DEERLIJK

6 JANUARI 2021

 

AANWEZIG

 

Wnd. burgemeester: Bert Schelfhout

Schepenen: Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Sandra De Leeuw-Goussey, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

VERONTSCHULDIGD

 

Burgemeester: Claude Croes

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 23 december 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 23 december 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 23 december 2020 goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Windhalmlaan - overdracht private weg naar openbaar domein - aanstellen landmeter-expert en Vastgoedtransacties - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de heer Bart Degezelle, landmeter-expert, aan te stellen om een opmetingsplan op te maken en de afdeling Vastgoedtransacties van de Vlaamse Overheid, aan te stellen om de akte te verlijden voor de overdracht van een stuk private weg in de Windhalmlaan naar het openbaar domein.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen ging in zitting van 2 december 2020 principieel akkoord met de overdracht van een stuk private weg in de Windhalmlaan naar het openbaar domein.

 

Er werd bepaald dat de kosten voor de opmaak van het opmetingsplan en het ontwerp van akte ten laste zijn van de vragende partij.

 

De tegenpartij liet weten hiermee niet akkoord te zijn.  Het is echter niet duidelijk wie aansprakelijk is voor het niet mee overdragen van het deel private weg bij de vorige overdracht van de grond in de Windhalmlaan naar het openbaar domein.

 

Er wordt voorgesteld om de heer Bart Degezelle, landmeter-expert, aan te stellen voor het opmaken van een opmetingsplan en de gemaakte kosten hiervoor ten laste van de gemeente te nemen.

 

Er wordt voorgesteld om de afdeling Vastgoedtransacties van de Vlaamse Overheid aan te stellen om de akte te verlijden.  Dit is kosteloos maar kan wel enige tijd in beslag nemen.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming

500,00 euro excl. btw

Actie

verrichten zonder beleidsdoelstelling

Jaarbudgetrekening

0200-00/61300000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN

Visum

niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de heer Bart Degezelle, landmeter-expert, aan te stellen voor de opmaak van het opmetingsplan voor de overdracht van een private weg in de Windhalmlaan naar het openbaar domein.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de afdeling Vastgoedtransacties van de Vlaamse Overheid aan te stellen om de akte te verlijden voor de overdracht van een private weg in de Windhalmlaan naar het openbaar domein.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

          Gaselwest - Raad van Bestuur van 27 oktober 2020

          Leiedal - buitengewone algemene vergadering van 10 december 2020

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Verslag politiecollege - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het aan de gemeente overgemaakte verslag van het politiecollege.

 

Motivering

 

Het verslag van het politiecollege van 4 december 2020 werd overgemaakt aan de gemeente.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Beslissingen algemeen directeur - december 2020 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de besluiten van de algemeen directeur van de maand december 2020.

 

Motivering

 

De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

 

De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 170 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besluiten van de algemeen directeur van de maand december 2020.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Omgevingsvergunning - 2020.197 - Kleine Tapuitstraat 18 - beslissing deputatie - aktename

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing over de aanvraag tot omgevingsvergunning, ingediend door GENNAKER namens BLUE OAK REAL ESTATE CVBA gevestigd Kleine Tapuitstraat 18 te 8540 Deerlijk.  Het betreft een aanvraag tot de regularisatie van de vergunde toestand van een carrosserie- en assemblagebedrijf, op een perceel gelegen Kleine Tapuitstraat 18, 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Op 10 december 2020 heeft de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen de volgende beslissing genomen: Voorwaardelijk vergund.

 

De omgevingsvergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden:

          De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:

https://navigator.emis.vito.be/

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
  • Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) en zijn bijlagen
  • Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van de beslissing (voorwaardelijk vergund) van de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

OMV 2020.227 - Windmolenstraat 12 - administratieve lus - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

OMV 2020.231 - Pontstraat 63 - administratieve lus - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

OMV 2020_175 - Kapel ter Rustestraat 27 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, op een perceel gelegen Kapel ter Rustestraat 27 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 91 S2, (afd. 2) sectie C 91 T2 en (afd. 2) sectie C 91 N3 aangevraagd door Benoit - Lippens wonende Ingooigemstraat 34 te 8553 Zwevegem.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  29 december 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, BPA Gavers, wijziging B, goedgekeurd op 1 september 1987.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op …. (dossiernummer …

Op het perceel is de verkavelingswijziging/-bijstelling van toepassing, goedgekeurd op …

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het BPA is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 juni 1950 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woonhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 maart 1951 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanbouwen van een geriefplaats achter nieuw woonhuis met bouwpremie.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 april 1960 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een veranda.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 mei 1965 door het college van burgemeester en schepenen voor het vervangen van bestaand betonnen voorhofmuurtje door afsluitingsmuurtje in breuksteen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 januari 1971 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een verlicht uithangbord in plastiek aan de gevel van het gebouw.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 april 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanleggen van een nieuwe oprit naast de bestaande woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De aanvraag is gelegen in de Kapel ter Rustestraat, wat een goed uitgeruste gemeenteweg is. De straat bestaat uit een rijweg langs beide kanten geflankeerd door parkeerstroken afgewisseld met bomen en een voetpad.

De directe omgeving bestaat voornamelijk uit grondgebonden eengezinswoningen. Langs de overzijde van de weg is een fabrieksgebouw aanwezig. De woningen werden al dan niet aanliggende aan de straat opgetrokken. Verschillende woningen in de straat hebben een erfgoedwaarde.

De woning van de aanvrager betreft een open bebouwing bestaand uit een hoofdvolume van 2 bouwlagen met zadeldak en een achteruitbouw.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het verbouwen van de bestaande woning. Hierbij worden alle bijgebouwen gesloopt en wordt het hoofdvolume intern volledig verbouwd. Daarnaast wordt er een nieuwe uitbouw voorzien aan de achtergevel.

De woning wordt volledig (zowel gevels als dak) geïsoleerd. Dit gebeurt voornamelijk van binnenuit. Enkel de rechtergevel wordt langs de buitenzijde geïsoleerd. Deze gevel wordt na de werken afgewerkt met crèmekleurige leempleister, de andere gevels worden wit gekaleid met een zwarte geschilderde plint.  Verschillende raamopeningen worden verplaatst of vergroot. Achteraan op het gelijkvloers wordt een nieuwe uitbreiding gebouwd met plat dak. Deze uitbreiding heeft een diepte van 3,10 m, een breedte van 9,63 m, een kroonlijsthoogte van 3,65 m en wordt hoofdzakelijk met zwart gebeitste houten gevelbeplanking afgewerkt. Hier wordt de rechterzijgevel voorzien  in een wit-crème kleurige leempleister, zoals de rechterzijgevel van het hoofdgebouw. De 1e verdieping wordt uitgebreid aan de achterzijde. Hierbij wordt een verdiepingshoge uitbreiding voorzien in het dak waarbij de bouwdiepte gelijk komt met de bestaande achtergevel.

