DEERLIJK

23 NOVEMBER 2022

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Philip Ghekiere, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Wnd. algemeen directeur: Sarah Barbe

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 16 november 2022 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 16 november 2022.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 16 november 2022 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.2. Bibliotheekassistent - kennisname oppensioenstelling + ontvangst - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.3. Jeugdconsulent - datum indiensttreding - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.4. Busbegeleidster - beslissing genezenverklaring zonder blijvende arbeidsongeschiktheid - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.5. Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

        IMOG - raad van bestuur van 18 oktober 2022 en 27 oktober 2022

        Mijn huis - raad van bestuur van 22 oktober 2022

        Gaselwest - Halfjaarlijks verslag 1e semester 2022

        Gaselwest - Regionaal bestuurscomité Centrum - verslag van 22 september 2022

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.6. Receptionele aangelegenheden - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.7. Internetaansluiting nieuw depot - Weverijstraat 46 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor de afname van een nieuwe internetverbinding bij Telenet.

 

Motivering

 

Er wordt een nieuwe site voor het gemeentelijk depot ingericht in de Weverijstraat 46 te Deerlijk. Voor de werking van deze dienst is het noodzakelijk dat er een connectie is met het datacenter in het gemeentehuis. Om deze connectiviteit mogelijk te maken is een internetaansluiting noodzakelijk. 

 

Naast deze interne connectiviteit is het ook noodzakelijk voor de werking dat er kan worden gecommuniceerd met externe entiteiten, zoals 'personen' en 'toepassingen'.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

8.256 euro excl. btw / 48 maanden

Actie

GBB

Jaarbudgetrekening

0200-00 / 61400000

 Visum

/

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de internetaansluiting voor het nieuwe depot in de Weverijstraat 46 te Deerlijk goed te keuren en deze te gunnen aan de firma Telenet BV - Liersesteenweg 4 - 2800 Mechelen. 

 

Het abonnement dat werd voorgesteld betreft een Corporate Fibernet 240/40.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.8. Jeugd - animatorenvergoedingen gemeentelijk speelplein - bonus 2022 - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.9. Vrije tijd - evaluatie projectpremie Festival Bokal - uitbetaling tweede schijf - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de evaluatie van het project Festival Bokal van Kinderboerderij Bokkeslot en de tweede schijf van de projectpremie, ten bedrage van 250 euro, uit te betalen.

 

Motivering

 

Op 1 juni 2022 diende Kinderboerderij Bokkeslot een aanvraag in voor een projectpremie.

 

Deze werd door de jury besproken en door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd op 13 juli 2022. Volgens het reglement gebeurt de betaling van de premie in twee schijven, waarbij de tweede schijf wordt betaald na evaluatie van het project door de organisator.

 

Het ingevulde evaluatieformulier werd op 14 november 2022 bezorgd aan het vrijetijdspunt.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Premiereglement projectpremie (goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 16 december 2021)

        Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 13 juli 2022, punt C.10

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

250 euro

Actie

projectpremie

Jaarbudgetrekening

GBB / 0739-00 / 64910033

Visum

geen visum

 

De tweede schijf van 250 euro wordt betaald op rekeningnummer BE55 7380 1919 8544 op naam van vzw Kinderboerderij Bokkeslot

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het evaluatieformulier van Festival Bokal 2022.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de tweede schijf van de projectpremie, ten bedrage van 250 euro, te betalen aan vzw Kinderboerderij Bokkeslot op rekeningnummer BE55 7380 1919 8544.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.10. Feestelijkheden - Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia Deerlijk - gebruik gemeentelijke roosters - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters.

 

Motivering

 

Tijdelijke publiciteit op het openbaar domein naar aanleiding van manifestaties van culturele, levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard kunnen enkel gebeuren op de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde roosters.

 

Om hun Sylvesterconcert op 30 december 2022 bekend te maken, vraagt Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia Deerlijk om de gemeentelijke roosters te mogen gebruiken voor het ophangen van hun publiciteitsborden.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Hfdst. 3, art. 221-224 Algemene Politieverordening

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit aan Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia Deerlijk toelating te verlenen voor het gebruik van de gemeentelijke roosters.

 

Artikel 2

 

Voor de praktische afhandeling dient contact opgenomen worden met het vrijetijdspunt op het telefoonnummer 056 71 89 81 of via mail aan vrijetijd@deerlijk.be.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.11. Feestelijkheden - Gemeentelijke medewerking - Kerstcorrida 2022 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om gemeentelijke medewerking te verlenen naar aanleiding van de Kerstcorrida die plaatsvindt op zondag 18 december 2022.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

 

        aanvraag inrichting gemeentehuis als CP- OPS en hulppost

 

Tijdens de Paascorrida op 18 april 2022 werd de hulppost van het Rode Kruis voor de eerste maal ingericht in de inkomhal (gelijkvloers) van het gemeentehuis, ter hoogte van de balie burgerzaken. Daarnaast werd de trouwzaal ingericht als CP- OPS voor de afgevaardigden van de veiligheids- en hulpdiensten.

 

Tijdens de bespreking op de evenementencel op donderdag 29 september 2022, werd door de organisator en het Rode Kruis afdeling Deerlijk gevraagd om het gemeentehuis opnieuw te mogen gebruiken voor beide doeleinden.

De nabijheid van het CP- OPS in de trouwzaal draagt bij aan een efficiëntere samenwerking tussen hulp- en veiligheidsdiensten en de hulppost op het gelijkvloers beoogt een snellere reactietijd in noodgevallen, door de kortere afstand tot start en finish en het parcours van de loopwedstrijd.

 

        aanvraag gemeentelijke, operationele en logistieke medewerking

 

Het gemeentebestuur wordt gevraagd medewerking te verlenen voor:

 

        levering, plaatsing & ophaling nadarhekkens afbakening parcours;

        levering, plaatsing & ophaling podiumwagen ter hoogte van startstreep (Hoogstraat);

        vrije toegang gemeentehuis (vastzetten schuifdeuren) tussen 11.30 uur en 17.30 uur;

        1 toegangsbadge tot het gemeentehuis, medewerker organisatie;

        4 toegangsbadges tot het gemeentehuis, voor de medewerkers van het Rode Kruis;

        2 toegangsbadges tot het gemeentehuis, voor medewerkers van PZ Gavers.

 

Daarnaast wenst het college van burgemeester en schepenen de eerste vrouwelijke en de eerste mannelijke Deerlijknaar op de Kerstcorrida, binnen de categorie van 5 km, 10 km en 15 km te belonen.

De loopwedstrijd is een realisatie van het Kerstcorrida-comité in samenwerking met de gemeente Deerlijk en diverse verenigingen, waarvan de opbrengst integraal geschonken wordt aan De Kim en De Sam, Deerlijkse scholen voor buitengewoon lager onderwijs.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

Deze beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

150 euro Deerlijkbonnen

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS/0190-00/64301000/0190

Visum

Niet vereist

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde gemeentelijke medewerking te verlenen voor:

 

        inname van de vrije ruimte op het gelijkvloers van het gemeentehuis, ter hoogte van de balie burgerzaken, voor het opstellen van de hulppost van het Rode Kruis;

        het gebruik van de trouwzaal van het gemeentehuis voor het inrichten van de CP-OPS;

        levering, plaatsing & ophaling nadarhekkens voor afbakening parcours;

        levering, plaatsing & ophaling podiumwagen ter hoogte van startstreep (Hoogstraat);

        vrije toegang gemeentehuis (vastzetten schuifdeuren) tussen 11.30 uur en 17.30 uur;

        1 toegangsbadge tot het gemeentehuis, medewerker organisatie;

        4 toegangsbadges tot het gemeentehuis, voor de medewerkers van het Rode Kruis;

        2 toegangsbadges tot het gemeentehuis, voor medewerkers van PZ Gavers.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit een Deerlijkbon van 25 euro te schenken aan de 6 winnaars van de Kerstcorrida; telkens de eerste man en de eerste vrouw binnen de categorie van 5 km, 10 km en de 15 km.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.12. Omgevingshandhaving binnen prioriteitenlijst - Kerkstraat 163 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de inbreuk of het misdrijf dewelke kadert binnen de prioriteitenlijst van het gemeentelijk handhavingsbeleid.

 

Motivering

 

Op het college van burgemeester en schepenen van 16 december 2020 werd de afsprakennota 2020-87 met de intercommunale Leiedal ter ondersteuning van de omgevingshandhaving, goedgekeurd.

 

Op de gemeenteraad van 24 februari 2022 werd het gemeentelijk handhavingsbeleid met bijhorende prioriteitenlijst goedgekeurd.

 

Op het college van burgemeester en schepenen van 9 maart 2022 werd de interne afsprakennota omgevingshandhaving goedgekeurd.

 

Naar aanleiding van de inbreuk of het misdrijf op een locatie gelegen, Kerkstraat 163, 8540 Deerlijk, werd door de dienst omgeving een handhavingsdossier samengesteld dat volgens de bepalingen van de interne afsprakennota, voor verdere opvolging op 7 november 2022 werd doorgestuurd naar de intercommunale Leiedal.

 

Dit handhavingsdossier ressorteert onder de volgende prioriteit(en) conform de prioriteitenlijst:

 

        Schendingen die invloed hebben op de boven- en ondergrondse waterhuishouding en de kwaliteit van het water

 

Op het perceel met als kadastrale omschrijving 2de afdeling, sectie E, 346 G, gelegen in agrarisch gebied volgens het gewestplan, werden significante ophogingen uitgevoerd in functie van het toegankelijk maken van deze zone voor zwaar materiaal. Deze activiteit is niet conform de bestemming en de exploitant heeft hiervoor geen omgevingsvergunning.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de inbreuk of het misdrijf dat kadert binnen de prioriteitenlijst van het gemeentelijke handhavingsbeleid. Het dossier werd op 7 november 2022 voor opvolging doorgestuurd naar de handhavingscel van de intercommunale Leiedal.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.13. Omgevingsvergunning - Oudenaardse heerweg 145 - melding deputatie - aktename

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing van de deputatie, ingediend door Steven Dejagere, Oudenaardse heerweg 145 te Deerlijk.  Het betreft een aanvraag tot aktename voor het aspect milieu voor de volledige overdacht van een rundveehouderij, op een perceel gelegen Oudenaardse heerweg 145 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Op 3 november 2022 heeft de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen akte genomen van de aangevraagde melding.

 

De deputatie actualiseert het vergunningsbesluit voor wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit gelegen Oudenaardse heerweg 145 als gevolg van de melding van de overdacht door de heer Dejagere Steven tegenover Dejagere Joseph.

 

De locatie van de ingedeelde inrichting of activiteit is gekend onder het inrichtingsnummer 20220426-0088 en heeft betrekking op een terrein kadastraal gekend als afdeling 2, sectie D, nummers 575b, 575d, 577r, 578f en 575c

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

       Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

       Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de beslissing (aktename melding) van de deputatie van de provincie West-Vlaanderen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.14. Attest van verdeling - Driesknoklaan 115 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd of er opmerkingen zijn bij het attest van verdeling voor de eigendom gelegen Driesknoklaan 115.

 

Motivering

 

Op 7 november 2022 verstuurde men vanuit het notariaat Saey - Taelman - Degandt een attest van verdeling voor de eigendom gelegen Driesknoklaan 115, gekadastreerd afdeling 1, sectie A, nummer 366 P, met een oppervlakte van 608 m².

 

Een deel van de eigendom wordt afgesplitst voor de vestiging van een opstalrecht op een deel van het dakvolume voor plaatsing van zonnepanelen.

De bestemming van het goed is volgens de akte wonen en volgens de verwerver wonen. De toekomstige bestemming van het dakvolume is de plaatsing van zonnepanelen. De toekomstige bestemming van het restperceel blijft ongewijzigd.

 

De omgevingsambtenaar stelt voor geen opmerkingen te formuleren bij het voorstel van verdeling.

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 5.2.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de splitsing.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.15. OMV 2022_97 - De Spijker 9 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een nieuwbouw industriegebouw met kantoor en bedrijfsgebouw, op een perceel gelegen De Spijker 9 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 573 N, (afd. 1) sectie B 576 C, (afd. 1) sectie B 580 D en (afd. 1) sectie B 1258 L aangevraagd door Tom Decock namens ALVERBO gevestigd Blauwvoetstraat 8 te 8553 Zwevegem.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 17 november 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Voor het water afkomstig van de waszone en het polijsten van beton is er een KWS afscheider en slibvanger voorzien alvorens het water geloosd wordt. Op het rioleringsplan is het niet duidelijk hoe de overloop van de slibvanger wordt geconstrueerd. Tevens wordt geen KWS afscheider aangeduid op de plannen. Bijgevolg wordt opgelegd dat vóór de slibvanger een KWS afscheider geplaatst moet worden.

        Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies van hulpverleningszone Fluvia.

        De gemaakte opmerkingen in het advies van Intercommunale Leiedal dienen stipt nageleefd te worden.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woonuitbreidingsgebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Vichtesteenweg, goedgekeurd bij ministerieel besluit op 5 februari 2009.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het BPA is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

     Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 maart 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitvoeren van infrastructuurwerken voor het bedrijventerrein De Spijker, meer bepaald de aanleg van een nieuwe riolering, nieuwe wegenis, een HS cabine, een bufferbekken, een infiltratiebekken en een langsgracht met buffercapaciteit en het rooien van bomen.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 12 september 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor bronbemaling ten behoeve van wegenbouw.

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 27 december 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor bronbemaling in functie van de aanleg van een bufferbekken.

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 21 september 2022 door het college van burgemeester en schepenen voor bronbemaling voor de bouw van een kelder.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom situeert zich langs De Spijker, een voldoende uitgeruste weg. De Spijker is ingericht als een doodlopende straat, aansluitend op de Vichtesteenweg. De Vichtesteenweg is de verbindingsweg tussen het centrum van de gemeente Deerlijk met de N36 en het afrittencomplex van de E17.

De Spijker betreft een recent ontwikkelde KMO-zone waarvoor op heden een aantal loodsen gebouwd zijn, diverse omgevingsvergunningen aangevraagd worden en reeds ontwikkelingen gestart zijn.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een vrijstaand bedrijfsgebouw te bouwen bestaande uit een loods en kantoren op het gelijkvloers en een bedrijfswoning binnen het bouwvolume op de verdieping.

Het bedrijfsgebouw wordt ingeplant op 12 m van de rooilijn kant De Spijker, op 4,07 m van de rechterzijperceelsgrens en op de linkerzijperceelsgrens. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt minstens 13,77 m. Het bedrijfsgebouw heeft een breedte van 22 m. De diepte op het gelijkvloers bedraagt max. 50,95 m. Het bedrijfsgebouw heeft een footprint van 1096,3 m². Het gebouw bestaat langs de voorzijde uit twee bouwlagen met plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 8 m. Op het gelijkvloers bevindt zich een hoogspanningscabine, een kantoor/ontvangstruimte, showroom, een magazijn/werkplaats, berging, fietsenberging voor 6 fietsen, sanitaire voorzieningen, kleedkamers  en enkele bergingsruimtes voor EHBO, klein materiaal, technische ruimte, een ruimte om te polijsten en schuren en een overdekte buitenruimte/werkplaats. Op de verdieping wordt over een diepte van 9 m een bedrijfswoning met aansluitend terras voorzien. Daarnaast wordt ook een tussenverdiep van het magazijn, een bureel en een refter voor werknemers ondergebracht.

De gevels worden afgewerkt in grijskleurige prefab zichtbeton en het schrijnwerk is voorzien in zwarte aluminium. In de linker bovenhoek van het bedrijfsgebouw wordt op het verdiepingsniveau belettering voorzien.

In de achteruitbouwstrook wordt waterdoorlatende verharding aangelegd met een oppervlakte van 477,48 m² en 262,23 m² niet-waterdoorlatende verharding.  De niet-waterdoorlatende verharding wordt voorzien als laad- en loszone voor vrachtwagens. Deze ligt max. 1,20 m verzonken. Er wordt parkeerruimte voorzien voor 6 auto’s, waaronder een parkeerplaats voor minder valide personen en 4 fietsenstalplaatsen.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Alverbo bvba is gespecialiseerd in betonwerken voor zowel structurele als architecturale projecten. Vooral betonvloeren met gepolierde en gepolijste afwerking zijn hun specialiteit. Alverbo verzorgt de voorbereidende werken tot aan een afgewerkte betonvloer, alsook de nabehandeling of het jaarlijks onderhoud. Op het bedrijventerrein De Spijker wordt een nieuwe loods met kantoor en een bedrijfswoning voorzien. De loods zal in de eerste plaats dienst doen voor de opslag van grond- en hulpstoffen en het stallen van werkmateriaal. De hoofdactiviteit, betonwerken, gebeurt ter plaatse bij de klant.

