DEERLIJK

23 JUNI 2021

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Sandra De Leeuw-Goussey, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

Deze zitting vangt aan met 3 hoorzittingen aangaande bezwaren op de leegstandsheffing.

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 16 juni 2021 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 16 juni 2021.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 16 juni 2021 goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.2. Nieuwbouw en renovatie De Kim & De Beuk - elektriciteit woning - lastvoorwaarden, raming, wijze van gunnen en uit te nodigen firma's - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de lastvoorwaarden, raming, wijze van gunnen en de uit te nodigen firma’s van de opdracht “Nieuwbouw en renovatie De Kim & De Beuk – elektriciteit woning” goed te keuren.

 

Motivering

 

In het kader van de opdracht “Nieuwbouw en renovatie De Kim & De Beuk – elektriciteit woning” werd een bestek opgesteld door Sweco Belgium nv – Arteum Architects.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 27.860,00 euro excl. btw of 33.710,60 euro incl. 21% btw (5.850,60 euro btw medecontractant).

 

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Volgende ondernemers komen in aanmerking om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

  • EEG nv, Oostlaan 5 te 8560 Gullegem;
  • Lecluyse Nick bvba, René De Clercqstraat 27 te 8540 Deerlijk;
  • Karel Quintyn, Paanderstraat 143 te 8540 Deerlijk;
  • E.D.F. NV, Flanders Fieldweg 36 te 8790 Waregem.

 

Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 1 juli 2021 voorgesteld.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur
  • Andere:
  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139.000,00 euro niet)
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°
  • Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming

27.860,00 euro excl. btw of 33.710,60 euro incl. btw

Actie

Nieuwbouw en renovatie van schoolgebouwen voor de KIM en de beuk

Jaarbudgetrekening

0801-00/22100000/BESTUUR/CBS/0/IP-34

Visum

vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het bestek en de raming voor de opdracht “Nieuwbouw en renovatie De Kim & De Beuk – elektriciteit woning”, opgesteld door Sweco Belgium nv – Arteum Architects worden goedgekeurd.

De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten.

De raming bedraagt 27.860,00 euro excl. btw of 33.710,60 euro incl. 21% btw (5.850,60 euro btw medecontractant).

Artikel 2

 

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3

 

Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

  • EEG nv, Oostlaan 5 te 8560 Gullegem;
  • Lecluyse Nick bvba, René De Clercqstraat 27 te 8540 Deerlijk;
  • Karel Quintyn, Paanderstraat 143 te 8540 Deerlijk;
  • E.D.F. NV, Flanders Fieldweg 36 te 8790 Waregem.

Artikel 4

 

De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 1 juli 2021.

Artikel 5

 

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2021, op jaarbudgetrekening 0801-00/22100000/BESTUUR/CBS/0/IP-34 (actie A-4.06.1).

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.3. Aankoop van een telefooncentrale (VOIP) met bijbehorende telefoontoestellen - lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen - agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de lastvoorwaarden, raming en de wijze van gunnen van de opdracht “Aankoop van een telefooncentrale (VOIP) met bijbehorende telefoontoestellen” te agenderen op de gemeenteraad van 8 juli 2021.

 

Motivering

 

De huidige telefooncentrale in het gemeentehuis geniet geen ondersteuning meer van de producent of leverancier wegens te oud. Bij een defect bestaat de kans dat we geen enkele mogelijkheid hebben om nog telefoons te ontvangen. Daarnaast is de centrale bij de andere diensten ook van leeftijd en zijn onze huidige telefoontoestellen aan vervanging toe. Dit is een ideale opportuniteit om alles te centraliseren in 1 oplossing voor alle diensten.

 

In het kader van de opdracht “Aankoop van een telefooncentrale (VOIP) met bijbehorende telefoontoestellen” werd een bestek met nr. 2021-16 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 45.454,55 euro excl. btw of 55.000,00 euro incl. 21% btw.

 

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen van de opdracht “Aankoop van een telefooncentrale (VOIP) met bijbehorende telefoontoestellen” te agenderen op de gemeenteraad van 8 juli 2021.

  •                   

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.4. Verhuis uitvoerende technische dienst - lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen - agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de lastvoorwaarden en de wijze van gunnen van de opdracht “Verhuis uitvoerende technische dienst” te agenderen op de gemeenteraad van 8 juli 2021.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 1 juli 2020 om Ir.Arch Joost Sabbe, Koning Albert I-laan 76 bus 14 te 8800 Roeselare aan te stellen als ontwerper voor de inrichting van de site in de Weverijstraat met betrekking tot de verhuis van de uitvoerende technische dienst.

 

In het kader van de opdracht “Verhuis uitvoerende technische dienst” werd een bestek met nr. 2042 opgesteld door Ir.Arch Joost Sabbe.

 

De opdracht bestaat uit 3 percelen:

          perceel 1: ruwbouw en voltooiingswerken

          perceel 2: HVAC en sanitair

          perceel 3: elektriciteit

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 495.842,57 euro excl. btw of 599.969,52 euro incl. 21% btw (104.126,94 euro btw medecontractant).

 

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de lastvoorwaarden, raming en wijze  van gunnen van de opdracht "Verhuis uitvoerende technische dienst" te agenderen op de gemeenteraad van 8 juli 2021.

  •                   

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.5. Gladheidsbestrijding - aankoop strooizout via raamovereenkomst Creat - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om voor het winterseizoen 2021-2022 opnieuw 120 ton zout in bulk te reserveren.

 

Motivering

 

Creat sloot voor de periode van 1 mei 2020 tot en met 30 april 2024 een raamovereenkomst af met Zoutman nv, Schaapbruggestraat 50 te 8800 Roeselare voor het stockeren en leveren van strooizout en pekel.

 

Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 1 juli 2020 de toetreding tot deze raamovereenkomst goed.

 

Naar analogie met voorgaande jaren wordt voorgesteld om opnieuw 120 ton strooizout te reserveren.

 

Bij reservatie voor 15 september 2021 geldt er een vaste reservatiekost van 5,31 euro per ton, exclusief btw. Zoutman nv stockeert dan de gereserveerde voorraad voor ons. Het strooizout kan dan vanaf 16 november 2021 besteld worden aan winterprijzen. Er is evenwel geen afnameplicht.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

Reserveringskost: 637,20 euro excl. btw of 771,01 euro incl. btw

Actie

Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling

Jaarbudgetrekening

0200-00/61530000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om voor het winterseizoen 2021-2022 120 ton zout in bulk te reserveren via de raamovereenkomst dat de opdrachtencentrale van Creat heeft afgesloten met Zoutman nv, Schaapbruggestraat 50 te 8800 Roeselare.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.6. Aankoop en levering van dranken 2021-2023 - gunning - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de gunning van de opdracht “Aankoop en levering van dranken 2021-2023” goed te keuren.

 

Motivering

 

In het kader van de opdracht “Aankoop en levering van dranken 2021-2023” werd een bestek met nr. 2021-11 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 184.628,09 euro excl. btw of 223.400,00 euro incl. 21% btw.

 

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 5 mei 2021 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

 

De aankondiging van opdracht 2021-517768 werd gepubliceerd op 6 mei 2021 op nationaal niveau.

 

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 26 mei 2021 om 10.00 uur te bereiken.

 

De verbintenistermijn van 90 kalenderdagen eindigt op 24 augustus 2021.

 

Er werden 4 offertes ontvangen:

          Drankcenter Schotte, Bieststraat 6 te 8790 Waregem (75.513,67 euro excl. btw of 87.838,98 euro incl. btw);

          Drankcenter Schotte, Bieststraat 6 te 8790 Waregem (76.358,55 euro excl. btw of 88.935,36 euro incl. btw);

          Drankcenter Schotte, Bieststraat 6 te 8790 Waregem (85.935,50 euro excl. btw of 100.395,24 euro incl. btw);

          Drankcenter Schotte, Bieststraat 6 te 8790 Waregem (78.874,20 euro excl. btw of 91.875,31 euro incl. btw);

 

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelde op 14 juni 2021 het verslag van nazicht van de offertes op.

 

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding), zijnde Drankcenter Schotte, Bieststraat 6 te 8790 Waregem, tegen het nagerekende jaarlijkse offertebedrag van 75.513,67 euro excl. btw of 87.838,98 euro incl. btw.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
  • Andere:
  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 1° (het geraamde bedrag excl. btw bereikt de drempel van 214.000,00 euro niet)
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen
  • Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur

 

Adviezen

 

Het diensthoofd vrije tijd verleent positief advies.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Bestelbedrag

75.513,67 euro excl. btw of 87.838,98 euro incl. btw

Actie

Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling

Jaarbudgetrekening

0705-00/60000000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN

0740-00/60000000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN

0719-02/61310000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN

Visum

G-2021-21 dd 17/06/2021

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 14 juni 2021, opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

Artikel 2

 

Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3

 

De opdracht “Aankoop en levering van dranken 2021-2023” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding), zijnde Drankcenter Schotte, Bieststraat 6 te 8790 Waregem, tegen het nagerekende jaarlijkse offertebedrag van 75.513,67 euro excl. btw of 87.838,98 euro incl. btw.

Artikel 4

 

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2021-11.

Artikel 5

 

De betaling zal gebeuren met de kredieten ingeschreven in het exploitatiebudget van 2021, op jaarbudgetrekening 0705-00/60000000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB), 0719-02/61310000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB) en 0740-00/60000000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB) en in het budget van de volgende jaren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.7. ABOC - verslag van 15 juni 2021 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het afzonderlijk bijzonder comité betreffende het gemeentelijk lager onderwijs en het bijzonder basisonderwijs hield een vergadering op 15 juni 2021.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

 

Motivering

 

Het ABOC kwam samen op 15 juni 2021 met als agendapunten:

 

1. Lestijdenpakket 2021-2022

2. Veiligheid

3. 29ste lesuur in de Beuk

4. Vrije dagen 2021-2022

5. Professionaliseringsplan

 

De bijbehorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.8. Verslag politieraad/politiecollege - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het aan de gemeente overgemaakte verslag van de politieraad en van het politiecollege.

 

Motivering

 

Het verslag van de politieraad van 20 april 2021 werd overgemaakt aan de gemeente.

Het verslag van het politiecollege van 11 juni 2021 werd overgemaakt aan de gemeente.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.9. Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

          TMVS dv - jaarverslag en verslag RvB en Commissaris 2020

          IMOG - verslagen van de Raad van Bestuur van 18 mei 2021 en 2 juni 2021

          Mijn Huis cvba - verslag van de Raad van Bestuur van 25 mei 2021

          TMVW ov - jaarverslag 2020

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.10. Elk zijn Huis nv - algemene vergadering van 28 juni 2021 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De raad van bestuur van nv Elk zijn Huis nodigt de gemeente uit tot de schriftelijke algemene vergadering waarvan de datum door de coronacrisis werd verplaatst van 26 april 2021 naar 28 juni 2021.

 

Motivering

 

De wet van 20 december 2020 houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus voorziet in een schriftelijke algemene vergadering met besluitvorming door middel van schriftelijke besluiten van de aandeelhouders.

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de agenda met volgende punten:

 

1)      Kennisname en goedkeuring van het jaarverslag van de raad van bestuur afgesloten op 31 december 2020.

2)      Kennisname en goedkeuring van de jaarrekening en het verslag van de commissaris over het boekjaar 2020 afgesloten op 31 december 2020.

3)      Goedkeuring van de toewijzing van het resultaat (zie pagina 34 document 'jaarverslag 2020').

4)      Kwijting aan de bestuurders.

5)      Kwijting aan de revisor.

6)      Benoeming van de revisor.

7)      Goedkeuring van de bestuursvergoedingen 2021 (zie pagina 47 document 'jaarverslag 2020').

 

In de gemeenteraadszitting van 28 februari 2019 werd de heer Bert Schelfhout aangesteld als vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van N.V. Elk zijn Huis.

 

De financieel directeur heeft hieromtrent geen opmerkingen om reden dat er geen financiële link is.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit alle agendapunten goed te keuren en het 'Antwoordformulier besluitvorming' over te maken aan Elk zijn Huis nv via mail aan info@elkzijnhuiskortrijk.be.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.11. Jubileum - bezoek feestzaal - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.12. Jubileum - bezoek ten huize - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.13. Participatiereglement - agendering GR - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het participatiereglement te bespreken en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit reglement te agenderen op de gemeenteraad van 8 juli 2021.

 

Motivering

 

Participatie is de laatste jaren volop in opmars. In Deerlijk staat het, op vandaag, echter nog wat in de kinderschoenen. Om in de toekomst nog beter in te zetten op participatie, schrijven we op vandaag een duidelijke set richtlijnen uit. Richtlijnen die een kader creëren waaraan participatie en de vormen waarin het voorkomt, kan afgetoetst worden.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het participatiereglement goed te keuren en verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om dit reglement ter goedkeuring te agenderen op de gemeenteraad van 8 juli 2021.

 

PARTICIPATIEREGLEMENT

 

Met deze richtlijnen creëren we een kader waaraan participatie en de vormen waarin het voorkomt, kan afgetoetst worden. Het geeft een nadere invulling aan een aantal vormen van inspraak, betrokkenheid en participatie vanwege de burgers en doelgroepen ten aanzien van het beleid en de besluitvorming.

 

Artikel 1 - Doel

Dit reglement is geen opsomming van vastgelegde initiatieven of instrumenten maar is in de eerste plaats een engagementsverklaring van het bestuur en de participatieve ingesteldheid. Het reglement vormt een kwalitatief kader waaraan elke vorm van participatie getoetst wordt en waarin het in al zijn vormen mogelijk gemaakt wordt. Het bestuur houdt steeds rekening met de aard van het project, het mogelijke resultaat en de impact ervan op de buurt en de hele gemeente.

 

Artikel 2 - Participatieniveaus

Participatie bestaat in verschillende niveaus. Elk project heeft een ander niveau en elk participatietraject is maatwerk. Zo zoeken we steeds naar de beste kanalen om onze doelgroep(en) te bereiken en de juiste methodieken in te zetten om zowel onderwerp als boodschap juist over te brengen. De praktische organisatie gebeurt in functie van een maximaal bereik en is voldoende laagdrempelig en gebruiksvriendelijk.

 

§ 2.1. Informeren

Het communiceren van reeds genomen beslissingen naar de inwoners. Het betreft een eenrichtingsverkeer van lokaal bestuur naar inwoners en er wordt dus geen terugkoppeling verwacht.

 

§ 2.2. Consulteren

Het consulteren van adviesraden of burgers bij het nemen of overwegen van bepaalde beslissingen. Hierbij is het niet de bedoeling om de beslissing nog te beïnvloeden maar eerder om meer inzicht te krijgen op eventuele weerstand of medewerking.

 

§ 2.3. Adviseren

Diverse participatiestructuren zoals burgerpanels, adviesraden… worden uitgenodigd om mee te praten en discussiëren over bepaalde onderwerpen en/of projecten. Per situatie wordt overwogen om het geformuleerde advies al dan niet te volgen. Hierbij is het van belang te argumenteren en communiceren over verdere beslissingen om de betrokkenheid van de burgers te behouden.

 

§ 2.4. Co-creëren

In dit niveau wordt samen vormgegeven aan projecten. Burgers kunnen hierbij zelf ook onderwerpen aanreiken waar ze willen rond werken en krijgen een deel van de verantwoordelijkheid om deze vorm te geven. Het lokaal bestuur houdt de touwtjes in handen, maar de burger krijgt een belangrijke rol in het vormgevingsproces.

 

§ 2.5. Meebeslissen

Hierbij krijgen de burgers de kans om mee te bepalen wat de beslissing wordt. Een deel van de verantwoordelijkheid van het lokaal bestuur wordt hier teruggegeven aan de burger. Er kan geopteerd worden om de burger vrij te laten in zijn keuze of om meerdere oplossingen aan te bieden waaruit gekozen kan worden.

 

Artikel 3 – Participatiestructuren

Er bestaan verschillende participatiestructuren die de gemeente kan inzetten binnen (en vaak ook buiten) het kader van een participatietraject (bv. adviesraad, burgerpanel,…).

 

De participatieve rolverdeling wordt steeds per traject en op maat uitgetekend door het intern participatieteam, al dan niet in overleg met reeds samengestelde werk- en/of stuurgroepen. Het intern participatieteam bestaat uit werknemers van de gemeente Deerlijk waaronder doorgaans een diensthoofd, één of meerdere projectmedewerkers en een communicatiemedewerker betrokken zijn.

 

We bepalen duidelijk de verwachtingen vanuit de betrokken participatiestructuren binnen het traject. Wanneer een advies wordt verleend of gevraagd, wordt deze gemotiveerd ingediend volgens de voorziene middelen van het participatietraject. Het antwoord van het gemeentebestuur hierop wordt eveneens gemotiveerd geformuleerd.

 

De gemeente schat haar eigen medewerkers eveneens naar waarde en wil hun mening om die reden ook bevragen. Om belangenvermenging te vermijden, kan een interne participatiemogelijkheid opgezet worden die parallel loopt met de externe planning.

 

Artikel 4 - Burgerpanel

§ 4.1 Doel

Het gemeentebestuur zal dit panel inzetten met doel om gebruik te kunnen maken van de ideeën en denkkracht van de inwoners en op een snelle en betrouwbare manier inzicht te verwerven in wat er leeft in de gemeente met als toepassingsgebied het desbetreffende project waarvoor het panel wordt ingeschakeld.

 

§ 4.2 Kandidaatstelling

Om zich kandidaat te kunnen stellen tot een burgerpanel dient de kandidaat ten minste aan volgende voorwaarden te voldoen:

          Ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente.

          De leeftijd van 16 jaar bereikt hebben.

 

De kandidaatstelling tot het panel verloopt via de vooropgestelde procedure die per traject wordt vastgelegd en gecommuniceerd door het participatieteam.

 

§ 4.3 Samenstelling

Het participatieteam kan een panel inrichten die bestaat uit een representatieve groep burgers. Enkele gegevens die de samenstelling beïnvloeden, zijn:

          Genderevenwichtig

          Leeftijdscategorie

          Gezinssamenstelling

          Diversiteitskarakter

          Motivatie tot deelname

 

De wijze van samenstelling wordt door het participatieteam bepaald in functie van voldoende representativiteit voor het betrokken domein. Behoren tot de mogelijkheden:

          Aanschrijven van de inwoners via een selectie uit het bevolkingsbestand.

          Kandidaatstelling na oproep via de traditionele gemeentelijke communicatiekanalen.

 

Artikel 5 - Instrumenten

Participatie kan verschillende vormen aannemen afhankelijk van het niveau en de insteek van het traject. Onderstaande opsomming van inzetbare instrumenten is niet-limitatief.

 

§ 5.1. Enquête

Een manier van bevragen waarbij gebruik gemaakt wordt van een vragenlijst die aan meerdere personen wordt voorgelegd. Dit kan zowel fysiek als digitaal plaatsvinden.

 

§ 5.2. Interview

Een vorm van ondervragen waarbij een interviewer één of hooguit enkele personen tegelijkertijd ondervraagt in de vorm van een individueel gesprek. Dit kan zowel fysiek als digitaal plaatsvinden.

 

§ 5.3. Poll of stemming

Een interactieve vorm van opiniepeiling die vaak ingezet wordt op sociale media of tijdens digitale vergaderingen om de interactiviteit te verhogen.

 

§ 5.4. Infomarkt

Een (fysieke) bijeenkomst waarbij de vooropgestelde plannen gepresenteerd worden aan het brede publiek. Nadien volgt de mogelijkheid tot eventuele vragen.

 

§ 5.5. Burgerpanel

Een selecte groep inwoners die haar mening geeft over beleidsvraagstukken en via deze weg het beleid adviseert.

 

§ 5.6. Adviesbrief

Een brief waarin een individu of een groep van individuen een gericht advies formuleert over een bepaald onderwerp.

 

§ 5.7. Workshop of ontwerpatelier

Een georganiseerde activiteit waar op een interactieve manier op bepaalde thema’s wordt gewerkt in groep.

 

Artikel 6 – Informatieplicht

De gemeente heeft de informatieplicht om alle betrokken participatiestructuren voor, tijdens en na het traject voldoende in te lichten over de vooropgestelde verwachtingen, doelstellingen en het verloop.

 

Artikel 7 – Klachten en meldingen

Elke inwoner kan een melding of klacht formuleren zoals gedefinieerd in het officieel klachtenreglement.

 

Artikel 8 – Geldigheid

Dit reglement treedt in werking op 20 juli 2021. De einddatum wordt vastgesteld op 31 december 2025.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.14. Zwembad - offertes en raamcontracten - 2021 - week 25 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de offertes met betrekking tot bestellingen en raamcontracten in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-

Deerlijk goed te keuren.

 

Motivering

 

FARYS/TMVW legt offertes voor bestellingen en raamcontracten in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-Deerlijk steeds ter goedkeuring voor aan beide gemeenten.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft hiertoe het budgethouderschap.

 

Volgende offertes voor bestellingen worden ter goedkeuring voorgelegd:

          Hako BV, offerte 2000125272:

          Nieuwe borstel voor Hako poetsmachine ter vervanging van versleten borstel, reeds vervangen in functie van continuïteit: 136,50 euro, excl. btw.

 

Volgende nieuwe raamcontracten worden ter goedkeuring voorgelegd: niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

Eénmalige kosten: 136,50 euro, excl. btw

(waarvan aandeel Deerlijk: 68,25 euro, excl. btw)

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de offertes voor de bestellingen en nieuwe raamcontracten, zoals hierboven aangegeven, goed te keuren in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-Deerlijk.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.15. Vrije tijd - wijziging functionele invulling zaal 1 OC d'Iefte - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de gewijzigde functionele invulling van zaal 1 in OC d'Iefte naar werkplek-ruimte voor het personeel goed te keuren, als gevolg van de implementatie van het samenwerkings- en dienstverleningsmodel voor de vrijetijdsdiensten.

 

Motivering

 

In 2020 hebben de vrijetijdsdiensten een interne audit doorlopen. Deze doorlichting resulteerde in een samenwerkings- en dienstverleningsmodel waarbij een geïntegreerde werking van de vrijetijdsdiensten wordt vooropgesteld. Het operationeel organogram daartoe werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2021.

 

In de doorlichting werd ook gewezen op mogelijke efficiëntiewinsten bij een (administratief) ééngemaakt vrijetijdspartimonium. In die optiek werd reeds een ééngemaakte front office, met name het vrijetijdspunt, operationeel op 1 juni 2021. De doorlichting benadrukt evenwel dat naast dienstverlenend patrimonium het ook belangrijk is om de vrijetijdsdiensten fysiek samen te brengen. Want het is immers niet noodzakelijk om die diensten te binden aan de huidige infrastructuren. Het fysiek samenbrengen van de vrijetijdsdiensten is belangrijk voor de (team)werking binnen het vooropgestelde samenwerkingsmodel.

 

Zowel de huidige (vrijetijds)infrastructuur als eventuele denkpistes voor nieuwe infrastructuur bieden op korte en middellange termijn geen mogelijkheid voor een volledige fysieke integratie van de vrijetijdsdiensten. Een gedeeltelijke fysieke integratie met een combinatie van vaste werkplekken en flexplekken in de diverse vrijetijdsinfrastructuur biedt wel mogelijkheden om het samenwerkings- en dienstverleningsmodel voldoende uit te rollen.

 

OC d'Iefte met het vrijetijdspunt fungeert daarbij als centrale hub. In het vrijetijdspunt worden de administratief medewerkers niet alleen in de front office, maar ook in de back office samengebracht in functie van een efficiënte en op elkaar in gespeelde werking. Dit impliceert echter een bijkomende nood aan werkplekken, ook al wordt dit in combinatie gezien met flexwerken op de andere vrijetijdslocaties en thuiswerken. Ook voor de deskundigen werd een zelfde werkplekstructuur opgesteld waarbij in de mate van het mogelijke wordt gecentraliseerd in OC d'Iefte, aangevuld met de overige vrijetijdslocaties. Ook hierbij wordt een mix voorzien van vaste werkplekken en flexplekken verspreid over de locaties en thuiswerken.

 

Concreet betekent dit dat de functionele invulling van zaal 1 in OC d'Iefte in uitvoering van deze werkplekstructuur een wijziging vraagt, met name van polyvalente zaal (als onderdeel van het gemeenschapscentrum) naar bureelruimte met 4 vaste werkplekken, 2 flexplekken en een kleine vergader- en refterplek. 

 

Om de impact te kennen van deze wijziging in functionele invulling van zaal 1 voor de gebruikers van het gemeenschapscentrum werd een analyse gemaakt van de reservatiekalender van de zalen voor OC d'Iefte en (waar nodig) de buurthuizen. Als referentie werd de kalender van 2019 gehanteerd. Uit de analyse blijkt dat slechts voor 14 van de 337 reserveringen voor zaal 1 geen alternatieve zaal of locatie zou kunnen gevonden worden op dezelfde datum, wel op een andere datum. Dit is een eerder beperkt aantal en heeft vooral betrekking op een aantal lesmomenten van de academie, vergaderingen en kleinere tentoonstellingen.

 

Ondertussen werd het koetsiershuis (voorheen de Wereldwinkel) toegevoegd aan het gemeenschapscentrum. De beschikbare ruimte in het koetsiershuis is het meest geschikt voor vergaderingen, lesmomenten en vormingen, en kleinere tentoonstellingen (enkel beeldende kunstenaars hebben al hun enthousiasme geuit om te exposeren in het koetsiershuis). Dit zijn net het soort activiteiten die voor COVID-19 ook het meest werden ingepland in zaal 1 van OC d'Iefte. Het koetsiershuis biedt dus een waardig alternatief om tegemoet te komen aan de de gewijzigde functionele invulling van zaal 1.

 

Een optimaal en ergonomisch gebruik van zaal 1 als bureelruimte vraagt een zekere inrichting. Daarbij dient ergonomische kantoormeubilair voorzien te worden. De wandkasten en scheidingswanden zouden in eigen beheer worden gemaakt door de techniekers. 

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56. § 1. Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

5.000 euro (ergonomisch kantoormeubilair)

Actie

Gebouwen - gemeenschapsgoederen

Jaarbudgetrekening

GBB/0705-00/22100000

Visum

niet vereist

 

Raming of bedrag

2.000 euro (materiaal wandkasten en scheidingswanden)

Actie

Diverse (technische) materialen

Jaarbudgetrekening

GBB/0705-00/61500000

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepen besluit om de gewijzigde functionele invulling van zaal 1 in OC d'Iefte naar werkplek-ruimte voor het personeel goed te keuren, als gevolg van de implementatie van het samenwerkings- en dienstverleningsmodel voor de vrijetijdsdiensten.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.16. KSA Deerlijk - Barnamiddag - 10 juli 2021- goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.17. Ic Dien - Vlaanderen Feest - 11 juli 2021- goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.18. LO - lestijdenpakket 2021 - 2022 - agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van het lestijdenpakket voor het schooljaar 2021-2022 van de gemeentelijke lagere school en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken deze ter goedkeuring te agenderen op de gemeenteraad van 8 juli 2021.

 

Motivering

 

Het lestijdenpakket voor een nieuw schooljaar wordt bepaald volgens het aantal leerlingen op 1 februari van het voorgaande schooljaar. Voor LO waren dit 204 leerlingen.

Volgens de aanwending van de lestijden betekent dit 254 lestijden.

Daaruit moeten genomen worden:

          onderwijzers-klastitularissen

          eventueel leermeester lichamelijke opvoeding

          eventueel ambulante leerkracht

 

Daarnaast krijgt de school: het ambt van directeur en de lestijden Rooms-Katholieke godsdienst, zedenleer en Protestantse godsdienst.

Ook 23 SES- lestijden zijn toegekend .

Zorgbeleid: 55 punten. Dit betekent 18/36 in de functie van beleidsmedewerker (zorgcoördinator) en 5/36 zorguren.

