DEERLIJK

22 DECEMBER 2021

 

AANWEZIG

 

Burgemeester: Claude Croes

 

Schepenen: Bert Schelfhout, Regine Vanwynsberghe-Rooryck, Philip Ghekiere, Matthias Vanneste, Louis Vanderbeken

Wnd. algemeen directeur: Sarah Barbe

 

AFWEZIG

 

Algemeen directeur: Hans Piepers

 

 

Bert Schelfhout, schepen verlaat de zitting vanaf punt D.1.

Bert Schelfhout, schepen vervoegt de zitting vanaf punt D.2.

 

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 15 december 2021 - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 15 december 2021.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 15 december 2021 goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.2. Dierenopvang - zwerfkattenbeleid 01/01/2022 - 31/12/2025 - gunning -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag van nazicht van de opdracht "Dierenopvang - zwerfkattenbeleid 1 januari 2022 - 31 december 2025" en de gunning van de opdracht goed te keuren.

 

Motivering

 

In de politiezone Gavers wordt momenteel voor de ophaling en opvang van verloren gelopen dieren/zwerfdieren, de opvang van nieuwe gezelschapsdieren en de ondersteuning van het zwerfkattenbeleid, samengewerkt met vzw Dierenasiel de Leiestreek.

 

Dit contract eindigt op 31 december 2021, waardoor een nieuwe prijsvraag moet georganiseerd worden.

 

In het kader van de opdracht 'Dierenopvang - zwerfkattenbeleid 1 januari 2022 - 31 december 2025' werd een bestek met nr. FCO-21.43 opgesteld door de heer Frank Colson van de stad Harelbeke.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 77.760,00 euro excl. btw of 94.089,60 euro incl. 21 % btw. Dit bedrag is het gemeenschappelijke bedrag voor de stad Harelbeke en de gemeente Deerlijk voor de volledige looptijd van 4 jaar.

 

De uitgave voor de gemeente Deerlijk apart wordt geraamd op 5.760,00 euro excl. btw of 6.969,60 euro incl. 21 % btw per jaar.

 

De opdracht wordt afgesloten voor een duur van 48 maanden.

 

De stad Harelbeke treedt op als aankoopcentrale voor de gemeente Deerlijk bij de gunning van de opdracht.

 

In het kader van de opdracht “Dierenopvang - Zwerfkattenbeleid 1 januari 2022 -

31 december 2025” werd een bestek met nr. FCO-21.43 opgesteld door de heer Frank Colson,Stad Harelbeke.

 

Het college van burgemeester en schepenen van stad Harelbeke verleende in zitting van 23 november 2021goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van dezeopdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Het college van burgemeester en schepenen van stad Harelbeke besliste in zitting van 23 november 2021 omde plaatsingsprocedure te starten en vzw Dierenasiel de Leiestreek, Avelgemstraat 186 C te8550 Zwevegem uit te nodigen om een offerte in te dienen.

 

Er zijn geen andere spelers op de markt die dergelijke diensten aanbieden. Vzw Dierenasiel de Leiestreek is aangewezen in functie van de logistieke ondersteuning en werklast vanPZ Gavers. Vzw Dierenasiel de Leiestreek uit Zwevegem is het enige dierenasiel dichtbij,waardoor de verplaatsingen beperkt zijn.

 

Binnen de gemeente Deerlijk werden tot nu toe in het kader van dit dossier volgende beslissingen genomen:

        CBS 6 oktober 2021: Ophaling en opvang van verloren gelopen dieren en nieuwe gezelschapsdieren, ondersteuning zwerfkattenbeleid - deelname overheidsopdracht - goedkeuring

        CBS 1 december 2021: Dierenopvang - zwerfkattenbeleid 1 januari 2022 - 31 december 2025 - bestek, raming, wijze van gunnen en uit te nodigen firma's - goedkeuring

 

Er werd een offerte ontvangen van vzw Dierenasiel de Leiestreek, Avelgemstraat 186 C te 8550Zwevegem (72.900,00 euro excl. btw of 88.209,00 euro incl. 21% btw).

 

De heer Frank Colson, stad Harelbeke, stelde op 7 december 2021 het verslag vannazicht van de offertes op.

 

De heer Frank Colson, stad Harelbeke stelt voor om, rekening houdende met hetvoorgaande, deze opdracht te gunnen aan vzw Dierenasiel de Leiestreek, KBO nr. BE0419.303.779, Avelgemstraat 186 C te 8550 Zwevegem, tegen het nagerekendeoffertebedrag van 72.900,00 euro excl. btw of 88.209,00 euro incl. 21% btw.

 

Het aandeel voor gemeente Deerlijk bedraagt jaarlijks 5.400,00 euro excl. btw of 6.534,00 euro incl. 21% btw. Het aandeel voor gemeente Deerlijk bedraagt over de volledige looptijd vanvier jaar 21.600 euro excl. btw of 26.136,00 euro incl. 21% btw.

 

Juridische gronden

 

• Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 5° Decreet Lokaal Bestuur

• Andere:

◦ De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

◦ Het Bestuursdecreet van 7 december 2018

◦ Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

◦ De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

◦ De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° d) ii) (de opdracht kan slechts door één bepaalde ondernemer worden uitgevoerd om redenen van: mededinging ontbreekt om technische redenen), en meer bepaald artikel 2, 6° en 7°b (de aanbestedende overheid verricht gecentraliseerde aankoopactiviteiten voor de plaatsing van overheidsopdrachten of raamovereenkomsten die bestemd zijn voor aanbesteders)

◦ Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

◦ Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

◦ Het besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

        jaarlijks

        4 jaar

 

5.400,00 euro excl. btw of 6.534,00 euro incl. btw

21.600,00 euro excl. btw of 26.136,00 euro incl. btw

Actie

Verrichting zonder beleidsdoelstelling

Jaarbudgetrekening

0989-00/61310000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN

Visum

G-2021-55

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van nazicht van de opdracht "Dierenopvang - zwerfkattenbeleid 1 januari 2022 - 31 december 2025", opgesteld door de heer Frank Colson, stad Harelbeke.

 

Artikel 2

 

Goedkeuring wordt verleend aan de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van stad Harelbeke van 14 december 2021, waarbij stad Harelbeke als aankoopcentrale optreed, om de opdracht "Dierenopvang - zwerfkattenbeleid 1 janauri 2022 - 31 december 2025" te gunnen aan vzw Dierenasiel de Leiestreek, Avelgemstraat 186 C te 8550Zwevegem, tegen het nagerekende offertebedrag van 72.900,00 eurp excl. btw of88.209,00 euro incl. 21% btw.

 

Artikel 3

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot afname van de opdracht "Dierenopvang - zwerfkattenbeleid 1 januari 2022 - 31 december 2025"

 

Artikel 4

 

De uitvoering van de opdracht moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek.

 

Artikel 5

 

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van2022, op jaarbudgetrekening 0989-00/61310000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN (actie GBB) en in het budget van de volgende jaren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.3. Schoonmaakster bibliotheek - verlenging aanstelling in contractueel verband voor bepaalde duur - goedkeuring -

 

STEMMINGEN

Eenparig goedgekeurd

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.4. Diverse verslagen - kennisname -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

 

Motivering

 

Volgende verslagen werd overgemaakt aan de gemeente:

 

        Mijn huis - Verslag Raad van Bestuur van 30 november 2021

        Leiedal - PV van de buitengewone algemene vergadering van 10 december 2021

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.5. Jubileum - ontvangst gemeentehuis - goedkeuring -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.6. Damiaanactie - sensibiliseringsweekend - medewerking - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd deel te nemen aan de jaarlijkse campagne van Damiaanactie die elk jaar doorgaat in het laatste weekend (van vrijdag tot en met zondag) van de maand januari.

 

Motivering

 

Eind januari organiseert Damiaanactie haar jaarlijks campagneweekend.

 

Elk jaar vraagt Damiaanactie :

        de toelating voor een stiftenverkoop op de openbare weg en het uitvoeren van collecten in huizen (rekening houdend met alle geldende veiligheidsvoorschriften en coronamaatregelen) ;

        campagne-affiche(s) te bestellen en ze op een zichtbare plaats uit te hangen;

        de campagne aan te kondigen in het gemeentenieuws of op de gemeentelijke website.

 

Collecten op de openbare weg en in openbare plaatsen zijn toegelaten mits een voorafgaande schriftelijke machtiging van de bevoegde overheid.

 

Tijdelijke publiciteit op het openbaar domein naar aanleiding van manifestaties van liefdadige aard kunnen enkel gebeuren op de daartoe door de gemeente ter beschikking gestelde roosters.

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere: Art. 183, 221, § 1 en 223 van de Algemene Politieverordening

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit toelating te verlenen aan Damiaanactie om in het laatste weekend van de maand januari, stiften te verkopen op de openbare weg en collecten uit te voeren in huizen (rekening houdend met alle geldende veiligheidsvoorschriften).

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de campagne van Damiaanactie campagne-affiche(s) te bestellen en deze op een zichtbare plaats uit te hangen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.7. Jeugdraad - verslag van 7 november 2021 - kennisname -

 

Aanleiding en context

 

De jeugdraad hield een vergadering op zondag 7 november 2021.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van het verslag.

 

Motivering

 

Het verslag van deze vergadering werd goedgekeurd in een volgende zitting van zondag 5 december 2021.

 

De bijbehorende toelichting is te vinden in het verslag in bijlage.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedgekeurde verslag.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.8. Aanvraag tussenkomst werkingsuitgaven - jeugdhuis De Caravanne - deel 4/2021 - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de aanvraag tussenkomst werkingsuitgaven van Jeugdhuis De Caravanne goed te keuren.

 

Motivering

 

Op 8 december 2021 richt Jeugdhuis De Caravanne zich in een schrijven tot het college van burgemeester en schepenen. Daarin vragen zij de tussenkomst voor de werkingsuitgaven van het jeugdhuis voor 2021 al voor een deeltje op, namelijk voor een bedrag van 2.241,84 euro.

 

In zittingen van 2 juni 2021, 20 oktober 2021 en 24 november 2021 keurde het college van burgemeester en schepenen reeds tussenkomsten in de werkingskosten van het jeugdhuis goed ten bedrage van 3.423,14 euro. In totaal maakt dit op vandaag een vraag tot tussenkomst in de werkingskosten van 5.664,98 euro (van de in het budget voorziene 6.000 euro).

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

2.241,84 euro

Actie

Overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB / 0750-00 / 64420001

Visum

Geen visum

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit om de tussenkomst voor de werkingsuitgaven van Jeugdhuis De Caravanne, voor een bedrag van 2.241,84 euro, over te maken op het rekeningnummer BE28 7512 0929 4920 van Jeugdhuis De Caravanne.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.9. Cultuur - onkosten lokalengebruik in functie van Deeltijds Kunstonderwijs -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de forfaitaire onkostenvergoeding voor het gebruik van de lokalen van vrije basisschool Belgiek, vrije basisschool Sint-Lodewijk en de Koninklijke fanfare sint-Cecilia voor de lesactiviteiten van het deeltijds kunstonderwijs (HAP!) goed te keuren.

 

Motivering

 

Het aanbod kunstonderwijs in Deerlijk blijft gestaag groeien. Naast lessen in Deerlijk-Centrum en in Sint-Lodewijk worden nu ook lessen aangeboden op de Belgiek (sinds 2020-2021) en in de lokalen van de fanfare (sinds schooljaar 2021-2022). Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de Liere en van lokalen in de vrije basisschool Belgiek. In Sint-Lodewijk gaan de lessen van de academie HAP eveneens door in lokalen van de vrije basisschool.

 

Voor het gebruik van de lokalen in functie van de DKO-lessen wordt een forfaitaire onkostenvergoeding per schooljaar voorgesteld, te betalen aan de respectievelijke scholen en vereniging:

 

Kon. Fanfare Sint-Cecilia

250 euro

VBS Belgiek

300 euro

VBS Sint-Lodewijk

450 euro

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

1.000 euro

Actie

Huur en huurlasten van onroerende goederen

Jaarbudgetrekening

GBB / 0820-00 / 61000000

Visum

geen visum

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit akkoord te gaan met een jaarlijkse onkostenvergoeding voor de Koninklijke fanfare Sint-Cecilia, vrije basisschool Belgiek en vrije basisschool Sint-Lodewijk voor het gebruik van hun lokalen voor de lessen deeltijds kunstonderwijs:

 

Kon. Fanfare Sint-Cecilia

250 euro

VBS Belgiek

300 euro

VBS Sint-Lodewijk

450 euro

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.10. Cultuur - Deerlijks vormingswerk - tussenkomst werkingskosten 2021 - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de tussenkomst in de werkingsuitgaven van het Deerlijks Vormingswerk goed te keuren en hun voorschot te storten op de rekening van het Deerlijks Vormingswerk.

