artikel 1.3.1.1. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, werd onderzocht of er een schadelijk effect op de waterhuishouding uitgaat van de geplande ingreep. Deze adviesverlening geldt voor het domein grondwater in uitvoering van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006.

 

De locatie te Deerlijk, zoals beschreven in de aanvraag, is volgens de watertoetskaarten beperkt mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Mogelijke schadelijke effecten op het grondwater zouden kunnen ontstaan als gevolg van veranderingen in infiltratie van hemelwater, kwaliteitsverlies van grondwater en de wijziging in grondwaterstroming.

 

De aanvraag omvat het verkavelen van gronden met aanleg van wegenis.

 

Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de verkaveling met wegenis minstens voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten e.a. (GSV). Deze verordening legt op dat altijd en overal geïnfiltreerd dient te worden tenzij wordt aangetoond dat dit niet haalbaar is.

 

De VMM had in eerste instantie een ongunstig advies gegeven voor dit project (ons kenmerk WT 2018 G 0641) omdat slechts heel beperkt werd ingezet op infiltratie van het hemelwater. Het rioleringsontwerp werd in overleg, ook samen met de Provincie West-Vlaanderen, aangepast zodat er in eerst een volume 250 m3/ha beschikbaar was voor infiltratie. Boven dit volume werd een vertraagde afvoer voorzien zodat er nog eens een volume van 80 m3/ha beschikbaar was voor buffering met vertraagde afvoer. Het aangepaste rioleringsontwerp was in overeenstemming met wat werd afgesproken en werd bijgevolg gunstig geadviseerd (ons kenmerk WT 2018_2).

 

In het nieuwe ontwerp is er door aanpassing van de weginfrastructuur ongeveer 10% minder verharde oppervlakte. Het principe van de hemelwaterhuishouding werd wel behouden. We verwijzen daarom verder naar ons eerdere advies met kenmerk WT 2018 G 0641_2).

 

BESLUIT

Het project wordt gunstig geadviseerd en is in overeenstemming te brengen met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid met betrekking tot het aspect grondwater.

Bijkomende aandachtspunten in het kader van de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid:

  • de aanleg van riolering moet in overeenstemming zijn met de bepalingen van Vlarem II en de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • de volledig gescheiden aansluiting moet uitgevoerd worden conform art. 6.2.2.1.2 § 3 van Vlarem II.
  • er geldt een verbod op het gebruik van pesticiden op alle terreinen in gebruik voor een openbare dienst.'

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient deels te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woonuitbreidingsgebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s)zijnde artikel 5.1.1 luiden als volgt :

 

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

De aanvraag voorziet in groepswoningbouw waardoor deze in overeenstemming is met de voorschriften van het gewestplan. Dit neemt niet weg dat de wenselijkheid van een dergelijke ontwikkeling dient te worden afgetoetst aan de goede ruimtelijke ordening, waaronder de beleidsmatig gewenste ontwikkelingen (zie verder).

 

De aanvraag dient eveneens getoetst te worden aan de bepalingen van het gemeentelijk RUP Sportcomplex voor wat betreft de inrichting van de groenzone en de over te dragen gronden voor de inrichting van de sportterreinen.

De zone is bestemd voor dagrecreatie op gemeentelijk niveau met als hoofdfunctie sportcomplex. De resterende ruimte kan worden gebruikt voor de aanleg van speelruimte, ondergeschikt aan de primaire sportinfrastructuur. Door de ligging van de speelzone/groenzone bij de verkaveling wordt de verdere ontwikkeling van de hoofdfunctie als sportcomplex niet gehypothekeerd. Bij de inrichting van de groenzone is rekening gehouden met de bepalingen van de overdrukzone van het groenscherm waarbij een minimale breedte van 8 m als groen ingericht wordt en dat het groen bestaat uit streekeigen beplanting die ook tijdens de winter een voldoende afscherming garandeert.

 

7.2    Resultaten openbaar onderzoek en behandeling bezwaarschriften

Het college van burgemeester en schepenen heeft, als vergunningverlenend bestuur, in zitting van 6 mei 2020 de ingediende bezwaren behandeld.

Alle bezwaren zijn tijdig ingediend en aldus ontvankelijk.

Over de ingediende bezwaren werd door het college volgend standpunt ingenomen:

 

4)   In Tapuitstraat/Stationsstraat is extra verkeersoverlast, komt de verkeersveiligheid in het gedrang en is er gevaar voor de kinderen

Binnen de verkaveling wordt alle verkeer gebundeld en wordt via één centrale ontsluitingsweg aangesloten op de Tapuitstraat. De aansluiting op de Tapuitstraat is voldoende ver verwijderd van de bocht waardoor de aansluiting op de Tapuitstraat een afdoende overzicht kan bieden vanuit de verkaveling. Ook is de breedte van de nieuwe ontsluitingsweg op de Tapuitstraat voldoende breed waardoor uitrijdend verkeer zich op dusdanige wijze kan positioneren dat zij een duidelijk zicht hebben op aankomend verkeer. Bovendien geldt binnen de Tapuitstraat een snelheidsregime van 50 kilometer per uur, waardoor ook het aankomend verkeer een degelijk overzicht zal hebben op het kruispunt.

 

De impact op het verkeer zal hoofdzakelijk plaats vinden tijdens de spitsuren. Een deel zal invoegen in het verkeer via de Stationsstraat en een aantal zal wegrijden via de Tapuitstraat naar de Pontstraat. Bijgevolg zal een zekere spreiding ontstaan van het verkeer. Buiten de spitsuren zal de verkeersimpact veel kleiner zijn.

 

In de bezwaren wordt tevens verwezen naar de aanwezigheid van de kinderboerderij. Deze bevindt zich daarentegen op een afstand van circa 475 meter van de voorziene aansluiting van de toegangsweg van de verkaveling op de openbare weg. Aangezien verkeer zich bovendien verspreid in de tijd zal verplaatsen, kan worden aangenomen dat dit geen bijkomend risico zal vormen.

 

5)   De bijkomende verkeersdruk leidt tot (lucht)vervuiling

De aanvraag betreft een zuiver residentieel project. De potentiële vervuiling vloeit dan ook enkel voort uit de verplaatsingen via personenwagen. Andere vormen van emissies vallen niet te verwachten.

 

Doordat verkeer zich gespreid over de tijd verplaatst, kan worden aangenomen dat de impact op de luchtkwaliteit beperkt zal zijn.

 

6)   De Tapuitstraat is niet ingericht voor de afwikkeling van drukke verkeerssituaties

De bezwaarindieners vrezen dat de voorziene ontwikkeling tot een verkeersinfarct zal leiden, onder andere omdat in de Tapuitstraat geen kruisend verkeer mogelijk zou zijn.

 

Dit standpunt wordt niet gevolgd. De Tapuitstraat richting Stationsstraat is afdoende ingericht om kruisend verkeer toe te staan. Zo is er op heden reeds een ontsluiting van de winkelketen Okay aanwezig waardoor op heden het verkeer reeds kruist.

De Stationsstraat bestaat uit twee duidelijk afzonderlijk gemarkeerde wegdekken, waardoor ook redelijkerwijze kan worden aangenomen dat deze geschikt is om het gegenereerde verkeer te verwerken.

 

In de rijrichting naar de Lisbonnastraat/Klijtstraat/Pontstraat wordt de Tapuitstraat door een beperktere asfaltstrook gekenmerkt. Naast deze asfaltstrook zijn echter afdoende uitwijkmogelijkheden (grindverharding) voorhanden. Hierdoor is er weldegelijk kruisend verkeer mogelijk.

 

7)   Impact van bebouwing op de waterhuishouding ten gevolge van niveauverschillen

De aanvraag voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater. Deze verordening houdt rekening met alle bijkomende verhardingen. Bijgevolg kan redelijkerwijze worden aangenomen dat alle niet-waterdoorlatende verharding wordt gecompenseerd en bijgevolg geen bijkomende hinder kan worden verwacht.

 

In het kader van de watertoets werd ook een positief advies ontvangen van de Vlaamse Milieumaatschappij, Operationeel Waterbeheer en een voorwaardelijk gunstig advies van de Provincie West-Vlaanderen, dienst Waterlopen. Door de voorwaarden uit beide adviezen over te nemen bij afgifte van de vergunning kan er bijgevolg geoordeeld worden dat de schadelijke effecten op de waterhuishouding beperkt zullen zijn.

 

Bovendien zijn nagenoeg alle loten bestemd voor bebouwing niet gelegen binnen (mogelijk) overstromingsgevoelig gebied. Enkel een 3-tal loten aan de noordzijde van het project en de voorziene groenzone zijn gelegen binnen een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Bijgevolg valt er geen impact op de bestaande, noch op de voorziene woningen te verwachten.

 

8)   Aanwezigheid van ondergrondse leidingen onder meer in de voorziene groenzone zijn niet opgenomen en afvoer moet gegarandeerd blijven

Het loutere feit dat één kaart in de motivatienota bepaalde ondergrondse leidingen niet vermeldt houdt niet noodzakelijkerwijze in dat de aanwezigheid van deze leidingen niet gekend zouden zijn aan de vergunningsaanvrager.

 

Bovendien zijn deze kwestieuze leidingen op privé-eigendom van de vergunningsaanvrager gelegen, waardoor de aanwezigheid van deze leidingen in se een burgerrechtelijk aspect uitmaakt. Vergunningen worden steeds verleend onder voorbehoud van burgerlijke rechten en vormen aldus op zich geen machtiging voor het verwijderen of supprimeren van de aanwezige leidingen.

