DEERLIJK

16 SEPTEMBER 2020

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Sandra De Leeuw-Goussey, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

Louis Vanderbeken, schepen vervoegt de zitting vanaf punt C.2.

Louis Vanderbeken, schepen verlaat de zitting vanaf punt C.3.

Louis Vanderbeken, schepen vervoegt de zitting vanaf punt C.5.

Louis Vanderbeken, schepen verlaat de zitting vanaf punt C.6.

Louis Vanderbeken, schepen vervoegt de zitting vanaf punt C.11.

Louis Vanderbeken, schepen verlaat de zitting vanaf punt C.12.

Louis Vanderbeken, schepen vervoegt de zitting vanaf punt C.16.

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 9 september 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 9 september 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 9 september 2020 goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

Diverse verslagen - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

 

          Leiedal - Raad van Bestuur van 28 augustus 2020

          Mijn Huis - Raad van Bestuur van 25 augustus 2020

          Gaselwest - Raad van Bestuur van 17 juni 2020 en 23 juni 2020

          RSVK Waregem - Raad van Bestuur van 9 september 2020

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

Verslag politiecollege - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het aan de gemeente overgemaakte verslag van het politiecollege.

 

Motivering

 

Het verslag van het politiecollege van 28 augustus 2020 werd overgemaakt aan de gemeente.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontvangen verslag.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

Seniorenraad - verslagen van 2019 - kennisname

 

Aanleiding en context

 

De seniorenraad hield vergaderingen op 17 mei 2019, 21 juni 2019, 20 september 2019 en 13 december 2019.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de verslagen.

 

Motivering

 

De verslagen van deze vergadering werden goedgekeurd.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de goedgekeurde verslagen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

Premies voor seniorenverenigingen aangesloten bij de seniorenraad - werkjaar 2019 - verdeling - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Om de seniorenverenigingen van Deerlijk, die aangesloten zijn bij de seniorenraad, te ondersteunen in hun ouderenzorg en seniorenwerking, wordt een premie toegekend. Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de verdeling van de premies ten bedrage van 6.000 euro goed te keuren.

 

In de gemeenteraad van 9 juli 2020 werd het Corona-relanceplan goedgekeurd. Dit plan voorziet onder meer in de ondersteuning van de Deerlijkse verenigingen.

 

Motivering

 

Het premiereglement voor seniorenverenigingen aangesloten bij de seniorenraad, goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 november 2019, laat toe de premies uit te keren aan die aangesloten seniorenverenigingen.

 

Op basis van de ingediende aanvraagdossiers en de in het reglement opgenomen berekeningswijze werden de premies voor het werkingsjaar 2019 berekend en voorgelegd op de bestuursvergadering van de seniorenraad op 27 augustus 2020.

 

De werkings- en basissubsidie voor het werkjaar 2019 wordt verhoogd met 30% door een beslissing van het corona-relanceplan goedgekeurd in de gemeenteraad van 9 juli 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Premiereglement voor seniorenverenigingen aangesloten bij de seniorenraad

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

6.000 euro

Actie

Bejaardenbonden

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS/0959-00/64910024

Visum

/

 

 

Seniorenvereniging

Premiebedrag

30% verhoging

Rekeningummer

Seniorenbond Gaverwijk

283,56

368,63 euro

BE25 8335 1901 9782

Vriendenkring 3de leeftijd Gaverwijk

647,28

841,46 euro

BE64 7380 3429 2552

Senioren Belgiek

299,65

389,55 euro

BE32 6528 5488 2102

Okra Deerlijk

1.186,50

1.542,45 euro

BE17 7755 7932 2821

Viendenkring Ere-Brandweer Deerlijk

362,43

471,16 euro

BE75 9731 8813 3251

Vief

481,95

626,53 euro

BE18 6528 3720 5365

S-Plus

446,41

580,33 euro

BE13 6528 1615 3739

Okra Trefpunt 55+ Sint-Lodewijk

874,26

1.136,54 euro

BE32 8508 1566 7237

Neos

845,62

1.099,31 euro

BE64 4635 1370 0152

Senioren St. Anna Molenhoek

570,68

741,88 euro

BE95 7380 0370 9058

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de verdeling van de premies voor de seniorenverenigingen aangesloten bij de seniorenraad voor werkingsjaar 2019 goed te keuren met de 30% verhoging en de goedgekeurde bedragen over te maken op rekening van de desbetreffende seniorenverenigingen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

LO - Vervangen begeleider voor- en naschoolse opvang

 

STEMMINGEN

Eenparig goedgekeurd

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

Heraanleg wegenis op diverse plaatsen - voorlopige oplevering en vrijgave gedeeltelijke borgtocht - goedkeuring

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

Grafconcessie - bijzetting - kennisname

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

Zwembad - offertes en raamcontracten - week 38 - 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de offertes met betrekking tot bestellingen en raamcontracten in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-Deerlijk goed te keuren.

 

Motivering

 

FARYS/TMVW legt offertes voor bestellingen en raamcontracten in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-Deerlijk steeds ter goedkeuring voor aan beide gemeenten.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft hiertoe het budgethouderschap.

 

Volgende offertes voor bestellingen worden ter goedkeuring voorgelegd:

 

          Damen Plastics, offerte 207000435:

          jetons voor lockers 2.000 stuks (uit te delen aan zwemmers): 192,50 euro, excl. btw

 

          GVG, offerte 2020/Q/076:

          glijbaan peuterbad 'La Scolaire': 897,79 euro, excl. btw

          extra zwemgordels: 421,74 euro, excl. btw

 

Volgende nieuwe raamcontracten worden ter goedkeuring voorgelegd: niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

Eénmalige kosten: 1.512,03 euro, excl. btw (waarvan aandeel Deerlijk: 756,015 euro, excl. btw)

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de offertes voor de bestellingen en nieuwe raamcontracten, zoals hierboven aangegeven, goed te keuren in functie van de exploitatie van het zwembad Anzegem-Deerlijk.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

Animatorenvergoedingen gemeentelijk speelplein - juli 2020 - restvergoeding - goedkeuring

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

Fanfare Sint-Cecilia - Stapconcert - 19 september 2020 - politiebegeleiding - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt politionele medewerking gevraagd ter begeleiding van het stapconcert van Fanfare Sint- Cecilia Deerlijk op 19 september 2020.

 

Motivering

 

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

 

          Aanvraag Politionele medewerking

 

Op 19 september 2020 vindt het stapconcert van Fanfare Sint- Cecilia Deerlijk plaats op het grondgebied van de gemeente Deerlijk.

In het belang van de veiligheid is het aangewezen voor de optocht politiebegeleiding te voorzien.

Politiezone Gavers verleende hiervoor op 18 augustus 2020 positief advies en bijkomend werd op 14 september 2020 de politionele medewerking door de Korpschef bevestigd.

 

          Maatregelen genomen om het evenement Covid-veilig te maken

 

De muzikale opstelling van de fanfare wordt aangepast volgens de toepassing van de huidige corona- maatregelen die een afstand voorschrijven van 2 meter.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Art. 119, § 1 en art. 130 bis van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij we van 12 januari 2007)

          Wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen

          Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen

          Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit op 19 september 2020 medewerking te verlenen voor de optocht van Fanfare Sint-Cecilia Deerlijk. Dit door het begeleiden van de optocht door PZ Gavers.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

Chiro Sellewie - Zomerbar - 25-27 september 2020 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Op 17 augustus 2020 werd een aanvraag ingediend door Chiro Sellewie voor volgend evenement:

 

Naam evenement

Zomerbar

Organisator

Chiro Sellewie

Datum

25 - 27 september 2020

Plaats

Chiroveld - Pladijsstraat 282

 

Motivering

 

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

 

          Maatregelen genomen om het evenement Covid- veilig te maken

Bezoekers dienen zich te registreren aan de centrale ingang en worden een tafel toegewezen. Er zijn maximaal 10 zitplaatsen (stoelen) voorzien per tafel.

Het Horeca- protocol wordt toegepast. Bezoekers worden bediend aan tafel (eten & drank), er is geen bediening mogelijk aan de bar.

Alle geldende Corona- maatregelen worden ook toegepast tijdens de spelactiviteiten voorzien voor de kinderen (-12j), dit is registratieplicht; afstand bewaren; mondmaskerplicht volwassenen; toepassen hand hygiëne.

De volwassen begeleidster en raad van bestuur van de Chiro, ondersteunen de leidingsploeg in het handhaven van de Corona- maatregelen.

 

DeCovid- event scan werd uitgevoerd. Covid- veiligheidslabel: groen

 

          aanvraag machtiging voor het verstrekken van sterke drank

 

Het is verboden sterke dranken te verkopen voor gebruik ter plaatse in occasionele drankgelegenheden waar openbare manifestaties plaats vinden, tenzij het college van burgemeester en schepenen hiervoor een speciale machtiging verleent.

 

          aanvraag geluidsactiviteit als volgt:

 

85 – 95 dB

 

Contactpersoon

Naam

Lize Verschuere

 

Adres

Trompestraat

 

Postcode en gemeente

8540 Deerlijk

8

Activiteit

Benaming activiteit

Zomerbar

Locatie

Gebouw

Chiroveld - Pladijsstraat 282

 

Tent

/

 

Open lucht

X

Adres

Naam gebouw

/

 

Adres

Pladijsstraat 282

 

Postcode en gemeente

8540 Deerlijk

 

Maximaal geluidsniveau

>85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min

 

 

Duur

 

Begin

25 september 2020 om 18.00 uur

26 september 2020 om 13.30 uur

27 september 2020 om 13.30 uur

Einde

25 september 2020 om 24.00 uur

26 september 2020 om 24.00 uur

27 september 2020 om 17.30 uur

 

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving.

 

Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

 

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.

 

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

 

          aanvraag vuurvergunning

 

Zie burgemeesterbesluit van 9 september 2020

 

2. De evenementen- veiligheidscel verleent volgend advies voor dit evenement:

 

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

 

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst opmaken met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

 

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

 

Bijkomend specifiek advies kan later nog volgen vanuit de veiligheidscel.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, §1 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Machtiging voor het verstrekken van sterke drank

          Art. 9, Wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank

 

          Toelating geluidsactiviteit

          Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement

          Besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

          Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999

          Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits er twee verantwoordelijken aangesteld worden. De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein. De andere verantwoordelijke houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen verleent een speciale machtiging voor de verkoop van sterke drank tijdens dit evenement.

 

Artikel 3

 

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

 

Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

Maximaal geluidsniveau: > 85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min

          Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,15min 95 dB(A) niet overschrijden.

Als het maximale geluidsniveau, gemeten als LAmax,slow 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan.

Bij het meten van het geluidsniveau wordt zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht;

          Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de mengtafel of andere representatieve meetplaats;

          Op initiatief en op kosten van de exploitant/organisator wordt ofwel LAeq,15min ofwel LAmax,slow continu gemeten d.m.v. meetapparatuur die voldoet aan de vereisten. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant/organisator of een door hem aangestelde persoon.

          De verplichting tot het meten van het geluidsniveau geldt niet als door de organisator/exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm, gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten.

 

 

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

Duur

 

Begin

25 september 2020 om 18.00 uur

26 september 2020 om 13.30 uur

27 september 2020 om 13.30 uur

Einde

25 september 2020 om 24.00 uur

26 september 2020 om 24.00 uur

27 september 2020 om 17.30 uur

 

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

          De inrichters als bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

          De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

 

De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

 

Artikel 4

 

vuurvergunning: zie besluit van de burgemeester van 9 september 2020

 

Artikel 5

 

De inrichter moet de richtlijnen volgen van de hulpverleningszone Fluvia inzake veiligheid.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

Terugbetaling tickets - voorstelling Willem Vermandere - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de verkochte tickets voor de voorstelling van Willem Vermandere terug te betalen aan de tickethouders. De nieuwe programmatie en data van voorstellingen passen niet voor de klanten.

 

Motivering

 

Door de Corona-epidemie kon de voorstelling van Willem Vermandere niet doorgaan op 18 april 2020. De klanten op de lijst in bijlage vonden geen passende voorstelling in het nieuwe aanbod.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

162 euro

Actie

toegangsgelden

Jaarbudgetrekening

GBB/0705-00/70000001

Visum

niet van toepassing

 

De financiële dienst wordt gevraagd om dit bedrag terug te betalen op rekeningnummer:

 

Ommegangstraat 2 Deerlijk28 euroBE08 0635 1992 7513

Boeversstraat 39 Waregem28 euroBE39 7506 8767 7319

Patrijsstraat 5 Deerlijk28 euroBE65 0015 8778 3296

Kwadestraat 103 Gullegem28 euroBE42 0011 7553 8754

Roelskouter 9 Deerlijk24 euroBE97 1430 8336 6349

Lisbonnastraat 1 Deerlijk26 euroBE55 7384 0838 1944

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de tickets aan de tickethouders op de lijst in bijlage terug te betalen.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

BMC - kennisname verslag en beslissing

 

Aanleiding en context

 

De beperkte mobiliteitscommissie hield een vergadering op 27 augustus. Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag en een beslissing te nemen in verband met de situatie in de Schoolstraat.

 

Motivering

 

Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd.

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een beslissing te nemen in verband met de volgende zaak:

 

Na verschillende meldingen van overdreven snelheid en zwaar verkeer van de bewoner in de Schoolstraat 44 wordt gevraagd om maatregelen te nemen.

 

Er werd een anonieme telling uitgevoerd met de volgende resultaten:

          Tijdens de telling werden 37.216 voertuigen geregistreerd. Op een doorsnee weekdag passeren er +/- 3.100 voertuigen.

