DEERLIJK

10 MAART 2021

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Sandra De Leeuw-Goussey, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

Sandra De Leeuw-Goussey, schepen verlaat de zitting vanaf punt C.16.

Sandra De Leeuw-Goussey, schepen vervoegt de zitting vanaf punt C.17.

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Jaarrekening 2020 - kennisname en verzoek agendering

gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De financieel directeur legt de jaarrekening 2020 voor.

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd hiervan kennis te nemen en de jaarrekening 2020 ter vaststelling voor te leggen aan de gemeenteraad van 25 maart 2021.

 

Motivering

 

De jaarrekening 2020 bevindt zich in bijlage.  Deze ligt voor met de volgende cijfers:

 

Exploitatiesaldo

4.301.013

Investeringssaldo

-4.831.968

Financieringssaldo

2.475.697

Budgettair resultaat van het boekjaar

1.944.743

Beschikbaar budgettair resultaat

9.441.149

Autofinancieringsmarge

3.318.565

Balanstotaal

62.006.614

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de jaarrekening 2020 en besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de jaarrekening 2020 ter vaststelling voor te leggen aan de gemeenteraad van 25 maart 2021.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 3 maart 2021 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 3 maart 2021.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 3 maart 2021 goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Harelbekestraat 15 - recht van overgang - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van een recht van overgang over de parking van het gemeentehuis ten voordele van het onroerend goed gelegen te Harelbekestraat 15 in Deerlijk, te agenderen op de gemeenteraad van 25 maart 2021.

 

Motivering

 

De eigenaar van het onroerend goed gelegen te Deerlijk, Harelbekestraat 15, met kadastrale ligging sectie C, nummer 17K6 P0000, met een oppervlakte van drie are (3a), vraagt een recht van overgang over de parking van het gemeentehuis met kadastrale ligging sectie C, nummer 17S7 P0000 met een oppervlakte van achtentwintig are achtenzestig centiare (28a 68ca).

 

In zitting van 26 mei 2011 werd reeds een recht van uitweg toegekend aan het goed gelegen te Deerlijk, Harelbekestraat 13. Er werd toen een vergoeding van 4.000,00 euro gevraagd op basis van een schattingsverslag van 26 november 2010. De betreffende akte, beslissing en schattingsverslag zijn als voorbeeld toegevoegd in bijlage.

 

Er wordt voorgesteld om dezelfde vergoeding te vragen voor het nieuwe recht van overgang ten voordele van het goed in de Harelbekestraat 15.

 

Er werd een ontwerp van akte opgesteld door notariaat Saey, Taelman, Degandt, geassocieerde notarissen te Harpstraat 17 in Deerlijk. Dit ontwerp is in bijlage gevoegd.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken het recht van overgang over de parking van het gemeentehuis met kadastrale ligging sectie C, nummer 17S7 P0000 met een oppervlakte van achtentwintig are achtenzestig centiare (28a 68ca) ten voordele van het onroerend goed gelegen te Harelbekestraat 15 in Deerlijk met kadastrale ligging sectie C, nummer 17K6 P0000, met een oppervlakte van drie are (3a) te agenderen op de gemeenteraad van 25 maart 2021.

  •                   

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Kleine Brandstraat – ’s Gravenstraat – Deerlijkstraat – heraanleg asfaltverharding en plaatselijke vernieuwing fundering - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen voor de opdracht “Kleine Brandstraat – ’s Gravenstraat – Deerlijkstraat – heraanleg asfaltverharding en plaatselijke vernieuwing fundering” te agenderen op de gemeenteraad van 25 maart 2021.

 

Motivering

 

In het kader van de opdracht “Kleine Brandstraat – ’s Gravenstraat – Deerlijkstraat – heraanleg asfaltverharding en plaatselijke vernieuwing fundering” werd een bestek met nr. 2021-04 opgesteld door de verantwoordelijke aankopen en contractbeheer.

 

Voor deze opdracht werd tussen de gemeente Deerlijk, stad Harelbeke en gemeente Zwevegem een samenwerkingsovereenkomst afgesloten.  De gemeenteraad keurde in zitting van 25 februari 2021 de samenwerkingsovereenkomst goed.

 

Overeenkomstig artikel 48 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten treedt de gemeente Deerlijk op als aanbestedende overheid.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 224.895,10 euro excl. btw of 272.123,07 euro incl. 21 % btw (47.227,97 euro btw medecontractant) voor alle besturen samen.

 

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen voor de opdracht “Kleine Brandstraat – ’s Gravenstraat – Deerlijkstraat – heraanleg asfaltverharding en plaatselijke vernieuwing fundering” te agenderen op de gemeenteraad van 25 maart 2021.

  •                   

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Personeel - dienstvrijstelling voor vaccinatie - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd dienstvrijstelling te verlenen  aan de personeelsleden die zich laten vaccineren ter bescherming tegen het coronavirus.

 

Motivering

 

De ministerraad van 12 februari 2021 heeft op voorstel van minister van Werk Pierre-Yves Dermagne een voorontwerp van wet goedgekeurd over de toekenning van een recht op klein verlet voor werknemers met het oog op het toegediend krijgen van een vaccin ter bescherming tegen het coronavirus.

 

Concreet krijgt elke werknemer verbonden met een werkgever door een arbeidsovereenkomst het recht om van het werk afwezig te zijn, met behoud van loon, teneinde zich te laten vaccineren. Om gerechtigd te zijn op het loon moet de werknemer de werkgever vooraf verwittigen en een bewijs van vaccinatie kunnen voorleggen.

 

Het gaat om een tijdelijke maatregel die tot 31 december 2021 van toepassing zal zijn.

 

Voor de statutaire personeelsleden is er nog geen regelgeving.

 

Er wordt voorgesteld om - in geval van vaccinatie ter bescherming tegen het coronavirus - alle personeelsleden gelijk te behandelen en de bepaling van de rechtspositieregeling met betrekking tot dienstvrijstelling voor medische onderzoeken die niet buiten de werkuren kunnen plaatsvinden, toe te passen.

 

Om recht te hebben op deze dienstvrijstelling zal aan het personeelslid gevraagd worden onmiddellijk zijn of haar leidinggevende te verwittigen van zodra hij of zij het tijdslot voor de vaccinatie ontvangt en dit te staven met de oproepingsbrief.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Andere:

          Art. 323 en 326 rechtspositieregeling gemeente Deerlijk

          gemeenteraadsbeslissing van 30 april 2020 inzake delegatie naar het college van burgemeester en schepenen voor het toekennen en vastleggen van brugdagen en andere extra dienstvrijstellingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om in geval van vaccinatie ter bescherming tegen het coronavirus, de bepaling van de rechtspositieregeling met betrekking tot dienstvrijstelling voor medische onderzoeken die niet buiten de werkuren kunnen plaatsvinden, toe te passen.

 

Artikel 2

 

Om recht te hebben op deze dienstvrijstelling dient het personeelslid onmiddellijk zijn of haar leidinggevende te verwittigen van zodra hij of zij het tijdslot voor de vaccinatie ontvangt en dit te staven met de oproepingsbrief van de afspraak door het vaccinatiecentrum. De dienstvrijstelling geldt voor de duur die nodig is om zich te verplaatsen van en naar het vaccinatiecentrum, en de eigenlijke vaccinatie.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

          RSVK Waregem - verslag van de Raad van Bestuur van 3 maart 2021

          RSVK Waregem - verslag van de algemene vergadering van 3 maart 2021

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Verslag politiecollege - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het aan de gemeente overgemaakte verslag van het politiecollege.

 

Motivering

 

Het verslag van het politiecollege van 19 februari 2021 werd overgemaakt aan de gemeente.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Beslissingen algemeen directeur - februari 2021 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de besluiten van de algemeen directeur van de maand februari 2021.

 

Motivering

 

De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

 

De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 170 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besluiten van de algemeen directeur van de maand februari 2021.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Jubileum - ontvangst gemeentehuis - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Aanstelling data protection officer (DPO) & samenstelling informatieveiligheidscel - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Cultuur - deelname livestream Cultuurconnect - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de deelname aan de livestream van Cultuurconnect naar WZC Heilige Familie goed te keuren.

 

Motivering

 

Elk jaar organiseert Cultuurconnect enkele livestreams. Een voorstelling wordt dan live gespeeld in één Vlaams cultuurhuis en via livestream aangeboden aan andere cultuurcentra om te streamen naar woonzorgcentra uit de eigen gemeente.

 

De volgende livestream is de voorstelling 'Smartschade' en wordt georganiseerd op 1 april 2021. De cultuurdienst wil dit organiseren en de livestream aanbieden aan het WZC Heilige Familie in Deerlijk.

 

Op die manier kan de cultuurdienst een publiek bereiken dat in andere gevallen moeilijker te bereiken is. De organisatie van de livestream wordt verder intern afgesproken tussen de cultuurdienst en het woonzorgcentrum. Het woonzorgcentrum gaf reeds een principiële goedkeuring om dit te organiseren.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

813 euro

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB/0705-00/61320001

Visum

geen visum

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de deelname aan de livestream van Cultuurconnect goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

OMV 2020.206 - Wafelstraat 41 - beslissing - aktename

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing over de aanvraag tot omgevingsvergunning, ingediend door Geert Van Steenkiste, Wafelstraat 41 te Deerlijk.  Het betreft een aanvraag tot de actualisatie, uitbreiding en hernieuwing van de exploitatie van een melkveebedrijf, gelegen Wafelstraat 41 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Op 18 februari 2021 heeft de deputatie van de provincie West-Vlaanderen de volgende beslissing genomen: voorwaardelijk vergund.

 

'...Conclusie

De vergunning kan verleend worden voor een termijn van onbepaalde duur.