 

De aanvraag voorziet niet in het tenietdoen van bepaalde erfdienstbaarheden, waardoor eventuele rechten van omwonenden onverlet worden gelaten.

 

Bovendien lijkt het aangevraagde project een oplossing te kunnen bieden door de voorziene infrastructuurwerken. Desgevallend kan worden aangesloten op voorziene riolering binnen de aanvraag.

 

9)   Gebrek aan contactname door de vergunningsaanvrager

Alhoewel contactname door de vergunningsaanvrager enkel kan worden aangemoedigd, bestaat hiertoe geen decretale verplichting.

Een gebrek aan communicatie vormt aldus geen weigeringsgrond in het kader van een vergunningsaanvraag.

 

10)             Stijl van de woning is niet duidelijk

De bouw van de woningen is niet voorzien in de voorliggende aanvraag die enkel strekt tot de terreinaanlegwerken en het verkavelen van de gronden. De verkavelingsvoorschriften leggen geen specifieke stijl op voor de woningen. Wel wordt opgelegd dat per fase de woningen architecturaal op elkaar dienen te worden afgestemd.

De overeenstemming met de onmiddellijke omgeving dient te worden beoordeeld op niveau van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen.

 

7.3         Bespreking adviezen

Hulpverleningszone Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies stipt nageleefd moeten worden.

 

Provincie West-Vlaanderen - dienst Waterlopen

In het advies van de Provinciale dienst waterlopen zijn een aantal voorwaarden opgenomen teneinde te kunnen oordelen dat geen schadelijke effecten te verwachten zijn op het bestaande watersysteem. Gelet op de specifieke problematiek en de kennis ter zake dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies stipt nageleefd moeten worden.

 

VMM – Afdeling Operationeel waterbeheer

In het advies van de VMM zijn een aantal bijkomende aandachtspunten opgenomen in het kader van de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid. Gelet op de specifieke problematiek en de kennis ter zake dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies stipt nageleefd moeten worden.

 

7.4    Wegenis

Buurtwegen 41 en 89

Binnen de contour van het verkavelingsplan is voorzien in een verlegging van de buurtwegen 41 en 89 op de kadastrale percelen 335C, 328A, 334 en 346A.

De gemeenteraad besliste in zitting van 28 mei 2020 het gewijzigde rooilijnplan voor de delen van de buurtwegen 41 en 89 gelegen binnen de grenzen van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden (OMV_2019120619) goed te keuren.

 

Zaak der wegen

De omgevingsvergunning voor het verkavelen van de gronden omvat de aanleg van nieuwe verkeerswegen. Daarom diende de gemeenteraad een besluit te nemen over de zaak van de wegen. De gemeenteraad heeft in zitting van 28 mei 2020 het volgende beslist:

De gemeenteraad besluit het wegenisontwerp  zoals opgenomen in het wegenisdossier bestaand uit de voorliggende plannen, zijnde grondplannen bestaande toestand, ontworpen wegenis, ontworpen riolering, lengteprofielen, dwarsprofielen, detailtekeningen en bijbehorend bestek, meetstaat, raming en verklaring kosteloze grondafstand, met dossiernummer OMV_2019120619, opgemaakt door Infraplan bvba, Tuttegemtraat 30 te 9870 Zulte goed te keuren mits volgende voorwaarden na te leven:

  • De gegroepeerde wooneenheden of gebouwen moeten opgetrokken worden met een energieprestatiepeil lager dan E20 of voorzien in hun volledige verwarmingsbehoefte door middel van hernieuwbare energiebronnen zodat de wegenis als ontsloten beschouwd kan worden in het kader van de decretaal opgelegde aansluitbaarheidsgraad voor het aardgasnet. Bijgevolg is de verkavelaar niet verplicht een aardgasdistributienet in het project te laten aanleggen;
  • De verkavelaar moet instaan voor de plaatsing van de nodige straatnaamborden, waarvan het type wordt bepaald door de gemeente.

 

Verkavelingsovereenkomst

De verkavelingsovereenkomst tussen verkavelaar en gemeente werd opgemaakt op 23 juli 2020 en door de beide partijen (gemeentebestuur en verkavelaar) ondertekend.

 

Deze overeenkomst regelt de grondafstand, de uitvoering van wegenis- en rioleringswerken, voetpaden, groenaanleg, de aanleg van nutsleidingen enz., evenals de hoegrootheid van de financiële borg die gesteld moet worden door de verkavelaar ter waarborging van de uitvoering van de eerder genoemde werken en de manier van vrijgave van de borg.

 

Volgende grondafstand is voorzien:

-          De voor publiek gebruik bestemde wegenis, parkeerzones en groenzone met bijhorende ondergrond, kadastraal gekend onder 2de afdeling, sectie D, nrs. 333a (deel), 334 (deel), 335c (deel), 346a (deel), 350b (deel) en 351a (deel). (het geel aangeduide deel volgens het verkavelingsplan)

-          De voor publiek gebruik bestemde groenzone, kadastraal gekend onder 2de afdeling, sectie D, nr. 328a (deel) (het lot 96 volgens het verkavelingsplan)

-          De aan de aanvrager toebehorende gronden, kadastraal gekend onder 2de afdeling, sectie D, nrs. 305h, 313a, 315c, 316b en deel 328a. (de loten 97 en 98 volgens het verkavelingsplan)

 

7.5    Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

-       Functionele inpasbaarheid en beleidsmatig gewenste ontwikkeling

De eigendom sluit in het noorden en oosten aan bij reeds bestaande bebouwing in woonuitbreidingsgebied, enerzijds historisch gegroeide woningen en anderzijds een goedgekeurde verkaveling. Ten zuiden en westen zijn nog een aantal solitaire woningen/hoevegebouwen aanwezig. De aanvraag is bijgevolg gelegen binnen een gebied dat reeds is gekenmerkt door bebouwing (binnen hetzelfde woonuitbreidingsgebied). Deze bebouwing is ten noorden en ten oosten eveneens van een gelijkaardige typologie van bebouwing en perceelsindeling. De aanvraag sluit bijgevolg aan op de onmiddellijke omgeving en leidt niet tot een aantasting van een kwalitatief open ruimtegebied. De wel nog kwalitatieve open ruimte ten zuiden van de aanvraaglocatie richting Veemeersen wordt integraal gevrijwaard. De ontwikkeling van dit deel van het woonuitbreidingsgebied kan bijgevolg worden beschouwd als een kwalitatieve afwerking van de reeds bestaande bebouwing aan de Tapuitstraat, Knokbosstraat en Sint-Elooistraat.

 

Het college is dan ook van oordeel dat de ontwikkeling van de aanvraaglocatie als sluitstuk, door de aanzienlijke ruimtelijke en sociale meerwaarde (zie verder) die kan worden gecreëerd, aanvaardbaar is.

 

Een verdere ontwikkeling van de rest van het kwestieuze woonuitbreidingsgebied, wordt daarentegen niet als wenselijk beschouwd aangezien dit deel wél nog zijn karakter van openruimtegebied heeft behouden en een rechtstreekse link heeft met de ruimere omgeving van de Veemeersen. 

 

-       Mobiliteitsimpact:

In de verkaveling worden verkeersluwe woonstraten ingericht die gekoppeld zijn aan een centrale ontsluitingsweg. Dit zorgt ervoor dat de mogelijke conflictsituaties op de bestaande gemeentewegen beperkt wordt en dat doorgaand verkeer doorheen de verkaveling niet mogelijk is. De aansluiting op de Tapuitstraat is voldoende ver verwijderd van de bocht zodat voldoende zichtbaarheid zal zijn op het verkeer op de Tapuitstraat.

 

De straten in de verkaveling zijn zo ingericht dat die verkeersveilig zijn en gericht zijn op bestemmingsverkeer. In de verkaveling wordt eveneens voorzien in een netwerk van wandelpaden tussen de verschillende lussen voor autoverkeer en gekoppeld aan de groenzones. Ook worden de bestaande buurtwegen in het project geïntegreerd waardoor een kwalitatieve trage verbinding gerealiseerd kan worden naar de toekomstige sportterreinen of op heden naar het CSA-project. Er worden in het project voldoende parkeerplaatsen voorzien zowel op privaat terrein als op het gedeelte openbaar domein. De publieke parkeerplaatsen liggen voldoende verspreid in de verkaveling teneinde een maximaal gebruik te optimaliseren.

 

-       De schaal:

De verkaveling voorziet het bouwen van eengezinswoningen van zowel het open, halfopen als gesloten bebouwingstype waardoor de verkaveling op schaal van de omgeving is. Ook de woningen zelf zullen zich maximaal integreren gezien de voorziene kroonlijst- en nokhoogtes als gebruikelijk beschouwd worden binnen een residentiële verkaveling en aansluiten bij de hoogtes van de aanpalende bestaande woningen.

 

-       Het ruimtegebruik en de bouwdichtheid:

Op het niveau van de verkaveling wordt een woondichtheid van 23 woningen/ha gerealiseerd waarbij iedere woning beschikt over een private buitenruimte. Deze dichtheid is hoger dan de standaard dichtheid voor buitengebied maar lager dan de standaard stedelijke dichtheid. Ook de onmiddellijk omliggende bebouwing wordt gekenmerkt door een (iets) hogere densiteit dan de richtwaarde van minimum 15 woningen per hectare. Zo wordt het noordelijke aanpalende woonlint aan de Tapuitstraat gekenmerkt door een dichtheid van circa 20 woningen per hectare. Aangezien in de verkaveling bovendien voorzien is in kwalitatieve gemeenschappelijke groenvoorzieningen, zowel in de verkaveling zelf als aan de randen ervan, is de voorziene dichtheid aanvaardbaar in de omgeving.

