Zitting van CBS van 23 AUGUSTUS 2023

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 16 augustus 2023 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 16 augustus 2023.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 16 augustus 2023 goed te keuren.

Zitting van CBS van 23 AUGUSTUS 2023

C.2. De Kim, De Sam en De Beuk - aankoop server printoplossing Papercut - afname raamcontract ICT stad Brugge - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aankoop van een server voor de printoplossing Papercut voor de scholen De Kim, De Sam en De Beuk via het raamcontract ICT (perceel 12 – multifunctitonals en printers) van de stad Brugge goed te keuren.

Motivering

Het netwerk van de scholen De Kim, De Sam en De Beuk is momenteel verbonden met het gemeentelijke netwerk. Om veiligheidsredenen moeten deze netwerken opgesplitst worden zodat de scholen een aparte internetverbinding hebben en niet langer aangesloten zijn op het netwerk van de gemeente.

Als printoplossing wordt in de gemeente Papercut gebruikt. Deze oplossing vereist een lokale installatie op een eigen server die deze software kan draaien. De scholen hebben een jaar lang de cloud gebaseerde oplossing Printix geprobeerd, maar deze printoplossing voldeed niet. Er kon niet dubbelzijdig afgedrukt worden, er waren tal van storingen en bovendien is er geen samenwerking tussen de leverancier van de printoplossing Printix en de leverancier van onze kopieermachines Ricoh.

Daarom wordt voorgesteld om, net als in de gemeente, opnieuw Papercut te gaan gebruiken. Dit houdt wel in dat we een eigen server voor Papercut moeten aankopen. Ricoh komt na levering van deze server de software installeren.

De aankoop van een server voor het gebruik van Papercut in de scholen De Kim, De Sam en De Beuk kan gebeuren via het raamcontract ICT van de stad Brugge (perceel 12 – multifunctionals en printers) dat werd afgesloten met de ondernemer Inetum Realdolmen Belgium nv, A.Vaucampslaan 42 te 1654 Huizingen.

De gemeenteraad keurde in zitting van 28 maart 2019 de toetreding tot het raamcontract ICT van de stad Brugge goed.

De gemeente kan van de mogelijkheid tot afname van de raamovereenkomst via de aankoopcentrale gebruik maken waardoor zij krachtens artikel 47, § 2 van de wet van 17 juni 2017 is vrijgesteld van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren.

Voor de aankoop van een server voor het gebruik van Papercut werd offerte opgevraagd bij Inetum Realdolmen Belgium nv.

Er werd 1 offerte ontvangen van 12.568,65 euro excl. btw of 15.208,07 euro incl. 21 % btw.

De verantwoordelijke aankopen en contractbeheer stelt voor om, rekening houdend met het voorgaande, de opdracht “Aankoop server printoplossing Papercut scholen De Kim, De Sam en De Beuk” te gunnen aan Inetum Realdolmen Belgium nv, A.Vaucampslaan 42 te 1654 Huizingen tegen het nagerekende offertebedrag van 12.568,65 euro excl. btw of 15.208,07 euro incl. 21 % btw.

Juridische gronden

●   Algemene basisbevoegdheid:

○       Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur

●   Andere:

○        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

○        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

○        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

○        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

○        De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet), en meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale.

○        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

○        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Adviezen

De ICT-coördinator van De Kim en De Sam verleent positief advies.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De aankoop van een server voor het gebruik van Papercut in de scholen De Kim, De Sam en De Beuk via het raamcontract ICT van de stad Brugge wordt goedgekeurd.

Artikel 2

De aankoop van een server voor het gebruik van Papercut in de scholen De Kim, De Sam en De Beuk wordt gegund aan Inetum Realdolmen Belgium nv, A.Vaucampslaan 42 te 1654 Huizingen tegen het nagerekende offertebedrag van 12.568,65 euro excl. btw of 15.208,07 euro incl. 21 % btw.

Artikel 3

De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2023, op jaarbudgetrekening 0801-00/24100000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN (actie GBB).

Artikel 4

Het krediet zal voorzien worden bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan.

Zitting van CBS van 23 AUGUSTUS 2023

C.3. Busbegeleidster/refterhulp - beslissing genezenverklaring zonder blijvende arbeidsongeschiktheid - goedkeuring

STEMMINGEN

beslissing genezenverklaring

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Zitting van CBS van 23 AUGUSTUS 2023

C.4. Jeugd - tussenkomst werkingsuitgaven - jeugdhuis De Caravanne - deel 5/2023 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aanvraag tussenkomst werkingsuitgaven van Jeugdhuis De Caravanne goed te keuren.

Motivering

Op 23 augustus 2023 richt Jeugdhuis De Caravanne zich in een schrijven tot het college van burgemeester en schepenen. Daarin vraagt zij de tussenkomst in de werkingsuitgaven van het jeugdhuis voor 2023 al voor een deeltje op, namelijk voor een bedrag van 339,34 euro, zijnde 2 x de helft van de maandelijkse huur (2 x 169,67 euro = 339,34 euro) en kosten voor een bedrag van 1.483,55 euro.

In de zittingen van 15 februari 2023, 12 april 2023, 3 mei 2023 en 31 mei 2023 keurde het college van burgemeester en schepenen reeds tussenkomsten in de werkingskosten van het jeugdhuis goed ten bedrage van 1.433,87 euro, 552,76 euro, 546,67 euro en 1.156,17 euro. In totaal maakt dit op vandaag een vraag tot tussenkomst in de werkingskosten van 5.512,36 euro (van de in het budget voorziene 6.000 euro).

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de tussenkomst in de werkingsuitgaven van Jeugdhuis De Caravanne, voor een bedrag van 1.822,89 euro, over te maken op het rekeningnummer BE28 7512 0929 4920 van Jeugdhuis De Caravanne.

Zitting van CBS van 23 AUGUSTUS 2023

C.5. Feestelijkheden - RVB chiro Sellewie - plaatsen werfhekkkens - heemfeesten 2023 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om toelating/medewerking te verlenen voor het tijdelijk plaatsen van werfhekkens ter promotie van de jaarlijkse heemfeesten van chiro Sellewie.

Motivering

De raad van bestuur van chiro Sellewie vraagt het gemeentebestuur, per mail dd. 12 augustus 2023, uitzonderlijk nog toelating te verlenen voor het ophangen van een banner ter promotie van hun jaarlijkse heemfeesten, de week voorafgaand aan de activiteit; van maandag 21 augustus tot en met maandag 28 augustus 2023, ter hoogte van:

●        kerk Sint-Lodewijk

Bij eerdere aanvragen van organisatoren om heras-opstellingen met spandoeken te voorzien ter promotie van hun evenement, werden volgende locaties door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd:

●        recht tegenover kerk Sint-Lodewijk

●        kerk centrum (kant Hoogstraat)

●        kruispunt Molenhoek

●        kruispunt Belgiek

●        statie (dicht bij de overweg)

Om een wildgroei van dergelijke heras-opstellingen, ter aanvulling op de gemeentelijke roosters, te vermijden, adviseren de gemeentediensten om enkel opstellingen door de gemeente te voorzien op bovenstaande vijf, reeds eerder goedgekeurde, strategisch in het oog springende locaties.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de raad van bestuur van chiro Sellewie toelating/medewerking te verlenen ter promotie van hun jaarlijkse heemfeesten, door heras-opstellingen te voorzien op volgende locatie, en dit vanaf maandag 21 augustus 2023 tot en met maandag 28 augustus 2023:

●        recht tegenover kerk Sint-Lodewijk

Zitting van CBS van 23 AUGUSTUS 2023

C.6. OMV 2023_83 - Paanderstraat 73 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een woning, op een perceel gelegen Paanderstraat 73 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 260 A2 aangevraagd door mevrouw Eva Vanblaere wonende Paanderstraat 73/- te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 17 augustus 2023.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

●     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 maart 1939 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een vierwoonst.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande omgevingsvergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De aanvraag is gelegen langs de Paanderstraat, wat een goed uitgeruste gemeenteweg is in de nabijheid van het centrum van Deerlijk. De directe omgeving bestaat voornamelijk uit eengezinswoningen met een vrij divers uitzicht en aan de overzijde van de straat bevindt zich een kleine bedrijfssite. De woning in deze aanvraag maakt deel uit van een rij aaneengesloten woningen met eenzelfde bouwstijl, twee bouwlagen met een hellend dak, rode gevelsteen en enkele vooruitstekende bouwelementen.

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een bestaande achteruitbouw te slopen en te vervangen door een nieuw volume met een gewijzigde gelijkvloerse indeling. De bestaande achteruitbouw omvat een gemetst gedeelte met een lessenaarsdak en aansluitend een overdekt terrasgedeelte. Het te slopen geheel heeft een diepte van 7,53 m en een breedte (tussen beide perceelsgrenzen) van 3,37 m. Dit wordt vervangen door een nieuwe achterbouw met plat dak met een maximale hoogte van 3,30 m. Aan de linkerkant van de woning blijft een bestaande doorgang tot de tuinzone behouden. De nieuwe indeling op het gelijkvloers zal uit een inkom met traphal, toilet, berging, zithoek en een keuken met eetgedeelte bestaan. Deze laatste geeft uit op de tuinzone met een glazen schuifraam en een deur. De nieuwbouw wordt geconstrueerd met metselwerk afgewerkt met een houten gevelbekleding. De aluminium ramen zullen een zwarte kleur hebben. Ter hoogte van de achtergevel van het hoofdgebouw wordt een lichtstraat voorzien. Aan de voorgevel wordt niets gewijzigd.

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanpalende eigenaars werden op 3 juli 2023 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op een verbouwing aan een eengezinswoning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Paanderstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat. De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (< 0,1 ha).

Het betrokken goed is volgens de fluviale overstromingskaart niet gelegen in een zone met overstromingskans. Het betrokken goed is volgens de pluviale overstromingskaart gedeeltelijk gelegen in een zone met middelgrote overstromingskans.

Aangezien het nieuw te bouwen gedeelte eenzelfde footprint heeft als het te slopen gedeelte dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

De oppervlakte van het goed is minder dan 250 m² waardoor de verordening hemelwater inzake buffering en infiltratie niet van toepassing is. De bouwheer maakt van de gelegenheid wel gebruik voor het plaatsen van een regenwateropvang van 10.000 liter met een hergebruik voor 2 toiletten, een uitgietbak en een buitenkraan. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4 Mer-screening

Niet van toepassing.

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een bestaande eengezinswoning met behoud van deze functie. De werken situeren zich volledig aan de achterzijde van de woning zodat het straatbeeld niet geschaad wordt. Het nieuwe volume wordt opgetrokken op dezelfde plaats als de te slopen uitbouw en de uitbreiding is slechts beperkt zodat de impact op het perceel en de vrije tuinzone beperkt is. De hoogte van het nieuwe volume is standaard. Het materiaalgebruik is eigentijds en in harmonie met het geheel.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

7.12 Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○       Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

○       Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Eva Vanblaere wonende Paanderstraat 73 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen van een woning, op een perceel gelegen Paanderstraat 73 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 260 A2.

Zitting van CBS van 23 AUGUSTUS 2023

C.7. OMV 2023_85 - Pladijsstraat ZN - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een woning, op een perceel gelegen in de Pladijsstraat met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 921 A aangevraagd door Sarah Van der Auweraer - Jeroen Verbrugghe wonende Kapellestraat 68/1-02 te 8020 Oostkamp.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 17 augustus 2023.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

●        De aanvraag tot het verplaatsen van de bushalte wordt uit de vergunning gesloten. Binnen het vervoersplan van De Lijn in Deerlijk wordt deze bushalte aangepast. Het aangepaste vervoersplan wordt uitgerold vanaf 1 januari 2024 en omvat ook het verwijderen van het bushokje op deze locatie.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 18 november 2020 (dossiernummer OMV_2020060809).

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan en de verkavelingsvoorschriften zijn van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

●     Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

●     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Omgevingsvergunning afgeleverd op 18 november 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor verkavelen van grond in 6 loten voor vrijstaande eengezinswoningen, 1 lot voor private toegangsweg en 1 lot voor een elektriciteitscabine en het verleggen van een deel van de bestaande buurtweg nr. 65.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Pladijsstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Pladijsstraat bevindt zich ten zuiden van de E 17 en maakt deel uit van de verbindingsweg tussen Deerlijk centrum en Sint-Lodewijk. De Pladijsstraat wordt in deze omgeving gekenmerkt door vrijstaande eengezinswoningen aan de zuidwestelijke zijde van de weg (zijnde de overzijde). Aan de noordoostelijke zijde van de weg zijn in hoofdzaak vrijstaande eengezinswoningen aanwezig met tussenliggende onbebouwde kavels. Achterliggend aan deze zijde bevinden zich landbouwgronden. Het perceel in kwestie maakt onderdeel uit van een recent goedgekeurde verkaveling en bevindt zich in de noordwestelijke kant. Voor het perceel bevindt zich een bushalte van De Lijn.

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst (lot 1 van de verkaveling) een vrijstaande eengezinswoning met carport te bouwen. De woning wordt opgetrokken binnen het bouwkader van de verkaveling, op 6 m van de voorkavelgrens (en deels inspringend tot op 7,80 m van de rooilijn), op 3 m van de rechter en 3,45 m van de linker kavelgrens. De woning wordt opgebouwd met een gelijkvloerse verdieping en een dakverdieping (geen volwaardige 2de bouwlaag) met een bouwdiepte van 17,20 m op het gelijkvloers en 15,70 m voor de dakverdieping. De woning wordt afgewerkt met een hellend dak, met een variabele kroonlijsthoogte van maximaal 5 m en een variabele nokhoogte van maximaal 9,15 m. Op het gelijkvloers worden een inkomhal met toilet, een bureau, een zithoek, een eethoek, een keuken en berging/wasplaats voorzien. In de dakverdieping worden een badkamer, drie slaapkamers, een nachthal, een sanitaire cel en een toilet voorzien. In de zolderverdieping worden een 4de slaapkamer en zolder / technische ruimte voorzien. De woning wordt afgewerkt in een grijs genuanceerd gevelmetselwerk, buitenschrijnwerk in donkergrijs / -zwart PVC, donkergrijze / -zwarte dakpannen en zinken dakgoten. Aan de linker zijgevel wordt een carport voorzien op een afstand van 0,52 m van de linker kavelgrens. De carport heeft een breedte van 3 m op een diepte van 6 m en wordt afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 2,5 m. In de voortuinstrook worden de oprit naar de carport en de toegang tot de voordeur voorzien in een waterdoorlatende verharding. De voorziene extra parkeerplaats in de voortuinstrook aan de rechterzijde van de oprit naar de carport wordt uitgevoerd in een karrenspoor met een verharding die afwatert in de naastliggende groenzone.  Achteraan de woning wordt een terras van 39,15 m² in niet-waterdoorlatend materiaal voorzien. Naast de strikt noodzakelijke toegang tot de voordeur wordt rondom de woning een pad voorzien. In totaal bedraagt de verharding van dit pad 35,26 m² in een waterdoorlatende verharding. Het grootste deel van de tuin wordt omzoomd met een draadafsluiting. Achteraan het perceel wordt de draadafsluiting op 1,5 m van de perceelsgrens geplaatst in functie van de erfdienstbaarheid met betrekking tot de verlegde trage weg (Sentier nr. 65).

