DEERLIJK

20 MAART 2019

 

AANWEZIG

 

Wnd. burgemeester: Bert Schelfhout

Schepenen: Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Sandra De Leeuw - Goussey, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

VERONTSCHULDIGD

 

Burgemeester: Claude Croes

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 13 maart 2019 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 13 maart 2019.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 13 maart 2019 goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

LO- Staking 20 maart 2019 - aanstelling begeleidsters opvang - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Deerlijk/Anzegem - Bouw brandweerkazerne - lot vast meubilair - starten procedure en lijst uit te nodigen firma's - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het starten van de plaatsingsprocedure en de lijst met uit te nodigen firma’s goed te keuren.

 

Motivering

 

In de gemeenteraad van 28 mei 2015 werd de samenwerkingsovereenkomst tussen Anzegem en Deerlijk met betrekking tot de bouw van een nieuwe brandweerkazerne goedgekeurd. Hierin wordt bepaald dat Anzegem en Deerlijk elk de helft van de kosten dragen.

 

In het kader van de opdracht “Deerlijk/Anzegem - Bouw brandweerkazerne - lot vast meubilair” werd een bestek met nr. 2019/06 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 69.200,00 euro excl. btw of 83.732,00 euro incl. 21% btw (14.532,00 euro btw medecontractant).

 

De gemeenteraad verleende in zitting van 28 februari 2019 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Volgende ondernemers komen in aanmerking om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

  • Aveza nv, Vichtsesteenweg 56 te 8570 Anzegem;
  • Super Chic Keukens, Heestertse steenweg 2 te 8540 Deerlijk;
  • Vanver bvba, Hille-Zuid 9 te 8750 Zwevezele;
  • Buyck Frederique bvba, Braamakkerstraat 83 te 8540 Deerlijk;
  • Pascal Demeyere - interieur, Stationsstraat 82 te 8540 Deerlijk;
  • Davy Hostijn, Stationsplein 7 te 8540 Deerlijk;
  • Gerdy Biesbrouck, Oude Vichtestraat 21 te 8540 Deerlijk;
  • Peter Vanden Broucke, Vrijputstraat 3 te 8540 Deerlijk;
  • Nick De Roo Interieur bvba, Hazewindstraat 67 te 8540 Deerlijk;
  • interieur Van Holder bvba, Houtekietstraat 1 te 8540 Deerlijk.

 

Er wordt voorgesteld om de plaatsingsprocedure op te starten en de uitnodigingen tot offerte te verzenden.

 

Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 5 april 2019 om 09.30 uur voorgesteld.

 

 

Juridische gronden

  • Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
  • Andere:
    • Bestuursdecreet van 7 december 2018
    • Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
    • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet).
    • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
    • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
    • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
    • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
    • Besluit van de gemeenteraad van 28 januari 2016 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur;
    • Gemeenteraadsbeslissing van 15 december 2016 waarbij delegatie aan het college van burgemeester en schepenen werd verleend om de wijze van gunnen en de voorwaarden van huidige overheidsopdracht te bepalen;

 

 

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Bestelbedrag

69.200,00 excl. btw of 83.732,00 incl. btw

Actie

Bouw van een nieuwe brandweerkazerne

Jaarbudgetrekening

0410-00/22199007/BESTUUR/CBS/0/4-1-1

Visum

vereist

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

De onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking voor de opdracht “Deerlijk/Anzegem - Bouw brandweerkazerne - lot vast meubilair” wordt opgestart.

Artikel 2

 

Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

  • Aveza nv, Vichtsesteenweg 56 te 8570 Anzegem;
  • Super Chic Keukens, Heestertse steenweg 2 te 8540 Deerlijk;
  • Vanver bvba, Hille-Zuid 9 te 8750 Zwevezele;
  • Buyck Frederique bvba, Braamakkerstraat 83 te 8540 Deerlijk;
  • Pascal Demeyere - interieur, Stationsstraat 82 te 8540 Deerlijk;
  • Davy Hostijn, Stationsplein 7 te 8540 Deerlijk;
  • Gerdy Biesbrouck, Oude Vichtestraat 21 te 8540 Deerlijk;
  • Peter Vanden Broucke, Vrijputstraat 3 te 8540 Deerlijk;
  • Nick De Roo Interieur bvba, Hazewindstraat 67 te 8540 Deerlijk;
  • interieur Van Holder bvba, Houtekietstraat 1 te 8540 Deerlijk.

Artikel 3

 

De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 5 april 2019 om 09.30 uur.

Artikel 4

 

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2019, op jaarbudgetrekening 0410-00/22199007/BESTUUR/CBS/0/4-1-1 (actie 4-1-1-1).

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Asverstrooiing - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Wielerwedstrijd Nieuwenhove - 20 juli 2019 - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van de wielerwedstrijd Nieuwenhove, die plaatsvindt op 20 juli 2019, goed te keuren.

 

Motivering

 

Op zaterdag 20 juli 2019 tussen 14.30 uur en 18.00 uur vindt de wielerwedstrijd Nieuwenhove, voor Elite zonder contract en U 23 plaats, deels over het grondgebied van Deerlijk.

 

Op die dag wordt op de gemeentewegen een grote toeloop van kijklustigen en weggebruikers verwacht.

 

In het belang van de openbare orde en van de veiligheid dient onverwijld opgetreden te worden.

 

PZ Gavers maakte op 12 maart 2019 een tijdelijk politiereglement op het verkeer op.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

Andere:

          Art. 119, § 1 en art. 130 bis van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)

          wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen

          koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen

          ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit op zaterdag 20 juli 2019, tussen 14.30 uur en 18.00 uur, in de Nijverheidslaan, Geeststraat, Waregemstraat en Evangelieboomstraat, enkel verkeer toe te laten in de richting van de renners, zijnde de richting van de opsomming van voornoemde straten. In de andere richting zijn enkel voetgangers en personen die een fiets of bromfiets aan de hand leiden, toegelaten, voor zover zij het trottoir gebruiken.

 

Artikel 2

 

Het stilstaan en parkeren langs weerszijden van de openbare weg is op zaterdag 20 juli 2019 verboden op de plaatselijke omloop van de wielerwedstrijd:

          tussen 13.00 uur en 18.00 uur in de art. 1 vermelde straten en straatgedeeltes.

 

Artikel 3

 

Het verkeer naar de in art. 1 opgesomde straten wordt omgelegd.

 

Artikel 4

 

Alle nodige te plaatsen verkeersborden voortvloeiend uit de voorgaande artikels, worden overeenkomstig de bij wet voorziene bepalingen aangebracht.

 

Artikel 5

 

De inrichters dienen zich te houden aan de bepalingen vermeld in de huidige politieverordening.

 

Artikel 6

 

De overtredingen van huidig besluit worden beteugeld met politiestraffen, voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.

 

Artikel 7

 

Afschrift van huidig reglement wordt aan de bevoegde overheden overgemaakt.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Kapellekensommegang - novene 23 - 31 maart 2018 - medewerking - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Jaarlijks organiseert het comité Kapellekensommegang een novene in het kader van Kapellekensommegang.

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd materiële medewerking goed te keuren.

 

Motivering

 

Van 23 tot 31 maart 2019 vindt de novene plaats in de Kapel ter Ruste.

 

Het comité vraagt materiële medewerking voor:

          het plaatsen van de masten met vlaggen;

          3 in de tuin van huisnummer 23

          1 in de tuin achter de Kapel ter Ruste

          2 bij het begin van de Kapel ter Rustestraat (Stationsstraat)

(blauwe vlaggen liggen in de kapel)

          ophangen van de borden processie 1954 aan de voor- en zijgevel van de Kapel ter Ruste;

          ophangen draperie boven het altaar alsook ophangen draperie en schilden aan de voorgevel;

          voorzien verlichting van de voorgevel en het torentje vanuit de tuin van huisnummer 23;

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het comité Kapellekensommegang de gevraagde materiële medewerking toe te staan.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Jubileum - bezoek ten huize - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Kinderboerderij bokkeslot - bloemenverkoop - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd Kinderboerderij Bokkeslot vzw toelating te verlenen voor het houden van een bloemenverkoop aan de St Colombakerk, recht tegenover bakkerij Baguetje op zaterdag 11 mei 2019.

 

Motivering

 

In de mail van vrijdag 22 februari vraagt Kinderboerderij Bokkeslot vzw toelating voor het houden van een bloemenverkoop ter gelegenheid van moederdag aan de St Colombakerk recht tegenover bakkerij Baguetje op zaterdag 11 mei 2019 tussen 8.30 uur en 17.00 uur.

 

De politie verleende op 13 maart 2019 positief advies en stelde voor om 2 parkeerborden te voorzien voor parkeerverbod.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit Kinderboerderij Bokkeslot vzw toelating te verlenen voor het houden van hun bloemenverkoop aan de St Colombakerk, recht tegenover bakkerij Baguetje op zaterdag 11 mei 2019 tussen 8.30 uur en 17.00 uur.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Sport - zwembadoverleg exploitatie van 11 maart 2019

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Federaal voedselagentschap - controle cafetaria - keuringsverslag  - registratie - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om kennis te nemen van het verslag van het Federaal Agentschap voor veiligheid van de Voedselketen en acties te koppelen voortvloeiend uit het verslag.

