Aanleiding en context

 

De burgemeester wordt gevraagd een besluit te nemen met betrekking tot de plaatsen waar een mondmasker verplicht is.

 

Motivering

 

1.

 

Op 27 juli 2020 besliste de burgemeester het volgende:

 

"De burgemeester besluit dat, ter vrijwaring van de openbare veiligheid en gezondheid in het licht van de Covid-19 pandemie, het dragen van een mondmasker verplicht is in volgende straten en/of private of publieke druk bezochte plaatsen:

- op parkings van grootwarenhuizen

- voor alle publiek op sport- en speelterreinen en in openbare parken

en dit voor zolang de maatregelen tegen de verdere verspreiding van het Covid-19 virus, genomen door de federale overheid, gehandhaafd blijven."

 

2.

 

Het MB van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken bepaalt in zijn art. 21bis, tweede lid, 10° nog altijd dat eenieder vanaf de leeftijd van 12 jaar verplicht is om de mond en de neus te bedekken met een mondmasker of elk ander alternatief in stof op elke private of publieke druk bezochte plaats, bepaald door de bevoegde lokale overheid en afgebakend met een aanplakking die de tijdstippen preciseert waarop de verplichting van toepassing is.

 

Op de laatste nationale veiligheidsraad werd aanbevolen het dragen van mondmaskers niet te verplichten in openlucht op plaatsen waar de sociale afstand kan worden gegarandeerd.

 

3.

 

In het overleg tussen de burgemeesters en de provinciegouverneur van 1 oktober 2020 stelde de gouverneur een uniform besluit van zijn ambt in het vooruitzicht dat op het gehele grondgebied van de provincie zou gelden.  Op deze vergadering was er een algemeen akkoord van alle burgemeesters.

 

De provinciegouverneur heeft dit aangekondigde besluit op 2 oktober 2020 genomen en daarvan kennis gegeven aan de gemeenten.

 

Het besluit van de gouverneur moet worden samen gelezen met de diverse federale regelingen inzake de mondmaskerplicht zoals bv. in winkels en winkelcentra, theater-, concert- en conferentiezalen, enz. ... .

 

De algemene principes die in het besluit van de gouverneur van toepassing zijn, zijn samen te vatten als volgt:

 

          algemene verplichting om een mondmasker bij zich te hebben op het volledige grondgebied van de provincie West-Vlaanderen;

          mondmaskerplicht voor alle toeschouwers van sportactiviteiten (trainingen, wedstrijden, oefenmatchen, tornooien…);

          mondmaskerplicht in alle voor het publiek toegankelijke gebouwen (gemeentehuis, sporthal, bibliotheek…) met uitzondering wanneer men neerzit en op voorwaarde dat de social distancy en andere algemene regels worden gerespecteerd (de 6 gouden regels);

          mondmaskerplicht op alle markten, kermissen en evenementen;

          mondmaskerplicht op begraafplaatsen 1 week voor en 1 week na Allerheiligen (van 24 oktober 2020 - 0.00 uur t.e.m. 8 november 2020 - 24.00 uur);

          mondmaskerplicht op de recyclageparken.

 

De provinciegouverneur stelt in zijn aangehaald besluit van 2 oktober 2020 uitdrukkelijk dat de burgemeesters bevoegd zijn om de mondmaskerplicht te regelen in hun winkelstraten, met duidelijke affichering op straatniveau.

 

4.

 

Gegeven het besluit van de gouverneur van 2 oktober 2020 is er enkel nog reden om voor de gemeente Deerlijk op specifiek private of publieke druk bezochte plaatsen bij toepassing van art. 21bis, tweede lid, 10° van het MB van 30 juni 2020 het dragen van een mondmasker te verplichten.  Het politiebesluit van de gouverneur van 2 oktober 2020 laat deze bevoegdheid van de burgemeester of zijn vervanger onverlet.

 

5.

 

Coronavirussen zijn een familie van virussen die een infectie veroorzaken bij mensen en verschillende dieren.  Covid-19 is een nieuwe stam van het coronavirus die nog niet eerder bij de mens is vastgesteld.  Het virus is van mens tot mens overdraagbaar en heeft zich ondertussen ook verspreid in verschillende landen.

 

Het coronavirus verspreidt zich van mens op mens via kleine druppeltjes die bij hoesten en niezen vrijkomen.  Via de druppeltjes komt het virus terecht in de lucht, op voorwerpen en oppervlakten.  Wie die druppeltjes inademt of via de handen in de mond, neus of ogen binnenkrijgt, kan besmet raken met het virus.

 

Het virus is dus duidelijk niet verdwenen van het Belgische grondgebied en blijft circuleren.

