Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.1. College van burgemeester en schepenen - verslag van de zitting van 4 juni 2025 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het verslag van de vorige zitting goed te keuren.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen overloopt het verslag van de zitting van 4 juni 2025.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 50 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het verslag van de zitting van 4 juni 2025 goed te keuren.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.2. Drukwerk 2026-2027 - lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen van de opdracht “Drukwerk 2026-2027” goed te keuren.

Motivering

De huidige overheidsopdracht voor het leveren van drukwerk loopt af op 31 december 2025. Bijgevolg is het noodzakelijk een nieuwe opdracht uit te schrijven voor de volgende periode.

Naar analogie met de succesvolle opdrachten in de periodes 2022–2023 en 2024–2025 wenst de communicatiedienst de werking op gelijkaardige wijze voort te zetten voor 2026–2027. Dankzij deze aanpak wordt vlot samengewerkt met vaste partners tegen competitieve prijzen. Bovendien behoudt de communicatiedienst de regie over alle gedrukte communicatie die vanuit de organisatie wordt verspreid. Op die manier worden de kwaliteitsnormen en uniformiteit inzake huisstijl en drukwerk bewaakt.

In het kader van de opdracht “Drukwerk 2026-2027” werd een bestek met nr. 2025-14 opgesteld door de deskundige aankoop, contracten & verzekeringen.

Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:

●        Perceel 1 (Huisstijldrukwerk), raming: 6.000,00 euro excl. btw of 7.260,00 euro incl. 21 % btw;

●        Perceel 2 (Enveloppen), raming: 5.000,00 euro excl. btw of 6.050,00 euro incl. 21 % btw;

●        Perceel 3 (Promotioneel indoor drukwerk), raming: 37.000,49 euro excl. btw of 44.770,59 euro incl. 21 % btw;

●        Perceel 4 (Promotioneel outdoor drukwerk), raming: 13.750,00 euro excl. btw of 16.637,50 euro incl. 21 % btw;

●        Perceel 5 (Infomagazine HALLO8540), raming: 94.996,20 euro excl. btw of 100.695,97 euro incl. 6 % btw;

●        Perceel 6 (Vrijetijdsbrochure GOESTE8540), raming: 10.000,00 euro excl. btw of 10.600,00 euro incl. 6 % btw;

●        Perceel 7 (Seniorengids ROUTE65), raming: 6.510,00 euro excl. btw of 6.900,60 euro incl. 6% btw.

De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 173.256,69 euro excl. btw of 192.914,66 euro incl. btw.

Alle percelen worden afgesloten voor een duur van 24 maanden.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

De huidige opdracht wordt gesloten door middel van een raamovereenkomst met meerdere deelnemers waarbij alle voorwaarden in de raamovereenkomst zijn bepaald. De deelnemers zullen niet opnieuw in mededinging gesteld worden.

Het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exact benodigde hoeveelheden.

Voor deze uitgave zijn de nodige budgetten voorzien in het exploitatiebudget van 2026 en 2027.

Juridische gronden

●   Algemene basisbevoegdheid: Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur.

●   Andere:

○        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

○        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

○        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

○        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

○        De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 1° (het geraamde bedrag excl. btw bereikt de drempel van 221.000,00 euro niet) en artikel 43.

○        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

○        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

○        Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

Adviezen

De communicatiedienst verleent positief advies.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het bestek met nr. 2025-14 en de raming voor de opdracht “Drukwerk 2026-2027”, opgesteld door de deskundige aankoop, contracten & verzekeringen worden goedgekeurd.

De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten.

De raming bedraagt 173.256,69 euro excl. btw of 192.914,66 euro incl. btw.

Artikel 2

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3

De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.

Artikel 4

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2026, op jaarbudgetrekening:

●        0190-00/61421000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB);

●        0190-00/61421001/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB);

●        0190-00/61421003/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB);

●        0190-00/61421004/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB);

●        0190-00/61421005/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB);

●        0190-00/61421006/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB);

●        0959-00/61400000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB);

●        en in het budget van de volgende jaren.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.3. Schoonmaak- en hygiënische producten - toetreding raamovereenkomst Creat - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de toetreding tot de  raamovereenkomst 'Schoonmaak- en hygiënische producten - september 2025' van Creat goed te keuren.

Motivering

Creat is een aankoopcentrale in de zin van titel 2 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016 (overheidsopdrachten in klassieke sectoren) en is een aanbesteder die gecentraliseerde aankoopactiviteiten en eventueel aanvullende aankoopactiviteiten verricht als bedoeld in de bepalingen onder respectievelijk artikel 2, 7° en 8° van voornoemde wet.

Door de omvang van overheidsopdrachten te vergroten via de techniek van een aankoopcentrale wordt het mogelijk de mededinging te verbreden en overheidsbestellingen efficiënter te plaatsen.

In toepassing van artikel 48 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016 kunnen

overheidsopdrachten voor rekening van verschillende aanbesteders ook worden samengevoegd.

Creat staat als aankoopcentrale in voor de beslissing in verband met de keuze van de wijze van gunning, de redactie van het bestek, voor de publicatie van de opdracht, voor het onderzoek van de offertes en voor de gunning van de opdracht.

Conform artikel 47, § 2 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016 is een aanbesteder die een beroep doet op een aankoopcentrale vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren. De betrokken aanbesteder is evenwel verantwoordelijk voor de nakoming van de verplichtingen met betrekking tot de delen die hij zelf verricht.

Gezien de afloop van de huidige raamovereenkomsten voor het leveren van schoonmaak- en hygiënische producten op 31 augustus 2025, startte Creat een nieuwe plaatsingsprocedure op met als doel het afsluiten van een nieuwe raamovereenkomst voor het leveren van schoonmaak- en hygiënische producten.

De opdracht werd aanbesteed via een openbare procedure met voorafgaande bekendmaking in het Bulletin der Aanbestedingen en het Publicatieblad van de Europese Unie.

De gemeente wenst, gelet op de hogergenoemde overwegingen, in te tekenen op de raamovereenkomst 'Schoonmaak en hygiënische producten - september 2025', die Creat afsloot met Boma nv, Noorderlaan 131 te 2030 Antwerpen voor de periode van 1 september 2025 tot en met 31 augustus 2029.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 4° betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

●        Andere:

○        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

○        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

○        De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.

○        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

○        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

○        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

○        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

○        Het besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als een opdracht van dagelijks bestuur.

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de toetreding tot de raamovereenkomst 'Schoonmaak- en hygiënische producten - september 2025' die de aankoopcentrale Creat afsloot met Boma nv, Noorderlaan 131 te 2030 Antwerpen, goed te keuren.

Artikel 2

De toetreding tot de raamovereenkomst verplicht de gemeente echter niet tot een effectieve plaatsing van een opdracht.

Artikel 3

Als aangeslotene bij de aankoopcentrale kan de gemeente rechtstreeks opdrachten plaatsen bij de opdrachtnemer, aan wie de aankoopcentrale de opdracht heeft gegund.

Artikel 4

De gemeente staat zelf in voor de uitvoering van de geplaatste opdracht (levering, opvolging, betaling van facturen, …).

Artikel 5

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2025, op

jaarbudgetrekening:

●        0190-00/61030000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN

●        0200-00/61030000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN

●        0703-00/61030000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN

●        0705-00/61030000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN

●        0742-00/61030000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN

●        0751-00/61030000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN

●        0800-00/61030000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN

●        0801-00/61030000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN

●        0900-00/61030000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN

en in het budget van volgende jaren.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.4. Aankoop en levering van dranken voor gemeentelijke gebouwen 2025-2026 - lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de lastvoorwaarden, raming en wijze van gunnen van de opdracht “Aankoop en levering van dranken voor gemeentelijke gebouwen 2025-2027” goed te keuren.

Motivering

De huidige overheidsopdracht voor de aankoop van dranken loopt af op 31 augustus 2025. Aangezien de levering van dranken een essentiële ondersteuning vormt voor de dagelijkse werking van onze organisatie, is het noodzakelijk om tijdig een nieuwe opdracht uit te schrijven zodat de continuïteit van de bevoorrading gegarandeerd blijft.

Er wordt voorgesteld om een nieuwe overheidsopdracht voor de aankoop en levering van dranken op te starten met als doel een nieuwe overeenkomst te laten ingaan vanaf 1 september 2025.

In het kader van de opdracht “Aankoop en levering van dranken voor gemeentelijke gebouwen 2025-2027” werd een bestek met nr. 2025-13 opgesteld door deskundige aankoop, contracten & verzekeringen.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 167.746,65 euro excl. btw of 191.965,68 euro incl. btw.

De opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 24 maanden. De opdracht loopt van 1 september 2025 tot en met 31 augustus 2027.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2025, op jaarbudgetrekening:

●        0190-00/64300000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),

●        0705-00/60000000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),

●        0719-02/61310000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),

●        0740-00/60000000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),

●        en in het budget van de volgende jaren.

Juridische gronden

●   Algemene basisbevoegdheid: Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur.

●   Andere:

○        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

○        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

○        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

○        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

○        De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 1° (het geraamde bedrag excl. btw bereikt de drempel van 221.000,00 euro niet) en artikel 43.

○        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

○        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

○        Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het bestek met nr. 2025-13 en de raming voor de opdracht “Aankoop en levering van dranken voor gemeentelijke gebouwen 2025-2027”, opgesteld door de deskundige aankoop, contracten & verzekeringen worden goedgekeurd.

De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten.

De raming bedraagt 167.746,65 euro excl. btw of 191.965,68 euro incl. btw.

Artikel 2

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3

De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.

Artikel 4

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2025, op jaarbudgetrekening:

●        0190-00/64300000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),

●        0705-00/60000000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),

●        0719-02/61310000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB),

●        0740-00/60000000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie GBB)

●        en in het budget van de volgende jaren.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.5. Personeel - aankondiging vakbondsactie - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van ACOD/ABVV openbare diensten waarbij ze een actie aankondigen.

Motivering

ACOD/ABVV openbare diensten meldt in hun schrijven van 30 mei 2025 dat er op 25 juni 2025 een algemene actiedag georganiseerd wordt.

Dit kan binnen bepaalde besturen aanleiding geven tot afwezigheden van werknemers.

Deze dagen worden als stakingsdag beschouwd waarbij elk personeelslid dat afwezig is wegens deelname aan de actie, zal gedekt worden door deze stakingsaanzegging.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van ACOD/ABVV, waarbij ze laten weten dat er op 25 juni 2025 een algemene actiedag wordt georganiseerd.

Personeelsleden die deelnemen aan deze actie zijn met deze stakingsaanzegging ingedekt.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.6. Administratief medewerker bibliotheek - ontslagname - kennisname

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.7. Beslissingen algemeen directeur - mei 2025 - kennisname

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.8. Diverse verslagen - kennisname

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht kennis te nemen van de aan de gemeente overgemaakte verslagen.

Motivering

Volgende verslagen werden overgemaakt aan de gemeente:

●        Centraal Feestcomité - verslag van de vergadering van 5 juni 2025

●        BOOST - verslag van het afzonderlijk bijzonder comité van 10 juni 2025

●        Woonwijs - verslag + bijlagen van de stuurgroep van 19 mei 2025

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Adviezen

Er zijn geen adviezen nodig.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontvangen verslagen.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.9. Feestelijkheden - Lijst ten lasteneming UNISONO voor feest- en gemeentelijke activiteiten - juni en juli 2025 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de lijst van feest- en gemeentelijke activiteiten waarvoor de gemeente de UNISONO- vergoeding op zich neemt, goed te keuren.

Motivering

Aangiftes van manifestaties, voorstellingen en/of evenementen met muziekgebruik en/of toneeluitvoeringen dienen te gebeuren via de online applicatie van UNISONO.