Overwegende dat de exploitatie van het toelaatbare deel van de inrichting verenigbaar moet gemaakt worden met de omgeving, zowel wat betreft de risico's voor de externe veiligheid als wat betreft de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting;

Dat het daarom noodzakelijk is vergunningsvoorwaarden op te leggen die technisch haalbaar zijn en voldoen aan de vereiste van best beschikbare schone technologie zonder overmatig hoge kosten, dat de technische criteria en de van toepassing zijnde normen vanuit dit uitgangspunt gehanteerd worden; dat deze voorwaarden kunnen worden geconcretiseerd als omschreven in bijlage.

 

Besluit

De vergunning wordt verleend voor een termijn van onbepaalde duur (die aanvangt op 18/02/2021) mits strikte naleving van de volgende voorwaarden:

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II en titel III van het VLAREM.  Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven.  De integrale en geconsolideerde tekst van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: Milieunavigator

 

Bijzondere voorwaarden:

1)      In afwijking van artikel 5.53.2.2. van VLAREM II dient geen peilbuis te worden geplaatst bij de steenputten.

2)      Het opgevangen regenwater of recupwater dient prioritair gebruikt te worden voor laagwaardige toepassingen.'

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

            Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

            Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

            Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

            Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

            Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) en zijn bijlagen

            Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van de beslissing van de deputatie van 18 februari 2021.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

OMV 2020_244 - Vichteknokstraat 11 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een bijgebouw bij de woning na sloping van de bestaande tuinberging, op een perceel gelegen Vichteknokstraat 11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 849 F3 aangevraagd door de heer Kris Vande Walle wonende Vichteknokstraat 11 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  4 maart 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Bij de sloping van de bestaande constructie moet asbesthoudend afval met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

-          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 24 juli 1986 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen en saneren van een woning.

-          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 mei 1991 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een tuinhuis achter de woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

-          milieuvergunning afgeleverd op 30 juni 1993 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een ondergrondse mazouttank van 5.000 l.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Vichteknokstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De eigendom bevindt zich ten zuiden van de E17, in de omgeving van het kruispunt Belgiek. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door eengezinswoningen van het diverse type, maar eveneens door handelsruimten en bedrijfsloodsen. De eigendom van de aanvrager betreft een halfopen bebouwing met een zadeldak en een topgevel langs de straatzijde.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst achteraan de tuinzone van de woning een bestaand bijgebouw te slopen en te vervangen door een nieuw bijgebouw. De vloeroppervlakte van het bestaande bijgebouw bedraagt 41,5 m². Het tuinhuis is opgebouwd uit een houten constructie met een licht hellend dak in golfplaten. De bestaande terrasoverkapping blijft behouden.

Het nieuwe bijgebouw zal op 36,9 m achter het hoofdgebouw en op de linker- en achterperceelsgrens geplaatst worden. Het zal een diepte hebben van 7 m en een breedte van 7,5 m. De kroonlijsthoogte zal 2,77 m bedragen, de nokhoogte zal 4,13 m hoog zijn. Het zadeldak zal een hellingsgraad hebben van 20°. Zowel in de voorgevel als de linkerzijgevel wordt centraal een draaideur voorzien met aan beide zijden van de deur een raam. Aan de linkerzijde en op de perceelsgrens wordt in het bijgebouw een sectionaalpoort voorzien. Het nieuwe bijgebouw wordt voorzien van een houten gevelbekleding en antracietkleurig buitenschrijnwerk. De dakbedekking zal ook antracietkleurig zijn.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanpalende eigenaars werden op 20 januari 2021 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben  geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

De eigendom is volgens de voorzieningen van het gewestplan gelegen in een woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Aangezien de werken uitgevoerd worden bij een bestaande eengezinswoning is deze aanvraag conform de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Vichteknokstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 291 liter en een referentieoppervlakte van 3,04 m². Er worden geen bijkomende verhardingen aangevraagd. De strikt noodzakelijke toegang tot de tuinberging zal aangelegd worden in waterdoorlatende verharding of watert af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een bijgebouw bij een bestaande eengezinswoning waarbij de bestaande functies behouden blijven zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De werken situeren zich achteraan de tuinzone van de woning zodat het straatbeeld niet geschaad wordt. Door het slopen van een bestaande tuinberging en het herbouwen op dezelfde plaats van een nieuw bijgebouw blijft de bestaande tuinzone grotendeels behouden. De materialen afkomstig van de sloping dienen op een correcte manier verwijderd te worden. Eventueel aanwezige asbesthoudende materialen dienen met de nodige omzichtigheid behandeld te worden. Het materiaalgebruik van de nieuwe constructie is hedendaags en onderhoudsvriendelijk en is passend in de tuin. De hoogte en oppervlakte van het bijgebouw zijn beperkt en de aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar tegen de werken zodat de impact op de omgeving als beperkt ervaren wordt.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Kris Vande Walle wonende Vichteknokstraat 11 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een bijgebouw bij de woning na sloping van de bestaande tuinberging, op een perceel gelegen Vichteknokstraat 11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 849 F3, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Bij de sloping van de bestaande constructie moet asbesthoudend afval met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

OMV 2020_220 - Wijmelbeekstraat 15 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en uitbreiden van de bestaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Wijmelbeekstraat 15 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 142 G5 aangevraagd door de heer Pieter De Baere wonende Sint Antoniusstraat 151 te 8570 Anzegem.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  4 maart 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het materiaal van de oprit en het terras dient te bestaan uit waterdoorlatende verharding.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woonuitbreidingsgebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, Molenhoek, wijziging A, goedgekeurd 7 oktober 1987 met als bestemming zone voor wonen, halfopen of open bebouwing.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het BPA is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet volledig in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 februari 1968 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 oktober 1973 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een tuinhuisje op 12 m achter de woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 30 september 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het verkavelen van grond in 1 bijkomend lot voor woningbouw.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De aanvraag is gelegen langs de Wijmelbeekstraat, wat een uitgeruste en doodlopende gemeenteweg is. De directe omgeving bestaat uit eengezinswoningen, voornamelijk alleenstaand. De woningen in de directe omgeving bestaan voornamelijk uit 1 bouwlaag met een hellend dak. Links van het perceel is en braakliggend terrein aanwezig, in gebruik als akkerland.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een vrijstaande eengezinswoning te verbouwen.

De bestaande woning werd ingeplant op minstens 8,50 m van de rooilijn (loodrecht genomen) en op 3 m van de zijperceelsgrenzen. De afstand tot de nieuwe achterkavelgrens bedraagt 25 m. De woning heeft een breedte van 10 m op een maximale diepte van 17 m.

De woning bestaat uit één bouwlaag met hellend dak met een helling van 22,5°.  De kroonlijsthoogte bedraagt 2,60 m en de nokhoogte ligt op 5,05 m.

De verbouwing betreft een volledige interne verbouwing. Daarnaast wordt het bestaande dak vervangen door een nieuw zadeldak met een helling van 45° over een diepte van 11,85 m. De resterende bouwdiepte wordt aangepast tot een plat dak met toevoeging van een luifel overkraging achteraan en zijdelings een overdekt terras. Vervolgens worden de buitenmuren geïsoleerd en aangepast. Zowel zijdelings (links) als vooraan wordt een carport aangebouwd. De carport vooraan heeft een breedte van 4,25 m en een diepte van 5 m. De carport links van de woning heeft een breedte van 2,85 m en een bouwdiepte van 9,05 m. De hoogte van de carport is 2,60 m. De achterzijde van de carport komt gelijk met de achtergevel van de woning. In de carport is ruimte voor de auto en voor het plaatsen van fietsen.

De verharding in de voortuin wordt eveneens aangepast. De bestaande oprit rechts wordt vervangen door gras. Ter hoogte van de nieuwe carports wordt nieuwe verharding aangebracht met een totale oppervlakte van 135,50 m². Tevens wordt vooraan een terras van 27,20 m² voorzien. In de achtertuin worden de bestaande bijgebouwen gesloopt. Rondom het perceel wordt een haag voorzien muv de linkerperceelsgrens van de rooilijn tem de carport. De hoogte van de haag wordt niet meegegeven.

Op het gelijkvloers bevindt zich de inkom met toilet, een leefruimte, zithoek en open keuken en een berging. Op de verdieping worden 3 slaapkamers, een badkamer en dressing ondergebracht. De gevels worden afgewerkt in wit geschilderde/gekaleid metselwerk de dakbedekking bestaat uit blauwgesmoorde kleidekpannen en het schrijnwerk is voorzien in zwart/antracietkleurige aluminimum. De carport wordt opgetrokken in hout. De boordbekleding wordt afgewerkt met witte bekledingsplaat.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 11 december 2020 tot 9 januari 2021. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Molenhoek, wijziging A, goedgekeurd op 7 oktober 1987.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

 

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Hoofdgebouw af te werken verplicht met hellend dak

Aanbouw vooraan af te werken met plat dak

Vrije zijtuinstrook bedraagt minstens 4 m

Vrije zijtuinstrook respectievelijk 3 m en carport in de zijtuinstrook

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorschriften van het BPA gezien de bestemming een vrijstaande woning betreft en geen nevenfuncties voorzien worden, de totale bebouwde oppervlakte minder dan 250 m² bedraagt (nl. +/- 230 m²), de woning ingeplant wordt op max. 10 m van de rooilijn, de afstand tot de achterkavelgrens minstens 8 m bedraagt, de maximale bouwdiepte op het gelijkvloers van 25 m en op het verdiep van 12 m niet overschreden wordt, de maximale kroonlijsthoogte gerespecteerd wordt en de verharding in de voortuinstrook beperkt wordt tot minder dan 40 %.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de inplanting van de carport in de vrije zijstrook en de dakvorm van de carport zodat een afwijking overwogen kan worden. De afwijking met betrekking tot de dakhelling kan gemotiveerd worden gezien het overgrote deel van het hoofdvolume opgetrokken werd met een hellend dak en dit het uitzicht van de woning bepaalt. De beperkte oppervlakte die met een plat dak opgetrokken wordt is duidelijk ondergeschikt en zal het bestaande straatbeeld niet schaden.  De afwijking met betrekking tot het bouwen in de vrije zijstrook kan gemotiveerd worden gezien de carport achterliggend is tov de voorgevel en de carport een open karakter heeft waardoor het principe van een vrijstaande woning behouden blijft. De bestaande woning bevindt zich reeds op minder dan 4 m van de zijperceelsgrenzen en de afwijking neemt niet toe gezien (behoudens de open carport) geen bijkomende uitbreidingen voorzien worden in deze vrije zijstrook.