Voor ICT krijgt de school 10 punten en dit is goed voor 4/36 in de functie van beleidsmedewerker met een diploma hoger onderwijs korte type (HOKT);

voor administratie 55 punten, goed voor 21/36 HSO en 8/36 HOKT

 

VOORSTELLEN VOOR HET SCHOOLJAAR 2021-2022.

Voor het bepalen van het aantal ambten wordt het aantal lestijden gedeeld door 24. Dit betekent 254 : 24 = 10 voltijdse ambten en 14 restlestijden.

Voorstel van principes:

Omkadering door turnleerkracht, SES-leerkracht en ambulante leerkracht zorg.

Voorstel voor de verdeling:

9 voltijdse ambten (9 klastitularissen) + leermeester lichamelijke opvoeding (18 u.) en 20 lestijden ambulant.

23 SES-lestijden.

Met goedkeuring van het schoolbestuur:

Er worden tien lestijden beleidsondersteuning toegekend om de pedagogische ondersteuning te waarborgen en uit te breiden alsook 7 lestijden beleidsondersteuning ICT.

Er wordt zoveel als haalbaar, geopteerd voor het invullen van de functie van zorgcoördinator, administratief medewerker en van ICT-coördinator door dezelfde personen voor de scholen van de scholengemeenschappen waartoe de centrumscholen behoren.

Voor de functies van beleidsmedewerker wordt bepaald dat, in afspraak met de directie, thuiswerk als een deel van de prestatieregeling kan opgenomen worden.

 

Positief advies werd gegeven op de schoolraad van 17 juni 2021 en op het ABOC

van 15 juni 2021.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van het lestijdenpakket voor het schooljaar 2021-2022 van de gemeentelijke lagere school en verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om dit lestijdenpakket ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 8 juli 2021.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.19. Omgevingsvergunning - Bistierland - aktename beslissing deputatie

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing van de deputatie van 3 juni 2021. Het betreft een aanvraag tot omgevingsvergunning voor het bijstellen van een verkavelingsvergunning gelegen deels op grondgebied Harelbeke, Bistierland en deels op grondgebied Deerlijk, Luitstraat, Klaroenstraat en Harpstraat, ingediend door Bistierland BVBA, Harpstraat 5/1 te 8530 Harelbeke.

 

Motivering

 

De deputatie van de provincie West-Vlaanderen heeft in zitting van 3 juni 2021 een vergunning verleend vanuit de volgende motivering:

 

'Goede ruimtelijke ordening:

Functionele inpasbaarheid

In het centrum van Harelbeke worden volop meergezinswoningen opgericht. Deze verkaveling ligt niet echt in het centrum en het is dus meer aangewezen om hier voor eengezinswoningen te kiezen. De gevraagde bijstelling, namelijk het voorzien van 14 eengezinswoningen in plaats van de 33 à 40 woongelegenheden in de vorm van meergezinswoningen sluit beter aan bij de aanwezige woningen in de Klaroenstraat en Luitstraat. De woningtypes en stedenbouwkundige voorschriften die gelden voor deze loten zijn gebaseerd op deze van de vergunde verkaveling, overzijde van de Klaroenstraat, om een harmonie van het straatbeeld te bewerkstelligen. Bij het ontwerp van de woningen dient er wel rekening te worden gehouden met de gegronde bezwaren uit het openbaar onderzoek. De aanvraag doet mede, gelet op de aard, de plaats, de vormgeving en de omvang geen afbreuk aan de omgeving. Het project is verenigbaar met de omgeving.

 

Besluit

De deputatie beslist om de omgevingsvergunning te verlenen mits strikte naleving van de volgende voorwaarden en/of lasten:

1) Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N0360001 van 31.0-46 tot 31.1 - 38):

          De grens van het openbaar domein is geschat op 19 meter gemeten uit de as van de weg N36.

          De ontworpen rooilijn ligt op 19 meter volgens de vigerende wegnormen.

          De zone van achteruitbouw bedraagt 8 meter.

          De minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 27 meter.

2) Er moet een buffervolume van minstens 330 m³/ha verharde oppervlakte worden voorzien en een vertraagde afvoer van 10 l/sec/ha naar het oppervlaktewaternet. Voor dit project wil dit zeggen een totale nuttige berging van minstens 756 m³ (alle dakoppervlakten en verhardingen - hergebruik van 1 dag) en een vertraagde afvoer in buizen van maximum 300 mm naar het oppervlaktewaternet. Er werd bij de infrastructuur van verkaveling Bistierland reeds buffering en infiltratievoorziening aangelegd van 1.529 m³ en 760 m³. Gezien de collectieve buffering van de verkaveling dient de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake infiltratie-/buffervoorzieningen, op de individuele percelen, niet meer gevolgd te worden.

3) De bestaande afwatering van de omliggende percelen dient gegarandeerd te blijven. Afvloei van hemelwater naar aanpalende zones voor infiltratie mag enkel op de eigen terreinen plaats vinden. Het kan niet de bedoeling zijn buurpercelen wateroverlast te bezorgen.

4) De verkavelingsvoorschriften aan te passen, zodat de oprit een breedte dient te hebben van 3,50 m en dat daarnaast in de voortuinstrook nog een toegangspad naar de voordeur kan worden voorzien.

5) In het ontwerp van de woningen dient rekening te worden gehouden met het feit dat de nieuwe opritten naar de woningen recht tegen over de bestaande opritten komen te liggen.

6) Om het probleem van het stallen van de fietsen in de garage op te lossen kan de tuinzone met bijbehorende berging toegankelijk gemaakt worden via de achterliggende groenzone.

7) De verkavelaar dient zelf contact op te nemen met de nutsmaatschappijen in functie van de aanpassingen van de nutsvoorzieningen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

          Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de voorwaardelijke omgevingsvergunning afgeleverd door de deputatie in zitting van 3 juni 2021.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.20. OMV 2021_67 - Pikkelstraat 49 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het het verbouwen van een woning en bouwen van een vrijstaande carport/tuinberging, op een perceel gelegen Pikkelstraat 49 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 184 V aangevraagd door Kim en Ann-Sophie Vergauwe - Dedeurwaerder wonende Pikkelstraat 49 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 17 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De verharding in de tuinzone als oprit naar de carport dient gereduceerd te worden tot wat strikt noodzakelijk is om de carport te bereiken.

        Teneinde de toegang naar de carport optimaal te voorzien, dient er naast de woning een vrije doorgang van minstens 2,50 m behouden te blijven.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag ligt volgens de voorzieningen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk (goedgekeurd 20 januari 2006) in een stedelijk woongebied.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 mei 1972 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een garage.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 1 april 1976 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een berging en werkplek.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 augustus 2000 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De bouwplaats is een perceel gelegen langs de Pikkelstraat, wat een goed uitgeruste gemeenteweg is. Het perceel heeft een oppervlakte van 1.195 m².

De omgeving bestaat uit een residentiële woonomgeving waarbij de woningen zowel van het open, halfopen als gesloten bouwtype zijn. De woonfunctie bestaat uit eengezinswoningen.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een halfopen eengezinswoning met carport te verbouwen.

De inplanting van de woning blijft behouden. Rondom wordt een isolatie voorzien van in totaal 14 cm waardoor de woning iets dichter komt te liggen bij de rooilijn. De bestaande verharde ruimte tussen de woning en de rooilijn blijft behouden. Ook de rechterzijkavelgrens wordt ingeperkt van 2,55 m tot op 2,39 m. De woning heeft een breedte van 18,58 m. De bestaande koterij achteraan wordt gesloopt waardoor de diepte op 9,69 m wordt gebracht.

Het hoofdvolume van de woning blijft behouden, dit volume bestaat uit één bouwlaag met een hellend dak. De kroonlijsthoogte bedraagt maximaal 4,30 m en de nokhoogte ligt op 8,56 m. De verbouwingswerken situeren zich binnenin maar hebben wel een impact op de raam- en deuropeningen onder meer in de voorgevel. De bestaande garage en stookruimte worden ingenomen in het woongedeelte. Op het gelijkvloers bevindt zich na de werken de inkom, toilet, zithoek, eetkamer en keuken, bergruimte/berging en bureau. Op de verdieping worden 3 slaapkamers, een speelruimte, een dressing en 2 badkamers ondergebracht.

De gevels worden deels afgewerkt in crepi en deels met verticale houten gevelbekleding die deels voor de ramen op het gelijkvloers doorgetrokken wordt. De dakbedekking bestaat uit rode dakpannen en het schrijnwerk is voorzien in antracietkleurig aluminium.

In de tuinzone bevindt zich een bijgebouw met een breedte van 6 m op een lengte van 13 m. Het bijgebouw wordt ingeplant op 13,75 m van de achtergevel van de woning, op 1 m van de rechterzijperceelsgrens. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 3,50 m. De gevels van het bijgebouw worden afgewerkt in isolatiepanelen. De functie van het bijgebouw betreft carport/tuinberging. De oprit naar de carport wordt voorzien in de vrije zijtuinstrook van 2,39 m en wordt verhard in waterdoorlatende materialen.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk , zijnde aan de bestemming stedelijk woongebied.

In deze zone gelden de voorschriften van Art. 7.1. stedelijk woongebied, waarbij §1 als volgt luidt:

Het gebied is bestemd voor wonen, openbare groene en verharde ruimten en aan het wonen verwante voorzieningen. Onder aan het wonen verwante voorzieningen worden verstaan: handel, horeca, bedrijven, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, kantoren en diensten, parkeer- en openbaar vervoervoorzieningen, openbare groene en verharde ruimten, socio-culturele inrichtingen en recreatieve voorzieningen.

Het gevraagde heeft betrekking op het verbouwen van een bestaande eengezinswoning in een residentiële omgeving zodat deze aanvraag in overeenstemming is met de bestemming van het gewestelijk RUP.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Pikkelstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: de carport wordt op de bestaande regenwaterput van 5.000 liter met hergebruik aangesloten, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 2.160 liter en een referentie-oppervlakte van 3,60 m², het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen van een eengezinswoning. De functie wonen blijft behouden en is passend in deze woonomgeving. Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

De inplanting van het hoofdvolume blijft min of meer behouden. Er is voldoende ruimte tussen de voorbouwlijn en de rooilijn teneinde de isolatie te voorzien op eigen terrein. Dit zorgt niet voor hinder naar de omringende percelen toe. Het slopen van de achterbouw zorgt ervoor dat de woning na de werken een compact geheel vormt.

Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen, integendeel. De bouwdiepte van het hoofdvolume is heel wat beperkter in vergelijking met de bouwdiepte van de aanpalende woning. Ook de bestaande scheidingsmuren blijven allen behouden.

Door het isoleren van de buitengevel wordt de afstand tot de rechter vrije zijperceelsgrens beperkt tot 2,39 m. Dat is heel beperkt en zal een vlotte doorstroom naar de achterliggende carport belemmeren. Teneinde de toegang naar de carport optimaal te voorzien, dient er naast de woning een vrije doorgang van minstens 2,50 m behouden te blijven. Dit betekent dat de vrije zijgevel van de woning ofwel volledig aan de binnenzijde geïsoleerd wordt, ofwel deels aan de binnenzijde en beperkt aan de buitenzijde voorzien wordt van isolatie.

De voorgevel wordt grondig gewijzigd. De bestaande deur, raamopeningen en garagepoort worden vervangen door grote ramen tot op het maaiveld. Voor 2 van de 3 ramen wordt een houten belatting voorzien. Omdat niet alle raamopeningen bekleed worden met houten lattenwerk blijft nog een interactie met de voorliggende weg mogelijk. De verbouwing integreert zich door zijn materiaalgebruik binnen de bestaande bebouwing.

De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve private buitenruimte te kunnen aanleggen. Na de werken wordt het contact tussen de leefruimtes van de woning en de tuinzone versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt. De oppervlakte van het bijgebouw is iets ruimer dan gangbaar maar is te motiveren vanuit het feit dat heel wat bestaande bebouwing gesloopt wordt en het bebouwingspercentage op het perceel niet uitgebreid wordt.

De geplande verharding naar de carport/garage toe wordt voorzien in steenslag. Deze verharding is heel ruim en overschrijdt wat strikt noodzakelijk is in functie van bereikbaarheid van de berging/carport. De verharding in de tuinzone als oprit naar de carport dient gereduceerd te worden tot wat strikt noodzakelijk is om de carport te bereiken. De overige ruimte dient mee ingericht te worden met de tuinzone.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Kim en Ann-Sophie Vergauwe - Dedeurwaerder wonende Pikkelstraat 49 te 8540 Deerlijk, voor het het verbouwen van een woning en bouwen van een vrijstaande carport/tuinberging, op een perceel gelegen Pikkelstraat 49 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 184 V, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De verharding in de tuinzone als oprit naar de carport dient gereduceerd te worden tot wat strikt noodzakelijk is om de carport te bereiken.

        Teneinde de toegang naar de carport optimaal te voorzien, dient er naast de woning een vrije doorgang van minstens 2,50 m behouden te blijven.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.21. OMV 2021_88 - Knokstraat, Leemputstraat, Achterstraat, Deerlijkseweg, Harelbekestraat, Blauwe Zwaanstraat - Bilkenstraat, Desselgemknokstraat, Evangelieboomstraat, Waregemstraat- advies

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd advies uit te brengen voor de omgevingsvergunningsaanvraag van Martina Pogacnik namens AQUAFIN NV gevestigd Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar, voor het uitvoeren van wegenis- en rioleringswerken in Waregem en Deerlijk: Knokstraat, Leemputstraat, Achterstraat, Deerlijkseweg, Harelbekestraat, Blauwe Zwaanstraat - Bilkenstraat, Desselgemknokstraat, Evangelieboomstraat, Waregemstraat, op percelen gelegen op verschillende deellocaties:

Deerlijk: Bilkenstraat zn, Desselgemknokstraat zn, Evangelieboomstraat zn, Waregemstraat zn te 8540 Deerlijk

Waregem: Knokstraat zn, Leemputstraat zn, Achterstraat zn, Deerlijkseweg zn, Harelbekestraat zn, Blauwe Zwaanstraat te 8790 Waregem

en met als kadastrale ligging

Deerlijk: 1ste afdeling, sectie A, perceel 534B, 567E, 572L, 577B, 578C, 578D, 579A, 583K, 584E, 590L3, 590N2, 590Y, 599K, 599L, 599M, 604R, 606D, 610G2, 610K2, 610M, 610M2, 610P2, 610S2, 610V, 610V2, 611B2, 611S, 611T, 611V, 611Y, 611Z, 614L, 615C, 615E - sectie B, perceel 1T, 1W, 2T, 31S, 34H2, 34K2, 36K, 36L, 37C2, 37F2, 37H, 37L2, 37M2, 37S2, 37T2, 37Y, 39L, 3D, 3E, 43L, 46D, 4D, 4G, 56D

Waregem: 5de afdeling, sectie B, perceel 417_, 418G, 419B, 420A, 421B, 421D, 422H, 424K, 425A, 426A, 427_, 429B, 430R2, 430Y2, 432P, 435G, 435H, 457B, 459E, 461B2, 461W, 462M, 3de afdeling, sectie D, perceel 589C - sectie F, perceel 105C, 107D, 107H, 108A, 145X2, 145Y2, 146A3, 146A4, 146D4, 146E3, 146E4, 146F3, 146R3, 146S3, 146Z3, 14A, 14B, 183N, 183P, 318F, 3F, 4B, 52D, 54A, 61B, 80F, 80G, 81D, 83M2, 83P2, 83R2, 83S2, 84C, 86_, 90A, 91A, 92L2, 94_, 95S, 97A4, 97C2, 97C3, 97P3, 97R3, 97W2, 97Y, 98A3, 98B2, 98C3, 98X2.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en motiveert haar beslissing als volgt:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming deels woongebied met landelijk karakter, deels milieubelastende industrie, deels agrarisch gebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is deels gelegen binnen de grenzen van het goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Evangelieboom, goedgekeurde 9 september 2010 met als bestemming deels zone voor groene trage verbinding (langs de Desselgemknokstraat), deels zone voor groene parking of bedrijfswoningen en zone voor groenscherm (langs de Evangelieboomstraat).

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is deels gelegen binnen de grenzen van volgende goedgekeurde bijzondere plannen van aanleg:

      BPA Prefadim-Dewaele, goedgekeurd op 4 september 2009, met als bestemming zone voor bedrijvigheid (Desselgemknokstraat, firma Dewaele).

      Sectoraal BPA zonevreemde bedrijven fase 2, deelplan Verstraete-Verbauwhede, goedgekeurd op 27 maart 2002, met als bestemming zone voor bedrijvigheid (Waregemstraat/Evangelieboomstraat).

      BPA Molenhoek, wijziging A, goedgekeurd op 7 oktober 1987, zone voor wegenis (kruispunt Waregemstraat/Bilkenstraat).

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan, de BPA’s en het RUP zijn deels van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt deels af van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Er zijn geen voorgaande vergunningen relevant voor het betrokken project.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

Het project is gelegen deels op het grondgebied van Deerlijk en deels op het grondgebied van Waregem. Het situeert zich ten noordoosten van het centrum van Deerlijk en ten westen van Nieuwenhove, een gehucht van de stad Waregem.

Op grondgebied van Deerlijk zijn delen van de Desselgemknokstraat, de Evangelieboom, de Waregemstraat en de Bilkenstraat begrepen in de aanvraag, evenals een aantal delen van private eigendommen die palen aan deze wegenis.

De Waregemstraat is, ter hoogte van de projectzone, een betonnen woon- en werkstraat met langs beide zijden hoofdzakelijk open, halfopen of gesloten bebouwing. De Evangelieboomstraat is, ter hoogte van de projectzone, een geasfalteerde straat gelegen tussen halfopen bebouwing en landerijen evenals historisch gegroeide bedrijfsgebouwen. De Bilkenstraat is ter hoogte van de projectzone een geasfalteerde woonstraat met langs beide zijden open bebouwing. De Desselgemknokstraat is een geasfalteerde landbouwweg tussen landerijen, open bebouwing en een historisch gegroeid bedrijf met nog uitbreidingsmogelijkheden.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft betrekking op een bovengemeentelijk rioleringsproject.

Op vandaag wordt het afvalwater van het gebied ten noordoosten van het kruispunt “De Prinse” geloosd in de Alfortbeek. Het doel van het rioleringsproject Evangelieboom is dit afvalwater ter hoogte van de Kamiel Vandeputtestraat in Waregem aan te sluiten op het centraal gebied, zodat het afgevoerd wordt naar het zuiveringsstation in Waregem.

Om deze nieuwe gescheiden riolering te realiseren zijn een aantal pompstations nodig om het afvalwater vanuit de Evangelieboomstraat richting Waregemstraat te pompen en vanuit de Waregemstraat richting Kamiel Vandeputtestraat. Ook het afvalwater van de Bilkenstraat moet worden opgepompt richting Waregemstraat.

Als voorwaarde voor de uitvoering van dit bovengemeentelijk project door Aquafin moeten zowel stad Waregem als de gemeente Deerlijk ook de nodige werken in de aanpalende straten laten uitvoeren. In sommige gevallen beperkt zich dat tot het afkoppelen van baangrachten van het rioleringsnet, in andere moet er ook in de gemeentelijke delen een nieuwe riolering worden aangelegd.

 

De wegen waarin de rioleringswerken plaatsvinden worden na de werken hersteld of opnieuw ingericht en opgewaardeerd met als doel de verkeersveiligheid en de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. Op grondgebied Deerlijk worden de Bilkenstraat, Evangelieboomstraat, en Desselgemknokstraat hersteld in hun oorspronkelijke toestand. In de Waregemstraat wordt een herinrichting voorzien en worden verschillende plantvakken en een groenstrook voorzien tussen de rijweg en het afgescheiden fietspad waardoor ook het regenwater de kans gegeven wordt om te infiltreren of te verdampen.

Naast ingrepen in functie van infiltratie en afvoer via grachten binnen de heraangelegde wegenis worden er langs het project, buiten de bebouwde ruimte ook nieuwe grachten en infiltratiegrachten gerealiseerd, op Deerlijks grondgebied onder meer langs de Evangelieboomstraat, de Waregemstraat en de Desselgemknokstraat.

 

De rioleringswerken worden hoofdzakelijk voorzien in de rijweg. De pompstations en het terrein voor grondverbetering worden op private percelen voorzien. Ter hoogte van de nieuwe langsgrachten zijn grondinnemingen uitgevoerd zodat deze grond tot het openbaar domein zal behoren. Rooilijnplannen zijn aan deze aanvraag toegevoegd.

 

Omschrijving van de aangevraagde werken tot vegetatiewijziging

 

Voor de uitvoering van de werken dient op Deerlijks grondgebied volgende vegetatie gewijzigd te worden:

-          In de Alfortbeek wordt ter hoogte van de geplande kopmuren KM5 en KM6 over een afstand van ca 2x10 m een oeversversterking in rietstengels voorzien en palen en kantplanken. Hierdoor wordt de bestaande vegetatie van de beekoever gewijzigd.

-          Naast de woning Desselgemknokstraat 96 wordt een boom gerooid voor de aanleg van een nieuwe gracht.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het eerste openbaar onderzoek vond plaats van 8 mei 2021 tot 6 juni 2021.

 

Naar aanleiding van een wijzigingsverzoek werd het eerste openbaar onderzoek stopgezet en werd een tweede openbaar onderzoek georganiseerd. Het tweede openbaar onderzoek vindt plaats van 4 juni 2021 tot 3 juli 2021 en is momenteel nog lopende.

 

  1. Adviezen

 

De Gewestelijke Omgevingscommissie richtte een adviesvraag aan de volgende adviesinstanties:

        Gemeentebestuur Deerlijk en stadsbestuur Waregem

        Elia Asset NV

        Departement Landbouw en Visserij

        Provincie West-Vlaanderen

        Vlaamse Milieumaatschappij

        Agentschap voor Natuur en Bos

        Gewestelijk Departement Omgeving

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, de BPA’s en het RUP.

De aanvraag wijkt af van de voorzieningen van de bestemmingsplannen en maakt hiervoor toepassing van artikel 4.4.7 § 2 van de VCRO.

§2. In een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, mag worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben.

De Vlaamse Regering bepaalt welke handelingen van algemeen belang onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen. Ze kan ook de regels bepalen op basis waarvan kan worden beslist dat niet door haar opgesomde handelingen toch onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen

 

Overeenkomstig artikel 3, §1, 1°, 4°, 9°, 10° en 14° van het besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1,5°, artikel 4.4.7§2 en artikel 4.7.1§2 tweede lid van de VCRO kan voor de uit te voeren handelingen toepassing gemaakt worden van de afwijkingsbepalingen voor werken van algemeen belang met een beperkte impact.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Waregemstraat, de Bilkenstraat, de Evangelieboomstraat en de Desselgemknokstraat voldoende uitgeruste openbare wegen zijn.

De aanvraag heeft impact op de bestaande rooilijnen. Hiertoe zijn in het dossier de nodige rooilijnplannen gevoegd. De gemeenteraad dient een beslissing te nemen over de zaak der wegen alvorens de vergunningverlenende overheid een beslissing kan nemen in deze omgevingsvergunningsaanvraag.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen.

 

Door de afkoppeling van dit gebied komt er een bijkomend debiet (van ongeveer 1.750 m³ bij T2) op het afwaarts stelsel terecht waardoor de verhanglijn hier sterk stijgt. Om geen wateroverlast te veroorzaken, is het noodzakelijk dat er een bijkomende overstort voorzien wordt, ter hoogte van de Blauwe-Zwaanstraat (Waregem), met lozing in de Gaverbeek (cat. 1). Dit nieuwe overstort zorgt op zijn beurt voor een bijkomend lozingsdebiet (overstortwater) op de Gaverbeek. Door de afkoppelingen is er echter een daling van het lozingsdebiet op de Alfortbeek, die ongeveer 500 m stroomopwaarts van de nieuwe overstort in de Gaverbeek stroomt. Het totale geloosde volume op de Alfortbeek en Gaverbeek daalt ten gevolge van dit project, in vergelijking met de bestaande toestand.

Daarnaast wordt in het project ook sterk ingezet op buffering, infiltratie en afvoer via grachten.

 

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meer bepaald rubriek 10I – werken inzake kanalisering en ter beperking van overstromingen (flood reliëf werken).

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). Deze screening is opgenomen in de aanvraag. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd door de vergunningverlenende overheid geoordeeld dat in het licht van de kenmerken van het project, de plaatselijke omstandigheden en de kenmerken van zijn potentiële effecten, er op basis van de gegevens in de aanvraag geen aanzienlijke gevolgen zijn voor het milieu en een project -MER redelijkerwijze geen nieuwe of bijkomende gegevens over aanzienlijke milieueffecten zal bevatten. Bijgevolg moer er voor onderhavige aanvraag geen milieueffectenrapport worden opgemaakt.

 

7.5    Natuurtoets

De werken die een impact hebben op de vegetatiewijziging zijn beperkt qua omvang en zullen geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden veroorzaken.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

De beoogde opbraak van het wegdek en graafwerken worden beschouwd als een ingreep in de bodem. Doordat de oppervlakte van de percelen waarop deze ingreep betrekking heeft de 3 000 m² overschrijdt en de vergunningsplichtige bodemingreep de 1 000 m² overschrijdt moet er in het kader van het nieuwe Onroerend Erfgoeddecreet, voorafgaand aan een omgevingsvergunning, een archeologienota worden opgemaakt om het archeologisch potentieel te evalueren.

De archeologienota met aktename is toegevoegd in het dossier en dient nageleefd te worden.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op werken van algemeen belang waardoor deze zich functioneel inpassen. De werken vinden grotendeels ondergronds plaats waardoor de impact op de omgeving beperkt zal zijn. De wegen waarin de rioleringswerken plaatsvinden worden na de werken hersteld in hun oorspronkelijke staat. In de Waregemstraat wordt van de werken gebruik gemaakt om ook de bovenbouw op te waarderen met als doel de verkeersveiligheid en de ruimtelijke kwaliteit te gaan verbeteren. Deze werken zullen bijgevolg een positieve impact hebben op het bestaande straatbeeld en het mobiliteitsaspect. Door de werken wordt een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd gekoppeld aan de aanleg van een overstort in de Gaverbeek en een grachtensysteem teneinde te voldoen aan de geldende reglementering. Aangezien geen gebouwen opgetrokken worden heeft de aanvraag geen impact op het ruimtegebruik en bouwdichtheid noch op visueel-vormelijke aspecten.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek is nog lopende zodat een beoordeling van de eventuele bezwaren en opmerkingen momenteel niet aan de orde is. De vergunningverlenende overheid dient deze bij de verdere behandeling van de aanvraag te behandelen.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit een gunstig advies uit te brengen betreffende de aanvraag.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.22. OMV 2021_35 - Heestertse steenweg 11 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een eengezinswoning met aangebouwde carport en vrijstaand tuinhuis, op een perceel gelegen Heestertse steenweg 11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 907 A aangevraagd door D'Huyvetter - Demol met als contactadres Overakker 30 te 8570 Anzegem.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 15 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Alle verharding, behoudens het terras van maximaal 30 m², moet aangelegd worden in waterdoorlatende materialen.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 15 maart 2012 door de deputatie (dossiernummer VK 2011-3/1033-2).

Op het perceel is de verkavelingswijziging/-bijstelling van toepassing, goedgekeurd op 5 september 2018 (OMV_2018040001).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De bouwplaats is een ingesloten perceel in tweede bouwlijn met een oppervlakte van 1.335 m². Het perceel is bereikbaar via de Heestertse steenweg. Daarnaast beschikt het terrein over een erfdienstbaarheid om toegang te krijgen tot het perceel via de Otegemse steenweg.

De omgeving betreft een residentiële woonomgeving waarbij de woningen zowel van het open, halfopen als gesloten bouwtype zijn. De woonfunctie bestaat uit eengezinswoningen.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een vrijstaande eengezinswoning te bouwen.

