Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt verzocht het retributiereglement ambulante handel goed te keuren met ingang van 1 januari 2020 voor een periode eindigend op 31 december 2025.

 

Motivering

 

Het huidig retributiereglement ambulante handel werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 september 2013. Dit reglement eindigt op 31 december 2019.

 

De gemeente krijgt regelmatig aanvragen tot het verkrijgen van een niet-bestendige standplaats voor het uitoefenen van ambulante handel.

 

Het gebruik van openbare pleinen en wegenis als niet-bestendige standplaats voor ambulante handel brengt zekere kosten van toezicht en schoonmaak met zich mee zodat het verder billijk blijft deze kosten op de gebruikers te verhalen door middel van een plaatsrecht.

 

Bijgevolg is het aangewezen om het retributiereglement ambulante handel verder aan te houden.

 

Het college van burgemeester en schepenen stelde in zitting van 27 november 2019 voor om de tarieven te behouden en het retributiereglement aan te houden tot 31 december 2025.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2, 14° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere

          Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten.

          KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten.

          De algemene politieverordening, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2010 en latere wijzigingen, in het bijzonder Deel 2, Titel 7, Hoofdstuk 1.

 

Financiën

 

De financiële impact van de beslissing is nog niet gekend.

 

BESLUIT

 

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit volgend retributiereglement goed te keuren met ingang van 1 januari 2020 voor een periode eindigend op 31 december 2025.

 

Retributiereglement ambulante handel

 

Art. 1. -

Er wordt een retributie gevestigd op de uitoefening van ambulante activiteiten op openbaar domein tenzij deze uitoefening onderworpen is aan een ander gemeentereglement inzake belasting of retributie of wanneer zij het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst die de financiële belangen van de gemeente waarborgt.

 

Art. 2. -

Voor de toepassing van dit reglement worden het verkopen op het openbaar domein, zoals het nader is omschreven in de wetgeving betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten, als ambulante activiteiten beschouwd.

 

Art. 3. -

Een standplaats op het openbaar domein kan enkel toegewezen worden aan:

          de natuurlijke personen die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefenen en die houder zijn van een ‘machtiging als werkgever’;

          rechtspersonen die dezelfde activiteit uitoefenen. De standplaatsen worden toegekend door tussenkomst van een persoon verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de vennootschap die houder is van de ‘machtiging als werkgever’.

 

Art. 4. -

Behoudens voorafgaande schriftelijke machtiging van het college van burgemeester en schepenen is het verboden om het openbaar domein in te nemen teneinde ambulante handel uit te oefenen.

 

Art. 5. -

De retributie voor de ambulante activiteiten bedraagt 3 euro per lopende meter en per dag, met een minimum van 20 euro.

 

Art. 6. -

Bij gebruik van elektriciteit van de gemeentelijke overheid wordt een forfaitaire vergoeding aangerekend van 5 euro per dag en per standplaats.

 

Art. 7. -

Ieder gedeelte van een plaatseenheid wordt aangerekend voor een volle eenheid en elke aangevangen periode wordt beschouwd als een volledige.

 

De lopende meters die in aanmerking worden genomen, zijn de meters van het openbaar domein die ingenomen worden voor de goede uitoefening van de ambulante activiteit.

 

Art. 8. -

De betaling van de retributie gebeurt voorafgaandelijk per overschrijving op de rekening van de gemeente Deerlijk. Na registratie van de betaling wordt een kwitantie met opgave van de periode afgegeven.

 

Art. 9. -

De ambulante handelaars moeten tijdens de uitoefening van de ambulante activiteiten gedurende de betrokken periode steeds in het bezit zijn van het bewijs van betaling dat op elk verzoek van de met toezicht belaste ambtenaren moet worden getoond.

 

Art.10. -

Bij verzuim of weigering van aangifte, bij laattijdige of onnauwkeurige aangifte is de retributie van ambtswege gevestigd en kan een administratieve maatregel worden toegepast gelijk aan het ontdoken recht.

 

Artikel 2

 

Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur bekendgemaakt.