De aanvrager vraagt om de aanwezige bushalte te verplaatsen in functie van de toegang tot het private terrein. Een verdere specificatie van een nieuwe locatie wordt niet meegegeven in de aanvraag.

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de verkaveling goedgekeurd op 18 november 2020 (dossiernummer OMV_2020060809) en het besluit van de deputatie van de provincie West-Vlaanderen in het kader van het beroep (OMV 34009/175/B/2021/1).

De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van de verkaveling gezien de aanvraag een vrijstaande ééngezinswoning op lot 1 omvat, er gebouwd wordt binnen het bouwkader op voldoende afstand van de rooilijn en de perceelsgrenzen, er 1 aangebouwde carport voorzien wordt en de woning 2 bouwlagen zal hebben met een hellend dak. Tevens wordt op het inplantingsplan het nieuwe tracé van de trage weg (Sentier nr. 65) aangeduid.

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Pladijsstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat. De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (< 0,1 ha).

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

De dakoppervlakte watert af naar een hemelwaterput van 10.000 liter. De hemelwaterput heeft een overloop naar een  infiltratievoorziening met een volume van 7.500 liter en een referentieoppervlakte van 13,8 m². Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor 2 toiletten, wasmachine en dienstkranen.  Hemel- en afvalwater worden gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens. Het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4 Mer-screening

Niet van toepassing.

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een eengezinswoning in een recent goedgekeurde verkaveling. De afstanden tot de perceelsgrenzen, het bouwvolume van de woning en het materiaalgebruik voldoen aan de bepalingen uit de verkaveling. Op deze manier past de eengezinswoning in de recente verkaveling.

Inplanting en ruimtegebruik:

De woning wordt ingeplant conform de voorschriften van de verkaveling. In functie van de toegankelijkheid van het privaat domein wordt gevraagd om de aanwezige bushalte te verplaatsen. Deze bushalte wordt in latere fase en in  overleg met De Lijn aangepast in functie van het nieuwe vervoersplan van De Lijn in Deerlijk. Het onderdeel van de aanvraag met betrekking tot de bushalte wordt bijgevolg uit de vergunning gesloten.

Bouwvolume en gabarit:

Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. De bouwdiepte is vergelijkbaar met deze van de woningen in de omgeving en het ontworpen volume is in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften.

Verschijningsvorm:

Het materiaalgebruik is duurzaam en eigentijds en integreert zich zo in de omgeving. Hierdoor heeft het ontwerp weinig impact op het straatbeeld.

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

Op het perceel wordt een carport voorzien met oprit langs de linkerkant van de woning. In de voortuinstrook wordt, naast de strikt noodzakelijke toegang tot de carport, ook nog een bijkomende parkeerplaats voorzien in karrenspoor zodat de verharding in de voortuin beperkt blijft. Op die manier wordt voldaan aan de voorschriften van de verkaveling en wordt voorzien in voldoende eigen parkeerruimte zodat de parkeerdruk niet toeneemt.

Groen- en omgevingsaanleg:

De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen. De woning beschikt tevens over een voortuin. Deze zone dient steeds te worden aangelegd als voortuin met laagstammig groen. De geplande verharding wordt voorzien in waterdoorlatende materialen, wat de waterhuishouding ten goede komt.

Rond de woning wordt een aangesloten pad voorzien in waterdoorlatende verharding.

Conclusie

Het ontwerp is verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1§ 2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden. De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○       Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

○       Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Sarah Van der Auweraer - Jeroen Verbrugghe wonende Kapellestraat 68/1-02 te 8020 Oostkamp, voor het bouwen van een woning, op een perceel gelegen in de Pladijsstraat met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 921 A, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

●        De aanvraag tot het verplaatsen van de bushalte wordt uit de vergunning gesloten. Binnen het vervoersplan van De Lijn in Deerlijk wordt deze bushalte aangepast. Het aangepaste vervoersplan wordt uitgerold vanaf 1 januari 2024 en omvat ook het verwijderen van het bushokje op deze locatie.

Zitting van CBS van 23 AUGUSTUS 2023

C.8. OMV 2023_63 - Kasteelstraat 10 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het hernieuwen van de vergunning en het uitvoeren van een volledige update van de aanwezige toestellen en opslagplaatsen, op een perceel gelegen Kasteelstraat 10 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 144 N3 aangevraagd door Jan Deknudt namens DEKNUDT MIRROR WORKS NV met als contactadres Kasteelstraat 10 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 17 augustus 2023.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig.

Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

●        Voor de bedrijfsafvalwaterstromen worden volgende voorwaarden opgelegd:

○        Algemene lozingsnormen voor lozing op de riolering

○        Sectorale lozingsnormen 55 voor lozing op de riolering

○        Bijzondere lozingsnormen:

■        ZS: 150 mg/l

■        P t: 1 mg/l

■        As t: 0,005 mg/l

■        Ce t: 0,8 mg/l

■        Cd t: 0,0008 mg/l

■        Cr t: 0,05 mg/l

■        Sn t: 2 mg/l

■        Co t: 0,0006 mg/l

■        Pb t: 0,05 mg/l

■        Zn t: 0,4 mg/l

■        Ni t: 0,03 mg/l

■        F-: 0,9 mg/l

■        Vrije cyanide: 0,05 mg/l

●        Het bedrijf dient te beschikken over een controle-inrichting (meetgoot) die alle waarborgen biedt om de kwaliteit en kwantiteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters te nemen van het geloosde water, overeenkomstig art. 4.2.5.1.1. van Vlarem II.

●        Gedurende 1 jaar volgend op de datum van dit besluit dienen, door een erkend labo, driemaandelijks metingen uitgevoerd te worden op het geloosde bedrijfsafvalwater. Hierbij dienen minstens de heffingsparameters, algemene, bijzondere en sectorale parameters geanalyseerd te worden. De analyseresultaten dienen bezorgd te worden aan VMM, via vergunningen.oo@vmm.be . Indien overschrijdingen van de normen gemeten worden, dienen bijkomende maatregelen getroffen te worden.

●        Het hemelwater dient vertraagd en afzonderlijk afgevoerd te worden tot aan de rooilijn teneinde het bij eventuele aanleg van een gescheiden stelsel te kunnen afkoppelen van de RWZI Harelbeke.

●        De grondwaterwinning (rubriek 53.8.1°b)) met een maximaal jaardebiet van 12.000 m³/jaar en een maximaal dagdebiet van 54 m³/dag, wordt vergund voor een termijn van 10 jaar.

●        De winningsput moet geëxploiteerd worden conform VLAREM II art. 5.53.2.2 en 5.53.3.1.

●        Het opgevangen regenwater of recupwater dient prioritair gebruikt te worden voor laagwaardige toepassingen.

●        In afwijking van artikel art. 5.15.0.6.§1 van Vlarem II mag volcontinue gewerkt worden op de bedrijfssite. Voor het laden en lossen van vrachtwagens wordt geen afwijking toegestaan en blijven de gangbare werkuren van 7 uur tot 19 uur op weekdagen en verbod in het weekend, van toepassing.

●        Binnen de 12 maanden na het verkrijgen van de omgevingsvergunning moet een finale beslissing genomen zijn met ondertekende bestelbonnen in functie van de gekozen werkwijze. Als kan aangetoond worden dat niet meer met de huidige methode zal worden gewerkt (solventgedragen productiemiddelen), maar een volledige omschakeling zal gebeuren naar de methode met watergedragen productiemiddelen, dan dient geen actieve koolfilterinstallatie te worden geïnstalleerd. In het andere geval heeft de exploitant bijkomend 3 maanden de tijd om de actieve koolfilterinstallatie in werking te hebben. Het departement Zorg (preventiefgezondheidsbeleid@vlaanderen.be) en de gemeente Deerlijk (omgeving@deerlijk.be) worden hiervan tijdig op de hoogte gebracht door het bedrijf.

●        Er dient een open en transparante communicatie met buurtbewoners en de gemeente Deerlijk, in het kader van de klachtenbeheersing (niet enkel geur), gehanteerd te worden. Hiervoor moet een meldnummer ter beschikking gesteld worden voor de buurtbewoners, waarbij ze in de mogelijkheid zijn de exploitant te contacteren op momenten dat er teveel hinder wordt ondervonden. Het bedrijf dient alle gegevens bij te houden in een logboek en jaarlijks over te maken aan de gemeente Deerlijk (omgeving@deerlijk.be ), Afdeling Handhaving en het Departement Zorg (aandachtsgebieden@vlaanderen.be ), waarin alle vaststellingen en oplossingen/maatregelen worden opgesomd die werden genomen na de melding.

●        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken, uitgezonderd de toegestane afwijking(en) op deze voorwaarden, die in titel II van het VLAREM staan, moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming gebied voor vervuilende industrie.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, BPA Gavers, wijziging B, goedgekeurd op 1 september 1987, met als bestemming ‘zone voor nijverheid’.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het BPA Gavers, wijziging B, is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

●     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 februari 1963 door het college van burgemeester en schepenen voor het maken van een waterkelder

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 oktober 1963 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van bestaande magazijnen en werkplaatsen

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 5 maart 1964 door het college van burgemeester en schepenen voor het omvormen van een opslagplaats tot smederij

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 mei 1964 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de bedrijfsgebouwen

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 april 1965 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van het bedrijf

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 30 september 1965 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een nijverheidsgebouw

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 december 1965 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een magazijn

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 februari 1966 door het college van burgemeester en schepenen voor de uitbreiding van de spiegelfabriek

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 maart 1967 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van het bestaande nijverheidsgebouw

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 november 1967 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een magazijn

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 november 1967 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een werkplaats

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 juli 1969 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een werk- en opslagplaats

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 november 1970 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een werkplaats

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 maart 1972 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een glasopslagplaats

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 januari 1974 door het college van burgemeester en schepenen voor bouwen van een glasmagazijn

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 juli 1975 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een werkplaats

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 september 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een garagebox

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 juni 2005 door het college van burgemeester en schepenen voor het tijdelijk verwijderen van de groenzone, rooien van 4 bomen en tijdelijk aanleggen van verharding

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Milieuvergunning Klasse 1 afgeleverd op 30 juni 1994 (gedeeltelijk vergund) voor het uitbaten van een spiegelfabriek

●        Melding Klasse 3 waarvan akte genomen op 23 november 1995 voor het veranderen van de inrichting: verplaatsen, wijzigen, uitbreiden

●        Milieuvergunning Klasse 1 afgeleverd op 29 april 2004 voor het verder exploiteren, toevoegen, uitbreiden en wijzigen van een spiegelfabriek

●        Melding Klasse 3 waarvan akte genomen op 16 april 2009 voor een mededeling kleine verandering

●        Milieuvergunning Klasse 2 afgeleverd op 23 juli 2014 voor het uitbaten van een spiegelfabriek

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Omgevingsvergunning afgeleverd op 29 april 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanpassen van een raamopening in de voorgevel ter realisatie van een nieuwe toegangsdeur

●        Omgevingsvergunning afgeleverd op 14 juni 2023 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een hoogspanning kopcabine.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

Het bedrijf is gelegen binnenin een bouwblok met toegangen via de Stationsstraat, Braamakkerstraat en het kantoorgedeelte via de Kasteelstraat. Het betreft een milieubelastend bedrijf gespecialiseerd in het vervaardigen van designspiegels. De site zelf wordt omringd door woongebied met hier en daar plaatselijke bedrijvigheid in diensten en kleinhandel.

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft geen betrekking op een stedenbouwkundige handeling.

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Deze omgevingsvergunningsaanvraag heeft als doel de hernieuwing aan te vragen van devergunning. Er wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om een volledige update te doen van deaanwezige toestellen en opslagplaatsen.

De NV Deknudt Mirror Works bevat verschillende afdelingen:

Snijstraat

Opleggen van DLF-formaten (= internationale standaardformaten) die worden doorgevoerd naar een CNC-machine waar ze geoptimaliseerd worden versneden. Daarna worden deze semi-automatisch uitgekraakt en daarna gestapeld. Bij het snijden wordt snijolie aangewend.

Opleggen van halfgrote spiegelformaten die gesneden worden in vormen of kleinere formaten.

Glasmagazijn

Hier worden glas en spiegels gestapeld.

Afdeling verzilveren

Het glas en de andere grondstoffen worden er gelost en gestapeld.

Het glas wordt in 'moederformaat' aangevoerd op de productielijnen, daar worden de volgendebewerkingen uitgevoerd:

●        het polieren met ceriumoxide (polierpoeder), wassen en reinigen van het glas;

●        het aanbrengen van een zilverfilm (voor gewone spiegels worden zilvernitraat-oplossingen,palladiumchloride en tin-oplossing en een silaanoplossing aangewend, ten behoeve vanhet verkrijgen van het spiegeleffect, door middel van een spuitinstallatie; het aanbrengenvan een vernisfilm (bescherming tegen mechanische stoten); er wordensolventgietvernissen aangewend, waarvan de viscositeit geregeld wordt door hettoevoegen van butylacetaat;

●        er worden tevens watergedragen gietvernissen gebruikt, waarvan de viscositeit geregeldwordt door het toevoegen van water of butylglycol;

●        het beitsen gebeurt door middel van ijzertrichloride en zwavelzuur, verdund met water;

●        het drogen in elektrische ovens gedurende ca. 5 minuten bij een piektemperatuur van 135 à 145°C;

●        het afkoelen en stapelen.

Afdeling drukken

Het drukken op glas gebeurt om opschriften te plaatsen en/of voor de esthetische afwerking.

Hiertoe worden de volgende bewerkingen uitgevoerd:

●        het polieren met een detergent, wassen en reinigen van het glas;

●        het drukken met diverse drukinkten door middel van een cliché (zeefdruk);

●        het drogen in een gasoven gedurende 3 à 4 minuten aan een temperatuur van 115 à120°C, als brandstof wordt aardgas aangewend;

●        het afkoelen en stapelen;

●        clichés worden gereinigd.

