Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

D.1. Parkeerstudie Sint-Lodewijk - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de parkeerstudie voor Sint-Lodewijk goed te keuren.

Motivering

Naar aanleiding van enkele vragen van burgers werd een parkeerstudie in Sint-Lodewijk gedaan. Hierbij werden 170 parkeerplaatsen geteld. De telling moet een beeld geven van de rotatie alsook de bezettingsgraad.

De tellingen werden georganiseerd op 4 verschillende dagen ikv de bezetting.

●        Dinsdag

●        Donderdag

●        Zaterdag

●        Woensdag

Dit om een zo correct mogelijk beeld te krijgen van de situatie in Sint-Lodewijk.

Bezettingsgraad

We stellen vast dat de straten waar het vaakst wordt geparkeerd de Pladijsstraat en de Kapelstraat zijn. Verder zien we dat de parkings relatief weinig worden gebruikt.

Bijgevolg kunnen we concluderen dat er zeker voldoende parkeerplaatsen zijn. Op het drukste moment zien we dat 57 % van de parkeerplaatsen bezet zijn. Het drukste moment is op zaterdag.

Rotatietellingen

Uit de rotatietellingen zien we dat er voornamelijk wordt langsgeparkeerd.

Op basis van de tellingen worden volgende zaken voorgesteld:

●        er moet verder worden ingezet op gedragsverandering (stimuleren fietsers en voetgangers);

●        er dient een link gemaakt te worden met het DNA masterplan Sint-Lodewijk = parkeerplaatsen kritisch bekijken;

●        clustering;

●        parkeerduurbeperking ifv handelaars (shop&go).

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen, meerbepaald de aanleg van de shop&go-plaatsen. De financiële impact is nog niet gekend.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen keurt de parkeerstudie goed en stelt vast dat de verdere doorvertaling van de plannen DNA Sint-Lodewijk mogelijk is en niet zal leiden tot een parkeertekort.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit 3 shop&go plaatsen in te richten in de Kapelstraat.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.1. Mobiliteitsplan - startnota en participatietraject - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de startnota opgemaakt in het kader van de opmaak van het mobiliteitsplan en het participatietraject goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 30 juni 2021 de afsprakennota 2021-35 voor het verbreden en verdiepen van het mobiliteitsplan in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal goed.

In het kader van bovengenoemde opdracht werd nu een startnota opgemaakt. Hierin wordt  enerzijds stilgestaan bij de wijzigingen in de planningscontext die invloed kunnen hebben op de mobiliteit van Deerlijk zoals nieuwe RUP's, nieuwe wegcategorisering, concept basisbereikbaarheid met nieuwe basisprincipes, verschillende deelstudies zowel op gemeentelijk niveau als regionaal niveau,...

Anderzijds worden de verschillende thema's die verder verkend zullen worden, opgelijst aan de hand van een korte omschrijving, de doelstelling en de onderzoeksvragen.

Thema’s die verder worden (her)bekeken zijn:

●        Leefbare wijken: verblijfsgebieden en voetgangersvoorzieningen

●        Fietsbeleid

●        Parkeerbeleid

●        Zwaar verkeer en sluipverkeer

Thema’s die nieuw zijn en bijgevolg moeten worden toegevoegd:

●        Potentiële (sluiting van) spoorwegovergangen voor gemotoriseerd en/ of zacht verkeer

●        Potentiële uitbreiding van bedrijvigheid

●        Deelmobiliteit en mobipunten

Na het formuleren van de bestaande situatie, doelstellingen en onderzoeksvragen wordt een oplossingsrichting voorgesteld.  Focus hierbij ligt op het verbeteren van de verkeersleefbaarheid en -veiligheid in de verschillende kernen en woonwijken, steunend op het STO(E)P principe.

Hierbij wordt voorgesteld in te zetten op het ‘fix the mix’ principe van fietsberaad.

Deze studie focust op gebiedsgericht onderzoek. Hierbij gaat men uit van twee grote principes:

●        Circulatieplan

●        Zone 30

Met deze twee basisprincipes komen alle bovenstaande vermelde thema’s aan bod.

In het traject voor het verbreden en verdiepen van het mobiliteitsplan is een uitgebreid participatietraject voorzien. In de onderzoeksfase worden 2 gebiedsgerichte participatiemomenten naar de brede bevolking voorzien.

●        Tijdens een eerste participatieronde wordt tijdens co-creatiesessie (voor 5 deelgebieden) aan de hand van werkkaarten input verzameld. Dit wordt georganiseerd na goedkeuring van de startnota.

●        Tijdens een tweede participatieronde wordt teruggekoppeld over de voorstellen (uitgewerkt tot op niveau inrichtingsprincipes, niet op niveau uitgewerkte inrichtingsvoorstellen) voor de verschillende thema's per deelgebied en worden reacties, feedback,... verzameld.

Er wordt voorgesteld om de eerste participatieronde te organiseren eind april/mei (exacte data nog te bepalen) en om 4 sessies te organiseren waarop de volgende deelgebieden aan bod komen:

●        Centrum

●        Belgiek & Molenhoek (samen nemen in één sessie)

●        Stationswijk

●        Sint-Lodewijk

Per sessie wordt vanuit Leiedal 1 medewerker voorzien + externe begeleider die specifiek betrokken wordt voor het participatietraject. Voor de bijkomende overlegtafels voorziet de gemeente in begeleiding.

Nadien vervolgen we het traject met de onderzoeksnota om vervolgens te eindigen met het beleidsplan. In de eindfase moet ook nog een openbaar onderzoek georganiseerd worden tussen de voorlopige en definitieve vaststelling van het mobiliteitsplan.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Decreet van 26 april 2019 betreffende basisbereikbaarheid, art. 21  en 31 in het bijzonder

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de startnota goed te keuren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit het participatietraject, waarbij 5 deelgebieden (Centrum, Stationswijk, Belgiek, Molenhoek en Sint-Lodewijk) aan de hand van co-creatie bevraagd worden, in 4 aparte sessies per participatieronde, goed te keuren.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.2. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 16 februari 2022 - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 16 februari 2022.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 16 februari 2022 goed te keuren.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.3. Gewezen schepen - pensioenaanvraag - kennisname -

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.4. Schoonmaakster/refterhulp - beslissing arbeidsongeval - goedkeuring -

STEMMINGEN

beslissing genezenverklaring

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.5. Vrijetijdsmedewerker (C1-C3) - vacantverklaring - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen nam in zitting van 19 januari 2022 kennis van de ontslagname van Aaron Nys. Zijn opzegtermijn bedraagt 13 weken en loopt tot en met 17 april 2022.

De voltijdse functie van vrijetijdsmedewerker (C1-C3) dient bijgevolg vacant te worden verklaard.

Het college van burgemeester en schepenen kiest:

●        de wijze van invulling (via aanwerving, bevordering, interne of externe personeelsmobiliteit of een combinatie van de voormelde procedures);

●        voor een aanstelling in statutair of contractueel verband;

●        al dan niet voor de aanleg van een wervingsreserve;

●        al dan niet om aanvullende aanwervings- of bevorderingsvoorwaarden vast te leggen;

●        de wijze van bekendmaking van de vacature;

●        de selectieprocedure;

●        de selectiecommissie.

Motivering

Het organogram voorziet 1 voltijdse functie van vrijetijdsmedewerker (C1-C3) die door het vertrek van Aaron Nys vanaf 18 april 2022 vacant zal zijn.

De invulling van deze functie gebeurt bij voorkeur op contractuele basis (onbepaalde duur) via een aanwervingsprocedure.

Er kan een wervingsreserve aangelegd worden voor de duur van 3 jaar.

Er wordt voorgesteld de externe bekendmaking van de vacature te laten gebeuren:

●        in de Zondag/deze Week;

●        via de website en sociale media van het bestuur;

●        via VDAB;

●        via de website van Poolstok;

●        via facebook- en linkedin advertising.

De interne bekendmaking kan gebeuren via een interne nieuwsbrief.

Er wordt voorgesteld om, indien er meer dan 25 kandidaten zijn, te starten met een preselectie. Dit houdt een beoordeling in op basis van een vragenlijst waarbij de kandidaten gepeild wordt naar de motivatie, inzicht, en de affiniteit met de functie, relevante ervaring, enz.

De selectieprocedure zou bestaan uit 3 onderdelen:

1. een psychotechnische proef (thuisopdracht via PC, eliminerend);
2. een schriftelijk gedeelte (thuisopdracht via PC, eliminerend);
3. een mondeling gedeelte voor de kandidaten die geslaagd zijn voor de schriftelijke proef.