Na de verbouwingen bestaat de woning op het gelijkvloers uit een inkom met afzonderlijk toilet, een zithoek, een polyvalente ruimte, open keuken en eetplaats en een berging. Op het verdiep zijn er 2 slaapkamers, een dressing, een badkamer met afzonderlijk toilet en een wasplaats. De zolderruimte bestaat uit een kinderslaapkamer, natte cel en technisch lokaal.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 23 oktober 2020 tot 21 november 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

Aquafin werd om advies verzocht op 14 oktober 2020. De adviesinstantie stelde op 19 oktober 2020 geen advies uit te brengen. Het hydraulisch advies zal via de Watergroep bezorgd worden. De watergroep formuleerde op 23 november 2020 een gunstig advies.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Gavers, wijziging B, goedgekeurd op 1 september 1987.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Afstand zijkavelgrens is 0 of 3 m

Uitbouw tot op 1,55 m naar 1,43 m van de zijperceelsgrens

Hoogte 1 bouwlaag is 3 m gemeten vanaf het pas van het voetpad

Hoogte vanaf het pas van het voetpad is 3,94 m voor de uitbreiding van 1 bouwlaag

Maximale kroonlijsthoogte 2 bouwlagen is 6,50 m gemeten vanaf het pas van het voetpad

Hoogte van de uitbouw op de verdieping achteraan is 6,59 m gemeten vanaf het pas van het voetpad

Hoofdvolume verplicht hellend dak

Uitbouw op verdieping en GV binnen het hoofdvolume met plat dak

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de hoofdfunctie van het goed wonen is, het een open bebouwing betreft, de maximale bebouwde oppervlakte gerespecteerd wordt, de inplanting tov de achterkavelgrens meer bedraagt dan 8 m, de bouwdiepte op het gelijkvloers minder is dan 25m, de bouwdiepte op het verdiep lager is dan 15 m, het aantal bouwlagen, zijnde 2, er voldoende parkeerruimte aanwezig is en de materialen constructief en esthetisch verantwoord zijn.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijkingen hebben betrekking op de afstand tov de zijkavelgrens, de bouwhoogte van de 1e bouwlaag, de kroonlijsthoogte en de dakvorm van het hoofdvolume zodat een afwijking overwogen kan worden.

De afstand tot de zijkavelgrens wijzigt slechts heel beperkt en zorgt niet voor bijkomende hinder naar de buren toe. De bestaande toestand is ook reeds dichter gebouwd dan voorgeschreven en de aanvraag bouwt hierop verder. Omwille van het voorzien van bijkomende isolatie op de buitengevel wordt de afstand tot de zijkavelgrens licht gewijzigd. De aanpalende eigenaars formuleerden geen bezwaren tegen de beperktere afstand.

De bouwhoogte van de uitbouw met 1 bouwlaag wijzigt beperkt. Omwille van energienormen en teneinde kwalitatief aan te sluiten op het niveau van de bestaande woning, kan afgeweken worden van dit voorschrift. Daarnaast wordt meegenomen dat de bestaande woning al hoger ingeplant werd t.o.v. het voetpadpeil waardoor de voorziene normen van het BPA niet haalbaar zijn. 

De bouwhoogte met 2 bouwlagen wijkt beperkt af t.o.v. de voorschriften. Ook hier is de hogere inplanting van de bestaande woning t.o.v. het voetpadpeil de reden van de afwijking.

Deze zijn eigen aan de woning en zorgen niet over enige hinder of overlast.

De afwijking van de dakvorm is beperkt en het bestaande hoofdvolume blijft afgewerkt met een hellend dak. De uitbreidingen met de platte dakvorm zijn eerder beperkt t.o.v. het hoofdvolume en bevinden zich aan de achterzijde van de woning zodat de impact op het bestaande straatbeeld beperkt zal zijn.

De afwijkingsvragen zijn bijgevolg positief te beoordelen.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kapel ter Rustestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: het regenwater wordt in de 2 aanwezige regenwaterputten van elk 5.000 l opgevangen. De overloop hiervan loopt naar een buffervat van 10.000 l. Dit buffervat loopt over in een in de achtertuin aangelegde wadi. De noodoverloop van deze wadi met een volume van 3.000 liter en een oppervlakte van 20 m²  loopt naar de straat waar er een aansluiting met de openbare riolering gemaakt wordt.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een bestaande eengezinswoning met behoud van deze functie zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De inplanting tov de rooilijn van de te verbouwen woning wijzigt niet. De kroonlijsthoogte en de dakvorm wijzigen lichtjes, maar blijven zich integreren in het bestaande straatbeeld. De dakbedekking en de gevelmaterialen blijven zo goed als behouden en vormen een blijvend harmonisch geheel.

Na de werken zal de woning voldoen aan de hedendaagse eisen van comfort en energie.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

In het advies werden geen bijkomende voorwaarden opgelegd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Benoit - Lippens wonende Ingooigemstraat 34 te 8553 Zwevegem, voor het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, op een perceel gelegen Kapel ter Rustestraat 27 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 91 S2, (afd. 2) sectie C 91 T2 en (afd. 2) sectie C 91 N3.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

OMV 2020_174 - Camiel Vereeckelaan 15 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een bestaand  bijgebouw en het bouwen van een vrijstaande garage, op een perceel gelegen Camiel Vereeckelaan 15 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 166 E aangevraagd door Gunter Vandenbogaerde wonende Camiel Vereeckelaan 15 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  29 december 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        de verharding in de zijtuinstrook moet, behoudens een pad naar de voordeur, beperkt worden tot een verharding in grasdallen of tot een karrenspoor in gazon.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Sint-Lodewijk centrum, goedgekeurd 1 september 2011 met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfuncties.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gemeentelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 mei 1964 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 november 1964 door het college van burgemeester en schepenen voor plaatsen van een afsluiting op de perceelsscheiding.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 februari 1965 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een garage (regularisatie)

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 1 april 1965 door het college van burgemeester en schepenen voor het optrekken van een voorhofmuurtje.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 maart 1981 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitlengen van garage met 3 m achter de woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 september 1991 door het college van burgemeester en schepenen voor maken van een afdak/carport naast de woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 4 maart 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen en uitbreiden van een bestaande woning.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Camiel Vereeckelaan, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De omgeving wordt gekenmerkt door een residentiële bebouwing, zowel koppelwoningen als rijwoningen bestaande hoofdzakelijk uit hoofdgebouwen van 2 bouwlagen met zadeldak met noklijn evenwijdig aan de straat. Achter de hoofdvolumes bevinden zich telkens achterbouwen in allerlei vormgeving en afmetingen. De woning van de aanvrager betreft een halfopen eengezinswoning als sluitstuk van een rijtje van 3 woningen. De woning bestaat uit een hoofdvolume van 2 bouwlagen met noordboomdak. Aan de achterzijde is een veranda aanwezig. Op het perceel zijn nog 2 bijgebouwen aanwezig. Achteraan paalt het perceel aan een open speelzone en het perceel ontsluit via de achterzijde op een garageweg naar de Windhalmlaan.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het bouwen van een garage, het slopen van een deel van het bestaande bijgebouw en het slopen van een bestaande serre.