 

Motivering

 

Voor de organisatie van hun programma in 2021 vraagt het Deerlijks Vormingswerk een voorschot op hun tussenkomst in de werkingsuitgaven 2021. Er werden reeds kosten gemaakt in de loop van 2021 die betaald werden met eigen middelen.

 

De maximale tussenkomst in de werkingsuitgaven voor het Deerlijks vormingswerk bedraagt 3.000 euro per jaar.

 

Het gevraagde voorschot voor werkjaar 2021 bedraagt 3.000 euro. De afrekening voor werkjaar 2021 volgt begin januari 2022, samen met de kostenraming voor hun activiteiten in 2022. Op basis van de afrekening worden eventuele verschillen teruggestort of opgevraagd.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

3.000 euro

Actie

Tussenkomst werkingsuitgaven vormingswerk

Jaarbudgetrekening

GBB / 0705-00 / 64420013

Visum

geen visum

 

Dit bedrag wordt gestort op rekeningnummer BE03 3631 9756 4384 van het Deerlijks Vormingswerk.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de aanvraag tot het betalen van een voorschot, ten bedrage van 3.000 euro, op de tussenkomst in de werkingsuitgaven van het Deerlijks Vormingswerk goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.11. Afsprakennota 2021.61 - ondersteuning cluster ruimte bij behandeling omgevingsvergunningsaanvragen en dossiers mobiliteit - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de afsprakennota "2021.61 Deerlijk - ondersteuning/advisering/behandeling van vergunningsaanvragen en ondersteuning/advisering/behandeling bij mobiliteitsaspecten in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal", goed te keuren.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 24 maart 2021 de afsprakennota " 2021-21 Deerlijk - ondersteuning van de cluster ruimte bij de ondersteuning/advisering/behandeling van vergunningsaanvragen en ondersteuning/advisering/behandeling bij mobiliteitsaspecten in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal" goed.

 

Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 20 juli 2021 de verlenging van bovengenoemde afsprakennota tot 31 december 2021 goed.

 

Gezien er op korte termijn geen mobiliteitsdeskundige zal kunnen aangeworven worden en de werkdruk bij de dienst omgeving door het aantal dossiers en de complexiteit van de dossiers blijft aanhouden, is het wenselijk om de ondersteuning van Leiedal bij het behandelen van omgevingsvergunningsaanvragen en mobiliteitsdossiers verder te blijven voorzien.

 

De afsprakennota gaat in op 1 januari 2022 en blijft van kracht tot 30 juni 2022 en is verlengbaar tot 31 december 2022.

Voor de ondersteuning bij omgevingsvergunningsaanvragen wordt ondersteuning door een projectuitvoerder (senior) gedurende 1 dag (8 uur) voorzien.

Voor de ondersteuning bij mobiliteitsdossiers wordt ondersteuning door een projectuitvoerder (junior) gedurende 1 dag (8 uur) voorzien.

In functie van noodzaak en beschikbare capaciteit bij Leiedal is deze ondersteuning uitbreidbaar tot maximum 2 dagen per week per projectuitvoerder.

 

Volgende tarieven (goedgekeurd door de raad van bestuur van Leiedal op 26 november 2021) zijn van toepassing:

        stafmedewerker junior: 212 euro per dagdeel (4 uur)

        stafmedewerker senior: 304 euro per dagdeel (4 uur)

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° van het Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

10.600 euro (mobiliteit)

15.200 euro (omgeving)

Actie

overige beleid

Jaarbudgetrekening

GBB/0200-00/61310000 (mobiliteit)

GBB/0600-01/61310000 (omgeving)

Visum

nvt

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen keurt de afsprakennota "2021-61 Deerlijk - ondersteuning/advisering/behandeling van vergunningsaanvragen en ondersteuning/advisering/behandeling van mobiliteitsaspecten in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal" goed.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.12. OMV 2021_223 - Stationsstraat 118 - melding IIOA - aktename -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van de melding voor een tijdelijke bronbemaling voor het plaatsen van een zwembad op een perceel gelegen Stationsstraat 118 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 80 Z ingediend door de heer Johan Van De Bruaene met als contactadres Stationsstraat 118 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

De melding ingediend door de heer Johan Van De Bruaene met als contactadres Stationsstraat 118 te 8540 Deerlijk, werd per beveiligde zending verzonden op 13 december 2021.

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt: “De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens: 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM; 2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

 

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

 

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

 

VOORWERP VAN DE MELDING

 

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Stationsstraat 118, kadastraal bekend afdeling 2 sectie C nr. 80Z.

 

De melding omvat de volgende ingedeelde inrichting of activiteit: tijdelijke bronbemaling voor het plaatsen van een zwembad.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

tijdelijke bronbemaling voor het plaatsen van een zwembad (Nieuw)

3.229 m³/jaar

3

 

BEVOEGDHEID

 

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1 of 2, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

 

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

ONDERZOEK VAN HET MELDINGSPLICHTIG EN NIET-VERBODEN KARAKTER

 

Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.

 

De omgevingsambtenaar stelt de volgende bijzondere voorwaarden strikt noodzakelijk:

        gezien de aanwezigheid van een open waterloop op het einde van het perceel dient het bemalingswater op deze waterloop geloosd te worden.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

 

De rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier. Er zijn geen verplichte adviezen voorzien in deze procedure, alsook geen plaatsbezoek. Bijgevolg moet dit als met omzichtigheid benaderd worden.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

        Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

        Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en zijn bijlagen.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Er wordt akte genomen van de melding ingediend door de heer Johan Van De Bruaene met als contactadres Stationsstraat 118 te 8540 Deerlijk voor de in het meldingsdossier opgenomen ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een  tijdelijke bronbemaling voor het plaatsen van een zwembad gelegen Stationsstraat 118 te Deerlijk.

 

De ingedeelde inrichting of activiteit omvat:

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

tijdelijke bronbemaling voor het plaatsen van een zwembad (Nieuw)

3.229 m³/jaar

3

 

Artikel 2

 

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

 

Gezien de aanwezigheid van een open waterloop op het einde van het perceel dient het bemalingswater op deze waterloop geloosd te worden.

 

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

 

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

 

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

 

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

 

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

 

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

 

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopieën of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

U bent een rolrecht verschuldigd van:

        200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;

        100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

 

U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

 

Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

        het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges

        het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

        het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.13. OMV 2021_199 - Vichteknokstraat 54 - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en uitbreiden van een zonevreemde woning, op een perceel gelegen Vichteknokstraat 54 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1010 R aangevraagd door Landré - Busschaert wonende Vichteknokstraat 54 te 8540 Deerlijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 16 december 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Gunstig.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.


Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18 september 1952 door het college van burgemeester en schepenen voor afbraak bouwvallig huis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 11 februari 1954 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een afsluiting betonplaat/ ursusdraad in plaats van oude haag langs weide.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 januari 1955 door het college van burgemeester en schepenen voor sloping van bestaande bouwvallig ‘ovenbuur’.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 20 oktober 1966 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een woonhuis.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 25 november 2009 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een zonevreemde woning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd 17 juli 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor regularisatie, verbouwen en omvormen van een bestaande stalling tot gastenverblijf.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 april 2014 door de deputatie voor overwelven of inbuizen van een baangracht.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.a.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van +/- 2.900 m² en is gelegen langs de Vichteknokstraat op ongeveer 2 km ten zuidoosten van de kern van Deerlijk. De Vichteknokstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een vrij landelijke en smalle weg geflankeerd met baangrachten.

Het perceel is bebouwd. Op het perceel bevindt zich een zonevreemde woning met vakantieverblijf en enkele andere woningbijgebouwen. De bestaande woning bestaat uit 1 bouwlaag en een hellend dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 2,78 m, de nok 7,65 m. De woning heeft een maximale breedte van 17 m en een diepte van 10,47 m.  De woning werd opgetrokken in baksteen met een rode en roodbruine tint met rode dakpannen. De aanvraag heeft betrekking op een pand dat opgenomen is in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, met Erfgoedobject ID 86488.

De omgeving is een landelijke, agrarische omgeving. Het wonen bestaat er bijna uitsluitend uit eengezinswoningen.

 

3.b.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Verbouwing en uitbreiding woning

De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning met een overkapping/luifel.

Ten zuiden van de bestaande woning wordt in het verlengde van het hoofdvolume een nieuw volume voorzien dat zal functioneren als luifel om oververhitting in de woning te voorkomen. De uitbreiding heeft een breedte van 9,60 m op een diepte van 2,45 m en wordt afgewerkt met een hellend dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 2,85 m en de nokhoogte 7,65 m.

Het materiaalgebruik voor het nieuwe volume betreft houten gevelbekleding en buitenschrijnwerk in aluminium met grijze tint en hout.

 

Het verbouwen van de woning omvat het afbreken van de bestaande gevelsteen en te vervangen door isolatie en crepi met gekaleide baksteen look.

Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd en er worden enkele nieuwe gevelopeningen toegevoegd en enkele bestaande gevelopeningen aangepast. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een inkom, verschillende bergruimtes, een open keuken, eetruimte en zitruimte, een bureau, badkamer en slaapkamer en een overdekt terras..

Onder het dak bevindt zich nog een zolder

 

3.c.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

De aanpalende eigenaars werden niet om advies gevraagd aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

 

  1. Adviezen

De Intergemeentelijke Erfgoeddienst (IOED) werd om advies verzocht op 26 oktober 2021. De adviesinstantie bracht op 10 november 2021een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘….Advies ontwerp

Het ontwerp voorziet het uitbreiden van de woning en het aanbrengen van nieuwe gevelbekleding. Het aanbrengen van witte crepi / gekaleide baksteen-look verwijst naar het oorspronkelijke boerenhuis dat sinds de 18e eeuw eveneens uit witgekalkte baksteen bestond.

De uitbreiding van de woning met een overkapping/luifel in staal en bekleed met hout heeft een oppervlakte van 23,52 m² en situeert zich in het verlengde van de woning.

Het ontwerp voorziet een hedendaagse uitbreiding van een hoevewoning zonder het bestaande erfgoedkarakter te schaden.

Conclusie

Overwegende dat

het ergoedpand een middelhoge locuswaarde heeft;

het erfgoedkarakter en de eenvoudige vormgeving van de hoevewoning behouden blijft;

de materiaalkeuze een meerwaarde vormt;

wordt het verbouwen en uitbreiden van een zonevreemde woning gunstig geadviseerd.’

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.a         Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meerbepaald aan de voorschriften van het agrarisch gebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 11.4.1. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.

Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht op ten minste 300m van een woongebied of op ten minste 100m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

De aanvraag valt onder de basisrechten voor zonevreemde constructies van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening voor wat betreft de verbouwing van de zonevreemde woning waarbij artikel 4.4.12 stelt dat in alle bestemmingsgebieden de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor het verbouwen van een bestaande zonevreemde woning op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal, waarbij artikel 4.4.15 stelt dat het uitbreiden vergunbaar is voor zover het bouwvolume beperkt blijft tot ten hoogste 1.000 m³ en op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal en waarbij artikel 4.4.11 stelt dat de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening onverkort geldt bij de afgifte van een vergunning.

In het voorliggend ontwerp blijft het aantal woongelegenheden behouden. De bestaande woning heeft een bruto volume van 873,77 m³ en het bruto bouwvolume van de woning na verbouwing bedraagt 999,61 m³ (< 1.000 m³). De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening (zie onder). De aanvraag voldoet aan de bepalingen van de codex en is bijgevolg in overeenstemming met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.b         Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Vichteknokstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.c         Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte-uitbreiding (<40 m²) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.d         Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.e         Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.f           Erfgoed-/archeologietoets

De aanvraag heeft betrekking op een pand dat opgenomen is in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, met Erfgoedobject ID 86488 en wordt als volgt beschreven:

Voormalige historische hoeve Hof te Voorde. Hoeve afgebeeld op de Atlas der Buurtwegen uit 1849 met L-vormige opstelling. Volgens de kadastrale gegevens vonden aanpassingen plaats in 1945. Verankerde bakstenen bestanddelen onder pannen zadeldak, namelijk ten noorden 18de-eeuws boerenhuis met geïncorporeerd wagenhuis en ten oosten schuur.

Voor de beoordeling van de erfgoedtoets wordt verwezen naar het advies van de IOED. Het advies wordt integraal overgenomen.

 

7.g         Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.h         Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.i           Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.j           Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

 

- Functie:

Hoewel de aanvraag geen betrekking heeft op professionele activiteiten of para-agrarische activiteiten, is het verbouwen van de woning in deze lokale ruimtelijke agrarische situatie aanvaardbaar. Het ontwerp veroorzaakt geen schade aan de externe landbouwstructuren en de aanwezige agrarische dynamiek.