De aanstellende overheid kan kiezen, als de noodzaak zich voordoet, om de selectietechnieken online toe te passen als alle kandidaten zich hiermee akkoord verklaren.

Voor de selectiecommissie worden volgende deskundigen voorgesteld:

●        Julie Deleersnyder, coördinator vrijetijdspunt en -promotie, gemeente Deerlijk;

●        Delphine Decock, expert jeugdbeleid en -activiteiten, gemeente Deerlijk;

●        Sybille Geenens, sportfunctionaris, gemeente Anzegem;

●        Sarah Vandenbroucke, senior consultant, HR Solutions, Vandelanotte.

Er is geen advies nodig.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 2° Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Art. 5, 10, 11, 16, 21 en 25 + bijlage IV rechtspositieregeling gemeente Deerlijk

○        Het geïntegreerde organogram van gemeente en OCMW Deerlijk

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit 1 voltijdse contractuele betrekking (onbepaalde duur) van vrijetijdsmedewerker (C1-C3) vacant te verklaren.

Artikel 2

De invulling van deze betrekking gebeurt via een aanwervingsprocedure en er wordt een wervingsreserve voor 3 jaar aangelegd.

Artikel 3

De externe bekendmaking van de vacature zal gebeuren:

●        in de Zondag/deze Week;

●        via de website en sociale media van het bestuur;

●        via VDAB;

●        via de website van Poolstok;

●        via facebook- en linkedin advertising.

Intern zal de vacante functie bekend gemaakt worden via de interne nieuwsbrief.

Artikel 4

Indien er meer dan 25 kandidaten zijn, zal gestart worden met een preselectie op basis van een vragenlijst waarin gepeild wordt naar de motivatie, het inzicht en de affiniteit met de functie, relevante ervaring enz. (thuisopdracht).

De selectieprocedure zal bestaan uit volgende onderdelen met als volgorde:

1. een psychotechnische proef  (thuisopdracht via PC, eliminerend);
2. een schriftelijk gedeelte (thuisopdracht via PC, eliminerend);
3. een mondelinge gedeelte, voor de kandidaten die geslaagd zijn voor de schriftelijke proef, in een nog te bepalen locatie.

De selectietechnieken kunnen, als de noodzaak zich voordoet, online toegepast worden als alle kandidaten zich hiermee akkoord verklaren.

Artikel 5

De selectiecommissie zal bestaan uit:

●        Julie Deleersnyder, coördinator vrijetijdspunt en -promotie, gemeente Deerlijk;

●        Delphine Decock, expert jeugdbeleid en -activiteiten, gemeente Deerlijk;

●        Sybille Geenens, sportfunctionaris, gemeente Anzegem;

●        Sarah Vandenbroucke, senior consultant, HR Solutions Vandelanotte.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.6. Verslag politiecollege - kennisname -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het aan de gemeente overgemaakte verslag van het politiecollege van 4 februari 2022.

Motivering

Het verslag van het politiecollege van 4 februari 2022 werd overgemaakt aan de gemeente.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.7. Zwembad - exploitatierekening 2021 - afrekening - kennisname -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de afrekening van de exploitatierekening voor 2021 betreffende de infrastructuur in beheer van TMVW, met name het zwembad Aquandé.

Motivering

FARYS|TMVW bezorgde op 18 februari 2022 de afrekening van de exploitatierekening voor het jaar 2021 voor de infrastructuur in beheer van TMVW, met name het zwembad Aquandé. Dit onder voorbehoud van goedkeuring van de jaarrekening door de bevoegde bestuursorganen van TMVW.

De afrekening resulteert in een saldo ten laste van de gemeentelijke begroting van 411.839,82 euro. Dit ligt in lijn met de geraamde en voorziene 412.368 euro in de gemeentelijke begroting in 2022.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3) Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de afrekening van de exploitatierekening voor 2021 voor de infrastructuur in beheer van TMVW, met name het zwembad Aquandé.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.8. Cultuurraad - verslag van 5 oktober 2021 - kennisname -

Aanleiding en context

Het bestuur van de cultuurraad hield een vergadering op 5 oktober 2021.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

Motivering

Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd in een volgende zitting van 3 februari 2022.

De bijhorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.9. Cultuur - Week van de Belgische Muziek - Deerlijkbonnen - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de uitreiking van drie Deerlijkbonnen, als bedanking voor de medewerkers aan de Week van de Belgische Muziek, goed te keuren.

Motivering

Van 31 januari tot en met 6 februari 2022 werd voor de tweede keer de Week van de Belgische Muziek georganiseerd. In Deerlijk werd er opnieuw een samenwerking opgezet met radio Gaveromroep. Drie vrijwilligers staken heel wat tijd en werk in een kwalitatieve radio-uitzending die elke dag live te horen was op de radio. Als bedanking wordt voor elk van hen een Deerlijkbon van 50 euro voorgesteld.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de uitreiking van drie Deerlijkbonnen aan de vrijwilligers die meewerkten aan de Week van de Belgische Muziek, goed te keuren.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.10. Feestelijkheden - UNISONO - aangifte voor feest- en gemeentelijke activiteiten maart 2022 - ten lasteneming - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de lijst van feest- en gemeentelijke activiteiten waarvoor de gemeente de UNISONO-vergoeding op zich neemt, goed te keuren.

Motivering

Aangiftes van manifestaties, voorstellingen en/of evenementen met muziekgebruik en/of toneeluitvoeringen en evenementen dienen te gebeuren via de online applicatie van UNISONO. De gemeentediensten voorzien in deze aangiftes van alle betreffende gemeentelijke activiteiten. Jaarlijks engageert de gemeente zich om naast de eigen activiteiten ook de aangifte van een aantal andere activiteiten met een zekere uitstraling voor de gemeente, op zich te nemen.

Overeenkomstig het SABAM-contract (op heden UNISONO) dienen alle feest- en gemeentelijke activiteiten waarvoor de gemeente aangifte wil doen maximaal ingevoerd te worden in de online applicatie tegen 15 januari van het betreffende jaar.

Omwille van de aanhoudende coronamaatregelen en bijhorende onzekerheid of evenementen en activiteiten al dan niet zullen kunnen/mogen plaatsvinden, worden de aangiftes voor evenementen/activiteiten van derden met een zekere uitstraling voor de gemeente, in 2022 pas na bevestiging van de activiteit geagendeerd op het college van burgemeester en schepenen en door het vrijetijdspunt geregistreerd op het digitale UNISONO-platform:

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgend evenement waarvoor de gemeente de UNISONO-vergoeding op zich neemt, goed te keuren.

●        Gemeentelijke activiteit:

○        Uitreiking cultuurtrofee 2021 op vrijdag 4 maart 2022

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.11. LO - vervanging leerkracht - goedkeuring -

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.12. Preventie - bijkomende ondersteuning IDEWE - opzeg - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de overeenkomst "risicobeheersing - bijkomende ondersteuning" (kenmerk C/21/RIS/500/21007036) vanaf 1 juni 2022 te beëindigen.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 18 augustus 2021 de overeenkomst risicobeheersing voor bijkomende ondersteuning goed.

Deze overeenkomst werd aangegaan om beroep te kunnen doen op IDEWE om de taken met betrekking tot preventie en welzijn tijdelijk te kunnen opvangen na het ontslag van Björn Duquesnoy. Op basis van dit contract volgt Marie-Rose Deryckere nu gedurende 1 dag per week de taken rond preventie en welzijn op binnen onze organisatie.

Deze overeenkomst ging in op 1 september 2021 en geldt voor onbepaalde duur. Deze overeenkomst kan beëindigd worden door op te zeggen per aangetekend schrijven en mits naleving van een opzegtermijn van 3 maanden die aanvangt op de eerste dag van de maand volgend op deze waarin de kennisgeving van de opzegging gebeurt.

Axelle Tanghe start op 14 maart 2022 als nieuwe interne preventieadviseur maar anderzijds is het wenselijk dat Axelle ook nog kort door IDEWE zal kunnen ondersteund en geïnformeerd worden.

Rekeninghoudend met bovenstaande wordt voorgesteld om de overeenkomst te beëindigen vanaf 1 juni 2022.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de "Overeenkomst risicobeheersing"(kenmerk C/21/RIS/500/21007036) tussen IDEWE vzw en het gemeentebestuur van Deerlijk te beëindigen vanaf 1 juni 2022.

