Zitting van CBS van 18 MAART 2020
College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 11 maart 2020 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 11 maart 2020.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 11 maart 2020 goed te keuren.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Aankoop medisch materiaal triagecentrum Deerlijk - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aankoop van medisch materiaal voor het triage centrum in Deerlijk goed te keuren.
Motivering
Om corona-besmettingen in dokterspraktijken te vermijden richten de gemeenten uit Zuid-West-Vlaanderen die lid zijn van W13 triage centra op. Patiënten die mogelijk besmet zijn met het coronavirus (COVID-19) komen zo niet meer in contact met andere patiënten in de dokterspraktijk.
Deerlijk is ook lid van W13 en richt een triage centrum op.
Voor deze triage centra hebben de huisartsen medisch materiaal nodig. De aankoop van medisch materiaal wordt vanuit W13 georganiseerd.
Per triage centrum worden de aankopen doorgefactureerd aan de desbetreffende gemeente.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de aankoop van medisch materiaal voor het triage centrum in Deerlijk goed te keuren.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Onderhoudscontract sectionale garagepoort gemeentehuis - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het onderhoudscontract voor de sectionale garagepoort van het gemeentehuis goed te keuren.
Motivering
Er werd een nieuwe sectionale garagepoort geplaatst naar de ondergrondse parking van het gemeentehuis door Nassau Door n.v.
Het is wettelijk verplicht om voor poorten een onderhoudscontract af te sluiten.
Nassau Door n.v. stelt het onderhoudscontract PRO voor. Dit omvat volgende diensten:
• mechanische en elektrische controles
• gedetailleerd inspectierapport
• serviceadvies
• verlengde garantietermijn
• kleine onderdelen inbegrepen
• kosten voor verplaatsing en werkuren inbegrepen
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 105,00 euro excl. btw of 127,05 euro incl. btw per jaar |
Actie | verrichtingen zonder beleidsdoelstelling |
Jaarbudgetrekening | 0190-00/61030000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN |
Visum | niet vereist |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het onderhoudscontract type PRO van de firma Nassau Door n.v., Westerring 13a te 9700 Oudenaarde, voor het onderhoud van de sectionale garagepoort van het gemeentehuis tegen een totaal bedrag van 105,00 euro excl. btw of 127,05 euro incl. btw per jaar goed te keuren.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Grafconcessie - aktename voortijdige beëindiging - goedkeuring
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Grafconcessie - toekenning - goedkeuring
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Grafconcessie - bijzetting - kennisname
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
GP Stijn Devolder - 7 juni 2020 - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van de wielerwedstrijd GP Stijn Devolder, die plaatsvindt op zondag 7 juni 2020, goed te keuren.
Motivering
Op zondag 7 juni 2020 vindt de wielerwedstrijd GP Stijn Devolder plaats in Deerlijk.
Op die dag wordt op de gemeentewegen een grote toeloop van kijklustigen en weggebruikers verwacht.
In het belang van de openbare orde en van de veiligheid dient onverwijld opgetreden te worden.
PZ Gavers maakte op 12 maart 2020 een tijdelijk politiereglement op het verkeer op.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur
Andere:
• Art. 119, § 1 en art. 130 bis van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)
• Wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen
• koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen
• ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit op zondag 7 juni 2020, tussen 10.00 uur en 18.00 uur, geen verkeer toe te laten in de richting van de opsomming van volgende straten: Pladijsstraat, C. Vereeckelaan, Oliebergstraat, Berglaan, Oudstrijderslaan, Vredeplein, Vredelaan, Oliebergstraat en Pladijsstraat.
In de andere richting zijn enkel voetgangers en personen die een fiets of bromfiets aan de hand leiden toegelaten, voor zover zij het trottoir gebruiken.
Artikel 2
Het stilstaan en parkeren wordt op zondag 7 juni 2020 tussen 10.00 uur en 18.00 uur verboden in de in artikel 1 opgesomde straten of straatgedeelten.
Artikel 3
Het verkeer naar de in artikel 1 opgesomde straten wordt omgelegd.
Artikel 4
De nodige te plaatsen verkeersborden voortvloeiend uit de bepalingen vervat in voorgaande artikels, worden overeenkomstig de bij wet voorziene bepalingen aangebracht.
Artikel 5
Overtredingen op onderhavig besluit worden gestraft met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.
Artikel 6
Afschrift van dit besluit wordt aan de bevoegde overheden overgemaakt.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Diverse verslagen - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het aan de gemeente overgemaakte verslag.
Motivering
Volgende verslag werd overgemaakt aan de gemeente:
• Mijn huis - Raad van Bestuur van 25 februari 2020
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Verslagen politiecollege - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen van het politiecollege van 14 februari 2020 en 21 februari 2020.
Motivering
Het verslag van het politiecollege van 14 februari 2020 en van de bijzondere zitting van het politiecollege van 21 februari 2020 werd overgemaakt aan de gemeente.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslagen.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Zwembad - offertes en raamcontracten - week 12 - 2020 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de offertes met betrekking tot bestellingen en raamcontracten in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem- Deerlijk goed te keuren.
Motivering
FARYS/TMVW legt offertes voor bestellingen en raamcontracten in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-Deerlijk steeds ter goedkeuring voor aan beide gemeenten.
Het college van burgemeester en schepenen heeft hiertoe het budgethouderschap.
Volgende offertes voor bestellingen worden ter goedkeuring voorgelegd:
◦ Rothenberger, offerte:
▪ ontstopper pomp: 105,00 euro, excl. btw
◦ Quality Colors, offerte 2000461:
▪ logo's voor in de inkomhal Aquandé, Anzegem en Deerlijk: 407,21 euro, excl. btw
◦ Prosafco, offerte QT00003080-1:
▪ mondmaskers: 175,38 euro, excl. btw
◦ de Compagnie, offerte cf. verrekening:
▪ 2x poef opera large kunstleder bekleding, L140xD52xH42, voor inkomhal: 662,40 euro, excl. btw (nog te vermeerderen met transportkosten)
◦ Gantner, offerte B20700311:
▪ 5 extra badges (opening lokalen): 60,00 euro, excl. btw
Volgende nieuwe raamcontracten worden ter goedkeuring voorgelegd:
◦ niet van toepassing
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | Eénmalige kosten: 1.409,99 euro, excl. btw (waarvan aandeel Deerlijk: 704,995 euro, excl. btw) |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de offertes voor de bestellingen en nieuwe raamcontracten, zoals hierboven aangegeven, goed te keuren in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem - Deerlijk.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Zuidwest - erfgoedbeleidsplan 2021-2026 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het cultureel erfgoedbeleidsplan 2021-2026.
Motivering
In zitting van 25 september 2019 keurde het college van burgemeester en schepenen de toekenning van extra middelen aan de intergemeentelijke cultureel-erfgoedwerking van zuidwest goed.