De nieuw te bouwen garage wordt voorzien op de plaats van de huidige serre,  in het verlengde van de bestaande garageweg ten zuidwesten van het perceel. De garage heeft een oppervlakte van 23,10 m² en wordt opgetrokken op de achterste perceelsgrens De garage wordt opgetrokken met plat dak en een kroonlijsthoogte van 3 m. De muren worden opgetrokken in metselwerk, gelijk aan de bestaand woning, nl. roodbruine handvormsteen. De sectionaalpoort is donkergrijs van kleur.

Van de bestaande garage met tuinberging ten noordoosten van het terrein (tegen de linker perceelsgrens) wordt de bestaande tuinberging gesloopt en wordt de garage verbouwd en omgevormd tot fietsberging en tuinberging. De totale oppervlakte van deze berging bedraagt 36,9 m².

De oprit met een oppervlakte van 41,50 m² voorzien in de vrije zijstrook wordt opgebroken en vervangen door waterdoorlatende klinkers.

De totale oppervlakte aan bijgebouwen bedraagt 60 m². De bezettingsgraad van het terrein bedraagt 42%.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 23 oktober 2020 tot 21 november 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de voorschriften van de zone 5, zone voor wonen met beperkte nevenfunctie zoals voorzien in het RUP Sint-Lodewijk centrum.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Bebouwingspercentage max. 40%

Bebouwingspercentage 42 %

Het gevraagde is voor het overige  in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien de totale oppervlakte van de bijgebouwen maximaal 60 m² bedraagt, de dakvorm voor het bijgebouw vrij is, de hoogte op de perceelsgrens maximaal 3 m bedraagt en met een helling van maximaal 45 ° tot een hoogte van maximaal 4,50 m gaat en op eigen terrein minstens 2 parkeerplaatsen voorzien zijn.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de oppervlakte van de constructie zodat een afwijking overwogen kan worden. Het bebouwingspercentage op het perceel wordt slechts heel beperkt overschreden en de som van de bijgebouwen is, onder meer door het slopen van bepaalde delen, beperkt tot de maximaal toegelaten oppervlakte van 60 m² zodat de impact van de afwijking heel beperkt zal zijn. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden ook geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Camiel Vereeckelaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag betreft het slopen en herbouwen van bijgebouwen bij een eengezinswoning zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Deze aanvraag betreft een beperkte afname van de oppervlakte aan bijgebouwen op het perceel waardoor de footprint iets lager ligt dan op dit moment het geval is en de private buitenruimte bijgevolg nagenoeg behouden blijft. Het volume van de bijgebouwen is beperkt en zorgt niet voor hinder (noch que lichtafname, noch qua privacy) naar de aanpalers toe. Het nieuwe bijgebouw wordt opgetrokken in traditionele materialen die zullen zorgen voor een maximale integratie.

Aangezien de bestaande garage omgevormd wordt tot ruime fietsenberging is de verharding naar de garage in huidige vorm niet meer noodzakelijk. De bouwheer heeft de intentie om het bestaande karrespoor in combinatie met steenslag in de voor- en zijtuin op te breken en deels te wijzigen in tuinzone, deels te vervangen door waterdoorlatende klinkers om te dienen als 2 parkeerplaatsen voor bezoekers.

De oprit in de voortuin kan behouden worden in de klinkerverharding met een aansluiting naar de voordeur gezien het behouden van deze oprit in de voortuin in combinatie met de nieuw te bouwen garage in de achtertuin aanvaardbaar is in functie van de eigen parkeerbehoefte. De 2de parkeerplaats in de zijtuin is bedoeld voor eventuele bezoekers waardoor de frequentie van het gebruik eerder beperkt zal zijn en hier bijgevolg een kans om nog bijkomend te gaan ontharden in plaats van nieuwe (waterdoorlatende) verharding te voorzien.

Dit betekent dat de verharding in de zijtuinstrook beperkt moet worden tot een verharding in grasdallen of tot een karrenspoor in gazon. Op die manier ontstaan een minder verhardde en groenere aanblik van deze zijtuinstrook wat in combinatie met de groenzone in de voortuinstrook een positieve invloed zal hebben op het bestaande straatbeeld evenals op de waterhuishouding. 

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Gunter Vandenbogaerde wonende Camiel Vereeckelaan 15 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen van een bestaand  bijgebouw en het bouwen van een vrijstaande garage, op een perceel gelegen Camiel Vereeckelaan 15 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 166 E, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        de verharding in de zijtuinstrook moet, behoudens een pad naar de voordeur, beperkt worden tot een verharding in grasdallen of tot een karrenspoor in gazon.

.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

OMV 2020_171 - Breestraat 45 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een eengezinswoning met carport, op een perceel gelegen Breestraat 45 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1270 A aangevraagd door Deganck Jarne - Dujardin Adéline wonende Marie de Plothostraat 6 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  29 december 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        de voorziene boom in de voortuin moet een boom van minstens 2e grootte zijn en moet aangeplant worden ten laatste het eerstvolgend plantseizoen na de ingebruikname van de woning.

        de parkeerzone in grasdallen moet beperkt worden tot één extra parkeerplaats zoals voorzien in de verkavelingsvoorschriften en de overige ruimte van de parkeerzone moet ingericht worden met levend groen.

        de geveldelen van de naastliggende woning waartegen niet aangebouwd wordt, moeten afgewerkt worden in hetzelfde materiaal als de nieuw te bouwen woning, nl. in rood genuanceerd metselwerk.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 19 april 2017 (dossiernummer gemeente: 2008-7/2016.14). De voorschriften van deze verkaveling werden gewijzigd en een gewijzigde verkaveling werd goedgekeurd op 7 februari 2018 (dossiernummer gemeente: 2008-7/2017.17).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 maart 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een eengezinswoning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande milieuvergunningen relevant voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande omgevingsvergunningen relevant voor het betrokken lot.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Breestraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg in het oosten van de gemeente. De omgeving wordt gekenmerkt door vrijstaande en gekoppelde ééngezinswoningen van twee bouwlagen en een hellend dak. Op het aanpalend perceel links is reeds een halfopen eengezinswoning aanwezig met de wachtgevel op de gemeenschappelijke zijperceelsgrens.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst op de eigendom een halfopen eengezinswoning te bouwen tegen de bestaande wachtgevel op de linkerzijperceelsgrens. Voorliggende aanvraag betreft een heraanvraag van de op 14 maart 2018 vergunde eengezinswoning, met beperkte aanpassingen aan het plan.