 

De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van een eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is passend binnen deze agrarische omgeving.

Het ontwerp zorgt voor een verruiming, herindeling en rationalisering van de woning en beantwoordt zodoende aan de huidige normen van wooncomfort.

 

- Inplanting, bouwvolume en verschijningsvorm:

De inplanting van de woning blijft ongewijzigd. De nieuwe achterbouw wordt gerealiseerd in het verlengde van het bestaande woonvolume, en sluit aan op het hoofdgebouw. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.

Het hoofdgebouw van de woning wordt beperkt uitgebreid en is aanvaardbaar binnen deze agrarische omgeving. Het perceel is voldoende ruim, en een dergelijke bouwdiepte laat een kwalitatieve inrichting van de leefruimtes van de woning toe.

De uitbreiding integreert zich door zijn materiaalgebruik (hout) binnen de bestaande bebouwing.

 

- Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht.

 

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.k         Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.l           Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.m       Bespreking adviezen

Advies IOED

Aangezien een gunstig advies uitgebracht werd zijn geen bijkomende voorwaarden op te leggen.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Landré - Busschaert wonende Vichteknokstraat 54 te 8540 Deerlijk, voor het verbouwen en uitbreiden van een zonevreemde woning, op een perceel gelegen Vichteknokstraat 54 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1010 R.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.14. Waregemstraat 441 - schrapping risicogrond - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te geven voor de schrapping van een risicogrond van de gemeentelijke inventaris, gelegen Waregemstraat 441, 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving 1ste afdeling, sectie A, nummer 488 B 3.

 

Motivering

 

Op 16 december 2021 werd een elektronisch schrijven ontvangen van een medewerker van het notariskantoor Guy Danckaert, Vaartstraat 90/2, 9270 Kalken. Het betreft een gemotiveerde verklaring tot schrapping van een perceel met als kadastrale omschrijving 1ste afdeling, sectie A, nummer 488 B 3.

In de gemotiveerde verklaring wordt aangetoond dat desbetreffende perceel steeds een woning betrof waarop geen risicoactiviteiten hebben plaatsgevonden.

Op 16 december 2021 werd door de dienst omgeving een administratief onderzoek gevoerd waaruit blijkt dat er voldoende aangetoond wordt dat er in werkelijkheid geen risicoactiviteiten hebben plaatsgevonden op het perceel in kwestie.

 

Er zijn geen externe adviezen nodig.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 en § 3, 7° Decreet lokaal bestuur

        Andere:

        Art. 7, § 1 Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

        het advies van de dienst omgeving te volgen en het perceel Waregemstraat 441, 8540 Deerlijk, kadastraal gekend als afdeling 1, sectie A, nummer 488 B 3, te schrappen als risicoperceel;

        deze beslissing over te maken aan OVAM.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.15. OMV 2021_216 - Oliebergstraat 34 - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het herbestemmen van een melkveestal tot woningbijgbouw en studio, gedeeltelijk ontharden van de site en het plaatsen van een zwembad, op een perceel gelegen Oliebergstraat 34 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 85 K, (afd. 2) sectie E 85 L en (afd. 2) sectie E 911 A aangevraagd door de heer Pieter Vyncke wonende Bergelen 30/a te 8560 Wevelgem.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 17 december 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De studio in het woningbijgebouw is een ondergeschikte functie van de hoofdwoning op het perceel en kan op geen enkele manier losgemaakt /afgesplitst worden van de bestaande hoofdwoning.

        De aanleg van het zwembad wordt uit de vergunning gesloten.

        Enkel bestaande vergunde en/of vergund geachte verharding kan heraangelegd worden.

        De voorziene ontharding van de site moet uitgevoerd worden binnen de geldigheid van de voorliggende vergunning.

        De te behouden woningbijgebouwen kunnen geen dienst doen voor het uitoefenen van een zonevreemde bedrijfsactiviteit.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming agrarisch gebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.
 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

     Provinciale verordening inzake het overwelven van baangrachten, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 23 juli 2008.

     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 8 september 1976 door het college van burgemeester en schepenen voor het dichtmaken van bestaande landbouwloods.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 28 juli 1982 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een sleufsilo (8.50 m x 24 m) in zijn bedrijf.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 13 juni 1984 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitvoeren van verbeteringswerken, met kleine uitbreiding aan zijn bestaande runderstal.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 november 1993 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van een landbouwerswoning.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 januari 1994 door het college van burgemeester en schepenen voor het vellen van een boom.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 14 juli 1994 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van bestaande gebouwen.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 2 februari 2000 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een loods, een rundveestal en een overdekte mestopslag.

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 26 oktober 2011 door het college van burgemeester en schepenen voor de nieuwbouw van een melkveestal na het slopen van de oude melkveestal en de nieuwbouw van 2 sleufsilo’s.

 

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        milieuvergunning afgeleverd op 15 maart 1995 door het college van burgemeester en schepenen voor verandering rundveehouderij.

        milieuvergunning afgeleverd op 4 november 1999 door het college van burgemeester en schepenen voor rundveehouderij.

        milieuvergunning afgeleverd op 26 oktober 2011 door het college van burgemeester en schepenen voor rundveehouderij.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 26 juni 2020 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van een oude stalling en het regulariseren van de sloop van een vervallen landbouwgebouw.

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 10 februari 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van de bestaande woning binnen het bestaande bouwvolume, het bouwen van een zwembad en de functiewijziging van de bestaande stal tot woningbijgebouw.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.a.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van ca. 6.900 m² en is gelegen langs de Oliebergstraat op ongeveer 1 km ten westen van de kern van Sint-Lodewijk.

De Oliebergstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het is een vrij landelijke en smalle weg.

De eigendom betreft een voormalig landbouwbedrijf waarvan de activiteiten recent stopgezet werden. De site zelf bestaat uit een voormalige landbouwerswoning en een aantal landbouwbedrijfsgebouwen. Zowel ten noordwesten als ten zuidwesten zijn er grachten aanwezig.

 

De omgeving is een landelijke, agrarische omgeving. De hoeve wordt omringd door landbouwgronden. In de directe omgeving zijn verschillende al dan niet zonevreemde woningen aanwezig. Deze bevinden zich voornamelijk op +/- 200 meter ten noordoosten van de hoeve in een bestaande residentiële wijk. Ook ten westen van de hoeve bevindt zich op +/- 300 m een residentiële woonwijk. Echter bevindt de hoeve zich te midden van een landbouwkamer, gelegen op de helling van de Olieberg.

 

De aanvraag heeft betrekking op een pand dat opgenomen is in de inventaris van het bouwkundig erfgoed.

 

3.b.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag is tweevoudig. Enerzijds betreft de vraag het aanleggen van een zwembad, anderzijds betreft de aanvraag het verbouwen van een bestaande melkstal naar woningbijgebouw en studio.

 

Verbouwing stal met functiewijziging naar woningbijgebouw en studio

De aanvraag betreft het intern verbouwen van een bestaande melkstal met een oppervlakte van 265 m². Het volume van de melkstal blijft behouden. Er worden enkele  binnenmuren gesloopt, openingen dichtgemetseld en nieuwe openingen worden gemaakt.

De bestaande bebouwing heeft een oppervlakte van 265 m² en bevindt zich op ongeveer 38 m van de rechterperceelsgrens.

Het materiaalgebruik van de stal blijft behouden en aangevuld met donkergrijze deuren en sectionaalpoorten en donkergrijs aluminium buitenschrijnwerk.

Het bestaande hoofdvolume wordt intern verbouwd. Het gelijkvloers bestaat na verbouwing en uitbreiding uit een dubbele garage met fietsenstalling, een traphal, tuinberging, berging, sanitair/doucheruimte, techniekruimte voor het zwembad en een poolhouse / lounge.

Onder het dak wordt een ondergeschikte wooneenheid ingericht die bestaat uit een traphal, zitplaats, eetplaats en open keuken, 2 slaapkamers, een badkamer, een berging en een zolder.

 

Tuinzone

In de tuinzone bevindt zich een buitenzwembad met een breedte van 4 m op een lengte van 15 m. Het zwembad wordt ingeplant op 19,14 m van de achtergevel van de (bestaande) woning, op 8,95 m van het rechter gedeelte van de nieuwe woning. Rondom het terras wordt een verhardingsboord voorzien met een breedte van 1 m, goed voor een totale oppervlakte van 42 m².

 

Verder wordt de site voor 47% onthard. De verharding rondom de gesloopte stal, van de mestvaalt en de mengmest opslagtank wordt volledig verwijderd. De toegang tot de graanvoedersilo’s, circulatieweg, oprit, binnenkoer, het bestaand terras, oprit en tuinpad worden gedeeltelijk opgebroken. De totale verharding op het terrein wordt zo gereduceerd van 4.065 m² naar 2.158,6 m². Een deel van de bestaande verharding zal vernieuwd worden.

De bestaande betonverharding tussen de weg en het woningbijgebouw met een oppervlakte van 930 m² wordt deels behouden, deels verwijderd. Deze wordt geschikt gemaakt voor het circuleren van een oplegger met een lengte van +/- 18 m.

De site krijgt een groener karakter door de aanplant van groen.

 

3.c.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 15 november 2021 tot 14 december 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

De Intercommunale Leiedal, IOED werd om advies verzocht op 10 november 2021. De adviesinstantie bracht op 8 december 2021 een gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘… Locus of contextwaarde

Het pand heeft een hoge locuswaarde.

Een hoge locuswaarde vertegenwoordigt de gebouwen waarvan de erfgoedwaarde zeer hoog is en die behouden moeten worden. Deze gebouwen worden niet gesloopt, behoudens in uitzonderlijke omstandigheden. Dit kan enkel het geval zijn bij panden waar de intrinsieke waarde ondergeschikt is aan de omgevings- of ruimtelijke structuurwaarden. Vernieuwbouw zal in dergelijke gevallen altijd moeten afgestemd zijn op het behoud van het oorspronkelijke gevelbeeld en erfgoedwaarde.

Respect voor erfgoedwaarde primeert in architectuur, materiaalgebruik. Bij uitbreiding moet het nieuwe gedeelte op architecturaal aanvaardbare wijze afgestemd zijn op het erfgoedpand. De erfgoedtoets is vereist.

Advies ontwerp

Het ontwerp voorziet het verbouwen van een bestaand bijgebouw. De gelijkvloerse verdieping van het bijgebouw zal aangewend worden als bergplaats / garage / poolhouse / lounge, …. Het volume van het bijgebouw blijft behouden.

De verschillende deur- en raamopeningen in de rechter gevel worden dichtgemetseld.

In het dakvlak worden zowel aan de linker- als rechterzijde verschillende dakvlakvensters voorzien.

…zie beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen…

Het ontwerp voorziet slechts een beperkte aanpassing aan het uitzicht van het bijgebouw waardoor de erfgoedwaarde niet noemenswaardig aangetast wordt. Niettegenstaande de grote inspanningen die geleverd worden in functie van het ontharden van de site, wordt opgemerkt dat de verharding op het terrein nog steeds heel ruim is. De juridische bepalingen dienen gevolgd te worden.

Conclusie:

Overwegende dat:

Het ergoedpand een hoge locuswaarde heeft;

De ingreep qua inplanting en volume behouden blijft en zo aansluiting vindt bij het verleden van de site;

De gebouwenvolumes aansluiten op de cultuurhistorische context;

wordt het verbouwen van een bestaand bijgebouw gunstig geadviseerd.’

 

De Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij, duurzame landbouwontwikkeling werd om advies verzocht op 10 november 2021. De adviesinstantie bracht op 10 december 2021 een ongunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

‘De aanvraag is gelegen in herbevestigd agrarisch gebied en betreft de functiewijziging van een melkveestal tot woningbijgebouw en studio, het gedeeltelijk ontharden van de site en het plaatsen van een zwembad.

 

Er werd recent een gedeeltelijke vergunning verkregen voor het verbouwen van een woning, de functiewijziging van een melkveestal naar woningbijgebouw, het bouwen van een open zwembad en het aanleggen van een tuinzone op een gewezen hoeve, ondanks een ongunstig advies van het Departement Landbouw en Visserij:

“Het betreft een voormalig landbouwbedrijf, er is ons geen aanvraag tot functiewijziging naar zonevreemde site bekend. Er dient dus in de eerste plaats een zonevreemde functiewijziging aangevraagd te worden. Het verdwijnen van de landbouwactiviteit impliceert immers niet automatisch dat deze site, gelegen in agrarisch gebied, automatisch als vergunde zonevreemde site mag beschouwd worden. Het Departement Landbouw en Visserij wenst er de aanvragers en de vergunningverlener op te wijzen dat het toekennen van zonevreemdheid niet zomaar een recht is, wel een gunst. Het zonevreemd maken van landbouwsites dient grondig overwogen te worden – zie hiervoor ook Omzendbrief RO2017/01, meer bepaald punt 4.2.