Met deze lokale bijdragen en de beoogde middelen van een cultureel-erfgoedconvenant met de Vlaamse Overheid, geeft Zuidwest verder vorm aan een dynamische en ambitieuze werking op het vlak van cultureel erfgoed.
In de voorbije maanden maakte Zuidwest de krijtlijnen op voor cultureel erfgoedbeleidsplan 2021-2026 concreet. Op basis van gesignaleerde noden en sterktes in de streek, lokale ambities en bredere dynamieken scherpte Zuidwest daarbij het profiel aan van de erfgoedcel.
Zuidwest bezorgt de samenvattende nota zodat deze ter kennisname kan besproken worden op het college van burgemeester en schepenen.
Mogelijke input en vragen kunnen aan Zuidwest doorgegeven worden voordat de raad van bestuur van Zuidwest de krijtlijnen finaal goedkeurt. De raad komt samen op op vrijdag 20 maart 2020. Ten laatste op 1 april dient zuidwest het aanvraagdossier in voor het erfgoedconvenant.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56. § 1. Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit kennis te nemen van het cultureel erfgoedbeleidsplan 2021-2026.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Uitleendienst - nieuwe materialen - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van nieuw materiaal in de uitleendienst.
Motivering
Volgens artikel 2 van het retributiereglement uitleendiensten, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 28 november 2019, kunnen de betrokken gemeentediensten, mits motivering, de beschikbare materialen van de uitleendiensten krimpen of uitbreiden. Wijzigingen in beschikbare materialen van de uitleendiensten worden ter kennis gegeven aan het college van burgemeester en schepenen.
Op de rondgang van de veiligheidsdiensten op bepaalde Deerlijkse evenementen kwam vaak naar voor dat de voorziene brandblusapparaten door de organisatie van het evenement niet altijd voldoende waren. Eind 2019 werd daarom gekeken of we geen brandblusapparaten konden opnemen in de uitleendienst.
Ondertussen is er een positief advies van brandweerzone Fluvia om brandblusapparaten in de uitleendienst te voorzien indien deze jaarlijks gekeurd worden door een erkende firma. De jeugddienst stelt daarop voor om de keuring van deze toestellen mee op te nemen in de jaarlijkse keuring van de brandblusapparaten van de Deerlijkse jeugdlokalen.
Er werden ondertussen 8 brandblusapparaten aangekocht; 4 poederblussers, 2 CO² blussers en 2 schuimblussers.
Daarnaast werd er door de veiligheidsdiensten ook voorgesteld om wieltjes aan de te kopen die onder werfhekkens kunnen bevestigd worden zodat er op die manier nooduitgangen konden gecreëerd worden.
Ook deze werden ondertussen aangekocht samen met scharnieren. Er werden 6 stuks aangekocht.
De brandblusapparaten en wielen voor werfhekkens zouden gratis aangeboden worden aan categorie A (gemeente), B (verenigingen) en categorie D (niet-Deerlijkse verenigingen en personen die een activiteit organiseren op Deerlijks grondgebied), zoals andere feestmaterialen. Deze materialen kunnen niet ontleend worden door categorie C (privépersonen).
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de toevoeging van brandblusapparaten en wielen voor werfhekkens aan de materialen van de uitleendienst.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Vrijwilligersovereenkomst buitenspeeldag - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de vrijwilligersovereenkomst voor de buitenspeeldag 2020 goed te keuren.
Motivering
Voor het organiseren van de buitenspeeldag doet de jeugddienst beroep op vrijwilligers. Deze vrijwilligers dienen een vrijwilligersovereenkomst te ondertekenen.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen keurt de vrijwilligersovereenkomst voor de buitenspeeldag 2020 goed.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Verkoop theaterzetels OC d'Iefte - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om kennis te nemen van de afrekening van de verkoop van de oude theaterzetels van het ontmoetingscentrum d'Iefte.
Motivering
De oude theaterzetels van OC d'Iefte werden te koop aangeboden tijdens een verkoopmoment op 22 februari. Er werden in totaal 73 zetels verkocht aan 11 verschillende kopers. Dit bracht in totaal 1.905 euro op.
Er wordt voorgesteld om de opbrengst te investeren in verfraaiingswerken in de bar van d'Iefte. Met dat bedrag kunnen nieuwe barkrukken gekocht worden en kan de bar van een nieuwe laag verf voorzien worden. Dit budget kan voorzien worden bij budgetwijziging.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, §1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 1.905 euro |
Actie | Overig beleid - verkopen van goederen |
Jaarbudgetrekening | GBB / 0705-00 / 70000000 |
Visum | niet vereist |
Het binnengekomen bedrag zal bij budgetwijziging voorzien worden op jaarbudgetrekening GBB / 0705-00 / 61500000, om enkele verfraaiingswerken uit te voeren in de bar van OC d'Iefte.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de verkoopcijfers na de verkoop van de oude theaterzetels.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit om de opbrengst van de verkoop bij budgetwijziging te voorzien voor enkele verfraaiingswerken aan de bar van OC d'Iefte.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
OMV 2020.22 - Oliebergstraat 110 - opening openbaar onderzoek - goedkeuring
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
OMV 2019_164 - Kerkstraat 208 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning en een vrijstaand bijgebouw, op een perceel gelegen Kerkstraat 208 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 378 Y aangevraagd door Buyse - Buysse wonende Harelbekestraat 38/102A te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 12 maart 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
1.1. Het volledige bijgebouw en het pad achter het bijgebouw moeten zich bevinden in de eerste 50 m vanaf de rooilijn en moeten bijgevolg minstens 0,80 m dichter bij de woning ingeplant worden, ofwel dient de inplanting van het bijgebouw behouden te blijven en kan de verharding aan de achterzijde van het bijgebouw niet uitgevoerd worden.
1.2. De afsluiting langs de linker zijperceelsgrens in het gedeelte voortuin dient te bestaan uit een haag conform de afsluiting voorzien op de rooilijn in plaats van de aangevraagde houten afsluiting.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De eigendom situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming voor de eerste 50 m vanaf de rooilijn een woongebied met landelijk karakter en voor het overige agrarisch gebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 13 juli 1993 (dossiernummer VK 1993.8 1036-10).
