DEERLIJK

12 OKTOBER 2022

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Philip Ghekiere, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 5 oktober 2022 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 5 oktober 2022.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 5 oktober 2022 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.2. Sint-Elooistraat 15 - beëindiging recht van opstal - principiële goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de beëindiging van het recht van opstal te Deerlijk, Sint-Elooistraat 15 (voorheen nummer 5) principieel goed te keuren.

 

Motivering

 

1.

Op 29 september 2022 ontving de gemeente een e-mail van dhr. Johan Deneve, een landmeter-expert die werd geraadpleegd door dhr. en mevr. Frank Bossuyt - Kathleen Vandeputte. Beiden zijn volle eigenaars van hoevegebouwen, gelegen te Deerlijk, Sint-Elooistraat 15 (voorheen huisnummer 5). Het perceel is gekadastreerd 2e afdeling sectie D perceelnummer 331E met een totale oppervlakte van 42a 40ca, capakey: 34392D0331/00E000.

 

Bij de opdracht tot opmaak van een schattingsverslag, heeft de landmeter-expert vastgesteld dat de gemeente Deerlijk op het volledige perceel D-331E over een opstalrecht zou beschikken.

 

Naar zijn mening is dit problematisch bij lezing van de OVEREENKOMST INZAKE HET VESTIGEN VA EEN RECHT VAN OPSTAL van 15 september 2010, waar het volgende bepaald is:

"Artikel 1 – Voorwerp

De grondeigenaar verleent aan de gemeente, die aanvaardt, een recht van opstal voor het plaatsen van een IBA op het hierna vermelde goed …."

 

De kadastrale inschrijving brengt een belangrijke minwaarde met zich mee bij eventuele verkoop van betreffend onroerend goed.

Immers het recht van opstal op het volledige perceel zal potentiële kopers afschrikken, rekening gehouden met het feit dat de gemeente Deerlijk, theoretisch en volgens het kadaster, recht heeft om op het volledige perceel gebouwen of bijkomende infrastructuur op te richten. Nochtans was het recht van opstal slechts bedoeld voor het plaatsen van een IBA.

 

Daarom verzoekt dhr. Johan Deneve, landmeter-expert, namens zijn cliënten dhr. en mevr. Frank Bossuyt - Kathleen Vandeputte, om een gewijzigde overeenkomst op te maken die het recht van opstal beperkt tot de effectieve plaats waar de IBA ondergronds én bovengronds werd opgericht.

Dit kan zijn inziens door een geprekadastreerd opmetingsplan van de gerealiseerde bouwplaats op te maken en dit plan te hechten aan de nieuwe overeenkomst 'recht van opstal'.

Na aanpassing kan de FOD Patrimoniumdocumentatie dan verzocht worden de kadastrale inschrijving te corrigeren.

 

Tenslotte vraagt dhr. Johan Deneve het schepencollege om een standpunt.

 

2.

Naast de vraag onder punt 1. merkte de financieel directeur op dat de gemeente Deerlijk plots een aanslagbiljet kreeg voor de onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 2021 met betrekking tot bovenvermeld perceel.

Dit terwijl de gemeente slechts de bedoeling had een recht van opstal te vestigen op dat perceel voor het plaatsen van een IBA en dus niet op het volledige perceel. Deze overeenkomst loopt al sinds het jaar 2010 en er werd de gemeente tot nu toe (terecht) nooit een aanslagbiljet voor de onroerende voorheffing verstuurd.

 

De Vlaamse Belastingdienst baseert zich echter op het kadaster, waar vermeld staat dat de gemeente op het volledige perceel een recht van opstal heeft. Dit klopt uiteraard niet.

 

3.

 

Het komt er op neer dat beide partijen, namelijk de gemeente enerzijds en dhr. en mevr. Frank Bossuyt - Kathleen Vandeputte anderzijds, niet de bedoeling hebben (gehad) om een recht van opstal op het volledige betreffende perceel te vestigen.

 

4.

 

IBA’s in collectief beheer werden na de aanvang van bovenvermelde overeenkomst inzake het vestigen van een recht van opstal overgedragen naar Riopact, samen met de overdracht van riolering.

Omwille van een clausule in het Algemeen waterverkoopreglement (AWVR) is er blijkbaar geen opstalrecht (meer) nodig.

 

De juridische dienst van De Watergroep formuleerde hieromtrent volgend advies:

 

"Zie volgende bepalingen uit artikel 11 van het AWVR:

 

§4. Om zijn saneringsplicht te vervullen in het individueel te optimaliseren buitengebied, kan de exploitant aanbieden om een IBA te plaatsen die hij zelf beheert. Als de klant of titularis niet ingaat op dat verzoek, is hij verplicht zelf in te staan voor de sanering van het afvalwater.

§5. De exploitant gaat over tot effectieve aansluiting op het openbaar saneringsnetwerk nadat de aanvrager van een verzoek tot aansluiting op het openbaar saneringsnetwerk zich akkoord heeft verklaard met de wijze van aanrekening van de kosten, het algemeen waterverkoopreglement en, als dat van toepassing is, het bijzonder waterverkoopreglement. De kosten die verbonden zijn aan de aanleg van aan- en afvoerleidingen naar de IBA, zijn ten laste van de klant of titularis. Een onroerend goed kan alleen aangesloten worden op een collectief beheerde IBA als de oorsprong, hoeveelheid, samenstelling en continuïteit van het huishoudelijk afvalwater dat toelaten. De klant of titularis blijft zelf verantwoordelijk voor de sanering van alle afvalwaterstromen die niet aangesloten zijn op de IBA voor huishoudelijk afvalwater. De klant of titularis geeft daarbij aan de exploitant toestemming voor toegang tot zijn perceel en de uitvoering van de noodzakelijke werken of handelingen in het kader van de levering en de plaatsing van de huisaansluiting of de IBA. Dat recht van toegang geldt ook na de uitvoering van de huisaansluiting of de eigenlijke plaatsing van de IBA, voor de inspectie van de installatie, het onderhoud van de IBA, de herstellingen en de eventuele verwijdering van de installatie. Bij een collectief beheerde IBA blijft de IBA in volle eigendom van de exploitant. De klant of titularis staat in voor de aanleg van alle toevoer- en afvoerleidingen van en naar de IBA. Het beheer en het onderhoud om de goede werking te garanderen, is op elk moment mogelijk. Anders kan de exploitant gepaste maatregelen treffen voor en op kosten van de klant of titularis. De klant of titularis is verplicht om elke belangrijke wijziging die mogelijk invloed heeft op de goede werking van de IBA, onmiddellijk mee te delen aan de exploitant. Kosten van beheer en onderhoud zijn alleen ten laste van de klant of titularis als aangetoond kan worden dat de kosten voortvloeien uit een niet-correct gebruik van de IBA."

 

Een collectief beheerde IBA behoort tot de saneringsinfrastructuur van de gemeente/rioolbeheerder. Bij toetreding als Riopactvennoot draagt de gemeente niet alleen de riolen maar ook de collectief beheerde IBA’s over aan De Watergroep (Riopact).

 

Deze collectief beheerde IBA’s zijn geen eigendom van de particulier (zie AWVR). Aangezien de particulier geen eigendom kan verwerven op de IBA is er ook geen opstalrecht nodig voor de rioolbeheerder. Opstalrecht dient immers om het verwerven van eigendomsrecht via natrekking (wat hier is uitgesloten door die clausule in het AWVR) te vermijden."

 

5. Op basis van bovenvermelde gegevens is het aan te raden om de overeenkomst dd. 15 september 2010 inzake het recht van opstal vroegtijdig te beëindigen. Omwille van een clausule in het Algemeen waterverkoopreglement (AWVR) is er geen opstalrecht (meer) nodig.

 

Gezien de vraag van de eigenaars komt, zal hen gevraagd worden om voor een ontwerp van akte tot beëindiging van het opstalrecht te zorgen, dat vervolgens zal worden voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de grondeigenaar van Sint-Elooistraat 15 (voorheen huisnummer 5) voor te stellen de overeenkomst dd. 15 september 2010 inzake het recht van opstal, in bijlage gevoegd, vroegtijdig te beëindigen.

 

Aan de grondeigenaar zal gevraagd worden een ontwerp van akte betreffende het beëindigen van deze overeenkomst te bezorgen.

 

Vervolgens zal dit ontwerp voorgelegd worden aan de gemeenteraad.

 

Artikel 2

 

De kosten naar aanleiding van het beëindigen van het recht van opstal worden ten laste genomen van de vragende partij, de grondeigenaar.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.3. Selectieprocedure jeugdconsulent (B1-B3) - afsluiting kandidatuurstellingen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de kandidatuurstellingen die zijn in gediend voor de functie van jeugdconsulent (B1-B3).

 

Motivering

 

Op de dag van afsluiting van de kandidatuurstellingen, 9 oktober 2022, zijn er eenentwintig kandidaturen ingediend.

 

Gezien er zes kandidaturen niet volledig zijn (geen kopie van het gevraagde diploma, geen kopie van het rijbewijs en/of geen recent uittreksel uit het strafregister) op de dag van afsluiting, kunnen deze kandidaturen niet in aanmerking worden genomen.

 

Bijgevolg worden er vijftien kandidaten toegelaten tot de selectieprocedure.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 2° Decreet Lokaal Bestuur

        Andere: Titel II, hoofdstukken 2 en 3 en bijlage IV rechtspositieregeling gemeente Deerlijk

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt er kennis van dat vijftien kandidaten worden toegelaten tot de selectieprocedure voor de functie van jeugdconsulent (B1-B3).

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.4. Poetsmedewerker - vervanging wegens moederschapsbescherming en moederschapsrust - goedkeuring

 

STEMMINGEN

Eenparig goedgekeurd

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.5. Verslag politiecollege - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het aan de gemeente overgemaakte verslag van het politiecollege.

 

Motivering

 

Het verslag van het politiecollege van 16 september 2022 werd overgemaakt aan de gemeente.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.6. Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

        ELZ regio Waregem- verslag bestuursorgaan van 21 juni 2022

        W13 - verslag van de raad van bestuur van 21 januari 2022 

        W13 - verslag van de raad van bestuur van 18 februari 2022

        W13 - verslag van de raad van bestuur van 18 maart 2022

        W13 - verslag van de raad van bestuur van 29 april 2022

        W13 - verslag van de raad van bestuur van 20 mei 2022

        W13 - verslag van de raad van bestuur van 15 juli 2022

        W13 - verslag van de raad van bestuur van 16 september 2022

        IMOG - verslag van de raad van bestuur van 5 september 2022

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.7. TMVW - buitengewone algemene vergadering van 16 december 2022 - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

TMVW ov nodigt de gemeente uit tot het bijwonen van de buitengewone algemene vergadering die fysiek plaatsvindt op vrijdag 16 december 2022 om 14.30 uur in Flanders Expo, Maaltekouter 1 in 9051 Gent, maar met inbelmogelijkheid via ZOOM.

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de uitnodiging, de agendapunten te overlopen en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken deze materie te agenderen op de gemeenteraadszitting van 24 november 2022.

 

Motivering

 

In hun brief van 14 september 2022 werd de voorgestelde statutenwijziging overgemaakt. De uitnodiging voor de vergadering, samen met de bijlagen, werd ontvangen op 7 oktober 2022.

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt de agenda met volgende punten:

Punt 7 van de agenda betreft een statutenwijziging.