De woning wordt ingeplant op 8 m van alle perceelsgrenzen. De woning is bereikbaar via 2 diepe toegangen en dit zowel langs de Heestertse steenweg als langs de Otegemse steenweg. De woning heeft een breedte van maximaal 10,50 m op een diepte van 23,70 m.

De woning bestaat uit één bouwlaag met plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 4 m. De voorzijde van de woning (met inkomgedeelte en oprit) wordt georiënteerd op de toegang naar de Otegemse steenweg.

Op het gelijkvloers bevindt zich een inkomhal met toilet, 3 slaapkamers, telkens met eigen sanitaire ruimte, een bureau, een eethoek met open keuken en zithoek, een washok en een carport. De carport heeft een oppervlakte van 36 m² en wordt opgetrokken tot op 2 m van de noordwestelijke zijkavelgrens.

De gevels worden afgewerkt in grijze baksteen, de dakbedekking bestaat uit een zwart aluminium dakrandprofiel en het schrijnwerk is voorzien in zwarte aluminium.

In de voortuin wordt een oprit met een breedte van 6 m verhard. In de zijtuinzone wordt een terras in waterdoorlatende materialen aangelegd.

In de tuinzone bevindt zich een bijgebouw met een breedte van 4 m op een lengte van 4 m. Het bijgebouw wordt ingeplant op 3 m van de achtergevel van de woning, op 1 m van de achterste perceelsgrens. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 3 m. De gevels van het bijgebouw worden afgewerkt in grijze baksteen.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 2 april 2021 tot 1 mei 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van de verkavelingsbijstelling.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

Ontwerp voorziet:

80% van de bouwzone bebouwen

83% van de bouwzone bebouwen

Autoberging/carport 30 m²

Autoberging/carport 36 m²

Tuinhuis max 12 m²

Tuinhuis max. 16 m²

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien het een eengezinswoning betreft opgetrokken met 1 bouwlaag en een vrije dakvorm, de woning ingeplant is in het bouwkader zoals voorzien op het verkavelingsplan, de afstand van het hoofdvolume tot de perceelsgrenzen minstens 8 m bedraagt, de gevelmaterialen duurzaam zijn, een carport voorzien kan worden op minstens 1 m van de perceelsgrenzen, de hoogte van de carport maximaal 3 m bedraagt, de reliëfwijziging maximum 50 cm bedraagt en een vrijstaande tuinberging toegelaten is met een hoogte beperkt tot 3 m en in materialen identiek aan het hoofdvolume of hout.

 

De voorschriften schrijven voor dat alle verharding, behoudens een terras van maximaal 30 m², waterdoorlatend moet zijn. Gezien de verharding niet gespecifieerd wordt, wordt het voorzien van waterdoorlatende verharding als voorwaarde opgelegd.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft enerzijds betrekking op de afmetingen van de carport en het tuinhuis en anderzijds op de maximale bouwzone, zodat een afwijking overwogen kan worden.

Een carport is op heden een gangbare constructie bij een eengezinswoning en is mogelijk volgens de verkavelingsvoorschriften. De carport heeft een oppervlakte van 36 m², wat iets ruimer is dan wat de voorschriften toelaten, maar dit zorgt ervoor dat er op een vlotte manier 2 auto’s gestald kunnen worden. Het betreft een open constructie waardoor het open karakter van de woning behouden blijft en de aanpalende eigenaar formuleerde geen bezwaar waardoor de afwijking bijgevolg toegestaan kan worden.

De tuinberging is iets ruimer dan toegestaan in de voorschriften. Echter een bijgebouw van 16 m² is minder dan wat gangbaar voorzien wordt en het perceel is voldoende ruim teneinde nog voldoende kwalitatieve private tuinzone te behouden zodat deze afwijking als beperkt aanzien wordt.

Het overschrijden van de bouwzone met 3% valt te motiveren aangezien deze afwijking beperkt is en er een woning gebouwd wordt die bestaat uit 1 bouwlaag met een plat dak. Gezien de bouw in 2e orde is, heeft het bouwen van een woning met een plat dak als voordeel dat alle omliggende terreinen en tuinen geen hinder zullen ervaren met betrekking tot bezonning of privacy. Doordat er geen verdiep wordt voorzien, is een iets ruimere grondoppervlakte noodzakelijk en te verantwoorden. Daarnaast werden er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren geformuleerd, waardoor een afwijking toegestaan kan worden.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat zowel de Heestertse steenweg als de Otegemse steenweg voldoende uitgeruste openbare wegen zijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 6.250 liter en een referentie-oppervlakte van 22,50 m², het terras en de oprit moeten worden aangelegd in waterdoorlatende verharding zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een eengezinswoning. De functie wonen is passend in deze woonomgeving.

De inplanting wordt voorzien conform de voorschriften van de verkaveling en zorgt niet voor hinder naar de omringende percelen toe. De bouwdiepte is aanvaardbaar, de bouwhoogte is beperkt. De aanvrager voorziet de bouw van een dubbele carport bij de woning met voorliggende oprit zodat op eigen terrein voorzien is in voldoende parkeergelegenheid en de impact op mobiliteit bijgevolg beperkt zal zijn. Bij de woning zal voldoende onbebouwde ruimte aanwezig zijn teneinde een kwalitatieve tuin aan te leggen.

De woning is niet zichtbaar vanaf straat, waardoor het ontwerp geen rechtstreekse impact zal hebben op het straatbeeld.

 

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan D'Huyvetter - Demol met als contactadres Overakker 30 te 8570 Anzegem, voor het bouwen van een eengezinswoning met aangebouwde carport en vrijstaand tuinhuis, op een perceel gelegen Heestertse steenweg 11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 907 A, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Alle verharding, behoudens het terras van maximaal 30 m², moet aangelegd worden in waterdoorlatende materialen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.23. OMV 2021_63 - Klokkestraat 12-14 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van 2 gekoppelde woningen, op een perceel gelegen Klokkestraat 12-14 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 185 G2 aangevraagd door Luc Taelman namens Bouwwerken Taelman NV gevestigd Vijvestraat 39 te 8720 Dentergem.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 14 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Op de rooilijn moet een haag in haagbeuk aangeplant worden.

        Bij de woning op lot 15 is de aankoop van een garage op het garageplein verplicht.

        De oprit in de voor-/zijtuin dient beperkt te worden tot een diepte van 6 m te rekenen vanaf de schuine zijde.

        De toegangspaden tot de voordeur moeten voor beide loten beperkt worden tot een maximale breedte van 1,60 m.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Sint-Lodewijk centrum, goedgekeurd 1 september 2011.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, oorspronkelijk goedgekeurd op 13 november 2019 (dossiernummer OMV_2018049542). Op het perceel is de verkavelingswijziging/-bijstelling van toepassing, goedgekeurd op 13 maart 2021).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen zijn relevant:

      Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 januari 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van de 2.794 m² leegstaande fabrieksgebouwen van de firma R. Deknudt.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen zijn relevant:

      Omgevingsvergunning voor het verkavelen van grond in 26 loten met wegenisaanleg afgeleverd op 13 november 2019 door het college van burgemeester en schepenen (OMV_2018049542).

      Omgevingsvergunning voor het bijstellen van een verkaveling Oliebergstraat waarbij de perceelsgrens van lot 11 gewijzigd wordt en waarbij de mogelijkheid tot het samenvoegen van de loten bestemd voor halfopen bebouwing tot open bebouwing voorzien wordt afgeleverd op 10 maart 2021 door het college van burgemeester en schepenen (OMV_2020141096).

      Omgevingsvergunning voor het bouwen van 21 garages en de aanleg van een garagestraat afgeleverd op 12 mei 2021 door het college van burgemeester en schepenen (OMV_2021005489).

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen op de loten 14 en 15 van een recente verkaveling Windhalmlaan. De verkaveling bevindt zich in het centrum van Sint-Lodewijk in het binnengebied gelegen tussen de Windhalmlaan, de Oliebergstraat en de Kapelstraat.

De woningen in de omgeving hebben een verscheiden karakter, zowel van het vrijstaande als van het halfopen en gesloten type.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Het ontwerp voorziet de bouw van twee halfopen eengezinswoning opgebouwd uit twee bouwlagen en een plat dak met een maximale hoogte van 6,10 m. De beide woningen bevinden zich binnen het bouwkader opgelegd door de verkaveling; op minimum 5 m van de rooilijn, op 4,52 m van de linkerzijkavelgrens, op 4,76 m van de rechterzijkavelgrens en aan de achterzijde ruim 11 m ten opzichte van de achterkavelgrens. Beide woningen hebben een breedte van 8,25 m. De bouwdiepte zowel op het gelijkvloers als op de verdieping bedraagt 10,90 m. Beide woningen hebben aan de voorzijde wel een terugsprong van 0,90 m over een deel van het gelijkvloers. Op het gelijkvloers bevinden zich telkens een inkomhal met toilet, een zithoek, een eethoek, een keuken, en een wasplaats/berging incl. fietsenbergruimte. Op het verdiep worden 3 slaapkamers, een badkamer, een nachthal met toilet en een berging voorzien. De woningen worden opgebouwd als een strakke, moderne woningen afgewerkt met volgende materialen: de gevels in een witte gevelbepleistering met bepaalde accenten in een donkergrijze gevelsteen op het verdiep en zwarte gevelbeplanking op het gelijkvloers.

Beide loten beschikken in de voortuin/zijtuin over een oprit in dolomiet met een diepte van maximaal 11 m. Er is tevens een afzonderlijke toegang naar de voordeur. Deze toegang heeft een breedte van 2 m en wordt aangelegd in tegels. In de achtertuin wordt een terras voorzien over de breedte van de woning en met een diepte van 3 m. Tussen de beide terrassen wordt een tuinmuur doorgetrokken tegen de achtergevel van de woning. De beide percelen worden omzoomd met een haag met een hoogte van 2 m. In de voortuinen wordt een boom van 3e of 4e categorie voorzien.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd omdat de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk RUP Sint-Lodewijk centrum, goedgekeurd door de deputatie op 1 september 2011. Gezien de voorschriften van het RUP overgenomen werden in de voorschriften van de verkaveling wordt er voor de toetsing van de aanvraag aan het RUP verwezen naar de toetsing aan de verkaveling.

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling. Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien de hoofdbestemming wonen is, de woningen een open of halfopen karakter hebben, de hoogte van de woning maximaal 2 bouwlagen bedraagt met voor het hoofdvolume een kroonlijsthoogte van 6,50 m en een nokhoogte van 12,50 m en voor het nevenvolume een hoogte van 3 m tot 6 m met een dakhelling van maximaal 30°, de diepte van de hoofdvolumes maximaal 12 m bedraagt, de dakvorm vrij is, de bouwzones ingeplant zijn op 5 m van de rooilijn, de afstand tot de achterkavelgrens telkens minstens 8 m bedraagt, minder dan 50 % bebouwd kan worden en op eigen terrein 2 parkeerplaatsen mogelijk zijn voor lot 14.

 

Teneinde te voldoen aan de voorschriften van de verkaveling is het noodzakelijk nog volgende bijkomende voorwaarden op te leggen:

-          In de verkaveling is opgenomen dat de hagen op de rooilijn dienen te bestaan uit haagbeuk. Dat is niet nader gespecifieerd op de plannen waardoor dit opgelegd dient te worden als voorwaarde.

-          De oprit van lot 15 heeft een maximale diepte van 11 m, doch door de schuine perceelsgrens een minimale diepte van 9,6 m. Deze diepte is onvoldoende om op een kwalitatieve manier twee auto’s te stallen op eigen terrein zoals voorgeschreven in de verkaveling. Om te voldoen aan de bepalingen inzake parkeren dient in functie van lot 15 opgelegd te worden dat een garage op het garageplein mee verkocht moet worden. Dit betekent ook dat de diepte van de verharding in de voortuin/vrije zijstrook dient beperkt te worden tot 6 m te rekenen vanaf de schuine zijde. 

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Klokkestraat een voldoende uitgeruste weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van telkens 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van telkens 2.500 liter en een referentie-oppervlakte van telkens 8 m², de oprit wordt aangelegd in waterdoorlatende verharding en het terras watert af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. De Mer-screening is reeds beoordeeld op het niveau van de verkaveling.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van twee eengezinswoningen in een recent goedgekeurde verkaveling. De aanvraag voldoet zowel naar bouwvolume van de woningen, de afstand tot de perceelsgrenzen en het materiaalgebruik van de woningen aan de voorschriften van de verkaveling. Op deze manier passen de eengezinswoningen zich in, in de recent gebouwde verkaveling. De tuinzones zijn na de bouw van de terrassen nog voldoende ruim teneinde deze kwalitatief in te richten. Er is op eigen terrein van lot 14 genoeg parkeergelegenheid voorzien zodat deze nieuwe woning nagenoeg geen parkeerhinder zal veroorzaken op de voorliggende weg. Na opleggen als voorwaarde dat bij lot 15 een garage moet verkocht worden op het garageplein zal ook voor dit lot voldoende parkeergelegenheid voorzien worden om de impact op de voorliggende weg te beperken.

De beide toegangen naar de voordeur hebben een breedte van 2 m. Dat is overgedimensioneerd. In analogie met de andere woningen in de verkaveling dient de breedte van het toegangspad voor de beide woningen beperkt te worden tot maximaal 1,60 m. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Luc Taelman namens Bouwwerken Taelman NV gevestigd Vijvestraat 39 te 8720 Dentergem, voor het bouwen van 2 gekoppelde woningen, op een perceel gelegen Klokkestraat 12-14 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 185 G2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Op de rooilijn moet een haag in haagbeuk aangeplant worden.

        Bij de woning op lot 15 is de aankoop van een garage op het garageplein verplicht.

        De oprit in de voor-/zijtuin dient beperkt te worden tot een diepte van 6 m te rekenen vanaf de schuine zijde.

        De toegangspaden tot de voordeur moeten voor beide loten beperkt worden tot een maximale breedte van 1,60 m.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.24. Inname openbaar domein - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de lijst in bijlage voor de ingediende aanvragen betreffende de inname van het openbaar domein en/of wegenis.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de lijst in bijlage voor de gevraagde inname(s) van het openbaar domein.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.25. Inname openbaar domein voor terras - weigering

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.26. BMC verslag van 3 mei en 3 juni - kennisname en beslissing

 

Aanleiding en context

 

De beperkte mobiliteitscommissie hield een vergadering op 3 mei 2021 en op 3 juni 2021. Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de verslagen en de adviezen van de commissie goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besproken onderwerpen en neemt een beslissing aan de hand van het advies van de beperkte mobiliteitscommissie.

 

Volgende punten werden geadviseerd:

 

BMC van 3 mei 2021:

          Zone 30 als norm in wijken

          Berglaan (parkeerprobleem vrachtwagen)

          Otegemsesteenweg (overdreven snelheid, veel vrachtverkeer + vraag tot tellingen en flitspalen)

          Waregemstraat (parkeren op stoep/uitrijden parking moeilijk door onvoldoende zicht/ overdreven snelheid - vraag tot plaatsen paaltjes)

          Varia mobiliteitscommissie

 

BMC van 3 juni 2021:

          Comm. Edm. Ameyestraat (laad- en loszone aan terras/vraag tot kortparkeren/vraag tot plaatsen bloembak of boom aan nieuw uit te baten zaak) - Kortrijkse Heerweg/Spinetstraat (Bistierland paaltje + zebrapad)

          Schragenstraat (geparkeerde vrachtwagen)

          Gevaarlijke inrichting Beverenstraat (heropnamen van BMC van 4 april 2021)

          Otegemse Steenweg & Kapelstraat (onveilige situatie/vraag tot fietsstraat in Kapelstraat)

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van 3 mei 2021 en het verslag van 3 juni 2021 en beslist de adviezen van de beperkte mobiliteitscommissie te volgen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.27. Parkeerverbod Vichtesteenweg - verzoek tot agendering - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om het aanvullend reglement met betrekking tot het periodiek parkeerverbod op de langsparkeerstrook ter hoogte van het handelspand gelegen Vichtesteenweg 280-282, ter goedkeuring voor de leggen aan de gemeenteraad van 8 juli 2021.

 

Motivering

 

Op de langsparkeerstrook in de Vichtesteenweg tussen het kruispunt Belgiek en de gemeentegrens met Anzegem (Vichte) gelden er geen parkeerrestricties waardoor deze langsparkeerstrook nu vaak gebruikt wordt voor het parkeren van vrachtwagens.

 

Dit wegsegment van de Vichtesteenweg is gelegen binnen de bebouwde kom Belgiek van de gemeente Deerlijk waar op vandaag een snelheidsregime van 50 km/u geldt.

 

De beperkte mobiliteitscommissie adviseerde in de vergadering van 8 april 2021 om op de langsparkeerstrook in de Vichtesteenweg ter hoogte van het handelspand met huisnummer 280-282 en bijbehorende parking een periodiek parkeerverbod in te voeren vanuit volgende overwegingen:

          De geparkeerde vrachtwagens hebben een grote impact op de zichtbaarheid voor het op- en afrijdend verkeer van de parking.

          Bij het parkeren moet eerst het fietspad gekruist worden wat conflictsituaties met zich meebrengt met fietsers die ondermeer naar de handelszaak gaan.

 

Idealiter wordt er over de volledige parkeerstrook een parkeerverbod gevestigd. Om vrachtwagens toch nog een kans te geven om ergens te parkeren of te stationeren, bijvoorbeeld in functie van rij- en rusttijden, en om te vermijden dat op andere plaatsen overlast ontstaat, wordt voorgesteld om het parkeerverbod te koppelen aan de openingsuren van de handelszaak.

 

De N36 valt onder het beheer van het Agentschap Wegen en Verkeer, maar het parkeerbeleid op het grondgebied van de gemeente, ook op de gewestweg, is een lokale bevoegdheid.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1  Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          De nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988

          Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968

          Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens

          Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg

          Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens

          Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Omzendbrief MOB/2009/02 van 3 april 2009

          Art. 286, § 1, 1°, art. 288, art. 330 van het Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om het aanvullend verkeersreglement met betrekking tot vaststelling van een periodiek parkeerverbod op de langsparkeerstrook in de rijrichting Deerlijk-Anzegem in de Vichtesteenweg ter hoogte van het handelspand gelegen Vichtesteenweg 280-282 en bijbehorende parking ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 8 juli 2021.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.28. Voorlopige inschrijving op een bepaald adres - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.29. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.30. Vrijeigen en Desselgemstraat 21 - hernummering

 

Aanleiding en context

 

De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen de goedkeuring om een hernummering door te voeren in Vrijeigen alsook een huidig adres Desselgemstraat 21 te wijzigen naar Vrijeigen 30.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 2 september 2020 een verkavelingsvergunning af, strekkende tot het verkavelen van grond (met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 322 M en (afd. 1) sectie A 322 K) in 2 loten.

 

Bovendien zal, door de aanleg van een gemeenschappelijke toegang voor deze 2 loten, door middel van erfdienstbaarheid een ontsluiting langs Vrijeigen gecreëerd worden voor de bestaande eigendom Desselgemstraat 21.

 

Omdat er momenteel niet voldoende huisnummers vrij en beschikbaar zijn, en om verwarring en moeilijkheden te vermijden, dringt een hernummering zich op.

 

De eigenaars en bewoners van de woningen gelegen Desselgemstraat 21 en Vrijeigen 31 tot en met 38 werden door middel van een gemotiveerd schrijven op de hoogte gebracht op 1 juni 2021.

 

Er werden geen opmerkingen geformuleerd.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 31 maart 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit volgende wijziging van adres en hernummering, goed te keuren en door te voeren.

 

OUD ADRES

NIEUW ADRES

Desselgemstraat 21

Vrijeigen 30

LOT BOUWGROND

Vrijeigen 31

LOT BOUWGROND

Vrijeigen 32

Vrijeigen 31

Vrijeigen 33

Vrijeigen 32

Vrijeigen 34

LOT BOUWGROND

Vrijeigen 35

LOT BOUWGROND

Vrijeigen 36

LOT BOUWGROND

Vrijeigen 37

Vrijeigen 36

Vrijeigen 38

Vrijeigen 37

Vrijeigen 39

Vrijeigen 38

Vrijeigen 40

 

Artikel 2

 

De huisnummers dienen aangebracht te worden op de hoofdtoegang die uitgeeft op de openbare weg. De huisnummers dienen duidelijke zichtbaar te zijn vanaf de openbare weg.

 

Artikel 3

 

De adressen Desselgemstraat 19 en 21 worden geschrapt uit het woningenbestand.  De woning op het perceel gelegen Desselgemstraat 21 blijft behouden.  De woning op het perceel gelegen Desselgemstraat 19 zal worden gesloopt.

 

Artikel 4

 

De toekenning gaat in vanaf de datum van deze beslissing. De gebruikelijke diensten en nutsmaatschappijen zullen van huidige beslissing in kennis gesteld worden.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.31. Kohier van belasting op tweede verblijven - uitvoerbaarverklaring -  goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het kohier van de gemeentelijke belasting op tweede verblijven uitvoerbaar te verklaren.

 

Motivering

 

De gemeenteraad keurde op 19 december 2019 het gemeentelijk belastingreglement tweede verblijven goed. In uitvoering daarvan wordt jaarlijks een kohier opgemaakt.

Op 16 juni 2021 nam het college van burgemeester en schepenen akte van de lijst van tweede verblijven 2021. Deze lijst dient als basis voor het bijgevoegde kohier.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 4, § 3 decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de latere wijzigingen ervan

          Gemeentelijk belastingreglement tweede verblijven

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

10.800,00 euro

Actie

GBB-CBS : gelijkblijvend beleid CBS

Jaarbudgetrekening

0020-00/73770000

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het belastingkohier terzake voor aanslagjaar 2021 uitvoerbaar te verklaren. Het kohier bevat 22 artikels voor een totaal bedrag van 10.800 euro.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

C.32. Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Organisatiebeheersysteem

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2021/24 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2021/31 goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

D.1. OMV 2020_245 - Harelbekestraat 79 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van 41 wooneenheden en een handelsruimte verdeeld over 2 meergezinswoningen met een gezamenlijke parkeerkelder en een hoogspanningscabine, op een perceel gelegen Harelbekestraat 79 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 47 M5 aangevraagd door Pieter Vandewiele namens BOUWONDERNEMING ERIBO NV met als contactadres Vredestraat 45 te 8790 Waregem en Conrad Alfons Everaerdt namens Fluvius System Operator CV met als contactadres President Kennedypark 12 te 8500 Kortrijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 18 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De voetgangers- en fietsverbinding die voorzien is in de betonverharding langsheen de parkeerstroken in zuidelijke richting en naar de aanpalende oostelijk gelegen eigendom moet een minimale verharde breedte hebben van 2,50 m.

        De gesuggereerde fietsinrit in betonverharding ter hoogte van de Harelbekestraat heeft geen meerwaarde en dient niet gerealiseerd. Op deze plaats dient een boom aangeplant te worden conform de voorziene boom aan de andere zijde van de inrit.

        De aanbreng van voldoende signalisatie in functie van het woonerf, dit zowel komende vanaf de Harelbekestraat als vanuit het zuiden, dient bijgevolg als bijkomende voorwaarde opgelegd.

        De voetgangers- en fietsverbinding naar het westen is in het omgevingsplan ingetekend op het aanpalend perceel. Garanties naar realisatie zijn er niet. Als deze verbinding niet kan gerealiseerd worden bij de verdere ontwikkeling van het zuidelijk gelegen deel van de site en er zich opportuniteiten voor doen voor een westelijke ontsluiting dan dient het pad naar de tuinbergingen van het Blok B hiervoor ingezet te worden.

        Een publieke erfdienstbaarheid van doorgang moet gevestigd worden op de eigendom in functie van de realisatie van de overdrukzones 7 en 10 en dit in overleg met de gemeente.

        De 19 parkeerplaatsen voorzien in de zone 5 volgens het RUP dienen ter beschikking te staan van zowel bezoekers van de appartementen als van de (toekomstige) bedrijven en kunnen dus niet mee verkocht worden met de appartementen.

        Een beplantingsplan dient ter goedkeuring te worden overgemaakt aan de dienst alvorens de bouwwerken aan te vatten. Voor wat betreft de zone groenscherm zoals voorzien op het inplantingsplan moet ook het akkoord van de aanpalende eigenaars toegevoegd worden.

        De fietsenstalplaats voorzien in de tuinzone bij blok A dient toegankelijker gemaakt te worden en nabijer gebracht te worden voor de appartementen door:

o        ofwel binnen het hoofdvolume van het blok A een ruimte in te richten als fietsenstalling bvb door inname van appartement A0.04;

o        ofwel dient gezocht te worden om een rechtstreekse verbinding te maken tussen de verschillende inkomhallen van blok A en de fietsenstalling door de gemeenschappelijke tuinzone.

        Naast het voorzien van stalplaatsen voor de gewone fiets moeten per woonblok ook ruimere plaatsen voorzien worden (bvb voor bakfietsen) en moet ook minstens één oplaadpunt per blok voor elektrische fietsen voorzien worden.

        In functie van de verkeersbewegingen en verkeersveiligheid ter hoogte van de inrit tot de ondergrondse parkeergarage is het noodzakelijk dat er zowel ondergronds als bovengronds voldoende wachtruimte wordt voorzien en dat er voldoende zichtbaarheid is op het aankomend verkeer.

        De insprong van de 4de bouwlaag ten opzichte van de linkerzijperceelsgrens moet op zijn smalst 3 m bedragen (in plaats van de voorziene 1,90 m). Ook het terras en zijn balustrade moeten op minstens 3 m van de zijperceelsgrens gebracht worden.

        De balustrade op de bovenste verdieping kan enkel voorzien wordt ter hoogte van de terrassen en niet over de volledige gevelbreedte, dit zowel ter hoogte van de voorgevel als van de achtergevel.

        Het platte dak van de 3de bouwlaag dat niet ingenomen is door de 4de bouwlaag en niet ingenomen is door terrassen dient  te worden voorzien van een groendak.

        Het terras aan de achterzijde van appartement 1.01 en 2.01 dient verwijderd te worden.

        Er wordt de ontwerper gevraagd om een ander materiaalgebruik of kleurgebruik van de voorgevel langs de Harelbekestraat voor te stellen waarbij de verticale geleding meer naar voren komt.

        De gemeenschappelijke tuin bij blok A moet voor  alle woongelegenheden vlot bereikbaar zijn. Een rechtstreekse toegang vanaf elke trappenhal naar de gemeenschappelijke tuin moet gerealiseerd worden.

        De tuinberging langs het pad achterliggend blok B moeten voorzien zijn van schuifdeuren en een raamopening.

        De huidige tuinmuur rondom het perceel ten zuiden van blok B (Harelbekestraat 81) moet behouden blijven.

        Voor de start van de werken moet een staat van bevinden van de aanpalende eigendommen opgemaakt worden.

        De adviezen van de diverse adviesinstanties, zijnde de provinciaal technische dienst Waterlopen, Fluvia en de Watergroep dienen strikt nageleefd te worden.

        De stedenbouwkundige verordening toegankelijk moet nageleefd worden.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubriek die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Deknudt-Decora zoals vastgesteld op 9 juli 2020.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gemeentelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 juni 2012 door het college van burgemeester en schepenen voor een functiewijziging van een bestaand industriegebouw waarbij de nieuwe functie betrekking heeft op een inrichting voor luidruchtige binnenrecreatie, namelijk schietstand (airsoft).

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 januari 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het wijzigen van de functie van een deel van het kantoorgebouw naar een balletschool.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 mei 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het gedeeltelijk afbreken en herinrichten van de bestaande bedrijfsgebouwen tot bedrijfsverzamelgebouw.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 21 maart 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor het herbestemmen van boogloods B.

 

Relevante milieuvergunningen

 

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        milieuvergunning afgeleverd op 28 mei 2015 door het college van burgemeester en schepenen voor airsoft schietstand.

        milieuvergunning afgeleverd op 11 januari 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor bedrijvencentrum

        milieuvergunning afgeleverd op 18 oktober 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor inrichten van een hoogspanningscabine voor openbaar nut.

