Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 14 oktober 2020 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 14 oktober 2020.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 14 oktober 2020 goed te keuren.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Diverse verslagen - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het aan de gemeente overgemaakte verslag.
Motivering
Volgende verslag werden overgemaakt aan de gemeente:
• Mijn huis - Raad van Bestuur van 29 september 2020
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Herinrichting begraafplaats Sint-Lodewijk en overdekte afscheidsplaats centrum - definitieve oplevering en vrijgave tweede helft borgtocht - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het proces-verbaal van definitieve oplevering en de vrijgave van de tweede helft van de borgtocht van de opdracht “Herinrichting begraafplaats Sint-Lodewijk en overdekte afscheidsplaats centrum” goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 19 december 2018 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Herinrichting begraafplaats Sint-Lodewijk en overdekte afscheidsplaats centrum” aan nv Arbowar, Driesstraat 80 te 8790 Waregem tegen het nagerekende en verbeterde offertebedrag van 269.517,36 euro excl. btw of 326.116,01 euro incl. 21% btw.
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 373/DEER.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 23 oktober 2019 goedkeuring aan het proces-verbaal van voorlopige oplevering van 3 oktober 2019, opgesteld door Ontwerpbureau Andy Malengier bvba.
De waarborgtermijn werd in het bestek vastgesteld op 12 maanden.
De aannemer nv Arbowar, Driesstraat 80 te 8790 Waregem heeft aan zijn verplichtingen voldaan.
Ontwerpbureau Andy Malengier bvba stelde een proces-verbaal op van definitieve oplevering, die plaatsvond op 9 oktober 2020.
Uit het bijgevoegde proces-verbaal van definitieve oplevering blijkt dat er geen opmerkingen zijn.
De eerste helft (6.740,00 euro) van de borgtocht nr. 726929253515 (Borgstellingskas: koninklijk besluit C Bank nv - KCG) van 13.480,00 euro werd vrijgegeven op 24 oktober 2019.
De tweede helft (6.740,00 euro) van borgtocht nr. 726929253515 (Borgstellingskas: koninklijk besluit C Bank nv - KCG) van 13.480,00 euro mag worden vrijgegeven.
Juridische gronden
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
De opdracht “Herinrichting begraafplaats Sint-Lodewijk en overdekte afscheidsplaats centrum” wordt definitief opgeleverd.
Artikel 2
De tweede helft (6.740,00 euro) van borgtocht nr. 726929253515 (Borgstellingskas: koninklijk besluit C Bank nv - KCG) van 13.480,00 euro mag worden vrijgegeven.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Tijdelijk administratief medewerker mobiliteit - vacantverklaring - goedkeuring
Aanleiding en context
Binnen de cluster ruimte dient de functie van halftijds tijdelijk contractueel administratief medewerker mobiliteit (niv. C1-C3) vacant te worden verklaard.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het volgende te bepalen:
• de wijze van invulling
• al dan niet aanleg van een wervingsreserve
• al dan niet om aanvullende aanwervings- of bevorderingsvoorwaarden vast te leggen
• de wijze van bekendmaking van de vacature
• de selectieprocedure en de selectiecommissie
Motivering
De functie van mobiliteitsdeskundige werd op 20 mei 2020 vacant verklaard. Uit deze selectieprocedure kwam uiteindelijk geen enkele geslaagde kandidaat.
Vanuit Leiedal krijgen wij op korte termijn inhoudelijke ondersteuning om mobiliteit op te volgen. Voor de administratieve ondersteuning hierbij is het aangewezen om een tijdelijk administratief medewerker (0,5 VTE) aan te werven, met een contract voor 6 maanden, eventueel verlengbaar.
De invulling van deze functie gebeurt bij voorkeur via een aanwervingsprocedure voor de aanwerving in contractuele betrekkingen waarvan de tewerkstellingsduur tot maximaal één of twee jaar beperkt is, met aanleg van een wervingsreserve voor de duur van 3 jaar.
De externe bekendmaking van deze vacature zal gebeuren via de gemeentelijke website, facebook en twitter.
Voor de selectieprocedure wordt voorgesteld te starten met een CV-screening waarbij 5 geselecteerde kandidaten worden uitgenodigd voor een gestructureerd interview.
Dit interview zal worden afgenomen door mevrouw Tine Degloire (clusterhoofd ruimte) en de heer Jochen Vandorpe (clusterhoofd interne zaken).
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 3, 2° Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Art. 34 rechtspositieregeling gemeente Deerlijk
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit over te gaan tot de vacantverklaring van een halftijds contractueel administratief medewerker mobiliteit (C1-C3), met een contract van zes maanden, eventueel verlengbaar.
Artikel 2
De invulling van deze betrekking gebeurt via een aanwervingsprocedure voor de aanwerving in contractuele betrekkingen waarvan de tewerkstellingsduur tot maximaal één of twee jaar beperkt is. Er wordt een wervingsreserve van 3 jaar aangelegd.
Artikel 3
De bekendmaking van de vacature gebeurt via de gemeentelijke website, facebook en twitter.
Artikel 4
De selectieprocedure zal bestaan uit een CV-screening en een gestructureerd interview met 5 kandidaten.
Artikel 5
Het college van burgemeester en schepenen besluit de selectiecommissie als volgt samen te stellen:
• mevrouw Tine Degloire, clusterhoofd ruimte,
• de heer Jochen Vandorpe, clusterhoofd interne zaken.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Innovator burger en welzijn - uitslag selectieprocedure en aanstelling in contractueel verband voor onbepaalde duur - goedkeuring
STEMMINGEN
Eenparig goedgekeurd
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Mobiliteitsdeskundige - gezamenlijke aanwerving - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen aan de gezamenlijke aanwervingsprocedure voor een mobiliteitsdeskundige, samen met de gemeente Anzegem.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 20 mei 2020 de halftijdse betrekking van mobiliteitsdeskundige vacant te verklaren. De procedure werd uiteindelijk afgesloten zonder gunstig resultaat.
Na het bekijken van verschillende pistes, werd de mogelijkheid bekeken om samen met buurgemeente Anzegem op zoek te gaan naar een voltijdse mobiliteitsdeskundige, die halftijds voor Deerlijk, en halftijds voor Anzegem zou werken. Er werd met de betrokken diensten overleg gehouden om de inhoudelijke verwachtingen af te stemmen. Daaruit blijkt dat beide besturen een gelijkaardig profiel voor ogen houden, met een gelijklopend takenpakket.
Het college van burgemeester en schepenen besliste daarom in zitting van 30 september 2020 deze optie te lichten. In concreto zal de procedure gevoerd worden via Poolstok, door de firma Vandelanotte. Deerlijk neemt hierin de leiding als vennoot van Poolstok. De gemaakte kosten in functie van publicaties en de eigenlijke procedure, zullen voorgefinancierd worden door Deerlijk, en voor de helft verhaald worden op Anzegem.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 2° Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Art. 5, 10, 11, 21 en 25 rechtspositieregeling gemeente Deerlijk, goedgekeurd in de gemeenteraad van 20 februari 2020
◦ het geïntegreerde organogram van gemeente en OCMW Deerlijk, goedgekeurd in de gemeenteraad van 20 februari 2020
◦ Art. 196 § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming | - 2.800 euro excl. BTW voor publicatie via diverse kanalen - 4.500 euro excl. BTW voor de eigenijke selectieprocedure via Poolstok/Vandelanotte
Beide kosten zullen voor de helft doorgefactureerd worden aan het bestuur van Anzegem. |
Actie | GBB |
Jaarbudgetrekening | 61440000 |
Visum | nvt |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de halftijdse contractuele betrekking van mobiliteitsdeskundige (B1-B3) opnieuw vacant te verklaren.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit deze betrekking in te vullen via een gezamenlijke aanwervingsprocedure samen met de gemeente Anzegem en er wordt een wervingsreserve van 3 jaar aangelegd.
Artikel 3
De externe bekendmaking zal gebeuren:
• In de Zondag/Deze week
• Via het gemeentenieuws, de websites en sociale media van beide besturen
• via VDAB
• Via facebook- en linkedin advertising
Artikel 4
De selectieprocedure zal bestaan uit drie onderdelen met als volgorde:
• Schriftelijk gedeelte
• Mondeling gedeelte
• Assessment center
De selectietechnieken kunnen, als de noodzaak zich voordoet omwille van de coronacrisis, online toegepast worden als alle kandidaten zich hiermee akkoord verklaren.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
LEIEDAL - buitengewone algemene vergadering van 10 december 2020 - agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
LEIEDAL nodigt de gemeente uit tot het bijwonen van de buitengewone algemene vergadering die plaatsvindt op 10 december 2020 om 17.00 uur, via Teams Live Events.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de uitnodiging, de agendapunten te overlopen en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken deze materie te agenderen op de gemeenteraadszitting van 29 oktober 2020.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt de agenda met volgende punten:
1) Jaaractieplan
In uitvoering van artikel 45 van de statuten keurt de vergadering het Jaaractieplan voor 2021 goed.
2) Gemeentelijke bijdrage in de werkingskosten voor 2021
In uitvoering van artikel 14 van de statuten van Leiedal stelt de vergadering de bijdrage van de gemeenten vast voor het begrotingsjaar 2021.
3) Begroting 2021
In uitvoering van artikel 45 van de statuten keurt de vergadering de Begroting voor 2021 goed.
4) Aanstelling commissaris-revisor
In uitvoering van artikel 41 van de statuten benoemt de vergadering de commissaris-revisor belast voor de controle van de jaarrekeningen 2020, 2021 en 2022.
5) Varia
In de gemeenteraadszitting van 28 februari 2019 werd de heer Jurgen Beke aangesteld als effectief vertegenwoordiger en mevrouw Regine Vanwijnsberghe-Rooryck als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van Leiedal die plaatsvinden in de loop van de legislatuur 2019-2024.
De financieel directeur verleende op 14 oktober 2020 positief advies.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt op de agenda van de gemeenteraad van 29 oktober 2020 te plaatsen.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Corona-relanceplan - reglement coronanoodfonds ter ondersteuning van verenigingen dewelke door corona in hun voortbestaan worden bedreigd - agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken het reglement coronanoodfonds ter ondersteuning van verenigingen dewelke door corona in hun voortbestaan worden bedreigd te agenderen op de gemeenteraad van 29 oktober 2020.
Motivering
De gemeenteraad keurde in zitting van 9 juli 2020 het relanceplan, uitgewerkt in de schoot van de werkgroep Postcorona, samengesteld uit een brede vertegenwoordiging vanuit alle partijen, goed. Dit corona-relanceplan omvat ook een coronanoodfonds ter ondersteuning van verenigingen dewelke door corona in hun voortbestaan worden bedreigd.
In functie van het toekennen van deze ondersteuning en het bepalen van de modaliteiten en voorwaarden daartoe werd een reglement uitgewerkt. Het ontwerpreglement werd besproken op de werkgroep Postcorona en wordt als volgt ter goedkeuring voorgelegd:
REGLEMENT CORONANOODFONDS TER ONDERSTEUNING VAN VERENIGINGEN DEWELKE DOOR CORONA IN HUN VOORTBESTAAN WORDEN BEDREIGD
Art. 1 Doelstelling
Dit reglement wenst de zware negatieve financiële gevolgen van het Covid-19 virus voor de diverse verenigingen actief in Deerlijk in te perken door die verenigingen die effectief bedreigd zijn in hun voortbestaan ingevolge de coronacrisis bijkomende steun te verlenen.
De middelen moeten in alle geval ten goede komen aan de eigen werking van de vereniging en zijn niet bestemd om initiatieven van derden te ondersteunen noch om persoonlijke onkosten of verliezen te dekken van leden, begeleiders, spelers, ... De middelen zijn niet bedoeld om geleden schade integraal te compenseren, maar wel om ervoor te zorgen dat verenigingen niet danig in financiële problemen komen en in hun voortbestaan worden bedreigd.
Art. 2 Toepassingsgebied
Volgende verenigingen komen in aanmerking voor dit reglement.
Iedere socio-culturele, jeugd- of sportvereniging die een actieve werking heeft in Deerlijk sedert minstens 1 januari2018 en een dossier indient voor 14 februari 2021 komt in aanmerking voor deze ondersteuning.
De definitie van socio-culturele, jeugd- of sportvereniging wordt ruim geïnterpreteerd zodat ook seniorenverenigingen, natuur- en milieuverenigingen, feestcomités en overige verenigingen zonder winstoogmerk of feitelijke verenigingen met sociaal-culturele projecten als onderdeel van hun actieve werking in Deerlijk aanspraak kunnen maken op deze middelen. De vereniging zal in haar aanvraag motiveren waarom zij onder deze ruime definiëring meent te vallen, waarna dit mee zal beoordeeld worden in het kader van de aanvraag.
Verengingen die geen maatschappelijke zetel hebben (in Deerlijk) dienen hun actieve werking in Deerlijk aan te tonen.
Worden uitgesloten van dit reglement:
◦ commerciële ondernemingen;
◦ verenigingen die gericht zijn op commerciële uitbating;
◦ verenigingen die louter gericht zijn op het organiseren van evenementen en daarnaast geen werking binnen de gemeente ontplooien/ontplooid hebben sinds 2018.
Art. 3 De aanvraagprocedure
Uiterlijk op 14 februari 2021 wordt een dossier ingediend via www.deerlijk.be/coronanoodfonds.
Hierin moeten de verenigingen aantonen (cumulatieve voorwaarden):
◦ dat zij in de periode 1 januari 2020 - 31 december 2020 omwille van extra kosten en/of inkomstenderving direct gerelateerd aan corona, een netto minopbrengst van minstens 2.000 euro hebben in vergelijking met 2018 en 2019;
◦ dat zij hierdoor in een financiële situatie komen die van die aard is dat ze in hun voortbestaan bedreigd zijn.
Bij dit aanvraagformulier dienen, op straffe van onontvankelijkheid, volgende bijlagen toegevoegd te worden:
◦ officiële boekhoudstukken of andere bewijsstukken die de schadeclaim staven;
◦ officiële neergelegde boekhoudstukken of andere bewijsstukken betreffende het boekjaar 2018 en 2019;
◦ officiële boekhoudstukken of andere bewijsstukken betreffende het boekjaar 2020;
◦ een gemotiveerde aanduiding waartoe de toelage aangewend zal worden;
◦ een overzicht van de eigen geleverde inspanningen om de financiële impact van de coronacrisis te beperken.
Art. 4 Beoordeling van de aanvraag.
Een beoordelingscommissie, identiek samengesteld als de werkgroep Postcorona, in de schoot van de gemeenteraad en aangevuld met het hoofd vrije tijd, zal alle aanvragen onderzoeken op hun ontvankelijkheid en de ontvankelijke inhoudelijk beoordelen.
Uiterlijk 14 april 2021 wordt een globaal voorstel aan het college van burgemeester en schepenen overgemaakt. Bij de beoordeling van de aanvragen kan de commissie beslissen om één of meerdere verenigingen uit te nodigen om hun ingediende dossier(s) verder toe te lichten of om bijkomende stukken op te vragen. Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen kunnen de subsidies overgeschreven worden naar de betrokken verenigingen.
Art. 5 De toelage.
De toelage wordt bepaald in functie van het voortbestaan van de vereniging.
Art. 6 Procedure in geval van wijzigingen
Indien de gegevens uit de aanvraag wijzigen moet de vereniging het lokaal bestuur hiervan onmiddellijk op de hoogte stellen. Het college van burgemeester en schepenen kan zich genoodzaakt zien de toegekende toelage geheel of gedeeltelijk in te trekken of terug te vorderen als blijkt dat de vereniging verkeerde informatie verstrekte.
Art. 7 Bewijs en uitbetaling
De toelagen worden uitbetaald na positief advies van de beoordelingscommissie en goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen. De vereniging wordt geacht de toegekende toelage aan te wenden in overeenstemming met haar doel (zijnde een activiteit ontplooien in de domeinen socio-cultureel, cultuur, jeugd en/of sport). Het lokaal bestuur behoudt zich het recht voor om controles te verrichten op de aanwending van de middelen. Bij vaststelling van misbruik kan het college van burgemeester en schepenen zich genoodzaakt zien de toegekende toelage geheel of gedeeltelijk in te trekken of terug te vorderen.
Artikel 8. Cumulatie
De toelage is cumuleerbaar met andere subsidies. De vereniging is verplicht om bij het indienen van de aanvraag melding te maken van de andere subsidies die zij ontvangt of waartoe zij een aanvraag heeft ingediend.
Artikel 9. Voorziene krediet
Voor het coronanoodfonds ter ondersteuning van verenigingen dewelke door corona in hun voortbestaan worden bedreigd, wordt een budget van maximaal 60.000 euro toegewezen uit de toegekende middelen van het Vlaams noodfonds.
Indien er, na afhandeling van alle dossiers van het coronanoodfonds, een saldo rest in dit fonds, zal de beoordelingscommissie aan het college van burgemeester en schepenen een advies formuleren over de aanwending van deze resterende middelen voor de sectoren cultuur, jeugd en sport.
Artikel 10. Betwistingen
Betwistingen in verband met de uitvoering van dit reglement worden voorgelegd aan en beslist door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 11. Overgangsbepalingen en inwerkingtreding
Het reglement treedt in werking op 6 november 2020 en eindigt op 31 december 2021.
Dit reglement geldt onder voorbehoud van eventuele navolgende bepalingen vanuit de Vlaamse overheid inzake aanwending van de middelen van het Vlaams noodfonds voor cultuur, jeugd en sport.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om volgend reglement te agenderen op de gemeenteraad van 29 oktober 2020:
REGLEMENT CORONANOODFONDS TER ONDERSTEUNING VAN VERENIGINGEN DEWELKE DOOR CORONA IN HUN VOORTBESTAAN WORDEN BEDREIGD
Art. 1 Doelstelling
Dit reglement wenst de zware negatieve financiële gevolgen van het Covid-19 virus voor de diverse verenigingen actief in Deerlijk in te perken door die verenigingen die effectief bedreigd zijn in hun voortbestaan ingevolge de coronacrisis bijkomende steun te verlenen.