 

  1. Wijzigingen in deelnemers en/of kapitaal
  2. Actualisering van bijlage 2 aan de statuten ingevolge wijzigingen in deelnemers en/of kapitaal
  3. Evaluatie 2022, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2023 (cfr. artikel 432 DLB)
  4. Begroting 2023 (cfr. artikel 432 DLB )
  5. Actualisering presentievergoeding ingevolge indexaanpassing
  6. Statutaire benoemingen
  7. Statutenwijziging

7.1. Toelichtende nota bij de statutenwijziging met artikelsgewijze bespreking

7.2. Nieuwe tekst van de statuten

  1. Overboeking van het (oorspronkelijk) vast kapitaal (rekening 111 Onbeschikbare inbreng buiten het kapitaal) naar een beschikbare eigenvermogensrekening
  2. Overboeking van de in het verleden aangelegde wettelijke reserves (rekening 1311 Statutair onbechikbare reserves) naar een beschikbare eigenvermogensrekening
  3. Overboeking van de in het verleden aangelegde uitgiftepremie (rekening 1110 Uitgiftepremie) naar een beschikbare eigenvermogensrekening
  4. Volmachten

Varia

 

In de gemeenteraadszitting van 28 februari 2019 werd de heer Jo Tijtgat aangesteld als effectief vertegenwoordiger en de heer Matthias Vanneste als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van TMVW ov.

 

De financieel beheerder heeft hieromtrent geen opmerkingen om reden dat er geen financiële link is.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere: Art. 19 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit punt op de agenda van de gemeenteraad van 24 november 2022 te plaatsen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.8. Receptionele aangelegenheden - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.9. Premie kadervorming - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.10. Deelname YOUCA Action Day - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

In september kreeg de cultuurdienst een vraag van een leerling van Leiepoort Deinze om in het kader van de YOUCA Action Day een dag mee te werken. Het college wordt gevraagd om deelname hieraan goed te keuren.

 

Motivering

 

Met YOUCA engageren leerlingen zich om een dag mee te werken in een bedrijf of bestuur. Het verdiende loon wordt geschonken aan projecten van geëngageerde jongeren wereldwijd, in Burkina Faso, Ecuador en Oeganda.

 

De werkgever engageert zich om het verdiende dagloon, 55 euro, te storten aan YOUCA. Verzekering en andere formaliteiten lopen volledig via het platform van YOUCA en moet dus niet voorzien worden door de gemeente.

 

De leerling, Lotte Van Beversluys, zal op 20 oktober 2022 een dag mee werken met de techniekers van de cultuurdienst. Het gaat dan vooral om het klaarzetten en voorbereiden van activiteiten in het gemeenschapscentrum en de opbouw van een weekendvoorstelling in OC d'Iefte. De leerling zal meewerken van 8.30 uur tot 12.00 uur en van 13.00 uur tot 16.30 uur.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

55 euro

Actie

erelonen jeugd

Jaarbudgetrekening

0750-00 / 61300000

Visum

geen visum vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit deelname aan de YOUCA Action Day goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.11. Feestelijkheden - Chiro Sellewie - La nuit d'ambiance - 12 november 2022 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Op 8 september 2022 werd een aanvraag ingediend door Chiro Sellewie voor volgend evenement:

 

Naam evenement

La nuit d'ambiance

Organisator

chiro Sellewie

Datum

12 november 2022

Plaats

Pladijsstraat 282

 

Motivering

 

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

 

        aanvraag machtiging voor het verstrekken van sterke drank

 

Het is verboden sterke dranken te verkopen voor gebruik ter plaatse in occasionele drankgelegenheden waar openbare manifestaties plaats vinden, tenzij het college van burgemeester en schepenen hiervoor een speciale machtiging verleent.

 

        aanvraag premie 'Security op fuiven';

 

Aan de Deerlijkse erkende verenigingen wordt een premie toegekend voor het toevertrouwen van de persoonscontrole aan een door de gemeente aangestelde erkende security-firma bij een fuif.

 

        aanvraag geluidsactiviteit als volgt:

 

95 – 100 dB

Contactpersoon

Naam

Emiel Feryn

 

Adres

Kerkstraat 82

 

Postcode en gemeente

8540 Deerlijk

 

Activiteit

Benaming activiteit

La nuit d'ambiance

Locatie

Gebouw

X

 

Tent

/

 

Open lucht

/

Adres

Naam gebouw

chiroheem

 

Adres

Pladijsstraat 282

 

Postcode en gemeente

40 Deerlijk

 

Maximaal geluidsniveau

>95 dB(A) LAeq,15min en ≤ 100 dB(A) LAeq,60min

 

Duur

 

Begin

zaterdag 12 november 2022 om 21.00 uur

Einde

zondag 13 november 2022 om 5.00 uur

 

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

 

Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

 

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.

 

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 30 maart 2011 beslist om de afwijking op de geluidsnormen tot 2 uur te behouden en dat het aangewezen is geen precedenten te scheppen.

 

        aanvraag politionele medewerking

 

Er worden geen verkeerstechnische maatregelen gevraagd.

 

PZ Gavers verleende op 15 september 2022 positief advies in Eagle.be met identiek nummer 1636023.

 

2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:

 

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

 

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

 

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Machtiging voor het verstrekken van sterke drank

        Art. 9, Wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank

 

        Premie 'Security op fuiven'

        Gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2020 betreffende premiereglement security

 

        Toelating geluidsactiviteit

        Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement

        Besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

        Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

        Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen

       Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 maart 2011

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.

De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen verleent een speciale machtiging voor de verkoop van sterke drank tijdens dit evenement.

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit dat de organisator in aanmerking kan komen voor het verkrijgen van een toelage voor security op fuiven op voorwaarde dat:

        het reglement voor security of fuiven door de verantwoordelijke van de Deerlijkse erkende vereniging ondertekend wordt;

        er een beroep wordt gedaan op de diensten van een door de gemeente aangestelde erkende security-firma;

        er minimaal een beroep gedaan wordt op twee security agenten;

        er na het evenement een aanvraag tot betoelaging wordt ingediend, gericht aan het college van burgemeester en schepenen, op het daartoe voorgeschreven aanvraagformulier dat kan gedownload worden van de gemeentelijke website. Bij deze aanvraag dienen de voor echt verklaarde facturen en het betalingsbewijs ervan gevoegd te worden.

 

Artikel 4

 

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

 

Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

 

Maximaal geluidsniveau: > 95 dB(A) LAeq,15min en ≤ 100 dB(A) LAeq,60min

        Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,60min 100 dB(A) niet overschrijden.

Als het maximale geluidsniveau, gemeten als LAeq,15min 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan.

Bij het meten van het geluidsniveau wordt zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht.

        Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de mengtafel of andere representatieve meetplaats.

        Op initiatief en op kosten van de exploitant/organisator wordt ofwel LAeq,60min continu gemeten d.m.v. meetapparatuur die voldoet aan de vereisten en kan LAeq,15min gemeten worden. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant/organisator of een door hem aangestelde persoon.

        De geregistreerde gegevens worden ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid gedurende een periode van ten minste een maand.

        De verplichting tot het meten en registreren van het geluidsniveau geldt niet als door de organisator/exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm, gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten.

        De exploitant/organisator neemt de volgende maatregelen om de bezoekers te beschermen tegen gehoorschade: het kosteloos ter beschikking stellen aan alle bezoekers van gehoorbescherming voor eenmalig gebruik.

 

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

Duur

 

Begin

zaterdag 12 november 2022 om 21.00 uur

Einde

zondag 13 november 2022 om 2.00 uur

 

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

        Zowel de inrichters als de bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden te worden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

        De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

 

De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

 

Artikel 5

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de evenementencel te volgen en verzoekt de organisator deze richtlijnen van de verschillende disciplines te volgen inzake veiligheid.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.12. Feestelijkheden - Gezinsbond - Halloween - 29 oktober 2022 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Op 15 september 2022 werd een aanvraag ingediend door de Piepjonge Gezindsbond Deerlijk voor volgend evenement:

 

Naam evenement

Halloweentocht

Organisator

Piepjonge Gezindsbond Deerlijk

Datum

zaterdag 29 oktober 2022

Plaats

Gaverdomein Deerlijk

 

Motivering

 

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

 

        aanvraag geluidsactiviteit als volgt:

 

85 – 95 dB

 

Contactpersoon

Naam

Kurt Deleersnyder

 

Adres

Krekelheedstraat 1

 

Postcode en gemeente

8570 Vichte

 

Activiteit

Benaming activiteit

Halloweentocht

Locatie

Gebouw

 

 

Tent

 

 

Open lucht

X

Adres

Naam gebouw

 

 

Adres

Gaverdomein, Vercruysse de Solartstraat 30

 

Postcode en gemeente

8540 Deerlijk

 

Maximaal geluidsniveau

>85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min

 

Duur

 

Begin

zaterdag 29 oktober 2022 om 18.00 uur

Einde

zaterdag 29 oktober 2022 om 22.00 uur

 

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.

 

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

 

        aanvraag politionele medewerking

 

Er worden geen verkeerstechnische maatregelen gevraagd.

 

PZ Gavers verleende op 27 september 2022 positief advies in Eagle.be met identiek nummer 1642261 en vraagt de deelnemers aan de wandeltocht om de wegcode te respecteren.

 

        aanvraag tijdelijke inname openbaar domein

 

De Piepjonge Gezinsbond Deerlijk wenst een Halloweentocht te organiseren op zaterdag 29 oktober 2022en vraag toelating voor: de inname van het Gaverdomein voor start en aankomst van de tocht.

 

        aanvraag vuurvergunning

 

Het is verboden, zonder voorafgaande schriftelijke machtiging van de burgemeester, enig vuur aan te leggen waarbij het gebruik of de aanwezigheid van *open vuur of vlammen* een risico doet ontstaan voor het publiek.

 

Voor het gebruik van vuurkorven, -manden en -schalen verwijst de hulpverleningszone Fluvia naar de richtlijnen die terug te vinden zijn op hun website via volgende link:

https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

 

2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:

 

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

 

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

 

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

 

Bijkomend specifiek advies kan later nog volgen vanuit de veiligheidscel.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Toelating geluidsactiviteit

        Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement

        Besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

        Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

        Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.

De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

 

Artikel 2

 

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

 

Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

Maximaal geluidsniveau: > 85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min

        Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,15min 95 dB(A) niet overschrijden.

Als het maximale geluidsniveau, gemeten als LAmax,slow 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan.

Bij het meten van het geluidsniveau wordt zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht.

        Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de mengtafel of andere representatieve meetplaats.

        Op initiatief en op kosten van de exploitant/organisator wordt ofwel LAeq,15min ofwel LAmax,slow continu gemeten d.m.v. meetapparatuur die voldoet aan de vereisten. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant/organisator of een door hem aangestelde persoon.

        De verplichting tot het meten van het geluidsniveau geldt niet als door de organisator/exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm, gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten.

 

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

Duur

 

Begin

zaterdag 29 oktober 2022 om 18.00 uur

Einde

zaterdag 29 oktober 2022 om 22.00 uur

 

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

        Zowel de inrichters als de bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden te worden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

        De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

 

De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein, meebepaald het Gaverdomein op zaterdag 29 oktober 2022 van 17.00 uur tot en met 24.00 uur.

 

Artikel 4

 

Vuurvergunning: zie besluit van de burgemeester.

 

Artikel 5

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de evenementencel te volgen en verzoekt de organisator deze richtlijnen van de verschillende disciplines te volgen inzake veiligheid.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.13. Feestelijkheden - Kaas en wijnavond - Scouts en Gidsen Deerlijk - 26 november 2022 - toelating geluidsactiviteit - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor volgende geluidsactiviteit:

 

Naam evenement

Kaas- en wijnavond

Organisator

Scouts & Gidsen Deerlijk

Datum

zaterdag 26 november 2022

Plaats

Basisschool Belgiek

 

Motivering

 

Gevraagde geluidsactiviteit:

 

85 – 95 dB

 

Contactpersoon

Naam

Floortje Van Colen

 

Adres

Vichteknokstraat 43

 

Postcode en gemeente

8540 Deerlijk

 

Activiteit

Benaming activiteit

Kaas- en wijnavond

Locatie

Gebouw

X

 

Tent

 

 

Open lucht

 

Adres

Naam gebouw

basisschool Belgiek

 

Adres

Breestraat 65

 

Postcode en gemeente

8540 Deerlijk

 

Maximaal geluidsniveau

>85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min

 

Duur

 

Begin

zaterdag 26 november 2022 om 19.00 uur

Einde

zaterdag 26 november 2022 om 24.00 uur

 

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.

