Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 11 december 2024 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 11 december 2024.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 11 december 2024 goed te keuren.
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.2. Verkoop gemeentelijk materiaal - opbrengst online openbare verkoop - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de online openbare verkoop van gemeentelijk materiaal.
Motivering
De gemeentelijke diensten beschikken over divers materiaal dat werd vervangen, in onbruik raakte of overbodig werd. Echter kunnen veel van deze materialen nog verkocht worden.
Voor de verkoop van gemeentelijk materiaal werd voorgesteld om samen te werken met bvba Openbare-verkopen.be.
Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 29 november 2023 de samenwerkingsovereenkomst met bvba Openbare-verkopen.be voor het verkopen van gemeentelijk materiaal goed.
De online openbare verkoop vond plaats van 7 oktober 2024 tot en met 21 oktober 2024.
De online openbare verkoop bracht in totaal 19.059,00 euro op. Daarbovenop heeft de gemeente recht op een ristorno van 3 %, zijnde 571,77 euro.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 8.a Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Opbrengst | 19.630,77 euro |
Actie | Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling |
Jaarbudgetrekening | Diverse jaarbudgetrekeningen |
Visum | Niet vereist |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de online openbare verkoop (veiling 3422) van het gemeentelijk materiaal.
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.3. Aankoop laptops - gunning - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aankoop van 10 laptops voor de personeelsleden van het lokaal bestuur goed te keuren.
Motivering
De huidige voorraad reserve-laptops die ter beschikking van de IT-dienst staaN, is volledig toegewezen aan gebruikers. Om deze voorraad terug aan te vullen zou de IT-dienst 10 extra toestellen willen aankopen.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 10.000,00 euro excl. btw of 12.100,00 euro incl. btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht tot stand te brengen bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).
Volgende ondernemers werden uitgenodigd om deel te nemen aan deze opdracht:
● Bechtle nv, Peerderbaan 207 te 3910 Pelt;
● Inetum Belgium nv, A.Vaucampslaan 42 te 1654 Huizingen;
● Dell nv, Z.3 Doornveld 130 te 1731 Zellik.
Er werden 3 offertes ontvangen :
● Inetum Belgium nv, A. Vaucampslaan 42 te 1654 Huizingen;
● Bechtle nv, Peerderbaan 207 te 3910 Pelt;
● Dell nv, Z.3 Doornveld 130 te 1731 Zellik;
De ontwerper stelt voor om, rekening houdend met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde Inetum Belgium nv, A. Vaucampslaan 42 te 1654 Huizingen tegen het nagerekende offertebedrag van 9.890,10 euro excl. btw of 11.967,02 euro incl. 21 % btw.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur
● Andere:
○ De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
○ Het Bestuursdecreet van 7 december 2018
○ Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht
○ De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen
○ De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet)
○ Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
○ Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
○ Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur;
Adviezen
De deskundige IT verleent positief advies.
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Bestelbedrag | 9.890,10 euro excl. btw of 11.967,02 euro incl. btw |
Actie | Verrichtingen zonder beleidsdoelstelling |
Jaarbudgetrekening | 0190-00/24100000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN |
Visum | G-2024-67 dd. 11/12/2024 |
BESLUIT
Artikel 1
Bovengenoemde opdracht komt tot stand bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).
Artikel 2
Deze opdracht wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde Inetum Belgium nv, A. Vaucampslaan 42 te 1654 Huizingen tegen het nagerekende offertebedrag van 9.890,10 euro excl. btw of 11.967,02 euro incl. 21 % btw.
Artikel 3
De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2024, op jaarbudgetrekening 0190-00/24100000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN (actie GBB).
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.4. Diverse verslagen - kennisname
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.
Motivering
Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:
● Leiedal - verslag van de Raad van Bestuur van 22 november 2024
● IMOG - verslag van de buitengewone algemene vergadering van 29 november 2024
● Centraal feestcomité - verslag van de vergadering van het centraal feestcomité van 3 december 2024
○ TOEGEVOEGDE NOTA: Kleine rechtzetting m.b.t. punt 4. Toelage straatfeesten. In totaal zijn er 28 aanvragen ingediend en goedgekeurd. De aanvraag toelage straatfeest Hoogstraat was ook tijdig ingediend maar stond nog niet op de lijst. Elke aanvrager zal de som t.w.v. 125,00 euro ontvangen. (Zie bijlage voor de goedgekeurde collegebeslissing van 11 december 2024).
● Leiedal - proces-verbaal van de buitengewone algemene vergadering van 28 november 2024
● Riopactcomité - verslag + presentatie van de vergadering van 26 november 2024
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.5. Damiaanactie - sensibiliserings- en fondsenwervingscampagne - medewerking - goedkeuring
Aanleiding en context
Eind januari organiseert Damiaanactie haar jaarlijkse sensibiliserings- en fondsenwervingscampagne. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd hiervoor toelating te verlenen.
Motivering
In het weekend van 24, 25 en 26 januari 2025 organiseert Damiaanactie haar jaarlijks campagneweekend.
Damiaanactie vraagt:
● de toelating voor het houden van een verkoop door vrijwilligers van stiften, herbruikbare draagtassen of rugzakjes van Damiaanactie, gedurende voormelde periode;
● hen te steunen door een gift te doen via overschrijving;
● campagne-affiche(s) te bestellen en ze op een zichtbare plaats uit te hangen;
● de campagne van 2025 aan te kondigen in het infomagazine, op sociale media of op de gemeentelijke website.
Collecten op de openbare weg en in openbare plaatsen zijn toegelaten mits een voorafgaande schriftelijke machtiging van de bevoegde overheid.
Tijdelijke publiciteit op het openbaar domein naar aanleiding van manifestaties van liefdadige aard kunnen enkel gebeuren op de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde roosters.
Er zijn geen adviezen nodig.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere: Art. 183, 221, § 1 en 223 van de Algemene Politieverordening
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit toelating te verlenen aan de vrijwilligers van Damiaanactie om op 24, 25 en 26 januari 2025, artikelen van Damiaanactie te verkopen op de openbare weg.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit de campagne van 2025 van Damiaanactie aan te kondigen via de gemeentelijke infokanalen.
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.6. Kinderboerderij Bokkeslot - investeringspremie 2024 - voorschot - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om een voorschot op de investeringspremie uit te betalen aan kinderboerderij Bokkeslot.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 4 december 2024 een aangepaste investeringspremie voor kinderboerderij Bokkeslot principieel goed.
In haar schrijven van 12 december 2024 neemt kinderboerderij Bokkeslot kennis van de principiële goedkeuring van de investeringspremie en vraagt daarbij reeds een voorschot van 18.000 euro op.
Artikel 8 van het premiereglement investeringspremie voor vzw kinderboerderij Bokkeslot stelt dat indien de aanvrager niet over voldoende middelen beschikt, deze na principiële goedkeuring van het voorgestelde dossier een voorschot op de premie kan aanvragen bij het college van burgemeester en schepenen.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere: Premiereglement investeringspremie voor kinderboerderij Bokkeslot
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 18.000 euro |
Actie | Toegestane investeringssubsidies kinderboerderij Bokkeslot |
Jaarbudgetrekening | GBB/0750-00/66400008 |
Visum | G-2024-68 |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit een voorschot op de investeringspremie ten bedrage van 18.000 euro uit te betalen aan kinderboerderij Bokkeslot op rekeningnummer BE55 7380 1919 8544.
Na uitvoering van de principieel goedgekeurde investeringen dienen de nodige verantwoordingsstukken bezorgd te worden in functie van het al dan niet opvragen van het resterende investeringssaldo of terugstorten van ongebruikt voorschot.
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.7. Jeugdraad - verslag van 3 november 2024 - kennisname
Aanleiding en context
De jeugdraad hield een vergadering op 3 november 2024.
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.
Motivering
Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd in een volgende zitting van 8 december 2024.
De bijhorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.8. Jeugdraad - tussenkomst werkingsuitgaven 2024 - goedkeuring
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.9. Cultuur - uitreiking cultuurtrofee en gemeentelijke receptie - goedkeuring
Aanleiding en context
Naar aanleiding van de uitreiking van de cultuurtrofee op vrijdag 31 januari 2025 wordt het college van burgemeester en schepenen gevraagd medewerking te verlenen door middel van het ter beschikking stellen van vier hostessen en het aanbieden van een gemeentelijke receptie.
Motivering
Naar jaarlijkse traditie wordt in februari de cultuurtrofee uitgereikt aan personen en verenigingen die zich het afgelopen jaar verdienstelijk maakten op cultureel vlak. Er wordt één laureaat gekozen in de categorie individueel en één in de categorie vereniging.
Daarnaast wordt ook een trofee van verdienste uitgereikt aan iemand die zich al jarenlang inzet voor het Deerlijkse culturele leven. Naar aanleiding van deze uitreikingsavond wordt aansluitend ook een receptie aangeboden aan het publiek. De cultuurtrofee wordt uitgereikt op vrijdag 31 januari 2025 om 19.00 uur in OC d'Iefte.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de gemeentelijke medewerking door middel van 4 hostessen en het aanbieden van een gemeentelijke receptie na de uitreiking van de cultuurtrofee goed te keuren.
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.10. Feestelijkheden - E3 Saxo Classic Elite en junioren - 28 maart 2025 - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van de wielerwedstrijd E3 Saxo Classic, die plaatsvindt op vrijdag 28 maart 2025, goed te keuren.
Motivering
Op vrijdag 28 maart 2025 vindt de doortocht van de wielerwedstrijd E3 Saxo Classic plaats op het grondgebied van de gemeente Deerlijk.
Op die dag wordt op de gemeentewegen een grote toeloop van kijklustigen en weggebruikers verwacht. In het belang van de openbare orde en van de veiligheid dient onverwijld opgetreden te worden.
De burgemeester heeft de aanvraag voor de wedstrijd op 21 november 2024 vergund.
PZ Gavers verleende positief advies op 13 december 2024, maakte een tijdelijk politiereglement op het verkeer op en heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met unieke nummers 2324301 en 2324257.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur
Andere:
● Art. 119, art. 130 bis en artikel 135 § 2 van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)
● Wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen
● Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen
● Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
a. Passage vrijdagvoormiddag 28 maart 2025
Het college van burgemeester en schepenen besluit op vrijdag 28 maart 2025 tussen 11.30 uur en 12.00 uur voor de passage van de junioren en tussen 12.30 uur en 13.00 uur voor de passage van de eliterenners, enkel verkeer toe te laten in de rijrichting van de renners, zijnde de richting van de opsomming van volgende straten:
● Desselgemse steenweg;
● Waregemstraat (tussen de Desselgemse steenweg en Deerlijkseweg).
b.Passage vrijdagnamiddag 28 maart 2025
Het college van burgemeester en schepenen besluit op vrijdag 28 maart 2025 tussen 14.00 uur en 15.00 uur voor de passage van de junioren en tussen 16.30 uur en 17.30 uur voor de passage van de eliterenners, enkel verkeer toe te laten in de rijrichting van de renners , zijnde de richting van de opsomming van volgende straten:
● Olekenbosstraat (tussen de Lendedreef en de Wafelstraat);
● Wafelstraat;
● Klijtstraat;
● Pontstraat;
● N36.
In de andere richting zijn enkel voetgangers en personen die een fiets of bromfiets aan de hand leiden toegelaten, voor zover zij het trottoir gebruiken.
Artikel 2
Het stilstaan en parkeren wordt op vrijdag 28 maart 2025 verboden in de in artikel 1.a opgesomde straten of straatgedeelten, tussen 10.00 uur en 13.30 uur.
Het stilstaan en parkeren wordt op vrijdag 28 maart 2025 verboden in de in artikel 1.b opgesomde straten of straatgedeelten, tussen 12.00 uur en 18.00 uur.
Artikel 3
Er zijn geen bijzondere aanpassingen.
Artikel 4
Er zijn geen omleidingen voorzien. Het verkeer kan na de doortocht zijn weg vervolgen.
Artikel 5
Alle nodige te plaatsen verkeersborden, voortvloeiend uit de bepalingen vervat in voorgaande artikels, worden overeenkomstig de bij wet voorziene bepalingen aangebracht.
Artikel 6
De inrichters dienen zich te houden aan de bepalingen vermeld in de huidige politieverordening.
Overtredingen op onderhavig besluit worden beteugeld met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.
Artikel 7
Afschrift van deze verordening wordt overgemaakt aan de griffie van de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk en aan de griffie van de Politierechtbank te Kortrijk.
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.11. Feestelijkheden - Kuurne-Brussel-Kuurne Elite & Juniores - 2 maart 2025 - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van de wielerwedstrijd Kuurne-Brussel-Kuurne, Elite Men & Junioren, die plaatsvindt op zondag 2 maart 2025, goed te keuren.
Motivering
Op zondag 2 maart 2025 vinden in de gemeente Deerlijk twee doortochten plaats van de wielerwedstrijd Kuurne-Brussel-Kuurne, voor elite en junioren.
De burgemeester heeft op 21 november 2024 de doortocht van de wielerwedstrijd vergund.
De dienst openbare werken deelde mee op 19 november 2024 dat er geen werken gepland zijn langs het parcours op voormelde datum.
Op die dag wordt op de gemeentewegen een grote toeloop van kijklustigen en weggebruikers verwacht. In het belang van de openbare orde en van de veiligheid dient onverwijld opgetreden te worden.
PZ Gavers verleende op 10 december 2024 een positief advies en maakte een tijdelijk politiereglement op het verkeer op en heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met unieke nummers 2317056 - 2312002.
Juridische gronden
Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur
Andere:
● Art. 119, § 1 en art. 130 bis van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)
● Wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen
● Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen
● Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit op zondag 2 maart 2025 tussen 11.30 uur en 13.00 uur, enkel verkeer toe te laten in de rijrichting van de renners, in volgende straten en straatgedeeltes:
● N36,
● Pontstraat (tussen N36 en Klijtstraat)
● Klijtstraat (tussen Pontstraat en Wafelstraat)
● Wafelstraat (tussen Klijtstraat en Olekenbosstraat)
● Olekenbosstraat (tussen Wafelstraat en Lendedreef)
In de andere richting zijn enkel voetgangers en personen die een fiets of bromfiets aan de hand leiden toegelaten, voor zover zij het trottoir gebruiken.
