DEERLIJK

17 JULI 2024

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Philip Ghekiere, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Karel Bauters

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 10 juli 2024 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 10 juli 2024.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 10 juli 2024 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.2. HR-coördinator (B4-B5) - afsluiting kandidaturen en uitslag selectieprocedure - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.3. Administratief medewerker ruimte - vervanging wegens moederschapsverlof - besluit 19 juni 2024 - intrekking - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.4. Jobstudenten 2024 - bijkomende aanstelling voor de beuk - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.5. Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

        De Watergroep - verslag van het Riopactcomité van 25 juni 2024

        Leiedal - verslag van de raad van bestuur van 28 juni 2024

        VVOG - verslag van de buitengewone algemene vergadering van 14 juni 2024

        LO en BBO - verslag van het afzonderlijk bijzonder comité (ABC) van 18 juni 2024

        Gaselwest - verslag van de algemene vergadering van 18 juni 2024

        VVOG - verslag van de algemene vergadering van 1 juli 2024

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.6. Beslissing college van burgemeester en schepenen van 10 juli 2024 - mededeling kantmelding - kennisname

 

Aanleiding en context

 

De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 juni 2024 betreffende 'Aanstellen ontwerper polyvalent buurthuis Sint-Lodewijk' werd in zitting van 10 juli 2024 ingetrokken.

 

Motivering

 

De algemeen directeur vermeldt de intrekking van een besluit, de vernietiging of de niet-goedkeuring van een besluit door een toezichthoudende overheid in de notulen van de gemeenteraad of van het college van burgemeester en schepenen.

 

De algemeen directeur brengt de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen daarvan op de hoogte op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 284 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aangebrachte kantmelding in de rand van de notulen van het college van burgemeester en schepenen van 26 juni 2024 als volgt:

 

Bij punt C.3 'Aanstellen ontwerper nieuwbouw polyvalent buurthuis Sint-Lodewijk - gunning - goedkeuring':

Intrekking CBS-beslissing: CBS 10 juli 2024

Mededeling kantmelding: CBS 17 juli 2024

Herneming CBS-beslissing: CBS 'datum nog niet gekend'

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.7. Receptionele aangelegenheden - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.8. Aanstelling data protection officer (DPO) - goedkeuring

 

STEMMINGEN

bij geheime stemming

Het college van burgemeester en schepenen besluit met 6 ja-stemmen

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.9. STIP IT - campagne 2024 - invulling in Deerlijk - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akkoord te gaan met de invulling van de STIP IT-campagne 2024 in Deerlijk.

 

Motivering

 

Pesten treft 1 op 3 van de kinderen en 1 op 5 van de jongeren. Maar ook volwassenen blijven pestgedrag tegenkomen of dragen de gevolgen ervan nog jaren later mee. Door sociale media is pesten overal aanwezig. En tegelijkertijd meer verborgen dan ooit.

 

Er mag dus niet langer weggekeken worden. Samen kan het verschil gemaakt worden tegen pesten. Door het hoofd niet weg te draaien en troost te bieden. Want elk klein gebaar kan een wereld van verschil betekenen voor slachtoffers van pesten. Daarom bundelt VRT de krachten rond de actie van STIP IT om jong en oud te informeren, te sensibiliseren en te mobiliseren.

 

De campagne STIP IT 2024 van de VRT start op 9 september 2024. Dan ontwaakt Vlaanderen letterlijk tussen de stippen. Ketnet, MNM en Radio2 trappen STIP IT op gang en zetten het thema in de kijker zowel on-air als online.

 

De campagne sluit af op zaterdag 28 september 2024 (van 15.00 uur tot 16.00 uur). Tijdens de liveshow moedigt STIP IT iedereen aan om in heel Vlaanderen en Brussel gelijktijdig een stippenlijn tegen pesten te vormen. Een duidelijk signaal om samen tegen pesten te staan.

 

De VRT wil alle steden en gemeenten warm maken om aan de STIP IT campagne deel te nemen.

 

De jeugddienst stelt voor om als volgt deel te nemen aan STIP IT:

 

        Navraag bij de Deerlijkse scholen leert dat STIP IT reeds goed ingeburgerd is in het onderwijs en dat elke school een eigen invulling organiseert met betrekking tot de campagne STIP IT.

        Vanaf maandag 9 september 2024 worden de STIP IT stippen tijdelijk in het straatbeeld en op publieke plaatsen aangebracht:

        op voetpaden;

        op gemeentelijke gebouwen (met uitwisbare krijtverf)

        OC d'Iefte en buurthuizen

        jeugddienst

        sporthal

        bibliotheek

        gemeentehuis

        sociaal huis

Op zaterdag 28 september 2024 organiseert de jeugddienst met zoveel mogelijk passanten en verenigingen de langste STIP IT-lijn in Deerlijk centrum. Dit moment valt samen met de organisatie van de kermis in Deerlijk centrum en biedt bijgevolg veel potentieel om een lange lijn te kunnen vormen. De organisatie van de langste STIP IT-lijn wordt ook verder afgestemd met het feestcomité Deerlijk-centrum.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akkoord te gaan met de voorgestelde invulling van de STIP IT-campagne in Deerlijk.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.10. OMV_2023149189 - Kerkstraat 90 - beslissing beroep - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de beslissing van de Deputatie aangaande de aanvraag tot omgevingsvergunning voor het verplaatsen van een hobbystal, gelegen Kerkstraat 90 te Deerlijk, met als kadastrale omschrijving sectie E nrs 432S, 440A en 444G, ingediend door Rudy Beyaert, Kerkstraat 90, 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Op 28 februari 2024 behandelde het college van burgemeester en schepenen de genoemde aanvraag en besliste de voorwaardelijke vergunning af te leveren.

 

Tegen deze beslissing van het college van burgemeester en schepenen werd beroep ingesteld bij de Deputatie. De Deputatie besliste op 4 juli 2024 het volgende:

 

'BESLUIT:

Artikel 1: Het beroep ingesteld door omwonenden FERYN POL & VERCAEMPST VERONIQUE, Kerkstraat 82, 8540 Deerlijk tegen de beslissing d.d. 28/02/2024 van het College van Burgemeester en Schepenen te DEERLIJK houdende vergunning aan de heer BEYAERT RUDY, Kerkstraat 90, 8540 Deerlijk, tot verplaatsen van een hobbystal, gelegen te Kerkstraat 90, 8540 Deerlijk, wordt ontvankelijk en gegrond verklaard.

De omgevingsvergunning wordt geweigerd.

 

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de beslissing.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.11. OMV 2024_18 - Gaaistraat 12 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het wijzigen van de functie van landbouwwoning naar zonevreemde woning met woningbijgebouw en slopen verouderde loods, op een perceel gelegen Gaaistraat 12 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 662 A, aangevraagd door de heer Jeroen Millecamps en mevrouw Lien Vandendriessche, wonende Rollegemseweg 47 te 8510 Kortrijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  9 juli 2024.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De garages, aangeduid in het PV van vaststelling opgemaakt door ir-architect P. De Rynck, worden gesloopt binnen het jaar na afgifte van de vergunning.

        Het advies van de afdeling landbouw en visserij na te leven, in het bijzonder de specifieke voorwaarde die stelt dat het aangrenzend agrarisch gebied niet bijkomend mag aangesneden worden in functie van de residentiële functie (o.a. vertuining).

 

Volgende stedenbouwkundige last wordt opgelegd:

        Sloop van de loods opgetrokken in betonplaten met een oppervlakte van 233 m² en een volume van 1171 m³ en inzaaien van de vrijgekomen oppervlakte met gras.

        De opgelegde last moet uitgevoerd worden binnen het jaar na afgifte van de vergunning.

        De financiële waarborg voor de stedenbouwkundige lasten luidt als volgt:

conform het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning artikel 77 §1 dient de houder van de vergunning een financiële waarborg aan het lokaal bestuur van Deerlijk te verlenen alvorens met de uitvoering van de vergunning gestart wordt. De waarborg ten bedrage van 4.520 euro wordt geleverd via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas met het lokaal bestuur Deerlijk als begunstigde of door de financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.

Zodra de sloop en het inzaaien uitgevoerd is, dient dit aan de hand van 5 foto’s gemeld te worden aan het lokaal bestuur via omgeving@deerlijk.be met vermelding van het dossiernummer van de vergunning en de gestructureerde mededeling van de overschrijving naar de Deposito- en Consignatiekas opdat de waarborg vrijgegeven kan worden

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

     Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 mei 1966 door het college van burgemeester en schepenen voor het vernieuwen van het dak van de koterij.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 mei 1997  door het college van burgemeester en schepenen voor het vellen van 8 bomen.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 8445 m² en is gelegen langs de Gaaistraat op ongeveer 1400 m ten noordwesten van de kern van Sint-Lodewijk. De Gaaistraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een vrij landelijke en smalle weg geflankeerd met weiland en hier en daar bebouwing.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een hoeve bestaande uit een woning met losse stallen/schuurtjes gegroepeerd rondom het erf. De woning bestaat uit 1 bouwlaag met een hellend dak, volledig opgetrokken in metselwerk en rode pannen. De bijgebouwen rondom het erf bestaan uit 1 bouwlaag met eveneens een hellend dak, enkel de loods ten noordoosten van de stal is opgetrokken in betonplaten en heeft een hogere kroonlijst dan de bestaande bebouwing.

De omgeving is een landelijke, agrarische omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op een pand dat opgenomen is in de inventaris van het bouwkundig erfgoed.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het wijzigen van de functie van een landbouwsite naar residentieel wonen met bijgebouwen. De landbouwsite bestaat uit een landbouwwoning en verschillende bijgebouwen. De site heeft een bebouwde oppervlakte van 650 m² en wordt op vandaag niet meer bewoond. De voormalige hoeve is reeds sinds lange tijd niet meer in gebruik als landbouwbedrijf, waardoor de eigenaars de functie wensen te wijzigen naar zonevreemde woning met bijgebouwen. Er wordt voorgesteld om de loods ten noorden, gekoppeld aan een voormalige berging, als last te slopen. De bestaande beplanting en verharding op het terrein blijft ongewijzigd.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 12 april 2024 tot 11 mei 2024. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er 2 bezwaarschriften ingediend.

