Zitting van CBS van 03 MAART 2021

College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 24 februari 2021 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 24 februari 2021.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 24 februari 2021 goed te keuren.

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Woonproject Sneppe - opname in het openbaar domein - principieel akkoord - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd principieel akkoord te gaan met de kosteloze grondoverdracht van het openbaar domein in het gemengde woonproject Sneppe aan de gemeente.

Motivering

Op vraag van de gemeente Deerlijk ontwikkelde Leiedal het gemengde woonproject Sneppe.  De ontwikkeling gebeurde in samenwerking met de afdeling projectrealisatie van de VMSW, sociale huisvestingsmaatschappij Mijn Huis en Wonen Regio Kortrijk.  De aannemingswerken werden uitgevoerd door Cnockaert nv.

Op 19 september 2018 werd door Bart Croos, leidend ambtenaar VMSW, na controle der werken in aanwezigheid van alle vertegenwoordigers van de verschillende partijen, het proces-verbaal van definitieve oplevering opgemaakt en getekend door alle partijen.

Na definitieve oplevering van de infrastructuurwerken, inclusief aanleg voetpaden en groen op het woonproject Sneppe in Deerlijk, kan finaal worden overgegaan tot grondoverdracht om te worden opgenomen in het openbaar domein van de gemeente.

De raad van bestuur van Leiedal besliste in zitting van 12 februari 2021 in te stemmen met de kosteloze grondoverdracht van het openbaar domein aan de gemeente Deerlijk en de opdracht tot het verlijden van de akte toe te wijzen aan de Vlaamse Dienst Vastgoedtransacties.

De overdracht zal in één beweging gebeuren, gecoördineerd door Leiedal, zowel voor wat betreft het aandeel van Mijn Huis, van Wonen Regio Kortrijk als van Leiedal, volgens een nieuw op te maken metingsplan door landmeter B. Degezelle.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit principieel akkoord te gaan met de kosteloze grondoverdracht van het openbaar domein in het gemengde woonproject Sneppe aan de gemeente, alsook met de coördinatie door Leiedal.

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Schadegeval op parking nabij werkplaats personeelslid - tussenkomst bestuur - standpunt - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een besluit te nemen omtrent  het al dan niet verlenen van een financiële tussenkomst vanuit het bestuur, als vergoeding voor geleden schade ten gevolge van een schadegeval dat zich voordeed op een parking nabij de werkplaats van een personeelslid.

Motivering

Naar aanleiding van een schadegeval waarbij de wagen van een personeelslid schade opliep terwijl deze geparkeerd stond op de parking nabij de werkplaats, wordt de vraag gesteld of het bestuur tussenkomt in de geleden schade.

De verzekering van het gemeentebestuur voorziet in dergelijke situaties geen tussenkomst.

Er wordt voorgesteld om te besluiten dat het bestuur in dergelijke gevallen niet tussenkomt.  Op die manier kan een lijn getrokken worden voor eventuele toekomstige, gelijkaardige schadegevallen.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit dat het bestuur niet tussenkomt bij incidenten die plaatsvinden op een parking nabij de werkplaats van een personeelslid, indien de verzekering niet tussenkomt.

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Personeel - aankondiging vakbondsacties - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van ACOD Lokale en Regionale Besturen van 17 februari 2021 waarbij ze stakingsacties aankondigen.

Motivering

ACOD Lokale en Regionale Besturen laat weten dat zij de acties onderschrijven die op 8 maart 2021 georganiseerd worden in het kader van de internationale dag van de rechten van de vrouw.

De afwezigheid van werknemers wegens deelname aan de dag van 8 maart 2021 wordt erkend als een stakingsdag.

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van ACOD Lokale en Regionale Besturen van 17 februari 2021 waarin ACOD de acties die op 8 maart 2021 georganiseerd worden in het kader van de internationale dag van de rechten van de vrouw, onderschrijft.

Personeelsleden die omwille van deelname aan deze actie afwezig zijn op het werk dienen als 'in staking' beschouwd te worden.

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Diverse verslagen - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

Motivering

Volgende verslag werd overgemaakt aan de gemeente:

•          Leiedal - verslag van de raad van bestuur van 12 februari 2021

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Onafhankelijke raadsleden - vertegenwoordiging in gemeenteraadscommissies - negatief standpunt - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een standpunt in te nemen aangaande de vraag van raadslid Dirk Demeurie om als onafhankelijk raadslid alsnog deel te mogen uitmaken van gemeenteraadscommissies. De heer Demeurie stelt deze vraag ook in naam van onafhankelijk raadslid Sophie Mespreuve.

Motivering

Het Decreet Lokaal Bestuur is inzake deze materie heel duidelijk:

Artikel 37, § 3 bepaalt dat de mandaten in iedere commissie evenredig worden verdeeld over de fracties waaruit de gemeenteraad is samengesteld. De gemeenteraad bepaalt per gemeenteraadscommissie het aantal leden, alsook de wijze waarop de evenredigheid wordt berekend. Die berekeningswijze geldt voor alle commissies die de gemeenteraad opricht. De evenredigheid vereist in ieder geval dat de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen, altijd hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties.

Tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt een fractie geacht hetzelfde aantal leden in de commissies te behouden. Als een lid uitdrukkelijk aan de gemeenteraad heeft meegedeeld dat het niet meer wil behoren tot zijn fractie, kan dat lid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden die fracties het oorspronkelijke aantal leden in de commissie.

Deze bepaling werd aldus overgenomen in artikel 36, § 3 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, goedgekeurd in zitting van 25 april 2019.

Bij aanvang van de gemeenteraadszitting van 30 januari 2020 heeft de voorzitter van de gemeenteraad meegedeeld dat de raadsleden Sophie Mespreuve en Dirk Demeurie vanaf die datum in de gemeenteraad zouden zetelen als onafhankelijke mandatarissen, zoals zij hadden meegedeeld via mail op woensdag 22 januari 2020.

Raadsleden Dirk Demeurie en Sophie Mespreuve wisten bijgevolg welke gevolgen voorgaande beslissing zou hebben inzake hun vertegenwoordiging in gemeenteraadscommissies, zoals ook werd meegedeeld door de algemeen directeur bij mail van 30 januari 2020.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 37, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere: Huishoudelijk reglement gemeenteraad, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 25 april 2019

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit dat onafhankelijke raadsleden, de heer Dirk Demeurie en mevrouw Sophie Mespreuve, geen lid kunnen uitmaken van gemeenteraadscommissies, ingevolge de toepassing van het Decreet Lokaal Bestuur en het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen wijst de onafhankelijke raadsleden op de openbaarheid van de gemeenteraadscommissies. Zij zijn bijgevolg vrij de gemeenteraadscommissies bij te wonen zonder zich in de debatten te mengen.

Artikel 3

Wanneer de gemeenteraadscommissies wegens omstandigheden niet fysiek kunnen doorgaan, dan zullen deze opengesteld worden voor alle gemeenteraadsleden opdat zij eventueel digitaal kunnen meevolgen.

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Corona werkgroep - verslag van 23 februari 2021 - kennisname

Aanleiding en context

De gemeentelijke werkgroep, opgericht naar aanleiding van de Corona-exit, hield een vergadering op dinsdag 23 februari 2021.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag van die vergadering.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen wordt op de hoogte gebracht van de besprekingen die plaatsvonden in de gemeentelijke Corona werkgroep van 23 februari 2021.

Juridische gronden

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke Corona werkgroep van 23 februari 2021.

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Zwembad - offertes en raamcontracten - 2021 - week 9 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de offertes met betrekking tot bestellingen en raamcontracten in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-Deerlijk goed te keuren.

Motivering

FARYS/TMVW legt offertes voor bestellingen en raamcontracten in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-Deerlijk steeds ter goedkeuring voor aan beide gemeenten.

Het college van burgemeester en schepenen heeft hiertoe het budgethouderschap.

