Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd de verlenging, tot 31 december 2025, van het reglement tot het vestigen van een indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen, goed te keuren.

 

Motivering

 

Het huidig reglement tot het vestigen van een indirecte belasting op ontbrekende parkeerplaatsen werd goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 28 november 2019 en eindigt op 31 december 2020.

 

Er bestaan betere instrumenten om de parkeerdruk op het openbaar domein te verminderen. Daarom zal bij de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan een visie uitgewerkt worden rond de aanpak van ontbrekende parkeerplaatsen in de ruimtelijke context.

 

In afwachting van een definitieve goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan en de bijhorende aanpak van ontbrekende parkeerplaatsen, wordt voorgesteld het huidige reglement, namelijk het heffen van een eenmalige indirecte belasting van 5.000 euro per ontbrekende parkeerplaats, aan te houden tot de nieuwe visie is uitgewerkt en daarom het bestaande reglement te verlengen tot 31 december 2025.

 

In zitting van 18 november 2020 verzocht het college van burgemeester en schepenen de voorzitter van de gemeenteraad om de verlenging van dit reglement te agenderen op de gemeenteraad van 26 november 2020.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, 14° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

5.000 euro (raming)

Actie

overig beleid

Jaarbudgetrekening

GBB-CBS/0020-00/73730000

Visum

nvt

 

BESLUIT

 

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit volgend reglement goed te keuren:

 

Belastingreglement ontbrekende parkeerplaatsen

 

Art. 1. – Met ingang van 1 januari 2021 en voor een periode eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de gemeente, onder de navolgende voorwaarden, een gemeentelijke indirecte belasting geheven op:

a) het ontbreken van parkeerplaatsen bij het optrekken van nieuwe gebouwen, het uitvoeren van verbouwingswerken of het wijzigen van de bestemming van een gebouw of een gedeelte ervan;

b) het wijzigen van de bestemming van één of meer van deze parkeerplaatsen.

 

Art. 2. –

§1. De belasting is verschuldigd door:

1° de houder van een omgevingsvergunning, aan wie in deze vergunning minder parkeerplaatsen werden vergund dan voorgeschreven volgens onderstaande normen;

2° de houder van een omgevingsvergunning, die één of meer in de omgevingsvergunning begrepen parkeerplaatsen niet heeft aangelegd;

3° de titularis van een zakelijk recht inzake een parkeerplaats, die een bestemmingswijziging doorvoert aan één of meer parkeerplaatsen, dusdanig dat niet meer voldaan wordt aan de verleende omgevingsvergunning.

§2. De belasting is solidair verhaalbaar op de rechtsopvolgers ten algemene of bijzondere titel van de in § 1 vermelde belastingplichtigen.

 

Art. 3. – Onder parkeerplaatsen wordt verstaan:

          hetzij een gesloten garage;

          hetzij een standplaats in een gesloten ruimte of in open lucht, daartoe speciaal aangelegd of uitgerust, en dusdanig door het college van burgemeester en schepenen aanvaard.

Een garage moet ten minste 2,75 m breed en 5 m lang zijn. Een standplaats bestaat uit een rechthoekig vlak van tenminste 2,25 m breedte en 4,50 m lengte.

Ze moet rechtstreeks toegankelijk zijn langs een weg van minimum:

          7 m breedte als de standplaats een hoek van 90° vormt met die weg;

          5 m breedte als de standplaats een hoek van 60° vormt met die weg;

          4 m breedte als de standplaats een hoek van 45° vormt met die weg;

          3,5 m breedte als de standplaats een hoek van 30° vormt met die weg.

De parkeerplaatsen moeten worden opgericht hetzij op het bouwperceel zelf waarop het hoofdgebouw zal komen, hetzij op een perceel gelegen binnen een omtrek van 200 meter te rekenen van de omtrek van dit perceel.

 

Art. 4. – het aantal aan te leggen parkeerplaatsen wordt als volgt bepaald:

 

A. WOONGEBOUWEN

 

Nieuwbouw/heropbouw

 

          Bij de nieuwbouw en de heropbouw van ééngezinswoningen dient één parkeerplaats per woongelegenheid voorzien te worden.

