Aanleiding en context

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het retributiereglement individueel bezoldigd personenvervoer goed te keuren.

 

Motivering

 

De Vlaamse Regering heeft het decreet individueel bezoldigd personenvervoer van 29 maart 2019 finaal in uitvoering gebracht op 8 november 2019. Met de nieuwe regelgeving, die ingaat vanaf 1 januari 2020, wil de Vlaamse Regering alle vormen van individueel bezoldigd personenvervoer binnen eenzelfde kader behandelen en moeten de ingezette wagens zero-emissie hebben tegen 2030.

 

In het nieuwe systeem moet:

          de exploitant zijn vergunning aanvragen in de gemeente waar de exploitatiezetel is gevestigd. Alle voorwaarden met betrekking tot moraliteit, beroepsbekwaamheid, solvabiliteit, talenkennis, wagens, retributie om in aanmerking te komen voor een vergunning worden bepaald door Vlaanderen. Binnen de vergunning individueel bezoldigd personenvervoer zijn 4 categorieën vervat: de straattaxi, de standplaatstaxi, de ceremoniewagen en de OV-taxi.

          de bestuurder een bestuurderspas aanvragen in de gemeente waar hij gedomicilieerd is. Alle voorwaarden met betrekking tot moraliteit, beroepsbekwaamheid, talenkennis, retributie om in aanmerking te komen voor een bestuurderspas worden bepaald door Vlaanderen.

 

De retributie voor de vergunning en de bestuurderspas werden bepaald door de Vlaamse Regering maar worden geïnd door de gemeenten waar de vergunning/bestuurderspas wordt aangevraagd.

 

De vergunningen die opgemaakt werden binnen het vorige decreet kunnen de termijn van hun vergunning (max. 5 jaar) binnen de regels van het oude decreet en het belastingreglement (gemeenteraad 16 december 2004) verderzetten. Bij hernieuwing is het nieuwe decreet van toepassing alsook het nieuwe retributiereglement. Dit dubbellopen van belasting en retributie wordt nauwgezet bijgehouden door de dienst financiën.

 

Juridische gronden

 

          Algemene basisbevoegdheid: Art. 40, § 3 en 41, 2e lid, 14° Decreet Lokaal Bestuur

          Andere:

          Decreet betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer van 29 maart 2019

          Besluit Vlaamse Regering betreffende de exploitatievoorwaarden voor het individueel bezoldigd personenvervoer van 8 november 2019

 

Financiën

 

De beslissing heeft financiële gevolgen.

 

Raming of bedrag

500,00 euro

Actie

gelijkblijvend beleid

Jaarbudgetrekening

GBB/0210-00/70200000

Visum

nvt

 

BESLUIT

 

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1

 

De gemeenteraad besluit het retributiereglement individueel bezoldigd personenvervoer met onmiddellijke ingang goed te keuren.

 

Retributiereglement voor individueel bezoldigd personenvervoer

 

Art. 1 - Er wordt een gemeentelijke retributie gevestigd voor individueel bezoldigd personenvervoer in 2 categorieën:

          Categorie A: vergunning individueel bezoldigd personenvervoer

          Categorie B: bestuurderspas

Wordt verstaan onder:

          bezoldigd personenvervoer: het vervoer van personen waarvoor een vergoeding wordt gevraagd die hoger is dan de vervoersonkosten;

          bestuurder: elke natuurlijke persoon die een voertuig bestuurt waarmee diensten voor individueel bezoldigd personenvervoer worden verricht;

          exploitant: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer exploiteert;

          vergunning: de vergunning voor de exploitatie van een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer;

          bestuurderspas: elke bestuurder, die diensten van individueel bezoldigd personenvervoer aanbiedt, dient in het bezit te zijn van een bestuurderspas.

 

Art. 2 - De retributie voor categorie A is verschuldigd door de exploitant. De retributie voor categorie B is verschuldigd door de bestuurder.

 

Art. 3 - De retributie wordt als volgt vastgesteld:

Categorie A

          350 euro/per jaar/per vermeld voertuig in de akte van de vergunning;

          250 euro/per jaar/per voertuig met zero-emissie vermeld in de akte van de vergunning tot 1 januari 2030;

          250 euro/per jaar/per voertuig met een ecoscore van minstens: 74 voor voertuigen met 5 zitplaatsen, 71 voor voertuigen met meer dan 5 zitplaatsen, 61 voor voertuigen die voldoen aan de definitie van minibus, vermeld in de akte van de vergunning tot 1 januari 2025.

Categorie B: 20 euro voor de aanmaak van de bestuurderspas.

 

Art. 4 - De retributies vermeld in artikel 3 zijn verschuldigd voor het hele jaar, onafhankelijk van het moment waarop de vergunning of bestuurderspas werd afgeleverd. De vergunninghouder is de eerste jaarlijkse retributie vermeld in artikel 3, categorie A verschuldigd op het ogenblik van de afgifte van de vergunning en nadien telkens op 1 januari van het kalenderjaar. De aanvrager van de bestuurderspas betaalt de retributie vermeld in artikel 3, categorie B voordat de bestuurderspas wordt uitgereikt.

 

De retributies vermeld in artikel 3, categorie A zijn jaarlijks verschuldigd en ondeelbaar ten laste van de houder van de vergunning vermeld op 1 januari van het kalenderjaar of op het moment van de afgifte. De vermindering van het aantal voertuigen geeft geen aanleiding tot een retributieteruggave. Dit geldt eveneens voor de opschorting of de intrekking van een vergunning/bestuurderspas of het buiten werking stellen van één of meer voertuigen voor welke reden dan ook. Het indienen van een klacht heft de invorderbaarheid van de retributie niet op.

 

Art. 5 - De bedragen vermeld in artikel 3 worden op 1 januari van elk jaar aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het retributiejaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2019.

 

Art. 6 - De retributie vermeld in artikel 3, categorie A wordt betaald binnen de dertig dagen vanaf verzending van de factuur. Retributies die niet betaald zijn voor de vervaldag brengen vanaf de ingebrekestelling intresten volgens de wettelijke rentevoet mee. Bovendien kan het college van burgemeester en schepenen weigeren nog verder de in dit reglement genoemde diensten te verstrekken indien de retributies verschuldigd voor vorige verstrekkingen, door de schuld van de retributieplichtige, niet of zeer moeilijk konden geïnd worden.

 

Art. 7 - Bij het sturen van een tweede aangetekende aanmaning zal een administratiekost van 15 euro aangerekend worden. Bij niet betaling van de laatste waarschuwing wordt het verschuldigd retributiebedrag voor invordering aan de gerechtsdeurwaarder overgemaakt. De kosten hiervoor vallen integraal ten laste van de retributieplichtige.

 

Art. 8 - De retributie zal in voorkomend geval ingevorderd worden via dwangbevel, zoals bepaald in artikel 177, 2° Decreet Lokaal Bestuur, of via gerechtelijke weg.

 

Artikel 2

 

Conform de slotbepalingen van het Decreet individueel bezoldigd personenvervoer van 29 maart 2019 kunnen de lopende vergunningen (5 jaar) hun looptijd uitdoen. De belasting op de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder blijft hier van toepassing.