De middelen moeten in alle geval ten goede komen aan de eigen werking van de vereniging en zijn niet bestemd om initiatieven van derden te ondersteunen noch om persoonlijke onkosten of verliezen te dekken van leden, begeleiders, spelers, ... De middelen zijn niet bedoeld om geleden schade integraal te compenseren, maar wel om ervoor te zorgen dat verenigingen niet danig in financiële problemen komen en in hun voortbestaan worden bedreigd.
Art. 2 Toepassingsgebied
Volgende verenigingen komen in aanmerking voor dit reglement.
Iedere socio-culturele, jeugd- of sportvereniging die een actieve werking heeft in Deerlijk sedert minstens 1 januari 2018 en een dossier indient voor 14 februari 2021 komt in aanmerking voor deze ondersteuning.
De definitie van socio-culturele, jeugd- of sportvereniging wordt ruim geïnterpreteerd zodat ook seniorenverenigingen, natuur- en milieuverenigingen, feestcomités en overige verenigingen zonder winstoogmerk of feitelijke verenigingen met sociaal-culturele projecten als onderdeel van hun actieve werking in Deerlijk aanspraak kunnen maken op deze middelen. De vereniging zal in haar aanvraag motiveren waarom zij onder deze ruime definiëring meent te vallen, waarna dit mee zal beoordeeld worden in het kader van de aanvraag.
Verengingen die geen maatschappelijke zetel hebben (in Deerlijk) dienen hun actieve werking in Deerlijk aan te tonen.
Worden uitgesloten van dit reglement:
◦ commerciële ondernemingen;
◦ verenigingen die gericht zijn op commerciële uitbating;
◦ verenigingen die louter gericht zijn op het organiseren van evenementen en daarnaast geen werking binnen de gemeente ontplooien/ontplooid hebben sinds 2018.
Art. 3 De aanvraagprocedure
Uiterlijk op 14 februari 2021 wordt een dossier ingediend via www.deerlijk.be/coronanoodfonds.
Hierin moeten de verenigingen aantonen (cumulatieve voorwaarden):
◦ dat zij in de periode 1 januari 2020-31 december 2020 omwille van extra kosten en/of inkomstenderving direct gerelateerd aan corona, een netto minopbrengst van minstens 2.000 euro hebben in vergelijking met 2018 en 2019;
◦ dat zij hierdoor in een financiële situatie komen die van die aard is dat ze in hun voortbestaan bedreigd zijn.
Bij dit aanvraagformulier dienen, op straffe van onontvankelijkheid, volgende bijlagen toegevoegd te worden:
◦ officiële boekhoudstukken of andere bewijsstukken die de schadeclaim staven;
◦ officiële neergelegde boekhoudstukken of andere bewijsstukken betreffende het boekjaar 2018 en 2019;
◦ officiële boekhoudstukken of andere bewijsstukken betreffende het boekjaar 2020;
◦ een gemotiveerde aanduiding waartoe de toelage aangewend zal worden;
◦ een overzicht van de eigen geleverde inspanningen om de financiële impact van de coronacrisis te beperken.
Art. 4 Beoordeling van de aanvraag.
Een beoordelingscommissie, identiek samengesteld als de werkgroep Postcorona, in de schoot van de gemeenteraad en aangevuld met het hoofd vrije tijd, zal alle aanvragen onderzoeken op hun ontvankelijkheid en de ontvankelijke inhoudelijk beoordelen.
Uiterlijk 14 april 2021 wordt een globaal voorstel aan het college van burgemeester en schepenen overgemaakt. Bij de beoordeling van de aanvragen kan de commissie beslissen om één of meerdere verenigingen uit te nodigen om hun ingediende dossier(s) verder toe te lichten of om bijkomende stukken op te vragen. Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen kunnen de subsidies overgeschreven worden naar de betrokken verenigingen.
Art. 5 De toelage.
De toelage wordt bepaald in functie van het voortbestaan van de vereniging.
Art. 6 Procedure in geval van wijzigingen
Indien de gegevens uit de aanvraag wijzigen moet de vereniging het lokaal bestuur hiervan onmiddellijk op de hoogte stellen. Het college van burgemeester en schepenen kan zich genoodzaakt zien de toegekende toelage geheel of gedeeltelijk in te trekken of terug te vorderen als blijkt dat de vereniging verkeerde informatie verstrekte.
Art. 7 Bewijs en uitbetaling
De toelagen worden uitbetaald na positief advies van de beoordelingscommissie en goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen. De vereniging wordt geacht de toegekende toelage aan te wenden in overeenstemming met haar doel (zijnde een activiteit ontplooien in de domeinen socio-cultureel, cultuur, jeugd en/of sport). Het lokaal bestuur behoudt zich het recht voor om controles te verrichten op de aanwending van de middelen. Bij vaststelling van misbruik kan het college van burgemeester en schepenen zich genoodzaakt zien de toegekende toelage geheel of gedeeltelijk in te trekken of terug te vorderen.
Artikel 8. Cumulatie
De toelage is cumuleerbaar met andere subsidies. De vereniging is verplicht om bij het indienen van de aanvraag melding te maken van de andere subsidies die zij ontvangt of waartoe zij een aanvraag heeft ingediend.
Artikel 9. Voorziene krediet
Voor het coronanoodfonds ter ondersteuning van verenigingen dewelke door corona in hun voortbestaan worden bedreigd, wordt een budget van maximaal 60.000 euro toegewezen uit de toegekende middelen van het Vlaams noodfonds.
Indien er, na afhandeling van alle dossiers van het coronanoodfonds, een saldo rest in dit fonds, dan zal de beoordelingscommissie aan het college van burgemeester en schepenen een advies formuleren over de aanwending van deze resterende middelen voor de sectoren cultuur, jeugd en sport.
Artikel 10. Betwistingen
Betwistingen in verband met de uitvoering van dit reglement worden voorgelegd aan en beslist door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 11. Overgangsbepalingen en inwerkingtreding
Het reglement treedt in werking op 6 november 2020 en eindigt op 31 december 2021.
Dit reglement geldt onder voorbehoud van eventuele navolgende bepalingen vanuit de Vlaamse overheid inzake aanwending van de middelen van het Vlaams noodfonds voor cultuur, jeugd en sport.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Kinderboerderij Bokkeslot - ontwerpbegroting 2021 - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de ontwerpbegroting 2021 van vzw Kinderboerderij Bokkeslot.
Motivering
Conform artikel 4 van het premiereglement exploitatiepremie Kinderboerderij Bokkeslot, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 mei 2020, dient kinderboerderij Bokkeslot voor 15 oktober jaarlijks haar ontwerpbegroting voor het volgende jaar aan het college van burgemeester en schepenen voor te leggen.
Kinderboerderij Bokkeslot heeft de ontwerpbegroting op 12 oktober 2020 overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen.
Bij de ontwerpbegroting zat ook een begeleidende brief. Daarin spreekt vzw Kinderboerderij Bokkeslot over het bijzondere jaar 2020 en de donkere wolken, maar ook dat ze met redelijk wat vertrouwen naar de toekomst kijken door de eigen veerkracht die ze hebben en de financiële steun die ze gekregen hebben van de Vlaamse Overheid en het gemeentebestuur.
Door dit ongewone jaar valt het moeilijk te voorspellen wat 2021 zal brengen. Daarom heeft de Raad van Bestuur van vzw Kinderboerder Bokkeslot besloten om de ontwerpbegroting voor 2021 grotendeels te baseren op de begroting van 2020 en op financieel vlak weinig aanpassingen te doen. Er zal ongetwijfeld moeten bijgestuurd worden in de loop van 2021 en het college van burgemeester en schepen zal hiervan op de hoogte gebracht worden via de schepen van jeugd die ook lid is van de Raad van Bestuur.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere : Premiereglement exploitatiepremie Kinderboerderij Bokkeslot
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontwerpbegroting 2021 van vzw Kinderboerderij Bokkeslot.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
LO - vervangen ziek personeelslid naschool opvang - goedkeuring
STEMMINGEN
Eenparig goedgekeurd
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Afsprakennota - ondersteuning cluster Ruimte bij behandeling omgevingsvergunningsaanvragen en dossiers mobiliteit - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de afsprakennota "Deerlijk: ondersteuning van de cluster ruimte bij de ondersteuning / advisering / behandeling van vergunningsaanvragen en de ondersteuning / advisering / behandeling bij mobiliteitsaspecten in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal", goed te keuren.
Motivering
Binnen de cluster ruimte is er momenteel een nood aan bijkomende ondersteuning.
• Bij de dienst omgeving blijven de omgevingsvergunningsaanvragen binnenkomen waardoor de werklast voor het verwerken van deze aanvragen hoog is. Anderzijds werd er een ambitieus meerjarenplan opgesteld waarin de opmaak van enkele belangrijke visie- en beleidsdocumenten werd opgenomen en dit brengt voor de dienst ook heel wat bijkomend werk met zich mee.
• Bijna dagelijks komen er nieuwe meldingen en vragen in verband met mobiliteit. Gezien er geen mobiliteitsdeskundige is binnen de gemeente worden deze nu ad hoc behandeld door de deskundige werken in uitvoering en/of het clusterhoofd ruimte of worden deze doorgeschoven naar de beperkte mobiliteitscommissie om daar te bespreken. Bovendien zijn er in het meerjarenplan ook heel wat ambities op vlak van mobiliteit opgenomen. Doordat er heel wat tijd gestoken wordt in de ad hoc opvolging van allerhande vragen, blijft er momenteel geen ruimte meer over om werk te maken van de omschakeling naar een meer integrale benadering inzake mobiliteit.
Daarom wordt voorgesteld om beroep te doen op ondersteuning vanuit Leiedal en gedurende een periode van 6 maanden 1 dag/week beroep te doen op een projectuitvoerder voor het behandelen van omgevingsvergunningsaanvragen en 1 dag/week voor het behandelen van vragen / meldingen / dossier met betrekking tot mobiliteit.
Leiedal maakte hiervoor een afsprakennota op in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal.
De tarieven hiervoor, zoals vastgelegd door de Raad van bestuur zijn:
Categorie | Tafief per dagdeel (4u) |
Stafmedewerker junior (mobiliteit) | 204 euro |
Stafmedewerker senior (omgevingsvergunningen) | 272 euro |
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° van het Decreet lokaal bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 13.600 euro (omgeving) 10.200 euro (mobiliteit) |
Actie | overige beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB/0600-01/61310000 (omgeving) GBB/0200-00/61310000 (mobiliteit) |
Visum | G-2020-37 |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen keurt de afsprakennota "Deerlijk: ondersteuning van de cluster ruimte bij de ondersteuning / advisering / behandeling van vergunningsaanvragen en de ondersteuning / advisering / behandeling bij mobiliteitsaspecten in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal" goed.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
OMV 2020_181 - De Cassinastraat 8 - aktename melding ingedeelde inrichting
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor de exploitatie van een schrijnwerkerij op een perceel gelegen De Cassinastraat 8 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 47 T5 ingediend door de heer Pascal Demeyere wonende Stationsstraat 82 te 8540 Deerlijk.
Motivering
De melding ingediend door de heer Pascal Demeyere wonende Stationsstraat 82 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 24 september 2020.
Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.
Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.
Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”
VOORWERP VAN DE MELDING
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te De Cassinastraat 8, kadastraal bekend afdeling 2 sectie C nr. 47T5.
De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: exploitatie van een schrijnwerkerij.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
16.3.2°a) | luchtcompressor (Nieuw) | 10 kW | 3 |
19.3.1°a) | totaal aan houtbewerkingsmachines (Nieuw) | 180 kW | 3 |
19.6.1°a) | opslag van grondstoffen (hout) (Nieuw) | 250 m³ | 3 |
BEVOEGDHEID
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER
Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.
De melding omvat de volgende meldingsplichtige ingedeelde inrichtingen of activiteiten: exploitatie van een schrijnwerkerij.
Deze melding heeft een invloed op de volgende milieutechnische aspecten:
Effecten op de mobiliteit
Exploitant heeft 1 bestelwagen. Grondstoffen worden geleverd via vrachtwagen, gemiddeld 1 keer per week. De inrichting is gelegen in een industriegebied omgeven door allerlei kleine ondernemingen. Het bedrijventerrein is gemakkelijk te bereiken via de N36 en de Harelbekestraat. Het meeste transport gebeurt dan ook via deze wegen.
De effecten naar mobiliteit zijn dan ook beperkt.
Effecten op de luchtkwaliteit
Er zijn geen emissies naar de omgeving. Stofafzuiging en -opvang gebeurt binnen de loods
Effecten op het watersysteem
Er wordt geen bedrijfsafvalwater geloosd afkomstig van de bedrijfsactiviteiten.
Het huishoudelijk afvalwater afkomstig van de sanitaire installaties in het gebouw en het spoelen van de materialen wordt geloosd in de openbare riolering van de De Cassinastraat. Voor de sanitaire installaties wordt er stadswater gebruikt.
De inrichting is gelegen in centraal gebied, wat betekent dat het afvalwater wordt gezuiverd in een afvalwaterzuiveringsinstallatie.
Gezien er minder dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater geloosd wordt, is de lozing van huishoudelijk afvalwater niet vergunningsplichtig.
Effecten op de bodem
De volledige loods is voorzien van een betonvloer. Er worden geen gevaarlijke producten opgeslagen (uitgezonderd beperkte opslag van minder dan 5 liter), er is geen tankplaats aanwezig, er is geen wasplaats voor voertuigen aanwezig.
Effecten ten gevolge van geluid en trillingen
Alle machinale activiteiten gebeuren binnen de loods met gesloten poorten en deuren.
De exploitatie gebeurt in een zone met bedrijvigheid.
Effecten op afvalstoffen
De bedrijfseigen afvalstoffen worden opgehaald door een erkende ophaler.
Afvalstoffen vergelijkbaar met huishoudelijke afvalstoffen worden correct aangeboden bij de wekelijkse ophaling.
Opslag van gevaarlijke stoffen
Er worden geen grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen opgeslagen (minder dan 5 liter)
Op de ingediende melding zijn volgende bestemmingsplannen en planologische voorschriften van toepassing:
De aanvraag situeert zich in het koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde gewestplan met bestemming milieubelastende industrie.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg. Voor de herinrichting van de bedrijfsgebouwen tot bedrijfsverzamelgebouw werd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 3 mei 2017, een stedenbouwkundige vergunning verleend.
De omgevingsambtenaar stelt de volgende bijzondere voorwaarden strikt noodzakelijk:
De ingedeelde inrichting of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.
De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit als met omzichtigheid benaderd worden.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.
De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.
Juridische gronden
Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014
Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)
Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Pascal Demeyere wonende Stationsstraat 82 te 8540 Deerlijk voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde de exploitatie van een schrijnwerkerij gelegen De Cassinastraat 8 te Deerlijk.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
16.3.2°a) | luchtcompressor (Nieuw) | 10 kW | 3 |
19.3.1°a) | totaal aan houtbewerkingsmachines (Nieuw) | 180 kW | 3 |
19.6.1°a) | opslag van grondstoffen (hout) (Nieuw) | 250 m³ | 3 |
Artikel 2
De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
OMV 2020_126 - Lisdoddelaan 31-36 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van 6 woningen en tussenliggende carports, op een perceel gelegen Lisdoddelaan 31-36 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 58 H, (afd. 2) sectie C 64 F, (afd. 2) sectie C 608 L2, (afd. 2) sectie C 608 N2, (afd. 2) sectie C 608 M2 en (afd. 2) sectie C 608 K2 aangevraagd door Jan Lavens namens GROEP HUYZENTRUYT NV met als contactadres Wagenaarstraat 33 te 8791 Waregem.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 16 oktober 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
Afsluitingen palend aan openbaar domein (in huidige aanvraag loten 27, 30, 31 en 32) moeten verplicht bestaan uit haagbeuk of ligustrum met een hoogte van 2 m.
Voortuinafsluitingen moeten bestaan uit haagbeuk of ligustrum met een hoogte van 0,90 m.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Gavers, zoals definitief vastgesteld bij gemeenteraadsbeslissing van 26 mei 2016 en bestemd als zone voor wonen met beperkte nevenfuncties.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 11 oktober 2017 (dossiernummer 0011-9/2017.5).
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag wijkt beperkt af van de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Er zijn geen voorgaande stedenbouwkundige vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante verkavelingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen
Volgende verkavelingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Verkavelingsvergunning afgeleverd op 11 oktober 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het verkavelen van grond in 106 loten met wegenisaanleg.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Omgevingsvergunning afgeleverd op 22 mei 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een geprefabriceerde hoogspanningscabine voor openbaar nut in de verkaveling inwaarts de De Cassinastraat.
Omgevingsvergunning waarvan akte genomen op 26 juni 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor de bronbemaling in functie van de aanleg van de riolering.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen in het binnengebied tussen de Stationsstraat – De Cassinastraat – N36, in een recente verkaveling in het centrum van Deerlijk. De loten zijn gesitueerd langs een pijpenkop van de Lisdoddelaan. Ten noorden van de aanvraag is een soortgelijke pijpenkop aanwezig waar voor de bouw van de woningen reeds een omgevingsvergunning afgeleverd werd. De verkaveling zelf is nog in ontwikkeling en voorliggende aanvraag betreft de zesde fase voor de bouw van de woningen binnen de verkaveling.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag omvat het bouwen van 6 woningen die gekoppeld worden met een carport (op de loten 27 tem 32 van de verkaveling). Alle woningen worden opgetrokken binnen de bouwzones voorzien op het verkavelingsplan.