Afdeling durorollen

In deze afdeling worden recto-verso-spiegels gefabriceerd. Hiertoe worden spiegels aan elkaargekleefd (gedoubleerd). De spiegels worden eerst gesneden tot eindformaat. Door middel van opwarming wordt de vernis week gemaakt. Ondertussen worden de spiegels samengeperst en gedurende een aantal minuten terug gekoeld.

Bilaterale slijpplaats

Door middel van slijp- en rodeerposten worden de kanten dusdanig bewerkt dat ze niet meerscherp zijn. De toestellen worden gekoeld door middel van water. De spiegels kunnen in dezevorm worden verkocht.

Snijplaats manueel

Vorminlegspiegels worden manueel gesneden, zodat ze in kaders kunnen worden gelegd (dezelaatste bewerking gebeurt niet in dit bedrijf). De spiegels worden gewassen en klaargemaakt voor verzending.

Vormslijperij / Slijperij rechtlijnig

De spiegels worden machinaal gesneden op eindformaat. Zij worden geslepen en gefacetteerd(het afschuinen van de scherpe kanten). De slijp- en facetteertoestellen worden gekoeld doormiddel van koelolie. Het eindproduct wordt gewassen en klaargemaakt voor verzending.

Vormrodeerplaats

In deze afdeling worden spiegels geslepen op CNC-gestuurde vormrodeermachines, hierbij wordtzuiver water als koelmiddel gebruikt. In deze afdeling worden eveneens spiegels geboord op een CNC-gestuurde vormrodeermachine, hierbij wordt koelolie als koelmiddel gebruikt.

Lijmplaats

In deze afdeling worden scharnieren en ander toebehoren op spiegels gekleefd met een kleefstof. Als kleefstof wordt een tweecomponenten acrylaatlijm gebruikt. Vooraleer de spiegels en scharnieren gekleefd worden, ondergaan beiden een voorbehandeling met een gas (bevat silaan) en primer.

Constructie mallen

Epoxymallen: een houten model, gefabriceerd in de houtafdeling, wordt op een aluminium achtermal gemonteerd. Op het houten model wordt daarna een laag wasaangebracht. Hierboven wordt een vulmiddel gegoten om het geheel stevigheid te gevenals drukmal. De houten vorm wordt daarna verwijderd.

Injecteerafdeling( productie van polyurethaankaders)

Onder hoge druk worden polyol en isocyanaat in de mallen geïnjecteerd. Onder invloed van druken temperatuur polymeriseren de twee componenten tot polyurethaankunststof. Na 8 minutenworden de kaders uit de mallen verwijderd en tijdelijk opgeslagen. Na het lossen worden dekaders ontdaan van randjes en worden kleine foutjes hersteld met de opstopmiddelen.

Verfspuitafdeling

Door middel van een verfspuitinstallatie worden de kaders voorzien van een verflaag, al dan nietvoorafgegaan door een 2 componenten grondlaag. Soms wordt deze grondlaag eerst noggeschuurd. De verfdeeltjes worden met een ventilatorsysteem afgezogen uit de spuitcabine en ineen droge filterwand opgevangen. De verven worden tot de juiste samenstelling gemengd. Hier staan kleine voorraden verven en verdunners opgeslagen.

Montage afdeling (sporadisch – om stalen te maken)

Hier worden de kaders voorzien van spiegels, spiegelinleg en een triplex/mdf rug. Degemonteerde kaders worden in de montage afdeling ingepakt.

Waterzuivering

Er bevindt zich een waterzuiveringssysteem voor de behandeling van het proceswater dienstigvoor de verzilverafdeling. Voor de neutralisatie van het afvalwater worden zoutzuur ennatriumhydroxide aangewend.

Constructiemateriaal

Het staal wordt gebruikt voor bewerkingen aan en het construeren van machines. De gebouwenworden sporadisch gereinigd door middel van een reinigingsmiddel. Voor het gewone onderhoudvan de gebouwen worden onderhoudsverven en white spirit aangewend.

In de metaalbewerkingsplaats wordt er gelast, onder meer met de volgende gassen: propaan,zuurstof en acetyleen. De gebouwen worden verwarmd door middel van huisbrandolie of aardgas. Voor het onderhoud van de machines worden smeerolie en hydraulische olie aangewend.

Waterjet

Aan de hand van zand en water onder zeer hoge druk, worden er spiegels op maat“ gewaterjet” (= gesneden). Deze machine dient vooral voor spiegels met speciale vormen.

Nieuwe luchtbehandeling (zal enkel geplaatst worden indien er blijft gewerkt worden metsolventhoudende verven)

Reductie van TOC uitstoot afkomstig van de verzilverlijn tot 50 mgC/Nm³

Technische uitgangsgegevens:

●        luchtdebiet bij productie: 21.052 m³/u

●        luchtdebiet bij reinigen: 16.024 m³/u

Productie en reinigen gaan nooit samen.

De ventilator wordt frequentie-gestuurd, hierdoor kunnen er 2 werkingspunten bepaald worden. De aktief koolharsen zullen de VOS bestanddelen van de gebruikte spiegelvernissen capteren en na verzadiging van die harsen worden ze door een externe firma geregenereerd en worden er nieuwe harsen geleverd.

Electrische laadpunten voertuigen

2 laadpalen van 11 KW met in totaal 4 laadpunten

In de omgevingsvergunningsaanvraag worden de volgende afwijkingen van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het Vlarem, aangevraagd:

●        Art. 5.15.0.6.§1

Onverminderd de bepalingen van hoofdstuk 4.5. zijn rustverstorende werkzaamhedenverboden op werkdagen tussen 7 uur en 19 uur alsmede op zon- en feestdagen.

De afwijking wordt aangevraagd omdat in de inrichting gewerkt wordt in shiften. Hierdoor wordt een afwijking gevraagd van de gangbare werkuren (productie-uren):

●        tijdens de weekdagen:

○        van 4u42 tot 21u18

○        heel sporadisch en uitzonderlijk is er een nachtploeg in 1 of 2 afdelingenvan 21u18 tot 4u42

●        tijdens het weekend:

○        zo goed als nooit productie

○        heel sporadisch en uitzonderlijk wordt er op zaterdag gewerkt van 4u42tot 12u00.

Het laden en lossen gebeurt steeds tussen 7u30 en 16u30. ’s Avonds en ’s nachtsworden geen vrachtwagens geladen of gelost.

Tevens wordt met deze omgevingsvergunningsaanvraag een bijstelling van de bijzondere milieuvoorwaarden gevraagd. De gevraagde bijstelling heeft betrekking op de lozingsnormen. In de basisvergunnning, afgeleverd door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen op 29 april 2004, werden emissiegrenswaarden voor het lozen van bedrijfsafvalwater als bijzondere vergunningsvoorwaarde toegekend. Deze emissiegrenswaarden worden bij deze omgevingsvergunningsaanvraag opnieuw aangevraagd als bijstelling van bijzondere milieuvoorwaarden:

Volgende inspanningen werden reeds geleverd om aan de lozingsnormen te kunnen voldoen:

●        Een neutralisatietoren van 47 m³. Hierin wordt de pH van de te lozen proceswaters binnen de lozingsnormen gebracht door toevoeging van waterstofchloride en natriumhydroxide.

●        Een palladiumrecuperatie-unit met 2 kolommen van 75 liter harsen. Hierbij wordt dooreen ionenwisselaar het palladium uit het proceswater gehaald.

●        Een zilverrecuperatie-unit. Het zilver wordt na flocculatie door het toevoegen van Alcylin een decantatiebak met een inhoud van 2,5 m³ opgevangen. De restconcentratie wordtdaarna gefilterd en vervolgens nog eens over een zilver-ionenwissealaar gestuurd zodathet afvalwater binnen de lozingsnormen valt.

●        Een bezinkingsput met een inhoud van 4 m³ voor de behandeling van de slijpwaters.

Al het behandelde afvalwater wordt dan nog voor het lozen naar een bufferciterne met eeninhoud van 149 m³ afgeleid.

De volgende ingedeelde rubrieken worden aangevraagd voor een termijn van onbepaalde duur:

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 27 mei 2023 tot 25 juni 2023. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

De Vlaamse Milieumaatschappij (team advisering grondwater) werd om advies verzocht op 17 juni 2023. De adviesinstantie bracht op 6 juli 2023 een deels ongunstig / deels voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

AANVRAAG

De aanvraag betreft een hernieuwing met verandering van de grondwatervergunning op naam van Deknudt Mirror Works voor een vermindering van het debiet met 13500 m³/jaar tot een aangevraagd debiet van maximaal 12000 m³/jaar. Het aangevraagde maximale dagdebiet is 54 m³. De vergunning wordt gevraagd voor een termijn van onbepaalde duur.

Het betreft dezelfde winning als eerder vergund. Volgens de vergunningsaanvraag wordt water gewonnen uit 3 boorputten met een diepte van elk 22 m. Op deze diepte wordt grondwater gewonnen uit de Quartaire Aquifersystemen (HCOV 0100) en uit het grondwaterlichaam CVS_0160_GWL_1. Het betreft op deze locatie een freatisch watervoerende laag. Het aangevraagde debiet is groter dan 5000 m³/jaar en kleiner of gelijk aan 30000 m³/jaar waardoor de aangevraagde grondwaterwinning onder rubriek 53.8.2° ingedeeld is.

Aangevraagd debiet en wateraanwending

De aanvraag betreft een grondwaterwinning voor de exploitatie van een glasproducent. Op het bedrijf is water noodzakelijk als proceswater en voor huishoudelijke toepassingen.

De waterbehoefte zal ingevuld worden met leidingwater, hemelwater, recuperatiewater en grondwater.

Het grondwater zal gebruikt worden als proceswater, meer specifiek voor de aanmaak van demi-water, voor de regeneratie en voor de zandfilter van het labo eco. Leidingwater wordt aangewend voor huishoudelijke toepassingen en als proceswater. Het is niet duidelijk hoeveel regenwater wordt opgevangen en waarin. Het opgevangen regenwater wordt wel gebruikt voor huishoudelijke toepassingen en als proceswater. Recuperatiewater wordt opgevangen en hergebruikt als proceswater.

Het opgepompte grondwaterdebiet van de voorbije jaren ziet er als volgt uit. Bron: dienst Heffingen van de VMM:

Uit deze gegevens blijkt dat het gevraagde debiet van 12000 m³/jaar nog ruim is. Het waterverbruik binnen het bedrijf wordt opgevolgd. Het betreft hier een laagwaardige toepassing waarvoor in eerste instantie en prioritair regen- en recupwater dient aangewend te worden. Indien blijkt dat het gevraagde debiet de komende jaren nog steeds een overschatting is, dient het debiet naar beneden aangepast te worden.

Toestand van de aangevraagde watervoerende laag

Het waterwetboek heeft tot doelstelling een goede toestand van het grondwater te bereiken. In uitvoering van het decreet worden daarom elke zes jaar de stroomgebiedbeheerplannen geactualiseerd. Hierbij wordt een toestandsbepaling uitgevoerd voor alle grondwaterlichamen in Vlaanderen. Voor de verschillende grondwaterlichamen wordt in deze plannen het beleid dat nodig is om de goede toestand te behalen of te behouden omschreven. Deze stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027 werden vastgesteld door de Vlaamse regering op 01/07/2022. De aangevraagde winning zal water onttrekken aan de Quartaire Aquifersystemen (HCOV 0100) en uit het grondwaterlichaam CVS_0160_GWL_1. Het betreft op deze locatie een freatisch watervoerende laag. Dit grondwaterlichaam heeft een kwantitatief toereikende toestand waarbij waakzaamheid geboden is. Er zijn meerdere locaties met dalende trends door de verminderde voeding en baseflow ten gevolge van extreme droogteperiodes met een tekort aan neerslag en hogere zomertemperaturen. Freatisch watervoerende lagen staan immers in rechtstreeks contact met de atmosfeer en reageren snel op droogte, maar ook op nattere perioden. Voor laagwaardige toepassingen moet in de eerste plaats gebruik gemaakt worden van de beschikbare alternatieve laagwaardige waterbronnen zoals hemelwater en worden de vergunningstermijnen beperkt tot max. 10 jaar.

Rekening houdend met de aangevraagde toepassingen, het hiervoor verantwoorde debiet en de gebiedsgerichte doelstellingen voor het grondwaterlichaam waaruit gewonnen zal worden kan een debiet van max. 12000 m³/jaar aanvaard worden mits de gepaste bijzondere voorwaarden (zie hieronder) in acht te nemen.

Gelet op het wijzigende klimaat en de onzekere gevolgen hiervan op termijn voor de grondwatervoorraden adviseert de entiteit van VMM bevoegd voor grondwateradvisering om de termijn voor grondwaterwinningen voor laagwaardige toepassingen zoals beregening te beperken tot max. 10 jaar. Op deze wijze wordt in functie van de toestand van het grondwaterlichaam de vergunning voor het oppompen van grondwater opnieuw geëvalueerd en kan ze bijgestuurd worden.

Ligging ten opzichte van speciale beschermingszones

Er ligt geen VEN- of SBZ-gebied in de nabijheid van de aangevraagde winning.

Ligging te opzichte van PFAS verontreiniging

De grondwaterwinning is gelegen in een mogelijk met PFAS verontreinigde zone. De no regret-maatregelen rond PFAS (zie https://www.vlaanderen.be/pfas-vervuiling/maatregelen-per-gemeente) dienen steeds nageleefd te worden.

Toestand van de winning

Elke winningsput moet uitgerust zijn met een peilbuis. Op alle putten in dezelfde watervoerende laag moet er minstens 1 debietmeter met een aftapkraantje na de debietmeter geplaatst worden. De aanvrager wordt er op gewezen dat dit verplicht is conform VLAREM II art. 5.53.2.2 en 5.53.3.1.

Gelet op de aangebrachte gegevens en mits de winning op een correcte manier is afgewerkt en wordt geëxploiteerd, wordt een verwaarloosbare impact op de kwaliteit van het grondwater verwacht.

Conclusie

Rekening houdend met de aangevraagde toepassingen, het hiervoor verantwoorde debiet en de gebiedsgerichte doelstellingen voor het grondwaterlichaam waaruit gewonnen zal worden kan een debiet van max. 12000 m³/jaar voor max. 10 jaar aanvaard worden mits de gepaste bijzondere voorwaarden (zie hieronder) in acht te nemen.