          Ongeveer 36 % rijdt tussen de 0 en 10 km/u te snel, met een maximum van 40 km/u

          Het percentage voertuigen dat sneller rijdt dan 50 km/u bedraagt slechts 0.79 %

          Tijdens die periode werden 4 voertuigen gemeten die sneller reden dan 80 km/u

          De V85, of de snelheid die 85% van de passanten niet overschrijdt ligt op 37 km/u De snelheid ligt beduidend hoger in de latere avond, 's nachts en in de vroege ochtend.

 

Gezien enkele uitzonderlijke gevallen, worden geen dringende maatregelen getroffen. Omdat de V85 37 km/u is, wordt er gevraagd aan de politiediensten om snelheidscontroles uit te voeren.

Er werden telramen opgehangen om de algemene verkeerssituatie beter in kaart te kunnen brengen. Op basis van de bekomen gegevens zal de situatie dan geëvalueerd worden en op basis daarvan zal er definitief beslist worden over het al dan niet behouden van het éénrichtingsverkeer en of er bijkomende infrastructurele aanpassingen nodig zijn.

Daarom wordt voorgesteld om voorlopig dan ook geen aanpassingen op korte termijn door te voeren.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besproken onderwerpen:

 

          Diependaele, plaatsen paaltjes ter hoogte van een oprit of wijzigen parkeerzijde

          Kerkstraat melding zwaar verkeer

          Heulselaan signalisatie doodlopende straat

          Hoogstraat extra oversteekplaats

          Veilige fietsverbinding Belgiek

          Kruispunt Kapelstraat - Otegemse Steenweg plaatsen verkeersspiegel

          Neunkirchenplein kort parkeren

          Kortrijkse heerweg, parkeren voor oprit

          Tapuitstraat vracht- en sluipverkeer en snelheid

          Otegemse Steenweg toestand fietspad en voorstel 30 km/u

          Verkeerssituatie De Cassinastraat

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1, Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van 27 augustus 2020.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist omtrent de snelheid in de Schoolstraat de melder de gegevens van de verkeerstellingen te bezorgen. Hieruit blijkt duidelijk dat er geen nood is aan dringende maatregelen.

Tevens beslist het college van burgemeester en schepenen eerst de evaluatie van de tijdelijke inrichting af te wachten en bijgevolg geen aanpassingen op korte termijn door te voeren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

Inname openbaar domein - kennisname

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de lijst in bijlage voor de ingediende aanvragen betreffende de inname van het openbaar domein en/of wegenis.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de lijst in bijlage voor de gevraagde inname(s) van het openbaar domein.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

OMV 2020_121 - Ter Donkt 32 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen van een woning met restaurant en bijgebouwen en het rooien van bomen, op een perceel gelegen Ter Donkt 32 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 626 L aangevraagd door MIEKE HUYS namens GARAGE VEYS NV gevestigd Ter Donkt 31 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 9 september 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

        Er moet voldaan worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk, inzonderheid in verband met het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Asbesthoudend afval moet met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

        Bij de herinvulling van het bedrijfsperceel dient onderzocht te worden waar extra groenaanplant wenselijk en/of noodzakelijk is.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in de bij ministerieel besluit van 10 november 1998 vastgestelde gewestplanwijziging Kortrijk met als bestemming regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 10 oktober 1984 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van reclame.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 maart 2005 door de Vlaamse overheid voor het uitvoeren van weg-, riolerings- en omgevingswerken op het bedrijventerrein.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Pré-Vlarem vergunning afgeleverd op 24 januari 1963 voor het uitbaten van een weverij.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen in de industriezone Ter Donkt II, bevindt zich achterliggend de eigendom van garage Veys, toegankelijk via een private oprit richting Ter Donkt en paalt in het noorden aan de N 36, een gewestweg. Op de eigendom bevindt zich een voormalig woonhuis met restaurant en feestzaal evenals een bijgebouw. Aan de westelijke zijde en beperkt aan de zuidoostelijke perceelsgrens bevindt zich een bomenrij.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst alle bestaande bebouwing te slopen. De totale oppervlakte aan gebouwen die gesloopt worden bedraagt 758,12 m². Naast het slopen van de bebouwing worden ook de beide bomenrijen op het perceel alsook een vrijstaande boom nabij de feestzaal en het bestaande struikgewas en beplanting verwijderd. Het terrein zal genivelleerd worden ter hoogte van de gesloopte bebouwing. Voorlopig zal het terrein braakliggend zijn.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

5.   Adviezen

 

De Intercommunale Leidal heeft geen advies uitgebracht binnen de termijn van 30 dagen volgend op de ontvangst van de adviesvraag die verstuurd werd op 24 juli 2020. Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

 

De Vlaams Overheid, het Agentschap Wegen en Verkeer werd om advies verzocht op 24 juli 2020. De adviesinstantie bracht op 3 augustus 2020 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

BIJZONDERE VOORWAARDEN

1.      Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N0360001 van 33.7 -12 tot 33.7 +39):

  • De grens van het openbaar domein is geschat op 13 meter.
  • De ontworpen rooilijn ligt op 13 meter uit de bestaande wegas en dit overeenkomstig de vigerende wegnormen.
  • De rooilijn valt samen met grens openbaar domein.
  • De zone van achteruitbouw bedraagt 8 meter.
  • De minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 21 meter.

Publiciteit:

  • geen

Besluit

Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer GUNSTIG betreffende voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met de algemene en de bijzondere voorwaarden.’

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

Deze aanvraag is volgens de gewestplanwijziging, goedgekeurd op 10 november 1998 gelegen in een regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 4 van bijlage 11 bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 november 1998 houdende definitieve vaststelling van het plan tot gedeeltelijke wijzigingen van het gewestplan Kortrijk op het grondgebied van de gemeenten Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wevelgem en Zwevegem. Deze voorschriften luiden als volgt:

 

Regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter: Een regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter is bestemd voor de vestiging van bedrijven zoals bedoeld in artikelen 7 en 8, lid 2.1.1 en 2.1.2 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972. Het kan evenwel alleen worden gerealiseerd door de overheid. Bij de inrichting van het gebied zal rekening gehouden worden met de natuurlijke en de landschappelijke kwaliteiten van het terrein en de onmiddellijke omgeving. Hierbij wordt aandacht besteed aan het karakter van het terrein, de aard van de activiteiten, de omvang van de bebouwing, het architecturaal karakter, de breedte en de wijze van aanleg van de omringende bufferzone.

De Vlaamse regering kan bepalen dat een bijzonder plan van aanleg voorafgaand aan de ontwikkeling van dat gebied dient goedgekeurd te worden.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan gezien de aanvraag betrekking heeft op de sloop van niet industriële bebouwing.

 

De eigendom is gelegen binnen de grenzen van het masterplan Bedrijventerrein Ter Donkt II, waarbij in de stedenbouwkundige voorschriften, bij de nevenbestemmingen (2.2.3) opgenomen is dat de bestaande horecazaak behouden mag blijven tot stopzetting van de activiteiten. Het slopen van de bebouwing kadert bijgevolg binnen deze voorschriften.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat Ter Donkt een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen. Door de sloop van de bestaande bebouwing zijn grotere infiltratiemogelijkheden op eigen terrein zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag betreft het slopen van de bestaande, leegstaande gebouwen die binnen de ontwikkeling van het bedrijventerrein Ter Donkt II konden blijven bestaan tot stopzetting van de activiteiten. In afwachting van een nieuw bouwprogramma conform de planologische context en teneinde verdere verloedering tegen te gaan wordt geopteerd de bestaande bebouwing nu reeds te slopen. Ook de 2 bomenrijen zouden gesloopt worden. De twee bomenrijen situeren zich binnenin de industriezone op de grenzen met de naastliggende bedrijfspercelen en het betreffen allen bomen met een beperkte stamomtrek. Ook de solitaire boom bevindt zich centraal op de beide percelen van deze eigenaar (ook het naastliggend perceel behoort immers toe tot dezelfde eigenaar). Dit betekent dat de te rooien bomen geen functie hebben inzake een visuele inkleding van het bedrijfsperceel en een verdere koppeling met het naastliggend bedrijfsperceel in de weg staat. Bij de herinvulling van de eigendom dient wel onderzocht te worden waar extra groenaanplant wenselijk en/of noodzakelijk is.

In functie van de afwerking van het terrein en het beperken van mogelijke hinder dienen volgende voorwaarden nageleefd te worden:

-          Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

-          Er moet voldaan worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk, inzonderheid in verband met het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

-          Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

-          Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

-          Asbesthoudend afval moet met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Vlaamse Overheid, Agentschap Wegen en Verkeer

Aangezien het advies gunstig is, is een verdere beoordeling niet aan de orde.

 

7.14     Sloopopvolgingsplan

Aangezien een niet-residentieel gebouw met een totaal bouwvolume van meer dan 1.000 m³ gesloopt wordt, is een sloopopvolgingsplan noodzakelijk. Het sloopopvolgplan is toegevoegd aan het aanvraagdossier zodat geen verdere voorwaarden opgelegd moeten worden.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan MIEKE HUYS namens GARAGE VEYS NV gevestigd Ter Donkt 31 te 8540 Deerlijk, voor het slopen van een woning met restaurant en bijgebouwen en het rooien van bomen, op een perceel gelegen Ter Donkt 32 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 626 L, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het terrein moet na de sloping op een kwalitatieve manier afgewerkt en onderhouden worden.

        Er moet voldaan worden aan de bepalingen van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk, inzonderheid in verband met het onderhouden van onbebouwde gronden (titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 4).

        Bij het slopen moeten zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies verwijderd worden.

        Het sloopafval moet onmiddellijk van het terrein verwijderd worden naar een daartoe bestemde plaats.

        Asbesthoudend afval moet met de nodige omzichtigheid en volgens de wettelijke bepalingen verwijderd worden.

        Bij de herinvulling van het bedrijfsperceel dient onderzocht te worden waar extra groenaanplant wenselijk en/of noodzakelijk is.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

Afsprakennota 2020-12 - onderzoek ruimtelijk beleidsplan - bijkomende prestaties - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd bijkomende prestaties bij de afsprakennota met Leiedal, nummer 2020-12 goed te keuren.

 

Motivering

 

Op 11 maart 2020 keurde het college van burgemeester en schepenen de afsprakennota met de Intercommunale Leiedal voor het ontwerpend onderzoek voor een ruimtelijk strategische visie goed.

 

De Vlaamse overheid lanceerde een nieuwe oproep voor pilootprojecten in het kader van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Types projecten die in aanmerking komen zijn projecten die kaderen binnen volgende thema's: lokale strategie om bouwshift te realiseren, lokale strategie om groenblauwe netwerken te realiseren, lokale strategie rond stedenbouwkundige lasten.

Op regionaal niveau zou er een dossier opgemaakt worden binnen het thema bouwshift.

Vanuit de diensten, in overleg met de schepen, wordt voorgesteld om voor Deerlijk een dossier in te dienen rond de stedenbouwkundige lasten, samen met de gemeente Kuurne. Het subsidiedossier moet ingediend worden uiterlijk op 1 oktober.

Gelet op het intergemeentelijk karakter van het aanvraagdossier alsook de korte termijn om dit dossier alsnog op te maken wordt voorgesteld hiervoor beroep te doen op de diensten van de Intercommunale Leiedal.

Dit kan via een bijkomende prestatie bij de reeds goedgekeurde afsprakennota voor het ontwerpend onderzoek ruimtelijk beleidsplan. De kost voor de opmaak van deze subsidieaanvraag wordt door Leiedal geraamd op maximaal 2.000 euro waarvan de helft voor Deerlijk en de helft voor Kuurne.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

1.000 euro

Actie

overige beleid

Jaarbudgetrekening

A-1.10.1/0600-00/21400000

Visum

nvt

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist aan Leiedal de opdracht te geven tot opmaak van een subsidieaanvraag in het kader van de oproep 'pilootproject Beleidsplan Ruimte Vlaanderen' als intergemeentelijk project met de gemeente Kuurne en dit als een bijkomende prestatie bij de afsprakennota 2020-12.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Organisatiebeheersysteem

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2020/35 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2020/62 goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

OMV 2020_79 - Harelbekestraat 66 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het afbreken van de bestaande woning en het uitbreiden van de bestaande winkelruimte met een loods voor opslagruimte, op een perceel gelegen Harelbekestraat 66 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 32 Z3 aangevraagd door Geert Parmentier namens Twenthe Group NV gevestigd Harelbekestraat 66 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 10 september 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het advies van de brandweerzone Fluvia dient strikt nageleefd te worden.

        De groenaanplant voorzien op het inplantingsplan moet gerealiseerd worden binnen het eerstvolgend plantseizoen na voltooiing van de bouwwerken.

        De haag langs de oostelijke  zijperceelsgrens dient te bestaan uit ligustrum (wintergroen) in plaats van de voorziene haagbeuk.

        De infiltratievoorziening dient een volume te hebben van 25.725 liter en een referentie-oppervlak van 41,16 m².

        De voorziene voorgevelbekleding in sandwichpanelen wordt uit de vergunning gesloten en dient opnieuw bekeken worden in functie van een betere integratie in het bestaande straatbeeld.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, Vrijputstraat, goedgekeurd bij MB op 12 september 2000, met als bestemming zone voor centrumfuncties.