 

Bovendien plant de gemeente in de toekomst een verdere ontwikkeling van het voorzieningenniveau in de omgeving door het oprichten van een sportcomplex, waardoor een residentiële ontwikkeling van dergelijke densiteit in de onmiddellijke nabijheid aanvaardbaar is. Ten overvloede kan worden vastgesteld dat de voorziene grondoverdracht de kwalitatieve ontwikkeling van de zone voor sport en gemeenschapsvoorzieningen zelfs bespoedigt, waardoor een globale meerwaarde voor alle inwoners van de gemeente wordt bewerkstelligd.

 

De kwalitatieve inrichting die een meerwaarde biedt voor de huidige omwonenden en de toekomstige bewoners van de verkaveling en de voormelde sociale meerwaarde ten gevolge van de voorliggende aanvraag, doen besluiten dat de aanvraag getuigt van een weloverwogen ruimtegebruik en aanvaardbare schaal.

 

-       Visueel-vormelijke aspecten:

De verkaveling wordt ontworpen met aandacht voor kwalitatieve groenzones, zichtassen op de naastliggende open ruimte, uniformiteit van de afsluitingen langs het openbaar domein, met een variatie in de wegenisinfrastructuur, duurzaam materiaalgebruik, etc. Deze elementen zullen mee de kwaliteit van het project bepalen. Wat de woningen betreft is in de voorschriften van de verkaveling opgenomen dat de woningen per groep architecturaal op elkaar dienen te worden afgestemd. De inplanting van de woning voorziet ook een verspringende voorgevellijn waardoor de voortuinstroken zullen variëren van diepte en het straatbeeld bijgevolg een zekere levendigheid zal krijgen. De visueel-vormelijke impact van de ontwikkeling zal bijgevolg positief zijn.

 

-       Cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf:

Op het terrein is op heden een lichte depressie aan de westelijke rand van de verkaveling. Door op deze plaats de groenzone met infiltratievoorzieningen aan te leggen wordt maximaal gebruik gemaakt van het bestaande reliëf om gravitaire afwatering mogelijk te maken.

Langs de zuidelijke randen van het plangebied zijn een aantal mooie grote bomen en knotwilgen aanwezig. Deze bestaande context wordt zoveel als mogelijk behouden in de verkaveling. In de zuidoostelijke hoek van de verkaveling worden de bestaande bomen geïntegreerd in een nieuwe over te dragen groenzone op schaal van de buurt met zicht op de zuidelijk gelegen open ruimte.

 

-       Hinderaspecten:

Hinderaspecten op de aanpalende eigendommen werden zo veel als mogelijk beperkt door de woningen in te planten op een voldoende afstand van de aanpalende percelen, tuinzones te laten palen aan de aanpalende tuinzones, een bufferzone te voorzien ten opzichte van de woningen Tapuitstraat 101-111, aanpassingen van het terrein (ophogingen/afgraving) uit te voeren tot op maximaal 2 m van de eigendomsgrenzen, de toegangsweg te voorzien op voldoende afstand van de bestaande woningen en de hoogte van de woningen af te stemmen op de bestaande hoogtes van de omliggende woningen.

 

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.6    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Voor wat betreft de beoordeling van de watertoets wordt verwezen naar de ingewonnen externe advies van zowel de VMM als de Provinciale dienst der Waterlopen. Beide adviezen worden in het kader van de watertoets overgenomen tot de zijne.

 

7.7    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten en 10e – aanleg wegenis.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). De mogelijke effecten op de omgeving werden in het omgevingsloket toegevoegd. Uit de analyse is gebleken dat de milieueffecten van dit project niet aanzienlijk zijn zodat de opmaak van een milieueffectenrapport niet noodzakelijk is. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

7.8    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.9    Erfgoed-/archeologietoets

De aanvraag is vergezeld van een bekrachtigde archeologienota en een archeologienota die stilzwijgend bekrachtigd werd, beiden kaderend in het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, gezien de totale oppervlakte van het kadastrale perceel groter is dan 3.000 m² en de bodemingreep groter is dan 1.000 m². De archeologienota’s werd opgemaakt onder de supervisie van een erkend archeoloog.

Omdat het archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem niet of niet volledig kon worden uitgevoerd voorafgaand aan het indienen van de aanvraag van de omgevingsvergunning moet de aanvrager na het verkrijgen van de vergunning dat onderzoek alsnog uitvoeren, en op basis daarvan een bekrachtigde nota bekomen. Bijgevolg dient in de voorwaarden bij afgifte van de vergunning het volgende opgenomen te worden.

De maatregelen in de archeologienota’s bekrachtigd op 12 januari 2018 en stilzwijgend bekrachtigd met referentienummers https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/6120 en 7745 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma in die bekrachtigde archeologienota en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. Na de uitvoering ervan moet een bekrachtigde nota bekomen worden. De maatregelen in die bekrachtigde nota moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma in de nota, de voorwaarden bij de bekrachtiging, en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

 

7.10          Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.11          Decreet grond- en pandenbeleid

Uitvoeren last bescheiden woonaanbod

De voorliggende bouwaanvraag voorziet in een verkaveling van 83 loten waarbij de percelen aansluiten op door dezelfde bouwheer te ontwikkelen gronden en die samen meer dan een halve hectare beslaan. Overeenkomstig 4° van artikel 4.2.1 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid zijn de normen bescheiden woonaanbod van toepassing op de voorliggende bouwaanvraag. Er dient een norm verwezenlijkt te worden van ten minste 20% van het aantal te verwezenlijken woningen, zijnde minstens 17 woningen. De eigenaar voorziet deze te realiseren in natura binnen een periode van 8 jaar na afgifte van de vergunning.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

a.      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

b.      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

c.      Het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid.

d.      Het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 2020 betreffende de maatregelen getroffen voor de omgevingsvergunningsprocedures en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen oordeelt dat een ontwikkeling van de site gekoppeld aan een kosteloze grondoverdracht van de percelen binnen recreatiegebied de juridische toets doorstaat en dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

Bijgevolg besluit het college van burgemeester en schepenen tot aflevering van de omgevingsvergunningsaanvraag.aan DEBAERE NV gevestigd Steenweg Deinze 150 te 9810 Nazareth voor het verkavelen van grond in 98 loten waarvan 82 loten voor woningbouw met wegenisaanleg en aanhorigheden op een perceel gelegen aan de Tapuitstraat, Knokbosstraat, SInt-Elooistraat en Paterstraat en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 305 H, (afd. 2) sectie D 313 A, (afd. 2) sectie D 315 C, (afd. 2) sectie D 316 B, (afd. 2) sectie D 328 A, (afd. 2) sectie D 333 A, (afd. 2) sectie D 334, (afd. 2) sectie D 335 C, (afd. 2) sectie D 346 A, (afd. 2) sectie D 350 B en (afd. 2) sectie D 351 A.

 

Aan de omgevingsvergunning worden volgende voorwaarden verbonden:

          De voorwaarden geformuleerd in de adviezen van Fluvia, de Provinciale dienst Waterlopen en de VMM, zoals ook opgenomen in het overwegend gedeelte van de vergunning, dienen strikt gevolgd te worden.

          De voorwaarden geformuleerd door de gemeenteraad in zitting van 28 mei 2020 moeten stipt nageleefd worden. De voorwaarden luiden als volgt:

          De gegroepeerde wooneenheden of gebouwen moeten opgetrokken worden met een energieprestatiepeil lager dan E20 of voorzien in hun volledige verwarmingsbehoefte door middel van hernieuwbare energiebronnen zodat de wegenis als ontsloten beschouwd kan worden in het kader van de decretaal opgelegde aansluitbaarheidsgraad voor het aardgasnet. Bijgevolg is de verkavelaar niet verplicht een aardgasdistributienet in het project te laten aanleggen;

          De verkavelaar moet instaan voor de plaatsing van de nodige straatnaamborden, waarvan het type wordt bepaald door de gemeente.

          De maatregelen in de archeologienota met referentienummer https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/10786 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die archeologienota, inclusief de opgelegde voorwaarden, en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

          De verkavelaar moet instaan voor alle noodzakelijk uitrustingswerken (riolerings- en wegeniswerken, nutsvoorzieningen en omgevingswerken) en grondafstand zoals opgenomen in de ondertekende verkavelingsovereenkomst.

 

Aan de omgevingsvergunning worden volgende lasten verbonden: de aanvrager dient, op eerste verzoek hiertoe na de definitieve oplevering van de groenzone, over te gaan tot de kosteloze eigendomsoverdracht aan de gemeente van alle, op het bij de aanvraag gevoegde plan van eigendomsoverdracht hiertoe aangeduide, gronden, meer bepaald:

          De voor publiek gebruik bestemde wegenis, parkeerzones en groenzone met bijhorende ondergrond, kadastraal gekend onder 2de afdeling, sectie D, nrs. 333a (deel), 334 (deel), 335c (deel), 346a (deel), 350b (deel) en 351a (deel).

          De voor publiek gebruik bestemde groenzone, kadastraal gekend onder 2de afdeling, sectie D, nr. 328a (deel).