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De voorschriften van de verkaveling zijn van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is gedeeltelijk in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 oktober 1994 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een garage achter een later te bouwen woning.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langsheen de Kerkstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg in Sint-Lodewijk - Deerlijk. De Kerkstraat vormt de verbindingsweg met Anzegem. De ruimere omgeving wordt gekenmerkt door een diversiteit aan types bebouwing gaande van vrijstaande woningen, halfopen bebouwing tot rijbebouwing en in hoofdzaak eengezinswoningen en bedrijfsgebouwen in de ruimere omgeving. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door een residentiële bewoning van het open bebouwingstype. Het perceel heeft een oppervlakte van 980 m² en is een onbebouwd perceel.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst op de eigendom (lot 2 van de verkaveling) een vrijstaande eengezinswoningen en een vrijstaande garage te bouwen. De woning wordt opgetrokken binnen het bouwkader van de verkaveling op 10 m van de voorkavelgrens en op 3 m van de zijperceelsgrenzen. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt 32,29 m. De woning wordt opgebouwd uit 1 bouwlaag, afgewerkt met een hellend dak. De maximale kroonlijsthoogte van de woning bedraagt 3,1 m en de nokhoogte bedraagt 8,02 m. Op het gelijkvloers wordt een inkomhal met toilet, een bergruimte, een zithoek, een eetplaats, een keuken, een bureau, een wasruimte en twee slaapkamers voorzien. Op de verdieping, onder het dak, wordt op het ontwerp geen indeling voorzien. De woning wordt afgewerkt in een bruin rood genuanceerde gevelsteen in combinatie met aluminium beige/bruin buitenschrijnwerk, dorpels in blauwe hardsteen en goten en afleiders in koper. In de voortuinstrook wordt een oprit voorzien naar de achterliggende garage en extra verharding als toegangspad naar de voordeur. Aansluitend op en rechts van dit toegangspad wordt nog een parking aangelegd in ondoorlatende verharding die plaats geeft voor 2 voertuigen. De oprit naar de achterliggende garage wordt aangelegd in waterdoorlatende verharding. Aansluitend aan de achtergevel van de woning wordt een terras van 20 m² voorzien. In de achtertuin wordt op 3 m van de linker perceelsgrens en op 10 m van de rechter perceelsgrens, op 17,65 m van de achtergevel van de woning en op 4,49 m van de achterperceelsgrens een vrijstaande garage ingeplant. Het volume wordt voorzien met een breedte van 5,9 m op een diepte van 10,15 m en wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 3,5 m. Het betreft een volledig gesloten constructie met in de voorgevel een sectionale poort en in de rechterzijgevel een raam en een deur. Deze garage wordt afgewerkt in dezelfde materialen en kleuren als de woning. In de voortuin wordt naast de toegangsweg tot de garage in waterdoorlatende verharding ook een pad naar de voordeur en extra parking aangelegd. De parking heeft een breedte van 6,30 m op een diepte van 7 m aansluitend op het toegangspad. De dimensionering van deze parking is afgestemd op de rolstoeltoegankelijkheid van de parkeerplaatsen. De voortuinverharding bedraagt 54 %.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 27 december 2019 tot 25 januari 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
5. Adviezen
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De eigendom is gelegen binnen de grenzen van de goedgekeurde niet-vervallen verkaveling zoals goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 13 juli 1993 (dossiernummer VK 1993.8 1036-10).
Aangezien de verkaveling meer dan 15 jaar oud is, vormt deze in toepassing van artikel 4.3.1 §1 van de VCRO geen weigeringsgrond meer voor de vergunningverlenende overheid en kan ze bijgevolg als het ware buiten beschouwing gelaten worden.
Bijgevolg dient de aanvraag te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de bestemming woongebied met landelijk karakter en agrarisch gebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
De aanvraag situeert zich grotendeels in het gedeelte woongebied met landelijk karakter. Het bouwen van een woning met bijgebouw is conform deze gewestplanbestemming. Echter ligt de verharding achter het bijgebouw in het gedeelte agrarisch gebied. Dit is niet conform de bestemming van het gewestplan aangezien deze verharding niet tot de vrijgestelde verhardingen valt (de totale oppervlakte van de verharding die niet strikt noodzakelijk ligt boven de 80 m²). Bijgevolg dient in de voorwaarden bij afgifte van de vergunning opgenomen te worden dat ofwel de verharding aan de achterzijde van het bijgebouw uit de vergunning gesloten moet worden ofwel het pad achter het bijgebouw zich moet bevinden in de eerste 50 m vanaf de rooilijn en bijgevolg het bijgebouw met pad minstens 0,80 m dichter bij de woning ingeplant moet worden. Bijgevolg kan de aanvraag in overeenstemming gebracht worden met de voorzieningen van het gewestplan.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kerkstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 3.500 liter en een referentieoppervlakte van 5,6 m², het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een eengezinswoning in een goedgekeurde verkaveling. De aanvraag voldoet voor de woning zowel naar bouwvolume, afstand tot de perceelsgrenzen, als materiaalgebruik aan de voorschriften van de verkaveling. Op deze manier past de eengezinswoning zich in, in de omgeving. De garage wordt voorzien in de tuinzone bij de woning. Het betreft een volledig gesloten constructie die wel niet volledig conform de voorschriften van de verkaveling is (zowel qua hoogte als oppervlakte). Een bijgebouw met een oppervlakte van minder dan 60 m² staat in verhouding tot het ruime perceel waarop de bebouwing opgetrokken wordt. Omdat achterliggend nog ruime landbouwgebouwen aanwezig zijn, zal het bijgebouw niet storend zijn voor de omgeving, noch voor het achterliggend agrarisch gebied. De tuinzone is na de bouw van de woning, de garage en het terras nog voldoende ruim teneinde deze kwalitatief in te richten. Er is op eigen terrein ook voldoende parkeergelegenheid voorzien teneinde de impact op mobiliteit te beperken. De inrichting van de parkeerplaats in de voortuin, de breedte van het toegangspad naar de voordeur en de inrichting van de woning is volledig rolstoeltoegankelijk zodat de aanvraag inspeelt op toekomstige noden en duurzaamheid (meegroeiwonen). De groenzone in de voortuin is minimaal versnipperd (2 volwaardig groen in te richten vakken die iets minder dan de helft van de oppervlakte van de voortuin innemen) en wordt aan de straat afgescheiden door een haag. Gelet op de aangepaste parkeerplaatsen en de beperkte versnippering zal de voortuin zorgen voor een voldoende inkleding in het straatbeeld. De aanvrager voorziet de plaatsing van een houten afsluiting langs de linker zijperceelsgrens, ook deels in de zone van de voortuin. In functie van kwaliteit van de voortuin en de impact op het straatbeeld dient het gedeelte van de afsluiting in de voortuin langs de linker zijperceelsgrens te bestaan uit een haag conform de voorziene afsluiting op de rooilijn. Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaren, noch opmerkingen ingediend.
Bijgevolg kan het ontwerp verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
7.14 Belastingsreglement op ontbrekende parkeerplaatsen
Overeenkomstig de gemeenteraadsbeslissing van 28 november 2019 betreffende de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen moet er voor een nieuwbouwwoning één parkeerplaats voorzien worden. Er wordt een vrijstaande garage met voorliggende oprit aangelegd zodat bijgevolg voldaan is aan de genoemde gemeenteraadsbeslissing.