 

Motivering

 

Op woensdag 6 maart 2019 was er een plaatsbezoek in de cafetaria van de sporthal door het FAVV op basis van een anonieme klacht.

De vaststellingen waren als volgt:

- verkoop van croques, hotdogs, broodjes, hapjes en verse soep zonder toelating

- infrastructuur ( keuken) niet conform voor uitbating eetgelegenheid.

 

In zitting van 8 mei 2013 besliste het college van burgemeester en schepenen om de bestaande huurovereenkomst van de cafetaria sporthal met VZW Promo Zaalsport op 15 mei 2013 definitief stop te zetten.

 

De zaalsportclubs waren vragende partij om de cafetaria van de sporthal onder een andere formule uit te baten.

 

Vanuit de sportclubs en de Raad van Beheer voor de sportinfrastructuur werd voorgesteld om een gelijkaardig systeem van verhuring en drankverbruik zoals het gemeenschapscentrum toe te passen voor de cafetaria van de sporthal;

 

Sinds 1 augustus 2013 wordt de cafetaria van de sporthal verhuurd aan de zaalsportclubs op basis van een gebruikers- en retributiereglement als drankgelegenheid.

 

Het enthousiasme van de verschillende gebruikers was namelijk heel groot en er werd oogluikend toegestaan dat er eens een hapje werd geserveerd.

 

De gemeente heeft geen vergunning voor uitbating eetgelegenheid. Deze kan echter aangevraagd worden, maar de gevolgen zijn dat de keuken dient verbouwd te worden conform de geldende wetgeving.

 

Ondertussen werden de nodige afspraken gemaakt met de uitbatende clubs en alle warme bereidingen worden vanaf heden geweerd.

De typische café snacks kunnen blijven worden verkocht (croque, droge soep, droge worst, chips …) De croques zullen worden ingekocht en niet zelf worden bereid. Het toestel wordt in de cafetaria zelf geplaatst (= voorwaarde). Indien er nog warme maaltijden worden geserveerd, dienen deze via een erkende traiteur aangeboden te worden.

 

De gemeente dient zich wel in orde te stellen door een registratie aan te vragen bij het FAVV als drankgelegenheid.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art.56. § 2. Decreet Lokaal bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het keuringsverslag van het FAVV en vraagt aan de uitbatende clubs om overeenkomstig de regelgeving van het FAVV geen warme bereidingen meer aan te bieden.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de registratie van de cafetaria als drankgelegenheid in orde te brengen.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Actie fietsvlagjes - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van een actie vanuit de vrijetijdsdiensten waarbij fietsvlagjes worden uitgedeeld, om zo meer mensen aan te zetten om de fiets te nemen.

 

Motivering

 

De vrijetijdsdiensten willen bij het begin van de lente meer mensen aanzetten om de auto thuis te laten voor korte verplaatsingen in het algemeen en met de fiets naar de vrijetijdsinfrastructuur (sporthal, bibliotheek, OC d'Iefte, buurthuizen) te komen in het bijzonder.

 

Deze actie draagt bij tot de gezondheid van de Deerlijkse inwoners, promoot duurzame mobiliteit en beoogt een lagere parkeerdruk bij OC d'Iefte en de bibliotheek.

 

Bij de actie worden op regelmatige tijdstippen fietsvlagjes uitgedeeld aan de bezoekers van de vrijetijdsinfrastructuur. Deze fietsvlagjes vallen op in het straatbeeld en stemmen tot nadenken bij de Deerlijkse bevolking.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: art. 56, 61 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen in 2019.

De uitgave voor de fietsvlagjes gebeurde op budget 2018.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de fietsactie door de vrijetijdsdiensten.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Afrekening samenwerking ouderraad VBS Sint-Lodewijk - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de afrekening, volgens deel A van het samenwerkingsreglement podiumactiviteiten. Dit naar aanleiding van de samenwerking met de ouderraad van VBS Sint-Lodewijk voor de voorstelling:'Croqrock' op 23 februari 2019.

 

Motivering

 

Volgens artikel 11 van het samenwerkingsreglement podiumactiviteiten krijgt de meewerkende vereniging van de door hen verkochte tickets 25% van de gemiddelde verkoopprijs (10 euro).

35 tickets aan 10 euro is 350 euro, hiervan 25% bedraagt 87,50 euro.

 

Volgens artikel 12 van het samenwerkingsreglement podiumactiviteiten krijgt de vereniging voor het uitbaten van de bar 50% van de netto opbrengst van de drankverkoop.

De netto-opbrengst op 23 februari 2019 bedroeg 667,52 euro, hiervan 50% bedraagt 333,76 euro.

 

De totale opbrengst voor de vereniging bedraagt 421,26 euro.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, Decreet Lokaal Bestuur

          Andere

          Samenwerkingsreglement podiumactiviteiten, deel A, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 mei 2015

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

421,26 euro

Actie

Het ondersteunen van de kwalitatieve uitbouw van alle socioculturele en cultuurverenigingen

Jaarbudgetrekening

7-1-2-4/0739-00/64920316

Visum

niet van toepassing

 

Dit bedrag mag worden gestort op rekeningnummer BE25 7380 1634 0882.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van deze afrekening naar aanleiding van de samenwerking met de ouderraad van VBS Sint-Lodewijk.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen betaalt 421,26 euro op rekening BE25 7380 1634 0882 van ouderraad VBS Sint-Lodewijk.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Afrekening samenwerking Die Ghesellen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de afrekening, volgens deel B van het samenwerkingsreglement podiumactiviteiten. Dit naar aanleiding van de samenwerking met Die Ghesellen voor de voorstelling: 'Sue Me Motherfokker' van Skagen op 17 en 18 januari 2019.

 

Motivering

 

Volgens artikel 18 van het samenwerkingsreglement podiumactiviteiten krijgt de meewerkende vereniging het percentage van de tickets dat door de cultuurdienst werd verkocht, teruggestort. Dit wordt begrensd op een maximum van 25% van de totale uitkoopsom.

 

De cultuurdienst verkocht 88 van de 355 tickets, dit is 25% van het totaal aantal verkochte tickets.

De totale uitkoopsom bedroeg 3.000 euro. Die Ghesellen heeft volgens het reglement dus recht op 750 euro.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 57, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere

          Samenwerkingsreglement podiumactiviteiten, deel B, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 mei 2015

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

750 euro

Actie

Het ondersteunen van de kwalitatieve uitbouw van alle socioculturele en cultuurverenigingen

Jaarbudgetrekening

7-1-2-4/0739-00/64920316

Visum

niet van toepassing

 

Dit bedrag mag worden gestort op rekeningnummer BE58 7380 1971 6179.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van deze afrekening naar aanleiding van de samenwerking met Die Ghesellen.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen betaalt 750 euro op rekeningnummer BE58 7380 1971 6179 van Die Ghesellen.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Werkingskosten cultuurraad - tussenkomst - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Cultuur- en jeugddienst - Lokale Helden - 26 april 2019 - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Bondgenootjes (Gezinsbond) - Paaseierenraap - 14 april 2019 - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Kortparkeren - verslag begeleidingscomité van 7 februari 2019 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag van het begeleidingscomité van 7 februari 2019.

 

Motivering

 

Voor de opvolging van de handhaving van het kortparkeren (blauwe zone + Shop&Go-plaatsen) komt een begeleidingscomité, bestaande uit enkele vertegenwoordigers van het parkeerbedrijf Indigo en van de gemeente, samen om zaken te evalueren, afspraken te maken en een standpunt in te nemen rond eventuele problemen/klachten.

 

Op de vergadering van 7 februari 2019 werden de rapporten over het aantal uitgeschreven retributies, inkomsten,... voor de periode december (vanaf 15 december) - januari en de statistieken van de Shop&Go-plaatsen voor januari overlopen.

          Er werden 322 retributies uitgeschreven, waarvan er 19 werden geannuleerd. (update met cijfer februari: 545 retributies waarvan 22 geannuleerd)

          39% van de retributies werden betaald of een totaal bedrag van 3.150 euro. (update met cijfers februari: 45% van de retributies betaald, totaal bedrag 6.150 euro)

          De meeste retributies werden, zoals verwacht, uitgeschreven in de drukste straten (Hoogstraat, Leon Defraeyeplein, Harelbekestraat, Schoolstraat). Voornaamste vaststelling is dat er geen parkeerschijf wordt gelegd.

          De Shop&Go-plaatsen zorgen wel degelijk voor een rotatie. Zo waren er in de Harelbekestraat op sommige dagen tot 150 rotaties per dag. De parkeerduur van 30 min. wordt relatief goed gerespecteerd. Gedurende een 3-tal dagen kon vastgesteld worden dat wagen(s) langdurig op deze plaatsen stonden geparkeerd. Dit gebeurde voornamelijk ter hoogte van de bibliotheek.

 

Ook de belangrijkste vragen en klachten werden besproken. Zo kwamen er bij de opstart bij het parkeerbedrijf 40 à 50 vragen binnen waarom geen 2e bewonerskaart kan verkregen worden. Er kwamen ook verschillende vragen van handelaars om ook een kaart te kunnen krijgen.

 

De afspraken in verband met annulatie werden samengevat in een annulatieschema. Dit werd op de vergadering overlopen.