De afwijkingen kunnen bijgevolg positief beoordeeld worden.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Wijmelbeekstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 15.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 5.000 liter en een referentieoppervlakte van 11,52 m², het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen van een bestaande eengezinswoning met behoud van de functie. De omgeving wordt gekenmerkt door eengezinswoningen zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De woning krijgt na de verbouwingen een eigentijds karakter qua vormgeving en materiaalgebruik en zal niet storend zijn in de heterogene vormgeving van de omgeving. De aanvrager voorziet in 2 carports en een ruime en diepe oprit waardoor de aanvraag geen bijkomende mobiliteitsimpact zal hebben.

 

De inrichting van een voortuin heeft invloed op het straatbeeld, de verkeersveiligheid en op de goede waterhuishouding. Beplanting, hagen en bomen in de voortuin maken het straatbeeld mooier en zorgen voor het residentiële karakter van een omgeving. Deze groenzones helpen ook bij de infiltratie van het regenwater en halen fijn stof uit de lucht.

Het materiaal van de oprit en het terras worden niet gespecificeerd in de aanvraag. Teneinde de waterdoorlatendheid te garanderen en het water op te vangen op eigen terrein, dient er waterdoorlatende verharding te worden voorzien. Dat wordt opgelegd als voorwaarde. 

 

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Pieter De Baere wonende Sint Antoniusstraat 151 te 8570 Anzegem, voor het verbouwen en uitbreiden van de bestaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Wijmelbeekstraat 15 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 142 G5, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het materiaal van de oprit en het terras dient te bestaan uit waterdoorlatende verharding.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

OMV VKW2020_11 - Kaderstraat 2, 4, 12, 14, 16, 18, 20, 22, Klokkestraat 1, 3, 5, 7, 9, 11, 12, 14, Windhalmlaan 25 en 27 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bijstellen van de verkaveling Oliebergstraat fase 2, op een perceel gelegen Kaderstraat 2, 4, 12, 14, 16, 18, 20, 22, Klokkestraat 1, 3, 5, 7, 9, 11, 12, 14, Windhalmlaan 25 en 27 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 176 M, (afd. 2) sectie E 179 G3, (afd. 2) sectie E 179 M3, (afd. 2) sectie E 179 H3, (afd. 2) sectie E 179 L3, (afd. 2) sectie E 179 K3, (afd. 2) sectie E 184 G, (afd. 2) sectie E 185 E2, (afd. 2) sectie E 185 G2 en (afd. 2) sectie E 186 P aangevraagd door Luc Taelman namens Bouwwerken Taelman NV gevestigd Vijvestraat 39 te 8720 Dentergem.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 5 maart 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De loten 25 en 26 kunnen niet samengevoegd worden en moeten behouden blijven als 2 loten voor halfopen bebouwing.

        In de voorschriften aanvullen dat alle perceelsgrenzen die palen aan toekomstig openbaar domein (wegenis, groenzones, parkeerhavens, doorsteken) en niet enkel de voortuinafsluitingen voorzien moeten worden van haagbeuk (carpinus betulus) en dat hierop geen afwijkingen toegestaan zullen worden.

        In de voorschriften aanpassen dat de bomen in de voortuin van 2de of 3de categorie moeten zijn in plaats van de voorziene 3de of 4de categorie.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Sint-Lodewijk centrum, goedgekeurd door de deputatie op 1 september 2011, met als bestemming zone voor wonen en beperkte nevenfuncties.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande relevante vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande relevante vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen is relevant:

-          Omgevingsvergunning voor het verkavelen van grond in 26 loten met wegenisaanleg afgeleverd op 13 november 2019 door het college van burgemeester en schepenen (OMV_2018049542);

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De verkaveling situeert zich langs de Klokkestraat en de Kaderstraat en paalt aan de achterzijde van een aantal woningen langs de Kapelstraat. De woningen in de omgeving hebben een verscheiden karakter, zowel van het vrijstaande, halfopen als open type. Voorliggende aanvraag betreft een deel van een ruimer te ontwikkelen binnengebied gelegen tussen de Windhalmlaan, de Oliebergstraat en de Kapelstraat.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft in eerste instantie betrekking op de aanpassing van het verkavelingsplan aan de voorwaarde gesteld in de op 13 november 2019 afgeleverde verkaveling. Daarnaast wordt de mogelijkheid voorzien om de bestaande loten voor gekoppelde woningen samen te voegen tot een lot voor alleenstaande woningbouw. Dit geldt voor de voorschriften van de gekoppelde loten 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 25 en 26.

Een derde onderdeel van de aanvraag betreft het splitsen van lot 10 in een lot voor woningbouw en een kleiner lot 12 als restperceel tuingrond. Bedoeling van dit lot 12 is om dit te voegen bij de bestaande woning Kapelstraat 70.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 7 december 2020 tot 5 januari 2021. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er één schriftelijk bezwaarschrift ontvangen.

 

Het ingediende bezwaar kan als volgt samengevat worden:

Het bezwaarschrift handelt over de vraag tot het voorzien van een keermuur op de perceelsgrens. Dit in functie van de opvang van het hoogteverschil tussen het eigen perceel en de loten uit de verkaveling.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk RUP Sint-Lodewijk centrum, goedgekeurd door de deputatie op 1 september 2011.

 

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien de hoofdbestemming wonen is, de woningen een open of halfopen karakter hebben, de hoogte van de woning maximaal 2 bouwlagen bedraagt met voor het hoofdvolume een kroonlijsthoogte van 6,50 m en een nokhoogte van 12,50 m en voor het nevenvolume een hoogte van 3 m tot 6 m met een dakhelling van maximaal 30°, de diepte van het hoofdvolume maximaal 12 m bedraagt, de dakvorm vrij is, de bouwzones ingeplant zijn op 5 m van de rooilijn, de afstand tot de achterkavelgrens telkens minstens 8 m bedraagt, minder dan 50 % bebouwd kan worden, de hoogte van de bijgebouwen vastgelegd wordt op 3 m kroonlijsthoogte tot 4,50 m nokhoogte met een helling van maximaal 30°, carports in de vrije zijstrook voorzien kunnen worden 3 m achter de voorbouwlijn, voor de carport nog ruimte is voor het stallen van een voertuig en op eigen terrein 2 parkeerplaatsen mogelijk zijn.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Klokkestraat, Windhalmlaan en Kaderstraat op heden voldoende uitgeruste wegen zijn. Voorliggende aanvraag heeft geen betrekking op wijzigingen aan het oorspronkelijk wegenisdossier.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Aangezien er geen nieuwe wegenis aangelegd wordt moeten er in de verkaveling geen collectieve voorzieningen geïnstalleerd worden. Per lot zal bij de bouw van de woning voldaan moeten worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect door het samenvoegen van twee loten beperkt is.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 gezien de aanvraag betrekking heeft op de wijziging van een bestaande verkavelingsvergunning waarbij reeds vastgesteld werd dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn en gezien in voorliggende aanvraag geen bijkomende bouwloten gecreëerd worden.

 

7.5    Natuurtoets

Niet van toepassing

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Uitvoeren last bescheiden woonaanbod

De voorliggende aanvraag is een verkaveling van meer dan 10 loten bestemd voor woningbouw zodat overeenkomstig 1° van artikel 4.2.1 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid de normen bescheiden woonaanbod van toepassing zijn op de voorliggende verkavelingsaanvraag. Er dient een norm verwezenlijkt te worden van ten minste 20 % van het aantal te verwezenlijken woningen, zijnde minstens 5 loten bescheiden woonaanbod. Van de 25 loten voor woningbouw hebben de loten 1, 22, 23 en 24  een oppervlakte van ten hoogste 500 m². De mogelijkheid om de andere loten samen te voegen tot een oppervlakte van meer dan 500 m², zorgt ervoor dat niet meer voldaan wordt aan de sociale last. Minstens dient nog 1 lot een oppervlakte te hebben van minder dan 500 m². Daarom wordt ervoor geopteerd om het samenvoegen van de loten 25 en 26 uit te sluiten van vergunning.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op de mogelijkheid om de loten geschikt voor koppelbouw samen te voegen tot telkens een lot voor vrijstaande bebouwing in een residentiële omgeving. Daarnaast heeft de aanvraag betrekking op het opsplitsen van lot 10 in een lot voor residentieel wonen en een restperceel tuingrond voor de aanpalende eigendom.  Gezien de woonbestemming behouden blijft past de aanvraag zich functioneel in in zijn omgeving.

In de oorspronkelijke verkaveling waren er 26 loten voorzien en was er een dichtheid van +/- 23 woningen/ha gerealiseerd (op het niveau van de volledige verkaveling was dat 19 woningen/ha). Bij een ligging in het buitengebied wordt een richtdichtheid van 15 woningen/ha gehanteerd. Door het samenvoegen van deze loten en rekening houdend met de voorwaarde inzake het bescheiden woonaanbod wordt het minimum aantal loten in deze fase teruggebracht tot 16. Dit betekent een dichtheid van ongeveer 14 woningen/ha. Binnen de totale in realisatie zijnde verkaveling en de directe omgeving, is dat een aanvaardbare dichtheid.