          Bij appartementsblokken wordt volgend onderscheid gemaakt:

          Voor appartementen gelegen in volgende zone (zie ook plan in bijlage):

          Harelbekestraat (pare kant t.e.m. nr. 56, onpare kant t.e.m. nr. 89)

          Hoogstraat

          Rodenbachstraat

          Beverenstraat (pare kant t.e.m. nr. 26, onpare kant t.e.m. loodrecht tegenover nr. 26)

          Stationsstraat (pare kant t.e.m. nr. 44, onpare kant t.e.m. nr. 49)

          Comm. Edm. Ameyestraat

          Ververijstraat

          Sint-Amandusstraat (pare kant tot nr. 14, onpare kant t.e.m. nr. 7)

          Kerkplein

          René De Clercqstraat (pare kant t.e.m. nr. 16, onpare kant t.e.m. nr. 27)

          Dammeke

          Pontstraat (onpare kant t.e.m. nr.17)

          Kapel ter Rustestraat (pare kant t.e.m. nr. 4)

          Schoolstraat

          Sint-Rochusstraat

          Vichtesteenweg (pare kant t.e.m. nr. 42, onpare kant t.e.m. nr. 35, hoek met Sint-Rochusweg)

          Nieuwstraat

moet het aantal parkeerplaatsen minimum 150 % van het aantal woongelegenheden bedragen.

          Voor appartementen gelegen buiten de hierbovengenoemde zone, moet het aantal parkeerplaatsen minimum 100 % van het aantal woongelegenheden bedragen.

 

          Bij assistentie-woningen moet één parkeerplaats per woongelegenheid voorzien worden.

 

Verbouwingswerken

 

Indien door de verbouwingswerken bijkomende woongelegenheden ontstaan, gelden dezelfde regels als voor nieuwbouw voor elke nieuw geschapen woongelegenheid.

 

B. HANDELSGEBOUWEN

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van 50 m² netto handelsoppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats telkens wanneer de netto handelsoppervlakte vergroot met een schijf van 50 m².

 

De netto handelsoppervlakte is de oppervlakte bestemd voor de verkoop en toegankelijk voor het publiek, met inbegrip van niet overdekte oppervlakten. Deze oppervlakte omvat met name de kassa-zones, de zones die zich achter de kassa’s bevinden alsook de inkomruimten, indien deze ook worden aangewend om waren uit te stallen of te verkopen.

 

C. WARENHUIZEN (handelsgebouwen met een netto handelsoppervlakte van 400 m² en meer)

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van 20 m² netto handelsoppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats telkens wanneer de netto handelsoppervlakte vergroot met een schijf van 20 m².

 

De netto handelsoppervlakte is de oppervlakte bestemd voor de verkoop en toegankelijk voor het publiek, met inbegrip van niet overdekte oppervlakten. Deze oppervlakte omvat met name de kassa-zones, de zones die zich achter de kassa’s bevinden alsook de inkomruimten, indien deze ook worden aangewend om waren uit te stallen of te verkopen.

 

D. INDUSTRIELE EN AMBACHTELIJKE GEBOUWEN, STELPLAATS VOOR AUTOBUSSEN EN TAXI’S.

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van tien tewerkgestelde personen of per schijf van 100 m² bedrijfsoppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van tien bijkomende tewerkgestelde personen of per schijf van 100 m² bijkomende bedrijfsoppervlakte.

 

Onder bedrijfsoppervlakte wordt verstaan de som van de grondoppervlakte ingenomen voor bedrijfsdoeleinden in open lucht en de vloeroppervlakte gebruikt voor de bedrijfsdoeleinden in gesloten gebouwen. Deze laatste vloeroppervlakte wordt gemeten per bouwlaag met inbegrip van de buitenmuren, verminderd met de oppervlakte van de verticale verbindingswegen.

Bergplaatsen en opslagplaatsen maken deel uit van de bedrijfsoppervlakte.

De parkeerplaatsen, bestemd om te voldoen aan onderhavige verordeningen, niet.

 

E. KANTOORGEBOUWEN, DIENSTEN, VRIJE BEROEPEN

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van 50 m² vloeroppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van 50 m² bijkomende vloeroppervlakte.

 

De vloeroppervlakte wordt gemeten per bouwlaag met inbegrip van de buitenmuren, verminderd met de oppervlakte der verticale en horizontale verbindingswegen.

 

F. AUTOHERSTELPLAATSEN

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van 50 m² vloeroppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van 50 m² bijkomende vloeroppervlakte.

 

De vloeroppervlakte wordt gemeten zoals voor de kantoorgebouwen.

 

G. HOTELS

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van drie hotelkamers.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van drie bijkomende hotelkamers.

 

H. RUIMTES VOOR CULTURELE ACTIVITEITEN

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van tien zitplaatsen.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van tien bijkomende zitplaatsen.

 

I. RECREATIERUIMTES (fitness, bowling, privaat sportruimte, muziekklas,…)

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van 50 m² vloeroppervlakte.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van 50 m² bijkomende vloeroppervlakte.