 

Verder werd afgesproken dat omtrent sensibilisering volgende zaken zouden gebeuren:

- er wordt een informatiefolder opgemaakt die in verschillende openbare gebouwen kan gelegd worden;

- op verschillende plaatsen zal aan de palen een sticker blauwe zone opgehangen worden waardoor het duidelijker wordt voor parkeerders.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, §1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van het begeleidingscomité van 7 februari 2019.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Afsprakennota 2019-06 - adviesverlening kleine mobiliteitsvraagstukken - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de afsprakennota "019-06: adviesverlening kleine mobiliteitsvraagstukken" goed te keuren.

 

Motivering

 

De cluster Ruimte wenst af en toe deskundige ondersteuning in te winnen bij Leiedal omtrent mobiliteitsvraagstukken. Zo werd vorig jaar aan Leiedal gevraagd om het voorstel vanuit het Lama-project om éénrichtingsverkeer in te voeren in de Sint-Rochusstraat nog verder verkeerstechnisch te onderzoeken. Hiervoor werd toen een aparte afsprakennota opgemaakt.

Zo is er momenteel een vraag naar ontsluiting van het bedrijf Westlease via een nieuwe toegang rechtstreeks op de Stationsstraat. Ook hierbij is het wenselijk om het advies van Leiedal in te winnen.

 

Leiedal stelt nu voor om te werken met een raamovereenkomst, waarbij alle effectief gepresteerde uren worden aangerekend, met een vooropgesteld geraamd bedrag per jaar.

 

Hiervoor maakte Leiedal de afsprakennota '2019-06 Deerlijk: Adviesverlening kleine mobiliteitsvraagstukken' op in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal.

Deze afsprakennota blijft van kracht tot eind 2019. Het vooropgestelde geraamd bedrag wordt vastgelegd op 5.000 euro.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

5.000 euro

Actie

overige beleid

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS/0200-00/61320100

Visum

nvt

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen keurt de afsprakennota "2019-06: adviesverlening kleine mobiliteitsvraagstukken" goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

BMC - verslag van 18 februari 2019 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

De beperkte mobiliteitscommissie hield een vergadering op 18 februari 2019. Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van dit verslag.

 

Motivering

 

Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd.

De bijhorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet lokaal bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Inname openbaar domein - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Omgevingsvergunning - 2019.31 - Pladijsstraat 279 - melding klasse 3 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor het exploiteren van een kleinschalige bandencentrale op een perceel met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 225 C5 ingediend door Jan Verfaillie gevestigd Pladijsstraat 279 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

De melding ingediend door Jan Verfaillie gevestigd Pladijsstraat 279 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 4 maart 2019.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

VOORWERP VAN DE MELDING

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Pladijsstraat 279 , kadastraal bekend afdeling 2 sectie E nr. 225 C5.

 

De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: exploiteren van een kleinschalige bandencentrale.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

15.5.

De infrastructuur van de bandencentrale is beperkt tot 1 brug en 1 put. Daarnaast is er nog een uitbalanceer- & demonteermachine alsook de opslag van rubberbanden. Zie bijgevoegde machinelijst voor meer details. (Nieuw)

1 put en 1 brug

3

 

BEVOEGDHEID

 

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER

 

Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.

 

De melding omvat de volgende meldingsplichtige ingedeelde inrichtingen of activiteiten:

          1 autobrug, voor de uitvoering van bandenwisselingen

          1 smeerput: deze put is aanwezig maar wordt niet gebruikt

          1 uitbalanceermachine voor banden

          1 demonteermachine voor banden

          1 compressor: De compressor heeft een vermogen kleiner dan 5kW en is bijgevolg niet ingedeeld. Bovendien staat de compressor niet in de bandencentrale zelf.

          Opslag van rubberbanden, niet ingedeeld.

 

Deze melding heeft een invloed op de volgende milieutechnische aspecten:

          Geluid en trillingen

De activiteiten van de bandencentrale gebeuren binnen. Ook de compressor waarvan gebruik wordt gemaakt bevindt zich binnen, in het privé gedeelte van de exploitant. Daardoor is er geen geluidsoverlast naar de omgeving.

          Bodemverontreiniging

De activiteiten zijn beperkt tot bandenwisselingen en opslag van rubberbanden. Er is geen gebruik van gevaarlijke producten. Bovendien vinden de activiteiten plaats binnen het gebouw op verharde ondergrond.

Er bestaat geen risico op bodemverontreiniging.

          Luchtemissies

Er zijn geen ingedeelde stookinstallaties aanwezig. Daarnaast wordt er ook geen gebruik gemaakt van vluchtige organische componenten. Luchtemissies zijn beperkt tot uitlaatgassen van binnen- en wegrijdende auto’s.

          Bedrijfsafvalwater en regenwater

De activiteiten van de bandencentrale brengen geen (bedrijfs)afvalwater verder. Regenwater wordt wel afgevoerd naar de riolering in de Pladijsstraat (Centraal gebied). 

          Mobiliteit

De inrichting is gelegen in woongebied. Mobiliteitsbewegingen zijn echter beperkt tot:

          Toerijdende klanten

          Aanlevering en afvoeren van rubberbanden

De mobiliteitsimpact ten opzichte van de omgeving is beperkt.

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur, op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

 

Op de ingediende melding zijn volgende bestemmingsplannen en planologische voorschriften van toepassing:

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde voorschriften voor woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op het exploiteren van een kleinschalige bandencentrale in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan.

 

De omgevingsambtenaar stelt geen bijzondere voorwaarden strikt noodzakelijk.

 

De ingedeelde inrichtring of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

 

De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit met omzichtigheid benaderd worden.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandregels.

 

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

Juridische gronden

 

       Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

       Andere:

          Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

          Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

          Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door Jan Verfaillie gevestigd Pladijsstraat 279 te 8540 Deerlijk voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde het exploiteren van een kleinschalige bandencentrale gelegen Pladijsstraat 279 te Deerlijk.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

15.5.

De infrastructuur van de bandencentrale is beperkt tot 1 brug en 1 put. Daarnaast is er nog een uitbalanceer- & demonteermachine alsook de opslag van rubberbanden. Zie bijgevoegde machinelijst voor meer details. (Nieuw)

1 put en 1 brug

3

 

Artikel 2

 

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

OMV 2018_167 - Kleine Tapuitstraat 18 - beslissing deputatie - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen. Een aanvraag tot omgevingsvergunning voor de exploitatie van een inrichting klasse 1 werd ingediend door Blue Oak Real Estate. Het betreft een aanvraag op een perceel gelegen Kleine Tapuitstraat 18 en met als kadastrale omschrijving 2de afdeling sectie C nummer 350 Y2.

 

Motivering

 

De aanvraag werd door de deputatie voorwaardelijk vergund voor een periode tot 29 juni 2036.

Volgende bijzondere voorwaarden werden opgenomen in het besluit:

          Er dient gebruik gemaakt te worden van 90% biodegradeerbare wasmiddelen met een korte emulgatietijd. De gebruikte detergenten voldoen aan de verordening (EG) 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende detergentia.

          De ontsluiting van het bedrijf dient te gebeuren via de kortste route naar het hoger gelegen netwerk, meer bepaald langsheen de Stationsstraat richting N36.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet lokaal bestuur

          Andere:

          Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

          Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de beslissing.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Omgevingsvergunning - 2019.22 - Stationsstraat 107A - melding - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor de ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde de productie van culinaire sauzen, op een perceel gelegen Stationsstraat 107A en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 185 Y10 ingediend door de heer Mick Lefebvre.

 

Motivering

 

De melding ingediend door de heer Mick Lefebvre gesitueerd op Stationsstraat 107A te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 19 februari 2019.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

VOORWERP VAN DE MELDING

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Stationsstraat 107A, kadastraal bekend afdeling 2 sectie C nr. 185Y10.

 

De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: Productie van culinaire sauzen.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

3.4.1°a)

afvalwater afkomstig van afwas, reiniging en sanitair (Nieuw)

0,5 M3/UUR

3

16.3.1.1°

koelinstallatie (Nieuw)

65 KW

3

45.4.e)1°

opslag van grondstoffen en afgewerkte producten (Nieuw)

20 TON

3

 

BEVOEGDHEID

 

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER

 

Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.

 

Deze melding heeft een invloed op de volgende milieutechnische aspecten:

De voorziene activiteit is de productie van sauzen. De productie-activiteiten gebeuren tijdens de gebruikelijke werkuren (tussen 7 uur ’s morgens en 19 uur ’s avonds). Het betreft een kleinschalig bedrijf met een viertal werknemers. De exploitant heeft op heden gelijkaardige activiteiten op een andere locatie waar geen hinderklachten gekend zijn.

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen, veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

Op de ingediende melding zijn volgende bestemmingsplannen en planologische voorschriften van toepassing:

De aanvraag dient getoetst aan de voorschriften van het BPA Gavers, wijziging B, meer bepaald aan de zone voor nijverheid. Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen gezien er geen constructieve wijzigingen aan de gebouwen worden aangebracht.

 

De omgevingsambtenaar stelt geen bijzondere voorwaarden strikt noodzakelijk:

 

De ingedeelde inrichtring of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

 

De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit met omzichtigheid benaderd worden.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandregels.