Deze beslissing wordt per aangetekend schrijven kenbaar gemaakt aan IDEWE.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.13. Risicoanalyse psychosociale aspecten - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen voor het uitvoeren van een risicoanalyse psychosociale aspecten aan de hand van een vragenlijst door IDEWE.

Motivering

In het jaaractieplan preventie en welzijn werd opgenomen dat er een nieuwe risicoanalyse psychosociale aspecten zal gemaakt worden waarbij alle personeelsleden van de organisatie betrokken worden.

De doelstelling van het opmaken van een risicoanalyse psychosociale aspecten is om het welzijn van personeelsleden te verbeteren. De risicoanalyse vormt de basis om een actieplan met verdere maatregelen uit te werken. 

De vorige risicoanalyse dateert van 2016 en in de aanbevelingen werd toen opgenomen dat er 5 jaar later een nieuwe analyse zou uitgevoerd worden om het beleid en de maatregelen ter verbetering van het welzijn van de personeelsleden te evalueren.

De interne preventiedienst werkte in overleg met IDEWE een voorstel uit voor het uitvoeren van deze risicoanalyse.

●        Er wordt voorgesteld om een kwantitatieve analyse uit te voeren. Aan de hand van een vragenlijst die digitaal of op papier verspreid en ingevuld kan worden, worden de psychosociale risico’s geanalyseerd.

●        Op basis van de input via de vragenlijsten wordt een analyse gemaakt per groep. Hierbij wordt uitgegaan van een verdeling van de personeelsleden in volgende groepen:

○  centrale administratie

○  vrijetijdsdiensten

○  depot/containerpark

○  sociaal huis: groep administratie en sociale dienst

○  sociaal huis: groep poetsdienst, karweidienst, maaltijddienst, thuisbegeleiding

○  De Beuk

○  De Kim en De Sam

De resultaten van deze bevraging kunnen voor de groepen van de gemeente en het OCMW vergeleken worden met de resultaten van 2016. Voor de scholen kan dit dan beschouwd worden als een 0-meting.

De vragenlijsten zullen in april/mei verspreid worden naar de medewerkers.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Codex Welzijn op het werk

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

Deze risicoanalyse zal vergoed worden met preventie-eenheden (PE). Hiervoor worden 108 PE's aangerekend. Een PE bedraagt 168,85 euro. Indien het saldo PE's ontoereikend is, zullen de geleverde prestaties aangerekend worden.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit goedkeuring te verlenen voor de offerte opgemaakt door IDEWE voor het uitvoeren van een risicoanalyse psychosociale aspecten.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.14. Kapvergunning - Vichtestraat 13 - rooien van 2 bomen - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een kapvergunning te verlenen aan de bewoners van de Vichtestraat 13, 8540 Deerlijk.

Motivering

Beschrijving van de aanvraag

De aanvrager wenst 2 hoogstammige esdoorns, beiden met een stamomtrek van 120 à 130 cm, gemeten op 1 m boven de grond, te rooien. Beide bomen staan heel dicht bij het tuinhuis en op ongeveer 10 m van de woning van de aanvrager. Als gevolg van hun grootte veroorzaken deze bomen schade aan het tuinhuis. Daarnaast staan de bomen dicht bij de duiventil van de buren en de serre van de aanvrager waardoor uitwaaiende takken een bijkomend gevaar kunnen vormen.

Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften

Voor het rooien van deze boom/bomen is geen stedenbouwkundige vergunning nodig omdat de bomen:

○        geen deel uitmaken van een bos;

○        gelegen zijn in woongebied in de ruime zin, in agrarisch gebied in de ruime zin of in industriegebied in de ruime zin, en niet in een woonparkgebied;

○        zich bevinden binnen een straal van maximaal 15 m rondom een vergund gebouw.

Het rooien van de bomen is onderworpen aan de gemeentelijke politieverordening die stelt dat er dient gestreefd te worden naar een optimaal behoud van bomen.

Advies gemeentelijk omgevingsambtenaar

Door de omvang van de bomen in de nabijheid van de woning en de bijgebouwen van de aanvrager en de buur, is er reëel gevaar voor schade door het uitwaaien van takken. De bomen staan heel dicht bij het tuinhuis van de aanvrager waardoor een ingrijpende snoei van de bomen slechts tijdelijk voor een betere situatie kan zorgen. Mede door de bereidwilligheid van de aanvrager om de te rooien bomen te vervangen door andere bomen, kan het kappen van deze esdoorns overwogen worden. Het voorstel van de aanvrager om de bomen te compenseren door hoogstammige fruitbomen op een meer geschikte plaats in de tuin, zal dan ook als voorwaarde opgenomen worden in de vergunning.

Bijgevolg bracht de omgevingsambtenaar een voorwaardelijk gunstig advies uit op 17 februari 2022, met als voorwaarden:

●        het rooien van de 2 bomen is toegestaan mits er ter compensatie 2 nieuwe hoogstammige fruitbomen aangeplant worden op een meer geschikte plaats in de tuinzone;

●        dat deze nieuwe aanplant dient uitgevoerd te worden in het eerste plantseizoen na het uitvoeren van de kapping.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        gemeentelijke politieverordening van 2 maart 1974 inzake het vellen van hoogstammige bomen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit bijgevolg tot het verlenen van een kapvergunning voor het rooien van 2 hoogstammige esdoorns, gelegen Vichtestraat 13 te Deerlijk, mits er ter compensatie 2 hoogstammige fruitbomen aangeplant worden op een meer geschikte plaats in de tuinzone van de woning. Deze nieuwe aanplant moet uitgevoerd worden in het eerstvolgende plantseizoen na het rooien van de bomen.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.15. OMV 2021_214 - Pladijsstraat ZN - beslissing -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een elektriciteitscabine, op een perceel gelegen in de Pladijsstraat met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 148 D2 en (afd. 2) sectie E 148 Z aangevraagd door Conrad Everaerdt namens Fluvius System Operator CV met als contactadres President Kennedypark 12 te 8500 Kortrijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 18 februari 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

●        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 18 november 2020 (dossiernummer OMV_2020060809)

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan en de verkavelingsvoorschriften zijn van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

●     Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

●     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Omgevingsvergunning afgeleverd in beroep op 22 juli 2021 door de deputatie voor verkavelen van grond in 6 loten voor vrijstaande eengezinswoningen, 1 lot voor private toegangsweg en 1 lot voor een elektriciteitscabine en het verleggen van een deel van de bestaande buurtweg nr. 65.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Pladijsstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Pladijsstraat bevindt zich ten zuiden van de E 17 en maakt deel uit van de verbindingsweg tussen Deerlijk centrum en Sint-Lodewijk. De Pladijsstraat wordt in deze omgeving gekenmerkt door vrijstaande eengezinswoningen aan de zuidwestelijke zijde van de weg (zijnde de overzijde). Aan de noordoostelijke zijde van de weg zijn in hoofdzaak vrijstaande eengezinswoningen aanwezig met tussenliggende onbebouwde kavels. Achterliggend aan deze zijde bevinden zich landbouwgronden. De te plaatsen cabine bevindt zich op een deel van de verkaveling die dienst zal doen als private toegangsweg. De huidige, kleinere cabine zal verwijderd worden.

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een nieuwe hoogspanningscabine te bouwen voor openbaar nut, in functie van een nieuwe verkaveling. De cabine wordt geplaatst op een lot dat deel uitmaakt van een private toegangsweg naar achterliggende bouwloten en paalt aan de rechter buur. De cabine wordt ingeplant op 0,5 m van de aanpalende private eigendom, en op ongeveer 12,6 m van de weg. De cabine is een type “Taurus” met een breedte van 2,7 m op een diepte van 3,45 m, afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 2,44 m. De cabine is een prefab betonconstructie waarbij de wanden afgewerkt worden met hout (Ceder) en de deur, ventilatierooster en dakrand een zwarte kleur krijgen.

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvrager wenst een elektriciteitscabine te bouwen met een capaciteit van 630 kVA in functie van de realisatie van de verkaveling (hoogspanningscabine voor openbaar nut).

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 9 december 2021 tot 7 januari 2022. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde voorschriften voor woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de plaatsing van een distributiecabine bij een goedgekeurde verkaveling zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

De aanvraag dient tevens getoetst te worden aan de verkaveling goedgekeurd op 18 november 2020 (dossiernummer OMV_2020060809)

De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van de verkaveling gezien de zone voor een elektriciteitscabine voorzien is op het verkavelingsplan en de cabine volledig in deze zone voorzien is. Voor het overige zijn in de verkaveling geen verdere bepalingen opgenomen in de verkaveling.