Volgende offertes voor bestellingen worden ter goedkeuring voorgelegd:

◦          Gantner, offerte OF-B21700406-1:

▪          extra badgelezer (voor abonnementsbandjes) voor het zwembad, in de praktijk noodzakelijk gebleken in aanvulling van de twee badgelezer op beide sportdiensten: 257,50 euro, excl. btw.

◦          C.V.G Benelux sprl/bvba, offerte 2020/Q/094:

▪          Voor een veilige en hygiënische stockage van het zwemmateriaal van de Deerlijkse scholen is een aangepaste kast met toebehoren noodzakelijk. Uit de offerte worden enkel de onderdelen met betrekking tot de kast aangekocht. De gemeente Deerlijk draagt hiervoor de volledige kost:

•          Referentie 8205: kast voor 9-12 manden met vergrendelingssysteem 1360x760x2080mm, 1.652,40 euro excl. btw

•          Referentie 1928: stapelbaar opbergbak 600x400x430mm, kleur blauw, 12 stuks, 247,10 euro excl. btw

•          Referentie 6987: Messing code hangslot, 3 stuks, 24,30 euro excl. btw

•          Referentie 1938: Set van 3 manden voor noodles, 81,76 euro excl. btw

•          Referentie 1931: Transportwagen voor opbergmand, 43,43 euro excl. btw

◦          totaal: 2.048,99 euro, excl. btw

Volgende nieuwe raamcontracten worden ter goedkeuring voorgelegd: niet van toepassing.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de offertes voor de bestellingen en nieuwe raamcontracten, zoals hierboven aangegeven, goed te keuren in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-Deerlijk.

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Animatorenvergoedingen gemeentelijk speelplein - krokusvakantie 2021 - goedkeuring

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Techniekacademie - verplaatsing en bundeling lessen naar paasvakantie 2021 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om kennis te nemen van de verplaatsing en bundeling van de lessen Tiener Techniekacademie in een techniekweek in de paasvakantie.

Motivering

De Techniekacademie wordt jaarlijks in het voorjaar georganiseerd op woensdagmiddag voor leerlingen van het 5de en 6de leerjaar. Door de vaak wijzigende coronamaatregelen voor buitenschoolse activiteiten, besliste organisator hogeschool Vives om de lessen van het huidige voorjaar alvast op te schorten en deze als alternatief te verplaatsen naar en te bundelen in een techniekweek tijdens de eerste week van de paasvakantie. De lessen gaan telkens door van 8.30 uur tot 12.30 uur, van dinsdag 5 april tot en met zaterdag 9 april 2021. De inschrijvingen blijven geldig. De kostprijs voor de gemeente blijft ook onveranderd.

Deze techniekweek zal georganiseerd worden overeenkomstig de geldende coronamaatregelen op nationaal, regionaal en lokaal niveau.

Alle communicatie met de ouders gebeurt via de organisator hogeschool Vives.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de annulering van de lessen Tiener Techniekacademie zoals oorspronkelijk gepland en van de verplaatsing en bundeling van deze lessen in een techniekweek in de paasvakantie.

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Cultuur - verkoop piano's en dj-materiaal - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de verkoop van twee piano's en een set dj-materiaal goed te keuren.

Motivering

Door de recente aankoop van nieuwe piano's en geschikt dj-materiaal voor de lessen van de muziekacademie, wordt voorgesteld om enkele oude piano's en een set dj-materiaal te verkopen. Deze instrumenten zullen te koop worden aangeboden en per opbod verkocht worden met een bepaalde startprijs per item.

•          buffetpiano Yamaha: bieden vanaf 1.000 euro

•          vleugelpiano: bieden vanaf 2.000 euro

•          dj-materiaal Pioneer: bieden vanaf 750 euro

Deze instrumenten zijn nog geschikt als decorstuk of voor beginnende studenten (piano's) of voor beginnende dj's die met eigen materiaal willen starten.

Deze verkoop zal worden bekendgemaakt op de gemeentelijke website en op sociale media. Er kan geboden worden op de instrumenten vanaf 15 maart tot en met 2 april 2021.

De te verkopen instrumenten bekijken kan op afspraak in OC d'Iefte. Bieden is mogelijk via e-mail naar cultuur@deerlijk.be of in een gesloten envelop in de bus van de cultuurdienst.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 1) Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de verkoop van de instrumenten volgens bovenstaande voorwaarden goed te keuren.

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

BBO De KIM & De SAM - tijdelijke aanstelling schoonmaakpersoneel grote schoonmaak juli/augustus -

goedkeuring

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Projectstuurgroep - samenstelling - verzoek agendering GR

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akkoord te gaan met het voorstel tot samenstelling van de projectstuurgroep (PSG) in het kader van het mobiliteitsplan en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de samenstelling en de aanduiding van de vertegenwoordigers van de gemeente, te agenderen op de gemeenteraad van 25 maart 2021.

Motivering

In het meerjarenplan is de actie A-1.01.1 opmaak mobiliteitsplan, inclusief participatietraject opgenomen.

Conform de bepalingen van het decreet betreffende de basisbereikbaarheid moet er met het oog op de opmaak, wijziging of verdieping en verbreding van het mobiliteitsplan een projectstuurgroep samengesteld worden. De projectstuurgroep is verantwoordelijk voor de begeleiding van het mobiliteitsplan.

De projectstuurgroep is multidisciplinair en beleidsdomeinoverschrijdend samengesteld en moet minstens samengesteld zijn uit:

1° de initiatiefnemer, als die niet de hoedanigheid, vermeld in punt 2° tot en met 4°, heeft;

2° een vertegenwoordiger van de betrokken gemeente of gemeenten;

3° een vertegenwoordiger van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken;

4° een vertegenwoordiger van de betrokken weg- of waterwegbeheerder, als die niet de hoedanigheid, vermeld in punt 1° tot en met 3°, heeft.

Daarnaast kunnen nog andere leden toegevoegd worden zoals vertegenwoordigers van het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid (aangeraden), De Lijn (aangeraden), de provincie West-Vlaanderen (aangeraden), de politiezone, de gemeentelijke diensten, intercommuniale Leiedal, de politieke partijen in de gemeenteraad,...

Voor de politieke partijen in de gemeenteraad wordt voorgesteld om dezelfde vertegenwoordigers te nemen die ook deel uitmaken van de mobiliteitscommissie.

Volgende samenstelling van de projectstuurgroep wordt voorgesteld:

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Decreet betreffende de basisbereikbaarheid van 12 juni 2019

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit akkoord te gaan met de voorgestelde samenstelling van de projectstuurgroep in het kader van het mobiliteitsplan.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om de goedkeuring van samenstelling van de projectstuurgroep in het kader van het mobiliteitsplan en de aanwijziging van de vertegenwoordigers van de gemeente te agenderen op de gemeenteraad van 25 maart 2021.

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Rapportering doelgroepwerknemers 2020 - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de rapportering over milieugerelateerde taken uitgevoerd door doelgroepwerknemers in het werkjaar 2020, waarvoor een compensatie toegekend wordt door de Vlaamse Overheid.

Motivering

Tegen 1 april 2021 dienen de gemeenten te rapporteren over de doelgroepwerknemers voor het werkjaar 2020.

De uren gepresteerd door de sociale economie-organisatie EFFECT, binnen het project Team Rudy, kunnen hiervoor ingebracht worden. Dit werd vanuit IMOG ingevuld in het rapporteringsdocument.

De uren gepresteerd door de sociale economie-organisatie Constructief vzw worden door de dienst omgeving in het rapporteringsdocument ingevuld.