 

De ingediende bezwaren kunnen als volgt samengevat worden:

Burgerrechtelijk bezwaar:

        De indiener van het bezwaarschrift verzet zich tegen de stedenbouwkundige aanvraag vanwege zijn/haar rechten.  Hoewel de geschillenbeslechting over burgerlijke rechten niet tot de vergunningverlenende overheid behoort, kan deze wel vaststellingen doen over erkende burgerlijke rechten of die zijn vastgesteld in een akte met bewijskracht.

Stedenbouwkundige bezwaren:

 

  1. Functiewijziging naar residentieel wonen kan niet doorgevoerd worden gezien niet voldaan aan de basisvoorwaarden van artikel 4.4.23 VCRO.

     De functiewijziging naar residentieel wonen is in de feiten al doorgevoerd sinds 2018 (in het bezwaar aangetoond aan de hand van foto’s, verwijzingen op het plan bestaande toestand) waardoor het hoofdzakelijk vergund karakter van de gebouwen op het moment van de aanvraag ter discussie staat en artikel 2 § 2 van het zonevreemde functiewijzigingsbesluit bijgevolg niet mogelijk is. De rechtspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen bevestigt dit: als de woning al een residentiële functie heeft op het moment van de aanvraag, kan de vergunningverlenende overheid alleen vaststellen dat ze niet bevoegd is om een vergunning tot functiewijziging te verlenen en moet ze de aanvraag weigeren.

     De aanvraag beantwoordt niet aan de voorwaarden van artikel 4.4.23 VCRO 1° b) gezien een deel van het gebouwencomplex volgens bezwaarindiener verkrot is (in het bezwaar aangetoond aan de hand van het schattingsverslag, fotomateriaal en een brief van de gemeente uit 2019 met de melding dat de gebouwen op de inventaris van verwaarloosde gebouwen komt).

 

  1. Onduidelijkheid en Onvolledigheid van de aanvraag:

     De aanvraag is onduidelijk en misleidend omdat voor elk bijgebouw dat niet wordt gesloopt, volgens de info uit het omgevingsloket, de functie wijzigt naar “eengezinswoning”. Artikel 4.4.12 VCRO bepaalt echter dat er hoogstens sprake kan zijn van één (residentiële) eengezinswoning op het terrein. Op het nieuwe inplantingsplan worden de bijgebouwen aangeduid als “woningbijgebouwen”, maar de specifieke functie van elk woningbijgebouw ontbreekt. Dit opent de deur voor mogelijke misbruiken, zoals het gebruik als diensten- of handelsfunctie.  Bovendien ontbreekt een indeling van de bestaande woning op het plan.

     Bepaalde bestaande constructies, zoals een oud kippenhok en een oud ovenbuur, zijn niet aangeduid op het inplantingsplan.

     Een aanvraag op het plan van de bestaande toestand moet alle constructies bevatten, waardoor de aanvraag onvolledig en misleidend is. Een vergunning is onwettig als deze is gebaseerd op onvolledige gegevens of een onjuiste voorstelling van de feitelijke elementen van de zaak.

 

  1. Algehele Strijdigheid met de Goede Ruimtelijke Ordening, waaronder negatieve bodem- en watertoets:

     Watertoets: Er zijn geen gegevens verstrekt over de watertoets. De Hemelwaterverordening van 2023 streeft naar ontharding, maar er zijn geen cijfers over hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen of buffervolumes in de aanvraag. Hierdoor is de aanvraag onvolledig.

     Redenen voor Niet-Actief Landbouwbedrijf: De aangevoerde redenen waarom het landbouwbedrijf niet langer actief zou zijn, zijn niet overtuigend. Het is belangrijk dat bestaande landbouwbedrijven, zelfs als ze kleiner zijn, kunnen blijven bestaan in agrarisch gebied. Er zijn voldoende landbouwgronden in de directe omgeving en er zijn geen Habitatrichtlijngebieden of VEN-gebieden in de buurt. Het stikstofvraagstuk speelt minder omdat de zonevreemde functiewijzigingen onder uitzonderingsbepalingen vallen en restrictief moeten worden geïnterpreteerd.

 

  1. Adviezen

 

Het Departement Landbouw en Visserij werd om advies verzocht op 4 april 2024.  De adviesinstantie bracht op 24 mei 2024 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

“De aanvraag is gelegen in agrarisch gebied met verspreide bebouwing. De aanvraag betreft de functiewijziging van landbouwwoning naar zonevreemde woning met woningbijgebouw en het slopen van een verouderde loods.

Voor een functiewijziging van landbouw naar residentieel wonen dient het Agentschap Landbouw en Zeevisserij na te gaan in hoeverre dergelijke functiewijziging hier functioneel inpasbaar is. De omvorming van landbouw- naar zonevreemde site kan een directe aantasting van de aanwezige agrarische structuur betekenen en kan een (negatieve) impact hebben op vergunningen en ontwikkelingen van nabijgelegen landbouwbedrijven. Dergelijke functiewijziging is geen recht, maar een gunst die slechts uitzonderlijk kan worden toegekend. Het omvormen van dergelijke sites met landbouwpotentieel, gelegen binnen een goed gestructureerd landbouwgebied, staat haaks op het Vlaams beleid geformuleerd in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Er moet zodoende zeer terughoudend worden omgegaan met het omvormen van landbouwsites naar een zonevreemde toestand (zie ook omzendbrief RO 2017/01 voor meer duiding hieromtrent).

De aanvraagsite beschikt over beperkte bebouwing en de landbouwactiviteit ter plaatse werd reeds stopgezet in 2002. In de omgeving van de aanvraagsite is er al veel residentiële bebouwing aanwezig, 24 residentiële sites binnen een straal van 300 m, 99 in een straal van 500 m. Op beperkte afstand ten oosten is er een industriegebied gelegen, ten westen een woongebied met landelijk karakter. Hierdoor is 66 % van de omliggende percelen in een straal van 500 m in professioneel landbouwgebruik. In de onmiddellijke omgeving van de aanvraagsite zijn er geen professionele veeteeltbedrijven gelegen die een negatieve impact zullen ondervinden van de bijkomende zonevreemdheid. De aanwezige bedrijfsbebouwing heeft een beperkt landbouwpotentieel.

Gezien deze specifieke ruimtelijke situatie kan het Agentschap Landbouw en Zeevisserij akkoord gaan met de omvorming tot residentiële site.
Het slopen van de loods draagt bij aan de ontharding van de open ruimte en is bijgevolg aanvaardbaar. Het Agentschap Landbouw en Visserij merkt op dat er geen volumegegevens werden bezorgd over de overige bijgebouwen, en is van mening dat het te behouden gebouwenvolume aan bijgebouwen ifv een particulier gebruik ondergeschikt zou moeten zijn aan het max. toegestane woonvolume (in principe is dit 1000 m³).
Het aangrenzend agrarisch gebied mag niet bijkomend aangesneden worden in functie van de residentiële functie (o.a. vertuining).
Onder deze voorwaarden kan het Agentschap Landbouw en Zeevisserij akkoord gaan met gevraagde functiewijziging.”

 

De Deputatie, Dienst Waterlopen werd om advies verzocht op 4 april 2024.  De adviesinstantie liet op 5 april 2024 weten geen advies te zullen uitbrengen gezien de aanvraag louter een functiewijziging en sloop betreft en er dus geen nadelige effecten te verwachten zijn op het bestaande watersysteem.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meebepaald aan de voorschriften van het agrarisch gebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 11.4.1. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.

Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften.

Functiewijziging landbouwwoning en -bijgebouwen naar residentieel wonen

Met toepassing van artikel 4.4.23 van de Vlaamse de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 ‘tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen’  mag het vergunningverlenende bestuursorgaan bij het verlenen van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een vergunningsplichtige functiewijziging van een gebouw of een gebouwencomplex afwijken van de bestemmingsvoorschriften, voor zover voldaan is aan beide hiernavolgende vereisten:

1. Het gebouw of het gebouwencomplex beantwoordt op het ogenblik van de aanvraag aan alle hiernavolgende vereisten:

     het gebouw of de gebouwen of het gebouwencomplex bestaat;

     het gebouw of het gebouwencomplex is niet verkrot;

     het gebouw of het gebouwencomplex is hoofdzakelijk vergund;

     het gebouw of het gebouwencomplex is niet gelegen in: ruimtelijk kwetsbare gebieden, met uitzondering van parkgebieden en agrarische gebieden met ecologisch belang of ecologische waarde of in recreatiegebieden, zijnde de als dusdanig door een plan van aanleg aangewezen gebieden, en de gebieden geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan die onder de categorie van gebiedsaanduiding “recreatie” sorteren.

2. De functiewijziging komt voor op een door de Vlaamse Regering vast te stellen lijst, waarin nadere regels en bijkomende voorwaarden voor de betrokken wijzigingen van gebruik, kunnen worden bepaald.

De woning is niet verkrot, de woning is hoofdzakelijk vergund. De functiewijziging van landbouwwoning naar residentieel wonen komt voor op de lijst van zonevreemde functiewijzigingen en kan dus juridisch aanvaard worden.

 

Met toepassing van artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de zonevreemde functiewijziging kan een vergunning worden verleend voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een eventueel leegstaand landbouwbedrijf, met als nieuw gebruik uitsluitend wonen, voor zover aan al de volgende voorwaarden voldaan is:

        1° de bedrijfswoning en de fysiek aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij de bedrijfswoning, krijgen als nieuw gebruik wonen, met uitsluiting van meergezinswoningen maar met inbegrip van tijdelijke verblijfsgelegenheden op voorwaarde dat landbouw als nevenbestemming nog aanwezig blijft;

        2° de bedrijfsgebouwen van het landbouwbedrijf mogen niet afgesplitst worden van de bedrijfswoning en kunnen alleen een nieuw gebruik krijgen als woningbijgebouwen, of als accommodatie voor tijdelijke verblijfsgelegenheden, op voorwaarde dat landbouw als nevenbestemming nog aanwezig blijft.

 

De functiewijziging van hoeve naar residentieel woning voldoet aan deze voorwaarden en kan juridisch aanvaard worden.

 

Overeenkomstig artikel 75 §1, lid 2, 4° van het omgevingsvergunningsdecreet moet de bevoegde overheid bij de afgifte van een omgevingsvergunning een last opleggen wanneer het gaat om omgevingsvergunningsaanvragen waarbij toepassing gemaakt wordt van de volgende afwijkingsregels van stedenbouwkundige voorschriften van titel 4, hoofdstuk 4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:

  1. De afwerkingsregel conform artikel 4.4.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

  1. De basisrechten van zonevreemde constructies conform artikelen 4.4.10 tem 4.4.20 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
  2. De zonevreemde functiewijzigingen conform artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Gaaistraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

Het betrokken goed is volgens de fluviale en pluviale overstromingskaart gelegen in een zone met middelgrote overstromingskans.