De woningen op de loten 27 en 32 zijn ingeplant op een afstand van 1,20 m achter de rooilijn en de overige woningen op de rooilijn. De tussenliggende carports bevinden zich op de rooilijn. Achterliggend de carport is nog telkens verharding voorzien voor een extra parkeerplaats. De woningen hebben een breedte van ofwel 8 m ofwel 10 m en de diepte bedraagt ofwel 8,30 m ofwel 6,50m. De diepte van de tuinzones varieert tussen 10 m voor de minst diepe tuin en 17,55 m voor de diepste tuin van deze 6 loten. Deze woningen bestaan uit twee bouwlagen afgewerkt met een plat dak. De dakrand van de woningen heeft een hoogte van 5,95 m ten opzichte van het vloerpas. De tussenliggende carport constructies worden eveneens afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 2,58 m. Het gelijkvloers van woningen bestaat uit een inkomhal met toilet, de traphal, een ruime leefruimte met open keuken en een berging. De verdieping van de woningen bestaat uit 3 slaapkamers, een badkamer, een apart toilet en een technische berging. De gevels worden voor de 6 woningen afgewerkt in een witte gevelsteen en het schrijnwerk bestaat uit zwartbruine PVC. In de tuinzone wordt bij iedere woning terras aangelegd. Er worden geen bijgebouwen voorzien.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 14 augustus 2020 tot 12 september 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
5. Adviezen
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk RUP Gavers, definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 26 mei 2016. Gezien de voorschriften van het RUP overgenomen werden in de voorschriften van de verkaveling wordt er voor de toetsing van de aanvraag aan het RUP verwezen naar de toetsing aan de niet-vervallen verkaveling.
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de voorschriften van de verkaveling zoals goedgekeurd op 11 oktober 2017, meerbepaald aan de voorschriften van de zone 2.
De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:
Plan schrijft voor: | Ontwerp voorziet: |
Zone bebouwingstype 2: woning en carports moeten met de voorbouwlijn op de rooilijn opgetrokken worden | De woningen op de loten 27 en 32 zijn opgetrokken 1,20 m achter de rooilijn. |
Het gevraagde is voor het overige (mits het opleggen van voorwaarden) in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling voor de zone 2 gezien de woningen ingeplant worden in de bouwzone zoals voorzien op de loten 27-32, er per woning 1 garage of carport en 1 openlucht stalplaats aanwezig is, de hoofdfunctie wonen is, de woningen ingeplant worden op de rooilijn voor de loten 28-31, de bouwdiepte minder dan 15 m bedraagt, ten opzichte van de achterkavelgrens een tuinzone van minsten 8 m aanwezig is, de afstand tot de vrije zijperceelsgrens minstens 3 m bedraagt, de carport voorzien is in de zone volgens het verkavelingsplan, achter de carport nog een extra parkeerplaats aangelegd kan worden, de woningen ontworpen zijn als één architecturaal geheel, maximaal 2 bouwlagen met plat dak voorzien worden, de kroonlijsthoogte maximaal 6,50 m bedraagt, de materialen voor de gevels eigentijds en duurzaam zijn, maximaal 60 % per lot bebouwd is en minstens 20 % per lot groen ingericht wordt.
Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.
De afwijking heeft betrekking op de inplanting van 2 woningen zodat een afwijking overwogen kan worden. De afwijking wordt gemotiveerd vanuit het creëren van een breder perspectief op de achterliggende woningen en de verhouding tussen de straat/ voetpad en de recht opgaande voorgevel van de woning zo ruim mogelijk te houden. De afwijking is beperkt, de strook van 1,20 m wordt voor de woning afgewerkt in klinkers zodat dit één geheel zal vormen met het voetpad en de tuinzone bij de beide woningen blijft nog voldoende ruim zodat de afwijking positief beoordeeld kan worden.
In de voorschriften van de verkaveling is ook opgenomen dat afsluitingen palend aan openbaar domein (in huidige aanvraag loten 27, 30, 31 en 32) verplicht moeten bestaan uit haagbeuk of ligustrum met een hoogte van 2 m en dat voortuinafsluitingen moeten bestaan uit haagbeuk of ligustrum met een hoogte van 0,90 m. Dit wordt niet duidelijk aangegeven op de bijgevoegde plannen waardoor dit opgenomen wordt in de voorwaarden bij afgifte van de vergunning.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Lisdoddelaan een voldoende uitgeruste weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Iedere individuele woning voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt per woning een regenwaterput van telkens 7.000 liter met hergebruik voorzien; de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume en een referentieoppervlakte dat telkens voldoet aan de minimale inhoud en oppervlakte zoals opgenomen in de aanstiplijst hemelwater; voor het lot 28 is de plaatsing van en infiltratievoorziening niet vereist en deze wordt ook niet geplaatst; het terras en de parkeerplaats worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten.
In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). In het omgevingsloket zijn de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Last bescheiden woonaanbod
De voorliggende bouwaanvraag voorziet in een groepswoningbouwproject van 16 woningen waarbij de percelen aansluiten op door dezelfde bouwheer te ontwikkelen gronden en die samen meer dan een halve hectare beslaan. Overeenkomstig 4° van artikel 4.2.1 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid zijn de normen bescheiden woonaanbod van toepassing op de voorliggende bouwaanvraag. Er dient een norm verwezenlijkt te worden van ten minste 20% van het aantal te verwezenlijken woningen.
Het voorliggende project maakt deel uit van een globale verkaveling. Het bescheiden woonaanbod werd beoordeeld op het niveau van de verkaveling waarbij minstens 21 loten bescheiden woonaanbod gerealiseerd moeten worden. Op het niveau van de verkaveling werden de loten 50-57, 68-73 en 74-80 aangeduid als zijnde het bescheiden woonaanbod. Geen enkel van de woningen uit voorliggende heeft betrekking op een lot die als bescheiden woonaanbod gerealiseerd moet worden.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op de bouw van 6 eengezinswoningen in een residentiële omgeving zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Het ontwerp voorziet woningen die conform de verkavelingsvoorschriften zijn zodat de impact op de omgeving beperkt zal zijn. De woningen bevinden zich langs de pijpenkop en vormen samen één harmonisch geheel qua vormgeving, qua materialisatie als qua typologie. Iedere woongelegenheid kan genieten van een private buitenruimte. Bij iedere woning zijn 2 autostandplaatsen aanwezig zodat de eventuele parkeerdruk op het latere openbare domein zo gering mogelijk blijft. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Jan Lavens namens GROEP HUYZENTRUYT NV met als contactadres Wagenaarstraat 33 te 8791 Waregem, voor het bouwen van 6 woningen en tussenliggende carports, op een perceel gelegen Lisdoddelaan 31-36 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 58 H, (afd. 2) sectie C 64 F, (afd. 2) sectie C 608 L2, (afd. 2) sectie C 608 N2, (afd. 2) sectie C 608 M2 en (afd. 2) sectie C 608 K2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
Afsluitingen palend aan openbaar domein (in huidige aanvraag loten 27, 30, 31 en 32) moeten verplicht bestaan uit haagbeuk of ligustrum met een hoogte van 2 m.
Voortuinafsluitingen moeten bestaan uit haagbeuk of ligustrum met een hoogte van 0,90 m.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
OMV 2020_127 - Burg. Hector Isebaertstraat 22 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het regulariseren van de bouw van een tuinhuis bij de woning, op een perceel gelegen Burg. Hector Isebaertstraat 22 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 473 M aangevraagd door Charlotte Costers wonende Burg. Hector Isebaertstraat 22 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 16 oktober 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, Marquettestraat, wijziging A, goedgekeurd op 11 oktober 1988.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het BPA is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 januari 1958 voor het bouwen van een woning langs de nieuwe wijk ‘Marquette’.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 24 juni 1965 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een garage bij het woonhuis.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 december 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaande woning.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langsheen de Burg. Hector Isebaertstraat, op de hoek met de Europalaan, beide voldoende uitgeruste gemeentewegen. De woning van de aanvrager betreft een halfopen bebouwing als sluitstuk van een rij van 4 woningen. Het betreft een woning bestaand uit een hoofdvolume van 2 bouwlagen met een zadeldak en een recent aangebouwde uitbouw met plat dak.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
In de tuinzone bij de woning stond een garage en duivenhok, ingeplant in de rechter hoek van de tuin. De garage ontsloot via een oprit in steenslag naar de Europalaan. De aanvrager heeft deze beide constructies verwijderd en vervangen door een nieuw bijgebouw. Het nieuwe bijgebouw werd ingeplant op 1 m van de rechter zijperceelsgrens en op respectievelijk 1,10 m tot 1 m van de achterkavelgrens. Het bijgebouw heeft een diepte van 4,85 m op een totale breedte van 7,20 m. Het bijgebouw bestaat uit een gesloten gedeelte als tuinhuis en een open gedeelte als afdak. De constructie werd afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 2,50 m en is opgebouwd als een houten constructie met houten gevelbekleding. De bestaande oprit langs de Europalaan blijft bestaan.
Voorliggende aanvraag betreft een regularisatie gezien de werken reeds volledig uitgevoerd zijn.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 14 augustus 2020 tot 12 september 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
5. Adviezen
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het bijzonder plan van aanleg Marquettestraat, wijziging A.
De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:
Plan schrijft voor: | Ontwerp voorziet: |
Maximum te bebouwen oppervlakte op het perceelsdeel binnen de zone 13 bedraagt 10 % van de zone en max. 30 m² | Tuinberging heeft een oppervlakte van 34,92 m² |
Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de tuin na de bouw van het bijgebouw aangesloten blijft bij de leefruimte, het bijgebouw ingeplant is op een afstand van minstens 1 m van de perceelsgrenzen, het bijgebouw afgewerkt wordt met een plat dak en de hoogte van het bijgebouw lager is dan 2,70 m.
Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.
De afwijking heeft betrekking op de afmeting van de constructie zodat een afwijking overwogen kan worden. De afmetingen van het bijgebouw zijn standaard en het bijgebouw is kleiner dan de verwijderde constructies. De tuinberging samen met de woning hebben een kleinere bebouwde oppervlakte dan maximaal toegelaten op het perceel (de beide zones van het BPA samen) zodat nog voldoende ruimte vrij blijft teneinde de tuin op een kwalitatieve manier te kunnen inrichten. De gevraagde afwijking kan bijgevolg positief beoordeeld worden.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Europalaan en de Burg. Hector Isebaertstraat beide voldoende uitgeruste openbare wegen zijn. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op de regularisatie van een bijgebouw bij een bestaande eengezinswoning met behoud van de functie zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Het bijgebouw situeert zich aan de achterzijde van het perceel en op voldoende afstand van de rooilijn met de Europalaan zodat het bestaande straatbeeld niet geschaad wordt. De inplanting van een tuinhuis in de hoek van de tuinzone heeft als positief resultaat dat de resterende onbebouwde tuinzone grotendeels behouden blijft zodat deze kwalitatief kan ingericht worden. De afmetingen van het tuinhuis zijn beperkt zodat dit weinig impact heeft op de omgeving. Ook de hoogte is beperkt en is nauwelijks hoger dan de bestaande afsluiting zodat de impact voor de buren te verwaarlozen valt. De bestaande oprit in steenslagverharding die uitgeeft op de Europalaan blijft behouden zodat na het verdwijnen van de garage nog steeds een parkeermogelijkheid op eigen terrein behouden blijft. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Charlotte Costers wonende Burg. Hector Isebaertstraat 22 te 8540 Deerlijk, voor het regulariseren van de bouw van een tuinhuis bij de woning, op een perceel gelegen Burg. Hector Isebaertstraat 22 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 473 M.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
OMV 2020_150 - Driesknoklaan 25 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het vernieuwen van de voorgevel van de apotheek, op een perceel gelegen Driesknoklaan 25 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 380 H aangevraagd door Michelle Viaene namens APOTHEEK VIAENE BVBA gevestigd Driesknoklaan 25 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 16 oktober 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 9 oktober 1985 (dossiernummer VK 1985.6/2015-3).
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 augustus 1986 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning en apotheek.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 mei 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen en uitbreiden van de woning.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langs de Driesknoklaan, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De omgeving wordt gekenmerkt door een residentiële bebouwing met een aantal vrije beroepen. Iets verderop in de straat zijn serres van een plantenkwekerij aanwezig. Aan de overzijde van de weg is een recente verkaveling ontwikkeld. De bebouwing in de omgeving heeft een grote diversiteit qua inplanting, volume, verschijningsvorm en materiaalgebruik. De eigendom van de aanvrager betreft een woning met apotheek en bestaat uit één bouwlaag met zadeldak.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst de gevel van het gedeelte van de apotheek te vernieuwen. Er wordt een nieuwe gevel geplaatst die omvat een houten beplanking in Paddoek-latten op een voorzetstructuur die bevestigd wordt op de bestaande gevel. Het geheel wordt zijdelings links doorgetrokken tot aan het raam op de zijgevel. De voorzetgevel heeft aan de voorzijde een lengte van 12,40 m en aan de zijgevel een lengte van 1,80 m. De nieuwe voorzetstructuur zal een hoogte hebben die overeenstemt met het snijpunt van de zijdelingse gevelafwerking met het dakvlak, zijnde een hoogte van 4,30 m. De toegang tot de apotheek wordt verplaatst van de linkerhoek van het gebouw naar centraal aan de voorzijde. Hiervoor worden de 3 bestaande raampartijen vervangen door een nieuwe opening. De architect heeft via het omgevingsloket bevestigd dat hiervoor geen structurele werken vereist zijn. Haaks op de gevel wordt tenslotte het logo voor de apotheek bevestigd en vlak op de voorgevel de tekst.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
5. Adviezen
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling. De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften gezien de woning met apotheek een vergunde constructie betreft, de functie behouden blijft, de kroonlijsthoogte van de voorzetgevel kleiner is dan 6 m en de dakvorm, diepte en bezettingsgraad niet wijzigen.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Driesknoklaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op de vernieuwing van de voorgevel van de apotheek zonder wijzigingen aan de functie, aan de verhouding wonen-apotheek, aan het bouwvolume noch aan de bebouwde oppervlakte. Het voorzien van de nieuwe voorzetgevel zal een zekere impact hebben op het bestaande straatbeeld. Echter dit straatbeeld is op heden reeds zeer heterogeen en een houten gevelbekleding zal aansluiten aan de bestaande kleuren van de te behouden geveldelen en dakbedekking zodat de aanvraag zich zal integreren in de onmiddellijke omgeving. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Michelle Viaene namens APOTHEEK VIAENE BVBA gevestigd Driesknoklaan 25 te 8540 Deerlijk, voor het vernieuwen van de voorgevel van de apotheek, op een perceel gelegen Driesknoklaan 25 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 380 H.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
OMV 2020_134 - Waregemstraat 392 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een woonhuis naar een woonhuis met bistro/traiteurdienst, op een perceel gelegen Waregemstraat 392 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 146 C4 en (afd. 1) sectie B 146 D4 aangevraagd door De Smyetere - Bauwens wonende Waregemstraat 392 te 8540 Deerlijk en Henry De Smyetere namens DEBA catering BV gevestigd Waregemstraat 392 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 15 oktober 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
De bepalingen uit de gewestelijke verordening toegankelijkheid minstens inzake de toegang tot het gebouw dienen strikt nageleefd te worden.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Molenhoek, goedgekeurd door de deputatie op 6 mei 2010.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het RUP is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is wel in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 10 november 1949 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woonhuis (met bouwpremie).
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 maart 1952 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een kleine thuisweverij achter het woonhuis.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 november 1956 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de bestaande werkplaats.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 31 juli 1964 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de bestaande weverij achter het woonhuis.
Relevante milieuvergunningen
Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 30 maart 1955 voor het uitbaten van een machinale weverij.
Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 20 februari 1986 voor het verder uitbaten van een machinale weverij.
Melding klasse 3 waarvan aktename op 23 december 2003 voor het uitbaten van een schrijnwerkerij.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langsheen de Waregemstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg, die de verbinding vormt tussen Deerlijk en Waregem. De omgeving wordt gekenmerkt door een residentiële bebouwing waaronder naast eengezinswoningen ook een aantal meergezinswoningen voorkomen. In de omgeving zijn in de achtertuinen ook een aantal bedrijfsgebouwen aanwezig. De aanpalende percelen zijn bebouwd met driegevelwoning/en. Het perceel van de aanvrager is bebouwd met een vrijstaande woning en een voormalige weverij in de tuinzone. Aan de achterzijde van het perceel is een private ontsluitingsweg aanwezig en achterliggend een recente verkaveling met open bebouwing.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst de bestaande woning beperkt uit te breiden, wenst een horeca activiteit als nevenfunctie te realiseren in de woning en wenst de bestaande weverij te wijzigen van functie naar een woningbijgebouw met een gedeelte voor keuken van afhaalgerechten.
De uitbreiding bij de woning wordt voorzien aan de achterzijde van de woning, in de oksel van het hoofdvolume en de reeds bestaande uitbouw. De uitbreiding heeft een breedte van 3,49 m op een diepte van 2,95 m. De uitbreiding gebeurt in het verlengde van de bestaande zijgevel van het hoofdvolume en bevindt zich bijgevolg op 2,11 m van de linker zijperceelsgrens. De woning wordt intern verbouwd teneinde er een beperkte horeca zaak in te voorzien. De gelijkvloerse leefruimte wordt ingericht als verbruikersruimte. De inkomhal en keuken zullen zowel privé als voor de horecazaak gebruikt worden. Op de verdieping van de woning wordt een eethoek en zithoek ingericht evenals een berging, badkamer en slaapkamer. Onder het dak wordt nog een tweede slaapkamer ingericht. Voor de bistro wordt 60 m² van de vloeroppervlakte gebruikt. De bestaande raamopening in de voorgevel op het gelijkvloers wordt vergroot en voorzien van nieuw schrijnwerk in zwart aluminium. Boven deze gewijzigde sokkel wordt een beperkte belettering voorzien vlak op de gevel. De gevels van de woning worden donkergrijs geschilderd en alle schrijnwerk wordt vervangen en op een paar plaatsen ook gewijzigd.