Artikel 2
Het stilstaan - en parkeerverbod is van toepassing op zondag 2 maart 2025 van 09.00 uur tot 13.00 uur, in de in artikel 1 vermelde straten en straatgedeeltes, langs beide zijden van de weg. Langs de N36 geldt het parkeerverbod enkel in de rijrichting van de renners.
Artikel 3
Er zijn geen bijzondere aanpassingen voorzien.
Artikel 4
Er wordt geen omleiding voorzien. Het verkeer kan na de doortocht zijn weg vervolgen.
Artikel 5
Alle nodige te plaatsen verkeersborden voortvloeiend uit de bepalingen vervat in voorgaande artikels, worden overeenkomstig de bij wet voorziene bepalingen aangebracht.
Artikel 6
De inrichters dienen zich te houden aan de bepalingen vermeld in de huidige politieverordening.
Overtredingen op onderhavig besluit worden beteugeld met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.
Artikel 7
Afschrift van dit besluit wordt aan de bevoegde overheden overgemaakt.
Marleen Prat Regine Rooryck Louis Vanderbeken Karel Bauters Lies De Witte Jo Tijtgat Marleen Prat Regine Rooryck Louis Vanderbeken Lies De Witte Jo Tijtgat aantal voorstanders: 5 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.12. BBO De KIM & De SAM - tijdelijke aanstelling wegens vervanging - goedkeuring
STEMMINGEN
bij geheime stemming
Het college van burgemeester en schepenen besluit met 5 ja-stemmen
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.13. Vrije Tijd - retributies - gemeentelijk aanbod 2025 - goedkeuring
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.14. BOA - Vrijwilligersovereenkomst activiteiten BOA - 2025 - goedkeuring
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.15. Klimaatadaptatiescan - kandidatuurstelling - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen om de gemeente Deerlijk kandidaat te stellen voor het uitvoeren van een klimaatadaptatiescan.
Motivering
VLM is op zoek naar een stad/gemeente die een klimaatadaptatiescan wenst uit te voeren. Er gaan binnenkort 5 scans in aanbesteding die begin 2025 zouden opstarten, met een looptijd van 9 maanden.
Een studiebureau doorloopt een traject met het lokaal bestuur en de informatie uit de klimaatadaptatietools vormt het vertrekpunt. De output van deze scan is een rapport dat inzichten heeft in de adaptatiemogelijkheden en dat als basis kan dienen voor concrete initiatieven inzake klimaatadaptatie in de komende legislaturen.
De studie wordt volledig bekostigd door VMM. Als gemeente moet wij enkel onze medewerking verlenen aan overlegmomenten en terreinbezoeken, feedback geven op het rapport en waar nodig info aanleveren waar het studiebureau mee aan de slag kan.
Er worden binnen de opdracht 5 overlegmomenten voorzien (start- en eindoverleg en 3 tussentijdse overlegmomenten) bij de stad/gemeente op locatie en 5 terreininventarisaties. Die terreinbezoeken zullen in de mate van het mogelijke ook gekoppeld worden aan de overlegmomenten (bv. VM terreinbezoek, NM overlegmoment).
Het clusterhoofd Ruimte verleent een positief advies gezien mits een beperkte inspanning vanuit de gemeente, de klimaatadaptatietools uitgewerkt door VMM dan concreet toegepast worden voor Deerlijk en dit een interessante insteek kan geven voor concrete maatregelen met betrekking tot klimaatadapatie in Deerlijk.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de gemeente Deerlijk kandidaat te stellen voor het uitvoeren van een klimaatadaptatiescan
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.16. OMV 2024_142 - Hoogstraat 27 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het wijzigen van de functie van kantoor naar winkel, op een perceel gelegen Hoogstraat 27 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 324 K, aangevraagd door Andy Vercaemst wonende Baanstknokstraat 69 te 8790 Waregem.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 9 december 2024.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 8 november 1963 (dossiernummer 196321).
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan en de verkaveling is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 5 december 1963 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een winkelhuis.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 maart 1965 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een verlicht uithangbord.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 december 1979 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een dubbelzijdig verlicht uithangbord in plexiglas aan de voorgevel.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 juli 1992 door het college van burgemeester en schepenen voor het vernieuwen van de voorgevel.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 518 m² en is gelegen langs de Hoogstraat op ongeveer 300 m ten oosten van de kern van Deerlijk. De Hoogstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het perceel is bebouwd met een pand bestaande uit één bouwlaag en een plat dak. In het gebouw is momenteel een kantoorfunctie ondergebracht. De omgeving is een stedelijke omgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca, kantoren, diensten en gemeenschapsvoorzieningen. De woonfunctie bestaat zowel uit eengezinswoningen als uit meergezinswoningen.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst een functiewijziging door te voeren van kantoor naar winkelruimte. De winkel zal voorzien in de verkoop van trofeeën en als vogelspeciaalzaak. Intern worden geen verbouwingswerken uitgevoerd gezien voorheen ook reeds een winkel aanwezig was in dit pand. Op de voorgevel zal de publiciteit wijzigen. De bestickering op de oversteek van het pand zal vervangen worden met de naam van de winkel. Op het raam zal ook bestickering aangebracht worden.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.
Fluvia werd om advies verzocht op 13 november 2024 De adviesinstantie bracht op 18 november een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gunstig, voor zover er voldaan wordt aan de algemene reglementeringen (bv. Algemene politieverordening, ARAB, CODEX, AREI, VLAREM, ... .) en normeringen.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:
Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag heeft betrekking op een functiewijziging van kantoor naar handelspand zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling. Het gevraagde is in overeenstemming met de voorschriften gezien er geen voorschriften opgenomen zijn in verband met de functie en er geen werken worden uitgevoerd aan het gebouw zelf.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Hoogstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. De voorliggende aanvraag heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte. De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag betreft een functiewijziging van het gebouw van kantoorruimte naar winkel. Een winkelfunctie was reeds aanwezig in het pand en is conform de verkavelingsvoorschriften en bijgevolg passend binnen deze centrumomgeving.
Inplanting, ruimtegebruik, bouwvolume en gabarit:
De inplanting van het gebouw op de rooilijn blijft ongewijzigd. Het gebouw blijft qua gabarit ongewijzigd, er worden in het pand geen verbouwingswerken uitgevoerd.
Verschijningsvorm:
De voorgevel blijft ongewijzigd. Enkel de bestaande bestickering wordt verwijderd en vervangen door een nieuwe sticker van de winkel.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
De functie van het pand wijzigt van kantoor naar winkelruimte. Hierdoor zal de verkeersaantrek wijzigen. Het verkeer zal door de winkelfunctie meer verspreid zijn doorheen de dag dan bij de huidige kantoorfunctie. Er is geen parkeergelegenheid bij het pand. Gezien de functiewijziging van kantoor naar handelsruimte geen wijzigingen qua oppervlakte teweegbrengt en geen extra parkeerplaatsen vereist worden, is het gevraagde in overeenstemming met het belastingreglement op ontbrekende parkeerplaatsen.
Groen- en omgevingsaanleg:
Er worden geen wijzigingen doorgevoerd in de groen- en omgevingsaanleg.
Conclusie
Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
In het advies van de brandweer wordt verwezen naar de algemene reglementering zodat het opleggen van bijkomende specifieke voorwaarden niet noodzakelijk is.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Andy Vercaemst wonende Baanstknokstraat 69 te 8790 Waregem, voor het wijzigen van de functie van kantoor naar winkel, op een perceel gelegen Hoogstraat 27 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 324 K.
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.17. OMV 2024_134 - Hoogstraat 101 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een woning, op een perceel gelegen Hoogstraat 101 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 3 A2 aangevraagd door Steven Derez namens R.D.S. NV gevestigd Hoogstraat 103 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 11 december 2024.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
● De delen van de voorgevel van de woning voorzien in witte cementering moeten aangepast worden naar een afwerking in rood genuanceerd metselwerk.
● Er is een permanente koppeling tussen de woning en de garage gelegen in residentie Rodenbach, Rodenbachstraat 1A, afd. 2, sectie C nr. 8C11 P0049.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
● Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 augustus 1963 door het college van burgemeester en schepenen voor het veranderen van de winkel en het bouwen van een garage.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 augustus 1978 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een winkel.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 oktober 1996 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van de voorgevel van de woning en de winkel.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 juli 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van nieuwe ramen in de voorgevel waarvan één wijzigt van formaat.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 13 november 2019 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van annexen, het bouwen van een binnenzwembad, het slopen van de bestaande carport en het herbouwen van een nieuwe carport. (woning 103 met aangepaste perceelsgrens perceel C 3A2).
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 7 oktober 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van de bestaande woning en bouwen van een nieuwe eengezinswoning.
De bestaande woning werd gesloopt, de heropbouw van de woning werd niet uitgevoerd.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is gelegen langsheen de Hoogstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg in het centrum van de gemeente. De Hoogstraat wordt gekenmerkt door een gesloten bebouwing en een diversiteit aan functies. Enkele jaren terug werd de woning op het perceel gesloopt. Deze betrof een gesloten eengezinswoning bestaande uit een hoofdvolume van 2 bouwlagen met zadeldak en een achteruitbouw. De naastliggende woning betreft een voormalige notariswoning. Een deel van de achterbouw van het betreffende perceel is recent gevoegd bij de woning Hoogstraat 103 teneinde te integreren bij deze eigendom.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst een eengezinswoning van het gesloten type te bouwen.
De woning wordt ingeplant op de rooilijn en op beide zijdelingse perceelsgrenzen. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt 8,03 m. De woning heeft een breedte van 7,47 m op de rooilijn en 5,63 m thv de achterste bouwlijn. De diepte op het gelijkvloers en de verdieping bedraagt 9,60 m. De woning bestaat uit twee bouwlagen met hellend dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 7,50 m en de nokhoogte ligt op 12,05 m.
Op het gelijkvloers bevindt zich een inkom, toilet berging, zitruimte en keuken. Op de verdieping worden 2 slaapkamers, een badkamer, toilet en overloop/bureau ondergebracht. Onder het dak bevindt zich nog een 3e slaapkamer met badkamer en nachthal en aansluitend terras.
De voorgevel wordt afgewerkt in een combinatie van natuursteen en witte cementering, de achtergevel bestaat uit witte gevelbepleistering, de dakbedekking bestaat uit zwarte platte pannen en het schrijnwerk is voorzien in houten/aluminium grijs schrijnwerk. In de tuinzone wordt een terras met 20 m² aangelegd en de rest van de tuin wordt als tuinzone ingericht.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Niet van toepassing.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden op 22 oktober 2024 om advies gevraagd aangezien de aanvraag betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. Er werden geen bezwaren ingediend.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :
Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een eengezinswoning in een centrumomgeving zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Hoogstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha). Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.
Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. De dakoppervlakte watert af naar een hemelwaterput van 5.000 liter. Gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 120 m² dient geen infiltratievoorziening te worden geplaatst. Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor WC, dienstkraan en wasmachine. Hemel- en afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens. De verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen of watert af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.
Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een eengezinswoning, nadat de bestaande woning een aantal jaren terug gesloopt werd. Deze (oorspronkelijke) functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze omgeving.
Het ontwerp betreft een voldoende ruime en rationeel ingedeelde woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.
Inplanting, bouwvolume en verschijningsvorm:
De inplanting van de woning wordt voorzien op de rooilijn en sluit zo aan op de inplanting van de woningen in de directe omgeving. Het ontwerp zorgt ook voor een mooie overgang tussen de verschillende kroonlijsthoogtes van de aanpalende woningen. De nieuwe woning neemt de dakvorm en helling van de aanpalende woning rechts over zodat de aanvraag zich qua gabarit zal integreren in het bestaande straatbeeld.
De dakbedekking gebeurt in zwarte platte pannen, de voorgevel wordt uitgevoerd in een combinatie van natuursteen en wit gecementeerde afwerking. Deze materialisatie sluit al meer aan bij de omgeving dan de eerder vergunde aanvraag waarbij een combinatie van natuursteen, staal en hout vergund werd. Echter zijn de woningen in de directe omgeving hoofdzakelijk opgetrokken in traditionele rode en roodbruine genuanceerde gevelsteen in combinatie met een ander materiaal. Gezien de gevraagde witte cementering zorgt voor een sterk contrast met de bestaande materialisatie en een witte cementering in een centrumstraat vlug zijn oorspronkelijke kleur verliest, wordt als voorwaarde opgelegd dat de delen van de voorgevel van de woning voorzien in witte cementering aangepast moeten worden naar een rood genuanceerd metselwerk.
Het voorziene dakterras op de 2e bouwlaag bevindt zich volledig binnen het gabarit van het dakvolume zodat de hinderaspecten voor de aanpalende eigenaars beperkt zullen zijn.
Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. Op eigen terrein wordt geen parkeerplaats/garage voorzien. Conform het gemeenteraadsbesluit van 26 november 2020 betreffende de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen dient bij nieuwbouw of herbouw van eengezinswoningen een parkeerplaats per woongelegenheid te worden voorzien. Gezien de gevelbreedte tussen de 2 bebouwde percelen groter is dan 7 m (nl. 7,47 m), dient een garage te worden voorzien, ofwel op eigen terrein, ofwel binnen een omtrek van 200 m te rekenen van de omtrek van het perceel of wordt een belasting vastgelegd van 5.000 euro per ontbrekende parkeerplaats.
In een aanvullend bericht van 9 december 2024 op het omgevingsloket werd een onderhandse verkoopovereenkomst voor de aankoop van een garage in een appartementsgebouw genaamd residentie Rodenbach, gelegen Rodenbachstraat 1A, afd. 2, sectie C nr. 8C11 P0049 toegevoegd. Deze garage bevindt zich binnen een straal van 200 m tov de woning, waardoor voldaan wordt aan het gemeenteraadsbesluit betreffende de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen. Teneinde de koppeling tussen woning en garage te garanderen wordt de koppeling als voorwaarde opgelegd.