Na eventuele samenvoeging kunnen de nieuwe loten een minimale oppervlakte van 570 m² en een maximale oppervlakte  van 896 m² hebben wat voor een vrijstaande woning gangbare oppervlaktes zijn. De afstanden tot de diverse perceelsgrenzen blijven behouden alsook het maximale gabarit en de verschijningsvorm van de woningen zodat deze zich maximaal zullen integreren in de bestaande verkaveling.

 

In de voorschriften wordt opgenomen dat de voortuinafsluitingen haagbeuk (carpinus betulus) moeten zijn en dat in elke voortuin een boom van categorie 3 of 4 geplant moet worden. Op die manier zal het straatbeeld een groen en residentieel karakter uitstralen.

In de oorspronkelijke verkaveling en de aanpalende verkavelingen werden de voorschriften aangepast en aangevuld bij afgifte van de vergunning door het opleggen van een aantal voorwaarden.  In het kader van uniformiteit is het ook wenselijk deze voorwaarden hier te herhalen:

        In de voorschriften aanvullen dat alle perceelsgrenzen die palen aan toekomstig openbaar domein (wegenis, groenzones, parkeerhavens, doorsteken) en niet enkel de voortuinafsluitingen voorzien moeten worden van haagbeuk (carpinus betulus) en dat hierop geen afwijkingen toegestaan zullen worden.

        In de voorschriften aanpassen dat de bomen in de voortuin van 2de of 3de categorie moeten zijn in plaats van de voorziene 3de of 4de categorie.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

 

Omtrent het ingediende bezwaarschrift wordt voorgesteld volgend standpunt in te nemen:

Het bezwaarschrift is ontvankelijk doch ongegrond.

De verkavelingswijziging betreft geen vraag tot ophogen van het terrein of enige andere vorm waardoor het voorzien van een keermuur zou moeten worden opgelegd. Deze opmerking kan onderzocht worden bij de omgevingsvergunning voor het bouwen van de woningen zelf.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

          Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Luc Taelman namens Bouwwerken Taelman NV gevestigd Vijvestraat 39 te 8720 Dentergem, voor het bijstellen van de verkaveling Oliebergstraat - fase 2, op een perceel gelegen Kaderstraat 2, 4, 12, 14, 16, 18, 20, 22, Klokkestraat 1, 3, 5, 7, 9, 11, 12, 14, Windhalmlaan 25 en 27 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 176 M, (afd. 2) sectie E 179 G3, (afd. 2) sectie E 179 M3, (afd. 2) sectie E 179 H3, (afd. 2) sectie E 179 L3, (afd. 2) sectie E 179 K3, (afd. 2) sectie E 184 G, (afd. 2) sectie E 185 E2, (afd. 2) sectie E 185 G2 en (afd. 2) sectie E 186 P , mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De loten 25 en 26 kunnen niet samengevoegd worden en moeten behouden blijven als 2 loten voor halfopen bebouwing.

        In de voorschriften aanvullen dat alle perceelsgrenzen die palen aan toekomstig openbaar domein (wegenis, groenzones, parkeerhavens, doorsteken) en niet enkel de voortuinafsluitingen voorzien moeten worden van haagbeuk (carpinus betulus) en dat hierop geen afwijkingen toegestaan zullen worden.

        In de voorschriften aanpassen dat de bomen in de voortuin van 2de of 3de categorie moeten zijn in plaats van de voorziene 3de of 4de categorie.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Attest van verdeling - Waregemstraat 502/506 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of ze akkoord kunnen gaan met het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Waregemstraat 502/506.

 

Motivering

 

Op 18 februari 2021 verstuurde men vanuit het notariaat Saey & Taelman & Degandt een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Waregemstraat 502, gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 44S, met een oppervlakte van 1.330 m² en Waregemstraat 506, gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 43L, met een oppervlakte van 6.789 m². Op 26 februari 2021 werd een aangepaste brief doorgestuurd gezien een materiële fout geslopen was in het eerste attest.

 

De volgende splitsing wordt doorgevoerd: van de eigendom Waregemstraat 506 wordt een lot 1 afgesplitst met een oppervlakte van 300 m² en van de eigendom Waregemstraat 502 wordt een lot 2 afgesplitst met een oppervlakte van 646 m².

De aard van de akte betreft ruil van lot 1 met lot 2.

De bestemming van het goed is volgens de akte perceel grond, volgens het gewestplan woongebied met landelijke karakter en agrarisch gebied en volgens de verwerver lot 1 te voegen bij de woning Waregemstraat 502 met het oog op de oprichting van 2 vakantiewoningen met binnenzwembad (mits het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen) en lot 2 te voegen bij de tuin van het perceel Waregemstraat 506 met het oog op de uitbreiding van de tuin en

 

De omgevingsambtenaar stelt voor volgende opmerking te formuleren:

Voor de geattesteerde bestemming volgens de verwerver voor de eigendom Waregemstraat 502 na toevoeging van het lot 1 werd op heden nog geen omgevingsvergunning afgeleverd zodat er geen zekerheid is over de mogelijkheid om op het goed het gewenste bouwprogramma te realiseren.

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing maar wenst wel op te merken dat voor de geattesteerde bestemming volgens de verwerver voor de eigendom Waregemstraat 502 na toevoeging van het lot 1 op heden nog geen omgevingsvergunning werd afgeleverd zodat er geen zekerheid is over de mogelijkheid om op het goed het gewenste bouwprogramma te realiseren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Openbaar onderzoek Stroomgebiedbeheersplannen 2022-2027 - bezwaren via Riopact - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akkoord te gaan met de door Riopact geformuleerde bezwaren op het openbaar onderzoek in functie van de Stroomgebiedbeheersplannen 2022-2027.

 

Motivering

 

De Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) staat in voor de voorbereiding van de stroomgebiedbeheersplannen 2022-2027 en het bijhorende maatregelenprogramma.

 

Om de mogelijke effecten van de stroomgebiedbeheersplannen op mens en milieu in kaart te kunnen brengen, startte het CIW een procedure voor een plan-milieueffectrapportage.

 

Overeenkomstig de plan-m.e.r.-procedure voor plannen en programma’s moet de kennisgeving tijdens deze periode raadpleegbaar zijn op de website van de dienst Mer, bij de initiatiefnemer, en bij de betrokken steden en gemeenten.

 

Het openbaar onderzoek startte in 2020 en loopt tot 14 maart 2021. Bezwaren kunnen tot deze datum ingediend worden bij de CIW of bij de gemeente. De gemeente dient de ontvangen bezwaren te verzamelen en aan de CIW over te maken tegen ten laatste 26 maart 2021.

 

De gemeenteraad besliste om vanaf 1 juli 2020 toe te treden als vennoot in de rioolwaterdienst van de Watergroep (Riopact) wat inhoudt dat het rioleringsstelsel werd overgedragen en het beheer werd overgenomen door Riopact.

 

Als extern rioolbeheerder bekeek Riopact de aspecten met betrekking tot Deerlijk opgenomen in de stroomgebiedbeheersplannen 2022-2027. Er werd in overleg met de dienst Ruimte van de gemeente een nota opgemaakt met de bezwaren op het zoneringsplan, het GUP en de voorgestelde reductiedoelstellingen. De bezwaren houden samengevat volgende zaken in:

 

          Bezwaarschriften betreffende het zoneringsplan en het GUP

          Definiëring overnamepunt Heestertstraat

          Desselgemknokstraat 70: geen zonering op heden

          Roterijstraat 22: geen zonering op heden

          Harelbekestraat (tussen Hoogstraat en N36): aanpassen zonering

          Waregemstraat 270-274: aanpassen zonering

          Windhalmlaan: aanpassen zonering speelveld Chiro

          ....

          Bezwaarschriften betreffende de reductiedoelstellingen

          Financiële haalbaarheid van de in de simulator voorgestelde projecten

          Fouten in de simulator

          Voorstel voor wel haalbare projecten

          ...

 

De volledige nota wordt toegevoegd als bijlage bij dit punt.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 en latere wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akkoord te gaan met de door Riopact geformuleerde bezwaren op de Stroomgebiedbeheersplannen 2022-2027 en dit over te maken aan de CIW.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Inname openbaar domein - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

De Lijn - centrum Deerlijk - kennisname reiswegen -  goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorgestelde buscirculatie in het centrum en de nieuwe reisroutes goed te keuren.

 

Motivering

 

Tijdens het bilateraal overleg met De Lijn op 14 september 2020 in het kader van het nieuwe net Basisbereikbaarheid haalde De Lijn aan dat de reisweg in het centrum van Deerlijk via Vichtesteenweg – Sint-Rochusstraat – Hoogstraat niet of moeilijk haalbaar is.

 

Na overleg met de gemeente werden alternatieven voor de reisweg van de lijnen 71 en 70 bekeken.

 

Lijn 71

In het nieuwe net Basisbereikbaarheid zal de lijn 71 een 30’-frequentie hebben tot Deerlijk, waarna deze om het uur verder zal rijden richting Waregem station. Op zondag rijdt deze lijn beperkt tot Deerlijk (met een 60’-frequentie) en wordt er dus niet meer verder gereden richting Waregem.

 

Voor de verkorte ritten van de lijn 71 (waarbij niet verder gereden wordt naar Waregem) wordt voorgesteld om de keerbeweging te maken via de Paanderstraat – Guido Gezellelaan – Sint-Amandusstraat.

Concreet zal dit zowel op weekdagen als in het weekend over 10-12 ritten gaan.