De bestaande loods achteraan het perceel wordt eveneens verbouwd deels (met een oppervlakte van 263 m²) als woningbijgebouw en deels (met een oppervlakte van 88,3 m²) in functie van de bistro. Het gedeelte bistro is bedoeld voor het bereiden van de afhaalgerechten en er is ook een zone voor frigo’s, berging en waskamer. De gevels van de loods blijven behouden, enkel wordt er in de voorgevel aan de linkerzijde een bijkomende deur geplaatst.
De bestaande verharding op het perceel blijft behouden zowel in de voortuin als naast de woning als toegang naar de loods. In de voortuin wordt de verharding ingericht voor 6 parkeerplaatsen.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
5. Adviezen
Brandweerzone Fluvia, dienst brandpreventie heeft geen advies uitgebracht binnen de termijn van 30 dagen volgend op de ontvangst van de adviesvraag. Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de voorschriften van het RUP Molenhoek, meerbepaald aan de voorschriften van de zones 1 en 2.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorziening van het RUP gezien de bestemming in het RUP zowel wonen is als aan het wonen verwante functies, aan het wonen verwante functies benoemd worden en ondermeer horeca mogelijk is op voorwaarde dat het een complementaire functie betreft en niet storend is, max. 70 % van de totale vloeroppervlakte per perceel kan bestaan uit aan het wonen verwante functies, per perceel de aan het wonen verwante functies toegelaten zijn in zowel het hoofd- als bijgebouw, minimum één woning per bouwperceel verplicht is, de woning een eengezins- of tweegeneratiewoning betreft, het hoofdvolume niet wijzigt, de hoogte van het nevenvolume kan bestaan uit een hoogte van 3 m op de perceelsgrens en opgaand onder een hoek van 30° tot 6 m, de afstand tot de achterkavelgrens minstens 8 m moet bedragen, de dakvorm vrij is, max. 80 % van de perceelsgrenzen bebouwd mag worden met driedimensionale constructies, het bebouwingspercentage in zone 2 niet wijzigt, de functie in zone 2 gekoppeld is aan de woning langs de Waregemstraat en binnen zone één ook gekozen kan worden voor de voorschriften van zone één.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Waregemstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag voorziet een deel van de gelijkvloerse bouwlaag van een bestaande eengezinswoning in te richten als bistro-zaak met een beperkte verbruikersruimte en in de loods een deel in te richten als keuken voor de bereiding van afhaalgerechten. Deze functie blijft ondergeschikt aan de woonfunctie op het perceel en de herinrichting van de loods maakt één geheel uit met de woning aan de voorkant van het perceel. In de omgeving zijn diverse nevenfuncties en zelfs bedrijfsactiviteiten aanwezig zodat deze beperkte horecazaak zich functioneel zal inpassen. De voorziene uitbreiding die voorzien wordt aan de woning is beperkt zowel qua oppervlakte als qua hoogte en volumetrie en ze volgt de zijgevel en achtergevel van de reeds bestaande bebouwing zodat de impact voor de buren beperkt zal zijn. Het schilderen is niet vergunningsplichtig doch zal de woning een hedendaags karakter geven. De voortuin is op heden reeds volledig verhard net zoals de voortuinen van de naastliggende eigendommen. Door deze verharde voortuin is de mogelijkheid aanwezig om op eigen terrein te voorzien in een aantal parkeerplaatsen (6 volgens plan) en zal de impact op mobiliteit beperkt worden. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
7.14 Verordening toegankelijkheid
In toepassing van artikel 3, waarbij de totale publiek toegankelijke oppervlakte kleiner is dan 150 m², moet de toegang tot de constructie voldoen aan de bepalingen van artikel 10, §1, artikel 12 tot en met 14, artikel 16, 18, 19, artikel 22 tot en met 25 en artikel 33 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid. De voorwaarden inzake toegankelijkheid moeten bijgevolg nageleefd worden.
7.15 Belastingsreglement op ontbrekende parkeerplaatsen
In de gemeenteraadsbeslissing van 28 november 2019 betreffende de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen zijn geen bepalingen opgenomen inzake het aantal noodzakelijk parkeerplaatsen. De aanvrager voorziet 6 parkeerplaatsen in de voortuin voor een verbruikersruimte van ongeveer 40 m² gecombineerd met afhaalmogelijkheden.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan De Smyetere - Bauwens wonende Waregemstraat 392 te 8540 Deerlijk en Henry De Smyetere namens DEBA catering BV gevestigd Waregemstraat 392 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen van een woonhuis naar een woonhuis met bistro/traiteurdienst, op een perceel gelegen Waregemstraat 392 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 146 C4 en (afd. 1) sectie B 146 D4, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
De bepalingen uit de gewestelijke verordening toegankelijkheid minstens inzake de toegang tot het gebouw dienen strikt nageleefd te worden.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
OMV 2020_118 - Engelstraat 2 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van de bestaande woning, op een perceel gelegen Engelstraat 2 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 135 G2 aangevraagd door mevrouw Sarah Lecluyse wonende Tjollensstraat 26 te 8790 Waregem.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 15 oktober 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Gavers wijziging B zoals goedgekeurd op 1 september 1987 en met als bestemming menging van halfopen en open bebouwing.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het BPA is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 mei, 1961 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woonhuis.
Relevante milieuvergunningen
Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Pré-Vlarem vergunning klasse 3 waarvan akte genomen op 29 mei 1974 voor het plaatsen van een propaantank van 495 L.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langsheen de Engelstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De omgeving wordt gekenmerkt door een residentiële bebouwing in hoofdzaak van het halfopen bebouwingstype en divers van stijl en bouwperiode. De woning van de aanvrager is eveneens een halfopen bebouwing en bestaat uit een hoofdvolume met anderhalve bouwlaag en een zolderruimte onder deels zadeldak en deels noordboomdak. Achter het hoofdgebouw is nog een nevenvolume aanwezig met een plat dak en een aangebouwde veranda.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst de bestaande woning te renoveren naar huidige wooncomfortnormen. Hiervoor zijn wat interne verbouwingswerken noodzakelijk zoals onder meer het opentrekken van de keuken naar de leefruimte en het verplaatsen van de badkamer. Teneinde een beter contact te krijgen met de tuin en meer licht in de woning wordt de bestaande veranda gesloopt en wordt een deel van de leefruimte uitgebreid en afgewerkt met grotere glaspartijen. De uitbreiding heeft een breedte van 3,79 m op een diepte van 1,36 m en bevindt zich in het verlengde van de vrije zijgevel van de woning en van de achtergevel van de bestaande keuken. De nieuwe uitbouw bevindt zich binnen de bestaande dakoversteek. Het badkamervolume heeft een breedte van 2,64 m op 3,72 m en wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 3,20 m. De gevels van het nieuwe gedeelte worden afgewerkt in een rood-geel-oranje genuanceerde gevelsteen conform de bestaande woning, de gevels van het badkamergedeelte worden afgewerkt met een houten beplanking en het buitenschrijnwerk zal bestaan uit donkergrijs aluminium.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 7 augustus 2020 tot 5 september 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
5. Adviezen
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA.
De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:
Plan schrijft voor: | ontwerp voorziet: |
Hoofdgebouw verplicht hellend dak | Uitbreiding van het hoofdgebouw is afgewerkt met een plat dak |
Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de eigendom bestemd is als halfopen eengezinswoning, geen nevenfunctie voorzien wordt, de bebouwde oppervlakte van de zone 3 minder dan 40 % bedraagt, de bouwdiepte op het gelijkvloers kleiner is dan 25 m en de verdieping niet uitgebreid wordt, de hoogte van de uitbreiding lager is dan 6,50 m, de afstand tot de zijperceelsgrens meer dan 3 m bedraagt, de afstand tot de achterkavelgrens groter is dan 8 m en aan de voortuinstrook niets gewijzigd wordt.
Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.
De afwijking heeft betrekking op dakvorm zodat een afwijking overwogen kan worden. Gelet op de beperkte oppervlakte van het nevenvolume, op het feit dat het hoofdvolume met hellend dak afgewerkt is en dat de platte dakvorm zich aan de achterzijde bevindt is de afwijking beperkt en haalbaar en kan deze bijgevolg positief beoordeeld worden.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Engelstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing en uitbreiding van een bestaande eengezinswoning met behoud van deze functie zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De uitbreiding is beperkt zodat er geen negatieve impact ontstaat op de terreinbezetting. De gekozen materialen zijn traditioneel en sluiten aan bij de bestaande woning zodat een harmonisch geheel ontstaat. De afstand tot de perceelsgrenzen blijven behouden zodat de aanvraag geen impact zal hebben op de aanpalende eigendommen. Ook het straatbeeld wijzigt niet. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Sarah Lecluyse wonende Tjollensstraat 26 te 8790 Waregem, voor het verbouwen van de bestaande woning, op een perceel gelegen Engelstraat 2 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 135 G2.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
OMV 2020_112 - Gaversstraat 78 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het herbouwen van een stal/berging na sloop van de bestaande stal, op een perceel gelegen Gaversstraat 78 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 525 L aangevraagd door de heer Koen De Visschere wonende Gaversstraat 78 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 13 oktober 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtekamers Gavers en Esser (Deerlijk, Harelbeke), zoals definitief vastgesteld op 23 maart 2017 en met als bestemming zone voor bouwvrij agrarisch gebied.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het RUP is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.
Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 5 april 1956 door het college van burgemeester en schepenen voor optrekken van een hoenderhok achter zijn hoeve.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 augustus 1956 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van het bestaande hennenhok bij de hofstede.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 juli 1970 door het college van burgemeester en schepenen voor het bestaande hennenhok.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 maart 1994 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van de woning op een gelegenheids-landbouwbedrijf.
Relevante milieuvergunningen
Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Pré-Vlaremvergunning afgeleverd op 10 maart 1971 voor de plaatsing van een propaantank van 1.600 liter.
Pré-Vlaremvergunning afgeleverd op 26 april 1977 voor de aangifte van een landbouwbedrijf.
Pré-Vlaremvergunning afgeleverd op 10 oktober 1990 voor de uitbating van een landbouwbedrijf.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langsheen de Gaversstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Gaversstraat is een landelijke doodlopende weg. De eigendom is gelegen in de ruimere omgeving van het provinciaal domein ‘De Gavers’. De eigendom van de aanvrager betreft een voormalig landbouwbedrijf waar naast de woning een aantal bijgebouwen aanwezig zijn. De aanvrager is een hobbylandbouwer en een aantal percelen rondom de gebouwen zijn eveneens eigendom van de aanvrager.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst één van de bijgebouwen te slopen en te herbouwen op dezelfde plaats. Het betreft het meest oostelijk gelegen bijgebouw. Het bestaande bijgebouw is uitgevoerd in verschillende volumes en in diverse materialen waardoor de aanvrager de sloop verkiest. De bestaande stal heeft overmeten een lengte van 21,40 m op een breedte van 6,45 m. De herbouw gebeurt op dezelfde plaats, zijnde start op dezelfde afstand tot de voorliggende schuur maar loopt 1 m minder diep door in het landschap. Het nieuwe gebouw zal bijgevolg een lengte hebben van 20,40 m op dezelfde breedte als het te slopen gebouw zijnde 6,45 m. De herbouw krijgt een doorlopend dak. De kroonlijsthoogte zal 2,65 m bedragen en de nokhoogte is 2,85 m. De bestaande flauwe dakhelling blijft behouden over de volledige lengte van het bijgebouw. De bestaande oppervlakte van 136,46 m² vermindert naar 131,58m² en het bestaande volume van 362,009 m³ verandert naar 361,845 m³. Er wordt gekozen voor een gevelafwerking in een bruin-beige gevelsteen zoals bij de bestaande bebouwing met donker schrijnwerk. Zoals bij het af te breken dak worden er terug rode profielplaten in pannenvorm gebruikt. Het gebouw dient als berging en voederlokaal in het deel dichtst bij de woning. De achterkant wordt verdeeld in stallen/schuilhokken voor de weidedieren. Er komt geen bijkomende verharding rond de herbouw en de bestaande erfinrichting blijft behouden.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 24 juli 2020 tot 22 augustus 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
5. Adviezen
De VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer werd om advies verzocht op 15 juli 2020. De adviesinstantie bracht op 5 augustus 2020 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
‘Onder verwijzing naar artikel 1.3.1.1. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, werd onderzocht of er een schadelijk effect op de waterhuishouding uitgaat van de geplande ingreep. Dit advies wordt verleend in uitvoering van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006.
De locatie te Deerlijk, Afd. 2, Sectie C, nr(s) 525L is gelegen langs en stroomt af naar de , een onbevaarbare waterloop van eerste categorie die beheerd wordt door de VMM – afdeling Operationeel Waterbeheer. Het gebied is volgens de watertoetskaarten mogelijk overstromingsgevoelig gebied.
De aanvraag omvat de afbraak en bouw van een gebouw (131,58 m²). Er wordt een hemelwaterput van 10.000 liter voorzien met hergebruik als drinkwater voor de dieren en voor onderhoud
Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen aangezien de aanvraag voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. (GSV). Met betrekking tot de aspecten grondwaterstroming en -kwaliteit worden geen significant negatieve effecten verwacht.
BESLUIT
Het project wordt gunstig geadviseerd en is in overeenstemming te brengen met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid.’
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het provinciaal RUP, aan de voorschriften van het bouwvrij agrarisch gebied, meerbepaald volgende bepalingen zijn van toepassing:
1.4 bestaande bebouwing niet zijnde woningbouw en landbouw:.
Voor de overige vergunde functies zijn de bepalingen uit artikel 0.4 en de VCRO (basisrechten) van kracht.
De aanvraag valt onder de basisrechten voor zonevreemde constructies van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening voor wat betreft de herbouw van een zonevreemde constructie niet zijnde woningbouw waarbij artikel 4.4.10 stelt dat de aanvraag betrekking moet hebben op hoofdzakelijk vergunde en niet verkrotte zonevreemde constructies, waarbij artikel 4.4.11 stelt dat de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening onverkort geldt bij de afgifte van een vergunning, waarbij artikel 4.4.17 stelt dat in alle bestemmingsgebieden de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor het herbouwen van een bestaande zonevreemde constructie niet zijnde woningbouw op dezelfde plaats, op voorwaarde dat de nieuwe constructie ten minste drie kwart van de bestaande oppervlakte overlapt en waarbij artikel 4.4.19 stelt dat uitbreiden enkel vergunbaar is als de uitbreiding noodzakelijk is omwille van 1° milieuvoorwaarden, 2° gezondheidsredenen, 3° maatregelen opgelegd door de sociale inspecteurs die bevoegd zijn in het kader van de wet van 16 november 1972 betreffende de arbeidsinspectie, 4° de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen, de dierengezondheid of het dierenwelzijn of 5° infrastructurele noden ingevolge de uitbreiding van de werking van erkende, gesubsidieerde of gefinancierde onderwijsinstellingen of van een jeugdvereniging in de zin van het decreet van 29 maart 2002 op het Vlaamse jeugdbeleid.
In het voorliggend ontwerp is de bestaande constructie niet verkrot en vergund (geacht). Het bestaande gebouw heeft een bruto bouwvolume van 362,009 m³, het nieuwe ontwerp voorziet een bruto bouwvolume van 361,845 m³. De bestaande constructie heeft een vloeroppervlakte van 136,46 m² waarvan het nieuwe gebouw 131,58 m² overlapt (>75%). De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening (zie onder). De aanvraag voldoet aan de bepalingen van de codex en is bijgevolg in overeenstemming met de voorzieningen van het provinciaal RUP.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Gaversstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied maar wel in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien (hergebruik voor de dieren en voor onderhoud), de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van meer dan 1.789,5 liter en een referentieoppervlakte van meer dan 2,863 m² (de overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op de infiltratievijver achter de woning). In het kader van de watertoets werd een positief advies geformuleerd door de VMM. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op de herbouw van een bestaand woningbijgebouw met behoud van deze functies zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De inplanting van het nieuwe bijgebouw gebeurt op dezelfde plaats als de te slopen constructie en met een beperktere diepte zodat de aanvraag geen negatieve impact zal hebben op het naastliggende landschap. De hoogte van het gebouw alsook de dakvorm en materiaalgebruik is soortgelijk als de te slopen constructie en sluit aan bij de overige bestaande bebouwing op de eigendom zodat de aanvraag zich maximaal zal integreren op het perceel. De verharding wordt niet uitgebreid en de aanleg rond het gebouw verandert niet. De bestaande beplanting en de indeling van de weiden wijzigt niet. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Het advies van de VMM is gunstig zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Koen De Visschere wonende Gaversstraat 78 te 8540 Deerlijk, voor het herbouwen van een stal/berging na sloop van de bestaande stal, op een perceel gelegen Gaversstraat 78 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 525 L.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Hazewindstraat 42 - schrapping risicogrond - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te geven voor de schrapping van een risicogrond van de gemeentelijke inventaris, gelegen Hazewindstraat 42+ te 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving afdeling 1, sectie B, nummer 559 E 5.
Motivering
Op 9 oktober 2020 werd een elektronisch schrijven ontvangen van de firma Sertius, Deinsesteenweg 114, 9031 Drongen. Het betreft een gemotiveerde verklaring voor het schrappen van een risicogrond van de gemeentelijke inventaris, gelegen Hazewindstraat 42+ te 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving afdeling 1, sectie B, nummer 559 E 5.
De vraag tot schrapping is gebaseerd op foutieve rubricering volgens de Vlarem-indeling:
• er werd nooit meer dan 17.500 liter mazout opgeslagen in verschillende houders;
• de opslag van olie werd in een verkeerde rubriek ingedeeld;
• er is nooit meer dan 5 kW aan metaal bewerkingsmachines aanwezig geweest.
Op 13 oktober 2020 werd door de dienst omgeving - milieu een administratief onderzoek gevoerd waaruit blijkt dat er voldoende aangetoond wordt dat er in werkelijkheid geen risico-activiteiten hebben plaatsgevonden op het perceel in kwestie.