 

De site bestaat momenteel uit verschillende landbouwconstructies zoals een melkveestal, mestvaalt, mengmest opslagtank, open schuur en enkele sleufsilo’s. Volgens de ons beschikbare gegevens werd in het recente verleden (< 10 jaar geleden) nog een nieuwe melkveestal met enkele sleufsilo’s en mestzak gebouwd. Tot en met eind 2019 werd de site nog als een volwaardige landbouwexploitatie aangegeven. Het Departement Landbouw en Visserij dient de afweging te maken of deze site nog geschikt is om in professioneel landbouwgebruik genomen te worden, daar de functie nog steeds landbouw betreft.

 

De site is, gelet op de ruimtelijke ligging en de aanwezige functionele constructies, zoals de recent gebouwde melkveestal en sleufsilo’s, nog uitermate geschikt om in gebruik genomen te worden voor beroepsmatige landbouwactiviteiten waardoor het omvormen naar een zonevreemde site niet wenselijk is. De omvorming van een professionele landbouwsite naar een zonevreemde site betekent immers een aantasting van de agrarische structuur en een bijkomende versnippering van deze agrarische structuur. Dit staat haaks op het Vlaams beleid geformuleerd in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, omzendbrief RO/2017/01 en het recente Regeerakkoord. Er moet zodoende zeer terughoudend omgegaan worden met het omvormen van landbouw naar een zonevreemde toestand. Het landbouwgebied is gestructureerd genoeg zodat deze dient behouden te blijven voor beroepsmatige landbouw. Bijkomende zonevreemdheid is bijgevolg niet wenselijk en niet functioneel inpasbaar in dit gebied. Volgens artikel 4.3.1 van de VCRO kan er bijgevolg geen vergunning verleend worden.

 

Bijkomend stelt het departement de functiewijziging van de grote melkveestal naar woningbijgebouw in vraag. Dergelijk grote constructies zijn niet noodzakelijk in functie van een zonevreemd gebruik. Bijkomend dient de vraag gesteld te worden wat het uiteindelijke gebruik zal zijn van de melkveestal. Het vestigen van zonevreemde bedrijven is immers niet toelaatbaar in het agrarisch gebied.

 

Het Departement Landbouw en Visserij verstrekt zodoende een ongunstig advies voor het verbouwen en functiewijziging van de eengezinswoning en melkveestal naar zonevreemde gebouwen, alsook voor het oprichten van een zwembad.”

 

Deze vergunning werd verkregen met uitsluiting van het terras, de parkeerstrook, de aanleg van een zwembad en op voorwaarde dat geen zonevreemde bedrijfsactiviteiten mochten gevestigd worden op de aanvraagsite.

 

In voorliggende aanvraag wordt er voor deze site de functiewijziging van een woningbijgebouw tot studio, het realiseren van verhardingen en het plaatsen van een zwembad aangevraagd.

 

Er is geen vergunningsgrond voor het creëren van een bijkomende woongelegenheid op de aanvraagsite. Bijkomende zonevreemdheid ter plekke is hier niet gewenst. De functiewijziging van een gedeelte van de melkveestal naar studio kan bijgevolg niet aanvaard worden.

De gevraagde verhardingen zijn niet beperkt tot de strikt noodzakelijke verhardingen. De aanleg van dergelijke grote oppervlakte aan verharding op een zonevreemde site verhoogt de verhardingsdruk in de open ruimte, terwijl volgens het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en het Vlaams regeerakkoord net moet gestreefd worden naar de ontharding van de open ruimte. Bijvoorbeeld voor de zogenaamde circulatieweg wordt 780 m²+762 m²+120 m²= 1.662 m² betonverharding voorzien, terwijl er voor een zonevreemde site geen noodzaak is voor een circulatieweg. Omdat er op deze voormalige landbouwbedrijfssite geen landbouwactiviteiten meer aanwezig is, is er ook geen noodzaak voor dergelijke grote oppervlakte verharding. Verhardingen op deze site kunnen slechts aanvaard worden voor zover deze voldoen aan de normen van het vrijstellingenbesluit. De gevraagde verhardingen en het gevraagde zwembad verhogen ook de residentiële ruimte-inname en druk van deze zonevreemde site op de aanwezige landbouwstructuren. Bijgevolg kunnen de gevraagde verhardingen, en het gevraagde zwembad niet aanvaard worden door het Departement Landbouw en Visserij.

Bijkomend merkt het Departement Landbouw en Visserij op dat op de plannen van aanvraag vrachtwagens met opleggers staan ingetekend op de circulatieweg. Zoals eerder al gesteld zijn zonevreemde bedrijfsactiviteiten niet vergunbaar in het agrarisch gebied. De plannen tonen aan dat de circulatie in werkelijkheid voorzien wordt in functie van vrachtverkeer, hetgeen niet thuis hoort op een zonevreemde site.’

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.a         Planologische toets

De aanvraag dient te worden afgetoetst aan de voorschriften van het gewestplan, zijnde aan de bestemming agrarisch gebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van artikel 11.4.1. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

 

Agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.

Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht op ten minste 300m van een woongebied of op ten minste 100m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

De aanvraag valt onder de basisrechten voor zonevreemde constructies van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Functiewijziging melkveestal naar woningbijgebouw en studio

Met toepassing van artikel 4.4.23 van de Vlaamse de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 ‘tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen’  mag het vergunningverlenende bestuursorgaan bij het verlenen van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een vergunningsplichtige functiewijziging van een gebouw of een gebouwencomplex afwijken van de bestemmingsvoorschriften, voor zover voldaan is aan beide hiernavolgende vereisten:

1. Het gebouwen of het gebouwencomplex beantwoord op het ogenblik van de aanvraag aan alle hiernavolgende vereisten:

     het gebouw of het gebouwencomplex bestaat;

     het gebouw of het gebouwencomplex is niet verkrot

     het gebouw of het gebouwencomplex is hoofdzakelijk vergund

     het gebouwen of het gebouwencomplex is niet gelegen in

        ruimtelijk kwetsbare gebieden, met uitzondering van parkgebieden en agrarische gebieden met ecologische belang of ecologische waarde

        in recreatiegebieden, zijnde de als dusdanig door een plan van aanleg aangewezen gebieden, en de gebieden geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan die onder de categorie van gebiedsaanduiding “recreatie” sorteren

2. De functiewijziging komt voor op een door de Vlaamse Regering vast te stellen lijst, waarin nadere regelen en bijkomende voorwaarden voor de betrokken wijzigingen van gebruik kunnen worden bepaald.

 

De melkveestal is niet verkrot. De functiewijziging van landbouwloods naar woningbijgebouw komt voor op de lijst van zonevreemde functiewijzigingen en kan dus juridisch aanvaard worden.

 

Voor de functiewijziging naar studio

Met toepassing van artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de zonevreemde functiewijziging kan een vergunning worden verleend voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een gebouw of gebouwencomplex, voor zover aan al de volgende voorwaarden voldaan is:

        Het gebouw of gebouwencomplex is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, vermeld in artikel 4.1.1 van het Onroerend erfgoeddecreet van 12 juli 2013.

        De voortzetting van de vroegere functie blijkt niet haalbaar of garandeert de duurzame leefbaarheid van het gebouw of het gebouwencomplex niet.

        De nieuwe functie laat de erfgoedwaarde ongeschonden of verhoogt ze.

         

De functiewijziging naar studio als ondergeschikte eenheid van de woning voldoet aan deze voorwaarden en kan juridisch aanvaard worden.

 

Zwembad -terras - parkeerstrook

De aanleg van een zwembad is principieel strijdig met de bestemming agrarisch gebied. Bovendien voorzien de basisrechten inzake zonevreemde constructies (artikelen 4.4.10 – 4.4.20 VCRO) geen mogelijkheden inzake de aanleg hiervan.

Volgens artikel 4.3.1, §1, 1°, a) VCRO moet de stedenbouwkundige vergunning worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften, “voor zover daarvan niet op geldige wijze is afgeweken”.

Gezien er geen vergunning mogelijk is, rest enkel nog de mogelijkheid inzake niet-overdekte constructies die opgenomen is in het vrijstellingenbesluit:

Artikel 2.1. (23/02/2017- ...) Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor de volgende handelingen :

(…) 8° de plaatsing van niet-overdekte constructies in zijtuin en achtertuin, ingeplant tot op 1 meter van de perceelsgrens of tot tegen een bestaande scheidingsmuur, voor zover de gezamenlijke oppervlakte van dergelijke constructies, met inbegrip van alle bestaande niet-overdekte constructies in zijtuin en achtertuin, 80 vierkante meter niet overschrijdt; (…)

Om toepassing te kunnen maken van de vrijstelling van artikel 2.1, 8° mag de gezamenlijke oppervlakte van de niet-overdekte constructies in de zij- en achtertuin, inclusief alle reeds bestaande, de 80 m² niet overschrijden. Onder alle bestaande constructies moeten ook de vergunde niet-overdekte constructies worden meegeteld.

Gezien er sprake is van meer dan 80 m² aan niet overdekte constructies, kan geen gebruik gemaakt worden van de vrijstelling. De aanvrager dient dus, zo hij een zwembad wenst aan te leggen, het aandeel bestaande niet- overdekte constructies (zoals verharding, terrassen, ...) in de zij- en achtertuin terug te brengen tot (ruim) onder de 80 m². Andere mogelijkheid die te overwegen valt, is het aanleggen van een zwembad in een van de bijgebouwen. Dit dient echter verder onderzocht te worden.

 

Voor wat betreft verharding op het perceel kan toepassing gemaakt worden van artikel 4.4.17 van de VCRO zijnde het herbouwen van een zonevreemde constructie niet zijnde woningbouw op dezelfde plaats. Het heraanleggen van de bestaande vergunde of vergund geachte verharding betreft eveneens een dergelijke constructie. Her aanleg van verharding met behoud van deze functie valt onder de mogelijkheden van de VCRO. De heraanleg dient te gebeuren op dezelfde plaats als de op te breken verharding.

 

De aanvraag is slechts gedeeltelijk in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening (zie onder). De aanvraag voldoet voor wat betreft het verbouwen van de stal aan de wetgeving gezien dit conform artikel 4.4.23 is. Voor het plaatsen van een zwembad is er geen juridische basis, waardoor dit onderdeel van de aanvraag geweigerd moet worden.

 

7.b         Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Oliebergstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.c         Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte, doch ligt in een risicozone voor overstromingen. Echter wordt voorzien in het ontharden van een ruime oppervlakte, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.d         Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.e         Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.f           Erfgoed-/archeologietoets

Het gebouw waaraan de werken voorzien worden, is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed "Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen: Gemeente Deerlijk" zoals opgemaakt door de Vlaamse Overheid. Het pand wordt er als volgt omschreven:

Oliebergstraat nr. 34. Hoeve z.g. "Hof de Rodelanden", recente naam die verwijst naar het rode grondwater rond de boerderij. De hoeve was tijdens het ancien régime afhankelijk van de heerlijkheid "te Gros".

Hoeve weergegeven op de Atlas der Buurtwegen (1849) met U-vormige opstelling, heden gewijzigde configuratie. Volgens de kadastrale gegevens wordt de hoeve in 1885 uitgebreid en evolueert van een hoeve met U-vormige opstelling naar een hoeve met losse bestanddelen gegroepeerd rondom erf. In 1930 wordt de hoeve opnieuw verbouwd. Vermoedelijk krijgt het woonhuis haar huidig uitzicht en worden twee kippenrennen opgetrokken. In 1935 wordt vermoedelijk een nieuwe schuur gebouwd met bijhorende kippenren. In het zuidoosten wordt een loods opgetrokken.

Hoeve met vroeg 20ste-eeuws uitzicht. Semi-gesloten opstelling door latere uitbreidingen. Bakstenen bestanddelen onder pannen zadeldaken gegroepeerd rondom onverhard erf.

Ten noorden boerenhuis van twee bouwlagen onder pannen zadeldak. Eenvoudige bakstenen lijstgevel geritmeerd door getoogde muuropeningen. Gewijzigde deuropening aan de straatgevel. Lagere L-vormige vleugel ten westen, deels geïntegreerd in het woonhuis en met deels vernieuwd parement en aangepaste muuropeningen. Ten zuiden recente kippenren, die vermoedelijk een oudere vervangt. Ten oosten heden sterk aangepaste stalvleugel met wagenhuis van ca. 1935. Opvallende puntgevel met getrapte fries en centrale licht vooruitspringende travee met beglaasd muurnisje met heiligenbeeld.