 

Het dragen van een mondmasker of van elk ander alternatief in stof speelt een belangrijke rol in de strategie om de corona-epidemie in te dijken of minstens in toom te houden.  Het dragen van mondmaskers wordt dan ook aanbevolen aan de bevolking voor elke situatie waarin de regels van social distancing niet kunnen worden nageleefd, om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan en is zelfs verplicht in bepaalde inrichtingen en bepaalde specifieke situaties (zie het aangehaalde artikel 21bis van het MB van 30 juni 2020).  Het louter gebruik van een masker volstaat echter niet en moet altijd gepaard gaan met de andere preventiemaatregelen.  De social distancing blijft daarin de belangrijkste en prioritaire preventiemaatregel.

 

6.

 

De gemeenten in het algemeen (zie art. 135 par. 2 van de Nieuwe Gemeentewet (NGW), inzonderheid art. 135 par. 2, 5° NGW wat de openbare gezondheid betreft) en de burgemeester in het bijzonder (zie art. 133 NGW) dienen in te staan voor de handhaving voor de openbare rust, de openbare orde en de openbare veiligheid.  Tot de openbare orde en de openbare  veiligheid behoort, blijkens het aangehaalde artikel art. 135 par. 2, 5° NGW, ook de openbare gezondheid.

 

Blijkens artikel 134 par. 1 van de Nieuwe Gemeentewet kan de burgemeester in geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of iedere andere onvoorziene gebeurtenis politieverordeningen maken indien het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners.

Indien de burgemeester van deze bevoegdheid gebruik maakt moet hij de redenen opgeven op grond waarvan hij heeft gemeend zich niet tot de gemeenteraad te moeten wenden.

Dergelijke verordeningen van de burgemeester vervallen indien ze niet in eerstvolgende gemeenteraad worden bekrachtigd tenzij de situatie, wanneer de gemeenteraad samenkomt, voorbij zou zijn.  In dit laatste geval moet de burgemeester kennis geven van de politieverordening aan de gemeenteraad in eerstvolgende zitting.

 

Tevens wordt verwezen naar:

          artikel 182 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid waaruit blijkt dat de burgemeester beperkende maatregelen kan opleggen ter bescherming van de bevolking;

          artikel 187 van dezelfde wet waaruit blijkt dat de overtreding van deze beperkende maatregelen strafbaar is overeenkomstig art. 187 van dezelfde wet;

          het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, in het bijzonder en zonder zich daartoe te willen beperken art. 21bis, tweede lid, 10°.   De burgemeester is, gelet op de aangehaalde bepalingen van de NGW, de bevoegde lokale overheid, zodat de burgemeester bevoegd is om uitvoering te geven aan artikel 21bis, tweede lid, 10° van dit MB.

Om de naleving van de politiebesluiten te verzekeren, kan de burgemeester rechtstreekse dwangmiddelen aanwenden en kan hij beroep doen op de lokale politie en de federale politie.

 

7.

 

7.1.

 

Ondergetekende burgemeester is van oordeel dat de Corona-epidemie een ernstige stoornis vormt van de openbare rust (waartoe de openbare veiligheid en de openbare gezondheid behoort).

 

Het COVID-19-virus en de noodzakelijke strijd tegen de verdere verspreiding hiervan, is een onvoorziene gebeurtenis.

 

7.2.

 

De bedreiging via het coronavirus van de openbare rust (waartoe de openbare veiligheid en de openbare gezondheid behoort) is ernstig en in redelijkheid niet te ontkennen. 

 

In redelijkheid valt het niet te ontkennen dat het niet dragen van een mondmasker op druk bezochte plaatsen het risico op besmetting doet toenemen en aldus de verdere verspreiding van het virus in de hand werkt of kan werken, zie de argumentatie hiervoor.

 

7.3.

 

De door de aanwezigheid van het coronavirus in het leven geroepen situatie is ook urgent.

 

Het geringste uitstel met betrekking tot het nemen van de huidige maatregel kan gevaar of schade opleveren voor de inwoners.  Wordt de in het dispositief vermelde maatregel niet genomen, dan worden omstandigheden geschapen waardoor het virus zich verder kan verspreiden met meegaande negatieve gevolgen inzake de volksgezondheid.   

 

7.4.

 

De burgemeester is dan ook van oordeel dat de voorwaarden opgenomen in de artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet in redelijkheid voldaan zijn en dat bij spoedeisendheid door ondergetekende burgemeester de voorliggende politieverordening in redelijkheid moet worden genomen, teneinde de openbare rust (waartoe de openbare veiligheid en de openbare gezondheid behoort) te vrijwaren.

 

7.5.