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Pladijsstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (< 40 m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9 Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door deze aangevraagde exploitatie bij naleving van de toepasselijke algemene en sectorale voorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag voor het plaatsen van een elektriciteitscabine staat garant voor de toevoer van de elektriciteitsbehoefte bij de omliggende woningen van de nieuwe verkaveling. Deze wordt voorzien op een plaats achter de huidige, oude metalen cabine. Op het plan is aangegeven dat de nieuwe prefab cabine geplaatst wordt in de oostelijke hoek van een private oprit. De bestaande oude cabine wordt verwijderd. Er wordt voldoende vrije zone voorzien rond de cabine en het materiaalgebruik is duurzaam. De aanvraag is bijgevolg verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg en zijn onmiddellijke omgeving.

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

●     Algemene basisbevoegdheden: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●     Andere:

○        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

○        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

○        Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Conrad Everaerdt namens Fluvius System Operator CV met als contactadres President Kennedypark 12 te 8500 Kortrijk, voor het plaatsen van een elektriciteitscabine, op een perceel gelegen in de Pladijsstraat met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 148 D2 en (afd. 2) sectie E 148 Z, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

●        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken die in titel II van het VLAREM staan moeten nageleefd worden. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/ .

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.16. OMV 2021_209 - Otegemse steenweg 37 - beslissing -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een reclamezeil, op een perceel gelegen Otegemse steenweg 37 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 649 R aangevraagd door de heer Dominique Lagrange wonende Otegemse steenweg 37 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 18 februari 2022.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

●        Het kader met reclamezeil moet ingeplant worden op minstens 1 m achter de rooilijn en op minstens 2 m van de zijperceelsgrens.

●        Indien geen rechtstreekse link meer bestaat tussen de activiteit op het reclamezeil met de activiteit uitgeoefend door de eigenaar van het goed dient het frame met reclamezeil opnieuw verwijderd te worden.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 7 juni 1995 (dossiernummer 1034-3/1995.6). Voor dit perceel is een verkavelingswijziging van toepassing, goedgekeurd op 14 augustus 2013.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het verkavelingsplan is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 juli 1996 door het college van burgemeester en schepenen voor het vellen van acht wilgen achter de kasseistrook in de aan te leggen voetpadzone.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 augustus 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een eengezinswoning.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 29 januari 2014 door het college van burgemeester en schepenen voor de regularisatie van een tuinhuis.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 oktober 2016 door het college van burgemeester en schepenen voor plaatsen van een carport voor de moto.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 685 m² en is gelegen langs de Otegemse steenweg op ongeveer 650 m ten zuiden van de kern van Sint-Lodewijk. De Otegemse steenweg is een voldoende uitgeruste gemeenteweg en bestaat vnl. uit lintbebouwing.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een eengezinswoning opgetrokken uit 1 bouwlaag met een hellend dak. De woning is ingepland op 12 m achter de rooilijn. Op de rooilijn is een haagje aanwezig dat onderbroken wordt door de toegang naar de garage en naar de voordeur. De voortuin bestaat naast de noodzakelijke verharding uit gras. Op de linkerperceelsgrens bestaat de afsluiting uit betonnen paaltjes met een koord ertussen gespannen. 

De omgeving heeft een residentieel karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van eengezinswoningen.

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

In de voortuinzone wordt een reclamezuil voorzien bestaande uit ijzeren kader met een hoogte van 1,70 m op een breedte van 1,70 m. Het ijzeren kader wordt voorzien op de linkerperceelsgrens en op een afstand van 0,50 m van de rooilijn. In het ijzeren kader wordt op een hoogte van 0,90 m een reclamezeil gespannen. Het zeil zelf heeft een hoogte van 0,80 m op een breedte van 1,50 m.

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 29 november 2021 tot 28 december 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van de geldende oorspronkelijke verkaveling goedgekeurd op 7 juni 1995 (dossiernummer 1034-3/1995.6).

De aanvraag wijkt af van de voorschriften van deze verkaveling. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

De overige bepalingen van de verkaveling hebben geen betrekking op voorliggende aanvraag.

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op het materiaalgebruik van de afsluiting zodat een afwijking overwogen kan worden.

Niettegenstaande er tijdens het openbaar onderzoek geen opmerkingen geformuleerd werden met betrekking tot de inplanting op de zijkavelgrens, zorgt een dergelijke inplanting ervoor dat het plaatsen van een hoogwaardige en kwalitatieve afsluiting op termijn niet meer mogelijk is. Evenmin kan het kader met zeil gezien worden als een kwalitatieve afsluiting zoals geformuleerd in de verkaveling. Een kwalitatieve afsluiting bestaat uit duurzame materialen, bij voorkeur onder de vorm van een haag. Dat is hier niet het geval. De afwijking kan bijgevolg niet toegestaan worden en het frame met zeil moet ingeplant worden op een zekere afstand van de zijperceelsgrens teneinde de voorgeschreven afsluiting op termijn nog te kunnen voorzien (zie ook toetsing goede ruimtelijke ordening).

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Otegemse steenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

●        Functionele inpasbaarheid

Het kader met reclamezeil wordt geplaatst in functie van een activiteit uitgeoefend door de eigenaar van het goed zodat dit zich functioneel inpast. Indien echter geen rechtstreekse link meer bestaat met de activiteit uitgeoefend door de eigenaar van het goed dient het frame met reclamezeil opnieuw verwijderd te worden.

●        Inplanting en verschijningsvorm

Het kader waarin het reclamezeil zal worden opgehangen bevindt zich op de linkerperceelsgrens en op 0,50 m achter de rooilijn.

Het plaatsen van een publiciteitsbord/zeil mag geen hinder vormen voor de aanpalende percelen en hun woonfunctie en dient steeds een goede zichtbaarheid voor de gebruikers van de openbare ruimte te garanderen.

Bij voorkeur wordt een dergelijk bord geïntegreerd in het gebouw of geïntegreerd in de directe omgeving waarbij het niet overheersend is. Een integratie op de gevel van de woning is niet mogelijk gelet op de bestaande raam- en deuropeningen waardoor geopteerd werd het reclamezeil op een frame te voorzien in de voortuin.

Niettegenstaande er tijdens het openbaar onderzoek geen opmerkingen geformuleerd werden met betrekking tot de inplanting op de zijkavelgrens, zorgt een dergelijke inplanting ervoor dat het plaatsen van een hoogwaardige en kwalitatieve afsluiting op termijn niet meer mogelijk is. Evenmin kan het kader met zeil gezien worden als een kwalitatieve afsluiting. Een kwalitatieve afsluiting bestaat uit duurzame materialen, bij voorkeur onder de vorm van een haag. Dat is hier niet het geval.

Daarenboven bemoeilijkt de specifieke inplanting en verschijningsvorm van het reclamezeil mogelijk het uitzicht op de straat, wat impact kan hebben op de verkeersveiligheid.

Bijgevolg kan de aanvraag pas positief beoordeeld worden als de inplanting voorzien wordt op minstens 1 m achter de rooilijn en op minstens 2 m van de zijperceelsgrens ingeplant wordt. Hierbij dient de breedte te worden beperkt tot 1 m met een maximale hoogte van 2 m waarbij de zichtbaarheid gegarandeerd wordt.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

Artikel 4.3.1 § 2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, en respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving niet.

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

●     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●     Andere:

○        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

○        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Dominique Lagrange, wonende Otegemse steenweg 37 te 8540 Deerlijk, voor het plaatsen van een reclamezeil, op een perceel gelegen Otegemse steenweg 37 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 649 R, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

●        Het kader met reclamezeil moet ingeplant worden op minstens 1 m achter de rooilijn en op minstens 2 m van de zijperceelsgrens.

●        Indien geen rechtstreekse link meer bestaat tussen de activiteit op het reclamezeil en de activiteit uitgeoefend door de eigenaar van het goed, dient het frame met reclamezeil opnieuw verwijderd te worden.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.17. Klimaatfonds Zuid-West-Vlaanderen - voorstel Leiedal - principiële goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd

●        akte te nemen van de brief van Leiedal met betrekking tot het voorstel tot oprichting van het Klimaatfonds Zuid-West-Vlaanderen;

●        principiële goedkeuring te verlenen voor de participatie aan en cofinanciering van dit Klimaatfonds.