 

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

       Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

       Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

       Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Mick Lefebvre gesitueerd op Stationsstraat 107A te 8540 Deerlijk voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde de productie van culinaire sauzen gelegen Stationsstraat 107A te Deerlijk.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

3.4.1°a)

afvalwater afkomstig van afwas, reiniging en sanitair (Nieuw)

0,5 M3/UUR

3

16.3.1.1°

koelinstallatie (Nieuw)

65 KW

3

45.4.e)1°

opslag van grondstoffen en afgewerkte producten (Nieuw)

20 TON

3

 

Artikel 2

 

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

OMV 2019_4 - Stationsstraat 170 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een tuinhuis, op een perceel gelegen Stationsstraat 170 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 354 M2 aangevraagd door Lesley Eyckerman wonende Kaaldries 97 te 9220 Hamme.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 15 maart 2019.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De eigendom situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied met landelijk karakter.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 10 oktober 1990 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen en saneren van de bestaande woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De woning maakt deel uit van een cluster woningen langsheen de Stationsstraat. De Stationsstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door een gesloten straatbeeld met in hoofdzaak eengezinswoningen. De afwerking van de gevels is divers qua kleurschakering. De rijwoning bestaat uit een hoofdvolume met 2 bouwlagen en een hellend dak en uit een aanbouw van 1 bouwlaag. Achteraan de tuinzone staat een houten tuinhuis met een zadeldak.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst het bestaand, achterliggend houten bijgebouw volledig te slopen om een nieuw bijgebouw op te richten op dezelfde plaats, met een gewijzigde dakvorm (nok van het dak zal 4,4 m hoog zijn i.p.v. de huidige nok op ongeveer 3 m) en met dezelfde functie (tuinberging). Het nieuwe bijgebouw wordt opgetrokken op 0,67 m van de linker zijkavelgrens, op 0,77 m van de rechter zijkavelgrens en op minimum 1,2 m van de achterkavelgrens. Het volume heeft een breedte van 3 m op een diepte van 4,2 m (12,6 m²) en wordt afgewerkt met een zadeldak (nokhoogte op 4,4 m). Het bijgebouw wordt voorzien van een deur van wit PVC met melkglas in de voorgevel en twee ramen met melkglas in de linkergevel. De constructie wordt opgetrokken met rode baksteen en een pannendak.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de bestemming woongebied met landelijk karakter.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

Het gevraagde is in overeenstemming met het gewestplan aangezien de aanvraag betrekking heeft op het plaatsen van een tuinhuis in het achterste deel van de tuinzone.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Stationsstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op een bijgebouw bij een bestaande eengezinswoning waarbij de bestaande functies behouden blijven zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De werken situeren zich aan de achterzijde van het perceel zodat het bestaande straatbeeld niet geschaad wordt. Door het slopen van een bestaand tuinhuis en het herbouwen op dezelfde plaats van een nieuw tuinhuis blijft de bestaande tuinzone grotendeels behouden. De afmetingen van het nieuw te bouwen bijgebouw zijn beperkt en voldoen aan de geldende normen. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

      Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

      Andere:

o        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

o        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Lesley Eyckerman wonende Kaaldries 97 te 9220 Hamme, voor het bouwen van een tuinhuis, op een perceel gelegen Stationsstraat 170 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 354 M2.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

OMV 2018_198 - Merellaan 26 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het aanbrengen van crepi op de voorgevel van de woning, op een perceel gelegen Merellaan 26 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 352 A aangevraagd door Philip Furniere met als contactadres Merellaan 26 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 15 maart 2019.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

 

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 april 2001 door het college van burgemeester en schepenen voor het renoveren van de achtergevel van de woning door het aanbrengen van een nieuwe gevelsteen en het vervangen van twee vensters op de verdieping.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 mei 2005 voor het afbreken van de buitensteen van de bestaande zijgevel van de woning en heropbouwen van de zijgevel.

 

Relevante milieuvergunningen

 

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De aanvraag situeert zich in de Merellaan, een voldoende uitgeruste weg in de Vogelwijk. De wijk wordt gekenmerkt door gesloten en halfopen eengezinswoningen bestaande uit twee bouwlagen afgewerkt met een plat dak. Achteraan de woningen bevinden zich garages, bijgebouwen en tuinmuren. De rijbebouwing vormt een zekere eenheid in het straatbeeld. De woning van de aanvrager is de laatste in een rij van woningen (halfopen).

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst de bestaande voorgevel te voorzien van crepibepleistering. Tegen de bestaande buitengevel wordt 15 mm crepi aangebracht. De kleur blijft in dezelfde tint zoals de reeds bestaande gevelkleur (zijnde beige tint). De bestaande raam- en deuropeningen blijven behouden.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestelijk RUP. De aanvraag ligt volgens de voorzieningen van het gewestelijk RUP Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk (goedgekeurd 20/01/2006) in een stedelijk woongebied.

In deze zone gelden de voorschriften van Art. 7.1. stedelijk woongebied, waarbij §1 als volgt luidt:

Het gebied is bestemd voor wonen, openbare groene en verharde ruimten en aan het wonen verwante voorzieningen. Onder aan het wonen verwante voorzieningen worden verstaan: handel, horeca, bedrijven, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, kantoren en diensten, parkeer- en openbaar vervoervoorzieningen, openbare groene en verharde ruimten, socio-culturele inrichtingen en recreatieve voorzieningen.

Het gevraagde is in overeenstemming met het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan aangezien de aanvraag betrekking heeft op het plaatsen van gevelbepleistering op de voorgevel van een eengezinswoning.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Merellaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De woning is opgetrokken op de rooilijn. De overschrijding van de rooilijn valt goed te keuren in het kader van het decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen goedgekeurd op 8 mei 2009. (zie verder toetsing goede ruimtelijke ordening).

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De functie van de eengezinswoning blijft behouden. De gevel zal 15 mm vooruitspringen ten opzichte van de aanpalende woningen en de rooilijn. De overschrijding van de rooilijn is slechts beperkt en valt goed te keuren in het kader van het decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen goedgekeurd op 8 mei 2009. Door gebruik te maken van een kleurtint die aansluit bij de beige kleur van de huidige gevelsteen zal de visuele impact beperkt zijn en zal het straatbeeld niet geschaad worden. De bestaande raam- en deuropeningen blijven behouden. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

      Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

      Andere:

o        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

o        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Philip Furniere met als contactadres Merellaan 26 te 8540 Deerlijk, voor het aanbrengen van crepi op de voorgevel van de woning, op een perceel gelegen Merellaan 26 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 352 A.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Uitnodiging gezamenlijke ontvangst verdienstelijke personen - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

AED - visie en vraag Bokkeslot - weigering

 

Aanleiding en context

 

Op 4 maart 2019 stelde Kinderboerderij Bokkeslot vzw de vraag of de gemeente een automatische externe defibrillator (AED) wil voorzien op hun terreinen. Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd eerst een algemeen standpunt in te nemen rond het plaatsen van AED-toestellen door de gemeente en daarna de vraag van de kinderboerderij te beantwoorden.

 

Motivering

 

Op 4 maart 2019 stelde Kinderboerderij Bokkeslot vzw de vraag of de gemeente een AED wil voorzien op hun terreinen of aan de buitengevel.

 

De argumentatie van Kinderboerderij Bokkeslot vzw

 

De argumentatie van Kinderboerderij Bokkeslot is de volgende:

 

"Er is geen AED dicht in de buurt. Uiteindelijk komen er per jaar toch duizenden bezoekers bij ons langs. De kans dat de AED dus een leven kan redden is vrij groot.

Bovendien komen er ook veel kinderen langs op de kinderboerderij. Hartmassage bij een kind is een andere techniek dan bij een volwassene, dat wil bijgevolg ook zeggen dat minder mensen die techniek kennen en dus zullen uitvoeren.

 

Op de website van cardioservice staat: "Volgens de richtlijnen van de ERC is het gebruik van een AED veilig en succesvol bij kinderen ouder dan 1 jaar. In geval van nood mogen alle AED's gebruikt worden bij kinderen."

 

Wat dus zeker positief is en de overlevingskansen aanzienlijk verhoogt.

 

(Al staat er verder wel dat de ene AED beter geschikt is dan de andere, zo is er bijvoorbeeld bij sommige AED's een pediatrische knop die de 'kracht' verlaagt. Mocht het zo ver komen, dan is dat misschien ook wel iets om rekening mee te houden. Dit is natuurlijk 'het vel verkopen voor de beer geschoten is'.)

 

Verder denk ik dat een AED weinig argumentatie nodig heeft. Zelf hebben wij helaas niet het budget om zelf te voorzien in een AED."

 

Algemeen standpunt

 

1. Huidige situatie

 

Momenteel heeft de gemeente AED-toestellen voorzien op volgende plaatsen:

          sporthal

          OC d'Iefte

          gemeentehuis

          buurthuis De Wieke

          buurthuis De Statie

          buurthuis Sint-Lodewijk

          sportvelden Guido Gezellelaan

          containerpark

 

Het gaat om volautomatische toestellen. Dit wil zeggen dat het toestel onmiddellijk instructies geeft van zodra je het toestel opent. Er zijn geen elektroden voor kinderen voorzien.

Deze toestellen werden geplaatst in het kader van het project 'Steden en Gemeenten Hartveilig'. Dit project baseert zich op de aanbevelingen van de Europese Reanimatieraad (ERC) om AED’s te plaatsen op openbare plaatsen waar een verhoogd risico (bv. sportvelden, rusthuizen,...) is op hartstilstanden.