Op termijn zouden architectonische betonnen meubelen en elementen in de werkruimte geproduceerd worden waarbij een betonmixer ter plaatse komt om bekistingen vol te storten. Door de productie (polijsten, uitwassen) en het reinigen van de bekistingen, voertuigen en ander materiaal is er een waterstroom met cementpap. Deze wordt over een bezinkput en slibvanger gestuurd en indien nodig geneutraliseerd.

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

3.4.1°a)

lozen van bedrijfsafvalwater:

afkomstig van het wassen van voertuigen en materieel alsook water afkomstig van het bewerken van betonproducten

0,1 m³/uur

0,4 m³/dag

90 m³/jaar (Nieuw)

0,1 m³/uur

3

12.2.1°

Transformator

(nog te bespreken met de netbeheerder, maar zal zeker beperkt blijven tot max. 1.000 kVA, hoogstwaarschijnlijk 250 kVA) (Nieuw)

1000 kVA

3

15.1.1°

Stallen van bedrijfsvoertuigen:

- 3 bestelwagens

- 4 aanhangwagens

- 1 oplegger

- 1 kniklader

- 1 graafkraan 1,7 ton + toebehoren

- 1 heftruck (gas) (Nieuw)

11 aantal voertuigen

3

15.4.1°

Wassen van voertuigen (Nieuw)

1 voertuig/dag

3

16.3.2°a)

(22) Airco van 10 kW en (23) compressor van 2 kW (Nieuw)

12 kW

3

17.4.

Opslag van gevaarlijke (vloei)stoffen in kleine recipiënten

-  750 kg cement

-  Allerlei: 1.742,5 kg

Incl. een marge voor groei in de eerstkomende jaren (Nieuw)

1900 kg

3

19.3.1°a)

Houtbewerkingstoestellen (Nieuw)

15 kW

3

30.1.1°b)

Bewerking van betonproducten:

- 2x vloerzaagmachine – benzine: 15 kW

- Zaagmachine: 3 kW

- Boorhamer Bosch: 5 kW

- 2x doorslijper Stihl: 10 kW (Nieuw)

33 kW

2

30.2.1°b)

Productie van betonproducten:

- Trilplaat – benzine: 2,6 kW

- Trilbalk – benzine: 1,2 kW

- 2x trilnaad: 2 kW

- Rolbrug: 12 kW (Nieuw)

17,8 kW

2

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 29 augustus 2022 tot 27 september 2022. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

Hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 22 augustus 2022. De adviesinstantie bracht op 5 september 2022 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag wordt gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverslag.’

 

Intercommunale Leiedal werd om advies verzocht op 22 augustus 2022. De adviesinstantie bracht op 1 september 2022 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘2. Bemerkingen en vaststellingen

2.1 Ontsluiting

De toegang tot het perceel komt op de plaats waar een OV-paal (openbare verlichting) staat. De bouwheer dient rekening te houden met het volgende (zie artikel 3.1.2 van de voorwaarden De Spijker):

        Het beperkt verplaatsen van OV-palen is enkel mogelijk mits voorafgaande toelichting van de gemeente en de distributienetbeheerder.

        De kosten voor de verplaatsing is uitsluitend en volledig ten laste van de bouwheer.

2.2. Afsluitingen

De afsluiting aangeduid op het inrichtingsplan is niet volledig conform de voorwaarden De Spijker (zie artikel 3.2). Zo is een betonafsluiting niet toegelaten. De draadafsluiting (inclusief alle onderdelen: draad, hek, palen, poorten, …) dient volgens deze voorwaarden de kleur zwart (ral 9005) te hebben.

 

3. Algemene opmerkingen

3.1 Bedrijfsgebouw

Wat de borstwering betreft aan de voor- en zijgevel van de privéwoning op de verdieping, is geen materiaal- en kleurbeschrijving opgegeven. Aangezien dit onderdeel eveneens beeldbepalend is, is het belangrijk dat dit bouwelement voldoet aan de toegelaten kleuren. We verwijzen hiervoor naar de rubriek 2.5 (Extern materiaal- en kleurgebruik) van de voorwaarden De Spijker.

Ook voor het logo aan de voorgevel van het gebouw is geen materiaal- en kleurbeschrijving opgegeven. Voor dit onderdeel is het eveneens belangrijk dat wordt voldaan aan de voorwaarden De Spijker (zie rubriek 2.6 Logo’s en naamaanduidingen).

3.2 Uitvoering ontsluiting

De uitvoering van de oprit werd niet volledig vermeld op de plannen. Conform de voorwaarden De Spijker, punt 3.1.2 moet de oprit uitgevoerd worden in grijze betonstraatstenen 220/110/100 mm in halfsteenverband. De opsluiting van de zijkanten dient te gebeuren met hetzelfde type boordsteen (type IA) als de boordstenen van de rijweg. Er dienen gebogen boordstenen gebruikt te worden. De opstand van de boordstenen dient geleidelijk over te gaan van de bestaande opstand ter hoogte van de straat naar nul ter hoogte van de inplantingslijn. De bovenkant van de boordstenen dient het niveau van de naastliggende zijbermen te volgen.

De verbreding van de oprit dient te gebeuren o.b.v. een vloeiende bochtstraal, met een breedte van 12 m t.h.v. de rooilijn en van 22,5 m t.h.v. de straat.

3.3 Riolering

Er dient gescheiden te worden aangesloten op de reeds, op het private perceel, aanwezige wachtaansluitingen voor vuil water (DWA) en voor regenwater (RWA). Voor de specifieke locatie van deze aansluitingen, kan het officiële opmetingsplan van Bart Degezelle van 14/5/2022 geconsulteerd worden. Op dit plan staan de aansluitingsbuizen voor dit perceel correct aangegeven.

Het hergebruik van het regenwater staat niet vermeld op de plannen. De koper moet zijn regenwaterreserve maximaal pogen te herbruiken op het bedrijfsperceel door aansluitingen te voorzien op minimaal het sanitair, één buitenkraan en één binnenkraan.

3.4 Buitenverlichting

Er is geen buitenverlichting voorzien in de plannen. Mocht de bouwheer in de toekomst toch buitenverlichting wensen te plaatsen, dan moet de uitvoering ervan conform zijn aan punt 4.3 van de voorwaarden De Spijker.’

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient te worden getoetst aan de voorschriften van het BPA Vichtesteenweg, zone 10, zone voor wisselbestemming waarbij zowel ‘zone voor gemeenschapsvoorzieningen’ als ‘zone voor lokale bedrijventerreinen’ van toepassing zijn.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Per bedrijf mag één toegang genomen worden van maximum 6 m breedte ter hoogte van de rooilijn.

De toegang van 6 m wordt voorzien ter hoogte van de inplantingslijn waardoor de breedte ter hoogte van de rooilijn 12 m bedraagt.

 

Het gevraagde is voor het overige  in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA  gezien het perceel voor minder dan 75 % bebouwd is, de perceelsgrootte beperkt is tot 5000 m², de activiteiten niet louter gericht zijn op detailhandel, de bedrijfsactiviteit niet storend is voor de omgeving, aan de rechter zijperceelsgrens en aan de achterkavelgrens een vrije strook van minstens 4 m gerespecteerd wordt, aan de linker zijperceelsgrens op de grens gebouwd wordt, de maximale bouwhoogte 8 m bedraagt, vanaf de rooilijn minstens 3 m onbebouwd is en deze 3 m strook vanaf de rooilijn aangelegd wordt als groenzone met enkel verharding voor de toegang tot de kavel, het perceel voor het niet bebouwde deel volledig verhard kan worden op voorwaarde dat voldoende maatregelen genomen worden om het waterbergend vermogen van het terrein te garanderen, gezien voldoende parkeerplaatsen voorzien worden om te voldoen aan de eigen behoefte en voldoende circulatieruimte op eigen terrein aangelegd wordt.

 

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op afmetingen van de toegang zodat een afwijking overwogen kan worden. Het college van burgemeester en schepenen besliste reeds in zitting van 13 februari 2019 principieel akkoord te kunnen gaan met de gevraagde afwijking vanuit volgende motivering: Door de realisatie van de interne wegenis met groene zijbermen is het aangewezen om een bredere toegang te voorzien ter hoogte van de rooilijn, dit om vloeiende bochtstralen voor het in- en uitrijden van elke bedrijfskavel mogelijk te maken, zonder dat de openbare zijbermen en interne openbare wegenis beschadigd worden. Bij de controle van het in- en uitrijden van een vrachtwagen, trekker of oplegger blijkt dat een toegang van 6 meter op de rooilijn onvoldoende blijkt om zonder schade aan het openbaar domein toegang te nemen tot de bedrijfskavels. Tijdens het openbaar onderzoek werden ook geen bezwaren ingediend zodat de afwijking bijgevolg toegestaan kan worden.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat De Spijker een voldoende uitgeruste openbare weg is. Een bedrijfswoning geïntegreerd is in het gebouw. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 59.000 liter met hergebruik voorzien. In de toegevoegde aanstiplijst hemelwater is opgenomen dat volgens de verordening 1 hemelwaterput van 10.000 liter voorzien mag worden (voor niet-woongebouwen), er werd een motivatie tot afwijking van de verordening om een groter volume te voorzien opgenomen in het dossier. De motivatie luidt als volgt:

        De oppervlakte van de nieuwbouw bedraagt 1004,57m².

        In het bedrijfsgebouw bevinden zich 4 toiletten.

        Wekelijks worden de 3 bestelwagens met regenwater gewassen.

        In het bedrijf worden prefab betonelementen geproduceerd, waarbij sommige elementen nat gepolijst worden.

        Het hemelwater zal gebruikt worden in de bedrijfswoning.

        Aangezien infiltratie in dit gebied niet haalbaar is wordt maximaal ingezet op buffering. De overloop van de hemelwaterputten sluit aan op de achterliggende waterbuffering van het bedrijventerrein De Spijker waar bij het ontwerp van de buffering rekening gehouden werd met de private percelen (100 % als verhard aanzien) en waarbij gerekend werd aan 330 m³ buffering per ha aangesloten verharde oppervlakte.

Het ontwerp van de aanvrager voorziet om de overloop van de regenwaterput aan te sluiten op de gemeenschappelijke wadi aangelegd voor de volledige industriezone. De nieuw aan te leggen betonverharding watert af in een afvoergeul op eigen terrein die aangesloten is op de gemeenschappelijke wadi. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

Organisatie van het personenverkeer van en naar het project

Er wordt gewerkt met onderaannemers die rechtstreeks naar de werven gaan. Daarnaast is een bedrijfswoning voorzien voor de zaakvoerder. Er worden voldoende parkeerplaatsen voorzien.

Gebruikte mobiliteitsmiddelen voor goederentransport

Grond- en hulpstoffen worden geleverd met behulp van bestel- en vrachtwagens. Voor afgewerkte producten is dit afhankelijk van het project in kwestie.

Het aantal voertuigbewegingen (bestel- en vrachtwagens) per dag zijn beperkt waardoor de impact op de mobiliteit in de omgeving gering is.

 

Relevante potentiële effecten op de bodem

Er is een beperkte opslag van gevaarlijke (vloei)stoffen in kleine verpakkingen. Deze worden binnen opgeslagen zodat de weersomstandigheden geen invloed hebben op de bewaring van deze producten. Indien noodzakelijk worden aangepaste lekbakken voorzien voor het bewaren van gevaarlijke vloeistoffen. Hiermee rekening houdend kan gesteld worden dat de effecten op de bodem niet aanzienlijk zullen zijn.

 

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

Het regenwater wordt zoveel mogelijk gebruikt binnen de inrichting, daarvoor is er een regenwaterput van 59 m³ voorzien. De overloop van de regenwaterput wordt in de gemeenschappelijke wadi geloosd om te infiltreren. De wadi heeft een capaciteit van 330 m³/hectare verharde oppervlakte. Hierdoor dient geen infiltratie-of buffervoorziening op eigen perceel te worden voorzien. Voor het water afkomstig van de waszone en het polijsten van beton is er een KWS afscheider en slibvanger voorzien alvorens het water geloosd wordt. Op het rioleringsplan is het niet duidelijk hoe de overloop van de slibvanger wordt geconstrueerd. Tevens wordt geen KWS afscheider aangeduid op de plannen. De verplichte plaatsing van een KWS afscheider vóór de slibvanger zal opgenomen worden in de voorwaarden van deze vergunning.

 

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Er zullen geen ingedeelde, geleide emissies aanwezig zijn op deze exploitatie. Er zullen enkel niet-geleide emissies zijn van de transporten van en naar het bedrijf. Het aantal transporten zullen beperkt blijven waardoor de effecten op de luchtkwaliteit ten gevolge van deze transporten gering zijn.

 

Relevante potentiële effecten van geluid of trillingen ten gevolge van de aanvraag

Mogelijke bronnen van geluid en trillingen kunnen afkomstig zijn van de compressor, productie van betonproducten, trilplaat, trilnaalden en trilbalken. Ter voorkoming van geluid- en trillingshinder naar de omgeving worden de machines binnen opgesteld en wordt er steeds gewerkt met gesloten poorten. Toestellen die trillingshinder kunnen veroorzaken worden voorzien van de nodige demping. Rekening houdende met deze maatregelen kan gesteld worden dat de effecten door geluid of trillingen niet aanzienlijk zullen zijn.

 

Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen

Bedrijfsafvalstoffen zullen aan de bron gesorteerd worden en worden periodiek door een erkende ophaler / verwerker van afvalstoffen opgehaald.

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op een KMO-gebouw in een recent aangelegde bedrijvenzone voor kleine- en middelgrote bedrijven zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De inplanting en het voorkomen van het gebouw beantwoordt aan de bepalingen uit het BPA. Ook de Intercommunale Leiedal, die uniformiteit en harmonie in de bedrijvenzone nastreeft, gaf een gunstig advies aangaande het voorkomen van het gebouw. Het gebouw past zich bijgevolg visueel-vormelijk in in het bestaande (en toekomstige) straatbeeld. Er wordt op eigen terrein voorzien in voldoende parkeergelegenheid en fietsenstalling zodat de impact op mobiliteit beperkt zal zijn.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Hulpverleningszone Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies stipt nageleefd moeten worden.

 

Intercommunale Leiedal

Gelet op de specifieke inhoud van het advies en de toetsing aan de vooraf besproken ‘Voorwaarden De Spijker’ dient opgenomen te worden dat de bemerkingen geformuleerd  in het advies stipt nageleefd dienen te worden.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.

        Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Tom Decock namens ALVERBO, gevestigd Blauwvoetstraat 8 te 8553 Zwevegem, voor het bouwen van een nieuwbouw industriegebouw met kantoor en bedrijfsgebouw, op een perceel gelegen De Spijker 9 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 573 N, (afd. 1) sectie B 576 C, (afd. 1) sectie B 580 D en (afd. 1) sectie B 1258 L.

 

Artikel 2

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

3.4.1°a)

lozen van bedrijfsafvalwater:

afkomstig van het wassen van voertuigen en materieel alsook water afkomstig van het bewerken van betonproducten

0,1 m³/uur

0,4 m³/dag

90 m³/jaar (Nieuw)

0,1 m³/uur

3

12.2.1°

Transformator

(nog te bespreken met de netbeheerder, maar zal zeker beperkt blijven tot max. 1.000 kVA, hoogstwaarschijnlijk 250 kVA) (Nieuw)

1000 kVA

3

15.1.1°

Stallen van bedrijfsvoertuigen:

- 3 bestelwagens

- 4 aanhangwagens

- 1 oplegger

- 1 kniklader

- 1 graafkraan 1,7 ton + toebehoren

- 1 heftruck (gas) (Nieuw)

11 aantal voertuigen

3

15.4.1°

Wassen van voertuigen (Nieuw)

1 voertuig/dag

3

16.3.2°a)

(22) Airco van 10 kW en (23) compressor van 2 kW (Nieuw)

12 kW

3

17.4.

Opslag van gevaarlijke (vloei)stoffen in kleine recipiënten

- 750 kg cement

- Allerlei: 1.742,5 kg

Incl. een marge voor groei in de eerstkomende jaren (Nieuw)

1900 kg

3

19.3.1°a)

Houtbewerkingstoestellen (Nieuw)

15 kW

3

30.1.1°b)

Bewerking van betonproducten:

- 2x vloerzaagmachine – benzine: 15 kW

- Zaagmachine: 3 kW

- Boorhamer Bosch: 5 kW

- 2x doorslijper Stihl: 10 kW (Nieuw)

33 kW

2

30.2.1°b)

Productie van betonproducten:

- Trilplaat – benzine: 2,6 kW

- Trilbalk – benzine: 1,2 kW

- 2x trilnaad: 2 kW

- Rolbrug: 12 kW (Nieuw)

17,8 kW

2

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist de vergunning af te leveren mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Voor het water afkomstig van de waszone en het polijsten van beton is er een KWS afscheider en slibvanger voorzien alvorens het water geloosd wordt. Op het rioleringsplan is het niet duidelijk hoe de overloop van de slibvanger wordt geconstrueerd. Tevens wordt geen KWS afscheider aangeduid op de plannen. Bijgevolg wordt opgelegd dat vóór de slibvanger een KWS afscheider geplaatst moet worden.

        Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies van hulpverleningszone Fluvia.

        De gemaakte opmerkingen in het advies van Intercommunale Leiedal dienen stipt nageleefd te worden.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/ .

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.16. OMV 2022_122 - Kapel ter Rustestraat 38 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een bestaande woning, op een perceel gelegen Kapel ter Rustestraat 38 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 21 N2 en (afd. 2) sectie C 21 M2 aangevraagd door de heer en mevrouw Pieterjan en Hanna Vandenbulcke - Meskens wonende Tramstraat 15 te 8530 Harelbeke.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  15 november 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het recht van uitweg via de naastliggende openbare oprit moet gevestigd zijn vooraleer de werkzaamheden tot het maken van de opening in de tuinmuur aan te vatten.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 986 m² en is gelegen langs de Kapel ter Rustestraat in de kern van Deerlijk. De Kapel ter Rustestraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een eengezinswoning. De woning is van het halfopen bouwtype opgetrokken op 8,98 m van de rooilijn en bevindt zich zowel op de linker als op de rechter perceelsgrens. De woning heeft een bouwdiepte van 8,78 m met daarachter een tuin. De woning bestaat uit 1,5 bouwlagen, met een kroonlijsthoogte van 4,57 m en een nokhoogte van 8,75 m. De woning is opgetrokken in metselwerk. 

Aanpalend aan de rechterzijde van de eigendom is de oprit naar de achtergelegen openbare parking aanwezig. De tuin wordt van de naastliggende parking van het gemeentehuis gescheiden door een gemetselde muur en aansluitende haag. In de tuinzone blijven de bestaande gebouwen en vijver behouden. 

De omgeving is een stedelijke omgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca, kantoren, diensten en gemeenschapsvoorzieningen. Het wonen langs de Kapel ter Rustraat bestaat er bijna uitsluitend uit eengezinswoningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het verbouwen van een bestaande eengezinswoning. Binnen het bestaande volume wordt een nieuwe binnenschil opgetrokken. Deze zorgt zowel voor de stabiliteit als voor de isolatie van de woning. Het dak en de dakgoten worden volledig vervangen, het schrijnwerk wordt vernieuwd. De bestaande laaddeur naar de zolder wordt vervangen door een ruimere raamopening. In de achtergevel worden een aantal nieuwe raamopeningen voorzien. De voortuin wordt volledig heringericht. In de voortuin wordt een autostelplaats voorzien in waterdoorlatende verharding, een pad naar de voordeur met aansluitend een fietsenstalplaats voor 4 fietsen en een wadi. Alle verharding in de voortuin is waterdoorlatend.

Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft metselwerk als gevelbekleding met rood/oranje dakpannen als dakbedekking en houten buitenschrijnwerk voor de voorgevel.

Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een inkom, toilet, zithoek, bibliotheek, toegang tot de kelder, een toegang tot de tuin/bureau, woonkamer met keuken en technische ruimte. Op het verdiep worden een bureau, badkamer en 3 slaapkamers voorzien. Onder het dak bevindt zich nog 2 mezzanines toegankelijk vanaf de slaapkamers. De bureauruimtes bieden de mogelijkheid voor het uitoefenen van een beperkte nevenfuncties.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

 

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen van een bestaande woning, zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kapel ter Rustestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Het gebouw waaraan de werken voorzien worden, is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed "Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen: Gemeente Deerlijk" zoals opgemaakt door de Vlaamse Overheid en wordt als volgt beschreven:

Deels vrijstaande woning van circa 1900. Verankerde baksteenbouw van anderhalve bouwlaag onder pannen zadeldak. Rechts aansluitende schuur: rechthoekige poortopening met erboven laadluik met overstekende dakstoel. Getoogde vensters onder meer blind op de bovenverdieping en met doorgetrokken bakstenen onderdorpels. Vernieuwd schrijnwerk.

 

Het gebouw heeft een middelhoge locuswaarde. Een middelhoge locuswaarde vertegenwoordigt de gebouwen waarvan de erfgoedwaarde minder hoog is en andere factoren doorslaggevend zijn. Gebouwen kunnen grondig verbouwd worden mits behoud van de erfgoedelementen en met een architectuur die deze respecteert. In principe wordt het gebouw niet gesloopt. Sloop kan echter overwogen worden mits een grondige motivatie en een beoordeling van de nieuwbouw. Sloop zonder nieuwbouw is uitgesloten. De stedenbouwkundig ambtenaar vraagt indien nodig advies aan de kwaliteitscommissie bouwkundig erfgoed bij aanvragen voor grondige verbouwingen. Men streeft voor deze panden naar een behoud van het beeld met inzet van een vrije materiaalkeuze.

Het uitzicht van het gebouw wijzigt zo goed als niet waardoor de erfgoedwaarde behouden blijft en de erfgoedtoets bijgevolg positief is.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze woonomgeving.

Het ontwerp zorgt voor een herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

 

Inplanting, bouwvolume en verschijningsvorm:

De inplanting en het volume van de woning blijft ongewijzigd, waardoor het geheel na de werken compact blijft.

Het hoofdgebouw van de woning blijft qua gabarit ongewijzigd, er worden enkel interne verbouwingswerken uitgevoerd, waardoor het gevraagde qua volume en gabarit inpasbaar blijft in de betreffende omgeving.

De voorgevel wordt aangepast. De raam- en deuropeningen blijven grotendeels behouden.  Door het vernieuwen van het metselwerk en schrijnwerk heeft het ontwerp een positieve impact heeft op het straatbeeld.

De woning integreert zich door zijn materiaalgebruik (metselwerk) binnen de bestaande bebouwing.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Achter de woning wordt een terras aangelegd.

De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen.

Na de werken wordt het contact tussen de leefruimtes van de woning en de tuinzone versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt.

 

De woning beschikt tevens over een kleine voortuin. Deze zone dient steeds te worden aangelegd als voortuin met laagstammig groen. De specifieke inrichting van de voortuin zorgt ervoor dat er 1 parkeerplaats is voor de wagen op eigen terrein en er voldoende fietsenstalplaatsen (4) zijn voor de bewoners. De geplande verharding wordt voorzien in waterdoorlatende materialen, wat de waterhuishouding ten goede komt. Bij de realisatie van de parkeerplaats op eigen terrein werd rekening gehouden met het behoud van de bestaande straatbomen op het openbaar domein.

 

In de tuinmuur langs de kant van de oprit naar de parking van het gemeentehuis wordt een toegangspoortje voorzien met een breedte van 1,20 m. Het recht van uitweg moet gevestigd zijn vooraleer de werkzaamheden tot het maken van de opening in de muur aan te vatten. Dat wordt gesteld als voorwaarde.

 

Conclusie:

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer en mevrouw Pieterjan en Hanna Vandenbulcke - Meskens wonende Tramstraat 15 te 8530 Harelbeke, voor het verbouwen van een bestaande woning, op een perceel gelegen Kapel ter Rustestraat 38 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 21 N2 en (afd. 2) sectie C 21 M2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het recht van uitweg via de naastliggende openbare oprit moet gevestigd zijn vooraleer de werkzaamheden tot het maken van de opening in de tuinmuur aan te vatten.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.17. OMV 2022_115 - Andrieslaan 18 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een eengezinswoning, op een perceel gelegen Andrieslaan 18 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 126 C aangevraagd door de heer en mevrouw Jonas en Sarah Tytgat - Declercq wonende Andrieslaan 18 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  14 november 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De verharding in de voortuinstrook dient te worden beperkt tot het strikt noodzakelijke; m.a.w. moet de grintverharding vervangen worden door een inrichting met levend groen zoals ook voor 2020 het geval was (zie luchtfoto 2019, opname 13 april 2019).

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 31 januari 1964 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woonhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 april 1967 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een woonhuis.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 376 m² en is gelegen langs de Andrieslaan op ongeveer 500 m ten westen van de kern van Sint-Lodewijk. De Andrieslaan is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een halfopen bebouwing, bestaande uit 2 bouwlagen en een plat dak. De woning maakt deel uit van een 3 luik. De woning is ingeplant op 4,84 m achter de rooilijn. Het hoofdvolume heeft een bouwdiepte van +/- 12,5 m met aansluitend een afdak met een diepte van 2,50 m. De bestaande woning bestaat uit een combinatie van rode baksteen met accenten in blauwe baksteen en betonplaten.

De voortuin bestaat deels uit groen deels uit klinkers en waterdoorlatende grindverharding. Deze grindverharding werd vrij recent aangelegd.

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het intern verbouwen van een bestaande eengezinswoning na afbraak van het afdak achteraan de woning. Daarnaast worden enkele raam- en deuropeningen aangepast en wordt de voor- en achtergevel geïsoleerd en voorzien van steenstrips. De zijgevel wordt geïsoleerd en afhankelijk van het budget voorzien in steenstrips of bepleisterd.

De bestaande af te breken bebouwing heeft een oppervlakte van +/- 20 m² en bevindt zich op de rechter perceelsgrens. De bestaande muur op de perceelsgrens blijft behouden.

Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een inkom, garage, leefruimte, bergplaats/wasplaats en keuken.

Op het verdiep worden de 3 slaapkamers, badkamer, berging en nachthal behouden.

Het materiaalgebruik na het isoleren betreft roodbruine steenstrips met wit PVC bakgoot en antracietkleurig PVC buitenschrijnwerk.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden op 30 september 2022 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:

 

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen van een woning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Andrieslaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze woonomgeving.

Het ontwerp zorgt voor herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

 

Inplanting, bouwvolume en verschijningsvorm:

De inplanting van de woning blijft ongewijzigd.

Het hoofdgebouw van de woning blijft qua gabarit ongewijzigd, er worden enkel interne verbouwingswerken uitgevoerd.

De buitengevels worden geïsoleerd en voorzien van een bruinrode steenstrip. Mogelijks wordt de linker gevel voorzien in dezelfde materialen, doch afhankelijk van het budget kan dit ook gepleisterd worden. Gezien de verschijningsvorm van de zijgevel geen rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld en de materialisatie van de zijgevel valt onder het vrijstellingsbesluit is de keuze nog vrij. Het voorzien van gevelisolatie en het wijzigen van de gevelmaterialen van de voorgevel zal een positieve impact hebben op het wooncomfort en vindt aansluiting op de materialen van de naastliggende woning.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Naast de woning wordt een terras aangelegd.

De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen. Na de werken wordt het contact tussen de leefruimtes van de woning en de tuinzone versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt.

De woning beschikt tevens over een kleine voortuin. Deze zone dient steeds te worden aangelegd als voortuin met laagstammig groen. Echter wordt vastgesteld dat de voortuin ten opzichte van de vergunde situatie bijkomend verhard werd. De inrichting van een voortuin heeft invloed op het straatbeeld, de verkeersveiligheid en op de goede waterhuishouding. Beplanting, hagen en bomen in de voortuin maken het straatbeeld mooier. Auto's parkeren in de voortuinen is in strijd met het streven naar groene, onverharde tuinen. Ook wordt hierdoor de beeldkwaliteit zeer nadelig beïnvloedt. Bovendien wordt hiermee een last op het openbaar domein gelegd, doordat een openbare parkeerplaats wordt geprivatiseerd aangezien ze enkel nog door de eigenaar van het perceel kan gebruikt worden.

De verharding in de voortuinstrook werd pas in 2019-2020 aangelegd zonder vergunning. Aansluitend op het openbaar domein is een grasstrook aanwezig zodat de grindstrook niet rechtstreeks toegankelijk is vanaf het openbaar domein. De voortuinverharding dient bijgevolg te worden beperkt tot het strikt noodzakelijke. Dat betekent dat de bestaande klinkerverharding behouden kan blijven, doch de grintverharding dient te worden vervangen door groenaanplant. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

 

Conclusie:

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

 

7.12 Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer en mevrouw Jonas en Sarah Tytgat - Declercq wonende Andrieslaan 18 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen van een eengezinswoning, op een perceel gelegen Andrieslaan 18 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 126 C, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De verharding in de voortuinstrook dient te worden beperkt tot het strikt noodzakelijke; m.a.w. moet de grintverharding vervangen worden door een inrichting met levend groen zoals ook voor 2020 het geval was (zie luchtfoto 2019, opname 13 april 2019).

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.18. OMV 2022_113 - Sint-Amandusstraat 23 - beslissing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een veranda bij een bestaande woning, op een perceel gelegen Sint-Amandusstraat 23 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 213 P3, aangevraagd door Peter Pollet wonende Sint-Amandusstraat 23 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  14 november 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Vergunning afgeleverd op 17 juli 1952 door het college van burgemeester en schepenen voor het optrekken van een wasplaats boven het achtergebouw van het woonhuis.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen milieuvergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande omgevingsvergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Sint-Amandusstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De omgeving wordt gekenmerkt door eengezinswoningen van het gesloten bebouwingstype en schoolgebouwen met aanpalend vrijstaande woningen aan de overzijde van de weg. De woning van de aanvrager betreft een gesloten bebouwing met 2 bouwlagen en een hellend dak.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst aan de achterzijde van de woning een veranda aan te bouwen. De constructie zal 4,35 m breed zijn en 3,16 m diep. Beide zijkanten sluiten aan op bestaande bebouwing.  Het geheel wordt afgewerkt met aluminium profielen in beige-grijze kleur met een dubbele beglazing. Het dak wordt een lessenaars dak in dezelfde materialen met de hoogste kant tegen de achtergevel van de woning op 3,1 m hoogte en de laagste zijde langs de tuinkant op 2,275 m hoogte.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanpalende eigenaars werden op 28 september 2022 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een veranda bij een bestaande woning zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Sint-Amandusstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (< 40 m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4 Mer-screening

Niet van toepassing

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De veranda wordt opgetrokken bij een bestaande eengezinswoning in een residentiële omgeving zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De werken situeren zich aan de achterzijde van de woning zodat het bestaande straatbeeld niet geschaad wordt. De hoogte is beperkt en het materiaalgebruik is eigen aan de functie. De tuinzone blijft nog voldoende ruim teneinde als kwalitatieve private buitenruimte in te richten. De aanpalende eigenaars hebben binnen de procedure geen opmerkingen of bezwaren geuit zodat ze geen hinder zullen ervaring door de werkzaamheden. Bijgevolg kan geoordeeld worden dat het ontwerp verenigbaar is met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12 Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Peter Pollet, wonende Sint-Amandusstraat 23 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een veranda bij een bestaande woning, op een perceel gelegen Sint-Amandusstraat 23 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 213 P3.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.19. OMV 2022_95 - De Spijker 1 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen en exploiteren van een bedrijfsgebouw met kantoorruimte, op een perceel gelegen De Spijker 1 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 554 S aangevraagd door Bruno Descamps namens Lamett Immo BV gevestigd Ter Donkt 2 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  15 november 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De groenzone op de linkerzijde van het terrein dient uitgebreid te worden zodat deze een loodrechte lijn vormt met de toegang ter hoogte van de rooilijn en bijgevolg de lengte van de verharding in de achteruitbouwstrook, maximaal 45 m bedraagt.

        De voorwaarden gesteld in het advies van Hulpverleningszone Fluvia dienen strikt nageleefd te worden.

        De algemene bemerkingen geformuleerd in het advies van Intercommunale Leiedal dienen strikt nageleefd te worden.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woonuitbreidingsgebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Vichtesteenweg, goedgekeurd bij ministerieel besluit op 5 februari 2009.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het BPA is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

     Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 maart 2018 door de Vlaamse Overheid  voor het uitvoeren van infrastructuurwerken voor het bedrijventerrein De spijker, meer bepaald de aanleg van een nieuwe riolering, nieuwe wegenis, een HS-cabine, een bufferbekken, een infiltratiebekken en een langsgracht met een buffercapaciteit en het rooien van bomen.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 12 september 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor bronbemaling ten behoeve van wegenbouw.

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 27 december 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor bronbemaling in functie van de aanleg van een bufferbekken.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom situeert zich langs De Spijker op de hoek met de Vichtesteenweg, beide voldoende uitgeruste wegen. De Spijker is ingericht als een doodlopende straat, aansluitend op de Vichtesteenweg. De Vichtesteenweg is de verbindingsweg tussen het centrum van de gemeente Deerlijk met de N36 en het afrittencomplex van de E17.