Juridische gronden
2. Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
3. Andere:
3.1. Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
3.2. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Buyse - Buysse wonende Harelbekestraat 38/102A te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning en een vrijstaand bijgebouw, op een perceel gelegen Kerkstraat 208 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 378 Y, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
1.1. Het volledige bijgebouw en het pad achter het bijgebouw moeten zich bevinden in de eerste 50 m vanaf de rooilijn en moeten bijgevolg minstens 0,80 m dichter bij de woning ingeplant worden, ofwel dient de inplanting van het bijgebouw behouden te blijven en kan de verharding aan de achterzijde van het bijgebouw niet uitgevoerd worden.
1.2. De afsluiting langs de linker zijperceelsgrens in het gedeelte voortuin dient te bestaan uit een haag conform de afsluiting voorzien op de rooilijn in plaats van de aangevraagde houten afsluiting.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
OMV 2019_172 - Desselgemknokstraat 17 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een bestaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Desselgemknokstraat 17 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 430 K en (afd. 1) sectie A 430 G aangevraagd door Vanderbeken - Maes wonende Desselgemknokstraat 17 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 12 maart 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 9 december 1966 (dossiernummer 1966.14/2013-2).
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan en de verkaveling zijn van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is niet in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 maart 1970 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woonhuis.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langsheen de Desselgemknokstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Desselgemknokstraat situeert zich in het noordoosten van de gemeente. De woning maakt deel uit van een koppelbebouwing met achterliggend een bedrijfsgebouw. Aan de overzijde van de weg is vrijstaande bebouwing aanwezig in een landelijke context. De woning van de aanvrager bestaat uit een hoofdvolume van één bouwlaag met een zadeldak met een noklijn evenwijdig met de straat en achterliggend een aangebouwde veranda.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst de bestaande veranda aan de achterzijde van de woning te slopen en deze te vervangen door een nieuw volume op dezelfde footprint. Het nieuwe volume heeft bijgevolg een breedte van 12,11 m op een diepte van 3,25 m. De uitbouw wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 3 m boven de vloerpas. Hiertoe moet de bestaande scheidingsmuur niet opgehoogd worden. Dit nieuwe volume wordt ingericht als uitbreiding van de keuken en als uitbreiding van de berging. De inrichting van het hoofdvolume blijft behouden. De zijgevels en de gemetste delen van de achtergevel van het nieuwe volume worden bekleed met een witte crepi en het overgrote deel van de achtergevel bestaat uit glaspartijen in een schrijnwerk in zwarte aluminium. Ook het schrijnwerk van het hoofdvolume van de woning wordt vervangen door nieuw schrijnwerk in zwarte aluminium. De gevelbekleding van het hoofdvolume blijft behouden.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 27 december 2019 tot 25 januari 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
5. Adviezen
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De eigendom is gelegen binnen de grenzen van de goedgekeurde niet-vervallen verkaveling zoals goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 9 december 1966 (dossiernummer VK2013_2/1966.14).
Aangezien de verkaveling meer dan 15 jaar oud is, vormt deze in toepassing van artikel 4.3.1 §1 van de VCRO geen weigeringsgrond meer voor de vergunningverlenende overheid en kan ze bijgevolg als het ware buiten beschouwing gelaten worden.
De aanvraag dient bijgevolg afgetoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de bestemmingsvoorschriften van het agrarisch gebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt:
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
De aanvraag valt onder de basisrechten voor zonevreemde constructies van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening voor wat betreft de verbouwing van de zonevreemde woning waarbij artikel 4.4.12 stelt dat in alle bestemmingsgebieden de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor het verbouwen van een bestaande zonevreemde woning op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal, waarbij artikel 4.4.15 stelt dat het uitbreiden vergunbaar is voor zover het bouwvolume beperkt blijft tot ten hoogste 1.000 m³ en op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal en waarbij artikel 4.4.11 stelt dat de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening onverkort geldt bij de afgifte van een vergunning.
In het voorliggend ontwerp blijft het aantal woongelegenheden behouden. De bestaande woning heeft een bruto volume van 756,28 m³ en het bruto bouwvolume van de woning na verbouwing bedraagt 762,18 m³ (< 1.000 m³). De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening (zie onder). De aanvraag voldoet aan de bepalingen van de codex en is bijgevolg in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Desselgemknokstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40 m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op de herbouw van een nevenvolume bij een bestaande eengezinswoning met behoud van deze functie zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Het nieuwe volume is aangepast aan de hedendaagse normen. De footprint van het nieuwe volume is hetzelfde als deze van de te verwijderen veranda zodat er geen impact is op het huidige ruimtegebruik en de tuinzone behouden blijft als private buitenruimte. Het nevenvolume blijft beperkt tot één bouwlaag met plat dak zodat de impact op de aanpalende eigendommen beperkt blijft. Het hoofdvolume blijft behouden zodat het straatbeeld niet geschaad wordt. Het gebruikte materiaal is traditioneel. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
Andere:
o Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
o Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Vanderbeken - Maes wonende Desselgemknokstraat 17 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen van een bestaande eengezinswoning, op een perceel gelegen Desselgemknokstraat 17 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 430 K en (afd. 1) sectie A 430 G.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
OMV 2019_184 - Wandelweg - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met carport na afbraak van de tuinberging, op een perceel gelegen Wandelweg zn en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 276 A3 aangevraagd door Demarcke Thomas - Clarysse Tina wonende Kapel ter Rustestraat 41/C te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 12 maart 2020.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, met als bestemming stedelijk woongebied.
De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestelijk RUP is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.
Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
2. Historiek
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
3.1. Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen op de hoek van de Wandelweg en de Paanderstraat. De omgeving wordt gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan bouwtypes (gesloten, half open en vrijstaand) hoofdzakelijk met de functie wonen. Het terrein is op heden ingericht als tuin met een tuinberging en grotendeels afgebakend met een levende haag.
3.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een alleenstaande eengezinswoning met dubbele carport na afbraak van een bestaande tuinberging. De nieuwe woning wordt een bouwvolume met twee bouwlagen en afgewerkt met een plat dak.
De woning wordt ingeplant op 5 m achter de rooilijn en op 6 m van de linker zijperceelsgrens. De afstand tot de achterperceelsgrens bedraagt 8,04 m. Het volume is 13,30 m breed en 7,02 m diep. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,10 m ten opzichte van de vloerpashoogte van het gelijkvloers. Langs de linkerzijde van de woning, op 3 m achter de voorbouwlijn van de woning, wordt een dubbele carport voorzien met één bouwlaag en plat dak met een hoogte van 3 m. De carport is 6 m breed en 6 m diep, bevindt zich in de vrije zijstrook tot tegen de perceelsgrens en is langs 3 zijden open. Het dak van de carport werd langs de linker zijgevel van de woning een stukje doorgetrokken tot boven de zijdeur waardoor hij tevens dienst doet als overdekte private toegang. Op de gelijkvloerse verdieping van de woning bevindt zich centraal vooraan de inkomzone met apart toilet en trap naar de verdieping met daarachter de leefruimte en half-open kookruimte. Links van de inkom bevindt zich een berging, ruimte voor de technieken en wasruimte met toegang tot de carport via de luifelconstructie. Op de verdieping bevinden zich achteraan 4 slaapruimtes en vooraan een badkamer, een apart toilet en een kleine berging. De nachthal heeft een dubbele functie en zal ook dienst doen als dressing. De gevels van de woning worden afgewerkt in een witte crepi, met accent-bekleding in hout. Het buitenschrijnwerk bestaat uit zwarte aluminium. Aan de achtergevel van de woning wordt een terras voorzien met een totale breedte van 11 m en een diepte van 3,5 m. Aan de voorgevel wordt een toegangspad voorzien naar de voordeur.