 

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement

        Besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

        Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

        Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen

        Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 maart 2011

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

 

        Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

 

Maximaal geluidsniveau: > 85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min

        Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,15min 95 dB(A) niet overschrijden.

Als het maximale geluidsniveau, gemeten als LAmax,slow 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan.

Bij het meten van het geluidsniveau wordt zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht;

        Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de mengtafel of andere representatieve meetplaats;

        Op initiatief en op kosten van de exploitant/organisator wordt ofwel LAeq,15min ofwel LAmax,slow continu gemeten d.m.v. meetapparatuur die voldoet aan de vereisten. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant/organisator of een door hem aangestelde persoon.

        De verplichting tot het meten van het geluidsniveau geldt niet als door de organisator/exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm, gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten.

 

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

 

Duur

 

Begin

zaterdag 26 november 2022 om 19.00 uur

Einde

zaterdag 26 november 2022 om 24.00 uur

 

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

 

        De inrichters als bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

        De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

 

De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.14. Feestelijkheden - Kerstcorrida 2022 - plaatsen werfhekkens - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om toelating/medewerking te verlenen voor het plaatsen van werfhekkens op de verschillende ingangswegen ter promotie van de Kerstcorrida in 2022.

 

Motivering

 

Het comité Kerstcorrida vraagt het gemeentebestuur om werfhekkens te plaatsen op de invalswegen voor het ophangen van banners ter communicatie en promotie van de Kerstcorrida 2022.

 

Hiervoor vraagt het comité om op volgende plaatsen werfhekkens in driehoeksvorm te voorzien:

 

        Hoogstraat voor de kerk (3 driehoeken van 3x3 werfhekkens)

        kruising Pladijsstraat en Kleine Brandstraat

        Kapelstraat ter hoogte van de kerk

        Waregemstraat molenhoek

        Breestraat 

        hoek Harelbekestraat - Olmenlaan (Petit Follie)

 

Het comité vraagt of de werfhekkens geplaatst kunnen worden tegen 31 oktober 2022 en mogen blijven staan tot en met maandag 19 december 2022.

 

Bij eerdere aanvragen van organisatoren om Heras opstellingen met spandoeken te voorzien, ter promotie van hun evenement, werden volgende locaties door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd:

 

        kruispunt Molenhoek

        recht tegenover kerk Sint-Lodewijk

        kerk centrum (kant Hoogstraat)

        kruispunt Belgiek

        Statie (dicht bij de overweg)

 

Om een wildgroei van dergelijke Heras opstellingen, in aanvulling van de gemeentelijke roosters, te vermijden, adviseren de gemeentediensten om enkel opstellingen door de gemeente te voorzien op bovenstaande vijf reeds eerder goedgekeurde, strategisch in het oog springende locaties.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het Kerstcorrida-comité toelating/medewerking te verlenen ter promotie van de Kerstcorrida 2022, door Heras opstellingen te voorzien op volgende locaties, en dit vanaf 31 oktober 2022 tot en met 19 december 2022:

 

        kruispunt Molenhoek

        recht tegenover kerk Sint-Lodewijk

        kerk centrum (kant Hoogstraat)

        kruispunt Belgiek

        Statie (dicht bij de overweg)

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.15. Feestelijkheden - KSA Tijlsbond Deerlijk - gebruik gemeentelijke roosters - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters.

 

Motivering

 

Tijdelijke publiciteit op het openbaar domein naar aanleiding van manifestaties van culturele, levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard kunnen enkel gebeuren op de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde roosters.

 

Om Lift Off op 19 november 2022 bekend te maken, vraagt KSA Tijlsbond Deerlijk om de gemeentelijke roosters te mogen gebruiken voor het ophangen van hun publiciteitsborden.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Hfdst. 3, Art. 221-224 Algemene Politieverordening

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit aan KSA Tijlsbond Deerlijk toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters.

 

Artikel 2

 

Voor de praktische afhandeling dient contact opgenomen worden met het vrijetijdspunt op het telefoonnummer 056 71 89 81 of via mail aan vrijetijd@deerlijk.be.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.16. OMV 2022_84 - Pladijsstraat 52 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een bijgebouw, op een perceel gelegen Pladijsstraat 52 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 94 C aangevraagd door mevrouw Marie-Claire Dejagere wonende Pladijsstraat 52 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 3 oktober 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De voorwaarde inzake de groenaanplant rondom de gerenoveerde loods zoals opgelegd bij afgifte van de vergunning op 14 november 2018 wordt herhaald.

De nieuwe groenaanplant zoals voorzien langs de linker zijgevel moet een breedte hebben van 5 m en bestaan uit een combinatie van struikgewas en hoogstammige bomen met volgende kenmerken:

Struikgewas:

        Gemengde aanplant met inheemse struiken bestaande uit minimaal 3 verschillende soorten waarvan 20 % groenblijvende beplanting.

        Soortenkeuze inheemse struiken: éénstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), sleedoorn (Prunus spinosa), wilde liguster (Ligustrum vulgare), rode kornoelje (Cornus sanguinea), veldesdoorn (Acer campestre), haagbeuk (Carpinus betulus), hondsroos (Rosa canina), gewone hulst (Ilex aquifolium), gelderse roos (Viburnum opulus), gewone vogelkers (Prunus padus), wilde kardinaalsmuts (Euonymus europaeus), vuilboom of sporkehout (Rhamnus frangula), gewone hazelaar (Corylus avellana), krenteboompje (Amelanchier lamarckii) en gewone vlier (Sambucus nigra).

        Minimum plantdichtheid 1 m x 1 m in driehoeksverband

        Minimum plantmaat 60-90 BW

Hoogstammige bomen:

        Inheemse soort zoals: zomereik (Quercus robur), gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), plataan (Platanus orientalis), winterlinde (Tilia cordata), beuk (Fagus sylvatica), okkernoot (Juglans regia), tamme kastanje (Castanea sativa), gladde iep (Ulmus minor), gewone es (Fraxinus excelsior), zwarte els (Alnus glutinosa),…

        Maximale plantafstand 8 m

        Minimale plantmaat 10/12

De groenaanplant moet gerealiseerd worden voorafgaandelijk aan de uitvoering van de werken.

        Het gevelmetselwerk dient te bestaan uit een rood genuanceerde kleur en de dakbedekking uit rood-oranje dakpannen.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 januari 1955 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van betonstaken met ursusdraad als afspanning van de weide.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 juni 1956 door het college van burgemeester en schepenen voor het vervangen van een venster in de voorgevel van haar huis door een ingangsdeur.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 maart 1991 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van de bestaande woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 maart 1992 door het college van burgemeester en schepenen voor het vellen van 9 populieren en vervangen door nieuwe bij zijn bedrijf.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 juli 1992 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een publiciteitsbord (lengte 3m – hoogte 1,50m – 10m van de rijweg)

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 juni 2014 door het college van burgemeester en schepenen voor het herbouwen van een berging/stal bij landelijke woning.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 14 november 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een open veldschuur. Deze vergunning werd voorwaardelijk afgeleverd.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 4.348 m² en is gelegen langs de Pladijsstraat op ongeveer 2 km ten noordwesten van de kern van Sint-Lodewijk. De Pladijsstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg die de verbinding vormt tussen het centrum van Deerlijk en Sint-Lodewijk. Het is een vrij landelijke en smalle weg geflankeerd met akker- en weiland en een baangracht. De eigendom is gelegen in een landelijke, agrarische omgeving en is in de nabijheid niet omgeven door andere bebouwing maar wel door akkerland en weiland. De eigendom betreft een voormalige hoeve.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een voormalige hoeve die bestaat uit een woonhuis dwars op de weg, een bijgebouw evenwijdig met de weg, een recent verbouwde loods en een klein bijgebouwtje. Dit bijgebouwtje maakt deel uit van de aanvraag. Het bijgebouwtje heeft een oppervlakte van 45,22 m² en bestaat uit 1 bouwlaag met een hellend dak. Het bijgebouw bevindt zich op +/- 1 m ten noordwesten en achter de bestaande veldschuur. Het dakvolume is bereikbaar via een buitentrap.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het verbouwen van een bestaand bijgebouw. De oppervlakte en het volume van het bijgebouw blijven behouden. De bestaande buitentrap wordt vervangen door een wenteltrap. Verschillende deuropeningen worden gewijzigd. In de voorgevel wordt een bestaande deuropening vervangen door een dubbele poort, in de zijgevel wordt een raam- en deuropening vervangen door 2 grotere ramen. In het dakvolume worden 2 dakvlakvensters voorzien.

Het materiaalgebruik voor het vernieuwde volume betreft een combinatie van donkerrode baksteen met houten bardage gevelbekleding met groen geglazuurde dakbedekking en antracietkleurig buitenschrijnwerk.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 15 juli 2022 tot 13 augustus 2022. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

Het dossier werd op 6 juli 2022 voor advies overgemaakt aan Departement Landbouw en Visserij. De adviesinstantie bracht op 3 augustus 2022 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies luidt als volgt:

‘De aanvraag heeft geen betrekking op professionele agrarische of para-agrarische activiteiten en is gelegen in agrarisch gebied met verspreide bebouwing.

Gelet op de bestaande toestand en de lokale ruimtelijke situatie en in dien de normen van de wetgeving met betrekking tot zonevreemde woningen en gebouwen worden gerespecteerd, veroorzaken de werken in principe geen bijkomende schade aan de landbouwstructuren of de agrarische dynamiek en is de aanvraag voor het Departement aanvaardbaar.’

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meebepaald aan de voorschriften van het agrarisch gebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 11.4.1. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.

Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht op ten minste 300m van een woongebied of op ten minste 100m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

De aanvraag wijkt af van de geldende voorschriften. De aanvraag valt onder de basisrechten voor zonevreemde constructies van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening voor wat betreft de verbouwing van de zonevreemde constructie waarbij artikel 4.4.16 stelt dat in alle bestemmingsgebieden de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor het verbouwen van een bestaande zonevreemde constructie.

De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening (zie onder). De aanvraag voldoet aan de bepalingen van de codex en is bijgevolg in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Pladijsstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.  De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.  De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

Hoewel de aanvraag geen betrekking heeft op professionele activiteiten of para-agrarische activiteiten, is het verbouwen van het bijgebouw in deze lokale ruimtelijke agrarische situatie aanvaardbaar. Het ontwerp veroorzaakt geen schade aan de externe landbouwstructuren en de aanwezige agrarische dynamiek.

 

Inplanting, ruimtegebruik, bouwvolume en gabarit:

De inplanting van het bijgebouw blijft ongewijzigd. Het hoofdvolume blijft qua gabarit ongewijzigd.

Het wijzigen van de buitentrap in een wenteltrap zorgt voor een verhoging van de toegankelijkheid en het functionele gebruik van het bijgebouw.

Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving.

Er is voldaan aan de zonevreemde basisrechten.

 

Verschijningsvorm:

Het materiaalgebruik van het bijgebouw wordt gewijzigd. Enerzijds worden de gevels voorzien in enerzijds baksteen in combinatie met houten bardage, anderzijds volledig in donkerrode baksteen. De bestaande woning op het perceel werd opgetrokken in rood genuanceerd metselwerk met oranje dakpannen. De landbouwloods op het perceel werd opgetrokken in space boarding in combinatie met antracietkleurige sandwichpanelen.

