Aanleiding en context
De gemeenteraad wordt gevraagd de elfde wijziging van de algemene politieverordening goed te keuren, naar aanleiding van de opname van gewestelijke ambtenaren-vaststellers in de APV (personeel OVAM) die overtredingen van de vermelde milieu-gerelateerde artikelen kunnen vaststellen in een bestuurlijk verslag, met als doel zwerfvuilacties te kunnen opzetten.
Motivering
1.
De vigerende algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk (APV) werd vastgesteld op 29 april 2010.
Ze werd aangepast bij beslissingen van 1 december 2011, 5 december 2013, 28 januari 2016, 14 juli 2016, 27 oktober 2016, 30 november 2017, 20 september 2018, 29 oktober 2020, 27 mei 2021 en 16 december 2021.
Er ligt, op grond van de navolgende overwegingen, een nieuw voorstel tot elfde wijziging voor.
2.
De gemeenteraad is bevoegd op grond van art. 41, tweede lid, 2° van het Decreet Lokaal Bestuur (DLB) en art. 119 van de nieuwe gemeentewet (NGW).
De voorgestelde wijzigingen hebben de handhaving van de openbare orde in de ruimste zin van het woord als voorwerp.
3.
Wijziging art. 1 APV - Opname van gewestelijke vaststellers in art. 1 APV
De gemeenteraad heeft op 24 februari 2022 een aantal personeelsleden van OVAM (de Vlaamse afvalstoffenmaatschappij) aangeduid als gewestelijk vaststeller GAS (ambtenaar-vaststeller) van de gemeente Deerlijk voor het vaststellen van overtredingen op de artikelen 106, 110, 121 t.e.m. 123, 125 t.e.m. 129, 130, 131, 144 en 294 t.e.m. 328 - inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in de artikelen 28 en 29 - van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk en bijkomend art. 147 par. 2 APV (bijhebben hondenpoepzakje).
De personeelsleden van OVAM zijn gewestelijke ambtenaren in de zin van art. 21, par. 1, 2° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Door deze beslissing van de gemeenteraad van 24 februari 2022 dient ook een bijkomend vierde lid in art. 1 van de APV te worden opgenomen. Op die wijze worden deze personeelsleden van OVAM ook in de APV aangeduid als ambtenaar-vaststeller voor de overtreding van de aangegeven artikelen.
Er wordt op deze gronden voorgesteld artikel 1 van de algemene politieverordening (APV) her vast te stellen als volgt, zie het nieuwe vierde lid:
“In geval van overtreding van deze verordening kan de politie de overtreder aanmanen om de niet-reglementaire toestand ongedaan te maken.
De politieambtenaren aangeduid in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties zijn bevoegd voor de vaststelling van alle overtredingen vervat in deze politieverordening. Van de vaststelling wordt proces-verbaal opgemaakt.
De inbreuken op de artikelen 106, 110, 121 t.e.m. 123, 125 t.e.m. 129, 130, 131, 144 en 294 t.e.m. 328 - inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in de artikelen 28 en 29 - van deze algemene politieverordening kunnen, met toepassing van art. 21 par. 1, 2° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, ook worden vastgesteld door personeelsleden van het intergemeentelijk samenwerkingsverband IMOG (Intergemeentelijke Maatschappij voor Openbare Gezondheid in Zuid-West-Vlaanderen) die hiertoe binnen het raam van hun bevoegdheden door de gemeenteraad worden aangewezen.
De inbreuken op de artikelen 106, 110, 121 t.e.m. 123, 125 t.e.m. 129, 130, 131, 144 en 294 t.e.m. 328 - inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in de artikelen 28 en 29 - en bijkomend art. 147 par. 2 APV (bijhebben hondenpoepzakje) van deze algemene politieverordening kunnen, met toepassing van art. 21 par. 1, 2° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, ook worden vastgesteld door gewestelijke vaststellers die personeelslid zijn van OVAM en die hiertoe binnen het raam van hun bevoegdheden door de gemeenteraad worden aangewezen.
Indien OVAM bepaalt dat hun personeelsleden op bepaalde artikelen geen vaststellingen zullen (mogen) doen, dan heeft dit een beperkende invloed.
De inbreuken vermeld in de twee voorgaande leden worden in een bestuurlijk verslag of vaststelling opgenomen. Voor deze inbreuken dient het woord “proces-verbaal” in deze verordening te worden gelezen als “bestuurlijk verslag” of “vaststelling”.”
De gemeenteraad sluit zich bij het voorstel en de daartoe gehanteerde motieven aan.
4.
Er werd, overeenkomstig art. 4, par. 5 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, advies gevraagd aan de jeugdraad.
De jeugdraad heeft bij mail van 9 maart 2022 positief geadviseerd.
5.
Onderhavige materie werd besproken op het college van burgemeester en schepenen van 23 maart 2022.
Juridische gronden
● Algemene basisbevoegdheid:
○ Art. 41, tweede lid, 2°, 286 tot en met 288 en 330 Decreet Lokaal Bestuur
● Andere:
○ de nieuwe gemeentewet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 119, 119bis, 133 en 135, par. 2 zoals thans van kracht
○ de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 20 en 21, § 1, 2°
○ de uitvoeringsbesluiten bij de aangehaalde wet van 24 juni 2013
○ het Decreet Lokaal Bestuur (DLB), inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken, art. 41 tweede lid, 2°, 286 tot en met 288 en 330
Financiën
De beslissing heeft geen financiële gevolgen.