De woning wordt opgetrokken binnen het bouwkader van de verkaveling, op 7,84 m tot 9,50 m van de voorkavelgrens, op 4 m van de rechterkavelgrens en op circa 15,45 m van de achterkavelgrens. De woning wordt opgebouwd met twee bouwlagen en een hellend dak, waarvan één bouwlaag zich nagenoeg volledig in het dakvolume bevindt. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,7 m en de nokhoogte bedraagt 8,90 m. De bouwdiepte bedraagt maximaal 9,70 m zowel op het gelijkvloers als op het verdiep. Op het gelijkvloers wordt een inkomhal met apart toilet, een zithoek, een leefkeuken, een berging/wasplaats en een hobbyruimte voorzien. Op het verdiep worden vier slaapkamers, een tweede apart toilet en een badkamer voorzien. De woning wordt afgewerkt in een rood genuanceerd gevelmetselwerk, grijs genuanceerde dakpannen, donkergrijs PVC buitenschrijnwerk, arduinen dorpels en koperen dakgoten en afvoeren.

Aangebouwd aan de rechtergevel van de woning en voorzien 3 m achter de voorgevel van de woning wordt een houten carport opgetrokken. De constructie heeft een breedte van 3 m op een diepte van 6 m en wordt afgewerkt met een hellend dak met een maximale hoogte van 3,60 m. De carport wordt afgewerkt in dezelfde materialen als de woning, grijs genuanceerde dakpannen en koperen dakgoten en afvoeren. In de voortuin wordt naast een oprit met een breedte van 3 m naar de carport, ook een parkeerzone in grasdallen en een pad naar de voordeur voorzien. In totaal wordt 74 m² van de voortuin (94 m²) (half)verhard. In de achtertuin wordt een terras voorzien met een diepte van 4 m op een breedte van 10 m (40 m²).

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanpalende eigenaars werden op 16 oktober 2020 tot 14 november 2020 aangeschreven De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 16 oktober 2020 tot 14 november 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling zoals oorspronkelijk goedgekeurd op 19 april 2017 en gewijzigd op 7 februari 2018.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Carport is voorzien met een plat dak

De carport wordt voorzien met een lessenaarsdak

Maximale hoogte van de carport wordt beperkt tot 3 m

De maximale hoogte van de carport bedraagt 3,60 m (nokhoogte)

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien de bestemming halfopen ééngezinswoning gerespecteerd wordt, er één carport, één voorliggende oprit en één parkeerplaats voorzien wordt, de woning tot het bouwkader beperkt wordt, het maximum aantal bouwlagen gerespecteerd wordt, de maximale kroonlijst- en nokhoogte gerespecteerd wordt, de maximale bouwdiepte gerespecteerd wordt, de vrije dakvorm gerespecteerd wordt, de maximale dakhelling van 45° gerespecteerd wordt, de dakkapel in oppervlakte beperkt blijft, er een regenwaterput op eigen terrein voorzien wordt, de paden, het terras afwateren in de naastliggende groenzone, de parkeerzone in waterdoorlatende verharding uitgevoerd wordt, de carport in de daarvoor voorziene zone voorzien wordt, de carport als een volledig open constructie voorzien wordt, het profiel van het terrein niet of slechts gedeeltelijk wijzigt en de parkeerplaats als een groene parking uitgevoerd wordt.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de afmeting en de dakvorm van de constructie zodat een afwijking overwogen kan worden.

Binnen de hedendaagse ruimtelijke ordening wordt het gros van de nieuw gebouwde carports afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 3 m (zoals ook opgenomen in de voorschriften van de verkaveling). De aanvrager wenst echter de carport af te werken met een hellend dak, in overeenstemming met de landelijke typologie van de woning. Hierdoor bedraagt de hoogte dan ook meer dan het maximum van 3 m. Aangezien het hogere gedeelte gesitueerd is tegen de zijgevel van de woning en de hoogte ten opzichte van de aanpalende eigenaar beperkt is tot 2,55 m zal de impact van deze afwijking op de aanpalende eigendom beperkt zijn. Voorliggende afwijking werd ook reeds toegestaan bij de oorspronkelijke vergunningsaanvraag.

 

In de verkavelingsvoorschriften is opgenomen dat elke huiskavel moet beschikken over één garage of carport met oprit en één parkeerplaats naast de oprit. Er wordt echter vastgesteld dat de extra parkeerplaats in grasdallen ontworpen is als een parkeerzone met een oppervlakte van 23,49 m². Deze oppervlakte is merkelijk groter dan noodzakelijk voor één parkeerplaats. De voortuin wordt voor circa 78 % verhard.

De inrichting van een voortuin heeft invloed op het straatbeeld, de verkeersveiligheid en de goede waterhuishouding. Beplanting, hagen en bomen in de voortuin maken het straatbeeld mooier en zorgen voor het residentiële karakter van een omgeving. Deze groenzones helpen ook bij de infiltratie van het regenwater en halen fijn stof uit de lucht. De parkeerzone wordt (zoals ook opgenomen in de verkavelingsvoorschriften) voorzien in grasdallen. Niettegenstaande deze materialen waterdoorlatend zijn en het regenwater dus in de bodem laten infiltreren, dragen ze niet bij tot het opwaarderen van het bestaande straatbeeld. In functie van de beeldkwaliteit dient in de voorwaarden opgenomen te worden dat de parkeerzone in grasdallen beperkt moet worden tot één extra parkeerplaats zoals voorzien in de verkavelingsvoorschriften en dient de overige ruimte van de parkeerzone ingericht te worden met levend groen.

 

In de vergunning van de bovengenoemde verkaveling werd opgenomen dat er in de voortuin van de loten 1 tot 3, telkens 1 nieuwe boom voorzien dient te worden van 2e grootte (bv. Acer campestre). Op het inplantingsplan van de omgevingsvergunningsaanvraag is een boom ingetekend. Er wordt echter niet opgenomen over welke soort boom het gaat waardoor er in deze voorwaarde opgenomen wordt dat de voorziene boom één van 2e grootte dient te zijn. Teneinde voldoende garanties te hebben omtrent de aanplant van de boom dient eveneens opgelegd te worden dat de boom aangeplant moet worden ten laatste het eerstvolgend plantseizoen na de ingebruikname van de woning.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Breestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 2000 liter en een referentieoppervlakte van 5,29 m², het terras en de oprit wateren af in de naastliggende onverharde ruimte of worden aangelegd in waterdoorlatende materialen zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een ééngezinswoning in een recent goedgekeurde verkaveling. De afstanden tot de perceelsgrenzen, het bouwvolume en het materiaalgebruik van de woning voldoen aan de bepalingen uit de verkaveling. Enkel de hoogte en dakvorm van de carport wijken af van de voorschriften van de verkaveling. Dit wordt gemotiveerd vanuit het volgen van de typologie van de woning (zie toetsing aan de verkaveling). De voorgevel van de woning sluit aan in het verlengde van de bestaande voorgevel op het aanpalend perceel. Op die manier sluiten de voorgevel en het voorste dakvlak op elkaar aan qua gabarit. De nokhoogte van de nieuw te bouwen woning wordt circa 0,27 m lager voorzien dan de naastliggende reeds gebouwde woning en de bouwdiepte is circa 0,50 m minder diep dan de bestaande woning. Uit de plannen is niet af te leiden in welke materialen deze vrij liggende geveldelen afgewerkt zullen worden. Dit dient te gebeuren in hetzelfde materiaal als de nieuw te bouwen woning, nl. Rood genuanceerd metselwerk.