De gemeentediensten voorzien in deze aangiftes van alle betreffende gemeentelijke activiteiten. Jaarlijks engageert de gemeente zich om naast de eigen activiteiten ook de aangifte van een aantal andere activiteiten met een zekere uitstraling voor de gemeente, op zich te nemen.

Volgende feest- en gemeentelijke activiteiten zullen voor juni en juli 2025 via de respectievelijke online applicatie doorgegeven worden:

●        Muziekoptredens in een buitenlocatie

○        Café Congé, 10 juli 2025

○        Café Congé, 17 juli 2025

●        Andere activiteiten

○        Midzomermarkt, 22 juni 2025

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de lijst van feest- en gemeentelijke activiteiten waarvoor de gemeente de UNISONO-vergoeding op zich neemt, goed te keuren.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.10. Feestelijkheden - Straatfeest - Veldstraat - 13 juli 2025 - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor de verschillende onderdelen van de aanvraag voor het houden van een straatfeest in de Veldstraat te Deerlijk.

Motivering

Straatcomité Veldstraat wenst een straatfeest, de Veldfeesten, te organiseren op zondag 13 juli 2025.

Zij vragen daarbij:

●        aanvraag politionele medewerking

Het verkeersvrij houden van de Veldstraat op zondag 13 juli 2025 van 6.00 uur tot en met 22.00 uur, conform het tijdelijk politiereglement op het verkeer naar aanleiding van het straatfeest, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 12 juni 2025.

PZ Gavers verleende op 15 mei 2025 positief advies en heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met uniek nummer 2646671.

●        aanvraag tijdelijke inname openbaar domein

De bewoners van de Veldstraat wensen hun straatfeest Veldfeesten te organiseren op zondag 13 juli 2025 en vragen hiervoor toelating voor de inname van de Veldstraat, vanaf de kruising met de Schragenstraat tot aan huisnummer 7-21.

2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Tijdelijke constructies, vb. springkasteel of tent, moeten voldoen aan de geldende wetgeving en voorschriften en mogen enkel op de openbare weg geplaatst worden indien er minimaal een vrije doorgang blijft bestaan van 4 m breed en 4 m hoog. De vrije doorgang is specifiek bestemd voor hulpdiensten en moet vrij zijn van obstakels.

Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://news.economie.fgov.be/238908-springen-zonder-zorgen

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Plaatsing verkeerssignalisatie

■        Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit straatfeest.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie.  De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op zondag 13 juli 2025, van 6.00 uur tot en met 22.00 uur, Veldstraat (vanaf kruispunt met de Schragenstraat tot en met huisnummer 21-7).

Artikel 4

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de diensten te volgen en verzoekt de organisator de richtlijnen te volgen inzake veiligheid.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.11. Feestelijkheden - tijdelijk politiereglement op het verkeer ter gelegenheid van een straatfeest in de Veldstraat op 13 juli 2025 - vaststelling

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van het straatfeest in de Veldstraat, dat plaatsvindt op het grondgebied van de gemeente Deerlijk op zondag 13 juli 2025, goed te keuren.

Motivering

Op zondag 13 juli 2025 vindt een straatfeest plaats in de Veldstraat te Deerlijk

Ter plaatse zijn, naar aanleiding van de bedoelde manifestatie, bijzondere verkeersmaatregelen vereist met het oog op de veiligheid van de deelnemers, de weggebruikers en met het oog op een vlot verloop van het normale verkeer.

PZ Gavers verleende op 15 mei 2025 positief advies en heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met unieke referentie 2646671.

PZ Gavers maakte op 28 mei 2025 een overeenkomstig tijdelijk politiereglement op het verkeer op.

Juridische gronden

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

Andere:

●        Art. 119, 130 bis en art. 135 § 2 van de nieuwe gemeentewet

●        Wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen

●        Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen

●        Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit op zondag 13 juli 2025, tussen 8.00 uur en 20.00 uur, geen verkeer toe te latenin de Veldstraat (tussen huisnummers 14 en 23).

Artikel 2

Er werd geen parkeerverbod gevraagd.

Artikel 3

Er wordt geen plaatselijke omleiding voorzien.

Artikel 4

De hiertoe nodige signalisatie wordt overeenkomstig de wettelijke voorschriften aangebracht.

Artikel 5

De inrichters dienen zich te houden aan de bepalingen vermeld in de huidige politieverordening.

Overtredingen op onderhavig besluit worden beteugeld met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.

Artikel 6

Afschrift van deze verordening wordt overgemaakt aan de griffie van de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk en aan de griffie van de Politierechtbank te Kortrijk.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.12. Feestelijkheden - Straatfeest - Windhalmlaan - 28 juni 2025 - aanvraag - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd toelating te verlenen voor de verschillende onderdelen van de aanvraag voor het houden van een straatfeest in de Windhalmlaan te Deerlijk.

Motivering

1. De bewoners van de Windhalmlaan wensen een straatfeest te organiseren op zaterdag 28 juni 2025.

Zij vragen daarbij:

●        aanvraag politionele medewerking

De bewoners van de Windhalmlaan wensen een straatfeest te organiseren op zaterdag 28 juni 2025 en verwijzen hiervoor naar het tijdelijke politiereglement op het verkeer, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 12 juni 2025, voor het instellen van de overeenkomstige verkeersmaatregelen.

PZ Gavers verleende op 27 mei 2025 positief advies en heeft de nodige verkeersmaatregelen conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met uniek nummer 2682785.

●        aanvraag tijdelijke inname openbaar domein

De bewoners van de Windhalmlaan wensen een straatfeest te organiseren op zaterdag 28 juni 2025 en vragen toelating voor de inname van de parking aan de Windhalmlaan (naast huisnummer 18), voor de plaatsing van een tent.

2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Tijdelijke constructies, vb. springkasteel of tent, moeten voldoen aan de geldende wetgeving en voorschriften en mogen enkel op de openbare weg geplaatst worden indien er minimaal een vrije doorgang blijft bestaan van 4 m breed en 4 m hoog. De vrije doorgang is specifiek bestemd voor hulpdiensten en moet vrij zijn van obstakels.

Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://news.economie.fgov.be/238908-springen-zonder-zorgen

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Plaatsing verkeerssignalisatie

■        Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit straatfeest.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie.  De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op zaterdag 28 juni 2025:  Parking Windhalmlaan (naast huisnummer 18).

Artikel 4

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de diensten te volgen en verzoekt de organisator de richtlijnen te volgen inzake veiligheid.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.13. Feestelijkheden - tijdelijk politiereglement op het verkeer ter gelegenheid van een straatfeest in de Windhalmlaan op 28 juni 2025 - vaststelling

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van het straatfeest in de Windhalmlaan, dat plaatsvindt op het grondgebied van de gemeente Deerlijk op zaterdag 28 juni 2025, goed te keuren.

Motivering

Op zaterdag 28 juni 2025 vindt een straatfeest plaats in de Windhalmlaan te Deerlijk

Ter plaatse zijn, naar aanleiding van de bedoelde manifestatie, bijzondere verkeersmaatregelen vereist met het oog op de veiligheid van de deelnemers, de weggebruikers en met het oog op een vlot verloop van het normale verkeer.

PZ Gavers verleende op 27 mei 2025 positief  advies en heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met uniek nummer 2682785.

PZ Gavers maakte op 28 mei 2025 een overeenkomstig tijdelijk politiereglement op het verkeer op.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Art. 119, 130 bis en art. 135 § 2 van de nieuwe gemeentewet

○        Wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen

○        Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen

○        Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit van zaterdag 28 juni 2025 (8.00 uur) tot en met zondag 29 juni 2025 (12.00 uur) geen verkeer toe te laten (uitgezonderd fietsers - afstappen – en hulpdiensten) in de Windhalmlaan (tussen de Klokkestraat en de Kaderstraat).

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit van zaterdag 28 juni 2025 (8.00 uur) tot en met zondag 28 juni 2025 (12.00 uur) het stilstaan en parkeren te verbiedenop de parking in de Windhalmlaan ter hoogte van de Klokkestraat.

Artikel 3

Er wordt geen omleiding voorzien.

Artikel 4

Er moet te allen tijde vlotte doorgang mogelijk zijn voor de hulpdiensten.

Artikel 5

De hiertoe nodige signalisatie wordt overeenkomstig de wettelijke voorschriften aangebracht.

Artikel 6

De inrichters dienen zich te houden aan de bepalingen vermeld in de huidige politieverordening.

Overtredingen op onderhavig besluit worden beteugeld met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.

Artikel 7

Afschrift van deze verordening wordt overgemaakt aan de griffie van de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk en aan de griffie van de Politierechtbank te Kortrijk.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.14. Feestelijkheden - vieringen nationale feestdag - 21 juli 2025 - goedkeuring

Aanleiding en context

Op 14 mei 2025 werd een aanvraag ingediend door de dienst vrije tijd voor volgend evenement:

Motivering

1. Het college van burgemeester en schepenen overloopt volgende onderdelen van de aanvraag:

●        aanvraag geluidsactiviteit als volgt:

85 dB(A)

De aangevraagde muziekactiviteit vindt plaats in een woonomgeving of in de nabijheid van een bewoonde omgeving. Het gaat hier om een muziekactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid en de aangevraagde activiteit is beperkt in duur.

De aangevraagde muziekactiviteit kan toegestaan worden maar het is evenwel noodzakelijk om het toegelaten geluidsniveau en de toegelaten periode nauwkeurig vast te leggen.

Indien een organisator voor diens evenement een einduur vooropstelt dat vroeger valt dan het maximale einduur én buiten het afbouwscenario valt, is het afbouwscenario niet van toepassing, met dien verstande dat op het door de organisator vooropgestelde einduur alle geluidsactiviteit wordt stopgezet:

●        maandag 21 juli 2025 om 11.00 uur (St.-Columbakerk)

●        maandag 21 juli 2025 om 12.00 uur (kerk Sint-Lodewijk)

Deze toelating betekent in geen geval een vrijgeleide om onbeperkt hinder te veroorzaken.

●        aanvraag politionele medewerking

Parkeerverbod op volgende plaats(en):

●        Kerkplein: parkeerstrook zijkant St.-Columbakerk, ter hoogte van het monument, op zondag 21 juli 2025 van 10.00 uur tot en met 11.30 uur

●        Plein ter hoogte van kerk Sint-Lodewijk, op maandag 21 juli 2025 van 11.00 uur tot en met 12.30 uur:

○        2 parkeerplaatsen links en 2 parkeerplaatsen rechts van het monument (kant Ommegangstraat - Spar);

○        alle parkeerplaatsen aan de kant van de Kapelstraat.

Het verkeersvrij houden van het Kerkplein, rondom de St.-Columbakerk tot aan apotheek Declercq en chocolaterie Hannes D'Heedene, op maandag 21 juli 2025 van 10.30 uur tot en met 11.15 uur.

PZ Gavers verleende op 15 juni 2025 positief advies en heeft de nodige verkeersmaatregelen opgesteld conform het signalisatieplan ingetekend in Eagle.be met unieke nummers 2658588 en 2658589.

●        aanvraag tijdelijke inname openbaar domein

De dienst vrije tijd wenst 2 vieringen te organiseren ter gelegenheid van de nationale feestdag op maandag 21 juli 2025 en vraagt toelating voor de inname van het kerkplein te Deerlijk-centrum, en het plein ter hoogte van de kerk van Sint-Lodewijk.

2. De evenementencel verleent volgend advies voor dit evenement:

Men moet rekening houden met de algemene voorschriften van de hulpverleningszone Fluvia inzake brandpreventie. Deze voorschriften kan men terugvinden op de website via https://www.hvzfluvia.be/organiseer-veilig.

Alsook moet de organisator een risico-analyse (lijst met de mogelijke risico’s en maatregelen om deze te verhelpen/op te lossen) en plan met aanduiding opstelling, evacuatiewegen ... opmaken.