Er zijn geen externe adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 en § 3, 7° Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Art. 7, § 1 Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen beslist:
• het advies van de dienst omgeving - milieu te volgen en het perceel Hazewindstraat 42+, 8540 Deerlijk, kadastraal gekend als afdeling 1, sectie B, nummer 559 E 5, te schrappen als risicoperceel;
• deze beslissing over te maken aan OVAM.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Inname openbaar domein - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de lijst in bijlage voor de ingediende aanvragen betreffende de inname van het openbaar domein en/of wegenis.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de lijst in bijlage voor de gevraagde inname(s) van het openbaar domein.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Renovatiepremie eigenaars-bewoners - goedkeuring
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Renovatiepremie eigenaars-bewoners - goedkeuring
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Renovatiepremie eigenaars-verhuurders - goedkeuring
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Woonwijs - dagelijks bestuur - verslag van 1 oktober 2020 - kennisname
Aanleiding en context
Het dagelijks bestuur van Woonwijs hield een vergadering op 1 oktober 2020.
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.
Motivering
De projectcoördinator vraagt in zijn mail van 9 oktober 2020 het verslag ter kennisgeving voor te leggen aan de colleges van de vijf betrokken gemeentes.
De bijbehorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Campagne groepsaankoop groene stroom Provincie West-Vlaanderen 2020-2021
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de nieuwe groepsaankoop groene stroom georganiseerd door de provincie West-Vlaanderen.
Motivering
De provincie West-Vlaanderen heeft reeds negen maal met succes een groepsaankoop groene stroom en gas georganiseerd. Dit zowel voor particulieren (met ook de kansengroepen) als voor professionelen met beperkt verbruik.
In navolging van dit succes wenst de provincie West-Vlaanderen daarom in de winter van 2020-2021 een tiende groepsaankoop groene stroom te organiseren. De provincie zal hierin een faciliterende en coördinerende rol opnemen.
In hun schrijven van 12 oktober 2020 vraagt de provincie West-Vlaanderen om deze campagne mee te helpen ondersteunen en bekend te maken bij het publiek. De werkwijze van de provincie is als volgt:
• Een consultancybureau wordt aangesteld om de samenaankoop van groene stroom te organiseren voor geïnteresseerde burgers en bedrijven (met beperkt verbruik) van de provincie West-Vlaanderen.
• De provincie wenst ook kansengroepen te bereiken met deze samenaankoop. Daarom werden eveneens de openbare centra voor maatschappelijk welzijn aangeschreven.
Geïnteresseerde burgers en bedrijven kunnen zich inschrijven vanaf de eerste helft van december 2020. Dan start ook de informatiecampagne. De eigenlijke veiling is voorzien voor begin februari 2021.
De gemeenten kunnen meewerken door het verspreiden van alle mogelijke info die ter beschikking gesteld wordt door de provincie en door het inrichten van een loket voor mensen die geen toegang hebben tot het internet (in samenwerking met het sociaal huis of woonloket).
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ondersteuning van de campagne groepsaankoop groene stroom 2020-2021 van de provincie West-Vlaanderen.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
HVZ Fluvia - dotatie 2020 en 2021 - kennisname en agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de gemeentelijke dotatie 2020 en 2021 aan de hulpverleningszone Fluvia.
Motivering
In haar mail van 18 september 2020 vraagt de hulpverleningszone Fluvia aan elke gemeente om kennis te nemen van de dotaties voor 2020 en 2021. Deze mail en het ontwerp van de begrotingswijziging 2020 en de begroting 2021 bevinden zich in bijlage.
Voor de gemeente Deerlijk bedraagt in 2020 na begrotingswijziging de exploitatietoelage 301.410 euro, de investeringstoelage 41.310 euro en de kazerneringstoelage 0 euro.
Voor de gemeente Deerlijk bedraagt in 2021 de exploitatietoelage 307.530 euro, de investeringstoelage 41.310 euro en de kazerneringstoelage 183.600 euro.
Wat betreft de kazerneringstoelage: elke gemeente draagt bij aan de kazernes die Fluvia zal overnemen of zelf zal bouwen. De kazerneringstoelage die eerder was voorzien op 91.800 euro voor 2020 voor de gemeente Deerlijk, is na begrotingswijziging 2020 van Fluvia op nul gebracht. De kazerneringstoelage die eerder was voorzien op 91.800 euro voor 2021 voor de gemeente Deerlijk in het meerjarenplan van Fluvia, is in de begroting 2021 verdubbeld naar 183.600 euro, in feite werd het bedrag van 2020 doorgeschoven naar 2021.
In het geval van de kazerne Deerlijk-Anzegem wordt de overname geschat op 3.549.683 euro.
Deze bedragen komen overeen met de verdeelsleutel en de begrotingswijziging 2020 en de begroting 2021 die werden goedgekeurd in de zoneraad van 25 september 2020.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen in 2020.
Raming of bedrag | 301.410,00 euro |
Actie | Gelijk Blijvend Beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB/0410-00/64940001 |
Visum | nvt |
Raming of bedrag | 41.310,00 euro |
Actie | Gelijk Blijvend Beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB/0410-00/66400002 |
Visum | nvt |
Raming of bedrag | 0 euro |
Actie | Gelijk Blijvend Beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB/0410-00/66400006 |
Visum | nvt |
De beslissing heeft financiële gevolgen in 2021.
Raming of bedrag | 307.530,00 euro |
Actie | Gelijk Blijvend Beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB/0410-00/64940001 |
Visum | nvt |
Raming of bedrag | 41.310,00 euro |
Actie | Gelijk Blijvend Beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB/0410-00/66400002 |
Visum | nvt |
Raming of bedrag | 183.600,00 euro |
Actie | Gelijk Blijvend Beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB/0410-00/66400006 |
Visum | nvt |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de gemeentelijke dotatie 2020 en 2021 aan de hulpverleningszone Fluvia en verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad dit punt te agenderen op de gemeenteraad van 26 november 2020.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Grafconcessie - bijzetting - kennisname
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Grafconcessie - bijzetting - kennisname
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Wandelweg 32 - toekenning huisnummer - goedkeuring
Aanleiding en context
De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen een huisnummer toe te kennen aan de nog te bouwen woning gelegen op een perceel Wandelweg zonder nummer en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 276 A3.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 18 maart 2020 een omgevingsvergunning af, voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met carport na afbraak van de tuinberging, op een perceel gelegen Wandelweg zonder nummer en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 276 A3.
Er dient een huisnummer toegekend te worden. Er zijn voldoende huisnummers beschikbaar.
Er zullen voldoende huisnummers gereserveerd worden voor het groepswoningenbouwproject dat eventueel in de toekomst gerealiseerd zal worden langs de Wandelweg.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 31 maart 2019
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit aan de nog te bouwen woning, gelegen op een perceel Wandelweg zonder nummer en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 276 A3, het huisnummer 32 toe te kennen.
Artikel 2
De toekenning gaat in vanaf de datum van deze beslissing. De gebruikelijke diensten en nutsmaatschappijen zullen van huidige beslissing in kennis gesteld worden.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Biesbeke 1 - Wijziging adres - goedkeuring
Aanleiding en context
De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen de goedkeuring om het reeds toegekend adres Biesbeke 1 te wijzigen naar Beverenstraat 24.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 22 juli 2015 een bouwvergunning af, strekkende tot het bouwen van 11 woningen en 25 appartementen met ondergrondse parking na het slopen van de bestaande bebouwing, gelegen Beverenstraat 18, Beverenstraat 20 en Beverenstraat 22.
Het college van burgemeester en schepenen kende in zitting van 1 juni 2016 de huisnummers toe van de woongelegenheden die gelegen zullen zijn langs de Beverenstraat.
Het college van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 26 oktober 2016 een verkavelingsvergunning af, strekkende tot het verkavelen van grond in 10 loten voor eengezinswoningen, 2 loten voor meergezinswoningen, 13 loten voor garages, 1 lot voor afvalberging en private wegenis met aanhorigheden, op een perceel gelegen Beverenstraat 22 en Biesbeke.
Het college van burgemeester en schepenen kende in zitting van 4 januari 2017 de huisnummers toe van de woongelegenheden die gelegen zullen zijn langs Biesbeke.
Het college van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 5 juni 2019 een omgevingsvergunning af, voor het regulariseren van een aantal werken uitgevoerd aan een vergund appartementsgebouw (indeling van bepaalde ruimtes, terrassen, bijkomende dakkapel), op een perceel gelegen Beverenstraat 22 en Biesbeke.
Op het gelijkvloers werd de indeling van de winkelruimte en de inkomdeur naar de winkelruimte gewijzigd. Gezien de inkomdeur van de winkelruimte nu effectief langs de Beverenstraat geplaatst werd, en niet langs Biesbeke (zoals voorzien), is voor deze winkelruimte het reeds toegekend adres Biesbeke 1 niet meer correct.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 31 maart 2019
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het reeds toegekend adres Biesbeke 1 te wijzigen naar Beverenstraat 24.
Artikel 2
Het adres Biesbeke 1 wordt geschrapt uit het woningenbestand.
Artikel 3
De toekenning gaat in vanaf de datum van deze beslissing. De gebruikelijke diensten en nutsmaatschappijen zullen van huidige beslissing in kennis gesteld worden.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Grafconcessies aktename verval - goedkeuring
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Grafconcessies hernieuwingen - goedkeuring
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring
Aanleiding en context
Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Organisatiebeheersysteem
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2020/40 goed te keuren.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2020/70 goed te keuren.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Delegaties - principiële goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verder uitwerken van delegaties van bevoegdheden principieel goed te keuren.
Motivering
Als lokaal bestuur vinden we het belangrijk dat de dienstverlening naar de burger toe kwalitatief en efficiënt gebeurt.
In het meerjarenplan 2020-2025 werd als beleidsdoelstelling opgenomen dat we verder ontwikkelen naar een dynamisch en flexibel lokaal bestuur, om zo tot die kwalitatieve en efficiënte dienstverlening te kunnen komen.
Als eerste actieplan werd opgenomen dat we een efficiënte organisatie willen zijn. Onder meer volgende acties werden hierin opgenomen:
• 2.1.3. Delegatie van handtekening uitwerken
• 2.1.8. Maximale invulling dagelijks personeelsbeheer en aanstellingsbevoegdheid algemeen directeur
• 2.1.9. Automatische toepassing van reglementen ipv individuele behandeling op organen
Er wordt voorgesteld om een overkoepelend project 'delegaties' uit te werken waarin de organisatie wordt gescand op welke organen welke bevoegdheden hebben en naar waar we deze bevoegdheden wensen te delegeren, gelet op onderstaande uitgangspunten:
• Het is voor de delegatiehouders duidelijk voor welke (delen van) doelstellingen ze verantwoordelijk zijn en ze nemen hun verantwoordelijkheid hierin.
• De taken en verantwoordelijkheden van de delegatiehouder zijn expliciet omschreven in een delegatiebesluit.
• De delegatie moet in verhouding staan tot de toegewezen verantwoordelijkheden.
• Ongeacht de inhoud van de toegekende delegatie moet hierover gerapporteerd worden aan het orgaan dat de delegatie verleende. De administratieve last van het rapporteren mag niet overheersen ten opzichte van de efficiëntiewinst die gemaakt wordt door de delegatie zelf.
• De delegaties worden actueel gehouden.
De rode draad dient steeds te zijn: efficiëntie en responsabilisering.
Voorbeelden van mogelijke delegaties werden in bijlage gevoegd.
Het managementteam gaf hieromtrent positief advies.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verder uitwerken van delegaties van bevoegdheden principieel goed te keuren.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
TMVW ov - buitengewone algemene vergadering van 11 december 2020 - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
TMVW ov nodigt de gemeente uit tot het bijwonen van de buitengewone algemene vergadering die plaatsvindt op vrijdag 11 december 2020 om 14.30 uur, via interactieve video-conferencing.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de uitnodiging, de agendapunten te overlopen en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken deze materie te agenderen op de gemeenteraadszitting van 29 oktober 2020.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt de agenda met volgende punten:
1) Wijziging in deelnemers en/of kapitaal
2) Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten
3) Evaluatie 2020, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2021 (cfr. art. 432 DLB)
4) Begroting 2021 (cfr. art. 432 DLB)
5) Actualisering presentievergoeding ingevolge index-aanpassing
6) Statutaire benoemingen
Varia
In de gemeenteraadszitting van 28 februari 2019 werd de heer Jo Tijtgat aangesteld als effectief vertegenwoordiger en de heer Matthias Vanneste als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van TMVW ov voor de legislatuur 2019-2024.
De financieel beheerder heeft op 14 oktober 2020 positief advies verleend.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt op de agenda van de gemeenteraad van 29 oktober 2020 te plaatsen.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Zittingen college van burgemeester en schepenen en gemeenteraad - 2021 - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de data van de zittingen in 2021, van het college van burgemeester en schepenen, vast te stellen.
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd, in onderling overleg met de voorzitter van de gemeenteraad, de data van de zittingen in 2021 van de gemeenteraad, vast te stellen.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren, het vereisen.
De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tienmaal per jaar.
Het is de voorzitter van de gemeenteraad die beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad.
De voorzitter van de gemeenteraad stelt voor dat de gemeenteraad in 2021 zal zetelen om 20.00 uur op volgende data:
• Donderdag 28 januari 2021
• Donderdag 25 februari 2021
• Donderdag 25 maart 2021
• Donderdag 29 april 2021
• Donderdag 27 mei 2021
• Donderdag 8 juli 2021
• Donderdag 16 september 2021
• Donderdag 28 oktober 2021
• Donderdag 25 november 2021
• Donderdag 16 december 2021
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Art. 18, 19, 50 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om in 2021 iedere woensdag te zetelen om 14.00 uur behoudens op:
• Woensdag 17 februari 2021 (krokusvakantie)
• Woensdag 7 april 2021 (paasvakantie)
• Woensdag 21 juli 2021 - verplaatst naar donderdag 22 juli 2021 om 9.00 uur
• Woensdag 28 juli 2021 (zomervakantie)
• Woensdag 4 augustus 2021 (zomervakantie)
• Woensdag 3 november 2021 (herfstvakantie)
• Woensdag 29 december 2021 (kerstvakantie)
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit, in onderling overleg met de voorzitter van de gemeenteraad, dat de gemeenteraad in 2021 zal zetelen op volgende data, telkens om 20.00 uur:
• Donderdag 28 januari 2021
• Donderdag 25 februari 2021
• Donderdag 25 maart 2021
• Donderdag 29 april 2021
• Donderdag 27 mei 2021
• Donderdag 8 juli 2021
• Donderdag 16 september 2021
• Donderdag 28 oktober 2021
• Donderdag 25 november 2021
• Donderdag 16 december 2021
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
OMV 2020_117 - Oudenaardse heerweg 35 - aktename melding ingedeelde activiteit
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor het plaatsen van een verticale warmtewisselaar voor geothermie op een perceel gelegen Oudenaardse heerweg 35 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 223 K ingediend door de heer Thijs Delerue wonende Oudenaardse heerweg 35 te 8540 Deerlijk.
Motivering
De aanvraag voor een omgevingsvergunning met een ingedeelde activiteit klasse 2, ingediend door de heer Thijs Delerue wonende Oudenaardse heerweg 35 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 29 juni 2020.
De inhoud van de aanvraag betreft een plaatsing van verticale warmtewisselaars voor geothermie. Voor deze aanvraag werd de gewone procedure opgestart met een openbaar onderzoek van 23 juli 2020 tot 21 augustus 2020 en met een adviesvraag aan de VMM, Afdeling grondwater. De adviesinstantie werd op 13 juli 2020 om advies verzocht en op 1 september 2020 ontvingen we een voorwaardelijk gunstig advies.
Het voorwaardelijke advies werd als volgt geformuleerd:
Er wordt ongunstig advies gegeven voor max. 3 boringen met een diepte van max. 106 m gelegen de Oudenaardse Heerweg 35 te Deerlijk en dit mits naleving van de algemene milieuvoorwaarden en sectorale milieuvoorwaarden (Afd. 5.55 Boringen). Er wordt wel gunstig advies gegeven voor 6 boringen tot een diepte van max. 53 m.
Tijdens het openbaar onderzoek werden geen opmerkingen of bezwaren ontvangen.
Op 3 september heeft de dienst omgeving een elektronisch schrijven gericht naar de aanvrager met de vraag of hij akkoord kon gaan met het alternatief van 6 boringen tot een diepte van maximum 53 m zoals de VMM zelf gunstig beoordeelt.
Op 8 september 2020 ontving de dienst omgeving een akkoord van de aanvrager om de aangevraagde rubriek aan te passen zodat de aanvraag verder kan behandeld worden als een melding van een klasse 3 ingedeelde rubriek.
De aanvraag werd vervolgens als een melding onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.
Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.
Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”
VOORWERP VAN DE MELDING
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Oudenaardse heerweg 35, kadastraal bekend afdeling 2 sectie D nummer 223 K.
De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: plaatsen van een verticale warmtewisselaar voor geothermie.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
55.1.1° | plaatsing van een verticale warmtewisselaar voor geothermie, zijnde 6 boringen van 53 m (Nieuw) | 53 m diepte ten opzichte van het maaiveld | 3 |
BEVOEGDHEID
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER
Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.
De melding omvat de volgende meldingsplichtige ingedeelde inrichtingen of activiteiten: plaatsing van een verticale warmtewisselaar voor geothermie
De melding situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.
De ingedeelde inrichting of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.
De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit als met omzichtigheid benaderd worden.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.
De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.
Juridische gronden
Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014
Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)
Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Thijs Delerue wonende Oudenaardse heerweg 35 te 8540 Deerlijk voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde het plaatsen van een verticale warmtewisselaar voor geothermie gelegen Oudenaardse heerweg 35 te Deerlijk.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
55.1.1° | plaatsing van een verticale warmtewisselaar voor geothermie, zijnde 6 boringen van 53 m (Nieuw) | 53 m diepte ten opzichte van het maaiveld | 3 |
Artikel 2
Het advies van de VMM, afdeling Grondwater dient strikt nageleefd te worden.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Aanbod recht van voorkoop - Waregemstraat 308 - weigering
Aanleiding en context
De Vlaamse Grondenbank heeft een aanbod van het recht van voorkoop ontvangen waarvan het gemeentebestuur de begunstigde is.