Motivering

Op 14 februari 2022 werd een brief van de intercommunale Leiedal ontvangen met de vraag tot deelname aan de oprichting van een regionaal Klimaatfonds Zuid-West-Vlaanderen en of er reeds in 2022 middelen kunnen voorzien worden vanuit de gemeente Deerlijk.

De Raad van bestuur van Leiedal besliste tijdens de zitting van 9 april 2021 om de opstart van dergelijk regionaal fonds voor te bereiden binnen het Interreg VB Noordzeeregioproject 'Empower'.

Op 23 juni 2021 heeft het college van burgemeester en schepenen een principiële goedkeuring gegeven tot participatie aan de cofinanciering van het Klimaatfonds Zuid-West-Vlaanderen. Op dat moment konden nog geen exacte bedragen meegedeeld worden.

Op basis van terugkoppelingsmomenten werd het duidelijk dat het voor heel wat lokale besturen niet mogelijk is om nog in 2022 budget hiervoor te voorzien. Vandaar dat besloten werd om de officiële start van het Klimaatfonds uit te stellen tot 2023. Toch wil Leiedal nog eens polsen of er bij de lokale besturen bereidwilligheid is om reeds gedeeltelijk op te starten in de loop van 2022.

Een voorstel van aanpak werd als bijlage toegevoegd aan dit punt. De financiële inbreng bedraagt in het voorstel 1 euro per inwoner. Dit betekent voor de gemeente Deerlijk een inbreng in het regionale Klimaatfonds van 12.183 euro. 75 % van die middelen gaan naar lokale projecten op het grondgebied van de gemeente, 25 % kunnen aangewend worden voor regionale projecten.

De intercommunale Leiedal vraagt een antwoord op de volgende vragen:

●        Is het college van burgemeester en schepenen akkoord met de oprichting van een regionaal Klimaatfonds mits de participatie van alle gemeenten?

●        Keurt het college van burgemeester en schepenen het voorstel van aanpak en de inbreng van 1 euro per inwoner goed?

●        Kan of wil het college van burgemeester en schepenen middelen voorzien in 2022 voor een beperkte deelname?

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

Er is geen budget voorzien. Dit budget wordt voorzien bij een volgende budgetwijziging.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de brief van intercommunale Leiedal met bijhorend voorstel van aanpak betreffende de oprichting en participatie aan het Klimaatfonds Zuid-West-Vlaanderen.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit principieel te participeren in de oprichting en uitwerking van het regionale Klimaatfonds Zuid-West-Vlaanderen op voorwaarde dat alle gemeenten binnen het werkingsgebied van de intercommunale Leiedal deelnemen.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met het voorstel van aanpak voor het Klimaatfonds Zuid-West-Vlaanderen zoals toegevoegd aan dit punt en gaat ook akkoord met de inbreng van 1 euro per inwoner, zijnde 12.183 euro. Dit budget zal voorzien worden in 2023, bij de officiële opstart van het Klimaatfonds.

Artikel 4

Het college van burgemeester en schepenen zal geen budget vrijmaken voor de (beperkte) deelname aan het Klimaatfonds Zuid-West-Vlaanderen in 2022.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.18. Advies inzake scoping project MER - Casier Recycling NV - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd advies te verlenen in het kader van het scopingadvies bij het project MER 'Hervergunning van een bestaand schrootverwerkend bedrijf, inclusief op- en overslag'.

Motivering

De firma Casier Recycling NV laat een project MER opstellen en vraagt aan het team MER een scopingadvies. In het kader van dat scopingadvies vraagt het team MER van het Departement Omgeving in een mail van 27 januari 2022 het advies of de insteek van de gemeente Deerlijk en dit ten laatste tegen 28 februari 2022.

Op 18 februari 2022 heeft de omgevingsambtenaar het ontwerpproject MER doorgenomen en het volgende advies hierover geformuleerd:

Het gaat om een hervergunning en wijzigingen met betrekking tot het buffer- en zuiveringsbekken. Er zijn geen nieuwe gebouwen gepland.

De geplande situatie is de toekomstige exploitatiefase die praktisch volledig overeenkomt met de huidige toestand. In dat opzicht zijn er geen fundamentele bezwaren en kan in globaliteit het document goedgekeurd worden.

Enkel ten aanzien van de geur- en stofproblematiek wordt op verschillende plaatsen in het document aangegeven dat deze niet relevant zijn. Dit is niet helemaal correct. De bestaande klachten of meldingen vanuit de omgeving van het bedrijf zijn steeds in verband met geur- en/of stofhinder.

Er is steeds een goede verstandhouding tussen de verschillende partijen (bedrijf, gemeente en omwonenden) waardoor de klachten correct opgevolgd worden.

Daardoor worden haast geen PV’s of andere officiële vaststellingen gedaan. Dit betekent echter niet dat er geen klachten zijn. Indien er klachten zijn met stofhinder staan deze bijna altijd in verband met breekacties van afvalhout.

Als er klachten zijn rond geurhinder (minder vaak) zijn deze meestal gerelateerd aan het snijbranden van gietijzer in open lucht.

Ook al zijn de klachten of meldingen niet frequent, toch is het aan te raden om hiervoor voldoende aandacht te hebben en blijvend te zoeken naar mogelijke oplossingen.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de omgevingsambtenaar en besluit dit advies over te maken naar team MER van het Departement Omgeving.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.19. De Kim/De Beuk - ontwerper - aanpassing betalingsmodaliteiten - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om, in het dossier "Nieuwbouw en renovatie De Kim & De Beuk" een aanpassing van de betalingsmodaliteiten aan het studiebureau, goed te keuren.

Motivering

Het bestek voor het aanstellen van een ontwerper voor het dossier "Nieuwbouw en renovatie De Kim & De Beuk" voorziet dat het studiebureau tot 90 % van het voorziene ereloon mag aanrekenen bij het beëindigen van de werken en het toezicht erop.

Het bestek voorziet ook dat het studiebureau tot 50 % van het voorziene ereloon mag aanrekenen bij de indiening van het aanbestedingsverslag. Dit is op vandaag ook al aangerekend.

Gezien de uitzonderlijk lange uitvoeringstermijn van 42 maanden, heeft Sweco Belgium de vraag gesteld om de voorziene schijf van 40 % (170.550,39 euro excl. btw) voor het toezicht op de werken, viermaandelijks proportioneel te mogen aanrekenen, gespreid over de uitvoeringsperiode van de werken.

Concreet zou dit inhouden dat Sweco Belgium viermaandelijks een factuur zou sturen voor de opvolging van de werken ten bedrage van 16.242,90 euro excl. btw. Naar het einde van de werken toe zal het bedrag moeten aangepast worden aan de werkelijk gevorderde bedragen van de aannemers. Dit vormt geen probleem.

Gezien de lange uitvoeringstermijn lijkt dit een terechte vraag van het studiebureau.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de vraag van Sweco Belgium voor een viermaandelijkse facturatie van het werftoezicht bij het dossier "Nieuwbouw en renovatie De Kim & De Beuk" goed te keuren.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.20. Onderhoud hydranten - opdrachtverklaring en samenwerkingsovereenkomst - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de opdrachtverklaring voor het onderhoud van hydranten in het kader van het DAEB-besluit aan vzw Werkplus en bijbehorende samenwerkingsovereenkomst goed te keuren.

Motivering

Conform het ministerieel rondschrijven van 14 oktober 1975 betreffende de watervoorraden voor het blussen van branden, dient de gemeente in te staan voor de signalisatie, het nazicht en onderhoud en een jaarlijkse en tweejaarlijkse controle van de werking van de hydranten.

Voor het uitvoeren van deze werken werd de procedure doorlopen om de controle te laten uitvoeren door een sociaal economiebedrijf.

In het kader van het DAEB-besluit wordt een opdrachtverklaring opgemaakt op basis van onderstaande beslissingen:

●        voorafgaande relevante beslissingen van de gemeenteraad over de dienst van algemeen economisch belang dd. 29 oktober 2021;

●        de wens van de gemeente om de veiligheid van de burgers te waarborgen en de nodige stappen hiervoor te ondernemen in het belang van de samenleving als geheel die de dienst van algemeen economisch belang zal vervullen;

●        artikel 40 van het Decreet Lokaal Bestuur;

●        het besluit 2012/21/EU van de Europese Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen;

●        principiële goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen van 20 juli 2021 voor het opstarten van de procedure om het onderhoud van de hydranten toe te wijzen aan het lokaal diensteneconomiebedrijf Werkplus vzw.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de opdrachtverklaring voor het onderhoud van de hydranten in het kader van het DAEB-besluit aan vzw Werkplus goed te keuren.