Alle cateringstanden dienen te beschikken over geldige en blanco keuringsverslagen (conformiteit installatie en gasdichtheid beiden uitgevoerd door een EDTC).

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Toelating geluidsactiviteit

■        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

■        Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, verder aangeduid als Vlarem II, waaronder, en zonder zich hiertoe te willen beperken, art. 6.7.3.

■        De algemene gemeentelijke politieverordening, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen, meer specifiek en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 37, 38 en 47

■        Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 20 maart 2024

○        Plaatsing verkeerssignalisatie

■        Beslissing van het politiecollege van 27 november 2008

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor dit evenement mits de aanstelling van een verantwoordelijke die ook optreedt als contactpersoon voor de hulp- en veiligheidsdiensten.

De eindverantwoordelijke zorgt voor de veiligheid in en rond het evenemententerrein, houdt toezicht in de omgeving en zal, indien nodig, politiezone Gavers contacteren.

Artikel 2

De aangevraagde muziekactiviteit wordt toegelaten mits naleving van volgende voorwaarden:

Voorwaarden met betrekking tot het maximaal geluidsniveau.

Voorwaarden met betrekking tot de duur van de muziekactiviteit:

Voorwaarden met betrekking tot de buurt:

●        Zowel de inrichters als de bedieners van de muziekinstallatie moeten zich houden aan een voor de buurt aanvaardbaar geluidsniveau. In geen geval mag de muziek de nachtrust van de omwonenden storen. Klachten inzake nachtlawaai dienen vermeden te worden. In voorkomend geval moeten de richtlijnen van de politiediensten strikt worden opgevolgd.

●        De inrichters houden zich aan het vooropgestelde einduur waarop alle geluidsactiviteit wordt stopgezet.

●        De inrichters verwittigen de inwoners van de omliggende straten van de muziekactiviteit.

De organisator brengt de politie op de hoogte van de muziekactiviteit.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen besluit zijn goedkeuring te verlenen voor de tijdelijke inname van het openbaar domein op maandag 21 juli 2025: Kerkplein Deerlijk-centrum en het plein ter hoogte van de kerk van Sint-Lodewijk.

Artikel 4

Het college van burgemeester en schepenen besluit de gevraagde politionele medewerking te verlenen.

De inrichter dient zelf in te staan voor de plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie aan de hand van het toegestuurde signalisatieplan, opgemaakt door de politie.  De politie zal enkel instaan voor het toezicht op de correcte plaatsing van de verkeers- en omleggingssignalisatie.

De levering van de verkeerssignalisatie gebeurt door de technische diensten van de gemeente. De controle op de naleving van het eventuele parkeerverbod gebeurt door de politie.

Artikel 5

Het college van burgemeester en schepenen besluit het advies van de evenementencel te volgen en verzoekt de organisator de richtlijnen van de verschillende disciplines te volgen inzake veiligheid.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.15. Feestelijkheden - 21 juli-viering 2025 - vaststelling tijdelijk politiereglement op het verkeer - goedkeuring

Aanleiding en context

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het tijdelijk politiereglement op het verkeer, naar aanleiding van 21 juli-viering, die plaatsvindt op maandag 21 juli 2025, goed te keuren.

Motivering

Op maandag 21 juli 2025 vindt de 21 juli-viering plaats in Deerlijk.

Op die dag wordt op de gemeentewegen een grote toeloop van kijklustigen en weggebruikers verwacht.

In het belang van de openbare orde en van de veiligheid dient onverwijld opgetreden te worden.

PZ Gavers maakte op 28 mei 2025 een tijdelijk politiereglement op het verkeer op.

Juridische gronden

Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3 Decreet Lokaal Bestuur

Andere:

●        Art. 119, § 1 en art. 130 bis van de nieuwe gemeentewet (gewijzigd bij wet van 12 januari 2007)

●        wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen

●        koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met latere wijzigingen en aanvullingen

●        ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de aanvullende reglementen en de te plaatsen verkeersborden

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit geen verkeer toe te laten op maandag 21 juli 2025 tussen 10.30 uur en 11.15 uur op het Kerkplein te Deerlijk.

Artikel 2

Het stilstaan en parkeren wordt op maandag 21 juli 2025 van 10.00 uur tot en met 11.30 uur verboden op het Kerkplein te Deerlijk ter hoogte van het monument (achterkant kerk).

Artikel 3

Er wordt geen omleiding voorzien.

Artikel 4

De nodige te plaatsen verkeersborden voortvloeiend uit de bepalingen vervat in voorgaande artikels, worden overeenkomstig de bij wet voorziene bepalingen aangebracht.

Artikel 5

De inrichters dienen zich te houden aan de bepalingen vermeld in de huidige politieverordening.

Artikel 6

Overtredingen op onderhavig besluit worden gestraft met politiestraffen voor zover geen wet of hogere verordening andere straffen voorziet.

Artikel 7

Afschrift van dit besluit wordt aan de bevoegde overheden overgemaakt.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.16. LO - gebruik leerplan Leer lokaal - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd akte te nemen van het nieuwe leerplan 'Leer Lokaal' voor het gemeentelijk onderwijs en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken dit ter goedkeuring te agenderen op de gemeenteraad van 10 juli 2025.

Motivering

Een schoolbestuur moet voor elk van zijn scholen beschikken over door de overheid goedgekeurde leerplannen.

OVSG heeft ten behoeve van zijn schoolbesturen en met respect voor de lokale autonomie onder de naam 'Leer Lokaal' een nieuw geïntegreerd leerplan ontwikkeld voor de basisschool. Dit digitaal leerplan bevat de authentieke en decretaal vastgelegde onderdelen.

OVSG heeft 'Leer Lokaal' ingediend bij de onderwijsinspectie. De onderwijsinspectie heeft een advies tot definitieve goedkeuring uitgebracht. De Vlaamse Regering heeft 'Leer Lokaal' definitief goedgekeurd.

Het schoolbestuur wenst op voorstel van de directeur gebruik te maken van 'Leer Lokaal' voor de gemeentelijke lagere school.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Art. 45 en art. 62, § 1, 9° en § 2, 2 decreet basisonderwijs van 25 februari 1997

○        Besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2006 tot vaststelling van de goedkeuringscriteria en indieningsmodaliteiten van de leerplannen

○        Art. 40, § 1 en § 2 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van het nieuwe leerplan 'Leer Lokaal' en verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om dit ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 10 juli 2025.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.17. LO - lestijdenpakket 2025-2026 - verzoek agendering gemeenteraad - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd kennis te nemen van het lestijdenpakket voor het schooljaar 2025-2026 van de gemeentelijke lagere school en de voorzitter van de gemeenteraad te verzoeken deze ter goedkeuring te agenderen op de gemeenteraad van 10 juli 2025.

Motivering

Het lestijdenpakket voor een nieuw schooljaar wordt bepaald volgens het aantal leerlingen op 1 februari van het voorgaande schooljaar.

In het gemeentelijk lager onderwijs bedroeg het aantal leerlingen: 201.

Volgens de aanwending van de lestijden betekent dit 250 lestijden.

Daaruit moeten genomen worden:

●        onderwijzers-klastitularissen

●        eventueel een leermeester lichamelijke opvoeding

●        eventueel een ambulante leerkracht

Daarnaast krijgt de school het ambt van directeur en de lestijden levensbeschouwelijke vakken.

Ook 32 SES-lestijden zijn toegekend .

Zorgbeleid: 54 punten.

●        Dit betekent 18/36 in de functie van beleidsmedewerker (zorgcoördinator) en 5/36 zorguren.

ICT: 16 punten

●        Dit betekent 7/36 in de functie van beleidsmedewerker met een diploma hoger onderwijs korte type (HOKT)

Administratie: 72 punten

●        Dit betekent 21/36 HSO en 15/36 HOK

Bovenop dit alles kreeg de school 3 lestijden voor ondersteuning kerntaak (ter ondersteuning van de klasleerkracht), 3 lestijden aanvangsbegeleiding (ter ondersteuning van nieuwe leerkrachten en stagiairs) en 1 lestijd samen school maken (lestijd voor de vakorganisatie).

VOORSTELLEN VOOR HET SCHOOLJAAR 2025-2026

Voor het bepalen van het aantal ambten wordt het aantal lestijden gedeeld door 24.

Dit betekent 250:24= 10 voltijdse ambten en 10 restlestijden.

Voorstel van principes:

Omkadering door turnleerkracht, SES-leerkracht en ambulante leerkracht zorg.

Voorstel voor de verdeling:

●        9 voltijdse ambten (9 klastitularissen) + leermeester lichamelijke opvoeding (18 u) + 16 lestijden ambulant

●        32 SES-lestijden

●        3 lestijden voor ondersteuning kerntaak

●        3 lestijden aanvangsbegeleiding

●        1 lestijd samen school maken

Met goedkeuring van het schoolbestuur:

●        Er worden tien lestijden beleidsondersteuning toegekend om de pedagogische ondersteuning te waarborgen en uit te breiden alsook 7 lestijden beleidsondersteuning ICT.

●        Er wordt zoveel als haalbaar, geopteerd voor het invullen van de functie van zorgcoördinator, administratief medewerker en van ICT-coördinator door dezelfde personen voor de scholen van de scholengemeenschap waartoe de centrumscholen behoren.

●        Voor de functies van beleidsmedewerker wordt bepaald dat, in afspraak met de directie, thuiswerk als een deel van de prestatieregeling kan opgenomen worden.

Positief advies wordt gegeven op de schoolraad en het ABOC.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van het lestijdenpakket voor het schooljaar 2025-2026 van de gemeentelijke lagere school en verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad om dit lestijdenpakket ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 10 juli 2025.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.18. Vrijwilligersovereenkomst personeelsuitstap - 13 juni 2025 - goedkeuring

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.19. OMV 2025_1 - Schragenstraat 37 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een woning, slopen en herbouwen van aanbouw, rooien van bomen en functiewijziging, op een perceel gelegen Schragenstraat 37 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 181 A2 aangevraagd door mevrouw Marthe Defoor wonende Pontstraat 6 te 8551 Zwevegem en de heer Yani Van Den Bossche wonende Roterijstraat 8 te 8710 Wielsbeke.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  3 juni 2025.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

●        De voorgenomen heraanplant maakt integraal deel uit van de omgevingsvergunning en aangeplant te worden tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.

●        De diagonale parkeerplaats met een oppervlakte van 4,80m op 3,50m in de voortuinstrook wordt uitgesloten van verharding. De zone dient aangeplant te worden met laagstammig groen tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.

●        Er wordt voorgesteld om de verharding in de  zijtuinstrook dieper te voorzien en dat tot een diepte van 11m vanaf de rooilijn, meer specifiek tot aan de nieuwe buitenunit warmtepomp.

●        Als aandachtspunt wordt meegegeven dat bij het plannen van de werkzaamheden rekening moet worden gehouden met de locaties waar infiltratie voorzien wordt. Deze moeten vrijgehouden worden van vrije belastingen om bodemverdichting te vermijden en om de infiltratiecapaciteit van het terrein maximaal te vrijwaren tijdens de werken.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van 4 november 1977 vastgestelde origineel gewestplan Kortrijk met als bestemming woongebied.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●     De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Bijzonder plan van aanleg

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het bijzonder plan van aanleg Gavers, wijziging B, zoals goedgekeurd op 1 september 1987.

Verkaveling 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg ‘Gavers, wijziging B’.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af van het vigerend plan (zie beoordeling).

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen).

●     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

●     Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2017.