          De aan de aanvrager toebehorende gronden, kadastraal gekend onder 2de afdeling, sectie D, nrs. 305h, 313a, 315c, 316b en deel 328a.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

OMV 2020_113 - Klijtstraat 110 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het renoveren van een bestaande woning en het bouwen van een carport, op een perceel gelegen Klijtstraat 110 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 476 H aangevraagd door Legein - Fiems wonende Klijtstraat 110 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  28 juli 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        de nieuwe delen van de tuinmuur (tussen de woning en carport en tussen carport en zijperceelsgrens) kunnen enkel toegestaan worden indien deze voldoen aan de bepalingen van het vrijstellingsbesluit en bijgevolg een hoogte hebben tot maximaal 2 m in de zijtuin.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 april 1978 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een dubbelwoonst tot 1 landelijke woning (wijziging).

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 juni 1979 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een landelijke woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Klijtstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg ten zuiden van de E17. De Klijtstraat wordt gekenmerkt door zowel landbouwgronden, residentiële bebouwing als landbouwbedrijven. De woning van de aanvrager ligt in een cluster van eengezinswoningen in hoofdzaak van het vrijstaande type. De woning van de aanvrager betreft een vrijstaande eengezinswoning bestaand uit één bouwlaag met een mezzanine deels afgewerkt met een plat dak en deels met een hellend dak, op een perceel met een oppervlakte van 2.819 m².

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst de bestaande eengezinswoning te renoveren. De huidige indeling blijft behouden. De woning wordt ingepakt met een laag van 20 cm isolatie en wordt bepleisterd in een witte kleur. De wit gepleisterde gevelbekleding wordt op enkele plaatsen onderbroken door houten gevelbekleiding. De bestaande dakbedekkingen worden vernieuwd en ook het dak wordt bijkomend geïsoleerd. De dakbedekking wordt vervangen door geïsoleerde sandwichpanelen in donkergrijze kleur. In de rechterzijgevel van de woning worden de grote ramen naar beneden toe open gemaakt.

Naast de woning is een carport aanwezig. De aanvrager wenst deze te slopen en een nieuwe te plaatsen. De nieuwe carport zal een oppervlakte hebben van 38,50 m² en wordt ingeplant op 3 m van de linkerzijperceelsgrens en op dezelfde voorbouwlijn als de woning. Tenslotte wenst de aanvrager de huidige tuinmuur in het verlengde van de voorgevelbouwlijn te verlengen om de carport visueel te verbinden met de bestaande woning. De bestaande oprit naar de woning blijft behouden alsook de bomen in de voortuinstrook.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de bestemmingsvoorschriften van het agrarisch gebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt:

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

De aanvraag valt onder de basisrechten voor zonevreemde constructies van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening voor wat betreft de verbouwing van de zonevreemde woning waarbij artikel 4.4.12 stelt dat in alle bestemmingsgebieden de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor het verbouwen van een bestaande zonevreemde woning op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal, waarbij artikel 4.4.15 stelt dat het uitbreiden vergunbaar is voor zover het bouwvolume beperkt blijft tot ten hoogste 1.000m³ en op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal, waarbij artikel 4.1.1 stelt dat het aanbrengen van isolatie aan de buitenzijde van een woning tot een maximum van 26 cm wordt beschouwd als aanpassingswerken binnen het bestaande volume en waarbij artikel 4.4.11 stelt dat de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening onverkort geldt bij de afgifte van een vergunning.

In het voorliggend ontwerp blijft het aantal woongelegenheden behouden en is de aangebrachte buitenisolatie minder dan 26 cm waardoor het een verbouwing betreft binnen het bestaande bouwvolume. De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening (zie onder). De aanvraag voldoet aan de bepalingen van de codex en is bijgevolg in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan.

 

De carport wordt geplaatst in de zijtuin bij de woning, op een afstand van minstens 3 m van de zijperceelsgrens, met een oppervlakte kleiner dan 40 m² en met een hoogte beperkt tot 3,50 m zodat de plaatsing van de carport onder het toepassingsgebied van het besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning vereist is, valt.

Voor het plaatsen van een tuinmuur bij een zonevreemde woning is geen vergunningsbasis voorzien in de Vlaamse codex ruimtelijke ordening. De nieuwe delen van de tuinmuur kunnen bijgevolg enkel geplaatst worden als deze ook voldoen aan de bepalingen van het vrijstellingsbesluit zijnde afsluitingen tot een hoogte van twee meter in de zijtuin bij de eengezinswoning. Aangezien de voorziene tuinmuur een hoogte heeft van 3,35 m dien dient bij afgifte van de vergunning als bijkomende voorwaarde opgelegd te worden dat de tuinmuur zich moet beperken tot een hoogte van 2 m.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Klijtstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft voor wat betreft de woning geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en de oppervlakte van de carport is kleiner van 40 m². De eigendom ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een bestaande eengezinswoning in een omgeving die ondermeer gekenmerkt wordt door eengezinswoningen zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De aanvraag heeft geen betrekking op de uitbreiding van de woning waardoor de aanvraag geen impact heeft op ruimtegebruik en de bouwdichtheid en bijgevolg ook niet op de kwaliteit van de private buitenruimte bij de woning. Het isoleren van de woning heeft een positieve impact op de woonkwaliteit. De nieuwe gevelafwerking zal eenzelfde kleur hebben als de bestaande en de bestaande bomenrij vooraan het perceel blijft behouden zodat de aanvraag geen impact zal hebben op het bestaande straatbeeld.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Legein - Fiems wonende Klijtstraat 110 te 8540 Deerlijk, voor het renoveren van een bestaande woning en het bouwen van een carport, op een perceel gelegen Klijtstraat 110 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 476 H, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        de nieuwe delen van de tuinmuur (tussen de woning en carport en tussen carport en zijperceelsgrens) kunnen enkel toegestaan worden indien deze voldoen aan de bepalingen van het vrijstellingsbesluit en bijgevolg een hoogte hebben tot maximaal 2 m in de zijtuin.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

OMV 2020_87 - Klokkestraat 2 en 4 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van twee gekoppelde eengezinswoningen waavan één met aangebouwde carport, op een perceel gelegen Klokkestraat 2 en 4 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 182 M2 en (afd. 2) sectie E 182 L2 aangevraagd door Luc Taelman namens Bouwwerken Taelman NV gevestigd Vijvestraat 39 te 8720 Dentergem.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  28 juli 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        In de voortuin moet telkens een boom van 3e of 4e categorie aangeplant worden.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Sint-Lodewijk centrum, goedgekeurd door de deputatie op 1 september 2011, met als bestemming zone voor wonen en beperkte nevenfuncties.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de niet-vervallen verkaveling die door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd werd op 28 september 2016 (dossiernummer gemeente: 1122-3/20164), alsook binnen de grenzen van de verkavelingswijziging goedgekeurd op 16 mei 2018 (dossiernummer gemeente: VK 2017.25)

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkavelingsvoorschriften zijn van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt beperkt af van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen op de loten 14 en 15 van de recente verkaveling Windhalmlaan. De verkaveling bevindt zich in het centrum van Sint-Lodewijk in het binnengebied van de Oliebergstraat – Kapelstraat – Windhalmlaan. De woningen in de omgeving hebben zowel een open, halfopen als gesloten typologie.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Het ontwerp voorziet de bouw van twee halfopen eengezinswoning opgebouwd uit twee bouwlagen en een plat dak met een maximale hoogte van 6,10 m. De beide woningen bevinden zich binnen het bouwkader opgelegd door de verkaveling; op minimum 5 m van de rooilijn (ter hoogte van de rechterzijperceelsgrens van lot 14 en ter hoogte van de voorzijde), op 3,40 m van de linkerzijkavelgrens en aan de achterzijde net iets meer dan 8 m ten opzichte van de achterkavelgrens. Bij het lot 15 is in de linkerzijtuinstrook een carport ingeplant, gekoppeld aan de carport op het aanpalende perceel. De woning op lot 14 heeft een breedte van 7,80 m en deze op lot 15 7,60 m. De bouwdiepte bedraagt bij de beide woningen zowel op het gelijkvloers als op de verdieping 11,50 m. De woning op het lot 14 heeft aan de voorzijde wel een terugsprong van 1,60 m over een deel van het verdiepingsgedeelte. Op het gelijkvloers bevinden zich telkens een inkomhal met toilet, een zithoek, een eethoek, een keuken, bij de woning op lot 15 een wasplaats/berging en bij de woning op lot 14 een inpandige garage met geïntegreerde wasplaats/berging. Op het verdiep worden telkens 4 slaapkamers, een badkamer, een nachthal met toilet en een berging voorzien. De woning wordt opgebouwd als een strakke, moderne woning afgewerkt met volgende gevelmaterialen: een witte gevelbepleistering met bepaalde accenten in een zwarte gevelbekleding. De aangebouwde carport op lot 15 heeft een breedte van 3,40 m op een diepte van 6 m en wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 3 m. De carport wordt opgetrokken in dezelfde materialen als het hoofdgebouw en de dakrand wordt afgewerkt met een gevelbekleding in aluminium. De carportconstructie is langs 3 zijden volledig open. Naar de carport en de inpandige garage wordt in de voortuin een oprit aangelegd in dolomiet met daarop een aftakking naar de voordeur. In de achtertuin wordt telkens een terras voorzien over de breedte van de woning en met een diepte van 3 m. Tussen de beide terrassen wordt een tuinmuur doorgetrokken tegen de achtergevel van de woning. De beide percelen worden omzoomd met een haag met een hoogte van 2 m en in de voortuinen wordt een haag van 0,75 m voorzien.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 19 juni 2020 tot 18 juli 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het gemeentelijk RUP Sint-Lodewijk centrum, goedgekeurd door de deputatie op 1 september 2011.