Artikel 2

De gemeente Deerlijk belast vzw Werkplus met de hierna omschreven dienst van algemeen economisch belang (DAEB) binnen haar grenzen, van 1 maart 2022 tot 1 maart 2025.

Artikel 3

De gemeenteraad stelde de opdracht 'inventarisatie, controle van signalisatie en beproeven van de werking van hydranten' op het grondgebied van Deerlijk vast als dienst van algemeen economisch belang.

De gemeenteraad bepaalde de opdracht als volgt:

●        het in kaart brengen van alle hydranten op het grondgebied en digitaal ter beschikking stellen van deze gegevens aan het lokaal bestuur en de hulpverleningszone;

●        het controleren van de signalisatie en het in orde brengen van gebreken, zoals decretaal verplicht;

●        het beproeven van de werking van de hydrant zoals decretaal verplicht;

●        het uitvoeren van kleine herstellingswerken van de hydrant (in overleg met de watermaatschappij);

●        het rapporteren van alle bevindingen aan het lokaal bestuur, de hulpverleningszone en de watermaatschappij.

Om het overheidsoptreden te motiveren bepaalt de gemeenteraad de doelgroep die baat heeft bij de opdracht 'inventarisatie, controle van signalisatie en beproeven van de werking van hydranten' als zijnde alle inwoners van de gemeente Deerlijk. Doordat de brandweer sneller over bluswater kan beschikken en materiële schade bij brand kan beperken, zijn de inwoners van de gemeente de uiteindelijke begunstigden van deze dienstverlening.

Artikel 4

De gemeente kent geen uitsluitende of bijzondere rechten toe aan vzw Werkplus.

Artikel 5

Het nazicht gebeurt aan de in de lijst vermelde eenheidsprijzen.

De financiering van de dienstverlening gebeurt met toepassing van Besluit 2012/21/EU van de EU Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen.

Artikel 6

De gemeente voert om de twee jaar controles uit op de compensatieregeling. In het geval van een eventuele overcompensatie, vordert de gemeente het overschot terug.

Artikel 7

Indien de vzw Werkplus ook activiteiten verricht die buiten de dienst van algemeen economisch belang vallen, is zij verplicht een gescheiden boekhouding bij  te houden.

Artikel 8

Het college van burgemeester en schepenen keurt de bijhorende samenwerkingsovereenkomst, waarin de verdere modaliteiten worden vastgelegd, goed.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.21. Inname openbaar domein - kennisname -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de lijst in bijlage voor de ingediende aanvragen betreffende de inname van het openbaar domein en/of wegenis.

Juridische gronden

•          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de lijst in bijlage voor de gevraagde inname(s) van het openbaar domein.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.22. Leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten 2022 - vaststelling inventaris - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de inventaris van leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten voor 2022 vast te stellen.

Motivering

De gemeente moet jaarlijks een lijst opstellen van de leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten op haar grondgebied en overmaken aan het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid vóór 1 maart.

Voor 2022 werden door de Vlaamse overheid volgende bedrijfsruimten ambtshalve opgenomen op de gemeentelijke lijst inzake leegstand en/of verwaarlozing:

●        Braamheuvelstraat 38 (textielfabriek)

●        Harelbekestraat 31 (winkel en handelshuis)

●        Hoogstraat 72 (handelshuis)

●        Kerkstraat 242 (serre en toonzaal)

●        Stationsstraat 78+ (werkplaats)

●        Stationsstraat 198 (magazijn)

●        Ter Donkt 6 (kantoorgebouw)

●        Verrieststraat 43 (textielfabriek)

●        Wafelstraat 58 (veeteelt hoevegebouwen)

Na controle van de leegstand van de bedrijfsruimten is gebleken dat volgende bedrijfsruimten op heden nog steeds in aanmerking komen voor leegstand en/of verwaarlozing.

●        Braamheuvelstraat 38 (textielfabriek)

●        Harelbekestraat 31 (winkel en handelshuis)

●        Hoogstraat 72 (handelshuis)

●        Kerkstraat 242 (serre en toonzaal)

●        Stationsstraat 78+ (werkplaats)

●        Stationsstraat 198 (magazijn)

●        Ter Donkt 6 (kantoorgebouw)

●        Verrieststraat 43 (textielfabriek)

●        Wafelstraat 58 (veeteelt hoevegebouwen)

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten

○        Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juli 1997 tot uitvoering van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de inventaris van leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten voor 2022 vast te stellen.

Worden genoteerd:

●  Braamheuvelstraat 38 (textielfabriek)

●  Harelbekestraat 31 (winkel en handelshuis)

●  Hoogstraat 72 (handelshuis)

●  Kerkstraat 242 (serre en toonzaal)

●  Stationsstraat 78+ (werkplaats)

●  Stationsstraat 198 (magazijn)

●  Ter Donkt 6 (kantoorgebouw)

●  Verrieststraat 43 (textielfabriek)

●  Wafelstraat 58 (veeteelt hoevegebouwen)

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.23. Verslag MAT - 2 februari 2022 - kennisname -

Aanleiding en context

Het MAT hield een vergadering op 2 februari 2022. Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

Motivering

Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd. De bijbehorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.24. Vaccinatiecentra - bedankingskaart vrijwilligers - doorrekening drukkosten - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de doorrekening van de drukkosten van de bedankingskaart voor de vrijwilligers van de vaccinatiecentra van de eerstelijnszone regio Waregem goed te keuren.

Motivering

Tijdens het overleg van de vaccinatiecentra Waregem en Zwevegem met vertegenwoordiging van zowel de lokale besturen als de eerstelijnszone werd afgesproken om in de week van de vrijwilliger, eind februari, alle vrijwilligers van de vaccinatiecentra te bedanken met een kaartje.

Gezien de goede ontwerpvaardigheden binnen de communicatiedienst van Deerlijk werd aan hen de vraag gesteld om een kaart te ontwerpen, die vervolgens unaniem door het overleg werd goedgekeurd.

Omdat het ontwerp in Deerlijk gebeurde, was het aangewezen ook de druk in opdracht van Deerlijk te laten gebeuren. Deze kosten zijn echter niet ten laste van Deerlijk, maar zullen gedragen worden door de eerstelijnszone regio Waregem.

Adviesvraag bij de financieel directeur leert dat dit mogelijk is als daartoe een beslissing genomen wordt.

De eerstelijnszone gaf haar akkoord voor de doorrekening van de volledige drukkost van de bedankingskaart. Het gaat om 700 kaarten, waarvan de kostprijs wordt geraamd op 66,80 euro.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen in die zin dat een doorrekening dient te gebeuren aan de eerstelijnszone regio Waregem (ondernemingsnummer: 0739.615.496 - info@elzregiowaregem.be).

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de doorrekening van de drukkosten van de bedankingskaart voor de vrijwilligers van de vaccinatiecentra van de eerstelijnszone regio Waregem, aan de eerstelijnszone regio Waregem, goed te keuren.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.25. Asverstrooiing - kennisname -

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.26. Asverstrooiing - kennisname -

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.27. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring -

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.28. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring -

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.29. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring -

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.30. Grafconcessie - bijzetting - kennisname -

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.31. Grafconcessie - bijzetting en hernieuwing - goedkeuring -

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

C.32. Project "mentaal welzijn jeugd" versterken - stand van zaken - kennisname -

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de stand van zaken betreffende het project ter versterking van het mentaal welzijn van onze jeugd.

Motivering

In het college van burgemeester en schepenen van 2 juni 2021 werd de nood en het project omschreven. Na goedkeuring van het agentschap binnenlands bestuur gingen de besturen Harelbeke, Wevelgem, Kuurne en Deerlijk samen met het CAW Zuid-West-Vlaanderen aan de slag om het project uit te voeren.

Het project bestaat uit drie fases, waarbij fase 1 afgerond is, fase 2 net opgestart en fase 3 loopt doorheen het project.

●        Fase 1: het participatietraject (september 2021 - januari 2022)

●        Fase 2: een aanbod op maat rond mentaal welzijn door en voor jongeren (februari 2022 - juni 2022)

●        Fase 3: Het inzetten op uitwisseling en elkaar versterken (september 2021 - juni 2022)

In deze omschakeling van fase 1 naar fase 2 wordt er een stand van zaken overgemaakt. De resultaten van het participatietraject en het aanbod dat hieruit gedestilleerd wordt, is te vinden via de powerpoint in bijlage.