 

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het BPA is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 december 1980 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een verlicht uithangbord in plastic aan zijn bedrijf.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 1 juli 1992 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van de voorgevel en zijgevel van het bedrijfsgebouw, het slopen van een vervallen magazijn achteraan, het vervangen van ramen van de woning en het afbreken van bijgebouwtjes aan de woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 februari 2005 door het college van burgemeester en schepen voor het plaatsen van lichtreclame en naambord.

 

Relevant stedenbouwkundig attest

Volgend stedenbouwkundig attest is relevant

-          Negatief stedenbouwkundig attest afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen op 26 november 2003 voor het slopen van een bestaand pand en het bouwen van een nieuw bedrijfsgebouw.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Pré-Vlarem vergunning (klasse 2) afgeleverd op 1 september 1950 voor het uitbaten van een weverij.

        Pré-Vlarem vergunning (klasse 3) waarvan akte genomen op 18 mei 1977 voor het plaatsen van bovengrondse opslagplaats van 5.000 liter stookolie.

        Pré-Vlarem vergunning (klasse 3) waarvan akte genomen op 9 september 1977 voor het lozen van huishoudelijk afvalwater.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 5 februari 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het regulariseren van de bestemmingswijziging van stockage naar deels kleinhandel en deels groothandel en het uitbaten van een kleinhandelsactiviteit met een handelsoppervlakte van 603 m².

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen langsheen de Harelbekestraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De Harelbekestraat betreft de verbindingsweg tussen Deerlijk en Harelbeke. De gebouwen in de omgeving zijn hoofdzakelijk koppelwoningen en rijwoningen bestaande uit 2 bouwlagen met zadeldak evenwijdig aan de straat. Deze woningen worden afgewisseld met handelszaken, diensten, autowerkplaatsen, enz. In de tuinzones bij de woningen langs de Harelbekestraat richting N 36 zijn diverse bijgebouwen/loodsen aanwezig van verscheiden grootte. Aan de achterzijde paalt de eigendom aan een private garageweg met erfdienstbaarheid. Aan de rechterzijde zijn de tuinzones aanwezig van de eengezinswoningen langs de Vrijputstraat.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst met voorliggende aanvraag de voorgevel van de bestaande winkelruimte te verbouwen en het bestaande handelsgebouw uit te breiden met een stockageloods.

De stockageloods voor bed- en badlinnen wordt ingeplant tegen de achtergevel van de bestaande bebouwing. Het nieuwe gedeelte heeft een breedte van 18,45 m op een diepte van 29,70 m. Het bevindt zich op een afstand van respectievelijk 4,58 m tot 4,04 m van de oostelijke perceelsgrens, respectievelijk 8 m tot 24 m van de achterkavelgrens en respectievelijk 5,01 m tot 6,19 m van de westelijke perceelsgrens. Het gebouw is opgebouwd uit een staalstructuur afgewerkt met betonpanelen in een grijze kleur. De loods heeft een hoogte van 6 m met plat dak en wordt ten opzichte van de oostelijke perceelsgrens met een hellend dak afgebouwd volgens de 45° regel tot een hoogte onderkant goot van 3,50 m ten opzichte van het vloerpas. Langs de oostelijke zijperceelsgrens (op de volledige breedte tussen de perceelsgrens en het gebouw) en langs de achterperceelsgrens (op een diepte van 3 m en tot aan de toegangspoort naar de garageweg) wordt een groenscherm voorzien bestaand uit een combinatie van streekeigen bomen en heesters. Langs de westelijke zijperceelsgrens worden leibomen aangeplant. De onbebouwde ruimte achteraan wordt verhard met gravier en wordt langs het achterliggende groenscherm ingericht met 8 parkeervakken in grasdallen.

Aan de straatzijde wordt de woning naast de winkel afgebroken. Deze woning werd gebruikt als burelen. Deze burelen zullen in de bestaande winkelruimte ondergebracht worden, aan de voorzijde, op de plaats waar vroeger reeds burelen zaten. De vrijgekomen ruimte zal dienst doen als doorgangsruimte naar de nieuw te bouwen loods. Deze ruimte wordt langs de bestaande gebouwen ingericht met klinkers, op een breedte van 6,55 m en zal dienst doen als oprit enerzijds en parkeerplaatsen langs het gebouw anderzijds. Vanaf het nieuwe gebouw wordt de oprit aangelegd in gravier over een breedte van 5 m. De klinkerverharding wordt doorgetrokken in de voortuinstrook in functie van 2 extra parkeerplaatsen waaronder één voor personen met beperking en fietsenstallingen. Ten opzichte van de Harelbekestraat wordt een beperkt plantvak voorzien waardoor ook deze beide parkeerplaats te bereiken zijn via de oprit op de Harelbekestraat. De vrijgekomen zijgevel van de winkelruimte alsook de voorgevel zullen voorzien worden van nieuw buitenschrijnwerk en een nieuwe gevelbekleding in sandwich panelen. De vrijgekomen zijgevel van de naastliggende woning zal afgewerkt worden met isolatie en een rode gevelsteen in analogie met de bestaande gevelsteen van de voorgevel van die buurwoning.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

3.4.  Beschrijving van de aangevraagde kleinhandelsactiviteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een uitbreiding van de kleinhandelsactiviteiten.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 12 juni 2020 tot 11 juli 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er 2 analoge bezwaarschriften en 4 digitale bezwaarschriften ontvangen.

 

De bezwaren handelen samengevat over volgende bezwarende elementen:

1)      De gevraagde afwijkingen zijn niet beperkt en zijn in strijd met de goede ruimtelijke ordening zodat geen grond is tot vergunnen van de aanvraag.

2)      Er zijn een aantal onduidelijkheden in het dossier ondermeer met betrekking tot het al dan niet uitbreiden van de winkel, de bebouwde oppervlakte en de impact op de waterhuishouding.

3)      De afwijking op de oppervlakte is een verdrievoudiging van de toegestane oppervlakte en dat is onaanvaardbaar.

4)      Het terrein wordt maximaal verhard en er is weinig groen voorzien.

5)      Er worden vragen gesteld bij de waterdoorlaatbaarheid van de verharding in gravier en de bijbehorende vrees voor wateroverlast.

6)      De impact inzake mobiliteit door het achterwaarts keren op de Harelbekestraat is te weinig onderzocht en wordt als gevaarlijk beschouwd.

7)      Er is geen duidelijkheid over het gebruik van de garageweg. Deze mag geenszins dienst doen als ontsluiting van het bedrijf.

8)      De hoogte van het gebouw tot op 6 m zal zorgen voor schaduwval en zonverlies in de tuinen (zelfs met de 45°-regel) van de woningen langs de Ververijstraat.

9)      De visuele impact van het gevraagde is onaanvaardbaar door de omvang en het materiaalgebruik van de loods. Terwijl op heden het terrein ingericht is als tuinzone waarop de aanpalende eigenaars uitkijken en dat is net een troef.

10)Een groenzone van 4 m zal niet volstaan om de visuele impact te verdoezelen.

11)Eén van de bezwaarindieners is niet akkoord met de grotere voortuinverharding dan voorzien in het BPA (> 40%).

12)Eén van de bezwaarindieners stelt dat de aanvraag in strijd is met beleidsmatig gewenste ontwikkelingen uit het voorlopig vastgesteld RUP ‘De Barakke’ ondermeer met betrekking tot de randvoorwaarden voor een handelszaak als de algemene bepalingen 0.1 (ruimtelijke kwaliteit) en 0.5 (parkeernormen).

 

5.   Adviezen

 

De Brandweerzone – Hulpverleningszone Fluvia, dienst brandpreventie werd om advies verzocht op 9 juni 2020. De adviesinstantie bracht op 11 juni 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag wordt gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverslag.

In functie van de maatgevende brandbelasting werd het industriegebouw door de bouwheer ingedeeld in klasse C.’

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden getoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Vrijputstraat, meer bepaald de voorschriften van zone 1 centrumfuncties, zone 15 achteruitbouw en zone 11 garageweg.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften. Hiervoor wordt toepassing gemaakt van artikel 4.4.9/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Het ontwerp is ondermeer op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor

Ontwerp voorziet

Max. 500 m² te bebouwen

1.462 m² bebouwd na uitbreiding

Gabarit nevenvolume tot hoogte nevenvolume beperkt tot 5 m met helling van 30°

Hoger gabarit met een hoogte nevenvolume maximaal 6 m met helling van 45°

Halfopen bebouwing slechts mogelijk indien aanpalende percelen bebouwbaar blijven binnen de voorschriften

Halfopen bebouwing terwijl aanpalend gebouw op de zijperceelsgrens ingeplant is

Verhardingspercentage achteruitbouwstrook max. 40 %

Verharding achteruitbouwstrook ongeveer 90 %

 

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien de eigendom bestemd is als zone voor centrumfuncties en de uitgeoefende functie hieronder valt, het perceel voor minder dan 70 % bebouwd is (55%), de afstand tot de achterkavelgrens minstens 8 m bedraagt, het hoofdvolume behouden blijft, voor het nevenvolume geen diepte bepaald is, de delen van de aanpalende wachtgevel door de aanvrager afgewerkt worden, de materialen constructief en esthetisch verantwoord zijn, blinde gevel afgewerkt worden in volwaardige materialen, voor onder meer stapelplaatsen voldoende parkeerplaatsen aangelegd worden op eigen terrein om te voldoen in de eigen parkeerbehoefte, de activiteiten niet storend zijn voor de omgeving en de beplanting in de voortuin beperkt is tot een hoogte van 0,60 m.

 

Volgens de nota van de architect is de ontsluiting via de garageweg bestemd voor de hulpdiensten en niet als ontsluiting voor het bedrijf waardoor voldaan is aan de bepalingen van het BPA. Dit is echter niet duidelijk aangegeven op de bouwplannen zodat in de voorwaarden nogmaals duidelijk opgenomen dient te worden dat de garageweg slechts dient als secundaire ontsluiting en dat via deze weg het bedrijf niet ontsloten mag worden naar het openbaar domein.

 

Artikel 4.4.9/1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, het vergunningverlenende bestuursorgaan bij het verlenen van een omgevingsvergunning mag afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg, voor zover dit plan ouder is dan 15 jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag. Afwijkingen kunnen niet toegestaan worden voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden. Afwijkingsmogelijkheid kan niet worden toegepast voor BPA’s die voorzien in stedenbouwkundige voorschriften voor agrarisch gebied, ruimtelijk kwetsbaar gebied of recreatiegebied in afwijking van het gewestplan.

Het BPA werd goedgekeurd bij Ministerieel besluit op 12 september 2000 en is dus ouder dan 15 jaar, de bestemming betreft centrumfuncties en zone voor achteruitbouw op privaat terrein en de afwijking wordt toegepast voor stedenbouwkundige voorschriften die een aanvulling vormen op de gebiedsaanduiding woongebied vermeld in het KB van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen zodat een afwijking overeenkomstig artikel 4.4.9/1 overwogen kan worden.

Voor de beoordeling wordt verwezen naar de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening (zie onder 7.10).

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Harelbekestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt geen regenwaterput verplicht gezien de aanvraag betrekking heeft op de uitbreiding van een bestaand gebouw, de aanvrager voorziet ook geen bijkomende hemelwaterput, de aanvrager voorziet wel de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 16.800 liter en een referentieoppervlakte van 24,80 m², de oprit en de bijkomende verharding worden aangelegd in waterdoorlatende materialen (gravier, klinkers, grasdallen) zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-mer-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-mer-besluit). Een project-mer-screeningsnota volgens het modelformulier maakt deel uit van het aanvraagdossier. In deze nota zijn de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Gelet op het beperkt aantal verkeersbewegingen is de opmaak van een MOBER of mobiliteitstoets niet noodzakelijk.

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

Het onbebouwde binnengebied creëert kansen voor een uitbreiding van de bestaande handelszaak. De ruimere omgeving wordt gekenmerkt door een verwevenheid van functies langs de Harelbekestraat zodat de functie zich maximaal zal integreren. De functie beperkt zich tot opslag en is niet publiek toegankelijk zodat de dynamiek op het achterliggende deel van het perceel beperkt zal zijn.

 

In het BPA zijn inzake bebouwingsmogelijkheden 2 bepalingen opgenomen, zijnde een bebouwingspercentage tot maximaal 70 % en een bebouwde oppervlakte tot 500 m². De aanvraag blijft ruim onder de 70 % bebouwingspercentage op het perceel.

Binnen hetzelfde BPA Vrijputstraat is voor een bedrijf iets meer westelijk gelegen, zijnde Harelbekestraat 98 (in vogelvlucht op een afstand van 80 à 95 m) eveneens voorzien in uitbreidingsmogelijkheden voor dit bedrijf. In het BPA is voor deze eigendom geen maximaal te bebouwen vloeroppervlakte opgenomen maar enkel een bebouwingspercentage. Als de eigenaar van de Harelbekestraat 98 alle bouwmogelijkheden zoals voorzien in het BPA benut dan kan de bestaande werkplaats Harelbekestraat 98 van 800 m² uitbreiden met een oppervlakte van 1.364,5 m². Deze site bevindt zich eveneens achterliggend private tuinzones en sluit ook aan op de garageweg en sluit bijgevolg qua opbouw en visie aan bij voorliggend project. Een afwijking op de voorwaarden voor voorliggende aanvraag, aansluitend bij de bepalingen van het BPA voor een nabijgelegen bedrijf, valt bijgevolg te verantwoorden.