De voortuin van de woning wordt voor circa 78 % (74 m² van de 94 m²) verhard. In functie van de impact op het bestaande straatbeeld is het wenselijk de verharding voor de extra parkeerplaats te beperken (zie toetsing aan de verkavelingsvoorschriften). De voorziene groenzone van 26,8 m² wordt aangelegd aansluitend op de groenzone van de buurwoning (Breestraat 43) wat een positieve impact zal hebben. Door het voorzien van een carport met voorliggende oprit en een extra parkeerplaats is er op eigen terrein genoeg parkeergelegenheid voorzien zodat de nieuwe woning nagenoeg geen parkeerhinder voorziet op de openbare weg.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, en respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Deganck Jarne - Dujardin Adéline wonende Marie de Plothostraat 6 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een eengezinswoning met carport, op een perceel gelegen Breestraat 45 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1270 A, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        de voorziene boom in de voortuin moet een boom van minstens 2e grootte zijn en moet aangeplant worden ten laatste het eerstvolgend plantseizoen na de ingebruikname van de woning.

        de parkeerzone in grasdallen moet beperkt worden tot één extra parkeerplaats zoals voorzien in de verkavelingsvoorschriften en de overige ruimte van de parkeerzone moet ingericht worden met levend groen.

        de geveldelen van de naastliggende woning waartegen niet aangebouwd wordt, moeten afgewerkt worden in hetzelfde materiaal als de nieuw te bouwen woning, nl. in rood genuanceerd metselwerk.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

OMV 2020_166 - Kapel ter Rustestraat 15 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een tuinhuis, op een perceel gelegen Kapel ter Rustestraat 15 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 102 Y aangevraagd door Freek Depraetere wonende Kapel ter Rustestraat 15 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  28 december 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, Gavers wijziging B, goedgekeurd op 1 september 1987 met als bestemming zone voor menging van aaneengesloten en halfopen bebouwing, zone voor autobergplaatsen en bergingen, zone voor tuinstrook en zone voor garageweg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het BPA is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is gedeeltelijk in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Kapel ter Rustestraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg in het centrum van de gemeente. De omgeving wordt gekenmerkt door gesloten ééngezinswoningen en het beschermd monument ‘Kapel Onze-Lieve-Vrouwe ter Ruste’ op de hoek tussen de Kapel ter Rustestraat en de Braamakkerstraat. Het perceel van de aanvrager (501 m²) is bebouwd met een ééngezinswoning, opgebouwd met twee bouwlagen en een hellend dak en een aansluitende achterbouw op de rechterperceelsgrens.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst achteraan in de tuinzone een bestaande garagebox te verwijderen en grotendeels op dezelfde plaats te vervangen door een nieuw bijgebouw. Het nieuwe bijgebouw zal een lengte hebben van 8 m en een breedte van 3 m en wordt ingeplant op 10 m van de achterperceelsgrens en op 1 m van de beide zijperceelsgrenzen. Achteraan wordt, aan de kant van een bestaande garageweg, een dubbele draaipoort voorzien van 2 m op 2 m. In de linkerzijgevel wordt een deuropening voorzien. Het geheel zal een lessenaarsdak krijgen met de hoogste kant (2,7 m) aan de rechtergevel en de laagste kant (2,2 m) aan de linkergevel. Het geheel wordt afgewerkt met een dak bestaande uit geïsoleerde, metalen profielplaten met twee lichtstraten en de gevels worden afgewerkt met hout.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 16 oktober 2020 tot 14 november 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden getoetst aan de voorschriften van het BPA Gavers, wijziging B, goedgekeurd 1 september 1987.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Dakvorm plat of hellend

Dakvorm lessenaarsdak

Materialen: baksteen in rode kleur

Materialen: hout

Het gevraagde is voor het overige  in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien het bijgebouw geplaatst wordt bij een bestaande eengezinswoning, het bebouwingspercentage binnen de bepalingen blijft en het hoogste deel van het bijgebouw niet hoger komt dan 2,7 m.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.  De afwijking heeft betrekking op de dakvorm en de keuze van de gebruikte materialen zodat een afwijking overwogen kan worden. Langs de garageweg staan reeds diverse bijgebouwen met een voorkomen dat verscheiden is zowel naar materiaalgebruik als naar dakvorm. De hoogte van het gebouw is conform en door het voorzien van een afstand tot de zijkavelgrenzen worden de bouwmogelijkheden op de aanpalende percelen niet gehypothekeerd. De gevraagde afwijkingen zijn beperkt en eigen aan de functie van het bijgebouw. Bijgevolg kunnen de afwijkingen positief beoordeeld worden.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kapel ter Rustestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Het tuinhuis wordt ingeplant in de tuinzone bij een bestaande eengezinswoning, zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De inplanting gebeurt in de tuinzone van het perceel en op voldoende afstand van de perceelsgrenzen zodat de impact op de omgeving beperkt is. Het materiaalgebruik is eigen aan de functie. De afmetingen van het bijgebouw blijven beperkt en zowel het maximale bebouwingspercentage als de maximaal te bebouwen oppervlakte van het perceel worden niet overschreden. De tuinzone blijft bijgevolg nog voldoende ruim teneinde kwalitatief in te richten. Het ontwerp is verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Freek Depraetere wonende Kapel ter Rustestraat 15 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een tuinhuis, op een perceel gelegen Kapel ter Rustestraat 15 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 102 Y.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

OMV 2020_163 - Sint-Amandusstraat 62 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een tuinhuis, op een perceel gelegen Sint-Amandusstraat 62 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 183 T3 aangevraagd door Lieselot Nolf met als contactadres Sint-Amandusstraat 62 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  28 december 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag ligt volgens de voorzieningen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk (goedgekeurd 20 januari 2006) in een stedelijk woongebied.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 30 augustus 2006 (dossiernummer 0064-2/2006.10).