De vooropgestelde werken voorzien het behoud van het bestaande hoofdvolume, de omvorming van het bijgebouw/stal tot woningbijgebouw en studio en het plaatsen van een zwembad. Het ontwerp tast de erfgoedwaarden van het bijgebouw niet noemenswaardig aan waardoor de erfgoedtoets positief is.

Ook wordt verwezen naar het gunstig advies van de IOED die overgenomen wordt tot het mijne.

 

7.g         Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.h         Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.i           Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.j           Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Functiewijziging melkveestal

Voor de melkveestal, aangeduid als erfgoed, wordt een functiewijziging aangevraagd in combinatie met een verbouwing.

De functiewijziging wordt aangevraagd op basis van artikel 10 van het besluit van zonevreemde functiewijzigingen en artikel 4.4.23 van de VCRO.

Hoewel de aanvraag geen betrekking heeft op professionele activiteiten of para-agrarische activiteiten, is het verbouwen van het bijgebouw in deze lokale ruimtelijke agrarische situatie aanvaardbaar. Het ontwerp veroorzaakt geen schade aan de externe landbouwstructuren en de aanwezige agrarische dynamiek.

Gezien de functie (zowel studio als berging) hoort bij een bestaande woonfunctie, is de nieuwe functie inpasbaar in de directe omgeving. De studio dient in dat opzicht te functioneren als een ondergeschikte eenheid van de hoofdwoning op het perceel en kan op geen enkele manier losgemaakt worden van de bestaande hoofdwoning (noch functioneel, noch qua eigendomsstructuur, noch burgerrechtelijk). Dat wordt opgelegd als voorwaarde.

Het uitzicht en het volume van de stal blijven (hoofdzakelijk) behouden waardoor de stal geïntegreerd blijft binnen de directe omgeving. Er worden slechts beperkte aanpassingen gedaan aan de melkveestal, het volume blijft behouden. Er is voldaan aan de zonevreemde basisrechten.

Er is geen hinder te verwachten die de normale burenhinder overschrijft. (er zijn dan ook weinig directe buren). De wijzigingen zijn beperkt en het ontwerp stoort de omwonenden niet qua uitzicht, zonlicht en privacy.

Zwembad en terras

De aanvraag omvat tevens het plaatsen van een zwembad met een oppervlakte van 60 m².

De aanleg van een zwembad is principieel in strijd met de bestemming agrarisch gebied. Bovendien voorzien de basisrechten inzake zonevreemde constructies (artikelen 4.4.10 – 4.4.20 VCRO) geen mogelijkheden inzake de aanleg hiervan.

Het aanleggen van een zwembad bij een woning is de ‘nieuwbouw’ van een niet-overdekte constructie. Hiervoor is bij een zonevreemde woning geen vergunningsgrond. De aanvragers dienen zich te beperken tot de verharding die wordt toegestaan in het vrijstellingenbesluit (strikt noodzakelijke verharding plus 80 m² niet-overdekte constructies voor het hele goed).

Er bestaat geen juridische basis voor het bijkomend voorzien van verharding. Het gedeelte verharding dat vergund is of vergund geacht is en al is aangelegd op terrein en dat geen strikt noodzakelijke toegang betreft, kan evenwel wel heraangelegd worden op dezelfde plaats. Door de voorziene ontharding van 47 % van het terrein wordt heel wat verharding niet heraangelegd en wordt voorzien in een bijkomende vergroening van de site wat de landschappelijke inpassing van de eigendom in zijn omgeving ten goede komt. De voorziene ontharding van de site is echter wel een must in het kader van het zonevreemde karakter van de site. Het uitvoeren van deze ontharding binnen de geldigheid van de vergunning wordt dan ook opgelegd als voorwaarde.

 

7.k         Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.l           Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.m       Bespreking adviezen

Advies IOED

Aangezien een gunstig advies uitgebracht werd zijn geen bijkomende voorwaarden op te leggen.

 

Advies Landbouw en Visserij

Het advies van Landbouw en Visserij is negatief en verwijst onder meer naar het eerder uitgebrachte negatieve advies omtrent het zonevreemd maken van de site. Aangezien het departement geen beroep ingesteld heeft tegen de reeds afgeleverde vergunning en de des affectatie van de landbouw bijgevolg vergund is, is dat onderdeel van het advies voor voorliggende aanvraag zonder voorwerp.

Voorliggende aanvraag kadert volledig binnen de toepassing van de zonevreemde wetgeving.

In tegenstelling tot de opmerkingen van het departement bestaat wel een juridische basis voor de functiewijziging van de voormalige melkveestal (artikel 10 van het zonevreemde functiewijzigingsbesluit) en voor de heraanleg van vergunde en/of vergund geachte verharding (artikel 4.4.17 van de VCRO) zodat dit onderdeel van het advies niet gevolgd wordt (zie ook planologische toets).

Het ongunstig advies van de afdeling Landbouw wordt wel gevolgd voor wat betreft de aanleg van een zwembad (= een andere functie dan verharding en betreft bijgevolg een nieuwbouw) en voor wat betreft de opmerking inzake het toekomstige gebruik van de site (geen zonevreemde bedrijfsactiviteiten toe te laten). Hierover worden dan ook bijkomende voorwaarden opgelegd bij afgifte van de vergunning.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Pieter Vyncke wonende Bergelen 30/a te 8560 Wevelgem, voor het herbestemmen melkveestal tot woningbijgbouw en studio, gedeeltelijk ontharden van de site en het plaatsen van een zwembad, op een perceel gelegen Oliebergstraat 34 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 85 K, (afd. 2) sectie E 85 L en (afd. 2) sectie E 911 A, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De studio in het woningbijgebouw is een ondergeschikte functie van de hoofdwoning op het perceel en kan op geen enkele manier losgemaakt /afgesplitst worden van de bestaande hoofdwoning.

        De aanleg van het zwembad wordt uit de vergunning gesloten.

        Enkel bestaande vergunde en/of vergund geachte verharding kan heraangelegd worden.

        De voorziene ontharding van de site moet uitgevoerd worden binnen de geldigheid van de voorliggende vergunning.

        De te behouden woningbijgebouwen kunnen geen dienst doen voor het uitoefenen van een zonevreemde bedrijfsactiviteit.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.16. Afsprakennota 2021-55 - RUP Molenhoek - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de afsprakennota 2021-55 'opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kruispunt Molenhoek in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal', goed te keuren.

 

Motivering

 

Op 20 juli 2021 besliste het college van burgemeester en schepenen Leiedal de opdracht te geven voor gedeeltelijke herziening van het bestaande RUP Molenhoek voor de site van de voormalige kerk en de pastorie. Hiervoor maakte Leiedal een afsprakennota op. Deze afsprakennota kadert in de zelfstandige groepering Leiedal.

 

De basisraming (optimale procedure) wordt geraamd op 33.470,08 euro

 

Aard werk

Aantal uren

Ereloon

totaal

Projectleider

61

6.520,90 euro

 

 

33.470,08 euro

Ontwerper

238

18.878,16 euro

Tekenaar

68

4.102,44 euro

Secretariaat

47,5

2.468,58 euro

Externe

 

1.500,00 euro

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 4° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

33.470,08 euro

Actie

Herinrichting omgeving voormalige Sint-Annakerk

Jaarbudgetrekening

A-1.03.2/0290-00/22400000

Visum

G-2021-54

 

Het visum werd voorwaardelijk verleend, mits verschuiving in de volgende AMJP.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen keurt de afsprakennota 2021-55 'opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kruispunt Molenhoek in het kader van de zelfstandige groepering Leiedal', goed.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.17. OMV 2021_170 - De Spijker 10 - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitvoeren van de omgevingsaanleg van een vergund industriegebouw, op een perceel gelegen De Spijker 10 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1292 A aangevraagd door Henk Wim K Lambrecht namens QTRONICS BV met als contactadres Harelbekestraat 115 te 8520 Kuurne.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op 19 december 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De onderstaande voorwaarden geformuleerd in het advies van de intercommunale Leiedal moeten stipt nageleefd worden:

        Het beperkt verplaatsen van OV-palen is enkel mogelijk mits voorafgaande toelating van de gemeente en de distributienetbeheerder. De kosten voor de verplaatsing zijn uitsluitend en volledig ten laste van de bouwheer.

        Er wordt gescheiden aangesloten op de reeds, op het private perceel, aanwezige wachtaansluiting voor vuil water (DWA) en op de wadi achteraan het perceel voor RWA. Voor de specifieke locatie van de DWA-aansluiting, kan het officiële opmetingsplan van Bart Degezelle van 22 oktober 2020 geconsulteerd worden. Op dit plan staat de aansluitingsbuis vuilwater van dit perceel correct aangegeven.

        Er is geen afsluiting voorzien in de plannen. Mocht de bouwheer in de toekomst toch afsluiting wensen te plaatsen, dan moet de uitvoering ervan conform zijn aan punt 3.2 van de Voorwaarden de Spijker.

        Er is geen buitenverlichting voorzien in de plannen. Mocht de bouwheer in de toekomst toch buitenverlichting wensen te plaatsen, dan moet de uitvoering ervan conform zijn aan punt 4.3 van de voorwaarden de Spijker.’

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woonuitbreidingsgebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

        De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

        De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Vichtesteenweg, goedgekeurd bij ministerieel besluit op 5 februari 2009.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het BPA is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is deels in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

        Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

        Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

        Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

 

  1. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 12 maart 2018 door de Vlaamse overheid voor het uitvoeren van infrastructuurwerken voor het bedrijventerrein De Spijker, meerbepaald de aanleg van een nieuwe riolering, nieuwe wegenis, een HS-cabine, een bufferbekken, infiltratiebekken en een langsgracht met buffercapaciteit en het rooien van bomen.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

        Omgevingsvergunningsaanvraag waarvan akte genomen op 12 september 2018 voor de bronbemaling ten behoeve van de wegenbouw

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 5 mei 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen en exploiteren van een magazijn met showroom en bijhorende burelen

        Omgevingsvergunning afgeleverd op 14 april 2021 door het college van burgemeester en schepenen voor nieuwbouw en exploitatie van een industriegebouw

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.a.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom situeert zich langs de De Spijker, een voldoende uitgeruste weg. Deze weg is ingericht als een doodlopende straat, aansluitend op de Vichtesteenweg. De Vichtesteenweg is de verbindingsweg tussen het centrum van de gemeente Deerlijk met de N36 en het afrittencomplex van de E17. De Spijker betreft een recent ontwikkelde KMO-zone waarvoor op heden diverse omgevingsvergunningen aangevraagd worden en reeds ontwikkelingen gestart zijn.

3.b.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft betrekking op de omgevingsaanleg bij een vergund in opbouw zijnde bedrijfsgebouw.

In de achteruitbouwstrook worden 10 parkeerplaatsen aangelegd, waarvan één voor personen met een beperking. De parkeerplaatsen worden uitgevoerd in waterdoorlatende verharding, met uitzondering van de parkeerplaats voor personen met een beperking die net als de rest van de achteruitbouwstrook aangelegd wordt in beton. Tussen de rechter zijgevel en de rechter zijperceelsgrens is er een berijdbare strook aangelegd in grasdallen. De ruimte tussen de achtergevel en de achterste perceelsgrens is aangelegd in groen. Ter hoogte van de voorbouwlijn heeft de oprit een breedte van 6 m, ter hoogte van de rooilijn bedraagt die 12 m.

3.c.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 8 oktober 2021 tot 6 november 2021. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

  1. Adviezen

 

Intercommunale Leiedal werd om advies verzocht op 28 september 2021. De adviesinstantie bracht op 6 oktober 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

Ontsluiting

De toegang tot het perceel komt op de plaats waar een boom en een OV-paal (openbare verlichting) staat. De bouwheer dienst rekening te houden met het volgende (zie artikel 3.1.2 van de voorwaarden De Spijker):

        Het beperkt verplaatsen van OV-palen is enkel mogelijk mits voorafgaande toelating van de gemeente en de distributienetbeheerder

        De kosten voor de verplaatsing zijn uitsluitend en volledig ten laste van de bouwheer.

Riolering

Er wordt gescheiden aangesloten op de reeds, op het private perceel, aanwezige wachtaansluiting voor vuil water (DWA) en op de wadi achteraan het perceel voor RWA. Voor de specifieke locatie van de DWA-aansluiting, kan het officiële opmetingsplan van Bart Degezelle van 22/10/2020 geconsulteerd worden. Op dit plan staat de aansluitingsbuis vuilwater van dit perceel correct aangegeven.