 

Een aantal randvoorwaarden zorgen er voor dat de impact op de aanpalende percelen beperkt wordt. De hoogte ten opzichte van de oostelijke zijperceelsgrens wordt beperkt tot 3,50 m om dan volgens de 45° regel deze zijde af te werken met een hellend dak. Dit betekent dat inzake materiaalgebruik de betonnen gevel beperkt wordt tot 3,50 m en daar waar het dakvlak begint is een afwisseling in materiaalgebruik en kleur voorzien door de dakbedekking. Hierdoor is de wand die uitgeeft op de tuinen visueel minder hard. De uitbreiding wordt ingeplant op een afstand van minstens 4 m ten opzichte van de perceelsgrenzen en de aanvrager voorziet het aanplanten van een haag gecombineerd met bomen ten opzichte van de tuinzones van de aanpalende eigenaars teneinde de visuele impact te gaan beperken en een overgang naar de tuinzones te realiseren. Teneinde voldoende garanties te hebben naar de uitvoering van deze groenaanplant dient in de voorwaarden opgelegd te worden dat dit gerealiseerd moet worden binnen het eerstvolgend plantseizoen na voltooiing van de bouwwerken. Teneinde voldoende garanties te hebben naar inkleding van de site het ganse jaar door moet opgelegd worden dat de haag langs de zijperceelsgrens dient te bestaan uit ligustrum (wintergroen) in plaats van de voorziene haagbeuk.

 

De hoofdontsluiting van de loods gebeurt via de Harelbekestraat en wordt ten opzichte van huidige situatie verder geoptimaliseerd door de afbraak van de bestaande woning/burelen. In de nota is aangegeven dat de auto’s niet zullen rijden via de garageweg maar enkel via de Harelbekestraat. De garageweg achteraan zal gebruikt worden in noodsituaties en door de hulpdiensten. Dit betekent dat er geen bijkomende druk zal ontstaan op de mobiliteit in de Vrijputstraat. De ontsluiting van de vrachtwagens gebeurt via de Harelbekestraat. Vrachtwagens dienen te manoeuvreren op de Harelbekestraat omdat ze niet kunnen keren op eigen terrein. De levering met een vrachtwagen beperkt zich volgens de nota van de architect tot één levering per week en dat zal ten opzichte van vandaag weinig wijzigingen met zich mee brengen. Deze circulatie zorgt ook op vandaag voor weinig impact op de mobiliteit.

Het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein wordt met voorliggende aanvraag verder uitgebreid door parkeerplaatsen voor werknemers aan de achterzijde van het perceel te voorzien en voor bezoekers aan de voorzijde op het perceel. Omdat de winkeloppervlakte niet toeneemt zal er geen bijkomende hinder gecreëerd worden door bezoekers aan de winkel.

 

De aanvrager voorziet de gevelbekleding van het bestaande gebouw te wijzigen. De vrijgekomen zijgevel van het gebouw evenals de voorgevel zal bekleed worden met grijze sandwichpanelen. De vrijgekomen zijgevel van de naastliggende woning voorziet de aanvrager te bekleden met gevelmetselwerk conform de voorgevel van de woning. De gevelbekleding van de bebouwing in de Harelbekestraat bestaat in hoofdzaak uit gevelmetselwerk. Een voorgevelbekleding in sandwichpanelen sluit niet aan bij het bestaande straatbeeld en past zich niet in in zijn onmiddellijke omgeving. De herwaardering van de voorgevel dient opnieuw bekeken te worden en wordt bijgevolg uit de vergunning gesloten.

 

Tenslotte kan bij de beoordeling van de aanvraag ook rekening gehouden worden met beleidsmatig gewenste ontwikkelingen. Er werd reeds een procedure gestart tot opmaak van een RUP Barakke waarbij voor de voorliggende eigendom de hierboven geschetste visie opgenomen werd ter vervanging van de bepalingen uit het BPA.

In het ontwerp RUP Barakke, versie november 2018 werd de mogelijkheid voor het behoud van de handel opgenomen en uitbreidingsmogelijkheden voorzien tot 70% bebouwingspercentage (zonder maximaal te bebouwen oppervlakte) met een aantal randvoorwaarden inzake afstand, hoogte en groenaanplant. Voor dit ontwerp van RUP werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 16 januari 2019 tot en met 16 maart 2019 en werden geen bezwaren ingediend tegen de uitbreiding van de handelszaak. De procedure van het RUP staat momenteel echter on hold omwille van de verdere visievorming voor een ander deelgebied binnen het plangebied, maar de voorliggende visie voor het inrichten van dit binnengebied blijft aangehouden.

 

Het ontwerp kan bijgevolg verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Alle bezwaren zijn tijdig ingediend.

Bezwaar 1 (digitaal ingediend op 10 juli 2020) en bezwaar 2 (digitaal ingediend op 10 juli 2020) zijn identiek en ingediend door dezelfde indiener zodat er slechts één van beiden ontvankelijk is.

Het digitale bezwaar ingediend op 21 juni 2020 werd via mail op 30 juni 2020 opnieuw ingetrokken waardoor dit bezwaar onontvankelijk is.

 

Bijgevolg zijn 4 bezwaren (waarvan 3 individuele en 1 gezamenlijk) ontvankelijk bevonden.

 

Omtrent de ingediende bezwaarschriften wordt voorgesteld volgend standpunt in te nemen:

1)      De gevraagde afwijkingen zijn niet beperkt en zijn in strijd met de goede ruimtelijke ordening zodat geen grond is tot vergunnen van de aanvraag.

Ongegrond: Hiervoor wordt verwezen naar de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening (zie 7.10)

2)      Er zijn een aantal onduidelijkheden in het dossier onder meer met betrekking tot het al dan niet uitbreiden van de winkel, de bebouwde oppervlakte en de impact op de waterhuishouding.

Ongegrond: De plannen uit het dossier worden goedgekeurd en hierop is duidelijk dat de uitbreiding bedoelt is als stockageruimte bij de winkel en dat de winkeloppervlakte niet zal toenemen, ook de afmetingen volgens plan zijn correct, waaruit de oppervlakte berekend kan worden. Tenslotte is bij het dossier de aanstiplijst voor de toetsing aan de hemelwaterverordening toegevoegd waardoor de impact op de waterhuishouding wel onderzocht is.

3)      De afwijking op de oppervlakte is een verdrievoudiging van de toegestane oppervlakte en dat is onaanvaardbaar.

Ongegrond: Het klopt dat de afwijking op de oppervlakte bijna een verdrievoudiging is van de norm van 500 m². Anderzijds is voor de zone van centrumfuncties eveneens een bebouwingspercentage opgenomen, zijnde 70 %. De aanvraag blijft ruim onder deze 70 %. De afwijkingsvraag in toepassing van artikel 4.4.9/1 wordt positief gemotiveerd (zie toetsing goede ruimtelijke ordening 7.10) omwille van dit bebouwingspercentage en omwille van de visie binnen hetzelfde BPA, maar voor een ander bijna naastliggend perceel.

4)      Het terrein wordt maximaal verhard en er is weinig groen voorzien

Ongegrond: De verharding is inderdaad ruim. Deze verharde oppervlakte is nodig in functie van de voorziene activiteit en de aanvrager voorzien rondom, ten opzichte van de aanpalende percelen in een voldoende groenaanplant zodat de inkleding van het bedrijf in de onmiddellijke omgeving gegarandeerd blijft.

5)      Er worden vragen gesteld bij de waterdoorlaatbaarheid van de verharding in gravier en de bijbehorende vrees voor wateroverlast.

Gegrond: De aanvrager voorziet inderdaad een deel van de verharding in gravier. Omdat deze verharding ook gebruikt zal worden voor de vrachtwagen en teneinde te anticiperen op de bezwaren, dient opgelegd te worden dat de infiltratievoorziening uitgebreid moet worden in functie van 414 m² gravier die voorzien wordt. De infiltratievoorziening dient bijgevolg een volume te hebben van 25.725 liter en een referentieoppervlakte van 41,16 m².

6)      De impact inzake mobiliteit door het achterwaarts keren op de Harelbekestraat is te weinig onderzocht en wordt als gevaarlijk beschouwd.

Ongegrond: Het laden en lossen gebeurt op heden langs de Harelbekestraat. Door de afbraak van de woning/bureel en het doorrijden tot op de zijkant van de nieuwe loods wordt de impact op de Harelbekestraat eerder beperkt. Het aantal vervoersbewegingen met vrachtwagens is eveneens beperkt tot één per week waardoor de impact op de Harelbekestraat niet zal wijzigen.

7)      Er is geen duidelijkheid over het gebruik van de garageweg. Deze mag geenszins dienst doen als ontsluiting van het bedrijf.

Deels gegrond: Volgens de nota van de architect is de ontsluiting via de garageweg bestemd voor de hulpdiensten en niet als ontsluiting voor het bedrijf. In navolging van de toetsing aan de voorschriften van het BPA is dat ook nog eens opgenomen in de voorwaarden bij afgifte van de vergunning.

8)      De hoogte van het gebouw tot op 6 m zal zorgen voor schaduwval en zonverlies in de tuinen (zelfs met de 45°-regel) van de woningen langs de Vrijputstraat.

Ongegrond: Het gebouw wordt ingeplant op een afstand van minstens 4 m van de zijperceelsgrens en heeft op deze afstand een hoogte van 3,50 m. De 6 m hoogte bevindt zich op een afstand van ongeveer 6,20 m van deze perceelsgrens zodat de impact te verantwoorden valt. Aanvullend zal omwille van de oriëntatie van de eigendom de impact zich beperken tot een mogelijke afname van de avondzon.

9)      De visuele impact van het gevraagde is onaanvaardbaar door de omvang en het materiaalgebruik van de loods. Terwijl op heden het terrein ingericht is als tuinzone waarop de aanpalende eigenaars uitkijken en dat is net een troef.

Ongegrond: De aanvrager voorziet in het voorstel de aanplant van een haag een bomenrij met de bedoeling de visuele impact te beperken en naar de aanpalende tuinzones nog een 4 m brede groenvoorziening toe te voegen. Bij de private woningen is een beperkte tuinzone aanwezig maar het kan niet de bedoeling zijn dat een tuinzone van derden een troef kan zijn voor de eigen woning.

10)Een groenzone van 4 m zal niet volstaan om de visuele impact te verdoezelen.

Ongegrond: de groenzone wordt ingericht met een haag en met een bomenrij waardoor de inkleding voldoende zal zijn. Door het opleggen dat de haag moet bestaan uit een wintergroene plant zal de inkleding ook in de winter gegarandeerd worden.

11)Een van de bezwaarindieners is niet akkoord met de grotere voortuinverharding dan voorzien in het BPA (> 40%).

Ongegrond: De bestaande vergund geachte voortuinverharding bedraagt 100 %. In voorliggende aanvraag wordt van de herinrichting gebruikt gemaakt om een weliswaar beperkte groenaanplant te voorzien, rekening houdend met de noodzakelijke parkeervoorzieningen en de breedte van de oprit (teneinde de impact op de Harelbekestraat te beperken. Ook het aanplanten van de leibomen tot langs de gevel van de woning Harelbekestraat 70 zal een positieve impact hebben op het vergroenen van de straat.

12)Eén van de bezwaarindieners stelt dat de aanvraag in strijd is met beleidsmatig gewenste ontwikkelingen uit het voorlopig vastgesteld RUP ‘De Barakke’ onder meer met betrekking tot de randvoorwaarden voor een handelszaak als de algemene bepalingen 0.1 (ruimtelijke kwaliteit) en 0.5 (parkeernormen).

Ongegrond: Hiervoor wordt verwezen naar de toetsing van de goede ruimtelijke ordening (zie 7.10)

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Hulpverleningszone Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies stipt nageleefd moeten worden.

 

7.14     Belastingsreglement op ontbrekende parkeerplaatsen

Overeenkomstig de gemeenteraadsbeslissing van 28 november 2019 betreffende de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen moet voor de uitbreiding van de stockageoppervlakte een norm van 1 pp/schijf van 100 m² of 1pp/ 10 werknemers gehanteerd worden. Dit betekent dat 5 extra parkeerplaatsen voorzien moeten worden. Op heden zijn maximaal 5 parkeerplaatsen op eigen terrein en in de nieuwe plannen worden 15 parkeerplaatsen aangelegd. Bijgevolg is voldaan aan het belastingreglement.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het voorstel van behandeling van de bezwaren en bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Geert Parmentier namens Twenthe Group NV gevestigd Harelbekestraat 66 te 8540 Deerlijk, voor het afbreken van de bestaande woning en het uitbreiden van de bestaande winkelruimte met een loods voor opslagruimte, op een perceel gelegen Harelbekestraat 66 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie A 32 Z3, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het advies van de brandweerzone Fluvia dient strikt nageleefd te worden.

        De groenaanplant voorzien op het inplantingsplan moet gerealiseerd worden binnen het eerstvolgend plantseizoen na voltooiing van de bouwwerken.

        De haag langs de oostelijke  zijperceelsgrens dient te bestaan uit ligustrum (wintergroen) in plaats van de voorziene haagbeuk.

        De infiltratievoorziening dient een volume te hebben van 25.725 liter en een referentie-oppervlak van 41,16 m².