De voorliggende aanvraag heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte. De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag betreft het wijzigen van een professionele landbouwsite naar zonevreemde woning met bijgebouwen.

Hoewel de aanvraag geen betrekking meer heeft op professionele activiteiten of para-agrarische activiteiten, is het wijzigen van de functie naar zonevreemde woning in deze lokale ruimtelijke agrarische situatie aanvaardbaar. De nieuwe functie veroorzaakt geen schade aan de externe landbouwstructuren en de aanwezige agrarische dynamiek.
 

Inplanting, bouwvolume en verschijningsvorm:

De aanvraag betreft het wijzigen van de functie. De inplanting, het volume en de verschijningsvorm blijven ongewijzigd. 

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functiewijziging van landbouwbedrijf naar eengezinswoning heeft als gevolg dat de verkeersaantrek zal afnemen, waardoor de impact kleiner zal zijn dan voordien.

 

Conclusie

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Alle ingediende bezwaarschriften zijn tijdig ingediend. De beide bezwaren zijn identiek waardoor bijgevolg slechts één bezwaarschrift ontvankelijk verklaard wordt.

 

Omtrent het ingediende bezwaarschrift wordt voorgesteld volgend standpunt in te nemen:

Burgerrechtelijk bezwaar:

        De indiener van het bezwaarschrift verzet zich tegen de stedenbouwkundige aanvraag vanwege zijn/haar rechten. Hoewel de geschillenbeslechting over burgerlijke rechten niet tot de vergunningverlenende overheid behoort, kan deze wel vaststellingen doen over erkende burgerlijke rechten of die zijn vastgesteld in een akte met bewijskracht.

Behandeling bezwarend element:

De vergunningverlenende overheid spreekt zich, gelet op de bepalingen van art. 4.2.22, niet uit over burgerrechtelijke discussies. Stedenbouwkundige vergunningen worden immers verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten. Dit onderdeel van het bezwaar is ongegrond.

 

Stedenbouwkundige bezwaren:

  1. Functiewijziging naar residentieel wonen kan niet doorgevoerd worden gezien niet voldaan aan de basisvoorwaarden van artikel 4.4.23 VCRO.

     De functiewijziging naar residentieel wonen is in de feiten al doorgevoerd sinds 2018 (in het bezwaar aangetoond aan de hand van foto’s, verwijzingen op het plan bestaande toestand) waardoor het hoofdzakelijk vergund karakter van de gebouwen op het moment van de aanvraag ter discussie staat en artikel 2 § 2 van het zonevreemde functiewijzigingsbesluit bijgevolg niet mogelijk is. De rechtspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen bevestigt dit: als de woning al een residentiële functie heeft op het moment van de aanvraag, kan de vergunningverlenende overheid alleen vaststellen dat ze niet bevoegd is om een vergunning tot functiewijziging te verlenen en moet ze de aanvraag weigeren.

     De aanvraag beantwoordt niet aan de voorwaarden van artikel 4.4.23 VCRO 1° b) gezien een deel van het gebouwencomplex volgens bezwaarindiener verkrot is (in het bezwaar aangetoond aan de hand van het schattingsverslag, fotomateriaal en een brief van de gemeente uit 2019 met de melding dat de gebouwen op de inventaris van verwaarloosde gebouwen komt).

Behandeling bezwarende elementen:

Het bezwaarschrift geeft melding van twijfel aan de hoofdzakelijk vergunde toestand (4.4.23. 1° c) en aan de al dan niet verkrotte toestand (4.4.23. 1° b).

        Art. 4.4.23. 1c – al dan niet hoofdzakelijk vergunde toestand

Om de vergunde toestand te bepalen wordt in het bezwaarschrift naast de VCRO 4.4.23 verwezen naar art. 2 §2 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen.
De laatst gekende vergunde toestand is die van landbouwwoning. De laatste (residentiële?) bewoning dateert van 28 september 2022. Op vandaag wordt de site niet bewoond en is de functiewijziging naar residentieel wonen (nog) niet gerealiseerd. Gezien de leegstand is er geen gebruik dat verschilt van de vergunde functie (landbouw). In de wetgeving is er geen voorwaarde dat het landbouwbedrijf (nog) actief moet uitgebaat worden, enkel dat de functie ‘landbouw’ vergund moet zijn en dat het gebouw niet verkrot kan zijn. Een vroegere (illegale) bewoning wijzigde de functie niet. Uit deze motivatie blijkt duidelijk dat er voldaan wordt aan de basisvoorwaarde van art. 4.4.23 VCRO.
Op 17 mei 2024 bekrachtigde de Vlaamse Regering het Verzameldecreet Omgeving. Hierin zit onder meer de regularisatiemogelijkheid voor zonevreemde functiewijzigingen bij reeds gerealiseerde functiewijzigingen vervat. Echter verscheen het verzameldecreet op vandaag nog niet in het Belgisch Staatsblad, waardoor deze nog niet van kracht is.

Dit onderdeel van het bezwaarschrift is ongegrond.

 

        Art. 4.4.23. 1b – al dan niet verkrotte toestand

N.a.v. de argumentatie dat de gebouwen deels verkrot zijn, werd de bouwheer gevraagd het dossier aan te vullen met een stabiliteitsonderzoek opgemaakt door ir-architect P. De Rynck. Op 12 juni 2024 werd een PV van vaststelling opgemaakt waaruit het volgende blijkt:

        De woning is structureel in goede staat.

        De stal + loods vertonen geen stabiliteitsproblemen.

        De varkensstal vertoont geen stabiliteitsproblemen.

        De garages zijn structureel niet meer geschikt voor renovatie of hergebruik en enkel geschikt voor afbraak.

Dit onderdeel van het bezwaarschrift is deels gegrond. De functiewijziging van de garages naar woningbijgebouw wordt uitgesloten van vergunning. Dit impliceert dat de garages gesloopt moeten worden zoals beschreven in het PV van vaststelling, opgemaakt door ir-architect P. De Rynck op 12 juni 2024.

 

  1. Onduidelijkheid en onvolledigheid van de aanvraag:

     De aanvraag is onduidelijk en misleidend omdat voor elk bijgebouw dat niet wordt gesloopt, volgens de info uit het omgevingsloket, de functie wijzigt naar “eengezinswoning”. Artikel 4.4.12 VCRO bepaalt echter dat er hoogstens sprake kan zijn van één (residentiële) eengezinswoning op het terrein. Op het nieuwe inplantingsplan worden de bijgebouwen aangeduid als “woningbijgebouwen”, maar de specifieke functie van elk woningbijgebouw ontbreekt. Dit opent de deur voor mogelijke misbruiken, zoals het gebruik als diensten- of handelsfunctie.  Bovendien ontbreekt een indeling van de bestaande woning op het plan.

     Bepaalde bestaande constructies, zoals een oud kippenhok en een oud ovenbuur, zijn niet aangeduid op het inplantingsplan.

     Een aanvraag op het plan van de bestaande toestand moet alle constructies bevatten, waardoor de aanvraag onvolledig en misleidend is. Een vergunning is onwettig als deze is gebaseerd op onvolledige gegevens of een onjuiste voorstelling van de feitelijke elementen van de zaak.

 

Behandeling bezwarende elementen:

        Het ontwerp nieuwe toestand voorziet 1 woning, een aan de woning gebouwd woningbijgebouw en 3 losstaande woningbijgebouwen. Het eigenlijke gebruik van deze woningbijgebouwen wordt niet nader bepaald. Het is helemaal niet duidelijk wat de indiener van het bezwaarschrift bedoelt met de verwijzing naar art. 4.4.12. VCRO. Op basis van de plannen is heel duidelijk dat er na vergunning 1 zonevreemde woning met 4 bijgebouwen voorzien wordt. De VCRO bevat geen definitie van de term woningbijgebouw. De rechtspraak verstaat hieronder: een gebouw dat behoort bij een woning en waarin ondergebracht wordt wat daar niet geplaatst kan worden of op zijn plaats is, een voor de residentiële functie dienstig bijgebouw (RvS 1 juni 2011, nr. 213.631 [bron] en RvVb 10 maart 2015, nr.  A/2015/0134). De bestemming woningbijgebouw is maw duidelijk genoeg.  Mocht de eigenaar de functie van de bijgebouwen wijzigen, is dit steeds vergunningsplichtig.
Dit onderdeel van het bezwaarschrift is ongegrond.

        Bij het indienen van een aanvraag wordt verwacht dat de bestaande toestand correct weergegeven wordt. Noch op het plan van de bestaande toestand, noch op het plan nieuwe toestand worden de opgesomde bijgebouwen (kippenhoek, ovenbuur) weergegeven. Het spreekt voor zich dat, gezien deze bijgebouwen niet op plan aanwezig zijn, er ook geen rechten kunnen uit geput worden.

Dit onderdeel van het bezwaarschrift is ongegrond.

 

  1. Algehele Strijdigheid met de goede ruimtelijke ordening, waaronder negatieve bodem- en watertoets:

     Watertoets: Er zijn geen gegevens verstrekt over de watertoets. De Hemelwaterverordening van 2023 streeft naar ontharding, maar er zijn geen cijfers over hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen of buffervolumes in de aanvraag. Hierdoor is de aanvraag onvolledig.

     Redenen voor niet-actief landbouwbedrijf: De aangevoerde redenen waarom het landbouwbedrijf niet langer actief zou zijn, zijn niet overtuigend. Het is belangrijk dat bestaande landbouwbedrijven, zelfs als ze kleiner zijn, kunnen blijven bestaan in agrarisch gebied. Er zijn voldoende landbouwgronden in de directe omgeving en er zijn geen habitatrichtlijngebieden of VEN-gebieden in de buurt. Het stikstofvraagstuk speelt minder omdat de zonevreemde functiewijzigingen onder uitzonderingsbepalingen vallen en restrictief moeten worden geïnterpreteerd.

 

Behandeling bezwarende elementen:

        Watertoets:

Art. 4 van de hemelwaterverordening geeft aan dat het besluit van toepassing is op:

1° overdekte constructies bouwen of herbouwen, bestaande overdekte constructies verbouwen met werken aan de afwatering of uitbreiden;
2° verhardingen aanleggen, heraanleggen of uitbreiden;
3° het aanleggen van een afwatering voor de constructies of de verhardingen vermeld in punt 1° of 2°, waarvan het hemelwater voorheen op natuurlijke wijze in de bodem infiltreerde. 