De Spijker betreft een recent ontwikkelde KMO-zone waarvoor op heden een aantal loodsen gebouwd zijn, diverse omgevingsvergunningen aangevraagd worden en reeds ontwikkelingen gestart zijn.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een vrijstaand bedrijfsgebouw met een loods op het gelijkvloers en kantoren binnen het bouwvolume op de verdieping te bouwen.

Het bedrijfsgebouw wordt ingeplant op 11 m van de rooilijn kant De Spijker, op 3 m van de rechterzijperceelsgrens en op 4 m van de linkerzijperceelsgrens. De afstand tot de achterkavelgrens/ Vichtsesteenweg bedraagt 7 m. Het bedrijfsgebouw heeft een breedte van max. 47,97 m. De diepte bedraagt max. 50,52 m. Het bedrijfsgebouw heeft een footprint van 2043,82 m². Het gebouw wordt afgewerkt met een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 8 m. Op het gelijkvloers bevindt zich een loods/opslagruimte, berging, fietsenberging voor 5 fietsen, sanitaire voorzieningen  en een technische berging. Op de verdieping worden sanitaire voorzieningen, een kitchenette voor werknemers, een berging en een open kantoor voor werknemers ondergebracht.

De gevels worden afgewerkt in donkergrijs genuanceerde betonpanelen en het schrijnwerk is voorzien in donkergrijs aluminium. Op de verschillende hoeken van het bedrijfsgebouw wordt op het verdiep belettering voorzien.

In de achteruitbouwstrook wordt waterdoorlatende verharding voorzien met een oppervlakte van 477,48 m² en 262,23 m² niet-waterdoorlatende verharding.  De niet-waterdoorlatende verharding wordt voorzien als laad- en loszone voor vrachtwagens. Deze ligt max. 1,20 m verzonken. Er wordt parkeerruimte voorzien voor 8 auto’s en 4 fietsen. De vrije zijstroken worden voorzien als groenzone.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Het bedrijf Lamett Immo BV bouwt een nieuw bedrijfsgebouw met een opslagloods op het gelijkvloers en kantoren op de verdieping. In de loods wordt opslag voorzien van parket, laminaat en vinyl. Er wordt tevens een inpandige werkplaats voorzien voor het aanmaken van stalen.

De volgende ingedeelde inrichtingen en/of activiteiten worden gemeld:

        Opslag van oliën

        Een transformator

        Het parkeren van bedrijfsvoertuigen

        Compressoren en koelinstallaties

        Opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen

        Houtbewerkingstoestellen

        Opslag van hout

        Kunstofbewerkingstoestellen

De voorziene laadinfrastructuur (accumulatoren) zijn niet ingedeeld volgens Vlarem.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

6.4.1°

opslag diverse oliën (Nieuw)

200 liter

3

12.2.1°

transformator van 300 kVA (Nieuw)

300 kVA

3

15.1.1°

parkeren van 2 vrachtwagens, 1 bestelwagen en 3 heftrucks (Nieuw)

6 aantal voertuigen

3

16.3.2°a)

warmtepomp: 2 keer 25 kW

luchtcompressor: 8 kW

airconditioningsinstallatie: 8,5 kW (Nieuw)

66,5 kW

3

17.4.

opslag diverse onderhoudsproducten (Nieuw)

200 liter

3

19.3.1°a)

diverse houtbewerkingstoestellen met een totaal vermogen van 15 kW (Nieuw)

15 kW

3

19.6.1°a)

opslag 400m³ hout (Nieuw)

400 m³

3

23.2.1°a)

kunststofbewerkingstoestellen met een totaal vermogen van 6kW (verpakkingsmachine en wikkelfoliemachine) (Nieuw)

6 kW

3

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 19 augustus 2022 tot 17 september 2022. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

 

De Hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 11 augustus 2022. De adviesinstantie bracht op 31 augustus 2022 een voorwaardelijk gunstig advies uit, ontvangen op 31 augustus 2022. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag wordt gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverslag.’

 

De Intercommunale Leiedal werd om advies verzocht op 11 augustus 2022. De adviesinstantie bracht op 1 september 2022 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘2. Bemerkingen en vaststellingen

2.1 Bouwvrije strook

De bouwvrije strook (3 m vanaf de rooilijn) met de straat De Spijker t.h.v. de noordelijke perceelsgrens mag maximaal over een lengte van 45 m, te beginnen van de noordoostelijke perceelshoek, verhard worden. Dit voorschrift heeft betrekking op een afwijking van BPA nr. 35 Vichtesteenweg, door het CBS goedgekeurd in zitting van 13 februari 2019.

Het plan voldoet niet volledig aan bovenvermeld voorschrift. Leiedal stelt voor om, mbt deze strook van 3 m vanaf de rooilijn, een deel van de ingetekende buitenverharding die niet gebruikt wordt voor de circulatie van voertuigen, aan te passen naar groenzone, zodat grotendeels aan dit voorschrift kan worden voldaan.

3. Algemene opmerkingen

3.1 Uitvoering ontsluiting

De uitvoering van de oprit werd niet volledig vermeld op de plannen. Conform de voorwaarden De Spijker, punt 3.1.2 moet de oprit uitgevoerd worden in grijze betonstraatstenen 220/110/100 mm in halfsteenverband. De opsluiting van de zijkanten dient te gebeuren met hetzelfde type boordsteen (type IA) als de boordstenen van de rijweg. Er dienen gebogen boordstenen gebruikt te worden. De opstand van de boordstenen dient geleidelijk over te gaan van de bestaande opstand ter hoogte van de straat naar nul ter hoogte van de inplantingslijn. De bovenkant van de boordstenen dient het niveau van de naastliggende zijbermen te volgen.

3.2 Bedrijfsgebouw

De plannen geven geen indicatie van de sterkte van de dakstructuur. Conform de voorwaarden De Spijker, punt 2.3, moet de draagkracht van het dak voldoende sterk zijn om zonnepanelen te kunnen installeren en onderhouden.

3.3 Riolering

Er dient gescheiden te worden aangesloten op de reeds, op het private perceel, aanwezige wachtaansluitingen voor vuil water (DWA) en voor regenwater (RWA). Voor de specifieke locatie van deze aansluitingen, kan het officiële opmetingsplan van Bart Degezelle van 4/1/2022 geconsulteerd worden. Op dit plan staan de aansluitingsbuizen voor dit perceel correct aangegeven.

3.4 Afsluiting

Er is geen afsluiting voorzien in de plannen. Mocht de bouwheer in de toekomst toch een afsluiting wensen te plaatsen, dan moet de uitvoering ervan conform zijn aan punt 3.2 van de voorwaarden De Spijker.

3.5 Buitenverlichting

Er is geen buitenverlichting voorzien in de plannen. Mocht de bouwheer in de toekomst toch buitenverlichting wensen te plaatsen, dan moet de uitvoering ervan conform zijn aan punt 4.3 van de voorwaarden De Spijker.

3.6 Hoogspanningscabine

Leiedal merkt op dat er geen hoogspanningscabine wordt voorzien. Louter informatief geeft Leiedal mee dat private hoogspanningscabines steeds geïntegreerd moeten worden binnen het gebouw. Leiedal kan hierop geen uitzondering maken mocht blijken dat in de toekomst toch een hoogspanningscabine nodig zou zijn. Het is dus aan de architect en bouwheer om hier in deze fase reeds rekening mee te houden.’

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient te worden getoetst aan de voorschriften van het BPA Vichtesteenweg, zone 10, zone voor wisselbestemming waarbij zowel ‘zone voor gemeenschapsvoorzieningen’ als ‘zone voor lokale bedrijventerreinen’ van toepassing zijn.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

Ontwerp voorziet:

Per bedrijf mag één toegang genomen worden van maximum 6 m breedte ter hoogte van de rooilijn.

De toegang van 6 m wordt voorzien ter hoogte van de inplantingslijn waardoor de breedte ter hoogte van de rooilijn 12 m bedraagt.

De 3 m achteruitbouwstrook dient  aangelegd te worden als groenzone met enkel verharding voor de toegang tot de kavel.

Een deel van de achteruitbouwstrook langs De Spijker (noordoostzijde van het perceel) wordt over een lengte van 47,83 m verhard in functie van circulatie.

 

Het gevraagde is voor het overige  in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA  gezien de keuze gemaakt wordt voor lokale bedrijventerrein en deze keuze voor het volledige perceel gemaakt werd, het perceel voor minder dan 75 % bebouwd is, de perceelsgrootte beperkt is tot 5000 m², de activiteiten niet louter gericht zijn op detailhandel, de bedrijfsactiviteit niet storend is voor de omgeving, aan de zijperceelsgrens een 4 m vrije strook aangelegd wordt, aan de achterkavelgrens de uiterste grens van de bebouwing gerespecteerd wordt, langs de De Spijker (noordwestelijke zijde) een achteruitbouwstrook van 3 m gerespecteerd wordt die als groenzone aangelegd wordt, de maximale bouwhoogte 8 m bedraagt, het perceel voor het niet bebouwde deel volledig verhard kan worden op voorwaarde dat voldoende maatregelen genomen worden om het waterbergend vermogen van het terrein te garanderen, gezien voldoende parkeerplaatsen voorzien worden om te voldoen aan de eigen behoefte en voldoende circulatieruimte op eigen terrein aangelegd wordt en er ter hoogte van de rooilijn maximaal 1 toegang genomen wordt.

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

 

De afwijking heeft betrekking op afmetingen van de toegang zodat een afwijking overwogen kan worden. Het college van burgemeester en schepenen besliste reeds in zitting van 13 februari 2019 principieel akkoord te kunnen gaan met de gevraagde afwijking vanuit volgende motivering: Door de realisatie van de interne wegenis met groene zijbermen is het aangewezen om een bredere toegang te voorzien ter hoogte van de rooilijn, dit om vloeiende bochtstralen voor het in- en uitrijden van elke bedrijfskavel mogelijk te maken, zonder dat de openbare zijbermen en interne openbare wegenis beschadigd worden. Bij de controle van het in- en uitrijden van een vrachtwagen, trekker of oplegger blijkt dat een toegang van 6 meter op de rooilijn onvoldoende blijkt om zonder schade aan het openbaar domein toegang te nemen tot de bedrijfskavels. Tijdens het openbaar onderzoek werden ook geen bezwaren ingediend zodat de afwijking bijgevolg toegestaan kan worden.

De afwijking heeft betrekking op de inrichting van de achteruitbouwstrook zodat een afwijking overwogen kan worden. Het college van burgemeester en schepenen besliste reeds in zitting van 13 februari 2019 principieel akkoord te kunnen gaan met een afwijking tot 45 m lengte verharding gelet op het feit dat dit een hoekperceel betreft. De achteruitbouwstrook wordt over een lengte van 47,83 m verhard in functie van circulatie. Deze dient, conform de oorspronkelijke beslissing te worden beperkt tot een lengte van maximaal 45 m. Dit kan door de groenzone op de linker zijde van het terrein uit te breiden zodat deze een loodrechte lijn vormt met de toegang ter hoogte van de rooilijn. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat zowel de Vichtesteenweg als De Spijker voldoende uitgeruste openbare wegen zijn. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 10.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 57.500 liter en een referentieoppervlakte van 120,96 m², het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende verharding of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op een KMO-gebouw in een recent aangelegde bedrijvenzone voor kleine- en middelgrote bedrijven zodat de aanvraag zich functioneel inpast. De inplanting en het voorkomen van het gebouw beantwoordt aan de bepalingen uit het BPA. Ook de Intercommunale Leiedal, die uniformiteit en harmonie in de bedrijvenzone nastreeft, gaf een gunstig advies aangaande het voorkomen van het gebouw. Het gebouw past zich bijgevolg visueel-vormelijk in in het bestaande (en toekomstige) straatbeeld. Er wordt op eigen terrein voorzien in voldoende parkeergelegenheid en fietsenstalling zodat de impact op mobiliteit beperkt zal zijn.

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

 

Hulpverleningszone Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies stipt nageleefd moeten worden.

 

Intercommunale Leiedal

Door Leiedal werd de opmerking geformuleerd dat de bouwvrije strook (3m vanaf de rooilijn) met de straat De Spijker t.h.v. de noordelijke perceelsgrens maximaal over een lengte van 45 m, te beginnen van de noordoostelijke perceelshoek, verhard mag worden. Aangezien het plan niet voldoet aan dit voorschrift stelt Leiedal voor dat een deel van de ingetekende buitenverharding die niet gebruikt wordt voor de circulatie van voertuigen aan te passen naar groenzone, zodat grotendeels aan dit voorschrift kan worden voldaan.

Dit voorstel kan gevolgd worden en werd eveneens verwerkt bij de toetsing aan de voorschriften en bijkomend gespecificeerd in de voorschriften. De overige bemerkingen in het advies zijn algemeen van aard en dienen gelet op de specifieke problematiek stipt nageleefd te worden.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

        Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Bruno Descamps namens Lamett Immo BV gevestigd Ter Donkt 2 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen en exploiteren van een bedrijfsgebouw met kantoorruimte, op een perceel gelegen De Spijker 1 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 554 S,

 

Artikel 2

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat voortaan:

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

6.4.1°

opslag diverse oliën (Nieuw)

200 liter

3

12.2.1°

transformator van 300 kVA (Nieuw)

300 kVA

3

15.1.1°

parkeren van 2 vrachtwagens, 1 bestelwagen en 3 heftrucks (Nieuw)

6 aantal voertuigen

3

16.3.2°a)

warmtepomp: 2 keer 25 kW

luchtcompressor: 8 kW

airconditioningsinstallatie: 8,5 kW (Nieuw)

66,5 kW

3

17.4.

opslag diverse onderhoudsproducten (Nieuw)

200 liter

3

19.3.1°a)

diverse houtbewerkingstoestellen met een totaal vermogen van 15 kW (Nieuw)

15 kW

3

19.6.1°a)

opslag 400m³ hout (Nieuw)

400 m³

3

23.2.1°a)

kunststofbewerkingstoestellen met een totaal vermogen van 6kW (verpakkingsmachine en wikkelfoliemachine) (Nieuw)

6 kW

3

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de vergunning af te leveren mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden:

        De groenzone op de linkerzijde van het terrein dient uitgebreid te worden zodat deze een loodrechte lijn vormt met de toegang ter hoogte van de rooilijn en bijgevolg de lengte van de verharding in de achteruitbouwstrook maximaal 45 m bedraagt.

        De voorwaarden gesteld in het advies van Hulpverleningszone Fluvia dienen strikt nageleefd te worden.

        De algemene bemerkingen geformuleerd in het advies van Intercommunale Leiedal dienen strikt nageleefd te worden.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/ .

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.20. OMV 2022_96 - Hoogstraat/Harelbekestraat/Rodenbachstraat - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen van de bestaande bebouwing (brandweerkazerne, brandweerkantine, garage), het opbreken van de verharding en de uitbreiding en herinrichting van het centrumpark, op een perceel gelegen Hoogstraat - Harelbekestraat - Rodenbachstraat  en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 8 W10 aangevraagd door Burgemeester Claude Croes en algemeen directeur Hans Piepers namens GEMEENTE Deerlijk gevestigd Harelbekestraat 27 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  18 november 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De maatregelen in de archeologienota met referentienummer https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/23134 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die nota en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

        Het sloopopvolgplan dient nageleefd te worden (de gegevens van het SOP mogen verder aangevuld worden tot voor de start van de werken).

        Bij de uitvoering van de werken moet voldoende aandacht besteed worden aan de aspecten inzake toegankelijkheid.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is deels gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, centrumpark, goedgekeurd op 10 oktober 1988 met als bestemming deels zone voor openbare groene ruimte voor passieve recreatie of openbaar park en deels tuin met bouwverbod.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan en het BPA zijn van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 juli 1993 door de Vlaamse Overheid voor het verbouwen en uitbreiden van de politiekazerne.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 8 april 1999 door de Vlaamse Overheid voor het plaatsen van twee garageboxen.

        Stedenbouwkundige vergunning geweigerd op 5 oktober 2007 door de Vlaamse Overheid voor herstellen van het hoofddak van de conciërge van de brandweer.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 6 mei 2009 door de Vlaamse Overheid voor het slopen van de overdekte toegang naar de brandweerkazerne.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Milieuvergunning waarvan akte op 27 september 2006 voor de uitbating van een brandweerkazerne.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 28 april 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een rijwoning en de afbraak van de achterbouw van de conciërgewoning van de brandweer

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 5.338 m² en is gelegen langs de Harelbekestraat, Hoogstraat en Rodenbachstraat in de kern van Deerlijk. Het betreffen allen voldoende uitgeruste gemeentewegen.