 

De vloeroppervlakte wordt gemeten zoals voor de kantoorgebouwen.

 

J. VERZORGINGS- EN BEJAARDENTEHUIZEN

 

Nieuwbouw

Eén parkeerplaats per schijf van vier bedden.

 

Verbouwingswerken

Eén parkeerplaats meer per schijf van vier bijkomende bedden.

 

K. ONDERWIJSINRICHTINGEN

 

Nieuwbouw

Het aantal parkeerplaatsen wordt berekend door het aantal gewone klaslokalen te vermenigvuldigen met een der coëfficiënten welke voorkomen op onderstaande tabel.

 

Type onderwijsinrichting

coëfficiënt

Kleuter- en lager onderwijs

1

 

Verbouwingswerken

Dezelfde normen als voor nieuwbouw gelden voor de bijkomende gewone klassen.

 

Door gewone klaslokalen verstaat men een klaslokaal waarin het algemeen onderricht wordt gegeven.

 

Tot de gewone klassen behoren dus niet de lokalen waarin uitsluitend een bijzondere vorm van onderricht wordt gegeven.

 

L. GEMENGDE BESTEMMINGEN

 

Bij gebouwen met een gemengde bestemming worden voormelde regels afzonderlijk toegepast op de onderscheiden bestemmingszones.

 

M. FUNCTIEWIJZIGINGEN

 

Indien een gebouw door verbouwing verandert van functie, is het aantal bijkomende parkeerplaatsen het verschil tussen het aantal parkeerplaatsen van de nieuwe bestemming en van de vroegere bestemming, dit volgens voormelde indeling.

 

Art. 5. – Uitzonderingen:

          Dit reglement is niet van toepassing op eengezinswoningen met een gevellengte kleiner of gelijk aan 7 m, gelegen in een aaneengesloten bebouwing, waarbij het betreffende perceel van 7 m breed zich tussen 2 bebouwde percelen bevindt.

          Dit reglement is niet van toepassing indien vóór de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning reeds voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn overeenkomstig bovenstaande bepalingen, voor zowel de bestaande als de nieuwe toestand.

 

Art. 6. – De belasting wordt vastgesteld op 5.000 euro per ontbrekende of niet-voorbehouden parkeerplaats.

 

Art. 7. – Voor de afgifte van de omgevingsvergunning door het college van burgemeester en schepenen, moet de belastingplichtige het vermoedelijke bedrag van de belasting bij de financieel directeur in bewaring geven. Het bewijs hiervoor dient door betrokkene voorgelegd te worden vooraleer de vergunning wordt afgeleverd.

 

Het vermoedelijke bedrag wordt vastgesteld op basis van het aantal ontbrekende parkeerplaatsen, berekend aan de hand van de plannen die bij de aanvraag om omgevingsvergunning werden gevoegd.

 

Art. 8. –

§1. De belasting is verschuldigd één jaar nadat het hoofdgebouw onder dak staat, de ruwbouw van de verbouwingswerken beëindigd werden, of nadat het gebouw eventueel gedeeltelijk, wordt bewoond of gebruikt.

 

§2. De vaststelling dat het gebouw onder dak staat, dat de ruwbouw van de verbouwingswerken beëindigd is, geschiedt door de daartoe aangestelde beambte van het gemeentebestuur door middel van een proces-verbaal, waarin tevens het werkelijk aantal ontbrekende parkeerplaatsen op het ogenblik van de vaststelling wordt vermeld.

 

Dit proces-verbaal wordt aan de belastingplichtige toegestuurd, die vanaf de datum van ontvangst over één jaar beschikt om eventueel het aantal parkeerplaatsen aan te vullen.

 

Na het verstrijken van de termijn van één jaar wordt een tweede vaststelling gedaan door de aangestelde beambte en wordt in een proces-verbaal het definitief aantal ontbrekende parkeerplaatsen en de verschuldigde belasting vastgesteld.

Zowel bij de eerste als bij de tweede vaststelling wordt de belastingplichtige acht kalenderdagen vooraf per aangetekend schrijven uitgenodigd om bij de vaststelling aanwezig te zijn.

 

Art. 9. – De belasting is verschuldigd op de dag van de betekening van het proces-verbaal tot definitieve vaststelling van het ontbreken van de aanleg of de wijziging van de bestemming van de parkeerplaats.

 

Art. 10. – De belasting moet worden betaald binnen de 2 maanden na de verzending van het betalingsbericht aan de belastingschuldige.

 

Art. 11. – De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.

 

 

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.