 

Lijn 72

Op vandaag wordt voor de Lijn Anzegem - Kortrijk de route Vichtesteenweg - Sint-Rochusstraat - Hoogstraat al vermeden door om te rijden via De Taeyelaan, Pontstraat, Stationsstraat.

Er wordt voorgesteld om de reiswegen van de lijnen 70 en 72 gelijk te trekken, via de Vercruysse de Solartstraat naar de Stationsstraat (ipv via de Pontstraat).

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorgestelde buscirculatie in het centrum van Deerlijk en de nieuwe reisroutes voor de buslijnen in het kader van het nieuwe net basisbereikbaarheid goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Kernverfraaiing - premiereglement - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Rapportering visum en debiteurenbeheer 2020 - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Dossierkosten huwelijk - vrijstelling - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Afvoering van ambtswege - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Lokaal overleg kinderopvang - samenstelling, statuten en huishoudelijk regelement - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de statuten, met inbegrip van de samenstelling, en het huishoudelijk reglement van het lokaal overleg kinderopvang ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 25 maart 2021.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 13 maart 2019 de krijtlijnen voor de organisatie en samenstelling van adviesraden goed. Daarin vraagt het college van burgemeester en schepenen aan de gemeentelijke adviesraden om hun samenstelling, statuten en huishoudelijk reglement ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

De vorige statuten van het lokaal overleg kinderopvang dateren van 2007 en werden daarna niet meer gewijzigd of herbevestigd. Dit omdat er bij een eerdere oproep bij het begin van de legislatuur onvoldoende kandidaten waren om een nieuw lokaal overleg kinderopvang op te starten. Tevens waren en zijn er beleidsmatig geen ruime intenties om in te zetten op kinderopvang en ook de personele mogelijkheid om beperkt invulling aan kinderopvang te geven, was er toen niet.

 

Het voorleggen van deze statuten wijst op een nieuwe start van het lokaal overleg kinderopvang te Deerlijk.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2013 (BS 18 juni 2013) houdende het lokaal beleid kinderopvang

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de statuten, met inbegrip van de samenstelling, en van het huishoudelijk reglement van het lokaal overleg kinderopvang.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgende statuten, met inbegrip van de samenstelling, van het lokaal overleg kinderopvang ter goedkeuring te agenderen op de gemeenteraad van 25 maart 2021:

 

STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG DEERLIJK

 

HOOFDSTUK 1: Doelstellingen en opdracht

 

Artikel 1

 

Het lokaal overleg kinderopvang Deerlijk heeft volgende doelstellingen:

 

          het afstemmen van de vraag en het aanbod inzake kinderopvang van 0 – 3 jaar op lokaal niveau;

          het bevorderen van kwalitatieve en toegankelijke kinderopvang binnen de gemeente Deerlijk.

 

Artikel 2

 

Opdrachten van het lokaal overleg kinderopvang Deerlijk:

 

          het lokaal bestuur adviseren bij de opmaak van het lokaal beleid kinderopvang en eventuele bijsturing ervan;

          het lokaal bestuur adviseren over de uitvoering van het lokaal beleid kinderopvang en eventuele bijsturing ervan;

          het lokaal bestuur adviseren met betrekking tot de uitbouw van opvangvoorzieningen binnen de gemeente. 

 

HOOFDSTUK 2: Samenstelling en structuur

 

Artikel 3

 

Het lokaal overleg kinderopvang Deerlijk is samengesteld uit een algemene vergadering die eveneens instaat voor het dagelijks bestuur.

 

Artikel 4

 

Het gemeentebestuur moet in het lokaal overleg kinderopvang de actoren betrekken die de Nederlandstalige kinderopvang bevorderen, zijnde: 

 

          een vertegenwoordiging van de lokale actoren;

          een vertegenwoordiging van de gebruikers;

          een vertegenwoordiging van het lokaal bestuur.

 

Deze samenstelling dient te voldoen aan de voorwaarden inzake verscheidenheid en representativiteit. Maximum 2/3 van de leden zijn van hetzelfde geslacht.

 

 

Artikel 5

 

De concrete samenstelling van het lokaal overleg kinderopvang Deerlijk is als volgt:

 

Stemgerechtigden:

 

          Vertegenwoordiging van de lokale actoren

          een afgevaardigde van kinderopvanginitiatief  Heilig Hart - Vercruysse de Solartstraat 32, 8540 Deerlijk

          een afgevaardigde van kinderopvanginitiatief Kadeetje - Schoolstraat 9, 8540 Deerlijk

          een vertegenwoordiger van de onthaalouders onder de koepel van Ferm

          Vertegenwoordiging van de gebruiker

          een afgevaardigde van de Gezinsbond Deerlijk

          een afgevaardigde van de Bondgenootjes Deerlijk

          een ouder

          Vertegenwoordiging van het lokaal bestuur 

          een medewerker van het Sociaal Huis Deerlijk

          het diensthoofd burger en welzijn van het lokaal bestuur Deerlijk

          het diensthoofd vrije tijd en onderwijs van het lokaal bestuur Deerlijk

 

Niet Stemgerechtigden

 

          Experten 

          de intersectorale medewerker van het agentschap Opgroeien 

          Schepenen

          schepen van welzijn en sociale zaken

          schepen van kinderen en gezin

 

Artikel 6

 

Alle stemgerechtigde leden hebben één stem.

 

Artikel 7

 

Elke organisatie wijst volledig vrij één lid aan als plaatsvervanger.

 

De stemgerechtigde leden en de plaatsvervangers dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen:

 

          zij moeten lid zijn van en actief betrokken zijn bij de organisatie die zij vertegenwoordigen;

          politieke mandatarissen van de gemeente Deerlijk kunnen geen deel uitmaken van de algemene vergadering van het LOK en bijgevolg geen organisatie als lid van het LOK vertegenwoordigen;

          de plaatsvervanger dient de verscheidenheid van het LOK te respecteren.

 

BESTUUR

 

Artikel 8

 

Rekening houdend met het besluit van de Vlaamse Regering houdende het lokaal beleid kinderopvang van 24 mei 2013 betreffende de aanstelling van de voorzitter en rekening houdend met de bewaring van de neutraliteit; wordt de voorzitter aangesteld uit de groep van de gebruikers.

 

De voorzitter heeft volgende taken:

 

          het aanspreekpunt zijn voor het agentschap Opgroeien;

          het bijeenroepen van het LOK Deerlijk;

          de opmaak van de agenda van het LOK Deerlijk; 

          het bewaken van het overlegproces en de besluitvorming door de vergadering ordelijk te laten verlopen;

          het superviseren van de verslaggeving.

 

Artikel 9

 

Rekening houdend met het besluit van de Vlaamse Regering houdende het lokaal beleid kinderopvang van 24 mei 2013 betreffende de aanstelling van de secretaris en rekening houdend met de ondersteunende rol van de secretaris; wordt de functie van secretaris opgenomen door een medewerker van het sociaal huis. 

 

De secretaris heeft volgende taken:

 

          het op zich nemen van de administratieve en logistieke ondersteuning van een vergadering;

          het opvolgen van de voorbereiding van de vergadering.

 

HOOFDSTUK 3: Wijziging  van de statuten

 

Artikel 10

 

Voor de wijziging van de statuten en het huishoudelijk reglement moeten 2/3 van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn. Indien bij een tweede bijeenroeping niet aan deze voorwaarde is voldaan, beslist het lokaal overleg kinderopvang, ongeacht het aantal aanwezigen.

 

HOOFDSTUK 4: Einde

 

Artikel 11

 

Het lokaal overleg kinderopvang neemt uiterlijk 6 maanden volgend op de installatie van de nieuwe gemeenteraad van rechtswege een einde.

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgend huishoudelijk reglement van het lokaal overleg kinderopvang ter goedkeuring te agenderen op de gemeenteraad van 25 maart 2021:

 

HUISHOUDELIJK REGLEMENT LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG DEERLIJK

 

Artikel 1

 

Het lokaal overleg kinderopvang Deerlijk komt tenminste 2 maal per jaar samen. 

 

Artikel 2

 

De oproepingen voor het lokaal overleg kinderopvang worden samen met de agenda minimum 7 dagen op voorhand verstuurd naar de leden van het lokaal overleg kinderopvang. Leden kunnen tot 3 dagen op voorhand punten toevoegen.

 

Artikel 3

 

De verslagen worden 14 dagen na de samenkomst verstuurd naar de leden van het lokaal overleg kinderopvang en worden ter kennisname geagendeerd op het college van burgemeester en schepenen. 

 

Het verslag wordt tevens geacteerd op de algemene vergadering van het huis van het kind. Zodoende zijn alle partners van het huis van het kind op de hoogte van de besluitvorming op het lokaal overleg kinderopvang.

 

Artikel 4

 

De vergaderingen worden voorgezeten door de voorzitter, bij diens afwezigheid door de secretaris.

 

Artikel 5

 

Er komt een einde aan het mandaat van een bestuurslid wanneer:

          Een lid op eigen initiatief, schriftelijk of per e-mail ontslag neemt. Deze schriftelijke kennisgeving dient gericht te zijn aan de voorzitter en de secretaris van het lokaal overleg kinderopvang.

          Een lid niet langer de organisatie vertegenwoordigt.

 

Artikel 6

 

Het lokaal overleg kinderopvang besluit of adviseert bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend. De besluiten en gemotiveerde adviezen van het lokaal overleg kinderopvang worden door de voorzitter en de secretaris schriftelijk aan het college van burgemeester en schepenen meegedeeld.

 

Het lokaal overleg kinderopvang kan geldige besluiten treffen of gemotiveerde adviezen geven als meer dan de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is. Voor de wijziging van de statuten moet 2/3 van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn.