Het perceel is deels bebouwd, deels verhard en deels ingericht als parkzone. De bebouwing bestaat uit de brandweerkazerne en bijgebouwen. De omliggende asfaltverharding is deels ingericht als publieke parking (zijde Harelbekestraat) en deels als circulatieruimte/oefenkoer/parkeerruimte voor de brandweer (zijde Hoogstraat). Ondertussen is de brandweer geherlocaliseerd en dringt een herontwikkeling zich op. De bestaande parkzone bevindt zich in het binnengebied achterliggend de woningen langs de Hoogstraat/Harelbekestraat/Rodenbachstraat, ten westen van de voormalige brandweerkazerne.

De omgeving is een stedelijke omgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca, kantoren, diensten en gemeenschapsvoorzieningen. De woonfunctie bestaat zowel uit eengezinswoningen als uit meergezinswoningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Het bestaande centrumpark is op heden reeds een groene plek met waardevolle grote bomen in het centrum van de gemeente. De historische, groene elementen van het buurtpark worden bewaard en versterkt. Verschillende gebouwen en verhardingen worden af-/uitgebroken om een nieuw, groter centrumpark te realiseren.

Voor de realisatie van dit centrumpark werd een masterplan opgemaakt dat gefaseerd uitgevoerd wordt. Voorliggende aanvraag omvat de eerste fase van deze uitvoering.

In het totaal worden in deze fase 3 gebouwen gesloopt, zijnde de brandweerkazerne met een oppervlakte van 517 m², de brandweerkantine (232 m²) en een garage (31,5 m²). De brandweerkantine is aangebouwd tegen een muur op de perceelsgrens, die na de sloop behouden blijft. Daarnaast wordt de volledige asfaltverharding tussen Harelbekestraat en Hoogstraat opgebroken. De huidige verharding van de straat wordt ook mee opgebroken voor een beperkte breedte voor de toegangen naar het park. In het bestaande park wordt het pad in halfverharding verwijderd, alsook de bestaande speeltoestellen en enkele struiken.

Op de plaats van de voormalige brandweerkazerne en de verharde omgeving wordt de noord-zuid doorsteek gerealiseerd. Aan deze noord-zuid doorsteek wordt een eerste deelzone ingericht, zijnde de actieve strip. Deze ruimte wordt gekenmerkt door zowel plein- als parkruimte, maar voornamelijk door de verschillende actieve plekken die langs de doorsteek worden voorzien. Deze verbinding betreft een meer stedelijke as waarbij verharding voorzien wordt in betonklinkers waardoor een vlotte doorgang voor fietsers en voetgangers mogelijk is. De betonklinkers worden zowel vol gebruikt als in een halfverharde variant met grasvoegen. Ter hoogte van het gemeentehuis wordt deze actieve strip ingericht als een voorplein dat meer verhard is maar verweven wordt met groene pockets die het park aankondigen. In dit voorplein wordt een doorrit voorzien voor de ondergrondse garage van het naastgelegen appartement. Deze doorrit wordt volledig ingewerkt in de pleinaanleg. Het centrale deel van de strip bestaat uit enkele speelclusters, zijnde waterspelletjes, een speelheuvel, bewegings- en fitnesstoestellen, in directe relatie tot het park. Ter hoogte van de Hoogstraat wordt, gekoppeld aan het bestaande gebouw aan de Hoogstraat een caféterras voorzien naast de strip.

De tweede deelzone is het westelijk deel van de parkruimte, waar vandaag het centrumpark gelegen is. Deze parkruimte wordt opnieuw vormgegeven, met respect voor de bestaande situatie en de waardevolle elementen die reeds aanwezig zijn. Er wordt een eenvoudige padenstructuur in gestabiliseerd zand voorzien en beplante randen met spelprikkels. De bestaande toegang vanaf de Rodenbachstraat wordt behouden en verder versterkt. Aansluitend op de bestaande cafétuin wordt een petanqueterrein ingericht. Centraal in het bestaande park wordt een grote open plek voorzien tussen de bomen die versterkt wordt door de inrichting van een zitmeubel in de vorm van een halve cirkel in beton (gepolierd, geschuurd).

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 22 augustus 2022 tot 20 september 2022. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er 3 bezwaarschriften ingediend.

 

De bezwaarschriften bevatten samengevat volgende elementen:

        De vraag wordt gesteld of de toegang tot de garages van de appartementen Golden River gegarandeerd zal blijven tijdens de werkzaamheden.

        Eén van de aanpalende eigenaars vraagt de opmaak van een plaatsbeschrijving door de gemeente omwille van vrees voor schade door de sloop van de bestaande bebouwing (brandweerkazerne, kantine en garage) en het opbreken van de verharding.

        De vraag wordt gesteld waarom geen ondergrondse parkeergarage voorzien wordt met daarboven groen. De bezwaarindiener vraagt inzage in de studie die aantoont dat dit te duur is.

        Er zijn geen parkeerplaatsen voorzien voor personen met beperking. De parking achter het gemeentehuis of aan d’Iefte is te ver weg.

        De inrit naar de parking van de Golden River is niet duidelijk weergegeven op de plannen.

 

  1. Adviezen

 

De brandweerzone Fluvia – hulpverleningszone Fluvia, dienst brandpreventie werd om advies verzocht op 12 augustus 2022. De adviesinstantie bracht op 31 augustus 2022 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Indien de verkaveling meergezinswoningen omvat, dient rekening gehouden met de richtlijnen i.v.m. inplanting en toegangswegen, vervat in het KB van 7/7/1994. De toegangswegen en extra verhardingen voor de brandweer moeten visueel waarneembaar zijn.

Inzake groenaanleg wordt de verkaveling gunstig geadviseerd voor zover de aangeplante bomen tijdens hun levensduur de vrije doorgang van brandweervoertuigen niet zullen hinderen.

Inzake bluswatervoorziening wordt de verkaveling gunstig geadviseerd voor zover:

- het een residentiële verkaveling betreft (woningbouw);

- langs de openbare wegenis een openbaar waterleidingnet aanwezig is met een minimum binnendiameter van 80 mm;

- op het waterleidingnet hydranten aangesloten worden op max. 100 m van elkaar en op 0,60 m (horizontaal gemeten) weg van de kant der straten, wegen of doorgangen waarop voertuigen kunnen rijden en parkeren;

- de aanleg van wegenis, circulatie- en parkeerzones rekening houdt met een permanente toegankelijkheid van de hydranten;

- de aanduiding van de watervoorraden gebeurt cfr. de MO d.d. 14 oktober 1975.’

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

 

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

 

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de inrichting van een publieke ruimte zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

De aanvraag dient voor een deel eveneens getoetst aan de voorschriften van het BPA Centrumpark. De aanvraag is in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de zone bestemd is voor openbare groene ruimte voor passieve recreatie of openbaar park, enkel werken toegelaten die strikt noodzakelijk zijn voor de openstelling, het behoud en de verfraaiing van het park en er geen wijzigingen gebeuren aan de muren op de perceelsgrenzen.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat zowel de Harelbekestraat, Hoogstraat en Rodenbachstraat voldoende uitgeruste openbare wegen zijn.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

In voorliggende aanvraag worden geen gebouwen voorzien en wordt nieuwe verharding aangelegd met een oppervlakte van meer dan 40 m². De site ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. De zone is gelegen in infiltratiegevoelig gebied..

Door de heraanleg wordt 2.243 m² onthard. Daarnaast wordt maximaal ingezet op infiltratie in de nieuwe groenzone. Het hemelwater infiltreert op natuurlijke wijze naast of door de verharde oppervlakte op eigen terrein in de bodem waardoor de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater niet van toepassing is. Enkel een beperkte zone palend een de Harelbekestraat (300 m²) en een beperkte zone palend aan de Hoogstraat (168 m²) zullen aangesloten worden op infiltratiestraatkolken met overloop op een infiltratieleiding vooraleer over te lopen naar de riolering in respectievelijk de Harelbekestraat en Hoogstraat. De infiltratierioleringen worden gedimensioneerd conform de gewestelijke stedenbouwkundige verordening.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Archeologietoets

De aanvraag is vergezeld van een archeologienota die kadert in het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, gezien een bodemingreep beoogd wordt die groter is dan 1.000 m². De archeologienota werd opgemaakt onder de supervisie van een erkend archeoloog.

De archeologienota werd gemeld aan het agentschap Onroerend Erfgoed op 8 juli 2022 die er akte van genomen heeft op 24 juli 2022. In de voorwaarden bij afgifte van de vergunning moet het volgende opgenomen worden.

De maatregelen in de archeologienota met referentienummer https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/23134 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die nota en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

In het centrum van Deerlijk zijn er minder grootschalige groenzones aanwezig. Dit is zeker het geval in de buurt van de dichtbebouwde straten van de centrale ladderstructuur waarop voorliggende site ook gelegen is. Daarnaast vonden de laatste jaren een groot aantal nieuwe ontwikkelingen plaats in de omgeving. Bijkomende verdichting gaat ook steeds gepaard met een nood om voorzieningen uit te breiden, waaronder ook de groenruimtes.

Na de verhuis van de brandweerkazerne heeft de huidige site de potentie om deze functie op te nemen.

De aanvraag heeft betrekking op de realisatie van een eerste fase binnen een ruimer masterplan. De site wordt onthard en gevrijwaard van bebouwing. Het bestaande centrumpark wordt heringericht en wordt verder uitgebreid binnen de visie van het masterplan. Door het realiseren van een centrale actieve strip wordt ruimte gecreëerd voor ontmoeting en spel enerzijds en voor rust anderzijds.

De realisatie van een centrumpark centraal in de gemeente, tegenover het gemeentehuis en als mogelijke verbindingssite tussen de gemeentehuissite en de cultuursite, past zich bijgevolg functioneel in in deze bebouwde omgeving.

 

Inplanting/bouwvolume/gabarit/verschijningsvorm:

Aangezien in deze eerste fase geen nieuwe gebouwen opgetrokken worden is een verdere beoordeling van deze criteria niet aan de orde.

 

Toegankelijkheid:

De aanvraag heeft betrekking op een publiek toegankelijk park. Aangezien geen gebouwen opgetrokken worden is de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid niet van toepassing. Anderzijds wordt bij de aanleg maximaal rekening gehouden met de algemene toegankelijkheid. Het bestaande hoogteverschil op het terrein in noord-zuidrichting wordt via de helling van het terrein opgevangen. Het centrale deel van de actieve strip wordt in de helling aangelegd waarbij de verharding op zijn smalst een breedte heeft van 4 m, trappen worden hierbij vermeden. In oost-westrichting wordt een pad aangelegd met een breedte van 2 m in gestabiliseerd zand doorheen de groenzone.

In het aanvraagdossier werd een advies van Inter van 7 juli 2021 toegevoegd. Het is belangrijk om bij de uitvoering van de werken voldoende aandacht te besteden aan de aspecten inzake toegankelijkheid.

 

Via de bestaande parking wordt op heden ook de ondergrondse parking van het naastliggend appartementsgebouw georganiseerd. Deze toegankelijkheid blijft ook na de heraanleg behouden. De toerit wordt wel opgeschoven en gesitueerd langs de linkerzijperceelsgrens. Teneinde de zekerheid te hebben dat de aanleg geen impact heeft op deze toegankelijkheid werden de nodige draaicirkels hiertoe uitgetekend. De toerit werd afgescheiden van het voorplein door grondnagels zodat het plein visueel alsnog doorloopt en visueel een maximale breedte krijgt.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

Op het perceel zijn op heden 29 parkeerplaatsen aanwezig voor wagens en worden 3 parkeerplaatsen aangewend voor het plaatsen van deelfietsen.

Na de heraanleg verdwijnen in deze fase alle publieke parkeerplaatsen. In het centrum zijn meerdere publieke parkeerhavens aanwezig met aanvullend langsparkeerplaatsen langs de openbare wegenis. Uit de parkeerstudie die werd uitgevoerd in 2018 bleek dat het aanbod aan parkeerplaatsen in het centrum ruim voldoende is. In deze studie werden een aantal maatregelen voorgesteld om de rotatie op de parkeerplaatsen te verhogen en bijgevolg een betere benutting van het bestaande aanbod te realiseren. Ondertussen werd er een parkeerregulering voor het centrum ingevoerd en positief geëvalueerd. Ook bij de goedkeuring van het masterplan werd door de gemeenteraad beslist om als flankerende maatregelen de uitbreiding van de kortparkeerplaatsen in de Harelbekestraat te onderzoeken en een uitbreiding van de parking achter het gemeentehuis te voorzien. Ondertussen werd beslist om in het centrum 6 bijkomende kortparkeerplaatsen in te richten. Anderzijds is het ook de ambitie om in te zetten op een modalshift en duurzame verplaatsingen te stimuleren. Eén van de maatregelen om dit te realiseren is een doordacht parkeerbeleid, maar eveneens het voorzien van voldoende infrastructuur voor andere vervoermodi is belangrijk. Daarom is het van belang om voldoende en kwalitatieve fietsstalplaatsen te voorzien. Op de site worden er gespreid over 3 plaatsen infrastructuur voorzien voor het stallen van fietsen, nl. op het voorplein, langs de vrije zijgevel van de woning Hoogstraat 115 en in de parkeerstrook ter hoogte van het pand Hoogstraat 109. Dit is een uitbreiding t.o.v. het huidig aantal fietsstalplaatsen op de site. Op die manier wordt voldoende ingezet op duurzame mobiliteit.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Op heden is het bestaande centrumpark reeds een groene plek in het centrum, doch eerder achterliggend gelegen, weinig voelbaar vanaf de aanpalende straten en eerder beperkt in oppervlakte om als volwaardige centrumplek te kunnen functioneren. De uitbreiding heeft tot doel een kwalitatieve groene stapsteen te worden binnen de stedelijke context waarbij ontmoeten, spel en rust mogelijk zijn.

Bij het ontwerp werd het bestaande groen als uitgangspunt genomen. Er zijn vandaag 29 bomen aanwezig op de site waarvan een groot deel waardevol is. Alle bomen worden behouden en geïntegreerd in het nieuwe ontwerp. Deze bestaande structuur wordt versterkt met planten uit zowel de kruid-, struik- als kruinlaag teneinde voldoende diversiteit te hebben. De gekozen plantensoorten zullen inheems zijn en aangepast aan het lokale klimaat. Centraal wordt een grote open plek voorzien tussen de bomen. Aan de randen wordt een meer dense beplanting voorzien die enerzijds een overgang moet vormen naar de private tuinzones en anderzijds ook zal zorgen voor ontoegankelijke zones waarbij insecten en dieren vrij spel krijgen. Op die manier zullen er plekken ontstaan met een verhoogde biodiversiteit.

 

De voorgestelde materialen voor de verharde delen zorgen voor een maximale waterdoorlaatbaarheid, zijnde onder meer betonklinkers, deels volgens gebruik en deels met grasvoegen, drainerende grasdallen, versterkt gazon, etc. De gekozen materialen zullen een positieve impact hebben op de waterhuishouding.

 

Bij de aanvraag worden gebouwen verwijderd en verharding opgebroken. In functie van het beperken van mogelijke hinder dienen wel volgende voorwaarden nageleefd te worden:

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

 

 

Conclusie

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Alle ingediende bezwaarschriften zijn tijdig ingediend en worden ontvankelijk verklaard.

Omtrent de bezwaarschriften wordt voorgesteld volgend standpunt in te nemen:

        De vraag wordt gesteld of de toegang tot de garages van de appartementen Golden River gegarandeerd zal blijven tijdens de werkzaamheden.

Ongegrond te verklaren: Dit betreft geen opmerking van stedenbouwkundige aard. De toegang naar de garages zal zolang mogelijk opengehouden worden maar tijdens bepaalde fases in de werken zal de toegang niet kunnen gegarandeerd worden. De hinder zal zo beperkt mogelijk gehouden worden.

        Eén van de aanpalende eigenaars vraagt de opmaak van een plaatsbeschrijving door de gemeente omwille van vrees voor schade door de sloop van de bestaande bebouwing (brandweerkazerne, kantine en garage) en het opbreken van de verharding.

Ongegrond te verklaren: Dit betreft een opmerking van burgerrechtelijke en niet stedenbouwkundige aard. Palend aan de eigendom wordt enkel verharding opgebroken en het dichtste te slopen gebouw bevindt zich op een afstand van minstens 11 m van de woning zodat de impact van de werken beperkt zal zijn. De eigenaar kan steeds zelf een plaatsbeschrijving laten opmaken en deze overmaken aan de gemeente alvorens de werkzaamheden starten. Deze werkwijze is in analogie met de werkwijze die gehanteerd wordt bij wegeniswerken.

        De vraag wordt gesteld waarom geen ondergrondse parkeergarage voorzien wordt met daarboven groen ? De bezwaarindiener vraagt inzage in de studie die aantoont dat dit te duur is.