Voor de rapportering van doelgroepwerknemers krijgt de gemeente Deerlijk een contingent van 1.200 uren. Voor 2020 worden in totaal 1.040,28 uren aangevraagd.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Hoofdstuk 6, Art. 8, 3° van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014 houdende toekenning van compensatie aan verschillende actoren en aan gemeenten voor milieugerelateerde taken, uitgevoerd door doelgroepwerknemers

Financiën

De rapportering van doelgroepwerknemers heeft financiële gevolgen die op vandaag nog niet gekend zijn (subsidie inkomsten).

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de rapportering van milieugerelateerde taken uitgevoerd door doelgroepwerknemers voor het werkjaar 2020.

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Attest van verdeling - Stationsstraat 130 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of ze akkoord kunnen gaan met het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Stationsstraat 130.

Motivering

Op 24 februari 2021 verstuurde men vanuit het notariaat Denys, Vanden Daelen & De Ketele een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Stationsstraat 130, gekadastreerd afdeling 2, sectie C, nummer 140K, met een oppervlakte van 625 m².

De eigendom wordt gesplitst in 2 loten, zijnde een lot 1 met een oppervlakte van 277,10 m² en een lot 2 met een oppervlakte van 347,90 m². De eigendom wordt gesplitst teneinde het lot 1 te verkopen aan private personen en het lot 2 aan een firma.

De bestemming van het goed is volgens de akte, voor lot 1, woonhuis op en met grond en voor lot 2, loods met garage op en met grond.

De omgevingsambtenaar stelt voor volgende opmerking te formuleren:

In het gemeentelijk RUP Gavers is de eigendom bestemd als zone voor wonen met beperkte nevenfuncties waarbij in de voorschriften opgenomen is dat de hoofdfunctie wonen moet zijn en de beperkte nevenfunctie zowel in het hoofdgebouw als het bijgebouw toegelaten is.

Dit impliceert dat de 2 loten stedenbouwkundig en functioneel één geheel dienen te vormen en de loods (het lot 2) steeds moet functioneren als bijgebouw bij de voorliggende woning (lot 1). Bijgevolg kunnen de beide loten nooit los van elkaar verkocht worden.

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing maar wenst wel op te merken dat de 2 loten stedenbouwkundig en functioneel één geheel dienen te vormen en de loods (lot 2) steeds moet functioneren als bijgebouw bij de voorliggende woning (lot 1). Bijgevolg kunnen de beide loten nooit los van elkaar verkocht worden.

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

OMV 2020_236 - Fabrieksstraat 22 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het inrichten van een terrein in functie van een tuinaannemersbedrijf + exploitatie ingedeelde inrichting klasse 3, op een perceel gelegen Fabrieksstraat 22 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1283 A en (afd. 1) sectie B 1283 B aangevraagd door de heer Bram Feys en Wouter Schouppe namens FEYS-SCHOUPPE BVBA gevestigd Oliebergstraat 100 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  26 februari 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden, buiten diegene waarvoor in dit dossier een afwijking wordt toegestaan, met betrekking tot de vergunde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten steeds nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

        Het groenscherm zowel oostelijk, zuidelijk als westelijk moet aangelegd worden in het eerstvolgend plantseizoen na aanleg van de keerwanden en de verharding.

        Extra versteviging van het talud is nodig tegen afkalving ofwel door geotextiel ofwel door het voorzien van bijkomende aangepaste onderbeplanting die voldoende beworteling heeft.

        Het gestapeld materiaal buiten mag niet hoger zijn dan de hoogte van de voorziene keerwanden (zijnde beperkt tot een hoogte van 4 m).

        Alle bedrijfsactiviteiten die op heden plaatsvinden bij de zonevreemde woning Oliebergstraat 100 moeten stopgezet worden en overgebracht worden naar deze nieuwe site en dit binnen de 6 maanden na voltooiing van de terreinaanlegwerken.

        De voorwaarden geformuleerd in het advies van de PTD Waterlopen dienen stipt nageleefd te worden. Het is noodzakelijk de bijkomende detaillering en de bijkomende informatie inzake de grondwaterstand over te maken aan de PTD Waterlopen voor de start van de bouwwerken.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming deels gebied voor milieubelastende industrie en deel agrarisch gebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg zonevreemde bedrijven, fase 1 – deelplan 80, goedgekeurd op 10 januari 2000.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Zowel deels het gewestplan en deels het BPA zijn van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 21 maart 1973 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een garage.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 juni 1990 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de fabriek.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 8 februari 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitvoeren van riolerings- en wegeniswerken.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 maart 2012 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een magazijn.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 juni 2017 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een magazijn met loskade.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        milieuvergunning afgeleverd op 11 september 2002 door het college van burgemeester en schepenen voor tapijtconfectie.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Fabrieksstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg in het zuiden van de gemeente. Op het perceel van de aanvrager (7.730 m²) is op heden een magazijn aanwezig dat via een private oprit aansluit op de Fabrieksstraat. Tussen het magazijn en de weg is een eengezinswoning ingeplant. Ten noorden en ten oosten paalt de eigendom aan open landbouwgebied. Ten westen van de bestaande hangaar zijn een aantal andere loodsen aanwezig. Langs de westelijke perceelsgrens is een pad aanwezig dat de verbinding vormt tussen de Fabrieksstraat en de Olekenbosstraat (het Boerenveldpad).

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het uitvoeren van terreinaanlegwerken en het bouwen van een overdekte wasplaats.

De terreinaanlegwerken hebben betrekken op de inrichting van de volledige site voor een tuinbouwer met tuinaanlegwerk en verschillende nevenactiviteiten die rechtstreeks verband houden met tuinbouwactiviteiten. Het terrein wordt volledig verhard deels in betonverharding met een oppervlakte van 2.356 m² en voor het overige in waterdoorlatende materialen. Rondom het terrein wordt een groenzone aangelegd met een breedte van 5 meter. Deze breedte is inclusief de bestaande gracht. De groenzone wordt aan de westelijke en zuidelijke zijde voorzien op een talud met een hoogte van ongeveer 3 m tov het bestaande maaiveld en een breedte van ongeveer 3,40 m. De groenzone bestaat aan deze 2 zijdes uit een 2 m hoge bladhoudende haag (Ligustrum) langs de perceelsgrens, aansluitend een kleine gracht met aansluitend op het talud bomen zijnde zomereik en linde en onderbeplanting bestaande uit wilde kardinaalsmuts, sleedoorn, hulst, veldesdoor, meidoorn en hazelaar. Aan de oostelijke perceelsgrens wordt diezelfde samenstelling van groenscherm voorzien maar niet op een talud en de haag wordt ook niet aangeplant gelet op het behoud van de bestaande gracht op de perceelsgrens. Aan de oostelijke perceelsgrens, ter hoogte van het gebouw, zal de groenzone een breedte hebben van 2 m en ingericht worden met leibomen (haagbeuk) en onderbeplanting (ligustrum). Langs de binnenzijde van de groenzone, 5 m van de zuidelijke en 5 m van de westelijke perceelsgrens worden L-vormige keerwanden geplaatst met een hoogte van 4 m voor het stockeren van onder meer aarde, schors, grind, materiaal, etc. Aan de oostelijke zijde van het gebouw wordt de verharding aangelegd in functie van toegang tot de achterliggende verharde zone en in functie van het parkeren van een aantal voertuigen. 

De bestaande loods blijft behouden. Aan de achterzijde wordt een overdekte wasplaats opgetrokken met een oppervlakte van 32 m² en een hoogte van 5 m.

Het bestaande Boerenveldpad langs de westelijke perceelsgrens wordt behouden en krijgt afscherming door middel van een haag.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Feys-Schouppe Grondwerken zijn tuinaannemers die alle omgevingswerken verzorgen voor zowel particulieren, bedrijven, architecten en projectontwikkelaars.

Dit gaat van grondwerken, tuinaanleg, opritten, verhardingen, totaalprojecten en tuinberegening alsook onderhoudswerken van de tuin. Om zich als tuinaannemer beter te kunnen organiseren hebben ze de site in de Fabrieksstraat aangekocht waar ze hun werfmaterieel, materialen en aangekochte goederen willen opslaan alvorens deze op de werven en in de tuinen te gebruiken.