Gezien de aanvraag enkel een functiewijziging betreft, is de hemelwaterverordening niet van toepassing.

Dit onderdeel van het bezwaarschrift is ongegrond.

        Redenen voor niet-actief landbouwbedrijf:
Het Departement Landbouw en Visserij gaat in zijn advies na of de site al dan niet nog geschikt is voor landbouwactiviteiten. Uit het advies blijkt dat de aanvraagsite over beperkte bebouwing beschikt en de landbouwactiviteit ter plaatse reeds stopgezet werd in 2002. In de omgeving van de aanvraagsite is er al veel residentiële bebouwing aanwezig, 24 residentiële sites binnen een straal van 300 m, 99 in een straal van 500 m. Op beperkte afstand ten oosten is er een industriegebied gelegen, ten westen een woongebied met landelijk karakter. Hierdoor is 66 % van de omliggende percelen in een straal van 500 m in professioneel landbouwgebruik. In de onmiddellijke omgeving van de aanvraagsite zijn er geen professionele veeteeltbedrijven gelegen die een negatieve impact zullen ondervinden van de bijkomende zonevreemdheid. De aanwezige bedrijfsbebouwing heeft een beperkt landbouwpotentieel.

Uit deze motivatie blijkt dat er voldoende motivatie is om de landbouwactiviteiten niet verder te zetten en dat de site omgevormd kan worden tot een residentiële site.

Dit onderdeel van het bezwaarschrift is ongegrond.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Departement landbouw en visserij werd om advies verzocht op 4 april 2024. De adviesinstantie bracht op 24 mei 2024 een voorwaardelijk gunstig advies uit.

Het slopen van de loods draagt bij aan de ontharding van de open ruimte en is bijgevolg aanvaardbaar. Het Agentschap Landbouw en Visserij merkt op dat er geen volumegegevens werden bezorgd over de overige bijgebouwen, en is van mening dat het te behouden gebouwenvolume aan bijgebouwen ifv een particulier gebruik ondergeschikt zou moeten zijn aan het max. toegestane woonvolume (in principe is dit 1000 m³).

De volgende voorwaarden worden opgelegd:

Het aangrenzend agrarisch gebied mag niet bijkomend aangesneden worden in functie van de residentiële functie (o.a. vertuining).

Gelet op de specifieke problematiek en de kennis ter zake dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het advies stipt nageleefd moeten worden.

 

De provinciale dienst waterlopen stelde dat er geen nadelige effecten te verwachten zijn op het bestaande watersysteem waardoor een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.14 Stedenbouwkundige lasten

Overeenkomstig artikel 75 §1, lid 2, 4° van het omgevingsvergunningsdecreet moet de bevoegde overheid, bij de afgifte van een omgevingsvergunning, een last opleggen wanneer het gaat om omgevingsvergunningsaanvragen waarbij toepassing gemaakt wordt van de volgende afwijkingsregels van stedenbouwkundige voorschriften van titel 4, hoofdstuk 4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:

  1. De afwerkingsregel conform artikel 4.4.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

  1. De basisrechten van zonevreemde constructies conform artikelen 4.4.10 tem 4.4.20 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
  2. De zonevreemde functiewijzigingen conform artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;

Deze last vindt zijn oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de omgevingsvergunning uit de vergunning haalt en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich neemt.

De voorliggende vergunningsaanvraag maakt toepassing van de basisrechten voor zonevreemde functiewijzigingen conform artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening waardoor een stedenbouwkundige last opgelegd dient te worden.

Aangezien het bestuur niet beschikt over een stedenbouwkundige verordening voor het heffen van een financiële last, dient een last in natura opgelegd te worden.

In het dossier werd een voorstel van last in natura overgemaakt door de aanvrager. Er werd voorgesteld om de loods ten noorden van de berging, te slopen als last. Deze loods beschikt niet over de elementaire eisen van stabiliteit, heeft een oppervlakte van 233 m² en een volume van 1171 m³, waardoor met deze last kan akkoord gegaan worden. 

Bijgevolg wordt voorgesteld volgende lasten in natura op te leggen:

        Sloop van de loods opgetrokken in betonplaten met een oppervlakte van 233 m² en een volume van 1171 m³ en inzaaien van de vrijgekomen oppervlakte met gras.

De opgelegde last moet uitgevoerd worden binnen het jaar na afgifte van de vergunning.

Voor de uitvoering van de last in natura wordt bij de afgifte van de vergunning eveneens een waarborg opgenomen. De waarborg dekt de volledige geraamde kostprijs van de lasten.  Als de uitvoering van diverse lasten financieel wordt gewaarborgd, dient één waarborg voor de totaliteit van de lasten in kwestie gehanteerd te worden, waarbij aangegeven wordt welk waarborggedeelte betrekking heeft op elke last afzonderlijk.

De financiële waarborg wordt geraamd op 4.520 euro voor het slopen van de loods en het inzaaien met gras.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Jeroen Millecamps en mevrouw Lien Vandendriessche wonende Rollegemseweg 47 te 8510 Kortrijk, voor het wijzigen van de functie van landbouwwoning naar zonevreemde woning met woningbijgebouw en slopen verouderde loods, op een perceel gelegen Gaaistraat 12 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 662 A, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De garages, aangeduid in het PV van vaststelling opgemaakt door ir-architect P. De Rynck, worden gesloopt binnen het jaar na afgifte van de vergunning.

        Het advies van de afdeling landbouw en visserij na te leven, in het bijzonder de specifieke voorwaarde die stelt dat het aangrenzend agrarisch gebied niet bijkomend mag aangesneden worden in functie van de residentiële functie (o.a. vertuining).

 

Artikel 2

 

Volgende stedenbouwkundige last wordt opgelegd:

        Sloop van de loods opgetrokken in betonplaten met een oppervlakte van 233 m² en een volume van 1171 m³ en inzaaien van de vrijgekomen oppervlakte met gras.

        De opgelegde last moet uitgevoerd worden binnen het jaar na afgifte van de vergunning.

        De financiële waarborg voor de stedenbouwkundige lasten luidt als volgt:

Conform het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning artikel 77 §1 dient de houder van de vergunning een financiële waarborg aan het lokaal bestuur van Deerlijk te verlenen alvorens met de uitvoering van de vergunning gestart wordt. De waarborg ten bedrage van 4.520 euro wordt geleverd via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas met het lokaal bestuur Deerlijk als begunstigde of door de financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.

Zodra de sloop en het inzaaien uitgevoerd is, dient dit aan de hand van 5 foto’s gemeld te worden aan het lokaal bestuur via omgeving@deerlijk.be met vermelding van het dossiernummer van de vergunning en de gestructureerde mededeling van de overschrijving naar de Deposito- en Consignatiekas opdat de waarborg vrijgegeven kan worden.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.12. OMV 2024_53 - Heestertstraat 39 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het wijzigen van de functie van landbouwwoning naar woning, op een perceel gelegen Heestertstraat 39 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 450 L, aangevraagd door Tim Windels - Charlotte Vandenbussche wonende Pottelberg 179 te 8510 Kortrijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  10 juli 2024.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De bestaande footprint van de site moet behouden blijven en mag niet vergroot worden door het bijkomend aansnijden van de agrarische zone om de tuinzone te vergroten.

        De aanvragers zijn van Carisphar dat instaat voor het administratief en commercieel beheer van 1 of meerdere apotheken. Bij aanpassingen aan de bebouwing moet de zonevreemde wetgeving gerespecteerd worden.

Volgende stedenbouwkundige last wordt opgelegd:

        Sloop van de kippenstal met aanpalende berging met een oppervlakte van 204,46 m² en een volume van 491,34 m³ en inzaaien van de vrijgekomen oppervlakte met gras.

        De opgelegde last moet uitgevoerd worden binnen het jaar na afgifte van de vergunning.

        De financiële waarborg voor de stedenbouwkundige lasten luidt als volgt:

Conform het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning artikel 77 §1 dient de houder van de vergunning een financiële waarborg aan het lokaal bestuur van Deerlijk te verlenen alvorens met de uitvoering van de vergunning gestart wordt. De waarborg ten bedrage van 5.245 euro wordt geleverd via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas met het lokaal bestuur Deerlijk als begunstigde of door de financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.

Zodra de sloop en het inzaaien uitgevoerd is, dient dit aan de hand van 5 foto’s gemeld te worden aan het lokaal bestuur via omgeving@deerlijk.be met vermelding van het dossiernummer van de vergunning en de gestructureerde mededeling van de overschrijving naar de Deposito- en Consignatiekas opdat de waarborg vrijgegeven kan worden.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

     Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 16 april 1959 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een afdak voor berging van landbouwvoertuigen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 oktober 1959 door het college van burgemeester en schepenen voor het vervangen van een vochtige muur door loggia (3 m x 0,9 m).

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 september 1972 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bergplaats.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        milieuvergunning afgeleverd op 10 oktober 1990 door het college van burgemeester en schepenen voor aktename ingedeelde inrichting klasse 2.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 24 oktober 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor het rooien van een dode lindeboom.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 3040 m² en is gelegen langs de Heestertstraat op ongeveer 300 m ten noordoosten van de kern van Sint-Lodewijk. De Heestertstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een vrij landelijke en smalle weg geflankeerd met lintbebouwing.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich het woongebouw met aanpalende bergingen en stalling, een vrijstaande kippenloods met berging en stalling, een loods en garage aangebouwd aan elkaar. Het gebouwencomplex heeft een semi-gesloten opstelling.