●     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

●        1964/142 – aanbouwen van veranda aan woonhuis – vergunning 13 augustus 1964

Relevante milieuvergunningen en meldingen

●        Er zijn geen relevante milieuvergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

●        Er zijn geen relevante omgevingsvergunningen gekend voor het betrokken goed.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De aanvraag heeft betrekking op een perceel in de zuidelijke rand van de kern van de gemeente Deerlijk. De omgeving wordt gekenmerkt door een residentieel straatbeeld, waarin voornamelijk halfopen eengezinswoningen voorkomen, met in mindere mate ook vrijstaande woningen. De bebouwing bestaat hoofdzakelijk uit volumes met één tot twee bouwlagen en een zadeldak.

De Schragenstraat is een gemeenteweg met een dubbele rijrichting en langs beide zijden voorzien van een voetpad. Deze voetpaden worden gescheiden van de rijbaan door een groenstrook. De straat wordt verder gekenmerkt door een repetitief patroon van straatbomen aan weerszijden, wat bijdraagt aan het groene karakter van de omgeving.

De betrokken woning betreft een halfopen bebouwing, waarbij het hoofdvolume bestaat uit een gedeelte met een bouwlaag en zadeldak (garage) en een gedeelte met twee bouwlagen en een zadeldak. Aan de achterzijde bevindt zich een aanbouw tegen de linkerperceelgrens, opgebouwd uit een gelijkvloers volume met plat dak en daarachter een tweede volume met één bouwlaag en zadeldak. De woning sluit aan op de aangrenzende bebouwing van Schragenstraat 35.

Het perceel heeft een totale oppervlakte van circa 647 m². Het hoofdvolume heeft een voorgevelbreedte van 9,3 meter en een diepte van eveneens 9,3 meter. De aanbouw heeft een breedte van 4,6 meter en een diepte van 8,80 meter. Binnen de zij- achtertuinzone bevinden zich drie kleinschalige bergingen en een mazouttank. Daarnaast is er enige begroeiing aanwezig, met enkele bomen verspreid over de tuinzone. In tegenstelling tot de weergave op het inplantingsplan van de bestaande toestand, is de voortuinstrook niet integraal verhard. De toegang wordt in die zin genomen loodrecht op de bestaande garage en leidt schuin richting rechterzijde, hetzij omzoomd door groen langs de straatzijde en rechterperceelgrens.

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag voorziet in de verbouwing van een eengezinswoning, de sloop en heropbouw van een aanbouw, evenals het rooien en heraanplanten van bomen. In de woning wordt een kinesistenpraktijk ondergebracht met één behandelingsruimte.

De woning zal uiteindelijk bestaan uit twee bouwlagen met een hellend dak van 40°, met een maximale hoogte van 9,5 meter en een kroonlijsthoogte van 5,5 meter. De aanbouw wordt heropgebouwd en bestaat uit twee delen, zijnde een gedeelte met een plat dak en een gedeelte met een hellend dak van 50°, waarbij beide delen elk ongeveer de helft van het volume beslaan. De maximale hoogte van de aanbouw bedraagt 6,12 meter, met een kroonlijsthoogte van 3,3 meter.

De gevels van de bestaande woning worden wit gekaleid en voorzien van een donkerkleurige plint, waarbij spouwisolatie wordt aangebracht. De aanbouw wordt opgetrokken in een rood genuanceerde gevelsteen. Het dak van de woning wordt bedekt met rood genuanceerde tegelpannen, terwijl het buitenschrijnwerk wordt uitgevoerd in donkerkleurig aluminium.

Binnenin wordt het gelijkvloers ingericht met een inkom, praktijkruimte, toilet, sanitaire cel, berging, leefruimte en keuken met eethoek. De eerste verdieping omvat twee slaapkamers, een dressing, een bureau, een nachthal en een badkamer. De zolder wordt voorzien van dakvlakramen met het oog op een mogelijke toekomstige inrichting als slaapkamer.

De bestaande oprit wordt heraangelegd en verplaatst naar de rechterzijde van het perceel. Er worden parkeermogelijkheden voorzien in de vorm van een loodrechte en een diagonale staanplaats.

Daarnaast worden drie bestaande bomen gerooid. In de achtertuin worden drie nieuwe bomen aangeplant ter compensatie van de verwijderde exemplaren.

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 17 april 2025 tot 16 mei 2025. Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1 Planologische toets

De aanvraag is gelegen binnen een zone die bestemd is voor een menging van halfopen en open bebouwing, waarbij de voorgestelde bebouwing de halfopen configuratie behoudt. De nevenfunctie "diensten" wordt toegestaan binnen het BPA en valt binnen de contouren van het Vrijstellingsbesluit. De bebouwde oppervlakte bedraagt minder dan 40 % van de perceeloppervlakte en overschrijdt de maximale 250 vierkante meter niet. De voorschriften met betrekking tot de afstand tot de rooilijn en de achterkavelgrens worden nageleefd, evenals de vastgestelde bouwdieptes.

De aanvraag wijkt echter beperkt af van de voorschriften:

Overeenkomstig artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar blijkt met de geldende voorschriften, tenzij op geldige wijze kan worden afgeweken van deze bepalingen.

Artikel 4.4.1 van de VCRO bepaalt dat, na organisatie van een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen zijn daarentegen niet mogelijk met betrekking tot de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen.

Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van een afwijking moet worden nagegaan in hoeverre deze beperkt blijft in het licht van de finaliteit en de draagwijdte van het geldende stedenbouwkundig voorschrift. Afwijkingen kunnen slechts worden toegestaan voor zover zij in overeenstemming blijven met de algemene strekking van het bestemmingsplan.

In deze wordt een afwijking beoogd voor een beperkt deel van de aanbouw achter het hoofdvolume van de woning. De voorschriften inzake dakvorm binnen het BPA beogen de uniformiteit in het straatbeeld te waarborgen. Logischerwijs is het voorliggend hoofdvolume daarbij het meest beeldbepalende volume. De voorziene afwijking met betrekking tot een deel van de aanbouw doet geen afbreuk aan deze stedenbouwkundige doelstelling. De aanbouw bevindt zich immers uit het straatzicht en schaart zich tegen de gedeelde perceelgrens en het hoofdvolume behoudt zijn hellende dakvorm.

Gelet op het voorgaande kan de gevraagde afwijking worden gekwalificeerd als beperkt, zoals bedoeld in artikel 4.4.1 van de VCRO. Dit impliceert dat de omgevingsvergunning kan worden verleend, mits de aanvraag eveneens voldoet aan de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening.

7.2 Wegenis

Overeenkomstig artikel 4.3.5., §4, 3° is de voorwaarde vermeld in art. 4.3.5.§1 niet van toepassing gezien de aanvraag het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies betreft. Niettegenstaande wordt, hetzij louter informatief opgemerkt dat de aanvraag gelegen is aan een weg die met duurzame materialen is verhard en is voorzien van een elektriciteitsnet. Tevens voldoet hij aan de uitrustingsvoorwaarden die worden vereist door de plaatselijke toestand, waaronder de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (<0,1 ha).

Het betrokken goed is volgens de fluviale overstromingskaart niet gelegen in een zone met overstromingskans.

Het betrokken goed is volgens de pluviale overstromingskaart deels gelegen in een zone met middelgrote overstromingskans.

Gezien de constructies allemaal buiten de overstromingsgevoelige zone gelegen zijn, dringen er zich in het kader van de watertoets maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen en de inname van de komberging.

Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

De dakoppervlakte watert af naar een hemelwaterput van 10.000 liter. De hemelwaterput heeft een overloop naar een  infiltratievoorziening met een volume van 3130 liter en een referentieoppervlakte van 8,97 m². Het in de hemelwaterput opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor toiletten, wasmachine en dienstkranen voor poetswater, tuin en terras. Als aandachtspunt wordt meegegeven dat bij het plannen van de werkzaamheden rekening moet worden gehouden met de locaties waar infiltratie voorzien wordt. Deze moeten vrijgehouden worden van vrije belastingen om bodemverdichting te vermijden en om de infiltratiecapaciteit van het terrein maximaal te vrijwaren tijdens de werken. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.

Hemel- en afvalwater wordt gescheiden afgevoerd tot aan de perceelsgrens.

De verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen of wateren af in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.

Bijgevolg kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Archeologienota:

Het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 verplicht de aanvrager van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of voor het verkavelen van gronden om in bepaalde gevallen een archeologienota bij de vergunningsaanvraag te voegen. De mate waarin de aanvrager verplicht is een archeologienota wordt voor omgevingsvergunningsaanvragen met stedenbouwkundige handelingen, geregeld in artikel 5.4.1. van het Onroerenderfgoeddecreet.

Gezien de aanvraag noch gedeeltelijk, noch geheel gelegen is binnen een beschermde of vastgestelde archeologische site  of zone en het perceeloppervlak kleiner is dan 3000 vierkante meter, valt het gevraagde niet onder het toepassingsgebied.

Erfgoedtoets:

De aanvraag heeft geen betrekking op een beschermd monument, beschermd dorpszicht, beschermd landschap en heeft geen betrekking op een relict opgenomen in één van de vastgestelde inventarissen van het onroerend erfgoed (landschapsatlas, archeologische zones, houtige beplanting met erfgoedwaarde, historische tuinen en parken, bouwkundig erfgoed).

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

De aanvraag heeft geen betrekking op een project zoals omschreven in artikel 5.93 lid 1 van de Vlaamse Codex Wonen. Evenmin is er sprake van een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening of normerend RUP zoals omschreven in artikel 5.94, §2 en 5.95 van de Vlaamse Codex Wonen.

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Functie:

De aanvraag voorziet in het behouden van de woonfunctie en het inrichten van een kinesistenpraktijk met één behandelingsruimte. De locatie bevindt zich aan de rand van de kern van Deerlijk, waar nevenfuncties binnen woongebieden voorkomen, zij het in beperkte mate. De voorgestelde praktijk kan worden beschouwd als een complementaire nevenfunctie bij de woning en blijft kleinschalig en van niet-hinderlijke aard. Gelet op de beperkte impact op de omgeving en het aanvullend karakter en complementariteit met het woongebied, kan het gevraagde als functioneel inpasbaar worden beschouwd binnen de bestaande context.

Inplanting en ruimtegebruik:

Het hoofdvolume van de woning blijft behouden in zijn bestaande inplanting, wat bijdraagt aan de continuïteit van het straatbeeld en de ruimtelijke structuur. De nieuw op te richten aanbouw wordt grotendeels op de bestaande plaats voorzien en blijft beperkt in omvang. De achtertuin blijft voldoende ruim, wat bijdraagt aan een kwalitatieve woonomgeving. De rechterzijtuinstrook blijft bouwvrij, wat niet alleen zorgt voor een evenwichtige verdeling van de bebouwde en onbebouwde ruimte op het perceel, maar ook aansluit bij het repetitieve patroon van open ruimtelijke spaties tussen de halfopen bebouwingen binnen het straatbeeld.

Bouwvolume en gabarit:

Het hoofdvolume blijft nagenoeg ongewijzigd in hoogte en bouwdiepte, waardoor het bestaande gabarit en de verhouding met de omliggende bebouwing behouden blijven. De nieuwe aanbouw blijft ondergeschikt aan het hoofdvolume, maar flirt met de aanvaardbare hoogtes. Gezien de inplanting ten aanzien van (de aanbouw van) de rechter buur, kan de annex aanvaard worden.

Verschijningsvorm:

De woning wordt voorzien van gevelisolatie en een afwerking in kalei, wat aansluit bij gangbare renovaties binnen residentiële wijken. De materialisatie van de aanbouw in rood genuanceerde gevelsteen en de dakafwerking met tegelpannen zorgen voor een duidelijke visuele relatie met het hoofdvolume en de omliggende bebouwing. De gewijzigde raamopeningen en het schrijnwerk in donkerkleurig aluminium resulteren in een eigentijdse, maar harmonieuze geveluitstraling. Gezien het gabarit van het hoofdvolume langs de straatzijde behouden blijft, blijft ook de visuele impact op het straatbeeld beperkt.