Groen- en omgevingsaanleg:
De tuinzone bij de woning heeft een oppervlakte van 47 m², met een diepte van 8 m, wat beantwoordt aan de algemeen geldende norm. De woning beschikt over een voldoende ruime tuinzone om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen. Na de werken is er voldoende contact tussen de leefruimtes van de woning en de tuinzone versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt.
In de tuin, achter de woning wordt een terras voorzien van 20 m². Gezien de beperkte oppervlakte van de tuin is deze verharde oppervlakte maximaal teneinde het hemelwater voldoende ruimte te geven om te infiltreren en nog voldoende ruimte te hebben om de tuin in te richten met laagstammig groen.
Conclusie
Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Aangezien geen bezwaren ingediend werden door de aanpalende eigenaars is een verdere beoordeling niet aan de orde.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Steven Derez namens R.D.S. NV gevestigd Hoogstraat 103 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een woning, op een perceel gelegen Hoogstraat 101 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 3 A2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
● De delen van de voorgevel van de woning voorzien in witte cementering moeten aangepast worden naar een afwerking in rood genuanceerd metselwerk.
● Er is een permanente koppeling tussen de woning en de garage gelegen in residentie Rodenbach, Rodenbachstraat 1A, afd. 2, sectie C nr. 8C11 P0049.
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.18. OMV 2024_136 - Pladijsstraat 296 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een tent als turnzaal, op een perceel gelegen Ommegangstraat 35 en Pladijsstraat 296 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 168 M2 aangevraagd door Jan Depraetere namens VZW De Brug - Katholieke Basisscholen Zwevegem en Sint-Lodewijk Deerlijk VZW gevestigd Theophiel Toyeplein(Z) 8 te 8550 Zwevegem.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 11 december 2024.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):
● Gezien de aanwezigheid van slechts 1 uitgang wordt de maximale bezetting van de tent vastgelegd op 50 personen; dit aantal kan verhoogd worden indien een tweede (nood-)uitgang voorzien wordt. De capaciteit wordt in dit geval bepaald op basis van 1pers./cm uitgang (in veelvouden van 60 cm) met een maximum van 250 personen.
● De opstelling van de tent is tijdelijk en dient beperkt te worden tot 30 juni 2025. De tent moet onmiddellijk daarna verwijderd worden.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, RUP Sint-Lodewijk centrum, datum met als bestemming zone voor gemeenschapsvoorzieningen.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het RUP is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 4 juni 1954 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een koolkot van het klooster tot een nieuw klaslokaal.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 juli 1955 door het college van burgemeester en schepenen voor het aanleggen van een speelkoer.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 5 februari 1963 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van een bijgebouw + bouwen van een kleuterklas.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 21 november 1970 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een eetzaal bij de school.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 januari 1988 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een eetzaal bij de school.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 8 februari 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen schoolgebouw.
Relevante milieuvergunningen
Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● milieuvergunning afgeleverd op 7 april 2010 door het college van burgemeester en schepenen voor school
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Omgevingsvergunning afgeleverd op 16 augustus 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen en herbouwen van een speelplaatsoverkapping.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 3722 m² en is gelegen langs de Pladijsstraat in de kern van Sint-Lodewijk. De Pladijsstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een vrij landelijke en smalle weg geflankeerd met lintbebouwing.
Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een schoolgebouw met bijhorende infrastructuur. De omgeving is een stedelijke omgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca, kantoren, diensten en gemeenschapsvoorzieningen. Het wonen bestaat er bijna uitsluitend uit eengezinswoningen.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst een vrijstaande tijdelijke tent te bouwen. De tent zou geplaatst worden voor de duur van het schooljaar tot juni 2025. Voorliggende aanvraag betreft een regularisatieaanvraag gezien de tent reeds geplaatst werd.
De tent wordt ingeplant op de rooilijn, op +/- 22 m van de rechter zijperceelsgrens en op 3,85 m tov het linker klasgebouw . De afstand tot het achterliggende schoolgebouw bedraagt 4 m. De tent heeft een breedte van 25 m. De diepte bedraagt 10 m.
De tent bestaat uit één bouwlaag met hellend dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 3 m en de nokhoogte ligt op 4,85 m. De tent zal dienst doen als turnzaal en bevat geen interne opdeling. De tent worden afgewerkt in wit tentzeil. De stabiliteit en windvastheid wordt verankerd via betonblokken.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 22 oktober 2024. De adviesinstantie bracht op 7 november 2024 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
“Bij het plaatsen van de tijdelijke tent (opp. 250 m²) dient te worden voldaan aan:
- de algemene reglementeringen (bv. ARAB, CODEX, AREI, VLAREM, APV ...) en normeringen;
- volgende bijkomende documenten/informatie en maatregelen:
* Attest brandklasse zeilen (M2 of A2-s1,d0);
* Verklaring plaatsing conform bouwboek;
* Plan maatregelen i.f.v. maximale belasting (lasten, wind, sneeuw, …);
* Keuring stabiliteit door EDTC;
* Keuring laagspanningsinstallatie door EDTC;
* Conformiteit veiligheidsverlichting (volgens norm EN 1838) door EDTC;
* Goede werking verwarmingsinstallatie;
* Aanwezigheid brandblussers ( a rato 1 bluseenheid per 150 m²).
Gezien de aanwezigheid van slechts 1 uitgang wordt de maximale bezetting van de tent vastgelegd op 50 personen; dit aantal kan verhoogd worden indien een tweede (nood- )uitgang voorzien wordt. De capaciteit wordt in dit geval bepaald op basis van 1pers./cm uitgang (in veelvouden van 60 cm) met een maximum van 250 personen.
De opstelling van de tent is tijdelijk en dient beperkt tot een periode van max. 8 maanden verspreid over 2 kalenderjaren.”
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hieronder vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van RUP Sint-Lodewijk centrum.
Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien het de tijdelijke uitbreiding van de basisschool betreft, waarbij de maximale hoogte van de gebouwenvolumes van 9 m en de maximale hoogte van de verticale delen van 6,50 m gerespecteerd wordt.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Pladijsstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha).
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.
Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. De dakoppervlakte watert af op eigen terrein. Er wordt geen verharding aangelegd. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Erfgoedtoets
Het gebouw waaraan de werken voorzien worden, is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed "Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen: Gemeente Deerlijk" zoals opgemaakt door de Vlaamse Overheid en wordt als volgt beschreven:
“Voormalige meisjesschool en klooster Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen, heden deel van Vrije Basisschool Sint-Lodewijk.
Hoekhuis, in oorsprong herberg en beenhouwerij "Jan Breydel", gebouwd in 1892 zie kadastrale gegevens. Sedert 1910 omgevormd tot het klooster Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen. In 1917 uitgebreid vermoedelijk met lager volume van drie traveeën. In 1931 is het gebouw eigendom van de Klooster van de Zusters van Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand (Kortrijk). Zij laten in het noordwesten een klassenvleugel oprichten. De vleugel wordt in 1938 uitgebreid. Klooster. Verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldak. Getoogde vensters met bakstenen borstwering; vernieuwd schrijnwerk. Enkele gedichte muuropeningen. Lagere aanbouw rechts van 1917. Lijstgevel afgelijnd door bakstenen friesje. Opvallend schrijnwerk met spitsbogig loodwerk. Deur en venster onder doorgetrokken ijzeren I-balk.
Bakstenen klassenvleugel van 1931 van één bouwlaag onder pannen schilddak. Verticale gevelritmering door lisenen verbonden door muizentandfries. Typerende grote vensteropeningen met vernieuwd schrijnwerk met roedeverdeling; arduinen onderdorpels.”
Het pand heeft een middelhoge locuswaarde. Een middelhoge locuswaarde: vertegenwoordigt de gebouwen waarvan de erfgoedwaarde minder hoog is en andere factoren meer doorslaggevend zijn. Gebouwen kunnen grondig verbouwd worden mits behoud van de erfgoedelementen en met een architectuur die deze respecteert. In principe wordt het gebouw niet gesloopt. Sloop kan echter overwogen worden mits een grondige motivatie en een beoordeling van de nieuwbouw. Sloop zonder nieuwbouw is uitgesloten. De omgevingsambtenaar vraagt indien nodig advies aan de kwaliteitscommissie bouwkundig erfgoed bij aanvragen voor grondige verbouwingen. Men streeft voor deze panden naar een behoud van het beeld met inzet van een vrije materiaalkeuze.
De aanvraag heeft geen betrekking op werkzaamheden aan het bestaande gebouw waardoor de erfgoedkenmerken niet geschaad worden. Anderzijds zorgt de inplanting van de tent er wel voor dat het bestaande gebouw deel afgeschermd wordt van de straat waardoor er wel een impact is. Gezien de tijdelijkheid van de aanvraag wordt deze echter beperkt in tijd.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Niet van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op het plaatsen van een tijdelijke tent die dienst zal doen als turnzaal. Deze tijdelijke turnzaal is noodzakelijk voor het volwaardig functioneren van de school en functioneel passend binnen deze dorpse omgeving.
Inplanting, bouwvolume en verschijningsvorm:
De wordt voorzien op 2,64 m tov de rooilijn. Hierdoor blijft de bestaande groenzone behouden.
De tent heeft en kroonlijsthoogte van 3 m en nok van 4,85 m en heeft een witte kleur. Noch het volume, noch het materiaalgebruik vindt aansluiting op de omgeving. De tent wordt gerealiseerd voor het bestaande schoolgebouw, waardoor het zicht op de voorgevel van de school met erfgoedkarakter verdwijnt.
De inplanting, het volume en de verschijningsvorm van de tent hebben een grote impact op het straatbeeld. Gezien het tijdelijke karakter van de vergunning zal ook de impact slechts tijdelijk zijn en aldus aanvaardbaar.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
De inplantingsplaats wordt momenteel gebruikt als parking. Het tijdelijke innemen van deze parkeerplaatsen zal hoe dan ook een effect hebben op het parkeren in de kern van Sint-Lodewijk.
Echter wordt, op advies van de gemeentelijk mobiliteitsdienst en na verkeerstellingen, vastgesteld dat de totale parkeercapaciteit op openbaar domein niet verzadigd is in de omgeving van de school en dat de bijkomende parkeerdruk, gezien het tijdelijke karakter van de inname, slechts een gering effect heeft op het parkeren in de kern van Sint-Lodewijk. De mobiliteitsdienst merkt echter wel op dat, door o.m. het plaatsen van hekken op de andere parking van de school Pladijsstraat 276, de school niet beschikt over voldoende parkeerplaatsen om de eigen parkeerbehoefte op te vangen en dat hierdoor de parkeerbehoefte verschoven wordt naar het openbaar domein. Er wordt, bij toekomstige aanpassingsprojecten, dan ook aandacht gevraagd om voldoende parkeerruimte te voorzien voor de opvang van de eigen parkeerbehoefte. Bij voorkeur gebeurt dit onder de vorm van gedeeld gebruik van de parkeerruimte tussen de school, het buurthuis en andere functies in de kern van Sint-Lodewijk zodat het parkeren gebeurt met een geoptimaliseerde bezettingsgraad.
Groen- en omgevingsaanleg:
Het bestaande groen blijft behouden, waardoor er geen impact is op de omgeving.
Conclusie
Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Hulpverleningszone Fluvia
Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies stipt nageleefd moeten worden. Meer bepaald hebben volgende belangrijke voorwaarden een belangrijke impact:
● Gezien de aanwezigheid van slechts 1 uitgang wordt de maximale bezetting van de tent vastgelegd op 50 personen; dit aantal kan verhoogd worden indien een tweede (nood- )uitgang voorzien wordt. De capaciteit wordt in dit geval bepaald op basis van 1pers./cm uitgang (in veelvouden van 60 cm) met een maximum van 250 personen.
● De opstelling van de tent is tijdelijk en dient beperkt tot een periode van max. 8 maanden verspreid over 2 kalenderjaren. Gezien de aanvraag beperkt is tot de duur van het schooljaar, zijnde 30 juni 2025, wordt deze voorwaarde in die zin gewijzigd dat de opstelling van de tent beperkt moet worden tot 30 juni 2025 en daarna onmiddellijk verwijderd moet worden.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Jan Depraetere namens VZW De Brug - Katholieke Basisscholen Zwevegem en Sint-Lodewijk Deerlijk VZW gevestigd Theophiel Toyeplein(Z) 8 te 8550 Zwevegem, voor het plaatsen van een tent als turnzaal, op een perceel gelegen Ommegangstraat 35 en Pladijsstraat 296 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 168 M2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
● Gezien de aanwezigheid van slechts 1 uitgang wordt de maximale bezetting van de tent vastgelegd op 50 personen; dit aantal kan verhoogd worden indien een tweede (nood- )uitgang voorzien wordt. De capaciteit wordt in dit geval bepaald op basis van 1pers./cm uitgang (in veelvouden van 60 cm) met een maximum van 250 personen.
● De opstelling van de tent is tijdelijk en dient beperkt tot 30 juni 2025. De tent moet onmiddellijk daarna verwijderd worden.
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.19. OMV 2024_76 - Ommegangstraat 35, Pladijsstraat 298, 300, 302 en 304 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een kloostergebouw met garages tot 5 woningen met fietsenberging, op een perceel gelegen Ommegangstraat 35, Pladijsstraat 298, 300, 302 en 304 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 168 L2 en (afd. 2) sectie E 168 H2, aangevraagd door de heer Chris Velghe wonende Vichteknokstraat 14 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 12 december 2024.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig.
Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarden:
● De gemeenschappelijke parkeerruimte/manoeuvreerruimte wordt met uitzondering van de voorziene gemetselde muur niet van het publiek domein afgescheiden door een poort of een andere vorm van afsluiting
● De inrichting van het publiek domein thv de toegang tot de gemeenschappelijke parkeerruimte wordt uitgesloten van vergunning
● De afsluiting tussen de private tuinen W1-4 en de gemeenschappelijke binnenruimte bestaat uit de paal en draad begeleidt door klimop.