 

Relevante omgevingsvergunningen

 

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Melding afgeleverd op 25 april 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor een polyvalente ruimte die geheel of gedeeltelijk kan afgehuurd worden voor het geven van socio-culturele activiteiten.

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 23 december 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het gedeeltelijk slopen van bestaande bedrijfsgebouwen.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De aanvraag is gelegen langs de Harelbekestraat, wat een goed uitgeruste gemeenteweg is in het centrum van Deerlijk. De directe omgeving wordt gekenmerkt door enerzijds bedrijfsgebouwen in volle renovatie/reorganisatie en anderzijds voornamelijk grondgebonden woningen en aan de overzijde een meergezinswoning. De eengezinswoningen bestaan hoofdzakelijk uit 2 bouwlagen en een hellend dak. De meergezinswoningen bestaan uit 2 à 3 bouwlagen al dan niet met een teruggetrokken 3e bouwlaag en plat dak.

 

Het terrein is momenteel braakliggend en heeft een oppervlakte van +/- 4.300 m². Aan de straatzijde, links van het terrein  paalt een woning die bestaat uit 2 bouwlagen en een hellend dak. Ter hoogte van de rechter perceelsgrens is er een garage met een plat dak,  behorend bij een naastliggende woning met 2 bouwlagen en een hellend dak. Deze woning heeft een vrije zijtuinstrook ten opzichte van voorliggende aanvraag. Achteraan het terrein bevinden zich bedrijfs- en kantoorgebouwen die veelal ingeplant zijn tot op de eigendomsgrenzen.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het bouwen van 41 appartementen en 1 handelsruimte, onderverdeeld over 2 gebouwen met een gezamenlijke parkeerkelder. Naast de meergezinswoningen wordt ook een fietsenstalling voor 36 fietsen voorzien ter hoogte van Blok A en 4 individuele tuinbergingen ter hoogte van blok B en wordt ook voorzien in de omgevingsaanleg tussen de meergezinswoningen en de achterliggende aanpalende gebouwen.

 

Langs de Harelbekestraat wordt een L-vormig gebouw geplaatst dat zich richt naar een nieuw aan te leggen fiets-en wandeldoorsteek/autoweg. Dit gebouw wordt opgetrokken met 3 bouwlagen en een teruggetrokken 4e bouwlaag. Het gebouw wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte 9,30 m voor het gedeelte van 3 bouwlagen en 12,60 m voor het gedeelte van 4 bouwlagen. Op het gelijkvloers bevinden zich langs de kant van de Harelbekestraat 3 woongelegenheden. Een handelspand vormt het scharnierpunt met om de hoek opnieuw 3 gelijkvloerse woongelegenheden. Op het 1e en 2e verdiep worden telkens 9 woongelegenheden voorzien. De bouwdiepte op het gelijkvloers, 1ste en 2de verdieping varieert tussen 12,60 m (ter hoogte van de linker buur) tot 15 m. Op de teruggetrokken 4de bouwlaag is de diepte voor het woongedeelte 8,40 m, zowel langs de straatzijde als in het binnengebied waarbij deze diepte plaatselijk overschreden wordt door uitpandige terrassen. Op de verdiepingen onderliggend wordt hoofdzakelijk gewerkt met inpandige terrassen. De gelijkvloerse appartementen hebben terrassen/tuintjes aan de voorzijde of aan de achterzijde afhankelijk van de ligging langs het binnengebied of de Harelbekestraat. Het niet bebouwde deel van het blok A wordt ingericht als gemeenschappelijke private binnentuin.

Het gebouw A wordt afgewerkt in een lichtgrijze gevelsteen voor de eerste 3 bouwlagen met gevelaccenten in aluminium gevelbekleding donkergrijs genuanceerd en in donkere glazen gevelafwerking. De 4de teruggetrokken bouwlaag wordt bekleed met een aluminium gevelbekleding donkergrijs genuanceerd.

 

Blok B wordt opgetrokken met 3 bouwlagen en een plat dak met een hoogte van 9,50 m. Hierin zijn er 12 woongelegenheden, telkens 4 per bouwlaag. De bouwdiepte bedraagt 15 m op alle bouwlagen waarbij voor de woningen op de verdieping inpandige terrassen voorzien zijn. Elke gelijkvloerse woongelegenheid beschikt over een private tuin en tuinberging.De tuin en de tuinberging zijn toegankelijk via een pad dat loopt tussen de tuinen en de tuinberging. De tuinberging wordt opgericht als één geheel en wordt opgetrokken in hout. Het gebouw B wordt afgewerkt in een lichtgrijze gevelsteen met gevelaccenten in donkere glazen gevelafwerking.

 

In de tuinzone van blok A wordt een fietsenstalling voor 36 fietsen voorzien. De fietsenstalling wordt geconcipieerd als een afdak met een hoogte van 2,50 m en heeft een oppervlakte van 75,5 m² (13 m op 5,72 m.) Rondom de fietsenstalling wordt groen voorzien. De hoogte van de haag is niet aangegeven. De fietsenstalling is bereikbaar via een ‘toekomstige’ doorgang en niet bereikbaar vanaf de gemeenschappelijke tuin.

Bij het blok B langs het private pad worden 22 bovengrondse fietsenstalplaatsen voorzien voor bewoners en bezoekers. Het is niet duidelijk of er in functie van de fietsen in open lucht fietsbeugels worden voorzien. In het totale project worden er 82 stallingsplaatsen voorzien voor fietsers. Deze bevinden zich zowel ondergronds (in de garage), als bovengronds (onder een afdak, in een tuinberging of in open lucht)

 

Ondergronds wordt de zone onder het volledige blok A (bebouwd gedeelte als binnentuin) tot onder het blok B onderkelderd in functie van parkeren en berging. Er worden 41 ondergronds parkeerplaatsen voorzien, waarvan 3 voor mindervaliden en waaronder 20 kunnen afgesloten worden door middel van een sectionale poort. Er worden 4 traphallen en 5 liftschachten voorzien die toegang geven tot de bovenliggende meergezinswoningen. De toegang tot de ondergrondse parkeergarage voor gemotoriseerd verkeer wordt ten noorden van blok A voorzien. Enkele ondergrondse parkeergarages en staanplaatsen zijn voldoende ruim om een fiets te stallen. Er zijn ook een aantal private bergingen aanwezig.

In de kelderverdieping wordt eveneens een ruimte voorzien voor de HS-cabine.

 

Alle woongelegenheden beschikken over een al dan niet inpandig terras. De gelijkvloerse woongelegenheden beschikken over een klein tuintje. Daarnaast is er een gemeenschappelijke tuin voorzien bij de woongelegenheden van blok A. De gemeenschappelijke buitenruimte is voor de bovenliggende woongelegenheden, net als de overdekte fietsenberging, bereikbaar via de ‘toekomstige doorgang’. De fietsenberging is niet toegankelijk vanaf de gemeenschappelijke tuin.

In de nota van de architect is sprake van een groendak ter hoogte van de perceelsgrens met de linker buur. Dit wordt niet weergegeven op het plan. Het is dan ook niet duidelijk waar een groendak wordt voorzien.

 

In de aanvraag is eveneens voorzien in de inrichting van het binnengebied waarbij voorzien in de aanleg van verharding, groen, fietsverbinding en parkeren. Ter hoogte van de Harelbekestraat is een strook onbebouwd van 13,38 m. Deze wordt ingericht met een pad langs het gebouw in functie van de handelszaak, een aantal haakse parkeerplaatsen, een beperkte groenzone, een verharde toerit met een breedte van 4 m ter hoogte van de rooilijn en een toegangspad voor de voetgangers en fietsers. De opritzone verbreedt op ongeveer 3 m van de rooilijn naar een breedte van 6 m. Deze opritzone wordt aangelegd in waterdoorlatende klinkers en het fiets- en voetpad in beton. Deze opritzone over een breedte van 6 m dient als circulatieruimte naar de ondergrondse garage en naar de bovengrondse parkeerplaatsen. In totaal worden 25 bovengrondse parkeerplaatsen ingericht. Het toegangspad dient voor gemengd gebruik en wordt aangelegd als woonerf. Hierop aansluitend wordt een verbinding voorzien voor voetgangers- en fietsers in zuidelijke richting naar het achterliggend nog te ontwikkelen gebied als in oostelijke richting naar een project in ontwikkeling. Deze verbindingen worden aangelegd in uitgewassen beton met een breedte van deels 2 m en deels 2,50 m verhard. Het fietspad in zuidelijke richting wordt geflankeerd door een groenaanplant bestaand uit Lonicera als bodembedekker en steeneiken als uniforme bomen. De parkeerplaatsen zelf worden uitgevoerd in grasdallen en de circulatieruimte in waterdoorlatende klinkers. De private tuinzones die palen aan de opritzone worden afgewerkt met lage hagen van 1,20 m hoogte.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

De aanvrager wenst een elektriciteitscabine te bouwen in de kelder van de nieuwbouw met een capaciteit van 630 KVA ten behoeve van de elektriciteitsvoorziening van de meergezinswoning.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

12.2.1°

Het gaat om een transfo van max. 630 kVA (Vlarebo - Vlarem - Klasse 3) (Nieuw)

630 kVA

3

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 22 maart 2021 tot 20 april 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er 4 bezwaarschriften ingediend.

 

De ingediende bezwaren handelen samengevat over volgende elementen:

-          Vrees voor hinder (trilling, bemalingswerken) door het aanbrengen van de ondergrondse parking en de mogelijke schade aan de woningen in de directe omgeving die de werken met zich mee zullen brengen.

-          Bezwaar tegen het verdwijnen van de huidige tuinmuur rondom het perceel ten zuiden van blok B (Harelbekestraat 81)

-          Onduidelijkheid met betrekking tot het aan te leggen groenscherm

o        wens om minimum en maximum. hoogte vast te leggen

o        voldoende beplanting te voorzien in functie van schermfunctie

o        vraag tot aanplant groenblijvende beplanting

o        vraag tot afspraken met betrekking tot het groenonderhoud.

-          Inkijk van de dakterrassen van de appartementen palend aan de linker eigendom op het nog aan te leggen dakterras van de naastliggende woning met verlies van de privacy tot gevolg.

-          Blok A zal door zijn inplanting vlak aan de straatzijde in de winter voor wat lichtverlies zorgen aan de overzijde van de straat.

 

  1. Adviezen

 

Branweerzone Fluvia werd om advies verzocht op 12 maart 2021. De adviesinstantie bracht op 2 april 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag wordt gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverslag.’

 

Provinciale technische dienst waterlopen werd om advies verzocht op 12 maart 2021. De adviesinstantie bracht op 14 april 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

Beschrijving van de vergunningsaanvraag:

De aanvraag omvat het bouwen van 41 appartementen bestaande uit 2 gebouwen met respectievelijk 29 en 12 appartementen, een fietsenstalling en 4 tuinbergingen. De kelder verbindt beide gebouwen en voorziet parkeergelegenheid, private bergingen en technische lokalen.

De aanvraag omvat volgende bijkomende verharding;

- Dak gebouwen 1.502,3 m² (1)

- Verhardingen 508,87 m² (1)

- Fietsenstalling 74,47 m² (2)

- Tuinbergingen 38,58 m² (3)

1. Het hemelwater, welke hier op terechtkomt, wordt opgevangen in 2 hemelwaterputten met elk een inhoud van 10 m³ waarvan de overloop wordt aangesloten op een ondergrondse infiltratie-/buffervoorziening met een totale capaciteit van 53.690 l (130 units à 413 l/unit). De overloop van de infiltratie-/buffervoorziening wordt aangesloten op de openbare riolering in de Harelbekestraat.

2. Het hemelwater, welke hier op terechtkomt, wordt rechtstreeks aangesloten op een ondergrondse infiltratie-/buffervoorziening.

3. Het hemelwater, welke hier op terechtkomt, infiltreert op natuurlijke wijze in de (naastliggende) bodem.

Er wordt niet aangegeven wat er met de uitgegraven grond van de ondergrondse parkeergarages gebeurd.

Het terrein wordt niet aanzienlijk gewijzigd.

Er wordt door de aanvrager geen hergebruik/dag (m³) in mindering gebracht.

 

Gegevens en bemerkingen:

Met betrekking tot de watertoets

1) Het project paalt niet rechtstreeks aan een ingeschreven waterloop van 2de categorie.

2) Het project ligt in het afstroomgebied van een ingeschreven waterloop van 2de categorie met nr. WL.27.1.1.

3) Het project ligt niet in mogelijk overstromingsgevoelig gebied (zie kaart watertoets in bijlage).

4) Er moet een gecombineerde infiltratie-/buffervoorziening met een capaciteit van minstens 250 m³/ha verharde oppervlakte worden voorzien en een afvoer, boven de gemiddelde grondwaterstand, afvoer van grondwater wordt niet toegelaten, naar het oppervlaktewaternet.

Voor dit project wil dit zeggen een totale nuttige berging van minstens 50 m³ (1.502,3 m² dakoppervlakte + 508,87 m² verharding). De minimaal vereiste infiltratie-oppervlakte volgens de gewestelijke verordening hemelwater bedraagt 80 m².

Er wordt een ondergrondse infiltratie-/buffervoorziening voorzien met een capaciteit van 53 m³ waarvan de overloop wordt aangesloten op de openbare riolering in de Harelbekestraat. Deze infiltratievoorziening heeft een oppervlakte van 76 m².

De aanvrager dient te voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater. Meer bepaald aan de voorwaarden met betrekking tot infiltratie en de bijbehorende infiltratieoppervlakte.

De aanvrager dient de nodige oppervlaktes te realiseren om maximale infiltratie toe te laten à rato van 400 m²/ha aangesloten verharde oppervlakte Cf. de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.

Hierbij mag de berekeningstool van het CIW gebruikt worden om het hoger aangegeven hergebruik in mindering te brengen.

Het effectieve infiltratie-/buffervolume voorzien in een ondergronds systeem geniet niet de voorkeur; met oog op controleerbaarheid van de efficiënte werking en de onderhoudsmogelijkheden. De Provinciale Dienst Waterlopen wenst er op te wijzen dat het ondergronds systeem een private aangelegenheid betreft en alle verantwoordelijkheid (ook in geval van calamiteiten) bij de ontwikkelaar zelf ligt.

Bij het aanleggen van een infiltratie-/buffervoorziening moet voldoende rekening gehouden worden met de gemiddelde grondwaterstand -> afvoer grondwater wordt niet toegelaten (= afvoer max. 50 cm-maaiveld), enkel wanneer een meetreeks van de grondwaterstanden (periode december tot en met maart) wordt aangeleverd kan de afvoer lager geplaatst worden -> het volume ingenomen door grondwater is immers niet meer beschikbaar voor de berging van hemelwater.

5) De bestaande afwatering van de omliggende percelen dient gegarandeerd te blijven. Afvloei van hemelwater naar aanpalende zones voor infiltratie mag enkel op de eigen terreinen plaats vinden. Het kan niet de bedoeling zijn buurpercelen wateroverlast te bezorgen.

6) De vrijgekomen aarde moet op een correcte manier afgevoerd worden naar een vergunde stortplaats, of als deze gespreid wordt over andere (landbouw)percelen kan dit enkel als hiervoor een vergunning verkregen is.

 

Advies Dienst Waterlopen met betrekking tot de watertoets:

Het advies van onze dienst is VOORWAARDELIJK GUNSTIG.

Er dient rekening gehouden te worden met bovenstaande gegevens en bemerkingen.’

 

De Watergroep werd om advies verzocht op 12 maart 2021. De adviesinstantie bracht op 6 april 2021 een ongunstig advies uit.

Naar aanleiding van dit ongunstig advies werd het rioleringsplan aangepast en opnieuw besproken (zie hiervoor motivatie van het addendum P21003666 (31/05/2021) zoals opgenomen in het aangepaste advies. Een nieuw advies werd gevraagd op 7 juni 2021. De adviesinstantie bracht op 8 juni 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

5 Conclusie van het addendum P21003666 (31/05/2021)

Het dossier kan aanvaard worden onder volgende voorwaarden:

-          De diameter van de afval- en hemelwateraansluiting moet minimaal 125 mm en maximaal 200 mm bedragen.

-          Er worden geen niveaus weergegeven op de plannen. Indien de DWA-leiding ter hoogte van de aansluiting op de openbare riolering te diep gelegen is, zal er een pomp moeten voorzien worden.

-          Ter hoogte van het project wordt in de nabije toekomst een gescheiden rioolstelsel aangelegd. De aanleg van dit rioolstelsel zal vermoedelijk eerder uitgevoerd worden dan de aanbouw van dit project. De aansluiting voor RWA dient te gebeuren op 16,85 mTAW of hoger en de aansluiting voor DWA dient te gebeuren op 16,80 mTAW of hoger.

-          Het is belangrijk dat de fundering van de waterdoorlatende wegenis wordt opgebouwd uit een open steenslag (discontinue steenslag) om te vermijden dat de wegenis een drijvende massa wordt.

-          De infiltratievoorziening mag in geen geval drainerend werken.

-          Het hemelwaterformulier ontbreekt. Dit dient te worden toegevoegd aan het dossier en dient overeen te komen met de oppervlaktes vermeld in de rekennota en op de plannen.

 

Aandachtspunten:

-          De aangesloten dakoppervlakte en het hergebruik dienen beter op elkaar afgestemd te worden. Er wordt enkel hergebruik voorzien voor dienstkranen in de algemene delen. Er wordt geadviseerd meer in te zetten op hergebruik om de hemelwaterput optimaal te benutten. Andere mogelijke vormen van hergebruik zijn toiletten en/of wasmachine. Dit kan bijvoorbeeld voor de appartementen op de benedenverdieping.

-          Het is aangewezen om op de RWA- en DWA-afvoer een terugslagklep te voorzien. Op die manier wordt het risico op terugstroming van water uit het systeem waarop wordt aangesloten en eventuele vervuiling van het hemelwatersysteem beperkt.

-          Er is enige voorzichtigheid geboden met het gebruik van kratten. Het is niet aan te raden om deze aan te leggen onder toekomstige wegenis aangezien er niet voldoende garantie is op vlak van stabiliteit (zeker op lange termijn) . Dit systeem is ook moeilijk reinigbaar en inspecteerbaar en is gevoelig voor aanslibbing.

 

Er dient voldaan te worden aan volgende algemene voorwaarden:

-          Afvalwater en hemelwater moeten volledig gescheiden tot aan de rooilijn gebracht worden. Wanneer wordt aangesloten op een gemengde leiding, gebeurt het samenbrengen van afvalwater- en hemelwaterafvoer op max. 50 cm van elkaar ter hoogte van het openbaar domein. Er dient op beide aansluitingen een externe toezichtmogelijkheid (huisaansluitputje) voorzien te worden.

-          Kelderaansluitingen zijn niet toegelaten bij nieuwbouw.

-          Indien afvoerpunten van het gebouw lager gelegen zijn dan het straatniveau dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient in het private leidingenstelsel geplaatst te worden en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder.

-          De aansluiting dient zo ondiep als technisch mogelijk te worden aangeboden met een maximale diepte van 80 cm onder het straatniveau. Afwijkingen hierop kunnen worden toegestaan wanneer dit noodzakelijk is en deze noodzaak wordt aangetoond.

-          Bij effectieve realisatie van de nieuwe aansluiting op deze riolering zal de aansluiting door de rioolbeheerder zo laag als technisch mogelijk aangelegd worden. Hierbij is voornamelijk de ligging van de nutsleidingen cruciaal, hetgeen op voorhand niet geweten is en waarvoor Aquafin dus ook niet verantwoordelijk kan zijn.

-          De aanbevolen diepte die wordt meegegeven betreft een diepte die in de meeste gevallen gewoon aangesloten kan worden, tenzij de ligging van de nutsleidingen erg ongelukkig uitkomt. Indien bij uitvoering blijkt dat er niet aangesloten kan worden zijn er 2 oplossingen mogelijk (ten laste van de bouwheer): de leidingen op het privaat gedeelte heraanleggen of een pompputje installeren op het privaat gedeelte.

-          Het is aangewezen om op de hemelwateraansluiting een terugslagklep te voorzien. Op die manier wordt het risico op terugstroming van water uit het systeem waarop wordt aangesloten en eventuele vervuiling van het hemelwatersysteem beperkt.

-          Er dient voldaan te zijn aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

-          Indien er een bemaling wordt opgezet moet het bemalingswater bij voorkeur ter plaatse infiltreren. Wanneer dit niet mogelijk is kan er worden aangesloten op oppervlaktewater of een RWA leiding. Pas als de bovenstaande opties technisch niet haalbaar zijn mag er geloosd worden op een afvalwaterleiding. Hiervoor moet een vergunning aangevraagd worden op de site van Aquafin bij technische partners indien het debiet >10 m³/u.

-          Bij de uitvoering van de werken en de aanleg van de infiltratievoorziening(en) dient rekening te worden gehouden met de VLARIO richtlijnen ondergrondse infiltratievoorzieningen.

-          Het is steeds aan te raden om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud toe en infiltreert bovendien het meest effectief. Voorbeelden van (ondiepe) infiltratievoorzieningen kunnen gevonden worden op www.blauwgroenvlaanderen.be.

-          Het is afgeraden om groendaken of terrassen aan te sluiten op de hemelwaterput. Aangesloten groendaken en terrassen verhogen het risico dat de regenwaterput gecontamineerd wordt met onder andere organisch materiaal. Hierdoor kan het water in de put een afwijkende kleur of geur krijgen. Wanneer toch een groendak of terras wordt aangesloten op de put is het aangeraden om een aangepaste filtering of voorzuivering te voorzien.

-          Een (groot) deel van de verharding watert af op het eigen terrein of wordt uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal. Het hemelwater dient voldoende tijd te hebben om te infiltreren op het eigen terrein. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de openbare weg of de aanpalende percelen ten gevolge van afstromend hemelwater.

-          Reiniging van betonmixers is niet toegelaten op de openbare weg omwille van mogelijke verstopping van straatkolken en rioleringsleidingen. Eventuele reinigingskosten of noodzakelijke opbraak van riolering zullen verhaald worden op de lozer.’

 

Fluvius heeft geen advies uitgebracht binnen de termijn van 30 dagen volgend op de ontvangst van de adviesvraag. Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk RUP Deknudt-Decora.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor kan toepassing gemaakt worden van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Bouwdiepte gelijkvloers max. 20 m

Bouwdiepte ter hoogte van de inrit parkeerkelder 20,80 m

Breedte aslijn voetgangers- en fietsverbinding 3 m

Op eigen terrein is de verbinding deels 2 m en deels 2,50 m breed

Inplanting fietsenstalplaatsen op goed toegankelijke locaties bij de toegang van de gebouwen

Fietsenstalling bij blok A en deels bij blok B op ruime afstand van de hoofdingang

 

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien het RUP een gemengde bestemming nastreeft met zowel eengezins- als meergezinswoningen en kleinhandelsactiviteiten tot max. 500 m², het aantal bouwlagen maximum 3 bouwlagen betreft voor zone 1 en 3 bouwlagen met een teruggetrokken 4de in het dakvolume voor de overdrukzone 4, de bouwdiepte op de verdieping max. 15 m bedraagt, de hoogte van de nevenvolumes bestaat uit 1 bouwlaag met een hoogte van 4 m, de afstand tot de achterkavelgrens minstens 8 m bedraagt, een inrichtingsplan toegevoegd is aan het dossier, de aslijn voor wegeninfrastructuur maximaal 15 m verschoven kon worden ten opzichte van de grafische weergave, een voetgangersverbinding voorzien is in noord-zuid richting en in oostelijke richting, 1,5 parkeerplaats per woongelegenheid voorzien wordt, het parkeren voor bewoners ondergronds voorzien wordt en minstens 2 fietsenstalplaatsen per woongelegenheid voorzien zijn.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

      De afwijking heeft betrekking op de afmeting van de bouwdiepte zodat een afwijking overwogen kan worden. De bouwdiepte van max. 20 m wordt ter hoogte van de inrit van de parkeerkelder overschreden met 0,80 m, dit in functie van een betere ingang tot de parkeerkelder. Gezien de beperkte afwijking op de bouwdiepte en gezien de afwijking enkel wordt voorzien ter hoogte van de parkeerkelder is de afwijking beperkt en bijgevolg aanvaardbaar.

      De tweede afwijking heeft betrekking op de afmeting van de voetgangers- en fietsverbinding.

Een afwijking kan overwogen worden. Het stimuleren van fietsers en wandelaars is belangrijk en zal nog aan belang winnen zodat het noodzakelijk is dat de infrastructuur daaraan aangepast is. Voor een dubbelrichtingsfietspad is de aanbevolen breedte 2,50 m. Ook in het aanpalend RUP OCMW Stationsstraat, waarop een deel van de verbinding aansluit, is een minimale breedte van 2,50 m opgenomen en ook zo vergund. Een deel van de verbinding voldoet reeds aan deze aanbevolen breedte. De noord-zuid verbinding echter werd ontworpen met een breedte van 2 m. Dat pad wordt geflankeerd door groenvoorzieningen zodat voldoende ruimte is om dit naar 2,50 m te brengen. De gevraagde afwijking wordt bijgevolg slechts toegestaan onder de voorwaarde dat de minimale breedte van het pad ter hoogte van de parkeerzone ook minstens 2,50 m bedraagt.

      De laatste afwijking heeft tevens betrekking op de inplanting van de fietsenstalplaats. Conform de voorschriften dient deze goed toegankelijk te zijn en bij voorkeur ingeplant te worden in de directe nabijheid van de hoofdingang. De voorziene fietsenstalling bij blok A is niet vlot toegankelijk: deze is te bereiken via een eigendom van derden, bevindt zich op heel ruime afstand van de inkomhal voor de appartementen die ontsluiten rechtstreeks op de Harelbekestraat noch is er verbinding voorzien tussen de trappenhallen en de fietsenberging via de gemeenschappelijke tuinzone. Teneinde het fietsgebruik te stimuleren, is een vlotte bereikbaarheid van de fietsenstalling onontbeerlijk. Hierop wordt geen afwijking gegeven. Er zijn binnen het hoofdvolume van blok A verschillende mogelijkheden om een volwaardige en compacte fietsenstalling te bouwen bvb door inname van appartement A 0.04 (gezien de geringe verblijfskwaliteit) of er dient gezocht te worden om een rechtstreekse verbinding te maken tussen de verschillende inkomhallen en de fietsenstalling door de gemeenschappelijke tuinzone.

 

Teneinde voor het overige te voldoen aan de bepalingen van het RUP zijn nog volgende overwegingen te maken en voorwaarden op te leggen:

      Het (bezoekers)parkeren wordt voorzien in de zone voor kleine en middelgrote bedrijven, zone 5. Er worden 19 parkeerplaatsen voorzien binnen de zone 5. Gezien er geen mogelijkheid is om af te wijken van de bestemming, dient het parkeren binnen zone 5 een openbaar karakter te hebben en dus kunnen de parkeerplaatsen niet mee verkocht worden met de appartementen. De parkeerplaatsen dienen ter beschikking te staan van zowel bezoekers van de appartementen als van de (toekomstige) bedrijven.

      Overdruk zone 7 voorziet in een aslijn voor openbare wegeninfrastructuur. In combinatie met overdruk 10 moet een verkeersveilige en kwalitatieve inrichting ervan worden voorzien. In het ontwerp wordt dit voorzien door de inrichting van een woonerf waardoor gemengd verkeer met voorrang voor fietsers en voetgangers aanwezig is, wat te volgen is. Echter voorziet de aanvrager aan de Harelbekestraat een suggestiestrook voor fietsers en voetgangers die veel te smal is om te voldoen aan de normen en die bijgevolg geen meerwaarde biedt. Het behouden van de groenvoorziening langs de Harelbekestraat die er voor zorgt dat de aansluiting versmalt is wel een meerwaarde en kan behouden blijven. Het is wel van belang dat het woonerf duidelijk gesignaleerd wordt, dit zowel komende vanaf de Harelbekestraat als vanuit het zuiden. De aanbreng van voldoende signalisatie in functie van het woonerf dient bijgevolg als bijkomende voorwaarde opgelegd te worden.