Motivering
De instrumenterende ambtenaar heeft het recht van voorkoop aangeboden in toepassing van de Vlaamse wooncode (woning is leegstaand). Het betreft een eigendom gelegen Waregemstraat 308 (gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 177g/2) te Deerlijk.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur.
• Andere :
◦ Decreet houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten definitief goedgekeurd op 25 mei 2007
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit niet in te gaan op het aanbod en het recht van voorkoop bijgevolg niet uit te oefenen.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
OMV 2020_72 - Geeststraat 10 en Nijverheidslaan 43 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor de uitbreiding en toevoeging van een bestaande exploitatie door renovatie en aanpassing van het naastliggend bedrijfsgebouw, slopen van een aantal bijgebouwen, gevelaanpassingen, interne verbouwing en de aanleg van een nieuwe laad- en loskade, op een perceel gelegen Geeststraat 10 en Nijverheidslaan 43 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 88 L, (afd. 1) sectie B 106 S, (afd. 1) sectie B 106 R, (afd. 1) sectie B 108 B en (afd. 1) sectie B 108 A aangevraagd door Geert De Meyer namens COREX Belgium NV met als contactadres Forestier Liederikstraat 23 te 8530 Harelbeke.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 12 oktober 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
Het advies van de brandweerzone Fluvia dient strikt nageleefd te worden.
Het advies van de Provincie West-Vlaanderen, Dienst Waterlopen dient strikt nageleefd te worden.
Tussen de achtergevel van het gebouw en de achterperceelsgrens moet een groenbuffer van 2,5 à 3 m breed aangeplant worden over de ganse lengte van de achtergevel waarbij nog een vrije doorgang van 3 m tussen de muur en de groenbuffer aanwezig blijft. De groenbuffer moet bestaan uit een combinatie van inheemse struiken met volgende specificaties:
De aanplant van dit groenscherm dient te gebeuren binnen het eerstvolgend plantseizoen na ingebruikname van de gebouwen.
De gevraagde afwijking op de artikelen 5.15.0.6.§1, 5.19.1.3. en 5.33.0.4. van titel II van het Vlarem met betrekking tot de gangbare werktijden van de exploitatie, wordt gunstig geadviseerd zodat de exploitatie van maandag tot vrijdag kan starten om 5.00 uur ’s morgens tot 21.00 uur ’s avonds. Op zaterdag kan er geëxploiteerd worden van 5.00 uur tot 11.00 uur in de voormiddag. Laad- en losactiviteiten zijn ’s nachts niet toegelaten.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming milieubelastende industrie.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 augustus 1971 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een weverij en magazijn.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 december 1972 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een industriegebouw.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 oktober 1973 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een weverij met uitbreiding.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 mei 1978 door het college van burgemeester en schepenen voor uitbreiding van een bestaande weverij.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 september 1983 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaande weverij.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 juni 1984 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een industriegebouw met droogruimte.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 november 1985 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een productie- en stockageruimte.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 november 1989 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de bestaande fabrieksgebouwen.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 juni 1994 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de bestaande fabrieksgebouwen.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 31 juli 1997 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaand magazijn.
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 21 januari 2000 door het college van burgemeester en schepenen voor de heropbouw van een industrieel gebouw.
Relevante milieuvergunningen
Volgende pré Vlarem vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Arab vergunning afgeleverd op 2 september 1976 door het college van burgemeester en schepenen voor de exploitatie van een metaalconstructiebedrijf.
Historische activiteit vergund op 12 oktober 1989 voor het exploiteren van een inrichting voor de fabricatie van kartonnen kokers.
Historische activiteit vergund op 1 februari 1973 voor het uitbaten van een weverij met brandstoffendepot.
Volgende milieuvergunningen:
Weigering milieuvergunning afgeleverd op 4 augustus 1994 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor een melding kleine verandering.
Milieuvergunning afgeleverd op 6 oktober 1994 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor een uitbreiding met een spiraal wikkelmachine van 39 kW.
Milieuvergunning afgeleverd op 8 maart 2000 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het vervaardigen van kartonnen tubes.
Milieuvergunning afgeleverd op 10 mei 2001 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het vervaardigen van kartonnen tubes.
Milieuvergunning gedeeltelijk afgeleverd op 25 april 2002 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor het exploiteren van een tapijtbedrijf.
Milieuvergunning afgeleverd op 2 december 2009 door het college van burgemeester en schepenen voor het exploiteren van een textielweverij / tapijt vervaardiging.
Milieuvergunning afgeleverd op 26 november 2014 door het college van burgemeester en schepenen voor een verandering van een inrichting voor het vervaardigen van kartonnen kokers en hulzen.
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Omgevingsvergunning afgeleverd op 19 juni 2019 voor het regulariseren van de steenslagverharding aan de westzijde van het bedrijf en actualisatie van de Vlarem rubrieken.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De hoofdingang van het bedrijf is gelegen langsheen de Nijverheidslaan, een voldoende uitgeruste gemeenteweg op het bedrijventerrein Deerlijk-Waregem, in de directe omgeving van de E17. Een recente aankoop van een achterliggend bedrijfsgebouw langsheen het private deel van de Geeststraat (het voormalige bedrijfsgebouw van Tansens & Casaert) maakt ook onderdeel uit van deze aanvraag. De omgeving wordt gekenmerkt door bedrijfsgebouwen. Beide sites van het bedrijf zijn reeds in grote mate verhard. De oppervlakte voor het bedrijfsgebouw langsheen de Nijverheidslaan strekt zich in westelijke, noordelijke en oostelijke richting tot op enkele meters van de perceelsgrens. De zuidelijke kant van het perceel is gebruikt als oprit, parking en laadkaaien. Links van het bedrijfsgebouw is een steenslagverharding, rechts van het gebouw is gazon voorzien. Het bedrijfsgebouw langs de Geeststraat sluit aan op de achterzijde van het bedrijfsgebouw aan de Nijverheidslaan.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst de voormalige bedrijfsgebouwen van ‘Tansens & Casaert (Geeststraat 10) te integreren in de bestaande bedrijfsactiviteiten van Corex Belgium en bijgevolg de bestaande activiteiten uit te breiden in deze gebouwen. Hiervoor dient naast een herinrichting van de interne indeling ook een deel gesloopt en heropgebouwd te worden.
Het alleenstaande bijgebouw en open berging gelegen in zuid westelijke hoek van de voormalige bedrijfsgebouwen van ‘Tansens-Casaert’ wordt, samen met de vroegere smisse en kleedruimtes gesloopt. Na de sloop komt ruimte vrij voor de circulatie van vrachtwagens in functie van het gelijkvloers lossen van diverse toeleveringen. Daarom wordt ook een nieuwe poort in de vrijgekomen gevel voorzien. Onder het vrijstaande bijgebouw bevindt zich een bestaande gemetste regenwaterput van ongeveer 100 m3. Deze waterput blijft behouden.
Het overgrote deel van de activiteiten van Corex Belgium nv kan ingepast worden in de voormalige productiegebouwen van ‘Tansens & Casaert’, dit is het achterste deel van de gebouwen. Er zijn enkel een aantal niet-structurele ingrepen nodig:
In het magazijn aan de voorzijde zijn de ingrepen groter. Om een laad- en loskade te realiseren aansluitend op het magazijn worden een 3-tal beuken over de halve diepte van het magazijn afgebroken. In de vrijgekomen ruimte wordt de laad- en loskade voorzien, in combinatie met een poort voor gelijkvloers laden- en lossen. De toegangshelling van de laad- en loskade is ingepast zodat ook doorgaande circulatie naar de verder gelegen gebouwen mogelijk blijft. Naast het plaatsen van de laad- en loskade wordt ook de voorgevel en de zijgevels van dit oudste deel aangepakt. De asbesthoudend golfplaten en de enkele beglazing worden vervangen respectievelijk door isolerende sandwichpanelen en transparante polycarbonaatplaten. De bakstenen gevel wordt opgewaardeerd met isolatie en bardagebekleding (donker grijze kleur). Ook de gevels (voor en zij) van het kantoorgebouw worden aangepakt: de ramen worden vervangen en de gevel krijgt een vernieuwde look door middel van een metalen gevelbekleding in donker grijze kleur.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Corex Belgium N.V. is een industriële specialist in het produceren van op maat gemaakte karton kernen, en oplossingen voor consumentenverpakkingen die worden gebruik in de papier-, folie-, textiel-, vloerbedekking-, metaal- en andere industrieën incl verkoop van randbeschermers. Corex Group heeft verschillende vestigingen in het binnen- en buitenland, waarvan ook deze site in de Nijverheidslaan in Deerlijk. Het bedrijf is gevestigd in zone milieubelastende industrie, nl. industriezone Deerlijk-Waregem. De toegang gebeurt op vandaag via de Nijverheidslaan.
In de vestiging te Deerlijk worden kartonnen kokers en hulzen geproduceerd.
Voor de productie van spiraalgewikkelde kokers zijn repen karton en lijm nodig. In Corex Belgium wordt er gebruik gemaakt van twee types lijm: dextrinelijm, op basis van zetmeel, en PVA-lijm, op basis van polyvinylalcohol/polyvinylacetaat. Beide lijmen zijn niet-gevaarlijk.
De kartonnen repen worden spiraalsgewijs opgewikkeld en verlijmd rond een as met een diameter die de binnendiameter van de koker bepaald. Zo wordt er een lange koker gevormd met de gewenste dikte. Deze koker wordt ter plaatse gesneden in kokers met de gewenste lengte.
De kokers worden handmatig of automatisch gepalettiseerd. Daarna worden deze ofwel in het magazijn geplaatst voor verzending naar de klant of worden de kokers in een ovenruimte geforceerd gedroogd, om het vochtgehalte te verlagen en de sterkte te verhogen.
De kokers kunnen verschillende afwerkingslagen krijgen, zowel aan de binnenkant als aan de buitenkant. Dit kunnen gekleurde of bedrukte deklagen zijn. Daarnaast is er ook de mogelijkheid om tijdens productie de koker aan de binnen- of buitenkant te bedrukken.
Recentelijk kocht de firma Corex Belgium N.V. de aanpalende site ‘Tansens & Casaert’ (voormalige textielfabriek) aan om hun industriële activiteiten op de locatie uit te breiden en te centraliseren, dit ter vervanging van activiteiten die voor het ogenblik in Harelbeke gevestigd zijn en op korte termijn daar stopgezet worden. Dit gebouw is gelegen in de Geeststraat 10.
Deze fabriekssite neemt zijn toegang via de Geeststraat, waarbij Geeststraat nr. 2 en Geeststraat nr. 10 aan elkaar een erfdienstbaarheid geven voor het gebruiken van de toegangsweg tot elkaars terreinen.
In dit fabrieksgebouw wenst Corex Belgium N.V. haar activiteiten die dus momenteel uitgevoerd worden in de site “Corex Depauw” van Harelbeke onder te brengen. Het betreft eveneens de productie van kartonnen kokers. Het productieproces is echter licht verschillend van de productie in “gebouw Nijverheidslaan” en dus ook de bestemming en kwaliteit van de afgewerkte producten.
Bij dat productieproces vertrekt men van een rol papier die afgewikkeld wordt. Het papier wordt belijmd, op de gewenste lengte gesneden en vervolgens op een stalen as gewikkeld. Bij het belijmen wordt water aangewend om het papier vochtig te houden. Om aan de gewenste kwaliteitseisen te voldoen moet de pas geproduceerde koker vervolgens gedroogd worden in een droogoven. Deze stap kan zowel in-line als off-line gebeuren. Vervolgens worden de kokers verpakt volgens de door de klant gewenste verpakkingsmethode.
Na vergunning zullen de activiteiten dus vanuit Harelbeke verhuisd worden naar het te vernieuwen gebouw in de Geeststraat. Vooraleer de verhuis mogelijk is, zullen eerst verbouwingswerken moeten gebeuren met onder andere de bouw van een laadkade, vernieuwen daken en gevels, algemene renovatiewerken. Dit wordt besproken in het deel van de stedenbouwkundige handeling.
Een aantal lijnen die zich momenteel in Harelbeke bevinden zullen dan 1 op 1 verhuisd worden. Andere zullen gemoderniseerd worden om het productieproces cfr. de BBT efficiënter te laten verlopen. Zo zal er geen bedrijfsafvalwater meer geloosd moeten worden daar het bevochtigen van de flappen volledig in een gesloten watercircuit zal kunnen verlopen.
Beide gebouwen zullen in de toekomst 1 milieutechnisch geheel vormen.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
3.2.2°a) | de lozing van 740 m³/jaar huishoudelijk afvalwater via 2 lozingspunten (Nieuw) | 740 m³/jaar | 3 |
6.4.1° | het uitbreiden met de opslag van 4.620 l brandbare vloeistoffen (Verandering) | 5340 liter | 3 |
12.2.1° | 1 transformator van 630 kVA (Ongewijzigd) | 630 kVA | 3 |
12.2.1° | het uitbreiden met 1 transformator van 630 kVA (Verandering) | 630 kVA | 3 |
12.3.2° | het uitbreiden met batterijladers met een totaal vermogen van 16 kW (Verandering) | 137,4 kW | 3 |
15.1.2° | het uitbreiden met het stallen van 16 voertuigen (Verandering) | 36 voertuigen | 2 |
16.3.2°b) | het uitbreiden met 2 compressoren van 22 kW en 2 airco’s van 1,2 kW, totaal 46,4 kW (Verandering) | 226 kW | 2 |
17.1.2.1.1° | opslag van 600 l propaan in flessen van 25 l (18kg) (Nieuw) | 600 liter | 3 |
17.3.4.1°a) | opslag van 2.000 kg bijtende vaste stoffen of vloeistoffen (GHS05) (Ongewijzigd) | 2 ton | 3 |
17.3.6.1°a) | het uitbreiden met 6.600 kg schadelijke vaste stoffen en vloeistoffen (GHS07) (Verandering) | 6,8 ton | 3 |
17.4. | het uitbreiden met opslag van diverse gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen bestaande uit 367 l en 1.000 kg (Verandering) | 2264 liter | 3 |
19.6.1°c) | het uitbreiden met opslag van 1.000 m³ hout (Verandering) | 2000 m³ | 2 |
26.2. | het uitbreiden met opslag van 124,85 ton lijmen (niet gevaarlijk) (Verandering) | 327,84 ton | 2 |
29.5.2.1°a) | het uitbreiden met metaalbewerkingsmachines totaal 15 kW (Verandering) | 24 kW | 3 |
33.3.2°a) | het uitbreiden met machines voor het behandelen van papier of karton totaal vermogen 234,5 kW (Verandering) | 736,5 kW | 2 |
33.4.2°c) | het uitbreiden met 1.310 ton opslag papier en karton (Verandering) | 4410 ton | 2 |
43.1.2°a) | het uitbreiden van verbrandingsinrichtingen met een totaal vermogen van 1.260 kWth (200 kWth, 100 kWth, en 12 x 80 kWth) (Verandering) | 3228,35 kW | 2 |
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 23 mei 2020 tot 21 juni 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
5. Adviezen
Brandweerzone Fluvia, dienst brandpreventie werd om advies verzocht 20 mei 2020. De adviesinstantie bracht op 3 juni 2020, ontvangen 4 juni 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
‘De aanvraag wordt enkel gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverslag en in het bijzonder wordt verwezen naar de bemerkingen vermeld onder de rubrieken 3.1 - 4.2 - 6.1 - 9 - 12.2 - 13 - 14.1 - 17.1 - 20.’
De Intercommunale Leiedal werd om advies verzocht op 20 mei 2020. De adviesinstantie diende geen advies te formuleren gezien de bouwsite gelegen is buiten dat deel van het bedrijventerrein “Deerlijk-Waregem”, zoals dit door leiedal werd gerealiseerd.
De Provincie West-Vlaanderen, Dienst Waterlopen werd om advies verzocht op 20 mei 2020. De adviesinstantie bracht op 10 juli 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
‘ Met betrekking tot de watertoets
1) Het project paalt rechtstreeks aan de (ingebuisde) Wijmelbeek, een ingeschreven waterloop van 2de categorie met nr. WL8.23.
2) Het project ligt niet in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied (zie kaart watertoets).
3) Het project ligt volgens het bijgevoegde uittreksel in een gebied met een infiltreerbare bodem.
4) Gezien de beperkte toename aan verharde oppervlakte (< 1.000m²) worden er hierdoor geen schadelijke effecten op het bestaande watersysteem verwacht.
5) We vestigen uw aandacht op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013
(B.S. 08.10.2013) houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
6) De bestaande afwatering van de omliggende percelen dient gegarandeerd te blijven. Afvloei van hemelwater naar de aanpalende onverharde zones voor infiltratie mag enkel op de eigen terreinen plaats vinden. Het kan niet de bedoeling zijn buurpercelen wateroverlast te bezorgen.
Met betrekking tot de waterloop
Volgens art. 17 van de wet op de ‘Onbevaarbare Waterlopen’, daterend van 28 december 1967, zijn de aangelanden, gebruikers en eigenaars van kunstwerken, verplicht doorgang te verlenen, de nodige materialen, gereedschap en werktuigen voor de uitvoering van werken te laten plaatsen, en ook producten die voortkomen van de ruimingswerken binnen een 5-meterstrook vanaf de oever te aanvaarden.
Ook in art. 6 van het decreet van Het Vlaams Parlement van 19 juli 2013 tot wijziging van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het “integraal waterbeleid” worden de onderhoudsstrook en de rechten en plichten van de aangelanden naast de waterloop uitgebreid beschreven.