● De poortjes tussen de private tuinen W1-4 en de gemeenschappelijke binnenruimte hebben een uniform uitzicht
● De boom in de tuinzone van W4 wordt aangeplant tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgende op het voltooien van de werken
● De afsluiting tussen tuinzone W5 en de af te stane grond bestaat uit een gemetseld muurtje met aansluitend op privaat domein een afsluiting die bestaat uit paal + draad en klimop
● Alle groenaanplant wordt voorzien tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken
Volgende last wordt opgelegd:
● De af te stane grond met een oppervlakte van 2,2 m² ter hoogte van de voorbouwlijn van de woning W5 wordt ingericht als voetpadstrook met dezelfde materialen als het voetpad waarop aangesloten wordt
● De af te stane grond met een oppervlakte van 20,70 m² ter hoogte van de ingang van de school (zuidwestelijk deel van het perceel) wordt ingericht met beplanting en bomen in overleg met de ontwerpers aangesteld voor de herinrichting van de kerkomgeving.
● Op de grens van het private deel met de af te stane grond ter hoogte van de ingang van de school wordt een gemetselde muur inclusief deksteen (H 0,45 m – diepte 0,40 m) gebouwd.
● De opgelegde last moet uitgevoerd worden ten laatste binnen het jaar na uitvoering van de vergunning.
● De Financiële waarborg voor de stedenbouwkundige lasten luidt als volgt:
Conform het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning artikel 77 §1 dient de houder van de vergunning een financiële waarborg aan het lokaal bestuur van Deerlijk te verlenen alvorens met de uitvoering van de vergunning gestart wordt. De waarborg ten bedrage van 2.131,30 euro wordt geleverd via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas met het lokaal bestuur Deerlijk als begunstigde of door de financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.
Zodra de werken uitgevoerd zijn, dient dit aan de hand van 5 foto’s gemeld te worden aan het lokaal bestuur via omgeving@deerlijk.be met vermelding van het dossiernummer van de vergunning en de gestructureerde mededeling van de overschrijving naar de Deposito- en Consignatiekas opdat de waarborg vrijgegeven kan worden
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Sint-Lodewijk centrum goedgekeurd 1 september 2011.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het RUP is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 mei 1967 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van bijgebouwen tot 2 autobergplaatsen.
● Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 10 april 1973 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een schoolbusberging.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Volgende weigering is relevant:
● Omgevingsvergunningsaanvraag geweigerd op 23 juni 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een meergezinswoning met 10 woongelegenheden en een handelsruimte na het slopen van de bestaande bebouwing.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De bouwplaats is een hoekperceel en is gelegen op de hoek van de Ommegangsstraat en de Pladijsstraat en naast de kerk van Sint-Lodewijk. Het perceel is bebouwd met een voormalig klooster, en maakte onderdeel uit van de naastliggende school. Het voormalige kloostergebouw is opgetrokken met 2 bouwlagen en een hellend dak. De nok is evenwijdig met de Pladijsstraat. Het hoofdvolume heeft een bouwdiepte van 8,91 m. Aansluitend hierop, kant Ommegangstraat, is een aanbouw voorzien, opgetrokken met 1 bouwlaag en een plat dak. In de aanbouw bevinden zich enkele garages. De woning heeft een totale bouwdiepte van 25,23 m. Tot aan de achterste perceelsgrens werd er op de rooilijn een haag voorzien. Achteraan het bouwperceel is nog een bijgebouw aanwezig tot op de perceelsgrenzen gebouwd.
De omgeving is een dorpse omgeving die gekenmerkt wordt door een menging van functies zoals wonen, handel, horeca, diensten en gemeenschapsvoorzieningen. De woonfunctie bestaat voornamelijk uit eengezinswoningen. Het gros van de gebouwen in de omgeving zijn opgetrokken met 2 bouwlagen en een hellend dak en hebben een ritmische gevel. De gevelbreedte van de woningen in de directe omgeving (Pladijsstraat) ligt tussen de 6 m en de 12 m.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvrager wenst een bestaand klooster te renoveren en te verbouwen tot 4 woongelegenheden en het bouwen van een eengezinswoning, na sloop van de garages en bijgebouwen.
Het bestaande, leegstaande kloostergebouw wordt binnen het hoofdvolume omgebouwd tot 2 woningen en uitgebreid met 2 woningen die zich richten naar de Pladijsstraat. Op het gelijkvloers bevinden zich een inkom, toilet, open keuken en woonkamer. Op de verdieping worden 2 slaapkamers, een badkamer en wasplaats/berging ondergebracht. Onder het dak wordt de zolder voorzien. Elke woning beschikt over een terras van 8 m² en een tuintje. In de tuinzone van woning 1 wordt een boom aangeplant. Het metselwerk van het bestaande kloostergebouw blijft roodbruin genuanceerd, de dakbedekking bestaat uit rode gebakken stormpannen, het schrijnwerk wordt in zwart aluminium voorzien.
De nieuwbouwwoning wordt ingeplant op de nieuwe rooilijn met de Ommegangstraat, op de nieuwe rechter zijperceelsgrens en op 3,50 m van de linker zijperceelsgrens. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt 4 m. De woning heeft een breedte van 6 m. De diepte op het gelijkvloers en het verdiep bedraagt 9 m.
De woningen bestaan uit twee bouwlagen met hellend dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 5,80 m en de nokhoogte ligt op 10 m. Op het gelijkvloers bevinden zich een inkom, toilet, open keuken en woonkamer. Op de verdieping worden 2 slaapkamers, een badkamer en wasplaats/berging ondergebracht. Onder het dak wordt de zolder voorzien. De gevels worden afgewerkt in rood-bruin metselwerk, de dakbedekking bestaat uit rode stormpannen en het schrijnwerk is voorzien in zwart aluminium schrijnwerk.
In functie van de woningen wordt een gemeenschappelijke parkeerzone aangelegd voor 5 wagens en een gemeenschappelijke fietsenberging gebouwd. De parkeerzone wordt van het publiek domein afgescheiden door een rood bruin gemetselde muur met een hoogte van 1,80 m. Het bijgebouw heeft een breedte van 3,29 m en 1,91m op een diepte van 11,51m. Het bijgebouw wordt ingeplant op de achterste perceelsgrens en is deels gemeenschappelijk, deels horend bij woning 1 en woning 5. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 2,40 m. De gevels van het bijgebouw worden voorzien in thermisch behandeld essenhout.
In het dossier wordt eveneens een rooilijnplan gevoegd teneinde de bestaande rooilijn op twee plaatsen te wijzigen:
● enerzijds ter hoogte van de woning W5 waarbij de rooilijn samengelegd wordt met de voorgevelbouwlijn van de woning teneinde geen kleine reststroken in de voetpadzone te behouden. Dit biedt duidelijkheid naar onderhoud voor zowel de aanpalende eigenaar als het bestuur;
● anderzijds wordt aan de westzijde van het perceel van de woning W5 een strook afgestaan teneinde de toegang naar de school te optimaliseren, te verfraaien en/of te verbreden. Het betreft een driehoekig perceel van 3,96 m bij 10,55 m.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 26 juli 2024 tot 24 augustus 2024. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er 2 bezwaarschriften ingediend.
De ingediende bezwaren kunnen als volgt samengevat worden:
● Inkijk op bestaande buren door:
○ de inplanting van woning W5 te dicht bij de perceelsgrens met de eigendom Ommegangstraat 33;
○ de opbouw van woning W5 met 3 verdiepingen.
● Tekort aan parkeerplaatsen op eigen terrein met bijkomende parkeerdruk op het openbaar domein. Er wordt in één van de bezwaarschriften gesuggereerd om de woning W5 te verwijderen en daar parking te maken.
● Hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 17 juli 2024. De adviesinstantie bracht op 22 juli 2024 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
○ Het voorwerp van de aanvraag (renoveren hoofdgebouw tot 4 rijwoningen en bouwen vrijstaande woning) impliceert geen brandvoorkomingsmaatregelen, voor zover voldaan wordt aan de algemene reglementeringen (vb. ARAB, CODEX, AREI, VLAREM, …) en normeringen. De individuele woongelegenheden moeten op elke bouwlaag uitgerust worden met optische rookmelders cfr. De Vlaamse regelgeving en geplaatst worden volgens de regels van de frabikant.
● IOED werd om advies verzocht op 17 juli 2024. De adviesinstantie bracht op 28 augustus 2024 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
○ Overwegende dat:
■ het erfgoedpand een middelhoge locuswaarde heeft;
■ de intrinsieke waarde van de bijgebouwen ondergeschikt zijn aan het bewaarde hoofdgebouw;
■ de ingreep qua volume en schaal beperkt is en nog voldoende woonkwaliteit vestigt;
■ de materiaalkeuze van de nieuwbouw een samenhang vormt met het bestaande hoofdgebouw en aansluiting vindt bij de omgeving;
■ het erfgoedkarakter en de erfgoedwaarde van het hoofdgebouw behouden blijft.
● De Watergroep – advies RIOPACT werd om advies verzocht op 17 juli 2024. De adviesinstantie bracht op 21 augustus 2024 een ongunstig advies uit. Naar aanleiding van dit ongunstige advies werden de plannen aangepast naar PIV 4. Er werd op 28 augustus 2024 een nieuw advies gevraagd. Op 19 september 2024 bracht de adviesinstantie een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies werd verwerkt bij de watertoets.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
De ontwerper vraagt afwijking op volgende voorschriften:
Plan schrijft voor: | Ontwerp voorziet: |
De woonvorm betreft een- of meergezinswoningen van het aaneengesloten, gestapeld of halfopen type | Woning 5 betreft een eengezinswoning van het open type |
Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP gezien het eengezinswoningen betreft, hoofdzakelijk van het gesloten bouwtype waarbij de niet bebouwde delen ingericht worden als tuin, parking en manoeuvreerruimte, de gevels de maximale hoogte van 7 m niet overschrijden, de maximale bouwdiepte van 12 m niet overschreden wordt, de maximale hellingsgraad gerespecteerd wordt en er gebouwd wordt op de (nieuwe) rooilijn.
Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.
De afwijking heeft betrekking op de woontypologie en de inplanting tov de zijdelingse perceelsgrenzen van woning 5 zodat een afwijking overwogen kan worden. De perceelsbreedte laat toe dat er een woning van het open type gebouwd wordt veroorzaakt geen hinder naar de buurt toe.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Pladijsstraat en de Ommegangstraat voldoende uitgeruste openbare wegen zijn. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
Rooilijnplan
In het dossier wordt de bestaande rooilijn op twee plaatsen gewijzigd:
● enerzijds ter hoogte van de woning W5 waarbij de rooilijn samengelegd wordt met de voorgevelbouwlijn van de woning teneinde geen kleine reststroken in de voetpadzone te behouden. Dit biedt duidelijkheid naar onderhoud voor zowel de aanpalende eigenaar als het bestuur.
● anderzijds wordt aan de westzijde van het perceel van de woning W5 een strook afgestaan teneinde de toegang naar de school te optimaliseren, te verfraaien en/of te verbreden. Deze last tot grondafstand wordt opgelegd vanuit de motivatie dat op de site een verdichtingsproject gerealiseerd wordt en bij dergelijke verdichting een meerwaarde voor de gemeenschap gerealiseerd dient te worden. De meerwaarde bestaat er in om de toegang tot de school te verbeteren.
Bij het dossier is bijgevolg een rooilijnplan toegevoegd (BA_woning_PO1_rooilijnplan) dat voldoet aan de decretale eisen van artikel 16 § 2 en 3 van het decreet houdende de gemeentewegen. Overeenkomstig § 3, punt 1 van dit artikel is geen minwaarde regeling opgenomen, omdat de toekomstige openbaar georganiseerde wegenis binnen het project valt onder de gebruikelijke lastenregeling, waarbij de grondafstand integraal ten laste is van de ontwikkelaar.
In het kader van artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen kan de verplaatsing van de rooilijn als volgt gemotiveerd worden:
● Het algemeen belang wordt niet geschonden gezien de aanvraag ter hoogte van de voorbouwlijn van de woning tot doel heeft een vloeiende rooilijn te realiseren aansluitend op de voorgevelbouwlijn van de ontworpen woning. Door deze wijziging wordt het voetpad ter hoogte van de aanpassing beperkt breder.
● De grondafstand ter hoogte van de ingang naar de school zal zorgen voor een duidelijker visibiliteit van deze ingang van de school en meer ruimte voor de zwakke weggebruiker.
● Door de wijziging in de rooilijn ter hoogte van de voorgevel van de woning W5 wordt de grens tussen publiek domein en privaat domein duidelijk gedefinieerd en wordt vermeden dat er kleine restruimtes privaat domein in de voetpadstrook behouden blijven.
● De motivatie voor de grondafstand in functie van de toegang tot de school werd hierboven reeds uiteengezet.
● De wijziging ter hoogte van de voorgevelbouwlijn zal geen impact op de verkeersveiligheid en de ontsluiting van de aanpalende percelen hebben, gezien de wijziging zich beperkt tot de voorgevelbreedte van de woning.
● De grondafstand ter hoogte van de ingang naar de school zorgt ervoor dat er ter hoogte van de Ommegangstraat een grotere breedte ontstaat met een betere zichtbaarheid op het verkeer in de Ommegangstraat. De ontsluiting van de beide aanpalende percelen wordt hierdoor niet gewijzigd.
● De wijziging aan de rooilijn heeft geen impact op het wegennet van naburige gemeenten gezien de ruime afstand tot de gemeentegrenzen.
● De aanvraag heeft geen impact op de actuele functie van de gemeenteweg.
● Door de verplaatsing van de rooilijn zal meer ruimte ontstaan op het voetpad en voor de toegang tot de school wat tot een opwaardering van de verblijfskwaliteit voor de trage weggebruiker zal leiden. Als last dient evenwel opgelegd te worden dat de af te stane grond ter hoogte van de voorbouwlijn van de woning W5 ingericht moet worden als voetpadstrook met dezelfde materialen als het voetpad waarop aangesloten wordt en dat de af te stane grond ter hoogte van de ingang van de school (zuidwestelijk deel van het perceel) moet ingericht worden met beplanting en bomen in overleg met de ontwerpers aangesteld voor de herinrichting van de kerkomgeving.