3.3. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
De aanpalende eigenaars werden op 29 januari 2020 aangeschreven omdat de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.
5. Adviezen
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestelijk RUP. De aanvraag ligt volgens de voorzieningen van het gewestelijk RUP Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk (goedgekeurd 20/01/2006) in een stedelijk woongebied.
In deze zone gelden de voorschriften van Art. 7.1. stedelijk woongebied, waarbij §1 als volgt luidt:
Het gebied is bestemd voor wonen, openbare groene en verharde ruimten en aan het wonen verwante voorzieningen. Onder aan het wonen verwante voorzieningen worden verstaan: handel, horeca, bedrijven, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, kantoren en diensten, parkeer- en openbaar vervoer voorzieningen, openbare groene en verharde ruimten, socio-culturele inrichtingen en recreatieve voorzieningen.
Het gevraagde voldoet aan de bestemmingsvoorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan aangezien de aanvraag betrekking heeft op de bouw van een eengezinswoning met carport.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Wandelweg een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 1.800 liter en een referentieoppervlakte van 2,88 m², het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een eengezinswoning in een residentiële omgeving zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Bij de inplanting van de woning is rekening gehouden met de standaard afstanden tot zowel zij- als achterkavelgrens. De bouwhoogte is afgestemd op de bebouwing uit de omgeving die zowel bestaat uit volumes met 2 volwaardige bouwlagen en hellend dak of verder in de straat met plat dak als volumes met één bouwlaag en hellend dak. Het materiaalgebruik is eigentijds in een eerder heterogene woonomgeving zodat het straatbeeld niet geschaad wordt. Bij het ontwerp is rekening gehouden met de bestaande beplanting op de perceelsgrens. Er wordt een carport voorzien die grenst aan de linker perceelsgrens waarbij de aanpalers werden aangeschreven en waarbij geen bezwaar of opmerkingen werden geformuleerd. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing
7.12 Scheidingsmuren
Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
Andere:
o Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
o Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Demarcke Thomas - Clarysse Tina wonende Kapel ter Rustestraat 41/C te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met carport na afbraak van de tuinberging, op een perceel gelegen Wandelweg zn en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 276 A3.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
OMV 2020_33 - Schoolstraat 27, 29 en 31 - melding IIOA - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor een bronbemaling ten behoeve van de plaatsing van een kelder en liftputten op een perceel gelegen Schoolstraat 27, 29 en 31 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 343 T3, (afd. 1) sectie B 343 A4, (afd. 1) sectie B 343 S3 en (afd. 1) sectie B 346 M ingediend door Jean Degezelle namens DETRAC NV gevestigd Jagershoek 14 te 8570 Anzegem.
Motivering
De melding ingediend door Jean Degezelle namens DETRAC NV gevestigd Jagershoek 14 te 8570 Anzegem, werd per beveiligde zending verzonden op 24 februari 2020.
Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.
Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.
Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”
VOORWERP VAN DE MELDING
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Schoolstraat 27, 29 en 31, kadastraal bekend afdeling 1 sectie B nrs. 343T3, 343A4, 343S3 en 346M.
De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: bronbemaling ten behoeve van de plaatsing van een kelder en liftputten.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
53.2.2°a) | Bemaling voor uitgraven bouwput (Nieuw) | 24255,77 m³/jaar | 3 |
BEVOEGDHEID
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER
Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding van deze ingedeelde inrichting of activiteit.
De melding omvat de volgende meldingsplichtige ingedeelde inrichtingen of activiteiten:
een bronbemaling ten behoeve van de plaatsing van een kelder en liftputten
Deze melding heeft een invloed op de volgende milieu technische aspecten:
Het bemalingswater dient in volgorde van de mogelijkheid, ofwel geretourneerd te worden in de bodem, afgevoerd te worden naar een nabij gelegen oppervlaktewater, geloosd worden in de RWA van een gescheiden stelsel, en pas in laatste instantie, als voorgaande mogelijkheden niet beschikbaar zijn, geloosd in een gemengd rioleringsstelsel.
Indien op gelijk welk moment meer dan 10 m³/uur bemalingswater geloosd wordt in de openbare riolering moet een schriftelijke toelating van Aquafin voorhanden zijn.
De ingedeelde inrichting of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.
De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit als met omzichtigheid benaderd worden.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.
De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
Andere:
o Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014
o Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)
o Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Er wordt akte genomen van de melding ingediend door Jean Degezelle namens DETRAC NV gevestigd Jagershoek 14 te 8570 Anzegem voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde het bronbemaling ten behoeve van de plaatsing van een kelder en liftputten gelegen Schoolstraat 27, 29 en 31 te Deerlijk.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
53.2.2°a) | Bemaling voor uitgraven bouwput (Nieuw) | 24.255,77 m³/jaar | 3 |
Artikel 2
De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de vergunde rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
OMV 2020_32 - Paanderstraat 39 - melding IIOA - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor het plaatsen van een warmtepomp met een nominaal vermogen van 7,5 kW op een perceel gelegen Paanderstraat 39 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 264 N2 ingediend door de heer Wim Degroote, wonende Paanderstraat 39 te 8540 Deerlijk.
Motivering
De melding ingediend door de heer Wim Degroote, wonende Paanderstraat 39 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 23 februari 2020.
Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.
Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.
Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”
VOORWERP VAN DE MELDING
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Paanderstraat 39, kadastraal bekend afdeling 1 sectie A nr. 264N2.
De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: plaatsen van een warmtepomp met een nominaal vermogen van 7,5 kW.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
16.3.2°a) | warmtepomp (Nieuw) | 7,5 KW | 3 |
BEVOEGDHEID
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER
Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding van deze ingedeelde inrichting of activiteit.
De melding omvat de volgende meldingsplichtige ingedeelde inrichtingen of activiteiten:
De aanvraag betreft het plaatsen van een warmtepomp met een nominaal vermogen van 7,5 kW uitsluitend voor huishoudelijk gebruik.
Deze melding heeft een invloed op de volgende milieu-technische aspecten:
De warmtepomp is een nieuw toestel van het inverter-type, te plaatsen door een erkend koeltechnisch bedrijf waardoor eventuele hinder naar de omgeving zeer gering is.
De ingedeelde inrichting of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.