Met betrekking tot afvalverwerking verzamelen ze hun groenafval, houtafval en steenpuin in containers op deze site in het kader van centraliseren en regelmatige afvoer.

Voor de exploitatie van het tuinaannemersbedrijf zijn volgende ingedeelde activiteiten noodzakelijk:

-          Lozen van bedrijfsafvalwater

-          Brandstofverdeelslangen

-          Stallen van bedrijfsvoertuigen

-          Wassen van bedrijfsvoertuigen

-          Opslag van diesel, mazout en stookolie

-          Opslag van andere brandstoffen

-          Opslag van gevaarlijke producten

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaar diende niet geraadpleegd te worden gezien de aanvraag geen betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

5. Adviezen

De provinciale technische dienst Waterlopen werd om advies verzocht op 6 januari 2021. De adviesinstantie bracht op 15 februari 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Beschrijving van de vergunningsaanvraag:

De aanvraag wordt ingediend voor terreinaanlegwerken, het bouwen van een overdekte wasplaats en het plaatsen van betonnen L-stukken (hoogte 4 m) waartegen langs de binnenkant diverse afvalstoffen, afkomstig van op de werven, gestapeld worden.

De aanvraag omvat volgende bijkomende verharding :

Dak overdekte wasplaats 32 m² (1)

Nieuwe betonverharding 2.356 m² (1)

Waterdoorlatende verharding 1.877 m² (3)

(1) het hemelwater, welke hier op terechtkomt, wordt aangesloten op 2 nieuwe hemelwaterputten met elk een inhoud van 20 m³ waarvan de overloop wordt aangesloten op ondergrondse 7 infiltratieputten met een inhoud van 10 m³. De overloop, via vertraagde afvoer, wordt aangesloten op de gracht.

(2) het hemelwater, welke hier op terechtkomt, wordt opgevangen in een betongreppel die afvloeit naar de ondergrondse infiltratieputten.

(3) het hemelwater, welke hier op terechtkomt, infiltreert op natuurlijke wijze in de (naastliggende) bodem.

Gegevens en bemerkingen:

Met betrekking tot de watertoets

1) Het project paalt niet rechtstreeks aan een ingeschreven waterloop van 2de categorie.

2) Het project ligt in het afstroomgebied van de Slijpbeek, een ingeschreven waterloop van 2de categorie met nr. WL.8.

3) Het project ligt niet in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied (zie kaart watertoets in bijlage).

4) Om schadelijke effecten te vermijden en te compenseren zijn, uit het oogpunt van onze terreinkennis met betrekking tot het afwaartse gebied, volgende voorwaarden van toepassing:

Er moet een gecombineerde infiltratie-/buffervoorziening met een capaciteit (= open profiel) van minstens 250 m³/ha aangesloten verharde oppervlakte worden voorzien en een afvoer, boven de gemiddelde grondwaterstand -> afvoer grondwater wordt niet toegelaten, naar het oppervlaktewatersysteem.

Voor dit project wil dit zeggen een totale nuttige berging van minstens 58 m³ (2.356 m² verharding). De minimaal vereiste infiltratie-oppervlakte volgens de gewestelijke verordening hemelwater bedraagt 94 m².

Voorliggend project voorziet in een ondergrondse infiltratievoorziening met een capaciteit van 70.000 liter en een infiltratie-oppervlakte van 103,60 m². Met oog op controleerbaarheid van de efficiënte werking en de onderhoudsmogelijkheden geniet dit niet de voorkeur.

Er dient een bijkomend detail van de infiltratie-/buffervoorziening aangeleverd te worden, dat aantoont dat het project voldoet aan de bovenvermelde eisen. Hierop dient zowel instroom als uitstroom (Ø ?, peil ?,..), in m TAW.

Bij het aanleggen van een infiltratie-/buffervoorziening moet voldoende rekening gehouden worden met de gemiddelde grondwaterstand -> afvoer grondwater wordt niet toegelaten (= afvoer max. 50 cm-maaiveld), enkel wanneer een meetreeks van de grondwaterstanden (periode december t.e.m. maart) wordt aangeleverd kan de afvoer lager geplaatst worden -> het volume ingenomen door grondwater is immers niet meer beschikbaar voor de berging van hemelwater.

5) De bestaande afwatering van de omliggende percelen dient gegarandeerd te blijven. Afvloei van hemelwater naar de aanpalende onverharde zones voor infiltratie mag enkel op de eigen terreinen plaats vinden. Het kan niet de bedoeling zijn buurpercelen wateroverlast te bezorgen.

Advies Dienst Waterlopen met betrekking tot de watertoets en de waterlopen :

Het advies van onze dienst is VOORWAARDELIJK GUNSTIG.

Er dient rekening gehouden te worden met bovenstaande gegevens en bemerkingen.’

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan voor wat betreft de oostelijk gelegen loods en de ernaast gelegen verharding (parkeerplaatsen en oprit). De voorschriften van toepassing zijn deze voor milieubelastende industrieën.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt:

Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. De gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

Binnen de voorzieningen van het gewestplan is de toegang tot het bedrijf gelegen zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

De aanvraag dient voor het overige afgetoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Zonevreemde bedrijven – deelplan 80 en de algemene voorschriften inzake groenschermen. De aanvraag is in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de hoofdbestemming bedrijvigheid is, de activiteiten de ruimtelijke draagkracht niet overschrijden, de wasplaats voorzien wordt binnen de zone voor bedrijfsgebouwen, de maximale bouwhoogte van 7 m niet overschreden wordt, er voldoende parkeerruimte voorzien wordt op eigen terrein, er maximaal 2 toegangen voorzien worden richting het openbaar domein, er rondom het terrein een groenscherm wordt voorzien met een breedte van 5 m, het groenscherm bestaat uit een bomenrij met onderbeplanting en er tov de aanpalende zone voor wonen een afsluiting met een maximale hoogte van 2 m wordt voorzien.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Fabrieksstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: de aanvrager voorziet naast de reeds aanwezige regenwaterputten nog de plaatsing van 2 bijkomende hemelwaterputten van telkens 20.000 liter, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratie- of buffervoorziening met een volume van 70.000 liter en een referentieoppervlakte van 103,60 m². In het kader van de watertoets werd advies gevraagd aan de PTD Waterlopen. Mits naleving van de in het advies geformuleerde opmerkingen kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Effecten op de mobiliteit

Er worden 7 personen tewerkgesteld die voornamelijk met de eigen wagen naar de bedrijfssite komen. 2 personen carpoolen samen. Er zijn voldoende parkeerplaatsen voorzien op het eigen terrein zodat geen parkeerhinder te verwachten is op de openbare weg. Aan- en afvoer gebeurt met vracht- of bestelwagens, maximaal 5 keer per dag en tussen 7 uur ’s morgens en 19 uur ’s avonds.

Effecten op de bodem

Mogelijke bodemverontreiniging kan afkomstig zijn van de opslag van brandbare of gevaarlijke stoffen en het wassen van de bedrijfsvoertuigen. Om verontreinigingen uit te sluiten worden de brandstoffen opgeslagen in dubbelwandige tanks met de nodige keuringsattesten. Losse bidons en vaten worden opgeslagen boven voldoende grote lekbakken. Andere gevaarlijke producten worden steeds opgeslagen in hun originele verpakking. Het tanken gebeurt binnen en er is absorptiemateriaal aanwezig om eventueel gemorste producten op te ruimen.

Het wassen van voertuigen gebeurt buiten onder een overdekte wasplaats die voorzien is van een betonverharding waarbij het waswater afgeleid wordt naar een KWS-afscheider.