 

De burgemeester is van oordeel zich, gezien het voorgaande, nu ook niet in redelijkheid tot de gemeenteraad te moeten/kunnen wenden, omdat snel moet worden opgetreden.

 

7.6.

 

Zodoende is de burgemeester bevoegd de onderstaande maatregel te nemen, maatregel die noodzakelijk en redelijk is en niet disproportioneel ten opzichte van de thans bestaande situatie.

 

8.

 

In het licht van de laatste bevindingen, gezien de hiervoor aangehaalde aanbeveling van de nationale veiligheidsraad en gezien de huidige epidemiologische toestand, is het – op grond van voormelde feitelijke en juridische overwegingen - noodzakelijk de onder 1 aangehaalde beslissing van 27 juli 2020 te herzien en vanaf de leeftijd van 12 jaar een verplichting om een mondmasker te dragen op te leggen op volgende druk bezochte plaatsen en in volgende omstandigheden:

          te allen tijde op de parkings van grootwarenhuizen en baanwinkels;

          in de gemeentelijke parken en groene ruimtes, bij een samenscholing van meer dan vijf  personen.

 

Wanneer het dragen van een mondmasker of elk alternatief in stof niet mogelijk is omwille van medische redenen, mag een gelaatsscherm worden gebruikt.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 63 Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          de Nieuwe Gemeentewet (NGW), inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken de artikelen 135 par. 2, 5°, art. 133 en 134 par. 1;

          de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken de artikelen 182 en 187;

          het decreet lokaal bestuur (DLB), inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken de artikelen 62 derde lid, 285, 286 en 288;

          het MB van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken zoals van kracht.

 

 

Adviezen

 

Er zijn geen adviezen nodig.

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Artikel 1

 

Eenieder vanaf de leeftijd van 12 jaar is verplicht om de mond en de neus te bedekken met een mondmasker of elk ander alternatief in stof op de volgende druk bezochte plaatsen en in volgende omstandigheden:

 

          te allen tijde op de parkings van grootwarenhuizen en baanwinkels;

          in de stedelijke parken en groene ruimtes, bij een samenscholing van meer dan vijf  personen.

 

Wanneer het dragen van een mondmasker of elk alternatief in stof niet mogelijk is omwille van medische redenen, mag een gelaatsscherm worden gebruikt.

 

Artikel 2

 

Het politiebesluit van 27 juli 2020 in het kader van bijkomende maatregelen ter preventie van de verspreiding van het coronavirus (Covid 19) en betreffende het bepalen van plaatsen en straten waar een mondmaskerverplichting geldt in de strijd tegen het Corona-virus wordt opgeheven vanaf het ogenblik van de inwerkingtreding van artikel 1.

 

Artikel 3

 

Inbreuken op art. 1 worden beteugeld met de straffen bepaald door artikel 187 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid.

 

Artikel 4

 

De lokale politie is belast met het toezicht op de naleving van dit besluit. 

 

Artikel 5

 

Dit besluit zal onmiddellijk bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286 van het decreet lokaal bestuur (DLB).  Het treedt in werking op het ogenblik van bekendmaking.

 

De bekendmaking zal worden aangetekend in het register van de bekendmakingen vermeld in art. 288 van het DLB.

 

Op hetzelfde ogenblik als de bekendmaking zal dit besluit overeenkomstig art. 330 van het DLB  worden meegedeeld aan de toezichthoudende overheid via het digitaal loket.

 

Dit besluit zal overeenkomstig art. 285 DLB ook worden opgenomen in de besluitenlijst van de burgemeester op de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 6

 

Van deze beslissing zal ook kennis gegeven worden aan:

          de lokale politie;

          het parket van de procureur des Konings van West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk;

          de provinciegouverneur;

          de griffie van de politierechtbank West Vlaanderen afdeling Kortrijk;

          de griffie van de Rechtbank van West -Vlaanderen afdeling Kortrijk.

 

Artikel 7

 

Dit besluit zal ter bekrachtiging worden voorgelegd aan de gemeenteraad in eerstvolgende zitting.

 

Artikel 8

 

Tegen dit besluit kan door iedere belanghebbende per aangetekende brief een beroep tot nietigverklaring, al dan niet vergezeld van een beroep tot schorsing, worden ingesteld bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel, binnen een termijn van zestig dagen ingaande de dag nadat het besluit werd bekendgemaakt. Het verzoekschrift moet voldoen aan de voorwaarden gesteld door de gecoördineerde wetten van 12.01.1973 op de Raad van State en het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling administratie van de Raad van State zoals van kracht.  Het beroep kan ook ingesteld worden via de elektronisch procedure via de website http://eproadmin.raadvst-consetat.be/.

 

 

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.