1) Vrije strook 5 m
Langs de waterloop dient in alle omstandigheden vanaf de oeverrand (open profiel) of vanaf de rand van de overwelving (gesloten profiel) steeds een vijf meter brede strook volledig vrij te blijven van elke bebouwing en aanplantingen (rekening houdend met de te verwachten volume van de aanplantingen) zodat de toegang tot de waterloop onder meer voor personen en materieel bij uitvoering van werken aan deze waterloop altijd is verzekerd.
Ook opslag of tijdelijke opslag mag niet in de 5m-strook (indien van toepassing).
De nieuwe ondergrondse infiltratievoorziening wordt binnen de 5 m vrije strook van de ingebuisde Wijmelbeek voorzien -> dit wordt niet toegelaten.
Er wordt toegelaten om de bestaande toplaag KWS-verharding (boven de ingebuisde Wijmelbeek) te vernieuwen. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de stabiliteit van de koker. De juridische erfdienstbaarheid blijft behouden.
De Provinciale Dienst Waterlopen wenst er op te wijzen dat bij elke overwelving van een waterloop 2de categorie het raadzaam is na te gaan of de toestand van de overwelving nog stabiel genoeg is om, zonder renovatie/vernieuwing, een nieuwe bovenbouw aan te leggen.
2) Afrasteringen
De afrasteringen in de langsrichting van de beek dienen geplaatst op
- ofwel 1 m landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop maximaal 1,50 m. hoog
- ofwel 5 m landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop
Bij afrasteringen in de dwarsrichting ten opzichte van de waterloop dienen de nodige voorzieningen getroffen om een vrije doorgang binnen de 5 m strook mogelijk te maken door middel van een opening of een poort met een minimum breedte van 4 m.
3) Onderhoudslast
De bestaande erfdienstbaarheid met betrekking tot de onderhoudslast van de waterloop blijft behouden.
De provincie kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele schade aan de verharding aangelegd binnen de 5 m-strook t.g.v. onderhoudswerken aan de waterloop.
De provincie kan niet instaan voor de kosten voor het verwijderen van maai- en ruimingsspecie die normaal binnen de 5 m-strook mag worden gedeponeerd.
4) Grondbewerkingen
Het bewerken van de grond gelegen langs een ingeschreven waterloop mag slechts van op een afstand van 1 m vanaf de taludinsteek van de waterloop.
5) (Her)aanplanting
Bij (her)aanplantingen langs de betrokken waterloop dienen de bomen, omwille van het mechanisch onderhoud van de waterloop, min. 10 meter van elkaar te staan, geplant op 1 m landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop. De bestaande bomen mogen niet ontworteld worden om schade aan het talud te voorkomen.
6) Ophogingen
Ophogingen binnen de 5 m-onderhoudsstrook worden niet toegelaten. Teneinde onderhoudswerken aan de waterloop uit te voeren dient de onderhoudsstrook vanaf de huidige taludinsteek een vlak verloop (horizontaal) te hebben en dit over de volledige breedte van deze 5 m-onderhoudsstrook.
(huidige taludinsteek = plaats van de kop van de talud zoals nu vastgesteld).
7) Toekomstige ontwikkelingen
Onze dienst wenst hierbij tevens op te merken dat ook bij verdere ontwikkelingen op het terrein deze regelgeving ten allen tijde dient nageleefd te worden.’
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De eigendom is volgens het origineel gewestplan Kortrijk, goedgekeurd op 4 november 1977 gelegen in een gebied voor milieubelastende industrieën.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :
Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.
De gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.
De aanvraag heeft betrekking op de uitbreiding van een bestaand bedrijf door toevoeging van een extra bedrijfsgebouw met eenzelfde industriële activiteit zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Nijverheidslaan en de Geeststraat voldoende uitgeruste openbare wegen zijn. Naar de Geeststraat toe gebeurt de ontsluiting via een gedeelde private oprit. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: de reeds bestaande hemelwateropvang van 104 m³ blijft behouden en de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 46.700 liter en een referentieoppervlakte van 74,72 m². De bijkomende buitenverharding is beperkt en komt voor het overgrote deel ter vervanging van bestaande bebouwing. Ook de provinciale dienst waterlopen bracht met betrekking tot de watertoets een positief advies uit. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Relevante potentiële effecten op de mobiliteit
Organisatie van het personenverkeer van en naar de onderneming
Het personenverkeer van en naar de onderneming gebeurt voornamelijk met personenwagens.
Er is voldoende parkeergelegenheid. Er zijn ook fietsenstallingen voorzien.
Gebruikte mobiliteitsmiddelen voor goederentransport
Voor de aan- en afvoer van de grondstoffen, technische hulpstoffen en afgewerkte producten worden voornamelijk vrachtwagens gebruikt.
1. Gebouw Nijverheidslaan (vergund):
Volgende gemiddelde transporthoeveelheden worden ingeschat:
Deze activiteit neemt haar toegang en uitgang via de Nijverheidslaan.
2. Gebouw Geeststraat (uitbreiding):
Volgende gemiddelde transporthoeveelheden worden ingeschat:
Deze activiteit neemt haar toegang en uitgang via de Geeststraat die dan verder aansluiting vindt op de Nijverheidslaan
Het bedrijf is gelegen langsheen de Nijverheidslaan in het industriegebied Deerlijk-Waregem. Er is een vlotte verbinding met de autosnelweg. De bijkomende impact op de mobiliteit door toevoeging van de nieuwe bedrijfsgebouwen aan de exploitatie is minimaal. Bijgevolg zijn de effecten op de mobiliteit in de omgeving niet aanzienlijk.
Relevante potentiële effecten op de bodem
De potentiële bronnen van emissies naar de bodem zijn voornamelijk:
- opslag en lossen van de (niet-gevaarlijke) lijmen
- opslag van de gevaarlijke producten en brandbare vloeistoffen
Er zijn geen brandstoftanks aanwezig en er wordt geen bedrijfsafvalwater geloosd.
In de inrichting bevinden zich de volgende bovengrondse opslagplaatsen van lijmen:
Aanduiding op plan | Productomschrijving | rubriek | |
(66) | Dextrine (EI 2965-CB) in tank: 29.600 l (48,84 ton) | 26.2 | |
(67) | Dextrine (EI 2965-CB) in tank: 29.000 l (47,85 ton) | 26.2 | |
(68a) | PVA-lijm (EI 2500) in tank: 25.000 l (32,5 ton) | 26.2 | |
(68b) | PVA-lijm (EI 2500) in tank: 25.000 l (32,5 ton) | 26.2 | |
(69) | PVA (EI 2565) deklaaglijm in tank: 25.000 l (32,5 ton) | 26.2 | |
(70) | Verbeterde PVA (EI 5025)-lijm in IBC’s van 1.000 l: 6.000 l (7,8 ton) | 26.2 | |
Deze opslag bevindt zich in volledig afgesloten houders, nl. in tanks of in IBC’s. Voor het vullen van de tanks werd een procedure opgesteld in kader van de ISO 14001-certificatie.
De inrichting zal uitgebreid worden met volgende opslag voor gebouw Geestraat:
Aanduiding op plan | Productomschrijving | rubriek |
(258) | Natriumsilicaatlijm in tank: 25.000 l (40 ton) | 26.2 |
(259) | Natriumsilicaatlijm in tank: 25.000 l (40 ton) | 26.2 |
(260) | Dextrine (EI 2965-CB) in tank: 29.000 l (47,85 ton) | 26.2 |
Deze opslag zal zich tevens bevinden in volledig afgesloten stalen houders binnen een inkuiping. Er wordt een nieuwe losplaats gerealiseerd voor de lijmen op een nieuw te voorziene verharding (na sloop sociale blok).
De opslag van gevaarlijke producten gebeurt in daartoe bestemde ruimtes, nl. het hulpstoffen-lokaal of de smidse.
De genoemde opslagplaatsen worden van de nodige vloeistofdichte inkuipingen voorzien om eventuele lekvloeistoffen op te vangen.
De afstandsregels tussen de producten onderling worden gerespecteerd.
Er is voor de opslag van de GHS02-producten een brandkast voorzien.
Om calamiteiten zo snel mogelijk aan te pakken is absorptiemateriaal in de inrichting aanwezig.
Relevante potentiële effecten op het watersysteem
De inrichting is gelegen in centraal gebied, wat betekent dat het afvalwater wordt gezuiverd in een afvalwaterzuiveringsinstallatie.
Het huishoudelijk afvalwater is afkomstig van de sanitaire installaties, namelijk WC’s, douches en wasbakken gebruikt door de werknemers. In beide productiegebouwen zullen sanitaire voorzieningen aanwezig zijn.
Het fecaliënwater zal geloosd worden via septische putten. In het gebouw Geeststraat wordt er een nieuwe put voorzien, o.m. omdat lange afstanden tot de openbare riolering overbrugd moeten worden tot de DWA-leiding van de Nijverheidslaan.
Er wordt geen bedrijfsafvalwater geloosd.
Voor gebouw kant Nijverheidslaan (reeds vergund) is er bedrijfsafvalwater afkomstig van volgende 2 activiteiten:
Dit afvalwater wordt opgevangen in IBC’s die geregeld worden opgehaald door een geregistreerde ophaler voor verwerking bij een vergunde verwerker.
Ook in het gebouw kant Geeststraat (uitbreiding) zal er geen bedrijfsafvalwater geloosd worden. Er wordt water met zeep aangewend voor het bevochtigen van de flappen, maar dit zal volledig in een gesloten circuit uitgevoerd worden.
De aanpassingen van de interne rioleringen met “maximale ontdubbeling” werden ontworpen in overleg met de gemeentelijke diensten.
1. Riolering op de site Corex
Het rioleringsplan van de bestaande vergunning is overgenomen en correct gezet conform aan de gerealiseerde toestand. De Wijmelbeek kruist beide sites en verloopt onder de gebouwen van Corex om dan aan te sluiten op de openbare RWA-riolering (Nijverheidslaan). Aan de oostzijde is er een gescheiden openbare riolering aanwezig afwaterend richting Nijverheidslaan, aan de westzijde is er enkel een DWA-riolering aanwezig, op een 15 à 20-tal meter van de eigendomsgrens. Deze laatste openbare riolering met gemengd stelsel watert af richting Breestraat. De site Corex ligt juist op de splitsing van deze 2 openbare rioleringsstelsels.
Aan de oostzijde van de bestaande Corex-gebouwen wordt een bestaande gemengde riolering RWA-DWA uitgesplitst: RWA en DWA worden nu elk afzonderlijk afgevoerd tot aan de openbare riolering RWA (= de ingebuisde Wijmelbeek) en DWA.
Aan de westzijde is een nog gemengde riolering aanwezig. Gezien aan deze zijde van de site er geen gescheiden openbaar rioleringsstelsel aanwezig is, wordt voor deze tak geopteerd voor een afsplitsing van lozing op de RWA/Wijmelbeek en een nieuwe aansluiting te realiseren op links gelegen openbare DWA-riolering. Tezelfdertijd wordt de septische put van het bestaande kantoorgebouw afgekoppeld van de RWA-aansluiting en op deze nieuwe DWA-aansluiting aangesloten.
Op die manier is de riolering van de bestaande Corex-site maximaal gescheiden uitgevoerd rekening houdend met de bestaande openbare riolering.
2. De site ‘Geeststraat 10’
De DWA op deze site is eerder beperkt :
Het project voorziet in het afsplitsen van dit stuk DWA-riolering om dit samen met de afvoer van een bijkomend chauffeurstoilet, via een septische put aan te takken op de nieuwe DWA-riolering die ten oosten van de bestaande Corex-gebouwen aangelegd wordt. Op die manier wordt op de site ‘Geeststraat 10' een volledig gescheiden rioleringsstelsel bekomen. Met deze ingrepen komt Corex ook tegemoet aan het voorstel van de gemeentelijke diensten.
De effecten op het watersysteem zijn bijgevolg niet aanzienlijk.
Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit
Er zijn enkel geleide emissies vanuit de productie door verwarmingsinstallaties en ovens. De compressoren, brikettenpers en stofafzuiging hebben geen emissies naar buiten toe. Er worden geen afvalstoffen verbrand.
De stookinstallaties die in de inrichting aanwezig zijn worden jaarlijks aan een onderhoudsbeurt onderworpen (2-jaarlijkse verplichting voor aardgasbranders).
De stookinstallaties en ovens in gebouw Nijverheidslaan zijn voorzien van schouwen met een meetopening. De 5-jaarlijkse lucht emissiemetingen vonden plaats op 4 januari 2019.
In gebouw Geeststraat wordt een centrale stofafzuiging met ventilatiesysteem voorzien. Alle (papier)stof komt toe in een bijgebouw waar dit samengeperst wordt tot briketten. Deze zullen op geregelde basis afgevoerd worden.
Gezien de aard van de activiteit ontstaan er geen relevante stofemissies naar de omgeving. Aan de machines is stofafzuiging verbonden (papierstof). Gezien deze maatregelen worden er geen aanzienlijke effecten op de luchtkwaliteit verwacht.
Relevante potentiële effecten van geluid en trillingen ten gevolge van de aanvraag
De voornaamste bronnen van geluid betreffen:
Het laden en lossen gebeurt inpandig. Daarvoor zijn laadkades voorzien.
De machines staan opgesteld binnen in de bedrijfsgebouwen, waardoor het geluid naar de omgeving toe tot een minimum wordt beperkt. Bovendien wordt gewerkt met gesloten poorten. Er is een afzonderlijk compressorlokaal.
Het centraal stofafzuigingssysteem in het gebouw Geeststraat zal geluid maken dat mogelijk hoorbaar is buiten het bedrijfsgebouw. De inrichting is echter centraal gelegen in industriegebied. De ventilator zelf en de briketpers zullen gesitueerd zijn in het bijgebouw zodat het geluid die ze produceren voldoende gedempt zal worden.
Er wordt geen geluidshinder verwacht vanwege de nieuwe activiteit.
Relevante potentiële effecten op biodiversiteit
Deze exploitatie heeft geen invloed op de biodiversiteit.
Relevant risico op zware ongevallen of rampen
De risico’s op een calamiteit, zoals een brand of een spill, werden in kaart gebracht via de significantiebepaling van de milieuaspecten i.k.v. de ISO14001-certificatie. In dat kader werden een aantal procedures opgesteld.
Voor wat betreft de bestaande (vergunde) situatie in gebouw kant Nijverheidslaan wordt verwezen naar het vorig dossier en naar het advies Hulpverleningszone Fluvia, uitgebracht op 15 april 2019. Dit advies wordt/werd gevolgd.
Er kon ook vastgesteld worden dat de opvolging van het brandpreventieverslag werd overgenomen in het actieplan van het ISO-systeem. De actieplan bepaalt onder andere de prioriteiten van de nog uit te voeren acties.
Voor het gebouw aan de kant van de Geeststraat (uitbreiding) worden alle noodzakelijke brandpreventiemaatregelen genomen, zowel in de bouwfase als in de exploitatiefase.
In principe is bijlage 6 in het kader van brandpreventie voor industriële gebouwen dus niet van toepassing. Corex Belgium nv wenst echter in de gegeven omstandigheden maximaal brandpreventiemaatregelen te nemen rekening houdend met de bestaande toestand van de gebouwen en voorhanden zijnde mogelijkheden. Dit werd voorafgaandelijk met de dienst Fluvia doorgenomen:
Hierbij wordt het volgende al dan niet voorzien:
Ondanks het feit dat bijlage 6 niet van toepassing is, worden toch tal van brandpreventie-maatregelen getroffen door de bouwheer. Uitgaande van bovenstaand beschreven maatregelen kan besloten worden dat het risico op zware ongevallen of rampen niet aanzienlijk is.
Relevante potentiële effecten op onroerend erfgoed
De aangevraagde veranderingen hebben geen invloed op onroerend erfgoed in de omgeving. Er bevindt zich geen bouwkundig erfgoed in de onmiddellijke omgeving van de inrichting.
Relevante potentiële effecten van licht en straling ten gevolge van de aanvraag
Er zijn geen verlichtingspalen aanwezig op het terrein. Er is wel een automatische verlichting op beide gebouwen. Er is geen sprake van stralingen.
De verlichting gaat automatisch aan bij beweging. Deze dient voor de veiligheid en is niet gericht op de openbare weg of naburige percelen.
Aangezien de buitenverlichting niet vaak gebruikt wordt, naar beneden is gericht en de inrichting gelegen is in het industriegebied zijn er geen aanzienlijke effecten van licht en straling te verwachten. |
Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen
De exploitant produceert zelf maar een heel beperkte hoeveelheid bedrijfseigen afvalstoffen t.g.v. de normale werking van het bedrijf.
Ten gevolge de nieuwe activiteiten zullen volgende afvalstoffen geproduceerd worden: hout, gemengd bedrijfsafval, papier en karton, PMD en papierbricketten (samengeperst papierstof). Er worden afzonderlijke containers voorzien links van het bedrijfsgebouw Geeststraat.
Er wordt een gedetailleerde VLAREMA-register bijgehouden. Volgende hoeveelheden kunnen voor beide gebouwen samen ingeschat worden:
Soort afvalstof | Eural-code | Jaarlijkse hoeveelheid | Bestemming |
Papier en karton | 20 01 01 | 2.000 ton | Sita Waste Service |
Papierbriketten | 20 01 01 | ? momenteel niet gekend | Sita Waste Service |
PMD | 15 01 06 | 6 m³ | Renewi |
Hout | 20 01 38 | 40 m³ | Renewi |
Te sorteren bedrijfsafval | 20 03 01 | 700 m³ | Renewi |
Afvalwater / spoelwater / lijmresten | 08 04 16 | 500 ton | Truck- en tankcleaning Tack of Suez |
Vast slib van lijmresten | 08 04 14 | 50 ton | Truck- en tankcleaning Tack of Suez |
Reinigingsvloeistof water + azijn (40%) + koelmelk | 03 03 99 | 15.600 liter | Truck- en tankcleaning Tack of Suez |
De effecten van de productie van afvalstoffen zijn bijgevolg niet aanzienlijk.