        De voorziene voorgevelbekleding in sandwichpanelen wordt uit de vergunning gesloten en dient opnieuw bekeken worden in functie van een betere integratie in het bestaande straatbeeld.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

OMV 2020_48 - Kerkplein 12, 14 en 16 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een meergezinswoning met 5 appartementen en 2 handelsruimten, op een perceel gelegen Kerkplein 12, 14 en 16 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 371 R, (afd. 1) sectie B 371 P, (afd. 1) sectie B 372 R, (afd. 1) sectie B 372 P en (afd. 1) sectie B 375 Z aangevraagd door de heer Claude Tyberghien namens Typro BV BV gevestigd Zandstraat 6 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 10 september 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Ongunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

      Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 december 2004 door het college van burgemeester en schepenen voor het heropmetsen van een muur en poort langs de straatkant.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 17 juli 2015 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van een bergruimte

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Aktename van een melding Klasse 3 door het college van burgemeester en schepenen op 12 april 2006 voor de rubriek 3.3.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 5 december 2018 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een meergezinswoning met 7 appartementen en een handelsruimte.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is gelegen in het centrum van Deerlijk, in de directe omgeving van de kerk. De omgeving wordt in hoofdzaak gekenmerkt door ééngezinswoningen van twee bouwlagen en een hellend dak, met een aantal centrumfuncties in de plint. Op de hoek van het Kerkplein met de Hoogstraat is een meergezinswoning met een grotere hoogte aanwezig en op de hoek aan de overzijde van de eigendom is een project voor meergezinswoningen in opbouw, bestaand uit 3 bouwlagen en een extra teruggetrokken bouwlaag deels onder hellend dak. Het Kerkplein is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

De bouwplaats bestaat uit 5 samengevoegde kleine kadastrale percelen: op de huisnummers 14 en 16 bevinden zich momenteel twee rijwoningen met aanbouwen en een resterend vervallen bijgebouw, dat deel uitmaakt van reeds eerder gesloopte werkhuizen; de tuinzone is braakliggend, vanwege de eerder gesloopte werkhuizen; het hoekperceel omvat momenteel een restaurant met leegstaande woonst. De bestaande bebouwing bestaat uit 2 bouwlagen en een plat dak. Aan de rechterzijde is de eigendom aangebouwd aan een volume van twee bouwlagen met hellend dak, aan de linkerzijde bevindt zich een toegangspoort naar een private tuinzone van de aanpalende eigendom.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst de bestaande bebouwing te slopen om een nieuwe meergezinswoning te kunnen optrekken. Voorliggende aanvraag betreft een heraanvraag met wijzigingen van de reeds vergunde meergezinswoning. De wijzigingen hebben in hoofdzaak betrekking op het aantal appartementen, het parkeren en de indeling van de gelijkvloerse ruimte.

Het nieuwe project bestaat deels uit 3 bouwlagen en deels uit 4 bouwlagen en wordt volledig afgewerkt met een plat dak. Het betreft een volume waar 5 appartementen en twee handelsruimte worden in ondergebracht.

Het gebouw wordt ingeplant op de rooilijn en ter hoogte van de hoek springt het gelijkvloers in als overdekte inkomluifel voor de handelsruimten. Het nieuwe gebouw wordt aangebouwd aan het hoofdvolume van het huisnummer 10 en aan de zijde van de kerk wordt het gebouw ingeplant tot tegen de zuidelijke perceelsgrens van de eigendom Kerkplein 20 waar zich een tuinpoort bevindt. Naast de woning huisnummer 10 heeft het gelijkvloerse gebouwenvolume een diepte van 19,67 m met aanvullend nog overdekte parkeerplaatsen en garageboxen tot nagenoeg op de achterkavelgrens en aan de zijde van de kerk varieert de bouwdiepte op het gelijkvloers tussen 9,54 m en grotendeels een diepte tot op de achterperceelsgrens. Aan de zijde palend aan het huisnummer 10 is de diepte op de eerste en de tweede verdieping ongeveer 13,50 m doch springt het bouwvolume in zowel aan de voorzijde als de achterzijde (waardoor het effectieve volume minder diep is) teneinde terrassen in te richten. Aan de zijde van de kerk wordt de diepte op de verdiepingen beperkt tot de 9 m met uitkragend terras of een gebouwenvolume aan de straatzijde (0,68 m) en uitkragend of dakterras aan de achterzijde (1 m uitkragend en deels op de gelijkvloerse bouwlagen). De hoogte van het gebouw bedraagt 9,80 m boven het vloerpas voor het gedeelte van 3 bouwlagen en 13 m boven het vloerpas voor het gedeelte met 4 bouwlagen. Op het gelijkvloers bevinden zich twee handelsruimten, de inkomhal naar de appartementen, de inrit naar de achterliggende garages met fietsenstalling en bergruimtes. Via de doorrit bereik je 3 overdekte parkeerplaatsen en 10 garages. De rest van de tuinzone, het gedeelte oostelijk van de nieuwbouw, wordt verhard in dolomietverharding in functie van de inrit van de garages. De beide handelsruimten zijn toegankelijk via de overdekte inkom aan de zijde van de kerk. Op het 1ste en 2de verdieping worden telkens 2 appartementen voorzien en op de 3de verdieping is 1 appartement ondergebracht. De 5 appartementen zijn een menging van 2-slaapkamerappartementen (2 stuks) en 3-slaapkamerappartementen (3 stuks). Iedere woongelegenheden heeft een voldoende ruime private buitenruimte (daktuin of terras) en de platte daken van de onderliggende verdieping worden telkens afgewerkt als groendak.

Het gebouw wordt opgetrokken in een strakke hedendaagse vormgeving waarbij de gelijkvloerse gevels bekleed worden met hout en zwart gelakte aluminium en betongrijze wanddelen. De handelsruimten zijn voorzien van verdiepingshoge heldere beglazing. De gevels op de verdieping +1 en +2 bestaan uit beton- en pleisterwerk-vlakken en houten bekleding. De luifels worden afgewerkt in lichtgrijs beton en de balustraden in heldere beglazing teneinde de horizontale lijn in het gevelvlak te benadrukken. De derde verdieping wordt bekleed met donker aluminium zoals op het gelijkvloers.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 7 mei 2020 tot 5 juni 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er één schriftelijk bezwaarschrift ontvangen.

 

Het bezwaarschrift bevat samengevat volgende elementen:

-          Bestaande toestand van de deelmuur met eigendom Kerkplein 10 is niet correct weergegeven op het inplantingsplan.

-          De nieuwe tuinmuur met de eigendom Kerkplein 10 dient over gans de lengte een hoogte van 4,40 m te hebben gemeten vanaf de eigendom van de aanvrager en 5 m vanaf de eigendom Kerkplein 10. De stabiliteit van de tuinmuur dient gegarandeerd.

-          De 2 nieuwe wachtgevels ten opzichte van het dakvlak van de eigendom Kerkplein 10 dienen esthetisch aan te sluiten bij het uitzicht van de woning Kerkplein 10. Aan de voorzijde dient de bepleistering dezelfde kleur te hebben als de façade van de woning Kerkplein 10 en aan de achterzijde dient het een geheel te vormen met het soort baksteen van de woning Kerkplein 10.

-          De bouwheer moet voldoende maatregelen nemen voor de afwatering en de dichting van het dak van de woning Kerkplein (ter hoogte van de schoorsteen) alsook bij de tuinmuur.

-          Een tegensprekelijke plaatsbeschrijving dient uitgevoerd door een beëdigd landmeter voor de start van de werkzaamheden.

-          De nodige beschermingsmaatregelen dienen genomen te worden in functie van het verzekeren van de stabiliteit van bestaande constructies.

 

5.   Adviezen

 

De Hulpverleningszone Fluvia, dienst brandpreventie werd om advies verzocht op 9 april 2020. De adviesinstantie bracht op 15 april, ontvangen 23 april 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag wordt gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bijgaand brandvoorkomingsverslag.’

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, zijnde voorschriften voor woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de oprichting van een meergezinswoning zodat deze bestemming in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat het Kerkplein een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 15.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet de aanleg van een infiltratievoorziening met een volume van 9.850 liter en een referentieoppervlakte van 22 m², de aanvrager voorziet de aanleg van een deel groendaken en de verhardingen bestaan uit waterdoorlatende materialen. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt onder de bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, meerbepaald rubriek 10b - stadsontwikkelingsprojecten

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-mer-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-mer-besluit). In de aanvraag worden de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Er werd vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg is de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

-          functionele inpasbaarheid

Het voorzien van een meergezinswoning op deze plaats past zich functioneel in in de onmiddellijke omgeving. Het perceel is gelegen in het absolute centrum van de gemeente waar de onmiddellijke omgeving gekenmerkt wordt door een menging aan functies. Het voorzien van een commerciële plint genereert in deze context een gunstige invloed op de levendigheid en de sociale controle van de directe omgeving.

 

-          Het ruimtegebruik en de bouwdichtheid

De aanvrager wenst 5 woongelegenheden te voorzien op een perceel van 929 m², hetgeen wijst op 53 wooneenheden per ha. Deze bouwdichtheid is te verantwoorden gezien het perceel zich bevindt in het absolute centrum van de gemeente, weliswaar op voorwaarde dat ook een kwalitatieve buitenruimte aangeboden kan worden en dat het project zich ruimtelijk inpast in het bestaande straatbeeld en de bestaande context (zie verder).

Door de inrichting van de volledige achtertuin (zijtuin) met parkings wordt nagenoeg de volledige zone van het perceel verhard. Het kan echter niet de bedoeling zijn om het grootste gedeelte van de tuinzone te gaan verharden voor het parkeren, omdat dit een ongewenste dynamiek genereert. Deze zone sluit immers verder in het bouwblok aan bij een groen binnengebied (allen private tuinzones). Bijgevolg is het wenselijk om minstens 40% van de niet te bebouwen ruimte vrij te houden van verhardingen en in te richten als een groene ruimte die ook voor de bewoners qua gebruik als privatieve of semi-publieke buitenruimte een meerwaarde heeft. Dit draagt bij tot een goede woonkwaliteit.

 

-          Mobiliteitsaspect

Er worden in het project voldoende parkeerplaatsen voorzien in functie van het programma zodat er geen bijkomende parkeerdruk op de omgeving gelegd wordt. Ook wordt voorzien in een gemeenschappelijke fietsenberging in de onmiddellijke nabijheid van de inrijpoort. De fietsenstalling is voldoende ruim gedimensioneerd zodat zeker minstens 2 fietsenstandplaatsen per woongelegenheid aanwezig zijn, wat gelet op de ligging in het centrum een minimum aantal is.

 

-          De schaal en visueel-vormelijke aspecten:

Een ontwerp moet zich qua schaal en volume in de eerste plaats richten naar zijn omgeving. Gemotiveerde afwijkingen zoals plaatselijke accenten of een hedendaagse vormgeving moeten mogelijk zijn, maar voorliggend ontwerp richt zich niet naar het omliggende weefsel en speelt niet in op de bebouwing uit de omgeving. Dit blijkt onder andere uit volgende elementen:

  • Qua uitzicht vanaf de straat bestaat het project beperkt uit 3 bouwlagen en grotendeels uit 4 bouwlagen (beperkt teruggetrokken ten opzichte van Kerkplein 10) en volledig afgewerkt met een plat dak. Zowel qua bouwhoogte als qua dakvorm wordt geen aansluiting gecreëerd wordt naar de naastliggende eigendom. 

Wat de dakvorm betreft wordt alle bebouwing rondom de kerk hoofdzakelijk afgewerkt met een hellende dakvorm. Ook het nieuwe project op de andere hoek van het Kerkplein tegenover het voorliggende project wordt afgewerkt deels met een hellende dakvorm aansluitend bij de aanpalende woningen en deels met een platte dakvorm op de hoek, weliswaar teruggetrokken ten opzichte van de rooilijn.

Qua bouwhoogte zijn er in de gemeente nog precedenten waar op de hoeken een 4de teruggetrokken bouwlaag voorzien wordt echter wordt hier vastgesteld dat die 4de bouwlaag niet de hoek inneemt maar veel ruimer is en ook slechts beperkt teruggetrokken is ten opzichte van de rooilijn. Aan de zijde van de kerk zijn 4 volwaardige bouwlagen aanwezig op de rooilijn en is deze niet ontworpen als een teruggetrokken bouwlaag binnen het gabarit van een hellende dakvorm. Deze bouwlaag is niet geïntegreerd in de omgeving.

  • Het Kerkplein is op de plaats waar het project zich bevindt, aan de zijde van de kerk, niet zo breed waardoor het belangrijk is dat het deel dat boven de gootlijn komt (boven de 2de bouwlaag) binnen het gabariet van een hellend dak met een hellingshoek van 45° blijft teneinde de impact op het voorliggende openbaar domein te beperken (schaal en bezonning). Dit is in voorliggende aanvraag niet het geval waardoor een negatieve impact ontstaat op het openbaar domein.
  • De locatie van het perceel (op de historische as van de kerk naar het geboortehuis van René De Clercq) en de aanwezigheid van de kerk recht tegenover vraagt een vormgeving die zich aanpast aan deze historische omgeving terwijl het project eerder gebruik maakt van een bovenschaalse architectuur en een strakke vormgeving die een breuk vormt in de omgeving.

Niet enkel de schaal en het volume maar ook de visuele impact van het project is belangrijk in het straatbeeld. De aangevraagde voorgevel richt zich qua gevelopbouw niet op zijn omgeving daar de ééngezinswoningen in de omgeving gekenmerkt worden door een verticale gevelritmering en het ontwerp uitgaat van een sterke horizontale gevelritmering. Het gebruik van de geprefabriceerde elementen in zichtbeton voor de uitkraging op de eerste verdieping en de dakrand van de 2de verdieping werkt deze horizontale geleding in de hand en heeft een grote impact op het gevelvlak. Ook het zijgevelvlak kent een horizontale geleding door de lijnen van de terrassen. Deze zijde sluit wel aan bij het project in opbouw aan de overzijde van de weg. Door het voorzien van de 4de bouwlaag in een ander materiaal op de rooilijn langs de zijde van de kerk zal dit volume nog veel prominenter aanwezig zijn in het straatbeeld. De gevels krijgen bijgevolg een te grootschalig uiterlijk en hebben bijgevolg een negatieve visuele impact op het bestaande straatbeeld.