De omgeving is een landelijke, agrarische omgeving en bevindt zich aan de rand van het dorp Sint Lodewijk en vormt de overgang tussen het woonlint en het achterliggende open, licht golvend landschap. De woonfunctie bestaat enkel uit eengezinswoningen. De hoeve bevindt zich op de grens tussen de dorpskern en de open ruimte. De Heestertstraat versmalt ter hoogte van de hoeve tot een landelijk pad. De hoeve ligt wat teruggetrokken van de straat. Het wonen in de omgeving bestaat uitsluitend uit eengezinswoningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het wijzigen van de functie van een landbouwsite naar residentieel wonen met bijgebouwen. De landbouwsite bestaat uit een landbouwwoning en verschillende bijgebouwen. De site heeft een bebouwde oppervlakte van +/- 560 m² en wordt op vandaag niet meer bewoond. De voormalige hoeve is reeds sinds lange tijd niet meer in gebruik als landbouwbedrijf waardoor de eigenaars de functie wensen te wijzigen naar zonevreemde woning met bijgebouwen. Er wordt voorgesteld om de kippenstal ten oosten, als last te slopen. De bestaande beplanting en verharding op het terrein blijft ongewijzigd.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 3 mei 2024 tot 1 juni 2024. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Agentschap Landbouw en Visserij werd om advies verzocht op 24 april 2024. De adviesinstantie bracht op 5 juni 2024 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

“Gelet op de ligging van de site is een functiewijziging van landbouw naar zonevreemd wonen aanvaardbaar voor het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. Bijgevolg wordt een gunstig advies verleend voor de gevraagde functiewijziging, op voorwaarde dat de bijgebouwen uitsluitend gebruikt worden als woningbijgebouw. Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij wenst hierbij op te merken dat de aanvragers zaakvoerders zijn van Carisphar dat instaat voor het administratief en commercieel beheer van 1 of meerdere apotheken. Bij aanpassingen aan de bebouwing moet de zonevreemde wetgeving gerespecteerd worden. De bestaande footprint van de site moet behouden blijven en mag niet vergroot worden door het bijkomend aansnijden van de agrarische zone om de tuinzone te vergroten.

In kader van de algemene beleidsdoelstelling om te ontharden in het buitengebied en gelet op het instrument lasten vraagt het agentschap om alle niet strikt noodzakelijke verharding op de site te verwijderen. In datzelfde kader vraagt het Agentschap Landbouw en Zeevisserij ook om de niet meer functionele halfopen landbouwloods te verwijderen. Er bestaat nl. geen juridische basis om een veldschuur naar woningbijgebouw om te vormen. Dit werd ook bevestigd in het arrest RvVb-A-2334-0207 d.d. 16/11/2023. Het arrest stelt dat een veldschuur niet aanzien kan worden als een volwaardig gebouw en dat bijgevolg de functiewijziging naar woningbijgebouw geen juridische grondslag kent. Bovendien blijft er o.i. voldoende volume over aan woningbijgebouwen in functie van het zonevreemd wonen.”

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meebepaald aan de voorschriften van het agrarisch gebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 11.4.1. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:

Agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.

Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 m en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

De aanvraag heeft geen betrekking op een professioneel uitgebaat volwaardig landbouwbedrijf zodat de aanvraag afwijkt van het gewestplan.

Functiewijziging landbouwwoning en -bijgebouwen naar residentieel wonen

Met toepassing van artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 ‘tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen’  mag het vergunningverlenende bestuursorgaan bij het verlenen van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een vergunningsplichtige functiewijziging van een gebouw of een gebouwencomplex afwijken van de bestemmingsvoorschriften, voor zover voldaan is aan beide hiernavolgende vereisten:

1. Het gebouwen of het gebouwencomplex beantwoord op het ogenblik van de aanvraag aan alle hiernavolgende vereisten:

     het gebouw of de gebouwen of het gebouwencomplex bestaat;

     het gebouw of het gebouwencomplex is niet verkrot;

     het gebouw of het gebouwencomplex is hoofdzakelijk vergund;

     het gebouw of het gebouwencomplex is niet gelegen in: ruimtelijk kwetsbare gebieden, met uitzondering van parkgebieden en agrarische gebieden met ecologisch belang of ecologische waarde of in recreatiegebieden, zijnde de als dusdanig door een plan van aanleg aangewezen gebieden, en de gebieden geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan die onder de categorie van gebiedsaanduiding “recreatie” sorteren.

2. De functiewijziging komt voor op een door de Vlaamse Regering vast te stellen lijst, waarin nadere regelen en bijkomende voorwaarden voor de betrokken wijzigingen van gebruik kunnen worden bepaald.

De woning is niet verkrot, de woning is hoofdzakelijk vergund. De functiewijziging van landbouwwoning naar residentieel wonen komt voor op de lijst van zonevreemde functiewijzigingen en kan dus juridisch aanvaard worden.

 

Met toepassing van artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de zonevreemde functiewijziging kan een vergunning worden verleend voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een eventueel leegstaand landbouwbedrijf, met als nieuw gebruik uitsluitend wonen, voor zover aan al de volgende voorwaarden voldaan is:

        1° de bedrijfswoning en de fysiek aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij de bedrijfswoning, krijgen als nieuw gebruik wonen, met uitsluiting van meergezinswoningen maar met inbegrip van tijdelijke verblijfsgelegenheden, op voorwaarde dat landbouw als nevenbestemming nog aanwezig blijft;

        2° de bedrijfsgebouwen van het landbouwbedrijf mogen niet afgesplitst worden van de bedrijfswoning en kunnen alleen een nieuw gebruik krijgen als woningbijgebouwen, of als accommodatie voor tijdelijke verblijfsgelegenheden, op voorwaarde dat landbouw als nevenbestemming nog aanwezig blijft.

 

De functiewijziging van hoeve naar residentieel woning voldoet aan deze voorwaarden en kan juridisch aanvaard worden.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Heestertstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

 

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.

De voorliggende aanvraag heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte. De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.  Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Het gebouw waaraan de werken voorzien worden, is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed "Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen: Gemeente Deerlijk" zoals opgemaakt door de Vlaamse Overheid en wordt als volgt beschreven:

“Hoeve "Sint-Columbaveld". Naam refereert naar het "Santa Colommavelt" gelegen ten zuiden van de hoeve en vermeld in het renteboek van de heerlijkheid Assche van 1634.  De Atlas der Buurtwegen (1849) beeldt twee volumes af, vermoedelijk woonhuis met aansluitend nutsgebouwtje. In 1908 wordt de hoeve gedeeltelijk heropgebouwd, zie kadastrale gegevens 'Reconstruction partiale', waarbij de twee bestaande gebouwen vermoedelijk worden uitgebreid en een nieuw volume wordt opgetrokken in het westen. In 1917 wordt het zuidelijke volume opgetrokken.

Nu, hoeve met semigesloten opstelling. Verankerde bakstenen bestanddelen gegroepeerd rondom nieuw aangelegd verhard erf. Erfoprit gemarkeerd door twee bakstenen erfpijlers met ijzeren hek en beschaduwd door linde. Linker erfpijler met driehoekig muurnisje met Heilige Columba.

Ten noorden, boerenhuis van zeven traveeën en één bouwlaag onder pannen zadeldak. Witgeschilderd parement afgelijnd door overhoekse muizentandfries. Getoogde vensters met luiken en ramen met roedeverdeling. Rechthoekige deur met gedeeld bovenlicht.  De vlechtingen in de zijpuntgevel tonen aan dat de woning vergroot werd.

Ten oosten, dwarsschuurtje, eveneens met gewit parement. Ten zuiden wagenhuis met vernieuwd schrijnwerk en dwars stalvleugeltje.”

 

Het pand heeft een middelhoge locuswaarde. Een middelhoge locuswaarde: vertegenwoordigt de gebouwen waarvan de erfgoedwaarde minder hoog is en andere factoren meer doorslaggevend zijn. Gebouwen kunnen grondig verbouwd worden mits behoud van de erfgoedelementen en met een architectuur die deze respecteert. In principe wordt het gebouw niet gesloopt. Sloop kan echter overwogen worden mits een grondige motivatie en een beoordeling van de nieuwbouw. Sloop zonder nieuwbouw is uitgesloten. De omgevingsambtenaar vraagt indien nodig advies aan de kwaliteitscommissie bouwkundig erfgoed bij aanvragen voor grondige verbouwingen. Men streeft voor deze panden naar een behoud van het beeld met inzet van een vrije materiaalkeuze.

Gezien de aanvraag enkel betrekking heeft op het wijzigen van de functie, worden er geen wijzigingen aangebracht aan de erfgoedwaarde. De te slopen kippenstal heeft geen erfgoedwaarde.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag betreft het wijzigen van een professionele landbouwsite naar zonevreemde woning met bijgebouwen.

Hoewel de aanvraag geen betrekking meer heeft op professionele activiteiten of para-agrarische activiteiten, is het wijzigen van de functie naar zonevreemde woning in deze lokale ruimtelijke agrarische situatie aanvaardbaar. De nieuwe functie veroorzaakt geen schade aan de externe landbouwstructuren en de aanwezige agrarische dynamiek.
 

Inplanting, bouwvolume en verschijningsvorm:

De aanvraag betreft het wijzigen van de functie. De inplanting, het volume en de verschijningsvorm blijven ongewijzigd. 

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functiewijziging van landbouwbedrijf naar eengezinswoning heeft als gevolg dat de verkeersaantrek zal afnemen, waardoor de impact kleiner zal zijn dan voordien.

 

Conclusie

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Departement landbouw en visserij bracht een voorwaardelijk gunstig advies uit.  In het advies van de afdeling worden een aantal suggesties geformuleerd voor het toepassen van het instrument lasten, meerbepaald het verwijderen van alle niet strikt noodzakelijke verharding op de site en de niet meer functionele halfopen landbouwloods te verwijderen.

De aanvrager stelt voor om als last de kippenstal met aangebouwd bijgebouw te slopen. Dit voorstel kan bijgetreden worden. Niettegenstaande het Agentschap landbouw en Zeevisserij voorstelt om alle niet noodzakelijke verharding op de site te verwijderen, lijkt in eerste instantie het slopen van de kippenstal een grotere meerwaarde te hebben dan het ontharden van de niet noodzakelijke verharding.
Het Agentschap landbouw en Zeevisserij haalt daarnaast aan dat, gezien er geen juridische basis bestaat om de veldschuur om te vormen tot woningbijgebouw, deze te verwijderen. In een bijkomende schrijven van de bouwheer wordt gemotiveerd dat er geen sprake is van een veldschuur, maar van een loods en dat deze noodzakelijk is als woningbijgebouw.

Gezien lasten in verhouding dienen te staan met het voordeel dat de bouwheer haalt uit de vergunning, wordt op vandaag enkel het slopen van de kippenstal opgelegd. Het bijkomend ontharden en/of verwijderen van de veldschuur zou niet meer in verhouding zijn met de voordelen. In een later stadium kan ontharding en/of verwijderen van de veldschuur nog in overweging genomen worden. 