Gezien de voorschriften van het RUP overgenomen werden in de voorschriften van de verkaveling wordt er voor de toetsing van de aanvraag aan het RUP verwezen naar de toetsing aan de verkaveling.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de niet-vervallen verkaveling die door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd werd op 28 september 2016 (dossiernummer gemeente: 1122-3/20164), alsook binnen de grenzen van een verkavelingswijziging goedgekeurd op 16 mei 2018 (dossiernummer gemeente: VK 2017.25).

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Inpandige garages in te planten op 6 m achter de rooilijn

Garage op lot 14 is ingeplant op 5 m achter de rooilijn

Carport in te planten op 3 m achter de voorgevelbouwlijn

Carport is ingeplant op 2 m achter de voorgevelbouwlijn

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van de verkavelingswijziging gezien de bestemming halfopen ééngezinswoningen gerespecteerd wordt, de minimale afstand van de voorbouwlijn tot de rooilijn gerespecteerd wordt, de minimale afstand tot de zijkavelgrenzen en tot de achterkavelgrens gerespecteerd wordt, de maximale bouwdiepte op het gelijkvloers en het verdiep gerespecteerd wordt, de maximaal te bebouwen oppervlakte van 50 % per perceel gerespecteerd wordt, het maximum aantal bouwlagen gerespecteerd wordt, de maximale hoogte van 6,5 m nageleefd wordt, de dakvorm vrij is, de carport op de perceelgrens voorzien kan worden, de dakvorm van de carport gerespecteerd wordt, de carport langs 3 zijden open is, de maximale oppervlakte van de carport gerespecteerd wordt, de hoogte van de carport beperkt blijft tot 3 m, de kavelgrenzen die geen betrekking hebben op de voortuinzone voorzien worden met een haag van 2 m hoogte, de hagen in de voortuin voorzien worden van groene beuk met een hoogte beperkt tot 0,75 m, en de strikt noodzakelijke verharding in de voortuin beperkt wordt tot maximaal 1/3de van de totale oppervlakte van de voortuin.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De beide afwijkingen hebben betrekking op de inplanting van de constructie zodat een afwijking overwogen kan worden. De inplanting van de garage is een afwijking op de verkavelingsvoorschriften maar is wel conform de voorschriften van het onderliggend ruimtelijk uitvoeringsplan. Voor de garage is nog steeds de mogelijkheid tot het parkeren van een extra voertuig op eigen terrein zodat de afwijking geen impact heeft op het mobiliteitsaspect en deze bijgevolg positief beoordeeld kan worden. De afwijking op de inplanting van de carport heeft tot doel deze te doen aansluiten op de bestaande voorgevellijn van de naastliggende reeds vergunde carport zodat dit in het straatbeeld een positieve visuele impact zal hebben. De carport blijft nog steeds achteruit ingeplant ten opzichte van de voorgevelbouwlijn en betreft een open constructie zodat het karakter van het hoofdvolume van de woning, zijnde een halfopen bebouwing, niet geschaad wordt.

Beide afwijkingen kunnen bijgevolg als beperkt beoordeeld worden en positief geadviseerd worden. 

 

In de voorschriften van de verkaveling wordt opgenomen dat in de voortuin telkens een boom van 3e of 4e categorie aangeplant moet worden. Dit wordt niet duidelijk aangegeven op de bijgevoegde plannen waardoor dit opgenomen wordt in de voorwaarden bij afgifte van de vergunning.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Klokkestraat een voldoende uitgeruste weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van telkens 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van telkens 2.500 liter en een referentieoppervlakte van telkens 8 m², de oprit wordt aangelegd in waterdoorlatende verharding en het terras watert af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van twee eengezinswoningen in een recent goedgekeurde verkaveling. De aanvraag voldoet zowel naar bouwvolume van de woning, afstand tot de perceelsgrenzen en materiaalgebruik van de woningen aan de voorschriften van de verkaveling. Op deze manier passen de beide eengezinswoningen zich in, in de recent gebouwde verkaveling. De carport wordt nog steeds voorzien op voldoende afstand achter de voorbouwlijn van de woningen en het betreft een volledig open constructies waardoor het halfopen karakter van de woningen niet verloren gaat. De tuinzones zijn na de bouw van de terrassen nog voldoende ruim teneinde deze kwalitatief in te richten. Er is op eigen terrein ook genoeg parkeergelegenheid voorzien zodat de nieuwe woningen nagenoeg geen parkeerhinder voorzien op de wegenis. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Luc Taelman namens Bouwwerken Taelman NV gevestigd Vijvestraat 39 te 8720 Dentergem, voor het bouwen van twee gekoppelde eengezinswoningen waavan één met aangebouwde carport, op een perceel gelegen Klokkestraat 2 en 4 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 182 M2 en (afd. 2) sectie E 182 L2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        In de voortuin moet telkens een boom van 3e of 4e categorie aangeplant worden.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

OMV 2020_107 - Boshoek 22 - toekenning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en uitbreiden van de bestaande woning en het herbouwen van een vrijstaand bijgebouw, op een perceel gelegen Boshoek 22 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 443 R4 aangevraagd door de heer Maxime D'Hulster wonende Zuidstraat 31/502 te 8530 Harelbeke.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  28 juli 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 januari 1966 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een bestaande woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 24 juli 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen en herbouwen van een bestaande zonevreemde woning en een bijgebouw.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Boshoek, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Op het perceel is een halfopen eengezinswoning aanwezig die aangebouwd is tegen de linkerzijperceelsgrens. De eigendom maakt deel uit van een zonevreemde woonkorrel. De bebouwing in de onmiddellijke omgeving betreft in hoofdzaak eengezinswoningen bestaande uit één bouwlaag met zadeldak evenwijdig aan de straat.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Voor de betrokken eigendom werd op 24 juli 2019 een omgevingsvergunning verleend voor het slopen en herbouwen van de bestaande zonevreemde woning en voor het slopen en herbouwen op een gewijzigde plaats van het bestaande bijgebouw. Voorliggende aanvraag betreft een heraanvraag met wijzigingen.

De bestaande woning bestaat uit een hoofdvolume met aan de achterzijde een afdak en een bijgebouw, allen ingeplant op de linkerzijperceelsgrens. De aanvrager wenst het bestaande afdak en het bijgebouw te slopen, het hoofdvolume te verbouwen en uit te breiden en het bijgebouw te herbouwen binnen het bestaande bouwvolume. De uitbreiding heeft enerzijds betrekking op het optrekken van de nokhoogte en het dakvolume en het herbouwen van de achtergevel van de woning 1,80 m dieper dan de bestaande achtergevel. Het hellend dak wordt aan de achterzijde gewijzigd en ingeplant tot op de nieuw opgetrokken achtergevel. Het profiel van het hellend dak is aan de voorzijde identiek als de aangebouwde woning. De nokhoogte komt op 6,95 m te liggen en de kroonlijsthoogte aan de achterzijde zal 2,41 m bedragen net zoals de kroonlijsthoogte aan de voorzijde. Aan de achterzijde zal de bovendakse vrije zijgevel bekleed worden met vezelcemtleien. De woning zelf wordt afgewerkt met een gevelsteen in een rood genuanceerde kleur en de dakbedekking zal bestaan uit een donkergrijze stormpan. Het gelijkvloerse deel van de woning wordt ingericht met een inkomhal met toilet, een wasplaats, een keuken, eethoek en zithoek en een bureauruimte. Op de verdieping worden 3 slaapkamers, een badkamer en apart toilet voorzien.

In de tuinzone tegen de bestaande scheidingsmuren, in de oksel met de eigendommen Boshoek 24 en 28, voorziet de aanvrager het bijgebouw opnieuw op te trekken (zoals ook reeds vergund was op 24 juli 2019). Het bijgebouw heeft een breedte van 9,23 m op een diepte van maximaal 4,85 m en minimaal 3,30 m. Het te slopen bijgebouw (nevenvolume 2) heeft een volume van 121,77 m³ en het nieuwe bijgebouw zal een volume hebben van 113,27 m³. Het nieuwe bijgebouw bestaat deels uit een tuinberging en deels uit een overdekt terras. Het betreft een volume met een plat dak met een hoogte van 2,74 m. Het bijgebouw wordt afgewerkt deels met dezelfde gevelsteen als de woning en deels met een bekleding in hout.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden op 23 juni 2020 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de bestemmingsvoorschriften van het agrarisch gebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt:

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

De aanvraag valt onder de basisrechten voor zonevreemde constructies van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening voor wat betreft de verbouwing van de zonevreemde woning waarbij artikel 4.4.12 stelt dat in alle bestemmingsgebieden de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor het verbouwen van een bestaande zonevreemde woning op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal, waarbij artikel 4.4.15 stelt dat het uitbreiden vergunbaar is voor zover het bouwvolume beperkt blijft tot ten hoogste 1.000m³ en op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal en waarbij artikel 4.4.11 stelt dat de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening onverkort geldt bij de afgifte van een vergunning.

In het voorliggend ontwerp blijft het aantal woongelegenheden behouden. Het bruto bouwvolume van de woning na verbouwing bedraagt 550,58 m³ (< 1.000 m³). De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening (zie onder). De aanvraag voldoet aan de bepalingen van de codex en is bijgevolg in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan.