ADVIES

Onder verwijzing naar artikel 1.2.1 van de gecodificeerde decreten betreffende het integraal waterbeleid van 30/11/2018 werd voor deze aanvraag tot een omgevingsvergunning onderzocht of er een schadelijk effect op de grondwaterhuishouding wordt veroorzaakt.

Er wordt ongunstig advies uitgebracht voor de aangevraagde termijn van de grondwaterwinning. De termijn van de grondwaterwinning wordt beperkt tot max. 10 jaar.

Gelet op hoger vermelde wordt deels gunstig advies uitgebracht voor een grondwaterwinning ingedeeld onder rubriek 53.8.2° die gelegen is in de Kasteelstraat 10 te Deerlijk met volgende kenmerken:

- Aard van de winning: 3 boorputten met een diepte van elk 22 m

- Te vergunnen debieten: maximaal 54 m³ per dag en 12000 m³ per jaar

- Watervoerende laag: Quartaire Aquifersystemen (HCOV 0100)

- Grondwaterlichaam: CVS_0160_GWL_1

- Bestemming van het grondwater: proceswater

- Vergunningsduur: max. 10 jaar

en dit mits naleving van de algemene milieuvoorwaarden (titel II van het VLAREM, hoofdstuk 4.3), de sectorale milieuvoorwaarden (titel II van het VLAREM, hoofdstuk 5.53) en de hieronder vermelde bijzondere voorwaarden.

BIJZONDERE VOORWAARDE

Het opgevangen regenwater of recupwater dient prioritair gebruikt te worden voor laagwaardige toepassingen.

De Vlaamse Milieumaatschappij (kern Advisering Afvalwater) werd om advies verzocht op 17 juni 2023. De adviesinstantie bracht op 4 juli 2023 een deels ongunstig / deels voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

Vergunde situatie

Het bedrijf Deknudt Mirror Works is door de Deputatie van West-Vlaanderen tot 29/04/2024 vergund voor het exploiteren van een spiegelfabriek gelegen aan de Kasteelstraat 10 te Deerlijk.

Inzake het lozen van afvalwater is het bedrijf vergund voor:

○        lozen van max. 25 m³/u – 190 m³/dag – 38.000 m³/jaar bedrijfsafvalwater in de openbare riolering van de Kasteelstraat na fysico-chemische zuivering:

○        neutralisatietoren: pH-regeling

○        palladiumrecuperatie-unit met ionenwisselaar

○        zilverrecuperatie-unit: flocculatie, decantatie en filtering

○        bezinkingsput voor de behandeling van slijpwaters

○        lozen van max. 0,80 m³/u - 6,67 m³/dag - 77 m³/jaar bedrijfsafvalwater afkomstig van het labo in de openbare riolering

○        lozen van max. 1,65 m³/u – 4,95 m³/dag – 990 m³/jaar huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering van de Kasteelstraat en Stationsstraat

Voor de lozing van het bedrijfsafvalwater gelden verschillende bijzondere lozingsnormen (zie bespreking verder).

Aanvraag

Het bedrijf vraagt het hernieuwen en actualiseren van de vergunning. Het betreft voornamelijk aanpassingen aan de actuele situatie m.b.t. opslag van producten, vermogen machinerie.

Inzake afvalwater wordt een vermindering aangevraagd:

○        het lozen van max. 670 m³/jaar huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering van de Kasteelstraat en Stationsstraat (rubriek 3.2.2.a)

○        het lozen van max. 0,008 m³/u – 0,192 m³/dag – 60 m³/jaar bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen afkomstig van het labo in de riolering van de Kasteelstraat (rubriek 3.4.1.a)

○        het lozen van max. 16 m³/u – 180 m³/dag – 25.000 m³/jaar bedrijfsafvalwater na zuivering in de riolering van de Kasteelstraat.

Het bedrijf is volgens huidige wetgeving ingedeeld als klasse 2-bedrijf.

Lozingssituatie

Volgens het zoneringsplan ligt het bedrijf in centraal gebied. In de Kasteelstraat ligt een gemengde riolering die afvoert naar RWZI Harelbeke, in de Stationsstraat ligt een gescheiden riolering waarbij de DWA ook afvoert naar RWZI Harelbeke en de RWA naar de Gaverbeek.

Het bedrijf loost verschillende stromen afvalwater via in totaal 4 lozingspunten, waarvan LP A op de Stationsstraat en LP B, C en D op de Kasteelstraat.

Uit het rioleringsplan kan niet helemaal opgemaakt worden hoe alle stromen afvalwater/hemelwater geloosd worden (al dan niet gezamenlijk). Na contact met het studiebureau verkreeg VMM een aangepast plan met duidelijkere legende en een omschrijving van de lozingspunten.

De lozingssituatie is als volgt (en wijzigt niet met voorliggende aanvraag):

○        LP.A: Stationsstraat (huishoudelijk afvalwater)

○        LP.B: Kasteelstraat (Bedrijfsafvalwater labo en productie via meetgoot, huishoudelijk afvalwater, regenwater)

○        LP.C: Kasteelstraat (huishoudelijk afvalwater)

○        LP.D: Kasteelstraat (huishoudelijk afvalwater, regenwater)

Het bedrijfsafvalwater van het labo is niet apart bemonsterbaar voordat het samenkomt met het bedrijfsafvalwater van de WZI. Het bedrijfsafvalwater is wel apart controleerbaar (meetgoot aanwezig) van het niet-verontreinigd hemelwater en huishoudelijk afvalwater.

Niet-verontreinigd hemelwater

Het bedrijf voorziet geen stedenbouwkundige handelingen die extra verharding tot het gevolg hebben.

In de bestaande situatie wordt het niet-verontreinigd hemelwater van de daken opgevangen in verschillende regenwaterputten, en maximaal hergebruikt.

De waterverbruiken kunnen onderverdeeld worden in 2 algemene verbruiksposten:

○        Sanitaire voorzieningen: hiervoor wordt gedeeltelijk hemelwater en gedeeltelijk leidingwater aangewend. Slechts bij een tekort aan hemelwater worden de hemelwaterputten (automatisch) bijgevuld met een beperkte hoeveelheid grondwater.

○        Productiewater: hiervoor wordt gedeeltelijk grondwater, hemelwater, leidingwater en recupwater aangewend.

Regen- en grondwater wordt gebruikt voor:

○        demi-water voor de volledige fabriek;

○        regeneratie en zandfilter water van labo eco.

In de huidige vergunning is volgende bijzondere voorwaarde opgenomen:

○        Het hemelwater dient vertraagd en afzonderlijk afgevoerd te worden tot aan de rooilijn teneinde het bij eventuele aanleg van een gescheiden stelsel te kunnen afkoppelen van de RWZI Harelbeke.

Uit het rioleringsplan blijkt het regenwater nog samen met het afvalwater geloosd te worden, op de gemengde riolering in de Kasteelstraat. Er zijn voorlopig nog geen plannen om een gescheiden riolering aan te leggen in deze straat. Van zodra hier een gescheiden riolering wordt aangelegd, dient het bedrijf het hemelwater af te koppelen van het afvalwater. Dit wordt opnieuw mee opgenomen in de bijzondere voorwaarden.

In de Stationsstraat ligt wel een gescheiden stelsel, hier wordt enkel huishoudelijk afvalwater op de DWA geloosd.

Lozingsnormen

VMM baseert zich voor het adviseren van lozingsnormen op:

○        art 3.3.0.1. van VLAREM II : het opleggen van bijzondere voorwaarden wordt toegelaten met het oog op de bescherming van mens en leefmilieu en daarbij moet onder meer rekening worden gehouden met de toxiciteit, de persistentie en de bio-accumulatie van de betrokken stoffen;

○        het feit dat het uiteindelijke ontvangende oppervlaktewater moet voldoen aan de gestelde milieukwaliteitsnormen, waardoor er dus rekening moet gehouden worden met de toelaatbare vuilvracht en concentraties;

○        de vergelijking van vergunde en gemeten vuilvrachten als beleidsprincipe met het oog op de beheersbaarheid van de geloosde vuilvrachten. Te ruime marges in de vergunningen laten niet toe een efficiënt beleid te voeren naar het bereiken van de milieukwaliteitsnormen van het ontvangende oppervlaktewater of bij lozing op riool naar de dimensionering van de RWZI toe. De vergunde vuilvracht moet aldus maximaal afgestemd worden op de werkelijk geloosde vuilvracht.

Het bedrijfsafvalwater van het labo is niet apart bemonsterbaar voordat het samenkomt met het bedrijfsafvalwater van de WZI. De lozingsnormen gelden daarom voor beide stromen.

Voor de lozing van het bedrijfsafvalwater dient voldaan te zijn aan de algemene lozingsvoorwaarden voor lozing in de riolering.

Daarnaast gelden volgens de huidige vergunning de sectorale lozingsnormen van Vlarem II bijlage 5.3.2. 15. Glas.

Echter, deze sectorale voorwaarden zijn enkel van toepassing op bedrijven met inrichtingen vermeld in rubriek 20.3.4. van de indelingslijst van Vlarem II bijlagen. Dit is niet het geval bij Deknudt Mirror Works.

Wél zijn de sectorale lozingsnormen van Vlarem II bijlage 5.3.2.55. Werktuigbouw, koudbewerking en oppervlaktebehandeling van metalen van toepassing, dit gelet rubriek 29.5.2.1.a. van toepassing is, en in de slijperij de bewerkte spiegels nadien ook gewassen worden (en dit afvalwater dus mee geloosd wordt).

Voor het lozen van het bedrijfsafvalwater zijn verschillende lozingsnormen van toepassing volgens de huidige vergunning. Het bedrijf vraagt met voorliggend dossier opnieuw lozingsnormen aan. Er zijn bij het dossier resultaten gevoegd van de meetcampagnes van 2019 t.e.m. 2022. VMM heeft voor die periode ook nog bijkomende analyses. Dit wordt in onderstaande tabel samengevat weergegeven. Ter info worden ook de sectorale 15b voor plat glas weergegeven. Deze zijn echter niet van toepassing.

Het bedrijfsafvalwater wordt geloosd op de RWZI van Harelbeke met een totale capaciteit van 129.000 IE (o.b.v. BZV54g/dag).

In het besluit van 12 februari 2014 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de regels inzake het lozen van bedrijfsafvalwater op een openbare RWZI, is een grondige evaluatie voor het lozen van bedrijfsafvalwater op een RWZI noodzakelijk als het bedrijfsafvalwater voldoet aan volgende criteria:

○        Voor verdund bedrijfsafvalwater (BZV<100mg/L) als minstens aan één van onderstaande criteria is voldaan:

○        Qverg > 200 m³/dag;

○        Qverg > 2,5 % van de capaciteit van de biologische straat van de RWZI (maar met een min. van 20 m³/dag)

○        Voor niet-verdund bedrijfsafvalwater als minstens aan één van onderstaande criteria is voldaan:

○        Qverg > 2,5 % van de capaciteit van de biologische straat van de RWZI (maar met een min. van 20 m³/dag);

○        Een vracht van meer dan 15 % van de ontwerp BZV-vracht van de RWZI;

○        Een vracht van meer dan 5 % van de ontwerp CZV-vracht van de RWZI;

○        Een vracht van meer dan 5 % van de ontwerp ZS-vracht van de RWZI;

○        Een stikstofvracht van meer dan 5 % van de ontwerpvracht aan totaal stikstof van de RWZI;

Volgens de beschikbare analyseresultaten (BZV < 100 mg/l), het totale lozingsdebiet (< 200 m³/d) en de capaciteit van de RWZI blijkt voor het bedrijf geen grondige evaluatie nodig. Het bedrijfsafvalwater isverwerkbaar op de RWZI van Harelbeke.

Voor de lozing van BA in riolering van dergelijk bedrijf zijn geen normen voor BZV, CZV en Nt noodzakelijk.

Het bedrijf beschikt over een saneringscontract (dd 06/10/2006). Door de inwerkingtreding van bovenvermeld besluit, komt dit contract te vervallen.

Het bedrijf beschikt voor verschillende parameters over een concentratienorm en ook een vrachtnorm. Dit wordt ook opnieuw op deze manier aangevraagd. VMM acht een vrachtnorm echter niet meer noodzakelijk, gelet ook op het feit dat er geen grondige evaluatie noodzakelijk wordt geacht en het saneringscontract tevens vervalt door de vernieuwde wetgeving.

In bovenstaande tabel wordt in de kolom ‘VMM’ door VMM een voorstel gedaan van aanpassing van sommige gevraagde lozingsnormen. Hierbij wordt uitgegaan van de aangevraagde normen die getoetst worden aan de sectorale normen 55, het indelingscriterium en de gemeten max. waarde o.b.v. de analyses.

Wanneer steeds onder het indelingscriterium gemeten wordt, zal het indelingscriterium van toepassing gesteld worden, al dan niet via bijzondere voorwaarden.

De uiteindelijke normen worden:

○        Algemene lozingsnormen voor lozing op de riolering

○        Sectorale lozingsnormen 55 voor lozing op de riolering

○        Bijzondere lozingsnormen:

■        ZS: 150 mg/l

■        P t: 1 mg/l

■        As t: 0,005 mg/l

■        Ce t: 0,8 mg/l

■        Cd t: 0,0008 mg/l

■        Cr t: 0,05 mg/l

■        Sn t: 2 mg/l

■        Co t: 0,0006 mg/l

■        Pb t: 0,05 mg/l

■        Zn t: 0,4 mg/l

■        Ni t: 0,03 mg/l

■        F-: 0,9 mg/l

■        Vrije cyanide: 0,05 mg/l

Gelet de sporadisch gemeten overschrijdingen van Co t en Sn t, dient het bedrijf hieraan extra aandacht te besteden. Het bedrijf dient gedurende 1 jaar via bijkomende metingen aan te tonen dat voldaan kan worden aan de opgelegde normen. Dit wordt mee opgenomen in de bijzondere voorwaarden.

Controle-inrichting

Het bedrijf dient te beschikken over een controle inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit en kwantiteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters te nemen van het geloosde water, overeenkomstig art. 4.2.5.1.1. van Vlarem II.

Uit het dossier en rioleringsplan blijkt dat een meetgoot aanwezig is, waarbij beide bedrijfsafvalwaterstromen kunnen bemonsterd worden, apart van het geloosde hemelwater en huishoudelijk afvalwater. Er is aldus voldaan aan de voorwaarde.

ADVIES WATER

De Vlaamse Milieumaatschappij adviseert GUNSTIG voor het lozen van max. 670 m³/jaar huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering van de Kasteelstraat en Stationsstraat (rubriek 3.2.2.a), mits er gehouden wordt aan de algemene voorwaarden voor lozing van huishoudelijk afvalwater in centraal gebied conform art.4.2.8.2 van Vlarem II.