Teneinde een eenheid te bewaren in de verschillende gebouwen op het perceel, is het gebruik van eenzelfde materiaal aangewezen. Aangezien het bijgebouw zich situeert rond het erf met de bestaande woning en het bestaande woning-bijgebouw is het wenselijk deze materialen over te nemen. Als voorwaarde wordt bijgevolg opgelegd dat het gevelmetselwerk dient te bestaan uit een rood genuanceerde kleur in plaats van de voorziene donkerrode baksteen en dient de dakbedekking te bestaan uit roodoranje dakpannen. Op deze manier kan de verbouwing geïntegreerd worden in de directe omgeving.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van het woning-bijgebouw blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Het ontwerpplan voorziet verschillende aanplant rondom de verschillende gebouwen. Deze groenaanplant werd als voorwaarde opgelegd bij de afgeleverde omgevingsvergunning in 2018. Er wordt vastgesteld dat de groenaanplant niet gerealiseerd werd.

Teneinde de integratie van het geheel te bevorderen worden volgende voorwaarden opnieuw aangehaald. Het groenscherm dient voorafgaandelijk aan de uitvoering aan de verbouwing van het bijgebouw gerealiseerd te worden. Dat wordt opgelegd als voorwaarde. De samenstelling en de breedte dient te voldoen aan de eerder opgelegde voorwaarde en wordt hierbij nog eens herhaald:

De nieuwe groenaanplant zoals voorzien langs de linker zijgevel moet een breedte hebben van 5 m en bestaan uit een combinatie van struikgewas en hoogstammige bomen met volgende kenmerken:

Struikgewas:  

        Gemengde aanplant met inheemse struiken bestaande uit minimaal 3 verschillende soorten waarvan 20 % groenblijvende beplanting.

        Soortenkeuze inheemse struiken: éénstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), sleedoorn (Prunus spinosa), wilde liguster (Ligustrum vulgare), rode kornoelje (Cornus sanguinea), veldesdoorn (Acer campestre), haagbeuk (Carpinus betulus), hondsroos (Rosa canina), gewone hulst (Ilex aquifolium), gelderse roos (Viburnum opulus), gewone vogelkers (Prunus padus), wilde kardinaalsmuts (Euonymus europaeus), vuilboom of sporkehout (Rhamnus frangula), gewone hazelaar (Corylus avellana), krenteboompje (Amelanchier lamarckii) en gewone vlier (Sambucus nigra).

        Minimum plantdichtheid 1 m x1 m in driehoeksverband

        Minimum plantmaat 60-90 BW

Hoogstammige bomen:

        Inheemse soort zoals: zomereik (Quercus robur), gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), plataan (Platanus orientalis), winterlinde (Tilia cordata), beuk (Fagus sylvatica), okkernoot (Juglans regia), tamme kastanje (Castanea sativa), gladde iep (Ulmus minor), gewone es (Fraxinus excelsior), zwarte els (Alnus glutinosa),…

        Maximale plantafstand 8 m

        Minimale plantmaat 10/12

 

Conclusie:

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1 § 2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Het dossier werd op 6 juli 2022 voor advies overgemaakt aan Departement Landbouw en Visserij. De adviesinstantie bracht een voorwaardelijk gunstig advies uit. Dit advies wordt gezien de expertise van de adviesinstantie integraal overgenomen.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Marie-Claire Dejagere wonende Pladijsstraat 52 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen van een bijgebouw, op een perceel gelegen Pladijsstraat 52 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 94 C, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De voorwaarde inzake de groenaanplant rondom de gerenoveerde loods zoals opgelegd bij afgifte van de vergunning op 14 november 2018 wordt herhaald.

De nieuwe groenaanplant zoals voorzien langs de linker zijgevel moet een breedte hebben van 5 m en bestaan uit een combinatie van struikgewas en hoogstammige bomen met volgende kenmerken:

Struikgewas:

        Gemengde aanplant met inheemse struiken bestaande uit minimaal 3 verschillende soorten waarvan 20 % groenblijvende beplanting

        Soortenkeuze inheemse struiken: éénstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), sleedoorn (Prunus spinosa), wilde liguster (Ligustrum vulgare), rode kornoelje (Cornus sanguinea), veldesdoorn (Acer campestre), haagbeuk (Carpinus betulus), hondsroos (Rosa canina), gewone hulst (Ilex aquifolium), gelderse roos (Viburnum opulus), gewone vogelkers (Prunus padus), wilde kardinaalsmuts (Euonymus europaeus), vuilboom of sporkehout (Rhamnus frangula), gewone hazelaar (Corylus avellana), krenteboompje (Amelanchier lamarckii) en gewone vlier (Sambucus nigra).

        Minimum plantdichtheid 1 m x1 m in driehoeksverband

        Minimum plantmaat 60-90 BW

Hoogstammige bomen:

        Inheemse soort zoals: zomereik (Quercus robur), gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), plataan (Platanus orientalis), winterlinde (Tilia cordata), beuk (Fagus sylvatica), okkernoot (Juglans regia), tamme kastanje (Castanea sativa), gladde iep (Ulmus minor), gewone es (Fraxinus excelsior), zwarte els (Alnus glutinosa),…

        Maximale plantafstand 8 m

        Minimale plantmaat 10/12

De groenaanplant moet gerealiseerd worden voorafgaandelijk aan de uitvoering van de werken.

        Het gevelmetselwerk dient te bestaan uit een rood genuanceerde kleur en de dakbedekking uit rood-oranje dakpannen..

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.17. OMV 2022_89 - Breestraat 19 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van de bestaande bouwonderneming Damman en het wijzigen en uitbreiden van de bijbehorende ingedeelde inrichtingen of activiteiten, op een perceel gelegen Breestraat 19 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 114 D, (afd. 1) sectie B 161 C, (afd. 1) sectie B 161 D, (afd. 1) sectie B 163 D en (afd. 1) sectie B 1257 B aangevraagd door Dirk Damman namens BOUWONDERNEMING DAMMAN NV gevestigd Breestraat 19 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 7 oktober 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Teneinde het parkeren nog beter te integreren dient de voorziene beplanting tussen het parkeren en het demo-atelier aangevuld te worden met enkele hoogstammige bomen.

        Op eigen terrein moet ruimte voorzien zijn om minstens een 20-tal fietsen op een diefstalveilige, vlotte en kwaliteitsvolle manier te stallen. Deze fietsenstalling dient ingericht te worden rekening houdend met huidige trends.

        Het advies van de hulpverleningszone Fluvia dient strikt nageleefd te worden.

        Het advies van het Provinciale dienst Waterlopen, zowel met betrekking tot de watertoets als tot de machtiging, dient stikt gevolgd te worden.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De eigendom situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming milieubelastend industriegebied, deels woonuitbreidingsgebied en deels agrarisch gebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaal-stedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De werken situeren zich in de zone voor milieubelastende industrieën en is bijgevolg in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 juli 1999 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een magazijn + werkplaats metaalconstructie (wijzigingen)

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 oktober 1999 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitvoeren van terreinaanlegwerken

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 juli 2000 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen en inrichten van een waterzuiveringsinstallatie (2 bekkens)

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 augustus 2000 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanleggen van wegenis op het bedrijventerrein, gelegen Breestraat Deerlijk

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 juni 2002 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een productieatelier met burelen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 februari 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van een magazijn.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 5 januari 2011 door het college van burgemeester en schepenen voor het overwelven van een beek.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 november 2011 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van het bestaande kantoorgebouw.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 24 februari 2016 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van het bestaande kantoorgebouw.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Milieuvergunning afgeleverd op 2 april 2003 door het college van burgemeester en schepenen voor het exploiteren van een bouwonderneming.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 23.620 m² en is gelegen langs de Breestraat op ongeveer 1.800 m ten oosten van de kern van Deerlijk. De Breestraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is deels bebouwd en deels onbebouwd.

Op het bebouwde perceel bevindt zich een bouwondernemingsbedrijf dat bestaat uit een kantoorgebouw, atelier voor metaalconstructie en een ruime verharde koer in functie van stapelen. De noordelijke en oostelijke grens van het perceel wordt bepaald door de Wijmelbeek. De Wijmelbeek is ook aanwezig op de zuidelijke grens in de achteruitbouwzone. Op het terrein is op min. 42,82 m en maximum 47,39 m achter de rooilijn de voorgevel van het kantoorgebouw ingepland. Het gebouw is ten opzichte van de noordelijke perceelgrens ingepland op minimum 19 m. De totale bouwdiepte van de gebouwen bedraagt +/- 135 m. Het kantoorgebouw heeft een bouwhoogte van 9,52 m, de hoogte van het atelier bedraagt maximum 6,55 m ten opzichte van het maaiveld. Alle gebouwen zijn opgetrokken met een plat dak.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Met voorliggende aanvraag wenst de bouwheer het bestaande bedrijf uit te breiden met een atelierruimte en demo lokalen.

Deze demolokalen zullen aangewend worden voor het organiseren van opleidingen en bijscholing met een directe link en toepassing van de werkwijze op de site. Daarnaast wordt de werksite heringericht zodat de aanvoer, het bewerken, sorteren en voorbereiden van recuperatiematerialen meer gestructureerd verloopt. In functie hiervan wordt achteraan de site grotendeels verhard in waterpasserende verharding. Hier worden tevens werfketens gestald. De huidige parkeerzone wordt ingenomen door de demoruimte. Ten zuiden van de gebouwen wordt een nieuwe parkeerruimte voor 78 parkeerplaatsen ingericht.

Het bestaande groen, met een breedte van 20 m ten noorden van het perceel blijft behouden, ten oosten van het terrein wordt een groenzone (incl. Wijmelbeek) voorzien met een breedte van 15 m. De groenzone ten zuiden en op een afstand van +/- 190 m vanaf de rooilijn bedraagt 5 m.

De nieuwe demoruimte heeft een kroonlijsthoogte van 4,40 m en wordt opgetrokken met een plat dak.

De nieuwe atelierruimte heeft een oppervlakte van 823,92 m², een kroonlijsthoogte van 5,76 m en een plat dak. Het atelier wordt opgetrokken in betonpanelen met een zwart aluminium luifel op een hoogte van 3,53 m. De atelierruimte wordt voorzien op +/- 188 m achter de rooilijn en op min. 20 m van de linker zijkavelgrens.

Het opleiding- en demoatelier bevindt zich op 72 m van de rooilijn en sluit aan op de bestaande kantoorruimte. In het opleidings- en demoatelier, met een oppervlakte van 179,90 m² zit tevens een herstellingsatelier van 60 m². De kroonlijsthoogte bedraagt maximum 10,90 m. Het atelier wordt opgetrokken in witgeschilderde gevelsteen met een accent in rood plaatmateriaal in de voorgevel.

Op een afstand van 155 m vanaf de rooilijn wordt het terrein ingericht ifv voorbereidingen wapening. Hierbij wordt een afdakconstructie voorzien met een lessenaarsdak met een hoogte maximale hoogte van 5 m.

In de achteruitbouwzone wordt op 10 m van de rooilijn en op 6,83 m van de linker perceelgrens een nieuwe elektriciteitscabine voorzien. De cabine heeft een oppervlakte van 7,35 m² en heeft een hoogte van 2,55 m.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Bouwonderneming Damman is een aannemingsbedrijf dat gespecialiseerd is in woningbouw, appartementsbouw en utiliteitsbouw. Het bedrijf wenst uit te breiden met onder andere de bouw van een bijkomende loods, atelier circulair bouwen en atelier houtbeslag. Er wordt hiervoor een bijkomend kadastraal perceel in gebruik genomen (achterliggend). Samen met de diverse stedenbouwkundige handelingen wordt een omgevingsvergunning aangevraagd van onbepaalde duur voor de bijhorende ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA). Door verschillende wijzigingen/uitbreidingen valt de IIOA onder klasse 2.

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

3.2.2°a)

Lozen van huishoudelijk afvalwater met lozingspunt in een centraal gebied (Verandering)

0,2 m³/uur

3

3.4.1°a)

Lozen van bedrijfsafvalwater, nl. water afkomstig van de tankzone en van de zone voor het afspuiten/wassen van voertuigen (Verandering)

0,14 m³/uur

3

6.5.1°

Brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen (Verandering)

2 verdeelslang

3

12.2.1°

Hoogspanningscabine (Nieuw)

630 kVA

3

15.1.2°

Stalplaats voor bedrijfsvoertuigen en aanhangwagens andere dan personenwagens (Verandering)

26 aantal voertuigen

2

15.4.1°

Niet-huishoudelijke inrichting voor het wassen van voertuigen (nl. afspuiten voertuigen met hogedrukreiniger) (Nieuw)

2 voertuigen per dag (max.)