 

Gelet op de hierboven geformuleerde motivering dient geconcludeerd te worden dat het ontwerp bijgevolg niet verenigbaar is met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Het bezwaarschrift is tijdig ingediend en wordt bijgevolg ontvankelijk verklaard.

 

Omtrent het ingediende bezwaarschrift wordt voorgesteld volgend standpunt in te nemen:

-          Bestaande toestand van de deelmuur met eigendom Kerkplein 10 is niet correct weergegeven op het inplantingsplan.

Ongegrond: Het plan bestaande toestand is opgemaakt door de architect die beëdigd is om de toestand correct weer te geven. Bij het bezwaarschrift is geen plan toegevoegd van een landmeter zodat de opmerking niet kan gecontroleerd worden. Aangezien werken gebeuren aan de deelmuur is de opmerking ook zonder voorwerp.

-          De nieuwe tuinmuur met de eigendom Kerkplein dient over gans de lengte een hoogte van 4,40 m te hebben gemeten vanaf de eigendom van de aanvrager en 5 m vanaf de eigendom Kerkplein 10. De stabiliteit van de tuinmuur dient gegarandeerd.

Ongegrond: Werkzaamheden aan een deelmuur dienen steeds in onderling overleg tussen beide aanpalende eigenaars uitgevoerd te worden. De hoogte zoals opgenomen in het bezwaarschrift, zijnde de 4,40 m is ook de hoogte die op het plan nieuwe toestand voorzien is.

-          De 2 nieuwe wachtgevels ten opzichte van het dakvlak van de eigendom Kerkplein 10 dienen esthetisch aan te sluiten bij het uitzicht van de woning Kerkplein 10. Aan de voorzijde dient de bepleistering dezelfde kleur te hebben als de façade van de woning Kerkplein 10 en aan de achterzijde dient het een geheel te vormen met het soort baksteen van de woning Kerkplein 10.

Deels gegrond: Op de plannen is aan de achterzijde opgenomen dat de vrije topgevel afgewerkt wordt met isolatie aangevuld met gevelpleisterwerk. Aan de voorzijde is deze afwerking niet nader omschreven. Een afwerking met volwaardige materialen aansluitend bij ofwel de woning Kerkplein 10 ofwel het nieuwe project is noodzakelijk teneinde een esthetische integratie te realiseren.

-          De opmerkingen inzake de maatregelen inzake afwerking van het dak, de opmaak van een plaatsbeschrijving en de beschermingsmaatregelen in functie van stabiliteit zijn opmerkingen van burgerrechtelijke aard en niet van stedenbouwkundige zodat deze in het kader van deze vergunning ongegrond verklaard worden. Een omgevingsvergunning wordt steeds afgeleverd onder voorbehoud van burger(rechter)lijke rechten.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Hulpverleningszone Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies stipt nageleefd moeten worden.

 

7.14     Verordening toegankelijkheid

In toepassing van artikel 5 is, omdat het een meergezinswoning betreft met meer dan 6 wooneenheden en met toegangsdeuren over 2 niveaus, voorliggende aanvraag onderhevig aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid. De voorwaarden inzake toegankelijkheid moeten bijgevolg nageleefd worden.

 

7.15     Belastingsreglement op ontbrekende parkeerplaatsen

Overeenkomstig de gemeenteraadsbeslissing van 28 november 2019 betreffende de indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen moeten er 11 parkeerplaatsen voorzien worden (5 appartementen a rato van 1+ ½ parkeerplaats per appartement en een bruto handelsoppervlakte van respectievelijk 137 en 95 m² a rato van 1 parkeerplaats per schijf van 50 m² netto handelsoppervlakte). Volgens de ingediende plannen zijn er 13 parkeerplaatsen zodat voldaan is aan de genoemde gemeenteraadsbeslissing.

 

7.16     Lasten aan de ontwikkelaar

Aan de gevel van de bestaande bebouwing zijn een aantal voorwerpen aanwezig van openbaar nut, zoals ondermeer straatverlichting, een straatnaambord en kerstverlichting. Indien het college van mening is dat een vergunning verleend kan worden voor het slopen en heropbouwen volgens ingediend plan dient opgelegd te worden dat deze voorwerpen opnieuw voorzien moeten worden na heropbouw.

 

8.   Standpunt van het college van burgemeester en schepenen

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet aan bij het standpunt van de gemeentelijk omgevingsambtenaar. Het college is van mening dat de vergunning afgeleverd kan worden en motiveert haar standpunt als volgt:

De aanvrager ontving op 5 december 2018 reeds een omgevingsvergunning voor het bouwen van een meergezinswoning met 7 appartementen en een handelsruimte. Deze vergunde bouwplannen voorzagen in een gebouw met eenzelfde aantal bouwlagen, eenzelfde dakvorm en bouwvolume, eenzelfde schaal en nagenoeg eenzelfde bebouwingspercentage. Gelet op het feit dat het college deze vergunning afleverde en dat deze vergunning nog steeds geldig is, is een verdere motivatie voor deze elementen niet opnieuw aan de orde.

Het college is aanvullend van mening dat de doorgevoerde aanpassingen aan het plan en bijgevolg huidige aanvraag beter is dan de reeds vergunde ondermeer voor wat betreft volgende elementen:

        In de reeds vergunde aanvraag was het parkeren deels voorzien in de tuinzone en deels voorzien in een ondergrondse garage die enkel te bereiken is met een autolift zonder voorliggende wachtruimte. Dit kan een negatieve impact hebben op het openbaar domein (wachttijden voor het inrijden). In voorliggende aanvraag is deze autolift niet langer voorzien waardoor deze negatieve impact op het openbaar domein vervalt. Aangezien ook in de reeds vergunde aanvraag parkeerruimte voorzien was in de tuinzone zal met voorliggende aanvraag ten opzichte van het reeds vergunde geen bijkomende negatieve hinder ontstaan.

        Door het verminderen van het aantal woongelegenheden van (7 naar 5) is niet enkel het verplichte aantal parkeerplaatsen minder maar ook de bebouwingsdichtheid op het perceel wordt teruggebracht van 75 wooneenheden per ha naar 53 wooneenheden per ha wat een positieve impact zal hebben op de leefbaarheid. Deze bouwdichtheid is te verantwoorden gezien het perceel zich bevindt in het absolute centrum van de gemeente.

        In de reeds vergunde aanvraag waren op het gelijkvloers 2 appartementen ingericht waar de slaapvertrekken zich aan de straatzijde bevinden.  Gelet op de ligging op het Kerkplein, volledig in de handelskern van de gemeente, en in functie van de beleving op het Kerkplein is het niet wenselijk om de plint te voorzien van van slaapvertrekken. In voorliggende aanvraag zijn deze gelijkvloerse appartementen uit het ontwerp verdwenen en worden 2 handelsruimtes voorzien. Het voorzien van een handelsgelijkvloers zal zorgen voor meer openheid en meer beleving op het plein en heeft bijgevolg een positieve invloed  op de omgeving.

Het college zal wel nog in overleg gaan met de aanvrager om de materialisatie van de gevelafwerking meer te laten afstemmen op de bestaande materialen reeds aanwezig op het Kerkplein teneinde de integratie verder te gaan optimaliseren.

 

Het college sluit zich wel aan bij het voorstel van behandeling van het bezwaar, de behandeling van het advies en de lasten aan de ontwikkelaar waardoor bij afgifte van de vergunning volgende voorwaarden opgelegd moeten worden:

        de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies stipt nageleefd moeten worden

        alle voorwerpen van algemeen nut die in functie van de bouwwerken verwijderd worden moeten na heropbouw opnieuw voorzien worden door de bouwheer

        aan de voorzijde dient de vrije topgevel palend aan de eigendom Kerkplein 10 afgewerkt te worden met volwaardige materialen aansluitend bij ofwel de woning Kerkplein 10 ofwel het nieuwe project.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

      Het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid

      Het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 2020 betreffende de maatregelen getroffen voor de omgevingsvergunningsprocedures en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het voorstel van behandeling van het bezwaar doch niet bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Claude Tyberghien namens Typro BV BV gevestigd Zandstraat 6 te 8540 Deerlijk, voor het bouwen van een meergezinswoning met 5 appartementen en 2 handelsruimten, op een perceel gelegen Kerkplein 12, 14 en 16 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 371 R, (afd. 1) sectie B 371 P, (afd. 1) sectie B 372 R, (afd. 1) sectie B 372 P en (afd. 1) sectie B 375 Z mits volgende voorwaarden stipt na te leven:

        de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies stipt nageleefd moeten worden

        alle voorwerpen van algemeen nut die in functie van de bouwwerken verwijderd worden moeten na heropbouw opnieuw voorzien worden door de bouwheer

        aan de voorzijde dient de vrije topgevel palend aan de eigendom Kerkplein 10 afgewerkt te worden met volwaardige materialen aansluitend bij ofwel de woning Kerkplein 10 ofwel het nieuwe project.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

OMV 2020_98 - Trompestraat 48 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor de hernieuwing en actualisatie van de vergunningstoestand van een bestaand houtbewerkingsbedrijf, op een perceel gelegen Trompestraat 48 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 785 Y, (afd. 2) sectie E 785 H2 en (afd. 2) sectie E 788 H3 aangevraagd door de heer Patrick Roobrouck namens ROOBROUCK EN ZONEN BVBA gevestigd Trompestraat 48 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 9 september 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        Het advies van de hulpverleningszone Fluvia dient strikt nageleefd te worden.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

  • Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 9 april 1966 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een werkplaats.
  • Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 22 juli 1966 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een werkplaats (nieuwe inplanting).
  • Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 8 november 1989 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een loods.
  • Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 15 maart 1995 door het college van burgemeester en schepenen voor het verfraaien van de bestaande toonzaal met isolatiepanelen, verwijderen van struiken en aanleg ondergrondse leidingen.
  • Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 27 juni 2000 door het college van burgemeester en schepenen voor het verharden van een doorgang in steenslag naar de werkplaats en parking.
  • Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 december 2001 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een middenspanningscabine van 250 kVA.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

  • Milieuvergunning afgeleverd op 30 juni 1993 door het college van burgemeester en schepenen voor het exploiteren van een schrijnwerkerij.
  • Milieuvergunning afgeleverd op 12 september 2001 door het college van burgemeester en schepenen voor de exploitatie van een houtbewerkingsbedrijf.
  • Milieuvergunning gedeeltelijk gunstig vergund op 25 september 2014 door het college van burgemeester en schepenen voor het exploiteren van een schrijnwerkerij.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

Het bedrijf is gelegen achterliggend ten opzichte van bewoning langsheen de Trompetstraat en de Heestertse steenweg, beiden voldoende uitgeruste gemeentewegen in het zuiden van de gemeente. De omgeving wordt vooral gekenmerkt door gekoppelde en halfopen, ééngezinswoningen met twee bouwlagen en een hellend dak. De bedrijfsgebouwen van de exploitatie staan tussen deze woningen en het zuidelijk liggende open landbouwgebied, waardoor de bedrijfsgebouwen onttrokken zijn aan het zicht van de openbare weg. Het bedrijf heeft zowel toegangen langs de Trompestraat als de Heestertse steenweg.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft geen betrekking op een stedenbouwkundige handeling.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De bvba Roobrouck en Zonen is gespecialiseerd in het maken en plaatsen van keukens, dressings, slaapkamerinrichtingen, bureelinrichtingen en dergelijke in hout.

Het plaatmateriaal wordt op de site verzaagd tot stukwerk.

De diverse soorten plaatmaterialen worden beplakt, de stukken worden geboord en gefreesd. De losse panelen worden gelijmd en in elkaar gestoken tot kasten voor keukenmeubilair. Bepaalde meubelstukken worden in de spuitinrichting gelakt en/of gevernist. Het massief hout dient in de meeste gevallen voor deurpanelen.

De afgewerkte kasten worden bij de klanten ter plaatse geïnstalleerd. Het bedrijf beschikt hiervoor over 5 lichte vrachtwagens. Het gebouw (zowel burelen als werkplaatsen) wordt verwarmd met mazout. Er is ook een kleine opslag aan oliën voorzien, voor het onderhoud van de machines.

 

Deze aanvraag heeft tot doel de vergunning te vernieuwen en indien nodig wordt de CLP-omzetting toegepast.