Bijgevolg is een rooilijnplan, opgemaakt door landmeter Bart Degezelle, gevoegd bij het dossier. De gemeenteraad nam in zitting van 24 oktober 2024 volgend besluit:
Artikel 1
De gemeenteraad besluit de definitieve vaststelling van het gewijzigde gemeentelijk rooilijnplan voor de Ommegangstraat 35, percelen gekadastreerd afdeling 2, sectie E, nummers 168L2 en 168H2 zoals aangeduid op het rooilijnplan (BA_woning_PO1_rooilijnplan), zoals opgemaakt door landmeter Bart Degezelle, gelegen in het plangebied van de omgevingsvergunning voor het verbouwen van het kloostergebouw met garages tot 5 woningen met fietsenberging en autostandplaatsen (OMV_2024064041) goed te keuren.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen stelt voor als last op te leggen dat de af te stane grond ter hoogte van de voorbouwlijn van de woning W5 ingericht moet worden als voetpadstrook met dezelfde materialen als het voetpad waarop aangesloten wordt en dat de af te stane grond ter hoogte van de ingang van de school (zuidwestelijk deel van het perceel) moet ingericht worden met beplanting en bomen in overleg met de ontwerpers aangesteld voor de herinrichting van de kerkomgeving.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha).
Het betrokken goed is volgens de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. De projectzone heeft perceelscore B, er is een kleine kans op overstromingen onder klimaatverandering. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.
Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.
De dakoppervlaktes van de woningen 1-4 wateren af naar een hemelwaterput van telkens 5000 liter. De dakoppervlakte van de fietsberging watert samen met de woning 5 af naar een hemelwaterput van 5000 liter. De hemelwaterput dient minstens een capaciteit te hebben van 7.100 l. Dat wordt opgelegd als voorwaarde. De hemelwaterputten hebben een overloop naar een collectieve infiltratievoorziening met een volume van 4320 liter en een referentieoppervlakte van 40 m². Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor toilet, wasmachine en buitenkraantjes.
Hemel- en afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens.
De verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.
Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat, mits volgende voorwaarden het schadelijk effect beperkt zal zijn.
● De hemelwaterput waar woning 5 en de fietsberging op aansluiten dienen minstens een capaciteit van 7.100 liter te hebben.
● De riolering waarop aangesloten zal worden in de Ommegangstraat, is voorzien van een liner. Hier dient omzichtig mee omgesprongen te worden bij de aansluiting.
Er dient eveneens rekening te worden gehouden met de volgende voorwaarden geformuleerd in het advies van Riopact:
● De diameter van de regenwateraansluiting moet 160 mm bedragen. De aansluiting dient ook van een externe toezichtsmogelijkheid te worden voorzien.
● De diameter van de afvalwateraansluiting moet 160 mm bedragen. De aansluiting dient ook van een externe toezichtsmogelijkheid te worden voorzien.
● De aansluiting dient te worden aangeboden met een diepte van 80 cm onder het straatniveau.
● Gravitaire kelderaansluitingen zijn niet toegelaten bij nieuwbouw.
● Indien afvoerpunten van het gebouw lager gelegen zijn dan het straatniveau dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient in het private leidingenstelsel geplaatst te worden en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder.• De kanten van de wadi mogen niet steil aangelegd worden maar moeten flauw hellend zijn, zodat deze ook mee kunnen infiltreren. Men dient bovendien rekening te houden, bij uitvoering van het dossier, dat de gronden t.h.v. de toekomstige wadi niet verdicht worden om de optimale werking ervan te bewaren. Zoniet dienen ze opnieuw losgefreesd te worden voor definitieve aanleg. Het gras moet direct hydraulisch ingezaaid worden, bij voorkeur vóór de aansluiting van het water zelf, zodat het gras de kans krijgt om te groeien alvorens de wadi vol staat met water. Een alternatief voor hydraulisch inzaaien zijn vooraf ingezaaide, biologisch afbreekbare kokosmatten (ongewapend met plastiek of ijzerdraad). Merk wel op dat dit laatste een ecologisch minder interessant alternatief is wegens het gebruik van dominante en weinig diverse soorten.
● De aansluiting op de openbare riolering dient steeds te gebeuren door Riopact, voor de aanvraag van uw rioolaansluiting verwijzen wij graag naar onze website www.riopact.be,
'Rioolaansluiting aanvragen'. Let op, er dient per perceel een aparte aanvraag ingediend te worden, met als bijlage het rioleringsplan met aanduiding van de aangevraagde rioolaansluitingen.
● Bij het ontwerp en de uitvoering van de werken dient rekening te worden gehouden met het
'Reglement Ontwikkelingen met impact op de rioleringsinfrastructuur' van Riopact. In voorkomend geval kan De Watergroep nog een advies indienen dat betrekking heeft op de distributieleidingen voor drinkwater en op de bescherming van de drinkwaterbronnen.
Er dient voldaan te worden aan volgende algemene voorwaarden:
● Het is aangewezen om op de hemelwateraansluiting een terugslagklep te voorzien. Op die manier wordt het risico op terugstroming van water uit het systeem waarop wordt aangesloten en eventuele vervuiling van het hemelwatersysteem beperkt.
● Indien er een bemaling wordt opgezet moet het bemalingswater bij voorkeur ter plaatse infiltreren. Wanneer dit niet mogelijk is kan er worden aangesloten op oppervlaktewater of een RWA leiding. Pas als de bovenstaande opties technisch niet haalbaar zijn mag er geloosd worden op een afvalwaterleiding. Hiervoor moet een vergunning aangevraagd worden op de site van Aquafin bij technische partners indien het debiet >10 m³/u.
● Bij de uitvoering van de werken en de aanleg van de infiltratievoorziening(en) dient rekening te worden gehouden met de VLARIO richtlijnen infiltratievoorzieningen. De infiltratievoorzieningen mogen in geen geval drainerend werken. Voorbeelden van infiltratievoorzieningen kunnen gevonden worden op www.blauwgroenvlaanderen.be
7.4 Mer-screening
De bouwaanvraag valt onder het toepassingsgebied van bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december, meerbepaald rubrieknummer 10b stedelijke ontwikkeling. In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit).
De mer-screening wordt toegevoegd in de voorbehouden velden in het omgevingsloket.
Hierbij werden de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Het gebouw waaraan de werken voorzien worden, is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed "Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen: Gemeente Deerlijk" zoals opgemaakt door de Vlaamse Overheid en wordt als volgt beschreven:
Verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldak. Getoogde vensters met bakstenen borstwering, vernieuwd schrijnwerk. Enkele gedichte muuropeningen. Lagere aanbouw rechts van 1917. Lijstgevel afgelijnd door bakstenen friesje. Opvallend schrijnwerk met spitsbogig loodwerk. Deur en venster onder doorgetrokken ijzeren I-balk. Bakstenen klassenvleugel van 1931 van één bouwlaag onder pannen schilddak. Verticale gevelritmering door lisenen verbonden door muizentandfries. Typerende grote vensteropeningen met vernieuwd schrijnwerk met roedeverdeling; arduinen onderdorpels.
Voor de toesting van het erfgoed werd advies gevraagd aan het IOED. De erfgoedtoets stoelt op de resultaten van het ‘actieplan bouwkundig erfgoed’, de waardering van de Vlaamse inventaris van het bouwkundig erfgoed in de gemeente opgemaakt door Leiedal in samenspraak met de gemeente. Het gebouw kreeg een middelhoge locuswaarde. De erfgoedtoets wordt als volgt gemotiveerd en wordt overgenomen tot de mijne.
Ontwikkelingsprofiel
Het pand is gelegen in de dorpskern van Sint-Lodewijk. Deze parochie kwam pas in de 19e eeuw tot ontwikkeling. Het bouwkundig erfgoed is zeer recent. De grootste concentratie vinden we terug langs de Pladijsstraat, Kapelstraat en Kerkstraat. De panden zijn overwegend in baksteenarchitectuur en kennen een fraaie geveldetaillering.
De onmiddellijke omgeving
In de onmiddellijke omgeving van het pand zijn er voornamelijk eengezinswoningen aanwezig, dit is langsheen de Omgangstraat en rondom het dorpsplein van Sint-Lodewijk. Daar vinden we ook de parochiekerk en het St.Benedictuscafe aan de overzijde.
Het gros van de gebouwen in de omgeving zijn opgetrokken met 2 bouwlagen en een hellend dak. Ze hebben een vaak ritmische gevel. De gevelbreedte van de woningen inde directe omgeving (Pladijsstraat) ligt tussen 6 en 12 m.
Zowel in de Kapelstraat, Pladijsstraat en Kerkstraat bevinden er zich meerdere panden met een erfgoedwaarde. Deze opgenomen panden ijn voornamelijk burgerhuizen, opgetrokken in rode baksteen.
Het gebouw
Het gebouw is in oorsprong een herberg en beenhouwerij “Jan Breydel”, gebouwd in1892. Sedert 1910 werd het pand omgevormd tot klooster Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen en in 1917 uitgebreid vermoedelijk met lager volume van drie traveeën. In 1931 is het gebouw eigendom van de Klooster van de Zusters van Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand (Kortrijk). Zij laten in het noordwesten een klassenvleugel oprichten. De vleugel wordt in 1938 uitgebreid.
De beschrijving uit de inventaris is als volgt:
Verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldak. Getoogde vensters met bakstenen borstwering; vernieuwd schrijnwerk. Enkele gedichte muuropeningen. Lagere aanbouw rechts van 1917. Lijstgevel afgelijnd door bakstenen friesje. Opvallend schrijnwerk met spitsbogig loodwerk. Deur en venster onder doorgetrokken ijzeren I-balk.
Bakstenen klassenvleugel van 1931 van één bouwlaag onder pannen schilddak. Verticale
gevelritmering door lisenen verbonden door muizentandfries. Typerende grote vensteropeningen met vernieuwd schrijnwerk met roedeverdeling; arduinen onderdorpels.
De gebruikswaarde van het pand is groot. Het biedt een antwoord op de actuele programma’s zoals wonen eventueel in combinatie met horeca en/of handel. De culturele en belevingswaarde van het pand is eveneens hoog door zijn historiek, centrale ligging in de dorpskern, gevelbreedte en volume.
Het hoofdvolume bestaat uit 2 bouwlagen (kroonlijsthoogte +/- 6.50m) en een hellend dak waarbij de nok evenwijdig loopt met de Pladijsstraat. Langs de Ommegangstraat situeren zich achterbouwen (in gebruik als garages/bijgebouw) met 1 bouwlaag en een plat dak. De oppervlakte van de woning en van het perceel is beperkt en in overeenstemming met wat gangbaar is in het centrum. Gezien de historiek en het voormalige gebruik is het een belangrijk pand in het dorp. Door de centrale, strategische ligging, zijn gevelritmiek en schaal is het pand beeldbepalend. Het pand gaat in dialoog met de publieke ruimte, is goed zichtbaar vanop het openbaar domein en bepaalt mee de beleving in de kern van Sint-Lodewijk. De interactie met de publieke ruimte is hoog.
De mogelijkheden voor een toekomstige functies voor dit pand liggen in het huidige gebruik, maar ook in een functie van handel, horeca, diensten, …
Locus- of contextwaarde
Het pand heeft een middelhoge locuswaarde. Een middelhoge locuswaarde vertegenwoordigt de gebouwen waarvan de erfgoedwaarde minder hoog is en andere factoren meer doorslaggevend zijn. Gebouwen kunnen grondig verbouwd worden mits behoud van de erfgoedelementen en met een architectuur die deze respecteert. In principe wordt het gebouw niet gesloopt. Men streeft voor deze panden naar een behoud van het beeld met inzet van een vrije materiaalkeuze. Sloop kan echter overwogen worden mits een grondige motivatie en een beoordeling van de nieuwbouw. Deze nieuwbouw dient zich te integreren in de omgeving, een meerwaarde ten opzichte van het bestaande te bieden en kwaliteitsvol wonen nastreven.
Advies ontwerp
Het voorgestelde ontwerp omvat de sloop van de achterbouwen, (garages) en bijgebouwen, inclusief de aangebouwde structuren aan de rechterzijde van het hoofdgebouw. Het project voorziet de verbouwing en uitbreiding van het hoofdgebouw tot vier rijwoningen, elk met een private tuin, en de toevoeging van een vrijstaande vijfde woning aan de rooilijn van de Ommegangstraat.
De voor- en linkerzijgevel van het kloostergebouw worden gerestaureerd. Het hoofdvolume behoudt zijn bestaande kroonlijsthoogte (ca. 5,50 m) terwijl de kroonlijsthoogte van de aangrenzende uitbreiding aan de rechterzijde wordt verhoogd tot ca. 5m25, waarbij deze ondergeschikt blijft aan het hoofdvolume. De achtergevel wordt vernieuwd. De vrijstaande woning wordt verbonden met het bestaande hoofdvolume door middel van een opgetrokken bakstenen muur. Daarnaast worden op het perceel autoparkeerplaatsen en een fietsenberging voorzien. In overleg met de gemeente wordt een deel van het achterste perceel afgestaan om de toegang tot de achterliggende school te verbeteren.
Het ontwerp houdt rekening met de verschillende erfgoedelementen, waarbij het erfgoedkarakter en de erfgoedwaarde van het hoofdgebouw behouden blijven. De intrinsieke erfgoedwaarde van de te slopen achteruitbouwen en bijgebouwen zijn ondergeschikt aan het bewaarde hoofdgebouw. De uitbreiding, vernieuwende achtergevel en de nieuwe vrijstaande vijfde woning worden in hetzelfde gevelmateriaal en dezelfde stijl uitgevoerd als het bestaande hoofdgebouw. Dit zorgt voor samenhangend architecturale geheel. De bakstenen muur die de nieuwbouw met het hoofdgebouw verbindt, versterkt deze eenheid en bevordert de integratie van het nieuwbouw binnen het historische karakter van het perceel.