Op het perceel is de verkavelingswijziging van toepassing, goedgekeurd op 20 juli 2016 (dossiernummer 2016.6/0064-2).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De verkavelingsvoorschriften zijn van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is gedeeltelijk in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 november 2016 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een alleenstaande eengezinswoning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Sint-Amamndusstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De omgeving van de aanvraag wordt gekenmerkt door een bebouwing van hoofdzakelijk vrijstaande ééngezinswoningen van 1 of 2 bouwlagen met hellende daken. Alle eigendommen hebben een voortuinstrook en in de straat staan straatbomen op het openbaar domein. De eigendom van de aanvrager betreft een perceel van 1.433 m² met een recente vrijstaande eengezinswoning met 2 bouwlagen en een hellend dak.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst in de tuinzone een bijgebouw op te trekken. Het bijgebouw heeft een breedte van 9 m op een diepte van 4 m en wordt ingeplant op 1 m van de achterste en de rechterzijperceelsgrens. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 2,50 m. Het bijgebouw is opgetrokken uit hout en wordt afgewerkt met houten planken. Het bijgebouw is aan de linker helft voorzien van glazen schuifwanden zowel aan de voorzijde als aan de linker zijde. De rechter helft van het bijgebouw is volledig gesloten en voorzien van een dubbele deur in de voorzijde en een raampartij in de rechterzijde. De achterkant van het bijgebouw is volledig gesloten.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 12 oktober 2020 tot 10 november 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

De aanvraag ligt volgens de voorzieningen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ in stedelijk woongebied.

In deze zone gelden de voorschriften van Art. 7.1. stedelijk woongebied, waarbij §1 als volgt luidt:

Het gebied is bestemd voor wonen, openbare groene en verharde ruimten en aan het wonen verwante voorzieningen. Onder aan het wonen verwante voorzieningen worden verstaan: handel, horeca, bedrijven, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, kantoren en diensten, parkeer- en openbaar vervoervoorzieningen, openbare groene en verharde ruimten, socio-culturele inrichtingen en recreatieve voorzieningen.

Het gevraagde is in overeenstemming met de bestemming stedelijk woongebied gezien de aanvraag betrekking heeft op de bouw van een bijgebouw bij een eengezinswoning.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de niet-vervallen verkaveling oorspronkelijk goedgekeurd op 30 augustus 2006 en gewijzigd op 20 juli 2016. De verkavelingswijziging vervangt integraal de voorschriften van de oorspronkelijke verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

kroonlijsthoogte maximaal 2,30 m

Hoogte 2,50 m

Het gevraagde is voor het overige  in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien het maximaal te bebouwen oppervlak (woning + bijgebouw) onder de 300 m² blijft, het bijgebouw in de achtertuinstrook wordt gebouwd, de tuinzone nog voldoende kan ingericht worden met levend groen, er slechts 1 bijgebouw geplaatst wordt, de oppervlakte van dit bijgebouw onder de 40 m² blijft, er steeds minstens op 1 m van de perceelsgrenzen gebouwd wordt, het bijgebouw op meer dan 10 m van de achtergevel van de woning wordt ingeplant en de gebruikte materialen eigentijds en esthetisch verwantwoord zijn.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de hoogte van het bijgebouw zodat een afwijking overwogen kan worden. De afwijking is eerder beperkt, de hoogte valt nog ruimschoots onder standaardbepalingen voor een bijgebouw en de afwijking heeft geen invloed op het straatbeeld noch op de aanpalende eigendommen waardoor de gevraagde afwijking positief kan beoordeeld worden.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Sint-Amandusstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Het tuinhuis wordt ingeplant in de tuinzone bij een bestaande eengezinswoning, zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De inplanting gebeurt in de tuinzone van het perceel en op voldoende afstand van de perceelsgrenzen zodat de impact op de omgeving beperkt is. Het materiaalgebruik is eigen aan de functie. De tuinzone blijft nog voldoende ruim teneinde kwalitatief in te richten. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Lieselot Nolf met als contactadres Sint-Amandusstraat 62 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een tuinhuis, op een perceel gelegen Sint-Amandusstraat 62 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 183 T3.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

OMV 2020_202 - Marquettestraat 18 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een halfopen woning - REGULARISATIE, op een perceel gelegen Marquettestraat 18 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 472 Z aangevraagd door Van Houtte - Verstraete wonende Marquettestraat 18 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  28 december 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Marquettestraat, wijziging A, zoals goedgekeurd op 11 oktober 1988.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het BPA is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 januari 1967 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Marquettestraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg ten westen van het centrum. Het betreft een residentiële buurt. De directe omgeving bestaat uit een mix aan open, halfopen en gesloten eengezinswoningen.

De te verbouwen woning betreft een halfopen woning en werd opgetrokken met 2 bouwlagen en een hellend dak. De vrije zijstrook is verhard.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft de regularisatie van het verbouwen van een bestaande woning. De bestaande pergolaconstructie met een oppervlakte van 16,9 m² aan de achterzijde van het hoofdvolume werd reeds gesloopt. Langs de achtergevel werden de bestaande raam- en deuropeningen gewijzigd. Verder werden er intern enkele aanpassingen gedaan zoals het opentrekken van de keuken en het wijzigen van de deuropening van het toilet op het gelijkvloers. Ook op het verdiep werden enkele wijzigingen doorgevoerd. Het volume van de woning wijzigt niet, het uitzicht langs de straatzijde evenmin.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden  op 20 november 2020 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

5.   Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het

BPA Marquettestraat, wijziging A. De woning is gelegen in zone 2, een deel van de tuin is gelegen in zone 13.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften gezien het hoofdvolume bestaat uit 2 bouwlagen en een hellend dak en dit niet gewijzigd wordt, de bestaande overdekking gesloopt wordt, het bebouwingspercentage onder de voorgeschreven 40% en 250 m² blijft en de woning blijft beschikken over 1 garage en 1 autostelplaats.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Marquettestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Het gebouw waaraan de werken voorzien worden, is niet opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed "Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen: Gemeente Deerlijk" zoals opgemaakt door de Vlaamse Overheid en geeft geen bijzondere erfgoedwaarde. De verbouwing van de woning betekent  bijgevolg geen aantasting van de erfgoedwaarde.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag betreft de regularisatie van een verbouwing van de woning. Gezien de woonfunctie behouden blijft is de aanvraag functioneel inpasbaar in zijn omgeving. De aanvraag heeft geen impact op het mobiliteitsaspect. De bouwwerken zullen gelet op het ontwerp, de afmetingen, de plaatsing op het perceel en het uitblijven van opmerkingen tijdens de adviesvraag geen ruimtelijke impact veroorzaken. Het ontwerp respecteert de korrel en schaal van de omgeving.

Het betreft een ontwerp met een vrij eenvoudige architectuur. Dit zorgt voor een goede integratie tov de directe omgeving. Het maaiveld blijft behouden.