 

Volgende rubrieken blijven ongewijzigd:

  • 4.3.b.1.ii: spuitcabine met filterinstallatie van 24 kW
  • 12.2.1: transformator van 250 kVA
  • 12.3.2: accumulator van 10,5 kW
  • 15.1.1: stallen van 8 bedrijfsvoertuigen
  • 16.3.2.a (vroeger 16.3.1.1): compressoren van 26 kW
  • 17.3.2.1.1.1.b. (vroeger 17.3.6.1.b): mazout in ondergrondse tank van 3.000 liter
  • 17.4: opslag van gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen van 762 liter en 300 kg
  • 19.3.2.b: houtbewerkingstoestellen van in totaal 200 kW
  • 19.6.2.a: opslag hout en houtafval in lokaal van 129 m³
  • Volgende rubriek is niet langer van toepassing:
  • 43.1.1.c (vroeger 43.1.1.b): stookinstallatie van 300 kW is maar 150 kW en bijgevolg niet meer ingedeeld.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

4.3.b)1°ii)

Verfspuitcabine:

(2) compressor 11 kW

(4) spuitcabine vernis 1,5 kW

(5) spuitcabine lak 4 kW

(6) exhouser met koolstoffilters 7,5 kW

(Ongewijzigd)

24 kW

3

12.2.1°

Transformator van 250 kW (Ongewijzigd)

312,5 kVA

3

12.3.2°

Accumulatoren (Ongewijzigd)

10,5 kW

3

15.1.1°

Stallen van bedrijfsvoertuigen

(35) elektrische heftruck

(36) elektrische stapelaar

(37) elektrische platenlift

(40) 5 bedrijfsvoertuigen (Ongewijzigd)

8 voertuigen

3

16.3.2°a)

Luchtcompressoren

(2) compressor 11 kW

(3) compressor 15 kW (Ongewijzigd)

26 kW

3

17.3.2.1.1.1°b)

Opslag mazout in ondergrondse tank van 3.000 liter (=2.250 kg) (CLP omzetting: vroeger 17.3.6.1.b) (Ongewijzigd)

2,25 ton

3

17.4.

Opslag gevaarlijke vloeistoffen in kleine recipiënten

(25) opslag vernis, lijm & lak: 500 liter

(26) opslag thinner & harders: 200 liter

(27) opslag smeerolie: 30 liter

(34) opslag siliconen: 100 x 320 mL

(29) opslag waterhoudende lijmen: 300 kg (= 275 liter) (Ongewijzigd)

1037 liter

3

19.3.2°b)

Houtbewerkingstoestellen tot een max. van 200 kW met o.a.. volgende machines:

(7) corpuspers 5kW

(8) transportbanden 3 kW

(9) drevelboormachine 1 kW

(10) kantenlijmer 7,5 kW

(11) & (12) 2x cirkelzaagmachine 7,5 kW

(13) freesmachine 7,5 kW

(14) bandschuurmachine 1,5 kW

(15) contactschuurmachine 18,5 kW

(16) vlakschaafmachine 5,5 kW

(17) vandikteschaafmachine 5,5 kW

(18) langgatboormachine 1,5 kW

(19) & (20) 2x CNC freesmachine van author 20 kW

(21) afplakautomaat 10 kW

(22) vlakpers 1,5 kW

(23) opdeelzaag 20 kW

(24) divers klein gereedschap (tot. 5 kW) (Ongewijzigd)

200 kW

2

19.6.2°a)

Opslag hout en houtafval in een lokaal

(1) opslag zagerlingen in silo: 64 m³

(28) opslag hout: max. 50 m³

(32) container houtafval: 15 m³ (Ongewijzigd)

129 m³

3

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 19 juni 2020 tot 18 juli 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

Hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 10 juni 2020. De adviesinstantie bracht op 18 juni 2020 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Het voorwerp van de aanvraag (hernieuwing vergunningsklasse 2) is gunstig , voor zover voldaan wordt aan de algemene reglementeringen (bv. ARAB, CODEX, AREI, VLAREM, ..) en normeringen.’

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

 

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan zijnde de voorschriften voor woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften voor de betrokken bestemmingszone(s) luiden als volgt :

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de exploitatie van een bestaand houtbewerkingsbedrijf zonder stedenbouwkundig aspect en verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Trompestraat en de Heestertse steenweg voldoende uitgeruste openbare wegen zijn. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

In het bedrijf zijn 20 werknemers actief. Deze komen zowel met de auto als met de fiets naar het werk. De aanvoer van grondstoffen gebeurt met vrachtwagens tot maximum 12 per dag. De afgewerkte producten worden met de eigen bestelwagens geleverd. Dit tot wel 15 keer per dag. De aan- en afvoer blijft beperkt tot de werkuren en vinden dus niet plaats voor 7 uur ’ s ochtends en na 19 uur ’s avonds. Er zijn verschillende toegangen tot het terrein. 1 via de Heestertse Steenweg en 3 via de Trompestraat. De werk- en openingsuren zijn van maandag tot vrijdag van 7.30 tot 16 uur.

 

Relevante potentiële effecten op de bodem

Volgende gevaarlijke producten kunnen een potentieel effect hebben op de bodem:

  • 3.000 liter mazout in ondergrondse tank
  • 500 liter vernis en lak
  • 200 liter thinners en harders
  • 30 smeerolie
  • 100 tubes siliconen (320 mL/tube)
  • 300 kg waterhoudende lijmen

De gevaarlijke vloeistoffen die worden opgeslagen zijn voorzien van voldoende gedimensioneerde lekbakken.

De ondergrondse mazouttank is dubbelwandig en ondergaat periodiek een keuring.

Om calamiteiten zo snel mogelijk aan te pakken is absorptiemateriaal (houtsnippers) in de

inrichting aanwezig.

In 2019 werd een OBO uitgevoerd door Universoil naar aanleiding van de periodieke onderzoeksplicht. Er werd een historische bodemverontreiniging vastgesteld op de locatie van de voormalige verdeelpomp voor stookolie (1971-1993). Daar er geen duidelijke aanwijzing van een ernstige bedreiging is, moet er geen beschrijvend bodemonderzoek uitgevoerd worden. Voor verdere details wordt verwezen naar het rapport van Universoil dat als bijlage toegevoegd werd aan de aanvraag.

 

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

Er wordt bij deze aanvraag niets gewijzigd aan de waterhuishouding en het watersysteem.

Het bedrijf zelf ligt niet in overstromingsgevoelig gebied. Er worden geen extra verhardingen of dakoppervlaktes aangevraagd.

 

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Geleide emissies

De stookinstallatie die in de inrichting aanwezig is, wordt jaarlijks aan een onderhoudsbeurt onderworpen.

De emissies afkomstig van de twee spuitcabines worden gestuurd over een actief koolfilter

vooraleer ze worden geloosd. Deze actief koolfilters worden regelmatig ververst (om de 3 maanden). De dampen en nevels uit de spuitzone of uit het spuitlokaal dienen te voldoen aan de emissie-grenswaarden van art. 5.4.3.1.4 3° uit VLAREM II. Volgens de metingen uitgevoerd in 2013 voldoen de gemeten waarden aan de normen. Verder is er grotendeels overgeschakeld op watergedragen verf. Niet volledig aangezien dit niet altijd toepasbaar is. Er zijn sinds 2014 geen nieuwe klachten in verband met geurhinder geweest.

Niet-geleide emissies

Ten behoeve van de stofemissies is er een afzuiging voorzien op de houtbewerkingstoestellen. Het zaagsel worden opgevangen in de silo van 64 m³. De meegezogen lucht wordt gefilterd en terug in het atelier geblazen. De restjes hout worden verhakseld en het zaagsel wordt eveneens opgezogen en opgevangen in de bovenvermelde silo.

 

Relevante potentiële effecten van geluid en trillingen

De stofafzuiging bevindt zicht buiten, maar geeft geen hinder naar de omgeving toe.

De overige machines staan opgesteld binnen in de bedrijfsgebouwen, waardoor het geluid naar de omgeving toe tot een minimum wordt beperkt. Bovendien wordt gewerkt met gesloten poorten. Er wordt veel op verplaatsing gewerkt. Het gebouw is goed geïsoleerd. Sommige machines zijn ingekapseld om geluidsoverlast tegen te gaan.

Tevens situeert de activiteit op het terrein zich van 7.30 tot 16 uur. ’s Nachts en tijdens het weekend is er geen activiteit. Gezien de aard van de activiteit worden geen trillingen veroorzaakt.

 

Relevante potentiële effecten op biodiversiteit

Deze exploitatie heeft geen potentieel effect op de biodiversiteit.

 

Relevant risico op zware ongevallen of rampen

Het aanwezige houtstof in de inrichting zorgt voor een risico op brand en stofexplosie.

Binnen het bedrijf zijn verschillende brandblustoestellen aanwezig.

Jaarlijks wordt door BTV het zoneringsverslag voor de stofafzuiging en de spuitcabines opgevolgd. De wanden, het dak en de deur van de spuitcabines bestaan uit brandwerende materialen. Bij een eventuele brand kan de brandweer nagenoeg rond het volledige bedrijfsterrein rijden met hun interventievoertuigen.

 

Relevante potentiële effecten op onroerend erfgoed

Geen relevante effecten te melden

 

Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen

Alle door het bedrijf geproduceerde afvalstoffen worden periodiek opgehaald door een erkende afvalverwerker (de bewijzen daarvan worden ter beschikking gehouden) en het met huishoudelijk vergelijkbaar bedrijfsafval wordt bij de huis aan huis ophaalronde correct aangeboden.

 

Mogelijke andere relevante potentiële effecten.

Geen andere relevante effecten te melden

 

Te verwachten relevante cumulatieve effecten door de relatie met andere projecten.

Geen relevante effecten te melden

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/.

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft betrekking op de hernieuwing en actualisatie van de exploitatie van een bestaand houtbewerkingsbedrijf, zonder uitbreiding van bebouwd volume en binnen een geëigende zone. Deze aanvraag is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Hulpverleningszone Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies stipt nageleefd moeten worden.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Patrick Roobrouck namens ROOBROUCK EN ZONEN BVBA gevestigd Trompestraat 48 te 8540 Deerlijk, voor het hernieuwing en actualisatie van de vergunningstoestand van een bestaand houtbewerkingsbedrijf, op een perceel gelegen Trompestraat 48 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 785 Y, (afd. 2) sectie E 785 H2 en (afd. 2) sectie E 788 H3, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        Het advies van de hulpverleningszone Fluvia dient strikt nageleefd te worden.

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 16 SEPTEMBER 2020

OMV 2020_90 - Oudenaardse heerweg 66 en Vanneste-Verweestraat 5 - goedkeuring

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor de hernieuwing en actualisatie van een bestaande exploitatie, op een perceel gelegen Oudenaardse heerweg 66 en Vanneste-Verweestraat 5 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 592 F2 en (afd. 2) sectie D 600 E aangevraagd door Filiep Lambrecht namens Daniel LAMBRECHT NV gevestigd Oudenaardse heerweg 66 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 9 september 2020.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

-          Het advies van de hulpverleningszone Fluvia dient strikt nageleefd te worden.

-          Binnen de 6 maanden na het afleveren van de omgevingsvergunning moet de exploitant een verslag van de emissiemetingen op de stookinstallatie van 439 kW, opgemaakt door een erkend labo, kunnen voorleggen aan de de dienst Omgeving van de gemeente Deerlijk.

-          De gevraagde afwijking op de artikelen 5.15.0.6 en 5.33.0.4 van titel II van het Vlarem met betrekking tot de gangbare werktijden van de exploitatie, wordt gunstig geadviseerd zodat de exploitatie van maandag tot zaterdag kan starten om 5 uur ’s morgens en er op weekdagen kan gewerkt worden tot 20.30 uur ’s avonds. Sporadisch kan er ’s nachts gewerkt worden binnen de bedrijfsgebouwen en met gesloten deuren en poorten. Laad- en losactiviteiten zijn ’s nachts niet toegelaten.

-          De overige algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

1.   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

      De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

      De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Brandemolen, 8 november 2012 met als bestemming zone voor gemengd regionaal bedrijventerrein.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het RUP is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

2.   Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

 

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

  • Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 april 1989 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een werkplaats voor een tapijtweverij.
  • Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 8 december 1993 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaan bedrijf met magazijn.
  • Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 juli 2000 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een bestaand bedrijf en het bouwen van burelen.
  • Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 april 2012 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbinden van bedrijfsgebouwen.

 

Relevante milieuvergunningen

 

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

  • Pré-Vlarem vergunning geweigerd op 23 maart 1989 door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen voor een tapijtweverij met opslag van mazout (10.000 l) en een boormachine en luchtcompressor
  • Milieuvergunning afgeleverd op 27 oktober 1993 door het college van burgemeester en schepenen voor een verandering van een tapijtweverij.
  • Milieuvergunning afgeleverd op 27 juni 2001 door het college van burgemeester en schepenen voor de exploitatie van een kartonnagebedrijf.
  • Milieuvergunning afgeleverd op 8 juli 2015 door het college van burgemeester en schepenen voor het exploiteren van een inrichting voor het vervaardigen van kartonnen verpakkingen.

 

Relevante omgevingsvergunningen

 

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

3.   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.1.  Beschrijving van de omgeving

Het perceel van de aanvrager is gelegen langsheen de Oudenaardse heerweg, een voldoende uitgeruste gemeenteweg in het zuidelijk buitengebied van de gemeente. De omgeving wordt gekenmerkt door vrijstaande ééngezinswoningen, open landbouwgebied en een cluster van bedrijven. Het perceel van de aanvrager paalt aan de voormalige BST- site en een bestaand textielbedrijf.

 

3.2.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft geen betrekking op een stedenbouwkundige handeling.

 

3.3.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De N.V. Daniël Lambrecht betreft een kartonnagebedrijf waarbij volgende activiteiten worden

uitgevoerd:

  • aanvoer van karton per vrachtwagen en tijdelijke opslag in het magazijn
  • bewerken van karton: stansen, snijden, vouwen, lijmen, vensteren, …
  • verpakken en tijdelijke opslag van afgewerkte producten in het magazijn in afwachting van verzending
  • nevenactiviteiten: bevoorraden eigen voertuigen, burelen, sanitair, verwarming, …

 

Met deze aanvraag wordt de hernieuwing van de vergunning aangevraagd. Tevens wordt de bestaande toestand geregulariseerd.