3

16.3.2°a)

Bijkomende airconditioningsinstallaties (Verandering)

160,3 kW

3

17.1.1.1°

Opslag van aerosolen (Nieuw)

2.425 liter

3

17.1.2.1.2°

Opslag van gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten (Nieuw)

5.291 liter

2

17.3.2.1.1.1°b)

Opslag van gasolie in twee bovengrondse dubbelwandige tanks van elk 1.150 liter (Verandering)

19,178 ton

3

17.3.4.2°a)

Opslag van bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (nl. cement, mortels, pleisters, lijmen in zakken) (Verandering)

32,575 ton

2

17.3.6.2°a)

Opslag van schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen (nl. cement, mortels, pleisters, lijmen in zakken) (Verandering)

33,931 ton

2

17.4.

Opslag van gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen in verpakkingen van maximaal 30 liter of 30 kg (Verandering)

3.000 liter

3

19.3.1°a)

Houtbewerkingsmachine (paneelzaag) (Ongewijzigd)

6,05 kW

3

29.5.2.1°a)

Metaalbewerkingsmachines (kolomboor 2 kW + metaalzaag 5 kW) (Ongewijzigd)

7 kW

3

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 15 juli 2022 tot 13 augustus 2022. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werd er 1 bezwaarschriften ingediend.

 

Het ingediende bezwaar kan als volgt samengevat worden:

1. Teneinde geluidsoverlast te vermijden wordt gevraagd om de nieuwe gebouwen te voorzien in materialen die geluidsabsorberend werken.

2. Er zijn vragen met betrekking tot het al dan niet behouden van het talud in combinatie met het groenscherm. Het behouden van zowel het groenscherm bovenop het bestaande talud is wenselijk.

 

  1. Adviezen

 

De brandweerzone Fluvia werd om advies verzocht op 6 juli 2022. De adviesinstantie bracht op 19 juli 2022 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag wordt gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverslag.

In functie van de maatgevende brandbelasting werd het industriegebouw door de bouwheer ingedeeld in klasse C.’

 

De Intercommunale Leiedal werd om advies verzocht op 6 juli 2022. De adviesinstantie bracht op 26 augustus 2022 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘3. Bemerkingen en vaststellingen

3.0 Vooral: ruimtelijke invulling-bouwtechnische elementen

Het advies van Leiedal behelst steeds louter de ruimtelijke invulling van het bouwproject en de bouwtechnische elementen.

Het advies doet geen uitspraak over andere, daarmee gerelateerde elementen, zo onder meer eerder milieutechnische facetten en/of waterbuffering.

3.1 Inplantingsvoorschriften – toetsing

Voorliggende aanvraag kent twee grote componenten:

3.1.1. uitbreiding van de bedrijfsgebouwen (atelierruimte, demolokalen)

Hierover heeft Leiedal geen bemerkingen

3.1.2. Terreiningrepen in functie van “open lucht”-activiteiten

Leiedal wil louter attenderen op volgend aspect

3.1.2.1

Het inplantingsplan (NT) laat zien dat een aanzienlijk deel van supra genoemde groenzone + steenslagverharding voorwerp vormen van terreiningrepen in functie van “open lucht”-activiteiten, onder andere:

     plaatsing van containers voor bouwafval

     zone materiaal werfinrichting

     zone containers, verzamelplaats recuperatie aanvoer/afvoer

     zone werfmateriaal

     zone voorbereiding wapeningen

     zone voor afbraakmateriaal

Nu verkeert Leiedal niet in de positie om zicht te hebben op de mogelijke mate van hinderlijkheid van de voorgenomen “open lucht”-activiteiten, maar planmatig blijkt wel dat een aantal ervan gelokaliseerd worden om en nabij de perceelgrens met belendende percelen.

Daarom verwijst Leiedal naar het principe dat ze hanteert over alle door haar gerealiseerde bedrijventerreinen houdende de verplichting dat elk bedrijf op eigen initiatief, risico en kosten en volledig onder eigen verantwoordelijkheid de vereiste voorzieningen dient te treffen derwijze dat de hinderlijke gevolgen van haar “open lucht”-activiteiten beperkt worden tot de contour van het eigen terrein, dit onder meer bijvoorbeeld:

     Door daar waar vereist hinderlijke activiteiten te omgeven met een voldoende hoog en dicht ontwikkeld groenscherm, of,

     Door het type terreinverharding af te stemmen op deze activiteiten, onder meer. daarbij rekening houdend met de intensiteit en de frequentie van de verkeerscirculatie. In die optiek dient men zich de vraag te stellen of de bestaande steenslagverharding daarvoor nog steeds passend is [*].

[*] immers, de inplantingsvoorschriften bepalen in art. 10, sub 10.4 (parkeerruimte-toegang en oprit-groenaanleg) als volgt:

“… de aanleg van alle verharde ruimten moeten gebeuren in een materiaal dat geen stofvorming geeft voor de omgeving …”

Sensu stricto beantwoordt “steenslagverharding” niet aan het supra gemeld inplantingsvoorschrift maar dit dient toch wel enigszins te worden genuanceerd.

Immers in zoverre de in steenslag verharde oppervlakte niet het voorwerp uitmaakt van bedrijfsactiviteit – en dito verkeerscirculatie – is er niet onmiddellijk een bezwaar tegen dit type verharding (dat zelfs in sommige gevallen slechts een tijdelijk karakter heeft in afwachting van de definitieve aanleg in functie van de bedrijfsactiviteit).

Zoals supra aangegeven behoort het tot de verantwoordelijkheid van de bouwheer, als best geplaatste, om hier de nodige afwegingen te maken en te beoordelen of dit type verharding nog steeds opportuun is in functie van de concrete “open lucht”-activiteiten. ‘

 

De provinciale dienst Waterlopen werd om advies verzocht op 6 juli 2022. De adviesinstantie bracht op 1 augustus 2022 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

…’Gegevens en bemerkingen:

Met betrekking tot de watertoets

1) Het project ligt in het afstroomgebied van en paalt rechtstreeks aan de Wijmelbeek, een ingeschreven waterloop van 2de categorie met nr. WL.8.13.

2) Uit de meest recente pluviale overstromingskaart (bron VMM) blijkt dat het project deels ligt in effectief overstromingsgebied (zie bijlage). De pluviale overstromingen bij buien T100 (huidig klimaat en 2050) geven respectievelijk overstromingspeilen van +13,86 mTAW en +13,96 mTAW (oftewel waterdieptes van respectievelijk 20 cm en 30 cm).

3) Er dient overstromingsvrij gebouwd te worden → d.w.z. dat het vloerpeil van de woning(en)hoog genoeg moet worden aangelegd (bij voorkeur op 14,16mTAW).

De vloer van de benedenverdieping moet ongeveer 30 cm hoger liggen dan de hoogst gekende overstromingshoogte (huidig klimaat). Maak geen toegangen of ramen onder dit peil. De waterbeheerder adviseert u over de veilige hoogte.

4) Elke inname van het overstromingsvolume dient gecompenseerd te worden (boven het grondwaterpeil), en dit op eigen terrein. (zie kaart pluviaal overstromingsgebied in bijlage). → Er werd als compensatievolume rekening gehouden met 1.310,48 m² aan een waterdiepte van 20 cm (1.310,48 m² x 0.20 m = 262,10 m³).

5) Er moet een gecombineerde infiltratie-/buffervoorziening met een capaciteit (=open profiel) van minstens 250 m³/ha verharde oppervlakte worden voorzien en een vertraagde afvoer, boven de gemiddelde grondwaterstand, van 20l/s/ha naar het oppervlaktewaternet → afvoer van grondwater wordt niet toegelaten. De vertraagde

afvoer mag gebeuren met een Ø 110 mm.

Voor dit project wil dit zeggen een totale nuttige berging van minstens 117,14 m³ (2.871,84 m² dakoppervlakte + 1.813,95 m² verhardingen) en een vertraagde afvoer van 9,3 l/s naar het oppervlaktewaternet. De minimaal vereiste infiltratie-oppervlakte volgens de gewestelijke verordening hemelwater bedraagt 187,43 m².

Er worden 3 grindbakken voorzien met een totale capaciteit van 422,5 m³ en een infiltratieoppervlakte van 1.410,1 m² (hierin werd ook het voorziene compensatievolume van 262,10 m³ meegerekend). De nieuwe afwaterende oppervlaktes van het dak en verharding demolokalen worden aangesloten op een bestaand lozingspunt in de Wijmelbeek. De afwaterende oppervlaktes van nieuw atelier, bestaande aanbouw (magazijn) en bijhorende oppervlaktes worden voorzien via een nieuw aansluitingspunt op de waterloop.

→ Er zijn reeds 2 aansluitingspunten → de aansluiting op een waterloop dient gegroepeerd te gebeuren. Een extra aansluitingspunt is dus niet aanvaardbaar en dient te worden herzien !!! De site mag in totaal maar 1 aansluitingspunt hebben op het oppervlaktewatersysteem.

Bij het aanleggen van een infiltratie-/buffervoorziening moet voldoende rekening gehouden worden met de gemiddelde grondwaterstand → afvoer grondwater wordt niet toegelaten. Infiltratievoorzieningen waarvan de bodem/afvoer dieper is dan 50 cm onder het maaiveld en/of waarvan de (nood)overloop/knijp diep wordt voorzien, kunnen enkel aanvaard worden op basis van grondwatermetingen (*) (meetperiode december - maart).

(*) De meetreeks dient om na te gaan of de infiltratievoorziening zal beschikken over een volwaardig bufferend volume en om na te gaan of de (nood)overloop/knijp van de infiltratievoorziening niet drainerend (afvoer van grondwater) zal werken.

6) De aanvrager dient de nodige aandacht te besteden dat de handelingen met een mogelijke impact op de plaatselijke waterhuishouding, zoals het wijzigen van het reliëf, met de nodige zorg worden uitgevoerd zodat er geen (bijkomende) schadelijke effecten ontstaan voor de directe omgeving/aanpalende percelen. De uitgevoerde handelingen mogen met andere woorden geen verslechtering betekenen voor de plaatselijke waterhuishouding.

7) De vrijgekomen aarde moet op een correcte manier afgevoerd worden naar een vergunde stortplaats, of als deze gespreid wordt over andere (landbouw)percelen kan dit enkel als hiervoor een vergunning verkregen is.

 

Met betrekking tot de waterloop

Volgens art. 17 van de wet op de ‘Onbevaarbare Waterlopen’, daterend van 28 december 1967, zijn de aangelanden, gebruikers en eigenaars van kunstwerken, verplicht doorgang te verlenen, de nodige materialen, gereedschap en werktuigen voor de uitvoering van werken te laten plaatsen, en ook producten die voortkomen van de ruimingswerken binnen een 5-meterstrook vanaf de oever te aanvaarden.

Ook in art. 6 van het decreet van Het Vlaams Parlement van 19 juli 2013 tot wijziging van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het “integraal waterbeleid” worden de onderhoudsstrook en de rechten en plichten van de aangelanden naast de waterloop uitgebreid beschreven.

1) Vrije strook 5 m

Langs de waterloop dient in alle omstandigheden vanaf de oeverrand (open profiel) of vanaf de rand van de overwelving (gesloten profiel) steeds een vijf meter brede strook volledig vrij te blijven van elke bebouwing en aanplantingen (rekening houdend met de te verwachten volume van de aanplantingen) zodat de toegang tot de waterloop onder meer voor personen en materieel bij uitvoering van werken aan deze waterloop altijd is verzekerd.

Ook opslag of tijdelijke opslag mag niet in de 5m-strook.