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

Het ontwerp voorziet het innemen van de garage door een praktijkruimte. Gelet op de beperkte oppervlakte van de praktijkruimte en de gemeentelijke richtlijn waarbij parkeren ifv de praktijkruimte met een oppervlakte minder dan 50 m², is enkel parkeren voor eigen wagens noodzakelijk op eigen terrein. In functie van het parkeren wordt in de voortuinstrook zowel een haakse als een diagonale staanplaats voorzien.  

De haakse staanplaats impliceert dat voertuigen schuin achterwaarts op of van de oprit moeten manoeuvreren, wat een verkeersonveilige situatie met zich meebrengt. Bovendien leidt de indeling tot een onduidelijke en weinig leesbare toegangssituatie voor patiënten die de praktijk voor de eerste maal bezoeken. Omwille van deze verkeersveiligheidsaspecten en de onduidelijke situering wordt de parkeerorganisatie als ongunstig beoordeeld. De haakse parkeerplaats wordt bijgevolg uit de vergunning gesloten. Er wordt voorgesteld om de oprit naar en de verharding in de zijtuinstrook dieper te voorzien tot een diepte van 11 m, meer specifiek tot aan de nieuwe buitenunit warmtepomp. Op die manier kunnen 2 wagens achter elkaar geplaatst worden. Dat wordt opgelegd als voorwaarde.
 

Groen- en omgevingsaanleg:

De inrichting van de voortuin wordt gewijzigd. Meer dan 60 % van de voortuin wordt verhard in functie van parkeren.  De inrichting van een voortuin heeft invloed op het straatbeeld, de verkeersveiligheid en op de goede waterhuishouding. Beplanting, hagen en bomen in de voortuin maken het straatbeeld kwaliteitsvoller. De voortuinstrook dient steeds aangelegd te worden als tuinzone, aangelegd met laagstammig groen. Zoals te lezen onder ‘parkeerplaatsen en verkeersaantrek’ wordt de diagonale parkeerruimte uitgesloten van vergunning. De uitsluiting van het parkeren impliciteert dat de verharding geen functie meer heeft en ingericht moet worden als groenzone. Daarnaast is het noodzakelijk om verharding op elk perceel te beperkten tot een minimum, bijgevolg wordt de verharding ifv het diagonaal parkeren, met een breedte van 4,80 m en diepte van 3,50 m uitgesloten van vergunning. De van verharding uitgesloten zone dient te worden aangeplant met laagstammig groen.

De aanvraag voorziet in het rooien van drie bomen en de heraanplant van drie nieuwe bomen in de achtertuin. De meest waardevolle boom op het perceel, zijnde de notelaar, blijft behouden. De andere bomen kunnen worden gekapt, mits heraanplant, wat binnen de aanvraag is voorzien. Dit dient evenwel als bijzondere voorwaarde te worden opgelegd om het groene karakter van het perceel te vrijwaren.

Conclusie

De aanvraag houdt grotendeels rekening met de principes van een goede ruimtelijke ordening door de bestaande woning en haar verankering in het straatbeeld te behouden. De functiewijziging is beperkt in schaal en verenigbaar met de woonfunctie. De voorgestelde volumetrie en materialisatie zijn zorgvuldig afgestemd op de bestaande bebouwing en de ruimtelijke context. De parkeerorganisatie wordt echter als ongunstig beoordeeld wegens verkeersveiligheidsrisico’s en een onduidelijke leesbaarheid. Mits het opleggen van een bijzondere voorwaarde inzake inrichting van de voortuinstrook waarbij de diagonale parkeerplek met een oppervlakte van 4,80 m op 3,50 m uitgesloten wordt van vergunning en aangeplant wordt met laagtammig groen, het verlengen van de oprit in de vrije zijtstrook tot een diepte van 11 m en heraanplanting van bomen, kan de aanvraag in haar geheel als ruimtelijk inpasbaar worden beschouwd.

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.12 Scheidingsmuren

Naar aanleiding van de adviesvraag voor de werken aan de scheidingsmuren werden geen bezwaren of opmerkingen geformuleerd zodat een verdere beoordeling niet aan de orde is.

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

●     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●     Andere:

○     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

○     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen.

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Marthe Defoor wonende Pontstraat 6 te 8551 Zwevegem en de heer Yani Van Den Bossche wonende Roterijstraat 8 Roterijstraat 8 te 8710 Wielsbeke, voor het verbouwen van een woning, slopen en herbouwen van aanbouw, rooien van bomen en  functiewijziging, op een perceel gelegen Schragenstraat 37 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie C 181 A2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

●        De voorgenomen heraanplant maakt integraal deel uit van de omgevingsvergunning en aangeplant te worden tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.

●        De diagonale parkeerplaats met een oppervlakte van 4,80 m op 3,50 m in de voortuinstrook wordt uitgesloten van verharding. De zone dient aangeplant te worden met laagstammig groen tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op het voltooien van de werken.

●        Er wordt voorgesteld om de verharding in de  zijtuinstrook dieper te voorzien en dat tot een diepte van 11 m vanaf de rooilijn, meer specifiek tot aan de nieuwe buitenunit warmtepomp.

●        Als aandachtspunt wordt meegegeven dat bij het plannen van de werkzaamheden rekening moet worden gehouden met de locaties waar infiltratie voorzien wordt. Deze moeten vrijgehouden worden van vrije belastingen om bodemverdichting te vermijden en om de infiltratiecapaciteit van het terrein maximaal te vrijwaren tijdens de werken.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.20. OMV 2025_55 - Kapittelstraat 5 - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een carport, op een perceel gelegen Kapittelstraat 5 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 C2 aangevraagd door de heer Dieter Hinnens met als contactadres Kapittelstraat 5 te 8540 Deerlijk.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  5 juni 2025.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

●        Teneinde niet te moeten voldoen aan de gewestelijke verordening hemelwater moet de afwatering van het dak op een natuurlijke wijze infiltreren in de naastliggende onverharde bodem die minstens ¼ van de oppervlakte van het dak bedraagt. Concreet dient minstens 4,5 m² onverharde zone aanwezig te zijn rechtstreeks palend aan de carport (1/4 van 18 m²) en kan er geen aansluiting gemaakt worden met de bestaande regenwaterput.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●     De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●     De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, Oude Pastorijstraat, goedgekeurd 8 november 2012 met als bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfuncties en zone voor groenbuffer.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd op 5 november 2014 (dossiernummer 2014.15/1049).

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag 

De verkaveling is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●     Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997.

●     Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

●     Gemeentelijke algemene bouwverordening inzake vellen van hoogstammige bomen, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 maart 1974 en goedgekeurd bij KB op 4 juli 1974.

2. Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 3 september 2014 door het college van burgemeester en schepenen voor het slopen van bestaande bedrijfsgebouwen – het opbreken van bestaande verharding en het slopen van een bestaande woning.

Relevante milieuvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

Relevante omgevingsvergunningen

Volgende omgevingsvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Omgevingsvergunning afgeleverd op 20 april 2022 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een vrijstaande woning.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 646 m² en is gelegen langs de Kapittelstraat op ongeveer 300 m ten zuidoosten van de kern van Sint-Lodewijk. De Kapittelstraat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg in een recent aangelegde verkaveling. De verkaveling voorziet in een combinatie van vrijstaande, gekoppelde en aangebouwde ééngezinswoningen met maximaal twee bouwlagen en een hellend of plat dak. De invulling van de verkaveling met de woningen is lopende. De Proosdijstraat betreft een doodlopende zijstraat.

Het perceel is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning die bestaat uit twee bouwlagen met hellend dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 5,80 m en de nokhoogte ligt op 10,90 m. De woning is ingeplant op 5,20 m van de rooilijn, de garage op 6 m van de rooilijn, op 6,47 m van de rechter zijperceelsgrens en op 4 m van de linker zijperceelsgrens. De afstand tot de achterkavelgrens bedraagt 12,65 m. De woning heeft een breedte van 13,40 m. De diepte op het gelijkvloers bedraagt 9 m.

In de voortuin wordt de oprit naar de garage met een oppervlakte van 18,53 m² verhard in klinkers. In de tuinzone wordt een terras van 33,25 m² in tegels aangelegd. Deze verhardingen zijn vergund (OMV_2021188031) en nog in uitvoering.

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een carport aan te bouwen tegen de linker zijgevel van de woning.  De carport heeft een oppervlakte van 18 m², de lengte bedraagt 5,38 m en de breedte vanaf de zijgevel 3,34 m.  De carport wordt opgetrokken tot een hoogte van 2,70 m en heeft een zichtbare houten roostering.  Het platte dak, dat afgewerkt wordt met EPDM en steunt op 2 zwarte metalen palen, wordt voorzien van een dakrand in zwarte volkern.  De achterzijde van de carport overschrijdt de achtergevelbouwlijn van de woning niet.  De carport wordt ingeplant op 0,66 m van de linker perceelgrens en op 3,62 m achter de voorgevelbouwlijn. Er wordt een bijkomende oprit naar de carport aangelegd naast de vergunde oprit naar de inpandige garage. In de voortuinstrook wordt een oprit met een breedte van 3,34 m voorzien in dezelfde niet-waterdoorlatende grijze klinkers als de vergunde oprit ernaast. De totale breedte van de twee opritten naast elkaar wordt 7 m. In de zijtuinstrook wordt de oprit naar en onder de carport aangelegd met waterdoorlatend dolomiet.

De twee fietsplaatsen, die opgelegd werden als voorwaarde bij de vergunning van de woning (OMV_2021188031), worden voorzien onder de carport.

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden. 

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling.

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van de verkaveling gezien de carport ingepland is op meer dan 0,5 m van de perceelsgrens, niet groter is dan 18 m² en niet hoger dan 3 m. De carport wordt niet voorzien in de zone voor buffergroen aan de rechter zijtuinstrook van de woning waar een bouwverbod geldt. De carport is niet breder of dieper dan 6 m. De drie zijden van de carport zijn open en de carport is in harmonie met het hoofdgebouw. De dakbedekking voldoet aan de voorschriften en is vrij te kiezen, met uitzondering van golfplaten en steeldeck.

In de voortuinstrook wordt enkel de toegang tot de woning, de garage en carport in niet-waterdoorlatende verharding aangelegd. Deze verharding overschrijdt de maximale breedte van 7 m niet. De niet-waterdoorlatende verharding in de voortuinstrook wordt met een uniform materiaal aangelegd.

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kapittelstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.
De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (< 40 m²). Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

De aanvrager heeft in zijn aanvraag aangeduid dat deze niet valt onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Dit betekent dat de afwatering van het dak op een natuurlijke wijze moet infiltreren in de omliggende onverharde bodem die minsten ¼ van de oppervlakte van het dak bedraagt (Concreet dient minstens 4,5 m² onverharde zone aanwezig te zijn rechtstreeks palend aan de carport (1/4 van 18 m² na opleggen van de voorwaarde) en dat er geen aansluiting wordt gemaakt met de bestaande regenwaterput. Gezien dit niet duidelijk af te leiden is uit de plannen wordt dit als voorwaarde opgelegd. De oprit worden deels aangelegd in waterdoorlatende verharding en deels in niet-waterdoorlatende verharding die afwatert in de naastliggende onverharde ruimte zodat het water van de verhardingen infiltreert in de bodem.

Bijgevolg kan, mits het opleggen van de voorwaarde, in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden wordt veroorzaakt.

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing.

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien de beperkte omvang/aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Functie:

De aanvraag heeft betrekking op het aanbouwen van een carport bij een eengezinswoning. De functie blijft ongewijzigd en passend binnen deze omgeving.