 

Voor onderstaande rubrieken wordt de hernieuwing aangevraagd:

o        rubriek 3.4.1.a. lozen van bedrijfsafvalwater

o        rubriek 12.2.1. transformatoren

o        rubriek 12.3.2. accumulatoren

o        rubriek 15.1.1. stallen van bedrijfsvoertuigen

o        rubriek 16.3.2.a. compressoren

o        rubriek 17.3.2.1.1.2. opslag van diesel, stookolie

o        rubriek 6.5.1. verdeelslang voor het tanken van diesel

o        rubriek 17.4. opslag gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen

o        rubriek 29.5.2.1.a. metaalbewerkingstoestellen

o        rubriek 33.3.2.a. behandelen van papier en karton

o        rubriek 33.4.1.c. opslag papier en karton

o        rubriek 43.1.1.a. stookinstallaties

Voor onderstaande rubrieken wordt een wijziging aangevraagd:

o        rubriek 3.4.1.a. uitbreiding met 0,195 m³/u (ten gevolge van nieuwe rekenregels)

o        rubriek 12.3.2. accumulatoren: uitbreiding met 25,52 kW

o        rubriek 15.1.1. stallen van bedrijfsvoertuigen: uitbreiding met 4 stuks

o        rubriek 16.3.2.a. compressoren: uitbreiding met 20 kW

o        rubriek 17.3.2.1.1.2. opslag van diesel, stookolie: uitbreiding met 8.500 kg

o        rubriek 33.3.2.a. behandelen van papier en karton: uitbreiding met 258,57 kW

o        rubriek 43.1.1.a. stookinstallaties: uitbreiding met 263,5 kW

Onderstaande rubriek wordt nieuw aangevraagd:

o        rubriek 6.4.1. opslag van 1.685 liter brandbare stof

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

3.4.1°a)

Ten gevolge van nieuwe rekenregels wordt het volume bedrijfsafvalwater herrekend. De opp. van de tankpiste wijzigt niet. (Verandering)

0,2 m³/uur

3

6.4.1°

Opslag brandbare stoffen:

(37)opslag lijm waarvan 1.600 kg (± 1.685 liter) brandbare stof

(Nieuw)

1685 liter

3

6.5.1°

1 verdeelslang (Hernieuwing)

1 verdeelslang

3

12.2.1°

Transformatoren:

(74)transfo’s: 2 x 250 kVA

(Hernieuwing)

500 kVA

3

12.3.2°

Uitbreiding met 25,52 kW (Verandering)

40 kW

3

15.1.1°

Uitbreiding met 4 bedrijfsvoertuigen (Verandering)

21 voertuigen

3

16.3.2°a)

Uitbreiding met 20 kW (Verandering)

65,45 kW

3

17.3.2.1.1.2°

Uitbreiding met 8.500 kg (Verandering)

21,25 ton

2

17.4.

Opslag gevaarlijke stoffen in kleine recipiënten

(38)opslag thinner 500 liter (100 x 5 liter)

(39)opslag smeeroliën 60 liter (3 x 20 liter)

(Hernieuwing)

560 liter

3

29.5.2.1°a)

Metaalbewerkingstoestellen

(3)metaalbewerkingsmachines van in totaal max. 25 kW

(6)zaagmachine van 1,5 kW

(Hernieuwing)

26,5 kW

3

33.3.2°a)

Uitbreiding met 258,57 kW (Verandering)

575,66 kW

2

33.4.1°c)

(36)opslag papier en karton 1.000 ton (Hernieuwing)

1000 ton

2

43.1.1°a)

Het vermogen van de stookinstallaties werd uitgebreid tot 1.113,7 kW. (Verandering)

1113,7 kW

3

 

 

4.   Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 19 juni 2020 tot 18 juli 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

5.   Adviezen

 

Hulpverleningszone Fluvia werd om advies verzocht op 9 juni 2020. De adviesinstantie bracht op 18 juni 2020 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘Het voorwerp van de aanvraag (vernieuwen vergunningsklasse 2) is gunstig mits voldaan wordt aan brand-voorkomingsverslag BVK/U1500510 van 21 april 2015 en verslag BVK/U1700994 van 30 augustus 2017, voldoen aan de algemene reglementeringen (bv. ARAB, CODEX, AREI, VLAREM, ..) en normeringen.

 

6.   Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

7.   Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.1    Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Brandemolen.

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP Brandemolen gezien het goed gelegen is in een zone voor gemengd regionaal bedrijventerrein en er geen wijzigingen aangebracht worden aan de maximale terreinbezetting, bouwdiepte, bouwhoogte, dakvorm, kroonlijsthoogte en nokhoogte.

 

7.2    Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Oudenaardse heerweg een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.3    Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.4    Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.5    Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.6    Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.7    Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.8    Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.9    Milieuaspecten

Relevante potentiële effecten op de mobiliteit

Organisatie van het personenverkeer van en naar het bedrijf

Het personenverkeer van en naar de onderneming gebeurt hoofdzakelijk met personenwagens. Enkele personeelsleden komen met de fiets naar de inrichting. In de inrichting zijn een aantal familieleden in dienst. Deze worden in dezelfde ploeg geplaatst, zodat ze samen kunnen carpoolen naar het bedrijf.

Gebruikte mobiliteitsmiddelen voor goederentransport

Voor de aanvoer en afvoer worden hoofdzakelijk vrachtwagens gebruikt.

  • aanvoer grond- en hulpstoffen: 5 voertuigbewegingen per dag met een vrachtwagen
  • afvoer afgewerkte producten: 6 voertuigbewegingen per dag met een vrachtwagen

Er is een lichte stijging qua aanvoer en afvoer ten opzichte van de aanvraag in 2015 (2 à 3 extra voertuigbewegingen met vrachtwagen per dag).

 

Relevante potentiële effecten op de bodem

Er zijn 3 bovengrondse dubbelwandige stookolietanks en 1 bovengrondse dubbelwandige dieseltank aanwezig op de site. De tanks worden periodiek gekeurd.

De tankpiste bij de dieseltank is voorzien van een verharding met afwatering via bezinkput en KWS afscheider. Daar waar activiteiten worden uitgevoerd, is er een verharding aanwezig, zodat een verontreiniging naar de bodem toe haast onbestaande is.

Om calamiteiten zo snel mogelijk aan te pakken is absorptiemateriaal in de inrichting

aanwezig.

 

Relevante potentiële effecten op het watersysteem

Er wordt bij deze aanvraag niets gewijzigd aan de waterhuishouding en het watersysteem.

Het bedrijf zelf ligt niet in overstromingsgevoelig gebied. De omliggende percelen worden wel als overstromingsgevoelig ingekleurd. Er worden geen extra verhardingen of dakoppervlaktes aangevraagd.

 

Relevante potentiële effecten op de luchtkwaliteit

Er zijn geen geleide emissies vanuit de productie, enkel de emissies van de verwarmingstoestellen (6) met elk hun eigen schouw. Vijf van de zes stookinstallaties hebben een vermogen waarbij geen verplichtingen tot emissiemetingen worden opgelegd. Bij de stookinstallatie van 439 kW zijn die emissiemetingen volgens Vlarem wel vereist. De exploitant geeft zelf aan dat deze laatste stookinstallatie in het najaar van 2020 een emissiemeting zal ondergaan. Verder worden alle stookinstallaties periodiek onderhouden en gekeurd. Om de opvolging van de emissiemetingen op de stookinstallatie van 439 kW verder te kunnen opvolgen stelt de dienst omgeving voor dat de exploitant uit eigen beweging en na een periode van 6 maand na het afleveren van de omgevingsvergunning, het verslag van deze emissiemeting overmaakt aan de dienst omgeving van de gemeente Deerlijk. Dit zal dan ook als voorwaarde opgenomen worden in de vergunning.

 

Relevante potentiële effecten van geluid en trillingen ten gevolge van de aanvraag

Het geproduceerde geluid of trillingen op het bedrijf zijn afkomstig van het productieproces en/of het ophalen van containers. De machines staan opgesteld binnen in de bedrijfsgebouwen, waardoor het geluid naar de omgeving toe tot een minimum beperkt wordt. Bovendien wordt gewerkt met gesloten poorten. De inrichting is gelegen in een gebied voor regionale bedrijvigheid.

De twee afvalcontainers worden opgehaald vanaf 7uur ’s morgens. Dit om hinder naar de omgeving toe tot een minimum te beperken.

 

Relevante potentiële effecten op biodiversiteit

De site wordt in hoofdzaak ingekleurd als biologisch minder waardevol. Enkel op het einde van het perceel is een deel aangeduid als ‘biologisch waardevol’, namelijk populierenbestand op droge bodem. Met onderhavige hernieuwingsaanvraag zal niets aan deze zone aangepast worden. Deze exploitatie heeft verder geen invloed op de biodiversiteit.

 

Relevant risico op zware ongevallen of rampen

De exploitatie is van die aard dat zware ongevallen of rampen uitgesloten zijn.

 

Relevante potentiële effecten op onroerend erfgoed

Geen relevante effecten te melden

 

Relevante potentiële effecten van de productie van afvalstoffen

Alle door het bedrijf geproduceerde afvalstoffen worden periodiek opgehaald door een erkende afvalverwerker (de bewijzen daarvan worden ter beschikking gehouden) en het met huishoudelijk vergelijkbaar bedrijfsafval wordt bij de huis aan huis ophaalronde correct aangeboden.

 

Mogelijke andere relevante potentiële effecten.

Geen andere relevante effecten te melden

 

Te verwachten relevante cumulatieve effecten door de relatie met andere projecten.

Geen relevante effecten te melden

 

Vraag naar afwijking van de sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het Vlarem

De exploitant vraagt een afwijking aan met betrekking tot de werkuren.

Overeenkomstig Art. 5.15.0.6. en art. 5.33.0.4. is respectievelijk de volgende voorwaarde van toepassing voor de inrichting:

rustverstorende werkzaamheden inherent aan de exploitatie van de inrichting zijn

verboden op werkdagen van 19 tot 7 uur, alsook op zon- en feestdagen

Er wordt gevraagd om voor bovenstaande voorwaarde een afwijking te verkrijgen. De standaard werkuren op het bedrijf zijn van 5 tot 12.45 uur en van 12.45 tot 20.30 uur. Sporadisch, afhankelijk van de werkdruk, kan er ’s nachts (van 20.30 tot 4.15 uur) of op zaterdagvoormiddag (van 5 tot 12.45 uur) gewerkt worden.

De redenen hiervoor zijn de volgende:

  • Om te voldoen aan de vraag van de klanten, dient het bedrijf sporadisch ’s nachts en op zaterdagvoormiddag te werken.
  • De inrichting is gelegen in een gebied voor regionale bedrijvigheid.
  • Er wordt niet gewerkt op zon- en feestdagen.

Eerder was een klacht omtrent geluidshinder. Het betrof hinder van de ophaling van containers omstreeks 5 uur ’s morgens. Het bedrijf pakte deze klacht reeds aan: er werden afspraken gemaakt met de ophaler dat de containers pas vanaf 7 uur ’s morgens mogen afgehaald worden. Daarna werden geen klachten meer geregistreerd. Zodoende kan men stellen dat het bedrijf de nodige inspanningen doet om de hinder ten opzichte van de omgeving te beperken en als zich dan toch nog hinder voordoet is er voldoende adequaat handelen van het bedrijf om de hinder te stoppen. Bijgevolg kan de dienst omgeving zich vinden in de gevraagde afwijking.

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden (uitgezonderd de vraag tot afwijking in deze aanvraag) met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link  https://navigator.emis.vito.be/.

 

7.10     Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

De aanvraag heeft enkel betrekking op de actualisatie van de exploitatie van een bestaand kartonnagebedrijf, zonder uitbreiding van de bebouwde oppervlakte, zonder uitbreiding van bebouwd volume en binnen een geëigende zone zodat de impact van de werken beperkt is. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.11     Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.12     Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.13     Bespreking adviezen

Hulpverleningszone Fluvia

Gelet op de specifieke problematiek dient opgelegd te worden dat de voorwaarden geformuleerd in het brandvoorkomingsadvies stipt nageleefd moeten worden.

 

Juridische gronden

 

  • Algemene basisbevoegdheid: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur
  • Andere:

      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

      Vlarem II, besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 en zijn wijzigingen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Filiep Lambrecht namens Daniel LAMBRECHT NV gevestigd Oudenaardse heerweg 66 te 8540 Deerlijk, voor de hernieuwing en actualisatie van een bestaande exploitatie, op een perceel gelegen Oudenaardse heerweg 66 en Vanneste-Verweestraat 5 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie D 592 F2 en (afd. 2) sectie D 600 E, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

-          Het advies van de hulpverleningszone Fluvia dient strikt nageleefd te worden.

-          Binnen de 6 maanden na het afleveren van de omgevingsvergunning moet de exploitant een verslag van de emissiemetingen op de stookinstallatie van 439 kW, opgemaakt door een erkend labo, kunnen voorleggen aan de de dienst omgeving van de gemeente Deerlijk.

-          De gevraagde afwijking op de artikelen 5.15.0.6 en 5.33.0.4 van titel II van het Vlarem met betrekking tot de gangbare werktijden van de exploitatie, wordt gunstig geadviseerd zodat de exploitatie van maandag tot zaterdag kan starten om 5 uur ’s morgens en er op weekdagen kan gewerkt worden tot 20.30 uur ’s avonds. Sporadisch kan er ’s nachts gewerkt worden binnen de bedrijfsgebouwen en met gesloten deuren en poorten. Laad- en losactiviteiten zijn ’s nachts niet toegelaten.

-          De overige algemene en sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot de aangevraagde VLAREM rubrieken staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2020
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.