Conclusie:
Overwegende dat:
● het erfgoedpand een middelhoge locuswaarde heeft;
● de intrinsieke waarde van de bijgebouwen ondergeschikt zijn aan het bewaarde hoofdgebouw;
● de ingreep qua volume en schaal beperkt is en nog voldoende woonkwaliteit vestigt;
● de materiaalkeuze van de nieuwbouw een samenhang vormt met het bestaande hoofdgebouw en aansluiting vindt bij de omgeving;
● het erfgoedkarakter en de erfgoedwaarde van het hoofdgebouw behouden blijven;
wordt de aanvraag tot het verbouwen van het kloostergebouw met garages tot 5 woningen met fietsenberging gunstig geadviseerd.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen van een voormalig kloostergebouw tot 2 woongelegenheden, slopen en herbouwen van het laagste gedeelte van het kloostergebouw ifv 2 woongelegenheden en het bouwen van een eengezinswoning. De woonfunctie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze woonomgeving. In de kern van Sint-Lodewijk zijn grondgebonden woningen de norm. Het ontwerp sluit met de herinrichting aan bij deze woontypologie en versterkt ze. Het ontwerp zorgt voor voldoende ruime en rationeel ingedeelde woningen en rationalisering en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.
Het ontwerp betreft een verdichtingsproject waarbij een meerwaarde voor de gemeenschap verwacht wordt. Naast het voorzien van 5 woningen wordt aan de westzijde van het perceel een strook grond afgestaan teneinde de toegang naar de school te optimaliseren, te verfraaien en/of te verbreden. Het ontwerp omvat aldus grotendeels een woonfunctie en een beperkte publieke functie die zeker geïntegreerd wordt binnen de directe omgeving.
Inplanting, bouwvolume en verschijningsvorm:
De inplanting van het volume langs de Pladijsstraat op de rooilijn blijft ongewijzigd.
De nieuwe woning W5 wordt gerealiseerd langs de Ommegangstraat, op 25,45 m van de hoek Pladijsstraat/Ommegangstraat. De rooilijn thv W5 werd gewijzigd en reeds goedgekeurd in de gemeenteraad van 24 oktober 2024. De inplanting van de woning W5 op de nieuwe rooilijn zorgt voor een betere leesbaarheid van het publiek domein.
De te slopen gebouwen langs de Pladijsstraat krijgen bij de heropbouw een gelijkaardig uitzicht en gabarit als het bestaande te renoveren gebouw. Ook W5 wordt opgetrokken in eenzelfde stijl en materiaal als het te verbouwen kloostergebouw, wat de verschijningsvorm en beeldkwaliteit ten goede komt. De woningen hebben daarnaast een voldoende vertikale geleding en sluiten zowel qua gabarit, inplanting en materiaalgebruik aan bij de directe omgeving
De bakstenen muur die de nieuwbouw met het hoofdgebouw verbindt, versterkt deze eenheid en bevordert de integratie van de nieuwbouw binnen het historisch karakter van het perceel.
Centraal ten noordoosten van het perceel wordt een fietsenberging voorzien. Deze fietsenberging hoort deels bij W4, deels bij W5 en wordt deels gedeeld door W1-3. Het betreft een compact ontwerp en heeft eenzelfde verschijningsvorm. De afwerking in essenhout is voldoende kwalitatief. Het bijgebouw wordt zo ontworpen dat het hoogteverschil met het schoolterrein ter hoogte van de perceelsgrens opgelost wordt dmv een betonnen keermuur.
Er wordt opgemerkt dat terreinsnede C-C’ gespiegeld werd en dat de benaming C’-C wel een correcte benaming zou zijn. Het plan wordt dan ook op die manier bekeken en vergund.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
Ten gevolge van de geplande werken kan een toename van de verkeersaantrek verwacht worden. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen. Het ontwerp voorziet 5 woongelegenheden en voorziet evenveel autostandplaatsen op eigen terrein. Daarnaast wordt ook voldoende fietsenstalplaats voorzien zodat elke woning voldoende ruimte heeft om fietsen te stallen. Zodoende wordt geoordeeld dat er voldoende parkeerruimte (zowel voor auto’s als voor fietsen) wordt voorzien om de eigen parkeerbehoefte op te vangen.
Groen- en omgevingsaanleg:
Achter de woningen wordt een terras aangelegd. De woningen beschikken over een kleine, doch voldoende ruime tuinzone voor de centrumomgeving van Sint-Lodewijk.
Gezien de centrale ligging gaat veel aandacht naar de inrichting van de perceelsgrenzen en de inrichting van het binnengebied. Het ontwerp voorziet als scheiding tussen Ommegangstraat en parkeerzone/tuinzone W1-4 een tuinmuur met een hoogte van 1,80 m en een opening tot de autostandplaatsen van 4 m. Er wordt geen poort of andere barrière voorzien tussen publiek domein en gemeenschappelijke autostaanplaatsen. Op die manier is de binnenruimte zichtbaar en voelbaar tot op het openbaar domein. Het is bijgevolg evenmin wenselijk dat een afsluiting wordt voorzien en dit wordt dan ook als voorwaarde meegegeven.
Deze opening geeft zicht op de tuinafsluiting van de woningen W1-4 en op een hoogstammige boom die aangeplant wordt in de tuin van W4. Het ontwerp voorziet paal en draad en poortjes als scheiding tussen privaat en gemeenschappelijk deel. Teneinde het groene karakter van de binnenruimte te verzekeren en hiermee ook de beeldkwaliteit op het binnengebied vanaf de Ommegangstraat hoog te houden, wordt als voorwaarde opgelegd dat de paal en draad begeleidt moet worden door klimop, dat de poortjes een uniform uitzicht hebben en dat de boom in de tuinzone van W4 aangeplant moet worden tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgende op het voltooien van de werken.
De afsluiting tussen de tuinzone W5 met het toekomstige publiek domein, ten westen van het perceel wordt voorzien van een keerwand en paal en draad. Een zicht vanaf het publieke domein op een betonnen keermuur is weinig kwalitatief en een dergelijke inrichting is niet wenselijk, het voorzien van paal en draad in combinatie met klimop zorgt wel voor voldoende kwaliteit. Momenteel zijn er plannen om het plein rond de kerk van Sint-Lodewijk her aan te leggen en de ruimte zo in te richten dat de ingang naar de school een betere visibiliteit zal krijgen en dat er meer ruimte komt voor de zwakke weggebruiker. Het ontwerp voor het volledige plein is in opmaak. Teneinde geen voorafname te doen aan het ontwerp, lijkt de aanplant van 3 hoogstammige bomen en een bank op vandaag niet zinvol. Wat wel een meerwaarde zal zijn voor het publiek domein is het vervangen van de keermuur door een gemetseld muurtje afgewerkt met een deksteen, met een hoogte van 0,45 m en een diepte van 0,40 m. Dit muurtje kan gebruikt worden als zit- en speelelement bij het afhalen van de kinderen en zal een bijdrage leveren aan de visibiliteit en het gebruikscomfort. Wanneer het muurtje opgetrokken wordt in hetzelfde materiaal als de voorgevel ende andere tuinmuur, zal dit samen met het nieuwbouwproject een architecturaal en kwalitatief geheel vormen een positieve impact hebben op het straatbeeld in plaats van de weinig kwalitatieve keermuren.
De inrichting van de af te stane grond, inclusief aanleg gemetselde muur met deksteen (H 0,45 m – diepte 0,40 m), aanplant van 1 hoogstammige boom en inzaaien met gras, wordt opgelegd als last. Waar noodzakelijk kan het muurtje hoger gemetseld worden. Het voorzien van paal + draad en klimop op de perceelsgrens met het privaat domein wordt voorzien tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.
Het ontwerp voorziet langs de Ommegangstraat, thv de toegang tot de binnenruimte, de aanleg van waterdoorlatende klinkers op het publiek domein. De inrichting van het publiek domein wordt uitgesloten van vergunning en zal meegenomen worden bij de integrale herinrichting van het publiek domein.
Het grote niveauverschil tussen de woningen Pladijsstraat en het terrein van het schoolgebouw wordt opgevangen door het voorzien van een keerwand en daarop paal en draad. De verschillende trapverbindingen worden gesupprimeerd. Gezien er geen opmerkingen kwamen hierop door de school is dat voldoende.
Conclusie
Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarden verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.
De aanvraag doet een beperkte bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.
7.11 Stedenbouwkundige lasten
Overeenkomstig artikel 75 §1 kan de bevoegde overheid aan een omgevingsvergunning lasten verbinden, overeenkomstig datzelfde artikel, lid 2, 1° van het omgevingsvergunningsdecreet neemt de bevoegde overheid bij de afgifte van een omgevingsvergunning de lasten over die de gemeenteraad heeft opgelegd bij de beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg, vermeld in artikel 31. Deze lasten vinden conform §2 hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de omgevingsvergunning uit de vergunning haalt en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich neemt.
Voorliggende vergunningsaanvraag voorziet in een verdichtingsproject in de kern van Sint-Lodewijk, waardoor het lokale bestuur bijkomende taken op zich zal nemen. Anderzijds neemt het college de lasten die de gemeenteraad opgelegd heeft over.
Aangezien het bestuur niet beschikt over een stedenbouwkundige verordening voor het heffen van een financiële last, dient een last in natura opgelegd te worden.
In het dossier werd een voorstel van last in natura overgemaakt door de aanvrager. Er werd voorgesteld om de rooilijn te wijzigen thv W5 de grens tussen publiek domein en privaat domein te wijzigen waardoor 2,2 m² toegevoegd wordt aan het publiek domein, en grondafstand te doen ter hoogte van de ingang van de school met een oppervlakte van 20,70 m² en deze in te richten met 3 hoogstammige bomen, een bank en de zone in te zaaien met gras. Hiermee wordt, gezien de inrichting van het kerkplein nog niet definitief is, niet akkoord gegaan.
Bijgevolg wordt voorgesteld volgende lasten in natura op te leggen:
● de af te stane grond met een oppervlakte van 2,2 m² ter hoogte van de voorbouwlijn van de woning W5 wordt ingericht als voetpadstrook met dezelfde materialen als het voetpad waarop aangesloten wordt;
● de af te stane grond met een oppervlakte van 20,70 m² ter hoogte van de ingang van de school (zuidwestelijk deel van het perceel) wordt ingericht met beplanting en bomen in overleg met de ontwerpers aangesteld voor de herinrichting van de kerkomgeving;
● op de grens van het private deel met de af te stane grond ter hoogte van de ingang van de school wordt een gemetselde muur inclusief deksteen (H 0,45 m – diepte 0,40 m) gebouwd.
De opgelegde last moet uitgevoerd worden ten laatste binnen het jaar na uitvoering van de vergunning.
Voor de uitvoering van de last in natura wordt bij de afgifte van de vergunning eveneens een waarborg opgenomen. De waarborg dekt de volledige geraamde kostprijs van de lasten. Als de uitvoering van diverse lasten financieel wordt gewaarborgd, dient één waarborg voor de totaliteit van de lasten in kwestie gehanteerd te worden, waarbij aangegeven wordt welk waarborggedeelte betrekking heeft op elke last afzonderlijk.
De financiële waarborg wordt geraamd op 2.131,30 euro, als volgt op te delen:
● aanleggen voetpad ter hoogte van W5 2,20 m²;
● last metselen muur met deksteen: 1.425 euro;
● last aanplanten 1 hoogstammige boom: 300 euro;
● inzaaien van de af te stane grond ter hoogte van de ingang van de school: 187 euro.
7.12 Resultaten openbaar onderzoek
Alle ingediende bezwaarschriften zijn tijdig ingediend en worden bijgevolg ontvankelijk verklaard.
Het college van burgemeester en schepenen stelde in zitting van 2 oktober 2024 voor volgend standpunt in te nemen omtrent de behandeling van de bezwaren:
● I.v.m. de inkijk:
Ontvankelijk doch ongegrond te verklaren gezien de afstand tot de zijperceelsgrens meer dan 10 m bedraagt, de woning opgebouwd is uit 2 bouwlagen en een ruimte onder het dak waardoor de aanvraag ook beantwoordt aan de bepalingen van het RUP, de ruimten op de 1ste verdieping en deze onder het dak betreffen het nachtgedeelte (slaapkamers en badkamer) waardoor de inkijk zich tot het normale zal beperken.
● I.v.m. het aantal parkeerplaatsen:
Ontvankelijk doch ongegrond te verklaren gezien de aanvraag voldoet aan het gemeentelijk belastingreglement op ontbrekende parkeerplaatsen (zijnde het voorzien van 1 parkeerplaats per woning), het open parkeerplaatsen betreffen zodat voldoende garanties zijn dat deze gebruikt zullen worden voor het stallen van de wagen en niet voor de opslag van allerhande materiaal en door het voorzien van voldoende fietsenberging en gelet op de ligging in het centrum wordt ook ingezet op andere vervoersmiddelen (fiets) en zal de impact op het openbaar domein tot het gangbare beperkt worden.
7.13 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.14 Bespreking adviezen
Hulpverleningszone Fluvia
Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies stipt nageleefd moeten worden.
De Watergroep - Riopact
In het advies van de watergroep - Riopact zijn een aantal bijkomende aandachtspunten opgenomen in het kader van de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid. Gelet op de specifieke problematiek en de kennis ter zake dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies stipt nageleefd moeten worden.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Chris Velghe wonende Vichteknokstraat 14 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen van kloostergebouw met garages tot 5 woningen met fietsenberging, op een perceel gelegen Ommegangstraat 35, Pladijsstraat 298, 300, 302 en 304 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 168 L2 en (afd. 2) sectie E 168 H2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):
● De gemeenschappelijke parkeerruimte/manoeuvreerruimte wordt met uitzondering van de voorziene gemetselde muur niet van het publiek domein afgescheiden door een poort of een andere vorm van afsluiting.
● De inrichting van het publiek domein thv de toegang tot de gemeenschappelijke parkeerruimte wordt uitgesloten van vergunning.