De Vlaamse Milieumaatschappij adviseert GUNSTIG voor het lozen van max. 0,008 m³/u – 0,192 m³/dag – 60 m³/jaar bedrijfsafvalwater afkomstig van het labo in de openbare riolering (rubriek 3.4.1b).

De Vlaamse Milieumaatschappij adviseert GUNSTIG voor het lozen van max. 16 m³/u – 180 m³/dag – 25.000 m³/jaar bedrijfsafvalwater van de productie na zuivering in de openbare riolering (rubriek 3.6.3.2).

Gelet deze bedrijfsafvalwaterstromen niet onafhankelijk controleerbaar zijn, gelden voor beide stromen volgende bijzondere voorwaarden:

○        Algemene lozingsnormen voor lozing op de riolering

○        Sectorale lozingsnormen 55 voor lozing op de riolering

○        Bijzondere lozingsnormen:

■        ZS: 150 mg/l

■        P t: 1 mg/l

■        As t: 0,005 mg/l

■        Ce t: 0,8 mg/l

■        Cd t: 0,0008 mg/l

■        Cr t: 0,05 mg/l

■        Sn t: 2 mg/l

■        Co t: 0,0006 mg/l

■        Pb t: 0,05 mg/l

■        Zn t: 0,4 mg/l

■        Ni t: 0,03 mg/l

■        F-: 0,9 mg/l

■        Vrije cyanide: 0,05 mg/l

●        Het bedrijf dient te beschikken over een controle inrichting (meetgoot) die alle waarborgen biedt om de kwaliteit en kwantiteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters te nemen van het geloosde water, overeenkomstig art. 4.2.5.1.1. van Vlarem II.

●        Gedurende 1 jaar dient door een erkend labo driemaandelijks metingen uitgevoerd te worden op het geloosde bedrijfsafvalwater. Hierbij dienen minstens de heffingsparameters, algemene, bijzondere en sectorale parameters geanalyseerd te worden. De analyseresultaten dienen bezorgd te worden aan VMM, via vergunningen.oo@vmm.be. Indien overschrijdingen van de normen gemeten worden, dienen bijkomende maatregelen getroffen te worden.

Volgende voorwaarde dient opnieuw opgenomen te worden in de vergunning:

○        Het hemelwater dient vertraagd en afzonderlijk afgevoerd te worden tot aan de rooilijn teneinde het bij eventuele aanleg van een gescheiden stelsel te kunnen afkoppelen van de RWZI Harelbeke.

De Hulperleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 17 juni 2023. De adviesinstantie bracht op 30 juni 2023 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

Gunstig, voor zover er voldaan wordt aan de algemene reglementeringen (bv. ARAB, CODEX, AREI, VLAREM, ... .) en normeringen.

Het departement Zorg (afdeling Preventief Gezondhdbeleid) werd om advies verzocht op 17 juni 2023. De adviesinstantie bracht op 6 juli 2023 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

Relevante gezondheidsbedreigende factoren

Lucht Emissies/ immissies en geurhinder

De geleide emissies zijn afkomstig van diverse afzuigingen. Het gaat in hoofdzaak over VOC-uitstoot.

Er kan niet zomaar vanuit gegaan worden dat de luchtemissies beperkt zijn en gezondheids- of hindereffecten voor omwonenden uitgesloten zijn.

Men is momenteel bezig met testen (en productie) om watergedragen verven te gebruiken ter vervanging van de huidige solventhoudende verven. Er kan vanuit gegaan worden dat er VOC-emissies zijn en de exploitant deze probeert te beperken, maar de uitstoot dient gefilterd worden. Er kan enkel een offerte van Desotec geraadpleegd worden, maar er zijn geen concrete plannen om deze te installeren. Zolang er nog geen zekerheid is om de nieuwe methode toe te passen of onderzoek wordt uitgevoerd met duidelijke analyseresultaten (kan gegarandeerd worden dat de kwaliteit met watergedragen verven hetzelfde zal zijn, …?) blijft men volgens de huidige productiemethode werken en zullen de VOC in de huidige omstandigheden blijven afgezogen worden en via een buis de lucht in geblazen. De verhoging van 2 schoorstenen (meer verdunning rookgassen -> geurhinder beperken), wat reeds is uitgevoerd, is voor ons onvoldoende om te concluderen dat er niet gefilterd moet worden.

Departement Zorg legt een bijzondere voorwaarde op voor het plaatsen van de actieve koolfilterinstallatie om de lucht te zuiveren, ongeacht er in de toekomst een nieuwe methode zal toegepast worden.

De exploitant geeft aan dat de aanwezigheid van niet-geleide emissies niet van toepassing is. Hier kan een kanttekening bij gemaakt worden, aangezien dit toch wel relevant is bij o.a. het verplaatsen van solventafval naar de daartoe voorziene opslaglocatie.

In 2015 werden geurmetingen uitgevoerd door IDEWE. Hieruit kon afgeleid worden dat de concentraties in de lucht zeer laag waren en werden de geurdrempels van de producten niet overschreden. De exploitant wenst op de hoogte te worden gesteld als er geurhinder wordt waargenomen door hiervan telefonisch te worden verwittigd, ongeacht het tijdstip. Bij klachten moeten er extra preventieve maatregelen worden genomen. Het is niet duidelijk welk nummer hier wordt bedoeld.

Verontreiniging van bodem/ grondwater en oppervlaktewater

De opslag van gevaarlijke producten is voorzien van de nodige lekbakken en/of dit gebeurt op een vloeistofdichte vloer. De vaste mazouttank is dubbelwandig (bovengronds) uitgevoerd en ondergaat de verplichte keuringen volgens de exploitant. De NaOH en HCl tanks zijn bovengronds en dubbelwandig.

Er worden voldoende preventieve maatregelen genomen om bodemverontreiniging te voorkomen zoals hierboven beschreven, tevens is er absorptiemateriaal aanwezig wanneer er zich calamiteiten voordoen.

Er werden m.b.t. het waterverbruik de afgelopen jaren al verscheidene inspanningen geleverd om te besparen.

De exploitant geeft aan dat afvalstoffen regelmatig naar vergunde verwerkers afgevoerd worden, waar ze indien mogelijk verwerkt worden tot recycleerbare materialen. Uit de aanvraag kan niet afgeleid worden waar de afvalstoffen tijdelijk worden opgeslagen en op welke manier (verpakking, containers met/zonder lekbakken, …). Het gaat hier toch over een verscheidenheid aan afvalstoffen.

Geluidshinder

Bij geluidshinder kunnen er gezondheidsklachten optreden zoals slaapproblemen die resulteren in moeheid, slaapverstoring, verminderd prestatievermogen; cardiovasculaire problemen zoals hypertensie en ischemische hartaandoeningen en cognitieve problemen zoals aandachtsproblemen, geheugenproblemen, leerproblemen…

De impact op geluidshinder n.a.v. deze aanvraag wordt nihil geacht. We willen erop wijzen dat te allen tijde dient te worden voldaan aan de toepasselijke geluidseisen van Vlarem II. De exploitant neemt reeds de nodige maatregelen om deze hinder tot een minimum te beperken door de productiemachines binnen op te stellen en de poorten gesloten te houden. Intern verkeer op het terrein is gelinkt aan levering van grond- en hulpstoffen en ophaling van afgewerkte producten. Het aantal en soort vrachtbewegingen varieert per dag (vrachtwagens, bestelwagens, glasvrachtwagens, opleggers). In een worst case scenario zijn er 36 vrachtbewegingen per week zoals af te leiden is uit het onderdeel mobiliteit.

Klachten van omwonenden over geluidshinder zijn niet gekend bij de gemeente Deerlijk, er kan dus gesteld worden dat deze hinder beperkt is.

Verkeersoverlast

Het voorwerp van de aanvraag heeft geen bijkomend transport tot gevolg, aangezien het om een hernieuwing gaat. De inrichting is gelegen in industriegebied (en deels woongebied) binnen een woonwijk en kan bereikt worden via de N36 en de Stationsstraat. In de nabijheid ligt eveneens het op- en afrittencomplex van de E17. Voor de aanvoer van grond- en hulpstoffen gebeuren er zo’n 26 voertuigbewegingen per week. Afvoer van producten genereert ca. 10 voertuigbewegingen per week. Gezien de ligging binnen een woonwijk is het aan te raden maatregelen te nemen om de hinder door vrachtwagens voor de omwonenden zo veel mogelijk te beperken en dorpskernen te ontlasten.

Bij Departement Zorg gaan we na of er voldoende ingezet wordt op het verkrijgen van een modal shift via het STOP-principe. De initiatiefnemer houdt hier reeds deels rekening mee. Er is voldoende parkeergelegenheid. Van de 65 werknemers komen er 15 à 20 personen met de fiets. Er wordt een fietsleasing aangeboden. Er wordt dus gesensibiliseerd om alternatieve transportmiddelen te gebruiken i.p.v. de auto, wat we vanuit Departement Zorg alleen maar kunnen aanmoedigen. Kan gereflecteerd worden om dit verder te optimaliseren door fietsverkeer verder te promoten (voldoende fietsenstallingen voorzien), openbaar vervoer, maximale inzet op elektrisch vervoer (installatie laadpalen), carpoolen promoten,…?

Visuele hinder

Voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag omvat geen stedenbouwkundige handelingen die een wijziging van de site en dus eventuele visuele hinder met zich kunnen meebrengen. Het bedrijf ligt midden in een woonwijk, maar er zijn geen klachten over visuele hinder.

Wat betreft het aspect licht en stralingen: Binnen in de gebouwen wordt gebruik gemaakt van LED verlichting. De buitenverlichting is naar beneden gericht en is nodig om de veiligheid op het terrein te garanderen.

Gezonde publieke ruimte

Departement Zorg vraagt zich af of er voldoende nagedacht wordt over klimaat, ruimte en groen. Op het uitvoeringsplan zijn er geen groenelementen af te leiden, enkel verhardingen en gebouwen. Daarnaast stellen we ons de vraag of het gegeven van ‘voldoende parkeergelegenheid’ niet teruggedrongen kan worden. Men zet in op de modal shift voor werknemers, wat de parkeerbehoefte in de toekomst dan ook verder zal doen afnemen. Tevens wordt een vermindering van Rubriek 15.1.1° aangevraagd voor het parkeren van bedrijfsvoertuigen (van 27 naar 15 voertuigen).

Wij kijken ‘breed’ en ‘integraal’ naar gezondheid; meer bepaald naar zowel gezondheidsbescherming als gezondheidsbevordering en dit op zowel fysiek als sociaal als mentaal vlak. Niet enkel invloeden van polluenten rechtstreeks (zoals o.a. NO2, PM, VOC en geluid), maar ook de invloed van bijvoorbeeld het klimaat, zoals de invloed van hitte en watertekorten/overstromingen op gezondheid of de invloed van ruimte en groen of net het tekort aan ruimte en groen op de gezondheid zijn belangrijk. In een gezonde publieke ruimte is er oog voor plaatsen waar we stilte, rust en verkoeling kunnen opzoeken, maar ook voor plaatsen waar er ruimte is voor ontmoeting, vrije tijd en sport.

Ook kijken we naar de invloed van bewegen op gezondheid, vandaar ook de nadruk op het stimuleren van actieve verplaatsingen en het volgen van het STOP-principe, naast de positieve invloed van stappen en trappen op luchtvervuiling en geluidshinder doen voetgangers, fietsers en openbaarvervoergebruikers méér aan lichaamsbeweging dan automobilisten die eerder een sedentaire levensstijl hebben. De nodige infrastructuur hiervoor neemt tevens minder ruimte in dan die voor personenwagens, ruimte die dan voor andere doeleinden kan worden ingezet. Meer actieve beweging zal ook vanzelfsprekender zijn als er oog is voor kernversterking, nabijheid en voldoende functiemix zodat de autoafhankelijkheid kan dalen. Bovendien komen de maatregelen die nodig zijn om tot een gezonde publieke ruimte te komen, naast gezondheid veelal ook milieu en klimaat ten goede.

Veiligheidsaspecten

Er kan gesteld worden dat er geen relevante risico’s zijn voor de externe veiligheid, de effecten op het leefmilieu en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie.

Psychische impact

Gelet op de afwezigheid van klachten en bezwaren aangaande psychische hinder nemen wij aan dat de aanwezigheid van het bedrijf op die locatie geen aanleiding geeft tot psychische hinder in de omgeving.

Aandachtspunt

Departement Zorg stelt zich vragen of dergelijk bedrijf wel thuishoort in de woonwijk, o.w.v. vrachtverkeer, geluids- en geurhinder, uitstoot emissies, … Waarom wordt herlocalisatie niet overwogen?

Besluit

Het advies van Departement Zorg is voorwaardelijk gunstig voor de gevraagde activiteiten omdat de activiteiten medisch milieukundig verenigbaar zijn met de omgeving en de risico’s voor mens en milieu aanvaardbaar zijn.

Bijzondere voorwaarde:

Departement Zorg legt een bijzondere voorwaarde op dat het bedrijf binnen de 6 maanden na het verkrijgen van de omgevingsvergunning de actieve koolfilterinstallatie moet hebben geïnstalleerd om de lucht te zuiveren. Als binnen de 6 maanden kan aangetoond worden dat niet meer met de huidige methode wordt gewerkt, maar een volledige omschakeling is gebeurd naar de methode met watergedragen verven, kan dit komen te vervallen.

Afwijkingen:

○        Het advies van Departement Zorg is gunstig voor de gevraagde afwijking m.b.t. de rustverstorende werkzaamheden. Deze waren reeds van kracht, maar worden opnieuw opgenomen door de hernieuwing.

○        De aanvraag voor afwijking op lozingsnormen valt onder de bevoegdheid van VMM.

Aandachtspunten:

○        De geldige keuringsattesten van de vaste tanks dienen raadpleegbaar te zijn voor de vergunningverlenende overheid.

○        Gelieve te verduidelijken waar en hoe de opslag van afvalstoffen op de site wordt georganiseerd en maatregelen te treffen om niet-geleide emissies (bij o.a. solventafval) te voorkomen.

○        Blijvende maatregelen nemen om duurzaam woon-werkverkeer te stimuleren en maatregelen nemen om de hinder door vrachtwagens voor de omwonenden zo veel mogelijk te beperken.

○        Gelieve aan te geven of er kan ingezet worden op meer ruimte en groen op het bedrijfsterrein.