Inplanting, bouwvolume, verschijningsvorm ruimtegebruik:

De carport wordt aangebouwd tegen de zijgevel van de woning en overschrijdt de achtergevelbouwlijn van de woning niet. Op die manier vormt de bebouwing na de werken een compact geheel.  De carport is op een ruime afstand ingeplant ten opzichte van de straat en zal het straatbeeld, noch het type woning, niet verstoren.  De constructie is ondergeschikt aan de woning en heeft een beperkt volume. Er wordt geen hinder verwacht voor de omliggende percelen.

De zijden zijn open zodat de doorkijk naar de tuin behouden blijft. De kleur van de carport integreert zich bij de bestaande bebouwing door de terugkerende zwarte gevelelementen in de woning.

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De functie van eengezinswoning blijft behouden, bijgevolg wordt geen wijziging van de verkeersaantrek verwacht. De toevoeging van een carport met oprit zorgt voor voldoende parkeergelegenheid bij de woning.

Groen- en omgevingsaanleg:

De geplande verharding in de zijtuinstrook wordt voorzien in waterdoorlatende materialen, wat de waterhuishouding ten goede komt.

De opritten naar de inpandige garage en carport worden gekoppeld. Er blijf een voldoende ruime voortuin over die groen aangelegd zal worden.

De woning beschikt eveneens over een voldoende ruime tuinzone achteraan de woning om een kwalitatieve tuin te kunnen aanleggen.

Conclusie

Het ontwerp is bijgevolg verenigbaar met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13 Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

●     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●     Andere:

○     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

○     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Dieter Hinnens met als contactadres Kapittelstraat 5 te 8540 Deerlijk, voor het plaatsen van een carport, op een perceel gelegen Kapittelstraat 5 en met als kadastrale omschrijving (afd. 2) sectie E 830 C2, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

●        Teneinde niet te moeten voldoen aan de gewestelijke verordening hemelwater moet de afwatering van het dak op een natuurlijke wijze infiltreren in de naastliggende onverharde bodem die minstens ¼ van de oppervlakte van het dak bedraagt. Concreet dient minstens 4,5 m² onverharde zone aanwezig te zijn rechtstreeks palend aan de carport (1/4 van 18 m²) en kan er geen aansluiting gemaakt worden met de bestaande regenwaterput.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.21. OMV 2025_42 - Vichtesteenweg - beslissing

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een hoogspanningscabine, op een perceel gelegen Vichtesteenweg  en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 596 X3 aangevraagd door Yvan Van Geluwe wonende Leenakkerstraat 36 te 8791 Waregem.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de vermelde aanvraag, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en heeft betreffende de aanvraag het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar ingewonnen.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar zoals uitgebracht op  5 juni 2025.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt als volgt: Voorwaardelijk gunstig. Er dient voldaan te worden aan volgende voorwaarde(n):

●        Een zone met een breedte van 1,55 m en een lengte van 3,55 m (lengte van de cabine) dient bijkomend onthard te worden aan de voorzijde van de cabine, gericht naar de straat dit teneinde te voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.

●        De twee ontharde zones, aan weerszijden van de cabine dienen aangeplant te worden met streekeigen beplanting of struiken. De aanleg van deze groenstroken moet voltooid worden in het eerst volgende plantseizoen na het plaatsen van de elektriciteitscabine.

Het advies wordt als volgt gemotiveerd:

1.Stedenbouwkundige basisgegevens

Gewestplan

De bepalingen van het gewestplan Kortrijk (goedgekeurd 4 november 1977) zijn niet meer van toepassing en werden vervangen door de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig artikel 7.4.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Ruimtelijk uitvoeringsplan

●        De aanvraag ligt in een gebied waarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grens afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk’ door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op 20 januari 2006.

●        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen – Interfluvium, zoals vastgesteld door de deputatie op 25 juni 2015.

●        De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosthoek, definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 7 april 2016, met bestemming zone voor wonen met beperkte nevenfuncties.

Bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling.

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het RUP is van toepassing op de aanvraag.

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de vigerende voorschriften.

Stedenbouwkundige verordeningen

Voor het perceel zijn de volgende stedenbouwkundige verordeningen relevant:

●        Gewestelijke verordening inzake hemelwater, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023.

2.Historiek

Relevante stedenbouwkundige vergunningen

Volgende stedenbouwkundige vergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 7 januari 1966 door het college van burgemeester en schepenen voor het uitbreiden van een weeffabriek.

●        Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 21 mei 1986 door het college van burgemeester en schepenen voor het plaatsen van een reclamepaneel.

Relevante milieuvergunningen

Volgende milieuvergunningen en/of weigeringen zijn relevant:

●        Milieuvergunning afgeleverd op 30 november 1994 door het college van burgemeester en schepenen voor een weverij van meubelstoffen.

●        Milieuvergunning afgeleverd op 6 november 2013 door het college van burgemeester en schepenen voor weverij en opslag textiel.

Relevante omgevingsvergunningen

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

3.Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

3.1 Beschrijving van de omgeving

De eigendom is een perceel met een oppervlakte van 1.658 m² en is gelegen langs de Vichtesteenweg op ongeveer 950 m ten zuidoosten van de kern van Deerlijk. De Vichtesteenweg is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Het perceel is bebouwd met een loods met een oppervlakte van 1.370 m². De loods is opgetrokken 30,4 m achter de rooilijn en heeft een bouwdiepte van 48 m en een breedte van 30 m.  De loods bestaat uit 1 bouwlaag en een zaagtand- of shed-dak met centraal vooraan een gedeeltelijk plat dak. De zone voor de loods is volledig verhard en wordt gebruik als parking. De volledige oppervlakte van het perceel is verhard of bebouwd waardoor er geen groen aanwezig is. Tussen de rooilijn en de rijbaan is een groenzone van 5 m breed aangelegd die deel uitmaakt van het openbaar domein. Aan de rechterzijde is voor de loods een woning gebouwd die op een apart perceel gelegen is.

De omgeving is een omgeving die gekenmerkt wordt door een menging aan functies, zoals wonen, handel, en bedrijvigheid. De Vichtesteenweg is de verbindingsweg tussen het centrum van de gemeente Deerlijk met de N36 en het afrittencomplex van de E17.

3.2 Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvrager wenst een nieuwe elektriciteitscabine te bouwen bij een bestaande loods om stroom te kunnen leveren aan het vergunde gebouw. De cabine wordt geplaatst tussen het bestaande bedrijfsgebouw en de achteruitbouwstrook (een bouwvrije zone van 8 m vanaf het openbaar domein) op een verharde zone die nu dienst doet als parkeerplaats. De inplanting is voorzien op de linkerkavelgrens en de afstand tot de rechterkavelgrens bedraagt min. 17 m. De cabine is een type Taurus DLK met een breedte van 2,8 m op een diepte van 3,55 m, afgewerkt met een licht hellend dak met een nokhoogte van 2,44 m.. De cabine heeft een ondergrondse component die zich tot op 92 cm onder maaiveld bevindt. De wanden en het dak van de cabine worden afgewerkt in gewapend beton en voorzien van lichtgrijze structuurverf. In de cabine wordt een transformator van maximaal 63 kVA geplaatst. Aan de achterzijde van de cabine, de zijde van de loods, wordt een zone onthard van 1,55 m diep over de volledige lengte van de cabine.

3.3 Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag heeft geen betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit.

4.Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

5. Adviezen

Er dienden geen adviezen ingewonnen te worden.

6. Project-MER of OVR (ingeval van toepassing)

De aanvraag valt niet onder de bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. Project-MER of OVR is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

7.Inhoudelijke beoordeling van het dossier

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen wordt tot de volgende beoordeling van het dossier gekomen.

7.1 Planologische toets

De aanvraag dient getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van RUP Oosthoek.

Het gevraagde is in overeenstemming met de voorzieningen van het RUP, gezien de algemene voorschriften stellen dat binnen alle bestemmingszones bovengrondse en ondergrondse constructies van openbaar nut (zoals elektriciteitscabines) zijn toegelaten, voor zoverre ze geen afbreuk doen aan de kwaliteit en het normale gebruik van de zone.

7.2 Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Vichtesteenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Het goed is niet getroffen door een rooilijn.

7.3 Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat.

De omzendbrief OMG/2022/1 ‘Richtlijnen voor de toepassing van een klimaatbestendige watertoets en de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ reikt richtlijnen aan voor het toepassen van het nieuwe watertoetsbesluit, alsook voor het vrijwaren van watergevoelige gebieden.

Het voorliggend project heeft geen omvangrijke oppervlakte (< 40 m²).

Het betrokken goed is volgens de fluviale en de pluviale overstromingskaart niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

De aanvrager heeft in zijn aanvraag aangeduid dat deze niet valt onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Dit betekent dat de afwatering van het dak op een natuurlijke wijze moet infiltreren in de omliggende onverharde bodem die minsten ¼ van de oppervlakte van het dak bedraagt. Er wordt voorzien in het dossier om een voldoende grote zone te ontharden aan de achterzijde van de cabine. De cabine heeft echter een licht hellend dak dat naar twee zijden afwatert waardoor slechts de helft van het dakoppervlak natuurlijk kan infiltreren in deze voorziene groenzone. Daarom wordt als voorwaarde opgelegd dat een zone van dezelfde grote (een diepte van 1,55 m over de lengte van de cabine) onthard dient te worden aan de andere zijde van de cabine (voorzijde gericht naar de straat).

Bijgevolg kan, mits het naleven van de voorwaarde, in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt zal zijn.

7.4 Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlage I,II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004.

7.5 Natuurtoets

Volgens de natuurtoets blijkt dat geen onvermijdbare schade aan belangrijke natuurwaarden worden veroorzaakt.

7.6 Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

7.7 Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Niet van toepassing

7.8 Decreet grond- en pandenbeleid

Gezien aard van het project zijn geen normen of percentages betreffende de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing.

7.9 Milieuaspecten

Niet van toepassing.

7.10 Goede ruimtelijke ordening

Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt de aanvraag getoetst aan de hand van de aandachtspunten en criteria zoals vermeld in artikel 4.3.1 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, voor zover noodzakelijk en relevant.

Functie:

Het plaatsen van de elektriciteitscabine situeert zich bij een bestaande industriële loods in een woongebied. De aanvraag voor het plaatsen van een elektriciteitscabine staat garant voor de toevoer van de elektriciteitsbehoefte van een vergund gebouw. De bouwplaats van de cabine bevindt zich in de parkeerstrook voor het bedrijfsgebouw. De functie wordt niet gewijzigd.

Inplanting, ruimtegebruik, bouwvolume en verschijningsvorm:

De cabine wordt achter de bouwvrije zone geplaatst, die vastgelegd is in het RUP. De elektriciteitscabine wordt geplaats bij een bestaand bedrijf. Dit bedrijf heeft reeds een grote oppervlakte aan verharding en industriegebouw. De cabine is echter noodzakelijk in het kader van de bedrijfsvoering. De draagkracht van het perceel wordt niet overschreden door deze aanvraag.

De elektriciteitscabine wordt uitgevoerd in gewapend beton en wordt afgewerkt met een grijze structuurverf. Het materiaalgebruik is gangbaar voor dergelijke installaties. De cabine heeft wel een impact op het straatbeeld en is zichtbaar vanaf het openbaar domein (zie Groen-en omgevingsaanleg).

De cabine heeft een ondergrondse component die zich tot op 92 cm onder maaiveld bevindt. De ingreep op het bodemreliëf is bijgevolg zeer beperkt, rekening houdende met de beperkte oppervlakte van de constructie.

Parkeerplaatsen en verkeersaantrek:

De aanvraag zorgt niet voor een verandering van het gebruik van de vergunde loods en zal niet zorgen voor een toename in de verkeersaantrek.