Effecten op het watersysteem

Er is slechts een kleine lozing van bedrijfsafvalwater afkomstig van het wassen van bedrijfswagens. De waspiste is overdekt waardoor er geen regenwater is dat als bedrijfsafvalwater moet beschouwd worden. Het water afkomstig van de piste gaat over een koolwaterstofafscheider. Voor wat betreft de buffering en infiltratie wordt verwezen naar het stedenbouwkundig luik van deze omgevingsaanvraag.

Effecten op geluid en trillingen

Effectieve werkzaamheden worden hoofdzakelijk uitgevoerd bij klanten. Op de site wordt enkel materiaal en grondstoffen gelost of geladen. Er wordt niet geleverd voor 7 uur ’s morgens en na 19 uur ’s avonds zodat de bedrijfsvoering past binnen de gebruikelijke werkingsuren. Gezien de bestemming en de ligging van de site wordt geen geluidshinder verwacht.

Effecten op de luchtkwaliteit

De stookinstallatie wordt regelmatig onderhouden. Verder worden er geen geleide emissies of geuremissies verwacht. De opslag van cement en zand gebeurt binnen en is verpakt waardoor geen stuifhinder verwacht wordt. De opslag van tuinafval en steenpuin gebeurt buiten in een container. Andere opslag buiten gebeurt in sleufsilo’s. Bij droog weer en bij noodzaak kan dit beregend worden.

Effecten op de biodiversiteit

Er worden geen effecten verwacht op de biodiversiteit

Effecten op zware ongevallen of rampen

De exploitatie is van die aard dat zware ongevallen of rampen uitgesloten zijn. In de inrichting worden voldoende en gekeurde blusapparaten voorzien.

Effecten op beschermd landschap of onroerend erfgoed

Deze exploitatie heeft geen invloed om beschermde landschappen of erfgoed.

Effecten van licht of straling

Er zijn geen plannen om buitenverlichting te plaatsen. Als die er wel komt dan heeft deze enkel tot doel de bedrijfssite zelf te belichten en zal bij de plaatsing rekening gehouden worden met de buren.

Effecten op afvalstoffen

Met betrekking tot afvalverwerking wordt het groenafval, houtafval en steenpuin in containers verzameld op de site in functie van het centraliseren en een regelmatige afvoer. De afvoer gebeurt door ophaling door derden of het zelf wegbrengen naar een erkende afvalverwerker.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden, buiten diegene waarvoor in dit dossier een afwijking wordt toegestaan, met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten steeds nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op bedrijfsactiviteiten die een beperkte impact hebben op de ruimtelijke draagkracht van de omgeving en die deel uitmaken van een cluster aan bedrijven zodat de aanvraag zich functioneel inpast.

Deze site werd door de aanvrager aangekocht om zich als tuinaannemer/grondwerker beter te organiseren en alle materiaal daar op te slaan. Dit impliceert dat alle bedrijfsactiviteiten die op heden plaatsvinden bij de zonevreemde woning Oliebergstraat 100 en niet vergund zijn, stopgezet moeten worden en overgebracht moeten worden naar deze nieuwe site en dit binnen de 6 maanden na voltooiing van de terreinaanlegwerken.

De toegang tot de site wordt genomen via een private oprit rechtstreeks op de Fabrieksstraat en de aanvrager heeft op eigen terrein voldoende parkeerplaatsen voor eigen personeel en voor bezoekers zodat de mobiliteitsimpact eerder beperkt zal zijn.

De bestaande bedrijfsgebouwen blijven behouden en worden ingericht voor de nieuwe activiteit. De aanvraag heeft vooral betrekking op de buitenaanleg. Het type activiteiten kan voor visuele impact en hinder zorgen maar door de plaatsing van de keerelementen gekoppeld aan een talud met beplanting zowel bestaand uit onderbeplanting, een haag en hoogstammige bomen wordt de visuele impact beperkt en zal de site voldoende landschappelijk ingekleed worden naar de ruimere omgeving. Teneinde echter voldoende garanties te hebben omtrent de aanleg van dit groenscherm dient in de voorwaarden bijkomend opgenomen te worden dat het groenscherm zowel oostelijk, zuidelijk als westelijk aangelegd moet worden in het eerstvolgend plantseizoen na aanleg van de keerwanden en de verharding.

Bijkomend wordt opgemerkt dat de taluds die aangelegd worden tegen de keerwanden een scherpe helling krijgen (45°) richting de grachten en de haag waardoor wegglijden van het talud wel eens mogelijk zou kunnen zijn. Dit wordt deels afgestopt door de haag maar toch is het wenselijk hiervoor nog bijkomend op te leggen dat extra versteviging van het talud nodig is ofwel door gebruik van een geotextiel ofwel door het voorzien van bijkomende aangepaste onderbeplanting die voldoende beworteling heeft.

In het geldende BPA is een bouwhoogte opgenomen maar geen stapelhoogte. Teneinde de impact van het gestapeld materiaal bijkomend te gaan beperken is het wenselijk om naast de groenaanplant op te leggen dat het gestapeld materiaal buiten niet hoger mag zijn dan de voorziene keerwanden (zijnde beperkt tot een hoogte van 4 m).

Mits te voldoen aan de voorgestelde voorwaarden kan het ontwerp verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Provinciaal technische dienst Waterlopen

Het advies van de PTD Waterlopen is voorwaardelijk gunstig.

Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies van de PTD Waterlopen stipt nageleefd moeten worden, in het bijzonder de opmerkingen inzake de afvoer boven de gemiddelde grondwaterstand en de bijkomende detaillering van de infiltratie-/buffervoorziening (4) en de opmerking inzake de afvloei van hemelwater (5). Het is noodzakelijk de bijkomende detaillering en de bijkomende informatie inzake de grondwaterstand over te maken aan de PTD Waterlopen voor de start van de bouwwerken.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Bram Feys en Wouter Schouppe namens FEYS-SCHOUPPE BVBA gevestigd Oliebergstraat 100 te 8540 Deerlijk, voor het inrichten van een terrein in functie van een tuinaannemersbedrijf + exploitatie ingedeelde inrichting klasse 3, op een perceel gelegen Fabrieksstraat 22 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1283 A en (afd. 1) sectie B 1283 B.

Artikel 2

De exploitatie omvat voortaan volgende Vlarem rubrieken:

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen beslist volgende voorwaarden op te leggen:

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden, buiten diegene waarvoor in dit dossier een afwijking wordt toegestaan, met betrekking tot de vergunde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten steeds nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

        Het groenscherm zowel oostelijk, zuidelijk als westelijk moet aangelegd worden in het eerstvolgend plantseizoen na aanleg van de keerwanden en de verharding.

        Extra versteviging van het talud is nodig tegen afkalving ofwel door geotextiel ofwel door het voorzien van bijkomende aangepaste onderbeplanting die voldoende beworteling heeft.

        Het gestapeld materiaal buiten mag niet hoger zijn dan de hoogte van de voorziene keerwanden (zijnde beperkt tot een hoogte van 4 m).

        Alle bedrijfsactiviteiten die op heden plaatsvinden bij de zonevreemde woning Oliebergstraat 100 moeten stopgezet worden en overgebracht worden naar deze nieuwe site en dit binnen de 6 maanden na voltooiing van de terreinaanlegwerken.

        De voorwaarden geformuleerd in het advies van de PTD Waterlopen dienen stipt nageleefd te worden. Het is noodzakelijk de bijkomende detaillering en de bijkomende informatie inzake de grondwaterstand over te maken aan de PTD Waterlopen voor de start van de bouwwerken.

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

OMV 2020_211 - Ketsersstraat 31 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een carport met berging naast de woning, op een perceel gelegen Ketsersstraat 31 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 124 G aangevraagd door Van Loo - Vanhulsen wonende Ketsersstraat 31 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  25 februari 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Molenhoek, definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 6 mei 2010 met als bestemming zone voor residentieel wonen.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het RUP is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

-          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 23 maart 1989 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van 20 woningen.