○        De exploitant geeft aan dat klachten over geurhinder (ongeacht welk uur) telefonisch mogen meegedeeld worden. Op de website van het bedrijf (https://www.deknudtmirrors.com/nl/contact/) wordt per teamlid een apart telefoonnummer weergegeven en via een zoekfunctie op het internet komt men uit op een algemeen nummer. Het is het dus niet duidelijk welk telefoonnummer men bedoelt waarop men op elk tijdstip kan bereikt worden. Uit informatie van de gemeente Deerlijk is er momenteel tevens geen communicatiestrategie afgesproken.

→ Er dient een open en transparante communicatie met buurtbewoners i.k.v. klachtenbeheersing (niet enkel geur) gehanteerd worden. De mogelijke overlast vanuit de bedrijfssite moet zo goed mogelijk aangepakt worden. Departement Zorg adviseert om een meldnummer ter beschikking te stellen voor de buurtbewoners, waarbij ze in de mogelijkheid zijn de exploitant te contacteren op momenten dat er teveel hinder wordt ondervonden. Het bedrijf dient alle gegevens bij te houden in een logboek en jaarlijks over te maken aan de gemeente, Afdeling Handhaving en het Departement Zorg (aandachtsgebieden@vlaanderen.be), waarin alle vaststellingen en oplossingen/maatregelen worden opgesomd die werden genomen na de melding.

Als reactie op het advies van het Departement Zorg (afdeling Preventief Gezondheidsbeleid) van 6 juli 2023 werd vanuit het bedrijf een bijkomende toelichting verleend.

Deze bijkomende informatie werd verleend via een mail verzonden op 20 juli 2023 gericht aan het Departement Zorg (afdeling Preventief Gezondheidsbeleid).

De motivatie werd als volgt gemotiveerd:

Deknudt Mirror Works heeft alle adviezen en bijkomende voorwaarden van onze hernieuwing omgevingsvergunning intern besproken.

Wij maken werk om tegemoet te komen aan alle aandachtspunten vermeld op pagina 6.

We hebben nog 1 belangrijke vraag ivm de bijzondere voorwaarde :

Afschrift:

“Bijzondere voorwaarde:

Departement Zorg legt een bijzondere voorwaarde op dat het bedrijf binnen de 6 maanden na het verkrijgen van de omgevingsvergunning de actieve koolfilterinstallatie moet hebben geïnstalleerd om de lucht te zuiveren. Als binnen de 6 maanden kan aangetoond worden dat niet meer met de huidige methode wordt gewerkt, maar een volledige omschakeling is gebeurd naar de methode met watergedragen verven, kan dit komen te vervallen.”

Wij zijn volop bezig met de waterverf in productie te nemen, we hebben al 3 keer 3 weken waterverfproductie gedraaid sedert 1 januari 2023.

De laatste test/productierun in mei/juni heeft aangetoond dat dit productieproces onder controle is en even belangrijk dat onze spiegels voldoen aan de spiegelkwaliteitsnorm EN 1036.

Op 29 april 24 zal ons solventproductieproces voor 50 % overgeschakeld zijn op waterverfproductie.

De andere 50 % zit nog volop in labo-fase.

Er zijn 2 lijmleveranciers bezig een lijm op maat te ontwikkelen, en daar hebben we nog geen machinepark voor.

■        Die testen zijn nu op vandaag nog labotesten bij die firma’s zelf.

Onze huidige solventverfleverancier heeft nu onlangs een verbeterde thermoplastische waterverf ontwikkeld, daar hebben we wel een machinepark voor.

■        De eerste productietest gaat door in november 2023.

Afhankelijk van de R&D vooruitgang van de drie leveranciers, gaan we beslissen met wie we in zee gaan.

Concreet :

■        We zetten alles op alles om alles op waterverven te kunnen overschakelen. Dit is een veel duurzamere oplossing dan de actieve koolfilterinstallatie.

■        Het lijkt ons bijna onmogelijk om 6 maanden na het verkrijgen van de omgevingsvergunning al een geïnstalleerde en werkende oplossing te hebben.

■        Zou het daarom mogelijk zijn om te voorwaarde aan te passen naar “12 maanden na het verkrijgen van de omgevingsvergunning een finale beslissing moet gemaakt zijn met ondertekende bestelbonnen” ?

Het Departement Zorg (afdeling Preventief Gezondheidsbeleid) heeft in een antwoord via mail op 20 juli 2023 verklaard bovenstaand voorstel te kunnen volgen en een wijziging van hun advies door te sturen naar de vergunningsverlenende overheid (gemeente Deerlijk.

Het volgende stuk in hun oorspronkelijk advies van 6 juli 2023:

Departement Zorg legt een bijzondere voorwaarde op dat het bedrijf binnen de 6 maanden na het verkrijgen van de omgevingsvergunning de actieve koolfilterinstallatie moet hebben geïnstalleerd om de lucht te zuiveren. Als binnen de 6 maanden kan aangetoond worden dat niet meer met de huidige methode wordt gewerkt, maar een volledige omschakeling is gebeurd naar de methode met watergedragen verven, kan dit komen te vervallen.

wordt vervangen door het onderstaande:

Departement Zorg legt een bijzondere voorwaarde op dat het bedrijf binnen de 12 maanden na het verkrijgen van de omgevingsvergunning een finale beslissing moet gemaakt hebben met ondertekende bestelbonnen. Als kan aangetoond worden dat niet meer met de huidige methode zal worden gewerkt, maar een volledige omschakeling zal gebeuren naar de methode met watergedragen verven, dan dient geen actieve koolfilterinstallatie te worden geïnstalleerd. In het andere geval heeft de exploitant bijkomend 3 maanden de tijd om de actieve koolfilterinstallatie in werking te hebben.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meerbepaald aan de voorschriften voor milieubelastende bedrijvigheid.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 7.2.0. + 8.2.1.2. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.

Deze voorschriften luiden als volgt:

Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.

Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

Gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

De aanvraag heeft betrekking op een milieubelastend bedrijf in een geëigende bestemming zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

De aanvraag dient voor het overige afgetoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Gavers wijziging B. De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het BPA gezien in deze aanvraag geen stedenbouwkundige handelingen aangevraagd worden. De aanvraag betreft enkel de hernieuwing en actualisatie van de milieuvergunningstoestand. Het bestaande bedrijf ligt volgens het BPA in een zone voor nijverheid zodat deze aanvraag voldoet aan de voorschriften.

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kasteelstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

Het betrokken goed is volgens de fluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone, en het betrokken goed is volgens de pluviale overstromingskaart gedeeltelijk gelegen in een zone met kleine overstromingskans.

De voorliggende aanvraag heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte. De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4 Mer-screening

Niet van toepassing.

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

7.9 Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

Organisatie van het personenverkeer van en naar de inrichting:

Er zijn naast de bestuurder 67 werknemers (14 bedienden en 53 arbeiders) werkzaam in deinrichting. Het personenverkeer (hoofdzakelijk personeelsleden) van en naar deonderneming gebeurt voornamelijk met personenwagens.

Het personeel wordt gestimuleerd om met de fiets naar het werk te komen. Er wordt henonder andere een fietsleasing aangeboden en er worden voldoende fietsstallingen voorzien.Tussen de 15 en 20 werknemers komen (al dan niet dagelijks) met de fiets naar het werk.Er is een ruime parking voorzien voor het parkeren van de voertuigen van de werknemersen/of bezoekers.

Organisatie van het goederentransport van en naar de inrichting:

De aanvoer van grond- en hulpstoffen gebeurt hoofdzakelijk via vrachtwagens en bestelwagens. Zowel in de Kasteelstraat als de Stationsstraat zijn 1 à 2 vrachtbewegingen per week te verwachten. Bestelwagens beleveren hoofdzakelijk via de Kasteelstraat (een 4-tal voertuigbewegingen per dag). Glasvrachtwagens lossen in de Stationsstraat 1 à 2 keer per week.

De afvoer van afgewerkte producten gebeurt door externe transporteurs via vrachtwagens of opleggers via de Stationsstraat (gemiddeld 1 of 2 voertuigbewegingen per dag).

De inrichting is gelegen langs de Kasteelstraat en de Stationsstraat. Beide gemeentelijke wegen zijn vlot verbonden met het hogere wegennetwerk (de N36 en de E17). Bij deze omgevingsvergunningsaanvraag wordt geen bijkomende verkeersimpact verwacht waardoor kan gesteld worden dat de effecten op de mobiliteit in de omgeving niet zullen wijzigen ten gevolge van deze aanvraag.

Relevante potentiële effecten op de bodem

Mogelijke bron van bodemverontreiniging is de opslag van gevaarlijke producten. De gevaarlijke vloeistoffen die worden opgeslagen zijn voorzien van voldoendegedimensioneerde lekbakken en/of een vloeistofdichte vloer (opslaglokaal 1) om bodem- engrondwaterverontreiniging te vermijden. De bovengrondse mazouttank is dubbelwandig en wordt periodiek onderworpen aan een keuring. De tanks NaOH en HCl zijn bovengrondse dubbelwandige tanks. Om calamiteiten zo snel mogelijk aan te pakken is absorptiemateriaal in de inrichting aanwezig. Rekening houdend met deze maatregelen, kan gesteld worden dat het potentiële effect op de op de bodem beperkt is.

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

De aanvraag betreft een hernieuwing en uitbreiding/aanpassing van een vergunde inrichting zonder dat er verharde oppervlaktes (verhardingen en/of constructies) bijgeplaatst worden.

De waterverbruiken kunnen onderverdeeld worden in 2 algemene verbruiksposten:

●        Sanitaire voorzieningen: hiervoor wordt gedeeltelijk hemelwater en gedeeltelijkleidingwater aangewend. Slechts bij een tekort aan hemelwater worden dehemelwaterputten (automatisch) bijgevuld met een beperkte hoeveelheid grondwater.

●        Productiewater: hiervoor wordt gedeeltelijk grondwater, hemelwater, leidingwater enrecupwater aangewend.

Het leidingwater (ongeveer 6.000 m³/jaar) wordt gebruikt voor:

●        sanitair / drinkwater

●        clean double edger

●        verzilverlijn, incl. regeneratiewater voor Christ

Regen- en boorputwater: (max. 12.000 m³/jaar grondwater + ± 6.000 m³ regenwater) wordtgebruikt voor:

●        demi-water voor de volledige fabriek

●        regeneratie en zandfilter water van labo eco

Gedurende de jaren heen, werd het waterverbruik in kaart gebracht en bespaard waarmogelijk aan de bron:

●        nauwkeurigere doseerkranen werden geïnstalleerd in het machinepark die automatischsluiten en opengaan en waarbij de operator niet meer moet worden afgeregeld

●        regelmatig overleg en opvolging waterverbruiken met operatoren

●        de verbruiken worden per week bijgehouden – indien er uitschieters zijn, is het de taakvan de verantwoordelijke, samen de operatoren en smisse, om na te gaan of er ietsmisloopt

●        leidingwaterverbruik minimaliseren voor:

○       drukafkoeldeel (werd in 2022 op demiwater van labo eco gezet)

○       spaarzaam zijn aan de verzilverlijn

Er zal max. 16 m³/uur - 180 m³/dag – 25.000 m³/jaar geloosd worden via de waterzuiveringsinstallatie.

Het bedrijf beschikt over verschillende waterzuiveringsunits die verspreid staan op de terreinen:

●        Een neutralisatietoren van 47 m³. Hierin wordt de pH van de te lozen proceswaters binnen de lozingsnormen gebracht door toevoeging van waterstofchloride en natriumhydroxide.

●        Een palladiumrecuperatie-unit met 2 kolommen van 75 liter harsen. Hierbij wordt door een ionenwisselaar het palladium uit het proceswater gehaald.

●        Een zilverrecuperatie-unit. Het zilver wordt na flocculatie door het toevoegen van Alcyl ineen decantatiebak met een inhoud van 2,5 m³ opgevangen. De restconcentratie wordtdaarna gefilterd en vervolgens nog eens over een zilver-ionenwissealaar gestuurd zodat het afvalwater binnen de lozingsnormen valt.

●        Een bezinkingsput met een inhoud van 4 m³ voor de behandeling van de slijpwaters.

Al het behandelde afvalwater wordt dan nog voor het lozen naar een bufferciterne met eeninhoud van 149 m³ afgeleid.

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Er zijn diverse emissiepunten vanuit de verzilverlijn. Voor de behandeling van deze afgassen zijn er momenteel 2 opties lopende:

●        watergedragen verven gebruiken voor spiegelvernissen aan de conveyor + lijmgebruiken met een nieuw machinepark ter vervanging van de bekende thermoplast;

●        indien dit project niet resulteert in gunstige resultaten, dan zullen de solventhoudendeverven en lijmen blijven gebruikt worden en zal er een actief-koolinstallatie geplaatstworden om de lucht te zuiveren.

Optie 1 – watergedragen verven en lijmen:

●        Er werden door Servaco metingen uitgevoerd op een productie-run met waterverf.

●        De resultaten tonen aan een luchtzuivering niet nodig is. Er is geen luchtzuiveringnodig want onder de 50 mgC/Nm³ (zie toegevoegde analyseresultaten van Servaco).

Optie 2 – solventhoudende verven en lijmen.

Indien dit project niet resulteert in gunstige resultaten, dan zullen de solventhoudendeverven en lijmen blijven gebruikt worden en zal er een actief-koolinstallatie geplaatstworden om de lucht te zuiveren.

●        Zie informatie van Desotec hierover. Er wordt voorgesteld een filter te plaatsen vanhet type Aircon V-L met Ariconnect:

○       kan tot 40.000 m³/h verwerken;

○       bevat ca. 7.500 kg AC;

○       budget: ± 56.000 euro/jaar.

Reductie van TOCuitstoot afkomstig van de verzilverlijn tot 50 mgC/Nm³.

Technische uitgangsgegevens:

●        luchtdebiet bij productie: 21.052 m³/u

●        luchtdebiet bij reinigen: 16.024 m³/u

Productie en reinigen gaan nooit samen.

De ventilator wordt frequentie-gestuurd, hierdoor kunnen er 2 werkingspunten bepaald worden.Deze werkingspunten zijn de stromen productie en reiniging. De actief-koolharsen zullen deVOS bestanddelen van de gebruikte spiegelvernissen capteren en na verzadiging van die harsen worden ze door een externe firma geregenereerd en worden er nieuwe harsen geleverd.

In het verleden werden reeds volgende maatregelen uitgevoerd om de solventuitstoot teminimaliseren:

●        reductie van de solventuitstoot door productie gedeeltelijk uit te besteden aan AGC inZeebrugge (grote verzilverlijn met naverbranding);

●        2 schoorstenen werden verhoogd (tot 8 m) zodat de rookgassen meer verdund worden (gevolg:beperken geurhinder);

●        alternatieve grondstoffen zoeken om het solventverbruik te verlagen.

