Aanleiding en context

 

De gemeenteraad wordt gevraagd het aangepaste belastingreglement op tweede verblijven goed te keuren voor de aanslagjaren 2024 en 2025. 

 

Motivering

 

Het huidig belastingreglement op tweede verblijven werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 19 december 2019 en eindigt op 31 december 2025.

 

De gemeenteraad van 6 juni 2019 keurde de subsidieaanvraag Woonwijs 2020-2025 goed.

In het huidige subsidiedossier is bij de actie AA 1_1 'Een ruimtelijk beleid voeren op basis van een visie om het beschikbare aanbod aan panden op het grondgebied te activeren voor wonen' opgenomen.

 

Het is wenselijk om de definitie van 2e verblijven zoals opgenomen in artikel 2. van het reglement te verduidelijken. Er wordt voorgesteld om de bepaling dat 'lokalen op dewelke een bedrijfzetel gevestigd is, niet beschouwd worden als 2e verblijf' te schrappen gezien een bedrijfszetel gevestigd is op een adres en er niet altijd kan nagegaan worden over welke lokalen dit gaat en of er op dit adres ook nog een woonfunctie aanwezig is.

 

Bijgevolg wordt voorgesteld op artikel 2 van het reglement als volgt aan te passen:

Art. 2. - definities

        Tweede verblijf: Elke private woongelegenheid die voor de eigenaar, de huurder of de gebruiker ervan niet tot hoofdverblijfplaats dient, maar op elk ogenblik door hen voor bewoning kan worden gebruikt. Tweede verblijven zijn, alle vaste woongelegenheden die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger: landhuizen, bungalows, villa’s, appartementen, studio’s, weekendhuisjes. Worden niet als tweede verblijven beschouwd:

        lokalen uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit;

        studentenhuizen en -kamers.

        Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

        een aangetekend schrijven;

        een afgifte tegen ontvangstbewijs.

 

Het college van burgemeester en schepenen stelde in zitting van 10 januari 2024 voor om het reglement te behouden mits bovengenoemde aanpassing.

 

Juridische gronden

 

        Algemene basisbevoegdheid: Art. 41, § 2, 14° Decreet Lokaal Bestuur

 

Financiën

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT

 

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1

 

Onderstaand aangepast belastingreglement wordt goedgekeurd:

 

BELASTINGREGLEMENT TWEEDE VERBLIJVEN

 

Art. 1. - belastbare grondslag

 

Er wordt voor de aanslagjaren 2024 en 2025 een gemeentebelasting gevestigd op tweede verblijven gelegen op het grondgebied van Deerlijk.

 

Art. 2. - definities

 

        Tweede verblijf:

Elke private woongelegenheid die voor de eigenaar, de huurder of de gebruiker ervan niet tot hoofdverblijfplaats dient, maar op elk ogenblik door hen voor bewoning kan worden gebruikt.

Tweede verblijven zijn, alle vaste woongelegenheden die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger: landhuizen, bungalows, villa’s, appartementen, studio’s, weekendhuisjes.

Worden niet als tweede verblijven beschouwd:

        lokalen uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit;

        studentenhuizen en -kamers.

        Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

        een aangetekend schrijven;

        een afgifte tegen ontvangstbewijs.

 

Art. 3. - belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door diegene die het tweede verblijf kan betrekken op 1 januari van het aanslagjaar, hetzij als eigenaar, hetzij als huurder of in welke hoedanigheid ook.

In geval van vruchtgebruik, recht van opstal of recht van erfpacht, is de belasting verschuldigd door de vruchtgebruiker, de opstalhouder of de erfpachthouder. De eigenaar is hoofdelijk gehouden tot betaling van de belasting.

In geval van mede-eigendom is iedere mede-eigenaar belastingplichtig voor zijn wettelijk deel.

Voor de woningen welke in multi-eigendom aangekocht zijn, is de belasting verschuldigd door elke eigenaar a rato van zijn aandeel in het onroerend goed, hem toegewezen als gevolg van het beschikkingsrecht over de woonst.

 

Art. 4. - aangifteplicht

 

De belastingplichtige moet jaarlijks ten laatste op 30 april van het aanslagjaar een aangifte indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven formulier. Een belastingplichtige die geen aangifteformulier gekregen heeft, moet er zelf één vragen. De administratie stelt op eenvoudig verzoek een formulier ter beschikking. Uiterlijk twee maanden na ontvangst van het formulier dient de belastingplichtige het ingevuld en ondertekend formulier aan het gemeentebestuur terug te bezorgen.

 

Art. 5. - ambtshalve belasting

 

Bij gebrek aan aangifte binnen de gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, wordt de belasting ambtshalve gevestigd op basis van de gegevens waarover de administratie beschikt.

Vooraleer over te gaan tot ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per beveiligde zending, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om zijn opmerkingen en de nodige bewijsstukken schriftelijk voor te dragen.

 

Art. 6. - belastingtarief

 

De belasting wordt forfaitair vastgesteld op 600 euro per tweede verblijf.

 

Indien overgegaan wordt tot de ambtshalve vastgestelde belasting zal een verhoging worden toegepast van:

        25 % bij een eerste overtreding;

        50 % bij een tweede overtreding;

        75 % bij een derde overtreding;

        100 % vanaf de vierde overtreding.

 

Art. 7. - belastinginvordering

 

De belasting, alsmede de eventuele belastingverhoging vermeld onder artikel 6, wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 8. - betaling van de belasting

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Art. 9. - bezwaar tegen belasting

 

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

 

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn.

 

Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.

 

Artikel 2

 

Conform artikel 286, § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur wordt voorliggend reglement bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente.

 

Artikel 3

 

Conform artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur brengt de gemeenteoverheid, op dezelfde dag als de bekendmaking zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, de toezichthoudende overheid op de hoogte van voormelde bekendmaking.

 

Artikel 4

 

Conform artikel 288 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt de bekendmaking, zoals bepaald in artikel 2 van dit besluit, bijgehouden in een register, op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.

 

 

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.