 

Artikel 7

 

Indien het gemeentebestuur het lokaal overleg kinderopvang om advies vraagt, heeft de raad steeds een termijn van 8 weken om een advies te formuleren. Slechts om uitzonderlijke redenen kan het gemeentebestuur een vraag richten aan het lokaal overleg kinderopvang om deze termijn in te korten. 

  •                   

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Organisatiebeheersysteem

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2021/9 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2021/13 goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Rapport organisatiebeersing 2020 - kennisname en verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het rapport organisatiebeheersing met betrekking tot het jaar 2020.

 

Daarnaast wordt het college van burgemeester en schepenen gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt te agenderen op de gemeenteraad van 25 maart 2021.

 

Motivering

 

Onze organisatie wil haar doelstellingen behalen. Dat is vanzelfsprekend. Dit willen we op een zo kwaliteitsvolle, efficiënte en effectieve manier doen. Daarom werd een kader omtrent organisatiebeheersing goedgekeurd tijdens de gemeente- en OCMW-raadszitting van respectievelijk 13 juli en 3 juli 2017. Het kader werd aangepast tijdens de gemeente- en OCMW-raad van 19 december 2019.

Het opmaken en laten goedkeuren van dergelijk kader is bovendien verplicht volgens artikel 219, eerste lid van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Ons kader bepaalt dat we werken volgens de PDCA-cyclus:

In de plan-fase brengen we in kaart aan welke aspecten van onze organisatie we willen werken. Dit doen we aan de hand van een zelfevaluatie waarbij we onze risico’s in kaart brengen en de daaraan gekoppelde verbeteracties vastleggen. Dit kan geïntegreerd worden in het meerjarenplan.

Op het moment dat de plannen effectief worden uitgevoerd, bevindt onze organisatie zich in de do-fase. De verbeterprojecten worden gerealiseerd.

De check-fase is de fase waarin door monitoring, evaluatie en rapportering de stand van zaken wordt opgemaakt. In die fase wordt nagezien wat is verwezenlijkt en waar we het plan moeten bijsturen.

Het is mogelijk dat naar aanleiding van deze ‘check’ een bijsturing van het plan noodzakelijk is. De act-fase zorgt voor deze bijsturing.

 

Met huidig rapport, in bijlage gevoegd, zitten we in de check-fase. We denken na waarover we willen rapporteren. De gegevens die we vervolgens verzamelen moeten ons nuttige info opleveren om daarna al dan niet actie te ondernemen. Het is mogelijk dat hierbij geoordeeld wordt dat het meerjarenplan moet aangepast worden (act-fase).

Er dient hierbij opgemerkt te worden dat dit jaar voor de eerste keer gestreefd wordt naar een uitgebreidere rapportering. Het rapport is dus nog een ‘work in progress’ en moet de komende jaren verder verfijnd worden. Bij verschillende items worden bijvoorbeeld gegevens aangeleverd, maar worden er nog geen verdere analyses gemaakt. Binnen het managementteam zal afgestemd worden waar verder wordt op ingezet en op welke manier.

 

Artikel 219, tweede lid van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de algemeen directeur jaarlijks rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau over de organisatiebeheersing. Die rapportering gebeurt jaarlijks uiterlijk voor 30 juni van het daaropvolgende jaar.

 

Het rapport organisatiebeheersing 2020 werd besproken door het managementteam op 3 maart 2021 en werd positief geadviseerd.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 219, tweede lid Decreet Lokaal Bestuur

Andere: Art. 217 - 220 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het rapport organisatiebeheersing met betrekking tot het jaar 2020.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad dit punt te agenderen op de gemeenteraad van 25 maart 2021.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Huwelijk - plaatsen foodtruck - weigering

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Premiereglement aankoop duurzaam materiaal voor jeugdbewegingen - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken het nieuw premiereglement aankoop duurzaam materiaal voor jeugdwerk te agenderen op de gemeenteraad van 25 maart 2021.

 

Motivering

 

Het oude premiereglement aankoop kampmateriaal, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 28 november 2019, liep af op 31 december 2020. Het oude premiereglement werd onder de loep genomen door de jeugddienst en de jeugdraad en voldeed niet meer aan de huidige behoeften. Daarom werd er geopteerd om het oude premiereglement te laten aflopen en ondertussen te werken aan een nieuw premiereglement.

 

Advies jeugdraad

 

Het ontwerpreglement werd de eerste maal besproken in de jeugdraad op zondag 7 februari 2021 en kreeg een positief advies. Daarna gebeurden er nog enkele aanpassingen aan het ontwerpreglement. Deze werden opnieuw voorgelegd aan de jeugdraad op zondag 7 maart 2021. Opnieuw werd een positief advies gegeven.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om volgend nieuw premiereglement te agenderen op de gemeenteraad van 25 maart 2021:

 

PREMIEREGLEMENT AANKOOP DUURZAAM MATERIAAL VOOR JEUGDBEWEGINGEN

 

Art. 1. – Wie?

 

Aan de Deerlijkse jeugdbeweging wordt een premie toegekend voor aankoop van duurzaam materiaal voor jeugdbewegingen onder de bij dit besluit gestelde voorwaarden.

 

Art. 2. – Materialen die in aanmerking komen

 

Om voor betoelaging in aanmerking te komen dient het aan te kopen materiaal duurzaam te zijn en hieronder verstaan we:

          tenten en tentzeilen;

          industrieel kookmateriaal;

          sjorhout;

          plooitafels en – stoelen.

 

Art. 3. – Materialen die niet in aanmerking komen

 

Volgende materialen komen niet in aanmerking voor betoelaging:

          gewone onderhouds- of herstellingskosten van het materiaal voor jeugdbewegingen;

          spelmateriaal;

          luxegoederen;

          ander losstaand meubilair dan plooitafels en -stoelen.

 

Art. 4. – Berekening premie

 

De premie bedraagt 50 % van de kostprijs van de aangekochte duurzame materialen met een maximum van 1.000 euro per jeugdbeweging per jaar.

 

De premie wordt slechts toegekend binnen de perken van het in het meerjarenplan ingeschreven krediet.

 

Art. 5. – Principiële aanvraag

 

De aanvraag tot principiële toekenning van de premie dient vóór 15 april in het jaar van de aankoop gericht te worden aan het college van burgemeester en schepenen op het daartoe voorgeschreven aanvraagformulier.

 

Bij de aanvraag dient gevoegd te worden:

          een beschrijving van de aan te kopen materialen;

          een gedetailleerde kostenraming  van de aan te kopen materialen.

 

Uiterlijk twee maanden na de indiening van het volledige principe-aanvraagdossier brengt het college van burgemeester en schepenen de aanvrager schriftelijk op de hoogte van de subsidieerbaarheid van het voorgestelde dossier, na advies ingewonnen te hebben van de gemeentelijke jeugdraad.

 

Art. 6. – Definitieve aanvraag

 

De aanvraag voor definitieve toekenning van de premie voor aankoop van duurzame materialen voor jeugdwerk dient vóór 1 november van hetzelfde jaar van de aankoop aan het college van burgemeester en schepenen gericht te worden op het daartoe voorgeschreven aanvraagformulier.

 

Bij deze aanvraag dienen gevoegd te worden:

          de voor echt verklaarde facturen;

          het betalingsbewijs van deze facturen.

 

Art. 7. - Misbruiken

 

De bevoegde diensten kunnen vervolgens een plaatsbezoek doen om vast te stellen of de aangekochte materialen voldoen aan de voorwaarden zoals gesteld onder artikel 2. Er kan ook nagegaan worden of de aangekochte materialen effectief aangewend worden voor eigen gebruik door de aanvrager van de premie.

 

Indien de bepalingen uit dit reglement niet nageleefd worden en het college van burgemeester en schepenen vaststelt dat de toegekende premie (incl. voorschot) niet wordt/werd aangewend conform dit reglement, kan het college van burgemeester en schepenen – na advies van de gemeentelijke jeugdraad – haar beslissing tot toekennen van de premie intrekken. Bedragen die in het kader van dit premiereglement werden uitgekeerd en niet aangewend werden conform dit reglement, kunnen door de gemeente worden teruggevorderd.

 

Art. 8. - Inwerkingtreding en beëindiging

 

Dit reglement treedt in werking op 5 april 2021 en eindigt op 31 december 2025.

 

Art. 9. - Overgangsbepaling

 

In 2021 wordt eenmalig een uitzondering toegestaan op de datum die in artikel 5 van het premiereglement ‘aankoop duurzaam materiaal voor jeugdbewegingen’ vermeld staat: 15 april wordt uitzonderlijk en eenmalig vervangen door ‘5 mei’ voor de aanvragen tot principiële toekenning die in 2021 gebeuren. Dit wordt toegestaan om de aanvragers voldoende tijd te geven om de aanvraag in te dienen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Premiereglement renovatie- en/of herstellingswerken aan jeugdlokalen - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken het nieuw premiereglement renovatie- en/of herstellingswerken aan jeugdlokalen te agenderen op de gemeenteraad van 25 maart 2021.

 

Motivering

 

Het oude premiereglement voor renovatie- en/of herstellingswerken aan jeugdlokalen, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 28 november 2019, liep af op 31 december 2020. Het oude premiereglement werd onder de loep genomen door de jeugddienst en de jeugdraad en voldeed niet meer aan de huidige behoeften. Daarom werd er geopteerd om het oude premiereglement te laten aflopen en ondertussen te werken aan een nieuw premiereglement.

 

Advies jeugdraad

 

Het ontwerpreglement werd de eerste maal besproken in de jeugdraad op zondag 7 februari 2021 en kreeg een positief advies. Daarna gebeurden er nog enkele aanpassingen aan het ontwerpreglement. Deze werden opnieuw voorgelegd aan de jeugdraad op zondag 7 maart 2021. Opnieuw werd een positief advies gegeven.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om volgend nieuw premiereglement te agenderen op de gemeenteraad van 25 maart 2021:

 

PREMIEREGLEMENT RENOVATIE- EN/OF HERSTELLINGSWERKEN AAN JEUGDLOKALEN

 

Art. 1. - Wie en wat?