Mogelijke andere relevante potentiële effecten.
Geen andere relevante effecten te melden
Te verwachten relevante cumulatieve effecten door de relatie met andere projecten.
Geen relevante effecten te melden
Vraag naar afwijking van de sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het Vlarem
De exploitant vraagt een afwijking aan met betrekking tot de werkuren.
Overeenkomstig Art. 5.15.0.6.§1, art. 5.19.1.3. en art. 5.33.0.4. is respectievelijk de volgende voorwaarde van toepassing voor de inrichting:
rustverstorende werkzaamheden inherent aan de exploitatie van de inrichting zijn verboden op werkdagen van 19u tot 7u, alsook op zon- en feestdagen
Er wordt gevraagd om voor bovenstaande voorwaarde een afwijking te verkrijgen.
De standaard werkuren op het bedrijf zijn van 5.00 uur tot 21.00 uur.
De productie-activiteiten (in gebouw Nijverheidslaan) zijn gesitueerd van maandag tot en met donderdag van 7.30 uur tot 16.15 uur en op vrijdag van 7.30 uur tot 11.30 uur. Eén machine, de Spack30, is van maandag tot en met donderdag in werking van 5.00 uur tot 21.00 uur en op vrijdag van 5.00 uur tot 15.00 uur. Op zaterdagvoormiddag zijn er gebruikelijk onderhoudswerken van 5.00 uur tot 11.00 uur. Uitzonderlijk kan er ook productie zijn op zaterdagvoormiddag. De productie-activiteiten (in gebouw Geeststraat) zullen gesitueerd zijn van maandag tot en met vrijdag van 7.00 uur tot 17.00 uur. Op zaterdagvoormiddag zullen er gebruikelijk onderhoudswerken zijn van 5.00 uur tot 11.00 uur. Uitzonderlijk kan ook hier productie zijn op zaterdagvoormiddag. De machines staan opgesteld binnen in de bedrijfsgebouwen, waardoor het geluid naar de omgeving toe tot een minimum wordt beperkt. Bovendien wordt zoveel als mogelijk gewerkt met gesloten poorten. |
Zodoende kan men stellen dat het bedrijf de nodige inspanningen doet om de hinder ten opzichte van de omgeving te beperken en als zich dan toch nog hinder voordoet is er voldoende adequaat handelen van het bedrijf om de hinder te stoppen. Bijgevolg kan de dienst omgeving zich vinden in de gevraagde afwijking.
Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op een bestaand milieubelastend bedrijf in een gebied voor bedrijvigheid zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De aanvraag heeft betrekking op een uitbreiding van de reeds bestaande activiteiten gelegen langs de Nijverheidslaan. De uitbreiding van de exploitatie wordt gerealiseerd in een bestaand bedrijfsgebouw in de nabijheid van de huidige exploitatie zodat het geheel ook ruimtelijk aanzien wordt als één milieutechnisch geheel. Het bedrijfsgebouw dat toegevoegd wordt aan de exploitatie ligt ook in een gebied voor bedrijvigheid. De aanpassingen aan het bijkomende gebouw zijn eerder beperkt en hebben tot doel het bedrijfsgebouw geschikt te maken voor een verdere exploitatie. De aangewende materialen zijn sober, duurzaam en onderhoudsvriendelijk. Het geheel krijgt een hedendaags uniforme donkergrijze tot antracietkleurige tint. De aanleg van laad- en loskaaien hebben een betere mobiliteit op en rond het bedrijf tot doel. De aanpassingen aan de afvoer van afvalwater en hemelwater hebben een maximale ontdubbeling tot doel zodat ook dit onderdeel kan beschouwd worden als een verbetering van de huidige situatie.
Het bestaande perceel Geeststraat 10 paalt zowel aan de noordoostelijke als noordwestelijke zijde aan het agrarisch gebied. In het verleden werd geen groenaanplant voorzien noch opgelegd. Ondanks het feit dat in voorliggende aanvraag geen wijzigingen uitgevoerd worden aan deze beide zijden van het perceel is het in functie van een landschappelijke inkleding van het bedrijf wenselijk om alsnog een groenaanplant op te leggen. Aan de noordoostelijke zijde is dat niet mogelijk gelet op de noodzakelijke bereikbaarheid van de technische cabine met bovenleidingen. Aan de achterzijde van het gebouw is een, weliswaar beperkte, groenaanplant wel mogelijk. Vanuit de dienst wordt bijgevolg voorgesteld om een groenbuffer van 2,5 à 3 m breed op te leggen over de ganse lengte van de achtergevel waarbij nog een vrije doorgang van 3 m tussen de muur en de groenbuffer aanwezig blijft. De groenbuffer moet bestaan uit een combinatie van inheemse struiken met volgende specificaties:
De aanplant van dit groenscherm dient te gebeuren binnen het eerstvolgend plantseizoen na ingebruikname van de gebouwen.
Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Hulpverleningszone Fluvia
Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies stipt nageleefd moeten worden.
Provincie West-Vlaanderen, Dienst Waterlopen
Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies van de Provinciale dienst waterlopen stipt nageleefd moeten worden.
7.14 Sloopopvolgingsplan
Aangezien een niet-residentieel gebouw met een totaal bouwvolume van meer dan 1.000 m³ gesloopt wordt, is een sloopopvolgingsplan noodzakelijk. Het sloopopvolgplan is toegevoegd aan het aanvraagdossier zodat geen verdere voorwaarden opgelegd moeten worden.
Juridische gronden
3. Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
5. Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Geert De Meyer namens COREX Belgium NV met als contactadres Forestier Liederikstraat 23 te 8530 Harelbeke, voor het uitbreiding en toevoeging van een bestaande exploitatie door renovatie en aanpassing van naastliggend bedrijfsgebouw, slopen van een aantal bijgebouwen, gevelaanpassingen, interne verbouwing en de aanleg van een nieuwe laad- en loskade, op een perceel gelegen Geeststraat 10 en Nijverheidslaan 43 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 88 L, (afd. 1) sectie B 106 S, (afd. 1) sectie B 106 R, (afd. 1) sectie B 108 B en (afd. 1) sectie B 108 A, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
Het advies van de brandweerzone Fluvia dient strikt nageleefd te worden.
Het advies van de Provincie West-Vlaanderen, Dienst Waterlopen dient strikt nageleefd te worden.
Tussen de achtergevel van het gebouw en de achterperceelsgrens moet een groenbuffer van 2,5 à 3 m breed aangeplant worden over de ganse lengte van de achtergevel waarbij nog een vrije doorgang van 3 m tussen de muur en de groenbuffer aanwezig blijft. De groenbuffer moet bestaan uit een combinatie van inheemse struiken met volgende specificaties:
De aanplant van dit groenscherm dient te gebeuren binnen het eerstvolgend plantseizoen na ingebruikname van de gebouwen.
De gevraagde afwijking op de artikelen 5.15.0.6.§1, 5.19.1.3. en 5.33.0.4. van titel II van het Vlarem met betrekking tot de gangbare werktijden van de exploitatie, wordt gunstig geadviseerd zodat de exploitatie van maandag tot vrijdag kan starten om 5 uur ’s morgens tot 21u00 ’s avonds. Op zaterdag kan er geëxploiteerd worden van 5 uur tot 11 uur in de voormiddag. Laad- en losactiviteiten zijn ’s nachts niet toegelaten.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.
Artikel 2
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat voortaan één milieu technisch geheel bestaande uit de bedrijfssites in de Geeststraat 10 en de Nijverheidslaan 43 met de volgende volgens het Vlarem ingedeelde rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
3.2.2°a) | de lozing van 740 m³/jaar huishoudelijk afvalwater via 2 lozingspunten (Nieuw) | 740 m³/jaar | 3 |
6.4.1° | Het uitbreiden met de opslag van 4.620 l brandbare vloeistoffen (Verandering) | 5340 liter | 3 |
12.2.1° | 1 transformator van 630 kVA (Ongewijzigd) | 630 kVA | 3 |
12.2.1° | Het uitbreiden met 1 transformator van 630 kVA (Verandering) | 630 kVA | 3 |
12.3.2° | Het uitbreiden met batterijladers met een totaal vermogen van 16 kW (Verandering) | 137,4 kW | 3 |
15.1.2° | Het uitbreiden met het stallen van 16 voertuigen (Verandering) | 36 voertuigen | 2 |
16.3.2°b) | Het uitbreiden met 2 compressoren van 22 kW en 2 airco’s van 1,2 kW, totaal 46,4 kW (Verandering) | 226 kW | 2 |
17.1.2.1.1° | opslag van 600 l propaan in flessen van 25 l (18kg) (Nieuw) | 600 liter | 3 |
17.3.4.1°a) | opslag van 2.000 kg bijtende vaste stoffen of vloeistoffen (GHS05) (Ongewijzigd) | 2 ton | 3 |
17.3.6.1°a) | Het uibreiden met 6.600 kg schadelijke vaste stoffen en vloeistoffen (GHS07) (Verandering) | 6,8 ton | 3 |
17.4. | Het uitbreiden met opslag van diverse gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen bestaande uit 367 l en 1.000 kg (Verandering) | 2264 liter | 3 |
19.6.1°c) | Het uitbreiden met opslag van 1.000 m³ hout (Verandering) | 2000 m³ | 2 |
26.2. | Het uitbreiden met opslag van 124,85 ton lijmen (niet gevaarlijk) (Verandering) | 327,84 ton | 2 |
29.5.2.1°a) | Het uitbreiden met metaalbewerkingsmachines totaal 15 kW (Verandering) | 24 kW | 3 |
33.3.2°a) | Het uitbreiden met machines voor het behandelen van papier of karton totaal vermogen 234,5 kW (Verandering) | 736,5 kW | 2 |
33.4.2°c) | Het uitbreiden met 1.310 ton opslag papier en karton (Verandering) | 4410 ton | 2 |
43.1.2°a) | Het uitbreiden van verbrandingsinrichtingen met een totaal vermogen van 1.260 kWth (200 kWth, 100 kWth, en 12 x 80 kWth) (Verandering) | 3228,35 kW | 2 |
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Patrimonium - tijdelijke bezettingsovereenkomst - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de tijdelijke bezettingsovereenkomst in het kader van de terbeschikkingstelling van een woning te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.
Motivering
Het OCMW stelt zes woningen, gelegen Paanderstraat 53 A-F te Deerlijk en één woning, gelegen Harelbekestraat 49 te Deerlijk, ter beschikking van burgers met een acute woonnood.
De woning gelegen Harelbekestraat 49 te Deerlijk wordt ingehuurd, daar waar de woningen, gelegen Paanderstraat 53 A-F te Deerlijk, eigendom zijn van Gemeente Deerlijk - waarbij het beheer wordt opgenomen door OCMW Deerlijk.
Omwille van het bestaan van verschillende overeenkomsten voor deze woningen, werden deze overeenkomsten door de dienst wonen in overleg met de sociale dienst herwerkt, waarbij gestreefd werd naar een duidelijke en uniforme overeenkomst voor de desbetreffende woningen.
De overeenkomst 'tijdelijke bezettingsovereenkomst in het kader van de terbeschikkingstelling van een woning' is te vinden in bijlage bij dit punt.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad de goedkeuring van de tijdelijke bezettingsovereenkomst in het kader van de terbeschikkingstelling van een woning voor te leggen op de eerstvolgende gemeenteraad.
Zitting van CBS van 21 OKTOBER 2020
Reglement inzake tijdelijke korting op Deerlijkbon horeca en het gebruik ervan ter ondersteuning van de lokale economie - wijziging - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken het aangepaste reglement inzake de tijdelijke korting op de Deerlijkbon te agenderen op de gemeenteraad van 29 oktober 2020.
Motivering
Naar aanleiding van de verstrengde maatregelen, die sinds 19 oktober 2020 van kracht zijn en waarbij horecazaken voor één maand de deuren moeten sluiten, wordt voorgesteld om het gebruik van de Deerlijkbon met een korting van 20 %, specifiek voor horeca te verlengen.
Het huidig gebruik van de Deerlijkbon met korting is mogelijk tot en met 30 november 2020.
Ter ondersteuning van de lokale horeca is het wenselijk om het gebruik van de Deerlijkbon voor de horeca, te verlengen tot en met 20 december 2020.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om het aangepaste reglement inzake tijdelijke korting op de Deerlijkbon en het gebruik ervan ter ondersteuning van de lokale economie, als volgt te agenderen op de gemeenteraad van 29 oktober 2020.
Reglement inzake tijdelijke korting op Deerlijkbon en het gebruik ervan ter ondersteuning van de lokale economie
Art. 1 – Algemeen
Dit reglement is van toepassing op de handelaars met een handelszaak die gevestigd is op het grondgebied van de gemeente Deerlijk en die zich engageren om deel te nemen aan het concept van de Deerlijkbon met korting, met uitzondering van de voedingsketens waarvan de maatschappelijke zetel niet in Deerlijk is gevestigd. Dit is een initiatief van het lokaal bestuur in samenwerking met The Studio, waarmee ze de lokale economie wenst te ondersteunen en impulsen te geven door het aanbieden van de Deerlijkbon met korting.
Art. 2 – Registreren als deelnemende handelaar, uitschrijven en gegevens wijzigen
Inschrijven als deelnemende handelaar kan kosteloos via het formulier op de daartoe bestemde website. Handelaars die zich registreren, engageren zich om de Deerlijkbon te aanvaarden. Door zich te registreren als deelnemende handelaar accepteert de handelaar het reglement van de Deerlijkbon. Uitschrijven, wijzigen van gegevens of stopzetting van de handelszaak dient te gebeuren via de webtoepassing van The Studio of via de gemeentelijke website.
Art. 3 – Herkenning deelnemende handelaars
Het lokaal bestuur draagt alle kosten voor het invoeren van de Deerlijkbon zoals publiciteit, affiches, raamstickers, ….
Er worden geen kosten aangerekend aan de aangesloten handelaars.
Bij een eventuele beëindiging van de deelname verbindt de handelaar zich ertoe om de deelnamesticker te verwijderen. Het lokaal bestuur publiceert de lijst met deelnemende handelaars op de website van de gemeente. De aangesloten handelaars gaan er mee akkoord dat de verwijzing naar én de gegevens van hun handelszaak worden bekendgemaakt op de webtoepassing van The Studio en de gemeentelijke website.
Art. 4 – Bedrag van de Deerlijkbon
Elke inwoner kan maximaal één Deerlijkbon voor een bedrag naar keuze kopen, met een maximum van 100 euro, waarop 20 % korting komt, om te spenderen in de Deerlijkse handelszaken. Voor bijvoorbeeld een bon van 50 euro betaal je dus 40 euro, voor een bon van 100 euro betaal je 80 euro.
Elke inwoner kan maximaal één Deerlijkbon voor een bedrag naar keuze kopen, met een maximum van 50 euro, waarop 20 % korting komt, om te spenderen in de Deerlijkse horecazaken. Voor bijvoorbeeld een bon van 20 euro betaal je dus 16 euro, voor een bon van 50 euro betaal je 40 euro.
Art. 5 – Aankoop
De aankoop van een Deerlijkbon met 20 % korting, kan gebeuren tot en met 31 oktober 2020.
Elke inwoner ontvangt 2 kortingcodes. Eén code om een Deerlijkbon met korting aan te kopen om te gebruiken in de handelszaken, en één code om een Deerlijkbon met korting aan te kopen om te gebruiken in de horeca. Elke code kan slechts éénmaal gebruikt worden.
De bon kan online aangekocht worden of bij de diensten van het lokaal bestuur. De betaling dient onmiddellijk online of bij het verkooppunt te gebeuren.
Art. 6 – Authenticiteit van de Deerlijkbon
Elke bon is uniek en is op verschillende manieren beveiligd door middel van een QR-code die men per mail ontvangt. De waardebon wordt niet vervangen in geval van verlies, diefstal of beschadiging. De waardebon kan digitaal worden opgeslagen.
Art. 7 – Geldigheid van de Deerlijkbon met korting
Een Deerlijkbon met 20 % korting, om te spenderen in de Deerlijkse handelszaken, is geldig tot en met 30 november 2020.
Een Deerlijkbon met 20 % korting, om te spenderen in de Deerlijkse horecazaken, is geldig tot en met 20 december 2020.
Nadien vloeit het aangekochte en niet gespendeerde bedrag door naar de rekening van het lokaal bestuur.
Art. 8 – Wisselgeld
De Deerlijkbon is inwisselbaar aan toonder voor de tegenwaarde van de gedane aankopen van goederen of diensten. Hij is niet inwisselbaar voor contanten of een ander betaalmiddel, zelfs niet gedeeltelijk, noch bij het lokaal bestuur, noch bij de aangesloten handelaars. De aangesloten handelaar mag geen contanten teruggeven, indien de waarde van het aangekochte product of dienst lager zou zijn dan de waarde van de bon.
Je kan één Deerlijkbon bij meerdere handelaars gebruiken of bij één handelaar voor verschillende aankopen op diverse tijdstippen.
Art. 9 – Kwaliteit van de goederen en diensten
Het lokaal bestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de kwaliteit van de producten of diensten die werden geleverd na betaling met de Deerlijkbon, noch aangesproken worden tot voldoening van de rechten voorzien in de artikelen 1649bis-octies van het Burgerlijk Wetboek.
Art. 10 – Terugbetaling
De deelnemende handelaar krijgt op basis van de overeenkomst met The Studio de terugbetaling in euro gestort op zijn rekening. Dit gebeurt rechtstreeks en op een veilige manier.
Art. 11 – Betwistingen
Het college van burgemeester en schepenen oordeelt over alle betwistingen en discussies aangaande de Deerlijkbon.
Art. 12 – Akkoord algemene voorwaarden
De deelnemende handelaar ondertekent de algemene voorwaarden voor ontvangst en akkoord.
Art. 13 – Inwerkingtreding
Het reglement treedt in werking overeenkomstig artikel 288 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.