De aanvraag heeft geen significante impact op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen.

 

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Van Houtte - Verstraete wonende Marquettestraat 18 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen van een halfopen woning - REGULARISATIE, op een perceel gelegen Marquettestraat 18 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 472 Z.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Wijmelbeekstraat 4 - schrapping risicogrond - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te geven voor de schrapping van een risicogrond van de gemeentelijke inventaris, gelegen te Wijmelbeekstraat 4, 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving 1ste afdeling sectie B nummer 146 D 5.

 

Motivering

 

Op 21 december 2020 werd een elektronisch schrijven ontvangen van een medewerker van notariskantoor Saey-Taelman-Degandt. Het betreft een gemotiveerde verklaring tot schrapping van een perceel gelegen te Wijmelbeekstraat 4, 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving 1ste afdeling sectie B nummer 146 D 5.

 

De reden waarom dit perceel, gelegen op de recente verkaveling van de Mulderstraat, werd opgenomen in de GIR is de rubriek 17.3.6.2°a) van het Vlarem, zijnde opslag van schadelijke stoffen. In het verleden werd op die locatie wel opslag gedaan van brandstoffen maar deze zijn niet ingedeeld bij de schadelijke stoffen, wel bij de brandgevaarlijke stoffen, onder rubriek 17.3.2. Bijgevolg is een verkeerde rubricering gebeurd binnen de GIR en werd onterecht een Vlarebo activiteit toegewezen aan het desbetreffende perceel.

 

Op 24 december 2020 werd door de dienst omgeving een administratief onderzoek gevoerd waaruit blijkt dat er voldoende aangetoond wordt dat er in werkelijkheid geen risicoactiviteiten hebben plaatsgevonden op het perceel in kwestie.

 

Er zijn geen externe adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 en § 3, 7° Decreet lokaal bestuur

          Andere:

          Art. 7, § 1 Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

          het advies van de dienst omgeving te volgen en het perceel  gelegen te Wijmelbeekstraat 4, 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving 1ste afdeling sectie B nummer 146 D 5, te schrappen als risicoperceel;

          deze beslissing over te maken aan OVAM.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Olekenbosstraat 23 - schrapping risicogrond - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te geven voor de schrapping van een risicogrond van de gemeentelijke inventaris, gelegen te Olekenbosstraat 23, 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving 1ste afdeling sectie B nummer 1087 Y.

 

Motivering

 

Op 26 november 2020 werd een elektronisch schrijven ontvangen van een medewerkster van het notariskantoor Saey-Taelman-Degandt. Het betreft een gemotiveerde verklaring tot schrapping van een perceel gelegen te Olekenbosstraat 23, 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving 1ste afdeling sectie B nummer 1087 Y.

 

De aanleiding tot de opname in de GIR is een garageactiviteit, ingedeeld in de rubriek 15.5 van het Vlarem, zoals meegedeeld door OVAM op 26 november 2020. Op dit perceel van 339 m² staat een ééngezinswoning en werd nooit enige vorm van garageactiviteiten uitgevoerd. Ook in het gemeentelijk vergunningenarchief is geen spoor gevonden van een Vlarebo activiteit op deze locatie. De Vlarebo activiteit die gekend staat bij OVAM is dan ook foutief geregistreerd op het desbetreffende perceel, waardoor een schrapping uit de GIR mogelijk is.

 

Op 23 december 2020 werd door de dienst omgeving een administratief onderzoek gevoerd waaruit blijkt dat er voldoende aangetoond wordt dat er in werkelijkheid geen risicoactiviteiten hebben plaatsgevonden op het perceel in kwestie.

 

Er zijn geen externe adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 en § 3, 7° Decreet lokaal bestuur

          Andere:

          Art. 7, § 1 Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

          het advies van de dienst omgeving te volgen en het perceel gelegen te Olekenbosstraat 23, 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving 1ste afdeling sectie B nummer 1087 Y, te schrappen als risicoperceel;

          deze beslissing over te maken aan OVAM.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Vichtesteenweg 40 - schrapping risicogrond - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te geven voor de schrapping van een risicogrond van de gemeentelijke inventaris, gelegen te Vichtesteenweg 40, 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving 1ste afdeling sectie B nummer 481 W.

 

Motivering

 

Op 18 december 2020 werd een elektronisch schrijven ontvangen van de eigenaar van bovenstaand goed. Het betreft een gemotiveerde verklaring tot schrapping van een perceel met woning gelegen te Vichtesteenweg 40, 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving 1ste afdeling sectie B nummer 481 W.

 

De Vlarebo activiteit waardoor dit perceel werd opgenomen in de GIR heeft betrekking op de opslag van biociden. Deze opslag heeft echter nooit plaatsgevonden op dit perceel. Deze eigendom betreft een eengezinswoning. De Vlarebo activiteit waarvan sprake, heeft wel plaatsgevonden op de percelen van het naastliggende tuincentrum. Omwille van de eigendomsstructuur werd de woning op de Vichtesteenweg 40 foutief meegenomen in de vergunning van het tuincentrum waardoor deze woning ook opgenomen werd in de GIR. Met deze vraag wenst de eigenaar het perceel op Vichtesteenweg 40 te laten schrappen uit de GIR.

 

Op 23 december 2020 werd door de dienst omgeving - milieu een administratief onderzoek gevoerd waaruit blijkt dat er voldoende aangetoond wordt dat er in werkelijkheid geen risicoactiviteiten hebben plaatsgevonden op het perceel in kwestie.

 

Er zijn geen externe adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 en § 3, 7° Decreet lokaal bestuur

          Andere:

          Art. 7, § 1 Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

          het advies van de dienst omgeving te volgen en het perceel gelegen te Vichtesteenweg 40, 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving 1ste afdeling sectie B nummer 481 W, te schrappen als risicoperceel;

          deze beslissing over te maken aan OVAM.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Vichtesteenweg 68 - schrapping risicogrond - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te geven voor de schrapping van een risicogrond van de gemeentelijke inventaris, gelegen te Vichtesteenweg 68, 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving 1ste afdeling sectie B nummers 571 E en 550 H.

 

Motivering

 

Op 9 december 2020 werd een elektronisch schrijven ontvangen van een medewerkster van het notariskantoor Ghesquière, De Brabandere & Degryse. Het betreft een gemotiveerde verklaring tot schrapping van de percelen met als kadastrale omschrijving 1ste afdeling sectie B nummers 571 E en 550 H

 

Beide percelen maken deel uit van een eigendom met een woning en tuinzone die naast een brandstoffenverdeelstation (Vichtesteenweg 70) gelegen zijn. De Vlarebo activiteiten waarvan sprake, zijnde de ondergrondse opslag van brandstoffen, hebben enkel betrekking op het perceel van het verdeelstation. Op de percelen waarvoor in deze aanvraag een schrapping uit de GIR gevraagd wordt, hebben nooit Vlarebo activiteiten plaatsgevonden.