 

De aanvraag valt onder de basisrechten voor zonevreemde constructies van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening voor wat betreft de herbouw van een zonevreemde constructie niet zijnde woningbouw waarbij artikel 4.4.10 stelt dat de aanvraag betrekking moet hebben op hoofdzakelijk vergunde en niet verkrotte zonevreemde constructies, waarbij artikel 4.4.11 stelt dat de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening onverkort geldt bij de afgifte van een vergunning, waarbij artikel 4.4.18 stelt dat in alle bestemmingsgebieden de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor het herbouwen van een bestaande zonevreemde constructie niet zijnde woningbouw op een gewijzigde plaats op voorwaarde dat voldaan is aan alle hiernavermelde vereisten: 1° voor het herbouwen is ten minste één van volgende oorzaken aanwijsbaar: a) de constructie is getroffen door een rooilijn, b) de constructie bevindt zich in een achteruitbouwzone, c) de verplaatsing volgt uit redenen van een goede ruimtelijke ordening, en wordt door de aanvrager uitdrukkelijk gemotiveerd vanuit een betere integratie in de omgeving, een betere terreinbezetting of een kwalitatief concept; 2° ten minste één van volgende voorwaarden is vervuld: a) de herbouwde constructie krijgt dezelfde voorbouwlijn als de dichtstbijzijnde constructie, b) de nieuwe toestand levert een betere plaatselijke aanleg op, en richt zich op de omgevende bebouwing of plaatselijk courante inplantingswijzen.

In het voorliggend ontwerp is de bestaande constructie niet verkrot en vergund (geacht). Het bestaande bijgebouw heeft een bruto bouwvolume van 121,77 m³, het nieuwe ontwerp voorziet een bruto bouwvolume van 113,27 m³. De bestaande constructie wordt herbouwd op een gewijzigde plaats te motiveren vanuit een betere ruimtelijke integratie en een betere inplanting op het perceel. Door de herbouw op de gewijzigde plaats ontstaat er een betere relatie van de woning met de tuin en sluit het bijgebouw aan bij de bijgebouwen op de aanpalende percelen. De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening (zie onder). De aanvraag voor de herbouw van het bijgebouw voldoet aan de bepalingen van de codex en is bijgevolg in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Boshoek een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: gezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een bestaande woning is de plaatsing van een hemelwaterput niet verplicht, evenwel wordt er een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 1.250 liter en een referentieoppervlakte van 4,50 m², het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Voor de eigendom werd op 24 juli 2019 reeds een omgevingsvergunning afgeleverd voor de herbouw van de woning. Voorliggende aanvraag betreft een heraanvraag met beperkte wijzigingen maar zonder bijkomende negatieve impact op de omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing en uitbreiding van een bestaande eengezinswoning met behoud van de functie. De omgeving wordt gekenmerkt door eengezinswoningen zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Het dakvolume van de woning wordt uitgebreid. Aan de voorzijde wordt de kroonlijsthoogte en de dakhelling van de naastliggende aangebouwde woning gevolgd zodat de impact op het straatbeeld beperkt zal zijn. De verbouwde woning is traditioneel qua vormgeving en het materiaalgebruik voor de gevel zal aansluiten op de naastliggende woning. De nokhoogte zal beperkt hoger zijn en het achterste dakvlak iets dieper dan de naastliggende woning. De aanpalende eigenaars formuleerden geen bezwaar en deze beperkte afwijking aan de achterzijde zal geen negatieve visuele impact hebben op de omgeving. De herbouw van het bijgebouw binnen het bestaande volume tegen de bestaande scheidingsmuur zorgt ervoor dat de relatie van de woning met de tuin geoptimaliseerd wordt. In de woning is geen inpandige garage voorzien, evenwel is een naastliggende verharde opritzone aanwezig teneinde op eigen terrein te kunnen parkeren. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Maxime D'Hulster wonende Zuidstraat 31/502 te 8530 Harelbeke, voor het verbouwen en uitbreiden van de bestaande woning en het herbouwen van een vrijstaand bijgebouw, op een perceel gelegen Boshoek 22 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 443 R4.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

OMV 2020.144 - Kardinaal Cardijnlaan 6 - melding - aktename

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor de interne verbouwingswerken aan de woning op een perceel gelegen Kardinaal Cardijnlaan 6 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 606 T2 ingediend door Nicolas en Lobke Debusschere - Callens wonende Kardinaal Cardijnlaan 6 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

De melding ingediend door Nicolas en Lobke Debusschere - Callens wonende Kardinaal Cardijnlaan 6 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 27 juli 2020.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

VOORWERP VAN DE MELDING

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Kardinaal Cardijnlaan 6, kadastraal bekend afdeling 1 sectie B nr. 606T2.

 

De melding omvat de volgende stedenbouwkundige handelingen: interne verbouwingswerken aan de woning.

 

De werken kunnen als volgt beschreven worden:

De eigendom is gelegen langsheen de Kardinaal Cardijnlaan, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Kadinaal Cardijnlaan betreft een doodlopende straat met vrijstaande eengezinswoningen en eveneens de terreinen van de jeugdbeweging.

De woning van de aanvrager betreft een vrijstaande eengezinswoning gelegen naast de speelterreinen. De aanvrager heeft de bestaande deuropening tussen de keuken en de eetkamer verbreed tot een breedte van 1,65 m. In de achtergevel van de woning werden 2 kleinere ramen vervangen door een schuifraam met een breedte van 2,80 m.

 

BEVOEGDHEID

 

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER

 

Er zijn geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten verbonden aan de melding.

 

Op de ingediende melding zijn volgende bestemmingsplannen en planologische voorschriften van toepassing:

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosthoek, goedgekeurd 7 april 2016 in een zone voor wonen met beperkte nevenfunctie. Aangezien alle werkzaamheden binnen het bestaande volume gebeuren met behoud van de woonfunctie is het gevraagde in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Er wordt voldaan aan het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Bovendien voldoen de handelingen aan artikel 6 van hetzelfde besluit, aangezien ze:

-          niet strijdig zijn met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg of vergunningen voor het verkavelen van gronden, of met de uitdrukkelijke voorwaarden van omgevingsvergunningen;

-          niet worden verricht op percelen waarop voorlopig of definitief beschermde monumenten aanwezig zijn, in voorlopig of definitief beschermde cultuurhistorische landschappen, in voorlopig of definitief beschermde stads- en dorpsgezichten, of in voorlopig of definitief beschermde archeologische sites;

-          niet worden uitgevoerd in een afgebakende oeverzone als vermeld in artikel 3, § 2, 43°, van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, noch in de 5 meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare en bevaarbare waterlopen;

-          niet worden uitgevoerd voor de rooilijn of in een achteruitbouwstrook.

 

De gemelde stedenbouwkundige handelingen zijn meldingsplichtig en niet verboden.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door Nicolas en Lobke Debusschere - Callens wonende Kardinaal Cardijnlaan 6 te 8540 Deerlijk voor de in het meldingsdossier opgenomen stedenbouwkundige handelingen, zijnde de interne verbouwingswerken aan de woning gelegen Kardinaal Cardijnlaan 6 te Deerlijk.

 

Artikel 2

 

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Kerkfabrieken - diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

De kerkfabrieken Sint-Columba en O.L.V. Onbevlekt Ontvangen hielden een vergadering op 3 en 4 juni 2020, en op 15 juli 2020.  Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag van deze vergaderingen.

 

Motivering

 

Het verslag bevindt zich in bijlage.  Het college van burgemeester en schepenen beschikt over een termijn van 30 dagen, die ingaat op de dag nadat de notulen zijn binnengekomen, om een besluit te schorsen indien het gemeentelijk (financieel) belang geschaad wordt.

 

Er is geen advies nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 57 en 58, § 1 Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Organisatiebeheersysteem

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2020/30 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2020/51 goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Individueel bezoldigd personenvervoer - bestuurderspas - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

Afkoppeling en scheiding hemelwater en afvalwater op privaat domein - premiereglement - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 AUGUSTUS 2020

OMV 2020_1 - VKW Oude Heerweg 89, 91, 93 en 95 - beslissing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bijstellen van de verkaveling voor de loten 4, 5, 6A, 6B, 7A en 7B en de groenzone, op een perceel gelegen Oude Heerweg 89, 91, 93 en 95 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 192 N, (afd. 2) sectie D 192 P, (afd. 2) sectie D 192 V, (afd. 2) sectie D 192 T, (afd. 2) sectie D 192 R, (afd. 2) sectie D 192 H en (afd. 2) sectie D 192 S aangevraagd door Jean-Pierre Vanden Heede namens SCARABE BVBA met als contactadres Otegemstraat 180 te 8550 Zwevegem.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 28 juli 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Ongunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, oorspronkelijk goedgekeurd op 27 april 1967 (dossiernummer 1048-2/1967.3, dossiernummer RO: VK 035.481). Voor de loten 3 en 4 werd reeds een verkavelingswijziging goedgekeurd op 6 juni 2018.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is wel in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 september 1950 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woonhuis met bouwpremie.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 maart 2010 door de Vlaamse Overheid voor het rooien van 3 knotwilgen op openbaar domein.

 

Relevante verkavelingsvergunningen

Volgende verkavelingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Verkavelingsvergunning afgeleverd op 27 april 1967 door het college van burgemeester en schepenen voor het verkavelen van grond.