BESLUIT
Eenparig goedgekeurd
Artikel 1
Artikel 1 van de algemene politieverordening (APV) wordt hervastgesteld als volgt:
“In geval van overtreding van deze verordening kan de politie de overtreder aanmanen om de niet-reglementaire toestand ongedaan te maken.
De politieambtenaren aangeduid in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties zijn bevoegd voor de vaststelling van alle overtredingen vervat in deze politieverordening. Van de vaststelling wordt proces-verbaal opgemaakt.
De inbreuken op de artikelen 106, 110, 121 t.e.m. 123, 125 t.e.m. 129, 130, 131, 144 en 294 t.e.m. 328 - inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in de artikelen 28 en 29 - van deze algemene politieverordening kunnen, met toepassing van art. 21 par. 1, 2° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, ook worden vastgesteld door personeelsleden van het intergemeentelijk samenwerkingsverband IMOG (Intergemeentelijke Maatschappij voor Openbare Gezondheid in Zuid-West-Vlaanderen) die hiertoe binnen het raam van hun bevoegdheden door de gemeenteraad worden aangewezen.
De inbreuken op de artikelen 106, 110, 121 t.e.m. 123, 125 t.e.m. 129, 130, 131, 144 en 294 t.e.m. 328 - inbegrepen de erin betrokken begrippen zoals bepaald in de artikelen 28 en 29 - en bijkomend art. 147 par. 2 APV (bijhebben hondenpoepzakje) van deze algemene politieverordening kunnen, met toepassing van art. 21 par. 1, 2° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, ook worden vastgesteld door gewestelijke vaststellers die personeelslid zijn van OVAM en die hiertoe binnen het raam van hun bevoegdheden door de gemeenteraad worden aangewezen.
Indien OVAM bepaalt dat hun personeelsleden op bepaalde artikelen geen vaststellingen zullen (mogen) doen, dan heeft dit een beperkende invloed.
De inbreuken vermeld in de twee voorgaande leden worden in een bestuurlijk verslag of vaststelling opgenomen. Voor deze inbreuken dient het woord “proces-verbaal” in deze verordening te worden gelezen als “bestuurlijk verslag” of “vaststelling”.”
Artikel 2
De overtreding van de bij deze beslissing in de algemene politieverordening ingevoegde, gewijzigde of hervastgestelde bepalingen is strafbaar overeenkomstig Titel 1 (Strafbepalingen) van Deel 1 (Strafbepalingen, bemiddeling en begrippenkader) van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk zoals oorspronkelijk vastgesteld op 29 april 2010 en naderhand verschillende malen gewijzigd en waarvan artikel 2 luidt als volgt:
“Voor zover bij wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale verordeningen geen straffen of sancties zijn voorzien, worden de inbreuken op de bepalingen van deze politieverordening gestraft met:
1° een administratieve geldboete van maximum 350 euro
2° een administratieve schorsing van een verleende toestemming of vergunning
3° een administratieve intrekking van een verleende toestemming of vergunning
4° een tijdelijke of definitieve sluiting van een inrichting
Indien de dader een minderjarige is, die de volle leeftijd van zestien jaar heeft bereikt op het tijdstip van de feiten, bedraagt het maximum van de administratieve geldboete 175 euro.
De in het eerste lid bedoelde schorsing, intrekking of sluiting worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen. De administratieve geldboete wordt opgelegd door de sanctionerend ambtenaar.”
Artikel 3
Dit reglement zal op de webtoepassing van de gemeente worden bekendgemaakt overeenkomstig art. 286 van het DLB. Het treedt in werking overeenkomstig artikel 288, eerste lid.
Op dezelfde dag als de bekendmaking zal de toezichthoudende overheid via het digitaal loket van deze bekendmaking op de hoogte worden gebracht.
Artikel 4
De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen de oorspronkelijke tekst van de algemene politieverordening van de gemeente Deerlijk, hervastgesteld bij gemeenteraadsbesluit van 1 december 2011, 5 december 2013, 28 januari 2016, 14 juli 2016, 27 oktober 2016, 30 november 2017, 20 september 2018, 29 oktober 2020, 27 mei 2021 en 16 december 2021, te coördineren met de tekst van deze wijzigingsbeslissing.
Artikel 5
Een afschrift van deze beslissing wordt toegestuurd aan de deputatie van de Provincieraad, de procureur des Konings van West-Vlaanderen - afdeling Kortrijk, de afdelingsgriffier van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen - afdeling Kortrijk, de afdelingsgriffier van de politierechtbank van West-Vlaanderen - afdeling Kortrijk, aan de sanctionerend ambtenaren, de bemiddelingsambtenaar, de korpschef van de Politiezone GAVERS (Deerlijk en Harelbeke) en aan de voorzitter van het politiecollege.
Register der bekendmakingen
Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.
Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie heeft plaatsgevonden.
Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.