De toestellen kostten ongeveer 1.500,00 euro excl. BTW of 1.800,00 euro incl. BTW per toestel.

 

2. Bijkomende info

 

De American Heart Association beveelt aan om een AED te plaatsen binnen een afstand van 6 minuten. Aangezien er ongeveer een minuut tijd zit tussen het aanbrengen van de AED en de eerste schok, blijven er 5 minuten over om de AED tot bij het slachtoffer te krijgen. In het ideale geval is een AED beschikbaar op een afstand van minder dan 3 minuten.

Er wordt aangeraden om eerst AED’s te voorzien op plaatsen waar het risico op hartstilstanden het grootste is.

Wie de toestellen bekostigt, is een interne afspraak.

 

3. Vraag

 

De vraag stelt zich welk standpunt ingenomen moet worden indien er vragen van instanties komen die niet door de gemeente beheerd worden.

Er kunnen namelijk nog vragen komen van private bedrijven of andere verenigingen om hun AED-toestel te bekostigen.

 

In dit concrete geval werd de kinderboerderij in erfpacht gegeven aan vzw Bokkeslot, waardoor het hangen van een AED-toestel onder hun verantwoordelijkheid valt.

 

Artikel 6 van de erfpachtovereenkomst stelt namelijk het volgende:

"De erfpachter zal voor de ganse duur van de erfpacht op zijn kosten alle werken van onderhoud en herstelling uitvoeren met inbegrip van de grove herstellingen. Hij zal ervoor zorgen dat het goed, voorwerp van de erfpacht, steeds en tot het einde ervan in goede staat van onderhoud verkeert."

 

Er werd advies gevraagd aan de interne preventiedienst.

Uitspraken over aantallen en locaties lijkt moeilijk want er kan altijd iets gebeuren op een plaats waar geoordeeld werd dat er geen hoog risico is. Hoe meer toestellen hoe beter natuurlijk.

Wie de toestellen moet bekostigen, is een andere vraag. Omtrent AED-toestellen van instanties die niet door de gemeente uitgebaat worden, wordt negatief geadviseerd.

Het gebruik van kinderelektroden raadt de dienst af. Het kan minder kwaad om elektroden voor volwassenen op kinderen te gebruiken, dan omgekeerd. Als je kinderelektroden voorziet, bestaat bv. ook het risico dat iemand per vergissing de kinderelektroden op een volwassene gebruikt en dit heeft minder effect. Er wordt vooral afgeraden om de elektroden op baby's te gebruiken, maar daar zijn zelfs kinderelektroden niet voor geschikt. Op de huidige toestellen staat ook een duidelijk symbool dat je het toestel niet op baby's mag gebruiken.

De dienst adviseert wel om het AED-toestel op het containerpark aan de buitenkant te voorzien. Dit toestel bevindt zich op 3 minuten rijden van de kinderboerderij. Momenteel is dit toestel enkel bereikbaar tijdens de openingsuren. Mensen in de wijk 'de statie' kunnen er op die manier op elk moment gebruik van maken.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om niet in te gaan op de vraag van kinderboerderij Bokkeslot om een AED-toestel te bekostigen.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om het AED-toestel in het containerpark aan de buitenkant te hangen zodat dit constant bereikbaar is, ook buiten de openingsuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Ticketingmodule Recreatex - brief aan Gantner - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de aanslepende technische problemen met de ticketingmodule van Recreatex en wordt gevraagd om een brief te richten aan Gantner met de vraag om dit probleem zo snel mogelijk op te lossen.

 

Motivering


Sinds een aantal weken is er een technisch probleem met de ticketingmodule van Recreatex. Er konden geen tickets geprint worden, de lay-out verandert willekeurig en het softwareprogramma sluit vaak af zonder oorzaak.

 

Na herhaaldelijke telefoons door de cultuurdienst en de ICT-dienst naar de helpdesk van Gantner en rechtstreekse contactpersonen, is het probleem nog steeds niet volledig opgelost. Na de laatste poging werden enkele zaken op punt gesteld door de gemeentelijke ICT-dienst, maar er dienden nog enkele andere problemen opgelost te worden door Gantner zelf.

 

Aangezien het probleem zich nu al enkele weken stelt, is het aangewezen om een formele brief naar het bedrijf Gantner te sturen met de vraag om het probleem snel en definitief op te lossen.

 

De gemeente betaalt jaarlijks licentie- en servicekosten aan Gantner. Het is dan ook wenselijk dat daarbij de nodige service en ondersteuning wordt geboden bij problemen die geen oorzaak kennen bij de gemeente(diensten).

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, §1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de problemen die zich de afgelopen weken stelden met de ticketingmodule van het softwareprogramma Recreatex, Gantner.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om een brief te sturen naar Gantner om deze problemen aan te kaarten en een snelle, definitieve oplossing hiervoor te vragen.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Verkaveling "site Francar" - voorstel overdracht gronden

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akkoord te gaan met een voorstel van overdracht van gronden en vestiging erfdienstbaarheid voor de her-ontwikkeling van de site Francar teneinde dit te kunnen opnemen in de omgevingsvergunning voor het verkavelen van de gronden.

 

Motivering

 

Bij de her-ontwikkeling van de site Francar is in het RUP Historische gegroeide bedrijven ondermeer opgenomen dat minimum 15 % van de zone ingericht moet worden als collectieve open ruimte waarvan minimum 6 % als openbaar buurtgroen.

In het verkavelingsontwerp is het groen ingericht in 2 zones, één gesitueerd op de hoek van de Sint-Rochusweg en de Hazewindstraat (zoals bestemd in het RUP) en een tweede tussen de nieuw op te richten bebouwing. Beide zone worden wel verbonden met elkaar en worden samen ontworpen en aangelegd zodat ze als één uniform geheel zullen functioneren.

 

Aangezien in het RUP geen verdere uitspraken gedaan worden over het statuut van de collectieve open ruimte deed de ontwikkelaar een voorstel van de over te dragen delen en de private delen waarop een openbaar gebruik al dan niet gekoppeld met onderhoud via een erfdienstbaarheid gevestigd wordt.

          de gronden die zouden overgedragen worden naar het openbaar domein zijn terug te vinden op het 'Plan grondafstand (VA_VP_N_3AVG)'.

          de private gronden waarop een erfdienstbaarheid zou gevestigd worden zijn terug te vinden op het 'Plan voorstel openbaar gebruik en onderhoud op private delen (VA_VP_N_4GEBR-OH)'.Voor het gearceerde gedeelte is er aan het openbaar gebruik ook openbaar onderhoud gekoppeld.

De verkavelaar stelt voor om voor de private delen met openbaar gebruik te werken met een eeuwigdurende erfdienstbaarheid ten gunste van gemeente Deerlijk waarbij de gemeente dan instaat voor het onderhoud. Dit zou opgenomen kunnen worden in de verkavelingsakte en/of basisakte en voorafgaand in een onderhandse overeenkomst.

 

Vanuit de dienst ruimte zijn geen verdere opmerkingen te formuleren bij het voorstel van overdracht en het voorstel van openbaar gebruik en onderhoud op privatieve delen. De dienst controleerde of er geen inrichtingen en constructies werden opgenomen in de privatieve delen die verplicht opgelegd worden in het RUP (bv. aantal parkeerplaatsen en fietsvoorzieningen die moeten voorzien worden). De onderdoorgang onder het gebouw werd uit het openbaar onderhoud gesloten (niet gearceerd) omdat dit hoort bij het gebouw en dienst doet als ingang naar het gebouw.

 

Over de manier waarop en hoe dit laatste notarieel verankerd wordt, prefereert de dienst in functie van duidelijkheid om dit op te nemen in een aparte notariële akte. Dit dient evenwel nog verder onderzocht en besproken te worden met de verkavelaar. Voor de indiening van de omgevingsvergunningsaanvraag is hierover nog geen beslissing noodzakelijk zodat verder overleg nog gevoerd kan worden.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 , §1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akkoord te gaan met het voorstel van overdracht en het voorstel van openbaar gebruik en onderhoud op privatieve delen zoals voorgelegd door de ontwikkelaar.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

OMV 2018_180 - Vichtesteenweg 280 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het regulariseren van een winkelpand en regularisatie slopen van zonevreemd gebouw, op een perceel gelegen Vichtesteenweg 280 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1043 C2 aangevraagd door Philippe Brantegem namens Active Belgian Land Investment NV gevestigd Gentse steenweg 150/1.2 te 9300 Aalst.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 18 maart 2019.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

        De voorwaarden opgenomen in het brandvoorkomingsverslag dienen stipt nageleefd te worden.

        Er dient ASTRID-indoorradiodekking aanwezig te zijn in het gebouw.

        De voorziene werken in het agrarisch gebied die betrekking hebben op de uitbreiding van de verharding die geen strikt noodzakelijk toegang betreffen (extra parkeerplaatsen, extra verharding voor fietsenstalling en/of winkelkarren en extra circulatieruimte), moeten uit de vergunning gesloten worden en zijn bijgevolg niet voor regularisatie vatbaar.

        De oorspronkelijke circulatie voor vrachtwagens dient behouden te blijven zoals vergund op 3 februari 2016.