 

Aan de Deerlijkse jeugdvereniging of de vzw die aan een Deerlijkse jeugdvereniging verbonden is, wordt een premie toegekend voor renovatie- en/of herstellingswerken aan hun, op het grondgebied van de gemeente gelegen en voor reguliere werking gebruikte, jeugdlokalen onder de bij dit besluit gestelde voorwaarden.

 

Deze premie kan niet gecumuleerd worden met de premie verbonden aan het premiereglement lokalen in eigendom van cultuur en sport.

 

Art. 2. - Voorwaarden voor werken om in aanmerking te komen

 

Volgende renovatie- en/of herstellingswerken komen in aanmerking voor betoelaging:

          Onderhoudswerken aan gebouwen en installaties

          Werken die het gebruik van een constructie voor de toekomst ongewijzigd veilig stellen door het bijwerken, herstellen of vervangen van geërodeerde of versleten materialen of onderdelen.

          Structurele werken

          Werken aan het geheel van funderingen, dragende en niet-dragende muren, draagvloeren en vaste binnentrappen.

          Werken aan het dak.

          Stabiliteitswerken

          Het geheel of gedeeltelijk vervangen van buitenmuren of dragende binnenmuren.

          Veiligheidswerken

          Brandveiligheid, stevigheid, elektrische installatie, inbraak- en vandalismebeveiliging etc.

          Investeringen in energiebesparende maatregelen

          Chauffages vervangen, zonnepanelen, dubbel glas, LED-verlichting etc.

          Werken in functie van de toegankelijkheid van het jeugdlokaal

          Werken aan nutsvoorzieningen

          Gas, water en elektriciteit.

          Afwerking binnenin het gebouw

          Vloeren, binnendeuren, schuifwanden etc.

          Verfraaiingswerken

          Kleinschalige werken om het gebouw mooier te maken of het voorkomen ervan te verbeteren vb. schilderen.

 

Art. 3. – Werken die niet in aanmerking komen

 

Kosten die niet in aanmerking komen voor betoelaging zijn:

          Kosten voor los meubilair en losse toestellen (vb kookplaat)

          Luxe-uitvoeringen

          Bijbouwen of volume-uitbreiding van het gebouw

 

Deze opsomming geldt ten exemplatieve titel.

 

Art. 4. - Berekening premie

 

De premie bedraagt voor volgende werken 25 % van de kostprijs van de uitgevoerde renovatie- en/of herstellingswerken:

          Onderhoudswerken aan installaties

          Verfraaiingswerken

 

De premie bedraagt voor volgende werken 50 % van de kostprijs van de uitgevoerde renovatie- en/of herstellingswerken:

          Onderhoudswerken aan gebouwen

          Structurele werken

          Stabiliteitswerken

          Veiligheidswerken

          Investeringen in energiebesparende maatregelen

          Werken in functie van de toegankelijkheid van het jeugdlokaal

          Werken aan nutsvoorzieningen

 

Voor een jeugdvereniging kan de premie maximaal 10.000 euro bedragen per kalenderjaar. De aanvrager kan verschillende dossieraanvragen indienen per jaar die dan gecumuleerd kunnen worden tot maximum 10.000 euro op jaarbasis. Werken kunnen gespreid worden over verschillende jaren. De factuurdatum bepaalt voor welk jaar de premie toegekend kan worden. Als men wil spreiden, zal de aannemer de werken in verschillende kalenderjaren moeten factureren.

 

De premie wordt slechts toegekend binnen de perken van het in het meerjarenplan ingeschreven krediet.

 

Art. 5. – Procedure bij werken met een totale kostprijs lager dan 3.000 euro (incl. BTW)

 

Indien de totale kostprijs van een uit te voeren herstelling of renovatie niet hoger is dan 3.000 euro (incl. BTW), dient er geen principiële aanvraag ingediend te worden.

De minimum totale kostprijs van de aanvraag voor een uit te voeren herstelling of renovatie moet ten minste 300 euro (incl. BTW) bedragen.

 

Binnen de 4 maanden na het einde van de renovatie- en/of herstellingswerken dient de aanvraag voor definitieve toekenning van de premie aan het college van burgemeester en schepenen gericht te worden op het daartoe voorgeschreven aanvraagformulier. Er wordt een aanvraag ingediend per renovatie- en/of herstellingsdossier. Een jeugdvereniging kan dus per jaar meerdere dossiers indienen.

 

Bij deze aanvraag dienen gevoegd te worden:

          de voor echt verklaarde facturen;

          het betalingsbewijs van deze facturen.

 

Indien de jeugdvereniging of de vzw die aan de jeugdvereniging verbonden is geen eigenaar is van de lokalen, dient een kopie van de overeenkomst met de eigenaar die garandeert dat de aanvrager nog minstens 5 jaar over het lokaal kan beschikken, toegevoegd te worden.

Na advies ingewonnen te hebben van de gemeentelijke jeugdraad zal de definitieve premie bepaald worden door het college van burgemeester en schepenen. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht.

 

De bevoegde diensten kunnen een controle ter plaatse doen om na te gaan of de werken degelijk werden uitgevoerd en of de bewezen kosten effectief voor de werken gebruikt werden.

 

Art. 6. – Procedure bij werken met een totale kostprijs hoger dan 3.000 euro (incl. BTW).

 

De aanvraag tot principiële betoelaging dient ten laatste 3 maanden voor de start van de werken gericht te worden aan het college van burgemeester en schepenen op het daartoe voorgeschreven aanvraagformulier. Er wordt een aanvraag ingediend per renovatie- en/of herstellingsdossier. Een jeugdvereniging kan dus per jaar meerdere dossiers indienen.

 

Bij de aanvraag dient gevoegd te worden:

          een beschrijving van de geplande werken

          de vermoedelijke datum voor de aanvang van de werken

          de vermoedelijke einddatum van de werken

          een gedetailleerde kostenraming van de werken of bestekken

 

Indien de jeugdvereniging of de vzw die aan de jeugdvereniging verbonden is geen eigenaar is van de lokalen, dient een kopie van de overeenkomst met de eigenaar, die garandeert dat de aanvrager nog minstens 5 jaar over het lokaal kan beschikken, toegevoegd te worden.

 

Vanuit de technische diensten van de gemeente zal voorafgaand een technisch advies opgemaakt worden. Hierbij kan extra uitleg of informatie opgevraagd worden bij de geplande werken aan de jeugdvereniging of de vzw verbonden aan de jeugdvereniging en/of wordt de situatie ter plaatse onderzocht.

 

Daarna wordt ook advies ingewonnen van de gemeentelijke jeugdraad.

 

Uiterlijk twee maanden na de indiening van het volledige principe-aanvraagdossier brengt het college van burgemeester en schepenen de aanvrager schriftelijk op de hoogte van de subsidieerbaarheid van het voorgestelde dossier op basis van de verschillende adviezen. Het college van burgemeester en schepenen moet haar principiële goedkeuring geven vooraleer de werken kunnen starten.

 

Binnen maximum 4 maanden na het einde van de renovatie- en/of herstellingswerken dient de aanvraag voor definitieve toekenning van de premie aan het college van burgemeester en schepenen gericht te worden op het daartoe voorgeschreven aanvraagformulier.

 

Bij deze aanvraag dienen gevoegd te worden:

          de voor echt verklaarde facturen

          het betalingsbewijs van deze facturen

 

Na opnieuw advies ingewonnen te hebben van de gemeentelijke jeugdraad zal de definitieve premie bepaald worden door het college van burgemeester en schepenen. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht.

 

De bevoegde diensten kunnen een controle ter plaatse doen om na te gaan of de werken degelijk werden uitgevoerd en of de bewezen kosten effectief voor de werken gebruikt werden.

 

De begunstigde zal zowel tijdens als na de uitvoering van de werken toezicht en controle door de bevoegde diensten toelaten.

 

Art. 7. – Voorschot

 

Jeugdverenigingen die dit wensen, kunnen een voorschot van 60 % van de voor de uit te voeren werken geraamde premie bekomen op voorwaarde dat:

          Voor het starten van de werken hiertoe een principiële aanvraag ingediend werd en deze na advies door de gemeentelijke jeugdraad werden goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.

          De aanvraag vergezeld wordt van een gedetailleerde kostenraming van de werken of bestekken en een schriftelijke overeenkomst tussen de jeugdvereniging en de aannemer.

          Het totale bedrag van de uit te voeren werken minimaal 3.000 euro (incl. BTW) bedraagt.

          De jeugdvereniging expliciet verklaart de ter beschikking gestelde middelen te zullen aanwenden voor de opgegeven werken.

          De werken binnen het jaar na het ontvangen van het voorschot beëindigd zijn en de nodige bewijsstukken binnengebracht worden op de jeugddienst.

          De vzw verbonden aan de jeugdvereniging zich verantwoordelijk stelt tot terugbetaling van het voorschot in geval van misbruik (zie artikel 8).

          Het voorschot wordt gestort op de rekening van de vzw verbonden aan het jeugdvereniging.

 

Bij de definitieve afrekening en bepaling van de definitieve premie, zal het reeds verkregen voorschot in mindering gebracht worden.

 

Art. 8. – Misbruiken

 

Indien de bepalingen uit dit reglement niet nageleefd worden en het college van burgemeester en schepenen vaststelt dat de toegekende premie (incl. voorschot) niet wordt/werd aangewend conform dit reglement, kan het college van burgemeester en schepenen – na advies van de gemeentelijke jeugdraad – haar beslissing tot toekennen van de premie (incl. voorschot) intrekken. Bedragen die in het kader van dit premiereglement werden uitgekeerd en niet aangewend werden conform dit reglement, kunnen door de gemeente worden teruggevorderd.