De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit als met omzichtigheid benaderd worden.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, § 3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.
De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
Andere:
o Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014
o Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)
o Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Wim Degroote wonende Paanderstraat 39 te 8540 Deerlijk voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde het plaatsen van een warmtepomp met een nominaal vermogen van 7,5 kW gelegen Paanderstraat 39 te Deerlijk.
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Totale hoeveelheid | Klasse |
16.3.2°a) | warmtepomp (Nieuw) | 7,5 KW | 3 |
Artikel 2
De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met trekking tot de vergunde rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Premie zwerfvuilactie - Vormselwerkgroep De Wijngaard - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een premie toe te kennen naar aanleiding van het uitvoeren van een zwerfvuilactie.
Motivering
We ontvingen de volgende aanvraag:
Naam en adres aanvrager Rekeningnummer | gebruik selector: indien ja + factuur/betalingsbewijs IMOG | Premie (100% van de factuur van IMOG + 100 euro per deelgebied) | Nummer(s) deelgebied(en) |
Vormselwerkgroep De Wijngaard Marijke Degezelle Gaaistraat 1 8540 Deerlijk
BE82-7370-1351-4668 |
neen |
400 euro |
8, 9,11,12 |
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere :
◦ Het gemeentelijk reglement betreffende betoelaging voor zwerfvuilacties, goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 november 2019
Adviezen
Op 10 maart 2020 voerden de gemeentediensten controle ter plaatse uit om vast te stellen of er aan de verplichtingen werd voldaan om tot uitbetaling van de premie over te gaan. Er werd een gunstig advies verleend.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Bedrag | 400,00 euro |
Actie | Overig beleid |
Jaarbudgetrekening | GBB-CBS / 0390-00 / 64910202 |
Begunstigde(n) | Vormselwerkgroep De Wijngaard |
Rekeningnummer begunstigde(n) | BE82-7370-1351-4668 |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om de premie uit te betalen.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Rapportering visum en debiteurenbeheer 2019 - kennisname
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om kennis te nemen van de rapportering visum- en debiteurenbeheer 2019.
Motivering
De financieel directeur dient minstens eenmaal per jaar in volle onafhankelijkheid te rapporteren aan het college van burgemeester en schepenen en aan de gemeenteraad over de uitvoering van zijn taak van voorafgaande controle van de krediet- en wetmatigheid van de voorgenomen verbintenissen, en van het debiteurenbeheer. In bijlage bevinden zich beide rapporten voor het jaar 2019, en hun bijlages.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 177 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De kennisname heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de rapportering van de financieel directeur betreffende het jaar 2019 omtrent de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole en het debiteurenbeheer.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad deze rapportering ter kennisname voor te leggen aan de gemeenteraad.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen - verslag van 19 februari 2020 - kennisname
Aanleiding en context
De kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen hield een vergadering op 19 februari 2020. Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag van deze vergadering.
Motivering
Het verslag bevindt zich in bijlage. Het college van burgemeester en schepenen beschikt over een termijn van 30 dagen, die ingaat op de dag nadat de notulen zijn binnengekomen, om een besluit te schorsen indien het gemeentelijk (financieel) belang geschaad wordt.
Er is geen advies nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid :
◦ Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
◦ Art. 57 en 58, § 1 Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Kerkfabriek Sint-Columba - verslag van 19 februari 2020 - kennisname
Aanleiding en context
De kerkfabriek Sint-Columba hield een vergadering op 19 februari 2020. Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag van deze vergadering.
Motivering
Het verslag bevindt zich in bijlage. Het college van burgemeester en schepenen beschikt over een termijn van 30 dagen, die ingaat op de dag nadat de notulen zijn binnengekomen, om een besluit te schorsen indien het gemeentelijk (financieel) belang geschaad wordt.
Er is geen advies nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid :
◦ Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
◦ Art. 57 en 58, § 1 Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen - jaarrekening 2019 - kennisname en verzoek agendering gemeenteraad
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om kennis te nemen van de jaarrekening 2019 van kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen en voor gunstig advies voor te leggen aan de eerstvolgende gemeenteraad.
Motivering
De jaarrekening 2019 en alle officiële documenten bevinden zich in bijlage. Het college van burgemeester en schepenen overloopt de jaarrekening 2019 en neemt akte van de interne kredietaanpassing goedgekeurd in de kerkraad van 20 december 2019.
Het exploitatieoverschot bedraagt 12.146,17 euro. De investeringen omvatten de kosten voor de vervanging van de verwarmingsinstallatie en het wegnemen van het vast tapijt.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om de jaarrekening 2019 van de kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen voor gunstig advies voor te leggen aan de eerstvolgende gemeenteraad.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Kerkfabriek Sint-Columba - jaarrekening 2019 - kennisname en verzoek agendering gemeenteraad
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om kennis te nemen van de jaarrekening 2019 van kerkfabriek Sint-Columba en voor gunstig advies voor te leggen aan de eerstvolgende gemeenteraad.
Motivering
De jaarrekening 2019 en alle officiële documenten bevinden zich in bijlage. Het college van burgemeester en schepenen overloopt de jaarrekening 2019 en neemt akte van de interne kredietaanpassing goedgekeurd in de kerkraad van 20 december 2019.
Het exploitatieoverschot bedraagt 9.437,18 euro. De investeringen omvatten de kosten voor een geluidsinstallatie kerk en voor onderhoud privaat patrimonium, en sluiten in evenwicht.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om de jaarrekening 2019 van de kerkfabriek Sint-Columba voor gunstig advies voor te leggen aan de eerstvolgende gemeenteraad.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring
Aanleiding en context
Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Organisatiebeheersysteem
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2020/11 goed te keuren.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2020/21 goed te keuren.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Personeel - dienstvrijstelling - agendering gemeenteraad - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de delegatie voor het toestaan van brugdagen en andere extra dienstvrijstellingen te delegeren.
Motivering
Het coronavirus (COVID-19) maakt dat een aantal medewerkers van de organisatie niet langer aan het werk kunnen blijven, omdat hun dienst sluit of hun opdracht niet meer uit te voeren valt.
De bevoegdheid om dienstvrijstellingen toe te staan, zoals omschreven in artikel 326 van de rechtspositieregeling, behoort op vandaag tot de bevoegdheid van de gemeenteraad. Gelet op de noodzaak om snel te kunnen handelen wordt voorgesteld deze bevoegdheid te delegeren naar het college van burgemeester en schepenen, en deze vervolgens door te delegeren aan de algemeen directeur als hoofd van het personeel.
Bijkomend wordt voorgesteld om reeds een voorafname hierop te nemen, en dienstvrijstelling te verlenen aan de medewerkers die omwille van het coronavirus momenteel hun taak niet meer kunnen opnemen, en voor wie geen alternatief kan voorzien worden.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere: Art. 326 rechtspositieregeling gemeente Deerlijk
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de delegatie van de toekenning van extra dienstvrijstellingen en van brugdagen te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.