        De onderstaande voorwaarden geformuleerd in de oorspronkelijke vergunning aangaande de functionele inpasbaarheid blijven van toepassing:

  • het pand 2 met een oppervlakte van 898 m² moet behouden blijven als 1 unit;
  • het pand 1 met een oppervlakte van 1.876 m² moet behouden blijven als 1 unit of is opdeelbaar in 2 units van elk 938 m² bruto oppervlakte;
  • bij herinvulling is geen verdere verkaveling mogelijk;
  • enkel speciality en volumineuze goederen die geen plaats hebben in de kern worden op de site toegestaan;
  • 1 unit kan eventueel ingevuld worden door een warenhuis.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming deels woongebied en deels landbouwgebied

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is gedeeltelijk in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 februari 2016 door het college van burgemeester en schepenen voor het deels slopen van de bestaande bebouwing en het renoveren van de te behouden panden, het bouwen van een winkelpand en het heraanleggen van de wegenis.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieu vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Melding klasse 3 waarvan akte genomen door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 9 november 2016 voor het mechanisch behandelen van inert puin (mobiel breken) op de bouw- en sloopwerf.

 

Socio-economische vergunning

Volgende socio-economische vergunning is relevant:

        Sociaal-economische vergunning afgeleverd op 11 oktober 2017 door het college van burgemeester en schepenen na advies van de NSECD, voor de lokalisatie van de handelsinrichting onder het embleem Carrefour Market GOED.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langs de Vichtesteenweg. De Vichtesteenweg is een gewestweg die de verbinding vormt met Anzegem. Op het perceel is een recent gebouwd handelspand met naastliggende aangelegde parking (asfaltverharding) aanwezig. De omgeving wordt gekenmerkt door een diversiteit aan bebouwingstypes en functies zijnde vrijstaande eengezinswoningen aan de overzijde, rijbebouwing met eengezinswoningen rechts van het perceel, vrijstaande woningen met magazijn aan de achterzijde en landbouwgronden aan de overzijde en de linkerzijde.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Het perceel is bebouwd met een handelspand waarvoor in 2016 een stedenbouwkundige vergunning bekomen werd. Echter werden een aantal zaken anders uitgevoerd dan vergund. Hiervoor wordt nu voorliggende regularisatie aangevraagd. De regularisatie heeft betrekking op volgende elementen:

-          Het zonevreemde gebouw in agrarisch gebied, voorzien als stockage, werd gesloopt.

-          De verharding werd uitgebreid.

-          De vitrines aan de voorzijde zijn verwijderd.

-          De grondoppervlakte van het gebouw werd deels gewijzigd.

-          Het gebouw is verhoogd.

Een panddeel (magazijn) dat zonevreemd lag, maar vergund geacht was, is alsnog gesloopt om de circulatie van de levering te verbeteren. Door deze sloop, zijn er geen zonevreemde panddelen meer aanwezig op dit perceel. Wel werd de verharding uitgebreid door een verbinding te maken tussen de parking aan de zijkant van het gebouw en de reeds bestaande verharding aan de achterzijde van het nieuwe gebouw. Deze zone wordt ingericht als circulatieruimte en met extra parkeerplaatsen (12 extra). De vitrines die zich aan de Vichtesteenweg bevonden en die in de vergunning van 2016 voorzien waren te behouden, zijn tijdens de werken ingezakt (tijdens de paalfunderingen). Er werd besloten de gevel strakker en eenvoudiger te houden. Deze vitrines werden verwijderd en er werden raampartijen voorzien in de voorgevel. Tevens werd de groenstrook intensiever aangelegd. Het grondoppervlak van het gebouw werd ook beperkt gewijzigd in die zin dat een driehoek aan de achterzijde niet uitgevoerd werd en deel van de achtergevel evenwijdig werd gemaakt met de voorgevel en aan de linkerzijde werd de gevel meer rechtgetrokken. De hoogte van het gebouw was vergund op een hoogte van 6 m boven het vloerpas doch werd uitgevoerd met een hoogte van 6,40 m boven het vloerpas.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Het uitbaten van een handelspand met:

-          lozen van huishoudelijk afvalwater met een maximaal debiet van 1 m³ per uur, 4 m³ per dag en 1.000 m³ per jaar

-          een transformator met een vermogen van 500 kVA

-          koelinstallatie met een totaal vermogen van 150 kW

-          een stookinstallatie met een vermogen van 500 kW

-          verkooppunt voor producten van dierlijke oorsprong

-          de opslag van 2 ton producten van dierlijke oorsprong

-          een bakkerij met een totale drijfkracht van 20 kW

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

3.2.2°a)

het lozen van huishoudelijk afvalwater met een maximaal debiet van 1 m³ per uur, 4 m³ per dag en 1.000 m³ per jaar (Nieuw)

1000 m³/jaar

3

12.2.1°

een transformator met een vermogen van 500 kVA (Nieuw)

500 KVA

3

16.3.1.1°

koelinstallatie met een totaal vermogen van 150 kW (Nieuw)

150 KW

3

43.1.1°b)

een stookinstallatie met een vermogen van 500 kW (Nieuw)

500 KW

3

45.4.d)

1 verkooppunt voor producten van dierlijke oorsprong (Nieuw)

1 verkooppunt

3

45.4.e)1°

de opslag van 2 ton producten van dierlijke oorsprong (Nieuw)

2 TON

3

45.8.1°b)

een bakkerij met een totale drijfkracht van 20 kW (Nieuw)

20 KW

3

 

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 28 december 2018 tot 26 januari 2019. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

Het Agentschap Wegen en Verkeer werd om advies gevraagd op 18 december 2018. De adviesinstantie heeft advies uitgebracht op 15 januari 2019. De eindconclusie van het advies is voorwaardelijk gunstig. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De vergunning kan verleend worden onder de hiernavolgende bijzondere voorwaarden en de algemene voorwaarden (als bijlage):

BIJZONDERE VOORWAARDEN

Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N036000):

- de grens van het openbaar domein is geschat op 13 meter.

- de rooilijn ligt op 13 meter vigerende wegnormen.

- de rooilijn valt samen met grens openbaar domein

- de zone van achteruitbouw bedraagt 8 meter.

- de minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 21 meter

Publiciteit:- geen

Besluit

Er wordt een GUNSTIG advies verleend gezien de aanvraag in overeenstemming is met de algemene en de bijzondere voorwaarden.’

 

De Brandweerzone Fluvia werd om advies gevraagd op 18 december 2018. De adviesinstantie heeft advies uitgebracht op 7 januari 2019. De eindconclusie van het advies is gunstig mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsadvies en met het initiële advies van 18 november 2015 met referentie U1501289.

 

De FOD Binnenlandse Zaken – Astrid veiligheidscommissie werd om advies gevraagd op 18 december 2018. De adviesinstantie heeft advies uitgebracht op 8 januari 2019. De eindconclusie van het advies is voorwaardelijk gunstig met de volgende voorwaarde:

‘Gezien de grondoppervlakte van het gebouw heeft de commissie beslist dat er ASTRID -indoorradiodekking dient aanwezig te zijn in het gebouw.’

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

Deze aanvraag is volgens het origineel gewestplan Kortrijk, goedgekeurd op 4 november 1977 gelegen deels in een woongebied en deels in een agrarisch gebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

De grenslijn tussen het gedeelte in agrarisch gebied en het gedeelte in woongebied werd reeds bepaald door een landmeter in het kader van het dossier 2015.114 (oorspronkelijke vergunning).

Voor het gedeelte gelegen in het woongebied zijn de werken in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

De bestaande parking evenals het gesloopte magazijn zijn gelegen in agrarisch gebied. De beide constructies dateren van voor het gewestplan en waren bijgevolg vergund geacht. Na de sloop van de bestaande bebouwing kunnen er in het gedeelte agrarisch gebied geen nieuwe vergunningplichtige werken uitgevoerd worden aangezien in voorliggende aanvraag geen sprake is van werken in functie van een volwaardig landbouwbedrijf en dergelijke werken niet mogelijk zijn binnen de bepalingen inzake zonevreemde constructie uit de VCRO. De voorziene werken in agrarisch gebied, zijnde in hoofdzaak de uitbreidingen van de verharding die niet de strikt noodzakelijk toegang of oprit betreft (extra parkeerplaatsen extra verharding voor fietsenstalling en/of winkelkarren en extra circulatieruimte) moeten uit de vergunning gesloten worden en kunnen niet geregulariseerd worden.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Vichtesteenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. De eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project ligt deels in een niet recent overstroomd gebied en deels in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Er wordt een afwijking gevraagd van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake de inhoud van de hemelwater. Volgens de verordening is de maximale inhoud 10.000 liter terwijl de aanvrager een inhoud vraagt van 40.000 liter gemotiveerd door het groter dagelijks hergebruik voor onderhoud van de gebouwen en toilet en het onderhoud van het terrein. Voor het groter verbruik wordt een verantwoordingsnota toegevoegd. De afwijking werd reeds toegestaan in het oorspronkelijk vergunde dossier zodat dit in voorliggende aanvraag eveneens toegestaan wordt. De aanvraag voldoet voor het overige aan de verordening gezien voorzien wordt in een infiltratievoorziening met een volume van 63.957 liter en een referentieoppervlak van minstens 122,76 m. Bijgevolg dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meer bepaald rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten.