Op vrijdag 11 februari 2022 werd hierover een toelichting georganiseerd voor alle betrokken actoren binnen de lokale besturen.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de stand van zaken van het project betreffende mentaal welzijn van jongeren.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

D.2. Kinderboerderij - projectoproep Over Drempels - engagementsverklaring - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het engagement van het lokaal bestuur in het kader van de projectoproep Over Drempels goed te keuren.

Motivering

Projectoproep Over Drempels

De Vlaamse ministers van Jeugd en Welzijn lanceerden op 10 januari 2022 de projectoproep Over Drempels om de drempels voor vrije tijd voor kinderen en jongeren in de jeugdhulp te verkleinen. Er wordt 300.000 euro vrijgemaakt voor projecten die de brug slaan tussen het jeugdwerk en de jeugdhulp. Deze oproep kadert in het Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan en bouwt verder op initiatieven zoals 'Maak Samen Tijd Vrij' (2021) uitgevoerd door Bataljong en de Ambrassade.

Het is de ambitie om te komen tot samenwerkingsverbanden van lokale en regionale actoren die geïntegreerd samenwerken binnen een regio waarin alle kwetsbare kinderen en jongeren vlot toegang hebben tot hun recht op vrije tijd. Dit moet het bovendien mogelijk maken om vanuit een gezamenlijk gedragen visie en een doorgedreven samenwerking, ondersteuning te kunnen bieden aan kinderen en jongeren die tussen de mazen van het net dreigen te vallen.

De projectoproep richt zich op kinderen en jongeren met een traject in de jeugdhulp, of die nood hebben aan expertise uit jeugdhulp, maar hier om diverse redenen geen toegang tot hebben. Er word gestimuleerd om extra aandacht te besteden aan meer complexe doelgroepen zoals niet-begeleide minderjarigen, kinderen en jongeren met een handicap, Roma-jongeren of jongeren die verblijven in een gemeenschapsinstelling.

Het samenwerkingsverband moet bestaan uit minimaal één organisatie die een vrijetijdsaanbod realiseert voor kinderen en jongeren, één actor uit de jeugdhulp en één stad/gemeente.

Het projectvoorstel moet ingediend worden via het aanvraagformulier, uiterlijk op 7 maart 2022.

Samenwerkingsverband o.l.v. Kinderboerderij Bokkeslot

Kinderboerderij Bokkeslot zou graag intekenen op deze projectoproep en vraagt daarom aan het lokaal bestuur van Deerlijk om een engagement aan te gaan en mee in te stappen in het samenwerkingsverband. De actor uit de jeugdhulp die zou meestappen in het samenwerkingverband is vzw De Korf - Bijzondere Jeugdbijstand Kortrijk die reeds een samenwerking hebben met de kinderboerderij. De kinderboerderij biedt dagbesteding aan voor kinderen en jongeren met een traject in de jeugdhulp, iets waar veel jeugdhulpvoorzieningen vragende partij naar zijn.

Kinderboerderij Bokkeslot wil dit nu uitbreiden door ook hun reeds bestaand vrijetijdsaanbod (bokkelen, Den bok, Festival Bokal, kampen...) toegankelijk te maken voor de kinderen en jongeren met een traject in de jeugdhulp.

Dit project kadert ook binnen het domein zorg van het toekomstplan Bokkesprongen van Kinderboerderij Bokkeslot. De kinderboerderij heeft een lange ervaring in het ondersteunen van mensen in kwetsbare situaties, maar dit gebeurt op heden weinig gestructureerd. Ze willen dan ook in partnerschap met voorzieningen in de jeugdhulp, de gehandicaptensector, de psychiatrie, de drughulpverlening en justitie een aanbod uitwerken om hen bij te staan in de uitbouw van betere en 'op maat' zorgtrajecten.

Het maximale bedrag dat kan worden toegekend binnen deze projectoproep, is 40.000 euro per project. Kinderboerderij Bokkeslot zou daarmee graag een extra medewerker aanwerven die het bestaand vrijetijdsaanbod verder kan uitwerken en toegankelijker kan maken voor kinderen en jongeren uit de jeugdhulp, maar ook outreachend en drempelverlagend kan werken en kan optreden als vertrouwenspersoon voor alle jongeren met een hulpvraag die op de kinderboerderij terechtkomen.

Link met OverKop-antennepunt en project mentaal welzijn jongeren

Er wordt in dit project ook een link gelegd met het OverKopverhaal, namelijk het samenwerkingsverband wil ook bekijken in hoeverre het OverKop-antennepunt in Deerlijk een plaats zou kunnen krijgen binnen de locatie en de werking van Kinderboerderij Bokkeslot. Zo zou de aan te werven medewerker in dit project ook kunnen betrokken worden bij de verdere uitbouw van het OverKop-antennepunt.

Het vast bureau besloot op 24 maart 2021 dat het lokaal bestuur Deerlijk mee helpt zoeken met de regionale OverKopmedewerkers en de jongeren waar er extra moet op ingezet worden, zich engageert om een (bestaande) locatie ter beschikking te stellen en zich engageert om (bestaand) personeel te poolen om de werking van een antennepunt mogelijk te maken.

Momenteel loopt binnen de gemeente ook het project 'Het ontwikkelen van een (hulpverlenings-)aanbod op maat van en met jongeren in functie van mentaal welzijn' in samenwerking met Wevelgem, Kuurne, Harelbeke en CAW Zuid-West-Vlaanderen. Dit project wordt ook gezien als een voortraject op het OverKop-antennepunt. Na het participatietraject (fase 1) wordt onder andere tot de conclusie gekomen dat er nood is aan een vaste vertrouwenspersoon die een laagdrempelig vrijetijdsaanbod uitwerkt binnen de gemeente in kader van een OverKop-antennepunt. In fase 2 wordt er een aanbod uitgewerkt en tijdens de eerste brainstormfase kwam de kinderboerderij reeds ter sprake, net als jeugdhuis De Caravanne, als mogelijks laagdrempelige locatie om een proefaanbod te laten doorgaan.

Een OverKop-antennepunt brengt hulp dicht bij de jongere en de vertrouwenspersoon kan door middel van een laagdrempelig en toegankelijk vrijetijdsaanbod ook detecteren wanneer een bepaalde jongere misschien nood heeft aan expertise uit jeugdhulp.

Juridische gronden

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit dat het lokaal bestuur zich engageert om deel uit te maken van het samenwerkingsverband en keurt bijgevolg de kandidaatstelling voor de projectoproep 'Over Drempels' goed.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

D.3. Bijkomende bedrijventerreinen ikv Vlaams Reservepakket - provinciaal RUP subregio Waregem - weerhouden zoekzones Deerlijk - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akkoord te gaan met de door de provinciale dienst ruimtelijke planning voorgestelde zoekzones voor bijkomende bedrijvenzones en hun afbakeningslijn.

Motivering

De deputatie heeft n.a.v. de zoektocht naar locaties voor bijkomende bedrijventerreinen in de subregio Waregem in het voorjaar 2020 een selectie gemaakt van te weerhouden zoekzones. Deze zoekzones werden voorgesteld door de gemeenten (zie beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 27 maart 2019).

Met deze selectie werd op 6 juli 2020 een overleg gepleegd door de provincie met de Minister van Omgeving. Op dit overleg werd besloten dat de provincie het proces kon verderzetten onder de voorwaarde dat met de bestemming van nieuwe terreinen een zgn. onthardingsbeleid geïmplementeerd moet worden als compensatie voor het aansnijden van open ruimte.

Ondertussen heeft de deputatie een ruimtelijk afwegingskader opgemaakt, de afbakening van de zoekzones verder verfijnd en een LIS (landbouwimpactstudie) opgemaakt voor de diverse zoekzones.

Binnen de subregio Waregem zijn in Deerlijk voorlopig 3 zoekzones weerhouden, allen in categorie 3 (= zoekzones die een subregionale afweging nodig hebben):

●        Spijkerland

●        Nijverheidslaan

●        Esser

De deputatie besliste ondertussen om voor onder meer de subregio Waregem een provinciaal RUP op te maken dat telkens zal bestaan uit verschillende deelplannen (volgens de zoekzones). De eerste stap in dat traject is de afbakening van de zoekzones en de aanbesteding van de plan-MER. Verder onderzoek via de plan-MER zal duidelijkheid moeten brengen over de effecten voor de diverse zoekzones.

Op 11 januari 2022 vond een bilateraal overleg plaats tussen dienst ruimtelijke planning van de provincie en de gemeente. Op dit overleg werd het proces toegelicht evenals de verfijning van de 3 zoekzones.