Ongegrond te verklaren: Het onderzoek dat gevoerd werd naar de mogelijkheden om alsnog een ondergrondse parkeergarage te realiseren is opgenomen in het masterplan voor het centrumpark. Dit masterplan is te consulteren via de gemeentelijke website. Het uitgangspunt hierbij was het behoud en de herinrichting van de halfondergrondse bestaande parking van het sociaal woningbouwproject. 

Er wordt gekozen voor een scenario zonder parking gezien er is te veel onzekerheid is in verband met de structuur van de parking (zowel stabiliteittechnisch als voor de brandweervoorschriften). Daarnaast is en blijft het de ambitie van de gemeente om de site van het centrumpark maximaal te vergroenen.

        Er zijn geen parkeerplaatsen voorzien voor personen met beperking. De parking achter het gemeentehuis of aan d’Iefte is te ver weg.

Ongegrond te verklaren: Met betrekking tot de voorbehouden parkeerplaatsen wordt aanbevolen om enerzijds op publieke parkings minstens 6 % of min. één voorbehouden parkeerplaats te voorzien en anderzijds om bij publiek toegankelijke gebouwen voorbehouden parkeerplaatsen te voorzien. De bestaande openbare parking verdwijnt en ter hoogte van het gemeentehuis (parking achteraan) zijn er 3 aangepaste parkeerplaatsen voorzien waarmee nog steeds voldaan wordt aan de aanbevelingen. In fase 2 wordt bij het nieuwe publieke gebouw een beperkte parkeerruimte ingericht waarbij ook minstens één aangepaste parkeerplaats zal voorzien worden. Er kan nog onderzocht worden of er tijdelijk een aangepaste parkeerplaats langs de Harelbekestraat kan voorzien worden, hierbij rekening houdend de andere parkeervragen van bewoners en handelaars.

        De inrit naar de parking van de Golden River is niet duidelijk weergegeven op de plannen.

Ongegrond te verklaren: Op de plannen nieuwe toestand, zowel inplantingsplan als grondplan (BA_Centrumpark Deerlijk_P_N_1) is via ‘.’ aangeduid waar de inrit zich bevindt. Het klopt wel dat dit niet verduidelijkt werd in de legende. Anderzijds is ook in de motivatienota zoals gevoegd in het dossier de inrit duidelijk weergeven (pag. 42, circulatie en toegankelijkheid, pag. 57 markering RVS voor private toegang).

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Advies Fluvia

De opmerkingen geformuleerd in het advies van Fluvia zijn niet allemaal van toepassing op de aanvraag. Het advies is voor het overige gunstig zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.14 Sloopopvolgplan (SOP)

Aangezien een niet-residentieel gebouw met een totaal bouwvolume van meer dan 1.000 m³ gesloopt wordt, is een sloopopvolgingsplan noodzakelijk. In het dossier is een sloopopvolgplan toegevoegd, opgemaakt door SloVeCo Consulting.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan burgemeester Claude Croes en algemeen directeur Hans Piepers namens GEMEENTE Deerlijk  gevestigd Harelbekestraat 27 te 8540 Deerlijk, voor het slopen van de bestaande bebouwing (brandweerkazerne, brandweerkantine, garage), het opbreken van de verharding en de uitbreiding en herinrichting van het centrumpark, op een perceel gelegen Hoogstraat - Harelbekestraat - Rodenbachstraat  en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 8 W10, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De maatregelen in de archeologienota met referentienummer https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/23134 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die nota en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Indien asbesthoudend afval aanwezig is moet dit met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

        Het sloopopvolgplan dient nageleefd te worden (de gegevens van het SOP mogen verder aangevuld worden tot voor de start van de werken).

        Bij de uitvoering van de werken moet voldoende aandacht besteed worden aan de aspecten inzake toegankelijkheid.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.21. OMV 2022_137 - Nieuwenhovestraat 20 - advies aan provincie West-Vlaanderen - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd advies uit te brengen voor de  omgevingsvergunningsaanvraag voor het uitbreiding van de exploitatie door toevoeging van een naastliggend perceel met bedrijfsgebouw, op een perceel gelegen Nieuwenhovestraat 20 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 76 Y, (afd. 1) sectie B 76 A2 en (afd. 1) sectie B 76 Z aangevraagd door Bart Steenhaut namens STEENHAUT BVBA gevestigd Nieuwenhovestraat 20 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en motiveert haar advies als volgt:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming milieubelastend industriegebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

        De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

        De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

        Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 31 maart 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanbrengen van een verharding in asfalt en steenslag in functie van het stapelen van bouwmaterialen.

        stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 21 november 2012 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een bedrijfsgebouw, een kantoor met onverwarmde loods.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        milieuvergunning afgeleverd op 16 juni 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor een bouwbedrijf.

        milieuvergunning afgeleverd op 28 februari 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor een bedrijf voor aanleg wegenis, riolerings- en omgevingswerken.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigering zijn relevant:

        omgevingsvergunning afgeleverd op 6 juli 2022 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanbrengen van raamopeningen in de voor- en zijgevel van een industriegebouw.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.a.  Beschrijving van de omgeving

Het bestaande bedrijf is gevestigd op een perceel met een oppervlakte van ca 11.422 m² en is gelegen langs de Nieuwenhovestraat op ongeveer 2,7 km ten oosten van de kern van Deerlijk. De Nieuwenhovestraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De exploitatie wordt uitgebreid met een naastliggend bedrijfsterrein en bijhorende loods met een oppervlakte van 3.162 m². De site bevindt zich aan de rand van de industriezone Deerlijk-Waregem, die gekenmerkt wordt door grootschalige milieubelastende bedrijven. Aan de overzijde van de weg bevindt zich een woongebied met voornamelijk eengezinswoningen. Ten oosten van het perceel ligt de Alfortbeek, ten zuiden van het perceel de Gaverbeek.

 

3.b.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst het naastliggende perceel met een oppervlakte van 76 a 2 ca, toe te voegen aan de bedrijfsvoering. Het betreft meer bepaald de bestaande loods aanwenden als opslagplaats, verharden van de tuinzone ifv opslag, het voorzien van een doorrit naar het naastliggende perceel, het bouwen van een betonnen stapelwand rondom de nieuwe bedrijfszone op de linker perceelsgrens en rechts van de bestaande loods wordt een weegbrug en bandenwasinstallatie gerealiseerd.

In de bestaande loods rechts op het terrein wordt een kantoorruimte ingericht.

Het bestaande bedrijfsgebouw wordt intern verbouwd. De bestaande bergplaats wordt omgevormd tot burelen met loketfunctie. Een deel van de bureelruimte wordt omgevormd tot ontspanningsruimte.

Daarnaast wenst de aanvrager de achteruitbouwzone van de woning nr. 24 in te richten als parkeerruimte op grasdallen.

Er wordt vastgesteld dat de bestaande toestand weergegeven op plan niet in overeenstemming is met wat op basis van de luchtfoto’s kan waargenomen worden. Zo bestaat er vermoedelijk reeds een betonnen stapelwand tussen terras van de woning en de bedrijfsvoering. Ook wordt vastgesteld dat de verharding reeds uitgebreider is dan te zien op plan. Het is eveneens onduidelijk hoe de loketfunctie op het verdiep zal functioneren. Is deze loketfunctie toegankelijk voor het publiek?

 

3.c.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Het betreft een aannemersbedrijf voor de aanleg van wegenis-, riolerings- en omgevingswerken en de aanleg van parken en tuinen. Tevens is een bedrijfsgebonden TOP (tijdelijke opslagplaats) aanwezig voor de opslag en verwerking van gronden.

Er wordt grond aangevoerd afkomstig van uitgravingen op de werven. Alle grond komt binnen met een technisch verslag, behalve kleine partijen (< 250 m³) van niet-verdachte oorsprong.

Propere gronden worden apart opgeslagen van de gronden die niet voldoen aan een toepassing volgens Vlarebo. De kleine partijen grond waarvan nog geen technisch verslag werd opgesteld, worden opgeslagen op een vloeistofdichte vloer tot bekend is of er een afzetmogelijkheid bestaat volgens Vlarebo. Indien nodig worden de gronden uitgezeefd om stenen en dergelijke te verwijderen. Deze stenen worden daarna gebroken. Dit gebeurt door middel van zeef- en breekcampagnes, die maximum 1 keer per maand plaatsvinden. Daarvoor wordt dan een Copro gekeurde zeef en een Copro gekeurde breekinstallatie gehuurd.

Er is opslag van snoeihout en groenafval, afkomstig van de onderhoudswerken bij de klanten. Op de site wordt het snoeihout verhakseld. Het groenafval wordt regelmatig afgevoerd naar een erkend verwerker. In de inrichting is er ook opslag van materialen als compost, boomschors, zand en steenslag. Er is een wasplaats voorzien voor het wassen van de eigen bedrijfsvoertuigen. Binnen in de loods is er een tankplaats voorzien voor het bevoorraden van eigen bedrijfsvoertuigen. Voor het onderhoud van de voertuigen is een werkplaats ingericht, waar een beperkte hoeveelheid onderhoudsproducten aanwezig is.

Er ontstaat bedrijfsafvalwater op de delen van het terrein waar niet-inerte afvalstoffen worden opgeslagen. Ook het wassen van de bedrijfsvoertuigen genereert bedrijfsafvalwater. Het huishoudelijk afvalwater is afkomstig van de sanitaire installaties. Aangezien het gaat om een debiet van minder dan 600 m³/jaar is de lozing van huishoudelijk afvalwater niet ingedeeld volgens Vlarem.

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

2.1.3.2°

Uitbreiding met de opslag van max. 15.000 m³ verontreinigde grond. (Verandering)

25000 m³

1

2.2.1.c)1°

Opslag en sortering van max. 100 ton niet gevaarlijke afvalstoffen:

(2a) 50 ton houtafval

(2b) 50 ton ijzerschroot (Ongewijzigd)

100 ton

2

2.2.1.d)2°

Opslag en sortering van andere niet gevaarlijke afvalstoffen:

(5) Opslag en sortering van 500 m³ (ca. 150 ton) groenafval (Ongewijzigd)

150 ton

1

2.2.2.a)2°

Uitbreiding met de opslag en mechanische behandeling van 1.000 m³ afbraakpuin en 4.000 m³ grond met stenen en de opslag van 1.000 m³ gebroken puin en 1.200 m³ stenen. (Verandering)

10800 m³

1

2.2.2.b)2°

Opslag en mechanische behandeling van niet gevaarlijke afvalstoffen:

(4a) 100 ton te verhakselen snoeihout

(4b) 1.000 ton verhakseld hout

(4c) Hakselaar (10 kW) (Ongewijzigd)

1100 ton

1

3.4.2°

Er wordt niet buiten getankt zoals aanvankelijk gepland, maar de wasplaats is wel aanwezig. De oppervlakte vloeistofdichte verharding voor de opslag van afvalstoffen en verontreinigde grond is echter kleiner dan oorspronkelijk voorzien (1.938 m² i.p.v. 3.772 m²).

De nieuwe verharding bedraagt 2.340 m².

Volgens de nieuwe rekenregels van de VMM kan er 68 m³/u, 174,5 m³/dag en 3.636 m³/jaar potentieel verontreinigd hemelwater ontstaan.

Lozing van bedrijfsafvalwater afkomstig van het wassen van 2 voertuigen per dag (150 liter/voertuig): 0,15 m³/u – 0,3 m³/dag – 67,5 m³/jaar (Verandering)

68,15 m³/uur

2

5.3.1°a)

Opslag max. 1 ton biociden (Ongewijzigd)

1 ton

3

6.4.1°

Uitbreiding met:

− 200 liter hydraulische olie

− 200 liter smeerolie

− 2 x 200 liter afvalolie (Verandering)

1600 liter

3

6.5.1°

Er is geen verdeelslang voor benzine (Verandering)

2 verdeelslang

3

15.1.2°

Uitbreiding met 43 voertuigen (Verandering)

86 aantal voertuigen

2

15.2.

Uitbreiding met een garagewerkplaats (Verandering)

2 werkplaats

3

15.4.1°

Wasplaats

(9) Wasplaats voor wassen van 2 voertuigen per dag (Ongewijzigd)

1 wasplaats

3

16.3.2°a)

Uitbreiding met een compressor van 1,5 kW en een warmtepomp voor koeling en verwarming van 20 kW (Verandering)

43 kW

3

17.3.2.1.1.2°

Opslag 26.000 liter brandgevaarlijke vloeistoffen met vlampunt ≥ 55 °C

(14) Opslag 20.000 liter (17.000 kg) diesel in een ondergrondse dubbelwandige houder

(15) Opslag 6.000 liter (5.100 kg) mazout in een ondergrondse dubbelwandige houder (Ongewijzigd)

22,1 ton

2

17.3.4.1°a)

Uitbreiding met max. 500 kg ongebluste kalk in zakken van 50 kg (Verandering)

1 ton

3

17.4.

Uitbreiding met volgende opslag:

− 220 bussen van 5 liter benzine

− 440 bussen van 5 liter benzine

− 2 x 25 liter antivries

− 2 x 25 liter ontkistingsolie

− 2 x 25 liter ontvetter (Verandering)

4700 liter

3

19.3.1°a)

Diverse kleine houtbewerkingsmachines (Nieuw)

5 kW

3

19.6.1°b)

Opslag 250 m³ boomschors in open lucht (Ongewijzigd)

250 m³

3

28.1.f)1°

Uitbreiding met de opslag van 50 ton kunstmest (Verandering)

100 ton

3

29.5.2.1°a)

Er komen 7 slijpschijven van elk 2,5 kW bij (Verandering)

25 kW

3

31.1.1°a)

Stationaire motoren:

(24) Zeefinstallatie met motor van 100 kW

(25) Breekinstallatie met motor van 250 kW (Ongewijzigd)

350 kW

3

61.2.2°

Uitbreiding met de opslag van max. 15.000 m³ grond die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het Vlarebo (Verandering)

15000 m³

2

 

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 21 oktober 2022 tot 20 november 2022 (door een onvoorziene technische storing van het loket, worden de termijnen van de lopende dossiers verlengd: voor dit openbaar onderzoek betekend dit een einddatum van 20 november 2022 in plaats van 19 november 2022). Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er 2 bezwaarschriften ontvangen, 1 digitaal (ingediend op 10/11/2022) en 1 analoog (ingediend op 15/11/2022). Het digitaal bezwaarschrift werd ondertekend door de bewoners van 5 adressen in de omgeving, het analoog bezwaarschrift door de bewoners van 1 adres.

In beide bezwaarschriften worden enkele gemeenschappelijke problemen aangekaart nl.:

        Geluidsoverlast en stofhinder afkomstig van de exploitatie.

        Hinder door overmatig veel vrachtverkeer (ook buiten de normale werkingsuren).

        Onoordeelkundig rijgedrag van de vrachtwagen- en tractorchaufeurs.

        Exploiteren buiten de normale werkuren van 7 uur tot 19 uur.

        Modder en aarde op de straat.

 

Daarnaast worden ook enkele argumenten aangehaald die niet rechtstreeks op deze omgevingsvergunningsaanvraag betrekking hebben:

        Door het vele vrachtverkeer komt de veiligheid in de Nieuwenhovestraat in het gedrang.

        Door de uitbreiding van het bedrijf zou de waarde van de particuliere eigendommen aan de overkant van de straat verminderen.

 

  1. Adviezen

 

De volgende instanties werden door de provincie West-Vlaanderen om advies gevraagd:

        De gemeente Deerlijk.

        Het agentschap Natuur en Bos.

        Het departement Omgeving.

        De Vlaamse Milieumaatschappij (afdeling afvalwater en lucht).

        De Vlaamse Milieumaatschappij (watertoets).

        Provinciale omgevingsvergunningscommissie.

        Openbare Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij.

        Departement Omgeving (Natuurlijke rijkdommen).

        Departement Omgeving (stedenbouwkundig advies).

        Departement Omgeving (milieu advies).

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen, komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier.

 

7.a.       Planologische toets

 

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meerbepaald aan de voorschriften voor milieubelastende bedrijvigheid.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 7.2.0. + 8.2.1.2. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:

 

Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.

 

Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

 

Gebieden voor milieubelastende industrieën zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

De aanvraag heeft betrekking op het uitbreiden van een milieubelastend bedrijf door toevoeging van een naastgelegen terrein en loods zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.b.       Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Nieuwenhovestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.c.       Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Voor de watertoets wordt verwezen naar het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij bevoegd voor de watertoets.

 

7.d.       Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

 

7.e.       Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.f.         Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.g.       Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.h.       Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

 

7.i.         Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

Organisatie van het personenverkeer van en naar het project

‘s Morgens komt het personeel toe in ± 20 personenwagens, waarna deze met lichte bestelwagens of vrachtwagens vertrekken naar de werven (+/- 15 lichte bestelwagens, 3 vrachtwagens). Per dag komen maximum 5 personenwagens met bezoekers.