Een mer-screening werd uitgevoerd in het oorspronkelijk vergund dossier. In voorliggende aanvraag is geen bijkomende impact op de mogelijke effecten op de omgeving. Er werd vastgesteld dat de milieu-effecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg is de opmaak van een milieu-effecten-rapport niet vereist.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur, op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De voorliggende aanvraag heeft geen betrekking op een wijziging van de functie en deze werd reeds vergund in zitting van 3 februari 2016 zodat de functionele inpassing niet wijzigt. De voorwaarden opgelegd in de oorspronkelijke vergunning aangaande deze functie blijven uiteraard van toepassing op voorliggende aanvraag. Aangezien geen bijkomende uitbreiding aan handelsoppervlakte voorzien werd zal geen bijkomende impact zijn op de mobiliteit. Aangezien de bestaande verharding in het gedeelte agrarisch gebied niet uitgebreid kan worden in functie van het circuleren dient de oorspronkelijke circulatie voor vrachtwagens behouden te blijven zoals vergund op 3 februari 2016. Dit dient als bijkomende voorwaarde opgelegd te worden. De aanpassingen aan de bebouwde oppervlakte van het handelspand zelf zijn beperkt en zorgen voor een compactere bebouwing zodat deze weinig impact zal hebben. De verwijdering van de vitrines en het voorzien van extra raamopeningen in de voorgevel hebben een meerwaarde op de beeldkwaliteit van het pand. De beperkte aanpassing van de hoogte heeft geen impact op het bestaande straatbeeld en is nog steeds binnen de geldende normen. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Gelet op de specifieke problematiek en inhoud van de adviezen dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in de adviezen stipt nageleefd moeten worden.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

1.      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

2.      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

3.      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Philippe Brantegem namens Active Belgian Land Investment NV gevestigd Gentse steenweg 150/1.2 te 9300 Aalst, voor het regulariseren van een winkelpand en regularisatie slopen van zonevreemd gebouw, op een perceel gelegen Vichtesteenweg 280 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1043 C2, mits te voldoen aan de specifieke voorwaarden opgesomd in artikel 2.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist volgende voorwaarden op te leggen:

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

        De voorwaarden opgenomen in het brandvoorkomingsverslag dienen stipt nageleefd te worden.

        Er dient ASTRID-indoorradiodekking aanwezig te zijn in het gebouw.

        De voorziene werken in het agrarisch gebied die betrekking hebben op de uitbreiding van de verharding die geen strikt noodzakelijk toegang betreffen (extra parkeerplaatsen, extra verharding voor fietsenstalling en/of winkelkarren en extra circulatieruimte), moeten uit de vergunning gesloten worden en zijn bijgevolg niet voor regularisatie vatbaar.

        De oorspronkelijke circulatie voor vrachtwagens dient behouden te blijven zoals vergund op 3 februari 2016.

        De onderstaande voorwaarden geformuleerd in de oorspronkelijke vergunning aangaande de functionele inpasbaarheid blijven van toepassing.:

  • het pand 2 met een oppervlakte van 898 m² moet behouden blijven als 1 unit;
  • het pand 1 met een oppervlakte van 1.876 m² moet behouden blijven als 1 unit of is opdeelbaar in 2 units van elk 938 m² bruto oppervlakte;
  • bij herinvulling is geen verdere verkaveling mogelijk;
  • enkel speciality en volumineuze goederen die geen plaats hebben in de kern worden op de site toegestaan;
  • 1 unit kan eventueel ingevuld worden door een warenhuis.

 

Artikel 3

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat voortaan:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

3.2.2°a)

het lozen van huishoudelijk afvalwater met een maximaal debiet van 1 m³ per uur, 4 m³ per dag en 1.000 m³ per jaar (Nieuw)

1000 m³/jaar

3

12.2.1°

een transformator met een vermogen van 500 kVA (Nieuw)

500 KVA

3

16.3.1.1°

koelinstallatie met een totaal vermogen van 150 kW (Nieuw)

150 KW

3

43.1.1°b)

een stookinstallatie met een vermogen van 500 kW (Nieuw)

500 KW

3

45.4.d)

1 verkooppunt voor producten van dierlijke oorsprong (Nieuw)

1 verkooppunt

3

45.4.e)1°

de opslag van 2 ton producten van dierlijke oorsprong (Nieuw)

2 TON

3

45.8.1°b)

een bakkerij met een totale drijfkracht van 20 kW (Nieuw)

20 KW

3

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

OMV 2018_169 - Proosdijstraat 9-14 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van 6 driegevelwoningen (zijnde 3 koppelwoningen) met tussenliggende carports, op een perceel gelegen Proosdijstraat 9-14 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 W, (afd. 2) sectie E 830 V, (afd. 2) sectie E 830 R, (afd. 2) sectie E 830 S, (afd. 2) sectie E 830 T en (afd. 2) sectie E 830 X aangevraagd door Stephanie Valcke namens JAGERSHOF NV met als contactadres Nijverheidslaan 31 A te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 14 maart 2019.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        de carport op het lot 11 moet ingeplant worden op minstens 2,20 m achter de voorgevelbouwlijn en de carport op lot 12 moet ingeplant worden op 5 m achter de voorgevelbouwlijn (teneinde te koppelen op dezelfde voorbouwlijn)

        de carport op het lot 14 moet ingeplant worden op minstens 3 m achter de voorgevelbouwlijn en de carport op lot 13 moet ingeplant worden op 3,80 m achter de voorgevelbouwlijn (teneinde te koppelen op dezelfde voorbouwlijn).

        per woning moeten 2 stelplaatsen voor fietsen voorzien worden.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oude Pastorijstraat, goedgekeurd 8 november 2012 met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfuncties en zone voor groenbuffer.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling oorspronkelijk goedgekeurd op 5 november 2014 (dossiernummer 2014.15/1049).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning voor het slopen van bestaande bedrijfsgebouwen, het opbreken van bestaande verharding en het slopen van een bestaande woning, afgeleverd op 3 september 2014 (dossiernummer 2014.64).

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen die op heden nog relevant zijn voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Proosdijstraat, een voldoende uitgeruste weg in een recent aangelegde verkaveling. De verkaveling voorziet in een combinatie van vrijstaande, gekoppelde en aangebouwde ééngezinswoningen met maximaal twee bouwlagen en een hellend of plat dak. De invulling van de verkaveling met de woningen is lopende. De Proosdijstraat betreft een doodlopende zijstraat. De vergunning voor de woningen aan de overzijde van de weg is afgeleverd, deze werken zijn nog niet aangevat.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst 6 ééngezinswoningen te bouwen op de loten 10 tot 15 van de verkaveling. De woningen worden per 2 gekoppeld en betreffen bijgevolg driegevelwoningen. Tussenliggend de gekoppelde woningen worden carports ingeplant. De 6 woningen vormen een architecturaal homogene gebouwengroep waarbij gebruik gemaakt wordt van gelijkaardige materialen en van eenzelfde bouwstijl. De voorgevels van de woningen worden gesitueerd op respectievelijk 3 m, 3,20 m, 4 m of 6 m van de rooilijn. De vrije zijstroken tussen de woningen bedragen telkens 3,40 m, de hoekwoning op lot 15 bevindt zich op respectievelijk 3 m en 3,60 m van de zijkavelgrens en de woning op lot 10 bevindt zich op 3 m van de zijperceelsgrens. De afstand tot de achterkavelgrens ligt voor alle woningen tussen de 15 m en de 13 m. De woningen bestaan in hoofdzaak uit twee bouwlagen aan de voorzijde en één bouwlaag aan de achterzijde en zijn voorzien van een hellend dak. De noklijn loopt evenwijdig met de straat met uitzondering van de woning op lot 15 waarbij de nok aan de voorgevel loodrecht op de straat loopt en bijgevolg een puntgevel aanwezig is in het straatbeeld. De kroonlijsthoogte varieert en ligt tussen de 2,80 m en 5,90 m. De nokhoogte ligt voor alle woningen op 10,30 m, behoudens een uitbouw op lot 10 die een nokhoogte heeft van 8 m. De bouwdiepte op het gelijkvloers varieert tussen 11 m en 12 m en deze op de verdieping tussen 9,20 m en 12 m. Op het gelijkvloers wordt telkens een hal, een apart toilet, een living, een eethoek, een keuken en een wasplaats of berging voorzien. Op de verdieping worden er 3 slaapkamers, een apart toilet en een badkamer voorzien. Tussen de loten 11 en 12 en de loten 13 en 14 worden telkens 2 carports ingeplant met een breedte van 3,40 m en een diepte van 6 m. De carports worden ingeplant op respectievelijk 2 m achter de voorgevelbouwlijn (voor de loten 12, 13 en 14) en op de voorgevelbouwlijn voor het lot 11. Voor de woning op lot 15 wordt een carport ingeplant in de tuinzone, op de achterkavelgrens, op de linkerzijperceelsgrens en op 3,92 m van de rechterzijperceelgrens (zijnde de rooilijn met de Oude Pastoriestraat). Deze carport heeft een breedte van 3 m op een diepte van 7,08 m. Bij de woning op lot 10 wordt de carport ingeplant op de linkerzijperceelsgrens op een afstand van 3 m achter de achtergevel van de woning en op een afstand van 2,92 m van de achterperceelsgrens. De carport heeft een breedte van 3 m op een diepte van 7,08 m. Het gevelmetselwerk van de woningen bestaat uit een wit gekalkte handvormsteen en een plint in donkergrijs geschilderde handvormsteen in combinatie met roodbruine pannen in gebakken aarde en houten ramen. Bij iedere woning wordt er tegen de achtergevel van de woning een terras voorzien van 35 m² en wordt er in de voortuin een verharding in klinkers aangelegd om de carports en de voordeur bereikbaar te maken. Alle loten worden omzoomd door een 1,8 m hoge ligustrumhaag in de achtertuin en een lage ligustrumhaag in de voortuin. Voor lot 15 wordt een gedeelte van de achtertuin (gedeelte langs de Oude Pastoriestraat) omzoomd met een 1,8 m hoge tuinmuur. 