-          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 april 1993 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een carport naast de woning.

-          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 8 maart 2000 door het college van burgemeester en schepenen voor het vervangen van een garagepoort door een venster in de woning.

-          Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 februari 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een veranda van 21 m².

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande milieuvergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande omgevingsvergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen op de hoek tussen de Ketsersstraat en de Muldersstraat, beiden voldoende uitgeruste gemeentewegen. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door een residentiële bebouwing van het vrijstaande of halfopen bebouwingstype in hoofdzaak bestaand uit één bouwlaag en kamers onder het dak. Achter de eigendom ligt een nieuwe verkaveling in de Muldersstraat. Op de eigendom van de aanvrager is een vrijstaande eengezinswoning aanwezig bestaand uit 1 bouwlaag en kamers onder het dak.

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een bestaande garage met berging, links van de woning, te slopen en te vervangen door een carport met berging. De bestaande constructie heeft aan de voorzijde een breedte van 3,25 m en een schuin aflopend dak bestaande uit golfplaten met een maximale hoogte van 2,47 m. Ongeveer 1,5 m dieper op het perceel heeft de overdekte constructie een breedte van 4,7 m. 

De nieuwe carport met afgesloten berging zal een breedte hebben 3,25 m,  een diepte van 9,2 m en een plat dak met een hoogte van 3 m. Links van deze nieuwe constructie wordt een toegangspad voorzien van 1,18 m breed en een lengte van 9,2 m. Het niet overdekte pad wordt op eigen terrein aan de linker kant afgewerkt met een houten afsluiting en op het einde een tuinpoort. De nieuwe carport wordt geplaatst op 3,2 m achter de uiterste voorbouwlijn en bestaat uit een houten constructie met een plat dak met epdm dakdichting. De gesloten berging achteraan de carport heeft een breedte van 3,25 m en een lengte van 3,84 m, bestaat ook uit een houten constructie en heeft een schuifdeur langs de carportzijde en een draaideur aan de tuinzijde. Deze gesloten constructie bevindt zich op zijn smalst op 4,40 m van de zijperceelsgrens.

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 7 december 2020 tot 5 januari 2021. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP Molenhoek, meerbepaald aan de voorschriften van de zone 3, zone voor residentieel wonen met beperkte nevenfuncties.

De aanvraag wijkt op volgende punten af van de voorschriften:

De aanvraag is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien de eigendom bestemd is voor residentieel wonen en in beperkte mate aan het wonen verwante functies, eengezinswoningen van het halfopen of open bebouwingstype toegelaten zijn, de vrije zijstroken minstens 3 m bedragen, de bouwhoogte van het hoofdvolume niet wijzigt, de minimale afstand van het hoofdgebouw tot de achterkavelgrens minstens 8 m bedraagt, de dakvorm vrij is, de aanvraag betrekking heeft op een bijgebouw met een maximale hoogte van 3 m, de carport deels in de vrije zijtuinstrook gesitueerd is, de carport ingeplant is achter de voorbouwlijn van de woning, de afstand tot de zijperceelsgrens van de carport minstens 0,50 m bedraagt en maximum 40 % van de perceelsoppervlakte bebouwd wordt met driedimensionele constructies (40% = 201,6 m², bebouwd na herbouw van de houten constructie = 180,45 m²).

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op de verschijningsvorm van de constructie zodat een afwijking overwogen kan worden. Een deel van de carport bevindt zich in de vrije zijtuinstrook van 3 m en dit gedeelte is aan 3 zijden open. Het gedeelte dat gesloten is bevindt zich in de bouwzone voor het hoofdgebouw, zijnde op meer dan 3 m van de zijperceelsgrens zodat het open karakter van de woning niet verloren gaat. De aanpalende eigenaars hebben tijdens de periode van het openbaar onderzoek geen bezwaren of opmerkingen ingediend zodat er van uitgegaan kan worden dat zij akkoord zijn met de verschijningsvorm van de carport. Bijgevolg kan geoordeeld worden dat de afwijking toegestaan kan worden.

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Ketsersstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Het nieuw te bouwen volume functioneert als autobergplaats en tuinberging bij een bestaande eengezinswoning met behoud van de functie zodat de aanvraag zich functioneel kan inpassen. De werken situeren zich aan de linkerzijde van de woning en het huidige straatbeeld met de garagepoort wordt vervangen door de open constructie van een carport waardoor het straatbeeld een betere aanblik krijgt. De afwerking met tuinhout en een plat dak zorgt voor een eigentijdse integratie van het geheel in de omgeving. Aangezien de nieuwe constructie zich bevindt op dezelfde plaats als een reeds bestaande constructie blijft de tuinzone nog voldoende ruim teneinde deze als kwalitatieve private buitenruimte in te richten. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13     Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

• Algemene basisbevoegdheden: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Van Loo - Vanhulsen wonende Ketsersstraat 31 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een carport met berging naast de woning, op een perceel gelegen Ketsersstraat 31 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 124 G.

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

OMV 2020.203 - Windhalmlaan 26 - administratieve lus - goedkeuring

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Inname openbaar domein - kennisname

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Actief schuldbeheer - omzetting indekking van 2 leningen - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de omzetting van de indekking van 2 leningen bij Belfius bank goed te keuren.

Motivering

Belfius bank en de financieel directeur bekijken op periodieke basis de samenstelling van de schuldportefeuille van de gemeente Deerlijk.  De leningen 814 en 827 bij Belfius bank vloeien voort uit een gunning, waarvan het bestek de mogelijkheid tot herziening toelaat.

De rentetoestand en alternatieve financieringstechnieken, voorgesteld door Belfius Bank, die inspelen op de huidige rentetoestand werden bekeken.  In bijlage bevinden zich de technische fiches en de indicatieve simulaties, met betrekking tot deze alternatieve financieringstechnieken, verstrekt door Belfius Bank, en het college van burgemeester en schepenen neemt deze aandachtig door.  Deze verschaffen nuttige informatie inzake het contractueel overeengekomen product.

Deze documenten stellen het gemeentebestuur in staat om alle informatie met betrekking tot dit product te begrijpen alsook de gevolgen die eruit kunnen voortvloeien en het gemeentebestuur aanvaardt deze gevolgen.

De voorgestelde verrichtingen hebben betrekking op het beheer van overheidsschuld en geschieden binnen het contractuele kader van reeds bestaande overeenkomsten. De voorwaarden verbonden aan deze technieken blijven slechts beperkt geldig en er moet dus snel gehandeld worden.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de rentevoet op het  krediet 814, ten bedrage van 788.311,81 euro (resterend saldo op 23/02/2021) en waarop momenteel de indekkingstechniek “Lineair CMS spread 30Y-2Y” geldig is, om te zetten naar een “Lineair CMS spread 30Y-2Y, startend met een vaste rentevoet tot 01/04/2022”. Zie kenmerken in bijlage.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit het krediet 827, ten bedrage van 82.075,93 euro (resterend saldo op 23/02/2021) en waarop momenteel de indekkingstechniek “Lineair CMS spread 30Y-2Y” geldig is, vanaf de volgende coupondatum om te zetten naar een vaste rentevoet tot de eindvervaldag. Zie kenmerken in bijlage.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen besluit aan de financieel directeur de machtiging te verlenen om de definitieve rentevoorwaarden vast te leggen.

Artikel 4

Het college van burgemeester en schepenen besluit akkoord te gaan met de clausule inzake verbrekingsvergoeding: "Vervroegde terugbetalingen zijn niet toegelaten. Elke niet-contractueel voorziene verrichting tijdens de looptijd van de kredieten wordt gelijkgesteld met een eenzijdige verbreking van het contract door het bestuur. In dat geval heeft Belfius Bank recht op een vergoeding gelijk aan haar reëel geleden financieel verlies".