 

Gebruikte mobiliteitsmiddelen voor goederentransport

Voor de aan- en afvoer worden voornamelijk vrachtwagens en bestelwagens gebruikt.

 

Aan- en afvoerfrequenties + tijdstippen

Er is per dag een gemiddelde aanvoer van 3 vrachtwagens met 30 ton, 10 vrachtwagens met 15 ton en 10 bestelwagens met 1 ton. Per dag is er een gemiddelde afvoer van 10 vrachtwagens met 15 ton en 10 bestelwagens met 1 ton. Dit steeds tussen 7.00 uur en 19.00 uur.

 

In het nieuwe gedeelte wordt een weegbrug voorzien die net als de hoofdingang aangesloten wordt op de Nieuwenhovestraat. In functie van de mobiliteitsdruk op deze gemeenteweg wordt geadviseerd om het gebruik van deze weegbrug te beperken tot bedrijfseigen transporten. De weegbrug kan op die manier niet gebruikt worden voor het wegen van transporten die geen betrekking hebben op de eigen bedrijfsactiviteiten. Dit advies zal als voorwaarde toegevoegd worden.

 

Relevante potentiële effecten op de bodem

Mogelijke bronnen van emissies naar de bodem zijn de uitloging van niet-inerte afvalstoffen, uitloging van de opgeslagen verontreinigde gronden en het lekken van houders en recipiënten met gevaarlijke stoffen. De gevaarlijke vloeistoffen worden opgeslagen op voldoende gedimensioneerde lekbakken om bodem- en grondwaterverontreiniging tegen te gaan.

De vaste houders betreffen dubbelwandige opslagtanks die voldoen aan de vigerende wetgeving. De afvalstoffen en grond die niet voldoet aan Vlarebo worden opgeslagen op een verharde vloeistofdichte vloer met afwatering naar een bezinkput met olieafscheider. Indien uit het technisch verslag blijkt dat een partij grond vervuild is en gereinigd moet worden, wordt deze onmiddellijk doorverwezen naar een grondreinigingscentrum. Om calamiteiten zo snel mogelijk aan te pakken is absorptiemateriaal in de inrichting aanwezig. Gelet op de genomen maatregelen is het risico op bodemverontreiniging beperkt.

 

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

Op de huidige locatie

Alle hemelwater afkomstig van daken en wegenis wordt verzameld in hemelwaterputten ( 6 x 20 m³ en 2 x 20 m³). Dit water wordt gerecupereerd voor huishoudelijk gebruik, vb. voor de toiletten en als poetswater voor de burelen. Het water afkomstig van de parkings en de overloop van de hemelwaterputten aan de burelen wordt opgevangen in 5 hemelwaterputten van elk 20 m³. Het wordt gebruikt voor het wassen van de wagens, gebruik op de werven, …

Er ontstaat potentieel verontreinigd hemelwater afkomstig van de vervuilde oppervlakte van de wasplaats en van de verharde oppervlakte waar afvalstoffen en grond op liggen. In totaal is er 1.938 m² vloeistofdichte verharding waarop potentieel verontreinigd hemelwater kan ontstaan. Rekening houdend met piekbuien kan er zo 30,8 m³/u, 79 m³/dag en 1.647 m³/jaar potentieel verontreinigd hemelwater ontstaan. Bedrijfsafvalwater is afkomstig van het wassen van max. 2 voertuigen per dag. Er wordt max. 150 liter water per voertuig gebruikt (totaal 0,15 m³/u – 0,3 m³/dag - 67,5 m³/jaar). Voor het wassen van de voertuigen wordt hemelwater gebruikt.

 

Op de toegevoegde locatie

Op het nieuwe perceel wordt een betonverharding van 2.340 m² aangelegd. Hierop komt ook grond te liggen waardoor er potentieel verontreinigd hemelwater kan ontstaan. Rekening houdende met piekbuien kan er zo 37,2 m³/u, 95,5 m³/dag en 1.989 m³/jaar potentieel verontreinigd hemelwater ontstaan. Het hemelwater wordt via een bezinkput en een KWS-afscheider geloosd in de openbare riolering achteraan het terrein.

Van de nieuwe opslagloods is een deel van het dak gedeelte reeds aangesloten op de regenwaterput horende bij de woning. Het hemelwater afkomstig van het andere deel van het dak wordt verzameld in 3 nieuwe regenwaterputten van elk 20 m³. Er wordt een infiltratieput van 7.000 liter voorzien. Vooraan op het perceel is er een nog niet afgewerkte voortuin aanwezig, deze wordt volgens de plannen ingericht als een parking in grasdallen.

 

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Er zijn geen geleide emissies binnen de exploitatie. De niet-geleide emissies kunnen afkomstig zijn van op- en overslag van puin, grond en groenafval. De mogelijke emissies zijn stof en geur. Het groenafval wordt op regelmatige basis afgevoerd waardoor geurhinder beperkt blijft. De volgende maatregelen worden genomen om stofhinder te voorkomen:

        De hopen kunnen bij stofvorming besproeid worden.

        Het bedrijf beschikt over een eigen veegmachine.

        Het terrein is afgeschermd met hagen en / of muren.

        Er wordt een mobiele bandenwasinstallatie voorzien.

Indien nodig worden de gronden uitgezeefd om stenen e.d. te verwijderen. Deze stenen worden daarna gebroken. Dit gebeurt door middel van een zeef en breekcampagnes, die maximum 1 keer per maand plaatsvinden. Daarvoor wordt dan een Copro gekeurde zeef en een Copro gekeurde breekinstallatie gehuurd. Er is ook opslag van snoeihout en groenafval, afkomstig van de onderhoudswerken bij klanten. Op de site wordt het snoeihout verhakseld. Het groenafval wordt regelmatig afgevoerd naar een erkend verwerker. Het breken, zeven en hakselen zijn activiteiten die stuifgevoelig zijn en stofhinder kunnen veroorzaken. Om de hinder te beperken moet bij dergelijke activiteiten een regen- of nevelinstallatie voorzien worden. Daarnaast is het mogelijk om de buurt in te lichten over een geplande zeef- of breekactie. Deze voorwaarden zullen worden opgenomen in het advies.

 

Relevante potentiële effecten van geluid of trillingen ten gevolge van de aanvraag

Mogelijke geluidsbronnen kunnen afkomstig zijn van het breken, zeven en hakselen van materialen alsook de bedrijfseigen vrachttransporten. Het bedrijf geeft aan dat er geen bronnen van trillingen aanwezig zijn maar de aangehaalde bronnen van geluid kunnen ook een factor trilling omvatten. Zo zijn breek- en zeefinstallaties ook trillinggevoelige activiteiten, alsook het afzetten van (al dan niet volle) containers hebben naast geluid ook een trillingsfactor.

Het breken, zeven en hakselen gebeurt achteraan op het terrein. Er wordt maximaal 12 dagen per jaar gebroken (1 keer per maand). Het breken gebeurt tussen 7.00 uur en 17.00 uur. De breker, zeef en hakselaar worden nooit samen gebruikt. De huidige muur (bestaande uit stapelblokken) blijft staan. Er wordt een nieuwe muur (ook met stapelblokken) geplaatst langs de randen van het nieuwe perceel. De muur zal aansluiten op het gebouw die daar reeds aanwezig is en zal 3 m hoog zijn. Op die manier wordt het geluid afgeschermd naar de straat toe.

Tijdens het openbaar onderzoek werden bezorgdheden geuit ten aanzien van geluids- en trillingshinder afkomstig van het bedrijf. Om de mogelijke hinder te beperken worden de volgende voorwaarden aan het advies toegevoegd:

        Omwonenden worden een week op voorhand op de hoogte gebracht van een geplande breek- of zeefactie.

        De breek- , zeef- en hakselactiviteiten worden, zoals zelf voorgesteld, beperkt in tijd van 7.00 uur ’s morgens tot 17.00 uur ’s middags.

        De snelheid op het terrein en in de nabije omgeving van het bedrijf wordt beperkt om stofhinder en geluidsoverlast te verhinderen.

        Laad- en losactiviteiten moeten met de nodige omzichtigheid uitgevoerd worden zodat geen overmatige geluidshinder wordt geproduceerd.

Rekening houdende met bovenstaande maatregelen en voorwaarden kunnen de effecten van geluid en trillingen in de omgeving beperkt worden.

 

Relevante potentiële effecten op de biodiversiteit

Zowel de inrichting van de terreinen als de locatie van de bedrijfsactiviteiten hebben geen rechtstreekse invloed op natuurwaarden in de nabije omgeving. Er worden geen bomen of andere vegetatie vernietigd of verwijderd waardoor de effecten op de biodiversiteit ten gevolge van deze exploitatie nihil zijn.

 

Relevant potentieel risico op zware ongevallen of rampen

Gezien de aard van de activiteiten en de opgeslagen materialen is het risico op zware ongevallen of rampen beperkt.

 

Relevante potentiële effecten op onroerend erfgoed

In de directe omgeving van de inrichting zijn geen elementen uit de landschapsatlas aangeduid en is er geen beschermd erfgoed aanwezig. De exploitatie zal bijgevolg geen invloed hebben op onroerend erfgoed.

 

Relevante potentiële effecten van licht of straling ten gevolge van de aanvraag

De aanwezige lichtbronnen op het bedrijfsterrein zijn in functie van de veiligheid en goede interne werking geplaatst worden. Daarbij wordt rekening gehouden dat enkel de eigen terreinen worden verlicht en er geen hinder gecreëerd wordt ten aanzien van het openbaar domein of de buren.

 

Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen

De hoeveelheid bedrijfseigen afvalstoffen zijn eerder beperkt. De afvalstoffen die qua aard en hoeveelheid vergelijkbaar zijn met huishoudelijke afvalstoffen (bv. afvalstoffen afkomstig van de kantoren) worden conform de bepalingen van de afvalintercommunale IMOG aangeboden tijdens de huis aan huis ophaalrondes. Andere afvalstoffen worden zoveel als mogelijk aan de bron gesorteerd en periodiek afgevoerd naar een erkende verwerker. Hiervoor zijn contracten met erkende ophalers / verwerkers beschikbaar.

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie, bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden, tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

7.j.         Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op de uitbreiding van een bestaand aannemersbedrijf voor de aanleg van wegenis, riolerings- en omgevingswerken en de aanleg van parken en tuinen. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze omgeving.

 

Inplanting, bouwvolume en verschijningsvorm:

De inplanting, het bouwvolume en de verschijningsvorm van de gebouwen blijft ongewijzigd.

De aanleg van een betonnen stapelwand is niet zichtbaar vanaf de openbare weg waardoor de aanleg ervan slechts een geringe impact op de verschijningsvorm heeft. De bijkomende verharding en de aan te leggen weegbrug zijn noodzakelijk ifv de bedrijfsvoering en zijn inpasbaar in de directe omgeving.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

Ten gevolge van de geplande werken kan een toename van de verkeersaantrek verwacht worden. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen.

Er is in het dossier sprake van een 20- tal werknemers en 5 bezoekers per dag. Daarnaast is er een dagelijks gemiddelde aanvoer van 3 vrachtwagens met 30 ton, 10 vrachtwagens van 15 ton en 10 bestelwagens met 1 ton en een afvoer van 10 vrachtwagens met 15 ton en 10 bestelwagens met 10 ton. In totaal zijn dat 96 verkeersbewegingen bovenop de verkeersbeweging van personeel. Het is onduidelijk of deze verkeersbewegingen op vandaag reeds aanwezig zijn en welke impact de werken zullen hebben op het aantal verkeersbewegingen. Hoe dan ook dient geoordeeld dat 146 verkeersbewegingen aansluitend aan het woonweefsel een grote impact heeft. Dit wordt ook aangegeven in de bezwaren.

Op eigen terrein is ruimte om 30 personenwagens te stallen, excl. de 5 parkeerplaatsen voor de woning. Voor wat het aantal parkeerplaatsen betreft, dient te worden voldaan aan de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen zoals vastgelegd in de gemeenteraadsbeslissing van 26 november 2020. In het dossier komen de gegevens noodzakelijk om de indirecte belasting te berekenen niet duidelijk naar voren. Een aanvullende nota is wenselijk. Concreet betekent het dat per schijf van 50 m² bijkomende vloeroppervlakte kantoor 1 bijkomende parkeerplaats moet worden voorzien en 1 parkeerplaats meer per schijf van 10 bijkomende tewerkgestelde personen of per schijf van 100 m² bijkomende bedrijfsoppervlakte.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

Gezien de inplanting  in industriegebied is een groenbuffer tussen de verschillende bedrijven niet noodzakelijk. Echter grenst het bedrijf ook aan woongebied met landelijk karakter, waar wel een groene inkleding gewenst is. De achteruitbouwstrook is hier uitermate geschikt voor. ter hoogte van het bestaande bedrijfsgebouw werd reeds voorzien in een groene inkleding. Deze groene inkleding dient te worden doorgetrokken in de achteruitbouwstrook voor en naast de woning nr. 24.

Voor de woning wordt de bestaande achteruitbouwstrook ingericht in functie van 5 parkeerplaatsen. Hiervoor wordt de voortuinstrook in gras heraangelegd in grasdallen. Uit het dossier valt niet op te maken waarom deze aanpassing noodzakelijk is.

De inrichting van een voortuin heeft invloed op het straatbeeld, de verkeersveiligheid en op de goede waterhuishouding. Beplanting, hagen en bomen in de voortuin maken het straatbeeld mooier en zorgen voor een aangepaste overgang tussen de residentiële woningen en de bedrijfsvoering in de omgeving. Het parkeren in de voortuin betekent ook dat er dwars op de rijweg geparkeerd wordt, wat de verkeersonveiligheid aanzienlijk verhoogt. Niettegenstaande grasdallen waterdoorlatend zijn draagt dit niet bij tot het straatbeeld, de verkeersveiligheid noch tot de zuivering van de lucht. De inrichting van deze achteruitbouwstrook met beplanting, hagen, bomen in plaats van de inrichting van dwarsparkeren is aangewezen. Er wordt geadviseerd om deze parkeerplaatsen uit te sluiten van vergunning en als voorwaarde op te leggen dat de voortuin ingericht moet worden als tuin die bestaat uit beplanting, hagen en bomen.

 

Conclusie:

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.k.       Resultaten openbaar onderzoek

 

De ingediende bezwaarschriften werden tijdig ingediend en worden bijgevolg ontvankelijk verklaard. Omtrent de ingediende bezwaarschriften wordt voorgesteld volgende standpunten in te nemen:

 

  1. De uitbreiding van de firma Steenhaut zal bijkomende belasting geven op het vlak van hinder en verkeer.

Het klopt dat een uitbreiding van de activiteiten ook een uitbreiding zal betekenen op het vlak van exploitatie en verkeer maar de firma Steenhaut exploiteert binnen een geëigende bestemming (milieubelastende industrie) en de gevraagde activiteiten binnen deze zone kunnen vergund of voorwaardelijk vergund worden.

  1. De firma Steenhaut moet maatregelen nemen om de geluidshinder naar de omgeving toe te beperken

Om de hinder ten gevolge van geluidsoverlast te beperken moeten volgende maatregelen genomen worden:

  1. exploitatie beperken tussen 7.00 uur ’s morgens tot 19.00 uur ’s avonds;
  2. periode van breek- en zeefacties beperken van 7.00 uur ’s morgens tot 17.00 uur in de namiddag;
  3. omwonenden tijdig op de hoogte brengen van de geplande breek- of zeefactie (week op voorhand);
  4. laad- en losactiviteiten uitvoeren met de nodige omzichtigheid;
  5. snelheid voertuigbewegingen beperken.
  1. De firma Steenhaut moet maatregelen nemen om de stofhinder naar de omgeving toe te beperken

Om de stofhinder te beperken moeten volgende maatregelen genomen worden:

  1. de snelheid van voertuigbewegingen moet beperkt blijven;
  2. op de bedrijfssite moet regelmatig geveegd worden;
  3. bij breek-, zeef- of hakselacties moet het mogelijk zijn om te beregenen of te benevelen zodat stof kan neergeslagen worden;
  4. hagen en/of scheidingsmuren moeten minstens 4 m hoog zijn;
  5. laad- en losactiviteiten uitvoeren met de nodige omzichtigheid;
  6. omwonenden tijdig op de hoogte brengen van de geplande breek- of zeefactie (week op voorhand).
  1. De firma Steenhaut moet maatregelen nemen om het vrachtverkeer in de buurt te beperken

De volgende maatregelen kunnen hierbij nuttig zijn

  1. de nieuwe weegbrug mag enkel gebruikt worden voor bedrijfseigen doeleinden (geen bijkomende transporten die geen betrekking hebben op de exploitatie van Steenhaut);
  2. de gangbare werkingsuren van 7.00 uur ’s morgens tot 19.00 uur ’s avonds moeten gerespecteerd worden.
  1. De vervuiling van de Nieuwenhovestraat door de transporten van de firma Steenhaut moeten vermeden / beperkt worden

De volgende maatregelen moeten strikt gevolgd worden

a. de firma beschikt over een bandenwasinstallatie die ervoor moet zorgen dat de meeste zand/aarde op de bedrijfssite zelf wordt opgevangen;

b. indien er toch overmatige vervuiling van de Nieuwenhovestraat is moet deze vervuiling adequaat opgeruimd worden.