      Overdrukzone 10 wordt zowel in noord- zuid als in oost-westelijke richting opgenomen in het RUP. De verbinding naar het westen is in voorliggende aanvraag niet opgenomen. Op het omgevingsplan is deze toekomstige doorgang ingetekend op het aanpalend perceel. Garanties naar realisatie zijn er niet. Als deze verbinding niet kan gerealiseerd worden bij de verder ontwikkeling van het zuidelijk gelegen deel van de site en er zich opportuniteiten voor doen voor een westelijke ontsluiting dan dient het pad naar de tuinbergingen van het Blok B hiervoor ingezet te worden.

      In het RUP is opgenomen dat de overdrukzones 7 en 10 een openbaar karakter moeten hebben. Aangezien geopteerd werd om de wegenis niet over te dragen (gelet op de aanwezige kelderverdieping onder het gebouw) en teneinde dit te verankeren in de omgevingsvergunning dient als last opgenomen te worden dat een publieke erfdienstbaarheid van doorgang gevestigd moet worden op de eigendom in functie van deze overdrukzones en dit in overleg met de gemeente. Deze erfdienstbaarheid moet geschreven zijn alvorens de site in gebruik te nemen of verkopen aan te gaan.

      Art. 0.6 van de voorschriften van het RUP schrijft een streekeigen, biodiversiteitsrijke en bij voorkeur bijenvriendelijke groenaanplant voor. In het ontwerp ontbreekt een beplantingsplan. Op het omgevingsplan is voor het centrale deel wel beplanting opgenomen maar niet voor de volledige site. Teneinde aan dit voorschrift te voldoen, is een beplantingsplan nodig waarbij aangetoond wordt dat voldaan wordt aan dit voorschrift. Een beplantingsplan dient ter goedkeuring te worden overgemaakt aan de dienst alvorens de bouwwerken aan te vatten.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Harelbekestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

In het project wordt geen nieuwe openbare wegenis aangelegd, maar wordt voorzien in een publieke erfdienstbaarheid van doorgang in functie van de fiets- en voetgangersverbinding.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van telkens 10.000 liter met hergebruik voorzien per meergezinswoning, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 51.625 liter en een referentie-oppervlakte van 79,92 m², de verhardingen worden aangelegd in waterdoorlatende materialen of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.

In het kader van de watertoets werd advies gevraagd aan de provinciale technische dienst Waterlopen. De provinciale technische Dienst Waterlopen heeft het ontwerp getoetst aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van het afvalwater en hemelwater en een aantal voorwaarden geformuleerd. In dit kader wordt dit advies overgenomen tot het mijne.

Mits naleving van het advies kan bijgevolg in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). De mer-screening wordt toegevoegd in het omgevingsloket. Hierbij werden de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

De aanvraag bevat een ingedeelde hoogspanningscabine (rubriek 12.2.1°) met een capaciteit van 630 kVA (klasse 3). De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubriek die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

-       Functionele inpasbaarheid

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van 2 blokken in functie van meergezinswoningen met in totaal 41 woongelegenheden en een gelijkvloerse handelsruimte, een afzonderlijke, gemeenschappelijke fietsenberging, 4 private tuinbergingen en een ruime parkeerruimte in een gemengde omgeving.  Zowel de woonfunctie als de handelsfunctie zijn functioneel inpasbaar in de directe omgeving.

 

-       Mobiliteitsimpact

Voor een meergezinswoning moeten 1,5 parkeerplaatsen en minstens 2 fietsenstalplaatsen per woongelegenheid worden voorzien conform de voorschriften van het RUP. Voor voorliggende aanvraag betekent dit dat na de werken 65 parkeerplaatsen en minstens 82 fietsenstaanplaatsen nodig zijn. De aanvraag voldoet hieraan.

 

Een ondergrondse parking met 41 parkeerplaatsen en fietsen zorgt voor veel verkeersbewegingen ter hoogte van de inrit tot de ondergrondse parkeergarage. Het is noodzakelijk dat er zowel ondergronds als bovengronds voldoende wachtruimte wordt voorzien en dat er voldoende zichtbaarheid is op het aankomend verkeer. Uit het dossier is niet duidelijk op te maken op welke manier dit georganiseerd zal worden. Dit zal als bijkomende voorwaarde opgelegd worden.

 

Met betrekking tot de inplanting van de fietsenstalling bij blok A zijn bij de toetsing aan de voorschriften van het RUP reeds voorwaarden geformuleerd.

Aanvullend is het belangrijk rekening te houden met volgende evoluties. De opmars van de elektrische fiets is merkbaar, ook bakfietsen kennen een stijging in aantal. Teneinde nieuwe bouwprojecten op een duurzame manier te bouwen die klaar zijn voor de huidige en toekomstige ontwikkelingen, dient bij de plaatsing van een fietsenstalling rekening te worden gehouden met deze trends. Dat betekent dat er naast het voorzien van stalplaatsen voor de gewone fiets, ook ruimere plaatsen moeten worden voorzien. Daarnaast dient er in de fietsenstalling ook een oplaadpunt te worden voorzien. Deze zaken dienen voorzien te worden bij zowel het blok A als het blok B.

 

-       Inplanting

De inplanting van Blok A wordt voorzien op de rooilijn langs de Harelbekestraat. Hierdoor sluit het gebouw aan op de directe omgeving. De afstand tussen blok A en de rechter perceelsgrens bedraagt 12 m. De afstand tussen blok B en de zuidelijke perceelsgrens bedraagt 5 m. Blok B wordt tot op de noordelijke perceelsgrens gebouwd. Gezien er geen voorschriften zijn in het RUP met betrekking tot de inplanting voldoet het ontwerp. De inplanting van beide blokken laat een kwalitatieve inrichting van de tussenliggende ruimte toe en zorgt nog voor een voldoende private of semi private binnenruimte achterliggend.

 

-       Bouwvolume en gabarit

Blok A wordt opgetrokken met 3 bouwlagen en een teruggetrokken 4e bouwlaag. Blok B wordt opgetrokken met 3 bouwlagen. Hiermee voldoet het volume aan de voorschriften van het RUP.

De aansluiting op de bestaande woning op de linker perceelsgrens van blok A wordt gerealiseerd door de 3de en 4de bouwlaag in te springen ten opzichte van de rooilijn en de 4de bouwlaag eveneens in te springen ten opzichte van de linkerzijperceelsgrens. Deze insprong ten opzichte van linkerperceelsgrens is echter te beperkt ter hoogte van de voorgevel (slechts 1,90 m) zodat deze uitgebreid te worden tot minstens 3 m op zijn smalst. Ook het terras en zijn balustrade moet op minstens 3 m van de zijperceelsgrens gebracht wordt. Dit zal opgelegd worden in de voorwaarden bij afgifte van de vergunning. Het verbreden van deze vrije zijstrook zal geen negatieve impact hebben op de leefkwaliteit van het appartement gezien de oppervlakte van dit appartement op heden 100 m² en de afname aan oppervlakte maximaal in voorkomend geval ongeveer 7 m² zal bedragen.

 

Bij blok A wordt de teruggetrokken bouwlaag rondom voorzien van een balustrade op de dakrand. Dit is niet functioneel, accentueert deze 4de bouwlaag en zorgt voor een bijkomende horizontaliteit wat niet wenselijk is. Het is bijgevolg aangewezen dat de balustrade op de bovenste verdieping enkel voorzien wordt ter hoogte van de terrassen en niet over de volledige gevelbreedte. (zowel ter hoogte van de voorgevel als van de achtergevel) Dit zal bijdragen aan de beeldkwaliteit van de voor- en achtergevel en wordt opgelegd als voorwaarde.

 

Het Blok B is een sober volume qua vormgeving en opbouw. De hoogte en gabarit is opgelegd in het RUP en wordt gevolgd zodat dit volume zich zal inpassen. Het sluit aan op de vrije gevel van het naastliggende kantoorgebouw dat eveneens afgewerkt is met een plat dak zodat het volume zich maximaal zal integreren in de bestaande te behouden bebouwing.

 

-       Verschijningsvorm

Zowel blok A als blok B worden opgetrokken in lichtgrijs metselwerk met per bouwlaag een horizontale zwarte aluminium gevelbekleding. Dit zowel onder de ramen als tussen elke bouwlaag. Het bouwblok oogt vrij monotoon en kan wel wat variatie in materiaal of kleuren gebruiken, in het bijzonder langs de Harelbekestraat. Op die manier kan de aanwezige verticale geleding in het straatbeeld verder gezet worden in de nieuwbouw en oogt die minder dominant. Er wordt de ontwerper gevraagd om een ander materiaalgebruik of kleurgebruik van de voorgevel voor te stellen zodat de verticale geleding meer naar voren komt.

Aan de zijde van het binnengebied is deze kleurkeuze ingegeven in samenspraak met de achterliggende eigenaar waarbij de gevels van de aanpalende bebouwing eveneens zullen afgewerkt worden in een grijze kleur. Op die manier zal de bebouwing inwaarts de Harelbekestraat een homogeen geheel vormen.

 

 

-       Groen- en omgevingsaanleg:

Er wordt voorzien in een gemeenschappelijke tuin bij Blok A. Deze tuin is voor de gelijkvloerse woongelegenheden vrij vlot bereikbaar. Echter is dit niet het geval voor de bovenliggende woongelegenheden. Het is noodzakelijk dat de gemeenschappelijke tuin voor alle woongelegenheden vlot, en van bij het begin van het project, bereikbaar is. Het ontwerp dient aangepast te worden. Een toegang vanaf elke trappenhal naar de gemeenschappelijke tuin is noodzakelijk.

 

Het binnengebied wordt grotendeels aangelegd in kleinschalige materialen, waterdoorlatende klinkers voor de rijweg en grasdallen voor de parkeerplaatsen. Langs deze wegenis en parkeerstroken worden telkens lage hagen of bodembedekkers aangeplant teneinde de site voldoende groen in te kleden. Teneinde ook vanaf de Harelbekestraat voldoende groen te ervaren en uitgenodigd te worden om de doorsteek te gaan gebruiken dient aan weerszijden van de inrit eenzelfde boom aangeplant te worden (nu wordt deze enkel voorzien aan de linkerzijde van de inrit).

 

In de nota van de architect is sprake van een groendak ter hoogte van de perceelsgrens met de linker buur. Dit wordt niet weergegeven op het plan. Het is dan ook niet duidelijk waar een groendak wordt voorzien. Aangezien de 4de bouwlaag een teruggetrokken bouwlaag betreft zowel ten opzichte van de achterzijde als de voorzijde wordt vanuit de appartementen uitgekeken op het platte dak van de 3de bouwlaag. Deze wordt deels ingenomen door terrassen. Echter blijft nog een deel van het dak zichtbaar. Teneinde het zicht op het platte dak meer kwaliteit te geven vanuit de woongelegenheden is het wenselijk om het platte dak van de 3de bouwlaag dat niet ingenomen is door de 4de bouwlaag en niet ingenomen is door terrassen te voorzien van een groendak. Dit zal als bijkomende voorwaarde opgelegd worden bij afgifte van de vergunning.

 

-       Gebruikskenmerken

Handelsruimte

De handelsruimte heeft een oppervlakte van 189,47 m² en een vrije hoogte van 2,60 m. Voor een handelsruimte is dat heel beperkt. Algemeen wordt aangeraden om een vrije hoogte van 3,50 m tot zelfs 4 m na te streven in functie van een kwalitatief gebruik van de handelsruimte.

 

Woongelegenheden en buitenruimte

De voorziene meergezinswoningen zijn ingedeeld met een menging aan woontypes. In totaal worden 12 éénslaapkamer-, 21 tweeslaapkamer- en 8 drieslaapkamerappartementen voorzien. Hiermee kan aan alle types van gezinssamenstellingen tegemoet gekomen worden.

De voorziene woongelegenheden beantwoorden grotendeels aan een hedendaags wooncomfort en zijn ontworpen met een grote openheid naar het openbaar domein toe. Niet alle woongelegenheden hebben echter een logische indeling, andere zullen over weinig natuurlijke lichtinval beschikken. Op de hoek in blok A bvb  bevinden zich per bouwlaag een 2-tal  woongelegenheden met een relatief beperkte oppervlakte (de badkamer en leefruimte) en met slechts langs 1 zijde natuurlijke lichtinval, en zijn hierdoor niet steeds even kwalitatief.

Elke woongelegenheid beschikt over een private buitenruime. De terrasruimte bij verschillende woongelegenheden is beperkt in oppervlakte en niet steeds functioneel. Een minimale buitenruimte van 10% van de vloeroppervlakte is toch aangewezen. Dit is niet steeds het geval. Voor blok A is een gemeenschappelijke tuin aanwezig die zou kunnen dienen als compensatie voor de beperkte private terrassen. Hierbij dient echter de voorwaarde gekoppeld dat deze buitenruimte dan vlot toegankelijk moet zijn vanuit de diverse trappenhallen om als volwaardige buitenruimte bij deze appartementen te laten functioneren.

 

Gebruik tuinbergingen

De tuinberging langs het pad achterliggend blok B hebben een opendraaiende deur op het pad. Teneinde een veilige doorgang op het pad te voorzien, zowel nu als in de toekomst, is het aangewezen te werken met schuifdeuren. Ook een raamopening in de gevel zal het gebruikscomfort verhogen. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement en respecteert mits naleving van de voorwaarden de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde kan zich inpassen in de betrokken omgeving.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Alle ingediende bezwaarschriften zijn tijdig ingediend en worden bijgevolg ontvankelijk verklaard.

Omtrent de ingediende bezwaarschriften wordt voorgesteld volgend standpunt in te nemen:

-          Vrees voor hinder (trilling, bemalingswerken) door het aanbrengen van de ondergrondse parking en de mogelijke schade aan de woningen in de directe omgeving die de werken met zich mee zullen brengen.

De bezwaarschriften zijn in hoofdzaak van burgerrechtelijke aard waar de vergunningverlenende overheid zich gelet op de bepalingen van art. 4.2.22 niet dient over uit te spreken. Omgevingsvergunningen worden immers verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten.

Het spreekt voor zich dat de bouwheer alle nuttige en nodige maatregelen dient te nemen om tijdens de bouwwerken de hinder tot een strikt minimum te beperken en de stabiliteit van de omgeving en de aanpalende buurgebouwen van schade te vrijwaren. Voor de start van de werken dient een staat van bevinden opgemaakt te worden. Dit wordt tevens als opmerking aan de vergunning gekoppeld.

 

-          Bezwaar tegen het verdwijnen van de huidige tuinmuur rondom het perceel ten zuiden van blok B (Harelbekestraat 81)

Voor wat betreft het al dan niet verdwijnen van de tuinmuur wordt vastgesteld dat deze op de bouwplannen niet aangeduid wordt. Gezien het ontbreken van een akkoord om deze af te breken, dient de tuinmuur behouden te blijven. Dit wordt als voorwaarde gekoppeld aan de vergunning.

 

-          Onduidelijkheid met betrekking tot het aan te leggen groenscherm

o        wens om min. en max. hoogte vast te leggen

o        voldoende beplanting te voorzien in functie van de schermfunctie

o        vraag tot aanplant groenblijvende beplanting

o        vraag tot afspraken met betrekking tot groenonderhoud

Er wordt vastgesteld dat een beplantingsplan voor deze strook ontbreekt zoals ook aangegeven in het aanvraagdossier. Het voorleggen van een beplantingsplan is noodzakelijk teneinde een correcte uitspraak te kunnen doen over het groenscherm en hierbij dient het akkoord van de aanpalende eigenaars gevoegd. Het voorleggen van een beplantingsplan wordt als voorwaarde gekoppeld aan de vergunning.

 

-          Inkijk van de dakterrassen van de appartementen palend aan de linker eigendom op het nog aan te leggen dakterras van de naastliggende woning met verlies van de privacy tot gevolg.

Voor wat betreft de inkijk op het nog te voorziene dakterras wordt vastgesteld dat het ontwerp inderdaad zal zorgen voor de nodige inkijk en schending van de privacy bij de naastliggende woning. Dit voornamelijk door de hoogte en specifieke inplanting van de terrassen ter hoogte van de achtergevel. Dit onderdeel van het bezwaarschrift is gegrond en volgende voorwaarde is nodig om de inkijk en schending van de privacy te herleiden tot een minimum: het terras aan de achterzijde van appartement 1.01 en 2.01 dient verwijderd te worden. Beide appartementen hebben aan de voorzijde nog een terras.

 

-          Blok A zal door zijn inplanting vlak aan de straatzijde in de winter voor wat lichtverlies zorgen aan de overzijde van de straat.

Uit de schaduwstudie zoals gevoegd in het dossier blijkt inderdaad dat gedurende een beperkte periode in het jaar wat lichtafname zal zijn tot aan de overzijde van de straat. Het overgrote deel van het jaar zal dat echter, volgens de studie, niet het geval zijn waardoor het bezwaar als ongegrond wordt beoordeeld.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Het advies van de provinciale technische Dienst Waterlopen is voorwaardelijk gunstig. Dit advies wordt integraal gevolgd en het naleven ervan dient opgelegd te worden in de voorwaarden.

 

Het advies van hulpverleningszone Fluvia is voorwaardelijk gunstig. Er worden opmerkingen geformuleerd op het parkeercompartiment. Er dient aan alle geformuleerde voorwaarden uit het advies te worden voldaan.

 

Het advies van de Watergroep, Riopact van 6 april 2021 is ongunstig. Op basis van dit advies werden de plannen aangepast. Er werd een nieuw voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht op 8 juni. De geformuleerde voorwaarden en opmerkingen dienen nageleefd te worden.

 

Er werd geen advies uitgebracht door Fluvius. Er kan aan deze adviesvraag voorbijgegaan worden.

 

7.14     Verordening toegankelijkheid

In toepassing van artikel 5 is, aangezien het een meergezinswoning betreft met meer dan 6 wooneenheden en met toegangsdeuren over 2 niveaus, voorliggende aanvraag onderhevig aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid.

Alle gemeenschappelijke delen, met inbegrip van de publieke zijde van de toegangsdeuren tot elke woongelegenheid, dienen te voldoen aan de Vlaamse stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De ruwbouwmaten van toegangen of deuropeningen voor publiek toegankelijke delen moeten minstens 105 cm breed zijn, zodat na afwerking een vrije en vlakke doorgangsbreedte van minstens 90 cm gegarandeerd wordt. Voor en achter deze toegang of deur moet voor een vrije en vlakke draairuimte met een diameter van 150 cm worden gezorgd. Niveauverschillen mogen maximum twee cm bedragen, zo niet dienen deze overbrugd te worden met een helling met een hellingspercentage van maximum 10 procent.

Er dient opgelegd te worden dat de verordening toegankelijk nageleefd moet worden.

 

7.15     Belastingreglement op ontbrekende parkeerplaatsen

Overeenkomstig de gemeenteraadsbeslissing van 26 november 2020 betreffende de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen moeten er 65 parkeerplaatsen voorzien worden (41 appartementen a rato van 1,5 parkeerplaats per appartement en een bruto handelsoppervlakte van respectievelijk 189,47 m² a rato van 1 parkeerplaats per schijf van 50 m² netto handelsoppervlakte). Volgens de ingediende plannen zijn er 41 ondergrondse parkeerplaatsen en 25 bovengrondse parkeerplaatsen wat het totaal op 66 brengt en bijgevolg voldaan is aan de genoemde gemeenteraadsbeslissing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Pieter Vandewiele namens BOUWONDERNEMING ERIBO NV met als contactadres Vredestraat 45 te 8790 Waregem en Conrad Alfons Everaerdt namens Fluvius System Operator CV met als contactadres President Kennedypark 12 te 8500 Kortrijk, voor het bouwen van 41 wooneenheden en een handelsruimte verdeeld over 2 meergezinswoningen met een gezamenlijke parkeerkelder en een hoogspanningscabine, op een perceel gelegen Harelbekestraat 79 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 47 M5.

 

Arikel 2

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

12.2.1°

Het gaat om een transfo van max. 630 kVA (Vlarebo - Vlarem - Klasse 3) (Nieuw)

630 kVA

3

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist de vergunning af te leveren mits te voldoen aan volgende specifieke voorwaarde(n):

        De voetgangers- en fietsverbinding  die voorzien is in de betonverharding langsheen de parkeerstroken in zuidelijke richting en naar de aanpalende oostelijk gelegen eigendom moet een minimale verharde breedte hebben van 2,50 m.

        De gesuggereerde fietsinrit in betonverharding ter hoogte van de Harelbekestraat heeft geen meerwaarde en dient niet gerealiseerd. Op deze plaats dient een boom aangeplant te worden conform de voorziene boom aan de andere zijde van de inrit.

        De aanbreng van voldoende signalisatie in functie van het woonerf, dit zowel komende vanaf de Harelbekestraat als vanuit het zuiden, dient bijgevolg als bijkomende voorwaarde opgelegd.

        De fiets- en voetgangersverbinding naar het westen is in het omgevingsplan op het aanpalend perceel. Garanties naar realisatie zijn er niet. Als deze verbinding niet kan gerealiseerd worden bij de verder ontwikkeling van het zuidelijk gelegen deel van de site en er zich opportuniteiten voor doen voor een westelijke ontsluiting dan dient het pad naar de tuinbergingen van het Blok B hiervoor ingezet te worden.

        Een publieke erfdienstbaarheid van doorgang moet gevestigd worden op de eigendom in functie van de realisatie van de overdrukzones 7 en 10 en dit in overleg met de gemeente.

        De 19 parkeerplaatsen voorzien in de zone 5 volgens het RUP dienen ter beschikking te staan van zowel bezoekers van de appartementen als van de (toekomstige) bedrijven en kunnen dus niet mee verkocht worden met de appartementen.

        Een beplantingsplan dient ter goedkeuring te worden overgemaakt aan de dienst alvorens de bouwwerken aan te vatten. Voor wat betreft de zone groenscherm zoals voorzien op het inplantingsplan moet ook het akkoord van de aanpalende eigenaars toegevoegd worden.

        De fietsenstalplaats voorzien in de tuinzone bij blok A dient toegankelijker gemaakt te worden en nabijer gebracht te worden voor de appartementen door:

o        ofwel binnen het hoofdvolume van het blok A een ruimte in te richten als fietsenstalling bvb door inname van appartement A0.04;

o        ofwel dient gezocht te worden om een rechtstreekse verbinding te maken tussen de verschillende inkomhallen van blok A en de fietsenstalling door de gemeenschappelijke tuinzone.

        Naast het voorzien van stalplaatsen voor de gewone fiets moeten per woonblok ook ruimere plaatsen voorzien worden (bvb voor bakfietsen) en moet ook minstens één oplaadpunt per blok voor elektrische fietsen voorzien worden.

        In functie van de verkeersbewegingen en verkeersveiligheid ter hoogte van de inrit tot de ondergrondse parkeergarage is het noodzakelijk dat er zowel ondergronds als bovengronds voldoende wachtruimte wordt voorzien en dat er voldoende zichtbaarheid is op het aankomend verkeer.

        De insprong van de 4de bouwlaag ten opzichte van de linkerzijperceelsgrens moet op zijn smalst 3 m bedragen (in plaats van de voorziene 1,90 m). Ook het terras en zijn balustrade moeten op minstens 3 m van de zijperceelsgrens gebracht worden.

        De balustrade op de bovenste verdieping kan enkel voorzien wordt ter hoogte van de terrassen en niet over de volledige gevelbreedte, dit zowel ter hoogte van de voorgevel als van de achtergevel.

        Het platte dak van de 3de bouwlaag dat niet ingenomen is door de 4de bouwlaag en niet ingenomen is door terrassen dient te worden voorzien van een groendak.

        Het terras aan de achterzijde van appartement 1.01 en 2.01 dient verwijderd te worden.

        Er wordt de ontwerper gevraagd om een ander materiaalgebruik of kleurgebruik van de voorgevel langs de Harelbekestraat voor te stellen waarbij de verticale geleding meer naar voren komt.

        De gemeenschappelijke tuin bij blok A moet voor  alle woongelegenheden vlot bereikbaar zijn. Een rechtstreekse toegang vanaf elke trappenhal naar de gemeenschappelijke tuin moet gerealiseerd worden.

        De tuinberging langs het pad achterliggend blok B moeten voorzien zijn van schuifdeuren en een raamopening.

        De huidige tuinmuur rondom het perceel ten zuiden van blok B (Harelbekestraat 81) moet behouden blijven.

        Voor de start van de werken moet een staat van bevinden van de aanpalende eigendommen opgemaakt worden.

        De adviezen van de diverse adviesinstanties, zijnde de provinciaal technische dienst Waterlopen, Fluvia en de Watergroep dienen strikt nageleefd te worden.

        De stedenbouwkundige verordening toegankelijk moet nageleefd worden.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubriek die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/ .

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

D.2. OMV VK 2021_1 - Poekelaan 10-11- goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verkavelen van grond in 3 loten waarvan 2 voor woningbouw en 1 als toegangsweg, het dempen van een vijver en verwijderen van 2 bijgebouwen, op een perceel gelegen Poekelaan 10-11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 61 R, (afd. 2) sectie C 436 G2, (afd. 2) sectie C 448 H en (afd. 2) sectie C 449 A3 aangevraagd door Wim Verhaeghe namens HYBOMA NV met als contactadres Den Triangel 2 te 8610 Kortemark.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 18 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Ophogingen rondom de nieuwe woningen dienen beperkt te worden en moeten terug afgevlakt worden naar het bestaande niveau met de aanpalende percelen.

        De inrichting van de voetpadstrook is ten laste van de verkavelaar en dient als volgt uitgevoerd te worden:

  • De noodzakelijk toegang tot het perceel dient aangelegd te worden in grijze betonklinkers 220/110/80 of 220/220/80.
  • De overgebleven ruimte dient ingezaaid te worden.

        Het advies van de Watergroep-Riopact dient stipt nageleefd te worden..

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Marquettestraat, wijziging A, zoals goedgekeurd op 11 oktober 1988.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het BPA is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De verkaveling is gelegen dichtbij het centrum van de gemeente Deerlijk op het einde van de pijpenkop van de Poekelaan. De Poekelaan is een voldoende uitgeruste gemeenteweg, een doodlopende zijstraat van de De Cassinastraat. De De Cassinastraat is een lokale verbindingsstraat tussen de Stationstraat en de Kortrijkse Heerweg.

De onmiddellijke omgeving in de Poekelaan wordt voornamelijk gekenmerkt door alleenstaande woningen. In de De Cassinastraat is er een afwisseling van alleenstaande en gesloten bebouwingen. Aan de achterzijde paalt het terrein aan een nijverheidszone.

 

Het te verkavelen goed is een rechthoekig perceel dat aan de noord-westzijde toegang kan nemen naar de Poekelaan. Aan de oostzijde van het terrein is een semi-verharde weg die uitweg biedt voor de eigendom De Cassinastraat 71. Op het terrein bevinden zich twee houten tuinhuisjes en een grotere en kleine siervijver. Het terrein is heel licht afhellend naar de zuidzijde toe.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Het perceel wordt opgesplitst in drie loten waarvan twee loten voor woningbouw en één lot voor toegansweg.

De loten 1 en 2 hebben nagenoeg dezelfde oppervlakte, zijnde 1.165 m² voor het lot 1 en 1.176 m² voor het lot 2. De loten zijn voorbestemd voor open bebouwing. De loten geven het wonen als hoofdtoon aan. Beperkte nevenactiviteit is toegelaten.