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Grafconcessie - aktename voortijdige beëindiging - goedkeuring

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

Aanleiding en context

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere: Organisatiebeheersysteem

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2021/8 goed te keuren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2021/10 goed te keuren.

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Nieuwe straten verkaveling innewaarts Tapuitstraat - naambepaling - sluiting openbaar onderzoek - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het openbaar onderzoek aangaande de naambepaling van de nieuwe straten, gelegen in de verkaveling innewaarts de Tapuitstraat, af te sluiten, kennis te nemen van de eventueel ingediende bezwaren en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt te agenderen op de gemeenteraadszitting van 25 maart 2021.

Motivering

In de gemeenteraadszitting van 28 januari 2021 werd principieel beslist om volgende straatnamen toe te kennen aan de nieuwe straten in de verkaveling innewaarts de Tapuitstraat:

•          de hoofdstraat (nr. 1) krijgt de naam Overakkerstraat;

•          de zijstraten (nrs. 2 tot 5) krijgen de namen Claire Vanhonnackerstraat, Hermina Ackestraat, Marja Sèsstraat en Zuster Remigiastraat.

In diezelfde zitting werd beslist om de procedure, voorzien bij decreet tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, in te zetten.

De procedure voorziet in een periode van 30 dagen na openbare aanplakking, waarin personen hun eventuele opmerkingen en bezwaren schriftelijk kunnen indienen en de cultuurraad zijn advies kan meedelen.

De bekendmaking is gebeurd via aanplakking in de affichekast en publicatie op de website op 1 februari 2021. De periode waarin opmerkingen en bezwaren schriftelijk konden ingediend worden, liep tot en met 2 maart 2021.

De cultuurraad werd, via brief van 29 januari 2021, gevraagd om uiterlijk tegen 20 februari 2021 hun schriftelijk advies mee te delen.

Tijdens voormelde periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren, noch opmerkingen ingediend.

Volgend advies werd ingediend door de cultuurraad op 16 februari 2021:

"De princiepsbeslissing van de gemeenteraad, de straten benoemen met namen van verdienstelijke vrouwen uit het recente verleden van Deerlijk, werd niet weerhouden, 5 leden stemden tegen, 1 lid was voor de princiepsbeslissing en 1 lid onthield zich.

Namen kunnen tot discussie leiden, er zijn buiten de opgegeven namen nog andere verdienstelijke vrouwen, die weliswaar in de schaduw staan. Hoe groot moet de bekendheid en verdienste zijn? De schrijfwijze is ook niet eenvoudig. Onze taal is rijk genoeg aan mooie namen die perfect bruikbaar zijn als straatnaam.

Daar deze nieuwe verkaveling deel uitmaakt van landbouwgronden, waar de heemkring een beschrijving van geeft, zou het toch logisch en passend zijn om de straten naar landbouwgewassen te noemen.

Daarom als gevolg van de stemming volgt de Cultuurraad het advies van de Heemkring "Dorp en Toren", de hoofdstraat krijgt de naam Overackerestraat of Overakkerstraat.

De benaming van de zijstraten verwijzen naar landbouwgewassen: Tarwestraat, Speltstraat, Masteluinstraat, Roggestraat en Gerststraat.

Het bestuur van de Cultuurraad vraagt nogmaals de aandacht op hun eerder voorstel, om bij de naamgeving een kleine uitleg te vermelden op de naamborden."

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere:

◦          Decreet tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen van 28 januari 1977

◦          Art. 41, § 2, 9° Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het openbaar onderzoek aangaande de naambepaling van de nieuwe straten, gelegen in de verkaveling innewaarts de Tapuitstraat, te sluiten.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen stelt vast dat er geen bezwaren, noch opmerkingen werden ingediend.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de cultuurraad en besluit om niet in te gaan op hun voorstel om de nieuwe straten, gelegen in  de verkaveling innewaarts de Tapuitstraat, naar landbouwgewassen te noemen.

Artikel 4

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken om de definitieve beslissing rond de straatnaambepaling van de nieuwe straten in de verkaveling innewaarts de Tapuitstraat, te agenderen op de gemeenteraadszitting van 25 maart 2021.

Artikel 5

Het college van burgemeester en schepenen besluit om voor te stellen op de straatnaamborden een kleine uitleg te vemelden als volgt:

•          Overakkerstraat: Heerlijkheid Overackere - Grafelijk leenhof

•          Claire Vanhonnackerstraat: Vlaamse zangeres - Woonde in Deerlijk van oktober 1953 tot augustus 1985.

•          Hermina Ackestraat: Kortrijk 1868 - Deerlijk 1920 - vroedvrouw

•          Marja Sèsstraat: Deerlijk 1906 - Heestert 1998 - vroedvrouw

•          Zuster Remigiastraat: Ooigem 1917 - Gits 2008 - kleuteronderwijzeres-schoolhoofd Statiewijk

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Corona-relanceplan - coronanoodfonds - aanvragen

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het globale voorstel van de beoordelingscommissie goed te keuren, zoals voorzien in het reglement 'coronanoodfonds ter ondersteuning van verenigingen dewelke door corona in hun voortbestaan worden bedreigd'. 

Motivering

De gemeenteraad keurde in zitting van 29 oktober 2020 het reglement 'coronanoodfonds ter ondersteuning van verenigingen dewelke door corona in hun voortbestaan worden bedreigd', goed.

In totaal werden 5 aanvragen ingediend voor de uiterlijke datum van 14 februari 2021. 

De beoordelingscommissie onderzocht en beoordeelde deze aanvragen, zoals voorzien in het reglement, op 23 februari 2021. Op basis van de ingediende dossiers en het reglement beoordeelt de commissie de aanvragen als volgt:

•          Wild van Klassiek: Volledig dossier ingediend. Op basis van het dossier kan geoordeeld worden dat de vereniging niet in haar voortbestaan wordt bedreigd.

•          Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia: Onvolledig dossier ingediend (jaarrekeningen zonder overgedragen saldo's of opgave van vermogen/liquiditeiten). Op basis van het dossier kan niet geoordeeld worden dat de vereniging financieel in haar voortbestaan wordt bedreigd.

•          Rode Kruis Deerlijk: Onvolledig dossier ingediend (jaarrekeningen zonder overgedragen saldo's of opgave van vermogen/liquiditeiten - delen van de jaarrekeningen 2018 en 2019 ontbreken). Op basis van het dossier kan niet geoordeeld worden dat de vereniging financieel in haar voortbestaan wordt bedreigd.

•          KVC Deerlijk sport: Onvolledig dossier ingediend (jaarrekeningen zonder overgedragen saldo's of opgave van vermogen/liquiditeiten). Op basis van het dossier kan niet geoordeeld worden dat de vereniging financieel in haar voortbestaan wordt bedreigd.

•          Basket Hexia Zwevegem Deerlijk: Onvolledig dossier ingediend (geen jaarrekeningen toegevoegd). Op basis van het dossier kan niet geoordeeld worden dat de vereniging financieel in haar voortbestaan wordt bedreigd.

De beoordelingscommissie adviseert aan het college van burgemeester en schepenen om, gelet op de onontvankelijkheid van de dossiers of het niet voldoen aan de voorwaarden uit het reglement, geen financiële ondersteuning toe te kennen aan de aanvragers.

Indien er na afhandeling van de ontvangen dossiers nog een saldo rest in het coronanoodfonds, dan voorziet het reglement dat de beoordelingscommissie aan het college van burgemeester en schepenen een advies formuleert omtrent de aanwending van deze middelen. De beoordelingscommissie verkent nu verder de mogelijkheden en noden om tot dit advies te komen.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

•          Andere: Reglement coronanoodfonds ter ondersteuning van verenigingen dewelke door corona in hun voortbestaan worden bedreigd, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 oktober 2020

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de beoordelingscommissie te volgen en beslist bijgevolg om, gelet op de onontvankelijkheid van de dossiers of het niet voldoen aan de voorwaarden uit het reglement, geen financiële ondersteuning vanuit het coronanoodfonds toe te kennen aan de aanvragers.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen neemt er kennis van dat de beoordelingscommissie de mogelijkheden en noden verder verkent met het oog op een advies omtrent de aanwending van het saldo in het coronanoodfonds. 