 

7.l.         Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

        Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit een voorwaardelijk gunstig advies uit te brengen betreffende deze aanvraag:

 

Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:

 

        De achteruitbouwstrook ter hoogte van huisnummer 24 moet ingericht worden als voortuinstrook met groenaanleg zonder verharding. De vijf parkeerplaatsen die aangeduid worden op de plannen dienen uitgesloten te worden van de vergunning.

        De exploitatie wordt beperkt tussen 7.00 uur ’s morgens en 19.00 uur ’s avonds

        Breek- en zeefacties worden beperkt tussen 7.00 uur ’s morgens en 17.00 uur ’s middags.

        Om stofhinder tijdens breek- , zeef- en hakselacties te beperken moeten een beregenings- of benevelingsinstallatie gebruikt worden.

        Breek- en zeefacties dienen minstens 1 week op voorhand kenbaar gemaakt worden in de omgeving en aan de dienst omgeving van de gemeente (omgeving@deerlijk.be).

        Laad- en losactiviteiten moeten met de nodige omzichtigheid uitgevoerd worden.

        Om stofhinder te beperken moet de snelheid van de voertuigbewegingen aangepast worden aan de situatie.

        Hagen en stapelmuren moeten minstens 4 m hoog zijn.

        De nieuwe weegbrug mag enkel gebruikt worden voor bedrijfseigen doeleinden (geen bijkomende transporten die geen betrekking hebben op de exploitatie van Steenhaut).

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.22. Afsprakennota 2020-87 - Leiedal - ondersteuning handhaving omgeving - bijkomend budget - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het bijkomend budget van 2.500 euro bij de afsprakennota 2020-87 "ondersteuning handhaving omgeving", goed te keuren

 

Motivering

 

Op 16 december 2020 werd door het college van burgemeester en schepenen de afsprakennota 2020-87 met Leiedal betreffende de ondersteuning op het vlak van omgevingshandhaving goedgekeurd.

 

Hiervoor wordt een jaarlijks budget van 5.000 euro voorzien op de JBR 0600-01/64500001.

In het werkjaar 2022 werd dit budget al volledig vastgelegd in de zomer van 2022. Om deze ondersteunende werking vanuit Leiedal nog te kunnen bestendigen tot eind 2022 wordt voorgesteld om dat budget uit te breiden met 2.500 euro.

 

Voor de werkjaren 2023, 2024 en 2025 zal een nieuwe afsprakennota voorgelegd worden aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

bijkomend budget van 2.500 euro in 2022

Actie

overig beleid

Jaarbudgetrekening

JBR 0600-01/64500001

Visum

nvt

 

Er is onvoldoende budget beschikbaar.

 

Het bijkomende krediet wordt voorzien bij een eerstvolgende budgetwijziging.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het bijkomende budget van 2.500 euro binnen de afsprakennota 2020-87 met Leiedal, betreffende de ondersteuning van de omgevingshandhaving, goed te keuren en te voorzien op een eerstvolgende budgetwijziging.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.23. Intergemeentelijke inzamelactie landbouwfolies - voorstel IMOG - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen tot deelname aan de intergemeentelijke inzamelactie landbouwfolies, georganiseerd vanuit IMOG.

 

Motivering

 

Op 15 november 2022 kreeg de gemeente Deerlijk de vraag vanuit IMOG tot deelname aan de periodieke, intergemeentelijke inzameling van landbouwfolies.

Verschillende gemeentebesturen uit de regio hebben in het verleden al dergelijke inzamelacties georganiseerd in samenwerking met IMOG.

Aangezien een intergemeentelijke aanpak van deze vraag een relevant schaalvoordeel kan opleveren en de landbouwsector in de gemeente Deerlijk sterk vertegenwoordigd is, kan een deelname aan dergelijke periodieke actie een bijzondere meerwaarde betekenen voor de gemeente.

 

Het voorstel van IMOG waarbij een deelnameprijs van 26,50 euro per landbouwer en een verwerkingsprijs van 55 euro per ton landbouwfolie wordt gevraagd, dekt alle kosten waardoor er vanuit de gemeente geen bijkomend budget moet voorzien worden.

 

Er wordt gevraagd om de communicatie (per brief) vanuit de gemeente te organiseren.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de deelname aan de intergemeentelijke inzamelactie voor landbouwfolies goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.24. Achterstraat 24 - rooien straatboom - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het rooien van de straatboom ter hoogte van Achterstraat 24 goed te keuren.

 

Motivering

 

Op maandag 19 september 2022 kreeg de dienst groen en proper, de vraag om een boom ter hoogte van de Achterstraat 24, te rooien omwille van een nieuwe woning met garage. Na het doornemen van de vergunning bleek dat deze straatboom niet zichtbaar was op de ingediende plannen.  Bij vergunningen is de uitgangssituatie het behoud van bestaande straatbomen. Indien het bij uitzondering niet anders kan, wordt er in de vergunning opgenomen om de kosten voor het rooien, te verhalen op de aanvrager.  Bij de goedgekeurde omgevingsvergunning op datum van 12 september 2018 (OMV 2018.90) staat de oprit rechtdoor ingetekend. Eventueel had aanbouw aan de wachtgevel of een bocht in de oprit een mogelijkheid opgeleverd voor het behoud van deze straatboom. 

 

Op 8 november 2022 nam de deskundige groen en proper contact op met de aanvrager.  Volgens haar blijkt in de praktijk de bocht naar de garage moeilijk realiseerbaar. Vandaar dat de oprit rechtdoor werd aangevraagd.  Gezien de tuinaannemer binnenkort een haag zal aanplanten, wordt de boom best vooraf gerooid. 

 

De deskundige groen en proper stelt in dit geval voor om:

        de straatboom te laten rooien op kosten van de aanvrager door een eigen aangestelde tuinaannemer; dit omhelst het volledig verwijderen van de boom, zowel boven- als ondergronds;

        een nieuwe straatboom aan te planten buiten de opritstrook, zijnde 3m  naar rechts t.o.v. de huidige straatboom (door de gemeentelijke groendienst).

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om het rooien van de straatboom ter hoogte van de Achterstraat 24, op kosten van de aanvrager, goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.25. Inname openbaar domein - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.26. Mobiliteitscommissie - verslag van 6 oktober 2022 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

De mobiliteitscommissie hield een vergadering op 6 oktober 2022.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

 

Motivering

 

De presentatie werd aangevuld en geldt als verslag van deze vergadering.

Volgende punten werden besproken:

        Deerlijks verlangen (autoloze zondag)

        Regionaal mobiliteitsplan

        Onderzoeksnota gemeentelijk mobiliteitsplan

        Shop & go centrum

        Kopenhagenplan

        Testopstelling kruispunt Kortrijkse heerweg/ Harelbekestraat

        Varia

 

Het verslag en de presentatie van Deerlijks Verlangen is te vinden in bijlage.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.27. Kwartaalrapportering financiën - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het kwartaalrapport financiën.

 

Motivering

 

In bijlage bevindt zich het kwartaalrapport 2022/Q3. Het toont de uitvoering van de kredieten sinds het begin van het jaar tot en met het voorliggende kwartaal. Het toont eveneens de thesaurietoestand op het einde van het kwartaal. Tenslotte toont het de inningen en de betalingen.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 177, 6e alinea, 2° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het kwartaalrapport financiën.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.28. W13 - regionale samenwerking - regionale visie aanvullende dienstverlening lokale besturen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de deelname van het lokaal bestuur Deerlijk aan de regionale werkgroep (binnen W13) i.f.v. het ontwikkelen van een regionale visie op aanvullende dienstverlening lokale besturen, goed te keuren. 

 

Motivering

 

Uitvoeringsbesluit individueel maatwerk (15 juli 2022), inwerkingtreding 1 juli 2023

 

In Zuid-West-Vlaanderen doen lokale besturen, via LDE-initiatieven, al een lange tijd beroep op lokale diensteneconomie (LDE).

Op 1 juli 2023 gaat de maatregel individueel maatwerk in werking. Dit is een maatregel die zal lopen naast het collectief maatwerk.

 

In de praktijk heeft deze nieuwe maatregel onder andere gevolgen voor LDE-ondernemingen en de lokale diensteneconomie. Binnenkort moeten LDE-ondernemingen kiezen voor een toekomst als ‘reguliere’ onderneming met individueel maatwerk of voor een toekomst als collectief maatwerkbedrijf.

 

Als regio willen we erop waken dat er zo weinig mogelijk expertise (rond de dienstverlening en het begeleiden/coachen van mensen op trap 5 van de participatieladder) verloren gaat. Vandaar deze nota en de vraag om als regio de krachten te bundelen.

Met het individueel maatwerk zullen de SINE-voordelen (premie en RSZ-korting), waar LDE-ondernemingen nu beroep op doen, wegvallen.

Door SINE-voordelen, trajectvergoedingen LDE, een lokale of Vlaamse vergoeding voor lokale diensten (DAEB dienst) en een klantenbijdrage te combineren konden LDE-initiatieven lokale aanvullende dienstverlening aanbieden (principe van klaverbladfinanciering).

Ter compensatie van de wegvallende SINE-middelen heeft de Vlaamse overheid en het departement werk en sociale economie (DWSE) overgangsmaatregelen bepaald. Het budget van de SINE-middelen zal omgezet worden in een enveloppe, die zal verdeeld worden tussen lokale besturen en de betrokken Vlaamse departementen (wonen, welzijn en toerisme). Met dit budget kunnen LDE-initiatieven de huidige samenwerkingsovereenkomsten met lokale besturen blijven garanderen.

 

Als regio werd in het voorjaar van 2022 (raad van bestuur W13 van 18 maart 2022) al het engagement gegeven om met middelen die de lokale besturen zullen ontvangen tijdens de overgangsmaatregelen, de bestaande aanvullende dienstverlening te garanderen.

 

Het departement werk en sociale economie finaliseert momenteel de werkingssubsidies voor de overgangsmaatregelen. In oktober 2022 kreeg W13 vanuit de LDE-fabriek het signaal dat ‘aan lokale besturen zal vervolgens uitdrukkelijk gevraagd worden om de bestaande samenwerkingsverbanden te respecteren (behoudens wijzigingen op vrijwillige basis) en transparant te communiceren naar de verschillende partners binnen het samenwerkingsverband', een engagement dat we in de regio reeds aangingen.

 

Na de overgangsfase (2023 – 2025) zal het financieel kader voor het aanvullend lokaal dienstenaanbod structureel geïntegreerd worden in het ondersteuningsdecreet dienstverlening, verankerd binnen het ondersteuningsdecreet sociale economie.

 

Als W13 willen we graag proactief handelen en in de periode tot aan het decreet inzetten op ‘het ontwikkelen van een regionale visie en een kader voor aanvullende dienstverlening op maat van de lokale besturen én de kwetsbare burgers’. W13 wil dit, als regisseur sociale economie en werk, ontwikkelen vanuit de lokale besturen.

 

Aanvullende dienstverlening (art. 83 van het ontwerp BVR) dient te voldoen aan volgende voorwaarden:

  1. Het veroorzaakt geen verdringing van de bestaande tewerkstelling;
  2. Het is ingebed in het lokale socio-economische weefsel;
  3. Het is aanvullend ten opzichte van het bestaande lokale en reguliere aanbod;
  4. Het is kwaliteitsvol en toegankelijk;
  5. Het beoogt duurzame tewerkstelling.

 

Plan van aanpak

Op 21 oktober 2022 werd dit punt besproken op de raad van bestuur van W13. Daar werd het voorstel gedaan om aan een regionale visie en kader te werken via een werkgroep met vertegenwoordiging vanuit de lokale besturen. Dit initiatief werd positief onthaald.

 

De werkgroep zal werken aan een regionaal kader aanvullende dienstverlening. Met aandacht voor

        De eigenheid en noden van lokale besturen.

        De vraag hoe we de aanvullende dienstverlening kunnen afstemmen op lokale besturen en kwetsbare burgers.

        Het groeitraject dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen afleggen. LDE-initiatieven hebben ervaring in het coachen en begeleiden van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die zich op trede 5 van de participatieladder bevinden (mensen die betaald werk onder begeleiding kunnen doen en die eventueel nog kunnen doorstromen naar trede 6, betaald werk). Binnen de regionale visie willen we bewaken dat deze expertise niet verloren gaat.

        De vraag hoe we de lokale besturen hierin kunnen ontzorgen.

        De vraag hoe alles past binnen de visie van W13 en lokale besturen?

       

 

Deze aandachtpunten zijn richtlijnen, in de loop van het traject kunnen er nog meer vragen en/of noden naar boven komen waarmee we dan aan de slag gaan.

W13 als regisseur sociale economie zal deze werkgroep faciliteren. De regisseur heeft ook een schakelfunctie om tijdens en na het traject terug te koppelen naar de sociale economie in de regio en andere belanghebbende actoren.

 

Timing:

        W13 start met een analyse van de noden op basis van onder andere de bestaande samenwerkingsovereenkomsten tussen lokale besturen en LDE-ondernemingen

        Vanaf januari 2023 faciliteert de regisseur sociale economie de regionale werkgroep. Leden van de werkgroep engageren zich inhoudelijk input te leveren over hun noden en visie op het aanvullend dienstenaanbod.

        De leden van de werkgroep maken ook een verder plan van aanpak op. Dit om ook tussentijds de voortgang van de werkzaamheden te kunnen rapporteren en af te kunnen toetsen.

        Op het einde van het traject leggen we alle besluiten voor ter beslissing aan alle lokale besturen.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Decreet van 14 januari 2022 over maatwerk bij individuele inschakeling

        Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022 tot uitvoering van het decreet van 14 januari 2022 over maatwerk bij individuele inschakeling

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen van het lokaal bestuur Deerlijk geeft mandaat aan de regionale werkgroep binnen W13 om te werken aan een regionale visie en kader rond aanvullende dienstverlening voor lokale besturen én kwetsbare burgers.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen van het lokaal bestuur Deerlijk besluit akkoord te gaan met de samenstelling van de werkgroep en de voorziene werkzaamheden.

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen van het lokaal bestuur Deerlijk vaardigt het hoofd van de cluster Burger en Welzijn af om in de werkgroep actief mee te werken.

 

Artikel 4

 

Het college van burgemeester en schepenen van het lokaal bestuur Deerlijk zal de goedkeuring en de deelname bevestigen door het bezorgen van een afschrift van de beslissing aan emma.messely@welzijn13.be (regisseur sociale economie W13) en dit voor 30 november 2022.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.29. Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.30. Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.31. Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.32. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.33. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

C.34. Afvoering van ambtswege - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

D.1. Cultuur - overeenkomst kunstwerk 'BED'- opzegging - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de opzegging van de overeenkomst met ZAP-O-MATIK rond het videokunstwerk 'BED' goed te keuren.

 

Motivering

 

Op 3 mei 2005 werd tussen de gemeente Deerlijk enerzijds en ZAP-O-MATIK en kunstenaar Johan Grimonprez anderzijds, een overeenkomst afgesloten voor het plaatsen van een videokunstinstallatie aan het gemeentehuis. Het betrof het kunstwerk 'BED', waarbij een montage werd getoond van een hert dat op regelmatige tijdstippen in een slaapkamer springt. Dit werd geprojecteerd vanuit het gemeentehuis op de zijgevel van de woning gelegen op de Harelbekestraat 23.

 

Intussen is het kunstwerk al meer dan 10 jaar niet meer te bezichtigen door technische defecten aan de beamer en zijn er plannen voor een nieuw kunstwerk op deze muur. In samenwerking met de organisatie Treepack wordt er een street-art project uitgewerkt waarmee er een graffitikunstwerk op deze muur geplaatst zal worden.

 

Daardoor wordt de overeenkomst tussen de gemeente enerzijds en ZAP-O-MATIK en Johan Grimonprez anderzijds, opgezegd. Deze beslissing wordt ter kennis gegeven aan ZAP-O-MATIK en Johan Grimonprez. Zij hebben de mogelijkheid om hier gedurende een termijn van twee weken nog op te reageren.

 

De opzeg van deze overeenkomst werd afgestemd met de beleidsmedewerker.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de overeenkomst van 3 mei 2005 met ZAP-O-MATIK en Johan Grimonprez op te zeggen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 23 NOVEMBER 2022

D.2. Cultuur - ontwerp en overeenkomst street-art - goedkeuring

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2022
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.