Groen- en omgevingsaanleg:

De volledige oppervlakte van het perceel is verhard of bebouwd. Er wordt voorzien om een kleine zone achter de cabine te ontharden, maar deze is niet zichtbaar vanaf de openbare weg. Om voldoende te kunnen infiltreren wordt opgelegd om een zone aan de voorzijde van de cabine bijkomend te ontharden. Gelet op de impact van de cabine op het straatbeeld en het grote percentage verharding op het perceel wordt als voorwaarde opgelegd dat de twee ontharde zones aangeplant dienen te worden met streekeigen beplanting of struiken. De aanplanting moet voltooid worden in het eerst volgende plantseizoen na het plaatsen van de elektriciteitscabine.

Conclusie

Het ontwerp kan mits het naleven van de voorwaarde verenigbaar gemaakt worden met zijn onmiddellijke omgeving en met de goede plaatselijke aanleg.

7.11 Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

7.12 Scheidingsmuren

Niet van toepassing.

7.13  Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

Juridische gronden

●     Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●     Andere:

○     Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

○     Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingen

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en besluit bijgevolg tot het afleveren van de omgevingsvergunning aan Yvan Van Geluwe wonende Leenakkerstraat 36 te 8791 Waregem, voor het plaatsen van een hoogspanningscabine, op een perceel gelegen Vichtesteenweg  en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 596 X3, mits te voldoen aan volgende voorwaarde(n):

●        Een zone met een breedte van 1,55 m en een lengte van 3,55 m (lengte van de cabine) dient bijkomend onthard te worden aan de voorzijde van de cabine, gericht naar de straat dit teneinde te voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.

●        De twee ontharde zones, aan weerszijden van de cabine dienen aangeplant te worden met streekeigen beplanting of struiken. De aanleg van deze groenstroken moet voltooid worden in het eerst volgende plantseizoen na het plaatsen van de elektriciteitscabine.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.22. Vichtesteenweg 23 - schrapping risicogrond - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd goedkeuring te verlenen voor de schrapping van een risicogrond van de gemeentelijke inventaris, gelegen te Vichtesteenweg 23, 8540 Deerlijk met als kadastrale omschrijving afdeling sectie B, nummer 480R4.

Motivering

Op 14 april 2025 werd een elektronisch schrijven ontvangen van Notarissen Deerlijk.

Het betreft een vraag tot schrapping van de risicogrond gelegen Vichtesteenweg 23, sectie B, nummer 480R4.

Korte samenvatting van de gemotiveerde verklaring

Het notariaat is gelast met een zakenregeling voor dit goed.

Uit het bodemattest blijkt dat deze grond een risicogrond betreft.

De stedenbouwkundige inlichtingen vermelden echter geen vergunning waaruit kan blijken dat deze grond een risicogrond betreft.

Op 4 juni 2025 werd door de dienst omgeving een administratief onderzoek gevoerd waaruit blijkt dat er voldoende aangetoond wordt dat er in werkelijkheid geen risicoactiviteiten hebben plaatsgevonden op het perceel in kwestie.

In de vergunningshistoriek zijn er geen exploitatievergunningen gekend, dus vonden er geen risicoactiviteiten plaats.

Op het perceel ernaast, Vichtesteenweg 27, capakey 34009B0480/00P004, heeft de risicoactiviteit wel plaatsgevonden.

Uit het opzoekingssysteem van notariskantoor zie ik een kleine overlap van contouren.

Conclusie: perceel 34009B0480/00R004 mag geschrapt worden uit GIR als risicogrond.

Er zijn geen externe adviezen nodig.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 en § 3, 7° Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Art. 7, § 1 Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

●        het advies van de dienst omgeving te volgen en het perceel Vichtesteenweg 23, 8540 Deerlijk, 8540 Deerlijk, sectie B, nummer 480R4 te schrappen als risicoperceel;

●        deze beslissing over te maken aan OVAM.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.23. Basisschool De Driesprong - voorzien openbare verlichting ter hoogte van pad Kapel ter Rustestraat-Engelstraat - principiële goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd principieel goedkeuring te verlenen voor het voorzien van openbare verlichting aan basisschool De Driesprong, langs het pad dat de Kapel ter Rustestraat verbindt met de Engelstraat.

Motivering

In het kader van het project 'GO-basisschool De Driesprong' wordt het bestaande pad vanaf de Kapel ter Rustestraat tot aan de achterkant van de nieuwe school, verlengd tot aan de Engelstraat. Dit pad vormt een belangrijke verbinding voor de schoolgaande kinderen en ouders en zal tevens met recht van overgang worden gebruikt als korte verbinding voor de zwakke weggebruiker.
Door de plaatsing van openbare verlichting wordt niet alleen het comfort van de gebruikers verhoogd, maar wordt ook de sociale controle en veiligheid verbeterd.

De aanleg van de openbare verlichting gebeurt in twee fases:

●        Fase 1: vanaf de Kapel ter Rustestraat tot net voorbij de school. Dit pad heeft een breedte van 3 m binnen een erfdienstbaarheidszone van 4 m en is toegankelijk voor auto's. Hier worden 4  LED-armaturen geplaatst op een mast van 6 m. Uitvoering te voorzien in september 2025.

●        Fase 2: aansluitend op het pad in fase 1 tot aan de Engelstraat. Dit pad heeft een breedte van 2 m binnen een erfdienstbaarheidszone van 3 m. in dit gedeelte worden de 7 LED-armaturen geplaatst op een mast van 4 m. Uitvoering voorzien na aanleg van het pad binnen fase 2.
 

In het kader van licht als dienst waarbij enkel de kabelwerken worden aangerekend, maakte Fluvius een raming op. Na  principiële goedkeuring kan een officiële offerte opgemaakt worden.
Voor fase 1 wordt de kost geraamd op 5.034 euro excl. 21 % btw.
Voor fase 2 wordt de kost geraamd op 8.016 euro excl. 21 % btw.
Totaal: 13.050 euro excl. 21 % btw of 15.790,50 euro incl. 21 % btw.
 

Advies dienst wegen & water

Voor dergelijke bouwprojecten waarbij er een pad wordt aangelegd met recht van overgang, wordt er om praktische redenen voor gekozen om dit te laten uitvoeren door Fluvius.
In principe zijn alle kosten voor de aanleg van openbare verlichting ten laste van de ontwikkelaar. De uitbating gebeurt daarna door Fluvius en de verbruikskosten zijn voor de gemeente.

De procedure is als volgt:

●        Fluvius maakt een offerte op voor de aanleg van de leidingen en de plaatsing van de armaturen. De offerte is gericht aan de ontwikkelaar.

●        De offerte wordt door de ontwikkelaar goedgekeurd.

●        Plaatsing van de leidingen en armaturen binnen de erfdienstbaarheidszone.
 

Dit werd zo toegepast bij de ontwikkeling van het Spiegelpark, de Pluktuin en het lopende project van Eribo in de Harelbekestraat. Over die projecten heen werd een pad aangelegd met recht van overgang waarbij de kosten voor aanleg gedragen worden door de ontwikkelaars. 
Enige nuance kan hierin gebracht worden dat de school De Driesprong een openbare instelling is. Er is wel sprake van een (latere) private ontwikkeling binnen het domein van De Driesprong.

Er wordt verder afgestemd met basisschool De Driesprong voor verdere afspraken en een eventuele deelname in de kosten.
 

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

Er is geen budget voorzien. Dit budget wordt voorzien bij de volgende budgetbespreking.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit principieel goedkeuring te verlenen voor het voorzien van openbare verlichting langs het pad dat de Kapel ter Rustestraat verbindt met de Engelstraat, ter hoogte van basisschool De Driesprong .

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit verder af te stemmen met basisschool De Driesprong voor verdere afspraken en een eventuele deelname in de kosten.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.24. Regionaal Landschap Leie en Schelde - gemeenschappelijk KLE-reglement - principebeslissing - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om het gemeenschappelijk KLE-reglement van het Regionaal Landschap Leie en Schelde voor Zuid-West-Vlaanderen principieel goed te keuren.

Motivering

Ons huidig premiereglement 'aanleg en onderhoud kleine landschapselementen (KLE's)' werd in zitting van 10 september 2020 door de gemeenteraad goedgekeurd.  Het huidig reglement eindigt op 31 december 2025.  De vraag om in te stappen op een gemeenschappelijk KLE-reglement in onze regio komt dus op een ideaal tijdstip.

Aanleiding

De landschapswerking van het Regionaal Landschap Leie en Schelde (RLLS) stimuleert de aanplanting van typische kleine landschapselementen (hagen, houtkanten, poelen, fruitboomgaarden, bomenrijen, …), of KLE’S, op privaat eigendom in Zuid-West-Vlaanderen.

Een vaak voorkomende vraag tijdens terreinbezoeken is of er ook voor het onderhoud van KLE’s financiële ondersteuning mogelijk is. Het RLLS verwijst de eigenaars dan steevast door naar het reglement van onze gemeente.

Bij het in kaart brengen van deze reglementen merkte het RLLS op dat elk bestuur in Zuid-West-Vlaanderen een andere reglementering hanteert, met daarin andere KLE’s, andere voorwaarden en verschillende subsidiebedragen. Vanuit het RLLS stellen ze dan ook voor om een gemeenschappelijk KLE-reglement op te maken voor de volledige regio Zuid-West-Vlaanderen.

Doel

Met een gemeenschappelijk KLE-reglement voor Zuid-West-Vlaanderen willen we uniformiteit krijgen op vlak van ondersteuning voor het beheer van KLE’s.

Voordelen

●        Een uniform reglement, over alle gemeentegrenzen heen, voor heel Zuid-West-Vlaanderen: typering, definities en voorwaarden worden gelijkgesteld. Wat in de ene gemeente getypeerd wordt als KLE, is elders net hetzelfde.

●        Elke inwoner kan hetzelfde subsidiebedrag aanvragen per KLE-element: geen financiële verschillen per gemeente.

●        Alle KLE’s komen in aanmerking voor subsidies.

●        We stimuleren het onderhoud van de KLE’s door inwoners.

Uitwerking

Dit werd uitgewerkt door het Regionaal Landschap in overleg met alle groen- en milieuambtenaren.

In het voorgestelde reglement worden de subsidiebedragen en type KLE’s waarvoor ondersteuning mogelijk is, opgesomd.

De voorgestelde bedragen zijn conform de huidige marktprijzen en gebaseerd op bedragen die in andere regio’s of door andere instanties worden toegekend.

In het gemeenschappelijk reglement hanteren we vaste subsidiebedragen per element, maar geven we de vrijheid aan het lokaal bestuur om een jaarlijks beschikbaar budget vast te leggen voor deze subsidies.

Als regionaal landschap kunnen we de inwoners ondersteunen bij het aanleveren van wilgenpoten, aanleg en beheer van poelen en bijstaan voor het beheeradvies van ecologische waardevolle hooilanden, zoals aangegeven in het reglement. Het lokaal bestuur blijft instaan voor het verzamelen, verwerken, controleren en uitbetalen van de aanvragen. 

In eerste instantie wenst het RLLS te vragen of ons lokaal bestuur interesse heeft in het implementeren van een gemeenschappelijk KLE-reglement voor Zuid-West-Vlaanderen, op basis van het voorgelegde voorstel en bedragen.