Afsluitingen

Er is geen afsluiting voorzien in de plannen. Mocht de bouwheer in de toekomst toch afsluiting wensen te plaatsen, dan moet de uitvoering ervan conform zijn aan punt 3.2 van de Voorwaarden de Spijker.

Buitenverlichting

Er is geen buitenverlichting voorzien in de plannen. Mocht de bouwheer in de toekomst toch buitenverlichting wensen te plaatsen, dan moet de uitvoering ervan conform zijn aan punt 4.3 van de voorwaarden de Spijker.’

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

 

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.a         Planologische toets

De aanvraag dient te worden getoetst aan de voorschriften van het BPA Vichtesteenweg, zone 7, zone voor lokaal bedrijventerrein, kleine en middelgrote ondernemingen

Het ontwerp is op volgende punten in strijd met de voorschriften:

Plan schrijft voor:

ontwerp voorziet:

Per bedrijf mag één toegang genomen worden van maximum 6 m breedte ter hoogte van de rooilijn

De toegang van 6 m wordt voorzien ter hoogte van de inplantingslijn waardoor de breedte ter hoogte van de rooilijn 12 m bedraagt

 

Het gevraagde is voor het overige in overeenstemming met de voorzieningen van het BPA gezien het perceel voor minder dan 75 % bebouwd is, de perceelgrootte beperkt is tot 5.000 m², de activiteiten niet louter gericht zijn op detailhandel, de bedrijfsactiviteit niet storend is voor de omgeving, aan de rechter zijperceelsgrens en aan de achterkavelgrens een 4 m vrije strook aangelegd wordt, aan de linker zijperceelsgrens op de grens gebouwd wordt, de maximale bouwhoogte 8 m bedraagt, vanaf de rooilijn minstens 3 m onbebouwd is, de 3 m strook vanaf de rooilijn aangelegd wordt als groenzone met enkel verharding voor de toegang tot de kavel en het perceel voor het overige volledig verhard wordt op voorwaarde dat voldoende maatregelen genomen worden om het waterbergend vermogen van het terrein te garanderen, gezien voldoende parkeerplaatsen voorzien worden om te voldoen aan de eigen behoefte en voldoende circulatieruimte op eigen terrein aangelegd wordt.

Artikel 4.4.1 van de VCRO voorziet dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

De afwijking heeft betrekking op afmetingen van de toegang zodat een afwijking overwogen kan worden. Het college van burgemeester en schepenen besliste reeds in zitting van 13 februari 2019 principieel akkoord te kunnen gaan met de gevraagde afwijking vanuit volgende motivering: Door de realisatie van de interne wegenis met groene zijbermen is het aangewezen om een bredere toegang te voorzien ter hoogte van de rooilijn, dit om vloeiende bochtstralen voor het in- en uitrijden van elke bedrijfskavel mogelijk te maken, zonder dat de openbare zijbermen en interne openbare wegenis beschadigd worden. Bij de controle van het in- en uitrijden van een vrachtwagen, trekker of oplegger blijkt dat een toegang van 6 meter op de rooilijn onvoldoende blijkt om zonder schade aan het openbaar domein toegang te nemen tot de bedrijfskavels. Tijdens het openbaar onderzoek werden ook geen bezwaren ingediend zodat de afwijking bijgevolg toegestaan kan worden.

 

7.b         Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat De Spijker een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.c         Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1ha) en ligt niet in een recent overstroomd gebied of in een risicozone voor overstromingen. Het gebied ligt wel in een mogelijks overstromingsgevoelig gebied. Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater: er wordt een regenwaterput van 20.000 liter met hergebruik voorzien, de aanvrager voorziet geen aanleg van een infiltratievoorziening  gezien dit reeds werd voorzien bij de inrichting van het bedrijventerrein. Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

 

7.d         Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.e         Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.f           Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.g         Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.h         Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.i           Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.j           Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

De aanvraag heeft betrekking op het verbreden van de toegang van de aanrijzone tot het perceel bij een recent aangelegde bedrijvenzone voor kleine- en middelgrote bedrijven zodat de aanvraag zich functioneel inpast. Deze aanrijzone wordt voorzien op de eigendom van de linkerburen.

Er wordt op eigen terrein voorzien in voldoende parkeergelegenheid en fietsenstalling zodat de impact op mobiliteit beperkt zal zijn. Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

7.k         Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.l           Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

 

7.m       Bespreking adviezen

Advies Leiedal

Gelet op de specifieke inhoud van het advies en de toetsing aan de vooraf besproken ‘Voorwaarden De Spijker’ dient opgenomen te worden dat de voorwaarden als volgt stipt nageleefd moeten worden:

        Het beperkt verplaatsen van OV-palen is enkel mogelijk mits voorafgaande toelating van de gemeente en de distributienetbeheerder. De kosten voor de verplaatsing zijn uitsluitend en volledig ten laste van de bouwheer.

        Er wordt gescheiden aangesloten op de reeds, op het private perceel, aanwezige wachtaansluiting voor vuil water (DWA) en op de wadi achteraan het perceel voor RWA. Voor de specifieke locatie van de DWA-aansluiting, kan het officiële opmetingsplan van Bart Degezelle van 22/10/2020 geconsulteerd worden. Op dit plan staat de aansluitingsbuis vuilwater van dit perceel correct aangegeven.

        Er is geen afsluiting voorzien in de plannen. Mocht de bouwheer in de toekomst toch afsluiting wensen te plaatsen, dan moet de uitvoering ervan conform zijn aan punt 3.2 van de Voorwaarden de Spijker.

        Er is geen buitenverlichting voorzien in de plannen. Mocht de bouwheer in de toekomst toch buitenverlichting wensen te plaatsen, dan moet de uitvoering ervan conform zijn aan punt 4.3 van de voorwaarden de Spijker.’

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Henk Wim K Lambrecht namens QTRONICS BV met als contactadres Harelbekestraat 115 te 8520 Kuurne, voor het uitvoeren van de omgevingsaanleg van een vergund industriegebouw, op een perceel gelegen De Spijker 10 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 1292 A, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De onderstaande voorwaarden geformuleerd in het advies van de intercommunale Leiedal moeten stipt nageleefd worden:

        Het beperkt verplaatsen van OV-palen is enkel mogelijk mits voorafgaande toelating van de gemeente en de distributienetbeheerder. De kosten voor de verplaatsing zijn uitsluitend en volledig ten laste van de bouwheer.

        Er wordt gescheiden aangesloten op de reeds, op het private perceel, aanwezige wachtaansluiting voor vuil water (DWA) en op de wadi achteraan het perceel voor RWA. Voor de specifieke locatie van de DWA-aansluiting, kan het officiële opmetingsplan van Bart Degezelle van 22 oktober 2020 geconsulteerd worden. Op dit plan staat de aansluitingsbuis vuilwater van dit perceel correct aangegeven.

        Er is geen afsluiting voorzien in de plannen. Mocht de bouwheer in de toekomst toch afsluiting wensen te plaatsen, dan moet de uitvoering ervan conform zijn aan punt 3.2 van de Voorwaarden de Spijker.

        Er is geen buitenverlichting voorzien in de plannen. Mocht de bouwheer in de toekomst toch buitenverlichting wensen te plaatsen, dan moet de uitvoering ervan conform zijn aan punt 4.3 van de voorwaarden de Spijker’.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.18. Inname openbaar domein - kennisname -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.19. Inname openbaar domein - jaarvergunning 2022 - kennisname -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de aanvragen betreffende het verkrijgen van een jaarvergunning voor het aanbrengen van signalisatie met betrekking tot het uitvoeren van werken van korte duur met een beperkte impact voor het wegverkeer op het grondgebied van de gemeente voor de duur van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022.

 

Motivering

 

We ontvingen volgende aanvragen:

 

        AQUAFIN Dijkstraat 8 – 2630 Aartselaar

Vraagt toelating tot het plaatsen van signalisatie (mobiele werf 6e categorie) n.a.v. dringende interventies, controles en onderhoud (leidingen, pompstations…)

 

        ELTA BV Honderdweg 22 – 9230 Wetteren

Vraagt  toelating tot het plaatsen van (tijdelijke) signalisatie n.a.v. rioolaansluitingen, interventies en wegherstel.

 

        PROXIMUS NV, Kortrijksesteenweg 542 – 9000 Gent

Vraagt toelating tot het uitvoeren van kleine dringende werken op de openbare weg, zoals voorzien in art. 18 van de VVSG-code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen. En voor toelating tot het aanbrengen van signalisatie zoals voorzien in art. 22 van de VVSG-code voor infrastructuur- en nutswerken.

 

        TASOZ BVBA, Dijkstraat 18 – 9160 Lokeren

Vraagt toelating tot het aanbrengen van signalisatie voor het uitvoeren van nutswerken / wegenwerken (aansluitingsputten) in opdracht van Fluvius

 

        VERBRAEKEN INFRA, Haverheidelaan 10 – 9140 Temse

Vraagt toelating tot het plaatsen van (tijdelijke) signalisatie n.a.v. het aansluiten en herstellen van rioleringen in opdracht van Fluvius.

 

        ANROB NV, Veldeken 44A – 9240 Zele

Vraagt toelating tot het aanbrengen van signalisatie voor het uitvoeren van groen- en netheidsonderhoudswerken langs de N36.

 

        VERFAILLIE-LEROY & CO – APK GROUP, Wervikstraat 94 – 8902 Zillebeke

Vraagt toelating tot het aanbrengen van signalisatie voor het uitvoeren van allerhande kleine onderhouds- en herstellingswerken bij gas-, elektriciteits-, water- en rioolaansluitingen in wegen, voetpaden en parkeerstroken.

 

        VISSER & SMIT HANAB NV, Langerbruggekaai 3 – 9000 Gent

Vraagt toelating tot het aanbrengen van signalisatie dringende werken met beperkte hinder – huisaansluitingen van De Watergroep.

 

        VANHULLE BVBA, Trouwslagerstraat 46 – 9240 Zele

Vraagt toelating tot het aanbrengen van signalisatie voor het uitvoeren van kleine en dringende werken vooral in opdracht van Proximus.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aanvragen voor het bekomen van een jaarvergunning met betrekking tot het plaatsen van signalisatie voor het uitvoeren van kleine en dringende werken langs de gemeentewegen en gewestweg N36 voor de duur van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.20. Renovatiepremie eigenaars-bewoners - goedkeuring -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.21. Afwijking rustdagen 2022 -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de periode waarin de mogelijkheid bestaat om af te wijken van de rustdagen voor 2022 vast te leggen.

 

Motivering

 

Artikel 15 van de wet betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening van 10 november 2006 stelt dat het college van burgemeester en schepenen in bijzondere en voorbijgaande omstandigheden of ter gelegenheid van jaarbeurzen en jaarmarkten, afwijkingen op de verplichte sluitingsuren en de wekelijkse rustdag kan verlenen aan de vestigingseenheden gelegen op het grondgebied van de gemeente of op een deel ervan. Deze afwijkingen mogen niet meer dan 15 dagen per jaar bedragen. De voornoemde wet is echter niet van toepassing op de horecasector, het hotelwezen, campings en drankgelegenheden.

 

De dienst lokale economie stelt, naar analogie met de vorige jaren, voor om een afwijking van de rustdag toe te staan in de volgende periodes:

 

        Maandag 9 mei tot en met zondag 15 mei

        Maandag 16 mei tot en met zondag 22 mei

        Maandag 6 juni tot en met zondag 12 juni

        Maandag 13 juni tot en met zondag 19 juni

        Maandag 29 augustus tot en met zondag 4 september

        Maandag 5 september tot en met zondag 11 september

        Maandag 19 september tot en met zondag 25 september

        Maandag 26 september tot en met zondag 2 oktober

        Maandag 3 oktober tot en met zondag 9 oktober

        Maandag 5 december tot en met zondag 11 december

        Maandag 12 december tot en met zondag 18 december

        Maandag 19 december tot en met zondag 25 december

        Maandag 26 december tot en met zondag 1 januari 2023

 

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2. van het Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Art. 15 van de wet betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening van 10 november 2006

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de periodes waarin de mogelijkheid bestaat om af te wijken van de rustdagen voor 2022, zoals weergegeven in bovenstaande motivering, vast te stellen.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.22. Grafconcessie - bijzetting - kennisname -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.23. Grafconcessie - nominatieve uitbreiding en bijzetting - goedkeuring -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.24. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.25. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.26. Grafconcessie - toekenning - goedkeuring -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.27. Afvoering van ambtswege - goedkeuring -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.28. Afvoering van ambtswege - goedkeuring -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.29. Lisdoddelaan 19 - Toekenning huisnummers - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

De dienst burgerzaken vraagt het college van burgemeester en schepenen de goedkeuring om busnummers toe te kennen aan de nog te bouwen meergezinswoning, gelegen Lisdoddelaan 19.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 11 oktober 2017 een verkavelingsvergunning af, strekkende tot het verkavelen van grond in 106 loten + wegenisaanleg, gelegen De Cassinastraat.