        Verkavelingsvergunning afgeleverd op 6 juni 2018 voor het wijziging van de verkaveling voor de 2 loten 3 en 4 tot een verkaveling voor 7 loten voor woningbouw. Bij de verkavelingsvergunning werd eveneens de stedenbouwkundige handelingen voor het slopen van de bestaande woning vergund. Tegen deze vergunning werd in beroep gegaan doch dit beroep werd ingetrokken.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langs de Oude Heerweg, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het bestaand perceel heeft een oppervlakte van 1.606 m² en maakt deel uit van een bestaande verkaveling. Het betreft een nog onbebouwd deel van de oorspronkelijke verkaveling. De eigendom paalt enerzijds aan de Oude Heerweg en ligt voor het overige deel achterliggende de woningen van de Pladijsstraat 180-184 en achterliggend de woningen Oude Heerweg 83-87 die nog deels in opbouw zijn. De ruimere omgeving wordt gekenmerkt door in hoofdzaak vrijstaande eengezinswoningen en open landbouwgebied.  De 3 woningen die in opbouw zijn binnen de verkavelingswijziging betreffen een rijtje van 3 woningen.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager ontving op 6 juni 2018 door het college van burgemeester en schepenen een vergunning voor een verkavelingswijziging van de 2 loten 3 en 4 van de oorspronkelijke verkaveling naar 7 loten en een beperkte groenzone. Tegen deze vergunning werd beroep aangetekend maar dit beroep werd nadien terug ingetrokken.

Voorliggende aanvraag betreft een herschikking van de reeds vergunde loten. Er worden geen bijkomende woonkavels gecreëerd en de woontypologie blijft behouden. De loten 6B en 7B, zijnde de private toegangswegen naar de loten 6A en 7A worden verlegd links van de loten 4 en 5 in plaats van rechts van de loten 4 en 5. De bedoeling is deze opritzone verder van de bestaande bebouwing aan de Pladijsstraat te realiseren. De groenzone die voorzien was in de verkavelingsvergunning van 6 juni 2018 wordt volledig geïntegreerd in de private tuinzones van de loten 5 en 7A.

De loten 4 en 5 blijven gericht naar de Oude Heerweg. Het betreffen 2 gekoppelde eengezinswoningen, ingeplant op een afstand van 5 m achter de rooilijn en met een vrije zijstrook van telkens 3 m. In de vrij zijstroken wordt telkens een carport voorzien die ingeplant wordt op de voorgevelbouwlijn.

Het lot 6A ligt in een tweede bouwlijn ten opzichte van de Oude Heerweg en het lot 7A in derde bouwlijn. Beide loten zijn toegankelijk via een gemeenschappelijke private oprit met een breedte van 3,50 m. De bouwzones van de loten 6A en 7A worden aan elkaar gekoppeld door een carport. De vrije zijstroken (zowel deze waarin de carports voorzien zijn als de andere) hebben een breedte van 3 m. Ten opzichte van de naastliggende eigendom Oude Heerweg 97 ligt telkens een tuinzone met een diepte van 8 m.

De voorschriften blijven ongewijzigd zodat de bepalingen van de verkavelingswijziging van 6 juni 2018 van toepassing blijven. In de voorschriften is opgenomen dat de woningen op de kavels 4 en 5 kunnen bestaan uit 2 bouwlagen met hellend dak. Indien de woningen bestaan uit 2 bouwlagen dan moet de vrije zijstrook 4 m bedragen. De woningen op de loten 6 en 7 kunnen maximaal uit één bouwlaag en een dak bestaan. In de voorschriften is opgenomen dat de bouwdiepte op het gelijkvloers maximaal de volledige bouwdiepte van het bouwkader kan bedragen en de diepte op de verdiep zich dient te beperken tot 12 m. Bijgebouwen kunnen in de tuinzones voorzien worden met een oppervlakte tot maximaal 32 m² conform de bestaande oorspronkelijke verkavelingsvoorschriften.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 13 maart 2020 tot 11 april 2020 en werd omwille van het Noodbesluit omgevingsvergunning van 24 maart 2020 opgeschort vanaf 25 maart 2020 en voor de resterende periode verder gezet van 4 mei 2020 tot 22 mei 2020.

Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er één bezwaarschriften ontvangen.

 

Het ingediende bezwaar werd tijdig ingediend en kan als volgt samengevat worden:

-          De maximale nokhoogte van de woning op de kavels 6A en 7A is niet nader gedefinieerd.

-          De woningen op de kavels 6A en 7A bevinden zich in tweede lijn wat normaalgezien niet toegelaten wordt. De kavels 6A en 7A moeten logischer wijze geregistreerd staan als bijgebouwen of tuingrond.

-          Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning in 2018 was er een negatief advies van de omgevingsambtenaar voor de 2 achterliggende woningen. De bezwaarindiener stelt zich de vraag waarom dit door het college dan toch goedgekeurd werd.

-          Bezwaarindiener stelt dat iedereen die een beetje een groot stuk grond heeft dan 2 volwaardige nieuwbouwwoningen kan plaatsen in zijn tuin.

-          De breedte van de garageweg zou minstens 4 m breed moeten zijn in plaats van 3,50 m.

-          Vooraleer de verkavelingswijziging goedgekeurd was, was het perceel als het ware een bos en was er voor de buren een volledige privacy en rust.

-          De bezwaarindiener vraagt geen enkel raam of dakraam te voorzien dat uitkijkt op hun eigendom en vraagt de nokhoogte even hoog te leggen als deze van een bijgebouw teneinde de gekende privacy te bewaren.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op het verkavelen van de grond in meerdere loten voor eengezinswoningen zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Oude Heerweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De verkavelingsaanvraag omvat geen aanleg van nieuwe verkeerwegen noch tracéwijziging, verbreding of opheffing van bestaande gemeentelijk verkeerswegen. Een beslissing van de gemeenteraad is bijgevolg niet nodig.

De verkavelingswijziging voorziet geen bijkomende loten en de uitrustingswerken gebeurden reeds bij de verkavelingswijzing zoals vergund op 6 juni 2018 zodat de opmaak van een verkavelingsovereenkomst niet noodzakelijk is.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Aangezien er geen nieuwe wegenis aangelegd wordt moeten er in de verkaveling geen collectieve voorzieningen geïnstalleerd worden. Per lot zal voldaan moeten worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). De mogelijke effecten van het project op de omgeving werden onderzocht en in het omgevingsloket gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

7.5    Natuurtoets

Niet van toepassing

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Voor de verkavelingswijziging zoals afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen op 6 juni 2018 werd door de gemeentelijk omgevingsambtenaar reeds een ongunstig advies geformuleerd. Aangezien voorliggende aanvraag enkel een herschikking betreft van een aantal loten uit deze eerder goedgekeurde verkavelingswijziging blijft het toen geformuleerde standpunt aangehouden.

 

-Functionele inpasbaarheid:

Het verkavelen van deze eigendom in functie van eengezinswoningen sluit aan bij de functies op aanpalende percelen zodat de aanvraag zich functioneel kan inpassen.

 

-Het ruimtegebruik en de bouwdichtheid:

De aanvrager voorziet het deels bouwen langs de Oude Heerweg (loten 4-5) en het deels bouwen in een tweede en derde bouwlijn. Bij het bouwen in een tweede bouwlijn wordt als algemeen geldende norm voor de bouwzone een afstand van 8 m ten opzichte van de diverse kavelgrenzen gehanteerd. In het voorstel is zowel bij de kavel 6 als 7 de bouwzone slechts telkens op 1 plaats voorzien in een afstand van 8 m ten opzichte van de perceelsgrens, de overige afstanden zijn beperkt tot 3 m zodat dit niet als een beperkte afwijking op de gangbare norm aanzien kan worden en hiermee niet akkoord gegaan kan worden.

De woningen op de loten 6 en 7 worden rondom omgeven door tuinzones. Het bouwen in de tuinzone getuigt niet van een goede ruimtelijke ordening en zorgt voor een ongewenste dynamiek in deze zone.

Door het bouwen in deze tweede of derde bouwlijn en door de voorziene typologie ontstaat ook een project met een stedelijke verdichting. De bouwdichtheid op het perceel bedraagt 28,6 woningen/ha. Dit perceel bevindt zich echter in het buitengebied, op een ruime afstand van het stedelijk gebied en eveneens een ruime afstand van de kernen met een voorzieningenniveau zodat deze verdichting niet wenselijk is.

Ook de bebouwingstypologie sluit niet aan bij de typologie van de onmiddellijke omgeving. Langs de Oude Heerweg worden de woningen opgetrokken als rijbebouwing of halfopen bebouwing. Door de inplanting van carportzones op de voorbouwlijn wordt dit nog versterkt en ontstaat een gesloten straatbeeld. De omgeving wordt echter gekenmerkt door in hoofdzaak vrijstaande eengezinswoningen op percelen met een oppervlaktes tussen 600 en 2000 m². In een iets ruimere context zijn percelen aanwezig met een gemiddelde oppervlakte van zo’n 400 m² en met een typologie van rijbebouwing, evenwel bevindt deze bebouwing zich langs de verbindingsweg tussen Deerlijk centrum en Sint-Lodewijk en betreft dit historisch gegroeide bebouwing.

 

-Mobiliteitsimpact:

De openbare weg heeft op deze plaats een beperkt profiel, op zijn smalst volgens het verkavelingsplan slechts een breedte van 4 m greppels inbegrepen. Door deze geringe breedte zullen auto’s moeilijk kunnen kruisen wat door het aantal bijkomende loten voor problemen zou kunnen zorgen. Het verkavelingsvoorstel zou gepaard moeten gaan met een verbreding van de Oude Heerweg. Ook voor het parkeren langs de openbare weg is geen ruimte. Bijgevolg is het belangrijk op eigen terrein voldoende parkeerruimte te voorzien.