De coördinator groen en proper adviseert om in te stappen op het reglement via het RLLS met als extra voordeel dat het RLLS de Deerlijkse burger rechtstreeks correct kan informeren en niet extra hoeft door te sturen naar ons.  Er wordt dus een overbodige tussenstap inzake het correct informeren gespaard, wat ten goede komt aan de klantgerichtheid naar de burger.  De aanleg en het onderhoud van de poelen wordt rechtstreeks gecoördineerd via het RLLS.  In ons huidig reglement ligt deze werklast inzake opvolging bij ons.  Bij het huidig premiereglement is er geen voorafgaande principiële goedkeuring nodig van het CBS en wordt enkel de uitbetaling van de premie voorgelegd ter goedkeuring aan het CBS.  Indien we instappen op een gemeenschappelijk premiereglement adviseert de coördinator groen en proper om de aanvraagprocedure zonder principiële goedkeuring te hanteren omwille van een overbodige administratieve last, zowel voor de burger als de behandelende ambtenaar.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 1 Decreet Lokaal Bestuur

Financiën

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om het gemeenschappelijk KLE-reglement van het Regionaal Landschap Leie en Schelde voor Zuid-West-Vlaanderen principieel goed te keuren en nadien de toekomstige definitieve versie ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.25. Inname openbaar domein - kennisname

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.26. Kohier van belasting op het aanleggen van voetpaden - uitvoerbaarverklaring - goedkeuring

Aanleiding en context

Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het kohier van de gemeentelijke belasting op het aanleggen van voetpaden voor aanslagjaar 2025 uitvoerbaar te verklaren.

Motivering

De gemeenteraad keurde op 9 november 1995, op 31 januari 2002, op 26 september 2013, op 19 december 2019 en op 17 december 2020 het gemeentelijk belastingreglement op het aanleggen van voetpaden goed. In uitvoering daarvan wordt jaarlijks een kohier opgemaakt. Het kohier bevindt zich in bijlage.

Er zijn geen adviezen nodig.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere :

○          Art. 4, § 3 decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de latere wijzigingen ervan

○          Gemeentelijke belastingreglementen op het aanleggen van voetpaden van 9 november 1995, van 31 januari 2002, van 26 september 2013, van 19 december 2019 en van 17 december 2020

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit het belastingkohier terzake voor aanslagjaar 2025 uitvoerbaar te verklaren. Het kohier bevat 1 artikel voor een totaal bedrag van 20,76 euro.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

C.27. Premies voor seniorenverenigingen - werkjaar 2024 - goedkeuring

Aanleiding en context

Om de seniorenverenigingen van Deerlijk, die aangesloten zijn bij de seniorenraad, te ondersteunen in hun ouderenzorg en seniorenwerking, wordt hen een premie toegekend. Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd om de verdeling van de premies voor een totaalbedrag van 7.500 euro goed te keuren.

Motivering

Het premiereglement voor seniorenverenigingen aangesloten bij de seniorenraad, goedgekeurd in de gemeenteraad van 17 december 2020, laat toe premies uit te keren aan de aangesloten seniorenverenigingen. De premies worden toegekend op basis van het voorafgaand werkjaar.

De goedkeuring van de premies voor seniorenverenigingen, op basis van het werkjaar 2024, ligt voor.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 3, 3° Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Gemeenteraad 17 december 2020 - Premiereglement voor seniorenverenigingen

Financiën

De beslissing heeft financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit de verdeling van de premies voor de seniorenverenigingen aangesloten bij de seniorenraad, op basis van het werkjaar 2024, als volgt goed te keuren en de goedgekeurde bedragen over te maken op rekening van de desbetreffende seniorenverenigingen.

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

D.1. Carine Devooght - refterhulp en busbegeleider - ontvangst naar aanleiding van oppensioenstelling - goedkeuring

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

D.2. Tina Colle - ASV-leerkracht - ontvangst naar aanleiding van oppensioenstelling - goedkeuring

Zitting van CBS van 11 JUNI 2025

D.3. OMV_2024092993 (VK 2024_6) - Meynaertkouter - beroep - advies

Aanleiding en context

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 februari 2025, betreffende een voorwaardelijke omgevingsvergunning voor het verkavelen van een perceel voor één lot voor woningbouw, op een perceel gelegen Meynaertkouter / Waregemstraat 202 en 204 en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 182 E, (afd. 1) sectie B 183 T, (afd. 1) sectie B 183 S en (afd. 1) sectie B 183 R, werd beroep ingesteld.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen heeft op 26 februari 2025 de omgevingsvergunning op naam van de heer Dirk Demeurie en Jasper Demeurie, voor het verkavelen van een perceel voor één lot voor woningbouw, op een perceel gelegen Meynaertkouter / Waregemstraat 202 en 204, voorwaardelijk vergund.

De leidend ambtenaar van het Departement Omgeving heeft op 3 april 2025 tegen deze vergunningsbeslissing beroep aangetekend bij de deputatie.

Het beroepsschrift meldt samengevat:

●        Het stuk grond is niet gelegen aan een voldoende uitgeruste weg (cfr. Art 4.3.5 VCRO) gezien de toegang genomen wordt over een onbestemd stuk terrein, waarvan het statuut niet onmiddellijk duidelijk is en dat opgenomen is in een lot 4 dat uit de verkaveling geweerd wordt.

●        Lot 4 is bestemd als woonuitbreidingsgebied. Bezwaarindiener gaat niet akkoord met het hypothekeren van een potentiële toegang tot een woonuitbreidingsgebied, waarvan de ordening niet bekend is, door het aanleggen van een toegang tot een privaat bouwlot.

●        Aanvraag voldoet ook niet aan de bepalingen van artikel 1.1.4 van de VCRO waardoor het bezwaarlijk verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening kan genoemd worden, omwille van onder meer volgende elementen:

○        perceel is niet gelegen aan een voldoende uitgeruste openbare weg maar integendeel omringd door woonuitbreidingsgebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied;

○        perceel maakt de facto ook deel uit van het landschappelijk waardevol gebied en lijkt in agrarisch gebruik;

○        de betreffende open ruimte wordt versnipperd en gefragmenteerd;

○        het open zicht op de Bonte Os wordt deels afgesloten, bebouwd en vertuind.

De deputatie heeft op 30 april 2025 het beroep ontvankelijk en volledig verklaard.

Overeenkomstig artikel 60 lid 2 van het omgevingsvergunningsdecreet en artikel 75 van het omgevingsbesluit beschikt het college van burgemeester en schepenen over een termijn van 50 dagen om advies uit te brengen over dit beroep.

Het college van burgemeester en schepenen wenst van deze adviesvraag gebruik te maken om de motivatie uit de vergunningsbeslissing als volgt bijkomend te motiveren:

●        Het betrokken perceel:

○        is gelegen in woongebied volgens het gewestplan, wat impliceert dat het de uitdrukkelijke planologische bestemming heeft om bebouwd te worden;

○        maakt op zich géén deel uit van landschappelijk waardevol agrarisch gebied;

○        kan dus niet als ‘restperceel’ in openruimtegebied beschouwd worden, maar zit effectief in woongebied.

●        Betreft "hypothekering van een potentiële toegang" tot een woonuitbreidingsgebied, is dit niet aan de orde, aangezien:

○        Het is niet de bedoeling om met deze verkaveling het woonuitbreidingsgebied te gaan ontwikkelen, integendeel. Het woonuitbreidingsgebied is immers gelegen onder de stolp, het gemeentelijk structuurplan voorziet geen ontwikkelingsmogelijkheid en ook is er in Deerlijk geen behoefte om bijkomend woonaanbod aan te tonen. Hierop voortgaand kan dit niet worden ingeroepen als van doorslaggevend belang.

○        De betreffende toegang ligt aangesloten op de uitgeruste weg Meynaertkouter en daar ligt de enige mogelijkheid voor een mogelijke ontsluiting. De zone van de aansluiting kan als een apart lot benoemd worden zodat het niet langer deel uitmaakt van de rest van het lot 4 dat eerder een openruimtegebied is.

○        Een ontsluiting via de private toerit naar de Waregemstraat impliceert dat de woning in een 3de bouwlijn ten opzichte van de Waregemstraat komt de liggen wat voor het college van burgemeester en schepenen geen wenselijke evolutie betreft.

●        Toetsing aan artikel 4.3.1 VCRO – goede ruimtelijke ordening en de algemene doelstellingen van artikel 1.1.4 VCRO:

○        Er zijn geen ernstige mobiliteitsbezwaren noch enige concrete hinder.

○        Bij de vooropgestelde bebouwing/voorschriften wordt rekening gehouden met de landelijke context. Typologie sluit aan op het bestaande woonweefsel.

○        Het perceel wordt ingepland binnen het bestaand woonweefsel, in een woongebied volgens het gewestplan, zonder aansnijding van de open ruimte, waardoor het argument versnippering niet aan de orde is.

○        Er wordt uitdrukkelijk rekening gehouden met het visueel doorzicht naar de achterliggende open ruimte. De claim dat het zicht wordt “afgesloten” is dan ook niet in overeenstemming met de ingediende plannen.

●        De aanvrager is bereid om de 'sentier' ter hoogte van de eigendom opnieuw open te stellen wat een maatschappelijke meerwaarde biedt. Het college wenst te benadrukken dat deze intentie een belangrijke schakel vormt in de mogelijks toekomstige herwaardering van een trage verbinding tussen de Bontestierstraat en de Breestraat.

Juridische gronden

●        Algemene basisbevoegdheid: Art. 56, § 2 Decreet Lokaal Bestuur

●        Andere:

○        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

○        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

Financiën

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van het ingestelde beroep.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit de motivering van de vergunningsbeslissing als volgt bijkomend te motiveren:

●        Het betrokken perceel:

○        is gelegen in woongebied volgens het gewestplan, wat impliceert dat het de uitdrukkelijke planologische bestemming heeft om bebouwd te worden;

○        maakt op zich géén deel uit van landschappelijk waardevol agrarisch gebied;

○        en kan dus niet als ‘restperceel’ in openruimtegebied beschouwd worden, maar zit effectief in woongebied.

●        Betreft "hypothekering van een potentiële toegang" tot een woonuitbreidingsgebied, is dit niet aan de orde, aangezien:

○        Het niet de bedoeling is om met deze verkaveling het woonuitbreidingsgebied te gaan ontwikkelen, integendeel. Het woonuitbreidingsgebied is immers gelegen onder de stolp, het gemeentelijk structuurplan voorziet geen ontwikkelingsmogelijkheid en ook is er in Deerlijk geen behoefte om bijkomend woonaanbod aan te tonen. Hierop voortgaand kan dit niet worden ingeroepen als van doorslaggevend belang.

○        De betreffende toegang ligt aangesloten op de uitgeruste weg Meynaertkouter en daar ligt de enige mogelijkheid voor een mogelijke ontsluiting. De zone van de aansluiting kan als een apart lot benoemd worden zodat het niet langer deel uitmaakt van de rest van het lot 4 dat eerder een openruimtegebied is.

○        Een ontsluiting via de private toerit naar de Waregemstraat impliceert dat de woning in een 3de bouwlijn ten opzichte van de Waregemstraat komt de liggen wat voor het college van burgemeester en schepenen geen wenselijke evolutie betreft.

●        Toetsing aan artikel 4.3.1 VCRO – goede ruimtelijke ordening en de algemene doelstellingen van artikel 1.1.4 VCRO:

○        Er zijn geen ernstige mobiliteitsbezwaren noch enige concrete hinder.

○        Bij de vooropgestelde bebouwing/voorschriften wordt rekening gehouden met de landelijke context. Typologie sluit aan op het bestaande woonweefsel.

○        Het perceel wordt ingepland binnen het bestaand woonweefsel, in een woongebied volgens het gewestplan, zonder aansnijding van de open ruimte, waardoor het argument versnippering niet aan de orde is.

○        Er wordt uitdrukkelijk rekening gehouden met het visueel doorzicht naar de achterliggende open ruimte. De claim dat het zicht wordt “afgesloten” is dan ook niet in overeenstemming met de ingediende plannen.

●        De aanvrager is bereid om de 'sentier' ter hoogte van de eigendom opnieuw open te stellen wat een maatschappelijke meerwaarde biedt. Het college wenst te benadrukken dat deze intentie een belangrijke schakel vormt in de mogelijks toekomstige herwaardering van een trage verbinding tussen de Bontestierstraat en de Breestraat.