 

Vervolgens besliste de gemeenteraad in zitting van 12 juli 2018 volgende straatnamen toe te kennen aan de nieuwe straten in de verkaveling innewaarts de De Cassinastraat: Lisdoddelaan, Lisstraat, Rietstraat, Weegbreestraat en Zeggestraat.

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 27 maart 2019 huisnummers toe te kennen aan de 106 loten grond, gelegen Lisdoddelaan, Lisstraat, Rietstraat, Weegbreestraat en Zeggestraat.

 

Het college van burgemeester en schepenen leverde in zitting van 28 april 2021 een omgevingsvergunning af, voor het bouwen van 2 meergezinswoningen, op een perceel gelegen Lisdoddelaan 18-19.

 

Er dienen nog busnummers toegekend te worden aan de meergezinswoning, gelegen Lisdoddelaan 19.

 

Er zijn voldoende busnummers vrij en beschikbaar.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Punt 19 b) van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 31 maart 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit volgende busnummers toe te kennen aan de meergezinswoning, gelegen Lisdoddelaan 19.

 

Appartement 1.1

Lisdoddelaan 19 / 0104

Appartement 1.2

Lisdoddelaan 19 / 0105

Appartement 1.3

Lisdoddelaan 19 / 0103

Appartement 1.4

Lisdoddelaan 19 / 0102

Appartement 1.5

Lisdoddelaan 19 / 0101

 

 

Appartement 2.1

Lisdoddelaan 19 / 0204

Appartement 2.2

Lisdoddelaan 19 / 0205

Appartement 2.3

Lisdoddelaan 19 / 0203

Appartement 2.4

Lisdoddelaan 19 / 0202

Appartement 2.5

Lisdoddelaan 19 / 0201

 

 

Appartement 3.1

Lisdoddelaan 19 / 0302

Appartement 3.2

Lisdoddelaan 19 / 0303

Appartement 3.3

Lisdoddelaan 19 / 0301

 

Artikel 2

 

De toekenning gaat in vanaf de datum van deze beslissing. De gebruikelijke diensten en nutsmaatschappijen zullen van huidige beslissing in kennis gesteld worden.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.30. Thuiszorgtoelagen 2021 - goedkeuring -

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.31. Reglement - opportuniteitsadvies bij vergunningaanvraag kinderopvang - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken het reglement "Opportuniteitsadvies bij vergunningaanvraag kinderopvang" voor goedkeuring te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad.

 

Motivering

 

Voorliggend reglement betreft een nieuw reglement.

 

De noodzaak tot agendering wordt als volgt gemotiveerd:

 

Een organisator die een vergunning voor groepsopvang aanvraagt voor de oprichting van een nieuwe locatie, een verhuis van een groepsopvang of een uitbreiding met minstens 9 plaatsen, dient bij de vergunningsaanvraag voor het agentschap Opgroeien vanaf 1 januari 2022 een opportuniteitsadvies van het lokaal bestuur toe te voegen. Dit reglement treedt bijgevolg in werking van zodra de gemeenteraad goedkeuring geeft en is geldig tot beslissing vanuit het agentschap Opgroeien om deze voorwaarde bij de aanvraag van een vergunning te schrappen of aan te passen.

 

De verplichting tot opportuniteitsadvies is vastgelegd in artikel 52/1 tot 52/4 van het Procedurebesluit van 9 mei 2014 en wordt verder geconcretiseerd in artikel 7 van het BVR houdende het lokaal beleid kinderopvang van 24 mei 2013. Daarin is ook vermeld aan welke voorwaarden de procedure en de criteria moeten voldoen die door het lokaal bestuur vastgelegd worden.

 

Deze procedure en bijbehorende criteria om het advies op te stellen worden bij voorkeur in een gemeentelijk reglement vastgelegd. Zo is het voor het (toekomstige) opvanginitiatief duidelijk hoe het advies tot stand komt en waar men zich aan kan verwachten.

 

Het lokaal bestuur vroeg tijdens de samenkomst van 9 december 2021 advies aan het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK). De procedure en criteria werden aan de hand van dit advies opgesteld. Zonder deze toetsing kan een lokaal bestuur geen opportuniteitsadvies aan een organisatie geven.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering houdende de procedures voor de aanvraag en de toekenning van de vergunning en de subsidies voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters (aangehaald als : Procedurebesluit)

        Besluit van de Vlaamse Regering houdende het lokaal beleid kinderopvang

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële impact.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken volgend reglement voor goedkeuring te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad:

 

REGLEMENT "Opportuniteitsadvies bij vergunningaanvraag kinderopvang"

 

1.1 Visie

 

Art. 1. - Via het opportuniteitsadvies, dat het lokaal bestuur kan opstellen op vraag van een (toekomstig) kinderopvanginitiatief, verwerft het lokaal bestuur een belangrijke adviesrol in de verwezenlijking van voldoende betaalbare, kwaliteitsvolle en toegankelijke kinderopvang.

 

1.2 Toepassingsgebied

 

Art. 2. - Bij volgende situaties dient een (toekomstig) opvanginitiatief een opportuniteitsadvies aan te vragen:

 

        Men wil een nieuwe kinderopvanglocatie groepsopvang starten in de gemeente.

        Men wil een bestaande locatie groepsopvang binnen de gemeente verhuizen.

        Men wil een bestaande locatie gezinsopvang uitbreiden naar een groepsopvang vanaf 9 plaatsen (verplichting geldt dus niet voor uitbreiding tot 8 plaatsen).

 

1.3 Doelstelling

 

Art. 3. - Het reglement heeft volgende doelstellingen voor ogen:

 

        Via het opportuniteitsadvies wordt de organisator aangezet tot nadenken en het inwinnen van voldoende informatie of het opportuun is om kinderopvang op de gekozen locatie te starten of uit te breiden.

        Door het aanvragen van het advies wordt er dialoog aangegaan tussen de organisator en het lokaal bestuur, zodat problemen en kansen binnen de lokale context en stedenbouwkundige situatie voor de start van de opvang aangepakt kunnen worden.

        Het opportuniteitsadvies heeft tot doel de duurzaamheid van startende organisatoren kinderopvang te verhogen en bijgevolg de duurzaamheid van het aanbod in de gemeente te verhogen.

 

1.4 Aanvraagprocedure

 

Art. 4. - De procedure wordt gepubliceerd op de website zodat deze publiek raadpleegbaar is. De adviesaanvraag wordt ingediend via een formulier op de website. De aanvrager ontvangt binnen de 5 werkdagen een ontvangstbevestiging met de datum van de aanvraag.

 

Art. 5. - Het lokaal bestuur heeft 30 dagen de tijd om, na ontvangst van de officiële aanvraag, een advies te formuleren. Het advies wordt verleend door het college van burgemeester en schepenen.  Het lokaal bestuur bezorgt het advies via mail binnen voormelde termijn aan de organisator.

 

Art. 6. -De organisator kinderopvang kan beroep doen op hoorrecht:

 

  Bij het bezorgen van het opportuniteitsadvies aan de organisator vermeldt het lokaal bestuur de mogelijkheid om gehoord te worden.

  Het hoorrecht is een onderdeel van het recht van verdediging en geeft de organisator de kans om de aanvraag toe te lichten en te reageren op het voorgestelde advies, vooraleer het definitieve advies tot stand komt;

  De organisator heeft 30 dagen de tijd om van dit hoorrecht gebruik te maken. Dit doet hij/zij door te antwoorden op de mail of op te bellen naar de verantwoordelijke kinderopvang op het nummer 056/73 63 39. Doet de organisator dit niet binnen deze termijn dan vervalt de mogelijkheid om gehoord te worden.

  Het hoorrecht wordt opgenomen door de verantwoordelijke kinderopvang en het clusterhoofd burger en welzijn op een vooraf afgesproken moment en locatie.

 

 

1.5 Behandelingsprocedure

 

Art. 7. - Aan de hand van vooraf vastgelegde transparante, objectieve en relevante criteria wordt de opportuniteit van de aanvraag beoordeeld.

 

        De criteria vertrekken vanuit de strategische meerjarenplanning.  en goed advies kan bijgevolg bijdragen aan de beleidsdoelstellingen.

        Er wordt geen score verbonden aan de criteria. Het gaat eerder om richtlijnen om een goed advies te kunnen brengen.

        Via deze criteria wordt een objectief kader vastgelegd zodat elke aanvraag tot opportuniteitsadvies op dezelfde manier kan worden behandeld.

        Het uiteindelijke advies moet een antwoord geven op de vraag waar de organisator zich best kan vestigen en waarom.

 

Criterium 1 : algemene nood

  Aan de hand van cijfermateriaal die we halen uit het Lokaal Loket Kinderopvang (LLK) waarbij we terugkeren tot 6 maanden voor de aanvraag tot opportuniteitsadvies wordt een antwoord gegeven op volgende vragen:

  Hoeveel onbeantwoorde vragen naar kinderopvang zijn er in de gemeente?

  Krijgt het LLK specifieke vragen waarop met het huidig aanbod geen antwoord kan geboden worden (vb. kinderen met een beperking, zieke kinderen,...)?

  Is er volgens het LLK nood aan opvang ‘s morgens vroeg, ‘s avonds laat en in het weekend?

  Motivatie voor dit criterium:

Het is belangrijk om de lokale context te kennen alvorens een opvanginitiatief te starten. Zo kan de invulling van de opvang afgestemd worden op de lokale noden en weet de aanvrager wat hij/zij kan verwachten inzake invulling van de plaatsen.

 

Criterium 2: samenwerking met het lokaal bestuur

  Aan de hand van volgende vragen wordt een advies opgesteld inzake samenwerking met het lokaal bestuur:

  Is de organisator bereid om het LLK Deerlijk te ondersteunen? Dat kan door gebruik te maken van het digitale platform en via die weg elke aanvraag tot kinderopvang beantwoorden en afhandelen.

  Is men bereid om mee te denken voor oplossingen op korte en lange termijn voor kwetsbare gezinnen?

  Is de organisatie op de hoogte van het bestaan en de werking van het Lokaal Overleg Kinderopvang Deerlijk (LOK)?

  Motivatie voor dit criterium:

Om de toegankelijkheid te verhogen is het opportuun om samen te werken met het lokaal bestuur die de regierol inzake kinderopvang in handen heeft. Door samenwerking met het lokaal loket kinderopvang Deerlijk bekomt het lokaal bestuur correcte cijfers om zo vraag en aanbod optimaal af te stemmen.

 

Criterium 3: Ligging

        Aan de hand van volgende vragen wordt een advies opgesteld inzake ligging:

  Is er een nieuwe verkaveling in de buurt van waar de organisator zich wil vestigen?

  Is er een school in de buurt waardoor ouders het afzetten van kinderen kunnen combineren?

  Is er een bedrijventerrein in de buurt?

  Is er een belangrijke verkeersas in de buurt?

  Is er reeds een organisator kinderopvang in de buurt gevestigd?

  Motivatie voor dit criterium:

Deerlijk wordt inzake kinderopvang niet opgesplitst in wijken aangezien de wijken zich niet ver van elkaar bevinden en er geen overduidelijke demografische verschillen zijn qua wijk. Daarom wordt ook geen link gelegd tussen de mate van gesubsidieerde plaatsen en een specifieke wijk. Toch wenst het lokaal bestuur een beeld te krijgen van de ligging van de opvanglocatie en de meerwaarde van deze ligging voor ouders. Bovenstaande vragen helpen om een beeld te vormen van de opportuniteit van de ligging.

 

Criterium 4: Omgeving

        Aan de hand van volgende vragen wordt een advies opgesteld inzake omgeving:

        Is de opvang makkelijk/veilig bereikbaar met de fiets of te voet? Is er een fietspad en of voetpad tot een ruime omgeving rond de opvanglocatie?

        Worden er fietsparkeerplaatsen voorzien aan de opvanglocatie?

  Is er een veilige omgeving om kinderen af te zetten met de auto? (vb. afschermen straat door paaltjes, voorzien van veilige parkeerplaatsen, zebrapad in de buurt, ...)

  Motivatie voor criterium:

De strategische meerjarenplanning focust op een aangename leefomgeving. Daarbij wil men het wandel en fietsverkeer stimuleren om een volwaardig alternatief te bieden voor de auto. Door een antwoord te formuleren op bovenstaande vragen kan het (toekomstige) opvanginitiatief inschatten of er nog aanpassingen nodig zijn om de opvanglocatie in te kantelen in een aangename en veilige omgeving.