Zitting van CBS van 03 MAART 2021

Schepen Paul Vanaverbekestraat - omgevingsaanleg - standpunt  - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een beslissing te nemen in verband met de omgevingsaanleg van de verkaveling Schepen Paul Vanaverbekestraat.

Motivering

Op 14 september 2016 werd een vergunning afgeleverd aan de NCV bvba, Lavoordestraat 33a, 8750 Wingene voor het verkavelen van grond in 12 loten met aanleg van nieuwe wegenis, nutsvoorzieningen en groenaanleg.

In het kader van deze vergunning werd een verkavelingsovereenkomst ondertekend die de volgende zaken regelt:

•          grondafstand;

•          de uitvoering van wegenis- en rioleringswerken, voetpaden en groenaanleg;

•          de aanleg van nutsleidingen enz.

•          de grootte van de financiële borg die gesteld moet worden door de verkavelaar om de uitvoering van de eerder genoemde werken te waarborgen;

•          de manier van vrijgave van deze borg;

Deze overeenkomst werd overgedragen van de NCV bvba naar de Infra-Struct bvba.

De infrastructuurwerken (fase 1 van de verkavelingsovereenkomst) werden voorlopig opgeleverd op 30 januari 2018. De omgevingsaanleg moest nog opgeleverd worden.

Het college van burgemeester en schepenen besliste op 14 maart 2018 niet in te gaan op de vraag tot voorlopige oplevering van de omgevingsaanleg gezien die werken niet volledig werden uitgevoerd.

Op 22 mei 2019 besliste het college van burgemeester en schepenen om de omgevingsaanleg (fase 2) voorlopig op te leveren na gedeeltelijke uitvoering mits enkele voorwaarden:

•          de nog uit te voeren werken worden duidelijk opgelijst en omschreven;

•          de volledige omgevingsaanleg moet uitgevoerd zijn 1 jaar na de voorlopige oplevering;

•          de onderhoudsperiode van 3 jaar start, zoals beschreven in het bestek onder punt 6.9, na de voorlopige oplevering;

•          de aanplant van de hagen wordt uitgevoerd door de aannemer en kan niet overgedragen worden naar de kopers.

Op 27 mei 2020 werd vastgesteld dat de verkavelaar zijn verplichtingen, omschreven in de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 22 mei 2019, niet is nagekomen.

In het college van burgemeester en schepenen van 10 juni 2020 werd alsnog een termijnverlenging toegestaan tot eind februari 2021.

3 jaar na de vraag voor voorlopige oplevering van de omgevingsaanleg en bijna 2 jaar na de goedkeuring voor een gedeeltelijke vrijgave van de borg is er nog niets van de resterende omgevingsaanleg uitgevoerd en wordt opnieuw uitstel van uitvoering tot eind 2021 gevraagd.

De verkavelaar was aan het kijken om de aanplant te laten uitvoeren en maakte hiervoor een offerte over aan de kopers. De kopers gaan hiermee niet akkoord omdat ze van mening zijn dat deze werken goedkoper kunnen uitgevoerd worden.

Om uit de impasse te geraken wordt door de kopers een compromis voorgesteld waarbij ze zelf een aannemer aanstellen die de werken goedkoper én op een latere datum kan uitvoeren gezien er op enkele percelen nog bouwwerken bezig zijn.  De verkavelaar kon zich vinden in dit voorstel op voorwaarde dat de werken in één keer uitgevoerd worden.

De borg blijft staan zolang de werken niet zijn uitgevoerd.

De dienst infrastructuur en openbare werken heeft hierbij de volgende bemerkingen:

•          niettegenstaande een door de verkavelaar mede-ondertekende PV van voorlopige oplevering met de in het college van burgemeester en schepenen van 22 mei 2019 opgenomen voorwaarden, probeert de verkavelaar nog steeds aan zijn verplichtingen onderuit te komen en de aanplant van de hagen en groenstroken door te schuiven naar de bewoners;

•          de gemeente verwacht dat de verkaveling wordt uitgevoerd volgens de verkavelingsovereenkomst en volgens het bestek en de plannen waarin de infrastructuurwerken en de omgevingsaanleg omschreven zijn;

•          de gemeente heeft geen enkele verbintenis met de kopers of dwingende maatregelen tegenover hen die de uitvoering van de omgevingsaanleg garanderen;

•          dat de verkavelaar de kosten wil doorrekenen aan de kopers heeft geen invloed op het al dan niet uitvoeren van de werken volgens de verkavelingsovereenkomst;

•          dat de kopers de factuur niet willen betalen voor de werken mag hem er niet van weerhouden de werken volgens de overeenkomst uit te voeren;

•          de kopers waren bij het verlijden van de akte op de hoogte dat er kosten zouden worden aangerekend voor de haag en de boom op hun perceel;

•          de kopers een aannemer laten aanspreken omdat dit "goedkoper" kan is geen argument zijn om dit aan hen over te dragen (voor de prijsvraag door de gemeente kunnen er altijd door de kopers voorgestelde aannemers voor het indienen van een offerte meegenomen worden);

•          er wordt door de kopers geargumenteerd dat de aanleg van de hagen belemmerend is voor de bouw van de woningen. Bij andere verkavelingen werd ook het principe toegepast waarbij de omgevingsaanleg reeds is uitgevoerd om de nodige garanties te hebben van de uitvoering volgens de verkavelingsvoorschriften en een mooi straatbeeld te bekomen. Als dit correct gecommuniceerd wordt naar de kopers kunnen ze hiermee rekening houden bij de bouwwerken. Op heel wat andere bouwwerven moet ook rekening gehouden worden met bestaande situaties of bomen die behouden moeten blijven.

•          de geloofwaardigheid van de verkavelaar komt door het niet-naleven van de voorgaande beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in het gedrang;

•          er wordt de indruk gewekt dat een verkavelingsovereenkomst achteraf onderhandelbaar is;

•          het principe "baas in eigen huis" wordt telkens door de druk van de verkavelaar op het gemeentebestuur onderuitgehaald;

•          dit geval schept een precedent waarbij toekomstige verkavelaars de indruk krijgen dat zij beslissingen van het gemeentebestuur en andere wettelijke bepalingen kunnen overstijgen;

•          Indien er ingegaan wordt op het voorstel om de aanplant over te laten aan de kopers, krijgt de verkavelaar wat hij initieel altijd wilde; nl. de aanplant van de haag overdragen aan de kopers. Er is ook geen duidelijkheid wie zal instaan voor de aanleg van de grasstrook voor de percelen. Doordat het onderhoud van de omgevingsaanleg reeds lopende is vanaf de voorlopige oplevering zal de verkavelaar niet meer moeten instaan voor het onderhoud ervan. Als gemeente is er ook geen enkele garantie dat dit effectief zal uitgevoerd worden gezien zij geen enkele verbintenis heeft met de kopers.

Aangezien er geen enkele verbintenis is tussen de kopers en de gemeente stelt de dienst infrastructuur en openbare werken voor om 3 aannemers aan te schrijven die voor de resterende omgevingsaanleg en volgens het goedgekeurde bestek en plan, een offerte indienen. De verkavelaar wordt in gebreke gesteld en de betaling van de kosten voor de werken gebeurt dan met de openstaande borg.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de verkavelaar alsnog een termijnsverlenging toe te staan tot uiterlijk eind december 2021 voor het uitvoeren van de volledige omgevingsaanleg.

Artikel 2
 

Indien de werken tegen eind december 2021 niet volledig zijn uitgevoerd, wordt de borg integraal aangewend voor het uitvoeren van de resterende omgevingsaanleg.