Er werden in 2015 door IDEWE metingen uitgevoerd om de geur in kaart te brengen.Er werd geen geur waargenomen door de uitvoerder van de metingen wanneer hij de badgeop de zolder van de buurman geplaatst en weggenomen heeft. Volgens de resultaten vande gevonden producten, zijn de concentraties in de lucht zeer laag en overschrijden ze degeurdrempels van de gevonden producten niet. De geurdrempel is de concentratie van eenstof of van een mengsel die door de helft van een groep waarnemers (panel) wordtonderscheiden van geurvrije lucht.

Bij duidelijke geurhinder, op welk tijdstip ook, wenst de exploitant hiervan  telefonisch verwittigd te worden zodat er onmiddellijk kan nagegaan worden met welk type verf er opdat moment gewerkt wordt. Zo kan de oorzaak opgespoord worden en kunnen de nodigemaatregelen getroffen worden om de geurhinder te voorkomen. Echter is het niet duidelijk welk telefoonnummer hiervoor kan gebruikt worden. Een duidelijke communicatiestrategie is hierbij wenselijk.

Uit de aanvraag is het niet duidelijk of bij gebruik van solventgedragen verven en lijmen zal gekozen worden om via actief-koolfiltratie de lucht te zuiveren. Op korte termijn kan hierover best duidelijkheid verschaft worden.

Relevante potentiële effecten van geluid of trillingen ten gevolge van de aanvraag

Volgende geluidsbronnen zijn aanwezig:

●        productiemachines

●        laad- en losactiviteiten

Gezien de aard van de activiteit zijn geen bronnen van trillingen aanwezig.De machines staan opgesteld binnen in de bedrijfsgebouwen, waardoor het geluid naar deomgeving toe tot een minimum beperkt. Bovendien wordt gewerkt met gesloten poorten.

Een andere mogelijke bron van geluid zijn de transporten. De vrachtbewegingen werden omschreven in het onderdeel ‘effecten op de mobiliteit’. Aangezien er actueel geen problemen te melden zijn en de mobiliteitsimpact op de omgeving niet vergroot door toedoen van deze aanvraag, kan gesteld worden dat de effecten op geluid beperkt zullen zijn.

Relevante potentiële effecten van licht of straling ten gevolge van de aanvraag

Er zijn geen bronnen van straling aanwezig op de site. Binnen in de gebouwen zal er gekozen worden voor energiezuinige lampentypes (LED verlichting). De buitenverlichting zal naar beneden gericht worden zodat er geen strooilicht de omgeving zou hinderen. De buitenverlichting verhoogt de veiligheid op het terrein.

Rekening houdend met deze maatregelen, kan verondersteld worden dat het effect van licht niet aanzienlijk zal zijn.

Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen

Voor alle bedrijfsspecifieke afvalstromen wordt een geschikte sortering en inzameling voorzien. De afvalstromen die qua aard en hoeveelheid kunnen vergeleken worden met huishoudelijk afval zullen conform aangeboden worden tijdens de reguliere huis aan huis-ophaalronde.

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting, veroorzaakt door de gevraagde exploitatie, bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken, uitgezonderd de toegestane afwijking(en) op deze voorwaarden, die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De hernieuwing en actualisatie van de milieuvergunning bij het bestaand milieubelastend bedrijf situeert zich in een zone voor nijverheid zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Er worden bij deze aanvraag geen stedenbouwkundige handelingen aangevraagd zodat een verdere beoordeling van de goede ruimtelijke ordening niet van toepassing is.

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13 Bespreking adviezen

Vlaamse Milieumaatschappij (team advisering grondwater)

Gelet op de expertise van de adviesinstantie, dient in de voorwaarden bij afgifte van de vergunning opgelegd te worden dat het advies en de daarin vermelde voorwaarden strikt nageleefd moeten worden:

●        De grondwaterwinning (rubriek 53.8.1°b)) met een maximaal jaardebiet van 12.000 m³/jaar en een maximaal dagdebiet van 54 m³/dag, wordt vergund voor een termijn van 10 jaar.

●        De winningsput moet geëxploiteerd worden conform VLAREM II art. 5.53.2.2 en 5.53.3.1.

●        Het opgevangen regenwater of recupwater dient prioritair gebruikt te worden voor laagwaardige toepassingen.

Deze voorwaarden worden opgenomen in het besluit van de vergunning.

Vlaamse Milieumaatschappij (kern Advisering Afvalwater)

Gelet op de expertise van de adviesinstantie, dient in de voorwaarden bij afgifte van de vergunning opgelegd te worden dat het advies en de daarin vermelde voorwaarden strikt nageleefd moeten worden:

●        Voor de bedrijfsafvalwaterstromen worden volgende bijzondere voorwaarden opgenomen in het besluit van de vergunning:

• Algemene lozingsnormen voor lozing op de riolering

• Sectorale lozingsnormen 55 voor lozing op de riolering

• Bijzondere lozingsnormen:

■        ZS: 150 mg/l

■        P t: 1 mg/l

■        As t: 0,005 mg/l

■        Ce t: 0,8 mg/l

■        Cd t: 0,0008 mg/l

■        Cr t: 0,05 mg/l

■        Sn t: 2 mg/l

■        Co t: 0,0006 mg/l

■        Pb t: 0,05 mg/l

■        Zn t: 0,4 mg/l

■        Ni t: 0,03 mg/l

■        F-: 0,9 mg/l

■        Vrije cyanide: 0,05 mg/l

●        Het bedrijf dient te beschikken over een controle-inrichting (meetgoot) die alle waarborgen biedt om de kwaliteit en kwantiteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters te nemen van het geloosde water, overeenkomstig art. 4.2.5.1.1. van Vlarem II.

●        Gedurende 1 jaar dienen door een erkend labo driemaandelijks metingen uitgevoerd te worden op het geloosde bedrijfsafvalwater. Hierbij dienen minstens de heffingsparameters, algemene, bijzondere en sectorale parameters geanalyseerd te worden. De analyseresultaten dienen bezorgd te worden aan VMM, via vergunningen.oo@vmm.be . Indien overschrijdingen van de normen gemeten worden, dienen bijkomende maatregelen getroffen te worden.

●        Het hemelwater dient vertraagd en afzonderlijk afgevoerd te worden tot aan de rooilijn teneinde het bij eventuele aanleg van een gescheiden stelsel te kunnen afkoppelen van de RWZI Harelbeke.

Deze voorwaarden worden opgenomen in het besluit van de vergunning.

Hulperleningszone Fluvia

Gelet op de expertise van de adviesinstantie, dient in de voorwaarden bij afgifte van de vergunning opgelegd te worden dat het advies en de daarin vermelde voorwaarden strikt nageleefd moeten worden.

Departement Zorg (afdeling Preventief Gezondhdbeleid)

Gelet op de expertise van de adviesinstantie, dient in de voorwaarden bij afgifte van de vergunning opgelegd te worden dat het advies en de daarin vermelde voorwaarden strikt nageleefd moeten worden:

Volgende voorwaarden worden opgenomen in het besluit van de vergunning:

●        Binnen de 12 maanden na het verkrijgen van de omgevingsvergunning moet een finale beslissing genomen zijn met ondertekende bestelbonnen in functie van de gekozen werkwijze. Als kan aangetoond worden dat niet meer met de huidige methode zal worden gewerkt (solventgedragen productiemiddelen), maar een volledige omschakeling zal gebeuren naar de methode met watergedragen productiemiddelen, dan dient geen actieve koolfilterinstallatie te worden geïnstalleerd. In het andere geval heeft de exploitant bijkomend 3 maanden de tijd om de actieve koolfilterinstallatie in werking te hebben. Het departement Zorg (preventiefgezondheidsbeleid@vlaanderen.be) en de gemeente Deerlijk (omgeving@deerlijk.be) worden hiervan tijdig op de hoogte gebracht door het bedrijf.

●        Er dient een open en transparante communicatie met buurtbewoners en de gemeente Deerlijk in het kader van de klachtenbeheersing (niet enkel geur) gehanteerd te worden. Hiervoor moet een meldnummer ter beschikking gesteld worden voor de buurtbewoners, waarbij ze in de mogelijkheid zijn de exploitant te contacteren op momenten dat er teveel hinder wordt ondervonden. Het bedrijf dient alle gegevens bij te houden in een logboek en jaarlijks over te maken aan de gemeente Deerlijk (omgeving@deerlijk.be ), Afdeling Handhaving en het Departement Zorg (aandachtsgebieden@vlaanderen.be ), waarin alle vaststellingen en oplossingen/maatregelen worden opgesomd die werden genomen na de melding.

Juridische gronden

●     Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○       Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

○       Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Jan Deknudt namens DEKNUDT MIRROR WORKS NV met als contactadres Kasteelstraat 10 te 8540 Deerlijk, voor het hernieuwen van de vergunning en het uitvoeren van een volledige update van de aanwezige toestellen en opslagplaatsen, op een perceel gelegen Kasteelstraat 10 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 144 N3, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:

●        Voor de bedrijfsafvalwaterstromen worden volgende voorwaarden opgelegd:

○        Algemene lozingsnormen voor lozing op de riolering

○        Sectorale lozingsnormen 55 voor lozing op de riolering

○        Bijzondere lozingsnormen:

■        ZS: 150 mg/l

■        P t: 1 mg/l

■        As t: 0,005 mg/l

■        Ce t: 0,8 mg/l

■        Cd t: 0,0008 mg/l

■        Cr t: 0,05 mg/l

■        Sn t: 2 mg/l

■        Co t: 0,0006 mg/l

■        Pb t: 0,05 mg/l

■        Zn t: 0,4 mg/l

■        Ni t: 0,03 mg/l

■        F-: 0,9 mg/l

■        Vrije cyanide: 0,05 mg/l

●        Het bedrijf dient te beschikken over een controle-inrichting (meetgoot) die alle waarborgen biedt om de kwaliteit en kwantiteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters te nemen van het geloosde water, overeenkomstig art. 4.2.5.1.1. van Vlarem II.

●        Gedurende 1 jaar volgend op de datum van dit besluit dienen door een erkend labo driemaandelijks metingen uitgevoerd te worden op het geloosde bedrijfsafvalwater. Hierbij dienen minstens de heffingsparameters, algemene, bijzondere en sectorale parameters geanalyseerd te worden. De analyseresultaten dienen bezorgd te worden aan VMM, via vergunningen.oo@vmm.be . Indien overschrijdingen van de normen gemeten worden, dienen bijkomende maatregelen getroffen te worden.

●        Het hemelwater dient vertraagd en afzonderlijk afgevoerd te worden tot aan de rooilijn teneinde het, bij eventuele aanleg van een gescheiden stelsel, te kunnen afkoppelen van de RWZI Harelbeke.

●        De grondwaterwinning (rubriek 53.8.1°b)) met een maximaal jaardebiet van 12.000 m³/jaar en een maximaal dagdebiet van 54 m³/dag, wordt vergund voor een termijn van 10 jaar.

●        De winningsput moet geëxploiteerd worden conform VLAREM II art. 5.53.2.2 en 5.53.3.1.

●        Het opgevangen regenwater of recupwater dient prioritair gebruikt te worden voor laagwaardige toepassingen.

●        In afwijking van artikel Art. 5.15.0.6.§1 van Vlarem II mag volcontinu gewerkt worden op de bedrijfssite. Voor het laden en lossen van vrachtwagens wordt geen afwijking toegestaan en blijven de gangbare werkuren van 7 uur tot 19 uur op weekdagen en verbod in het weekend, van toepassing.

●        Binnen de 12 maanden na het verkrijgen van de omgevingsvergunning moet een finale beslissing genomen zijn met ondertekende bestelbonnen in functie van de gekozen werkwijze. Als kan aangetoond worden dat niet meer met de huidige methode zal worden gewerkt (solventgedragen productiemiddelen), maar een volledige omschakeling zal gebeuren naar de methode met watergedragen productiemiddelen, dan dient geen actieve koolfilterinstallatie te worden geïnstalleerd. In het andere geval heeft de exploitant bijkomend 3 maanden de tijd om de actieve koolfilterinstallatie in werking te hebben. Het departement Zorg (preventiefgezondheidsbeleid@vlaanderen.be) en de gemeente Deerlijk (omgeving@deerlijk.be) worden hiervan tijdig op de hoogte gebracht door het bedrijf.

●        Er dient een open en transparante communicatie met buurtbewoners en de gemeente Deerlijk, in het kader van de klachtenbeheersing (niet enkel geur), gehanteerd te worden. Hiervoor moet een meldnummer ter beschikking gesteld worden voor de buurtbewoners, waarbij ze in de mogelijkheid zijn de exploitant te contacteren op momenten dat er teveel hinder wordt ondervonden. Het bedrijf dient alle gegevens bij te houden in een logboek en jaarlijks over te maken aan de gemeente Deerlijk (omgeving@deerlijk.be ), Afdeling Handhaving en het Departement Zorg (aandachtsgebieden@vlaanderen.be ), waarin alle vaststellingen en oplossingen/maatregelen worden opgesomd die werden genomen na de melding.

●        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken, uitgezonderd de toegestane afwijking(en) op deze voorwaarden, die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be.

De volgende ingedeelde rubrieken worden vergund voor een termijn van onbepaalde duur:

De volgende ingedeelde rubriek wordt vergund voor een termijn van 10 jaar vanaf de datum van dit besluit:

Zitting van CBS van 23 AUGUSTUS 2023

C.9. Kapvergunning - Oudenaardse heerweg 133 - rooien van 5 bomen - goedkeuring

Zitting van CBS van 23 AUGUSTUS 2023

C.10. Inname openbaar domein - kennisname

Zitting van CBS van 23 AUGUSTUS 2023

C.11. Aanvullend reglement op het wegverkeer betreffende het toelaten van fietsers en bestuurders van speed pedelecs om het verkeerslicht op de N36 vanuit Vichte t.h.v. de E17-afrit vanuit Kortrijk voorbij te rijden wanneer dit op rood of oranjegeel staat - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken het “aanvullend reglement op het wegverkeer betreffende het toelaten van fietsers en bestuurders van speed pedelecs om het verkeerslicht op de N36 vanuit Vichte t.h.v. de E17-afrit vanuit Kortrijk voorbij te rijden wanneer dit op rood of oranjegeel staat”, ter goedkeuring voor te leggen op de eerstvolgende gemeenteraad.