De deputatie stelt dat het akkoord van elke gemeente waarop een nieuw bedrijventerrein zou gerealiseerd worden een belangrijke vereiste is om verder te gaan met het proces. Bijgevolg wordt gevraagd:

●        akkoord te gaan met het voorstel van de zoekzones;

●        akkoord te gaan met de afbakeningslijn op perceelsniveau van de zoekzones.

De 3 zoekzones zijn dezelfde die reeds in 2019 door het college van burgemeester en schepenen werden voorgesteld, zodat hierover geen bijkomende opmerkingen te formuleren zijn.

De afbakeningslijn werd naar aanleiding van het overleg reeds aangepast aan de toen geformuleerde opmerkingen zodat vanuit de dienst voorgesteld wordt geen bijkomende bedenkingen te formuleren.

Naar aanleiding van de voorwaarde geformuleerd door de Minister van Omgeving wordt ook onderzoek gedaan naar gebieden die in aanmerking zouden kunnen komen voor planologische ruil (bedrijventerreinen die niet ontwikkeld geraken en die een herbestemming kunnen krijgen naar open ruimtegebied als onderdeel van dezelfde RUP-procedure). Tijdens het overleg van 11 januari 2022 werden twee gebieden voorgesteld:

●        perceel Geeststraat - gekadastreerd afdeling 1, sectie B, nummer 89H;

●        percelen Ter Donkt - gekadastreerd afdeling 2, sectie C, nummers 196H, 212S, 212V

De vraag wordt gesteld naar de visie van de gemeente omtrent deze beide voorstellen en of er nog gebieden gekend zijn die in aanmerking zouden kunnen komen voor planologische ruil.

Vanuit de dienst omgeving wordt voorgesteld mbt de suggesties voor planologische ruil volgende opmerkingen te formuleren:

●        het perceel Geeststraat is volledig omgeven door industriegrond/industriegebouwen binnen het bedrijventerrein Deerlijk-Waregem, heeft rechtstreekse ontsluitingsmogelijkheden naar de Geeststraat en is niet watergevoelig zodat het zijn bestemming dient te behouden. Er dient hiervoor verder ingezet te worden via activering om de eigendom ontwikkeld te krijgen.

●        voor de percelen Ter Donkt werd pas op 3 september 2015 een RUP goedgekeurd waarbij een visie uitgewerkt werd op het behoud van het bestaande hoevecomplex binnen een meer flexibele bedrijfsbestemming. Gezien het RUP nog relatief recent is, is het wenselijk deze visie (voorlopig) niet te gaan wijzigen.

Met betrekking tot de vraag om bijkomende gebieden aan te reiken die in aanmerking kunnen komen voor planologische ruil wordt voorgesteld om in overleg met de provinciale diensten op zoek te gaan naar andere mogelijkheden.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, §1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit akkoord te gaan met de 3 door de dienst ruimtelijke planning van de provincie voorgestelde zoekzones, voor bijkomende bedrijvenzones en hun afbakeningslijn.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit dat de voorgestelde eigendommen voor planologische ruil nog steeds geschikt zijn voor bedrijvigheid en bijgevolg niet in aanmerking komen voor een herbestemming naar open ruimte gebied. Het college van burgemeester en schepenen is wel bereid om in overleg met de provinciale diensten op zoek te gaan naar andere mogelijke gebieden die in aanmerking zouden kunnen komen voor planologische ruil.

Zitting van CBS van 23 FEBRUARI 2022

D.4. Projectoproep inzake de strijd tegen intrafamiliaal geweld - indiening - intentieverklaring - goedkeuring -

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het indienen van het projectdossier voor een impulsproject tegen intrafamiliaal geweld en de bijhorende intentieverklaring goed te keuren.

Motivering

Vanuit de FOD Binnenlandse Zaken werd een projectoproep gedaan voor impulsprojecten tegen intrafamiliaal geweld. Intrafamiliaal geweld betreft alle vormen van fysiek, seksueel, psychologisch of economisch geweld dat plaatsvindt binnen het huishouden of tussen voormalige leden van hetzelfde huishouden, ongeacht of de dader in dezelfde woning als het slachtoffer verblijft of heeft verbleven.

De ontvankelijkheidscriteria zijn als volgt:

●  Er is een samenwerking tussen minstens twee gemeenten. Als meerdere gemeenten samenwerken kunnen ze het projectvoorstel indienen met alle gemeenten van één politiezone.

●  Per cluster van gemeenten kan slechts één projectvoorstel worden ingediend. De samenwerkende gemeenten duiden een coördinerende gemeente aan die het project indient en duiden een contactpersoon binnen die coördinerende gemeente aan.

●  Het project dient minstens een bereik te hebben van vijftienduizend huishoudens.

●  De gemeente heeft een lokale veiligheidsdiagnostiek opgemaakt voor het fenomeen intrafamiliaal geweld.

●  Een lokaal netwerk intrafamiliaal geweld wordt opgericht waarin de uitwisseling van informatie tussen de betrokken diensten plaatsvindt. Een multidisciplinaire aanpak van de problematiek wordt hierbij vooropgesteld.

●  Een budgetvoorstel is opgenomen in de projectaanvraag, waarbij de cofinanciering door de betrokken gemeenten is voorzien.

●  De gemeente verklaart dat het met de subsidie gesteunde project niet wordt gefinancierd door andere financieringsstromen.

●  Een samenwerkingsovereenkomst tussen de betrokken gemeenten is opgenomen in het projectvoorstel.

Inhoudelijk staan volgende criteria voorop:

●        Lanceren van innovatieve oplossingen of goede praktijken voor:

○        een laagdrempelige manier voor slachtoffers van intrafamiliaal geweld om hulp te zoeken of om aangifte te doen; en/of

○        een laagdrempelige manier voor daders van intrafamiliaal geweld om hulp te zoeken; en/of

○        het sensibiliseren van getuigen van intrafamiliaal geweld; en/of

○        het sensibiliseren en/of opleiden van professionals die in contact komen met slachtoffers van intrafamiliaal geweld.

●        Opzetten of verbinden van lokale multidisciplinaire overlegstructuren voor een preventieve aanpak of bestrijding van intrafamiliaal geweld met lokale hulpverleningsactoren. Betrekken van en samenwerking met de reeds aanwezige terreinwerkers en samenwerking met partners zoals politie, bedrijven, bestaande eerstelijnsstructuren in de gezondheidszorg.

●        Duurzaamheid: ontwikkeling van een methodiek waarbij het project verder structureel kan worden ingebed in de organisatie van de gemeenten.

●        Burgerparticipatie: zoals bijvoorbeeld, het betrekken van burgers, getuigen, de creatie van lotgenotengroepen voor slachtoffers en/of daders, etc.

Het dossier moet uiterlijk op maandag 28 februari 2022 om 12.00 uur digitaal doorgestuurd worden.

Uit alle ontvankelijke projecten worden 15 projecten gekozen, waarvan 8 Vlaamse projecten.

De projectduur is 2 jaar.

Na de nodige afstemming met en binnen de gemeenten van W13 werd een dossier voorbereid door en met de gemeenten Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Kortrijk en Lendelede, de PZ Gavers en Vlas en het CAW. Harelbeke zal optreden als coördinerende gemeente.

Omdat het project al op 28 februari 2022 moet worden ingediend, is de tijd te krap om het dossier en de samenwerkingsovereenkomst in alle deelnemende gemeenten op de raad te brengen. Bijgevolg is toegelaten dat in eerste instantie door alle partijen een intentieverklaring wordt ondertekend. De inhoud van de intentieverklaring is vergelijkbaar aan deze van een officiële samenwerkingsovereenkomst. Als het project geselecteerd wordt, zal een samenwerkingsovereenkomst afgesloten worden.

Voor Deerlijk wordt het dossier opgevolgd door de brugfiguur en het hoofd burger en welzijn.

Alle huidige voorbereidende stukken en bijhorende intentieverklaring zijn te vinden als bijlage bij dit punt.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

De maximale subsidie bedraagt 100.000 euro, waarvan maximum 30 % mag besteed worden aan personeelskosten. Het overige bedrag van de subsidie moet besteed worden aan werkingsmiddelen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het indienen van het projectdossier voor een impulsproject tegen intrafamiliaal geweld met de gemeenten Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Kortrijk en Lendelede, de PZ Gavers en Vlas en het CAW, en de bijhorende intentieverklaring goed te keuren.