In navolging van het advies worden de volgende voorwaarden opgelegd:

        De bestaande footprint van de site moet behouden blijven en mag niet vergroot worden door het bijkomend aansnijden van de agrarische zone om de tuinzone te vergroten.

        De aanvragers zijn van Carisphar dat instaat voor het administratief en commercieel beheer van 1 of meerdere apotheken. Bij aanpassingen aan de bebouwing moet de zonevreemde wetgeving gerespecteerd worden.

Gelet op de specifieke problematiek en de kennis ter zake dient opgelegd te worden dat de bovenstaande voorwaarden stipt nageleefd moeten worden.

 

7.14 Stedenbouwkundige lasten

Overeenkomstig artikel 75 §1, lid 2, 4° van het omgevingsvergunningsdecreet moet de bevoegde overheid bij de afgifte van een omgevingsvergunning een last opleggen wanneer het gaat om omgevingsvergunningsaanvragen waarbij toepassing gemaakt wordt van de volgende afwijkingsregels van stedenbouwkundige voorschriften van titel 4, hoofdstuk 4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:

 

  1. De afwerkingsregel conform artikel 4.4.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

  1. De basisrechten van zonevreemde constructies conform artikelen 4.4.10 tem 4.4.20 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
  2. De zonevreemde functiewijzigingen conform artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Deze last vindt zijn oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de omgevingsvergunning uit de vergunning haalt en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich neemt.

De voorliggende vergunningsaanvraag maakt toepassing van de basisrechten voor zonevreemde functiewijzigingen conform artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening waardoor een stedenbouwkundige last opgelegd dient te worden.

Aangezien het bestuur niet beschikt over een stedenbouwkundige verordening voor het heffen van een financiële last, dient een last in natura opgelegd te worden.

In het dossier werd een voorstel van last in natura overgemaakt door de aanvrager. Er werd voorgesteld om de lage kippenstal met aanpalende berging met een oppervlakte van 204,46 m² en een volume van 491,34 m³. Met dit voorstel kan akkoord gegaan worden.

Bijgevolg wordt voorgesteld volgende lasten in natura op te leggen:

        Sloop van de kippenstal met aanpalende berging met een oppervlakte van 204,46 m² en een volume van 491,34 m³ en inzaaien van de vrijgekomen oppervlakte met gras.

 

De opgelegde last moet uitgevoerd worden binnen het jaar na afgifte van de vergunning.

Voor de uitvoering van de last in natura wordt bij de afgifte van de vergunning eveneens een waarborg opgenomen. De waarborg dekt de volledige geraamde kostprijs van de lasten.  Als de uitvoering van diverse lasten financieel wordt gewaarborgd, dient één waarborg voor de totaliteit van de lasten in kwestie gehanteerd te worden, waarbij aangegeven wordt welk waarborggedeelte betrekking heeft op elke last afzonderlijk.

De financiële waarborg wordt geraamd op 5.245 euro, voor het slopen van de kippenstal en het inzaaien met gras.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Tim Windels - Charlotte Vandenbussche wonende Pottelberg 179 te 8510 Kortrijk, voor het wijzigen van de functie van landbouwwoning naar woning, op een perceel gelegen Heestertstraat 39 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 450 L, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De bestaande footprint van de site moet behouden blijven en mag niet vergroot worden door het bijkomend aansnijden van de agrarische zone om de tuinzone te vergroten.

        De aanvragers zijn van Carisphar dat instaat voor het administratief en commercieel beheer van 1 of meerdere apotheken. Bij aanpassingen aan de bebouwing moet de zonevreemde wetgeving gerespecteerd worden.

 

Artikel 2

 

Volgende stedenbouwkundige last wordt opgelegd:

        Sloop van de kippenstal met aanpalende berging met een oppervlakte van 204,46 m² en een volume van 491,34 m³ en inzaaien van de vrijgekomen oppervlakte met gras.

        De opgelegde last moet uitgevoerd worden binnen het jaar na afgifte van de vergunning.

        De financiële waarborg voor de stedenbouwkundige lasten luidt als volgt:

Conform het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning artikel 77 §1 dient de houder van de vergunning een financiële waarborg aan het lokaal bestuur van Deerlijk te verlenen alvorens met de uitvoering van de vergunning gestart wordt. De waarborg ten bedrage van 5.245 euro wordt geleverd via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas met het lokaal bestuur Deerlijk als begunstigde of door de financiële instelling borg te laten staan voor het bedrag van het project.

Zodra de sloop en het inzaaien uitgevoerd is, dient dit aan de hand van 5 foto’s gemeld te worden aan het lokaal bestuur via omgeving@deerlijk.be met vermelding van het dossiernummer van de vergunning en de gestructureerde mededeling van de overschrijving naar de Deposito- en Consignatiekas, opdat de waarborg vrijgegeven kan worden.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.13. Carpoolparking II - aanleg en inrichting - unieke verantwoordingsnota en verslag PSG - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de unieke verantwoordingsnota en het verslag van de projectstuurgroep met betrekking tot de  aanleg en inrichting van de carpoolparking II in het doodlopend stuk Vichtesteenweg kant E17.

 

Motivering

 

In opdracht van AWV werd een unieke verantwoordingsnota uitgewerkt voor de aanleg van carpoolparking II, gelegen in het doodlopend stuk Vichtesteenweg kant E17. Deze parking is ter aanvulling van de bestaande carpoolparking in de Vichtesteenweg kant centrum waarbij de huidige capaciteit niet langer voldoet.

Voor dit project werd een projectstuurgroep samengesteld bestaande uit afgevaardigden van: Wegen en Verkeer West-Vlaanderen (AWV), gemeente Deerlijk, Departement  Mobiliteit & Openbare werken (MOW), De Lijn en Agentschap Natuur en bos (ANB), onder begeleiding van het studiebureau Evolta.


Doelstellingen

De behoefte van de opdracht bestaat erin om een aanvullende parkeeroplossing te bieden voor de bestaande carpoolparking, waarbij 47 parkeerplaatsen aanwezig zijn, 1 plaats voor mindervaliden en een stalling met plaats voor ongeveer 12 fietsen.

Door de aanleg van parkings voor carpooling en P&R's én het optimaal uitrusten van deze parkings, wordt het gemeenschappelijk vervoer bevorderd. Zo ontstaat er minder verkeersdruk op het hoofdwegennet in het Vlaams Gewest. Het gebruik van carpoolparkings brengt een heel aantal voordelen met zich mee. De focus ligt op een duurzame en vlotte mobiliteit.

        Het ontwerp van een veilige en toegankelijke parking conform de geldende ontwerprichtlijnen en verordeningen.

        Het voorzien van overdekte fietsparkeerplaatsen, conform de meest recente versie van het fietsvademecum.

        Alle ondersteunende maatregelen om bovenstaande werken te kunnen realiseren.

        De parking betreft een carpoolparking en geen Hoppinpunt. Vanuit de vervoerregio werd deze momenteel niet als Hoppinpunt geselecteerd wegens de beperkte bediening door openbaar vervoer. Echter kunnen carpoolparkings nabij het hoofdwegennet steeds als regionaal Hoppinpunt fungeren, gelet op het overstappotentieel. In de veronderstelling dat het openbaar vervoer in de toekomst verder kan opgewaardeerd worden, kan er nu best al rekening worden gehouden met de minimumeisen, bijvoorbeeld inzake fietsenstallingen.

        Gezien de pluviale overstromingsgevoeligheid is een infiltratieonderzoek aan de orde, waarbij de bijkomende afstromende oppervlakte tot een minimum beperkt moet blijven en er maximaal ingezet dient te worden op waterdoorlatende materialen.

        De opmaak van een haalbaarheidsstudie met de evaluatie voor het werken in natuurgebied.
 

Inrichtingsprincipes en ontwerp

Het totaal aantal parkeerplaatsen voor auto's bedraagt 48 stuks. Het aantal fietsparkeerplaatsen zal 28 stuks bedragen. Het is wenselijk om een vijftal parkeerplaatsen voldoende te dimensioneren ten behoeve van grotere voertuigen zoals bestelwagens.

Er wordt een trage verbinding voorzien voor trage weggebruikers die naadloos aansluit op de bestaande fietsoversteekplaats ter hoogte van de N36 Ringlaan.

Voor de vormgeving van voorliggend project werd er met de gemeente en AWV besproken voor welke materialisatie er geopteerd wordt. Er wordt geen vaste huisstijl vooropgesteld voor carpoolparkings, maar er wordt wel geopteerd voor een uniform geheel. De reeds bestaande groene omgeving biedt de mogelijkheid om het groen zo veel mogelijk door te trekken in de parking.

In het ontwerp werd rekening gehouden met voldoende uitgeruste faciliteiten voor fietsers en gebruikers van het openbaar vervoer om de carpoolparking vlot en veilig te bereiken. Op de Ringlaan wordt nagekeken of de bereikbaarheid nog kan geoptimaliseerd worden door het aanpassen van de groentijden van de verkeerslichten en realisatie van zebrapaden.

        Voor de verharding van de parkeerplaatsen wordt er gekeken naar enkele voorbeelden vanuit de gemeente, zodat er een duidelijke typologie doorheen de gemeente teruggevonden kan worden. Het gebruik van waterdoorlatende materialen voor de parkeerplaatsen wordt aangeraden gezien de huidige nood aan meer infiltratiemogelijkheden. Voor de parkeerplaatsen wordt een uitstapzone voorzien in de grasbetontegels. Op die manier valt duidelijk op te merken waar de rand van de parkeerplaats is. Gezien de bosrijke rand lijkt een type grasdal een goede optie.
Er dient niet vastgehouden te worden aan de inrichtingsprincipes van de bestaande carpoolparking.

        Voor de integratie van de fietsenstalling wordt er gekeken naar de meest recente versie van het fietsvademecum: royaal gedimensioneerde plaatsen voor meerdere fietstypes en overdekt. Fietsnietjes of beugels lijken aan de orde in plaats van rekken. De financiële last voor de plaatsing van de fietsenstalling wordt gedragen door de gemeente Deerlijk.