Controleputjes mogen ook niet in de 5m strook aanwezig zijn.

De aanvraag dient rekening te houden met de bepalingen m.b.t. de 5 m-onderhoudsstrook zoals hierboven vermeld.

2) Afrasteringen

De afrasteringen in de langsrichting van de beek dienen geplaatst op:

- ofwel 1 m landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop maximaal 1,50 m hoog

- ofwel 5 m landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop

Bij afrasteringen in de dwarsrichting ten opzichte van de waterloop dienen de nodige voorzieningen getroffen om een vrije doorgang binnen de 5 m strook mogelijk te maken door middel van een opening of een poort met een minimum breedte van 4 m.

3) Onderhoudslast

De bestaande erfdienstbaarheid met betrekking tot de onderhoudslast van de waterloop blijft behouden.

De provincie kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele schade aan de verharding aangelegd binnen de 5m-strook t.g.v. onderhoudswerken aan de waterloop.

De provincie kan niet instaan voor de kosten voor het verwijderen van maai- en ruimingsspecie die normaal binnen de 5m-strook mag worden gedeponeerd.

Het perceel is belast met een erfdienstbaarheidsstrook van 5 m ten behoeve van de Wijmelbeek.

4) Grondbewerkingen

Het bewerken van de grond gelegen langs een ingeschreven waterloop mag slechts vanop een afstand van 1 m vanaf de taludinsteek van de waterloop.

5) (Her)aanplanting

Bij (her)aanplantingen langs de betrokken waterloop dienen de bomen, omwille van het mechanisch onderhoud van de waterloop, minstens 12 meter van elkaar te staan, geplant op 1 m landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop. De bestaande bomen mogen niet ontworteld worden om schade aan het talud te voorkomen.

6) Ophogingen

Ophogingen binnen de 5 m-onderhoudsstrook worden niet toegelaten. Teneinde onderhoudswerken aan de waterloop uit te voeren dient de onderhoudsstrook vanaf de huidige taludinsteek een vlak verloop (horizontaal) te hebben en dit over de volledige breedte van deze 5 m-onderhoudsstrook. (huidige taludinsteek = plaats van de kop van de talud zoals nu vastgesteld).

7) Toekomstige ontwikkelingen

Onze dienst wenst hierbij tevens op te merken dat ook bij verdere ontwikkelingen op het terrein deze regelgeving ten allen tijde dient nageleefd te worden.

De 5m-erfdienstbaarheidsstrook van de waterloop wordt gerekend vanaf HUIDIGE taludinsteek/buitenkant overwelving. Er moet vertrokken worden vanuit de bestaande situatie.

 

Met betrekking tot de machtiging

        De aansluitingen van buizen e.d. op de waterloop, moeten in het talud worden ingewerkt, m.a.w. er worden geen uitstekende buizen e.d. toegelaten in de open sectie van de waterloop.

        Voor aansluitingen met een terugslagklep dient de terugslagklep eveneens in het talud te worden ingewerkt.

        De aansluiting op de waterloop dient gegroepeerd te gebeuren, met andere woorden er wordt slechts 1 lozingspunt op de waterloop toegestaan.

➔ Er zijn op de waterloop reeds 2 lozingspunten aanwezig. Er mag in geen geval nog een extra lozingspunt worden voorzien.

        De aansluiting van buizen e.d. op de waterloop dient minstens 50 cm boven de bodem van de waterloop uitgevoerd te worden.

        De werken met betrekking tot de aansluiting van de buizen e.d. op de waterloop dienen met de nodige zorg (vakkundig, duurzaam) te gebeuren zodat de stabiliteit van de talud (oever) niet verminderd. Tevens dienen de nodige bescherm-maatregelen te worden voorzien zodat de uitspoeling van het talud wordt verhinderd.

        Indien lozingspunten worden gemarkeerd met een paal dan dient deze paal op het aanpalende land op één meter van de taludinsteek van de waterloop te worden voorzien, met andere woorden. er worden geen merkpalen in de bedding van de waterloop toegelaten.

        De provincie kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele schade aan de drainages, lozingsbuizen en dergelijke, aangelegd binnen de 5 m-strook t.g.v. de onderhoudswerken aan de waterloop.

 

Advies Dienst Waterlopen met betrekking tot de watertoets (en de waterlopen):

Het advies van onze dienst is VOORWAARDELIJK GUNSTIG.

Met het volgen van de onderstaande voorwaarden zijn er geen schadelijke effecten te verwachten op het watersysteem:

     De aanvraag dient rekening te houden met de wetgeving op de onbevaarbare waterlopen cf. de hierboven vermelde bepalingen van de 5 m- onderhoudsstrook van de waterloop.

     De vrijgekomen aarde dient cf. de bepalingen (afvoeren en/of via vergunning) hier bovenvermeld te worden verwerkt.

Advies Dienst Waterlopen met betrekking tot de machtiging:

Het advies van onze dienst is VOORWAARDELIJK GUNSTIG.

Met het volgen van de onderstaande voorwaarden zijn er geen nadelige effecten te verwachten m.b.t.

het beheer van de waterloop:

     De aansluiting op de waterloop dient voorzien te worden cf. de hierboven vermelde bepalingen.

De nieuwe infiltratie-/buffervoorzieningen dienen te worden aangesloten op een bestaand lozingspunt. Een bijkomende 3de lozingspunt wordt niet aanvaard !’

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften voor milieubelastende bedrijvigheid.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 7.2.0. + 8.2.1.2. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

Gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

De aanvraag heeft betrekking op een milieubelastend bedrijf gezien het de uitbreiding betreft van een bestaande bouwonderneming die op vandaag reeds een milieubelastend karakter heeft, zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Breestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er werd advies gevraagd aan de provinciale technische dienst waterlopen. Het advies is voorwaardelijk gunstig. Er moet voldaan worden aan de in het advies gestelde voorwaarden.

Het ontwerp werd in de PIV 2 aangepast aan de voorwaarden waardoor bijgevolg in alle redelijkheid geoordeeld kan worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

Gemiddeld worden er 10 vrachten per dag voor aan- en afvoer van materialen verwacht. Deze voertuigbewegingen vinden plaats van 6 h tot 17h30.

De in- uitrit van het bedrijf ligt langs de Breestraat. Er is vanuit de Breestraat een vlotte aansluiting op de E17 en de Vichtesteenweg. Op de bedrijfssite wordt parking voorzien voor de eigen werknemers en bezoekers (in totaal 78 plaatsen). De werknemers verplaatsen zich collectief naar de werven. De chauffeurs nemen de bedrijfswagens mee naar huis. Tijdens de periode van collectief verlof worden alle bedrijfsvoertuigen op het bedrijfsterrein gestald. Er is voldoende ruimte op eigen terrein voor het parkeren en manoeuvreren van bedrijfsvoertuigen waardoor de impact van de bedrijvigheid op de mobiliteit in de omgeving beperkt is.

 

Relevante potentiële effecten op de bodem

In de bedrijfsgebouwen worden een aantal gevaarlijke vloeistoffen (CLP codering) opgeslagen. Deze vloeistoffen worden opgeslagen in verplaatsbare recipiënten, op een vloeistofdichte vloer en op voldoende gedimensioneerde lekbakken. Gasolie en diesel worden in vaste tanks opgeslagen. Deze tanks zijn dubbelwandig en voorzien van een overvulbeveiliging. De tanks worden tijdig onderworpen aan de verplichte keuringen. De tankpiste is grotendeels overdekt en het hemelwater dat hierop terecht komt wordt afgevoerd via een KWS afscheider en coalescentiefilter. Ook de reinigingspiste voor bedrijfswagens wordt via een bezinkput en een KWS afscheider. Omwille van deze maatregelen is het risico op bodemverontreiniging tot een minimum beperkt.

 

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

Op het bedrijf komen de volgende afvalwaters vrij:

        Huishoudelijk afvalwater afkomstig van de sanitaire voorzieningen (0,2 m³/uur)

        Bedrijfsafvalwater afkomstig van de tankzone en de waszone (0,14 m³/uur)

In het advies van de Dienst Waterlopen van de Provincie West-Vlaanderen worden specifieke voorwaarden opgelegd met betrekking tot het lozen van hemelwater en gezuiverd afvalwater op het oppervlaktewater. Deze voorwaarden moeten strikt gevolgd worden en worden overgenomen in het besluit van deze vergunning.

 

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Er zijn geen rechtstreekse geleide emissies die volgens het Vlarem ingedeeld zijn. De kantoren worden verwarmd door middel van warmtepompen. Er zijn wel indirecte emissies van het transport op de site. Deze zijn echter eigen aan de bedrijfsvoering en niet van die aard dat deze grote impact hebben op de luchtkwaliteit en de omgeving.

 

Relevante potentiële effecten van geluid of trillingen ten gevolge van de aanvraag

Naast de kantooractiviteiten van de bedienden, worden volgende bedrijfsactiviteiten uitgevoerd op de bedrijfszetel: het samenstellen van waterputten, herstellingen aan elektriciteitskasten, herstellingen aan bouwmachines en klein elektrisch gereedschap, herstellingen aan kabels, verzagen van hout, onderhoud werfketen, voorraad diverse bouwmaterialen en toeslagstoffen, reiniging voertuigen, assemblage raamkaders, lassen wapening enzoverder. Geluid producerende werkzaamheden worden binnen uitgevoerd zodat de geluidsoverdracht naar de omgeving toe beperkt is. Er worden geen werken uitgevoerd die betekenisvolle trillingen kunnen veroorzaken.

 

Relevante potentiële effecten op de biodiversiteit

Het betreft een bestaande inrichting die binnen een geëigende zone wenst uit te breiden zodat de effecten op de biodiversiteit nihil zijn.

 

Relevant potentieel risico op zware ongevallen of rampen

De grootste opslag van gevaarlijke producten betreffen de opslag van cement, mortels, pleisters en tegellijmen. Er is ook een beperkte opslag van andere gevaarlijke producten in kleine verpakkingen. In het bedrijf is een interne preventieadviseur aangesteld. Werknemers krijgen de kans tot het volgen van blustechnieken en er zijn voldoende brandbestrijdingsmiddelen voorzien. Deze worden jaarlijks gecontroleerd. Tevens wordt er jaarlijks een evacuatie-oefening georganiseerd. Door al deze maatregelen is het risico op zware ongevallen of rampen eerder beperkt.

 

Relevante potentiële effecten op onroerend erfgoed

Er zijn geen potentiële effecten op het onroerend erfgoed.

 

Relevante potentiële effecten van licht of straling ten gevolge van de aanvraag

Er zijn een aantal buitenverlichtingen aanwezig op de bedrijfssite, 4 spots aan de gevel van het magazijn en 6 lichtmasten. Het betreft functionele verlichtingen noodzakelijk voor de goede werking op het terrein en in functie van de veiligheid. De verlichting blijft niet onnodig branden bv. bij inactiviteit en deze is enkel gericht op het eigen terrein waardoor er geen hinder ontstaat naar de buren of de omgeving.

 

Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen

Bedrijfseigen afvalstoffen worden zoveel als mogelijk aan de bron gesorteerd en vervolgens door een erkend ophaler / verwerker afgehaald. Er is op het bedrijf geen verwerking van bedrijfsafvalstoffen, enkel inzameling, sortering en afvoer. Het bedrijf heeft hiervoor een contract met een erkende ophaler / verwerker. De afvalstoffen die qua aard en hoeveelheid te vergelijken zijn met huishoudelijke afvalstoffen (bv. PMD afkomstig van de bureaus) worden op een correcte wijze aangeboden tijdens de huis-aan-huis ophaling van huishoudelijke afvalstoffen.

 

Andere relevante potentiële effecten op milieu en/of omgeving

Geen andere relevante potentiële effecten te verwachten.

 

Te verwachten cumulatieve effecten door de relatie met andere projecten

Geen cumulatieve effecten te verwachten.