De bouwkaders op de beide loten hebben een breedte van 12 m op een diepte van 16,80 m. Het bouwkader op lot 1 is ingeplant op minstens 5 m van de noordelijke perceelsgrens, 8 m van de grens met het lot 3 en 16,50 m van de grens met het lot 2. Het bouwkader op lot 2 is ingeplant op 4 m van de grens met het lot 1, 8 m van de grens met het lot 3 en 13.52 m van de zuidelijke perceelsgrens. De woningen dienen te bestaan uit één bouwlaag met kamers onder het dak met een dakhelling tussen 20° en 60°. De kroonlijsthoogte zal maximaal 3,50 m bedragen.

In de voorschriften is opgenomen dat bijgebouwen een maximale oppervlakte kunnen hebben van 60 m². De hoogte wordt beperkt tot 1 bouwlaag eventueel met een dak. In de vrije zijtuinstrook kan een carport geplaatst worden tot maximaal 21 m². Naast deze bijgebouwen wordt eveneens voorzien in de plaatsing van een zwembad van maximaal 40 m². In de voorschriften is eveneens opgenomen dat verhardingen beperkt moeten worden tot het strikt noodzakelijke met uitzondering van maximaal 2 extra parkeerplaatsen per lot. Voor de nieuwe woningen worden autostaanplaatsen verplicht hetzij via carport of garage en een parkeerplaats op eigen terrein.

 

Het bestaand terreinprofiel ligt onder het niveau van de Poekelaan. De vloerpas van de nieuwe woningen kan ongeveer gelijk genomen worden met de vloerpassen van de aanliggende woningen in de Poekelaan hetzij 40 cm boven het niveau van de straat. In de motivatienota is opgenomen dat ophogingen rondom de nieuwe woningen beperkt dienen te worden en terug afgevlakt moeten worden naar het bestaande niveau met de aanpalende percelen. Dit is niet opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Het lot 2 zal via een eigen toegangszone met een breedte van 5 m aansluiten op de Poekelaan. Het lot 2 zal tevens belast worden met een ondergrondse erfdienstbaarheid van 2 m breedte voor aanleg van een riolering en waterleiding ten voordele van de eigendom De Cassinastraat 71. Met betrekking tot een bestaande erfdienstbaarheid van uitweg richting de De Cassinastraat wordt geopteerd om over de ganse lengte van het perceel aan de oostzijde een strook van 3,20 m breedte te voorzien en deze af te splitsen van de beide nieuwe loten. Dit betreft het lot 3 in de verkaveling met een oppervlakte van 202 m² en heeft tot doel te voegen bij de eigendom De Cassinastraat 71 in functie van de ontsluiting naar de De Cassinastraat

 

De bestaande vijver wordt gedempt en de bestaande bijgebouwen worden verwijderd teneinde de beide loten bouwrijp te maken.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 19 maart 2021 tot 17 april 2021. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

  1. Adviezen

 

De Watergroep, Riopact (ifv hydraulisch en technisch advies) werd om advies verzocht op 11 maart 2021. De adviesinstantie bracht op 6 april 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. De conclusie van het advies wordt als volgt gemotiveerd:

…’4 Conclusie van het advies

Het project kan gunstig geadviseerd worden onder volgende voorwaarden:

      Binnen het verkavelingsdossier wordt geen nieuwe wegenis met riolering aangelegd.

      Het aangeleverde advies heeft enkel betrekking op de verkavelingsvergunning zelf. Op perceelsniveau dient er nog steeds te worden voldaan aan de stedenbouwkundige verordening hemelwater. Wanneer de rioleringsplannen van de geplande bebouwing(en) zijn opgemaakt, dienen deze te worden overgemaakt ter controle en advies voor aansluiting op de riolering. Het is aangewezen diameters, dieptes en hellingen mee op de plannen te zetten, alsook de aan te sluiten verharde oppervlaktes. Daarnaast is het ook aangewezen een aanstiplijst hemelwater toe te voegen aan deze nieuwe adviesaanvraag.

      Afvalwater en hemelwater moeten volledig gescheiden tot aan de rooilijn gebracht worden. Wanneer wordt aangesloten op een gemengde leiding, gebeurt het samenbrengen van afvalwater- en hemelwaterafvoer op max. 50 cm van elkaar ter hoogte van het openbaar domein. Er dient op beide aansluitingen een externe toezichtmogelijkheid (huisaansluitputje) voorzien te worden. Voor de aansluiting dient een aanvraag te worden ingediend bij de rioolbeheerder.

      Kelderaansluitingen zijn niet toegelaten bij nieuwbouw.

      Indien afvoerpunten van het gebouw lager gelegen zijn dan het straatniveau dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient in het private leidingenstelsel geplaatst te worden en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder.

      De aansluiting dient zo ondiep als technisch mogelijk te worden aangeboden met een maximale diepte van 80 cm onder het straatniveau. Afwijkingen hierop kunnen worden toegestaan wanneer dit noodzakelijk is en deze noodzaak wordt aangetoond.

      Bij effectieve realisatie van de nieuwe aansluiting op deze riolering zal de aansluiting door de rioolbeheerder zo laag als technisch mogelijk aangelegd worden. Hierbij is voornamelijk de ligging van de nutsleidingen cruciaal, hetgeen op voorhand niet geweten is en waarvoor Aquafin dus ook niet verantwoordelijk kan zijn.

      De diameter van de afval- en hemelwateraansluiting moet minimaal 125 mm en maximaal 200 mm bedragen. Uitzonderingen worden enkel toegelaten indien hiervoor een hydraulische nota wordt aangeleverd.

      Het is aangewezen om op de hemelwateraansluiting een terugslagklep te voorzien. Op die manier wordt het risico op terugstroming van water uit het systeem waarop wordt aangesloten en eventuele vervuiling van het hemelwatersysteem beperkt.

      Indien er een bemaling wordt opgezet moet het bemalingswater bij voorkeur ter plaatse infiltreren. Wanneer dit niet mogelijk is kan er worden aangesloten op oppervlaktewater of een RWA leiding. Pas als de bovenstaande opties technisch niet haalbaar zijn mag er geloosd worden op een afvalwaterleiding. Hiervoor moet een vergunning aangevraagd worden op de site van Aquafin bij technische partners indien het debiet >10 m³/u.

      Het is steeds aan te raden om te opteren voor infiltratievoorzieningen in de vorm van open bekkens, zoals infiltratiekommen of wadi's. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud toe en infiltreert bovendien het meest effectief. Voorbeelden van (ondiepe) infiltratievoorzieningen kunnen gevonden worden op www.blauwgroenvlaanderen.be

      Bij de uitvoering van de werken en de aanleg van de infiltratievoorziening(en) dient rekening te worden gehouden met de VLARIO richtlijnen ondergrondse infiltratievoorzieningen.

      De infiltratievoorziening mag in geen geval drainerend werken.

      De werken moeten worden uitgevoerd volgens standaardbestek 250 en de algemene wijzigingen en aanvullingen van Aquafin aan het standaardbestek 250 of verkavelingsreglement (indien reeds goedgekeurd).

      In verband met administratieve bepalingen wordt verwezen naar het verkavelingsreglement van de rioolbeheerder.

      Inplanting van de huisaansluitputjes dient te gebeuren volgens de gemeentelijke bouwcode/ de vigerende wetgeving.

      Het is afgeraden om groendaken of terrassen aan te sluiten op de hemelwaterput. Aangesloten groendaken en terrassen verhogen het risico dat de regenwaterput gecontamineerd wordt met onder andere organisch materiaal. Hierdoor kan het water in de put een afwijkende kleur of geur krijgen. Wanneer toch een groendak of terras wordt aangesloten op de put is het aangeraden om een aangepaste filtering of voorzuivering te voorzien.

      Reiniging van betonmixers is niet toegelaten op de openbare weg omwille van mogelijke verstopping van straatkolken en rioleringsleidingen. Eventuele reinigingskosten of noodzakelijke opbraak van riolering zullen verhaald worden op de lozer.

      Gezien de ligging in het zoneringsplan dient voor de woningen een septische put te worden voorzien waarop enkel het zwarte water wordt aangesloten. Het volume van de septische put moet minimaal 2000 l bedragen of 300 l/inwoner (bij 10 of minder inwoners) en vanaf 11 inwoners dient bijkomend 225 l/inwoner te worden voorzien.

      Alvorens een verkoopbaarheidsattest kan worden afgeleverd dient aan alle voorwaarden te worden voldaan.

      De stad/gemeente zal pas een verkoopbaarheidsattest afleveren nadat de verkavelaar kan aantonen dat er voldaan is aan alle financiële en contractuele verplichtingen opgelegd door Riopact. Dit wil zeggen dat er voor ieder gerealiseerd perceel een wachtaansluiting voor de riolering moet gerealiseerd en betaald zijn.

      De aansluiting op de openbare riolering dient steeds te gebeuren door Riopact, voor de aanvraag van uw rioolaansluiting verwijzen wij graag naar onze website www.riopact.be, 'Rioolaansluiting aanvragen'. Let op, er dient per perceel een aparte aanvraag ingediend te worden, met als bijlage het verkavelingsplan met aanduiding van de aangevraagde rioolaansluitingen.’

 

De nutsmaatschappijen werden, in functie van de uitbreiding van de netten, om advies gevraagd op 11 maart 2021.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de voorschriften van het BPA Marquettestraat.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Kroonlijsthoogte hoofdvolume max. 3 m.

Kroonlijsthoogte hoofdvolume is 3,50 m

Oppervlakte bijgebouw max. 30 m²

Oppervlakte bijgebouw max. 60 m²

 

Het gevraagde is voor het overige  in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de verkaveling bestemd is voor wonen en beperkte nevenfunctie toegelaten zijn, de bouwkaders voorzien zijn in de bouwzone zoals ingetekend in het BPA met zone 3, de bouwzone voor 100 % bebouwd kan worden, de bouwzone bestemd is voor open bebouwing, de woningen bestaan uit 1 bouwlaag met hellend dak, de bepalingen inzake dakuitbouwen letterlijk overgenomen zijn uit het BPA, 1 garage of stallingsruimte en een extra parkeerplaats op eigen terrein voorzien moet worden, de bebouwing in de tuinzone beperkt wordt tot maximaal 10 %, een bijgebouw voorzien kan worden met 1 bouwlaag en het bijgebouw ingeplant dient te worden op 1 m van de perceelsgrens of op de perceelsgrenzen als het afgewerkt wordt in metselwerk.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de afmeting van het hoofdgebouw en de afmetingen van de bijgebouwen zodat een afwijking overwogen kan worden.

De afwijking inzake de kroonlijsthoogte van de woning is beperkt, heeft geen impact op het aantal te voorziene bouwlagen, is ingegeven vanuit de EPB-regelgeving en zorgt niet voor bezwaren van de aanpalende eigenaars zodat de gevraagde afwijking toegestaan kan worden.

Ook de afwijking inzake de oppervlakte van de bijgebouwen is beperkt. De loten zijn voldoende ruim zodat een groter bijgebouw de draagkracht van het perceel niet zal overschrijden en er nog voldoende ruimte onbebouwd zal zijn om deze als kwalitatieve private buitenruimte in te richten. Deze afwijking kan positief beoordeeld worden;

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Poekelaan een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De verkavelingsaanvraag omvat geen aanleg van nieuwe verkeerswegen noch tracé-wijziging, verbreding of opheffing van bestaande gemeentelijk verkeerswegen. Een beslissing van de gemeenteraad is bijgevolg niet nodig.

 

In het advies van Riopact is aangegeven dat in de bestaande toestand vermoedelijk geen huis- of wachtaansluiting aanwezig is. Dit betekent dat het uitvoeren van deze werken gewaarborgd dient te worden door ondertekening van een verkavelingsovereenkomst.

 

Uit de adviezen van de nutsmaatschappijen blijkt dat geen uitbreiding van de nutsvoorzieningen noodzakelijk is of dat voldaan is aan de financiële verplichtingen van de nutsmaatschappijen.

 

De voetpadstrook is op heden niet ingericht zodat als last opgelegd wordt dat de verkavelaar dient in te staan voor de inrichting van de voetpadstrook. De inrichting dient als volgt uitgevoerd worden:

-       De noodzakelijk toegang tot het perceel dient aangelegd te worden in grijze betonklinkers 220/110/80 of 220/220/80.

-       De overgebleven ruimte dient ingezaaid te worden.

 

Voor de uitrusting van de verkaveling inzake aansluiting op de riolering en voor de aanleg van de voetpadstrook werd de verkavelingsovereenkomst zoals opgemaakt op 17 juni 2021 ondertekend door de verkavelaar.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Aangezien er geen nieuwe wegenis aangelegd wordt moeten er in de verkaveling geen collectieve voorzieningen geïnstalleerd worden. Per lot zal voldaan moeten worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). Een project-m.e.r.-screeningsnota volgens het modelformulier maakt deel uit van het aanvraagdossier. In deze nota zijn de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

7.5    Natuurtoets

Niet van toepassing

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het verkavelen van een perceel grond in 2 loten voor woningbouw in een residentiële omgeving zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De inplanting van de woningen is voorzien conform het geldende BPA. De verkaveling is bijgevolg qua ruimtegebruik en bouwdichtheid afgestemd op zijn directe omgeving. De hoogte van de woningen en het gabarit wordt afgestemd op de bestaande context. Door de woningen te beperken tot 1 bouwlaag met hellend dak zal de impact op de aanpalende tuinzones zowel qua schaduwwerking als qua privacy beperkt zijn. De beide loten ontsluiten rechtstreeks op de Poekelaan. Er is op eigen terrein voorzien in voldoende parkeervoorzieningen teneinde de impact op mobiliteit te beperken. De percelen zijn voldoende ruim zodat deze op een kwalitatieve manier ingericht kunnen worden in functie van het wonen. De bepalingen voor de bijgebouwen zijn afgestemd op de grootte van de loten.

In de verkaveling worden de bestaande erfdienstbaarheden geïntegreerd of wordt een even waardevol alternatief opgenomen waarop geen bezwaren geformuleerd werden.

In de motivatienota is opgenomen dat ophogingen rondom de nieuwe woningen beperkt dienen te worden en terug afgevlakt moeten worden naar het bestaande niveau met de aanpalende percelen. Dit is niet opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften zodat dit, teneinde geen hinder te creëren op de aanpalende percelen door eventuele ophoging, opgenomen dient te worden bij de voorwaarden bij afgifte van de vergunning.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Er werden tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

De Watergroep - Riopact

Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies van Riopact nageleefd moeten worden.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

          Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Wim Verhaeghe namens HYBOMA NV met als contactadres Den Triangel 2 te 8610 Kortemark, voor het verkavelen van grond in 3 loten waarvan 2 voor woningbouw en 1 als toegangsweg, het dempen van een vijver en verwijderen van 2 bijgebouwen, op een perceel gelegen Poekelaan 10-11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 61 R, (afd. 2) sectie C 436 G2, (afd. 2) sectie C 448 H en (afd. 2) sectie C 449 A3 , mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Ophogingen rondom de nieuwe woningen dienen beperkt te worden en moeten terug afgevlakt worden naar het bestaande niveau met de aanpalende percelen.

        De inrichting van de voetpadstrook is ten laste van de verkavelaar en dient als volgt uitgevoerd te worden:

  • De noodzakelijk toegang tot het perceel dient aangelegd te worden in grijze betonklinkers 220/110/80 of 220/220/80.
  • De overgebleven ruimte dient ingezaaid te worden.

        Het advies van de Watergroep-Riopact dient stipt nageleefd te worden.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

D.3. OMV 2020_246 - Pladijsstraat 296 - weigering

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een meergezinswoning met 10 woongelegenheden en een handelsruimte na het slopen van de bestaande bebouwing, op een perceel gelegen Pladijsstraat 296 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 168 L2 en (afd. 2) sectie E 168 H2 aangevraagd door Pieter Vandewiele namens BOUWONDERNEMING ERIBO NV met als contactadres Vredestraat 45 te 8790 Waregem.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 18 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Ongunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Sint-Lodewijk centrum goedgekeurd 1 september 2011.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 mei 1967 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van bijgebouwen tot 2 autobergplaatsen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 10 april 1973 door het college en burgemeester en schepenen voor het bouwen van een schoolbusberging.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De bouwplaats is een hoekperceel gelegen op de hoek van de Ommegangstraat en de Pladijsstraat naast de kerk van Sint-Lodewijk. Het perceel is bebouwd met een voormalig klooster en maakte oorspronkelijk onderdeel uit van de naastliggende school. Het voormalige kloostergebouw is opgetrokken met 2 bouwlagen en een hellend dak. De nok is evenwijdig met de Pladijsstraat. Het hoofdvolume heeft een bouwdiepte van 8,91 m. Aansluitend hierop, kant Ommegangstraat is een aanbouw voorzien, opgetrokken met 1 bouwlaag en een plat dak. In de aanbouw bevinden zich enkele garages. Het hoofdgebouw heeft een totale bouwdiepte van 25,23 m. Tot aan de achterste perceelsgrens werd er op de rooilijn een haag voorzien. Achteraan het bouwperceel is nog een bijgebouw aanwezig tot op de perceelsgrenzen gebouwd.

De omgeving is een dorpse omgeving die gekenmerkt wordt door een menging van functies zoals wonen, handel, horeca, diensten en gemeenschapsvoorzieningen. De woonfunctie bestaat voornamelijk uit eengezinswoningen.

Het gros van de gebouwen in de omgeving zijn opgetrokken met 2 bouwlagen en een hellend dak en hebben een ritmische gevel. De gevelbreedte van de woningen in de directe omgeving (Pladijsstraat) ligt tussen de 6 m en 12 m.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst de bestaande bebouwing te slopen en te vervangen door een meergezinswoning die bestaat uit 10 woongelegenheden en een handelspand.

De meergezinswoning wordt ingeplant op beide rooilijnen, en voor een groot stuk tot op de zijkavelgrens. Ten opzichte van de achterkavelgrens wordt een driehoek onbenutte ruimte behouden die zou worden verhard met waterdoorlatende verharding doch deels overdekt.

De meergezinswoning bestaat uit maximaal drie bouwlagen met een hellend dak waarin enkele topgevels geïntegreerd worden. De kroonlijsthoogte bedraagt maximaal 9,60 m en de maximale nokhoogte ligt op 12,95 m.

De bouwdiepte vanaf beide straten bedraagt 12 m, met enkele uitbouwen ter hoogte van de terrassen, waardoor de bouwdiepte plaatselijk iets meer dan 15 m bedraagt.

Op het gelijkvloers bevindt zich het handelspand met een oppervlakte van 90 m², een gelijkvloers 2-slaapkamerappartement met een oppervlakte van 82 m² en aansluitend een klein terrasje, 10 parkeerplaatsen, 2 garages, 9 bergruimtes en de tellerlokalen.

Op het eerste verdiep worden 5 woongelegenheden voorzien rond 2 centrale kernen. Op het tweede verdiep worden 4 woongelegenheden voorzien.

Elke woongelegenheid beschikt over een terras. Deze zijn niet steeds even vlot bereikbaar (vb. terras achteraan bij app. 1.3).

Een groot deel van het perceel wordt overbouwd en is verhard.

Er wordt ruimte voorzien voor het stallen van een 8-tal fietsen en 12 auto’s. Langs de kant Ommegangstraat worden 3 garagepoorten voorzien, waarvan 1 toegang geeft tot de gemeenschappelijke parkeerruimte. Deze gemeenschappelijke parkeerruimte wordt dus afgesloten van de voorliggende straat.

De gevels worden afgewerkt in wit gekaleide gevelsteen in combinatie met houten gevelbekleding, de dakbedekking bestaat uit zwart gesmoorde dakpannen en het schrijnwerk is voorzien in antracietkleurig aluminium met een terrasafsluiting in heldere beglazing.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 22 maart 2021 tot 20 april 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er 3 bezwaarschriften ingediend.

 

De ingediende bezwaren handelen samengevat over volgende elementen:

-          Door het voorzien van de 3 poorten in de Ommegangsstraat wordt een verkeersonveilige situatie gecreëerd voor de schoolgaande kinderen.

-          Er is onvoldoende aanbod aan parkeerplaatsen in functie van het handelspand en in functie van de meergezinswoningen.

-          Vrees voor extra verkeer door het handelspand.

-          In- en uitgang tot het handelspand wordt voorzien op de plaats waar het voetpad het smalst is, wat nadelige gevolgen zal hebben voor de zwakke weggebruiker.

-          Ontbreken van bezoekersparkeermogelijkheden op eigen terrein van de meergezinswoning.

-          De fietsenstalling van de school wordt ingenomen door het appartementsgebouw – waar zullen de kinderen hun fiets kunnen stallen?

-          Vrees voor grote hinder onder meer voor de schoolgaande jeugd, tijdens het bouwen van het appartement.

-          Er worden vragen gesteld bij het correct verwijderen van asbest tijdens de werken, voornamelijk door de nabijheid van de school.

-          Vrees voor inkijk en verlies van privacy vanaf de vrije zijgevel zowel door ramen als door terras.

-          Vrees voor verlies van zonlicht door de hoogte van 13 m in de woning aan de overzijde van de Pladijsstraat.

 

  1. Adviezen

 

Brandweerzone Fluvia werd om advies verzocht op 12 maart 2021. De adviesinstantie bracht op 16 maart 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag wordt gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverslag.’

 

De Watergroep werd om advies verzocht op 12 maart 2021. De adviesinstantie bracht op 6 april 2021 een ongunstig advies uit.

Naar aanleiding van dit ongunstig advies werd het rioleringsplan aangepast en opnieuw besproken (zie hiervoor motivatie van het addendum P21003667 (31/05/2021) zoals opgenomen in het aangepaste advies. Een nieuw advies werd gevraagd op 7 juni 2021. De adviesinstantie bracht op 8 juni 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

5 Conclusie van het addendum P21003666 (31/05/2021)

Het dossier kan aanvaard worden onder volgende voorwaarden:

      De diameter van de afval- en hemelwateraansluiting moet minimaal 125 mm en maximaal 200 mm bedragen.

      De infiltratievoorziening mag in geen geval drainerend werken.

      Het hemelwaterformulier ontbreekt. Dit dient te worden toegevoegd aan het dossier en dient overeen te komen met de oppervlaktes vermeld in de rekennota en op de plannen.

 

Aandachtspunten:

      De aangesloten dakoppervlakte en het hergebruik dienen beter op elkaar afgestemd te worden. Er wordt enkel hergebruik voorzien voor dienstkranen in de algemene delen. Er wordt geadviseerd meer in te zetten op hergebruik om de hemelwaterput optimaal te benutten. Andere mogelijke vormen van hergebruik zijn toiletten en/of wasmachine.

      Het is aangewezen om op de RWA- en DWA-afvoer een terugslagklep te voorzien. Op die manier wordt het risico op terugstromen van water uit het systeem waarop wordt aangesloten en eventuele vervuiling van het hemelwatersysteem beperkt.

      Er is enige voorzichtigheid geboden met het gebruik van kratten. Het is niet aan te raden om deze aan te leggen onder toekomstige wegenis aangezien er niet voldoende garantie is op vlak van stabiliteit (zeker op lange termijn) . Dit systeem is ook moeilijk reinigbaar en inspecteerbaar en is gevoelig voor aanslibbing.

 

Er dient voldaan te worden aan volgende algemene voorwaarden:

      Afvalwater en hemelwater moeten volledig gescheiden tot aan de rooilijn gebracht worden. Wanneer wordt aangesloten op een gemengde leiding, gebeurt het samenbrengen van afvalwater- en hemelwaterafvoer op max. 50 cm van elkaar ter hoogte van het openbaar domein. Er dient op beide aansluitingen een externe toezichtmogelijkheid (huisaansluitputje) voorzien te worden.

      Kelderaansluitingen zijn niet toegelaten bij nieuwbouw.

      Indien afvoerpunten van het gebouw lager gelegen zijn dan het straatniveau dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient in het private leidingenstelsel geplaatst te worden en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder.

      De bestaande riolering in de straat is zeer ondiep gelegen. Bij effectieve realisatie van de nieuwe aansluiting op deze riolering zal de aansluiting door de rioolbeheerder zo laag als technisch mogelijk aangelegd worden. Hierbij is voornamelijk de ligging van de nutsleidingen cruciaal, hetgeen op voorhand niet geweten is en waarvoor Aquafin dus ook niet verantwoordelijk kan zijn.

      De aanbevolen diepte die wordt meegegeven betreft een diepte die in de meeste gevallen gewoon aangesloten kan worden, tenzij de ligging van de nutsleidingen erg ongelukkig uitkomt. Bij berekening van deze diepte wordt er uitgegaan van aansluiting in de kruin van de riolering met daarbij een marge van 20 cm.

      De aanbevolen aansluitdiepte bedraagt 0,3 m-mv.

      Indien bij uitvoering blijkt dat er niet aangesloten kan worden zijn er 2 oplossingen mogelijk (ten laste van de bouwheer): de leidingen op het privaat gedeelte heraanleggen of een pompputje installeren op het privaat gedeelte.

      Gezien de ondiepe ligging mogen de leidingen niet te zwaar worden belast. Er dienen maatregelen te worden genomen om de belasting te beperken. De stabiliteit moet steeds gewaarborgd blijven.

      Het is aangewezen om op de hemelwateraansluiting een terugslagklep te voorzien. Op die manier wordt het risico op terugstroming van water uit het systeem waarop wordt aangesloten en eventuele vervuiling van het hemelwatersysteem beperkt.

      Er dient voldaan te zijn aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

      Indien er een bemaling wordt opgezet moet het bemalingswater bij voorkeur ter plaatse infiltreren. Wanneer dit niet mogelijk is kan er worden aangesloten op oppervlaktewater of een RWA leiding. Pas als de bovenstaande opties technisch niet haalbaar zijn mag er geloosd worden op een afvalwaterleiding. Hiervoor moet een vergunning aangevraagd worden op de site van Aquafin bij technische partners indien het debiet >10 m³/u.

      Bij de uitvoering van de werken en de aanleg van de infiltratievoorziening(en) dient rekening te worden gehouden met de VLARIO richtlijnen ondergrondse infiltratievoorzieningen.

      Het is steeds aan te raden om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud toe en infiltreert bovendien het meest effectief. Voorbeelden van (ondiepe) infiltratievoorzieningen kunnen gevonden worden op www.blauwgroenvlaanderen.be.

      Het is afgeraden om groendaken of terrassen aan te sluiten op de hemelwaterput. Aangesloten groendaken en terrassen verhogen het risico dat de regenwaterput gecontamineerd wordt met onder andere organisch materiaal. Hierdoor kan het water in de put een afwijkende kleur of geur krijgen. Wanneer toch een groendak of terras wordt aangesloten op de put is het aangeraden om een aangepaste filtering of voorzuivering te voorzien.

      Een (groot) deel van de verharding watert af op het eigen terrein of wordt uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal. Het hemelwater dient voldoende tijd te hebben om te infiltreren op het eigen terrein. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de openbare weg of de aanpalende percelen ten gevolge van afstromend hemelwater.

      Reiniging van betonmixers is niet toegelaten op de openbare weg omwille van mogelijke verstopping van straatkolken en rioleringsleidingen. Eventuele reinigingskosten of noodzakelijke opbraak van riolering zullen verhaald worden op de lozer.

 

Leiedal – IOED (intergemeentelijk onroerend erfgoeddienst) werd om advies verzocht op 12 maart 2021. De adviesinstantie bracht op 2 april 2021 een ongunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Vooraf

Deze erfgoedtoets van de intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst Leiedal kadert in een adviesvraag voor een sloopaanvraag voor het geïnventariseerde erfgoedpand met relictnummer 86420 gelegen in de Ommegangstraat 35 te Deerlijk.

De erfgoedtoets stoelt op de resultaten van het ‘actieplan bouwkundig erfgoed’, de waardering van de Vlaamse inventaris van het bouwkundig erfgoed in de gemeente Deerlijk opgemaakt door Leiedal in samenspraak met de gemeente. De woning kreeg een middelhoge locuswaarde.

In voorliggend dossier wordt de sloop van de voormalige herberg en beenhouwerij “Jan Breydel” en later omgevormd tot klooster aangevraagd en het bouwen van een meergezinswoning met 1 handelsruimte en 10 woongelegenheden.