        Er worden vier bomen geïntegreerd tussen de parkeervakken. Aangezien er een zone ontbost wordt, dient er gekeken te worden op welke wijze er kan gecompenseerd zal worden. De gemeente doet hiervoor enkele voorstellen.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aanleg en inrichting van de carpoolparking II in het doodlopend stuk Vichtesteenweg kant E17.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de financiële impact voor het plaatsen van een fietsenstalling ten laste van de gemeente.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.14. Afkoppeling van scheiding van hemel- en afvalwater - subsidies - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.15. Inname openbaar domein - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.16. Oekraïnecrisis - huisvesting - Ververijstraat 14 - bezettingsovereenkomst - goedkeuring

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.17. Verslag MAT 3 juli 2024 - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.18. Asverstrooiing - kennisname

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.19. Hernummering Harelbekestraat 12 - principebeslissing - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen een principebeslissing te nemen betreffende een hernummering van Harelbekestraat 12.

 

Motivering

 

Het adres Harelbekestraat 12 wordt op heden, omwille van een administratieve fout, dubbel gebruikt. Zeeman Deerlijk gebruikt het huisnummer 12 alsook (een deel van) de meergezinswoning Golden River (Harelbekestraat 12-26).

 

Tot op heden gaf dit af en toe problemen, echter nooit met grote gevolgen.  Sinds de overstap van het CRAB (Centraal Referentie Adressenbestand) naar het GRAR (Gebouwen- en Adressenregister) worden hoofdnummers van appartementsgebouwen gereserveerd voor de gemeenschappelijke delen van die gebouwen.

 

Concreet wil dit zeggen dat Zeeman Deerlijk op heden geen adrespunt meer heeft in het Gebouwen- en Adressenregister.

 

Er dient een nieuw huisnummer toegekend te worden aan Zeeman Deerlijk.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit principieel akkoord te gaan met volgende hernummering:

 

OUD ADRES

NIEUW ADRES

Harelbekestraat 12 (Zeeman Deerlijk)

Harelbekestraat 10/A000

 

Artikel 2

 

Zeeman Deerlijk zal door middel van een gemotiveerd schrijven op de hoogte gebracht worden van deze principebeslissing.  Na de definitieve beslissing zal Zeeman Deerlijk een tweede schrijven met de nodige instructies ontvangen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.20. Verstrekking statistische gegevens - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd statistische gegevens uit de registers te verstrekken aan mevrouw Petra Benoit, medewerker van Bureau Cnockaert Urban Engineering.

 

Motivering

 

In haar mail van 9 juli 2024 vraagt mevrouw Petra Benoit, namens Bureau Cnockaert Urban Engineering, om statistische gegevens uit de registers te verkrijgen, nl. het aantal inwoners per woning voor het volledig grondgebied Deerlijk. Dit voor de hydronautstudie in het kader van de projecten Koevoet, Wafelstraat en Olekenbosstraat.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 12 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende het verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister.

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de statistische gegevens te verstrekken aan mevrouw Petra Benoit.

 

Artikel 2

 

De gegevens zullen worden opgemaakt zodat identificatie van de in de registers ingeschreven personen niet mogelijk is.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

C.21. Verderzetting e-inclusie - uitbreiding digipunten - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de verderzetting van de werking van de digipunten goed te keuren.

 

Motivering

 

LEVEL8540, digitale transformatie Zuid-West-Vlaanderen, Burgerloket en vele andere projecten onder het programma van 'gemeente zonder gemeentehuis' zorgen ervoor dat we op een digitale snelheidstrein zitten. Binnen deze projecten worden gemeentelijke administratieve processen maximaal gedigitaliseerd voor het gebruiksgemak van zowel medewerker als burger. Elk lokaal bestuur heeft hierbij een belangrijke taak, namelijk ervoor zorgen dat elke burger mee kan in deze bijzondere snelle evolutie.

 

Door het traject van de digicoach kunnen we stellen dat we een zicht hebben op de vragen en noden van onze burgers. Via de bevraging bij de aanvang van het project werd duidelijk dat zowel opleiding als individuele ondersteuning nodig zijn. Daarnaast, aangevuld door vragen in het digipunt, werd duidelijk dat volgende thema's leven bij onze burgers: werken met een smartphone, phishing, itsme, e-box, mijn burgerprofel, etc.

 

Met deze acties bereiken we verschillende doelgroepen zoals senioren en anderstaligen. Deze doelgroepen werden vooropgesteld bij de opmaak van het actieplan.

 

Op vandaag kan iedereen langskomen in een digiunt om digitale vragen te stellen aan een digihelper. De digipunten gaan door de 2de woensdag van de maand in de bibliotheek en de 4de donderdag van de maand in OC d'Iefte.

 

Aangezien de digicoach de organisatie heeft verlaten wordt gezorgd om een minimale dienstverlening te blijven voorzien. Het digipunt in OC d'Iefte kent het minst aantal bezoekers en de mensen zitten in de inkomhal, waardoor er bijna geen privacy is.

 

Het is aangewezen om tweemaal per maand, een digipunt te organiseren in de bibliotheek . Het digipunt zal doorgaan de 2de woensdag van de maand, gezien tijdstip en locatie reeds gekend zijn bij de burger, uitgebreid met de 3de woensdag van de maand.

 

De beschikbare ruimte voor het organiseren van het digipunt in de bibliotheek is weliswaar beperkt en heeft als gevolg dat, tijdens de werking van het digipunt, de jeugdboekencollectie (jongerenafdeling) en de internetpc's in de leeszaal moeilijk tot niet toegankelijk zijn.

 

De organisatie van de digipunten is onder voorbehoud van de inzet en het engagement van voldoende vrijwilligers.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het bestaande digipunt in de bibliotheek, dat plaatsvindt de 2e woensdag van de maand, uit te breiden met een extra moment op de 3de woensdag van de maand, onder voorbehoud van de inzet en het engagement van voldoende vrijwilligers.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

D.1. Klimaatrobuust stadsgroen - kandidatuurstelling - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen aan de kandidaatstelling voor het pilootproject Klimaatrobuust Stadsgroen.

 

Motivering

 

Leiedal participeert in het project "Klimaatrobuust Stadsgroen" binnen het Interreg-programma. Het project wil de effectiviteit van stedelijk groen testen via pilootprojecten. Als partner kan Leiedal twee pilootprojecten realiseren.

Een kleinschalig project < 1.000m² of een middelgroot project < 10.000 m². Een project gaat over de aanleg van groen in stedelijke context zoals een parkje, een vergroening van een straat of een plein, de heraanleg van bestaande groene omgeving, de vergroening van een park, etc. Transfo Zwevegem werd eerder al geselecteerd als middelgroot pilootproject.

 

Door het wegvallen van een kleinschalig project is Leiedal op zoek naar een nieuw kleinschalig project waarbij aan de volgende randvoorwaarden wordt voldaan:

        Oppervlakte groenproject < 1.000 m².

        Timing: ontwerp in het najaar 2024, uitvoering voor het voorjaar 2026.

        Budget: er werd een budget van 137.000 euro voorzien in de begroting (incl. personeel, externe kosten, investeringen, etc.). Hiervan wordt 50 % door Interreg gefinancierd. Er zijn ook nog een aantal algemene kosten die verhoudingsgewijs gedeeld worden over de verschillende gemeenten. Het totale aandeel voor Deerlijk komt volgens de raming neer op 79.713,70 euro (zie WP1, WP2 en WP4).

        Het groenproject wordt klimaatrobuust. De projectpartners Universiteit Gent en Krachten stellen voor hoe dit kan en passen hierbij de multi-layer techniek toe.

        Leiedal neemt de projectcoördinatie op zich en zorgt voor de aanstelling van een ontwerpbureau, de opmaak van een aanbestedingsdossier, de opvolging van de werken,...

        Er wordt vanuit de gemeente een minimale betrokkenheid/engagement verwacht om dit te doen slagen.

 

Voorstel klein project  < 1.000 m²:

In het project 'Transformatie van naoorlogse wijken' (wijk tussen de Oliebergstraat en de Pladijsstraat), werden naast de energetische kansen, ook onthardingsvoorstellen naar voor gebracht. Eén van die voorstellen was het ontharden en vergroenen van het Vredeplein/Verhammelaan:

        Oppervlakte +/- 980 m², gedeeltelijk verhard in asfalt.

        Verbinding van 2 centrale verkeerseilanden zodoende dat deze 1 geheel vormen.

        Er werd reeds een schetsmatig voorstel gemaakt tijdens een interne workshop (zie schetsen pagina 33 en 34 in document '20240228_voorbereiding KBG').  Het is de korte termijnversie (KT) die in aanmerking komt als klein project < 1000 m².

        Er is slechts 1 aanpalende bewoner aan de te ontharden zone waardoor de impact op de bewoners minimaal is.

        De meerwaarde voor de buurt is groot. Door een dergelijke inrichting/ontharding creëren we een nieuw centraal plein en heeft dit een verblijfsfunctie voor de wijk.

 

Dit onthardingsproject kan als voorbeeld gebruikt worden voor andere onthardingskansen in de wijk of andere locaties in de gemeente.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

79.713,70 euro incl btw

 

Er is geen budget voorzien. Het nodige krediet zal voorzien worden in 2025 via AMJP.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om zich kandidaat te stellen voor het pilootproject Klimaatrobuust Stadsgroen en hiervoor het onthardings- en vergroeningsproject Vredeplein/Verhammelaan in te dienen.

 

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen wenst hierbij op te merken dat dit project geen verhoging van de parkeerdruk in de wijk teweeg mag brengen en dat bij verdere uitwerking van het ontwerp de mogelijkheid van kwalitatief parkeren in een groen kader moet mogelijk blijven.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

D.2. Woonkaart kernversterking - beleidsmatig gewenste ontwikkeling (BGO) - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het visiedocument 'Woonkaart kernversterking' goed te keuren en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken de goedkeuring van de nota als beleidsmatig gewenste ontwikkeling (BGO) te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.

 

Motivering

 

Leiedal maakte in 2020-2021, in samenwerking met Plusoffice, een ruimtelijk strategische visie voor Deerlijk op die een blik op de ruimtelijke toekomstige ontwikkeling van Deerlijk omvat. Uit deze visie blijkt dat de grote uitdaging voor Deerlijk ligt in het kwalitatief verdichten.

In 2021-2022 werd een apart masterplan opgemaakt voor Sint-Lodewijk via het participatief traject 'DNA van het dorp' van de provincie West-Vlaanderen. Eén van de DNA-strengen is het bouwen aan een compact dorp.

 

In navolging van deze beide documenten keurde het college van burgemeester en schepenen in zitting van 13 maart 2024 een afsprakennota goed die de aanpak en de verdere verankering van de beide documenten in het ruimtelijk beleid voorziet.