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het uitbreiden van een bouwonderneming. De demoruimte blijft ondergeschikt aan de aanwezige nijverheidsfunctie (stapelen, onderhoud, constructie en herstel) zodat de aanvraag zich functioneel inpast binnen deze industriële omgeving.

Het ontwerp zorgt voor een herindeling en rationalisering van het terrein.

 

Inplanting en ruimtegebruik: 

De inplanting van het kantoorgebouw ten opzichte van de rooilijn blijft ongewijzigd.

De nieuwe gebouwen worden gerealiseerd achter en naast het bestaande gebouw, de opslagruimte/verzamelplaats van bouwafval en ander afbraakmateriaal is hierdoor nauwelijks zichtbaar vanaf het openbaar domein.

De inplanting van de gebouwen is vrij logisch vanuit de bedrijfsflow.

 

Bouwvolume en verschijningsvorm:

De verschillende nieuwe volumes sluiten aan op de bestaande bebouwing en dit zowel naar hoogte, inplanting als materiaalgebruik toe. De aanplant van voldoende groen zorgt voor een goede integratie naar de omgeving toe.

Door de ruime afstand ten opzichte van de verschillende perceelgrenzen, de groene inkleding en het materiaalgebruik wordt er geen hinder verwacht voor de omringende percelen.  

Het gevraagde is qua volume en gabarit inpasbaar in de betreffende omgeving.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

Ten gevolge van de geplande werken kan een toename van de verkeersaantrek verwacht worden. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen. Op eigen terrein worden voldoende parkeerplaatsen voorzien om de eigen parkeerbehoefte op te vangen. In nood is er op het terrein voldoende verharde ruimte om occasionele overdruk op te vangen.

Op eigen terrein zijn voldoende laadpunten voorzien teneinde te voorzien in duurzame mobiliteit. Daarnaast is ook het stimuleren van fietsgebruik een must. Het fietsgebruik stimuleren start met het hebben van een ruimte waar de fiets kan gestald worden. Deze dient vlot, diefstalveilig en kwaliteitsvol gestald te kunnen worden. Op het terrein ontbreekt een fietsstalplaats. Het is aangewezen dat er op eigen terrein ruimte is om een 20-tal fietsen te stallen.

De opmars van de elektrische fiets is merkbaar, ook bakfietsen kennen een stijging in aantal. Teneinde het woon-werkverkeer op een duurzame manier uit te bouwen, dient van bij het ontwerp van een fietsenstalling rekening te worden gehouden met deze trends. Het is aangewezen om de fietsenstalling zo in te richten dat fietsen op een diefstalveilige, vlotte en kwaliteitsvolle manier gestald kunnen worden. Het huidige ontwerp voorziet geen enkele fietsenstalplaats en dient te worden aangepast. 

 

Groen- en omgevingsaanleg: 

De bestaande groenstructuren worden versterkt. Daarnaast wordt bijkomende afscherming voorzien naar het achterliggende agrarisch gebied toe. Op het terrein zelf worden de parkeerplaatsen voorzien in grindgazon zodat een groen uitzicht nagestreefd wordt. Teneinde het parkeren nog beter te integreren kan de beplanting tussen parkeren en demoatelier aangevuld worden met enkele hoogstammige bomen. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

 

Conclusie

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Het ingediende bezwaarschrift is tijdig ingediend en wordt bijgevolg ontvankelijk verklaard.

Omtrent het ingediende bezwaarschrift wordt voorgesteld volgend standpunt in te nemen:

 

  1. Teneinde geluidsoverlast te vermijden wordt gevraagd om de nieuwe gebouwen te voorzien in materialen die geluidsabsorberend werken.

Dit bezwaar gegrond te verklaren. Naar aanleiding van de gemaakte opmerking werd het ontwerpplan aangepast in de PIV 2. De noordgevel van het atelier wordt voorzien in panelen met een generfde structuur die geluiddempend werken.

  1. Er zijn vragen met betrekking tot het al dan niet behouden van het talud in combinatie met het groenscherm. Het behouden van zowel het groenscherm bovenop het bestaande talud is wenselijk.

Dit bezwaar gegrond te verklaren. Naar aanleiding van de gemaakte opmerking werd het ontwerpplan aangepast in de PIV 2. Op het plan werd verduidelijkt dat het talud met groenscherm integraal behouden blijft en indien noodzakelijk aangevuld wordt met bijkomende groenaanplant.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Hulpverleningszone Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies stipt nageleefd moeten worden.

Intercommunale Leiedal

Het advies van Leiedal was voorwaardelijk gunstig. In het advies werden bedenkingen gemaakt met betrekking tot de voorziene steenslagverharding en de hinder die dergelijke verharding met zich kan meebrengen.

Naar aanleiding van dit advies werd het inplantingsplan aangepast in de PIV 2 waarbij de voorziene steenslagverharding vervangen werd door water passerende klinkers, deels in balkvorm en deels in blokvorm. Bijgevolg is tegemoetgekomen aan de opmerkingen waardoor geen bijkomende voorwaarden opgelegd moeten worden.

Provinciale dienst Waterlopen

Deze adviesinstantie bracht een voorwaardelijk gunstig advies uit. In het bijzonder werden volgende opmerkingen geformuleerd:

     De aanvraag dient rekening te houden met de wetgeving op de onbevaarbare waterlopen cf. de vermelde bepalingen van de 5 m- onderhoudsstrook van de waterloop zoals opgenomen in het advies.

     De vrijgekomen aarde dient cf. de bepalingen (afvoeren en/of via vergunning) zoals opgenomen in het advies, te worden verwerkt.

     De aansluiting op de waterloop dient voorzien te worden cf. de hierboven vermelde bepalingen. De nieuwe infiltratie-/buffervoorzieningen dienen te worden aangesloten op een bestaand lozingspunt. Een bijkomende 3de lozingspunt wordt niet aanvaard.

Gelet op de specifieke problematiek en de kennis en know-how van de adviesinstantie is het noodzakelijk te voldoen aan de geformuleerde opmerkingen. Dit advies moet bijgevolg strikt gevolgd worden. Dit wordt opgelegd in de voorwaarden.

 

7.14 Gewestelijke verordening toegankelijkheid

De aanvraag heeft deels betrekking op een publiek toegankelijk gebouw. Dit dient te voldoen aan de Vlaamse stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

Aangezien de publiek toegankelijke oppervlakte tussen de 150 m² en de 400 m² bedraagt, dienen enkel de gelijkvloerse publiek toegankelijke delen van het gebouw aan de te voldoen. De niet-gelijkvloerse publiek toegankelijke delen dienen tevens te voldoen tenzij een vertrek op een andere verdieping of buiteninfrastructuur eenzelfde functie vervult en voldoet aan de bepalingen van dit besluit.

De ruwbouwmaten van toegangen of deuropeningen voor publiek toegankelijke delen moeten minstens 105 cm breed zijn, zodat na afwerking een vrije en vlakke doorgangsbreedte van minstens 90 cm gegarandeerd wordt. Voor en achter deze toegang of deur moet voor een vrije en vlakke draairuimte met een diameter van 150 cm worden gezorgd. Niveauverschillen mogen maximum 2 cm bedragen, zo niet dienen deze overbrugd te worden met een helling met een hellingspercentage van maximum 10 procent.

 

7.15 Belastingreglement ontbrekende parkeerplaatsen

Overeenkomstig de gemeenteraadsbeslissing van 26 november 2020 betreffende de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen moet voor de bijkomende bedrijfsruimte 1 parkeerplaats per schijf van 100 m² bijkomende bedrijfsoppervlakte voorzien worden en voor de bijkomende demoruimte 1 parkeerplaats per schijf van 50 m² bijkomende oppervlakte voorzien worden. De bijkomende atelierruimte bedraagt samen (atelier en herstelatelier) 884,46 m² en het opleiding- en demo-atelier heeft een oppervlakte van 293 m². In totaal moeten minstens 13 bijkomende parkeerplaatsen voorzien worden.

Volgens de plannen bestaande toestand zijn op heden 22 parkeerplaatsen aanwezig. Bij de vergunning afgeleverd op 24 februari 2016 voor de uitbreiding van het kantoorgedeelte werd opgelegd dat er op terrein minstens 43 parkeerplaatsen gerealiseerd moeten zijn. Met huidige uitbreiding zijn minstens 56 parkeerplaatsen noodzakelijk.

Op de plannen nieuwe toestand zijn 78 parkeerplaatsen voorzien zodat de uitbreiding meer dan voldoende is en bijgevolg voldaan is aan de genoemde gemeenteraadsbeslissing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

        Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Dirk Damman namens BOUWONDERNEMING DAMMAN NV gevestigd Breestraat 19 te 8540 Deerlijk, voor het uitbreiden van de bestaande bouwonderneming Damman en het wijzigen en uitbreiden van de bijbehorende ingedeelde inrichtingen of activiteiten, op een perceel gelegen Breestraat 19 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 114 D, (afd. 1) sectie B 161 C, (afd. 1) sectie B 161 D, (afd. 1) sectie B 163 D en (afd. 1) sectie B 1257 B,

 

Artikel 2

 

De ingedeelde inrichting omvat voortaan:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

3.2.2°a)

Lozen van huishoudelijk afvalwater met lozingspunt in een centraal gebied (Verandering)

0,2 m³/uur

3

3.4.1°a)

Lozen van bedrijfsafvalwater, nl. water afkomstig van de tankzone en van de zone voor het afspuiten/wassen van voertuigen (Verandering)

0,14 m³/uur

3

6.5.1°

Brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen (Verandering)

2 verdeelslang

3

12.2.1°

Hoogspanningscabine (Nieuw)

630 kVA

3

15.1.2°

Stalplaats voor bedrijfsvoertuigen en aanhangwagens andere dan personenwagens (Verandering)

26 aantal voertuigen

2

15.4.1°

Niet-huishoudelijke inrichting voor het wassen van voertuigen (nl. afspuiten voertuigen met hogedrukreiniger) (Nieuw)

2 voertuigen per dag (max.)

3

16.3.2°a)

Bijkomende airconditioninginstallaties (Verandering)

160,3 kW

3

17.1.1.1°

Opslag van aerosolen (Nieuw)

2.425 liter

3

17.1.2.1.2°

Opslag van gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten (Nieuw)

5.291 liter

2

17.3.2.1.1.1°b)

Opslag van gasolie in twee bovengrondse dubbelwandige tanks van elk 1.150 liter (Verandering)

19,178 ton

3

17.3.4.2°a)

Opslag van bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (nl. cement, mortels, pleisters, lijmen in zakken) (Verandering)

32,575 ton

2

17.3.6.2°a)

Opslag van schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen (nl. cement, mortels, pleisters, lijmen in zakken) (Verandering)

33,931 ton

2

17.4.

Opslag van gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen in verpakkingen van maximaal 30 liter of 30 kg (Verandering)

3.000 liter

3

19.3.1°a)

Houtbewerkingsmachine (paneelzaag) (Ongewijzigd)

6,05 kW

3

29.5.2.1°a)

Metaalbewerkingsmachines (kolomboor 2 kW + metaalzaag 5 kW) (Ongewijzigd)

7 kW

3

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit volgende specifieke voorwaarden op te leggen:

        Teneinde het parkeren nog beter te integreren dient de voorziene beplanting tussen het parkeren en het demoatelier aangevuld te worden met enkele hoogstammige bomen.

        Op eigen terrein moet ruimte voorzien zijn om minstens een 20-tal fietsen op een diefstalveilige, vlotte en kwaliteitsvolle manier te stallen. Deze fietsenstalling dient ingericht te worden rekening houdend met huidige trends.

        Het advies van de hulpverleningszone Fluvia dient strikt nageleefd te worden.

        Het advies van het Provinciale dienst Waterlopen, zowel met betrekking tot de watertoets als tot de machtiging, dient stikt gevolgd te worden.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/ .