Artikel 2
Het college is principieel akkoord om dienstvrijstelling te verlenen aan medewerkers die omwille van het coronavirus hun taak niet kunnen opnemen, en voor wie geen alternatief kan voorzien worden, voor de duur van de huidige federale fase van het crisisbeheer (momenteel tot 5 april 2020).
Artikel 1 Louis Vanderbeken Sandra De Leeuw-Goussey Claude Croes Matthias Vanneste Sarah Barbe Regine Rooryck Bert Schelfhout Louis Vanderbeken Sandra De Leeuw-Goussey Claude Croes Matthias Vanneste Regine Rooryck Bert Schelfhout aantal voorstanders: 6 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
De Watergroep - vernieuwing Raad van Bestuur - kandidatuurstelling - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een kandidaat-lid aan te duiden in de Raad van Bestuur van De Watergroep en deze voordracht te laten bekrachtigen in de eerstvolgende gemeenteraad.
Motivering
De gemeente Deerlijk is vennoot bij De Watergroep.
Op 25 februari 2020 ontving de gemeente de brief van 20 februari 2020 aangaande de vernieuwing van de Raad van Bestuur van De Watergroep. Op de algemene vergadering van 12 juni 2020 lopen alle mandaten van de huidige Raad van Bestuur ten einde.
Conform de statuten van De Watergroep en in overeenstemming met het decreet deugdelijk bestuur, zal de nieuwe raad van bestuur bestaan uit maximaal 13 bestuurders (natuurlijke personen) inclusief de voorzitter.
De raad van bestuur wordt als volgt samengesteld:
• De algemene vergadering benoemt 4 bestuurders. Hiertoe worden 4 kandidaten voorgedragen door de provinciale vennotenvergaderingen.
• De Vlaamse regering kiest 1 bestuurder uit 4 kandidaten die zijn voorgedragen door de provinciale vennotenvergaderingen.
• De Vlaamse regering benoemt rechtstreeks drie bestuurders, inclusief de voorzitter.
• De Vlaamse regering benoemt 5 onafhankelijke bestuurders op voordracht van de raad van bestuur.
De gemeente Deerlijk is gerechtigd om kandidaten voor te dragen aan de vennoten- vergadering van de provincie West-Vlaanderen als volgt:
• voordracht 1 kandidaat aan de algemene vergadering + 1 kandidaat aan de Vlaamse regering;
• OF voordracht 1 kandidaat aan zowel de algemene vergadering als de Vlaamse regering;
• OF voordracht 1 kandidaat aan de algemene vergadering;
• OF voordracht 1 kandidaat aan de Vlaamse regering.
De kandidaat mag wel geen lid zijn van:
• de Federale Kamer van Volksvertegenwoordigers, Senaat en Regering;
• het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering;
• het Europees Parlement en de Europese Commissie;
• de bestendige deputatie van de provincie.
De raad van bestuur komt maandelijks bijeen op de laatste vrijdag van de maand, van 10.00 uur tot 13.00 uur. Op de vergadering worden strategische en beleidsmatige dossiers alsook grote investeringen overlegd en beslist. De werkingsregels van de raad zijn bepaald in het huishoudelijk reglement.
Binnen de raad van bestuur zijn er ook nog 3 comités werkzaam:
• Bureau van de raad van bestuur: bestaat uit de voorzitter en 4 leden van de raad van bestuur. Het bureau vergadert maandelijks, waarbij de agenda voor de vergadering van de raad van bestuur wordt vastgelegd. Het bureau oefent tevens de functie van remuneratiecomité uit.
• Consultatieve Commissie voor Pensioenen: is paritair samengesteld uit 2 afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties en evenveel afgevaardigden aangewezen door de raad van bestuur. De commissie vergadert twee maal per jaar, in de praktijk 3 à 4 maal.
• Intern auditcomité: bestaat uit 6 bestuurders van De Watergroep.
Er werd ook een omschrijving meegegeven van de algemene en specifieke profielvereisten van de toekomstige raad van bestuur.
De vergoedingen van de raad van bestuur staan vermeld in het huishoudelijk reglement van De Watergroep.
De kandidaatstellingen voor het mandaat van lid van de Raad van Bestuur voor de periode juni 2020 – juni 2025 moeten ingediend worden tegen uiterlijk 21 maart 2020. De Watergroep vraagt ook naast de naam van het voorgedragen lid ook een curriculum (identiteitsgegevens, opleiding, beroep en mandaten) te bezorgen.
De voorgedragen kandidaten worden verkozen op de provinciale vennotenvergaderingen. De vergadering voor de provincie West-Vlaanderen gaat door op dinsdag 21 april 2020 om 18.00 uur in Kortrijk.
De gemeentelijke vertegenwoordiger in het aandeelhoudersbestuur van de drinkwaterdienst, burgemeester Claude Croes, kreeg hiervoor een uitnodiging en is ook de stemgerechtigde in de vergadering voor onze provincie.
De vertegenwoordiger in het aandeelhoudersbestuur van drinkwater dient persoonlijk aanwezig te zijn en kan zich niet laten vertegenwoordigen door een plaatsvervanger.
Iedere vertegenwoordiger heeft in de vennotenvergadering evenveel stemrechten als het aandeel aandelen van de vennoten in De Watergroep.
Om de bestuurders aan te stellen door de algemene vergadering wordt 1 kandidaat per provincie gekozen. Om de bestuurder aan te stellen door de Vlaamse regering wordt 1 kandidaat per provincie gekozen. Een kandidaat die wordt verkozen om voor te dragen aan de algemene vergadering kan niet meer worden verkozen om voor te dragen aan de Vlaamse regering.
De verkiezing gaat concreet als volgt:
De provinciale vennotenvergadering zal eerst de kandidaat voor voordracht aan de algemene vergadering kiezen. Nadien de kandidaat voor voordracht aan de Vlaamse regering.
Indien de gemeente één persoon aanduidt die zowel kandidaat is voor voordracht algemene vergadering als voor voordracht Vlaamse regering en deze persoon bij de keuze van de kandidaat, voor te dragen aan de algemene vergadering, de meeste stemmen zou behalen, dan zal hij/zij effectief aan de algemene vergadering worden voorgedragen. Deze persoon kan niet meer deelnemen aan de verkiezing (door de vennotenvergadering) van de kandidaat die zal worden voorgedragen aan de Vlaamse regering.
Moest deze persoon niet de meeste stemmen behalen, dan neemt hij/zij wel nog deel aan de verkiezing van de kandidaat, voor te dragen aan de Vlaamse regering.
Conform art. 34, tweede lid, 2° en art. 41, tweede lid, 4° behoort de aanduiding van vertegenwoordigers in geheime stemming tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.