 

In een eerste stap werd een strategische visie kernversterking opgemaakt met volgende deelopdrachten:

        opmaak kaart woonzones met de bedoeling een visie op alle woongebieden scherp te stellen zodat kernversterking in de gemeente gestuurd kan worden en ongewenste verschuivingen van dichtheden en voorzieningen tussen woongebieden vermeden kunnen worden;

        herwerking ruimtelijk strategische visie naar een strategische visie kernversterking die als BGO goedgekeurd kan worden.

 

De intercommunale Leiedal voerde samen met het studiebureau Voorland deze deelopdracht uit.

Op 23 mei 2024 en op 12 juni 2024 vond op de GECORO telkens een bespreking plaats van de stappen in de eerste deelopdracht (aanzet type woongebieden, onderzoek dichtheden, zones meerwaarde, aanzet functies, etc). Op 19 juni 2024 werd de ontwerpnota over de woonkaart toegelicht aan het college van burgemeester en schepenen.

 

De woonkaart is een tijdelijk kader voor kernversterking in afwachting van de vertaling van de gemeentelijke visies in andere instrumenten. Deze kaart toont waar de gemeente naar streeft qua wonen en verduidelijkt de mogelijkheden voor aanvragers die een project in woongebied willen realiseren. Het document geeft aan welke woondensiteit gewenst is in elk type woongebied en welke functies er naast wonen mogelijk zijn.

Het eerste gedeelte van het document is een introductie, waarin de ambities van de gemeente geschetst worden. Er staat uitgeschreven hoe deze tot een keuze qua strategie kernversterking hebben geleid. De verschillende instrumenten van de strategie worden er toegelicht.

Het tweede, derde en vierde deel behandelen inhoudelijke thema’s. Waarbij in het tweede gedeelte de bestaande woongebieden onderverdeeld worden in categorieën of woontypegebieden. Dit resulteert in een conclusiekaart waarop de woontypegebieden staan aangeduid. Deze kaart komt in verschillende hoofdstukken terug.

Het derde deel licht toe welke woondichtheid (uitgedrukt in wooneenheden/ha) per woontypegebied gewenst is. Daarnaast wordt geduid hoe de dichtheden werden bepaald.

Het vierde deel behandelt welke mogelijkheden er zijn voor andere functies in woongebied per woontypegebied.

 

Het is de bedoeling de visie als BGO te laten goedkeuren door de gemeenteraad en het document publiek raadpleegbaar te maken via de website. Nadien kan het ingezet worden bij de vergunningverlening voor de opportuniteitstoets (beoordeling ruimtelijk ordening). Zodra de visies en principes van de woonkaart vertaald zijn in een RUP en bouwcode, kan de woonkaart kernversterking als visiedocument voor de vergunningsverlening opgeheven worden.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het visiedocument 'Woonkaart kernversterking' goed te keuren en verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om de goedkeuring van dit document als BGO voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 17 JULI 2024

D.3. OMV 2024_42 - Kapelstraat 11 - beslissing

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bijstellen van de stedenbouwkundige voorwaarde voor het herbestemmen van conciërgewoning naar appartement, op een perceel gelegen Kapelstraat 11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 535 M? aangevraagd door de heer Wim Berteloot wonende Gustaaf Delafontainestraat 13 te 8930 Menen.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  12 juli 2024.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Ongunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, RUP Oude Pastorijstraat, goedgekeurd op 8 november 2012 met als bestemming zone voor centrumfuncties en wonen.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 maart 1982 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van 1 lichtreclame tegen de voorgevel van het cafe.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 maart 1982 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van 1 lichtreclame tegen de voorgevel van het cafe.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 februari 1992 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van 1 lichtreclame tegen de voorgevel van de handelszaak.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        milieuvergunning afgeleverd op 6 september 1978 door het college van burgemeester en schepenen voor een mazouttank.

        milieuvergunning afgeleverd op 16 oktober 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor zaalverhuur/cafe.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 6 september 2023 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een kantoor met appartement.
Volgende voorwaarden die betrekking hebben op huidige aanvraag werden gesteld:

        De aandachtspunten geformuleerd in het advies van Fluvia moeten strikt nageleefd worden.

        De woongelegenheid kan enkel en alleen aangewend worden als bedrijfswoning/conciërgewoning en dient bijgevolg stedenbouwkundig één geheel te vormen met de kantoorfunctie.

        Het volledige bijgebouw dient ingericht te worden als en de functie te hebben van fietsenstalling.

        De plantafstand van beplanting dient conform art. 3.133 van het nieuw burgerlijk wetboek te zijn. Dat betekent voor een hoogstammige boom 2 m, en voor hagen 0,50 m.

        Zomereiken worden uitgesloten van vergunning. Ter vervanging van de zomereiken dienen minstens één streekeigen boom van 2de grootte en minstens 3 streekeigen bomen van 3e grootte aangeplant te worden.

        De graszone voorzien ter hoogte van de rechter perceelsgrens dient aangelegd te worden met laagstammig groen.

        Tijdens de werken moeten alle noodzakelijke maatregelen genomen worden om de stabiliteit van de omgeving en de bebouwing te vrijwaren en geen schade aan de aanpalende eigendommen te veroorzaken.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 526 m² en is gelegen langs de Kapelstraat in de kern van Sint-Lodewijk. De Kapelstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een café met bovenliggende woongelegenheid in een gesloten bebouwingsvorm. Het gebouw bestaat uit 2 bouwlagen en een piramidedak. Het hoofdvolume heeft een bouwdiepte van 11,88 m met daarop aansluitend verschillende bijgebouwen. In de tuin is een vrijstaand bijgebouw aanwezig. Achter het hoofdvolume is een terras met aansluitend een tuinzone met een diepte van ongeveer 17 m.

De omgeving is een centrumomgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, horeca en gemeenschapsvoorzieningen.

De woonfunctie bestaat voornamelijk uit eengezinswoningen en in beperkte mate uit meergezinswoningen.

 

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft betrekking op het schrappen van de voorwaarden mbt het bestemmen van het appartement naar conciërgewoning opgelegd in de reeds verkregen omgevingsvergunning. De aanvrager beargumenteert deze vraag tot schrapping vanuit de overweging dat deze voorwaarde niet in lijn is met de oorspronkelijke aanvraag of intentie van de bouwheer en dat deze voorwaarde aanzienlijke gevolgen heeft voor de financiële haalbaarheid van het project over korte of lange termijn. Daarnaast is de bouwheer het niet eens met het eenzijdig opleggen door de overheid van deze voorwaarde en meent hij dat dit een inmenging is van de eigendomsrechten van de bouwheer.

 

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Niet van toepassing.

 

  1. Openbaar onderzoek

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 9 mei 2024 tot 7 juni 2024. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

De bijstelling kan niet raken aan de oorspronkelijk afgeleverde omgevingsvergunning.

Wie een omgevings- of stedenbouwkundige vergunning heeft bekomen onder voorwaarden en hieraan een wijziging wil aanbrengen kan dit vanaf 3 november 2020 bekomen via een gemotiveerd verzoek (artikel 82/1 omgevingsvergunningsdecreet). Deze mogelijkheid bestond tot voor kort enkel voor milieuvoorwaarden, maar werd bij besluit van de Vlaamse regering van 11 september 2020 uitgebreid tot voorwaarden, opgenomen in stedenbouwkundige vergunningen.

De bijstelling van de voorwaarden heeft niet tot gevolg dat de vergunde handeling niet langer overeenstemt met de geldende regelgeving en de goede ruimtelijke ordening.

De vergunde toestand zelf kan dus niet wijzigen. Alleen de vergunningsvoorwaarden waarop de bijstelling betrekking heeft, kunnen worden gewijzigd, geschrapt of behouden. Het onderzoek, alsook de gevraagde adviezen beperken zich dan ook daartoe.

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1 Planologische toets

De planologische afweging is niet relevant in deze vraag gezien de aanvraag enkel betrekking heeft op vergunningsvoorwaarden die worden gewijzigd, geschrapt of behouden.

 

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kapelstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Niet van toepassing.

 

7.4 Mer-screening

Niet van toepassing.

 

7.5 Natuurtoets

Niet van toepassing.

 

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

 

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

 

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

 

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het wijzigen van de opgelegde voorwaarde waarbij gesteld werd dat de woongelegenheid ingevuld moest worden als bedrijfswoning.

Deze voorwaarde werd ingegeven vanuit volgende overwegingen:

        De toegang tot de woongelegenheid is enkel mogelijk langs de achterzijde van het gebouw.

        De woongelegenheid is slechts bereikbaar via een onderdoorrit via de parking. Deze parking wordt door middel van een poort die zich bevindt op een afstand van 5,90 m tov de rooilijn afgesloten van het openbare domein.

        De woongelegenheid is niet rechtstreeks toegankelijk vanaf de openbare weg en is niet op een vlotte manier te betreden (poort).

        De woongelegenheid kan bijgevolg door de slechte bereikbaarheid niet los functioneren van de kantoorruimte.

 

De aanvraag bevat bijkomende motivatie voor het bijstellen van de voorwaarde mbt de bedrijfswoning, zonder het aanpassen van de plannen. Deze motivatie vindt zijn oorsprong in het feit dat een conciërgewoning niet in lijn ligt met de oorspronkelijke vraag of intentie van de bouwheer en dat dit gevolgen heeft voor de financiële haalbaarheid van het project. De motivering betreft geen stedenbouwkundige argumenten en kan aldus niet bijgetreden worden waardoor de oorspronkelijk motivatie inzake de koppeling tussen kantoor en woongelegenheid behouden blijft.

 

Inplanting, bouwvolume en verschijningsvorm:

De inplanting, het ruimtegebruik, het bouwvolume en de verschijningsvorm worden met deze aanvraag niet gewijzigd.

 

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De aanvraag heeft geen invloed op het aantal parkeerplaatsen noch op de verkeersaantrek.

 

Groen- en omgevingsaanleg:

De groen- en omgevingsaanleg wordt met deze aanvraag niet gewijzigd.

 

Conclusie

Het ontwerp kan niet verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het WEIGEREN van de omgevingsvergunning aan de heer Wim Berteloot wonende Gustaaf Delafontainestraat 13 te 8930 Menen, voor het bijstellen van de stedenbouwkundige voorwaarde voor het herbestemmen van conciërgewoning naar appartement, op een perceel gelegen Kapelstraat 11 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 535 M.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/07/2024
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.