● De afsluiting tussen de private tuinen W1-4 en de gemeenschappelijke binnenruimte bestaat uit de paal en draad begeleidt door klimop.
● De poortjes tussen de private tuinen W1-4 en de gemeenschappelijke binnenruimte hebben een uniform uitzicht.
● De boom in de tuinzone van W4 wordt aangeplant tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgende op het voltooien van de werken.
● De afsluiting tussen tuinzone W5 en de af te stane grond bestaat uit een gemetseld muurtje met aansluitend op privaat domein een afsluiting die bestaat uit paal + draad en klimop.
● Alle groenaanplant wordt voorzien tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.
Volgende last wordt opgelegd:
● De af te stane grond met een oppervlakte van 2,2 m² ter hoogte van de voorbouwlijn van de woning W5 wordt ingericht als voetpadstrook met dezelfde materialen als het voetpad waarop aangesloten wordt.
● De af te stane grond met een oppervlakte van 20,70 m² ter hoogte van de ingang van de school (zuidwestelijk deel van het perceel) wordt ingericht met beplanting en bomen in overleg met de ontwerpers aangesteld voor de herinrichting van de kerkomgeving.
● Op de grens van het private deel met de af te stane grond ter hoogte van de ingang van de school wordt een gemetselde muur inclusief deksteen (H 0,45 m – diepte 0,40 m) gebouwd.
● De opgelegde last moet uitgevoerd worden ten laatste binnen het jaar na uitvoering van de vergunning.
● De Financiële waarborg voor de stedenbouwkundige lasten luidt als volgt:
Conform het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning artikel 77 §1 dient de houder van de vergunning een financiële waarborg aan het lokaal bestuur van Deerlijk te verlenen alvorens met de uitvoering van de vergunning gestart wordt. De waarborg ten bedrage van 2.131,30 euro wordt geleverd via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas met het lokaal bestuur Deerlijk als begunstigde of door de financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.
Zodra de werken uitgevoerd zijn, dient dit aan de hand van 5 foto’s gemeld te worden aan het lokaal bestuur via omgeving@deerlijk.be met vermelding van het dossiernummer van de vergunning en de gestructureerde mededeling van de overschrijving naar de Deposito- en Consignatiekas opdat de waarborg vrijgegeven kan worden.
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.20. Kapvergunning - Harelbekestraat 51 - rooien van een boom - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een kapvergunning te verlenen aan Charles Haud’Huyze, Regenbooglaan 2 bus 0201 te 2070 Zwijndrecht, voor het rooien van een notelaar.
Motivering
Beschrijving van de aanvraag, de bouwplaats en de omgeving
De notelaar bevindt zich in de Harelbekestraat 51, op het kadastraal perceel afdeling 2 – sectie C – nr. 26X3. De notelaar heeft een stamomtrek van 1,72 meter, gemeten op 1 m boven maaiveld, en een hoogte van ca. 10 m. De afstand tot de woning bedraagt 2 m. De boom is volgens de aanvrager scheef gegroeid en levert hierdoor gevaar op.
Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften
Voor het rooien van deze boom is geen stedenbouwkundige vergunning nodig omdat de boom:
○ geen deel uitmaakt van een bos;
○ gelegen is in woongebied in de ruime zin, in agrarisch gebied in de ruime zin of in industriegebied in de ruime zin, en niet in een woonparkgebied;
○ zich bevindt binnen een straal van maximaal 15 m rondom een vergund gebouw.
Het rooien van de boom is onderworpen aan de gemeentelijke politieverordening die stelt dat er dient gestreefd te worden naar een optimaal behoud van bomen.
Advies gemeentelijk omgevingsambtenaar
Een notelaar kan, afhankelijk van de soort, 30 tot 40 m hoog worden. Op basis van straatbeelden, luchtfoto’s en foto’s in het aanvraagdossier blijkt inderdaad dat de stam scheef groeit en de boom heel dicht bij de woning staat. Een notelaar wortelt heel diep, en vertoont geen verhoogd risico op windworp en takbreuk. Er is bijgevolg geen acuut gevaar op schade aan gebouwen. De boom is echter duidelijk niet geschikt voor deze stadstuin, met oppervlakte kleiner dan 40 m². De takken hangen reeds over bij de buren, en de boom zal niet de kans krijgen om tot een volwaardig exemplaar uit te groeien.
Daarom wordt de aanvraag gunstig geadviseerd onder volgende voorwaarde:
● De notelaar dient gecompenseerd te worden door een nieuwe boom van 3ste grootte (<6 m). De keuze van de boomsoort en geschikte locatie in de achtertuin zijn vrij te kiezen, mits een afstand van 2 m t.o.v. de perceelsgrenzen gerespecteerd wordt (gemeten vanaf het middelpunt van de stam). De aanplant dient te gebeuren in het eerstvolgende plantseizoen na het verlenen van de vergunning.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet lokaal bestuur
● Andere:
○ Gemeentelijke politieverordening inzake het vellen van hoogstammige bomen van 2 maart 1974
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit tot het afleveren van de kapvergunning voor het rooien van een notelaar.
Artikel 2
De notelaar dient gecompenseerd te worden door een nieuwe boom van 3ste grootte (<6 m). De keuze van de boomsoort en geschikte locatie in de achtertuin zijn vrij te kiezen, mits een afstand van 2 m t.o.v. de perceelsgrenzen gerespecteerd wordt (gemeten vanaf het middelpunt van de stam). De aanplant dient te gebeuren in het eerstvolgende plantseizoen na het verlenen van de vergunning.
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.21. OMV 2024_150 - Harelbekestraat 90 - beslissing
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het wijzigen van de vorm van de ramen in de voorgevel, op een perceel gelegen Harelbekestraat 90 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 32 S3, aangevraagd door Heikky Dewaele wonende Harelbekestraat 90 te 8540 Deerlijk.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 12 december 2024.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.
Het advies wordt als volgt gemotiveerd:
Gewestplan
De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.
Ruimtelijk uitvoeringsplan
● De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.
● De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.
● De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bijzonder plan van aanleg
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, Vrijputstraat, wijziging A, goedgekeurd op 12 september 2000 met als bestemming zone voor wonen en bedriijfsactiviteit, open en halfopen bebouwing.
Verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
Het BPA is van toepassing op de aanvraag.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.
Stedenbouwkundige verordeningen
Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:
● Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.
● Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).
● Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.
Relevante gebouwendossiers
Volgende gebouwendossiers zijn relevant:
● gebouwdossier afgeleverd op 19 januari 1950 met een machtigingsbesluit voor het bouwen van een woonhuis met bouwpremie.
Relevante stedenbouwkundige vergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante milieuvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
Relevante omgevingsvergunningen
Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
3.1 Beschrijving van de omgeving
De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 580 m² en is gelegen langs de Harelbekestraat op ongeveer 670 m ten westen van de kern van Deerlijk. De Harelbekestraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het perceel is bebouwd met een halfopen bebouwing. De woning is ingeplant op ongeveer 8 m van de rooilijn, op 3 m van de rechter perceelsgrens, bestaat uit twee bouwlagen en een hellend dak. De voorgevel van het pand wordt getypeerd door verschillende boogstructuren boven de ramen.
De omgeving is een stedelijke omgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca, kantoren, diensten en gemeenschapsvoorzieningen. Het wonen bestaat er bijna uitsluitend uit eengezinswoningen.
3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag heeft betrekking op het vervangen van de ramen in de voorgevel van de woning. De oude ramen worden verwijderd met de verschillende tussenschoten erbij. In de openingen worden nieuwe PVC-ramen geplaatst. De bogen die boven de ramen aanwezig zijn worden daarbij ook verwijderd en rechtgetrokken. Het grote raam in de rechterzijde op de gelijkvloerse verdieping wordt deels dichtgemetst om het raam gelijk te trekken van hoogte met de andere ramen op het gelijkvloers. Het kleine raam wordt volledig dichtgemetst. Op het eerste verdiep blijven de twee kleine ramen aan de rechterzijde ongewijzigd qua vorm.
3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.
Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.
De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.
7.1 Planologische toets
De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA. Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de inplanting, bestemming en het bouwvolume ongewijzigd blijven.
7.2 Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Harelbekestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.
7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.
Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. De voorliggende aanvraag heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte. De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.
7.4 Mer-screening
De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.
7.5 Natuurtoets
Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.
7.6 Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)
Niet van toepassing.
7.8 Decreet grond- en pandenbeleid
Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.
7.9 Milieuaspecten
Niet van toepassing.
7.10 Goede ruimtelijke ordening
Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.
Functie:
De aanvraag heeft betrekking op het vervangen van de ramen in een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze residentiële omgeving.
Inplanting, ruimtegebruik, bouwvolume en gabarit:
De inplanting en het ruimtegebruik van de woning blijft ongewijzigd. Het hoofdgebouw blijft qua gabarit ongewijzigd. Er worden enkel wijzigingen aangebracht aan de ramen.
Verschijningsvorm:
De aanvraag voorziet een wijziging aan de raamopening van de gevel. De oude ramen worden vervangen en daarbij zullen de typerende bogen verdwijnen. Ondanks het feit dat de bogen een bepaald karakter hebben in de gevel, kan het verwijderen ervan aanvaard worden. In de omgeving zijn amper nog woningen terug te vinden met deze karakteristieken. Door het rechttrekken van de ramen zal opnieuw aansluiting worden gezocht bij de aanpalende woning.
Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:
De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. Ten gevolge van de geplande werken kan een toename van de verkeersaantrek verwacht worden. De bouwplaats is voldoende goed ontsloten om deze toename te kunnen opvangen.
Groen- en omgevingsaanleg:
De aanvraag heeft geen betrekking tot de groen- en omgevingsaanleg van het perceel.
Conclusie
Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.
7.11 Resultaten openbaar onderzoek
Niet van toepassing.
7.12 Scheidingsmuren
Niet van toepassing.
7.13 Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Heikky Dewaele wonende Harelbekestraat 90 te 8540 Deerlijk, voor het wijzigen van de vorm van de ramen in de voorgevel, op een perceel gelegen Harelbekestraat 90 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 32 S3.
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.22. Inname openbaar domein - kennisname
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.23. Afwijking rustdagen 2025 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de periode waarin de mogelijkheid bestaat om af te wijken van de rustdagen, vast te leggen voor 2025.
Motivering
Artikel 15 van de wet betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening van 10 november 2006 stelt dat het college van burgemeester en schepenen in bijzondere en voorbijgaande omstandigheden of ter gelegenheid van jaarbeurzen en jaarmarkten, afwijkingen op de verplichte sluitingsuren en de wekelijkse rustdag kan verlenen aan de vestigingseenheden gelegen op het grondgebied van de gemeente of op een deel ervan. De voornoemde wet is echter niet van toepassing op de horecasector, het hotelwezen, campings en drankgelegenheden.
De dienst lokale economie stelt voor om, naar analogie met de vorige jaren, een afwijking van de rustdag toe te staan in de volgende periodes:
● Maandag 14 april 2025 tot en met zondag 20 april 2025
● Maandag 05 mei 2025 tot en met zondag 11 mei 2025
● Maandag 12 mei 2025 tot en met zondag 18 mei 2025
● Maandag 02 juni 2025 tot en met zondag 08 juni 2025
● Maandag 16 juni 2025 tot en met zondag 22 juni 2025
● Maandag 25 augustus 2025 tot en met zondag 31 augustus 2025
● Maandag 01 september 2025 tot en met zondag 07 september 2025
● Maandag 15 september 2025 tot en met zondag 21 september 2025
● Maandag 22 september 2025 tot en met zondag 28 september 2025
● Maandag 29 september 2025 tot en met zondag 05 oktober 2025
● Maandag 02 december 2025 tot en met zondag 07 december 2025
● Maandag 08 december 2025 tot en met zondag 14 december 2025
● Maandag 15 december 2025 tot en met zondag 21 december 2025
● Maandag 22 december 2025 tot en met zondag 28 december 2025
● Maandag 29 december 2025 tot en met zondag 04 januari 2026
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Art. 15 van de wet betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening van 10 november 2006
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit de periodes waarin de mogelijkheid bestaat om af te wijken van de rustdagen voor 2025, zoals weergegeven in bovenstaande motivering, goed te keuren.
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.24. Afvoering van ambtswege - goedkeuring
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.25. Afvoering van ambtswege - goedkeuring
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.26. Afvoering van ambtswege - goedkeuring
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.27. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.28. Grafconcessies hernieuwingen - goedkeuring
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.29. Afvoering van ambtswege - goedkeuring
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
C.30. Verslag - MAT - 4 december 2024 - Kennisname
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
D.1. Huishoudelijk reglement van het college van burgemeester en schepenen en van het vast bureau - 2025-2031 - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het huishoudelijk reglement van het college van burgemeester en schepenen voor de periode 2025-2031 goed te keuren.
Motivering
Artikel 54 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement aanneemt waarin het de regels vaststelt over zijn werking.
Het huishoudelijk reglement regelt minstens of het college van burgemeester en schepenen digitaal of hybride kan vergaderen en de wijze waarop. De Vlaamse Regering bepaalde hieromtrent de minimale voorwaarden in het Besluit van 10 september 2021 van de Vlaamse Regering over de voorwaarden voor digitaal of hybride vergaderen voor de organen van lokale besturen.
Een ontwerp van huishoudelijk reglement, in bijlage bij huidig besluit gevoegd, ligt voor aan het college van burgemeester en schepenen.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 54 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ Besluit van 10 september 2021 van de Vlaamse Regering over de voorwaarden voor digitaal of hybride vergaderen voor de organen van lokale besturen
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het huishoudelijk reglement van het college van burgemeester en schepenen voor de periode 2025-231, in bijlage bij huidig besluit gevoegd, goed te keuren.
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
D.2. Onderwijzeres LO - ontvangst nav oppensioenstelling - goedkeuring
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
D.3. Data zittingen CBS en GR - 2025 - vaststelling
Aanleiding en context
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de data van de zittingen in 2025, van het college van burgemeester en schepenen, vast te stellen.