Ontwikkelingsprofiel

Het pand is gelegen in de dorpskern van Sint-Lodewijk. Deze parochie kwam pas in de 19e eeuw tot ontwikkeling. Het bouwkundig erfgoed is zeer recent. De grootste concentratie vinden we terug langs de Pladijsstraat, Kapelstraat en Kerkstraat. De panden zijn overwegend in baksteenarchitectuur en kennen een fraaie geveldetaillering.

De onmiddellijke omgeving

In de onmiddellijke omgeving zijn er langsheen de Ommegangsstraat en rondom het dorpsplein van Sint-Lodewijk, voornamelijk eengezinswoningen aanwezig. Zowel in de Kapelstraat, Pladijsstraat en Kerkstraat bevinden er zich meerdere panden met een erfgoedwaarde, hierbij ook de naastliggende parochiekerk en het St.Benedictuscafe aan de overzijde. Daarnaast zijn de opgenomen panden voornamelijk burgerhuizen, opgetrokken in rode baksteen. Het gros van de gebouwen in de omgeving zijn opgetrokken met 2 bouwlagen en een hellend dak en hebben een ritmische gevel. De gevelbreedte van de woningen in de directe omgeving (Pladijsstraat) ligt tussen de 6 en de 12m.

Het gebouw

Het gebouw is in oorsprong een herberg en beenhouwerij “Jan Breydel”, gebouwd in 1892. Sedert 1910 werd die omgevormd tot klooster Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen. In 1917 uitgebreid vermoedelijk met lager volume van drie traveeën. In 1931 is het gebouw eigendom van de Klooster van de Zusters van Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand (Kortrijk). Zij laten in het noordwesten een klassenvleugel oprichten. De vleugel wordt in 1938 uitgebreid.

De beschrijving uit de inventaris is als volgt:

Verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldak. Getoogde vensters met bakstenen borstwering; vernieuwd schrijnwerk. Enkele gedichte muuropeningen. Lagere aanbouw rechts van 1917.

Lijstgevel afgelijnd door bakstenen friesje. Opvallend schrijnwerk met spitsbogig loodwerk. Deur en venster onder doorgetrokken ijzeren I-balk.

Bakstenen klassenvleugel van 1931 van één bouwlaag onder pannen schilddak. Verticale gevelritmering door lisenen verbonden door muizentandfries. Typerende grote vensteropeningen met vernieuwd schrijnwerk met roedeverdeling; arduinen onderdorpels.

De gebruikswaarde van het pand is groot. Het biedt een antwoord op de actuele programma’s zoals wonen eventueel in combinatie met horeca en/of handel. De culturele waarde van het pand is eveneens hoog. De belevingswaarde is beperkt.

Het hoofdvolume bestaat uit 2 bouwlagen (kroonlijsthoogte +/- 6.50m) en een hellend dak waarbij de nok evenwijdig loopt met de Pladijsstraat. Langs de Ommegangstraat situeren zich achterbouwen (in gebruik als garages/bijgebouw) met 1 bouwlaag en een plat dak. De oppervlakte van de woning en van het perceel is beperkt en in overeenstemming met wat gangbaar is in het centrum. Het pand bevindt zich niet meer in de oorspronkelijke staat en vertoont enkele tekenen van ouderdom. Mits beperkte renovatie kan de woning perfect opnieuw ingezet worden voor het huisvesten van een gezin.

Gezien de historiek en het voormalige gebruik is het een belangrijk pand in het dorp. Door de centrale, strategische ligging, zijn gevelritmiek en schaal is het pand beeldbepalend.

Het pand gaat in dialoog met de publieke ruimte, is goed zichtbaar vanop het openbaar domein en bepaalt mee de beleving in de kern van Sint-Lodewijk. De interactie met de publieke ruimte is hoog.

De mogelijkheden voor een toekomstige functies voor dit pand liggen in het huidige gebruik, maar ook in een functie van handel, horeca, diensten, ….

Locus- of contextwaarde

Het pand heeft een middelhoge locuswaarde.

Een middelhoge locuswaarde vertegenwoordigt de gebouwen waarvan de erfgoedwaarde minder hoog is en andere factoren meer doorslaggevend zijn. Gebouwen kunnen grondig verbouwd worden mits behoud van de erfgoedelementen en met een architectuur die deze respecteert. In principe wordt het gebouw niet gesloopt. Men streeft voor deze panden naar een behoud van het beeld met inzet van een vrije materiaalkeuze. Sloop kan echter overwogen worden mits een grondige motivatie en een beoordeling van de nieuwbouw. Deze nieuwbouw dient zich te integreren in de omgeving, een meerwaarde ten opzichte van het bestaande te bieden en kwaliteitsvol wonen nastreven.

Advies ontwerp

Het ontwerp voorziet de sloop van de bestaande hoekbebouwing en het herbouwen van een meergezinswoning bestaande uit een handelspand en 10 woongelegenheden.

De meergezinswoning wordt opgetrokken op beide rooilijnen en op de rechter perceelsgrens. Het hoofdvolume wordt opgetrokken met een kroonlijsthoogte van 9 m op de hoek en 7 m verder weg van de hoek. Daarnaast wordt de kroonlijst door verschillende dakkapellen en terrassering onderbroken. Het volume heeft langs beide straatzijdes een bouwdiepte van 12 m. Dat betekent dat zo goed als de volledige oppervlakte van het perceel (+/- 85%) ingenomen wordt door bebouwing.

De nieuwbouw wordt opgetrokken in wit gekaleide gevelsteen, met aluminium buitenschrijnwerk. Op de hoek wordt houten gevelbekleding voorzien. De balustrades van de terrassen bestaan uit antracietkleurige spijlen.

Het vooropgestelde programma van 10 appartementen en een handelsruimte biedt onvoldoende ruimtelijk kwaliteit. Het ontwerp is een te zware belasting voor het perceel en het past niet in het straatbeeld. Het ontwerp volgt de bestaande gevelritmiek niet en heeft een afwijkende schaal.

      De terreinbezetting van 85% bebouwing is te hoog. De resterende onbebouwde ruimte wordt volledig verhard en garandeert geen kwalitatieve buitenruimte. Het terras bij op het gelijkvloers heeft geen kwaliteit.

      Het ontwerp voorziet niet in een specifieke gevelritmiek die rekening houdt met de directe omgeving. De gevelopbouw is eerder een horizontale geleding over de volledige straat en dit zowel kant Pladijsstraat als kant Ommegangstraat.

      De huidige hoekafwerking bestaat uit het hoofdvolume met 2 bouwlagen en een dak met een achteruitbouw met 1 bouwlaag en plat dak. Het ontwerp waarbij de hoekafwerking voorzien wordt met 2 bouwlagen en een derde op de hoek over een afstand van 17 m in de Ommegangstraat en 12 m in de Pladijsstraat is te zwaar.

      De zadeldaktypologie is niet meer leesbaar door de fors aangezette terrassen en de hoge kopgevels.

      De woonkwaliteit van de appartementen is ondermaats.

o Er is te weinig onverharde ruimte

o Verschillende terrassen beschikken over onvoldoende kwalitatieve oppervlakte

o Onvoldoende fietsenstallingen/ geen overdekte fietsenstallingen

      De kwaliteit van de handelsruimte is onvoldoende. Een plinthoogte van 4 m voor de handelsruimte is noodzakelijk.

      De gesloten gevel langs de kant van de Ommegangstraat levert geen bijdrage aan het voorliggende straatbeeld, integendeel. De kwaliteit van de gelijkvloerse verdieping speelt een cruciale rol in de algemene aantrekkelijkheid van het dorpsplein. De voorziene blinde muren met garagepoorten zorgen voor een doods en onaantrekkelijke afwerking. Zeker in de kern van de gemeente is dit een heel belangrijk aandachtspunt. Visueel contact tussen wat zich binnen en buiten afpeelt, tussen het gelijkvloers en de publieke ruimte is essentieel. Voldoende ramen langs de straatzijde zorgen niet alleen voor meer sociale controle en dus meer veiligheid, maar het is ook aangenamer om voorbij te wandelen. Gezien de specifieke ligging waarbij er heel wat schoolkinderen passeren, is het noodzakelijk dat er een aangename gevel ontworpen wordt die bestaat uit transparante, uitnodigende en actieve gevels. Ook de plint langs de Pladijsstraat is voor verbetering vatbaar.

      De woningen en gebouwen in de omgeving beschikken over een sobere baksteenarchitectuur. Het gebruik van roodbruine baksteen, het voorzien van inpandige terrassen en het beperken van de dakuitbouwen zal een bijdrage leveren tot het nastreven hiervan.

Conclusie

Overwegende dat:

      het vooropgestelde ontwerp geen rekening houdt met het historische belang van het pand, zijn omgeving en zijn beeldbepalende hoekligging in het centrum van Sint-Lodewijk;

      het ontwerp te fors en dominant is ten opzichte van zijn omgeving en zich te weinig integreert in de omgeving;

      het ontwerp te weinig garantie geeft op kwalitatief wonen;

wordt het slopen van de bestaande bebouwing en het bouwen van een meergezinswoning met 1 handelsruimte op het gelijkvloers ongunstig geadviseerd.’

 

Fluvius werd om advies verzocht op 12 maart 2021. De adviesinstantie bracht op 2 april 2021 een ongunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd.

…’Wij hebben de plannen van uw project goed ontvangen en bestudeerd. Op basis van de gegevens waarover we vandaag beschikken, hebben wij de impact op onze netten ingeschat. Wij geven u alvast deze informatie mee:

 

Op basis van het standaard vermogen van 9,2 kVA per wooneenheid en 22,2 kVA voor de algemene delen en eventuele commerciële panden is uw project niet aansluitbaar op het bestaande elektriciteitsnet. Een netuitbreiding is noodzakelijk.

Er is een netuitbreiding nodig van 200 m.

 

Op basis van het standaard vermogen van 6 m³/h per wooneenheid is uw project niet aansluitbaar op het bestaande gasnet. Een netuitbreiding is noodzakelijk.

Raadpleeg alvast de minimale technische vereisten voor het gasmeterlokaal op www.fluvius.be/nl/media/3021 of www.fluvius.be/nl/media/3016.

Er is een netuitbreiding nodig.’…

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk RUP.

Na toetsing van het ontwerp aan de voorschriften van het RUP wordt vastgesteld dat het ontwerp op volgende punten in strijd is met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Bouwhoogte hoofdvolume (gabarit):

-          verticale gevels = max. 7 m

 

 

 

-          bovenvolume: 1 bewoonbare bouwlaag binnen het gabarit: onder hoek van 45° tot maximumhoogte van 13 m

Bouwhoogte hoofdvolume:

-       Verticale gevels:

  • vooraan tot een hoogte van 9 m
  • achteraan tot hoogtes van 9,60 m en 10,60 m

-       bovenvolume valt deels buiten het maximale gabarit van 7 m hoogte van de verticale gevels met helling van 45° tot 13 m

Bouwdiepte hoofdvolume max. 12 m

Terrassen op de eerste verdieping deels buiten de 12 m (terras app. 1.2 en 1.3)

Halfopen is toegelaten als ofwel op het aanpalend perceel een zijtuinstrook wordt geëerbiedigd (3 m) ofwel het aanpalend perceel vrij liggend is van minstens 10 m met aanbouwmogelijkheden

Halfopen bebouwing wordt voorzien terwijl het aanpalend perceel geen zijtuinstrook betreft noch een vrijliggend perceel is met een breedte van minstens 10 m met aanbouwmogelijkheden. Ook wordt geen afstand voorzien van 3 m op eigen perceel voor halfopen bebouwing.

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van zone 1b van het RUP gezien de aanvraag voorziet in wonen en centrumeigen functies bestaande uit een meergezinswoning met handelsfunctie waarbij de handelsfunctie beperkt is tot 50 % van de vloeroppervlakte, de terreinbezetting van 85% gerespecteerd wordt, geen minimale afstand tot de achterkavelgrens opgelegd wordt, de bouwhoogte van het nevenvolume voldoet aan de voorwaarden van het RUP, de dakvorm vrij is, bij hellende daken de dakhelling maximaal 45° bedraagt, er verplicht gebouwd wordt op de rooilijn en de niet bebouwde delen bestemd zijn ofwel voor private tuin, ofwel voor parking, manoeuvreerruimte of oprit (indien in functie van bedrijfsactiviteiten).

 

Voor de elementen die afwijken van de voorschriften kan onder bepaalde voorwaarden toepassing gemaakt worden van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

Omtrent de afwijkingen kan volgend standpunt ingenomen worden:

-       de hoogte van de verticale gevels

Op basis van meting op de gevelplannen wordt vastgesteld dat

  • aan de voorzijde kant Pladijsstraat ongeveer 45 % van de gevellengte voldoet aan de bepalingen van het RUP waarbij de verticale gevel een hoogte heeft van maximaal 7 m.
  • aan de achterzijde kant Pladijsstraat ongeveer11 % van de gevellengte voldoet aan de bepalingen van het RUP waarbij de verticale gevel een hoogte heeft van maximaal 7 m.
  • aan de voorzijde kant Ommegangstraat ongeveer 52 % van de gevellengte voldoet aan de bepalingen van het RUP waarbij de verticale gevel een hoogte heeft van maximaal 7 m.
  • aan de achterzijde kant Ommegangstraat ongeveer 45 % van de gevellengte voldoet aan de bepalingen van het RUP waarbij de verticale gevel een hoogte heeft van maximaal 7 m.

Op basis van deze gegevens is duidelijk dat aan nagenoeg alle zijdes meer dan de helft afwijkt van het voorschrift waardoor niet voldaan is aan artikel 4.4.1 dat stelt dat enkel vergunningen kunnen verleend worden indien het gaat om ‘beperkte’ afwijkingen. Deze afwijking kan onmogelijk als beperkt aanzien worden en kan bijgevolg niet toegestaan worden.

-       De afwijking op de bewoonbare bouwlaag in het bovenvolume binnen het gabarit opgenomen in het RUP: verticale gevels tot 7 m en onder hoek van 45° tot een maximumhoogte van 13 m

De finaliteit en de draagwijdte van het voorschrift van het RUP is het creëren van een volume van 2 volwaardige bouwlagen en een extra bouwlaag in het dakvolume of een teruggetrokken bouwlaag. Het overschrijden van de maximale kroonlijsthoogte op de hoek van het perceel en aan de achterzijde met 2 m, 2,60 m tot 3,60 m betekent ook dat de 3de bouwlaag een volwaardige bouwlaag wordt. Dat blijkt ook uit de grondplannen van de 2de en 3de bouwlaag waarbij de appartementen nagenoeg eenzelfde footprint innemen en geen sprake is van een bouwlaag in het dakvolume. Deze afwijking kan bijgevolg gelijk gesteld worden met het overschrijden van het aantal toegelaten bouwlagen waarvoor de VCRO geen afwijkingsmogelijkheden voorziet. Ook is deze afwijking niet beperkt te noemen en ook een afwijking die niet in overeenstemming is met de algemene strekking van het voorschrift in het RUP. Conform art. 4.4.1 van de VCRO is ook hierop geen afwijking mogelijk en is het ontwerp strijdig met het vooropgestelde RUP.

-       Bouwdiepte hoofdvolume buiten de 12 m

Omdat het voorzien van een private buitenruimte noodzakelijk is om te voldoen in voldoende woonkwaliteit is het zo dat deze deel uitmaken van het hoofdvolume. De voorziene terrassen op het 1e verdiep bij de appartementen 1.2 en 1.3. zorgen voor een overschrijding van de maximale bouwdiepte op het verdiep tot 3 m. Omdat het slechts over 2 appartementen gaat, de overige terrassen zich binnen de maximale bouwdiepte bevinden, deze slechts een deel van de breedte van de achtergevel innemen en hierover geen bezwaren geformuleerd werden door de aanpalende eigenaars, kan deze afwijking als beperkt beschouwt worden. Wel dient rekening gehouden te worden met de bepalingen uit het burgerlijk wetboek inzake lichten en zichten, in het bijzonder voor het terras bij appartement 1.2.

-       Halfopen bebouwing

Het perceel paalt aan de linkerzijperceelsgrens aan een toegang tot de school die ter hoogte van de Ommegangstraat een breedte heeft van 2,89 m. Aanpalend links sluit deze toerit aan op een oprit naar een achterliggende woning in tweede bouwlijn over private eigendom en een tuinzone. Het bouwen van een meergezinswoning in een gesloten typologie met een blinde gevel op de linkerzijperceelsgrens is geen optie omdat een verdere aanbouw niet mogelijk is. Echter wordt bij halfopen bebouwing steeds een vrije zijstrook opgelegd van minstens 3 m.

In het ontwerp wordt het gebouw ingeplant deels op de zijperceelsgrens (hoek achteraan) gaande tot op een afstand van 1,40 m van deze zijperceelsgrens (hoek vooraan). Op de verdieping wordt op deze hoek dan nog een oversteek voor het terras voorzien van 0,60 m.

Deze beperkte afstand zorgt er niet alleen voor dat in deze zijgevel conform de bepalingen van het burgerlijk wetboek geen rechtstreekse lichten en zichten genomen mogen worden waardoor de zijgevel een beperkte kwaliteit zal hebben. Anderzijds biedt dit nieuwe project de mogelijkheid om de ingang naar de school via de Ommegangstraat te gaan opwaarderen door afstand te creëren. Gelet op de gangbare normen die gehanteerd wordt bij het creëren van halfopen bebouwing dient er ten opzichte van de ingang van de school kant Ommegangsstraat een vrije zijstrook van minstens 3 m te worden voorzien. Een afwijking waarbij gebouwd wordt tot zo goed als tegen de perceelsgrens is niet wenselijk. 

 

Concluderend kan gesteld worden dat de afwijkingen onmogelijk beperkt genoemd kunnen worden genoemd, dat ze deels te maken hebben met het aantal toegelaten bouwlagen en dat ze raken aan de algemene strekking van het RUP waardoor deze niet voldoen aan artikel 4.4.1 van de VCRO en deze bijgevolg niet toegestaan kunnen worden. 

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Pladijsstraat en de Ommegangstraat voldoende uitgeruste openbare wegen zijn. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen.

Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van telkens 10.000 liter met hergebruik, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 14.042 liter en een referentie-oppervlakte van 23,04 m², de verhardingen worden aangelegd in waterdoorlatende materialen zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meer bepaald rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit).De mer-screening wordt toegevoegd in het omgevingsloket. Hierbij werden de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Het gebouw waaraan de werken voorzien worden, is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed "Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen: Gemeente Deerlijk" zoals opgemaakt door de Vlaamse Overheid en wordt als volgt beschreven:

Verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldak. Getoogde vensters met bakstenen borstwering, vernieuwd schrijnwerk. Enkele gedichte muuropeningen. Lagere aanbouw rechts van 1917.

Lijstgevel afgelijnd door bakstenen friesje. Opvallend schrijnwerk met spitsbogig loodwerk. Deur en venster onder doorgetrokken ijzeren I-balk.

Bakstenen klassenvleugel van 1931 van één bouwlaag onder pannen schilddak. Verticale

gevelritmering door lisenen verbonden door muizentandfries. Typerende grote vensteropeningen

met vernieuwd schrijnwerk met roedeverdeling; arduinen onderdorpels.

 

Voor de toetsing van het erfgoed werd advies gevraagd aan het IOED. Er werd een ongunstig advies uitgebracht op het ontwerp. Volgende overweging wordt gemaakt:

-          Het ontwerp houdt geen rekening met het historische belang van het pand, zijn omgeving en zijn beeldbepalende hoekligging in het centrum van Sint-Lodewijk.

-          Het ontwerp is te fors en dominant ten opzichte van zijn omgeving en integreert zich te weinig in de omgeving.

-          Het ontwerp geeft te weinig garantie op kwalitatief wonen.

Dat advies wordt ikv de erfgoedtoets gevolgd.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

-          Functionele inpasbaarheid

De aanvraag heeft betrekking tot het bouwen van een meergezinswoning met handelsfunctie. Het bouwen van een meergezinswoning in het centrum van Sint-Lodewijk is eerder vreemd aan de functies in de directe omgeving, doch gezien de centrale ligging kan een meergezinswoning wel aansluiting vinden met de omgeving.

-          Mobiliteitsimpact

Bij het project wordt een parkeergarage met 10 parkeerplaatsen en 2 individuele garages voorzien, waarmee het ontwerp voldoet aan de minimale normering opgenomen in het RUP.

De parkeergarage en de 2 garages vinden hun ontsluiting via de Ommegangsstraat. Dit is een straat die veelvuldig gebruikt wordt door de schoolgaande jeugd als veilige route naar school alsook naar de fietsenstalling. Het voorzien van 3 garagepoorten, die weinig tot geen zicht zullen hebben op de straat, zal voor een verkeersonveilige  situatie zorgen. Het aantal poorten langs de Ommegangsstraat dient beperkt te worden en er dient onderzocht te worden of een ontsluiting langs de Pladijsstraat tot een veiliger situatie kan leiden.

Echter wordt vastgesteld dat de parkeerplaats voor de handelsruimte niet toegankelijk is voor bezoekers, Hierdoor wordt de parkeerdruk op het openbaar domein afgewenteld, wat niet de bedoeling kan/mag zijn.

 

Het parkeren wordt voorzien in grotendeels overdekte ruimte. Niet alle parkeerplaatsen zijn vlot toegankelijk. Zo kunnen de parkeerplaatsen P5-P7 heel moeilijk ontsloten worden. Deze kunnen niet keren op het binnenterrein, wat een gevaarlijke verkeerssituatie met zich mee zal brengen in de Ommegangstraat.

 

Er worden voor de meergezinswoning slechts 8 stalplaatsen voor fietsen voorzien. Om de bereikbaarheid en leefbaarheid te blijven garanderen in de gemeenten, is het stimuleren van het fietsgebruik een must. Het fietsgebruik stimuleren start met het hebben van een private ruimte waar de fiets kan gestald worden. Deze dient vlot, diefstalveilig en kwaliteitsvol gestald te kunnen worden.

Gezien de centrale ligging van de meergezinswoning in het centrum van Sint-Lodewijk is het voorzien van voldoende fietsenstallingen een must. Idealiter wordt gerekend dat er per slaapkamer + 1 fietsen moeten kunnen worden gestald op eigen terrein. Dat betekent dat voor dat project 32 fietsenstalplaatsen voorzien zouden moeten worden. Het aantal fietsenstallingen is bijgevolg onvoldoende. Daarnaast zijn ze zijn ook niet vlot bereikbaar, bevinden zich versnipperd en niet overdekt. Dit is geen kwalitatieve inrichting.

Ook voor de handelsruimte lijkt het voorzien van fietsenstalling op eigen terrein aangewezen.

De opmars van de elektrische fiets is merkbaar, ook bakfietsen kennen een stijging in aantal. Teneinde nieuwe bouwprojecten op een duurzame manier te bouwen die klaar zijn voor de huidige en toekomstige ontwikkelingen, dient van bij het ontwerp van een fietsenstalling rekening te worden gehouden met deze trends. Dat betekent dat er naast het voorzien van stalplaatsen voor de gewone fiets, ook ruimere plaatsen moeten worden voorzien. Daarnaast is het ook wenselijk dat er in de fietsenstalling ook een oplaadpunt voorzien wordt.

 

-          Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het bebouwingspercentage bedraagt 85%, wat exact conform het RUP is. Echter, valt op dat verschillende beperkte ruimtes onbebouwd gelaten worden om die maximale norm niet te overschrijden. Zo is de ruimte tussen de achtergevel en de achterste perceelsgrens een (bewust) onbenutte ruimte. Hier wordt een driehoek van +/- 6,70 m² onbebouwd gelaten en voorzien in waterdoorlatende verharding zonder functie.

De resterende buitenruimte wordt zo goed als volledig verhard, waardoor er geen sprake is van een kwalitatieve buitenruimte. Het is immers wenselijk om de niet bebouwde ruimte maximaal vrij te houden van verhardingen, dit te bundelen en in te richten als een groene ruimte die ook voor de bewoners qua gebruik als privatieve of semi-publieke buitenruimte een meerwaarde heeft. Dit draagt bij tot een goede woonkwaliteit.

Het perceel heeft een oppervlakte van 654 m². Met 10 woongelegenheden op deze oppervlakte bedraagt de dichtheid iets meer dan 150 woningen/ha. Een dergelijke woondichtheid overschrijdt ruimschoots wat gangbaar is in de directe omgeving en het buitengebied. Een grotere dichtheid (boven de 15 won/ha voor een buitengebied) is enkel te overwegen als het project ook een duidelijke meerwaarde heeft voor de omgeving en zijn gebruikers zoals ondermeer het creëren van een gemeenschappelijke tuinzone in volle grond, het zoeken naar oplossingen om de toegang tot de achterliggende school te optimaliseren, enz.)

-          Bouwvolume en gabarit

De bestaande bebouwing bestaat uit een hoofdvolume met een beperkte bouwdiepte, en opgetrokken met 2 bouwlagen met een hellend dak, met aansluitend een aanbouw onder de vorm van garages. Het ontwerp voorziet een hoofdvolume opgetrokken langs beide straatzijdes opgetrokken met 2 tot 3 bouwlagen. Hierdoor is het volume te dominant in het bestaande straatbeeld en sluit het niet aan op het bestaande. Hiervoor wordt ook verwezen naar de toetsing aan het geldende RUP.

-          Verschijningsvorm

Het ontwerp volgt de bestaande, kleinschalige gevelritmiek niet. De ontworpen gevelopbouw getuigt eerder van een horizontale geleding over de beide straatkanten, terwijl de woningen in de directe omgeving een verticale geleding hebben. De kroonlijst wordt onderbroken door verschillende dakkapellen, topgevels en terrassering, waardoor het gebouw visueel eerder opgetrokken wordt met 3 bouwlagen dan met 2 en waardoor ook de zadeldaktypologie minder leesbaar wordt. Tijdens de voorbesprekingen was reeds akkoord gegaan met het voorzien van topgevel(s) op voorwaarde dat deze beperkt waren in breedte en niet zorgden voor een volwaardige 3de bouwlaag wat in het ingediende ontwerp wel het geval is.

De meergezinswoning wordt opgetrokken in wit te kaleien metselwerk met accenten in houten belatting. Dit materiaalgebruik is eerder vreemd in zijn directe omgeving die eerder bestaat uit roodbruin metselwerk maar zal wel zorgen voor een dorpse uitstraling.

De gevel kant Ommegangstraat bestaat op het gelijkvloers voor het overgrote deel uit garagepoorten en een gevel zonder raamopeningen. Dit levert een gesloten gevel op die geen bijdrage levert aan het voorliggende straatbeeld, integendeel. De kwaliteit van de gelijkvloerse verdieping speelt een cruciale rol in de algemene aantrekkelijkheid van een straat. Blinde muren met garagepoorten zorgen voor een doods en onaantrekkelijk straatbeeld. Visueel contact tussen wat zich binnen en buiten afpeelt, tussen het gelijkvloers en de publieke ruimte is essentieel. Een aangename straat heeft transparante, uitnodigende en actieve gevels. Dit is hier niet het geval. Er dienen meer openingen te worden voorzien in de gevel kant Ommegangsstraat zodat die een bijdrage zal leveren aan het dorpsplein.

-          Gebruikskenmerken

Het ontwerp voorziet voor elke woongelegenheid een berging. Deze zijn echter niet vlot bereikbaar, vooral niet voor de woongelegenheden die aansluiten op de liftschacht kant Pladijsstraat. Deze woongelegenheden kunnen niet rechtstreeks naar de berging

Elke woongelegenheid beschikt over een private buitenruimte. De private buitenruimtes worden voornamelijk voorzien onder de vorm van een terras. Voor de appartementen 0.1, 1.1, 1.3, 1.4, 2.3  zijn de terrassen vrij klein en/of beschikken ze over onvoldoende comfort. Het terras horend bij app. 0.1 bevindt zich op de parking en wordt omgeven door wat schaamgroen ter afsluiting. Dit biedt geen kwaliteit als buitenruimte. Aangezien het perceel nagenoeg volledig bebouwd is en er niet voorzien wordt in een gemeenschappelijke buitenruimte voor de bewoners is het voorzien van voldoende ruime en kwalitatieve terrassen noodzakelijk in functie van de woonkwaliteit.