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 27 december 2018 tot 25 januari 2019. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van de geldende verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Dakhelling maximaal 45°

Dakhelling 50°

Carport 3 m achter de voorgevel

Carport in de vrije zijstrook op 2 m van de voorgevelbouwlijn bij lot 14, op 2,80 m bij lot 13 en 12 en op de voorgevelbouwlijn bij lot 11

Oppervlakte carports in de vrije zijstrook is maximaal 18 m²

De carports in de vrije zijstrook hebben een oppervlakte van 20,40 m²

 

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien de loten 10-15 bestemd zijn voor halfopen bebouwing, de hoofdbestemming eengezinswoningen betreft, er geen nevenbestemmingen voorzien worden, alle woningen voorzien zijn van een private tuin, de terreinbezetting ruim onder de 50% blijft, de afstand tov de rooilijn min. 3 m en max. 6 m bedraagt, de vrije zijstroken minimum 3 m bedragen en afstanden tot de achterperceelsgrenzen minimum 8 m, elke woning uit 2 bouwlagen en een zolder onder dak bestaat, de maximale nokhoogte 10,6 m bedraagt (= minder dan 13,5 m), de maximale bouwdiepte van de woningen 12 m bedraagt (zowel gelijkvloers als verdieping), alle geveldelen ontworpen zijn in kleinschalige materialen (bakstenen en dakpannen) en het geheel van de 6 woningen ontworpen werd in dezelfde bouwmaterialen, de bestemming van elk bijgebouw carport is, de carports bij de loten 10 en 15 vrijstaand zijn ingeplant op meer dan 2 m achter de achtergevel van de woning, de bebouwde oppervlaktes voor de vrijstaande carports 21,2 m² bedragen (= minder dan de maximale 30 m²), de bijgebouwen opgetrokken worden in hout, de hoogte van de carports beperkt blijft tot 2,62 m (is onder de 3m ), de verharding in de voortuin beperkt wordt tot enkel de toegang tot de woning en tot de carport en de breedte van de verharding maximaal 3,40 m bedraagt (minder dan de maximale 7 m), de terrasoppervlakte telkens beperkt blijft tot maximaal 35 m², alle afsluitingen uitgevoerd worden in levende hagen van maximaal 2,2 m hoog en in de voortuin van 1,20 m hoog, op de gemeenschappelijke grens van de gekoppelde woningen aansluitend aan de woning een tuinmuur voorzien wordt van 3 m lengte en een hoogte van 2,2 m en aan de woning op lot 15 langs de straatzijde een tuinmuur voorzien wordt met een hoogte van 1,80 m.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de dakvorm, inplanting en afmetingen zodat een afwijking overwogen kan worden.

De afwijking op de dakvorm betreft een heel geringe afwijking op de helling. Een verschil van 5° zal in de omgeving nauwelijks waarneembaar zijn. Alle woningen blijven binnen het maximale toegestane hoogte en bouwdiepte. Soortgelijke afwijking is reeds toegestaan bij de afgeleverde vergunning voor de woningen aan de overzijde van de Proosdijstraat zodat de impact te verwaarlozen is en de afwijking toegestaan kan worden.

De afwijking op de afmetingen van de carport is eveneens gering qua impact. Door de volledige breedte van de vrije zijstrook in te nemen kunnen de carports in de vrije zijstrook gekoppeld worden en ontstaat een homogeen aansluitend geheel. Een diepte van 6 m is wenselijk teneinde een voertuig op een volwaardige manier te kunnen stallen zodat ook deze afwijking toegestaan kan worden.

In verband met de plaatsing van de carport ten opzichte van de voorgevelbouwlijn dient gesteld dat als algemene regel binnen de gemeente de 3 m ten opzichte van de voorgevelbouwlijn gehanteerd wordt teneinde het open karakter te bewaren. Deze inplanting op een afstand van minstens 3 m is bij nagenoeg alle loten mogelijk zonder impact op de tuinzones en de aanpalenden gezien de carport nog steeds naast de woningen ligt en niet verder komt dan de achtergevels. Een koppeling van de 2 naast elkaar liggende carports op eenzelfde bouwlijn is echter wenselijk in functie van uniformiteit in het straatbeeld. Dit betekent dat voor het lot 11 wel een afwijking toegestaan kan worden tot een inplanting op 2,20 m achter de voorgevelbouwlijn zodat de carport op het aanpalend lot 12 gelijk ligt met de achtergevel van de woning en bijgevolg geen bijkomende impact heeft op de tuinzone. Door het niet toestaan van de gevraagde afwijkingen zal de verharde oppervlakte slechts beperkt toenemen.

Bijgevolg dient in de voorwaarden bij afgifte van de vergunning opgenomen te worden dat de carport op het lot 11 ingeplant moet worden op minstens 2,20 m achter de voorgevelbouwlijn en bijgevolg de carport op lot 12 ingeplant wordt op 5 m achter de voorgevelbouwlijn (teneinde te koppelen op dezelfde voorbouwlijn) en dat de carport op het lot 14 ingeplant moet worden op minstens 3 m achter de voorgevelbouwlijn en bijgevolg de carport op lot 13 ingeplant wordt op 3,80 m achter de voorgevelbouwlijn (teneinde te koppelen op dezelfde voorbouwlijn).

 

Teneinde voor het overige te voldoen aan de verkavelingsvoorwaarden dient opgenomen te worden dat er per woning 2 fiets-stelplaatsen dienen voorzien te worden (dit is nu niet duidelijk af te leiden uit de bouwplannen).

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Proosdijstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: per woning wordt er een regenwaterput van 7.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager maakt gebruik van de gemeenschappelijke infiltratievoorziening van de verkaveling, het terras, de oprit en het pad naar de voordeur wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10b - stadsontwikkelingsprojecten

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). In de aanvraag worden de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Er werd vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg is de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De omgeving wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door ééngezinswoningen. Het bouwen van 6 ééngezinswoningen past zich bijgevolg functioneel in, in deze omgeving. De woningen bestaan uit 2 bouwlagen met hellende daken, een typologie die zich herhaalt in de nabije omgeving zodat de aanvraag zich ook visueel-vormelijk in zijn omgeving inpast. Het ontwerp voorziet woningen die nagenoeg volledig conform de verkaveling zijn zodat de impact op de omgeving beperkt zal zijn. De woningen worden ontworpen als een harmonisch geheel zowel qua materiaal als qua typologie. Iedere woongelegenheid kan genieten van een relatief ruime private buitenruimte. Iedere woongelegenheid beschikt over een carport en een voorliggende oprit zodat bijgevolg 2 parkeerplaatsen op eigen terrein aanwezig zijn. Dit betekent dat de eventuele parkeerdruk op het openbare domein zo gering mogelijk blijft. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

7.14     Belastingsreglement op ontbrekende parkeerplaatsen

Overeenkomstig de gemeenteraadsbeslissing van 3 juli 2014 betreffende de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen moet voor het bouwen een nieuwbouwwoning één parkeerplaats per woning voorzien worden. Volgens de ingediende plannen is per woning een carport aanwezig zodat voldaan is aan de genoemde gemeenteraadsbeslissing.

 

Juridische gronden

 

1.   Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

2.   Andere:

2.1.            Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

2.2.            Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Stephanie Valcke namens JAGERSHOF NV met als contactadres Nijverheidslaan 31 A te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van 6 driegevelwoningen (zijnde 3 koppelwoningen) met tussenliggende carports, op een perceel gelegen Proosdijstraat 9-14 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 W, (afd. 2) sectie E 830 V, (afd. 2) sectie E 830 R, (afd. 2) sectie E 830 S, (afd. 2) sectie E 830 T en (afd. 2) sectie E 830 X, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        de carport op het lot 11 moet ingeplant worden op minstens 2,20 m achter de voorgevelbouwlijn en de carport op lot 12 moet ingeplant worden op 5 m achter de voorgevelbouwlijn (teneinde te koppelen op dezelfde voorbouwlijn)

        de carport op het lot 14 moet ingeplant worden op minstens 3 m achter de voorgevelbouwlijn en de carport op lot 13 moet ingeplant worden op 3,80 m achter de voorgevelbouwlijn (teneinde te koppelen op dezelfde voorbouwlijn).

        per woning moeten 2 fiets-stelplaatsen voorzien worden.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 20 MAART 2019

Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met de te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Organisatiebeheersysteem

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2019/11 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2019/14 goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/03/2019
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.