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd, in onderling overleg met
de voorzitter van de gemeenteraad, de data van de zittingen in 2025 van de gemeenteraad, vast te stellen.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren, het vereisen.
De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tienmaal per jaar.
Het is de voorzitter van de gemeenteraad die beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad.
De voorzitter van de gemeenteraad stelt voor dat de gemeenteraad in 2025 zal zetelen om 20.00 uur in de raadzaal van het gemeentehuis op volgende data:
● Donderdag 30 januari 2025
● Donderdag 27 februari 2025
● Donderdag 27 maart 2025
● Donderdag 24 april 2025
● Donderdag 12 juni 2025
● Donderdag 10 juli 2025
● Donderdag 11 september 2025
● Donderdag 23 oktober 2025
● Donderdag 27 november 2025
● Donderdag 18 december 2025
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere: Art. 18, 19, 50 Decreet Lokaal Bestuur
Adviezen
Er zijn geen adviezen nodig.
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit om in 2025 iedere woensdag te zetelen om 15.00 uur behoudens op:
● Woensdag 1 januari 2025 (nieuwjaarsdag)
● Woensdag 5 maart 2025 (krokusvakantie)
● Woensdag 9 april 2025 (paasvakantie)
● Woensdag 30 juli 2025 (zomervakantie)
● Woensdag 6 augustus 2025 (zomervakantie)
● Woensdag 29 oktober 2025 (herfstvakantie)
● Woensdag 24 december 2025 (kerstvakantie)
● Woensdag 31 december 2025 (oudejaarsavond)
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit, in onderling overleg met de voorzitter van de gemeenteraad, dat de gemeenteraad in 2025 (om 20.00 uur en in de raadzaal van het gemeentehuis), zal zetelen op volgende data:
● Donderdag 30 januari 2025
● Donderdag 27 februari 2025
● Donderdag 27 maart 2025
● Donderdag 24 april 2025
● Donderdag 12 juni 2025
● Donderdag 10 juli 2025
● Donderdag 11 september 2025
● Donderdag 23 oktober 2025
● Donderdag 27 november 2025
● Donderdag 18 december 2025
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
D.4. Energetische renovatie van 6 noodwoningen Paanderstraat 53A-53F - meerwerken - goedkeuring/weigering
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een standpunt in te nemen met betrekking tot de meerwerken in het kader van de opdracht "Energetische renovatie van 6 noodwoningen Paanderstraat 53A-53F".
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 18 oktober 2023 de gunning van de opdracht “Energetische renovatie van 6 noodwoningen te Paanderstraat 53A-53F” goed.
De opdracht werd als volgt gegund:
● perceel 1 (Afbraakwerken – Binnenafwerking – Vloeren – Buitenverharding - Afsluitingen): Maes & Coucke bv, Tieltstraat 22 te 8720 Markegem tegen het nagerekende offertebedrag van 47.686,20 euro excl. btw of 50.547,37 euro incl. 6 % btw;
● perceel 2 (Buitenramen en -deuren): Fyxt bv, Caseelstraat 10 te 8790 Waregem tegen het nagerekende en verbeterde offertebedrag van 44.697,44 euro excl. btw of 47.379,29 euro incl. 6 % btw;
● perceel 3 (Buitengevels en dakwerken): Maes & Coucke bv, Tieltstraat 22 te 8720 Markegem tegen het nagerekende offertebedrag van 109.865,99 euro excl. btw of 116.457,95 euro incl. 6 % btw;
● perceel 4 (Technieken): Maes & Coucke bv, Tieltstraat 22 te 8720 Markegem tegen het nagerekende offertebedrag van 135.168,56 euro excl. btw of 143.278,67 euro incl. 6 % btw.
Op vrijdag 22 november 2024 ontvingen we 2 meerprijsoffertes van Maes & Coucke.
Offerte meerwerk 7
Betreft volgende meerwerken:
● afbraak tussenmuurtjes, voor een bedrag van 402,27 euro excl. btw;
● uitbranden waterkering, voor een bedrag van 5.943,63 euro excl. btw;
● aangepaste uitvoering van de inkomhallen, initieel voorzien in crepi maar herzien naar bekleding met trespa omwille van duurzaamheid, voor een meerprijs van 3.788,29 euro excl. btw;
● afwerking onder vensters en deurtabletten buitengevel, voor een bedrag van 1.780,50 euro excl. btw;
● bijkomende meters plint in kasten, voor een bedrag van 542,18 euro excl. btw.
Met volgende meerwerken kan akkoord gegaan worden:
● afbraak tussenmuurtjes;
● uitbranden waterkering;
● bijkomende meters plint in kasten, zijnde 19,74 lm (na opmeting ipv 23,4 lm) of een bedrag van 457,38 euro excl. btw (ipv 542,18 euro excl. btw).
Met volgende meerwerken kan niet akkoord gegaan worden:
● aangepaste uitvoering van de inkomhallen: de prijs opgenomen in de offerte is té duur, tijdens de bespreking op de werfvergaderingen werd aangegeven dat de prijs voor uitvoering in trespa ongeveer hetzelfde zou zijn als de prijs opgegeven voor crepi;
● afwerking onder vensters en deurtabletten buitengevel: er wordt voorgesteld om dit te schilderen in hetzelfde kleur van de klinkers, dit kan uitgevoerd worden door de uitvoerende technische dienst van de gemeente.
Offerte meerwerk 8
Dit betreft een verrekening dakwerken:
● bijkomend timmerwerk herstel opstanden, voor een bedrag van 3.780,00 euro excl. btw;
● bijkomende oppervlakte bitumineuze dakdichting door andere uitvoering, voor een bedrag van 746,91 euro excl. btw.
Met deze meerwerken kan niet akkoord gegaan worden, om volgende redenen:
● Het timmerwerk zat vervat in de aanneming. De aannemer moest dit een paar keer herdoen omwille van slechte uitvoering en probeert dit nu door te rekenen.
● Er is geen weet van andere uitvoering van de dakdichting.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 6.803,28 euro excl. btw of 7.211,48 euro incl. btw |
Actie | Verbeteren van de energiescore van bejaardenwoningen en doorgangswoningen |
Jaarbudgetrekening | A-6.2.1/0090-00/22100000 |
Visum | nvt |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit gedeeltelijk akkoord te gaan met meerwerkofferte 7. Er wordt niet akkoord gegaan met de prijs voor de aangepaste uitvoering van de inkomhallen en de afwerking onder de vensters en deurtabletten zal in eigen beheer uitgevoerd worden.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit niet akkoord te gaan met de meerwerkofferte 8 voor de dakwerken.
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
D.5. OMV_2024076694 - Gaversstraat zn - beroep - hoorzitting en advies - beslissing
Aanleiding en context
Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 11 september 2024 betreffende een omgevingsvergunning voor het overwelven van 2 baangrachten, op een perceel gelegen langs de Gaversstraat en met als kadastrale omschrijving (afd. 2)
sectie C 553 _, (afd. 2) sectie C 554 _, (afd. 2) sectie C 556 _, (afd. 2) sectie C 563 _ en (afd. 2) sectie C 564 _, werd beroep ingesteld.
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 11 september 2024 de omgevingsvergunning op naam van Heidi Malengier namens de provincie
West-Vlaanderen, gevestigd Koning Leopold III-laan 41 te 8200 Brugge, voor het overwelven van 2 baangrachten op een perceel gelegen langs de Gaversstraat, verleend.
Een belanghebbende derde heeft op 25 oktober 2024 tegen deze vergunningsbeslissing beroep aangetekend bij de deputatie.
De deputatie heeft op 22 november 2024 het beroep van de aanvrager ontvankelijk en volledig verklaard.
De beroepindieners hebben gevraagd om gehoord te worden. De hoorzitting zal vermoedelijk doorgaan op 7 januari 2025. Ook het college van burgemeester en schepenen zal uitgenodigd worden op de hoorzitting.
Overeenkomstig artikel 60 lid 2 van het omgevingsvergunningsdecreet en artikel 89 van het omgevingsbesluit beschikt het college van burgemeester en schepenen over een termijn van 30 dagen om advies uit te brengen over dit beroep.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56 § 2 Decreet Lokaal Bestuur.
● Andere:
○ Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
○ Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van het ingestelde beroep.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen beslist niet gehoord te willen worden in deze zaak.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen besluit bij de motivering van de vergunningsbeslissing te blijven doch wenst van de gelegenheid gebruik te maken om aan de deputatie mee te geven dat de belangen van de landbouwer niet geschaad mogen worden.
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
D.6. De Kim - De Beuk - fase 4 - meerprijzen - goedkeuring
Aanleiding en context
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de meerprijzen goed te keuren in het dossier De Kim - De Beuk, voor:
● wandbekleding in de klassen voor kinderen met gehoorproblemen (De Kim);
● de versterking van het ASTRID-netwerk;
● het vernieuwen van de sportvloer turnzaal op de verdieping;
● het vernieuwen van de vloeren in de klaslokalen op het gelijkvloers van De Beuk.
Motivering
In zitting van 3 juli 2024 keurde het college van burgemeester en schepenen verrekeningsvoorstel 51 van de firma Himpe, voor het plaatsen van wolvilt in de klassen voor kinderen met gehoorproblemen, niet goed. Er werd gevraagd om te zoeken naar een technisch betere oplossing. De firma Himpe maakte een nieuw voorstel over waarbij het wolvilt wordt vervangen door een polyesterwandbekleding, zonder kurkachtergrond. De meerprijs voor deze alternatieve uitvoering bedraagt 9.633,45 euro excl. btw of 10.211,46 euro incl. btw. Het originele voorstel dat werd afgekeurd bedroeg 15.511,61 euro incl. btw.
ASTRID is de gespecialiseerde telecomoperator voor de hulp- en veiligheidsdiensten.
In de school is er een wettelijke verplichting om voldoende netwerkdekking te hebben voor het ASTRID-netwerk. Uit de - in het bestek voorziene - metingen blijkt dat de ASTRID-dekking in de schoolgebouwen onvoldoende is. Daarom werd door de firma EDF een offerte opgevraagd bij een gespecialiseerde firma. Er dienen de nodige extra antennes opgesteld te worden voor de versterking van het ASTRID-signaal in het gebouw. De offerte werd nagezien door het studiebureau en marktconform bevonden. Na de installatie van de antennes volgt een nieuwe meting.
De totale kosten om de ASTRID-dekking in orde te brengen bedragen 25.302,40 euro excl. btw of 26.820,54 euro incl. btw.
In de sportzaal op de eerste verdieping van De Beuk was in het bestek voorzien om de oude houten vloer te vervangen door een nieuwe sportvloer. Er diende speciale aandacht besteed te worden aan de akoestiek omdat de onderliggende klaslokalen veel last hadden van de geluiden van de bovenliggende sportzaal. Bij de opbraak van de oude vloer bleek onder de houten vloer een opvulling van stro-cementplaten aanwezig te zijn. De nieuwe sportvloer kan niet geplaatst worden op deze ondergrond. De stro-cementplaten werden dan ook verwijderd en vervangen door een chape-laag en een akoestische isolatie.
De totale kosten voor deze extra opbraak en nieuwe opbouw bedragen 11.146,63 euro excl. btw of 11.815,43 euro incl. btw.
Bij de renovatie van De Beuk was voorzien om in de klaslokalen de verhoogde plinten te verwijderen en een nieuwe vinylvloer aan te brengen bovenop de bestaande tegelvloer. Bij de opbraak van de verhoogde plinten blijkt de bestaande vloer echter los op de aarde te liggen. De hechting van de vinylvloer op de bestaande tegels kan daardoor niet gegarandeerd worden en ook de thermische isolatie naar de grond toe is daardoor zeer slecht. De technisch beste oplossing bestaat erin de oude vloer te verwijderen en de aarde onder de vloer een 35-tal centimeter uit te graven. De nieuwe opbouw zou dan bestaan uit een betonplaat een isolerende laag en een chape-laag waarop dan de voorziene vinylvloer kan geplaatst worden. Deze extra werken resulteren ook in een langere uitvoeringsperiode voor de beide deelfases van de renovatie van de benedenverdieping van De Beuk. De opportuniteit om bij deze werken ook ineens de bestaande radiatoren te vervangen door vloerverwarming werd door het studiebureau bekeken en als niet interessant gezien.
De totale kosten voor deze extra opbraak en nieuwe opbouw bedragen 87.887,34 euro excl. btw of 93.160,58 euro incl. btw.
Zowel de extra werken voor de sportvloer als voor de ondervloer in de klaslokalen zullen bij Agion ingediend worden als onvoorzien meerwerk en komen zodoende in aanmerking voor subsidie mits erkenning als onvoorzien meerwerk en het toekennen van extra budget door OVSG.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° Decreet Lokaal Bestuur
Financiën
De beslissing heeft financiële gevolgen.
Raming of bedrag | 142.008,03 euro incl. btw |
Actie | Nieuwbouw en renovatie van schoolgebouwen voor De Kim en De Beuk |
Jaarbudgetrekening | A4.06.1/0800-00/22100000 A4.04.1/0801-00/22100000 |
Visum | nvt |
BESLUIT
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verrekeningsvoorstel VVB51 van de firma Himpe, voor de wandbekleding in de klassen voor kinderen met gehoorproblemen, voor een bedrag van 10.211,46 euro incl. btw, goed te keuren.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verrekeningsvoorstel V011c van de firma EDF, voor het in orde brengen van de radiodekking voor het ASTRID-netwerk voor een bedrag van 26.820,54 euro incl. btw, goed te keuren.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verrekeningsvoorstel VVB60 van de firma Himpe, voor het vervangen van de onderlaag onder de oude sportvloer in de turnzaal, voor een bedrag van 11.815,43 euro incl. btw, goed te keuren.
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen besluit het verrekeningsvoorstel VVB61 van de firma Himpe, voor het aanbrengen van een geïsoleerde onderfundering in de klassen op het gelijkvloers van De Beuk, voor een bedrag van 93.160,58 euro incl. btw, goed te keuren.
Zitting van CBS van 18 DECEMBER 2024
D.7. Premie inzaaien groenbemesters - aanvragen - beslissing
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.