Motivering

Krachtens de wegcode dient elke weggebruiker zich te schikken naar de verkeerslichten en verkeerstekens die zich rechts van de openbare weg bevinden, uitzonderingen daargelaten.

Ter hoogte van de verkeerslichten op de N36 rijdend van Vichte naar Deerlijk, aan de E17-afrit Deerlijk komende van Kortrijk, dienen op heden bijgevolg ook fietsers en bestuurders van speed pedelecs te stoppen bij het oranjegele en rode licht, aangezien dit zich rechts van de fietser bevindt. Echter vinden op deze locatie geen conflicterende kruisingen plaats tussen fietsers en andere (al dan niet gemotoriseerde) weggebruikers, waardoor stoppen bij rood licht voor fietsers onnodig en zinloos is. Gemotoriseerd verkeer rijdt op de N36 of tussen de N36 en de op-/afrit E17, maar kruist daarbij nooit het fietspad langs de N36 (rijrichting Deerlijk).

Hiertoe wordt, zoals besproken in de BMC van 8 juni 2023 en na gunstig advies van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) van 23 juni 2023, geadviseerd om het verkeersbord B23 aan de paal van het verkeerslicht te bevestigen, dat aangeeft dat fietsers en bestuurders van speed pedelecs het verkeerslicht voorbij mogen rijden wanneer dit op rood of oranjegeel staat.

Conform artikel 40, § 3 van het Decreet Lokaal Bestuur stelt de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vast.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 67.3 en 67.4.3°

○        Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens en latere wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om volgend reglement ter goedkeuring voor te leggen aan te gemeenteraad van 14 september 2023:

AANVULLEND REGLEMENT OP HET WEGVERKEER BETREFFENDE HET TOELATEN VAN FIETSERS EN BESTUURDERS VAN SPEED PEDELECS OM HET VERKEERSLICHT OP DE N36 VANUIT VICHTE T.H.V. DE E17-AFRIT VANUIT KORTRIJK VOORBIJ TE RIJDEN WANNEER DIT OP ROOD OF ORANJEGEEL STAAT

Art. 1.

Aan het verkeerslicht op de N36 (rijrichting Deerlijk) ter hoogte van de E17-afrit vanuit Kortrijk wordt aan fietsers en bestuurders van speed pedelecs de toelating geven om de verkeerslichten voorbij te rijden wanneer deze zich op oranjegeel of rood bevinden.

Dit wordt gesignaleerd door een verkeersbord B23 ter hoogte van het verkeerslicht.

Art. 2.

Na goedkeuring van het aanvullend reglement door AWV zorgt het district van Kortrijk voor de uitvoering.

Art. 3.

Dit aanvullend reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de Vlaamse Overheid, Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid en aan het Agentschap Wegen en Verkeer, district Kortrijk.

Zitting van CBS van 23 AUGUSTUS 2023

C.12. Aanvullend reglement St-Lodewijk: zone 30 en zone "verboden toegang, in beide richtingen, voor iedere bestuurder, uitgezonderd plaatselijk verkeer, fietsers, bromfietsers klasse A en speed pedelecs" - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken het aanvullend reglement op het wegverkeer betreffende het invoeren van een zone "verboden toegang, in beide richtingen, voor alle weggebruikers, uitgezonderd plaatselijk verkeer, fietsers, bromfietsers klasse A en speed pedelecs" en van een zone 30 in Sint-Lodewijk, ter goedkeuring voor te leggen op de eerstvolgende gemeenteraad.

Motivering

In navolging van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 12 juli 2023 om in de Oliebergstraat een fysieke verkeersfilter noch een circulatiewijziging te voorzien, werd beslist om het gebied tussen de Pladijsstraat, Kapelstraat en Oliebergstraat in te richten als een zone 30 en voor te behouden voor plaatselijk verkeer, voetgangers, fietsers, bromfietsers klasse A en speed pedelecs. Andere weggebruikers en doorgaand gemotoriseerd verkeer worden geweerd.

Deze nieuwe verkeerssituatie wordt als volgt gesignaleerd (zie ook plan in bijlage):

●        verkeersbord F4a bij elke toegang tot de betreffende zone, bij het betreden ervan, in de rijrichting;

●        verkeersbord F4b bij elke toegang tot de betreffende zone, bij het verlaten ervan, in de rijrichting (geplaatst op dezelfde hoogte als de F4a-borden, aan de overkant van de weg);

●        verkeersbord C3, met blauw onderbord UITGEZONDERD PLAATSELIJK VERKEER en onderbord M12, bij het betreden van de betreffende zone, in de rijrichting;

●        krachtens de hiërarchische volgorde van verkeersborden, staat het C3-bord (incl. onderborden), indien geplaatst op eenzelfde paal, boven het F4a-bord;

●        deze verkeersborden worden geplaatst op volgende locaties:

○        kruispunt Pladijsstraat x Oliebergstraat,

○        kruispunt Pladijsstraat x Vredelaan,

○        kruispunt Pladijsstraat x C. Vereeckelaan,

○        kruispunt Kapelstraat x Klokkestraat,

○        kruispunt Kapelstraat x Oliebergstraat.

Conform artikel 40, § 3 van het Decreet Lokaal Bestuur stelt de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vast.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968

○        Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg en latere wijzigingen

○        Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens en latere wijzigingen

○        Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens

○        Uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens

○        Omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009

○        Dienstorder MOW/AWV/2015/14 van 7 september 2015

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om volgend reglement ter goedkeuring voor te leggen op de eerstvolgende gemeenteraad:

AANVULLEND REGLEMENT OP HET WEGVERKEER BETREFFENDE ZONE 30 EN EEN ZONE VOORBEHOUDEN VOOR VOETGANGERS, FIETSERS, BROMFIETSERS KLASSE A, SPEED PEDELECS EN PLAATSELIJK VERKEER IN SINT-LODEWIJK

Art. 1.

De zone 30 en zone voorbehouden voor voetgangers, fietsers, bromfietsers klasse A, speed pedelecs en plaatselijk verkeer wordt ingevoerd in het gebied begrensd door de Pladijsstraat, Kapelstraat en Oliebergstraat. Concreet zijn hierin volgende straten opgenomen:

●        Andrieslaan

●        Berglaan

●        Boerderijstraat

●        Bottenhoek

●        Camiel Vereeckelaan

●        Heuvelstraat

●        Kaderstraat

●        Keistraat

●        Klokkestraat

●        Oudstrijderslaan

●        Verhammelaan

●        Vredelaan

●        Vredeplein

●        Windhalmlaan

Art. 2.

In zone zoals omschreven in art. 1. wordt de maximale snelheid beperkt tot 30 km/u. Dit wordt als volgt gesignaleerd:

●        verkeersbord F4a bij elke toegang tot de betreffende zone, bij het betreden ervan, in de rijrichting;

●        verkeersbord F4b bij elke toegang tot de betreffende zone, bij het verlaten ervan, in de rijrichting (geplaatst op dezelfde hoogte als de F4a-borden, aan de overkant van de weg);

●        deze verkeersborden worden geplaatst op volgende locaties:

○        kruispunt Pladijsstraat x Oliebergstraat;

○        kruispunt Pladijsstraat x Vredelaan;

○        kruispunt Pladijsstraat x C. Vereeckelaan;

○        kruispunt Kapelstraat x Klokkestraat;

○        kruispunt Kapelstraat x Oliebergstraat.

Art. 3.

De zone zoals omschreven in art. 1. wordt voorbehouden voor voetgangers, fietsers, bromfietsers klasse A, speed pedelecs en plaatselijk verkeer. Dit wordt als volgt gesignaleerd:

●        verkeersbord C3, met blauw onderbord UITGEZONDERD PLAATSELIJK VERKEER en onderbord M12, bij het betreden van de betreffende zone, in de rijrichting;

●        krachtens de hiërarchische volgorde van verkeersborden, staat het C3-bord (incl. onderborden), indien geplaatst op eenzelfde paal, boven het F4a-bord;

●        deze verkeersborden worden geplaatst op volgende locaties:

○        kruispunt Pladijsstraat x Oliebergstraat;

○        kruispunt Pladijsstraat x Vredelaan;

○        kruispunt Pladijsstraat x C. Vereeckelaan;

○        kruispunt Kapelstraat x Klokkestraat;

○        kruispunt Kapelstraat x Oliebergstraat.

Art. 4.

Dit aanvullend reglement op het wegverkeer treedt in werking de 5e dag na de bekendmaking van dit reglement en/of nadat bovengenoemde signalisatie werd aangebracht.

Art. 5.

Dit aanvullend reglement op het wegverkeer wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de Vlaamse Overheid, Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid.

Zitting van CBS van 23 AUGUSTUS 2023

C.13. Kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen - jaarrekening 2022 - positief advies - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om kennis te nemen van de jaarrekening 2022 van kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen en voor gunstig advies voor te leggen aan de eerstvolgende gemeenteraad.

Motivering

De jaarrekening 2022 en alle officiële documenten bevinden zich in bijlage. Het college van burgemeester en schepenen overloopt de jaarrekening 2022 en neemt akte van de interne kredietaanpassing, goedgekeurd in de kerkraad van 29 december 2022.

Het exploitatieoverschot bedraagt 11.923,16 euro. De investeringen omvatten de kosten voor renovatie en schilderwerken kerk, en voor beeldweergave-installatie. Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de jaarrekening 2022 van de kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen voor gunstig advies voor te leggen aan de eerstvolgende gemeenteraad.

Zitting van CBS van 23 AUGUSTUS 2023

C.14. Kerkfabriek Sint-Columba - jaarrekening 2022 - positief advies - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om kennis te nemen van de jaarrekening 2022 van kerkfabriek Sint-Columba en voor gunstig advies voor te leggen aan de eerstvolgende gemeenteraad.

Motivering

De jaarrekening 2022 en alle officiële documenten bevinden zich in bijlage. Het college van burgemeester en schepenen overloopt de jaarrekening 2022 en neemt akte van de interne kredietaanpassing goedgekeurd in de kerkraad van 29 december 2022.

Het exploitatieoverschot bedraagt 11.202,50 euro. De investeringen omvatten de kosten voor podium kerk, schilderen en elektriciteit pastorie, schilderen kapel, nieuwe ramen en keuken in huis Kapel ter Rustestraat, en beeldweergave-installatie.

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

●       Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de jaarrekening 2022 van de kerkfabriek Sint-Columba voor gunstig advies voor te leggen aan de eerstvolgende gemeenteraad.

Zitting van CBS van 23 AUGUSTUS 2023

C.15. Grafconcessie - bijzetting - kennisname

Zitting van CBS van 23 AUGUSTUS 2023

C.16. Toekenning huisnummer - Schoolstraat 14/A000 - goedkeuring

Aanleiding en context

De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen de goedkeuring om een extra huisnummer toe te kennen aan het pand gelegen Schoolstraat 14.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 15 februari 2023 een omgevingsvergunning af voor het verbouwen van een bestaand pand tot woongelegenheid en kantoor, op een perceel gelegen Schoolstraat 14.

Het is wenselijk om aan deze units een apart huisnummer toe te kennen.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 7 juli 2023

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit aan het pand gelegen Schoolstraat 14 (woning) een extra huisnummer nl. 14/A000 (kantoor) toe te kennen.

Artikel 2

De toekenning gaat in vanaf de datum van deze beslissing.  De gebruikelijke diensten en nutsmaatschappijen zullen van huidige beslissing in kennis gesteld worden.

Zitting van CBS van 23 AUGUSTUS 2023

C.17. Hernummering Ververijstraat 6-8 - principebeslissing - goedkeuring

Aanleiding en context

De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen een principebeslissing te nemen betreffende een hernummering van Ververijstraat 6-8.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 18 augustus 2021 een omgevingsvergunning af voor het slopen van de bestaande woning en het herbouwen van 2 woningen, op een perceel gelegen Ververijstraat 6.

Er dienen huisnummers toegekend te worden aan de 2 nieuwe eengezinswoningen.

Omdat er niet voldoende huisnummers vrij en beschikbaar zijn, en om verwarring en moeilijkheden te vermijden, dringt een hernummering zich op.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 7 juli 2023

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit principieel akkoord te gaan met volgende hernummering.

Artikel 2

De eigenaars en de bewoners zullen door middel van een gemotiveerd schrijven op de hoogte gebracht worden van deze principebeslissing.  Na de definitieve beslissing zullen zij een tweede schrijven, met daarin de nodige instructies, ontvangen.

Zitting van CBS van 23 AUGUSTUS 2023

C.18. Toekenning huisnummers - Wandelweg en Waregemstraat 75 - goedkeuring

Aanleiding en context

De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen om huisnummers toe te kennen aan 16 loten grond en aan een nog te bouwen meergezinswoning, gelegen Wandelweg en Waregemsraat 75.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 4 januari 2023 een omgevingsvergunning af, voor het verkavelen van grond in 16 kavels voor eengezinswoningen en 1 kavel voor een meergezinswoning met kantoorfunctie, 1 kavel voor gegroepeerd parkeren, de aanleg van nieuwe wegenis en groenzone na sloping van (een deel van) de bestaande bebouwing, op een perceel gelegen Wandelweg en Waregemstraat 75.

Er dienen huisnummers toegekend te worden aan deze 16 loten grond en aan de nog te bouwen meergezinswoning.  De busnummers voor de meergezinswoning zullen in een latere zitting toegekend worden.

Er zijn voldoende huisnummers vrij en beschikbaar.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 7 juli 2023

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit volgende huisnummers toe te kennen aan de 16 loten grond en aan de nog te bouwen meergezinswoning, gelegen Wandelweg en Waregemstraat 75.

Wandelweg

Waregemstraat

Artikel 2

De toekenning gaat in vanaf de datum van deze beslissing.  De gebruikelijke diensten en nutsmaatschappijen zullen van huidige beslissing in kennis gesteld worden.

Zitting van CBS van 23 AUGUSTUS 2023

C.19. Hernummering Nieuwstraat - principebeslissing - goedkeuring

Aanleiding en context

De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen een principebeslissing te nemen betreffende een volledige hernummering van de Nieuwstraat.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 25 mei 2022 een omgevingsvergunning af voor het slopen van de bestaande bebouwing en het bouwen van 2 eengezinswoningen met 2 tuinbergingen, op een perceel gelegen Nieuwstraat 2.

Er dienen huisnummers toegekend te worden aan de 2 nieuwe eengezinswoningen.

Omdat er niet voldoende huisnummers vrij en beschikbaar zijn, en om verwarring en moeilijkheden te vermijden, dringt een hernummering zich op.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 7 juli 2023

Financiën