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.18. OMV 2022_98 - Kleine Tapuitstraat 6 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het nieuw portiersgebouw - recyclagepark Deerlijk, op een perceel gelegen Kleine Tapuitstraat 6 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 327 T aangevraagd door Johan Bonnier namens Intergemeentelijke Maatschappij voor Openbare Gezondheid in Zuid-West-Vlaanderen OPDRAVER gevestigd Grote Markt te 8500 Kortrijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 6 oktober 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het advies van de hulpverleningszone Fluvia dient strikt nageleefd te worden.

        Het advies van het Agentschap Wegen & Verkeer dient strikt nageleefd te worden.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming milieubelastende industrie.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaal-stedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 november 1985 door het college van burgemeester en schepenen voor het oprichten van een prefab – portiershuisje in het op te richten containerpark.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 24 mei 1991 door het college van burgemeester en schepenen voor het vellen van +/- 20 knotwilgen op het gemeentelijke containerpark.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 24 juli 2001 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de betonverharding op het gemeentelijk containerpark.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 juni 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van de betonverharding op het gemeentelijk containerpark.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        milieuvergunning afgeleverd op 22 augustus 1996 door het college van burgemeester en schepenen voor een containerpark met KGA zone.

        milieuvergunning afgeleverd op 26 augustus 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden containerpark met DIFTAR-zone.

        milieuvergunning afgeleverd op 18 december 2008 door het college van burgemeester en schepenen voor een uitbreiding met 1 container voor asbestinzameling.

        milieuvergunning afgeleverd op 17 december 2015 door het college van burgemeester en schepenen voor de uitbating van een recyclagepark.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande omgevingsvergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De aanvraag is gelegen langs de Kleine Tapuitstraat, binnen de industriezone Ter Donkt I. De aanvrager wenst een bestaand houten gebouw te slopen en te vervangen door 2 gestapelde kantoorcontainers op het recyclagepark van de gemeente Deerlijk. De ruimere omgeving wordt gekenmerkt door een nieuwe kantoorgebouw gekoppeld aan bestaande bedrijfsgebouwen aan de overzijde van de aanvraag, de nabijgelegen autosnelweg (E17) en achtergelegen bedrijfsgebouwen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft de sloop van het bestaande (houten) portiersgebouw op het recyclagepark en de plaatsing van 2 gestapelde containerunits en het bouwen van een aangrenzende berging in strekmateriaal. De gelijkvloerse unit wordt voorzien als kantoor, de verdieping wordt ingericht als sanitair en is toegankelijk via een buitentrap.

Beide containerunits worden op elkaar geplaatst waarna een licht hellend dak op de bovenste container wordt geplaatst. Het hoogste punt van dit dak ligt op 7,64 m boven het vloerniveau, het laagste punt op 7,26 m. De floorprint van de gestapelde containers heeft een lengte van 6 m en een breedte van 3 m. In de onderste container wordt een raam voorzien in de zuid- en de oostgevel. In de bovenste container worden enkele kleinere ramen voorzien in de noord-, zuid- en westgevel. De buitentrap in gegalvaniseerd metaal staat aan de oostzijde van de gestapelde containers.

Aan de westelijke zijde wordt een gesloten afdak voorzien met een licht hellend dak. De hoogste kant van dit dak zit op 4,5 m boven het vloerpas, de laagste kant zit op 2,77 m. De totale oppervlakte van dit afdak bedraagt 27,75 m².

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

  1. Adviezen

Hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 22 augustus 2022. De adviesinstantie bracht op 2 september 2022 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

Het voorwerp van de aanvraag (plaatsen prefab units < 100 m²) impliceert geen brandvoorkomingsmaatregelen, voor zover voldaan wordt aan de algemene reglementeringen (bv. ARAB, CODEX, AREI, VLAREM, ... .) en normeringen.

 

Het Agentschap Wegen & Verkeer werd om advies verzocht op 22 augustus 2022. De adviesinstantie bracht op 5 september 2022 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

INLICHTINGEN EN BEPERKINGEN

  1. Vastlegging ten opzichte van de grens van het autosnelwegdomein (A0140002 van 15.6 +10 tot 15.7 +15):
    1. De bouwlijn ligt op 30 m van de grens van het autosnelwegdomein volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2019 (betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen, eerste artikel). Deze is gemeten loodrecht op de as van de autosnelweg. Bepaling van de grens van het domein van de autosnelweg: Onderkant talud +1 meter.
    2. Een afwijking op de vrije strook langs de autosnelweg wordt, ingevolge een beslissing van de Administrateur-Generaal met ref. AV-312-2021-01839 verleend.

Het betreft de plaatsing van twee containers ter vervanging van het huidige portiershuisje. Het portiershuisje wordt afgebroken en vervangen door een berging die bestaat uit stekmetaalrooster, gelast in een stalen kader.

 

BESLUIT

Het Agentschap Wegen en Verkeer adviseert GUNSTIG betreffende de voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met hoger vermelde inlichtingen en beperkingen.

Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de hierna omschreven aandachtspunten.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften voor milieubelastende bedrijvigheid.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 7.2.0. + 8.2.1.2. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:

 

Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.

Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

Gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

De aanvraag heeft betrekking op de afbraak van een bestaand en de bouw van een nieuw portierslokaal bij een bestaand intergemeentelijk recyclagepark zonder wijzigen van deze functie zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kleine Tapuitstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.  De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 5.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 550 liter en een referentieoppervlakte van 1 m². Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

Niet van toepassing.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Het recyclagepark met bijbehorende constructies (portiershuisje, KGA kluis, Recupel lokaal, betaalterminal, weegbruggen enzoverder) wordt behouden en past zich functioneel in in zijn onmiddellijke omgeving.

Het bestaande houten portierslokaal is in een dermate slechte bouwfysische staat dat het onmogelijk nog lang aangewend kan worden voor deze functie. Het is dan ook verantwoord om dit gebouw te slopen. De bouw van de gestapelde kantoorcontainers zorgen voor een duurzame oplossing en beantwoorden aan de huidige noden van de werking op het recyclagepark (bv. gescheiden toiletten en douches). De nieuwe overdekte en af te sluiten berging zorgt voor een droge en diefstal-veilige bergplaats voor materialen die nu op verschillende plaatsen verspreid over de site, opgeslagen worden. De materiaalkeuze is duurzaam en eigen aan de industriële omgeving waardoor het ontwerp verenigbaar is met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13  Bespreking adviezen

Hulpverleningszone Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies stipt nageleefd moeten worden.

 

Het Agentschap Wegen & Verkeer

Deze adviesinstantie bracht een voorwaardelijk gunstig advies uit mits rekening wordt gehouden met de in het advies vermelde inlichtingen, beperkingen en aandachtspunten ‘autosnelwegen’. Dit advies moet strikt gevolgd worden.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Johan Bonnier namens Intergemeentelijke Maatschappij voor Openbare Gezondheid in Zuid-West-Vlaanderen OPDRAVER gevestigd Grote Markt te 8500 Kortrijk, voor het nieuw portiersgebouw - recyclagepark Deerlijk, op een perceel gelegen Kleine Tapuitstraat 6 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 327 T, mits te voldoen aan volgende voorwaarden:

        Het advies van de hulpverleningszone Fluvia dient strikt nageleefd te worden.

        Het advies van het Agentschap Wegen & Verkeer dient strikt nageleefd te worden.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.19. OMV 2022_128 - Vichteknokstraat 36 - melding IIOA - aktename

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor het plaatsen van een bovengrondse propaangastank voor woningverwarming op een perceel gelegen Vichteknokstraat 36 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1028 L ingediend door de heer Henkie Courtens wonende Vichteknokstraat 36 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

De melding ingediend door de heer Henkie Courtens wonende Vichteknokstraat 36 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 26 september 2022.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

 

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

 

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

 

VOORWERP VAN DE MELDING

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Vichteknokstraat 36, kadastraal bekend afdeling 1 sectie B nr. 1028L.

 

De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: het plaatsen van een bovengrondse propaangastank voor woningverwarming.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

17.1.2.2.1°

GASTANK PROPAAN BOVENGRONDS (Nieuw)

2.700 liter

3

 

BEVOEGDHEID

 

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER

 

Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.

 

De aanvraag betreft de plaatsing van een bovengrondse propaangastank in functie van de woningverwarming bij een bestaande woning. De plaatsing gebeurt door een erkend technicus en volgens de wettelijke richtlijnen (onder andere met betrekking tot de afstand van de perceelsgrenzen).

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

 

De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit als met omzichtigheid benaderd worden.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.

 

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

        Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

        Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Henkie Courtens wonende Vichteknokstraat 36 te 8540 Deerlijk voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde het plaatsen van een bovengrondse propaangastank voor woningverwarming gelegen Vichteknokstraat 36 te Deerlijk.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

17.1.2.2.1°

GASTANK PROPAAN BOVENGRONDS (Nieuw)

2.700 liter

3

 

Artikel 2

 

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

 

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

 

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

 

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

 

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

 

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopieën of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

U bent een rolrecht verschuldigd van:

        200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;

        100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

 

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

 

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

        het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges

        het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

        het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen )

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.20. OMV 2022_129 - Oude Pastoriestraat (Jagershof) - melding bronbemaling - aktename

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding van een ingedeelde inrichting of activiteit, meer bepaald een tijdelijke bronbemaling in functie van de bouw van een kelder op een perceel gelegen Oude Pastoriestraat 1, 2 en 3 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 E ingediend door Stijn Putman namens BOUWWERKEN PUTMAN BVBA gevestigd Oude Heerweg 23 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

De melding ingediend door Stijn Putman namens BOUWWERKEN PUTMAN BVBA gevestigd Oude Heerweg 23 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 28 september 2022.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

 

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

 

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

 

VOORWERP VAN DE MELDING

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Oude Pastoriestraat 1, 2 en 3, kadastraal bekend afdeling 2 sectie E nr. 830E.

 

De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: een tijdelijke bronbemaling in functie van de bouw van een kelder

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

Tijdelijke bronbemaling voor de bouw van een kelder. (Nieuw)

12.337 m³/jaar

3

 

BEVOEGDHEID

 

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER

 

Er zijn geen stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.

 

De gemelde exploitatie van een ingedeelde inrichting en/of activiteit is meldingsplichtig en niet verboden.

 

De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit alles met omzichtigheid benaderd worden.

 

De ingedeelde inrichting en/of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

 

De afvoer van het bemalingswater kan afvloeien naar een wadi dat aangelegd werd bij de ontwikkeling van het verkavelingsproject. Dit zal als voorwaarde opgenomen worden bij het besluit.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, § 3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

        Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

        Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door Stijn Putman namens BOUWWERKEN PUTMAN BVBA gevestigd Oude Heerweg 23 te 8540 Deerlijk voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een tijdelijke bronbemaling in functie van de bouw van een kelder gelegen Oude Pastoriestraat 1, 2 en 3 te Deerlijk.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

Tijdelijke bronbemaling voor de bouw van een kelder. (Nieuw)

12.337 m³/jaar

3

 

Artikel 2

 

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

Het bemalingswater moet afgevoerd worden naar de nabijgelegen wadi.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

 

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

 

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

 

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

 

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

 

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopieën of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

U bent een rolrecht verschuldigd van:

        200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;

        100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

 

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

 

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

        het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges

        het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

        het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen )

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.21. Inname openbaar domein - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.22. Woonwijs - dagelijks bestuur - verslag van 27 september 2022 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het dagelijks bestuur van Woonwijs hield een vergadering op 27 september 2022.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

 

Motivering

 

De projectcoördinator vraagt in zijn mail van 3 oktober 2022 het verslag ter kennisgeving voor te leggen aan de colleges van de vijf betrokken gemeentes.

 

De bijbehorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.23. Kwartaalrapport delegaties overheidsopdrachten, betaling goedgekeurde bedragen, meer/minwerken en zwembad Aquandé

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.24. Afvoering van ambtswege - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.25. Afvoering van ambtswege - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 12 OKTOBER 2022

C.26. Zorgtoelage - 3de kwartaal 2022 - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 20/10/2022
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.