De voorziene meergezinswoningen zijn ingedeeld met een menging van woontypes. In totaal worden 1 eenslaapkamer-, 6 tweeslaapkamer- en 3 drieslaapkamerappartementen voorzien. Hierdoor wordt een voldoende menging van de woontypologieën voorzien.

De vrije hoogte van het gelijkvloerse handelspand bedraagt 2,50 m. Over het algemeen wordt voor een handelspand een vrije hoogte van minstens 3,50m voorgeschreven zodat op het handelspand een kwalitatieve inrichting toelaat. Een plinthoogte van 4 m is aan te bevelen.

-          Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Verschillende ramen en terrassen worden voorzien in strijd met het burgerlijk wetboek. De ramen en terrassen voorzien zich voornamelijk achteraan het perceel, in de omgeving van app. 1.1 en 2.1. Het terras van app 1.1 en 1.2 is te dicht gelegen bij de perceelsgrenzen. Hierdoor valt er grote hinder te verwachten bij de aanpalenden, wat niet kan aanvaard worden.

Door de inrichting van de buitenruimte als gegroepeerde parkeerruimte is er geen mogelijkheid meer om te voorzien in groenaanplant, wat niet bevorderlijk is voor de woonkwaliteit.

 

Het ontwerp is bijgevolg niet verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving niet. Het aangevraagde is te dominant ten opzichte van de betrokken omgeving, gaat uit van een maximalisatie en biedt te weinig meerwaarde noch voor de omgeving noch voor de gebruikers/bewoners.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Alle ingediende bezwaarschriften zijn tijdig ingediend en worden bijgevolg ontvankelijk verklaard.

Omtrent de ingediende bezwaarschriften wordt voorgesteld volgend standpunt in te nemen:

-          Door het voorzien van de 3 poorten in de Ommegangsstraat wordt een verkeersonveilige situatie gecreëerd voor de schoolgaande kinderen.

Dat onderdeel van het bezwaarschrift is gegrond en wordt aangehaald onder mobiliteit bij de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening.

 

-          Onvoldoende aanbod aan parkeerplaatsen in functie van het handelspand en in functie de meergezinswoningen.

Het aantal parkeerplaatsen in het ontwerp is voor de meergezinswoningen conform met het RUP en voor de handelszaak en de meergezinswoning conform het reglement tot het vestigen van een indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen. Dit reglement voorziet bij handelspanden 1 parkeerplaats per schijf van 50 m². Deze parkeerplaatsen worden voorzien op het terrein, maar zijn niet publiek toegankelijk.

Dat onderdeel van het bezwaarschrift is gegrond en wordt aangehaald onder mobiliteit bij de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening.

 

-          Vrees voor extra verkeer door het handelspand

Niettegenstaande een handelspand bijkomend verkeer met zich mee zal brengen, dient geoordeeld dat het voorzien van een handelspand eigen is aan een woonkern. Het extra verkeer dat een handelspand met zich mee zal brengen staat niet in verhouding met het reguliere verkeer. Dit onderdeel van het bezwaarschrift is ongegrond.

 

-          In- en uitgang tot het handelspand wordt voorzien op de plaats waar het voetpad het smalst is, wat nadelige gevolgen zal hebben voor de zwakke weggebruiker.

Het voetpad ter hoogte van de ingang tot het handelspand is inderdaad vrij smal. Een andere locatie van de ingang, zoals op de hoek van het gebouw, zou ervoor zorgen dat het handelspand vlotter toegankelijk is. Deze inplanting zou ook voor een vlottere aansluiting zorgen met het voorliggende zebrapad en de verbinding met de openbare parking. Dit onderdeel van het bezwaarschrift is gegrond.

 

-          Ontbreken van bezoekersparkeermogelijkheden op eigen terrein van de meergezinswoning.

Het aantal parkeerplaatsen in het ontwerp is conform het reglement tot het vestigen van een indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen. Dit reglement voorziet een 1 op 1 relatie tussen het aantal woongelegenheden en het aantal te voorziene parkeerplaatsen. Dit onderdeel van het bezwaarschrift is ongegrond.

 

-          De fietsenstalling van de school wordt ingenomen door het appartementsgebouw – waar zullen de kinderen hun fiets kunnen stallen?

Dit bezwaarschrift handelt over onderwerpen van burgerrechtelijke aard en worden niet behandeld binnen de omgevingsvergunning.

Dit onderdeel is ongegrond.

 

-          Vrees voor grote hinder onder meer voor de schoolgaande jeugd, tijdens het bouwen van het appartement

Tijdens de werken moeten alle noodzakelijke maatregelen genomen te worden om de hinder naar de buurt toe tot een minimum te beperkten. Dit onderdeel is gegrond en dient als voorwaarde aan de vergunning gekoppeld te worden.

 

-          Er worden vragen gesteld bij het correct verwijderen van asbest tijdens de werken, voornamelijk door de nabijheid van de school.

Tijdens de werken moeten alle noodzakelijke maatregelen genomen te worden om de werken correct en conform de vigerende regelgeving uit te voeren.

 

-          Vrees voor inkijk en verlies van privacy vanaf de vrije zijgevel, zowel door ramen als door terrassen.

Dit onderdeel is gegrond. De geplande werken veroorzaken inkijk en een schending van de privacy bij de omwonenden. Conform het burgerlijk wetboek art. 678 mag men geen rechtstreekse uitzichten hebben op het perceel van de buur, tenzij er een afstand van 1,90 m bewaard wordt tussen de muur waar die uitzichten gemaakt worden en de perceelsgrens die beide percelen scheidt.

 

-          Vrees voor verlies van zonlicht in de woning aan de overzijde van de Pladijsstraat

Dit onderdeel van het bezwaarschrift is gegrond. De voorschriften schrijven een maximale kroonlijsthoogte van 7 m voor. Door het voorzien van een kroonlijst tot 9 m kan dit tot afname van het zonlicht leiden, een schaduwstudie zou hierover meer duidelijkheid kunnen geven. 

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

-       Het advies van de Hulpverleningszone Fluvia is voorwaardelijk gunstig. De gestelde voorwaarden worden overgenomen.

-       Het advies van de Watergroep/Riopact heeft onder meer betrekking op de watertoets. Op 8 juni 2021 werd een voorwaardelijk gunstig advies overgemaakt. Het advies en de gestelde voorwaarden worden overgenomen en dienen nageleefd te worden.

-       Op 22 april 2021 werd advies uitgebracht vanuit het IOED. Dit advies is ongunstig. Dit advies wordt integraal gevolgd.

-       Op 12 mei 2021 werd advies uitgebracht van Fluvius. Hieruit blijkt dat er een uitbreiding van het net noodzakelijk zal zijn. Dit dient opgelegd te worden als voorwaarde.

 

7.14     Sloopopvolgingsplan

Aangezien een niet-residentieel gebouw met een totaal bouwvolume van meer dan 1.000 m³ gesloopt wordt, is een sloopopvolgingsplan noodzakelijk. Het sloopopvolgplan is toegevoegd aan het aanvraagdossier zodat geen verdere voorwaarden opgelegd moeten worden.

 

7.15     Verordening toegankelijkheid

In toepassing van artikel 5 is, aangezien het een meergezinswoning betreft met meer dan 6 wooneenheden en met toegangsdeuren over 2 niveaus, voorliggende aanvraag onderhevig aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid.

Alle gemeenschappelijke delen, met inbegrip van de publieke zijde van de toegangsdeuren tot elke woongelegenheid, dienen te voldoen aan de Vlaamse stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De ruwbouwmaten van toegangen of deuropeningen voor publiek toegankelijke delen moeten minstens 105 cm breed zijn, zodat na afwerking een vrije en vlakke doorgangsbreedte van minstens 90 cm gegarandeerd wordt. Voor en achter deze toegang of deur moet voor een vrije en vlakke draairuimte met een diameter van 150 cm worden gezorgd. Niveauverschillen mogen maximum twee cm bedragen, zoniet dienen deze overbrugd te worden met een helling met een hellingspercentage van maximum 10 procent.

De toegang tot app. 2.1 met de lift bedraagt slechts 82 cm, dit dient aangepast te worden. Ook de toegangsbreedte van de deur tot de handelsruimte en de voordeur kant Pladijsstraat zijn onvoldoende breed. Het ontwerp dient aangepast te worden teneinde te voldoen aan de verordening.

 

7.16     Belastingreglement op ontbrekende parkeerplaatsen

Overeenkomstig de gemeenteraadsbeslissing van 26 november 2020 betreffende de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen moeten er 11 parkeerplaatsen voorzien worden (10 appartementen a rato van 1 parkeerplaats per appartement en een bruto handelsoppervlakte van respectievelijk 90 m² a rato van 1 parkeerplaats per schijf van 50 m² netto handelsoppervlakte). Volgens de ingediende plannen zijn er 12 parkeerplaatsen zodat voldaan is aan de genoemde gemeenteraadsbeslissing.

 

7.17     Lasten aan de ontwikkelaar

Aan de gevel van de bestaande bebouwing zijn een aantal voorwerpen aanwezig van openbaar nut, zoals ondermeer straatverlichting en straatnaambord. Bij afgifte van een vergunning dient opgelegd te worden dat deze voorwerpen opnieuw voorzien moeten worden na de heropbouw.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het weigeren van de omgevingsvergunning aan Pieter Vandewiele namens BOUWONDERNEMING ERIBO NV met als contactadres Vredestraat 45 te 8790 Waregem, voor het bouwen van een meergezinswoning met 10 woongelegenheden en een handelsruimte na het slopen van de bestaande bebouwing, op een perceel gelegen Pladijsstraat 296 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 168 L2 en (afd. 2) sectie E 168 H2.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

D.4. OMV 2021_65 - Keizelbergstraat 8 - weigering

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een tuinhuis/overdekt terras, op een perceel gelegen Keizelbergstraat 8 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 V2 aangevraagd door Orlando Jonckheere wonende Keizelbergstraat 8 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 21 juni 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Ongunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oude Pastorijstraat zoals goedgekeurd door de deputatie op 8 november 2012.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 5 november 2014 (dossiernummer VK 2014.15).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Verkavelingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen afgeleverd op 5 november 2014 door het college van burgemeester en schepenen voor het verkavelen van grond in 43 loten met wegenis- en groenaanleg.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 juni 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 6 woningen met gesloten carports.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen relevante milieuvergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande omgevingsvergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De aanvraag is gelegen langs de Keizelbergstraat, binnen een recente verkaveling. De directe omgeving bestaat uit residentiële bebouwing. De woningen hebben een gelijkaardige verschijningsvorm met identiek materiaalgebruik.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst achteraan de tuinzone van de woning een bestaand bijgebouw te slopen en te vervangen door een nieuw bijgebouw. De vloeroppervlakte van het bestaande bijgebouw bedraagt ongeveer 18,4 m². Het bestaande bijgebouw betreft een garage die is opgebouwd uit een houten constructie met een plat dak.

Het nieuwe bijgebouw zal op 12,46 m achter het hoofdgebouw geplaatst worden. Het zal een diepte hebben van 4,4 m en een breedte van 7,8 m. De kroonlijsthoogte zal 2,38 m bedragen en de nokhoogte zal 4,08 m hoog zijn. Het zadeldak zal een hellingsgraad hebben van minder dan 30° en afgewerkt worden met riet. De houten constructie zal aan de linkerkant uit een overdekt terras bestaan met centraal een haardvuur. Het rechter deel wordt een gesloten berging met aan de voorzijde 2 kleine ramen en een deur, achteraan komt een dubbele deur. De rechterzijde is volledig gesloten met hout, de linkerzijde wordt afgewerkt met een glaswand waarin ook een dubbel opendraaiend glasdeel wordt voorzien. Het geheel staat op minstens 3 m van de linker perceelsgrens en op minstens 1 m van de rechter perceelsgrens. Achteraan varieert de afstand tot de achterperceelsgrens mee met de schuine vorm van die perceelsgrens, maximaal 2,8 m en minimaal 1,9 m. Aan de voorzijde van het bijgebouw, over de totale breedte, wordt nog 1 m verharding aangelegd die afwatert in het voorliggend gazon. Het nieuwe bijgebouw zal dienen als deels tuinberging en deels overdekt terras. Gezien de beperkte afmetingen zal het niet kunnen dienen als garage.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het gemeentelijk RUP Oude Pastorijstraat, goedgekeurd door de deputatie op 8 november 2012.

De voorschriften van het RUP werden grotendeels overgenomen in de voorschriften van de later goedgekeurde verkaveling waardoor in eerste instantie verwezen naar de toetsing aan de niet-vervallen verkaveling.

 

De aanvraag dient getoetst aan de voorschriften van verkaveling goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 5 november 2014.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorziening van de verkaveling gezien 1 bijgebouw per kavel toegelaten is, het bijgebouw opgetrokken is op minimum 1,5 m van de achter perceelsgrens en op minimum 3 m van de linker perceelsgrens. Het ontwerp voorziet ook 1 m vrije ruimte ten opzichte van de rechter perceelsgrens. Het bijgebouw bevindt zich volledig binnen de zone aangeduid op het verkavelingsplan. De maximale bouwhoogtes worden niet overschreden en bijgebouw wordt opgetrokken in hout.

In de verordenende voorschriften van de verkaveling zijn geen bepalingen opgenomen inzake parkeerplaatsen. In het toelichtende deel bij de voorschriften van de verkaveling (artikel 2.2.3.A) is hieromtrent wel opgenomen dat er per woning 1 garage of carport en een oprit voorzien moet worden.

 

De voorschriften uit het RUP die niet verder verordenend gespecifieerd of overgenomen zijn in de verkaveling dienen uiteraard ook nageleefd te worden. In het RUP Oude Pastorijstraat is in het verordenende voorschrift 2.5 opgenomen dat er per wooneenheid 1 garage of carport of parkeerplaats in open lucht gerealiseerd moet worden. Door het slopen van de bestaande garage, het niet aanwezig zijn van een extra parkeerplaats op eigen terrein en het niet opnieuw optrekken van een garage is er op eigen terrein niet langer voorzien in een eigen parkeergelegenheid waardoor de aanvraag niet voldoet aan de bepalingen van het RUP en de planologische toets bijgevolg niet doorstaan wordt en de aanvraag ongunstig geadviseerd moet worden.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Keizelbergstraat een voldoende uitgeruste weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op een bijgebouw bij een bestaande eengezinswoning waarbij de bestaande functies behouden blijven zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De werken situeren zich achteraan de tuinzone van de woning zodat het straatbeeld niet geschaad wordt. Door het slopen van een bestaande garage en het herbouwen op grotendeels dezelfde plaats van een nieuw bijgebouw blijft de bestaande tuinzone grotendeels behouden. Het materiaalgebruik is hedendaags en onderhoudsvriendelijk en is passend in de tuin. De hoogte en oppervlakte van het bijgebouw zijn beperkt zodat de impact op de omgeving minimaal is. Op eigen terrein wordt met deze aanvraag een bestaande garage vervangen door een constructie die geen parkeermogelijkheid biedt waardoor een negatieve impact zal ontstaan op de omgeving voor wat het parkeren betreft.

Omwille van het ontbreken van parkeervoorzieningen op eigen terrein is het ontwerp bijgevolg niet verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het weigeren van de omgevingsvergunning aan Orlando Jonckheere wonende Keizelbergstraat 8 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een tuinhuis/overdekt terras, op een perceel gelegen Keizelbergstraat 8 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 V2.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

D.5. Klimaatfonds Zuid-West-Vlaanderen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de brief van Leiedal met betrekking tot de oprichting van een klimaatfonds Zuid-West-Vlaanderen en het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd principiële goedkeuring te verlenen voor de deelname aan de cofinanciering van dit klimaatfonds.

 

Motivering

 

Op 10 juni 2021 werd een brief van intercommunale Leiedal ontvangen met de vraag tot participatie in de oprichting van een regionaal klimaatfonds Zuid-West-Vlaanderen.

Er is de laatste jaren heel wat in beweging omtrent het klimaat. Binnen het klimaatplan van de gemeente Zwevegem werd door Leiedal een verkennend onderzoek uitgevoerd naar de oprichting van een klimaatfonds. Binnen het klimaatfonds kan een cofinanciering van overheden en burgers/bedrijven voor niet-winstgevende klimaatprojecten worden gerealiseerd.

 

De conclusie van dit onderzoek luidt dat een regionale aanpak zinvoller kan zijn dan een gemeentelijk klimaatplan. Beide niveaus zijn waardevol maar door het samenbrengen van middelen en het samenwerken over de gemeentegrenzen heen kan een extra dimentie gegeven worden aan klimaatacties.

 

De Raad van Bestuur van Leiedal besliste tijdens de zitting van 9 april 2021 om de opstart van dergelijk regionaal klimaatfonds voor te bereiden binnen het Interreg VB Noordzeeregioproject 'Empower'.

 

Om echter een volledig zicht te krijgen op de mogelijkheden en opportuniteiten, is het nodig om ook bij alle lokale besturen in de regio af te toetsen in welke mate voor dergelijke projecten middelen beschikbaar zijn, en of deze in de toekomst misschien kunnen worden ingezet in het kader van realisaties binnen het Klimaatfonds, als cofinanciering naast de middelen van burgers en bedrijven voor klimaatprojecten.

 

Op dit moment zijn hiervoor binnen de gemeente Deerlijk geen directe middelen beschikbaar maar door een heroriëntering van bepaalde budgetten kan er vanuit Deerlijk ook ingezet worden op dit fonds. Het is te vroeg om nu al bedragen naar voor te schuiven maar door een eventuele heroriëntering van bepaalde budgetten kan er geparticipeerd worden. Hierbij wordt gedacht aan de budgetten voorzien voor:

          de haalbaarheidsstudie voor een buitensportpark; dit budget kan misschien gebruikt worden voor een klimaatproject in die omgeving;

          het stimuleren van energiezuinig renoveren van woningen;

          het uitwerken van een beleidskader rond private windmolens.

Dit moet uiteraard nog besproken worden in verder stadium van de opstart van een regionaal klimaatfonds.

 

Intercommunale Leiedal vraagt in de brief om ten laatste tegen eind juni feedback te geven betreffende een mogelijke deelname aan cofinanciering voor het regionaal klimaatfonds.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de brief van intercommunale Leiedal met de vraag tot deelname aan de cofinanciering van het klimaatfonds Zuid-West-Vlaanderen.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit een principiële goedkeuring te geven om financiële middelen te voorzien in functie van de deelname aan de cofinanciering van het klimaatfonds Zuid-West-Vlaanderen. Exacte bedragen kunnen pas na verder overleg bepaald worden.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

D.6. Gemeentelijke renovatiepremie 'Duurzaam Deerlijk' - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het reglement voor een gemeentelijke renovatiepremie 'Duurzaam Deerlijk' en om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit reglement ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 8 juli 2021.

 

Motivering

 

Het gemeentebestuur keurde op 6 juni 2019 de subsidieaanvraag 2020-2025 van de intergemeentelijke samenwerking Woonwijs goed. Hiermee engageerde de gemeente zich om een aantal acties uit te voeren.

De uit te voeren acties worden gebundeld onder volgende beleidsprioriteiten:

1)      de gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod in functie van woonnoden;

2)      de gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving;

3)      de gemeente informeert, adviseert en begeleidt inwoners met vragen over wonen.

 

De gemeenteraad van 28 november 2019 besliste tot verlenging van de gemeentelijke renovatiepremie voor eigenaars-bewoners en eigenaars-verhuurders tot 31 december 2020.

 

De beide premiereglementen werden ondertussen geëvalueerd en mede aan de hand van een aantal voorbeelden van premies beschikbaar binnen het werkingsgebied van Woonwijs, werd tot een nieuw premievoorstel 'Duurzaam Deerlijk' gekomen.

 

De voornaamste wijzigingen ten opzichte van de eerdere renovatiepremie worden in onderstaande tabel weergegeven:

 

 

Gemeentelijke renovatiepremie voor eigenaars-bewoners 

Gemeentelijke renovatiepremie ‘Duurzaam Deerlijk’

ouderdomsvoorwaarde woning

30 jaar

40 jaar

premiebedrag(en) en percentages

30% aanvaarde kostprijs (inclusief BTW) – maximum 1.500 euro

30% aanvaarde kostprijs (exclusief BTW) – maximum 2.500 euro

 

Inkomensschaal 1

- max. 1.000 euro / aanvraag

Inkomensschaal 2

- max. 1.500 euro / aanvraag

categorieën van werken

 

- plaatsen condensatieketel;

- plaatsen van centrale verwarming inclusief condensatieketel;

- plaatsen van individuele verwarmingstoestellen of waterverwarmers van het type C;

- plaatsen van een warmtepomp;

- plaatsen van een warmtepompboiler;

- plaatsen van een zonneboiler.

 

Inkomensschaal 1

−plaatsen van één toestel voor de productie van sanitair warm water type C;

− plaatsen van radiatoren en bijbehorende installatieonderdelen.

 

Inkomensschaal 2

− plaatsen van een warmtepomp;

− plaatsen van een warmtepompboiler;

− plaatsen van zonneboiler.

 

 

 

Gemeentelijke renovatiepremie voor eigenaars-verhuurders

Gemeentelijke renovatiepremie ‘Duurzaam Deerlijk’

ouderdomsvoorwaarde woning

30 jaar

40 jaar

premiebedrag(en) en percentages

30% aanvaarde kostprijs (inclusief BTW) – maximum 1.500 euro

 

conformiteitsattest 9-14 punten

- 500 euro

conformiteitsattest 1-8 punten

- 1.000 euro

conformiteitsattest 0 punten

- 1.500 euro

30% aanvaarde kostprijs (exclusief BTW) – maximum 2.500 euro

 

conformiteitsattest 5 jaar

- max. 1.000 euro / aanvraag

conformiteitsattest 10 jaar

- max. 1.500 euro / aanvraag

 

categorieën van werken

- dakwerkzaamheden

- buitenschrijnwerk

- elektriciteit

- waterverwarming

- vocht

- funderingen en muren

- dakwerkzaamheden

- buitenschrijnwerk

- elektriciteit

- sanitair

- waterverwarming

maximumprijzen verhuring

- studio: 450 euro

- woning (1 slaapkamer): 500 euro

- woning (2 slaapkamers): 550 euro

- woning (3 slaapkamers): 650 euro

- woning  (4 of meer slaapkamers):

750 euro

- studio: 400 euro

- woning (1 slaapkamer): 500 euro

- woning (2 slaapkamers): 600 euro

- woning (3 slaapkamers): 700 euro

- woning  (4 of meer slaapkamers):

800 euro

 

Het premiereglement 'Duurzaam Deerlijk' zet in op renovatiewerken, uitgevoerd door eigenaars-bewoners of eigenaars-verhuurders, die de woningkwaliteit van het patrimonium verhogen en zorgen voor meer energiezuinige woningen in Deerlijk. Dit met oog voor kwetsbare doelgroepen, zowel binnen de categorie eigenaars-bewoners als eigenaars-verhuurders.

 

De ouderdomsvoorwaarde van de (huur)woning wordt opgetrokken tot 40 jaar gezien hiermee 3.909 woningen bereikt op een totaal van 5.789 woningen binnen Deerlijk of bijna 68% van het aantal woningen.

 

Het maximumbedrag van de premie wordt opgetrokken tot 2.500 euro en betekent een extra stimulans voor het uitvoeren van doorgedreven renovatiewerken door eigenaars-bewoners of -verhuurders.

 

Eigenaars-bewoners dienen evenwel te beschikken over een beperkt gezinsinkomen, gedefinieerd volgens de grenzen van de Vlaamse Renovatiepremie:

          binnen inkomensschaal 1, kan de premie aangevraagd worden voor de plaatsing van en klassieke installatie voor waterverwarming.

          binnen inkomensschaal 2, kan de premie aangevraagd worden voor de plaatsing van een energieperformante installatie voor waterverwarming.

 

Voor eigenaars-verhuurders is de premie afhankelijk van de duur van het conformiteitsattest. Dit naar aanleiding van het in voege treden van het optimalisatiedecreet en -besluit op 1 januari 2021 en de daarbij horende nieuwe technische verslagen.

 

Na toekenning van de premie engageert de verhuurder zich om de woning gedurende negen jaar lang te verhuren tegen maximale huurprijzen. Deze maximale huurprijzen worden afgetoetst aan de hand van de huidige maximale huurprijs voor toekenning van de huursubsidie.

 

Procedure premie

De premie kan worden aangevraagd na uitvoering van de werken, waarbij de facturen niet ouder mogen zijn dan twee jaar.

 

De premie kan worden aangevraagd bij het Woonloket. Voor eigenaars-verhuurders is een conformiteitsattest vereist. Dit houdt in dat Woonwijs een conformiteitsonderzoek uitvoert in deze woningen.

 

Het premiereglement 'Duurzaam Deerlijk' werd besproken in het lokaal woonoverleg van 21 april 2021.

 

Het premiereglement is terug te vinden in bijlage.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

55.000 euro (raming)

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS/0629-00/64910012

Visum

niet van toepassing

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het premiereglement 'Gemeentelijke renovatiepremie 'Duurzaam Deerlijk' en verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om de goedkeuring van dit premiereglement te agenderen op de gemeenteraad van 8 juli 2021.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

D.7. Belasting op woningen, kamers, gebouwen of andere woongelegenheden opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - behandeling bezwaarschrift

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

D.8. Belasting op woningen, kamers, gebouwen of andere woongelegenheden opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - behandeling bezwaarschrift

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

D.9. Belasting op woningen, kamers, gebouwen of andere woongelegenheden opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - behandeling bezwaarschrift

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 JUNI 2021

D.10. Gemeenteraad van 8 juli 2021 - agendapunten - verzoek agendering - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De agenda van de gemeenteraad bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld.

Het college en burgemeester en schepenen wordt gevraagd de agenda voor de komende gemeenteraad te overlopen.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de voorziene punten voor de gemeenteraadszitting van 8 juli 2021.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om volgende punten te agenderen op de gemeenteraad van 8 juli 2021:

 

OPENBARE ZITTING

 

1)      Gemeenteraadslid - verhindering wegens medische reden + aanstelling opvolger - goedkeuring

2)      Gemeenteraad - 27 mei 2021 - notulen en audiovisueel verslag - goedkeuring

3)      Leveren en plaatsen van 3 fietsoverkappingen - lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen - goedkeuring

4)      Verhuis uitvoerende technische dienst - lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen - goedkeuring

5)      Aankoop van een telefooncentrale (VOIP) met bijhorende telefoontoestellen - lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen - goedkeuring

6)      Participatiereglement - goedkeuring

7)      Gemeentelijk kunstonderwijs - inrichting en retributie - goedkeuring

8)      LO - lestijdenpakket 2021-2022 - goedkeuring

9)      Gemeentelijke renovatiepremie 'Duurzaam Deerlijk' - goedkeuring

10)Vichtesteenweg - periodiek parkeerverbod - aanvullend reglement - goedkeuring

11)Jaarrekening 2020 - goedkeuring gouverneur - kennisname

12)Harelbekestraat 31 - aankoop - principiële goedkeuring

13)Toegevoegd punt bij toepassing van artikel 21 DLB ivm interpretatie rapport gemeente/stadsmonitor van de Vlaamse gemeenschap - kennisname

 

De gemeenteraad wordt geschorst om te hernemen na de openbare zitting van de OCMW-raad.

 

14)Vragen gesteld door raadsleden – kennisname

 

BESLOTEN ZITTING

 

15)Kinderboerderij Bokkeslot vzw - toekomstplannen - kennisname

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2021