 

Op 23 december 2020 werd door de dienst omgeving - milieu een administratief onderzoek gevoerd waaruit blijkt dat er voldoende aangetoond wordt dat er in werkelijkheid geen risicoactiviteiten hebben plaatsgevonden op de percelen die onderwerp uitmaken van deze aanvraag.

 

Er zijn geen externe adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 en § 3, 7° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 7, § 1 Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

          het advies van de dienst omgeving - milieu te volgen en het perceel gelegen te Vichtesteenweg 68, 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving 1ste afdeling sectie B nummers 571 E en 550 H, te schrappen als risicoperceel;

          deze beslissing over te maken aan OVAM.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Asverstrooiing - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Asverstrooiing - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Grafconcessie - nominatieve uitbreiding en bijzetting - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Afvoering van ambtswege - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Organisatiebeheersysteem

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2021/1 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2021/1 goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

OMV 2020_79 - Harelbekestraat 66 - beroep - hoorzitting en advies

 

Aanleiding en context

 

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 16 september 2020 betreffende een voorwaardelijke afgifte van een omgevingsvergunning voor het afbreken van de bestaande woning en het uitbreiden van de bestaande winkelruimte met een loods voor opslagruimte, op een perceel gelegen Harelbekestraat 66 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 32 Z3, werd beroep ingesteld.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft op 16 september 2020 de omgevingsvergunning op naam van Geert Parmentier namens Twenthe Group NV, voor het afbreken van de bestaande woning en het uitbreiden van de bestaande winkelruimte met een loods voor opslagruimte, op een perceel gelegen Harelbekestraat 66 voorwaardelijk vergund.

 

Een belanghebbende derde heeft op 31 oktober 2020 tegen deze vergunningsbeslissing beroep aangetekend bij de deputatie.

 

De deputatie heeft op 30 november 2020 het beroep van de aanvrager ontvankelijk en volledig verklaard.

 

De beroepindieners hebben gevraagd om gehoord  te worden. De hoorzitting zal doorgaan vermoedelijk op 2 maart 2020. Ook het college van burgemeester en schepenen zal uitgenodigd worden op de hoorzitting.

 

Overeenkomstig artikel 60 lid 2 van het omgevingsvergunningsdecreet en artikel 75 van het omgevingsbesluit beschikt het college van burgemeester en schepenen over een termijn van 50 dagen om advies uit te brengen over dit beroep.

 

De omgevingsambtenaar adviseert de motivering uit de vergunningsbeslissing te behouden.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 § 2 Decreet Lokaal Bestuur.

          Andere:

          Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

          Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van het ingestelde beroep.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist niet gehoord te willen worden in deze zaak.

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit bij de motivering van de vergunningsbeslissing te blijven.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Afspraken rond de inzameling van oude restafvalzakken - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de afspraken rond het inzamelen van oude (witte) restafvalzakken, goed te keuren

 

Motivering

 

Op de gemeenteraad van 9 juli 2020 werden de nieuwe retributies op restafvalzakken, zoals voorgesteld door IMOG, goedgekeurd. De nieuwe restafvalzakken (donkergrijs) kunnen gebruikt worden sedert 1 september 2020. Er werd een overgangsperiode van 3 maanden voorzien, tot eind november 2020, waarbij ook de oude, witte restafvalzakken konden aangeboden worden bij de reguliere huisvuilophaling.

IMOG organiseerde tevens de mogelijkheid om volle pakken van oude, witte restafvalzakken (pakken van 10 individuele zakken) in te wisselen voor een pak (10 stuks) nieuwe restafvalzakken, mits de opleg van 1 euro (0,10 euro / zak) voor een pak grote zakken of 1,5 euro (0,15 euro / zak) voor een pak kleine zakken. Deze mogelijkheid werd geboden op de intergemeentelijke recyclageparken omdat de nieuwe betaalunits op de recyclageparken op een eenvoudige wijze deze handeling kunnen afronden.

 

De gemeente Deerlijk koos om niet af te wijken van deze regeling omdat een uniforme werkwijze, opgesteld door de intercommunale IMOG, het duidelijkst is voor alle inwoners van de IMOG-regio.

 

In een mail van Koen Delie (IMOG) van 25 november 2020 werd echter de mogelijkheid geboden om als individuele gemeente af te wijken van deze regeling (deze mail werd als bijlage toegevoegd aan dit punt). Verschillende steden en gemeenten gingen hierop in en stelden alternatieve inzamelingen voor. Dit werd onder andere gedaan door Kortrijk, Kuurne, Waregem en Zwevegem (zie ook webpagina's van deze steden en gemeenten in bijlage van dit punt).

 

Omwille van deze alternatieve aanpak kregen verschillende diensten binnen de gemeente Deerlijk de vraag of ook hier een alternatieve inzameling van individuele zakken voorzien wordt. Aangezien de huidige regeling op verschillende plaatsen reeds gecommuniceerd werd is het voorstel om pas in maart 2021 een inzameling voor individuele zakken te organiseren, zoals ook in Kuurne, Kortrijk en Zwevegem, de beste optie.

 

Er wordt dan ook voorgesteld om een tijdelijke inzameling te organiseren met de volgende regels:

          deze tijdelijke inzamelactie van oude, witte restafvalzakken zal georganiseerd worden van 1 maart tot en met 31 maart 2021 (gedurende 1 maand);

          zowel losse zakken als volle pakken van 10 zakken zullen kunnen ingewisseld worden;

          de noodzakelijke opleg moet ter plaatse vereffend worden;

          de zakken kunnen enkel ingewisseld worden bij de dienst burgerzaken van de gemeente Deerlijk (hiervoor zal op voorhand een afspraak nodig zijn).

 

IMOG kan akkoord gaan met deze alternatieve inzameling en vraagt de gemeente om de ingezamelde zakken te bundelen in pakken van 10 stuks en deze vervolgens te laten ophalen door IMOG. De opleg die de burgers moeten betalen voor de nieuwe zakken kan behouden blijven bij de gemeente. De gemeente krijgt ook de ingezamelde oude zakken terugbetaald zodat dit voor de gemeente geen financiële impact heeft.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit een tijdelijke inzamelactie te organiseren voor oude, witte restafvalzakken gedurende 1 maand van 1 maart 2021 tot en met 31 maart 2021. De oude restafvalzakken kunnen tijdens die periode enkel ingewisseld worden bij de dienst burgerzaken van de gemeente Deerlijk, na het maken van een afspraak. De meerkost verbonden aan deze inwisseling moet meteen en ter plaatse vereffend worden.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 06 JANUARI 2021

Belasting op woningen, kamers, gebouwen of andere woongelegenheden opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister - behandeling bezwaarschrift

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/01/2021
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.