 

Art. 9. – Inwerkingtreding en beëindiging

 

Dit reglement treedt in werking op 5 april 2021 en eindigt op 31 december 2025.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Radio Gaveromroep - nominatieve toelage - agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de e-mail van Radio Gaveromroep waarin gepolst wordt naar de mogelijkheid om een werkingssubsidie te bekomen, ter ondersteuning van hun werking als radio-omroep.

 

Motivering

 

In de nasleep van de samenwerking tussen de vrijetijdsdiensten en Radio Gaveromroep in het kader van de Week van de Belgische Muziek, richtte Radio Gaveromroep een e-mail aan de cultuurdienst met de vraag of er voor de radio-omroep een jaarlijkse werkingssubsidie kan overworgen worden.

 

Deze vraag om financiële ondersteuning werd reeds afgetoetst bij de schepen van cultuur.

 

Er wordt voorgesteld om Radio Gaveromroep een jaarlijkse nominatieve toelage toe te kennen van 200 euro, in lijn met andere verenigingen waarvoor reeds dergelijke toelage wordt toegekend.

Deze toelage kan bij wijze van toevoeging aan de lijst van nominatieve toelagen ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan.

 

De vraag van Radio Gaveromroep wordt eveneens ter kennis gegeven aan het bestuur van de cultuurraad.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

Raming of bedrag

300 euro

 

Er is geen budget voorzien. Dit budget dient voorzien te worden bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de e-mail van Radio Gaveromroep.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om een jaarlijkse nominatieve toelage voor Radio Gaveromroep, ten bedrage van 200 euro, ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad bij wijze van toevoeging aan de lijst van nominatieve toelagen en dit bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan. 

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om een jaarlijkse nominatieve toelage voor de kinderopvangdienst van de Gezinsbond, ten bedrage van 100 euro, ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad bij wijze van toevoeging aan de lijst van nominatieve toelagen en dit bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan. 

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

OMV 2020_213 - Waregemstraat 564 - beslissing

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Waregem - GRUP Sprietestraat - voorontwerp - adviesvraag plenaire vergadering

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt uitgenodigd op de plenaire vergadering om er advies uit te brengen over het voorontwerp van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Sprietestraat (Waregem).

 

Motivering

 

In toepassing van artikel 2.2.20 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening nodigt de stad Waregem ondermeer het gemeentebestuur uit op de plenaire vergadering over het voorontwerp van het Ruimtelijk uitvoeringsplan Sprietestraat.

De plenaire vergadering vindt plaats op 15 maart 2021 om 10:00 uur in het stadhuis van Waregem.

Uiterlijk tijdens de plenaire vergadering kan een advies uitgebracht worden.

 

Naar aanleiding van de consultatieronde over de startnota formuleerde het college van burgemeester en schepenen op 18 december 2019 volgende opmerkingen:

          Bij de uitwerking van de visie op de site IMVATEX is geen rekening gehouden met de verordenende stedenbouwkundige voorschriften van het aangrenzend sectoraal BPA op Deerlijks grondgebied. Een afstemming tussen het gedeelte industrie op Waregems grondgebied en de uitbreidingszone op Deerlijks grondgebied is noodzakelijk.

          De impact op mobiliteit (zowel op vlak van bijkomend verkeer als op vlak van fietsverkeer) op Deerlijks grondgebied is te weinig onderzocht.

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de scopingsnota en het voorontwerp van RUP en bespreekt de aanpassingen betreffende de paarse sproet en het mobiliteitsaspect.

 

Paarse sproet Sprietestraat

 

De manier van omgaan met de geformuleerde opmerkingen is behandeld in de scopingsnota. Hierin is opgenomen dat:

          het sectoraal BPA toegevoegd zal worden in de juridische toestand van het RUP;

          aangezien het BPA op Deerlijk een link legt met het deel op grondgebied van Waregem , het duidelijk is dat beide delen zowel in activiteit als in mobiliteit verbonden zijn met elkaar. Echter betreft het sectoraal BPA een gemeentelijk planningsinitiatief van Deerlijk dat geen uitspraken kan doen over activiteiten op Waregems grondgebied. Om de problematiek op te lossen wordt ingegaan op het voorstel van Deerlijk tot een overleg.

 

Bij het voorliggend voorontwerp worden, met betrekking tot de paarse sproet Imvatex, nog volgende opmerkingen geformuleerd:

          Het sectoraal BPA, als grenzend aan het plangebied, is niet toegevoegd in de juridische toestand (pag. 19).

          Op het grafisch plan aan de westzijde van de zone 1B is een strook agrarisch gebied voorzien zodat een aansluiting tussen het sectoraal BPA en de zone 1B niet meer mogelijk is. Vermoedelijk gaat dit om een grafische onnauwkeurigheid. Het is wenselijk dit aan te passen zodat de bestemming van het sectoraal BPA mooi aansluit op de zone 1B uit het RUP.

          De visie op de opdeling van de site Imvatex op Waregems grondgebied is in het voorontwerp (max. 3 eenheden met een minimale oppervlakte van 2.000 m² en een maximale oppervlakte van 10.000 m²). Het college van burgemeester en schepenen wenst echter duidelijkheid over de consequenties hiervan op de uitbreidingsmogelijkheden voorzien in het sectoraal BPA.

 

Impact op mobiliteit

 

In de scopingsnota is opgenomen dat:

          het effect van de bijkomende verkeersstromen opgenomen zal worden in de effectenbeoordeling en verder onderzocht wordt in het vervolgproces van het RUP;

          de suggestie om het kruispunt Desselgemknokstraat/Sprietestraat/Desselgemsesteenweg op een veiligere manier in te richten (vooral voor de schoolgaande jeugd) meegenomen wordt in het verdere planningsproces van het RUP.

 

In het voorontwerp werden de extra verkeersstromen bijkomend gemotiveerd bij de effectenbeoordeling. In deze effetenbeoordeling is opgenomen dat een bijkomende capaciteit van 105 pae ter hoogte van het kruispunt Belgiek als ‘niet aanzienlijk’ beschouwd wordt.

Gelet op de congestie die er nu al is op dit kruispunt en het feit dat extra verkeer gestuurd wordt door de kernen Molenhoek én Belgiek (oa langs de schoolomgeving) richting het kruispunt is het college van burgemeester en schepenen van mening dat het verkeer via Desselgemse steenweg / Breestraat zoveel mogelijk beperkt moet worden en dat ontsluiting via N43 bijkomend zal moeten gestimuleerd worden.

In de nota is nu enkel opgenomen dat er zal ingezet worden op sensibilisatie van werknemers om andere vervoersmodi te gebruiken, maar deze stimulatie kan bvb ook door bijkomend in te zetten op communicatie vanuit de bedrijven die zich daar huisvesten naar hun leveranciers toe, om te ontsluiten via de N43 zodat kernen Molenhoek/Belgiek vermeden worden.

 

Met betrekking tot de verkeersveiligere inrichting van het kruispunt met de Desselgemknokstraat werd aangegeven dat dit verder zou meegenomen worden in het planningsproces van het RUP. In het voorontwerp, bij de effectenbeoordeling, is hierover niets opgenomen. Het is echter wel wenselijk om op te nemen dat dit kruispunt in functie van fietsers voldoende aandacht dient te krijgen (conform de benadering omtrent de fietsoversteek aan het begin van de spoorwegoversteek).

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit een voorwaardelijk gunstig advies te formuleren bij het voorontwerp van RUP. Bij de verdere uitwerking dient rekening gehouden te worden met de in het overwegend gedeelte geformuleerde opmerkingen.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit Fien Vandeghinste, coördinator omgeving, te mandateren voor het innemen van een standpunt tijdens de plenaire vergadering.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 10 MAART 2021

Gemeenteraad van 25 maart 2021 - agendapunten - verzoek agendering - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De agenda van de gemeenteraad bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld.

Het college en burgemeester en schepenen wordt gevraagd de agenda voor de komende gemeenteraad te overlopen.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de voorziene punten voor de gemeenteraadszitting van 25 maart 2021.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om volgende punten te agenderen op de gemeenteraad van 25 maart 2021:

 

OPENBARE ZITTING

 

          Gemeenteraad - 25 februari 2021 - notulen en audiovisueel verslag - goedkeuring

          Jaarrekening 2020 - deel gemeente - vaststelling - goedkeuring

 

De openbare zitting van de gemeenteraad wordt geschorst om deze, na de beslissing over het meerjarenplan (of de jaarrekening) door de OCMW-raad, te hernemen.

 

          Jaarrekening 2020 - deel OCMW - goedkeuring van de vaststelling OCMW

          Visum en debiteurenbeheer 2020 - rapportering - kennisname

          Rapport organisatiebeheersing 2020 - kennisname

          Straten nieuwe verkaveling innewaarts de Tapuitstraat - naambepaling - definitieve beslissing - goedkeuring

          Regionaal Relanceplan - kennisname

          Kleine Brandstraat – ’s Gravenstraat – Deerlijkstraat – heraanleg asfaltverharding en plaatselijke vernieuwing fundering - lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen - goedkeuring

          Aankoop duurzaam materiaal voor jeugdbewegingen - premiereglement - goedkeuring

          Renovatie- en/of herstellingswerken aan jeugdlokalen - premiereglement - goedkeuring

          Lokaal overleg kinderopvang - samenstelling, statuten en huishoudelijk regelement - goedkeuring

 

De openbare zitting van de gemeenteraad wordt geschorst om te hernemen na de openbare zitting van de OCMW-raad.

 

          Vragen gesteld door raadsleden

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/03/2021