 

-       Hinderaspecten:

De woning op lot 6A wordt ingeplant op een afstand van slechts 3 m van de voorliggende woningen langs de Oude Heerweg,. Ondanks de beperking van het voorzien van één bouwlaag met kamers onder het dak, kan door middel van raampartijen in de topgevel, nog steeds een onwenselijke inkijk gecreëerd worden in de beperkte tuinzones van de voorliggende woningen, vooral op de loten 1 en 2. De woning op lot 7A bevindt zich slechts op 3 m van de tuinzone van de woning Pladijsstraat 182 en situeert zich ten zuiden van deze eigendom zodat op aanpalende tuinzone een grote hinder kan ontstaan zowel inzake inkijk als afname van rechtstreeks zonlicht.

 

Gelet op de hierboven geformuleerde opmerkingen is het ontwerp bijgevolg niet verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg. Het wijzigen van de verkaveling is mogelijk doch enkel voor de kavels gericht op de Oude Heerweg waarbij de achterliggende zone toegevoegd wordt als tuinzone bij de voorliggende loten.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

 

Het bezwaarschrift is tijdig ingediend en aldus ontvankelijk.

Omtrent het ingediende bezwaarschrift stelt de omgevingsambtenaar voor het volgende standpunt in te nemen:

-          De maximale nokhoogte van de woning op de kavels 6A en 7A is niet nader gedefinieerd.

Gegrond: In de voorschriften is opgenomen dat de woningen op de kavels 6A en 7A kunnen bestaan uit één bouwlaag met kamers onder het dak en met een dakhelling van 45°. De kroonlijsthoogte noch de nokhoogte zijn opgenomen zodat dit voor de aanpalende eigenaars voor interpretatie vatbaar is en bijgevolg voor onduidelijkheid zorgt.

-          De woningen op de kavels 6A en 7A bevinden zich in tweede lijn wat normaalgezien niet toegelaten wordt. De kavels 6a en 7a moeten logischer wijze geregistreerd staan als bijgebouwen of tuingrond.

Gegrond: Hiervoor wordt verwezen naar de toetsing van de goede ruimtelijke ordening in het advies van de omgevingsambtenaar.

-          Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning in 2018 was er een negatief advies van de omgevingsambtenaar voor de 2 achterliggende woningen. De bezwaarindiener stelt zich de vraag waarom dit door het college dan toch goedgekeurd werd.

Ongegrond: Voorliggende aanvraag betreft een nieuwe aanvraag waarvoor een nieuwe overweging noodzakelijk is. Het advies van de omgevingsambtenaar is niet bindend en de motivatie van het college van burgemeester en schepenen kan terug gevonden worden in de vergunning afgeleverd op 6 juni 2018.

-          Bezwaarindiener stelt dat iedereen die een beetje een groot stuk grond heeft dan 2 volwaardige nieuwbouwwoningen kan plaatsen in zijn tuin.

Gegrond: Het vergunnen van voorliggende aanvraag kan een precedent vormen voor andere eigendommen in de gemeente.

-          De breedte van de garageweg zou minstens 4 m breed moeten zijn in plaats van 3,50 m.

Ongegrond: De toegangsweg betreft geen garageweg en dient enkel ter ontsluiting van de 2 woningen waarbij keerbewegingen en het manoeuvreren op eigen terrein kan gebeuren. Een breedte van 3,50 m is bijgevolg voldoende.

-          Vooraleer de verkavelingswijziging goedgekeurd was, was het perceel als het ware een bos en was er voor de buren een volledige privacy en rust.

Deels gegrond: Het rooien van de bomen en het bouwrijp maken van de eigendom zat vervat in de vergunning afgeleverd op 6 juni 2018 zodat er in de huidige bestaande toestand geen sprake meer is van een ‘bos’. De impact van het bouwen in de tweede bouwlijn en de impact op de privacy en rust maakt wel deel uit van voorliggende aanvraag. Hiervoor wordt verwezen naar de toetsing van de goede ruimtelijke ordening.

-          De bezwaarindiener vraagt geen enkel raam of dakraam te voorzien dat uitkijkt op hun eigendom en vraagt de nokhoogte even hoog te leggen als deze van een bijgebouw teneinde de gekende privacy te bewaren.

Deels gegrond: De impact op de privacy door het bouwen in de tweede bouwlijn zonder het behouden van een voldoende afstand is een terechte opmerking. Het beperken van raampartijen die een rechtstreekse inkijk kunnen hebben kan een oplossing bieden. Het beperken van de hoogte van de woningen tot een hoogte voor bijgebouwen zal geen impact hebben op privacy maar wel een eerder een visueel hinderlijke impact hebben.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Standpunt van het college van burgemeester en schepenen:

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet aan bij het standpunt van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en motiveert haar voorwaardelijk gunstig advies als volgt:

 

        Het ruimtegebruik en de bouwdichtheid:

Zowel het bouwen in 2de en 3de bouwlijn als de bouwdichtheid werden reeds in de vorige verkavelingswijziging goedgekeurd en dient bijgevolg niet verder gemotiveerd te worden.

Bij de vorige vergunning werd naast het bouwlot 7A en de toegangsweg 7B een openbare groenzone voorzien (opp. 1a93ca) als groenbuffer t.o.v. de bestaande achtertuinen bij de woningen gelegen Pladijsstraat 180-182-184.  Aangezien het smalle strookje met een breedte van 1m niet kwalitatief kan ingericht worden als openbare groenzone biedt dit geen meerwaarde en kan dit bijgevolg weggelaten worden cfr. de huidige aanvraag.  Doch dient ter groencompensatie als afsluiting een levende haag voorzien te worden over de volledige rechterkavelgrens van de loten 5 en 7A t.o.v. de eigendommen gelegen langs de Pladijsstraat. 

 

        Mobiliteitsimpact:

Met de voorliggende verkavelingswijziging zijn geen bijkomende loten voorzien t.o.v. de vorige goedkeuring wat bijgevolg geen bijkomende mobiliteitsimpact met zich teweeg brengt.  Door het verleggen van de 2 private toegangswegen (7B en 6B) wordt een veiliger ontsluiting van deze loten gecreëerd gezien deze verder van het kruispunt met de Pladijsstraat gelegen zijn wat meer zichtbaarheid teweeg brengt voor zowel het verkeer komende van de verkaveling als voor het verkeer inrijdend vanaf de Pladijsstraat.  Daarnaast betekent de verlegging van de weg dat het goed gelegen Pladijsstraat 184 (bestaande hoekwoning) niet bijkomend omringd wordt door wegenis en toeritten/openbare groenzone maar dat de achterste perceelsgrens zal palen aan een zijkavelgrens bij een private woning wat een rustiger achtertuinzone betekent bij de woning die nu op een drukke hoek gelegen is. 

 

        Hinderaspecten:

De eigenaars van de loten 1-2-3 langs de Oude Heerweg waren bij de aankoop van hun bouwgrond op de hoogte van de achterliggende kavels en de afstanden t.o.v. hun eigendom.  Deze aanvraag houdt geen wijziging in van deze afstand van de achterkavelgrens van de loten 1 en 2 t.o.v. de linkerkavelgrens van het lot 6A.  Indien ramen in de linkerzijgevel voorzien worden bij het lot 6A bevinden deze zich op minstens 3m t.o.v. de perceelsgrens wat voordoet aan het burgerlijk wetboek inzake lichten en zichten waarbij de minimale afstand 1,90m bedraagt.

Oorspronkelijk werd bij het lot 7A in de tuinzone een bouwvrije driehoek voorzien om als openbare groenzone ingericht te worden.  Gezien de toegangsstrook weggelaten wordt is deze zone niet meer publiek toegankelijk.  Deze driehoek wordt bij het private lot 7A gevoegd, als tuinzone.  Teneinde de privacy en rust te garanderen bij de tuinen Pladijsstraat 180 en 182 (deels) kan deze zone enkel ingericht worden met levende beplanting en kan hier geen bijkomende tuinuitrusting voorzien worden (geen terras, tuinhuis, schommel, vijver, zwembad, sportveld…).

 

BESLUIT:

Het college van burgemeester en schepenen besluit de verkavelingswijziging goed te keuren, mits volgende voorwaarden stipt na te leven:

-als afsluiting een levende haag te voorzien over de volledige rechterkavelgrens van                             de loten 5 en 7A t.o.v. de eigendommen gelegen langs de Pladijsstraat 180-182-184.

-De driehoek bij het lot 7A die voorzien was als openbare groenzone kan enkel als                             private tuin ingericht worden met levende beplanting zonder bijkomende tuinuitrusting               (geen terras, tuinhuis, schommel, vijver, zwembad, sportveld…).

 

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

        Het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid.

        Het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 2020 betreffende de maatregelen getroffen voor de omgevingsvergunningsprocedures en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Jean-Pierre Vanden Heede namens SCARABE BVBA met als contactadres Otegemstraat 180 te 8550 Zwevegem, voor het bijstellen van de verkaveling voor de loten 4, 5, 6A, 6B, 7A en 7B en de groenzone, op een perceel gelegen Oude Heerweg 89, 91, 93 en 95 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 192 N, (afd. 2) sectie D 192 P, (afd. 2) sectie D 192 V, (afd. 2) sectie D 192 T, (afd. 2) sectie D 192 R, (afd. 2) sectie D 192 H en (afd. 2) sectie D 192 S, mits volgende voorwaarden strikt na te leven:

        Als afsluiting een levende haag te voorzien over de volledige rechterkavelgrens van de loten 5 en 7A t.o.v. de eigendommen gelegen langs de Pladijsstraat 180-182-184.

        De driehoek bij het lot 7A die voorzien was als openbare groenzone kan enkel als private tuin ingericht worden met levende beplanting zonder bijkomende tuinuitrusting (geen terras, tuinhuis, schommel, vijver, zwembad, sportveld…).

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/08/2020
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.