Het komt de gemeenteraad toe een kandidaat voor te dragen voor de raad van bestuur van De Watergroep op volgende wijze:
• 1 kandidaat voor te dragen aan de algemene vergadering + 1 kandidaat voor te dragen aan de Vlaamse regering;
• OF 1 kandidaat voor te dragen aan zowel de algemene vergadering als de Vlaamse regering;
• OF 1 kandidaat voor te dragen aan de algemene vergadering;
• OF 1 kandidaat voor te dragen aan de Vlaamse regering.
De eerstkomende gemeenteraadszitting vindt later plaats dan de uiterlijke verplichte indieningsdatum van de kandidaturen, zijnde 21 maart 2020.
Mevrouw Paula Debroey van De Watergroep .bevestigt telefonisch dat de aanduiding van een kandidaat-lid in de raad van bestuur van De Watergroep door het college van burgemeester en schepenen in dit geval voldoende is voor hen mits deze aanduiding vervolgens bekrachtigd wordt door de gemeenteraad.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
• Andere:
◦ Art. 34, tweede lid, 2° en art. 4, tweede lid, 4° Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om de heer Bert Schelfhout voor te dragen, aan zowel de algemene vergadering als de Vlaamse regering, als kandidaat-lid in de Raad van Bestuur van De Watergroep.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om de in artikel 1 genomen beslissing, te laten bekrachtigen in de eerstvolgende zitting van de gemeenteraad.
Artikel 3
Een afschrift van deze beslissing en het curriculum (identiteitsgegevens, opleiding, beroep en mandaten) zal overgemaakt worden aan De Watergroep via mail aan vertegenwoordigers@dewatergroep.be.
Artikel 4
De vertegenwoordiger op de provinciale vennotenvergadering dient zich naar deze beslissing te dragen.
STEMMINGEN
Artikel 1
bij geheime stemming
Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen
Artikel 2, 3 en 4
Eenparig goedgekeurd
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Afgelasting speelpleinwerking, vakantiekampen en zwemlessen - paasvakantie - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de afgelasting van de speelpleinwerking, de vakantiekampen en de zwemlessen die doorgaan tijdens de paasvakantie goed te keuren.
Motivering
Tijdens de paasvakantie organiseert de gemeente Deerlijk haar speelpleinwerking, vakantiekampen en zwemlessen. Momenteel kunnen dergelijke organisaties niet plaatsvinden in uitvoering van de federale maatregelen ter inperking van het coronavirus (COVID-19). De periode waarbinnen deze maatregelen van kracht zijn loopt momenteel tot en met het begin van de paasvakantie 3 april 2020.
Het is evenwel weinig opportuun om aan te nemen dat er geen sprake meer zal zijn van al dan niet versoepelde of verscherpte corona-maatregelen op 4 april 2020. Om ouders tijdig te kunnen informeren en voldoende tijd te bieden om een alternatieve invulling van de paasvakantie te zoeken, is het aangewezen om nu reeds te beslissen om de speelpleinwerking, de vakantiekampen en de zwemlessen in de paasvakantie 2020 te annuleren.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56. § 1. Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Eventueel reeds betaalde inschrijvingsgelden dienen terugbetaald te worden.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om de afgelasting van de speelpleinwerking, de vakantiekampen en de zwemlessen die doorgaan tijdens de paasvakantie goed te keuren.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit om eventueel reeds betaalde inschrijvingsgelden terug te betalen.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
75 jaar bevrijding WO2 - programma en gemeentelijke ondersteuning - goedkeuring
Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Verslag overleg buurthuis Sint-Lodewijk - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag van het overleg met de verhuurder van buurthuis Sint-Lodewijk, dat doorging op 27 februari 2020.
Motivering
Op vraag van het college van burgemeester en schepenen werd een overleg georganiseerd met de verhuurder van buurthuis Sint-Lodewijk. Dit naar aanleiding van enkele problemen die zich de voorbije weken en maanden stelden in het buurthuis.
Waren aanwezig:
• Vertegenwoordigers De Gilde: Vincent Vercruysse, Alain Vanovertveldt
• Vertegenwoordigers gemeente: Regine Rooryck (schepen cultuur en patrimonium), Wouter Mortier (clusterhoofd vrije tijd), Freek Depraetere (diensthoofd cultuur), Paulien Santens (beleidsmedewerker)
Huidige problemen
• Dak: een deel van het plafond van de vergaderzaal kwam in februari naar beneden. Dit was te wijten aan insijpelend water. Deze problemen werden intussen aangepakt en opgelost door de verhuurder. De zaal is terug volledig in gebruik.
• Geurhinder piscines: blijkbaar op te lossen door rubbers onderaan te vervangen (door de huurder, jaarlijks te vervangen), de verhuurder geeft aan dat zij ook nog maar pas op de hoogte zijn van deze mogelijke oplossing. De gemeentelijke diensten zochten intussen naar een gepaste oplossing.
• Glasbraak ruit vooraan: er is een firma aangesteld door de huurder om dit te herstellen.
• Verwarming werkt niet optimaal: verhuurder bekijkt wat ze kunnen doen.
• Vraag naar grotere en diepere spoelbakken: verhuurder bekijkt wat ze kunnen doen
.
Afspraken naar de toekomst
• Afspraak om structureel halfjaarlijks samen te komen met huurder en verhuurder, ad hoc kan natuurlijk bijkomend samen gezeten worden als dat door huurder of verhuurder nodig geacht wordt. Volgend overleg wordt gepland in de loop van september 2020, door de gemeentelijke diensten.
• De gemeente zorgt door het opzetten van duidelijke communicatielijnen (voor de gebruikers en voor de diensten), zodat meldingen intern onmiddellijk bij de juiste persoon komen. Bijgevolg zorgt de huurder dat de verhuurder onmiddellijk op de hoogte is van schade of gebreken. Meldingen aan de verhuurder gebeuren telefonisch met navolgend bevestiging van de melding via e-mail. Meldingen die rechtstreeks door de gebruikers aan de verhuurder worden gedaan, worden ook ter kennis gegeven van de gemeente.
• De verhuurder brengt op zijn beurt de huurder zo snel als redelijk mogelijk op de hoogte van de timing van de herstellingen en de gezette stappen om tot herstelling te komen. De verhuurder voert deze herstellingen binnen een redelijke termijn uit.
• De verhuurder beschikt intussen over een sleutel met het doel om aannemers binnen te laten. Voor herstellingen die ten laste zijn van de verhuurder wordt de sleutel telkens door de verhuurder ter beschikking gesteld van de aannemer.
Juridische gronden
• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, §1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van het overleg van 27 februari 2020 en de gemaakte afspraken tussen de gemeente enerzijds en de verhuurder anderzijds.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit om deze gemaakte afspraken nog in een schrijven te bevestigen aan de verhuurder.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Overdracht riolering - principiële beslissing
Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.
Zitting van CBS van 18 MAART 2020
Geveltuintjes - samenwerking met Deerlijks Verlangen - goedkeuring
Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.