 

Art. 8. - Het uiteindelijke advies wordt als volgt omschreven:

 

  Het lokaal bestuur vindt het opportuun dat er op de voorziene locatie een groepsopvang wordt opgericht en brengt daarom een positief advies uit.

OF

  Het lokaal bestuur vindt het opportuun dat er op de voorziene locatie een groepsopvang wordt opgericht maar heeft hierbij volgende opmerkingen op basis van vooropgestelde criteria;.

OF

  Het lokaal bestuur vindt het niet opportuun dat er op de voorziene locatie een groepsopvang wordt opgericht en brengt daarom negatief advies uit. Dit advies wordt gemotiveerd aan de hand van de door het lokaal bestuur gehanteerde criteria.

 

De organisator kan bij het advies opmerkingen formuleren alvorens het opportuniteitsadvies toe te voegen aan de vergunningsaanvraag voor het agentschap Opgroeien.

 

1.6 Inwerkingtreding

 

Art. 9. - Dit reglement treedt in werking op 27 januari 2022 en loopt tot 31 december 2025.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

C.32. Bestelbonnen en te betalen bedragen - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Deze goedkeuring kadert binnen de reguliere uitgavenprocedure.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en dient de bestelbonnen goed te keuren vooraleer men de verbintenissen kan aangaan. De lijst met bestelbonnen bevindt zich in bijlage. Eveneens dient men de te betalen bedragen goed te keuren. De lijst met te betalen facturen kan men terugvinden in bijlage. De individuele facturen zijn altijd raadpleegbaar via het programma foxboek.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere: Organisatiebeheersysteem

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de bestelbonnen op de goedkeuringslijst bestelbon G/2021/47 goed te keuren.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de te betalen bedragen op de goedkeuringslijst aanrekening G/2021/74 goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

D.1. OMV 2021_175 - Otegemse steenweg 36 - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van crepi op de voorgevels, op een perceel gelegen Otegemse steenweg 36 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 650 W aangevraagd door Laura Delputte wonende Iepersestraat 102 te 8500 Kortrijk.

 

Motivering

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  20 december 2021.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

        De crepi dient een lichtgrijze kleur te hebben.

 

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

Het gewestplan is van toepassing op de aanvraag.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013.

 

  1. Historiek

 

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigering is relevant:

        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 mei 1975 door het college van burgemeester en schepenen voor het verbouwen van 2 woonhuizen tot een meergezinswoning met 9 appartementen.

 

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

3.a.  Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 286 m² en is gelegen op de hoek van de Otegemse steenweg en de Trompestraat op ongeveer 650 m ten zuiden van de kern van Sint-Lodewijk.

De Otegemse steenweg is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is volledig bebouwd. Op het perceel bevindt zich een meergezinswoning bestaande uit 9 woongelegenheden. Het gebouw is opgetrokken met 3 bouwlagen en een hellend dak. Het gebouw werd opgetrokken in geel bruin genuanceerd metselwerk met een dak in zwarte leien. De woningen in de directe omgeving zijn eveneens opgetrokken in metselwerk. De kleur varieert van rood tot geel bruin genuanceerd.

De omgeving heeft een vrij gemengd karakter en wordt bepaald door de aanwezigheid van woningen in combinatie met beperkte bedrijvigheid.

De woonfunctie bestaat zowel uit eengezinswoningen als uit meergezinswoningen.

 

3.b.  Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het aanbrengen van witte crepi op de gevel na het voorzien bij 10 cm isolatie en het vernieuwen van de balustrade.

Het bestaande volume van de meergezinswoning blijft behouden.

 

3.c.  Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

  1. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanpalende eigenaars werden op 16 november 2021 aangeschreven omdat de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

 

  1. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

 

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

 

7.a         Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan, meer bepaald aan de voorschriften van het woongebied.

In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt :

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag heeft betrekking op de renovatie van de gevels van een bestaand gebouw met behoud van de functie in een gemengde woonomgeving zodat de aanvraag in overeenstemming is met de voorzieningen van het gewestplan.

 

7.b         Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Otegemse steenweg en de Trompestraat beide voldoende uitgeruste openbare wegen zijn. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

 

7.c         Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

 

Het voorliggende project heeft geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

7.d         Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

 

7.e         Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

 

7.f           Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

7.g         Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

 

7.h         Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

 

7.i           Milieuaspecten

Niet van toepassing

 

7.j           Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het aanbrengen van crepi op de buitengevels van een meergezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd.

 

Inplanting en bouwvolume:

De inplanting van de meergezinswoning op de rooilijn blijft quasi ongewijzigd, Er wordt helemaal rondom een inname voorzien van het openbaar domein van 0,10 m in functie van bijkomende isolatie.

Er wordt geen hinder verwacht voor de omringende percelen. Het hoofdvolume blijft ongewijzigd en de muren op de perceelsgrens veranderen niet.

 

Verschijningsvorm:

De bestaande geelkleurige voorgevel opgetrokken in metselwerk wordt voorzien van een extra isolatielaag en crepi in een witte kleur waardoor het ontwerp een rechtstreekse impact heeft op het straatbeeld. Niettegenstaande er in de directe omgeving enkele wit gekleurde gebouwen zijn, dient geoordeeld dat dit gebouw op een heel zichtbare hoek staat waardoor er veel aandacht gaat naar dit gebouw. Dit gebouw biedt vanuit architecturaal oogpunt weinig meerwaarde, waardoor het aangewezen is dat dit gebouw geen bijkomende aandacht naar zich toe trekt, wat een witte kleur net wel zal doen. Daarom wordt voorgesteld de kleur te wijzigen in een lichtgrijze toon die beter zal opgaan in de omgeving. Dat wordt opgelegd als voorwaarde. 

 

Hinder:

Door het isoleren van de buitengevels zal 0,10 m van het voorliggende voetpad ingenomen worden. Er wordt vastgesteld dat het voetpad in de Trompestraat langs de kant van de meergezinswoning heel smal is en bovendien in een niet zo’n goede staat. Gezien er langs de overzijde van de straat een voldoende breed voetpad aanwezig is, is het aanvaardbaar dat de breedte van het voorliggende voetpad bijkomend ingeperkt wordt.

 

Het ontwerp is, mits het naleven van de voorwaarde, verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

 

Artikel 4.3.1 § 2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.

De aanvraag doet geen bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, doch respecteert de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het aangevraagde past zich in de betrokken omgeving.

 

7.k         Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing

 

7.l           Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

 

7.m       Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Juridische gronden

 

     Algemene basisbevoegdheden: Art.56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

     Andere:

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Laura Delputte wonende Iepersestraat 102 te 8500 Kortrijk, voor het plaatsen van crepi op de voorgevels, op een perceel gelegen Otegemse steenweg 36 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 650 W, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

        De crepi dient een lichtgrijze kleur te hebben.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

D.2. Woonwijs - visie op sociaal wonen - ontwerp -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de 'ontwerpvisie op sociaal wonen', goed te keuren.

 

Motivering

 

De gemeente/OCMW zet zich via de ‘interlokale vereniging Woonwijs’ in op een ‘divers en betaalbaar woonaanbod in functie van de woonnoden’. Als verplichte actie uit het subsidiedossier 2020-2025 engageert Deerlijk zich onder meer een ‘visie op sociaal wonen’ uit te werken en toe te passen.

 

De gemeente verkiest om de visie op sociaal wonen niet eng te bekijken, met andere woorden niet enkel volgens de voormelde richtlijnen, maar in een breder kader van sociaal woonbeleid. In dergelijk sociaal woonbeleid wordt ook gefocust op de meest kwetsbaren.

 

De visie op sociaal wonen moet gezien worden als een onderdeel van de visie op wonen in de gemeente Deerlijk. De gemeente speelt daarbij maximaal in op de beleidsprioriteiten die opgenomen zijn in het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid, namelijk:

- Het zorgen voor een divers en betaalbaar woonaanbod in functie van de woonnoden.

- Het werken aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving.

- Het informeren, adviseren en begeleiden van inwoners met vragen over wonen.

 

De voorgelegde ontwerpvisie kwam tot stand in overleg met de verschillende gemeentelijke diensten. Eveneens zijn de opmerkingen vanuit het lokaal woonoverleg van 8 december 2021 verwerkt in de visie zoals nu voorligt. Hiermee continueren we de lopende acties/aanpak zoals beschreven in het woonwijs-subsidiedossier 2020-2025.

 

Het document moet gefinaliseerd wordt voor de rapportering van het jaarverslag 2021 Woonwijs - met name 17 februari 2022.

 

Momenteel zit sociaal wonen met ‘het verlaten van de structuren van sociale verhuurkantoren en sociale huisvestingsmaatschappijen’ in volle transitie. Het spreekt voor zich dat we met de op te richten woonmaatschappij - ook in de toekomst - de gepaste instrumenten en samenwerkingen continueren, aanpassen of opzetten om zo optimaal de acties uit de meerjarenplanning inzake sociaal wonen te blijven realiseren.

 

Het document ‘ontwerpvisie op sociaal wonen’ wordt dan ook ter goedkeuring voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1. Decreet Lokaal Bestuur

        Andere:

        Het besluit van de Vlaamse regering 16.11.2018 betreffende het lokaal woonbeleid

        Strategische meerjarenplanning Deerlijk '2020-2025'

        Subsidiedossier Woonwijs '2020-2025'

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen besluit de 'ontwerpvisie op sociaal wonen', goed te keuren.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Overzicht punten

 

Zitting van CBS van 22 DECEMBER 2021

D.3. Woonwijs - activering eigen panden voor sociaal wonen - goedkeuring -

 

Aanleiding en context

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van de lijst van woningen en gebouwen in eigendom van gemeente/OCMW Deerlijk die niet benut zijn en in aanmerking komen voor (sociaal) wonen. Afgezien van de panden, die leegstaan in afwachting van een sloping.

 

Motivering

 

In de gesubsidieerde activiteiten van Woonwijs is volgende verplichting opgenomen:

Een gecoördineerd lokaal sociaal woonbeleid voeren, dat de volgende aspecten bevat:

een beleid voeren rond de activering van gronden en panden voor sociaal wonen.

 

De richtlijnen betreffende de ‘activering van panden voor sociaal wonen’ zijn als volgt:

        De gemeente inventariseert en screent het eigen patrimonium van de gemeente en het OCMW in functie van de aanwending ervan voor sociaal wonen en activeert panden indien opportuun.

        De gemeente verwijst zakelijk gerechtigden van leegstaande woningen en gebouwen door naar het sociaal verhuurkantoor.

 

Beoogde resultaten, voor gemeenten die hun bindend sociaal objectief nog niet hebben behaald:

 

        Uiterlijk eind 2020 is er een inventaris van het eigen patrimonium van de gemeente en het OCMW. De gemeente heeft de mogelijkheden tot realisatie voor sociaal wonen afgewogen.

        Uiterlijk eind 2021 is een fysieke screening gebeurd van de panden op de inventaris. Mogelijkheden tot realisatie voor sociaal wonen worden doorgegeven aan de lokale woonactoren.

        De screening wordt periodiek herhaald. Periodiek door de gemeente zelf in te vullen.

 

Op 17 mei 2021 werd er uit de kadastergegevens een lijst met ‘panden in eigendom van gemeente/OCMW’ gegenereerd op toestand 1 januari 2020.

De lijst met panden die in aanmerking komen voor een woonfunctie (na schrapping van de gebouwen met een andere functie zoals scholen,…) werd intern besproken. Deze lijst is terug te vinden in bijlage. Hieruit blijkt dat er momenteel geen gebouwen zijn die momenteel niet benut zijn of in aanmerking komen voor (sociaal) wonen. Afgezien van de panden die leegstaan in afwachting van een sloping.

Reeds enkele jaren wordt Woonwijs ingeschakeld om in te schatten of ‘vrijgekomen panden’ geschikt zijn voor bewoning. Alle (doorgangs-) woningen zijn ondertussen reeds voorzien van een conformiteitsattest.

Los van het eigen patrimonium, verwijst Woonwijs/de gemeente nu reeds eigenaars van leegstaande woningen en gebouwen door naar het sociaal verhuurkantoor.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1. Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de lijst van woningen in eigendom van gemeente/OCMW Deerlijk die niet benut zijn en in aanmerking komen voor (sociaal) wonen. Afgezien van de panden die leegstaan in afwachting van een sloping.

 

 

Artikel 2

 

Het college gaat akkoord om Woonwijs verder in te schakelen om in te schatten of ‘vrijgekomen’ panden van het eigen patrimonium kwalitatief geschikt zijn voor bewoning en het eigenaars van leegstaande woningen en gebouwen doorverwijst naar het sociaal verhuurkantoor.

  •                   

 

 

 

 

Publicatiedatum: 13/01/2022
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.